Samen krachtig verbinden: collegeprogramma annex kadernota 2015-2018

54
Teylingen. Moderne dorpen midden in de wereld Samen krachtig verbinden Collegeprogramma annex kadernota 2015 – 2018

description

 

Transcript of Samen krachtig verbinden: collegeprogramma annex kadernota 2015-2018

Teylingen. Moderne dorpen midden in de wereld

Samen krachtig verbindenCollegeprogramma annex kadernota 2015 – 2018

1

2

Inhoudsopgave

Inhoud 1.   Inleiding ................................................................................................................. 3  

1.1 Speerpunten en centrale thema’s ................................................................................. 3  

1.2 Netwerksamenleving in ontwikkeling ............................................................................. 4  

1.3 Financiën .................................................................................................................. 5  

1.4 Organisatie ............................................................................................................... 6  

2.   Inhoud .................................................................................................................... 7  

2.1 Speerpunten ............................................................................................................. 7  

2.2 Centrale Thema’s ....................................................................................................... 9  

3.   Verwerking coalitieprogramma .................................................................................. 12  

Programma 1: Ruimte, Wonen, Mobiliteit en Duurzaamheid .................................................. 12  

Programma 2: Toerisme en Economie ............................................................................... 16  

Programma 3: Sociaal Domein ......................................................................................... 19  

Programma 4: Leefomgeving ........................................................................................... 24  

Programma 5: Dienstverlening ......................................................................................... 27  

Programma 6: Bestuur, Veiligheid en Financiën .................................................................. 30  

4.   Financiën 2015 – 2018 ............................................................................................. 34  

4.1 Vertrekpunt .............................................................................................................. 34  

4.2 Te verwerken autonome ontwikkelingen in de programmabegroting 2015 ......................... 34  

4.3 Te verwerken beleidsmatige ontwikkelingen in de programmabegroting 2015 .................... 35  

4.4 Uitwerking coalitieakkoord .......................................................................................... 38  

4.5 Samenvatting ........................................................................................................... 41  

5.   Maatregelen ........................................................................................................... 42  

5.1 Inleiding .................................................................................................................. 42  

5.2 Terugblik maatregelen ............................................................................................... 42  

5.3 Nieuwe maatregelen .................................................................................................. 42  

6.   Overige financiële onderwerpen ................................................................................. 46  

6.1 Inzet algemene reserve vrij ........................................................................................ 46  

6.2 Risico’s .................................................................................................................... 47  

6.3 Sociaal Domein ......................................................................................................... 48  

Bijlage 1 Uitgangspunten voor het opstellen van de Programmabegroting 2015 ............ 50  

Bijlage 2 Toelichting op de autonome ontwikkelingen .................................................... 51  

3

1. Inleiding Na de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart j.l. hebben CDA, D66 en VVD een coalitieakkoord gesloten met de titel “Zorgzaam regisseren, dichtbij mensen.” Een meerderheid van de gemeenteraad heeft dit coalitieakkoord in de vergadering van 24 april 2014 vastgesteld als raadsprogramma 2014-2018. In dit collegeprogramma werken wij het akkoord nader uit. Omdat de inhoudelijke keuzes die gemaakt worden direct gevolgen hebben voor het financiële perspectief, is in dit programma de kadernota 2015 -2018 integraal opgenomen. In dit document hebben wij het collegeprogramma op hoofdlijnen uitgewerkt. We beschouwen dit als ontwikkelplan voor de komende bestuursperiode. Het vertelt in hoofdlijnen wat wij deze bestuursperiode in ieder geval gaan doen en waarover wij aan het eind graag verantwoording afleggen. Het is het uitgangspunt voor de programmabegrotingen in de komende jaren. Wanneer de gemeenteraad instemt met deze kaders, worden ze concreter uitgewerkt. De resultaten daarvan treft u jaarlijks aan in de programmabegroting.

1.1 Speerpunten en centrale thema’s In het coalitieakkoord zijn drie speerpunten benoemd:

1) de ingrijpende veranderingen in het sociale domein door de grote stelselwijzigingen ten aanzien van zorg, jeugdzorg en de sociale werkvoorziening en de daarmee samenhangende decentralisatie van overheidstaken naar de gemeenten;

2) de woningmarkt in Teylingen, waar scheefgroei is ontstaan en waar vraag en aanbod onvoldoende op elkaar aansluiten;

3) samen werken aan een duurzaam Teylingen.

Daarnaast zijn de volgende 6 programma’s inhoudelijk uitgewerkt: - Ruimte, Wonen en Duurzaamheid - Toerisme en Economie - Sociaal Domein - Leefomgeving - Dienstverlening - Bestuur, Veiligheid en Financiën.

Door alle programma’s en de speerpunten komen echter ook drie thema’s terug die samenhangen met de veranderende rol van de gemeente. We focussen ons bij de uitwerking in dit programma daarom niet alleen op de inhoudelijke speerpunten maar ook op de volgende centrale thema’s: - Dichtbij inwoners - Met elkaar - Financieel gezond In dit collegeprogramma geven wij in hoofdstuk 2 aan deze drie speerpunten en de centrale thema’s een nadere invulling. In de kadernota vanaf hoofdstuk 3 vertalen we dit in de verschillende programma’s. Waar in het coalitieakkoord nog uitgegaan is van 7 programma’s, hebben we, bij de uitwerking gekozen voor 6. Dit omdat er grote samenhang is tussen de twee programma’s met betrekking tot het sociaal domein. Vanaf hoofdstuk 4 treft u ook de financiële vertaling aan.

4

1.2 Netwerksamenleving in ontwikkeling Ontwikkelingen in de samenleving, bezuinigingen en decentralisatie van taken vragen de komende jaren om een andere manier van werken. Er ontstaat een nieuw speelveld. Er wordt gesproken over een “doe-democratie”. In de rapporten van de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid komen verschillende kernelementen van de doe-democratie naar voren: • het overdragen van zeggenschap van overheid naar samenleving; • nieuwe verhoudingen tussen overheid en burgers; • toenemende mogelijkheden voor burgers om hun eigen leefomgeving te bepalen; • burgers die rechtstreeks - zonder tussenkomst van een overheid - oplossingen voor maatschappelijke kwesties tot stand brengen; • een overheid die terugtreedt, loslaat, faciliteert en ruimte geeft aan initiatieven uit de samenleving; en • een overheid die eigen verantwoordelijkheid van burgers stimuleert en tegelijkertijd onderlinge samenwerking stimuleert. Er ontstaan daarbij kansen om onze samenleving te verrijken met eigen initiatieven van onze inwoners. Steeds meer spelen daar termen als burgerparticipatie, eigen kracht en zelfredzaamheid een belangrijke rol. Daarbij zullen ons college, de raad en onze medewerkers nog sterker moeten accepteren en waarderen dat er een groot oplossend vermogen in de Teylingse samenleving zit. Dat betekent ook dat wij taken moeten loslaten die door anderen worden overgenomen. Binnen de samenleving ontstaan andere netwerken, mede door de enorme ontwikkeling in informatie- en communicatietechnologie. De gemeente is niet langer alleen sturend, maar vooral ook dienstbaar aan de samenleving. Dit raakt zowel de positie en de rol van ons college als die van de gemeenteraad en positie en rol van onze inwoners. Op 1 januari 2015 zijn de drie decentralisaties werk, maatschappelijke ondersteuning en jeugd een feit. Wij zijn vanaf dat moment verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo 2015, Participatiewet en Jeugdhulp. Een grote uitbreiding van het takenpakket waar wij al lange tijd aan werken. Continuïteit van zorg in 2015, regionale samenwerking tussen gemeenten, de inkoop en aanbesteding en het inrichten van de “toegang” zijn de belangrijkste thema’s. De ontwikkelingen brengen zowel voor de gemeente als voor onze inwoners ingrijpende veranderingen met zich. Behalve een verschuiving van taken van het Rijk en de provincies naar gemeenten, gaat het ook om een fundamentele verschuiving van de verantwoordelijkheden tussen de gemeente en inwoners om zo de menselijke maat terug te brengen in het sociale domein. De drie decentralisaties bieden de gemeente veel kansen. We willen en kunnen de ondersteuning aan onze inwoners anders vormgeven dan nu gebeurt (transformatie). Wij staan voor de uitdaging samen met inwoners en partners vast te stellen wat in onze gemeente de gewenste kwaliteit is van zorg en welzijn. Dat betekent dat wij als gemeente ook moeten beschikken over de juiste kennis, vaardigheden, ervaring en financiële middelen om regie te voeren en om professionals hun werk te kunnen laten doen. Centraal in het handelen van de gemeentelijke organisatie staan: - bevorderen van participatie; - een flexibele opstelling; - dereguleren: schrappen van niet effectieve of overbodige (beleids)regels; - actief op zoek naar samenwerkingsmogelijkheden (netwerken); - een goed management van verwachtingen; - zorgvuldige, proactieve communicatie (in twee richtingen) met inwoners, verenigingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties.

5

Het is daarom ook noodzakelijk dat wij uitvoeringskracht organiseren. Er is winst te halen door samen te werken, zowel binnen de gemeente, regionaal in Bollenstreekverband of in Holland Rijnland en soms zelfs landelijk. De uitwerking van de Wmo vindt bijvoorbeeld vooral lokaal en subregionaal plaats. Er is echter een aantal thema’s, dat vraagt om een regionale aanpak zoals de samenwerking met Zorgverzekeraars. Maar ook door in de bedrijfsvoering op het juiste niveau samen te werken is winst te behalen zoals bijvoorbeeld standaardisatie van de werkprocessen voor de activiteiten die wij als Teylingen evenals andere gemeenten moeten uitvoeren. Door slimme samenwerking worden de kosten zo laag mogelijk gehouden en blijft er meer budget over voor de daadwerkelijke zorg en ondersteuning aan onze inwoners. We sluiten onze ogen er niet voor dat de transitie ook met omvangrijke kortingen gepaard gaat. Het proces is nog volop in beweging: het wetgevingstraject is nog niet afgerond en ook de financiële kaders zijn nog niet volledig helder.

1.3 Financiën In de kadernota hebben we een eerste inschatting gemaakt van het totale financiële beeld van de komende periode 2015-2018. Waar mogelijk is daarbij een inschatting gemaakt van de extra kosten die de uitwerking van het raadsprogramma met zich meebrengt. Daarin is ook rekening gehouden met de autonome- en overige beleidsmatige ontwikkelingen. Over de gevolgen van de meicirculaire wordt u apart via een raadsmededeling geinformeerd. Het financiële vertrekpunt van deze kadernota is het meerjarenperspectief zoals het college u in de raadsmededeling van 4 februari 2014 heeft medegedeeld:

Het reeds aanwezige begrotingstekort vanuit de begroting 2014-2017 inclusief de gevolgen van de decembercirculaire, waarin de gevolgen van het Regeer-/Herfstakkoord verwerkt zijn, leiden in dit financiële vertrekpunt tot een tekort oplopend tot € 0,8 miljoen in 2018. Het realiseren van de ambities die voortvloeien uit het coalitieakkoord is niet mogelijk zonder het doen van extra investeringen. Deze extra investeringen zijn naar mening van het college noodzakelijk op het gebied van duurzaamheid, toerisme & economie, openbare ruimte en communicatie. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij u naar hoofdstuk 4.4 uitwerking coalitieakkoord. De financiële vertaling van het coalitieakkoord samen met de autonome en beleidsmatige ontwikkelingen leiden tot onderstaand financieel plaatje:

Duidelijk is dat de uitkomsten niet passen bij ons streven om het gemeentelijk huishoudboekje op orde te houden. Een sluitend meerjarenbeeld is immers het uitgangspunt. Dat betekent dat we keuzes moeten maken. Hierbij kan niet onopgemerkt blijven dat we in de periode 2011-2014 reeds

MeerjarenperspectiefRaadsmededeling 4 februari 2014 2015 2016 2017 2018( x  1.0 0 0 )

Saldo vastgestelde programmabegroting (incl.maatregelen) -223 -379 -324 -324Gevolgen decembercirculaire -363 -536 -503 -503Begrotingssaldo -586 -915 -827 -827

tekort tekort tekort tekort

Te verwerken ontwikkelingen in de basis van de Programmabegroting 2015   (x € 1.000)

Saldo vastgestelde programmabegroting (incl.maatregelen) -223 -379 -324 -324Gevolgen decembercirculaire -363 -536 -503 -503Autonome ontwikkelingen 86 -10 -19 -200Geactualiseerd meerjarenperspectief o.b.v. ongewijzigd beleid -500 -925 -846 -1.027Beleidsmatige ontwikkelingen -226 -485 -475 -271Verwerking coalitieakkoord -380 -488 -549 -549Geactualiseerd meerjarenperspectief incl.coalitieakkoord -1.106 -1.898 -1.870 -1.847

20152015 2017 20182016

6

voor een totaalbedrag van € 4 miljoen binnen de programma’s omgebogen hebben. Bij het maken van deze keuzes bepalen de uitgangspunten van het coalitieakkoord de prioriteit. Naast besparende maatregelen die oplopen tot € 0,6 miljoen is het gelijktrekken van de precariorechten met de regio een belangrijke inkomensverhogende maatregel (opbrengst € 0,9 miljoen) die wij u voorstellen. Het verhogen van OZB-tarieven maakt geen onderdeel uit van de voorgestelde maatregelen. In hoofdstuk 5 staan de maatregelen nader toegelicht. Gezien de reeds aanwezige taakstellingen op dit gebied uit de begroting 2014-2017 en de recente ontwikkelingen rondom de regionale samenwerking doet het college geen nieuwe voorstellen in deze categorie. Voor besparingen door regionale samenwerking zijn grote stappen noodzakelijk waarbij het de vraag is of dit op korte termijn haalbaar is. Indien de raad instemt met alle voorgestelde maatregelen en de uitwerking van het coalitieakkoord, ziet het meerjarenperspectief er als volgt uit:

1.4 Organisatie Het raadsprogramma spreekt nog niet over de gevolgen voor de ambtelijke organisatie. De uitwerking hiervan is immers een specifieke aangelegenheid van ons college. De keuzes voor de inhoudelijke speerpunten en de centrale thema’s die in het raadsprogramma worden gemaakt betekenen dat wij onze huidige manier van werken voortzetten en intensiveren. Onze organisatie ondersteunt het bestuur in haar streven naar een vitale, zelfredzame en zorgzame samenleving. Om de daarbij behorende vraagstukken duurzaam het hoofd te bieden willen we een flexibele organisatie zijn die lokaal, regionaal en landelijk weet wat er speelt, partners in haar gemeente en regio weet samen te brengen en oplossingen weet te faciliteren. Centraal in onze (netwerk) organisatie staan de volgende kernwaarden: - Resultaatgericht - Externe oriëntatie - Samenwerking - Innovatie Door deze aanpak weten we wat er speelt, zowel lokaal, regionaal als landelijk, en brengen we onze inwoners in onze gemeente en partners in de regio samen. Om dit mogelijk te maken, zullen we: • Kwalitatief hoogwaardige dienstverlening bieden aan onze inwoners, bedrijven en instellingen. • Een resultaatgerichte partner zijn in de samenwerking, die aan te spreken is op de behaalde

resultaten; • Een lerende organisatie zijn, die niet sec handelt vanuit bekende paden en oplossingen, maar

nieuwsgierig is naar de vraag achter de vraag en op zoek gaat naar innovatieve oplossingen. En waar medewerkers ook die ruimte krijgen;

• Een vitale organisatie zijn, zowel wat medewerkers als middelen betreft, waarbij we uit beide het beste (naar boven) willen halen.

2015 2016 2017 2018Geactualiseerd meerjarenperspectief incl.coalitieakkoord -1.106 -1.898 -1.870 -1.847Besparende maatregelen 215 472 623 624Inkomensverhogende maatregelen 962 1.062 1.162 1.162Totaal maatregelen 1.177 1.534 1.785 1.786

Geactualiseerd meerjarenperspectief incl.coalitieakkord en maatregelen 71 -364 -85 -61

7

2. Inhoud 2.1 Speerpunten In het coalitieakkoord zijn drie speerpunten benoemd:

1) de ingrijpende veranderingen in het sociale domein door de grote stelselwijzigingen ten aanzien van zorg, jeugdzorg en de sociale werkvoorziening en de daarmee samenhangende decentralisatie van overheidstaken naar de gemeenten;

2) de woningmarkt in Teylingen, waar scheefgroei is ontstaan en waar vraag en aanbod onvoldoende op elkaar aansluiten;

3) samen werken aan een duurzaam Teylingen. Deze speerpunten willen wij de komende periode als volgt uitwerken: Sociaal Domein De gemeente Teylingen bereidt zich voor op het overnemen van taken van het Rijk en Provincie. Het gaat om de invoering van de Participatiewet, de overheveling van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo en de transitie van de Jeugdzorg. De gemeentelijke overheid zal inwoners die om ondersteuning vragen, op een andere manier benaderen. 1. van vangnet naar springplank, met nadruk op eigen kracht en verantwoordelijkheid van

inwoners, focus op participeren in de samenleving en gebruikmaken van sociale netwerken; 2. dicht bij huis: ondersteuning en participatie dichter bij de inwoners uitvoeren; organisatie vindt

daar waar het kan plaats in samenwerking tussen de ‘Bollen5’-gemeenten; 3. voorkomen in plaats van genezen: primair moet worden geïnvesteerd in preventie. Vanuit de

regie- en financieringsrol van de gemeente worden positieve prikkels bedacht om in het werkveld de verschuiving van genezing naar preventie vorm te geven en aantrekkelijk te maken.

Zoals ook in het coalitieakkoord opgenomen, mogen onze inwoners ervan verzekerd zijn dat de gemeente oog blijft houden voor de mensen die behoefte hebben aan ondersteuning. Kortom: een zorggarantie voor mensen die het nodig hebben. Bij de veranderingen in het sociaal domein hanteren wij de volgende uitgangspunten:

• naast de transitie (die vooral 2014 plaatsvindt) wordt volop ingezet op de transformatie en innovatie;

• er wordt geïnvesteerd in de relatie met ketenpartners om die transformatie en rolverandering ook bij de ketenpartners verder te versterken;

• een integrale benadering van de 3 decentralisaties door ontschotting van budgetten (via het nieuwe programma sociaal domein wordt die integrale benadering ook vanuit financieel perspectief mogelijk);

• bij de verantwoording gaan we uit van maximale transparantie en minimale bureaucratie; we gaan met de raad in gesprek hoe we de verantwoording invullen bij gemeenschappelijke beleidsvorming en uitvoering (Holland Rijnland / Bollen5 / Duin- en Bollenstreek).

Samenhang decentralisaties en overige onderdelen sociaal domein De invoering van de decentralisaties is op 1 januari 2015 een feit. Voor de komende jaren ligt de uitdaging in het integreren van de (nieuwe) taken met de aanpalende terreinen binnen het sociaal domein. Om stevig in te kunnen zetten op preventie en nazorg en zo de inzet van zwaardere zorg te voorkomen of te beperken, moeten we verbindingen leggen met beleidsterreinen als

8

welzijnswerk en gezondheidszorg. Door deze verbindingen kunnen we op een goede manier invulling geven aan de gewenste transformatie. Waar mogelijk starten we hiermee al in 2014. Dit proces gaan we zowel inhoudelijk (wat willen we anders gaan doen?) als procedureel (hoe willen we dingen anders gaan doen?) vorm geven. Het is de uitdaging om hier samen met onze partners in het veld een passende invulling voor te vinden.

Woningmarkt Teylingen is een aantrekkelijke woongemeente. Maar ook hier zit de woningmarkt in het slot. Wij willen onze bijdrage leveren aan het op gang brengen van de woningmarkt. Samen met onze partners (ontwikkelaars, corporaties, makelaars etc) gaan wij op zoek naar een betere match van vraag en aanbod. Daarbij kijken we niet alleen naar de huidige markt, maar ook naar de vraag die ontstaat als de economie weer aantrekt. We willen ruimte bieden aan vernieuwende initiatieven. We zorgen voor een vangnet voor mensen die het echt nodig hebben door een leidraad te hanteren voor nieuwbouw van 15% sociale huur. Daarnaast hebben we specifiek aandacht voor de vraag van nieuwkomers op de woningmarkt die op zoek zijn naar een betaalbare koopwoning. We gaan op zoek naar geschikte locaties voor Greenportwoningen, bij voorkeur geclusterd aan de randen van de kernen. Met onze partners in de regio stemmen we onze woningbouwprogramma’s af. De programma’s van de verschillende gemeenten moeten elkaar aanvullen. Door te kiezen voor maatwerk in het woningaanbod leveren we ook een bijdrage aan het in stand houden van vitale kernen. Dit betekent ook dat voor nieuw woningaanbod in de kernen verschillende keuzes gemaakt kunnen worden. We willen een aanbod creëren dat het mogelijk maakt de leeftijdsopbouw gelijk te houden aan de huidige situatie. Dat betekent zowel woningen die aantrekkelijk zijn voor nieuwkomers op de woningmarkt als woningen die geschikt zijn voor ouderen. We bieden de mogelijkheid om (nieuwe) woonvormen te realiseren die hierbij passen, met aandacht voor de specifieke vraag naar de combinatie woon/zorg. Hiermee geven we concreet uitwerking aan het Zorgpact. Om een aantrekkelijke woongemeente te blijven, en de woningmarkt te steunen, kunnen we echter niet alleen volstaan met een betere match van vraag en aanbod van woningen, maar werken we ook aan een verdere verbetering van de bereikbaarheid, het aantrekkelijk houden van de winkelgebieden, een sterk verenigingsleven en goede recreatievoorzieningen. Duurzaamheid en houdbaarheid Teylingen wil een duurzame gemeente in een duurzame regio zijn. Bij alle maatregelen die we als gemeente nemen geldt duurzaamheid als een integraal toetsingscriterium. Zowel bij beleidsvorming als uitvoering. Dat geldt ook voor de afspraken die in de samenwerking met de regiopartners worden gemaakt. Duurzaamheid draait daarbij om méér dan nieuwe manieren van produceren, alternatieve energiebronnen en luchtkwaliteit. Het gaat ook om investeren in de samen redzaamheid van inwoners en hun netwerken. De duurzaamheidsagenda kent daarmee niet alleen een ruimtelijke en beheercomponent maar ook een sociale. Het uitgangspunt van duurzame ontwikkeling wordt daarom meegenomen in alle programma’s in de kadernota. Dus niet alleen voor programma 1. Een belangrijke uitdaging in deze collegeperiode is het vormgeven aan duurzaamheid in de betekenis van houdbaarheid. Hieronder verstaan wij dat wij zowel in beleidsprocessen als bij uitvoering van werkzaamheden aan willen sluiten op de behoeften van het heden, zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. De Bollenstreek doet het goed op het gebied van duurzaamheid. We staan op dit moment tweede op de ranglijst van meest duurzame regio. Maar we leggen de lat hoog, we kijken omhoog.

9

2.2 Centrale Thema’s Door alle programma’s heen lopen ook 3 thema’s heen die samenhangen met de veranderende rol van de gemeente. We focussen ons daarom niet alleen op de inhoudelijke speerpunten maar ook op de volgende centrale thema’s:

1) Dichtbij inwoners 2) Met elkaar 3) Financieel gezond

De thema’s Dichtbij inwoners en Met elkaar geven we hieronder nader vorm. Bij deze thema’s geven we voorbeelden van aspecten uit de programma’s die daar wat ons betreft bij horen, zonder dat we de indruk willen wekken hierin uitputtend te zijn. Het derde thema wat centraal staat in het coalitieakkoord is dat we een financieel gezonde gemeente blijven. De kaders hiervoor worden vormgegeven in het onderdeel kadernota.

Dichtbij inwoners De rol van de gemeente verandert. Dat vraagt om een andere houding van bestuurders (college en gemeenteraad) en medewerkers tegenover inwoners, verenigingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Wij stellen ons open voor initiatieven uit de maatschappij en stimuleren, steunen en faciliteren deze initiatieven. Als overheid participeren wij in burgerinitiatieven. We gaan onderzoeken of onze huidige regelgeving dit in de weg staat. Mochten er belemmeringen zijn, dan passen wij de regels aan. We zijn een open, transparante en toegankelijke organisatie. Wij richten onze processen zodanig in dat de inwoner centraal staat en er efficiënt wordt gewerkt. Met inwoners bedoelen we niet alleen de mensen die in Teylingen wonen, maar ook bijvoorbeeld onze verenigingen, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de regiogemeenten.

Ruimte, Wonen, Mobiliteit en Duurzaamheid - Faciliteren van juiste plannen en matchen vraag en aanbod woningbouwprojecten; - Bestemmingsplannen op overbodige regels checken: wat klemt en hindert?; - Flexibiliseren bestemmingsplannen. Toerisme en Economie - Deregulering; - Accountmanagement voor bedrijven. Sociaal Domein - Zorggarantie voor diegenen die het nodig hebben; - Gelijke kansen in onderwijs. Leefomgeving - Participatie bij buitenruimte. Dienstverlening - Efficiënt en klantgericht. Bestuur, veiligheid en financiën - Versterken communicatie; - Participatie meer beter.

10

Met elkaar De komende jaren zullen we meer samen doen. Samen staan we sterker, nu taken en verantwoordelijkheden veranderen. Daardoor zijn nieuwe verbindingen nodig, op verschillende niveaus. Tussen gemeente en inwoners. Tussen inwoners onderling. Maar ook tussen buurgemeenten. Nu de overheid terugtreedt, worden zelfredzaamheid en samenredzaamheid belangrijke begrippen. Er bestaan grote verschillen in de mate van zelfredzaamheid van inwoners. Velen zijn prima in staat om zichzelf te redden: ze vormen netwerken en zijn maatschappelijk actief in het vrijwilligerswerk. Steeds vaker zien we ook dat inwoners en verenigingen zelf met initiatieven naar ons toe komen. Wij willen een goede bondgenoot zijn bij de uitwerking van deze initiatieven, door het toepassen van de juiste participatie processen. Een open houding, goed luisteren en durven loslaten is daarbij cruciaal. Andere inwoners zijn minder zelfredzaam. Zij hebben behoefte aan een actieve opstelling en ondersteuning van de gemeente en andere partners. In de praktijk betekent dit dat we vanuit de inwoners denken: wat hebben zij nodig? Dat is één van de uitdagingen waar wij deze bestuursperiode voor staan. Het zal verandering vragen van medewerkers en organisaties. Om zelf tot effectief beleid te komen, is het ook noodzakelijk om samen te werken. Wij willen graag partners bij elkaar brengen en met elkaar verbinden en, waar mogelijk, ruimte geven om taken en verantwoordelijkheden over te nemen. Het vrijwilligerswerk en het verenigingsleven blijven wij actief ondersteunen. Samen met zorg- en welzijnsorganisaties, woningcorporaties, onderwijsinstellingen zoeken we naar mogelijkheden om hen te faciliteren. Ondersteuning hoeft niet per se op het financiële vlak te gebeuren: het kan ook met expertise, menskracht, locaties, materiaal of onderzoek. Ook bij onze eigen werkzaamheden gaan we actief op zoek naar bondgenoten. Daartoe behoren ook onze partners in de regio. Als uitgangspunt bij de samenwerking hanteren wij de 36 samenwerkingsafspraken over de vijf domeinen uit het Valentijnsakkoord (Veiligheid en Openbare Orde, Sociaal Domein, Economische Zaken, Ruimtelijke Ordening en Infrastructuur). Daarbij stellen wij ons pragmatisch op: de inhoud staat centraal en niet de samenwerkingsvorm. Uiteraard betrekken wij de raad hierbij omdat wij belang hechten aan een democratisch ondersteund, transparant en zichtbaar proces. In 2015 focussen we ons vooral op het Sociaal Domein en Economie. Wij willen duurzaamheid in alle vijf de domeinen borgen. Na het doorlopen van een zorgvuldig traject schromen wij niet om besluiten te nemen en deze uit te leggen.

Ruimte, Wonen, Mobiliteit en Duurzaamheid - Infrastructuur verbeteren (met regionale partners); - Woningmarkt op gang brengen (corporaties, projectontwikkelaars, inwoners); - Nieuwe initiatieven Zorgpact aanjagen. Toerisme en Economie - Ruïne van Teylingen; - Toekomstvisie Roodemolenpolder; - Economic Board verbreden; - Regiomarketing. Sociaal Domein - Innovatie samen met ketenpartners; - Inzetten op relatiebeheer met verenigingen en onderwijsinstellingen. Leefomgeving - Participatie bij buitenruimte; - Integraal beheer. Dienstverlening - Ketenpartners actief betrekken bij dienstverlening. Bestuur, veiligheid en financiën - Veiligheidsbeleid dmv participatie; - Regionale samenwerking veiligheid om kwetsbaarheid te vergroten.

11

Het college besluit de raad voor te stellen in te stemmen met: 1. De bovenstaande nadere uitwerking van het coalitieakkoord “Zorgzaam

regisseren, dichtbij mensen” in dit collegeprogramma annex kadernota; 2. De verdere uitwerking van het collegeprogramma in de

programmabegrotingen 2015 tot en met 2018 op basis van de navolgende programmauitwerking.

12

3. Verwerking coalitieprogramma

Programma 1: Ruimte, Wonen, Mobiliteit en Duurzaamheid

#goede bereikbaarheid

#duurzame gemeente #waterrijk

#groene omgeving

#eigen identiteit #plezierig wonen

#vitale kernen

#prettig werken #krachtige regio

Visie Teylingen is een gemeente waar het plezierig wonen en werken is, met goede voorzieningen en recreatiemogelijkheden dichtbij huis. Met dorpen met een eigen identiteit die goed bereikbaar zijn (auto, fiets en openbaar vervoer) en waar het prettig is om te verblijven in een schone, groene, duurzame en veilige omgeving. Hierbij staat kwaliteit voorop. Om dit te bereiken, werken we samen met onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties en staan we open voor initiatieven. Met onze (regio)partners, waaronder de bollengemeenten, werken we samen aan een krachtige Duin- en Bollenstreek. Teylingen wil een duurzame gemeente in een duurzame regio zijn. Bij alle maatregelen geldt duurzaamheid als een integraal toetsingscriterium. Dat geldt ook voor de afspraken die in de samenwerking met de regiopartners worden gemaakt. Duurzaam heeft daarbij de betekenis van houdbaar.

13

Doel

Uitwerking

Teylingen wil een gemeente zijn waar het plezierig wonen en werken is, met goede voorzieningen en recreatiemogelijkheden. De kansen hiervoor zijn volop aanwezig. We zijn gunstig gelegen in een groen en waterrijk gebied tussen grote steden. We hebben inwoners die veel willen en veel kunnen. Bij onze werkzaamheden hanteren we de volgende uitgangspunten: • De gemeente is een regisseur: we faciliteren, scheppen de juiste condities en werken samen

met stakeholders, om de energie uit de samenleving te halen en te versterken. Bij de vorming van goede plannen zijn ruimtelijke procedures niet sturend, maar volgend. De gemeente zet in op actuele en flexibele bestemmingsplannen, die ontwikkelingen mogelijk maken, recht doen aan het gemeentelijke integrale beleid dat rechtszekerheid biedt en geen onnodige regels en vrijstellingsregelingen bevatten. In dit kader evalueren we het handboek voor de gemeentelijke bestemmingsplannen;

14

• Een open en functioneel landelijk gebied: in het nieuwe bestemmingsplan Landelijk Gebied worden de mogelijkheden voor nevenfuncties bij agrarische bedrijven vergroot en wordt meer maatwerk mogelijk gemaakt. In deze collegeperiode kijken we ook hoe we de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van reeds bestaande recreatieve bedrijven kunnen uitbreiden. Samen met onze partners in de Greenport willen we de ISG (Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport) evalueren en herzien. We willen de bedrijvigheid transformeren en stimuleren. Clustering en herbestemming zijn instrumenten die we inzetten voor behoud van openheid en zichtlijnen. Wij zien de GOM (Greenport Ontwikkelingsmaatschappij) als een belangrijke partner om bij te dragen aan de realisatie van een vitale economie in een vitaal landschap;

• Vitale kernen: hierbij kiezen we voor maatwerk per kern. In Warmond is ons streven de leeftijdsopbouw in evenwicht te houden. Dat betekent enerzijds dat wij voorzieningen en woningen realiseren die het voor jongeren aantrekkelijk maken zich in Warmond te vestigen. We hebben anderzijds ook te maken met vergrijzing van de huidige bewoners. De grootschalige woonvoorzieningen voor ouderen verdwijnen echter. We bieden daarom de mogelijkheid om (nieuwe) woonvormen te realiseren in Warmond, met aandacht voor de specifieke vraag naar de combinatie woon/zorg. Hiermee geven we concreet uitwerking aan het Zorgpact. In Sassenheim en Voorhout willen we ondersteuning bieden aan de versteviging van het verenigingsleven en de sociale cohesie;

• Woningmarkt in beweging: Teylingen is een aantrekkelijke woongemeente, maar ook hier zit de woningmarkt in het slot. Wij willen onze bijdrage leveren aan het op gang brengen van de woningmarkt. Samen met onze partners (ontwikkelaars, corporaties, makelaars etc) willen wij op zoek gaan naar een betere match van vraag en aanbod. Daarbij kijken we niet alleen naar de huidige markt, maar ook naar de vraag die ontstaat als de economie weer aantrekt. We willen ruimte bieden aan vernieuwende initiatieven. We zorgen voor een vangnet voor mensen die het echt nodig hebben door een leidraad te hanteren voor nieuwbouw van 15% sociale huur. Daarnaast hebben we specifiek aandacht voor de vraag van nieuwkomers op de woningmarkt die op zoek zijn naar een betaalbare koopwoning. We gaan op zoek naar geschikte locaties voor Greenportwoningen, bij voorkeur geclusterd aan de randen van de kernen;

• Goede bereikbaarheid: voor zowel onze inwoners als de bedrijven in de Greenport is een goede bereikbaarheid heel belangrijk. Dit geldt voor de automobilist maar ook voor de fietser en de openbaar vervoerreiziger. Samen met onze partners in de regio willen we deze collegeperiode de Noordelijke Randweg Voorhout aanleggen, een Hoogwaardig Openbaar Vervoercorridor realiseren tussen Noordwijk en Schiphol en de Nagelbrug reconstrueren. Daarnaast willen we het initiatief nemen om samen met onze partners in de regio een doorkijk te maken naar de toekomst: wat is er na 2025 nodig om ook dan bereikbaar te blijven?;

• Duurzaamheid: bij alles wat we doen, houden we rekening met de gevolgen voor de volgende generatie. We kijken naar de houdbaarheid van de oplossingen die we kiezen. Wat zijn de gevolgen voor het milieu? De Bollenstreek doet het goed op het gebied van duurzaamheid. We staan op dit moment tweede op de ranglijst van meest duurzame regio. Maar we leggen de lat hoog, we kijken omhoog.

Om dit alles te realiseren, kijken we naar onze werkwijze: - we kiezen voor een open houding; - we zoeken naar kansen; - we zoeken naar partners die mee willen doen.

15

Langetermijnagenda Besluitvorming 2015 2016 2017 2018 Duurzaamheidsagenda en evaluatie

X X

Evaluatie/ herijking ISG

X

Besluitvorming Greenportlocaties

X

Regionale Woonvisie X X Voortgang projecten/ bestemmingsplannen/ infrastructurele projecten

X X X X

Prestatieafspraken woningbouwcorporaties

X X X X

Evaluatie Grondbeleid X Verkoop gemeentelijk vastgoed

X X

Ontwikkeling rondom station Sassenheim

X X

Financiering woningmarkt

X

Visie op vrijkomende agrarische gronden

X

16

Programma 2: Toerisme en Economie

#Ruïne van Teylingen

#economische groei #regionale samenwerking

#sterke detailhandel

#steunen van starters #cultuurhistorie

#bloeiend toerisme

#Rondje Kaag #vitale bedrijventerreinen

Visie Toerisme en Recreatie De gemeente Teylingen heeft zich vanaf het begin tot doel gesteld Recreatie en Toerisme te ontwikkelen, waar mogelijk samen met onze regiopartners in de Bollenstreek, de Leidse Ommelanden en de Hollands Utrechtse Plassengemeenten. In de komende periode zet Teylingen in op intensievere samenwerking met burgers, ondernemers en regio. Duurzaamheid en houdbaarheid maken onderdeel uit van deze ontwikkeling. Hierbij hebben wij natuur- en landschapswaarden en cultuur(historie) hoog in het vaandel staan. De toeristische sector wordt gevormd tot een steeds belangrijkere economische pijler. Economie De gemeente wil de groei van de activiteiten van ondernemers faciliteren en ondersteunen. Daarvoor kijken we naar het verminderen van regels, het ondersteunen van startende ondernemers (inclusief ZZP'ers), het versterken van detailhandel en het stimuleren van revitalisering van bedrijventerreinen. In de Bollenstreek willen wij samenwerken met gemeenten en ondernemers om de economie te stimuleren. Wij zijn makkelijk benaderbaar voor ondernemers en hebben duidelijke aanspreekpunten binnen de gemeente. Regiomarketing wordt verder doorontwikkeld, om de regio niet alleen voor toerisme op de (inter)nationale kaart te zetten maar ook als woonomgeving en als aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven.

17

Doel

Uitwerking Toerisme en Recreatie Teylingen is een toeristische gemeente met hoge recreatieve ambities. We bieden recreatieve voorzieningen voor inwoners van onze eigen regio en (ver) daarbuiten. In de vorige collegeperiode is het college gestart met de uitvoering van een tienpuntenplan voor recreatie. Deze tien projecten zijn uitgangspunt in deze periode. De prioriteit ligt bij de volgende projecten: • Rondje Kaag: aanleggen fietsroutes in combinatie met pontjes waardoor het mogelijk wordt

een ronde rond de Kaag te fietsen; • Ruïne van Teylingen: uitvoeren van een participatietraject om te komen tot een gedragen visie

op de toekomst van de Ruïne; • Roodemolenpolder: uitwerken van de plannen die zijn voortgekomen uit de droomsessies. In samenwerking met de bollengemeenten en andere partners willen we daarnaast de regiomarketing naar een hoger plan tillen.

18

Economie Teylingen wil ruimte bieden aan (nieuwe) ondernemers. Dit kunnen en willen we niet alleen, dus is samenwerking met onze buurgemeenten cruciaal. Wij zetten ons de komende periode actief in om: • Een economisch koersplan op te zetten voor de Bollenstreek. Hierbij hanteren we de afspraken

uit het Valentijnsakkoord als vertrekpunt. We kijken ook nadrukkelijk naar de bedrijventerreinen en de mogelijkheden van regionale herstructurering. Hiervoor zullen we aanhaken bij de evaluatie van de Intergemeentelijke Structuurvisie (ISG). Teylingen is bereid als trekker te fungeren;

• Bij alles wat we doen, denken we niet alleen vanuit Teylingen, maar kiezen we voor een benadering vanuit het belang van de Bollenstreek;

• Samen met onze buurgemeenten onderzoeken we de mogelijkheden van één afdeling economie voor de Bollenstreek, al dan niet in samenwerking met de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij (GOM);

• We willen weten wat er bij bedrijven in onze gemeente speelt, zodat we beter in kunnen spelen op wensen en verwachtingen. Om dit mogelijk te maken, gaan we accountmanagement invoeren.

Langetermijnagenda Besluitvorming 2015 2016 2017 2018 Actualisatie visie en uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme

X

Regionale Economische Visie

x

Uitvoeringsprogramma detailhandel

X

Bedrijventerreinenstrategie X

19

Programma 3: Sociaal Domein

#participatiewet #sport #mantelzorg

#eigen kracht #initiatieven

#zorggarantie #jeugdzorg

#preventie

#decentralisaties

#Wmo

#samenwerking #ketenpartners

Het Sociaal Domein is het grootste programma. Binnen dit brede programma Sociaal domein vallen de drie decentralisaties maar ook sport, onderwijs, cultuur en verenigingen. Bij visie, doelen en thema’s gaan we in op al deze onderwerpen.

Visie 3 Decentralisaties In het sociale domein doen zich grote veranderingen voor. Wij bereiden ons voor op het overnemen van taken van het Rijk en Provincie. Het gaat om de invoering van de Participatiewet, de overheveling van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo en de transitie van de Jeugdzorg. Wij zullen inwoners die om ondersteuning vragen, op een andere manier gaan benaderen.

1) van vangnet naar springplank, met nadruk op eigen kracht en verantwoordelijkheid van inwoners, focus op participeren in de samenleving en gebruikmaken van sociale netwerken;

2) dicht bij huis: ondersteuning en participatie dichter bij de inwoners uitvoeren; organisatie vindt daar waar het kan plaats in samenwerking tussen de ‘Bollen5’-gemeenten;

3) voorkomen in plaats van genezen: primair moet worden geïnvesteerd in preventie. Vanuit de regie- en financieringsrol van de gemeente worden positieve prikkels bedacht om in het werkveld de verschuiving van genezing naar preventie vorm te geven en aantrekkelijk te maken.

Zoals wij ook in het coalitieakkoord hebben opgenomen, mogen onze inwoners ervan verzekerd zijn dat de gemeente oog blijft houden voor de mensen die behoefte hebben aan ondersteuning. Kortom: een zorggarantie voor mensen die het nodig hebben. Sport, onderwijs, cultuur en verenigingen We gaan uit van de kracht en de dynamiek van de samenleving. We willen de betrokkenheid de ruimte geven om tot bloei te komen. In de samenleving is een groot zelfoplossend vermogen aanwezig. We willen voor deze betrokkenheid openstaan en haar stimuleren en zelf zaken loslaten. Als het lukt de betrokkenheid van de inwoners bij de samenleving te vergroten, bereiken we sociale duurzaamheid. De komende vier jaar moeten zowel wij als onze partners deze nieuwe houding/werkwijze onder de knie krijgen. Co-creatie en gelijkwaardigheid zijn daarbij sleutelwoorden.

20

Doel

21

22

Uitwerking

Decentralisaties Bij het omvangrijke, meerjarige traject van de drie decentralisaties hanteren we de volgende uitgangspunten:

• Samenwerking: in samenspraak met onze bestuurlijke samenwerkingspartners (Holland Rijnland, Bollen5 en Duin- en Bollenstreek), inwoners en ketenpartners geven we invulling aan dit proces;

• Transitie en transformatie: Transitie en transformatie zijn wat ons betreft overigens niet volgtijdelijk. Ook in de transitiefase zullen waar dat mogelijk is elementen van transformatie en vernieuwing worden ingebracht. We zullen onze ketenpartners uitdagen de kanteling tot stand te brengen en mee te denken in innovatie. Communicatie en relatiebeheer in de keten is in dit verband essentieel;

• Proces in beweging: In de loop van 2014 moet duidelijk worden hoe deze bundeling van beleids- en uitvoeringskracht eruit gaat zien. Van daaruit wordt in 2015 verder vorm en inhoud gegeven aan de transformatie en vernieuwing.

Sport, onderwijs, cultuur en verenigingen • Sportverenigingen: De afgelopen jaren hebben we een start gemaakt met de oprichting van

beheerstichtingen, om zelfredzaamheid en zelfstandigheid te vergroten. Dit vergroot de kans om tot een efficiëntere exploitatie te komen. Daarnaast bevordert het een inhoudelijke samenwerking tussen de aangesloten verenigingen onderling en met andere maatschappelijke organisaties. Bovendien past deze ontwikkeling bij de gemeentelijke regierol. Deze ontwikkeling zetten we voort en geven we waar mogelijk een extra impuls;

• Sport en sociale samenhang: Sport speelt een belangrijke rol in de bevordering van gezondheid en in de versterking van de sociale samenhang. Gemeente en sportverenigingen hebben hierin ieder een eigen rol. De gemeente faciliteert door zorg te dragen voor voldoende en kwalitatief goede sportaccommodaties. Verenigingen zorgen voor de organisatie van de sportbeoefening en alles wat nodig is om dit mogelijk te maken. Zo wordt sport- en recreatiepark Elsgeest de komende tijd uitgebreid en blijven we de accommodaties onderhouden;

• Onderwijsbeleid: Op een aantal manieren verandert de gemeentelijke rol binnen het onderwijsbeleid. Deze rol wordt kleiner, omdat per 1 januari 2015 het buitenonderhoud wordt overgeheveld naar het primair en speciaal onderwijs. Daarnaast speelt doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting. Daar waar het kan, heeft de gemeente met de schoolbesturen afspraken gemaakt over het overdragen van de gemeentelijke taken naar de schoolbesturen, zoals bij de KTS, het RLS en Horizon. Tenslotte zorgt de komst van passend onderwijs ervoor dat gemeente en schoolbesturen meer op gelijkwaardige basis met elkaar (moeten) samenwerken. Er is namelijk wederzijdse instemming nodig voor zowel het beleidsplan jeugd als het ondersteuningsplan passend onderwijs. Begin 2014 is deze overeenstemming bereikt.

• Ontwikkelingen onderwijs: We hebben te maken met een daling van de leerlingenaantallen; Daardoor zijn minder lokalen nodig. Dit is al begonnen in het primair onderwijs en zal over een aantal jaar ook te merken zijn in het voortgezet onderwijs. Hierop spelen we in door een aantal flexibele lokalen af te stoten en leegstaande lokalen in te zetten voor andere doeleinden, zoals peuterspeelzaalwerk of buitenschoolse opvang. Verder ontwikkelt de brede school zich tot een integraal kindcentrum, dat onderwijs, opvang en activiteiten aanbiedt voor alle kinderen van 0-12 jaar. De nieuwbouw van de Andreasschool is hiervan een mooi voorbeeld. Het Rijk stuurt aan op een andere financiering van het peuterspeelzaalwerk, meer in lijn met de kinderopvang. Ook voor onze lokale peuterspeelzaalorganisatie heeft dit gevolgen. Onverminderd blijft onze aandacht voor gelijke kansen via VVE, handhaving leerplicht en volwasseneneducatie;

• Cultuur: De afgelopen vier jaar hebben we veel geïnvesteerd in het benutten en verder versterken van de eigen kracht van verenigingen. Wij hebben meer nadruk gelegd op de zelfredzaamheid, onder meer door de subsidies aan verenigingen af te bouwen. We zetten nu vooral in op cultuureducatie door het faciliteren van educatieve programma's in het onderwijs.

23

Wat we op dit gebied doen, willen we behouden. Daarnaast willen we kunst en cultuur in de openbare buitenruimte stimuleren, om zo de kwaliteit van de (leef)omgeving te verhogen. Uitgangspunt hierbij is dat we aansluiten bij initiatieven die vanuit inwoners of organisaties zelf komen;

• Bibliotheken: Ook op het bibliotheekwerk heeft een forse afbouw plaatsgevonden. In de vestiging Voorhout ligt de focus op jeugd en ouderen. Nu willen we, samen met de bibliotheek en de gemeenten in de regio, werken aan de modernisering van het bibliotheekwerk. De verdergaande digitalisering en de veranderende rol van de bibliotheek in de samenleving spelen daar een rol in;

• Lokale Omroep: In 2013 is ervoor gekozen Bollenstreek Omroep (BO) de uitzendrechten te gunnen voor de hele regio, zodat deze omroep zich kan verbreden en zich beter kan profileren in de regio. Nu deze keuze is gemaakt, is het zaak om samen met BO en de regiogemeenten te werken aan de verdere inhoudelijke invulling van de lokale omroep voor onze regio;

• Verenigingen: De afgelopen vier jaar zijn de subsidies aan verenigingen afgebouwd. De eigen kracht is versterkt en de zelfredzaamheid is toegenomen. Alleen organisaties met een vangnetfunctie hebben hun subsidie (deels) behouden. We hebben het effect hiervan gemonitord en blijven dit de komende jaren doen. Waar nodig gaan we met verenigingen (proactief) in gesprek, om te voorkomen dat ze vanwege het wegvallen van de subsidie omvallen;

• Verenigingen toegankelijk voor iedereen: Om het verenigingsleven toegankelijk te houden voor mensen met minder draagkracht, is de Sport- en cultuurregeling ingevoerd. Het effect en het gebruik hiervan moeten worden gemonitord;

• Rol gemeente: De faciliterende rol van de gemeente moeten we verder handen en voeten geven. Dit doen we samen met de verenigingen, omdat zij het beste kunnen aangeven waar hun behoeftes liggen en wat we makkelijker kunnen maken;

• Tarieven: Er moet een besluit genomen worden over (het handhaven van) de (lagere) tarieven voor binnensportaccommodaties en over de tarieven voor andere maatschappelijke accommodaties;

• Voorzieningennota: Er komt een nieuwe/aangepaste voorzieningennota, waarin de verschillende accommodatievraagstukken van de verenigingen aan de orde komen en worden uitgewerkt. Een van de uitgangspunten hierbij is zoveel mogelijk multifunctioneel gebruik van gebouwen. Samenwerking tussen sport- en cultuurverenigingen en het onderwijs wordt verder vormgegeven, hetzij via bestaande subsidie (combinatiefuncties) hetzij via eigen gemeentelijk beleid.

Lange termijnagenda Besluitvorming 2015 2016 2017 2018 Evaluatie sport- en cultuurregeling

X

Evaluatie en herijking combinatiefuncties

X

Evaluatie subsidiebeleid Back to Basics

X

Voorzieningennota X Evaluatie sportaccommodatienota

X

Na vaststelling in de 2e helft van 2014 van de verschillende beleidsnota’s en ontwikkelagenda’s kan aan de lange termijnagenda, waaronder transformatie, vorm en inhoud worden gegeven.

24

Programma 4: Leefomgeving

#ecologisch beheer #groene wijken

#buitenruimte #wijkregisseur

#overleg #natuurlijkspelen #afval

#samen in de wijk

#participatie

#veiligheid

Visie Teylingen kenmerkt zich door groene wijken, die kwaliteit en duurzaamheid uitstralen. Het groen en de speelplaatsen worden samen met de inwoners ingericht en onderhouden. De wijkregisseur ondersteunt en promoot het eigenaarschap bij bewoners van de openbare ruimte, het groen en de speelplaatsen. Herinrichting van wegen en de openbare ruimte wordt integraal aangepakt, zo mogelijk per wijk, is duurzaam en onderhoudsarm en vindt plaats in nauw overleg met de bewoners. Bewoners doen middels participatie actief mee aan het ontwerpproces. Het beheer is wijkgericht, klantgericht, planmatig, integraal, ecologisch en duurzaam. De gemeente blijft verantwoordelijk als het gaat om de fysieke ontwikkeling van wijken en buurten en zal dit goed aan de burgers moeten uitleggen. Om de kwaliteit van de buitenruimte op niveau te houden in een tijd van teruglopende middelen, werkt de gemeente nauw samen met de gemeente Noordwijk en Katwijk. Zo mogelijk willen we deze (niet-vrijblijvende) samenwerking uitbreiden met de gemeenten Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout.

25

Doel

Uitwerking Teylingen is een groene gemeente met een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte en dat willen we graag zo houden. Dat doen we samen met de inwoners. Wij richten ons de komende periode op de volgende aandachtspunten: • Intensivering van het contact met inwoners, wijkavonden, wijkschouwen,

meedenkbijeenkomsten en spreekuren op afspraak. Dit draagt bij aan zowel kwaliteitsborging als kostenbesparing;

• Wijkregisseur: De wijkregisseur ondersteunt burgers bij initiatieven. Dat kan op meerdere gebieden zijn. Maar zeker als het gaat over de buitenruimte, zijn er burgers die zelf iets willen doen. Denk bijvoorbeeld aan de kinderboerderij, speelplaatsen, stukjes plantsoen onderhouden, bomenspiegels, Overbosch etc. De wijkregisseur ondersteunt bij dergelijke initiatieven;

• De buitenruimte is schoon en aangeharkt. Er is sprake van een veilige omgeving die voldoende bescherming biedt aan de meer kwetsbare verkeersdeelnemers, zoals fietsers, voetgangers, gehandicapten, kinderen en ouderen. Speciale aandacht is er voor veilige schoolomgevingen. Het huidige kwaliteitsniveau van de buitenruimte wordt gehandhaafd;

• We staan als gemeente niet alleen voor de beheertaak. We doen dit zoveel mogelijk samen met de bewoners en versterken hiermee de betrokkenheid bij de eigen omgeving;

• Bij herinrichting wordt het ontwerp samen met de bewoners gemaakt. De randvoorwaarden worden bij start van het project aangegeven. Ontwerpen moeten toekomstbestendig zijn;

26

• Nieuwbouw en de inrichting van nieuwe openbare ruimte is energieneutraal en beheerbaar met minimale kosten en inspanning. Bij het beheer van de openbare ruimte kiezen we voor een integrale aanpak. We stellen hiervoor een integraal beleidsplan op;

• We stellen een bomenbeleidsplan op dat uitgaat van de juiste boom op de juiste plek, kwaliteit boven kwantiteit en deregulering van het kapbeleid;

• We stellen een groenbeleidsplan op dat uitgaat van biodiversiteit, duurzaam beheer, onkruidbestrijding, participatie, functionele gebieden, duurzame oevers en renovatie;

• Er komt een speelplaatsenbeleidsplan. In het beleidsplan komt nadrukkelijk aandacht voor natuurlijk spelen en informeel spelen. Ook biedt het ruimte voor participatie;

• We staan voor een duurzaam veilige inrichting van de leefomgeving. De kwaliteit van de fietspaden is hoog. Hiermee verbeteren we de verkeersveiligheid en stimuleren we het fietsverkeer;

• Ook de buitengebieden zijn veilig, heel en schoon. We stellen hiervoor een onderhoudsregime op. Bij nieuwe projecten die opgestart worden, nemen we het beheer vroegtijdig mee in de planvorming;

• We voorzien in voldoende, gratis parkeren in zowel de woonwijken als de centra.

Lange termijnagenda

Besluitvorming 2015 2016 2017 2018 Vervangen VRI Paddoxlaan X Herinrichten en duurzaam veilig maken Antoniuslaan eo X Nieuw asfalt Zijldijk X Vervangen brug Warmond X Herinrichting Floris Schoutenstraat X

27

Programma 5: Dienstverlening

#kracht van de

samenleving #dienstverlening

#socialmedia #service

#veranderingen prikkelen

#open houding #dichter bij de burger

#communicatie

#minder regeldruk

Visie Dienstverlening is van ons allemaal. Wij zijn een dienstverlenende organisatie. Onze dienstverlening is mensgericht, actueel en efficiënt. Dit betekent voor onze organisatie dat wij van buiten naar binnen denken. We gaan op zoek naar de kracht van de samenleving en benutten deze. Daardoor ontstaat een samenwerkingsrelatie met onze inwoners, instellingen en bedrijven. We maken duidelijke keuzes in wat we wel en wat we niet doen en communiceren hierover. We weten altijd waarom we iets doen en voor wie we het doen. We hebben oog voor de tegenstelling in belangen en communiceren hierover. Wij realiseren ons dat de wereld om ons heen niet stilstaat en dat veranderingen een continu proces zijn; veranderingen prikkelen ons om mee te denken. We haken aan op vragen en ontwikkelingen in de samenleving. Waar het kan, is onze dienstverlening 24 uur en 7 dagen in de week beschikbaar.

28

Doel

Uitwerking We hebben de dienstverlening hoog in het vaandel staan. Niet alleen bij de afdelingen die vaak als eerste aanspreekpunt fungeren voor onze inwoners, maar door de hele organisatie heen. De kwaliteit van onze dienstverlening is op dit moment al hoog en dat willen we zo houden. Ons streven is om de derde plek in de benchmark die we de afgelopen jaren hebben gehaald, op z’n minst te behouden. Dat willen we op de volgende manier bereiken: • We gaan het begrip hostmanship introduceren in de organisatie. Dit begrip betekent dienstbaar

zijn aan de "klanten". We willen ze een welkom gevoel geven, een open houding hebben, meedenken en waar mogelijk pro-actief zijn. We willen de dienstverlenende kwaliteiten van alle medewerkers stimuleren door organisatiebreed trainingen aan te bieden. We gaan een kwaliteitstoets uitvoeren voor de vergunningverlening, met als doel de regeldruk te verminderen;

• We willen de organisatie dichter bij de burger brengen: we maken een duidelijke ingang voor alle klantcontacten en zoeken naar mogelijkheden om producten op andere plaatsen aan te

29

kunnen bieden. We betrekken ketenpartners actief bij de dienstverlening. Vanzelfsprekend communiceren we via alle kanalen (ook social media);

• We gaan onze werkprocessen vereenvoudigen en vraaggericht en klantgericht inrichten. We gebruiken hierbij de methode Lean. Kostenbesparing zien we hierbij als een positief neveneffect, maar geen hoofddoel. We maken optimaal gebruik van basisregistraties en verbeteren onze e-diensten verder. We meten door middel van Benchmarks de kwaliteit van onze dienstverlening en communiceren over de resultaten;

• We streven naar een efficiënte dienstverlening met een menselijke maat. Waar mogelijk zoeken we regionale samenwerking, maar dit mag niet ten koste gaan van de lokale uitvoering. We bieden zoveel mogelijk producten digitaal aan, vernieuwen het klantgeleidingssysteem en houden altijd de mogelijkheid open om persoonlijk maatwerk aan onze inwoners aan te bieden;

• Operatie Stofkam: We gaan de lokale regelgeving bezien op mogelijkheden tot vereenvoudiging.

30

Programma 6: Bestuur, Veiligheid en Financiën

#pragmatisch #integer bestuur

#kwaliteitscriteria #veiligheid #regionale samenwerking

#boa #flexibele organisatie

#bestuur

#cameratoezicht

Visie Bestuur We kiezen ervoor om een regisserende gemeente te zijn. We staan open voor het eigen initiatief van de samenleving. We zoeken naar mogelijkheden en oplossingen in samenwerking met onze partners, in plaats van belemmeringen en beperkingen te zien. Om dit mogelijk te maken is een impuls op onze inzet op communicatie en participatie noodzakelijk. Wij benaderen de regionale samenwerking steeds vanuit de inhoud. De vorm is afhankelijk van de inhoud en het onderwerp, passend in de visie van flexibele netwerksamenleving. Bij onze werkwijze past een integer bestuur en ambtelijke organisatie. Veilige leefomgeving Samen met inwoners, ondernemers en de verschillende partners in de veiligheidsketen regionaal streven we naar het vergroten en professionaliseren van de (sociale)veiligheid en leefbaarheid. Inwoners zijn zelf voor een groot deel verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid. Maar natuurlijk heeft ook de gemeente verantwoordelijkheid voor de veiligheid. Als zich problemen voordoen gaan wij aan de slag met de partners met maatregelen om de veiligheid te verhogen (denk bijvoorbeeld aan camaratoezicht op de stations, regionale samenwerking van de boa’s op het gebied van drank- en horeca, Wet Bibob). Voortzetting van het huidige beleid, waarbij het uitgangspunt is dat veiligheid een gedeelde verantwoordelijk is, is opgenomen in het Integraal Veiligheidsbeleid en de Handhavingnota 2013-2016 en geeft het onderwerp de blijvende aandacht die het nodig heeft. Verdere professionalisering van de vergunningverlening, handhaving en toezicht op het gebied van bouwen, verbouwen (de omgevingsvergunning) wordt regionaal opgepakt. Financiën We staan voor een sluitend meerjarenbeeld. Een verstandige inzet van onze reserves gaan we daarbij niet uit de weg, daar zijn reserves tenslotte voor. Bij verslechtering van onze financiën gaan we ingrijpende maatregelen niet uit de weg. De lasten voor inwoners en bedrijven verhogen we niet onnodig. Mochten ingrijpende maatregelen nodig zijn, dan kijken we eerst naar onszelf door efficiënter (samen) te werken zowel in de eigen organisatie als met de regio. We proberen extra inkomsten te genereren, waarbij we een evenredige verdeling van baten en lasten voor de burger voor ogen hebben. Als het niet anders kan, kijken we naar onze ambities en het kwaliteitsniveau van de dienstverlening. Als laatste optie kunnen we een extra bijdrage van inwoners vragen (OZB, invoering nieuwe belastingen).

31

Doel

32

Uitwerking

• Regionale Samenwerking: Bij de regionale samenwerking staat de inhoud voorop, de vorm volgt. Leidend hierbij zijn de inhoudelijke opgaven die voortkomen uit de geactualiseerde strategische afspraken van het Valentijnsberaad (februari 2013). Wij houden de regionale samenwerking pragmatisch. Pragmatisch moet niet worden verward met vrijblijvend. Regionale samenwerking is geen doel op zich, het blijft een middel. Het gaat om regionale samenwerking die per geval anders wordt vormgegeven, afhankelijk van de inhoudelijke opgaven en de regionale bestuurlijke verhoudingen.

• Participatie: Participatie is een uitdagend thema in de komende collegeperiode. Bij projecten die de gemeente opstart, willen we de participatie van de burger vormgeven. En bij projecten die inwoners opstarten, willen wij als gemeente graag participeren. Als gemeente staan we voor complexe opgaven. Onze overtuiging is dat we die alleen aan kunnen gaan wanneer we samenwerken met inwoners, maatschappelijke partners en/of bedrijven. De organisatie en het bestuur stellen zich open voor initiatieven uit de maatschappij en stimuleren, steunen en faciliteren initiatieven. Een open houding goed luisteren en durven loslaten is cruciaal. Dit vraagt enerzijds om professionele beleidsontwikkeling en anderzijds om zo goed mogelijk aan te haken op vragen en ontwikkelingen in de samenleving.

• Communicatie: We staan de komende raadsperiode voor grote opgaven en projecten waarmee veel geld is gemoeid. Zo verandert de rol van de gemeente in de samenleving en daarmee ook de relatie tussen overheid en haar stakeholders. Daarnaast krijgen wij er taken bij: de verantwoordelijkheid voor de Jeugdwet, de uitbreiding van de WMO en de uitvoering van de Participatiewet. Naast deze nieuwe verantwoordelijkheden voor de gemeente vraagt o.m. de decentralisatie ook om een gedragsverandering van inwoners en stelt de participerende samenleving op haar beurt weer hogere eisen aan de communicatie van de gemeente. Zoals aangegeven in het coalitieakkoord vereisen al deze veranderingen stevige communicatieve vaardigheden van de ambtelijke organisatie en haar mensen. Deze veranderingen noodzaken de continuering van de in 2013 ingeslagen weg waarbij inzicht en vaardigheden bij ambtenaren en bestuurders in het doordenken van processen, met het managen van verwachtingen, met verheldering van rol- en taakverdeling tussen alle betrokkenen, en met het kiezen van adequate werkvormen voor participatie van burgers verder worden versterkt. Dit vraagt om extra inspanningen (voorbereiding, communicatieve coaching en activiteiten en bijpassende, moderne communicatiemiddelen).

• Veiligheid: Ons veiligheidsbeleid is gericht op preventie. De gemeente gaat allerlei activiteiten ontwikkelen om de veiligheid te verbeteren. Dat kunnen en willen we niet alleen. De burger is hierbij onze bondgenoot.

• Cameratoezicht stations. Vanwege de woninginbraken en de fietsendiefstallen in de gemeente onderzoeken we de inzet van cameratoezicht op de stationsgebieden. Dit doen we in samenwerking met de betrokken partners, zoals politie, NS en ProRail.

• Pool van boa’s: De gemeenten van de Duin- en Bollenstreek (exclusief Noordwijk) gaan samenwerken bij de handhaving van de Drank- en Horecawet. Daarvoor is een pool samengesteld van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's). Het is een pilot voor een jaar. De Boa’s werken met de politie samen op verschillende terreinen, o.a. op het gebied van handhaving op het water. De kracht van de Teylingse boa's is dat de inwoners hen kennen en andersom – met name als het gaat om jeugd.

• Toepassen Wet BIBOB: Deze wet minimaliseert het risico dat de gemeente ongewild criminele activiteiten faciliteert. De wet geeft een instrument om een goede risico-inschatting uit te voeren en biedt onder meer mogelijkheden om vergunningen of subsidies te weigeren of in te trekken.

• Kwaliteitscriteria 2.1: Op 1 januari 2015 worden nieuwe wettelijke kwaliteitseisen vastgesteld (hierna Kwaliteitscriteria 2.1) voor de uitvoering van taken in het kader van vergunningverlening, toezicht en handhaving op de omgevingsvergunning. De criteria gaan over proces, inhoud en kritieke massa. Samen met de gemeenten Lisse, Noordwijkerhout en Hillegom hebben we een zelfevaluatiescan gedaan. Deze scan laat zien op welke punten elke gemeente afzonderlijk zich moet verbeteren. De scan leidt uiteindelijk tot een verbeterplan

33

waarbij door middel van samenwerking tussen de vier gemeenten wij met elkaar kunnen voldoen aan de nieuwe kwaliteitscriteria. Om zelfstandig te kunnen voldoen aan de nieuwe criteria, geldt voor elke gemeente dat zij moet investeren in extra fte’s en het opleidingsniveau van de huidige medewerkers. Daarnaast moeten we taken die weinig voorkomen uitbesteden. Omdat dit behoorlijke impact heeft, hebben de gemeenten Lisse, Noordwijkerhout en Teylingen de wens uitgesproken om hier de samenwerking in te zoeken. Er is een verbeterplan in de maak. Daaruit moet blijken op welke wijze de drie gemeenten door samen te werken kunnen voldoen aan de Kwaliteitscriteria 2.1.

Lange termijnagenda

Besluitvorming 2015 2016 2017 2018 P&H Notitie Drank en Horecawet

X

Evaluatie Handhavingsnota 2014.

X

Handhavings- uitvoeringsprogramma 2015.

X

Evaluatie Integraal Veiligheidsjaarplan 2014

X

Integraal Veiligheidsjaarplan 2015

X

34

4. Financiën 2015 – 2018

4.1 Vertrekpunt Het meest recente financiële meerjarenperspectief dateert van 4 februari 2014. Dat werd gepresenteerd bij de raadsmededeling over de decembercirculaire. De decembercirculaire informeert gemeenten over de wijzigingen in het gemeentefonds. Onderstaand meerjarenperspectief uit deze raadsmededeling is het vertrekpunt voor deze kadernota 2015-2018.

De doorwerking van de decembercirculaire leidt tot een reeks tekorten. Dat komt doordat de raming van het gemeentefonds in de begroting voor 2014 is gebaseerd op de informatie uit de meicirculaire 2013. In deze circulaire was nog geen rekening gehouden met de doorwerking van de € 6 miljard maatregelen uit het Regeer-/Herfstakkoord. Aangezien de eerste tekenen van herstel van de economie zichtbaar zijn, is het sterk de vraag of de ramingen in bovenstaande tabel niet te somber zijn. In paragraaf 5.3 doen wij u een voorstel hoe we met de ramingen van het gemeentefonds willen omgaan. Bij de bovengenoemde reeks ‘gevolgen decembercirculaire’ zijn ook twee taakmutaties inbegrepen, namelijk intensivering armoede- en schuldenbeleid en taken in het kader van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Voor deze beide taken wordt € 50.000 structureel aan het gemeentefonds toegevoegd. Wij zullen in het betreffende programma deze bedragen reserveren.

4.2 Te verwerken autonome ontwikkelingen in de programmabegroting 2015 Het kenmerk van autonome ontwikkelingen is dat de gemeente er geen of beperkt invloed op heeft. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op reeds vastgesteld beleid. In onderstaande tabel treft u een totaaloverzicht van de autonome ontwikkelingen die per peildatum 1 mei 2014 bekend zijn.

MeerjarenperspectiefRaadsmededeling 4 februari 2014 2015 2016 2017 2018( x  1.0 0 0 )

Saldo vastgestelde programmabegroting (incl.maatregelen) -223 -379 -324 -324Gevolgen decembercirculaire -363 -536 -503 -503Begrotingssaldo -586 -915 -827 -827

tekort tekort tekort tekort

Te verwerken autonome ontwikkelingen in de basis van de Programmabegroting 2015   (x € 1.000)

1) Bijstelling algemene uitkering als gevolg van geactualiseerde maatstaven waaronder inwoners,woningen -84 -237 -301 -137

2) Tariefcompensatie zwemvereniging Columbiaan -19 0 0 03) Bijdrage RDOG obv programma 2015 36 36 36 364) Bijdrage Omgevingsdienst West Holland begroting 2015 46 36 36 365) Bijdrage Veiligheidsregio begroting 2015 0 48 103 1586) Indexering loon- en prijsinflatie:- Loonindexering -213 -213 -213 -213- Prijsindexering leveringen en diensten derden -100 -100 -100 -100- compensatie gemeentefonds 335 335 335 3357) Structurele doorwerking jaarrekening 2013:- opbrengst dividend Alliander 100 100 100 100- voorziening pensioenen wethouders -50 -50 -50 -508) Vermindering fte College 35 35 35 359) Afkoop onderhoud geluidsscherm Hooghkamer: 0 0- Afkoop 0 -234 0 0- Dekking via algemene reserve 0 234 0 010) Doordecentralisatie onderwijsgelden Rijnlands Lyceum 0 0 0 -400

86 -10 -19 -200v o o rde lig na de lig na de lig na de lig

2018201620162015 2017

Totaal autonome ontwikkelingen

35

De toelichting op bovengenoemde autonome ontwikkelingen zijn terug te vinden in bijlage 2. Het begrotingssaldo zoals medegedeeld in de raadsmededeling over de decembercirculaire inclusief de autonome ontwikkelingen kan als actueel vertrekpunt van de kadernota beschouwd worden:

4.3 Te verwerken beleidsmatige ontwikkelingen in de programmabegroting 2015

1) Actualisatie investeringsplan De kadernota is jaarlijks aanleiding om een nieuw investeringsplan op te stellen. Nieuwe investeringen worden toegevoegd en indien nodig actualiseren we de uitvoeringsjaren en de investeringsbedragen. In onderstaande tabel treft u een totaaloverzicht van de investeringen aan.

Te verwerken ontwikkelingen in de basis van de Programmabegroting 2015   (x € 1.000)

Saldo vastgestelde programmabegroting (incl.maatregelen) -223 -379 -324 -324Gevolgen decembercirculaire -363 -536 -503 -503Autonome ontwikkelingen 86 -10 -19 -200Geactualiseerd meerjarenperspectief obv ongewijzigd beleid -500 -925 -846 -1.027

20152015 2017 20182016

Te verwerken beleidsmatige ontwikkelingen in de basis van de Programmabegroting 2015 2017   (x € 1.000)

1) Actualisatie investeringsplan (excl.coalitieakkoord) -78 -221 -361 -3012) Onkruidbestrijding 0 -51 -51 -513) Bouwleges -98 -98 -98 -984) Overschot begroting ISD programma Zorg 314 314 314 3145) Maatregel WMO begroting 2014-2017 0 -100 -200 -2006) Structureel maken van bestaande incidenteel gefinancierde iniatieven -100 -100 -100 -1007)a. Nieuwe stelpost transitie 3D -214 -200 -145 0 b. Vervallen bestaande stelpost 3D 0 86 131 1318) Taakstelling regionale samenwerking -50 -115 0Totaal beleidsmatige ontwikkelingen -226 -485 -510 -305

na de lig na de lig na de lig na de lig

20182015 20162016

36

Totalen Investeringsplan 2015–2018

Progr Aangepaste investeringenBedragen x € 1.000 2015 2016 2017 2018

0 Diverse investeringen programma 0 373- 20 80- - 3 Renovatie de Springplank 2014 1.247 - - - 3 Overige investeringen programma 3 - - 9 - 4 Diverse investeringen programma 4 625 - 220- 280

Totaal aangepaste investeringen 252 20 291- 280

Progr ICT-investeringenBedragen x € 1.000 2015 2016 2017 2018

0 Vervallen investeringen 165- - - - 0 Vervangende investeringen 165 514 254 453

Totaal ICT-investeringen (per saldo) - 514 254 453

Progr Nieuwe investeringenBedragen x € 1.000 2015 2016 2017 2018

0 Koffieautomaten 2018 - - - 15 0 Vervanging auto Gemeentewerken 18 - - - 0 Nimos aanhangwagen 3.5/s/nl - - 16 - 0 5 VW transporters - - - 197 0 Informatiebeleid algemeen - - 100 100 3 Vier lokalen KTS voor VSO ZMOK 320 - - - 3 Tennispark STV op Roodemolenpolder 1.600 - - - 3 Speelveld reconstructie veld 1 en 2 KV TOP - - - 228 3 Toplaag renovatie veld 3 en 4 VV Foreholte - - - 349 3 Sloop noodgebouw Distelweg (Achtbaan/Regenboog) 35 - - - 4 GVVP B14 Capaciteitverruiming Rotonde Soldaatje (N443-N450) - - 200 - 4 Bruggen en tunnels 211 129 428 284 4 Herinrichting Omgeving St. Antoniuslaan (Sassenheim) - 640 - - 4 Herinrichting Philippostraat (Sassenheim) - 40 - - 4 Baggerwerkzaamheden HHR 70 - - - 4 Uitbreiden parkeren Station Sassenheim 1.200 - - - 4 Rioolvervanging Mgr. Broerestraat en Kievitspark en vervangen

bomen, extra investering voor vervangen tegelwerk (1036 m2) Mgr. Broerestraat

- - 45 -

4 Sneeuwploeg Villeton LMT 1800 en 2000 - - - 14 4 3 zoutstrooiers igloo S 2400 1100 ltr 1/2/3 - - - 68 4 Natzout menginstallatie 32 - - - 4 Vervanging oude ondergrondse containers 15x 113 - - - 4 Extra klinkers voor Essenlaan-Platanenlaan - 35 - - 4 Verbeteren watersysteem Floris Schouten Vrouwenpolder - - - 100 4 Reconstructie Zijldijk (Warmond) over een lengte van ca 2 km 45 260 - 5 Bouwkundige aanpassingen verhuizing Volksuniversiteit SH 50 - - -

Totaal nieuwe investeringen 2.494 1.104 789 1.355

Het college besluit de raad voor te stellen: Het investeringsplan 2015-2018 voor kennisgeving aan te nemen en de daaruit voortvloeiende kapitaallasten te verwerken in de programmabegroting.

37

2) Onkruidbestrijding Door aanpassing van de wetgeving wordt het verbod op chemische onkruidbestrijding op verharding eerder van kracht. Na het groeiseizoen in 2015 mag deze manier van onkruidbestrijding niet meer worden toegepast. Eerder was besloten hiermee in 2017/2018 te stoppen. Dit betekent dat we sneller een keuze voor een alternatief moeten maken. Om dat op een juiste manier te doen, wordt een beleidsdocument onkruidbestrijding opgesteld. Gestart is met diepgaand onderzoek naar feiten en concrete getallen, zowel voor het oppervlak dat moet worden behandeld als de kosten per m2. Het gevraagde budget van €140.000 per jaar is voor alle alternatieven kostendekkend en betekent een verhoging van het budget met € 51.000 (vanaf 2016). 3) Bouwleges De opbrengst van de bouwleges ramen we op basis van een vijfjaarlijks gemiddelde. Bij het opstellen van de jaarrekening worden onder- en overschrijdingen verrekend met de algemene reserve. Voor de begroting 2014-2017 is de raming (€ 1.086.000) gebaseerd op de gemiddelde opbrengst over de periode 2008 t/m 2012. Vanwege de tegenvallende opbrengst in 2013 (€ 356.000) zakt de gemiddelde opbrengst over de periode 2009 t/m 2013 met € 98.000 naar € 988.000. Bij de begroting hebben wij toegezegd bij de kadernota 2015 terug te komen op de vraag of het wenselijk is de ramingsystematiek voor de bouwleges aan te passen. Intern is een onderzoek gestart waarbij we kijken naar het systeem van begroten en een efficiëntere wijze van vergunningverlening. Dit onderzoek zal in september 2014 afgerond zijn. Tot die tijd handhaven wij het huidige systeem en stellen we de raming bouwleges met € 98.000 naar beneden bij. 4) Begroting ISD 2015 programma Zorg In de gemeenteraadsvergadering van 30 januari 2014 is de begrotingswijzing 2014-I van de ISD met u besproken. In deze begrotingswijziging presenteerde de ISD een aanzienlijk voordeel op het programma Zorg (€ 260.000). Binnen dit programma zien we de eerste financiële effecten van de kanteling van de Wmo, zoals die beschreven zijn in ons meerjarig Wmo Beleidsplan. Daarnaast hebben het invoeren van de eigen bijdrage en de effecten van aanbesteding tot kostenverlaging geleid. Deze begrotingswijziging heeft een structureel meerjarig effect (€ 314.000). 5) Maatregel Wmo begroting 2014-2017 In de begroting 2014-2017 is op basis van het Wmo Beleidsplan 2013-2016 een taakstelling opgenomen van € 100.000 voor 2016 en € 200.000 vanaf 2017. De kanteling van de Wmo (van aanbod- naar vraag gestuurd) zou deze besparing met zich mee moeten brengen. Het in paragraaf 2.2 autonome ontwikkelingen onderdeel 3 gepresenteerde voordeel op het programma Zorg is deels gerealiseerd door deze beleidswijziging. Voorgesteld wordt dan ook met het structurele voordeel van € 314.000 op het programma Zorg van de ISD deze taakstelling als gerealiseerd te beschouwen. 6) Structureel maken incidenteel gefinancierde initiatieven Door het wegvallen van de zogenaamde RAS-gelden, financieren wij al diverse initiatieven uit incidentele middelen. Denk hierbij aan Gezinscoach (€ 10.000), Homestart (€ 13.000) en Jeugdmaatschappelijk Werk (€ 75.000). Gezien het succes wordt voorgesteld deze projecten voort te zetten. Dekking vindt plaats uit het overschot op programma Zorg uit de begroting van de ISD. 7) Stelpost 3D’s De drie decentralisaties zullen in de komende collegeperiode als één budget behandeld worden. Dit betekent dat mee- en tegenvallers niet verrekend worden met overige beleidsterreinen binnen het programma Sociaal Domein. Tussen de beleidsterreinen van het Sociaal Domein geven we de raad actief inzicht in mutaties boven de €200.000 (al is hier formeel geen toestemming voor nodig) in voortgangrapportages.

38

Nieuwe initiatieven die nodig zijn voor de transformatie zoals: • De versterking van eigen kracht; • Het krachtig faciliteren van vrijwilligerswerk en mantelzorg; • De vernieuwing en innovatie in het sociale domein;

zullen eerst binnen Sociaal Deelfonds gefinancierd worden rekening houdende met de reeds gemaakte regionale afspraken zoals het verzekeringsmodel Jeugdhulp. Als dat niet mogelijk is zetten we de stelpost 3D in. Uitgangspunt van het college is dat incidentele tekorten in het Sociale Domein tot 2018 uit de algemene reserve gefinancierd worden. Na twee jaar zal geëvalueerd worden hoe de resultaten binnen het Sociaal Domein zijn uitgepakt. Vanaf 2018 moeten de bestaande budgetten Sociaal Domein toereikend zijn. 8) Taakstelling regionale samenwerking In de begroting 2014 zijn diverse taakstellingen opgenomen met het oog op de beoogde regionale samenwerking. Gezien de recente ontwikkelingen is de haalbaarheid op korte termijn een vraagteken. Dat hebben we in hoofdstuk 5 bij de risico’s opgenomen. De taakstellingen ‘Samenvoegen van uitvoerende werkzaamheden in de bedrijfsvoering’ , ‘regionaal projectmanagementbureau’, ‘regionale uitvoeringsorganisatie beheer leefomgeving en vergunningen’ acht het college pas haalbaar vanaf 2016 respectievelijk 2017. Ten opzichte van de doelstelling vanuit de begroting 2014-2017 betekent dit een financieel nadeel voor 2015 van € 50.000 en 2016 van € 115.000.

3.4 Uitwerking Coalitieakkoord

4.4 Uitwerking coalitieakkoord Op basis van het raadsprogramma heeft de organisatie een eerste inschatting gemaakt van de uit te voeren maatregelen en plannen. Waar mogelijk is een inschatting gemaakt van de extra kosten die de uitwerking van het raadsprogramma met zich meebrengt. Dit is weergegeven in het onderstaand overzicht per programma.

Verwerking coalitieakkoordprogramma 1 Ruimte,Wonen, Mobiliteit en Duurzaamheid   (x € 1.000)

1) Toekomstvisie Roodemolenpolder (investering 1.500) 0 0 0 02) Coördinator duurzaamheid -80 -80 -80 -803) Werkbudget duurzaamheid -60 -60 -60 -604) Beheerslasten Roodemolenpolder pm pm pm pm

-140 -140 -140 -140na de lig na de lig na de lig na de lig

2015 2016

Totaal programma 1

2017 2018

Het college besluit de raad voor te stellen in te stemmen met:

- De verwerking van de autonome- en beleidsmatige ontwikkelingen als uitgangspunt van de programmabegroting 2015 ;

- Het uitgangspunt dat incidentele tekorten in het Sociale Domein tot 2018 uit de algemene reserve gefinancierd worden. Na 2018 moeten de bestaande budgetten Sociaal Domein toereikend zijn;

- Het uitgangspunt dat mee- en tegenvallers binnen het programma Sociaal Domein niet verrekend worden met overige beleidsterreinen binnen het programma 3;

- De technische uitgangspunten zoals verwoord in bijlage 1 als uitgangspunt voor de begroting.

39

Toelichting:

1. Toekomstvisie Roodemolenpolder Op dit moment wordt de ontwikkelingsvisie Roodemolenpolder opgesteld door middel van een breed participatietraject. De verwachte investering bedraagt € 1,5 mln. De verwachting is dat deze investering volledig uit projectsubsidies betaald kan worden. Met een afzonderlijk voorstel aan de raad zal moet blijken of deze verwachting haalbaar is.

2. Toelichting Coördinator Duurzaamheid Ambities uit het coalitieakkoord leiden tot de aanstelling van een fulltime coördinator duurzaamheid. Voor duurzaamheid is tot 1 januari 2015 0,44 fte beschikbaar.

3. Werkbudget Duurzaamheid Voor het uitvoeren van de ambities is werkbudget benodigd. Uit de evaluatie van de voorgaande periode blijkt dat voor het stimuleren van duurzaamheid meer formatie en minder financiële middelen nodig zijn dan in de vorige periode.

4. Beheerlasten Roodemolenpolder Afhankelijk van de uitkomsten van het participatieproces (droomsessies) wordt een uitvoeringsprogramma ontwikkeld op basis waarvan beheerlasten worden bepaald.

Toelichting:

1. Uitvoeringsprogramma Samen Groen & Bollenstreek In 2014 wordt de Visie Recreatie en Toerisme, inclusief Uitvoeringsprogramma, geactualiseerd en ter besluitvorming voorgelegd aan de Raad. Binnen lopende samenwerkingsverbanden in de Bollenstreek en Samen voor Groen worden projecten opgezet en afspraken gemaakt. De verwachting is dat deze investering volledig uit projectsubsidies betaald kan worden. Met een afzonderlijk voorstel aan de raad zal moet blijken of deze verwachting haalbaar is.

2/3. Economische Agenda Greenport economie en recreatie & toerisme In regioverband voorgesteld door alle wethouders Economie & Recreatie en Toerisme.

4. Bijdrage centrummanagement: Afhankelijk van verdere uitwerking.

5. Bijdrage regio marketing Afhankelijk van verdere uitwerking.

Verwerking coalitieakkoordprogramma 2 Toerisme en Economie   (x € 1.000)

1) Uitvoeringspr. Samen Groen & Bollenstreek (investering 630) 0 0 0 02) Uitvoering economische agenda Greenport economie -30 -30 -30 -303) Uitvoering economische agenda Greenport recreatie en toerisme -35 -35 -35 -354) Bijdrage centrum management pm pm pm pm5) Bijdrage regio marketing pm pm pm pm

-65 -65 -65 -65na de lig na de lig na de lig na de lig

2017 2018

Totaal programma 2

2015 2016

40

Toelichting:

1. Een werkbudget om educatieve mogelijkheden in de buitenruimte te faciliteren en te stimuleren op basis van initiatieven vanuit de samenleving.

2. Tot en met 2015 is de doorloop van 3,5 fte combinatiefuncties verzekerd. Het college stelt voor de combinatiefunctie niet voort te zetten. Omdat dit expliciet zichtbaar te maken is aangegeven wat het voortzetten financieel betekent en is onder de besparende maatregelen het daadwerkelijk beëindigen opgenomen.

3. De voorzieningennota wordt geactualiseerd.

Toelichting:

1. Groenrenovatie. Om het huidige niveau op peil te houden, is verhoging van het budget noodzakelijk.

2. Buitengebied. Toename beheer buitengebied vraagt naast hogere kosten vanuit de beheerpakketten ook uitbreiding van het personeelsbestand bij team uitvoering. Concreet gaat het over het stationsgebied Sassenheim, de vuilnisbelt, het recreatiegebied Boterhuispolder en de provinciale weg bij het Soldaatje. Daarnaast komen er nog meer terreinen aan. Denk aan het recreatiegebied de Tengnagel en de Roodemolenpolder.

Toelichting:

1. Het toepassen van Lean management in onze organisatie, moet leiden tot een betere en snellere dienstverlening. Voor het introduceren en uitrollen van deze nieuwe werkwijze, wordt voor een periode van drie jaar extra formatie gevraagd.

2. De gemeente Teylingen staat de komende raadsperiode voor grote opgaven en projecten waarmee veel geld is gemoeid. Zo verandert de rol van de gemeente in de samenleving en daarmee ook de relatie tussen overheid en haar stakeholders. Daarnaast krijgen wij er taken bij: de verantwoordelijkheid voor de Jeugdwet, de uitbreiding van de WMO en de uitvoering van de Participatiewet. Naast deze nieuwe verantwoordelijkheden voor de

Verwerking coalitieakkoordprogramma 3 Sociaal Domein   (x € 1.000)

1) Educatieve mogelijkheden in de buitenruimte -10 -10 -10 -102) Voorzetten combinatiefuncties (met Rijksbijdrage) 0 -48 -49 -503) Uitwerking voorzieningennota pm pm pm pm

-10 -58 -59 -60na de lig na de lig na de lig na de lig

Totaal programma 3

2015 2016 2017 2018

Verwerking coalitieakkoordprogramma 4 Leefomgeving   (x € 1.000)

1) Groenrenovatie -50 -75 -100 -1002) Onderhoud buitengebied -85 -120 -120 -120

-135 -195 -220 -220na de lig na de lig na de lig na de lig

2015 2016 2017 2018

Totaal programma 4

Verwerking coalitieakkoordprogramma 6 Bestuur,Veiligheid en Dienstverlening   (x € 1.000)

1) Lean management -35 -35 -35 02) Versterking team communicatie -150 -150 -150 0Inzet algemene reserve:-Lean management 35 35 35 0-Versterking team communicatie 150 150 150 03) benchmarks en monitoring -30 -30 -30 -30

-30 -30 -30 -30na de lig na de lig na de lig na de lig

2015 2016 2017 2018

Totaal programma 6

41

gemeente vraagt o.m. de decentralisatie ook om een gedragsverandering van inwoners en stelt de participerende samenleving op haar beurt weer hogere eisen aan de communicatie van de gemeente. Zoals aangegeven in het coalitieakkoord vereisen al deze veranderingen stevige communicatieve vaardigheden van de ambtelijke organisatie en haar mensen. Deze veranderingen noodzaken de continuering van de in 2013 ingeslagen weg waarbij inzicht en vaardigheden bij ambtenaren en bestuurders in het doordenken van processen, met het managen van verwachtingen, met verheldering van rol- en taakverdeling tussen alle betrokkenen en met het kiezen van adequate werkvormen voor participatie van burgers verder worden versterkt. Dit vraagt om extra inspanningen (voorbereiding, communicatieve coaching en activiteiten en bijpassende, moderne communicatiemiddelen). Indien Teylingen haar ambitie wil waarmaken betekent dat een extra investering van € 150.000 euro per jaar voor de komende 3 jaar. Het college stelt voor de impulsen Lean en communicatie van in totaal € 555.000 ten laste van de algemene reserve te brengen. Het college acht dit verantwoord gezien het rekeningsaldo 2013 van €682.000 (exclusief overhevelingen).

3. Gezien de toenemende wens voor benchmarks en monitoring (mede vanuit het coalitieakkoord), stellen wij uitbreiding van het budget met € 30.000 voor.

4.5 Samenvatting De autonome, beleidsmatige ontwikkelingen en de uitwerking van het coalitieprogramma leiden tot het volgende geactualiseerde meerjarenperspectief.

Totaaloverzicht verwerking coalitieakkoord

  (x € 1.000)

programma 1 Ruimte,Wonen, Mobiliteit en Duurzaamheid -140 -140 -140 -140programma 2 Toerisme en Economie -65 -65 -65 -65programma 3 Sociaal Domein -10 -58 -59 -60programma 4 Leefomgeving -135 -195 -220 -220programma 6 Bestuur,Veiligheid en Dienstverlening -30 -30 -30 -30

-380 -488 -514 -515na de lig na de lig na de lig na de lig

Verwerking coalitieakkoord totaal programma's

2015 2016 2017 2018

Te verwerken ontwikkelingen in de basis van de Programmabegroting 2015   (x € 1.000)

Saldo vastgestelde programmabegroting (incl.maatregelen) -223 -379 -324 -324Gevolgen decembercirculaire -363 -536 -503 -503Autonome ontwikkelingen 86 -10 -19 -200Geactualiseerd meerjarenperspectief o.b.v. ongewijzigd beleid -500 -925 -846 -1.027Beleidsmatige ontwikkelingen -226 -485 -510 -305Verwerking coalitieakkoord -380 -488 -514 -515Geactualiseerd meerjarenperspectief inclusief coalitieakkoord -1.106 -1.898 -1.870 -1.847

2016 2017 201820152015

Het college besluit de raad voor te stellen in te stemmen met:

- De financiële gevolgen van de uitwerking van het coalitieakkoord - Het ten laste van de algemene reserve te brengen van de impulsen Lean en

Communicatie ;

42

5. Maatregelen

5.1 Inleiding In de kadernota 2014 heeft de gemeenteraad gekozen voor het scenario verantwoord doorgaan. Onderdeel van dit scenario was een pakket aan maatregelen van ruim € 1 miljoen. In de programmabegroting 2014 heeft het college aangekondigd dat het einde nog niet in zicht was wat betreft de te nemen maatregelen. De financiële voorzichten blijven somber. Daarnaast vraagt het realiseren van de ambities uit het coalitieprogramma op sommige onderdelen om aanvullend budget. Voordat we aanvullende voorstellen tot maatregelen doen, lijkt het ons goed eerst nog eens te schetsen welke maatregelen al genomen zijn in afgelopen collegeperiode. In paragraaf 5.2 blikken we hier op terug.

5.2 Terugblik maatregelen In de afgelopen collegeperiode zijn we ombuigingen op diverse terreinen niet uit de weg gegaan. In 2011 hebben we stevige hervormingen doorgevoerd op de programma’s Sport, Onderwijs en Cultuur en het programma Welzijn. Verder zijn er forse besparingen van bijna € 900.000 bereikt op het gebied van Bedrijfsvoering. Totaal leverde dit een bedrag van € 3 miljoen aan besparingen op. In 2014 is er nadrukkelijk voor gekozen te hervormen in de voorzieningen, met name in het programma Leefomgeving. Dat brengt een besparing met zich mee die kan oplopen naar ruim € 700.000. Daarnaast levert samenwerking voordelen op (€ 250.000). Denk daarbij aan regionale uitvoeringsorganisatie voor beheer leefomgeving, samenvoegen van uitvoerende werkzaamheden in de bedrijfsvoering en het regionaal uitvoering geven aan vergunningen. In deze twee rondes (2011 en 2014) hebben we voor een totaalbedrag van € 4 miljoen omgebogen.

5.3 Nieuwe maatregelen Bij het nemen van nieuwe besparende maatregelen bepalen de uitgangspunten van het coalitieakkoord de prioriteit:

• Vermindering van kosten door efficiënter (samen) te werken, zowel in de eigen organisatie

als in regionaal verband.

• Zorgen voor extra inkomsten voor de gemeente, waarbij de coalitie een evenredige verdeling van baten en lasten voor ogen staat. Dit kan zich vertalen in het doorvoeren van het profijtbeginsel, meer kostendekkendheid, eigen bijdrage naar draagkracht en/of subsidies van derden.

• Bezuinigingen door maatregelen die leiden tot structureel lagere kosten. Bewust minder

doen waar dat kan en verantwoord is. Dit kan leiden tot een andere kwaliteit op onderdelen uit de programmabegroting.

• Alleen als het niet anders kan, zal een extra bijdrage aan de inwoners worden gevraagd.

Zoals blijkt uit de tabel in paragraaf 4.5, leveren de verwerking van het coalitieakkoord, de autonome en overige beleidsmatige ontwikkelingen onderstaand meerjarenperspectief op:

Geactualiseerd meerjarenperspectief incl.coalitieakkoord -1.106 -1.898 -1.870 -1.847

43

Voordat wij maatregelen presenteren wil het college helder maken dat wij eerst kritisch naar de budgetten binnen de programma’s hebben gekeken. Door het negatieve financiële vertrekpunt gecombineerd met de ambities uit het coalitieprogramma en de reeds doorgevoerde ombuigingen in de afgelopen jaren zien wij geen andere opties dan u enkele inkomensverhogende maatregelen voor te stellen. Daarentegen doen wij u geen voorstel tot het verhogen van de OZB-tarieven. Dit laat onverlet dat het college de handschoen oppakt om kritisch te blijven kijken naar de bestaande uitgaven binnen de meerjarenbegroting en hier geen ruimte in wil laten bestaan. Een kritisch oog hierop is uitgangpunt en past bij verantwoord bestuur zoals het college dit voorstaat. Hieronder geven wij u per categorie diverse opties die zullen leiden tot verlaging van het begrotingstekort.

1) Vermindering van kosten door efficiënter (samen) te werken Gezien de reeds aanwezige taakstellingen op dit gebied uit de begroting 2014-2017 en de recente ontwikkelingen rondom de regionale samenwerking doet het college geen nieuwe voorstellen in deze categorie. Voor besparingen door regionale samenwerking zijn grote stappen noodzakelijk waarbij het de vraag is of deze op korte termijn haalbaar zijn.

2) Zorgen voor extra inkomsten voor de gemeente

Toelichtingen :

1) Grondverhuur benzinestation nabij station Sassenheim Momenteel ontwikkelen wij een nieuw tankstation aan de Stationslaan bij NS-station Sassenheim. Deze nieuwe ontwikkeling is een gewenste aanvulling nabij het stationsgebied en levert de gemeente bovendien nieuwe structurele inkomsten op. De planning is dat het bestemmingsplan eind 2014/begin 2015 wordt vastgesteld door de gemeenteraad. De planning van de daadwerkelijke realisatie van het tankstation is afhankelijk van eventueel bezwaar en beroep. Maar op basis van de huidige informatie gaan we uit van een pachtopbrengst van € 100.000 per 2016 en € 200.000 (structureel) vanaf 2017.

2) Slimmer gebruik maken van subsidies Door gebruik te maken van aanwezige subsidiepotjes zoals van Provincie of Rijk verwachten wij structureel extra inkomsten binnen te halen.

3) Vernieuwd huurcontract kinderopvang Door het vernieuwen en meer marktconform maken van het huurcontract met de aanbieder van kinderopvang stijgt de huurinkomsten met € 22.000.

4) Verhuur ligplaatsen Zijldijk Het college wil extra inkomsten genereren door ligplaatsen aan de Zijldijk te verhuren.

5) Leges openbreken wegdek ondergrondse storingen

Inkomensverhogende maatregelen

  (x € 1.000)

Programma 1:1) Grondverhuur benzinestation nabij station Sassenheim 0 100 200 200Programma 2:2) Slimmer gebruik maken van subsidies 10 10 10 10Programma 3:3) Vernieuwd huurcontract kinderopvang 22 22 22 22Programma 4:4) Verhuur ligplaatsen Zijldijk 15 15 15 155) Leges openbreken wegdek ondergrondse storingen 15 15 15 15Programma 5:6) Precariorechten gelijktrekken met de regio 900 900 900 900

962 1.062 1.162 1.162v o o rde lig v o o rde lig v o o rde lig v o o rde lig

Totaal inkomensverhogende maatregelen

20182015 2016 2017

44

Voor het openbreken van de openbare weg voor het oplossen van ondergrondse storingen is het college voornemens leges in rekening te brengen.

6) Precariorechten gelijktrekken met de regio Het college stelt voor om het tarief precariobelasting voor kabels en leidingen van nutsbedrijven te verhogen naar € 3,34 per strekkende meter (huidig tarief: € 2,19). Hiermee komt het tarief in lijn met de tarieven die de omliggende gemeenten met ingang van 2014 in rekening brengen. Met de precariobelasting voor kabels en leidingen van nutsbedrijven lopen we een risico in de meerjarenbegroting omdat het voorstel tot mogelijke afschaffing van deze belasting nog steeds boven de markt hangt. Het college kiest voor deze maatregel om de prioriteiten uit het collegeprogramma ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren.

3) Bezuinigingen door maatregelen die leiden tot structureel lagere kosten

Toelichtingen :

1) Bezuinigingen op aankleding centra Het college acht het verantwoord op de inrichting en aankleding van de centra een beperkt bedrag te besparen.

2) Verlagen subsidie Stiwa vanwege lagere exploitatielasten Stiwa ontvangt jaarlijks van de gemeente een subsidiebedrag voor de exploitatie van zwembad De Wasbeek, sporthal en sportzaal de Wasbeek, sporthal De Korf, sporthal De Tulp, sporthal De Geest, sportzaal De Schans en gymzaal Het Cluster. Dit subsidiebedrag kan lager vastgesteld worden door enerzijds een lagere storting in de meerjaren onderhoudsvoorziening. Anderzijds kan Stiwa door schaalvergroting steeds efficiënter inkopen en beheren. Hierdoor heeft zij een aanzienlijke besparing weten te realiseren van € 110.000. 3/4) Laten vervallen muziekonderwijs/zwemonderwijs Enkele jaren geleden is het lokaal onderwijsbeleid van de drie voormalige gemeenten geharmoniseerd. Een besluit over het voortzetten van het muziekonderwijs en zwemonderwijs (geen diplomazwemmen) is toen uitgesteld. Het aanbieden van dit aanvullend onderwijs is echter geen kerntaak van de gemeente. Het past daarom bij eerder ingezet beleid om de bekostiging hiervan te beëindigen. I.v.m. mogelijke frictiekosten houden we voor wat betreft het muziekonderwijs vanaf 2016 rekening met een deel van de besparing en vanaf 2017 met de volledige besparing. Het laten vervallen van het zwemonderwijs zou mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de subsidie van de Stiwa.

7) Vervallen combinatiefunctie Tot en met 2015 is de doorloop van 3,5 fte combinatiefuncties verzekerd. Het college stelt voor de combinatiefunctie niet voort te zetten.

Besparende maatregelen

  (x € 1.000)

Programma 2:1) Bezuiniging op aankleding centra 5 5 5 5Programma 3:2) Verlagen subsidie STIWA ivm lagere exploitatielasten 110 110 110 1103) Laten vervallen muziekonderwijs 0 30 62 624) Laten vervallen zwemonderwijs 0 25 25 255) Lagere bijdrage bibliotheek pm pm pm pm6) Eén jongerencentrum pm pm pm pm7) Vervallen combinatiefuncties (met Rijksbijdrage) 0 48 49 50Programma 4:8) Besparing onderhoudskosten omvormen fietspaden 0 20 20 20Programma 6:9) Technische maatregelen:- Stelpost onderuitputting kapitaallasten 100 100 100 100- Gemeentefonds 0 134 252 252

215 472 623 624v o o rde lig v o o rde lig v o o rde lig v o o rde lig

20162015 2017 2018

Totaal besparende maatregelen

45

8) Besparing onderhoudskosten omvormen fietspaden De in hoofdstuk 6.1 voorgestelde investeringen in het kader van duurzaamheid en veilig fiets verkeer leveren een jaarlijkse besparing op de onderhoudskosten van € 20.000 op. 9) Technische maatregelen: - Stelpost onderuitputting kapitaallasten Uit ervaring is gebleken dat de uitvoering van investeringen in de praktijk door hoofdzakelijk externe omstandigheden (inspraak, aanbesteding, vergunningverlening) in een lager tempo plaatsvindt dan de prognose bij de begroting. Dit leidt tot lagere kapitaallasten die tot op heden tot uitdrukking kwamen bij de najaarsrapportage of jaarrekening. Vanaf de begroting 2015 houden we vooraf rekening met deze onderuitputting door het opnemen van een (negatieve) stelpost van € 100.000. - Gemeentefonds Zoals u in de tabel in 4.1 ‘vertrekpunt’ heeft kunnen lezen wordt het huidige financiële meerjarenperspectief sterk negatief beïnvloed door de gevolgen van de decembercirculaire van het gemeentefonds (oplopend tot € 0,5 miljoen nadelig). Via het systeem van samen de trap op, samen de trap af (normeringssystematiek) hebben lagere uitgaven van de Rijksoverheid rechtstreeks gevolgen voor de gemeenten. Echter in de decembercirculaire is nog op geen enkele wijze rekening gehouden met mogelijk herstel van de economie. Uit recente berichtgeving van het Centraal Planbureau blijkt dat de aantrekkende wereld- en Europese economie ook zijn positieve uitwerking heeft op de Nederlandse economie met een verwachte groei van 1,25% in 2015. Met het oog op deze positieve berichten over het herstel van de economie vinden wij de huidige negatieve reeks met gevolgen decembercirculaire in het meerjarenbeeld te somber. Wij vinden het niet verantwoord om op basis van deze cijfers verdere ombuigingen of inkomens verhogende maatregelen te moeten nemen en stellen daarom voor de decembercirculaire als volgt de verwerken : 2015 100%, 2016 75%, 2017 en verder 50%.

Indien de raad instemt met alle voorgestelde maatregelen, ziet het meerjarenperspectief er als volgt uit:

Totaal maatregelen

  (x € 1.000)

Besparende maatregelen 215 472 623 624Inkomensverhogende maatregelen 962 1.062 1.162 1.162

1.177 1.534 1.785 1.786v o o rde lig v o o rde lig v o o rde lig v o o rde lig

2015 20182016 2017

2015 2016 2017 2018Geactualiseerd meerjarenperspectief incl.coalitieakkoord -1.106 -1.898 -1.870 -1.847Besparende maatregelen 215 472 623 624Inkomensverhogende maatregelen 962 1.062 1.162 1.162Totaal maatregelen 1.177 1.534 1.785 1.786

Geactualiseerd meerjarenperspectief incl.coalitieakkord en maatregelen 71 -364 -85 -61

46

6. Overige financiële onderwerpen 6.1 Inzet algemene reserve vrij Het beleid voor reserves is in 2012 vastgelegd in de nota Reserves en Voorzieningen. Een belangrijk item in deze nota was in hoeverre we de reservepositie kunnen inzetten om ambities te realiseren. De gemeenteraad heeft destijds besloten hiervoor € 5 miljoen vrij te maken. Randvoorwaarden zijn dat de uitgaven niet structureel mogen zijn en dat de inzet niet leidt tot een verhoging van de exploitatiekosten. Inmiddels zijn er diverse initiatieven genomen waarvan de kosten ten laste van dit vrij besteedbare deel zijn gebracht. In onderstaande tabel kunt u terugzien welke projecten dit betreft.

Daarnaast past het ook in het beleid reserves technisch in te zetten om structureel ruimte in de exploitatie te creëren. Van deze optie heeft u gebruik gemaakt bij de begroting 2014-2017. Toen is uit de algemene reserve geput voor een bedrag van € 9 miljoen aan investeringen in de openbare ruimte. De structurele ruimte ontstaat doordat er in de begroting geen financiële ruimte voor kapitaallasten van deze investeringen hoeft worden vrijgemaakt. Onze reservepositie ontwikkelt zich onder meer door de inzet van genoemde € 9 miljoen van € 58,2 miljoen in 2014 naar € 52,7 miljoen in 2017 en is hiermee nog steeds meer dan goed te noemen. In het coalitieakkoord hebben we aangegeven dat we ook in de nieuwe bestuursperiode bereid zijn de reserves weloverwogen in te zetten. In het kader van duurzaamheid en veilig fietsverkeer is onze keuze gevallen op het omvormen van een aantal veelgebruikte fietspaden van tegels naar een duurzame oplossing van tegels in 2015. Voordelen van het omvormen van fietspaden zijn: • Kwalitatief wordt hiermee de constructie van de veelgebruikte fietspaden aanzienlijk verbeterd.

Dit leidt tot een hoger comfort voor de fietsers en lagere onderhoudskosten. Dit argument stimuleert niet alleen het fietsgebruik (vermindering CO2 uitstoot), maar zorgt tevens voor een verhoging van de veiligheid.

• Een besparing op de jaarlijks terugkerende onderhoudskosten (€ 20.000 op de exploitatiebegroting op jaarbasis). De tegelverharding wordt niet meer uit elkaar gedrukt door strooimaterieel en materieel voor het onderhoud aan de bermen (maaien en sloten), waardoor minder reparaties noodzakelijk zijn. Ook hebben de gekoppelde betonplaten een aanzienlijk langere levensduur en lagere onderhoudsfrequentie dan de huidige tegelverharding. Dit heeft een positief effect op het Wegenbeheerplan (groot onderhoud). Het betreft de volgende fietspaden:

- Zuidelijke Randweg € 390.000 - Hoofdstraat € 240.000 - Rijksstraatweg € 155.000 - Oosteinde € 98.000 - Herenweg € 67.000

Totaal € 950.000

Verloop algemene resere vrij   (x € 1.000)

Vorming algemene reserve vrij (raad 1-11-2012) 5.000Onttrekkingen:Startersleningen (raad 13-12-2012) -1.250Openbare verlichting (raad 7-2-2013) -1.900Herfinanciering geldlening st.Begraafplaats ( raad 30-1-2014) -62vervallen (deel) geldl. st.Elsgeest en sc. Boerhaave (raad 11-3-2014) -289Duurzaamheidsleningen ( raad 11-3-2014) -500

999Saldo algemene reserve vrij

47

Hiermee resteert een restantsaldo in de algemene reserve vrij van € 49.000

6.2 Risico’s Drie van de belangrijkste risico’s in de begroting, zijn de opbrengst van de bouwleges, de mogelijke afschaffing van de precarioheffing en de taakstelling rondom samenwerking. - Bouwleges Door veranderende wetgeving en de economische recessie lopen de opbrengsten voor bouwleges fors terug. De werkelijke opbrengst voor 2013 bedraagt ongeveer € 400.000. In de meerjarenbegroting houden we nog steeds rekening met een structurele opbrengst van € 1,1 miljoen. We moeten ons afvragen hoe realistisch deze raming is. Wij zijn intern een onderzoek gestart waarbij we kijken naar het systeem van begroten en ons buigen over de vraag of de wijze van vergunningverlening efficiënter kan. - Afschaffen precariobelasting Al enige jaren is er sprake van afschaffing van de precariobelasting op ondergrondse leidingen bij nutsbedrijven. Er ligt een concept wetsvoorstel waarin wordt voorgesteld de precariobelasting af te schaffen. Ter compensatie is in de nieuwe wetgeving opgenomen dat de OZB-belastingen in tien jaar verhoogd mogen worden. Tot op heden is het wetsvoorstel niet naar de Tweede Kamer gestuurd en is de inhoud niet openbaar. De structurele opbrengst in onze huidige begroting 2014-2017 bedraagt € 1,7 miljoen. We vinden het verantwoord om op dit risico niet vooruit te lopen met maatregelen die wellicht niet noodzakelijk blijken. Opgemerkt moet worden dat met het instemmen van de voorgestelde inkomensverhogende maatregel ‘precariorechten gelijktrekken met de regio’ het risico vanaf 2015 met 0,9 miljoen verhoogd wordt tot € 2,6 miljoen.

- Taakstelling rondom samenwerking In de begroting 2014 zijn in verband met de beoogde regionale samenwerking diverse taakstellingen opgenomen. Om echt besparingen te realiseren zijn grote stappen die samenvoeging van organisatieonderdelen vraagt noodzakelijk en daarmee ook besluitvorming over de autonomie van de gemeente op dit punt. Gezien de recente ontwikkelingen is de haalbaarheid hiervan een vraagteken waardoor de reeds ingeboekte besparingen onder druk staan. Onderstaande taakstelling is in de begroting 2014-2017 opgenomen. De doorgehaalde bedragen acht het college niet haalbaar. In paragraaf 3 zijn deze posten als nadeel ingeboekt.

Het college besluit de raad voor te stellen in te stemmen met:

- Het inzetten van € 950.000 van de vrije reserve voor het omvormen van fietspaden in het kader van duurzaamheid en veilig fietsverkeer in 2015.

48

Nr. Maatregel 2014 2015 2016 2017 1.4 Regionaal projectmanagementbureau 30.000 30.000 30.000 1.5 Structuur- en bestemmingsplannen 50.000 50.000 50.000 50.000

4.8 Regionale uitvoeringsorganisatie voor beheer leefomgeving

50.000 50.000

6.1 Regionaal uitvoering geven aan vergunningen 20.000 20.000 20.000 6.2 Leerlingenvervoer regionaliseren[1] 5.000 20.000 30.000 30.000

7.3 Samenvoegen van uitvoerende werkzaamheden in de bedrijfsvoering

65.000 65.000

7.4 Toekomstige besparingen samenwerking pm pm

Totaal samenwerking 55.000 120.000 245.000 245.000

6.3 Sociaal Domein

Financiën Het is nog niet duidelijk welke budgetten het Rijk beschikbaar stelt voor het sociale domein. Via de meicirculaire ontvangen we de definitieve gegevens, die we zullen vertalen in de meerjarenbegroting 2015 – 2018. Indicatief kunnen we de volgende bedragen noemen. Jeugdhulp Het voor Teylingen geraamde budget is opgenomen in de Notitie gezamenlijk opdrachtgeverschap Jeugdhulp, die in de raad is behandeld. Ook geeft de notitie inzicht in de verdeling (solidariteit binnen Holland Rijnland).

Gemeente

Voorlopig budget jeugdhulp 2015*

regionale uitvoering (1%)

lokale uitvoering (0,5%)

specialistische zorg (79% regionaal)

jeugd- en gezinsteams (19,5% lokaal)

Teylingen € 7.068.006 € 70.680 € 35.340 € 5.583.725 € 1.378.261 Wmo Een eerste indicatieve berekening van de nieuwe Wmo-budgetten leidt tot het volgende beeld:

gemeente Budget nieuwe taken budget bestaande taken 1

Teylingen € 5.349.713,- € 1.863.176,-

Participatiewet

1 Integratie uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging

49

Het is nog onduidelijk welke budgetten gemeenten toebedeeld krijgen voor uitvoering van de Participatiewet. Wanneer dit wel bekend wordt is nog ongewis, maar naar verwachting zal dit in juni 2014 zijn. Algemeen Het nieuwe Programma Sociaal domein is een fors programma, dat een belangrijk deel van de gemeentelijke begroting omvat. Wij zetten in op een stevig verankerde voortgangsrapportage (als bijlage bij de voor- en najaarsrapportage) en een voortdurende dialoog met de raad/raadscommissie. Zo willen we de vinger aan de pols houden in de ontwikkelingen en sturen op de vereiste en gewenste transformatie. Wij zullen hierover ook afspraken moeten maken met onze samenwerkingspartners. Budget voor ondersteuning initiatieven Zoals in het onderdeel visie te lezen is, hebben we behoefte aan een budget om initiatieven uit de samenleving incidenteel of structureel te ondersteunen. Het gaat om initiatieven die bijdragen aan:

• De versterking van eigen kracht; • Het krachtig faciliteren van vrijwilligerswerk en mantelzorg; • De vernieuwing en innovatie in het sociale domein; • Het dichterbij brengen van de geformuleerde doelstelling op het gebied van samenwerking

en regionalisering in het sociale domein; Genoemde initiatieven zullen eerst binnen Sociaal Deelfonds gefinancieerd worden, rekening houdende met de reeds gemaakte regionale afspraken zoals het verzekeringsmodel Jeugdhulp. Als dat niet mogelijk is zetten we de stelpost 3D in. Uitgangspunt van het college is dat incidentele tekorten in het Sociale Domein tot 2018 uit de algemene reserve gefinancierd worden. Na twee jaar zal geëvalueerd worden hoe de resultaten binnen het Sociaal Domein zijn uitgepakt. Na 2018 moeten de bestaande budgetten Sociaal Domein toereikend zijn.

50

Bijlage 1 Uitgangspunten voor het opstellen van de Programmabegroting 2015 ! Loonindexering

De cao-onderhandelingen voor 2013 en 2014 zijn nog bezig. De werkgevers houden de nullijn aan, terwijl de vakbonden 2,5 % vragen voor 2013 en 3% voor 2014. Medio maart heeft het college van Arbeidszaken de bonden via een brief opgeroepen terug te keren aan de onderhandelingstafel. Het is onduidelijk wanneer een nieuwe cao gesloten zal worden. Voor 2014 is conform de uitgangspunten voor de begroting een stelpost van 1% (€ 150.000) opgenomen voor cao-stijging. Voor 2015 nemen we eveneens een stelpost van 1% van de loonsom (€ 150.000) op. Prijsindexering leveringen en diensten derden Uitgangspunt voor het opstellen van de begroting 2015 is de nullijn. Voor contracten met een indexeringsverplichting nemen we een stelpost op van € 100.000.

! Salarislasten We gaan uit van de personeelsformatie per 1 januari 2015, voor zover bekend per 1 april 2014. De salariskosten worden geraamd op het prijspeil 2014. De salarissen worden geïndexeerd conform de meest recente cao. Zowel de cao als de werkgeverspremies zijn op dit moment nog niet bekend.

! Onvoorziene uitgaven Voor onvoorziene uitgaven wordt uitgegaan van 0,1% van het begrotingstotaal, afgerond € 70.000.

! Rentepercentage Het rentepercentage is vorig jaar naar beneden bijgesteld van 4,5% naar 3,5%. Voor 2015 wordt dit percentage gehandhaafd op 3,5%. Dit geldt voor de rente over de reserves en voorzieningen en voor de rente over investeringen. Uitzondering hierop zijn bestaande investeringen die annuïtair worden afgeschreven en dekkingsreserves.

! Indexering huren Commerciële huren indexeren conform contractvoorwaarden.

! Gemeentefonds De algemene uitkering uit het gemeentefonds ramen we op basis van de meicirculaire. Uitkomsten van de septembercirculaire worden verwerkt in de eerste begrotingswijziging of de Voorjaarsrapportage.

! Lokale lasten Het dekkingspercentage voor leges, afvalstoffenheffing en rioolrecht is maximaal 100% op

begrotingsbasis. Overschotten of tekorten bij de afvalstofheffing en rioolrecht worden bij de jaarrekening verrekend met de egalisatiereserve. Uitgangspunt is het aanhouden van de nullijn (geen stijging) voor de OZB. Indien ingrijpende ombuigingen nodig zijn, zullen we dit uitgangspunt ter discussie stellen.

! Aantal woonruimten en inwoners Uitgangspunt bij het opstellen van de woning- en inwonerprognose is dat voor nieuwbouw wordt gerekend met gemiddeld 2,25 inwoners per woning. Deze 2,25 is gebaseerd op de huidige gemiddelde woningbezetting. In dit gemiddelde is reeds rekening gehouden met het geboorte- en vestigingsoverschot.

51

Bijlage 2 Toelichting op de autonome ontwikkelingen 1) Bijstelling algemene uitkering als gevolg van geactualiseerde aantallen woningen en

inwoners De toekenning van de uitkering uit het Gemeentefonds (Algemene Uitkering) is voor een belangrijk deel gebaseerd op het aantal woningen en inwoners. Het actualiseren van deze aantallen heeft dus effect op de hoogte van onze Rijksvergoeding. Door de recessie is de bouw van woningen en daarmee ook het aantal inwoners achtergebleven bij de prognoses zoals opgenomen in de Programmabegroting 2014. 2) Tariefcompensatie zwemvereniging de Columbiaan Op basis van de mogelijkheid tot tariefcompensatie uit de beleidsnota Back to Basics is de subsidie van zwemvereniging de Columbiaan verhoogd met € 19.000 tot een bedrag van € 45.500. 3) Bijdrage RDOG o.b.v. programma 2015 Op 13 maart 2014 heeft de gemeenteraad een instemmende zienswijze afgegeven over de begroting 2015 van de RDOG. De totale kosten die met dit programma gemoeid zijn, bedragen € 1,1 miljoen: een daling van € 36.000 ten opzichte van 2014. Het deels realiseren van de zogenaamde Strijknorm is de reden van dit voordeel. 4) Bijdrage Omgevingsdienst begroting 2015 Op basis van de conceptbegroting van de ODWH daalt onze bijdrage in 2015 met € 46.000 naar € 688.000. Het realiseren van de Strijknorm is onder meer reden van dit voordeel. 5) Bijdrage Veiligheidsregio begroting 2015 Toen in 2011 de Brandweer Hollands Midden werd opgericht, is afgesproken om de gemeentelijke bijdragen geleidelijk aan te passen. Deze bijdrage zou binnen enkele jaren overeen moeten komen met het fictief referentiebudget dat de gemeenten voor deze taak ontvangen uit het gemeentefonds (de Cebeonnorm). Op dat moment zaten enkele gemeenten boven die norm (sommige zelfs aanzienlijk), terwijl andere gemeenten eronder zaten. In totaal betekende het toegroeien naar de nieuwe norm een bezuiniging van 16,6%. Voor Teylingen heeft dit de volgende voordelen:€ 48.000 (2016), € 103.000 (2017) en € 158.000 (2018). 6) Indexering loon- en prijsinflatie Loonindexering De cao-onderhandelingen voor 2013 en 2014 zijn nog bezig. De werkgevers houden de nullijn aan, terwijl de vakbonden 2,5 % vragen voor 2013 en 3% voor 2014. Medio maart heeft het college van Arbeidszaken de bonden via een brief opgeroepen terug te keren aan de onderhandelingstafel. Het is onduidelijk wanneer een nieuwe cao gesloten zal worden. Voor 2014 is conform de uitgangspunten voor de begroting een stelpost van 1% (€ 150.000) opgenomen voor cao-stijging. Voor 2015 nemen we eveneens een stelpost van 1% van de loonsom (€ 150.000) op. Het overwerkpercentage (1,5%) dat gehanteerd wordt voor de buitendienst is niet toereikend, ophoging van het budget met € 63.000 is noodzakelijk.

Prijsindexering leveringen en diensten derden Uitgangspunt voor het opstellen van de begroting 2015 is de nullijn. Voor contracten met een indexeringsverplichting, nemen we een stelpost op van € 100.000. Compensatie gemeentefonds indexering loon- en prijsinflatie In de raming van het gemeentefonds zoals in het vertrekpunt (2.1) aangegeven, is nog geen rekening gehouden met compensatie voor loon- en prijsinflatie. Dit komt voor het jaar 2015 neer op € 335.000 structureel. Hier zetten we aan de uitgavenkant stelposten loon- en prijsindexering tegenover van respectievelijk € 150.000 en € 100.000.

52

8) Structurele doorwerkingen Jaarrekening 2013 Opbrengst dividend Alliander De dividendopbrengst van Alliander over het jaar 2012 (ontvangen in 2013) is € 169.000 hoger uitgevallen dan de raming van € 500.000. De dividenduitkering is gebaseerd op het resultaat na belastingen. De dividenduitkering over het jaar 2013 is gestegen naar € 720.000. Op basis van de informatie over deze twee jaren achten wij het realistisch de raming van € 500.000 structureel naar boven bij te stellen. Gezien het enigszins onvoorspelbare karakter van de dividendopbrengst houden we vanaf 2015 rekening met een voorzichtige stijging van € 100.000 naar € 600.000. Voorziening pensioenen wethouders Vanwege de historisch lage marktrente zijn wij in zowel 2013 als 2012 genoodzaakt de rekenrente voor toekomstige pensioenaanspraken te verlagen. Om de voorziening op peil te houden, hebben we extra stortingen moeten doen van respectievelijk € 210.000 (2012) en € 127.000 (2013). Vanaf 2015 zijn we genoodzaakt de raming met € 50.000 te verhogen. 9) Vermindering fte College In de nieuwe coalitieperiode bestaat het college van Burgemeester en Wethouders uit 3,8 fte ten opzichte van 4,2 fte in de vorige periode. Dit komt omdat we van vier naar drie wethouders zijn gegaan. Het jaarlijkse financiële voordeel bedraagt € 35.000. Er rust geen wachtgeldverplichting op de vertrekkende wethouders. 10) Afkoop onderhoud geluidsscherm Hooghkamer In het plan Hooghkamer plaatst ProRail in 2014/2015 een geluidscherm. Het onderhoud hiervan is bij ProRail afgekocht voor een bedrag van € 234.000. Voorgesteld wordt deze eenmalige afkoop ten laste van de algemene reserve te brengen. 11) Doordecentralisatie onderwijsgelden Rijnlands Lyceum In de gemeenteraadsvergadering van 13 maart 2014 heeft de raad ingestemd met het doordecentraliseren van onderwijshuisvestingsgelden naar het Rijnlands Lyceum in Sassenheim. Dit initiatief past binnen de visie van de gemeente om op te treden in haar regisserende en faciliterende rol. Daarnaast wordt het Rijnlands Lyceum nu gelijk behandeld met de KTS, waar vanaf 2001 al sprake is van doordecentralisatie. Dit besluit leidt tot meerkosten in de begroting. Daar staat tegenover dat de gemeente niet meer verantwoordelijk is voor vervangende nieuwbouw in de toekomst. Om het financiële perspectief de eerste jaren niet te zwaar te belasten, is er voor een ingroeimodel gekozen waarbij we niet meer dan de bestaande budgetten doorbetalen. Vanaf 2018 bedragen de meerkosten € 400.000.