SAE Nieuwsbrief 26

5
S t i c h t i n g A c a d e m i s c h E r f g o e d SAE nieuws brief 26 SAE nieuws is een uitgave van de Stichting Academisch Erfgoed en verschijnt 3 tot 4 keer per jaar. Februari 2010 Rond 1900 was de Leidse Sterrewacht een ingeslapen instituut waar nauwelijks nog wetenschappelijk werk werd gepubliceerd. De toenmalige directeur H.G. van de Sande Bakhuyzen (1838-1923) is dan ook vrijwel vergeten. Toch is het indrukwekkendste object uit de Sterrewachtcollectie van hem afkomstig. Bij zijn afscheid in 1908 kreeg hij een monumentaal Album Amicorum (65x55 cm in gesloten toestand), gebonden in leer en voorzien van een prachtig versierd perka- menten titelblad. Bovendien bevat het een afbeelding van de Leidse Sterrewacht, geschilderd (en gesigneerd) door Bakhuyzen’s broer Julius, destijds een bekend schilder. Voor wetenschapshistorici is de inhoud het interessantst: het album bevat honderden foto’s van astronomen, fysici en andere wetenschappers uit de hele wereld. Ze verte- genwoordigen een aanzienlijk deel van de internationale astronomische gemeenschap van die tijd. B AND EN BINNENWERK Het titelblad,het schilderij en de foto’s zijn in een uitstekende staat, maar de band is beschadigd. Het heeft jarenlang in vochtige kelders gelegen. Helaas is de band zo zwaar dat hij bij opening letterlijk onder zijn eigen gewicht bezwijkt. Hij is dan ook deels los- gescheurd van het binnenwerk. Het album wordt momenteel gedigitaliseerd. Dat gaat niet zonder problemen, gezien de onhandel- bare omvang. Het zal binnenkort worden gerestaureerd. De digitale versie wordt online beschikbaar gemaakt, in samenwer- king met de Universiteitsbibliotheek Leiden. David Baneke, Sterrewacht Leiden ALBUM AMICORUM van de Leidse Sterrewacht Een bijzonder object uit de collectie van de Leidse Sterrewacht is het Album Amicorum van Van de Sande Bakhuyzen. Het wordt momenteel gedigitaliseerd. Op zoek in de bibliotheken, universiteits- musea en sterrenwachten, aangesloten bij de SAE, kwamen de prachtigste met foto’s geïllustreerde boeken, atlassen, portfolio’s en losse afdrukken tevoorschijn, die de sterke internationale reputatie van de Nederlandse sterrenkunde weerspiegelen. Deze indrukwekkende en soms ontroe- rende foto’s zijn tegenwoordig alleen nog bekend bij een handjevol liefhebbers. Toch is hun invloed op de wetenschappelijke ontwikkeling en de promotie van het vak niet te onderschatten. De manier waarop deze foto’s werden geproduceerd, gepubli- ceerd, geïnterpreteerd en gewaardeerd, laat nieuw licht schijnen op de spectaculaire foto’s die de laatste twintig jaar brede bekendheid hebben gekregen. De tentoonstelling laat daarom naast histo- rische objecten ook hedendaagse beelden zien: van de oudste foto’s van de maan en de zon, filmpjes van planeten, infrarood-, ultraviolet- , en röntgenbeelden, niet- optische en ‘false colour’ foto’s, tot aan de nieuwste ‘ultra deep field’ opnamen. Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk ge- ïllustreerd boek, uitgegeven bij Architectura & Natura, met teksten van Saskia Asser (Conservator Huis Marseille) en Huib Henrichs (Hoogleraar Sterrenkunde UvA). First Light: Fotografie en Astronomie 6 maart tot en met 30 mei 2010 Huis Marseille, Museum voor Fotografie Keizersgracht 401, Amsterdam www.huismarseille.nl Fotografie & Astronomie De expositie First Light toont fotografisch astronomisch erfgoed. Foto: G.W. Ritchey (18 september 1901). 1

description

De SAE Nieuwsbrief verschijnt drie keer per jaar.

Transcript of SAE Nieuwsbrief 26

Page 1: SAE Nieuwsbrief 26

S A E n i e u w s b r i e f nummer 17, september 2006

S t i c h t i n g

A c a d e m i s c h

E r f g o e d

S A E n i e u w sb r i e f

26

SAE nieuws i s een uitgave van de St ichting Academisch Erfgoed en verschijnt 3 tot 4 keer per jaar .

Februar i 2010

Rond 1900 was de Leidse Sterrewacht een

ingeslapen instituut waar nauwelijks nog

wetenschappelijk werk werd gepubliceerd.

De toenmalige directeur H.G. van de Sande

Bakhuyzen (1838-1923) is dan ook vrijwel

vergeten. Toch is het indrukwekkendste

object uit de Sterrewachtcollectie van hem

afkomstig. Bij zijn afscheid in 1908 kreeg hij

een monumentaal Album Amicorum (65x55

cm in gesloten toestand), gebonden in leer en

voorzien van een prachtig versierd perka-

menten titelblad. Bovendien bevat het een

afbeelding van de Leidse Sterrewacht,

geschilderd (en gesigneerd) door Bakhuyzen’s

broer Julius, destijds een bekend schilder.

Voor wetenschapshistorici is de inhoud het

interessantst: het album bevat honderden

foto’s van astronomen, fysici en andere

wetenschappers uit de hele wereld. Ze verte-

genwoordigen een aanzienlijk deel van de

internationale astronomische gemeenschap

van die tijd.

B a n d e n B i n n e n w e r k

Het titelblad,het schilderij en de foto’s zijn

in een uitstekende staat, maar de band is

beschadigd. Het heeft jarenlang in vochtige

kelders gelegen. Helaas is de band zo zwaar

dat hij bij opening letterlijk onder zijn eigen

gewicht bezwijkt. Hij is dan ook deels los-

gescheurd van het binnenwerk. Het album

wordt momenteel gedigitaliseerd. Dat gaat

niet zonder problemen, gezien de onhandel-

bare omvang. Het zal binnenkort worden

gerestaureerd. De digitale versie wordt

online beschikbaar gemaakt, in samenwer-

king met de Universiteitsbibliotheek Leiden.

David Baneke, Sterrewacht Leiden

ALBUM AMICORUM van de

Leidse Sterrewacht

Een bijzonder object uit de collectie van de Leidse Sterrewacht is het Album

Amicorum van Van de Sande Bakhuyzen. Het wordt momenteel gedigitaliseerd.

Op zoek in de bibliotheken, universiteits-

musea en sterrenwachten, aangesloten bij

de SAE, kwamen de prachtigste met foto’s

geïllustreerde boeken, atlassen, portfolio’s

en losse afdrukken tevoorschijn, die de

sterke internationale reputatie van de

Nederlandse sterrenkunde weerspiegelen.

Deze indrukwekkende en soms ontroe-

rende foto’s zijn tegenwoordig alleen nog

bekend bij een handjevol liefhebbers. Toch

is hun invloed op de wetenschappelijke

ontwikkeling en de promotie van het vak

niet te onderschatten. De manier waarop

deze foto’s werden geproduceerd, gepubli-

ceerd, geïnterpreteerd en gewaardeerd, laat

nieuw licht schijnen op de spectaculaire

foto’s die de laatste twintig jaar brede

bekendheid hebben gekregen.

De tentoonstelling laat daarom naast histo-

rische objecten ook hedendaagse beelden

zien: van de oudste foto’s van de maan en

de zon, filmpjes van planeten, infrarood-,

ultraviolet- , en röntgenbeelden, niet-

optische en ‘false colour’ foto’s, tot aan

de nieuwste ‘ultra deep field’ opnamen.

Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk ge-

ïllustreerd boek, uitgegeven bij Architectura

& Natura, met teksten van Saskia Asser

(Conservator Huis Marseille) en Huib

Henrichs (Hoogleraar Sterrenkunde UvA).

First Light: Fotografie en Astronomie

6 maart tot en met 30 mei 2010

Huis Marseille, Museum voor Fotografie

Keizersgracht 401, Amsterdam

www.huismarseille.nl

Fotografie & Astronomie

De expositie First Light toont fotografisch astronomisch erfgoed.

Foto: G.W. Ritchey (18 september 1901).

1

Page 2: SAE Nieuwsbrief 26

3

S A E n i e u w s b r i e f nummer 26, februar i 2010

2

S A E n i e u w s b r i e f nummer 26, februar i 2010

Op 28 januari 2010 is het Nederlands

Centrum voor Biodiversiteit Naturalis

opgericht. Het Zoölogisch Museum

Amsterdam, het Nationaal Herbarium

Nederland en Naturalis bundelen in Leiden

hun krachten om een nieuw instituut te

vormen. Dit nieuwe instituut gaat het

grootste deel van de Nederlandse natuur-

historische collecties van planten en dieren

beheren, onderzoek doen en universitair

onderwijs verzorgen en het publiek infor-

meren over de biodiversiteit op aarde. De

samenvoeging van collecties maakt NCB

Naturalis qua omvang het vijfde instituut

van de wereld en biedt ongekende perspec-

tieven en mogelijkheden voor weten-

schap, onderwijs en publiek.

Zie voor meer informatie:

www.naturalis.nl

NCB - Nederlands Centrum

voor Biodiversiteit

September 2009 dienden de UB Amster-

dam en het Universiteitsmuseum Utrecht

namens de SAE een fondsaanvraag in bij

SenterNovem voor de bouw van een infra-

structuur die landelijke digitale ontsluiting

van de academische collecties mogelijk

moet maken (‘Unicum’). SenterNovem

heeft 170.000 euro toegekend, met de vol-

gende motivatie:

“[Het is] een project dat bijdraagt aan de

verbetering van de huidige informatievoor-

ziening. De opzet van de landelijke infra-

structuur is een behoorlijke stap voor-

waarts, zowel voor wat betreft de

vernieuwing als de digitale toegankelijk-

heid. Verder is positief dat externe partijen

de content kunnen harvesten en dat ook

(of juist) na afloop van het project collec-

ties kunnen worden toegevoegd.’

De SAE is buitengewoon verheugd dat dit

project nu gerealiseerd kan worden. Maart

2012 wordt de nieuwe collectiewebsite

opgeleverd: de content zal aanvankelijk

bestaan uit basisgegevens over alle SAE-

collecties (afkomstig uit de bestaande col-

lectiedatabase van de SAE en de database

medischerfgoed.nl), beschrijvingen en

afbeeldingen van de hoogleraarportretten

van de vijf aangesloten universiteiten en het

archief van Snouck Hurgronje (UB Leiden).

Vanaf dat moment kunnen alle SAE-instel-

lingen vanachter de eigen computer en in

hun eigen tempo hun collectiebeschrijvin-

gen bijwerken met behulp van een

gebruiksvriendelijk formulier. De database

zal regelmatig worden geupload. Onder-

zoekers, studenten en andere geïnteresseer-

den kunnen via één toegang de collecties

van vijf verschillende instellingen doorzoe-

ken. Bovendien zal deze collectiewebsite

het overzicht bieden dat nodig is om col-

lecties onderling af te stemmen, of om

gezamenlijk tot presentaties op het web of

‘in real life’ te komen.

Esther Boeles, Coördinator SAE

SenterNovem kent SAE subsidie toeLeiden is bijzonder rijk aan collecties op het

gebied van de exacte wetenschappen. Zij

bevatten instrumenten, boeken, archieven en

objecten waardoor de ontwikkeling van

astronomie, biologie, botanie, farmacologie,

geneeskunde, natuurkunde, scheikunde en

wiskunde inzichtelijk wordt gemaakt. Deze

collecties worden gebruikt voor wetenschap-

pelijk onderzoek en onderwijs maar zijn

daarnaast ook enorm waardevol voor een

breed publiek dat zich wil verdiepen in de

geschiedenis van de wetenschap.

S a m e n w e r k i n g De Leidse instellingen met collecties op het

terrein van de exacte wetenschappen heb-

ben een convenant opgesteld waarin zij de

intentie uitspreken op een aantal terreinen

te gaan samenwerken om de collecties

breed en digitaal toegankelijk te maken.

Het gaat om het Anatomisch Museum,

Museum Boerhaave, Hortus botanicus

Leiden/Nationaal Herbarium Nederland,

Naturalis en de Universitaire Bibliotheken

Leiden.

De collecties van deze instellingen hebben

vaak een intellectueel of historisch ver-

band. Door samenwerking en digitalisering

zal dit op een samenhangende wijze gepre-

senteerd worden. Dit kan een impuls geven

aan onderwijs en onderzoek. Zo bouwen

de instellingen zowel hun rol in onderwijs

en onderzoek als hun publieksfunctie

gezamenlijk verder uit.

De instellingen gaan op de volgende speci-

fieke terreinen samenwerken:

n de ontwikkeling en uitvoering van pro-

jecten op het gebied van digitalisering,

ontsluiting, en conservering;

n het verduidelijken van de onderlinge

samenhang tussen de verscheidene collec-

ties op digitale wijze;

n de ondersteuning van onderwijs en

onderzoek op het gebied van de geschiede-

nis van de wetenschap;

n en de ontwikkeling van (virtuele) ten-

toonstellingen en publieksprogramma’s.

Om dit mogelijk te maken zullen de instellin-

gen onder meer gezamenlijk fondsen werven,

expertise uitwisselen en rond deze samen-

werking externe communicatie voeren.

Chantal Keijsper

Sectorhoofd Bijzondere Collecties

Universitaire Bibliotheken Leiden

Bèta-convenant in Leiden

In vol ornaat

In het laatste kwart van de

twintigste eeuw zijn verschillende

overzichten gepubliceerd van de

hoogleraarportretten in bezit van

de Nederlandse universiteiten.

Hierin werden alle toen bekende hoog-

leraarportretten van de universiteiten

beschreven, gedateerd en afgebeeld. De

catalogi toonden een traditie die langzaam

maar gestaag verdween. Tegenwoordig

wordt daar gelukkig anders over gedacht.

Jaarlijks schenken emeriti, familie, facultei-

ten of verenigingen een portret aan de uni-

versiteit uit dankbaarheid, historisch bewust-

zijn of andere vormen van erkentelijkheid.

De collecties groeien gestaag sinds 2000.

m e e r d a n e e n i n v e n ta r i S

Dit jaar is bij de Rijksuniversiteit Groningen

van de oude en nieuwe portretten opnieuw

in een catalogus verschenen, waarbij het om

meer ging dan alleen maar inventariseren en

opnieuw ordenen van het materiaal.

In de afgelopen jaren werd de portretten-

collectie opnieuw geconserveerd als onder-

deel van een behoudsproject dat voortkwam

uit het besef dat de academische collecties in

Nederland een essentieel onderdeel zijn van

ons nationale erfgoed.

Daarnaast is dit overzicht verrijkt met ver-

schillende tekstuele bijdragen. Er wordt

ingegaan op tradities, schilderkunst toga’s

en de historie van de portrettencollectie.

Rolf Ter Sluis, Directeur Universiteits-

museum Groningen

Jolanda Oosterheert, ed., In vol ornaat. Vier

eeuwen Groningse senaatsgalerij (Barkhuis

Publishing 2009), isbn 9789077922576

Prof. dr. H.J. Backer, organische scheikunde (1916-1952)

Door Johan Dijkstra (1941)

Prof. dr. N.M.J. Schweitzer, oogheelkunde (1967-1987)

Door Dorine Kuiper (2006)

Depot, collectie Naturalis.

Page 3: SAE Nieuwsbrief 26

S A E n i e u w s b r i e f nummer 26, februar i 2010

4

S A E n i e u w s b r i e f nummer 26, februar i 2010

In het najaar van 2009 verscheen van de

hand van conservator Laurens de Rooy

en fotograaf Hans van den Bogaard een

schitterend en rijk geïllustreerd boek over

de collectie van Museum Vrolik. In de negen-

tiende eeuw was Museum Vrolikianum

de privé-verzameling van vader Gerard

(1775-1859) en zoon Willem Vrolik (1801-

1863), een begrip onder artsen en weten-

schappers uit binnen- en buitenland. In zijn

soort was Museum Vrolikianum de laatste

grote privé-verzameling die in Nederland

werd opgebouwd. De Vrolik-collectie,

sinds begin jaren tachtig ondergebracht bij

het AMC, vormt daarmee een ware tijd-

capsule van vlak vóór de grote medische en

wetenschappelijke veranderingen die de

nieuwe tijd zou brengen – niet in de laatste

plaats met de lancering van Darwins evolu-

tietheorie. ‘Verzamelaars van Vorm’ geeft

een indrukwekkend beeld van de Amster-

damse anatomische verzameltraditie. Het

vertelt de lange geschiedenis van het

Museum Vrolik en belicht de wetenschap-

pelijke en culturele waarde van de verza-

meling. Door de foto’s van topfotograaf

Hans van den Bogaard komen de pronk-

stukken van de Vroliks opnieuw tot leven.

Laurens de Rooy is conservator van

Museum Vrolik en verbonden aan de

afdeling Anatomie en Embryologie van

het AMC.

Hans van den Bogaard werkt als fotograaf

voor onder andere Vrij Nederland.

ISBN 978 90 5629 551 6 € 29,50

Het College van Bestuur van de Universi-

teit Leiden heeft de beleggingsinstelling

Belvédère Academia Leiden University

N.V. (Belvédère) opgericht.

Daarmee is de Leidse Universiteit de eerste

Nederlandse universiteit die alumni/parti-

culieren de mogelijkheid biedt te beleggen

in obligaties met universitair historisch erf-

goed als onderpand. Belvédère is een initia-

tief van de Universiteit Leiden en een aan-

tal Leidse alumni in samenwerking met de

Rabobank en het Ministerie van OCW, dat

Belvédère onlangs de status van Cultuur-

fonds heeft verleend.

Beoogd wordt om de volgende structuur te

realiseren: De Universiteit Leiden verkoopt

het Academiegebouw en de Sterrewacht

aan Belvédère en huurt deze voor een lange

periode terug.

Belvédère financiert die aankoop door de

uitgifte van obligaties, die met preferentie

gekocht kunnen worden door alumni van

de Universiteit Leiden. Belvédère is verant-

woordelijk voor de instandhouding en de

exploitatie van het Academiegebouw, de

Sterrewacht en de Hortus botanicus en

heeft daarom voor de Wet Inkomstenbelas-

ting 2001 de status van Cultuurfonds.

Daardoor kunnen obligatiehouders een fis-

caal voordeel genieten van 2,5%. In aan-

vulling op dit fiscale voordeel betaalt Bel-

védère een rentevergoeding.

Meer info? www.alumni.leidenuniv.nl/

nieuws/belvedere.html

Verzamelaars van vorm

‘Kijk’, zei mijn natuurkundeleraar op de

middelbare school en hij wees op twee sta-

pels boeken op zijn bureau. ‘Bij natuur-

kunde hoef je alleen maar het bovenste

boek te lezen, omdat het alles bevat wat

daarvoor is geschreven. Als je iets in de

geesteswetenschappen gaat studeren, moet

je alle boeken lezen.’ Hij probeerde me

over te halen om mijn bètaopleiding een

universitair natuurkundig vervolg te geven.

Maar onbedoeld gaf hij mij een extra zet

om voor Nederlands te kiezen. Juist die

geschiedenis fascineerde me. En hij ver-

schafte me een uitstekend alibi om veel

boeken te kopen. Veel later werd me dui-

delijk dat mijn leraar tijdens zijn universi-

taire studie geen geschiedenis van de

natuurkunde had gevolgd of, als dat wel zo

was, hij er weinig of niets van moet hebben

begrepen. Als we niet willen weten waar

we vandaan komen, willen we niet weten

wie we zijn.

u n i e k e S a m e n w e r k i n g

In het Descartes Centrum worden alle dis-

ciplines bevraagd op hun herkomst en

grondslagen. Het is een kenniscentrum

waar de bestudering van het verleden geen

doel op zichzelf is, maar juist ook een mid-

del om hedendaagse vraagstukken in een

noodzakelijke context te kunnen plaatsen.

De Universiteit Utrecht mag trots zijn op

het Descartes Centrum, al was het maar

omdat alle zeven faculteiten eraan bijdra-

gen. Nergens anders in Nederland houden

rechtswetenschappers zich samen met dier-

geneeskundigen, sociale wetenschappers en

experts op het gebied van de humaniora en

natuurkunde bezig met vergelijkbare

vraagstukken. Een kenniscentrum dus met

een internationale uitstraling in een samen-

leving die in toenemende mate beseft dat

een bestaan zonder geheugen uiteindelijk

weinig toekomst zal hebben.

a l S n i e t … d a n w e l

Had mijn natuurkundeleraar mij verteld

dat je tijdens je academische opleiding de

rijkste kennis zou kunnen opdoen uit alle

boeken van alle stapels, dan was ik wel-

licht niet in de geesteswetenschappen

terecht gekomen. Maar dan was ik nu wel

in het Descartes Centrum te vinden. En

daarmee zou een cirkel weer rond zijn

geweest. Om met Nijhoff te spreken, mis-

schien leert een mens wat onderweg.

Wiljan van den Akker

Decaan Geesteswetenschappen

www.descartescentre.com

5

Na de geslaagde SAE bijeenkomst in het

najaar met als onderwerp ‘Erfgoed op

locatie’, organiseert het Universiteitsmu-

seum Utrecht de volgende bijeenkomst.

Op 20 mei 2010 vindt de Dijksterhuislezing

plaats in het Universiteitsmuseum Utrecht.

Deze zal dit keer verzorgd worden door

Wijnand Mijnhardt, sinds 2007 weten-

schappelijk directeur van het Descartes

Centre for the History and Philosophy of

the Sciences and the Humanities in

Utrecht. Wijnand Mijnhardt promoveerde

in 1987 cum laude op Tot Heil van t

Menschdom: culturele genootschappen in

Nederland, 1750-1815. Sinds 1991 is hij

hoogleraargeschiedenis aan de Utrechtse

Universiteit. Voor het tijdvak 2001-2004

was hij gasthoogleraar Nederlandse cul-

tuurgeschiedenis aan de University of Cali-

fornia in Los Angeles. Hij publiceerde uit-

voerig over de Nederlandse en Europese

verlichting, over (wetenschappelijke)

genootschappelijkheid en over boekcultuur

en boekconsumptie.

Dijksterhuislezing 2010

Descartes Centrum

Erfgoed op

locatie

Academisch erfgoed als belegging

Foto

: Han

s va

n de

n B

ogaa

rd

Op 10 november vond de najaarsbijeen-

komst van de Stichting Academisch Erf-

goed plaats, verdeeld over twee locaties.

De aftrap was in de het gloednieuwe

gebouw van de Faculteit Natuurkunde,

Wiskunde en Informatica (FNWI). Daar

vertelde Marian Schilder (Hoofd Publieks-

presentatie Uva Erfgoed) over de totstand-

koming van de erfgoedvitrine die Uva

Erfgoed aldaar heeft ingericht: een lange

ondiepe vitrine, met daarin voorwerpen die

corresponderen met de vakgroepen die in

de FNWI zijn opgegaan.

Het tweede deel van de middag vond

plaats in het Allard Piersonmuseum. Daar

kwamen achtereenvolgens Steph Scholten

(Uva Erfgoed), Wim Hupperetz (Uva Erf-

goed), Peter Koolmees (Universiteitsmu-

seum Utrecht) en Han Heijmans (TU

Library) aan het woord over de manier

waarop hun instellingen het erfgoed onder

de aandacht brengen van de onderzoekers

en studenten. De erfgoed-afdelingen zijn

het er over eens dat het erfgoed een meer-

waarde heeft voor het onderzoek en onder-

wijs omdat het studenten en onderzoekers

duidelijk maakt in welke traditie ze staan.

Een traditie die vaak eeuwen terug gaat.

Discussie ging over de manier waarop je

dit erfgoed presenteert: gewoon op de

gang, of in een speciale ruimte, gerang-

schikt naar periode, of gekoppeld aan

befaamde hoogleraren. En hoeveel mede-

werking kun je vragen (of verwachten) van

de faculteiten, die hun ruimte beschikbaar

stellen?

Na een levendige discussie onder de ferme

leiding van de voorzitter van de SAE, Wil-

lem Hendrik Gispen, werd er een gezellig

glas gedronken in het Museumcafé van de

Bijzondere Collecties. Op 20 mei 2010

vindt de voorjaarsbijeenkomst plaats, dit

keer in Utrecht.

Esther Boeles, Coördinator SAE

Page 4: SAE Nieuwsbrief 26

7

S A E n i e u w s b r i e f nummer 26, februar i 2010 S A E n i e u w s b r i e f nummer 26, februar i 2010

7

n UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Bijzondere Collecties

Oude Turfmarkt 129

www.bijzonderecollecties.uva.nl

Het is geen roman, ’t is een aanklacht!

150 jaar Max Havelaar

3 februari t/m 16 mei 2010

Het is 150 jaar geleden dat Multatuli zijn

beroemde boek Max Havelaar schreef: een

werk van uitzonderlijke literaire kwaliteit,

dat bovendien een enorme maatschappelijke

en politieke impact heeft gehad. De uitgave

van dit belangrijke boek wordt herdacht

met de tentoonstelling Het is geen roman, ’t

is een aanklacht! 150 jaar Max Havelaar.

Deze tentoonstelling is te zien bij de Bijzon-

dere Collecties van de Universiteit van

Amsterdam, de plek waar de orginele hand-

schriften van Multatuli worden bewaard.

Natuurlijk is het handschrift ook te zien.

Irma Boom Grafische Vormgeving

4 juni t/m 3 oktober 2010

De eerste grote overzichtstentoonstelling van

Irma Boom (1960), internationaal één van

de bekendste grafisch ontwerpers. Zij ont-

werpt naast boeken onder meer huisstijlen,

postzegels en munten. In 2005 schonk zij

haar archief aan de Bijzondere Collecties.

Voor haar boekontwerpen (die o.a. zijn

opgenomen in de collectie van het MoMA

in New York) ontving Irma Boom interna-

tionale waardering. In deze tentoonstelling

staan enkele sleutelwerken uit haar indruk-

wekkende oeuvre centraal. Daarnaast wor-

den invloeden en dwarsverbanden getoond

aan de hand van werken uit haar privé-

bibliotheek en uit de verzamelingen van de

Bijzondere Collecties.

Amsterdamse gepromoveerden

en hun promotieplaten online

Het Amsterdamse Album Academicum is

afgelopen december uitgebreid met de

gegevens van alle 14.000 gepromoveerden

uit de periode 1877-2007. De bijna 750

gepromoveerden uit de laatste twee jaar

zullen snel volgen. Het Album Academi-

cum, een online database, bevatte al gege-

vens over alle hoogleraren van de Universi-

teit van Amsterdam en haar voorloper het

Athenaeum Illustre, van 1632 tot heden.

Er kan gezocht worden op gepromoveerde

en jaar van promotie. Maar het Album

Academicum biedt ook antwoorden op

meer complexe vragen, bijvoorbeeld over

de ontwikkeling van de vakgebieden en het

percentage gepromoveerde vrouwen. Alle

proefschriften uit de collectie van de Uni-

versiteitsbibliotheek Amsterdam zijn aan

de gegevens gekoppeld. De Universiteits-

bibliotheek wil ze in de komende jaren

digitaliseren.

Ook bijna 2500 hoogleraren van de Uni-

versiteit van Amsterdam en haar voorloper,

het Athenaeum Illustre, van 1632 tot

heden zitten in de databank. Voor zover

mogelijk zijn alle hoogleraren voorzien van

een portret. De gegevens van sommige

gepromoveerden worden geïllustreerd met

hun promotieplaten, feestelijke drukwer-

ken die vaak een humoristische schets

geven van het leven van de student.

P r o m o t i e P l at e n

Vanaf 1877 konden studenten niet alleen

in Leiden, Utrecht en Groningen promove-

ren, maar ook in Amsterdam. De studen-

ten namen direct een aantal academische

tradities over van de al bestaande universi-

teiten. Een van deze tradities was de ver-

vaardiging van promotieplaten.

Deze grote, gedrukte platen laten een beeld

zien van het leven van de student, verhaald

in humoristische tekeningen, begeleid door

plagerige versjes. Ze behandelen vooral het

corps- en privéleven van de student en

drank en vrouwen zijn ruim vertegenwoor-

digd. Maar ook komt er nog wel eens een

huwelijk op voor, aangezien studenten in

die tijd heel wat langer studeerden dan

tegenwoordig. Het toekomstbeeld van de

promovendus, zoals uitzending naar de

koloniën, is ook regelmatig afgebeeld. De

originele tekening werd voorafgaand aan

de promotie gemaakt. Soms krabbelde een

vriend de illustraties, zoals de Amster-

damse student en latere hoogleraar kunst-

geschiedenis en archeologie Jan Six (1857-

1926). Maar ook werden er wel

professionele tekenaars ingehuurd, bijvoor-

beeld Martin Monnickendam (1874-

1943), die in 1899 de promotieplaat van

C.H. Guépin illustreerde. Het maken van

een promotieplaat was een kostbare en

daarmee elitaire aangelegenheid. In de

jaren twintig van de twintigste eeuw nam

de studentenpopulatie sterk toe, werd de

gemiddelde student minder kapitaalkrach-

tig en kalfden oude tradities af. Ook de

promotieplaat werd minder populair. Eind

jaren dertig werden de laatsten gemaakt en

de traditie is nooit meer herleefd.

Naar aanleiding van de uitbreiding van het

Album Academicum zijn alle 160 promo-

tieplaten uit de collectie van de Universiteit

van Amsterdam gedigitaliseerd.

http://albumacademicum.uva.nl

http://dpc.uba.uva.nl/

universiteitsgeschiedenis

6

Tentoonstellingsladder

Multatuli, lithografie door August Allebé, 1874. (Collectie

Bijzondere Collecties, UvA).

Allard Piersonmuseum

Oude Turfmarkt 127

www.allardpiersonmuseum.nl

Doden voor de rechter

Reis door het Egyptisch Dodenrijk

19 februari t/m 23 mei 2010

In de tentoonstelling Doden voor de rech-

ter Reis door het Egyptisch dodenrijk wor-

den de denkbeelden over de dood van de

oude Egyptenaren geplaatst in het perspec-

tief van latere christelijke en islamitische

ideeën. De bezoeker legt letterlijk de weg

van de overleden Egyptenaar af, van

godenrechtbank tot de Rietvelden, en

wordt onderweg geconfronteerd

met parallellen uit twee wereldreligies.

De opening vindt plaats op donderdag 18

februari om 17.00 uur in de Aula van de

Universiteit van Amsterdam.

Sail Rome

Schepen en havens in de Romeinse tijd

25 juni t/m 23 augustus 2010

Kom aan boord van de vloot van de oude

Romeinen! 2000 jaar geleden werd de

Middellandse Zee intensief bevaren met

schepen die de meest uiteenlopende lading

vervoerden. Pauwen uit India pronkten op

de Romeinse bankettafels!

De zeehandel bloeide als nooit tevoren.

Van honderden tonnen graan van Alexan-

drië in Egypte naar de haven van Ostia in

Rome tot vele Romeinse reizigers die per

vrachtschip van van haven tot haven naar

hun bestemming voeren. Van bulkgoederen

tot toeristen.

In de noordelijke Romeinse provincies

zoals in onze streken, was de scheepvaart

ook belangrijk en werden de rivieren inten-

sief bevaren De tentoonstelling Sail Rome

neemt de bezoeker aan de hand van uiteen-

lopende Romeinse voorstellingen en voor-

werpen mee naar de havens en schepen in

de Romeinse tijd.

Page 5: SAE Nieuwsbrief 26

C O L O F O NDe Stichting Academisch Erfgoed is

een samenwerkingsverband van de

Rijksuniversiteit Groningen

Technische Universiteit Delft

Universiteit Leiden

Universiteit van Amsterdam

Universiteit Utrecht

De deadline van nummer 27 is

14 mei 2010.

Redactie: Esther Boeles &

Monique Goemans

Redactieadres:

Postbus 19185

1000 GD Amsterdam

e-mail: [email protected]

www.academischerfgoed.nl

ISSN 15696154

S A E n i e u w s b r i e f nummer 26, februar i 2010

n UNIVERSITEIT LEIDEN

Universiteitsbibliotheek

Witte Singel 27

www.bibliotheek.leidenuniv.nl

Liefde & Erotiek – Verleid door de collec-

ties van de Universiteit Leiden

25 maart t/m 2 mei 2010

De nieuwe expositieruimte van de Leidse

Universiteitsbibliotheek opent met een ten-

toonstelling van boeken, prenten en tekenin-

gen rond het onderwerp liefde en erotiek.

Rond een vijftal thema’s – bijbelse liefde,

erotiek bij Ovidius, lied- en embleemboeken,

liefdes-en heldinnenbrieven, farce en satire -

worden hoogtepunten uit het bezit van de

bibliotheek getoond. Werken die zelden het

daglicht zien, zoals prenten van Dürer en

Lucas van Leyden, een brief van Vondel,

geïllustreerde uitgaven van Ovidius,

tekeningen van Van Diepenbeeck,

Rembrandt en Spranger, emblematabundels

van Heinsius, Bredero, Vaenius en Cats,

tonen liefde, verleiding en erotiek in alle

stadia en verschijningsvormen.

Fotografie!

Over het ontstaan en de ontwikkeling van

de fotografie aan de hand van één van

Nederland’s oudste fotocollecties in het

bezit van de Universiteit Leiden. Meldt u

zich ook aan voor één van de bijeenkom-

sten met een deskundige die een aspect

van de collectie uitlicht. Zie onze website

voor meer informatie: www.bibliotheek.

leidenuniv.nl/nieuws/fotografie.html.

n RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

Universiteitsmuseum

Oude Kijk in ’t Jatstraat 7a

www.rug.nl/museum

Binnenste buiten

Vanaf 12 februari 2010

De mens staat centraal in deze tentoonstel-

ling, te beginnen met de geschiedenis van

de anatomische kennis. Naast echte prepa-

raten van het menselijk lichaam worden

topstukken uit de collectie onderwijsmo-

dellen getoond. Een aantal processen van

het menselijk lichaam, zoals de spijsverte-

ring, het zenuwstelsel en de bloedsomloop,

wordt inzichtelijk gemaakt.

n UNIVERSITEIT UTRECHT

Universiteitsmuseum

Lange Nieuwstraat 106

www.museum.uu.nl

De evolutie draait door

t/m 14 maart 2010

In ‘De evolutie draait door’ ontdek je het

proces waar het bij evolutie omdraait. Leer

de spelregels van evolutie kennen en laat je

meeslepen in de overlevingsstrijd. Door in

de huid te kruipen van verschillende

levende wezens onderga je hun worste-

ling. Ervaar hoe zwaar het is als koolmees

om je jongen groot te brengen. En zie hoe

kwetsbaar de aardappel is die we elke dag

eten. Als je in de huid van een dokter

kruipt onderzoek je het razendsnelle aan-

passingsvermogen van HIV.

SonnenBorgh muSeum & Sterrenwacht

Zonnenburg 2

www.sonnenborgh.nl

De hemel in kaart

verlengd t/m 28 februari 2010

In de tentoonstelling De hemel in kaart

kun je zien hoe sterrenkundigen door de

eeuwen heen het de sterrenhemel in beeld

brachten. Beroemde sterrenatlassen als die

van Andreas Cellarius (1661) en minder

bekende, bijzondere exemplaren uit de col-

lectie van de Universiteitsbibliotheek

Utrecht zijn nu in het echt te bewonderen.

Capsuletentoonstelling

Vanaf 19 maart

In het kader van 50 jaar ruimtevaart in

2007, de vele geplande lanceringen in 2009

en de recente ESA ministerconferentie in

november 2008 is bij het Netherlands

Space Office (NSO) het idee ontstaan om

een ‘rondreizende’ overzichtstentoonstel-

ling op te zetten.

De multimediale capsule tentoonstelling

bestaat uit drie ruimtecapsules die informa-

tie geven over de Nederlandse ruimtevaart.

Via 16 monitoren in de capsules kunnen

jong en oud in talrijke films van 2 a 3

minuten de ontwikkelingen in de ruimtevaart

op de voet volgen. Het publiek kan om de

capsules heen lopen en in een willekeurige

volgorde de diverse filmpjes bekijken.

8