Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het...

32
FAIR TRADE IS HOT! SCHULDEN VAN HET ZUIDEN Sahel Is een voedselcrisis onvermijdelijk? dimensie HET MAGAZINE VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Nr 5 / 2012 • TWEEMAANDELIJKS NovEMBER-DEcEMBER 2012 • P308613 • AFGIFTEKANTooR BRUSSEL X

Transcript of Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het...

Page 1: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Fair trade is hot! schulden van het Zuiden

SahelIs een voedselcrisis onvermijdelijk?

dimensiehet magazine van de belgische

ontwikkelingssamenwerking

Nr 5 / 2012 • TWEEMAANDELIJKS NovEMBER-DEcEMBER 2012 • P308613 • AFGIFTEKANTooR BRUSSEL X

Page 2: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

novEMBER-DECEMBER 2012

4/5 >Ondervoeding troef

26/29 >Schulden van het Zuiden

22/23 >Fair trade is hot !

6 Bijna 870 miljoen mensen zijn chronisch ondervoed

7-9 Hoop voor de Sahel

10-11 De helse cirkel van de voedselonzekerheid doorbreken

12-13 Alarm in de Sahel !

19 Pionieren in Yamoussoukro

20-21 Onrust in Mali

24-25 Kinderen, geen soldaten

30-31 Puntkomma

32 De meest kwetsbaren op het voorplan

dubbele centrale pagina >thematISche FIche

Welke uitwegen voor de Sahel?

of per mail aan :[email protected]

Gratis abonnement op :www.dimensie-3.be

2 november-december 2012 I dimensie 3

Overzicht

Page 3: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Geen crisis zonder uitweg

S ahel: voedselcrisissen, humanitaire crisissen. ze moeten onder de aandacht worden gebracht om de publieke opinie wakker te schudden. de onderwerpen die in dit speciaal nummer

‘Sahel’ aan bod komen, kunnen hard overkomen en we zijn dan ook bijna geneigd ons daarvoor te verontschuldigen. iedereen die daar al geweest is, kan je zeggen dat voornoemde crisissen slechts een facet zijn van de sahel. maar dat in de eerste plaats hulde moet worden gebracht aan de glimlach en de energie van de bevolking daar, aan de bewonderenswaardige vrouwen en mannen die deze regio bevolken.

de jaren ‘70 en de intrieste beelden van uitgemergelde kinderen met een opgeblazen buik, omringd door een zwerm vliegen, liggen ver achter ons. verschrikkelijk. de verontwaardiging van een westerling die iets wil doen, zij het soms op onhandige wijze (ietwat paternalistisch), om arme mensen die sterven van honger “ter hulp te komen”. dit alles gaf mee de aanzet tot duurzame en ernstige acties zoals de oprichting van het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid.

veertig jaar later ziet alles en niets er anders uit. om de waarheid te zeggen, ‘hongersnood’ komt vaker voor. de publieke opinie die er inmiddels aan ‘gewend’ is geraakt, kijkt niet meer op. en het woord ‘Sahel’ doet denken aan miserie en armoede. intussen werden humanitaire acties georganiseerd, zowel op het niveau van de betrokken regeringen als op het niveau van de agentschappen: vroegtijdig waarschuwingssysteem om crisissen op te sporen en te voorkomen, aandacht voor ondervoeding, synergie van de verschillende actoren. maar het aantal endemische oorzaken is toegenomen. voortaan moet ook rekening worden gehouden met klimaatverandering en een ontregeld regenseizoen; met politieke instabiliteit zoals in mali; met sprinkhanenplagen en met een levensmiddelenmarkt die de familiale landbouwbedrijven niet veel oplevert… want landbouw blijft de eerste en belangrijkste activiteit van de bevolking van de sahel.

er is nog een andere oorzaak. net zoals in de meeste ontwikkelingslanden, en nu ook bij ons, kan de staatsschuld in de sahel de capaciteit van de staat om de diensten aan zijn bevolkingsgroepen te financieren, ernstige schade berokkenen. terwijl belgië op zijn beurt de bittere smaak van bezuinigen begint te ervaren, is de schuldenlast van de landen in het zuiden een groot probleem. met kleine gebaren kunnen wij, consumenten, bijdragen tot een meer rechtvaardige wereld. 'Fairtradeconsumptie' is daar een van. terwijl het aanbod 20 jaar geleden nog vrij beperkt was en alleen enkelingen belangstelling hadden voor fairtradeproducten, zijn deze nu in alle rekken van de supermarkten terug te vinden en kunnen ze bij de meeste consumenten op veel waardering rekenen.

maar vooral, laten we de glimlach en de waardigheid niet uit het oog verliezen…

de redactie

dimensie 3 I november-december 2012 3

edit

oria

al

Tweemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGD)

Redactie:DGDKarmelietenstraat, 15 B-1000 BrusselTel. +32 (0)2 501 48 81 Fax +32 (0)2 501 45 44E-mail : [email protected] • www.dg-d.be

Redactiesecretariaat:Elise Pirsoul, Jean-Michel corhay, chris Simoens

Layout en productie:www.mwp.be

De artikels geven niet noodzakelijk het officiële standpunt weer van DGD of van de Belgische regering. overname van de artikels is toegestaan mits bronvermelding en een kopie voor de redactie.Dimensie 3 verschijnt 5 maal per jaar om de 2 maanden, behalve in de zomer.Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.

Abonnement:Gratis in België. In het buitenland enkel de elektronische versie. 

dimensie3

mali - oogst van maïs die door de droogte werd aangetast

© Oxfam

Page 4: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Honderdduizenden kinderen met acute ondervoeding kre-gen een spoedbehandeling dankzij de steun van de interna-tionale gemeenschap. Voor de behandeling van de matige gevallen kwam die via het Wereldvoedselprogramma (WFP) en voor de zogenaamd 'ernstige' gevallen via UNICEF.

Op een overdekte speelplaats die dienst doet als wachtka-mer zitten een tiental mama’s met hun kindje in de armen.

dagelijks worden er een vijftigtal kinde-ren naar dit gezondheidscentrum in nia-mey gebracht, bijna allemaal met ernstige symptomen. “hoewel de raadpleging gra-tis is voor kinderen jonger dan vijf, komen er maar weinig moeders naar hier voor een routineonderzoek. dat is nochtans heel hard nodig en wordt ook aangemoe-digd door de nigerese overheid”, legt de verpleegster uit terwijl ze boubacar beluistert, een jongetje van 25 maanden dat in de voormiddag aankwam.al verschillende dagen moet hij braken en heeft hij hoge koorts. hij blijkt malaria te hebben en ver-toont symptomen van bloedarmoede. de verpleegster dient hem de nodige medicij-nen toe, waaronder een middel tegen para-sieten, en daarna weegt en meet ze hem.

80 cm en 8 kg, zijn armomtrek bevestigt wat overduidelijk was als je ziet hoe zieke-lijk hij eruitziet: “Dit jongetje lijdt aan onder-voeding. We ontdekken dagelijks gemiddeld tien gevallen. Bij acht onder hen is dat een matig acute vorm van ondervoeding, maar twee lijden aan ernstig acute ondervoeding, zoals ook de kleine Boubacar.”

Plump'y Nutals hij geen symptomen van malaria had vertoond, was de ernstige voedseldefici-entie van dit kind misschien nooit ontdekt.

er worden nochtans in het hele land grote campagnes gevoerd om ondervoeding op te sporen en aan te pakken, voornamelijk dankzij de gezamen-lijke inspanningen van het wFP voor de matig

acute ondervoeding en van UniceF voor de ernstigere gevallen. vreemd genoeg vinden die hier in de hoofdstad statis-tisch gezien de minste weerklank bij de

bevolking. volgens bintou, manager voor het wFP, “zijn de mensen in Niamey noch-tans hoger opgeleid dan in de rest van het land, maar in plaats van elke maand op rou-tineconsult te komen om er zeker van te zijn dat hun kind gezond is, vinden veel ouders het zelfs niet nodig om naar een gezond-heidscentrum te gaan als het kind echt ziek is. De meeste mensen gaan liever recht-streeks naar de apotheek en vertrouwen volledig op zelfmedicatie, wat nochtans niet zonder gevaar is.”boubacar kon worden gered: hij mag weer naar huis met zijn mama. omdat er bij hem geen complicaties waren en hij de eetlusttest met succes doorstond (tij-dens het volgende halfuur heeft hij gege-ten en gedronken zonder over te geven), mag zijn behandeling tegen malaria thuis worden voortgezet en moet hij na een week terugkomen naar het centrum voor een controle. zijn mama krijgt zijn porties Plump’y nut (verrijkte aanvullende voe-ding op basis van pindapasta), verstrekt door UniceF, en maakt plaats voor een andere. de consulten mogen maximum 10 tot 15 minuten duren.

Polygamieover het hele land zijn veel kinderen ondervoed. ondervoeding komt zelfs voor in gezinnen met voldoende bestaansmid-delen. zoals de wFP-voedingsdeskundige

De meeste ouders beseffen niet dat heel jonge kinderen aangepaste voeding nodig hebben.

© EU / Ked

idja M

ossi

ondervoeding troeFOP BezOeK in een gezOnDHeiDScentruM in niAMeY

4 november-december 2012 I dimensie 3

Page 5: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

het Rode Kruis waakt over voeding

Dvoor alle dorpen samen werden in het district 211 gezondheidscomi-tés opgericht. elk van die comités bestaat uit tussenpersonen uit de eigen gemeenschap, waaronder een vroedvrouw, samen met 2 tot 3 vrijwilligers van het malinese Rode Kruis. deze sterk verankerde lokale

structuren werden getraind om gevallen van ondervoeding op te sporen en aan te pakken. verschillende bewustmakingsacties proberen het voedingsgedrag van de dorpelingen te veranderen. tegelijk wordt het belang van hygiëne benadrukt en de daarmee gepaard gaande sanering van de waterpunten. het project legt dus sterk de nadruk op preventie en vorming in goede praktijken. dat zal zeker zijn vruchten afwerpen, maar jammer genoeg niet verhinderen dat er steeds meer gevallen van acute ondervoeding bijkomen.“Door de voedselcrisis steeg in september dit jaar het aantal kritieke gevallen fenome-naal. September is de moeilijkste maand omdat de voorraden dan zijn uitgeput en we moeten wachten op het begin van de oogst in oktober”, legt naziha el moussaouila, de belgische manager van het project, uit. in de Eenheid voor Herstel en Intensieve Voe-dingsvoorlichting zijn een tiental heel sterk verzwakte kinderen opgenomen, samen met hun moeder. ze zullen niet allemaal kunnen worden gered, want hun toestand van ondervoeding gaat gepaard met ernstige complicaties, zoals mazelen, longontsteking of tuberculose. “Vorige week waren er vijf sterfgevallen. Vandaag zijn er twee kindjes zeer erg aan toe.” het ene is een jongetje van amper een jaar oud waarvan de moeder is overleden en dat samen met zijn vier andere broertjes en zusjes aan zijn grootmoe-der was toevertrouwd. “Hij werd twee dagen geleden naar het Rode Kruiscentrum gebracht met een ernstige longontsteking, sterke vermagering en vochtophoping. Zijn bovenlichaam is nog steeds mager, maar de zwelling van zijn benen konden we al weg-werken.” het andere is een meisje van twee met een overduidelijke groeiachterstand dat hier sinds drie weken wordt verpleegd. “We hebben haar behandeld voor onvol-doende zuurstofopname in de longen, maar we vrezen dat ze eigenlijk aan tuberculose lijdt. We gaan haar dus isoleren.” gelukkig kunnen veel kinderen worden gered, maar er zijn er ook veel bij wie de nasleep zich levenslang zal doen voelen. zoals de verte-genwoordigster van het Rode Kruis ons uitlegt “haalt een ondervoed kind zijn energie uit wat hem rest aan vetvoorraad, daarna kan het alleen maar levenskracht putten uit zijn spieren en ten slotte uit zijn vitale organen. Bij kinderen onder de twee jaar is de hersen-schade bijvoorbeeld onomkeerbaar.” Jt

Met de steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking versterkt het Belgische Rode Kruis de capaciteit van de Malinese afdeling van zijn Internationale Beweging in het district Barouéli. Het project, dat in 2010 werd opgestart, wil vooral een lokale aanpak van de ondervoeding binnen de eigen gemeenschap mogelijk maken.

Door de voedselcrisis steeg in september dit jaar het aantal kritieke gevallen fenomenaal.

nAziHA el MOuSSAOuilA

© DGD / Joë

l Tab

ury

aangeeft, “is vooral bij kinderen onder de twee jaar de gebrekkige toegang tot voed-sel niet de enige factor die ondervoeding veroorzaakt. De meeste ouders beseffen niet dat hun kinderen tussen de leeftijd van zes maanden en een jaar aangepaste voeding nodig hebben. Dat zit niet in de Nigerese cul-tuur. In plaats van speciaal voor hen gemaakt voedsel zoals fruit- of groentepapjes, eten baby’s gewoon mee met de ouders. Die te sterk gekruide maaltijden zijn niet geschikt voor zulke jonge kinderen.”de voedselcrisis van dit jaar verergert dus alleen maar het probleem van de chroni-sche ondervoeding die in niger meer dan een kind op drie treft. dit onheil laat zich niet zo gemakkelijk bestrijden, erkent de wFP-deskundige, zelf nigerese, “want het is echt een heel complex probleem. Het vraagt heel wat bewustmaking en investe-ring in preventie. Vooral van belang is dat vrouwen meer tijd hebben om zich met hun kinderen bezig te houden. Door de grote armoede moet het aantal geboorten abso-luut naar beneden. Gezinsplanning wordt aangemoedigd, maar slechts 23 % van de vrouwen gebruikt voorbehoedmiddelen, die nochtans volledig gratis zijn. De sociale en culturele structuur is niet bevorderlijk voor een mentaliteitsverandering. De wijd-verbreide polygamie legt een bijkomende druk op vrouwen, die in de ogen van de schoonfamilie heel vruchtbaar moeten zijn in vergelijking met de andere mede-echt-genotes van de man.”

wanneer een crisis zich aandient, wordt er veel geld vrijgemaakt voor de spoedbe-handeling van kinderen van wie het leven bedreigd wordt door acute ondervoeding. maar om de onderliggende oorzaken van chronische ondervoeding te bestrijden zijn voortdurende investeringen nodig op lan-gere termijn, met een ontwikkelingsbeleid dat sterker inzet op onderwijs.

JOel taburY

Boubacar is gered, hij kan terug naar huis met zijn mama.

© DGD / Joë

l Tab

ury

SaheL

dimensie 3 I november-december 2012 5

Page 6: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

870.000.000Geïndustriali-seerd land

Laag Ernstig Alarmerend Extreem alarmerend

GematigdGeen gegevens

h oewel het aantal chronisch ondervoede mensen sterk gedaald is de voorbije twee decennia, mag er in de ont-

wikkelingslanden niet getreuzeld wor-den om het hongerprobleem aan te pakken. dat schrijven de vn-voedsel- en landbouworganisatie Fao, het internatio-naal landbouwontwikkelingsfonds iFad en het wereldvoedselprogramma wFP in hun jaarlijkse analyse van de wereld-wijde voedsel(on)zekerheid.volgens een nieuwe schatting, gebaseerd op verbeterde data en rekenmethoden, lijden vandaag bijna 870 miljoen men-sen honger. daarvan leven 852 miljoen mensen in ontwikkelingslanden in azië en afrika. in 20 jaar tijd steeg het aantal hongerlijdende afrikanen van 175 naar 239 miljoen mensen. met 30% minder hongerlijders gaat het wel de goede rich-ting uit in azië.de Millenniumdoelstelling schrijft een hal-vering van het aantal hongerlijders voor tussen 1990 en 2015. als de honger aan

hetzelfde tempo uit de wereld blijft ver-dwijnen, stranden we in 2015 op 12,5% hongerlijders in plaats van de beoogde 11,6%. dat is beter dan verwacht, maar niet goed genoeg.in een wereld met ongeziene technolo-gische en economische mogelijkheden, vindt de vn het onaanvaardbaar dat meer dan 100 miljoen kinderen jonger dan vijf ondervoed zijn. elk jaar sterven hierdoor meer dan 2,5 miljoen kinderen. “De inter-nationale gemeenschap heeft de kennis en de middelen om alle honger en ondervoe-ding uit de wereld te bannen”, zo bena-drukt de vn.daarvoor is economische groei nodig, al volstaat dat niet. aangezien de meeste armen afhankelijk zijn van landbouw is ook groei nodig bij de kleinschalige voedselproducenten. maatregelen als voedselbonnen en een ziekteverzekering vormen een noodzakelijk vangnet voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. het vraagstuk rond voldoende voedsel mag de aandacht niet afleiden van gezonde

voeding want obesitas is evengoed een probleem in ontwikkelingslanden, leert het vn-rapport.

Bron : VILT.be

Eén op acht mensen is chronisch ondervoed. Toch brengt het VN-rapport ‘The State of Food Insecurity in the World’ ook goed nieuws. Tussen 1990 (18,6%) en 2007 (12,5%) is het aantal hongerlijders sneller gedaald dan voorspeld werd. Sinds 2007 stokt het zodat de VN-organisaties FAO, IFAD en WFP staten vragen om een tandje bij te steken om de Millenniumdoelstelling te halen.

Bijna 870 miljoen mensen zijn chronisch ondervoed

meeR INFO :www.fao.org/publications/sofi/en/

© IF

PRI - G

lobal Hun

ger Index

SaheL

Global hunger index 2012

6 november-december 2012 I dimensie 3

Coalitie tegen de Honger geeft tips aan parlementairenOp Wereldvoedseldag – 16 oktober 2012 – stelde de Coalitie tegen de Honger drie actiepunten voor in het federale parlement: voedselspeculatie aan banden leggen, een coherent beleid en aangepast kre-diet voor familiale landbouw. Zo zouden financiële investeerders die niet tot de voedingsmiddelensector behoren, geen toegang mogen krijgen tot landbouw-markten. En als België officieel de familiale landbouw steunt, waarom stemt ze in de VN dan tegen een voor-stel dat net die familiale landbouw wil beschermen? Ambitieuze boeren in het Zuiden – tussen de zeer kleine boeren en de grote ondernemingen in – zou-den voordelig krediet moeten krijgen van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO). De aanwezige parlementairen – onder wie Fran-çois-Xavier de Donnea en Herman De Croo – kregen ook tips mee over hoe ze kunnen helpen om die drie punten te verwezenlijken. In hun toespraak bevestig-den de parlementairen alvast hun steun. De Coalitie tegen de Honger is een groepering van 16 Belgische ngo’s dat gefinancierd wordt door het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid. CS

Page 7: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

870.000.000Geïndustriali-seerd land

Laag Ernstig Alarmerend Extreem alarmerend

GematigdGeen gegevens

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de voedselcrisissen in de Sahel? en hoe kan de bevolking zich ertegen wapenen?in het verleden werden voedselcrisissen in de sahel meestal veroorzaakt door productietekorten die te wijten waren aan laattijdige regenval of de geringe omvang ervan in een regio waar 95% van de landbouw volledig van neerslag afhankelijk is. de laatste jaren hebben de crisissen een andere gedaante aan-genomen. van een crisis inzake beschik-baarheid – levensmiddelen zijn niet op de markt beschikbaar vanwege een pro-ductietekort – zijn we aanbeland in een crisis inzake toegankelijkheid – levens-middelen zijn beschikbaar, maar tegen onbetaalbare prijzen. in 2012 lagen de voedselprijzen nog steeds zeer hoog, vergeleken met het gemiddelde van de laatste 5 jaar. in december 2011 waren de voedselprijzen in niger en tsjaad met 30 à 40% gestegen en in mali en burkina Faso zelfs met 50 à 60%. in bepaalde gebieden in mali bedroeg de prijsstij-ging zelfs meer dan 90%. deze trend zette zich in 2012 door. zestig procent van de bevolking koopt voedsel op de markt en de meest kwetsbare groepen besteden meer dan 80% van hun inko-men aan voedsel. het aspect ‘inflatie/prijs’ heeft een grote impact gekregen.

daarnaast spelen nog andere, meer con-juncturele factoren, met name de daling van de migrantentransfers. het bedrag van de migrantentransfers is sterk gedaald door de opeenvolgende crisissen in de gastlanden, met name de financiële crisis in heel europa. in de subregio sloeg de crisis nog feller toe door de instabiliteit die er momenteel heerst in niger, mali, maar ook in het noorden van nigeria waar de grenzen om veiligheidsre-denen werden gesloten.door een samenloop van fac-toren, bovenop de al extreme kwetsbaarheid van de bevol-kingsgroepen in de sahel, komt de crisis in 2012 bijzon-der hard aan. de cijfers spre-ken voor zich: in een, tussen aanhalingstekens, ‘normaal’ jaar sterven om en bij 300.000 kinderen van honger in de sahel! dit jaar kampten 18 miljoen men-sen dagelijks met een voedseltekort! om uit deze helse cirkel van crisissen te gera-ken, moet er in de landbouw op een duur-zame maar ook andere manier worden geïnvesteerd. de afgelopen jaren werd vooral geïnvesteerd in exportgewassen – koffie, cacao, katoen, aardnoten – wat ten koste ging van de teelt van voedings-gewassen. ik wil eraan herinneren dat in 2013 de tiende verjaardag van de Top van

Maputo wordt gevierd – 56 staatsleiders van de Afrikaanse Unie gingen de verbin-tenis aan om ten minste 10% van hun nati-onale begroting aan landbouw te besteden. tien jaar later heb-ben vermoedelijk nog geen 10 landen deze doelstelling bereikt. er moet dringend pri-oritair op gezinslandbouw worden ingezet. wanneer

zich om de twee jaar een crisis voordoet, is het voor de mensen trouwens onmoge-lijk om hun voorraden, kapitaal en veesta-pel telkens weer aan te vullen. ze zakken dan ook alsmaar dieper in de armoede weg. het is dus van groot belang pro-gramma’s voor sociale bescherming op te zetten om de meest kwetsbare groe-pen de mogelijkheid te geven zich tegen dergelijke schokken te wapenen.

Hoop voor de

SAHEL

dit jaar kampten 18 miljoen mensen dagelijks met een voedseltekort!

Sinds 2005 werd de Sahel op zeven jaar tijd vier keer getroffen door een voedselcrisis. Volgens Eric Hazard, verantwoordelijke van de GROW-campagne van OXFAM voor West-Afrika, is hier niet zozeer sprake van toeval dan wel van een vicieuze cirkel omdat de kwetsbaarheid van de bevolking almaar toeneemt. We hadden een gesprek met hem.

©  B

éatrice Petit

SaheL

dimensie 3 I november-december 2012 7

Page 8: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

ten slotte moeten er ook voedselvoorra-den worden aangelegd om schokken van dergelijke omvang te kunnen opvangen. al te veel landen in de sahel hebben maar uiterst kleine voorraden.

grootschalige investeringen in de landbouw, zegt u. is het mogelijk om in de Sahel aan agro-ecologie en agro-bosbouw te doen?in de regio lopen al een aantal pilootpro-jecten zoals het opmerkelijke Songhai Centre in benin (zie dimensie 3, 2/2011). ik denk dat zoiets ook in de sahel mogelijk is, maar we stellen ons beter de volgende vraag: “Zullen de staten bereid worden gevonden om hierin te investeren?”wat de resultaten betreft van de fami-liale bedrijven en van de bedrijven die aan agro-ecologie of agro-bosbouw doen, heb ik niet de indruk dat de grote agro-industriebedrijven het zoveel beter doen qua rendement en productiviteit, rekening houdend met de grootschalige investeringen die vooraf moesten wor-den gedaan.60 à 70% van de bevolking in de sahel leeft van de landbouw en wordt al decen-nia lang volledig aan haar lot overgela-ten. desondanks hebben deze mensen opmerkelijke inspanningen geleverd om in een barre omgeving te kunnen overle-ven en zijn ze er zelfs in geslaagd tot de voedselzekerheid van de hele subregio bij te dragen. ze hebben dus wel dege-lijk iets verwezenlijkt en het is dan ook de hoogste tijd om komaf te maken met de bewering dat deze familiale bedrijven verouderd zijn. er is inderdaad nood aan modernisering van deze kleine bedrij-ven van 2 à 3 hectare: door de klimaat-verandering dreigt hun rendement te dalen. maar met een klein beetje steun worden ze misschien weer leefbaar en rendabel! ivoorkust is een van de groot-ste cacaoproducenten van de wereld en een belangrijke koffieproducent. west-afrika was lange tijd een van de belang-rijkste katoenproducenten ter wereld: al deze producten werden door familiale bedrijven geteeld. nu is misschien het

moment aangebroken om in de teelt van voedingsgewassen te investeren. tal van landen zijn voor hun voeding immers aangewezen op de import van landbouw-producten of agro-industriële producten. gezien de stijging van de voedselprijzen, is deze afhankelijkheid in strijd met de duurzaamheidsvereiste. we kunnen ons trouwens de vraag stel-len of het wel zo’n goed idee is intensieve landbouwsyste-men te blijven ver-dedigen waarbij veel meststoffen en machines worden gebruikt. op mid-dellange of lange termijn brengt deze werkwijze kosten met zich, met name voor aanpassing aan de kl imaatverande-ring, en dit wereldwijd. om de afhanke-lijkheid van de internationale markten te verminderen, moet er opnieuw worden geïnvesteerd in lokale productiesys-temen die voedselzekerheid dan wel voedselsoevereiniteit garanderen. in de huidige klimaatomstandigheden is het van het grootste belang ervoor te zorgetn dat de landbouwproducties worden aan-gepast aan de beperkingen op milieuge-bied en ik denk dat de agro-ecologie het middel kan zijn om deze aanpassing te bewerkstelligen.

Op welke manier heeft de klimaatverandering nu al een negatieve impact op de situatie?de sahel kampt met steeds grotere kli-maatschommelingen. er wordt van uitge-gaan dat de temperatuur tegen 2050 met 2 à 4 graden zal stijgen, wat de graanteelt kan doen afnemen met 20 à 50% en de teeltperiode met 20% kan inkorten. er zul-len meer droogteperiodes zijn, de regens zullen langer uitblijven terwijl de regen-buien soms heviger zullen zijn en elkaar sneller zullen opvolgen. er moet dus werk worden gemaakt van de aanpassing aan

de klimaatverandering. het is zaak in de toekomst landbouwproductiemethodes te hanteren die hand in hand gaan met de natuur en met het behoud van het milieu – en volgens mij is net dat punt de inzet van de agro-ecologie vandaag. sinds de jaren 1980 worden, met name in burkina Faso, een aantal proeven gedaan om de bevolkingsgroepen in staat te stellen het hoofd te bieden aan extreme temperaturen

en droogtes: de kuilen waarin organische zaden worden geplant kregen een grotere diameter en werden dieper uitgegra-ven, om de graanpro-ductiviteit te verhogen. op die manier steeg het rendement met 300 tot 400 kilo per hectare. er zijn dus wel degelijk oplossingen, het komt er vooral op aan bedacht te

zijn op veranderingen en rampen die zich zouden kunnen voordoen als we werkeloos blijven toekijken.

Hoever staat het met de Great Green Wall, de grote groene muur? Wat zijn de verwachtingen?deze 15 km brede groene muur zou over 7.600 kilometer van dakar tot djibouti rei-ken. maar er is een groot probleem: de financiering ervan. tot nog toe hebben de Fao, de Global Environment Facility, de Convention to Combat Desertification van de vn en ook de europese Unie een eerste steunbedrag alsmede technische steun verstrekt, maar we zijn er nog lang niet en tal van donoren zien het prijskaartje van dit project niet zitten.mij lijkt het dat er hieromtrent nog veel onduidelijkheid heerst. de Great Green Wall wordt aangelegd als een duurzame groene zone die de verwoestijning moet tegengaan, maar de mensen begrijpen niet in welke mate dit een impact zal heb-ben op de verwoestijning en hoe alles in zijn werk zal gaan. momenteel bevindt het project zich in de 11 sahellanden nog in een pril stadium.

Hoop voor de

SAHEL

Vandaag stroomt 85 à 90% van het oppervlaktewater weg zonder dat er iets mee wordt gedaan!

©  B

éatrice Petit

8 november-december 2012 I dimensie 3

Page 9: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

tal van plannen en projecten die het werk zijn van jaren, wachten nog altijd op financiering, en dan gaat het om bedra-gen die veel lager liggen dan de kost-prijs van deze Groene Muur. ook zijn er nog veel vragen wat de lokale inbreng betreft. kortom, het project boekt weinig noemenswaardige vooruitgang en het is dan nog zaak het in overeenstemming te brengen met de Programma’s inzake Aan-passing aan Klimaatverandering.

is het technisch mogelijk water uit diepe grondlagen naar boven te halen?er is geen enkele reden waarom dat, uit een louter technisch oogpunt, in de sahel niet zou kunnen terwijl het in andere regio’s wereldwijd al gebeurt. het is vooral een kwestie van overdracht van expertise en van voldoende financiële middelen. toch kan ik me ook hier weer niet van de indruk ontdoen dat deze ingreep weliswaar “juist en technisch” oogt, maar dat de uitvoering ervan een stuk moeilijker ligt, terwijl er soms zeer eenvoudige oplossingen zijn die men links laat liggen.senegal werd onlangs getroffen door een groot aantal overstromingen. niet alleen dakar stond onder water, maar ook tal van landbouwgebieden stonden blank. welnu, u moet weten dat dezelfde regio’s binnen 6 à 8 maanden met een waterte-kort zullen te kampen hebben wanneer in juni of juli 2013 begonnen wordt met de inzaai. U moet eens bedenken hoe-veel oppervlaktewater er jaarlijks in de sahel verloren gaat omdat er niets is om het op te vangen! er zou al kunnen worden volstaan met de bouw van kleine stuwdammen van bescheiden omvang, waterreservoirs, enz. maar al dat ele-mentaire werk moet nog gebeuren, en ondertussen gaat een enorme water-voorraad verloren. de sahel bevindt zich in een complexe situatie. altijd weer is er de verleiding om op zoek te gaan naar vernieuwing, naar de zoveelste ‘mirakeloplossing’, terwijl er eenvou-dige technische mechanismen zijn die al jaren geleden werden goedgekeurd

maar waarmee nooit aan de slag werd gegaan… vandaag stroomt 85 à 90% van het oppervlaktewater weg zonder dat er iets mee wordt gedaan!

er wordt almaar vaker gewag gemaakt van de impact van de bevolkingsgroei op de beschikbare voedselvoorraden. Op welke wijze kan de bevolkingsgroei een bedreiging vormen voor de voedselzekerheid?U moet het vanuit een ander oogpunt bekijken. om de demografische overgang in de sahellanden tot een goed einde te brengen – en gezinsplanning kan daar misschien toe bijdragen – mag je niet uit het oog verliezen dat de jonge leeftijd van de bevolking in de eerste plaats een ware troef is. de uitdaging waar we vandaag voor staan is: willen we de west-afrikaanse bevolking een toekomst in de subregio bieden, of willen we ze ertoe blijven aan-zetten te emigreren? in sub-sahara afrika zullen tegen 2025 330 miljoen jongeren op de arbeidsmarkt terechtkomen! daarvan woont 60% op het platteland! als er niets gebeurt houdt zulks een groot risico in, en niet alleen op het gebied van voedselze-kerheid. het is een bom die vroeg of laat zal ontploffen.

als we daarentegen op duurzame wijze investeren in onderwijs en gezondheid, als we er morgen in slagen de jongeren op het platteland in te zetten in de land-bouw, ze te betrekken bij concrete voed-selzekerheidsprojecten, kunnen ze hun steentje bijdragen aan de ontwikkeling van een landbouwsector die daar hard aan toe is. alleen al voor west-afrika, zal de landbouwsector tegen 2050 immers moeten kunnen voorzien in de voedsel-behoeften van 500 miljoen mensen! als je vandaag in een land zoals senegal het traditionele, nationale gerecht ‘poulet yassa’ bestelt, krijg je kip uit brazilië, uien uit nederland en rijst uit india of thailand voorgeschoteld. ik hoop dat het nationale gerecht van senegal binnen enkele jaren zal worden bereid met kip uit de regio van de rivier, uien uit de regio niayes, en rijst uit casamance. en ik denk dat de jonge-ren ons daarbij kunnen helpen.

opgetekend door  Jean-MicHel cOrHaY

ONLINeHet integrale gesprek met de heer eric Hazard is terug te vinden op : www.dg-d.be > Nieuws

©  o

XFA

M / E. H

azard

een enorme hoeveelheid oppervlaktewater gaat verloren omdat er vrijwel niets gedaan wordt om het op te vangen.

SaheL

dimensie 3 I november-december 2012 9

Page 10: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Uitweg uit de crisis?zo ver het oog reikt, uitgestrekte groene weiden waar kuddes gezapig grazen. weidse gierst- en sorghumvelden, klaar voor de oogst. eind oktober 2012 ontdek-ken we tijdens onze tocht door de sahel een landschap dat uit een prentenboek geplukt lijkt te zijn. een jaar eerder brak hier noch-tans een van de zwaarste crisissen uit die het gebied ooit heeft meegemaakt.

“In tegenstelling tot de laatste jaren was het regenseizoen inderdaad goed en tot nu toe worden de oogsten niet bedreigd door een sprinkhanenplaag… Insjallah”, zeggen de meeste kleine boeren die we onderweg tegenkomen, in senegal, mali of niger. laat ons hopen!maar of de voorraden graan die nu wor-den geoogst zullen volstaan om in de eigen behoeften te voorzien, daarover

durven maar heel weinig experten zich optimistisch uit te laten. volgens José luis Fernandez, coördinator van de nood- en herstelprogramma’s van de Fao voor de sahel, “werd in grote mate en tijdig gehoor gegeven aan de oproep die de staten in het gebied aan de internationale gemeen-schap richtten na de slechte oogsten van het afgelopen jaar, in tegenstelling tot de grote crisissen in het jaar 2005 en 2010.

Het is een werk van lange adem om in de Sahel de voedselonzekerheid te bestrijden en miljoenen mensen te redden uit de cirkel van crisissen die het gebied herhaaldelijk teisteren. Het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid verleent steun aan programma’s die met acties op langere termijn de veerkracht van de meest kwetsbare groepen willen verhogen.

de helse cirkel van devoedselonzekerheid

doorbreken

©  D

GD / Joë

l Tab

ury

een goed regenseizoen heeft de aren van de sorghum tot 3 meter boven de grond doen oprijzen.

10 november-december 2012 I dimensie 3

Page 11: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Er konden helaas maar weinig middelen worden vrijgemaakt voor de capaciteits-opbouw van de lokale landbouw. Omvang-rijke investeringen in inputs en granen bijvoorbeeld hadden evenwel nog veel betere oogsten kunnen opleveren, zeker in dit relatief goede regenseizoen.”het afgelopen jaar moesten miljoenen mensen, vooral kinderen, met beperkte financiële middelen dringend worden behoed voor een hongersnood. de expert weet dat dit een prioriteit was, maar op basis van recente objectieve gegevens van de vroegtijdige waarschuwingssyste-men (zie p. 20) voorspelt hij dat “in tal van regio’s van de Sahel de voorraden in 2013 snel uitgeput zullen zijn en dat miljoenen mensen opnieuw met voedselonzekerheid zullen worden geconfronteerd.”

Veerkracht verhogen“De veerkracht van de bevolking in de Sahel verhogen, met andere woorden ervoor zorgen dat tegenslagen zoals een slechte oogst of de stijging van de basisvoedselprijzen niet lan-ger uitmonden in een grotere crisis, dat is de grote uitdaging voor de bevolkingsgroepen in de Sahel”, zegt thomas Yanga, regionaal directeur van het wFP voor west-afrika. voed-selzekerheid hangt namelijk niet alleen af van de land-bouwproductie, maar ook van de markten. zelfs in jaren met voldoende neerslag worden de kwetsbare mensen, die niet voldoende kunnen produce-ren, uitgesloten vanwege hun zwakke koopkracht.

Duurzame resultatensinds 2006 werkt belgië – met name het Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid (bFvz) - in de regio dosso in niger met een vernieuwend programma voor decentralisatie (Pamed). bedoeling is de veerkracht van de kwetsbare bevolkingsgroepen te verho-gen. Uitvoering ligt in handen van de belgi-sche technische coöperatie (btc).de resultaten in 41 gemeenten van deze regio met een oppervlakte zo groot als belgië en ongeveer 2 miljoen inwoners zijn overtuigend. in de geest van de ver-bintenissen van de Verklaring van Parijs worden zo goed als alle menselijke, materiële en financiële middelen van het programma gezamenlijk beheerd door belgië en de nigerese autoriteiten. de gemeenten wordt expertise bijgebracht op vlak van openbare dienstverlening en

lokale ontwikkeling opdat ze de kwets-baarheid van de armste mensen in het gebied kunnen verminderen.concreet werden 140 graanbanken opgericht, waarvan 11 intercommunale graanbanken. om en bij 30.000 gezinnen maken gebruik van deze graanbanken die voor 85% door vrouwen worden beheerd. eind oktober zijn alle voorraden de deur uit. zoals in het dorp karra waar mevrouw diallo als voorzitster van het beheers-comité van het dorp ons een kijkje laat nemen in de intercommunale graanbank: “De overbruggingsperiode van 4 maanden – de periode tussen 2 oogsten in - is bijna om. Met de nieuwe oogsten in het vooruit-zicht gaan we in de komende maand het bedrag van 10.000 euro dat we in reserve hebben, opnieuw investeren in de aankoop van rijst, mais en gierst”, legt ze ons uit. “We kopen het graan aan bij het begin van de oogst om de beste marktprijs te krijgen en we slaan het gedurende maanden op in deze bank, een grote hangar. Wanneer de

gezinsvoorraden op zijn en de overbrug-gingsperiode begint, moeten de gezinnen zich op de markt bevoorraden. Maar de prijzen schieten altijd de hoogte in op het ogenblik dat er in het land minder graan-voorraden beschikbaar zijn en er vanuit het naburige Benin zelfs graan moet worden aangevoerd. We zetten dan onze deuren open en houden de prijzen voor de meest kwetsbare gezinnen die niet de middelen hebben om toegang te krijgen tot de mark-ten op een redelijk niveau. Ik zal een voor-beeld geven: de tia (zak van 2,5 kg gierst) werd de afgelopen maand in de winkeltjes

voor 700 CFA-frank verkocht terwijl wij tij-dens de moeilijkste maanden een prijs van 525 CFA-frank vroegen. Sinds de opening van deze graanbank in 2010 maken we maar weinig winst, maar toch voldoende om elk jaar de voorraden aan te vullen die tijdens de meest kritieke periodes ter beschikking worden gesteld van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.”het bFvz startte ook andere initiatieven op zoals 18 groenteteeltgebieden of 25 inputwinkels.

Globale strategievolgens de regionaal directeur van het wFP voor west-afrika “moet de internati-onale gemeenschap zich op lange termijn engageren en een coherent ontwikke-lingsbeleid uitstippelen om de helse cir-kel te doorbreken waarin de Sahel gevan-gen zit. Dat is slechts mogelijk wanneer de regeringen van de regio de nodige politieke wil tonen en duidelijke kaders uittekenen waarmee de ontwikkelingsor-

ganisaties en al wie bij noodsi-tuaties betrokken is hun acties beter kunnen coördineren. De meeste Sahel-landen zijn op de goede weg. Aangezien de financiële middelen beperkt zijn – en in de toekomst nog verder zullen worden terug-geschroefd vanwege de eco-nomische crisis waarmee de meeste donoren moeten afre-kenen – zijn partnerschap-pen tussen de agentschappen absoluut noodzakelijk. Deze moeten dan ook worden aan-gemoedigd in overleg met de lokale gemeenschappen en begunstigden.”met het initiatief AGIR Sahel (Global Alliance for Resilience Initiative) heeft de europese commissie net een sterk sig-naal gegeven. deze roadmap met ambitieuze doelstellin-gen legt de basis voor een nieuw partnerschap tussen

de verschillende regeringen, humani-taire organisaties, vn-agentschappen en andere internationale organisaties zoals de wereldbank, de afrikaanse ontwik-kelingsbank, de organisatie van de isla-mitische samenwerking, en de twee regi-onale organisaties cedeao en Uemoa. hoofddoelstelling: alles in het werk stel-len opdat de bevolkingsgroepen in de sahel in de toekomst beter gewapend zijn tegen droogteperiodes. Insjallah, zou-den de bevolkingsgroepen in de sahel in koor zeggen.

JOël taburY

de veerkracht van de bevolking in de Sahel verhogen, dus ervoor zorgen dat tegenslagen zoals een slechte oogst of prijsstijgingen niet langer uitmonden in een grotere crisis, dat is de grote uitdaging voor de bevolking in de Sahel.

dimensie 3 I november-december 2012 11

SaheL

Page 12: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

3 Miljoenen mensen redden van hongers-nood is een uitdaging die onmogelijk

alleen door de structuren van de Sahelstaten kan worden aangegaan. De leiders van deze staten beschikken over zeer weinig mid-delen, zodat een oproep tot internationale hulp meestal onvermijdelijk is. Afgezien van Senegal, waar de machthebbers zich aan de vooravond van de presidentsverkiezingen niet geroepen voelden openlijk de voortekenen van de crisis te onderkennen, legden alle regerin-gen van de regio vrij snel de nodige politieke wil aan de dag om hun bevolking te helpen overleven. Niger, het land dat samen met Tsjaad het zwaarst getroffen werd, nam als eerste de nodige initiatieven.

4 De grote agentschappen van de VN, met name het Wereldvoedselprogramma

WFP, de Voedsel- en Landbouworganisatie FAO en het Kinderfonds UNICEF, hebben zich ertoe verbonden de lokale overheden van de betreffende landen te helpen om de voedsel- onzekerheid in kaart te brengen. Eens de belangrijkste kwetsbaarheden waren geïdentificeerd, maakte elke inter-nationale organisatie, behorend tot de VN, een ngo of het Internationale Rode Kruis (ICRC, IFRC), een eerste evaluatie van de financiële en humanitaire noden.

alarm in de Sahel !

Van een snelle reactie op een crisis hangt zoveel af! In de Sahel kampten meer dan 18 miljoen mensen met voedselonzekerheid en waren meer dan 1 miljoen kinderen ernstig ondervoed. Hoe komt

een humanitaire hulpoperatie tot stand?

4eVaLUatIe VaN De NODeN Om De meeSt KWetSBaReN te heLPeN

3OPROePeN tOt INteRNatIONaLe hULP

2eaRLy WaRNING SyStemS (eWS)

1heRhaaLDe SaheLcRISISSeN

© curt carne

mark / Th

e World Ban

k

1 Het is verontrustend dat voedselcrisis-sen steeds vaker de Sahelregio treffen.

Zo maakt Niger zijn derde crisis in vijf jaar tijd door. De regeringen van de landen uit deze regio werden zich bewust van het probleem. Er kwamen nationale structuren en een regionaal orgaan voor toezicht, die het thans mogelijk maken een crisis aan te pakken met de technische ondersteuning van de grote agentschappen van de Ver-enigde Naties (VN).

2 Gebieden die mogelijk zullen worden getroffen door tekorten in de landbouw-

productie of door een sprinkhanenplaag moe-ten zeer snel te onderkennen zijn. Daarom werden de laatste jaren early warning sys-tems (EWA) ingesteld, met de steun van alle humanitaire en ontwikkelingspartners die in de Sahelregio aanwezig zijn. Over het algemeen zijn het de lokale actoren die alarm slaan. Vorig jaar kon tijdens het regenseizoen, dat gewoon-lijk van juli tot oktober duurt, aan de hand van het vastgestelde regentekort met zekerheid worden voorspeld dat vanaf november 2011 zeer magere oogsten te verwachten waren in een groot gedeelte van de Sahel.

een road map voor humanitaire hulp

12 november-december 2012 I dimensie 3

Page 13: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

7SectORaLe cOöRDINatIe VaN De hUmaNItaIRe ReSPONS

5 OCHA, het agentschap dat verantwoor-delijk is voor de humanitaire coördina-

tie voor alle partners op het terrein (afgezien van het ICRC en de IFRC), zet vervolgens het geheel van de noden om in ‘geconsolideerde oproepen’ voor ieder land. Zo bereikt het meer transparantie en vermijdt het dat meer-dere actoren oplossingen zouden ontwikkelen voor dezelfde noden. Met het oog op meer samenhang en een betere coördinatie van de hulp hebben de belangrijkste humanitaire agentschappen de Regional Food Security and Nutrition Working Group opgericht, ten einde een beter inzicht te verwerven in de regionale dimensie van de crisis.

6 De middelen die nodig zijn om een crisis van dergelijke omvang het hoofd te kunnen

bieden, kunnen niet onmiddellijk worden gestort door de donoren – in de meeste gevallen onze regeringen. Ze moeten natuurlijk de gecon-solideerde oproepen van OCHA eerst willen beantwoorden, maar daarnaast dienen ze zich ook te houden aan hun eigen regelgeving. Sub-sidies kunnen niet zomaar worden uitgegeven, maar moeten vaak tijdrovende procedures van begrotingscontrole doorlopen.Om de humanitaire donoren de kans te geven zo snel mogelijk op de uitdagingen te reageren, kreeg OCHA in 2006 een Central Emergency Response Fund (CERF) toegewezen door de Algemene Vergadering van de VN. Deze financi-ele reserve, die jaarlijks door de donoren, waar-onder België, wordt aangevuld, vormt een flexi-bel instrument voor een humanitaire respons die per definitie dringend is. Andere gelijkaardige fondsen werden samengesteld door de Rode Kruis- en Rode Halve Maan-bewegingen, met name het Disaster Relief Emergency Fund (DREF), en het Special Fund for Emergency and Rehabilitation Activities van de FAO.

7 De Cluster Approach versterkt de inter-nationale humanitaire gemeenschap

door ze meer gestructureerd, verantwoorde-lijker en professioneler te maken, zodat ze een betere partner kan zijn voor de ontvangende regeringen, de lokale autoriteiten, de lokale civiele samenleving en de getroffen bevol-king. Deze coördinatie geldt niet alleen voor de VN-agentschappen, maar voor alle leden van het Inter-Agency Standing Committee (IASC), dus ook de Rode Kruisbeweging en de ngo’s. In elk land dat door de crisis wordt getroffen zorgt een humanitaire coördinator voor de coördinatie van de respons van de verschillende actoren. Dat gebeurt via verga-deringen per sector: gezondheid, landbouw, voeding en zo meer.

JOël taburY

6VRIjmaKeN VaN De NODIGe mIDDeLeN VIa GecONSOLIDeeRDe OPROePeN eN FLexIBeLe FONDSeN

5hUmaNItaIRe cOöRDINatIe

© Rita

 Willae

rt

dimensie 3 I november-december 2012 13

SaheL

Page 14: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

© curt carne

mark / Th

e World Ban

k

water is een uiterst kostbaar goed, zeker in de sahel. toch blijft 85 à 90% van het oppervlaktewater onbenut. het stroomt weg zonder dat er iets mee gedaan wordt. een beter waterbeheer is één van de oplossingen voor de problemen van de sahel.

14 november-december 2012 I dimensie 3

SaheL

Page 15: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

tHeMatiScHe ficHe

CRISIS In de Sahel

Al sinds de jaren 70 zorgen droogtes regelmatig voor hongersnood in de Sahel. De crisissen komen de laatste jaren zelfs vaker voor. Hoe komt het dat na 40 jaar inspanningen de situatie alleen lijkt te verergeren?

Wat IS De SaheL?De Sahel is een halfdroog overgangsgebied tussen de Saharawoestijn in Noord-Afrika en het tropische Afrika met zijn weelderige savannes en vochtig evenaarswoud. Het strekt zich uit van de Atlantische Oceaan met Senegal, over Mali, Mauritanië, Burkina Faso, Mali, Niger, Nigeria en Tsjaad tot Soedan. Daaronder zijn drie partnerlanden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking: Senegal, Mali en Niger. Vooral de laatste twee zijn typische arme Sahellanden. De plantengroei in de Sahel bestaat uit grassen, struiken en verspreide grote bomen zoals baobab en acacia. Een savanne dus, die wel met de jaren schraler wordt.

Het Verleden5.000 jaar al – naar men vermoedt - kent de Sahel afwis-selend perioden van droog en eerder nat. de bevolking paste zich aan. In de noordelijke droogste gebieden woonden nomaden. Ze trokken met hun vee rond op zoek naar graasland. In de zuidelijke vochtiger streken deed men aan landbouw, volgens het systeem slash-and-burn. de boeren maakten land vrij om onder meer gierst te zaaien. Na een tijdje lieten ze de velden weer aan de natuur over en maakten ze een ander stuk land vrij. pas na vele jaren keerden ze naar het oorspronkelijke land terug dat zich voldoende kon herstellen. Beide groe-pen werkten ook samen. Nadat de boeren hun oogst hadden binnengehaald, lieten de nomaden hun vee gra-zen op de velden. de dieren deden er zich te goed aan de gewasresten en bemestten tezelfdertijd het land. Melk en vlees werden geruild voor granen. dit systeem werkte gedurende vele honderden jaren, hoewel de mensen ook toen moeilijke droge periodes moesten overbruggen.

natuurliJKe inVlOedSinds het einde van de jaren '60 valt er veel minder regen, wellicht omdat de oceanen warmer worden. Als bijvoorbeeld het zeewater in de Golf van Guinea – in de oksel van West-Afrika – warm is, stroomt er min-der vochtige lucht naar de Sahel. Hoe dan ook, door

de droogte waren de jaren '70 tot '74 echte rampja-ren voor de Sahel. Sindsdien volgen de hongersnoden elkaar op, recent nog in 2005, 2010 en 2012. volle-digheidshalve: het zuiden van de Sahel wordt geregeld geteisterd door zware overstromingen. en af en toe zijn er gigantische sprinkhanenplagen.

MenSeliJKe factOrenToch zijn de hongersnoden zelf eerder het gevolg van een kluwen aan menselijke factoren.

De DRIe VOORNaamSte ZIjN :(1) de regio kent een enorme bevolkingsgroei. Niger heeft de hoogste vruchtbaarheid ter wereld: 9 kinderen per vrouw. de bevolking groeit er met 3,3% per jaar. dat is natuurlijk niet houdbaar. Maar de keuze om veel kin-deren te hebben heeft ook te maken met armoede en de hoge kindersterfte. Kinderen zijn een verzekering voor de oude dag en een hulp op het veld.

(2) veel mensen zijn arm, sommigen extreem arm. de extreem armen – de meest kwetsbaren – kunnen zelfs maar een deel van hun voedsel zelf kweken. Het tekort moeten ze kopen, meestal in het tussenseizoen – tus-sen twee oogsten in – als de prijzen door de schaarste duurder zijn. overigens hebben ze ook andere kosten: voor huwelijken, begrafenissen, gezondheidszorg… Waar halen ze het geld vandaan? veel mannen en kin-deren trekken naar landen zoals Libië en Ivoorkust (en europa) om er te werken. Het geld dat ze opsturen is levensnoodzakelijk voor de achtergebleven families. Sommigen zoeken het minder ver: ze werken op het land van meer gegoede boeren. of ze verkopen wat artisanale producten, geplukte kruiden en vruchten, een deel van hun land of van hun oogst. In nood kun-nen ze geld lenen, maar zo raken ze in de schulden.

In volle voedselcrisis (juli 2012) heeft deze markt voldoende voedsel te bieden. Maar de kwetsbaren hebben geen geld om het te kopen. velen zijn gedwongen om vee te verkopen

© Europ

ean Union

Welke uitwegen voor de Sahel ?

dimensie 3 I november-december 2012 15

Page 16: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

MaliMauritanië

Senegal

Burkina FasoBeninTo

go

Ghana Nigeria

Kameroen

Centraal-Afrikaanse Republiek

Guinee-Bissau

Niger Tsjaad

Soedan

S A H E L

In uiterste nood vluchten ze naar de stad. Conclusie: hongersnood ontstaat vaak niet door een gebrek aan voedsel, maar doordat de talloze kwets-baren geen voedsel kunnen kopen.

(3) de klimaatverandering – gevolg van de mondiale uitstoot van broeikasgassen - zorgt voor een grilliger klimaat met meer extreme droogtes.

Dat heeFt eeN aaNtaL eFFecteN: (1) een hoge bevolkingsdruk zorgt voor schade aan het milieu, omdat het slash-and-burn-systeem niet meer werkt. Het land blijft minder lang braak liggen of soms helemaal niet. de boeren hebben geen geld

voor bemesting en komen zelfs in conflict met de zwervende veehouders. Ze zien zich immers gedwon-gen om ook in noordelijke drogere gebieden te boe-ren, vaak worden zelfs de zwerfroutes voor het vee in beslag genomen. de veehouders zijn niet meer welkom op de geoogste velden om hun vee te hoe-den. en ze vinden al minder graasland voor hun vee. Gevolg: de landbouw put de bodem uit en het vee graast tot het laatste sprietje. dat werkt woestijnvor-ming in de hand. er ontstaan plekken waar de bodem geen water meer kan vasthouden en planten niet meer kunnen groeien, stukjes woestijn dus. Bovendien heb-ben meer mensen een grotere behoefte aan hout om hun eten te koken. Ze kappen dus meer bomen en struiken, die vaak definitief verloren zijn.

(2) de ondervoeding van de kinderen is een enorm probleem, en opeenvolgende voedselcrisissen maken het alleen maar erger. vooral de eerste twee levensjaren zijn cruciaal. Maar omdat vrouwen snel opnieuw bevallen, worden zuigelingen onvoldoende lang gespeend. en het voedsel dat ze krijgen is ontoereikend en eenzijdig. vaak is er gewoon te wei-nig eten, maar ook onwetendheid speelt mee. door ondervoeding krijgen kinderen een groeiachter-stand. Als ze al overleven, zullen ze als volwassene zwakker zijn en minder goed presteren als arbeids-kracht. ondervoeding legt dus een hypotheek op de volgende generatie. Bovendien leiden gebrekkige voeding en gezondheidszorg tot een verhoogde vat-baarheid voor ziekten zoals malaria.

(3) de regio staat bol van de conflicten. Her en der zijn er rebellen actief, onder meer in Tsjaad. In 2012 wilden de Toearegs in Mali zich afscheuren als Noord-Mali. Maar er zijn ook islamitische extremisten

Droogtezones:

zeer droog

droog

halfdroog

droog matig vochtig

De Sahel in kaart

bron : milennium ecosystem assessment

Twee moeders wachten in een gezondheidscentrum om hun kinderen te laten testen op ondervoeding. de Sahel is een regio met een zeer hoge vruchtbaarheid.

© EU / Ked

idja M

ossi

tHeMatiScHe ficHe

CRISIS In de Sahel

16 november-december 2012 I dimensie 3

Page 17: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

actief, zoals ‘Al-Qaeda in de Maghreb’. Landen als Mali en Niger zijn extreem groot en de (zwakke) staat kan onvoldoende zijn gezag laten gelden in de dunbevolkte noordelijke gebieden. de regio is ook een bekend knooppunt voor drughandel en men-sensmokkel. Kortom, de bevolking moet regelmatig massaal op de vlucht.

(4) er zijn ook heel weinig wegen en veel Sahel-landen hebben geen uitweg naar de zee. Handel verloopt daardoor extra moeizaam.

VeReRGeReNDe FactOReN (INteRNatIONaaL, NatIONaaL):

(1) In de jaren '30 begint kolonisator Frankrijk met de grootschalige teelt van exportgewassen zoals katoen en aardnoten, dikwijls met aftakeling van de bodem tot gevolg. ook na de onafhankelijkheid blijft de grootschalige landbouw bestaan. de export van landbouwproducten zorgt immers voor een brood-nodig inkomen. Maar de exportteelt neemt wel vruchtbaar land in beslag.

(2) door de kolonisatie ontstonden landen met kunstmatige grenzen. vaak sneden landgrenzen plots de gebruikelijke zwerfroutes voor het vee af. veel nomaden werden gedwongen om hun vee te laten grazen in een kleiner gebied, met overbegra-zing tot gevolg.

(3) de meeste landen in de Sahel zijn fragiele sta-ten. Ze zijn niet bij machte om hun bevolking de nodige diensten te verlenen zoals voedselzeker-heid, gezondheidszorg en onderwijs. de landen hebben weinig inkomsten en zijn teveel afhankelijk van ontwikkelingssamenwerking. In Niger bestaat het staatsbudget voor 2/3 uit ontwikkelingsgeld. dat weerhoudt de politici vaak om extra inspannin-gen te doen. Al te dikwijls wil de elite in de eerste plaats zichzelf en haar aanhang een comfortabel leven bezorgen.

(4) Na de grote hongersnood in de jaren 80 legde het Internationaal Monetair Fonds in ruil voor goedkope leningen 'structurele aanpassingen' op. de nadruk lag op vrije handel en de staat diende zijn taken in te perken. daardoor werden tal van diensten geprivatiseerd. Bijvoorbeeld de veeartsenij. Maar in de dunbevolkte Sahel met nauwelijks toegangswegen is het gewoon niet rendabel om als privédienst het vee te verzorgen. daarnaast werd goedkoop voedsel ingevoerd, dat in de rijke landen werd gesubsidieerd. Het werd daarom moeilijker om eigen producten uit te voeren. door de open grenzen werden de prijzen van het binnenlandse voedsel mee bepaald door de internationale markten. Internationale prijsschom-melingen hebben daardoor een nefast effect op het levensonderhoud van de kleine boeren. Bij hoge prij-zen krijgen vooral de kwetsbaren het extra lastig om voldoende voedsel aan te schaffen.

(5) ook de binnenlandse marktwerking zorgt voor problemen. In het seizoen tussen twee oogsten in stijgen de voedselprijzen. Sommige handelaars spe-culeren daarop om extra winst te boeken. de kwets-baren zijn de dupe. de rijken speculeren ook met het land dat ze afkopen van noodlijdende armen.

(6) De noodhulp en de ontwikkelingssamenwer-king hebben nog lessen te leren. Zo kan goedbe-doelde hulp afgunst en conflicten veroorzaken. een dorp dat als behoeftig werd aangeduid krijgt gratis voedselpakketten, maar in een naburig dorp dat iets minder getroffen is, krijgen de boeren niets. ook kan het ingevoerde noodvoedsel de prijzen doen dalen. op het eerste gezicht goed voor de kwetsbaren, die voedsel moeten kopen. Maar niet goed voor de meer bemiddelde boer die zijn inkomsten ziet slin-ken en zich geen loonwerkende kwetsbare meer kan veroorloven. Al te lang bleef de hulp beperkt tot extreme noodsituaties. Tussenin bleef, op wat kleine projecten na, alles bij het oude. Maar de Sahellan-den kennen een continue crisis en verdienen dus blijvende aandacht.

OplOSSingenHet overzicht is wellicht onvolledig, maar volstaat om aan te tonen dat de Sahellanden gebukt gaan onder een resem nadelige factoren. Is de situ-atie dan uitzichtloos? Niet onmiddellijk. Uitwegen bestaan, maar kunnen enkel succes boeken binnen een alomvattende langetermijnvisie. een cocktail aan oplossingen is nodig, één enkele mirakeloplos-sing bestaat niet.

techNISch:(1) Duurzame 'agro-ecologische' landbouwtech-nieken. Agro-ecologie gebruikt zo weinig mogelijk externe input (meststoffen, pesticiden…) en laat niets verloren gaan. Alles wordt benut. Het is vrij goedkoop en daardoor uiterst geschikt voor arme boeren.

© Europ

ean Union

Het is niet evident om in de Sahel aan landbouw te doen. Agro-ecologie kan helpen.

tHeMatiScHe ficHe

CRISIS In de Sahel

© curt carne

mark / Th

e World Ban

k

dimensie 3 I november-december 2012 17

Page 18: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

doordat ze voedingstoffen uit de diepere bodemlagen opzuigen, kunnen bomen de opbrengst verhogen. Ze zijn ook beter bestand tegen extreem weer en leveren brandhout.

(2) Duurzaam bodembeheer. de bodem is de sleu-tel. Goede zorg voor de bodem maakt dat hij beter water vasthoudt en dat er bij hevige regen minder waardevolle bodempartikels wegstromen (= erosie). ook muurtjes kunnen erosie tegengaan.

(3) Duurzaam waterbeheer en bevloeiing. Water moet opgevangen worden en waterputten kunnen water leveren voor bevloeiing.

(4) de nomadische veehouders mogen niet uit het oog verloren worden. Hun systeem is uitstekend aangepast aan droge gebieden. Ze moeten zich echter vrij kunnen bewegen en beschikken over gemeenschappelijk graasland en waterpunten.

(5) Betere infrastructuur waaronder wegen.

(6) Men is volop bezig met betere waarschuwings-systemen om de crisissen beter te voorzien. Nood-programma’s kunnen dan vroeger in werking treden.

SOcIaaL:(1) Het Wereldvoedselprogramma WFp dat wereld-wijd voedselhulp verstrekt, probeert meer en meer voedsel aan te kopen bij kleine lokale boeren. dat verstoort de prijzen minder en de boeren krijgen extra inkomen.

(2) noodhulp (korte termijn) en ontwikkelingssa-menwerking (lange termijn) moeten beter samen-werken vanuit een gemeenschappelijke langetermijn-visie. Zeker een regio als de Sahel verdient blijvende aandacht. de regio is immers continu in crisis, droog-tes zullen er blijven voorkomen. Toch is de internatio-nale gemeenschap er globaal weinig actief.

(3) Al zijn ze moeilijk te bereiken, zonder aandacht voor de meest kwetsbaren is geen duurzame oplos-sing mogelijk. Bij hen ligt het zwaartepunt van elke hon-gersnood en zij zijn het die naar de steden vluchten. om hun weerbaarheid te verhogen experimenteert men met kleine geldelijke toelagen of loonwerk, waar-mee ze voedsel kunnen kopen op de lokale markt. dat lijkt goed te werken en is goedkoper dan grootse noodhulpoperaties. Met 'warrantage', een soort pand-jessysteem, moet de kwetsbare boer zijn oogst niet onmiddellijk tegen een lage prijs verkopen. Tegen een vergoeding laat hij een deel van zijn oogst achter in een stockeerplaats. Hij kan daarmee dringende zaken betalen. Tijdens het dure tussenseizoen kan hij de opgeslagen oogst voor een degelijke prijs verkopen en zijn vergoeding terugbetalen. vrouwen zijn extra kwetsbaar. Ze hebben nood aan extra ondersteuning en voorlichting (over voeding, gezinsplanning).

(4) Goed bestuur is een interne kwestie maar hulp-gevende landen hebben wel een invloed. Ze kunnen de besteding van hun geld van nabij opvolgen en staatsinstellingen helpen uitbouwen. In Mali werkt België aan decentralisatie: de lokale besturen die dichter bij de mensen staan, krijgen meer beslis-singsmacht. Ze kunnen bijvoorbeeld de broodno-dige landrechten organiseren zodat er duidelijkheid is over landeigendom en landgebruik. Zo weten de veehouders welk land ze mogen begrazen, en weet de boer dat het de moeite loont in zijn land te inves-teren. de civiele samenleving (waaronder boerenor-ganisaties) moet ondersteund worden.

(5) Coherentie van het internationale beleid. ont-wikkelingssamenwerking brengt weinig verandering als de armsten steeds opnieuw de dupe zijn van het internationale economische beleid: open markten, prijsschommelingen, speculatie. de internationale gemeenschap moet ook werk maken van milieuzorg en de strijd tegen de klimaatverandering.

de Sahellanden zijn als het ware een laboratorium voor kwetsbaarheid. Succes in deze regio zou een enorme stap betekenen voor de hele wereld.

chris simoens

voornaamste bronnen : the sahel working group : “Beyond any drought” (2005) en “Escaping the Hunger Cycle – Pathways to Resilience in the Sahel” (2011).

ONLINe

© Europ

ean Union

Met ‘geld voor werk’ kunnen de kwetsbaren voedsel kopen. Hier bouwen ze een dijk om water vast te houden om het land te bevloeien.

© Europ

ean Union

tHeMatiScHe ficHe

CRISIS In de Sahel

www.grap3a.bewww.cilss.bfwww.lasdel.net

18 november-december 2012 I dimensie 3

Page 19: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Wie?Br. René Stockman, voorzitter Caraes België, generale overste van de Broeders van Liefde.

Wat?centra voor geestelijke gezondheidszorg 

ondersteunen in het Zuiden.

Waarom?Er is nog onvoldoende opvang in het Zuiden. 

Geesteszieken worden er vaak uit hun familie en de maatschappij verstoten.

V oor mij staat dominique. “Ken je me nog?”, vraagt hij mij. ik kom maar nu en dan in Yamoussoukro en herken

hem niet meteen. “Vorige keer toen je hier kwam, heb je mij met Br. Felicien op straat gevonden en naar het verzorgingstehuis gebracht. Je had moeite om mij in de wagen te krijgen. De verpleegkundigen hebben me een bad gegeven, geschoren en verse kleren aan gedaan. En nu sta ik hier, klaar om terug te keren naar mijn familie.”ik kan het bijna niet geloven; nu herinner ik me de man die aan de grachtkant zat nabij het Parlementsgebouw. hij zag er verwilderd uit, in lompen gekleed, in druk gesprek met een denkbeeldige partner. toen we hem benaderden, probeerde hij weg te lopen, wellicht uit schrik dat hij opnieuw zou worden aangevallen, of met stenen achterna gegooid. Finaal kregen we hem in de wagen en brachten hem naar ons centrum, dat 10 jaar geleden werd geopend. daar werd hij liefdevol en deskundig opgevangen. die twee woor-den – liefdevol en deskundig - zijn er troef. en nu is hij voldoende gerehabiliteerd om terug te keren naar de maatschap-pij, naar zijn familie. van een successtory gesproken.ons psychiatrisch verzorgingstehuis ‘St. Vincent de Paul’ werd in 2002 geopend in Yamoussoukro, de hoofdstad van ivoor-kust. enige jaren voordien hadden we de

vraag ontvangen om toch iets te doen voor

de vele psychia-trische patiënten die totaal verwaar-loosd rondhingen

in de stad, vanuit

het platteland naar daar gebracht en er achtergelaten. er was alleen een acuut psychiatrisch centrum in abidjan en ‘St. Camille’ in bouaké, waar een 100-tal chro-nische patiënten worden opgevangen. voor de rest was er niets in ivoorkust en ontmoetten we – zoals in vele afrikaanse en aziatische landen - de chronisch geworden geesteszieken in de straten: naakt, bevuild, alle menswaardigheid ver-loren. ze worden als bezeten beschouwd, worden in de boeien geslagen en uit hun vertrouwde gemeenschap verstoten. en een afrikaan zonder zijn familie en sociale context, is verloren.we besloten ook in Yamoussoukro ons model voor afrika uit te bouwen: te star-ten met een kleinschalig psychiatrisch verzorgingstehuis waar we met aange-paste rehabilitatiemethoden proberen

vooral chronisch geworden psychiatri-sche patiënten te rehabiliteren. geleide-lijk aan, wanneer we voldoende ervaring ter plaatse hebben en onze plaatselijke medewerkers hebben opgeleid, kunnen we starten met de opvang en behandeling van meer acute patiënten. soms gebeurt dit vlugger dan verwacht en gepland, zoals nu al in Yamoussoukro, omdat de nood er zo groot is en omdat het vlug met de tamtam rondgaat dat er nu toch een antwoord is voor hen die door een gees-tesziekte zijn getroffen.bij de opening in 2002 was ik wel verrast. “Dank u, broeders, dat jullie gekomen zijn om onze stad op te kuisen.” dat waren de woorden van zowel de plaatselijke bis-schop als de minister van volksgezond-heid. “Ja, we zullen deze mensen opnemen, maar we brengen hen terug in de stad, hopelijk genezen. Jullie moeten ook een inspanning doen om deze geesteszieken als mensen te blijven zien”, was mijn ant-woord. Jawel, ik begreep wel hoe moeilijk het was in sommigen nog een mens te zien. maar ook dat is geestelijke gezond-heidszorg: ervoor zorgen dat geesteszie-ken in hun menswaardigheid gerespec-teerd en gepromoveerd worden en zo werken aan een mentaliteitsverandering bij de bevolking. in Yamoussoukro is men daar na tien jaar in geslaagd. in de stad zie je geen ronddolende geesteszieken meer en net zoals dominique zijn velen al naar hun familie teruggekeerd.

Pionieren in Yamoussoukro

© Broed

ers va

n Liefde

© Broed

ers va

n Liefde

OP StaP met

Ook dat is geestelijke gezondheidszorg: ervoor zorgen dat geesteszieken in hun menswaardigheid gerespecteerd worden.

dimensie 3 I november-december 2012 19

Page 20: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

ONRUST IN MALIIn Mali verergeren een sterke bevolkingsgroei en een burgeroorlog in 2012 de voedselcrisis. De politieke instabiliteit, de aangekondigde buitenlandse militaire interventie en de invoering van de sharia in het noorden vormen een zeer explosieve cocktail voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Laat ons hopen dat het ergste niet nog moet komen…

jihadisme, roversbendes en… sharia

in het noorden van het land zijn ontwik-kelingsprogramma’s totaal onmogelijk geworden. de toearegbeweging mnla, dat het noorden van het land wilde afscheiden, is sinds april buitenspel gezet door een mistige groep gevormd door Aqmi (Al Qaeda in de Islamitische Maghreb), Ansar Dine en Mujao (Bewe-ging voor Eenheid en Jihad in West-Afrika), met in haar rangen moslimstrij-ders, in jihadisten getransformeerde

toearegrebellen en andere struikrovers. het gebied is al heel lang een lucratieve draaischijf voor wapen- en drugshandel.voor de zomer zagen bijna 400.000 mensen uit de regio’s timboektoe, gao en kidal zich gedwongen hun huizen te verlaten en hun bezittingen achter te laten: 120.000 vluchtten naar het zuiden en 280.000 naar de buurlanden (mau-ritanië, burkina-Faso, niger). sindsdien stellen het Internationale Rode Kruis en de zeldzame ngo’s die nog een beperkte toegang hebben tot het gebied echter

vast dat in humanitair opzicht de ver-wachte catastrofe is uitgebleven. Dok-ters van de Wereld is een van de wei-nige internationale organisaties die, met financiële steun van belgië, nog steeds medische noodhulp verzekeren, zij het in bijzonder moeilijke omstandigheden. Uiteraard mag er geen westers perso-neel worden ingezet.de rebellen schroefden de vrijheden hard-handig terug. zo werden er al heel wat getuigenissen opgetekend van amputa-ties van ledematen, in aguelhok werd een

Aqmi-rebellen in het noorden van Mali

© AFP

20 november-december 2012 I dimensie 3

Page 21: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

‘onwettig’ koppel doodgestenigd, in de meeste dorpen zijn openbare geselingen met de zweep heel gewoon, allemaal in naam van de sharia. naar bepaalde muziek luisteren, als vrouw met losse, onbedekte haren naar buiten gaan of seksuele betrek-kingen hebben buiten het huwelijk worden op die manieren bestraft. door de syste-matische verwoesting van mausolea van moslimheiligen worden ook de culturele wortels uitgeroeid.maar in het dagelijks leven van de men-sen lijkt het verrassend genoeg alsof alles normaal is in de regio. de bussen naar het zuiden van het land zitten niet voller dan degene die terugkeren naar timboektoe vanuit bamako. de grenzen met de buur-landen blijven open en de belangrijkste steden zijn goed voorzien van levensmid-delen en brandstof. omdat veel produc-ten vooral via algerije worden doorge-voerd, liggen de prijzen in het noorden zelfs lager dan in de rest van mali. veel verontrustender daarentegen is het grote aantal jongeren die vaak geen of slecht betaald werk hebben, dat wordt ingelijfd door gewapende splintergroepen. daar waar een salaris gemiddeld rond de 50.000 cFa-frank (65 euro) ligt, betalen de nieuwe meesters 200.000 cFa-frank per maand om een kalasjnikov vast te houden. velen laten zich blijkbaar ver-leiden, zelfs in de vluchtelingenkampen in burkina Faso en niger. de hoge com-missaris voor de vluchtelingen van de vn vreest dat daar veel infiltranten actief zijn, wat het risico inhoudt dat heel de regio wordt aangestoken.

militaire interventiehet merendeel van de malinezen wil dat er in het noorden een oplossing wordt gevonden. een onderhandelde oplossing lijkt heel onwaarschijnlijk. de beslissing van de vn-veiligheidsraad laat geen twij-fel bestaan over een militaire interventie die misschien al begonnen is wanneer dit nummer van Dimensie 3 verschijnt. de herovering van dit immense, groten-deels woestijnachtige gebied onder toe-zicht van een strijdkracht van de cdao (Conferentie van West-Afrikaanse Leiders) samengesteld uit contingenten van ver-schillende landen uit de regio, lijkt dus onafwendbaar.velen vrezen dat de burgers daarbij niet gespaard zullen blijven en dat nog eens tienduizenden vluchtelingen naar de grenzen van mauritanië, niger en bur-kina Faso zullen trekken. het is moeilijk om voor de vuist weg voorspellingen te doen, maar we mogen toch aannemen dat in humanitair opzicht de gevolgen voor de regio aanzienlijk zullen zijn.

Vluchtelingentienduizenden families zijn gevlucht voor de eerste gevechten in het noorden en von-den elders in mali een toevluchtsoord. meer dan 20.000 personen wonen al maanden in de regio van ségou, die 200.000 inwoners telt. sommigen hebben alles achtergelaten, anderen vertrokken samen met hun vee in een geforceerde mars. het hoofd van een Peul-familie vertelt: “Begin dit jaar zijn wij ons dorp niet ver van Timboektoe ontvlucht. De plunderingen namen hand over hand toe. Samen met de andere mannen van de familie hebben we toen beslist onze kudde in veiligheid te brengen. We reisden gedu-rende tweeënhalve maand door het land naar onze neef die in Segu woont. De vrou-wen en kinderen reisden met de bus en de boot over de Nigerstroom. We hebben de reis allemaal overleefd, maar onze kudde is gedecimeerd. We hebben een dertigtal dieren, dat is een derde van onze veestapel, kunnen redden.” deze familie is, net als een goede duizend andere families, vastbeslo-ten niet naar huis terug te keren zo lang de vrede niet volledig verzekerd is. ze belast zo de toch al verzwakte gastpopulatie. de beperkte weidegronden leiden gewoonlijk al tot grote spanningen tussen veehouders en boeren. door de crisis van 2012 geldt dat ook voor de voedselvoorziening. met de steun van het wFP delen de lokale soci-ale diensten voedselbonnen uit onder de nieuwkomers. Dierenartsen Zonder Gren-zen draagt van zijn kant met belgische financiële steun bij aan de vaccinatie en het herstel van de veestapel. toch kan de druk op de al kwetsbare gastbevolkingen, die bovendien minder hulp krijgen dan de ontheemden, op de duur uitgroeien tot een moeilijk oplosbaar probleem.

JOel taburY

Het programma van de Belgische ontwikkelingssa-menwerking in Mali richt zich vooral op landbouw en voedselzekerheid en wil zo de draagkracht van de bevolking verhogen. Er werden veeteeltpro-gramma’s opgezet in nara, Ménaka en Sikasso, en landbouwprogramma’s in Samanko en Timboek-toe. om veiligheidsredenen werden de program-ma’s in het noorden opgeschort, terwijl in het zui-den de programma’s die de bevolking rechtstreeks steunen, voortgezet worden.Daarnaast wil het Belgisch Fonds voor voedselze-kerheid (BFvZ) voor de meest kwetsbare groepen de toegang tot meststoffen, gewasbescherming, zaden, technologie en markten bevorderen.België neemt met zijn humanitaire programma’s ook deel aan de strijd tegen het gebrek aan vei-ligheid bij de meest kwetsbare bevolkingsgroepen zoals ontheemden en vluchtelingen. Deze hulp vindt haar weg voornamelijk via internationale (verenigde naties, Rode Kruis) of niet-gouverne-mentele organisaties.

f d

In januari 2012 vielen gewapende rebellen de rege-ringsstellingen aan in het noorden van Mali. Deze crisis werd ontketend door Toearegrebellen die hun oude eis van autonomie versterkt zagen toen strij-ders uit Libië na de val van het Kadhafi-regime mas-saal terugkeerden naar Mali en de MnLA (Nationale Beweging voor de Bevrijding van Azawad) werd opgericht. Een krachteloos bestuur, latente corrup-tie, een slecht werkende rechtstaat en een gebrek aan politiek leiderschap leidden tot een politieke crisis in het zuiden en op 22 maart 2012 vond een staatsgreep plaats in Bamako.Geconfronteerd met een nieuwe, onwettelijke regering schortten de geldschieters alle ontwik-kelingsprogramma’s op, met inbegrip van de begrotingshulp (goed voor ongeveer 40 % van de nationale begroting). Alleen humanitaire hulppro-gramma’s die rechtstreeks de bevolking ten goede komen, werden tot eind augustus verdergezet. De politieke hoop leefde weer op met de terugkeer van de interim-president en de aanstelling van een regering van nationale eenheid. Deze stelde zich als doel over het hele grondgebied de soevereini-teit te herstellen en democratische verkiezingen te organiseren.In het zuiden van het land kon de ontwikkelingssa-menwerking op een 'normale' manier worden her-vat, hoewel de plaatselijke overheden erg verzwakt waren, maar in het noordelijk deel, dat twee derde van het Malinese grondgebied bestrijkt, kon dat uiteraard niet.

fl. duVieuSart

HET ANTwOORd vAN BELgIë

dE pOLITIEkE cRISIS IN HET NOORdEN vAN MALI

deze chef van een peul-familie heeft op zijn vlucht twee derde van zijn veestapel verloren.

©  D

GD / Joë

l Tab

ury

dimensie 3 I november-december 2012 21

SaheL

Page 22: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Delhaize is al meer dan 20 jaar een partner van het label Max Havelaar. Vandaag omvat het aan-bod van de warenhuiske-

ten meer dan 130 fairtradeproducten. We vroegen de heer Lammens, kwali-teitsdirecteur en fair trade-expert bij Delhaize, hoe het zit met de consump-tie van eerlijke handelsproducten.

hebt u inzake de verkoop van fairtradeproducten een belangrijke evolutie vastgesteld? meer dan 20 jaar geleden begon del-haize een aantal basisproducten te ver-kopen zoals koffie, cacao en bananen. we waren destijds een van de eerste warenhuisketens die eerlijke handels-producten te koop aanboden. sedert-dien is het aanbod almaar toegenomen. vorig jaar hebben we ons assortiment nog aanzienlijk uitgebreid en zijn er ook textieproducten met het label ‘bio’ en ‘fair trade’ bijgekomen. zelfs nu het crisis is en de klanten meer letten op wat ze kopen, blijven we ons aanbod uitbreiden en zien we de verkoop van fairtradeproducten stijgen (17% in 2012). de jaren voordien viel er reeds een toe-name met 10% te noteren. alleen al wat koffie betreft, steeg de omzet met 150%, wat wellicht het gevolg is van de almaar

grotere keuze aan koffiesoorten en van de nieuwe verpakkingen die duidelijk en voor het hele assortiment dezelfde zijn.

Is er sprake van een trend?het is meer dan een trend: er is een trouw publiek voor deze producten en we trek-ken ook nieuwe consumenten aan. we stellen vast dat vele jongeren wanneer ze kinderen krijgen, naar fair trade overstap-pen: omdat ze nu verantwoordelijkheid dragen voor iemand anders, voelen ze misschien ook meer verantwoordelijk-heid ten aanzien van de wereld? zij zijn in elk geval de eersten die overschakelen op fairtrade- en bioproducten. de overige consumenten zijn doorgaans mensen die meer belang hechten aan het product dan aan de prijs. aanvankelijk ging het om een specifieke niche maar in 20 jaar tijd hebben de fairtradeproducten hun deug-delijkheid bewezen. vandaag kopen alle consumenten een beetje fair trade.

Zijn het goede producten?Ja. Fairtradeproducten zijn van goede kwaliteit en correct geprijsd. ze zijn vaak ook biologisch geteeld. beide “labels” vullen elkaar aan, en de prijs is in verhou-ding met de kwaliteit.

Wat brengt Delhaize ertoe eerlijke handelsproducten te verkopen: winst, ethiek, imago?dat maakt deel uit van ons maatschappe-lijk verantwoordelijkheidsbesef. delhaize is een warenhuisketen die duurzame producten aan de man wil brengen. wij hebben altijd gestreefd naar duurzaam-heid, in het belang van de consument, de producent en de planeet. wij steunen niet alleen het label ‘Fair Trade’, maar proberen ook de lokale producenten te steunen. zo is 70 % van ons fruit en onze groenten van belgische oor-sprong; ook eieren en zuivelproduc-ten komen uit ons land. wij proberen de consument eveneens aan te zetten tot het kopen van duurzame producten. ep

Fair trade is hot !Van 3 tot 13 oktober was het de Week van de Fair Trade. Eerlijke handelsproducten kopen, of, met andere woorden, verantwoord consumeren, is de normaalste zaak geworden. Van de grootwarenhuizen tot de Oxfam-winkel, fairtradeproducten vind je zowat overal.

trade for Development centreHet Trade for Development Centre  is een programma van BTc, dat zich toelegt op de promotie van eerlijke en duurzame handel met de ontwikkelingslanden. 

Het:•  is  het  expertisecentrum  voor  eerlijke en duurzame handel en voor hulp voor handel.

• i s een instrument ter ondersteuning van producentenorganisaties.  Het  steunt gemarginaliseerde producenten, micro- en kleine ondernemingen alsook projec-ten in de sociale economie die kaderen in de eerlijke en duurzame handel.

•  organiseert bewustmakingscampagnes en ontwikkelt instrumenten voor de sensibili-sering van de consument, de economische actoren en de Belgische overheid.

Naar aanleiding van de  Week van de Fair Trade 2012

van 3 tot 13 oktober 2012 plaatste het Trade for Development Centre eerlijke handel op feestelijke  wijze in de kijker.

Website: www.befair.be

We stellen vast dat vele jongeren wanneer ze kinderen krijgen, naar fair trade overstappen: omdat ze nu verantwoordelijkheid dragen voor iemand anders, voelen ze misschien ook meer verantwoordelijkheid ten aanzien van de wereld?

22 november-december 2012 I dimensie 3

Page 23: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Sinds 2007 verkoopt Lidl Belgium fairtra-deproducten. Onder het motto ‘Op weg naar morgen’ staat duur-

zaamheid er centraal. We vroegen een woordje uitleg aan Ruth Broekaert, verantwoordelijke voor ‘maatschap-pelijk verantwoord ondernemen’.

Welke fairtradeproducten verkoopt Lidl?lidl belgium verkoopt 12 artikelen van het fair trade-label Max Havelaar: rietsui-ker, koffie, chocolade, rijst, biologische bananen, … maar ook ons basisassorti-ment aan cacao- en koffieproducten van eigen merken telt inmiddels meer dan 30 Utz-gecertificeerde artikelen: kof-fiepads, koffiebonen, chocoladerepen, hagelslag, wafels met chocolade… ook tal van actie- en seizoensproducten zijn Utz-gecertificeerd. sinds oktober 2012 verkopen we chocoladerepen met het label Rainforest Alliance. UTZ Certified en Rainforest Alliance zijn internationaal erkende labels die zich, elk met hun eigen focus, inzetten voor de leef en wer-komstandigheden van boeren in ontwik-kelingslanden en voor het milieu.in een studie van het Trade For Develop-ment Centre (zie kader) bij supermarkten in 2011 stond lidl belgium op de tweede plaats wat betreft de duurzaamheid van haar koffieproducten. voor chocoladere-pen zijn we zelfs koploper in de belgische markt. ondertussen breiden we ons duur-zaam assortiment nog verder uit.

Waarom biedt u fairtradeproducten aan?om op lange termijn succesvol te zijn moeten we onze grondbeginselen ‘klantgerichtheid’ en ‘eenvoud’ in over-eenstemming brengen met een maat-schappelijk verantwoorde manier van ondernemen.eén van de vijf pijlers van ons duurzaam-heidsbeleid is het assortiment. daar rich-ten we ons voornamelijk op dierenwelzijn, milieu en eerlijke en duurzame handel. we

bieden onze klanten graag de mogelijk-heid om eerlijke en duurzame producten aan te kopen en willen zo het bewustzijn over duurzaam geproduceerde artikelen uit ontwikkelingslanden versterken. we willen het beste voor onze klanten en voor de wereld om ons heen.

hoe ziet u uw fairtradebeleid evolueren?lidl belgium is ‘op weg naar morgen’ en zal zich dan ook blijven inzetten voor een eerlijke en duurzame handel.een specifieke trend is dat we duur-zaamheid meer en meer integreren over de hele breedte van ons basisas-sortiment. door niet alleen een aparte lijn van eerlijke producten aan te bie-den, maar ook het basisassortiment te verduurzamen neem je als retailer ook zelf je maatschappelijke verantwoorde-lijkheid op. zo gebruiken we voor onze meest verkochte chocoladerepen van eigen merk Fin Carré Utz-gecertifi-ceerde cacao. op die manier leg je de verantwoordelijkheid niet alleen bij de consument - via zijn aankoopbeslissing -, maar kijken we ook zelf actief waar we een verschil kunnen maken. zo toont lidl belgium aan dat duurzaam niet

duur hoeft te zijn. Producenten in ont-wikkelingslanden en het milieu varen er wel bij.

Wat is het profiel van uw koper van fairtradeproducten?omdat we niet alleen eerlijke, duurdere producten aanbieden, maar ook duur-zame, goedkope basisproducten, hebben we een brede waaier aan klantenprofielen. discount en duurzaamheid gaan bij lidl hand in hand. we geloven in duurzame producten voor iedereen.

Bent u tevreden over de kwaliteit van uw duurzame producten?lidl belgium kiest waar mogelijk voor duurzaamheid. maar dat mag niet ingaan tegen ons principe van de beste kwali-teit voor de laagste prijs. we zullen geen gecertificeerde producten aanbieden als we niet tevreden zijn over de kwaliteit.

cS

Fair trade is hot !

vRIjwILLIgER BIj OxfAMFRANCIS (67) WERkT AL 10 jAAR ALS VRIjWILLIGER BIj DE OXFAMWINkELS.

“Waarom ik vrijwilligerswerk doe voor Oxfam? Het idee van eerlijke handel trok me aan: handel drijven en de producent een eerlijke prijs betalen. Toen ik met pensioen ging, wou ik de vrijgekomen tijd nuttig invullen. Het is zo dat de meeste vrijwilligers hier vrouwen of gepensioneerden zijn die niet meer werken. Een groep vrijwilligers vormt lokaal een team en iedereen kiest de werkuren die hem of haar het best uitkomen. Ik help ongeveer anderhalve dag per week in de verkoop, het magazijn en de boekhouding.”Er komt een klant binnen. Francis maakt een grapje en noemt hem bij zijn voornaam. “Dit maakt het werk zo aange-naam, het contact met de klanten. Sinds ik hier werk, heb ik heel wat buurtbewoners leren kennen. Ook bedrijven en vzw’s zijn klant. En onder de vrijwilligers zit de sfeer goed”, zegt hij met een brede glimlach.“Ik heb nooit gereisd en ik heb geen bijzondere band met Afrika of Latijns-Amerika vanwaar de Oxfamproducten komen. Ook aan mijn vroegere werk was er weinig internationaals. Ambitie om naar de andere kant van de wereld te trekken heb ik niet, maar op de themadagen van Oxfam ben ik er bij en op de jaarlijkse partnerdagen krijg ik de kans om kennis te maken met de producenten. Ik was in de eerste plaats gewonnen voor fair trade. Zelfs voor ik hier als vrijwilliger kwam werken, sprak het idee me al aan. Ik probeer ook in mijn dagelijks leven consequent te zijn en zo veel mogelijk producten van biologische oorsprong en eerlijke handel in huis te halen.” Het is 18 uur, de laatste klanten rekenen af. Francis kan stilaan afsluiten. ep

We geloven in duurzame producten voor iedereen.

© Lidl

dimensie 3 I november-december 2012 23

FaIR tRaDe

Page 24: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

e lk land heeft de plicht de verdra-gen die het tekent na te leven. dat geldt ook voor Het Internati-onale Verdrag inzake de rechten

van het kind. er zijn landen die de strijd aanbinden met het fenomeen van de kind-soldaten maar er zijn evengoed landen die de andere kant opkijken. wanneer in een land een conflict uitbreekt maken niet alleen de rebellen maar ook de regering en het reguliere leger zich schuldig door zelf kinderen te rekruteren of door steun te verlenen aan paramilitaire groepen die kinderen rekruteren. als er dan een eind komt aan het conflict wordt de belofte om de kinderen vrij te laten doorgaans niet ingelost: de leden van gewapende groeperingen zoeken onderdak bij het reguliere leger en nemen “hun” kinderen mee. de kans dat een kind uit deze situatie bevrijd geraakt, is dus bijzonder klein, om niet te zeggen onbestaande.

om hoeveel kindsoldaten het wereldwijd juist gaat, valt niet te zeggen. er zijn wel cijfers over de omvang van het fenomeen in de meest getroffen landen. in zuid-amerika blijft de situatie in colombia zeer onrustwekkend. in 2009 schatte de vn het aantal kindsoldaten er op 8.000 à 11.000. in haïti zetten gewapende individuen kinderen vanaf 10 jaar in voor drugs- en wapentrafiek. bij de meest recente con-flicten in het midden-oosten viel een forse toename te zien van het aantal kin-deren dat door de reguliere strijdkrach-ten en de rebellengroeperingen werd ingelijfd. in de nasleep van de revoluties in de arabische wereld namen volgens getuigen en organisaties meer bepaald in syrië ook kinderen deel aan gewapende schermutselingen. afrika telt een derde van alle kindsoldaten in de wereld, een bijzonder schrijnende toestand, vooral in het gebied van de grote meren. in azië

Dag na dag worden duizenden jongens en meisjes wereld-wijd ingezet bij gevechten. Internationale verklaringen volstaan blijkbaar niet om te beletten dat gewapende groeperingen kinderen blijven inlijven en hen van hun fun-damentele rechten beroven. Deze kinderen moeten werken als keukenhulp, seksslaafje, soldaat… Hun beulen gaan meestal vrijuit, terwijl zij maar al te vaak het leven laten.

Kinderen,geen soldaten

Het fenomeen van de kindsoldaten is een grove schending van de funda-mentele mensenrechten. Daarom is het voor Amnesty International Belgique francophone dit jaar het thema van de kaarsenactie die plaatsheeft van 12 no-vember tot 10 december.

De Amnestycampagne voorde kindsoldaten

© Amne

sty Internationa

l

24 november-december 2012 I dimensie 3

Page 25: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

worden kindsoldaten gerekruteerd in onder andere Pakistan, afghanistan en de Filippijnen. myanmar zou het land zijn met het grootste aantal kinderen in het rege-ringsleger. volgens informatie van de vn zouden in thailand kinderen vooral deel uitmaken van gewapende groeperingen die niet op staatsniveau opereren, en van verde-digingsbendes in dorpen.

Kindsoldaten hebben zo hun voordelen

“Kindsoldaten zijn ideaal: ze klagen niet, ze verwach-ten niet dat je ze betaalt en als je zegt dat ze moeten doden, dan doen ze dat.” zo vatte een tsjadisch officier samen waarom kinderen inzetten zo voor-delig uitkomt. kinderen zijn inderdaad goedkoper dan volwassen soldaten: je moet geen soldij betalen, ze eten weinig, ze dragen geen uniform enz. verder zijn ze heel kneedbaar: als je hen lang genoeg indoctrineert, verdwijnt alle angst en schuldge-voel. kinderen vormen ook geen bedrei-ging voor het commando. ze zijn trouw en gehoorzaam en de kans is dus klein dat ze ontsnappen of zich tegen hun leiders keren. duizenden ontvoerde kinderen leveren in korte tijd veel extra manschap-pen op. ze zijn makkelijk inwisselbaar “kanonnenvlees”. en dan zijn er nog de meisjes die als seksslaafjes voor de solda-ten dienen.

kinderen zijn klein en lenig en dat mag dan als een troef worden gezien, maar ze zijn ook minder sterk dan volwassenen en verder zijn ze nog niet zelfstandig en gaan ze minder behoedzaam te werk. al leren kinderen schieten en een geweer schoon-maken, dat maakt geen beroepssoldaten

van hen. overigens, kinderen rekruteren en inzetten is een misdrijf. wie zich daar-aan schuldig maakt, riskeert vervolging door het internationaal strafhof.

Komt hier ooit een eind aan?dankzij de wereldwijde ddr-program-ma’s (Disarmament, Demobilization, and Reintegration) kunnen kinderen hun situatie ontvluchten en waar mogelijk terugkeren

naar hun familie. maar dan nog hebben ze een gevecht te leveren en wel het gevecht om opnieuw aanvaard te worden door de maatschappij, hun leefgemeenschap, hun familie. de oorlogstrauma’s moeten helen. een door volwassenen geterrori-seerd kind geraakt er op eigen kracht niet

uit. het is dan ook de taak van de maatschappij en de overheid deze kinderen te beschermen en degelijke reïntegratieprogramma’s op te zetten.de structuren voor de demobilisatie en resoci-alisatie van kindsoldaten zijn voorhanden. Amnesty International Belgique francophone helpt al jaren het ‘vrijwilligersbureau voor kind en gezondheid’ (bves). deze organisatie in bukavu, in de democra-tische republiek congo, beschermt kinderen in de oorlogssituatie die het land doormaakt. na een lang onderhandelingsproces haalt deze organisatie de kindsoldaten weg bij de gewapende groeperingen

en zorgt zij ervoor dat ze opnieuw hun plaats vinden in de maatschappij.

gaëlle appelManSAmnesty International Belgique francophone

Susan, 16 jaar, ontvoerd door het Lord Resistance Army in Oeganda.

Een jongen probeerde weg te vluchten maar hij werd gevat. Ze bonden zijn handen vast en toen hebben ze ons gedwongen om hem dood te slaan met stokken. Ik was er ziek van. Ik kende die jongen. Wij kwamen uit hetzelfde dorp. Ik weigerde en toen zegden ze dat ze me gingen afmaken. Ze richtten een geweer op mij en toen kon ik niet anders.

ONLINeBVES - http://www.bves-rdc.orgAmnesty - http://www.amnesty.be

© Amne

sty Internationa

l

een moment van ontspanning in een sociaal reïntegratiecentrum van BveS.

Wij moesten melk drinken waarin kruitpoeder was gemengd om onze angsten te leren bedwingen. Door dat kruitpoeder zouden we kracht krijgen en zin om te doden. (…) Je denkt bij jezelf: “Ja, laat ze op me toelopen” en dan laad je je geweer. Je schiet en je voelt je sterk, je voelt je beter in je vel.

Een voormalige kindsoldaat.

© A

mne

sty

Inte

rnat

iona

l

dimensie 3 I november-december 2012 25

KINDeRRechteN

Page 26: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Sinds 35 jaar kampen de ontwikkelingslanden met een uiterst zware schuld, waardoor zij hun bevolking onvoldoende van de nodige diensten kunnen voorzien. Door schulden te verlichten en te herschikken probeert men een uitweg uit de impasse te vinden, maar zijn deze middelen wel succesvol? Evaluaties door de Belgische en Nederlandse overheid schetsen een beeld van de schuldenlast die op een aantal Afrikaanse landen weegt. Tegen de achtergrond van de ernstige schuldencrisis die Zuid-Europa momenteel treft, is deze kwestie meer dan ooit actueel.

Alles wat je altijd al wilde weten over

SchULDeN

evaluaties“Toen in 2006 de schuldverlichting voor DR Congo de helft van de officiële ont-wikkelingshulp van België bedroeg, protesteerden de ngo’s heftig. Volgens hen zijn schuldkwijtscheldingen geen echte ontwikkelingshulp. Daarop besloot de dienst Evaluatie het fenomeen van de schuldverlichting te onderzoeken”, zegt dominique de crombrugghe, bij-zondere evaluator van de belgische

internationale samenwerking. zijn dienst is binnen buitenlandse zaken belast met het toezicht op alle activi-teiten van de federale staat die erkend zijn als officiële ontwikkelingshulp. “In 2007 hebben we Kameroen geëvalu-eerd. We stelden vast dat oorspronkelijk commerciële schulden later staatsschul-den werden. Dat komt vaak voor: mid-delgrote commerciële schulden die uit-eindelijk heel zwaar op de staat wegen,

zonder dat de bankenlogica in vraag wordt gesteld. Kort daarna vernamen wij dat de Nederlandse evaluatiedienst een evaluatie zou maken van de schuldenlast van Nigeria en DR Congo, op verzoek

Het ontwikkelings- model is niet noodzakelijkerwijze gebaseerd op schulden.

arnaud Zacharie (cncd).

hIPc- schuldeninitiatiefHet HIPc-schuldeninitiatief (Highly Indebted Poor Countries Debt-Initiative) wil de schuld van de arme landen met een zware schul-denlast ombuigen tot een ‘houdbare’ schuld. voor het IMF en de Wereldbank houdt dat in dat de waarde van de schuld 150% van de exportinkomsten bedraagt. 

•  Het HIPc-programma in 1996 was een gezamenlijk  initiatief  van  het  IMF  en de Wereldbank.  In 1999 werd het pro-gramma  hervormd.  Normaliter  is  de schuldvermindering gekoppeld aan de inspanningen  voor  de  strijd  tegen  de armoede in de betrokken landen.

•  Sinds  96  kwamen  36  HIPc-landen  in aanmerking voor schuldverlichting. voor een aantal van de armste landen kan de schuldkwijtschelding oplopen tot 90 %.

•  De totale schuldverlichting bedraagt tot nog toe 128 miljard dollar.

aandeel Van Het budget VOOr SOciale dienSten en VOOr ScHulden (periOde 1992-1997)

Bron: PNUD Rapport sur la pauvreté dans le monde 2000

Sociale diensten Schuldaflossingen

Kameroen Ivoorkust Kenya Zambia Niger Tanzania Nicaragua

36

%

4%

11,4

%

12,6

%

6,7

%

9,2

%

20,4

%

33

%

15

%

14,1

%

40

%

40

% 46

%

35

%

26 november-december 2012 I dimensie 3

Page 27: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

van de parlementen van deze landen. We besloten de evaluaties gezamenlijk uit te voeren. Deze werden besproken op het seminarie.” (zie kader)

Van schulden…in de jaren ‘60 hadden veel gedekolo-niseerde landen al wat schulden geërfd van hun kolonisator, maar vooral: zij werden aangemoedigd om schulden te maken. de europese banken hadden immers een overvloed aan eurodollars en nadien (na 1973) aan oliedollars die zij tegen zeer gunstige voorwaarden aan

de landen van het zuiden wilden lenen. de oliedollars waren afkomstig van de olieverkoop door de arabische landen die deze bij westerse banken belegden. daarnaast verstrekten de wereldbank en het internationaal monetair Fonds mas-saal kredieten voor onder meer grote infrastructuurwerken zoals stuwdammen, snelwegen en fabrieken.maar leningen moeten terugbetaald worden in de munt van de lening zelf, in dollar. de landen van het zuiden die geen dollars hebben zien zich dus ver-plicht veel uit te voeren om aan vreemde

munt te geraken. en dat gaat vaak ten koste van de voedselsoevereiniteit van de bevolking. voor de uitvoer bestemde plantages gaan immers voor op de teelt van voedingsgewassen om in de eigen voedselbehoeften te voorzien. maar er is meer, de grote hoeveelheden grond-stoffen die op de internationale markt terechtkomen, doen de prijzen dalen. en door de beslissing van de amerikaanse regering om in 1979 een anti-inflatiebe-leid te voeren, worden de rentevoeten opeens verdrievoudigd.

HET gEvAL vAN dR cONgO‘60-’80’ : Ontstaan van de schuldenBij haar onafhankelijkheid heeft DR Congo weinig schulden. Deze nemen aanzienlijk toe door 4 megaprojecten die de bevolking niet ten goede zijn gekomen, de zoge-naamde ‘Witte olifanten’. In de jaren ‘70 stijgt de schuld van Congo pijlsnel en wordt ze onhoudbaar. Tegelijkertijd zakt de prijs van koper. Corrupte en persoonlijke verrijking maken de situatie nog erger.

‘80-2000 : Congo in de problemenIn ‘84-‘85 voert Congo ‘structurele aanpassingen’ uit die zijn aanbevolen door het IMF: meer dan 50% van het al uiterst lage budget van de Congolese staat gaat naar het aflossen van de schuld. Congo moet drastisch besparen, 400.000 mensen worden ontslaan. Dat stort het land in de informele economie. Vanaf dan stoppen de schuldaflossingen.In 2001 bedraagt de overheidsschuld van Congo 13,6 miljard dollar. 71% van dat bedrag bestaat uit betalingsachterstallen. Een groot deel van de schulden wordt als ‘verfoeilijk’ bestempeld. Ze zijn immers afkomstig van uitgaven die tegen de belan-gen van de burger in gingen of ze werden gemaakt door een dictatuur en moeten tijdens de democratische overgangsfase worden afgelost.

2003 : HIPC-procedureNa de vredesakkoorden wordt in 2003 op basis van het HIPC-initiatief (zie kader) een schuldverlichting overwogen, op voorwaarde dat Congo macro-economische hervormingen doorvoert. In een eerste fase moet de schuldherschikking middelen vrijmaken die worden geïnvesteerd in de strijd tegen de armoede. Het evaluatieverslag stelt: “Congo voerde een aantal economische hervormingen door, verbeterde de kwaliteit van de overheidsdien-sten en ontwikkelde een strategie om armoede te bestrijden.” Nog voor het HIPC-pro-gramma volledig is afgerond, wordt ingestemd met een schuldverlichting.

Schuldverlichting en nieuwe schuldenDoor deze schuldverlichting wordt de schuld beter houdbaar en kan Congo de aflos-singen hervatten. Een goede zaak voor de schuldeisers, aangezien Congo nu meer heeft kunnen terugbetalen dan wanneer die schuldverlichting er niet was geweest. Toch gaat Congo in 2006 een lening van 9,5 miljard dollar aan voor een aantal Chinese contracten. Op aandringen van het IMF en de Wereldbank worden deze contracten naar beneden bijgesteld. In 2010 stemt de Club van Parijs in met een schuldvermindering tot 100% van het schuldbedrag, dat van 13,6 miljard dollar in 2001 zakt naar 3,11 miljard dollar. Het uitgespaarde geld was bestemd voor de strijd tegen de armoede. ep

dimensie 3 I november-december 2012 27

SchULDeN

Page 28: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

dus, terwijl de schuldenlast van de lan-den aangroeit, zijn ze minder in staat hun schulden af te lossen…

…tot crisisin 1982 gaf mexico als eerste land te kennen dat het niet langer zijn schul-den kon aflossen. andere landen volg-den. deze situatie leidde al snel tot de ‘Schuldencrisis’. geconfron teerd met het risico hun g e ï n v e s t e e rd e geld te verliezen, stelden de schuld-eisers structurele aanpassingsplan-nen voor om de economieën van de landen in moei-lijkheden een radicaal andere koers te doen varen. dat betekende meestal een drastische vermindering van de soci-ale overheidsuitgaven, een nadruk op de rechtstreekse uitvoer van natuurlijke rijkdommen, alsook een gunstige wet-geving voor buitenlandse investeerders. maar de bevolking had sterk onder de maatregelen te lijden.in 2000 stelde kofi annan, toenmalig secretaris-generaal van de vn, dat de schuldenlast 38% bedroeg van het totale budget van de staten van sub-sahara afrika. in ecuador besteedde de regering 38% van haar budget aan schuldaflossing en slechts 22% aan sociale uitgaven.

…tot schuldverminderingde schuldeisende landen, die zich hebben verenigd onder de naam Club van Parijs, moeten zich bij de feiten neerleggen: een onhoudbare schuld is voor niemand een goede zaak. in eerste instantie stellen zij een schuldherschikking voor (langere terugbetalingstermijnen); in tweede instan-

tie een schuldverlich-ting (een deel van de schuld vervalt). in derde instantie volgt er in 1996 een belang-rijke schuldverlichting voor de landen met hoge schuldenlast (Heavily Indebted Poor Countries of hiPc, zie kader). voor belgië en de andere schuldei-sende landen worden

de beslissingen over schuldverlichting of -kwijtschelding bij consensus binnen de Club van Parijs genomen.

en de impact?hadden deze schuldverlichtingen echt impact op de armoede? een debat op zich. voor cncd – de Franstalige tegenhanger van 11.11.11 – “kan een schuldverlichting een eenvoudige boekhoudkundige ingreep zijn die niet direct extra geld oplevert.” in nigeria echter werd het geld dat dankzij de schuld-verlichting werd uitgespaard – een miljard dollar – in een armoedefonds geplaatst om de Millenniumdoelen te financieren. dat fonds liet toe aanzienlijk meer uit te geven voor volksgezondheid en onderwijs.

volgens lapole kanga, deskundige bij het congolese ministerie van begroting, “spen-deerde Congo in de overgangsperiode (vóór de schuldverlichtingen) 30% van het budget aan de afbetaling van schulden, 38% aan de lonen van de ambtenaren. U begrijpt dat er weinig overbleef voor de diensten aan de bevolking. Tegelijkertijd kon Congo steeds minder aan zijn financiële verplichtingen voldoen en kreeg het geen leningen meer

Internationaal seminarie

belgië en nederland hebben drie evaluaties over schuldverlichting afgesloten met een conferentie

in het egmontpaleis op 26 september 2012.

Daarop waren aanwezig: de congolese en de Nigeriaanse delegatie alsook een aantal sprekers van internationale instellingen (Wereldbank, IMF, Club van Parijs, UNcTAD) en van het maatschappelijk middenveld (Afrodad, Erlassjahr, CNCD). Bedoeling was onder meer om na te gaan op welke wijze schuldverlichtingsoperaties die als offici-ele ontwikkelingshulp worden geboekt, als een doeltreffend ontwikkelingsinstrument kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld in de strijd tegen de armoede.

in 2001 bedroeg de overheidsschuld van congo13,6 mijard dollar. 71% van dit bedrag bestond uit betalingsachterstallen.

ONLINeAlle besproken onderwerpen zijn terug te vinden op : diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/Ontwikkelingssamenwerking/Evaluatie/

AASGIERFONDSEN

‘Aasgierfondsen’  kopen,  soms  voor  een zeer  lage prijs,  schuldvorderingen met de bedoeling de schuldenaar te vervolgen om deze  te dwingen zijn schuld volledig af  te lossen. voornoemde fondsen verdienen de investering 3 à 20 maal terug. De werkwijze is eenvoudig: van een instantie die in moei-lijkheden verkeert voor een belachelijk lage prijs een schuld afkopen, weigeren om aan de herstructurering deel te nemen, en ver-volgens, zo nodig via een rechtsgeding, het totale verschuldigde bedrag terugvorderen, verhoogd  met  intresten,  achterstallen  en boetes. Deze fondsen hebben hun naam dus niet gestolen.Elliott Associates, een aasgierfonds, slaagde er in 1990 bijvoorbeeld in een rechtszaak te winnen tegen Peru en tot 400% terug te krij-gen van de prijs die het betaalde. Maar de situatie lijkt erop vooruit te gaan: in juli 2012 stelde een Brits gerechtshof FG Hemisphere in het ongelijk  in een rechtsgeding dat het fonds  tegen  de  Compagnie Minière du Congo had aangespannen om 100 miljoen dollar terug te vorderen. Het fonds zal uitein-delijk met 3 miljoen dollar genoegen moeten nemen. Deze uitspraak is een precedent ten nadele van de aasgierfondsen.

© FoD BuZ

a / D. D

ecuy

per

28 november-december 2012 I dimensie 3

Page 29: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

ALLE LANdEN HEBBEN

ScHULdEN !Kan de situatie in landen zoals griekenland

of Spanje – dan wel belgië – worden vergeleken met de afrikaanse schuldencrisis?

•de schuld van griekenland bedroeg in maart 2012 350 miljard euro, ofte-wel 170% van het bbP.

•de schuld van belgië bedraagt 355 miljard euro, oftewel 100% van het bbP.

•de schuld van congo zou 8 miljard euro bedragen, oftewel tweemaal (200%) het bbP.

(opgelet: de exacte cijfers zijn moeilijk te verifiëren.)

maar…•de schuld van belgië zou 47 maal hoger

liggen dan die van congo, met dien verstande dat de belgische economie (en dus het bbP) veel sterker is en de schuld dus beter kan beheren.

•het bbP van dr congo zou 4 miljard euro bedragen, oftewel het jaarbudget van een gemiddelde europese stad.

Beleid ten aanzien van de schuldenlast…•in maart 2012 kwam griekenland in

aanmerking voor een schuldverlichting waardoor de schuld daalde van 350 miljard naar 251 miljard, nadat het land 'structurele aanpassingen' doorvoerde.

•in '84-'85 voerde congo een aantal 'structurele aanpassingen' door, aan-bevolen door het imF: meer dan 50% van het al zeer lage budget van de congolese staat ging naar het aflossen van de schuld!

•belgië besteedt vandaag 23% van zijn budget aan schuldaflossing!

ep

toegekend.” droegen de schuldverlichtin-gen bij tot meer ontwikkeling? “Niet recht-streeks. Een schuldverlichting brengt geen nieuwe middelen met zich mee, het gaat om virtuele middelen. Maar onrechtstreeks wel, want daardoor komt geld vrij om grote wer-ken te financieren.”voor de Unctad – het vn-orgaan dat de handel en ontwikkeling van ontwikke-lingslanden ondersteunt - zijn schuldver-lichtingen alvast wel een instrument voor ontwikkeling en kan het geboekt worden als officiële ontwikkelingshulp. zij maken de betrokken landen financieel gezonder, maar alles hangt af van hoe het vrijgeko-men geld wordt besteed.

en daarna?schuldverlichting is goed, maar voor welke toekomst? waar vinden afrikaanse landen die in hun ontwikkeling willen investeren het nodige kapitaal? is een schuldenlast misschien een noodzake-lijke voorwaarde voor ontwikkeling? voor arnaud zacharie (cncd) “moet het ont-wikkelingsmodel niet noodzakelijkerwijze op schulden gebaseerd zijn. Verscheidene Aziatische landen (Zuid-Korea, Taiwan, enz.) zijn erin geslaagd economische prestaties neer te zetten met behulp van de interne spaartegoeden.” dr congo deelt zijn standpunt: “Een schuldenlast is geen noodzakelijke voorwaarde. Als we erin slagen van de interne spaartegoeden gebruik te maken, kunnen we de ontwikke-ling financieren.”de landen die over natuurlijke rijkdommen beschikken kunnen inderdaad interne middelen aanspreken. daarnaast zijn er ook externe rijkdommen zoals de remittan-ces (het geld dat migranten naar hun fami-lie zenden). toch moeten de landen vaak nieuwe leningen aangaan. om de toekom-stige schuldenlast te kunnen beheren hou-den de internationale financiële instellin-gen en de schuldeisende landen vooral vast aan het begrip van de ‘houdbare schuld’. Unctad lanceert een ‘Gedragscode’ voor verantwoorde leningen en kredieten; de ngo’s wensen een soort ‘Gerechtshof voor de schulden’ dat onafhankelijk van de schuldeisers optreedt, en ze vragen de mogelijkheid om staten, net zoals onder-nemingen, failliet te verklaren.een punt dat meer dan ooit belangwek-kend kan zijn voor de landen van het noor-den, waar het schrikbeeld van de bespa-ringen rondwaart. eerst ondermijnde dat schrikbeeld de welvaart van de landen van het zuiden, en nu duikt het op in europa, om iedereen eraan te herinneren dat het nog niet het einde is.

eliSe pirSOul

350.000.000.000 €

355.000.000.000 €

BBP

BELGIË

GRIEKENLAND

BBP

ONLINeBelgische schuld: www.staatsschuldmeter.be

Alles wat je altijd al wilde weten overSchULDeN

Het gaat hier over interne en externe schuld. opgelet, de cijfers evolueren snel.

dimensie 3 I november-december 2012 29

Page 30: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Puntkomma

België is op goede weg, zo blijkt uit een tussentijdse evaluatie van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in september 2012. Meteen bevestigt dat het goede rapport dat ons land in 2010 van OESO-DAC heeft gekregen. “We zijn tevreden dat België serieus werk gemaakt heeft van de 19 aanbevelingen die het twee jaar geleden heeft gekregen”, zei John Lomoy, directeur bij OESO-DAC.

Het Comité voor Ontwikkelingshulp (DAC) van de Organisatie voor Eco-nomische Samenwerking en Ont-wikkeling (OESO) organiseert om de 4 jaar een peer review van zijn lidstaten. Aan de hand van opbou-wende discussies stelt het de landen in staat van elkaar te leren en best practices op te pikken. In 2010 werd België gunstig beoordeeld. Niettemin kreeg ons land 19 aanbevelingen mee om zijn werking te verbeteren: de gouvernementele samenwerking verhogen, de expertise rond voed-selzekerheid verbeteren, de huma-nitaire hulp beter afstemmen op de ontwikkelingshulp… “Er is voor-uitgang op vele vlakken”, zei John Moloy, “maar het personeel in de ambassades moet nog meer beslis-singsrecht krijgen zodat ze de pro-gramma’s mee vorm kunnen geven. Ze hebben immers voeling met wat er leeft en dat maakt de hulp doel-treffender. Er is ook nog werk aan de winkel om de niet-gouvernementele spelers op één lijn te brengen met het beleid.” OESO-DAC toont begrip voor de maatregel dat België zijn ontwikkelingsbudget bevriest in moeilijke tijden, maar hoopt dat het het groeipad naar 0,7% van het BBP opnieuw aanvat zodra het econo-misch beter gaat.

cS

OESO-DAC tevreden over België

Staten moeten meer investeren in slachtoffers

van clustermunitie Bijna vier jaar na de ondertekening in Oslo begint de

Conventie inzake clustermunitie vruchten af te werpen.

De Verdragspartijen van de con-ventie vernietigden al meer dan twee derden van hun stocks, zo’n 86 miljoen stuks. in 2011 maak-

ten 21 staten en de europese commissie 48 miljoen euro vrij voor de conventie, maar volgens het Clustermunitierapport ging slechts 5 % (2,5 miljoen euro) naar hulp aan overlevenden. “Dat is veel te weinig”, zegt de amerikaanse lynn bradach, die haar zoon verloor door clustermunitie en die als ‘ban advocate’ ijvert voor een wereldwijd verbod. “Onlangs was ik in Laos waar tijdens een conferentie van verdragspartijen een jong meisje werd gedood en haar zus gewond door Amerikaanse clustermunitie, die er al 40 jaar lag. Ik dacht onmiddellijk: Wie helpt de familie? Wie steunt de gemeenschap? Wat gebeurt er met het gewonde kind? De midde-len moeten naar de slachtoffers gaan! Volgens

het Verdrag krijgen de slachtoffers prioriteit. Dus moeten ze effectief de hulp krijgen die ze nodig hebben.”in 2011 ontmijnden organisaties, zoals handi-cap international, en regeringen, zoals belgië, gemiddeld 1 km² per week en werden 50.000 stuks vernietigd. handicap international roept alle landen op zo snel mogelijk toe te treden tot de conventie inzake clustermunitie en de steun aan slachtoffers op te voeren.

Hildegarde VanSintJan

ONLINewww.handicapinternational.be

het Clustermunitierapport 2012 is te raadplegen op:

http://www.the-monitor.org/

© Tim

 Dirv

en

Het ontmijningsteam had meer dan drie uur nodig om deze bom, die vlak bij een dorp gedropt werd, onschadelijk te maken.

30 november-december 2012 I dimensie 3

Page 31: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

meer middelen

voor biodiversiteit

Tegen 2015 gaat dubbel zoveel geld naar het behoud van de biodiversi-teit, van 5 naar 10 miljard dollar per jaar. Dat kwamen 193 landen in ok-tober overeen in het Indiase Hyde-rabad op de 11de biodiversiteitstop van de VN.

Daarnaast zullen de ecologisch waardevolle gebieden op zee geïdentificeerd worden. Landen worden gesteund om nationale biodiversiteitplannen op te stellen. Bedrij-ven en ontwikkelingsorganisaties zullen aangemoedigd worden biodiversiteitdoelen op te nemen in hun programma’s. En de ongebreidelde jacht op ‘woudvlees’ in de tropen moet vervangen worden door een duurzaam beheer…“Mooie resultaten”, vindt Achim Steiner, baas van het VN-milieuprogramma UNEP. “Biodi-versiteit en ecosystemen zijn een ontwikke-lingsprioriteit geworden en staan centraal in de overgang naar een Groene Economie.” De Internationale Unie voor Natuurbehoud IUCN is voorzichtiger. “Met ruim 20.000 soorten die zeer ernstig bedreigd zijn, is meer con-crete actie nodig. Ook de privésector zou geld kunnen bijdragen.” Het Wereldnatuurfonds WWF hekelt het tekort aan middelen. “Als we werkelijk het verlies aan dieren- en planten-soorten tegen 2020 willen stoppen, zoals twee jaar geleden beloofd in Nagoya, is zeker 200 miljard nodig, meer dan het dubbele dan wat nu voorzien werd.” WWF is wel tevreden met de aandacht voor de oceanen.

cS

ONLINewww.cbd.int

De europese ONTWIkkELINGS-

DAGEN

De traditionele Europese Ontwikke-lingsdagen vonden plaats op 16 en 17 oktober. zij waren toegespitst op

landbouw, voedselzekerheid en weerbaar-heid, sociale bescherming en ongelijkheid en op de rol van de particuliere sector. op 16 oktober – Wereldvoedseldag – benadrukte europa de belangrijke rol die de landbouwers en kleine producenten in de voedselzeker-heid spelen. “Ik steun volledig de focus van dit jaar op ‘landbouwcoöperatieven’. Land-bouw vormt het levensbloed van de Afrikaanse economie – meer dan een half miljard Afrika-nen, of zowat 65% van de bevolking (in som-mige landen meer dan 80%) hangen af van kleinschalige landbouw als hun voornaamste

bron van inkomen. Deze boeren kweken hun gewassen op kleine stukken land, vaak ver weg van markten, wegen… zelfs van elektrici-teit. Daarom zijn ze zo kwetsbaar voor crisissen en hebben ze het moeilijk om zichzelf en hun gemeenschap van voeding te voorzien.”, aldus commissaris Piebalgs.

http://live.eudevdays.eu/agenda

Stimulansen geven aan inclusieve en duurzame groei ten dienste van menselijke ontwikkeling

website

e r is hard aan gesleuteld, maar nu is hij klaar: een nieuwe gebruiksvriendelijker website van Kleur Bekennen. leerkrachten kunnen er een project of traject aanvragen of zich inschrijven op nascholingen. en educatieve organisaties kunnen er direct hun aanbod uploaden en in contact staan met de educatieve medewerker in de provincie.

op de vernieuwde website is ook meer ruimte voor interactie. zo kan je een artikel delen met een collega via mail en sociale media. meteen inspireer je je collega’s om te werken aan wereldburgerschap in de klas! maar de grootste verandering is dat iedereen nu een persoon-lijk dossier kan aanmaken.

neem gauw een kijkje op www.kleurbekennen.be.

Kleur Bekennen – een project van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking – brengt wereldburgerschap in de klas.

IN NIeUW KLeeDje

dimensie 3 I november-december 2012 31

Page 32: Sahel - Federal Public Service Foreign Affairs€¦ · het Belgisch Overlevingsfonds door het belgisch Parlement in 1983, dat inmiddels werd omgevormd tot het Belgisch Fonds voor

Bijna 900 miljoen mensen gaan elke avond naar bed met een lege

maag. Onaanvaardbaar als je beseft dat er voldoende voedsel is om de hele wereld te voeden.

België wil kwetsbare mensen helpen in hun strijd tegen honger, ondervoeding en armoede. Ze moeten toegang krijgen tot gezond voed-

sel, meerdere keren per dag. Het Belgisch parle-ment heeft in 1983 een speciaal orgaan opgericht om dat te bereiken: het BELGISCH FonDS vooR voEDSELZEKERHEID.Het Fonds probeert de voedselonzekerheid bij zijn wortels aan te pakken. Het financiert daarvoor brede programma’s die zich toeleggen op de vele dimensies van voedselzekerheid zoals kleinschalige landbouw, gezondheidszorg, waterbeheer, evenwichtige voeding en de uitbouw van instellingen. Het Fonds werkt via Belgische ngo’s, multilaterale instellingen en de Belgi-sche Technische Coöperatie.Het Belgisch Fonds voor voedselzekerheid spitst zich toe op gebieden in Sub-Sahara- Afrika waar de voed-selonzekerheid zeer hoog is. Zijn programma’s krijgen daarvoor geld van de Nationale Loterij en de Belgische ontwikkelingssamenwerking.

© Tim

 Dirv

en / vétérinaires San

s Fron

tières

de meest kwetsbarenOp Het VOOrplan

DGD - DIRECTIE-GENERAAL ONTWIkkELINGSSAMENWERkINGKarmelietenstraat 15 • B-1000 BrusselTel. +32 (0)2 501 48 81 • Fax +32 (0)2 501 45 44E-mail : [email protected] • www.dg-d.be