Rucon geluid 06 09 2011

download Rucon geluid 06 09 2011

of 32

Transcript of Rucon geluid 06 09 2011

INFORMATIE

Geluidberekening voor ventilatoren

GELU0301111

11

INHOUDSOPGAVEVoorwoord Dit handboekje heeft de bedoeling de belangstellende enigszins vertrouwd te maken met geluid en de begrippen die in de techniek van de lawaaibestrijding worden gebruikt. Met de gegevens die zijn opgenomen kunnen eenvoudige berekeningen worden uitgevoerd en de resultaten daarvan kunnen worden vergeleken met geldende normen. Alle gegevens zijn samengevat in het eerste hoofdstuk, hetgeen het gebruik gemakkelijker maakt. Wij zijn dankbaar voor alle opmerkingen, voorstellen en kritiek.

-

Gegevens voor geluidberekening Theorie Meten van geluid Principe van een geluidberekening Geluidproductie van ventilatoren Demping in luchtkanalen Geluiduitbreiding in het vrije veld Geluid in besloten ruimten

3 10 18 18 19 22 25 27

Geraadpleegde bronnen Circulaire Industrie-lawaai van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygine. Josef Lexis: Radial Ventilatoren in der Praxis. W. Gebhardt: diverse brochures Geluidcursus T.V.V.L. Brochure Bruel en Kjaer: Het meten van geluid. J. Eberspcher: Licht, Luft, Schall. Heinz Brockmeyer: Akustik fr den Luftungsund Klima-ingenieur.

2

INFORMATIEGegevens voor een geluidberekeningFormule van Beranek Als het geluidvermogenniveau niet wordt opgegeven kan dit bij benadering worden bepaald met de formule van Beranek: Lw = 40 + 10 log Q + 20 log pt (en dB) Q : luchthoeveelheid in m3/sec. pt : totale opvoerhoogte in Pa Lw : geluidvermogenniveau in dB Correctie voor de octaafband-middenfrequentie:axiaal ventilatoren Hz dB 63 -9 125 -8 250 -7 500 -7 1000 -8 2000 -10 4000 -14 8000 -18

centrifugaal ventilatoren met voorovergebogen schoepvorm Hz dB 63 -2 125 -7 250 -12 500 -17 1000 -22 2000 -27 4000 -32 8000 -34

centrifugaal ventilatoren met achterovergebogen schoepvorm Hz dB 63 -9 125 -8 250 -7 500 -12 1000 -17 2000 -22 4000 -27 8000 -31

Rendement van een ventilator De formule van Beranek geldt bij ventilatoren met een rendement van tenminste 70%. Voor elke 10% rendementsvermindering 4 dB bijtellen (in alle frequenties). n = V x pt % 36.000 x N

V : luchthoeveelheid in m3/h pt : totale opvoerhoogte in Pa N : asvermogen in kW

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

3

INFORMATIEGeluiddemping in luchtkanalen Rechthoekige kanalen, onbekleed.grootste kanaalafm. in mm 75 - 200 200 - 400 400 - 800 800 - 1600 demping in dB/m 63 0,6 0,6 0,5 0,4 125 0,6 0,5 0,4 0,3 250 0,4 0,4 0,3 0,1 500 0,3 0,3 0,1 0,1 1000 0,3 0,2 0,1 0,05 2000 0,3 0,2 0,1 0,05 4000 0,3 0,2 0,1 0,05 Hz

figuur 1

Ronde kanalen, onbekleed.diameter in mm 75 - 200 200 - 400 400 - 800 800 - 1600 demping in dB/m 63 0,1 0,05 0,03 0,03 125 0,1 0,1 0,06 0,03 250 0,1 0,1 0,06 0,03 500 0,1 0,1 0,1 0,05 1000 0,3 0,2 0,1 0,05 2000 0,3 0,2 0,1 0,05 4000 0,3 0,2 0,1 0,05 Hz

Beklede kanalen (rechthoekig)demping in dB/m 63 stalen kanaal 300x300 met glaswol 1/2 stalen kanaal 300x300 met glaswol 1 stalen kanaal 300x600 met glaswol 1/2 stalen kanaal 300x600 met glaswol 1 1,31 125 1,31 250 1,05 500 0,85 1000 0,26 2000 0,79 4000 0,39 Hz

2,16

2,16

1,64

0,26

0,26

0,79

0,39

1,25

1,44

0,72

0,33

0,39

0,39

0,39

3,41

1,84

0,92

0,52

0,39

0,39

0,39

Demping in bochten Onbeklede bochten 90 in ronde kanalen, respectievelijk bochten 90 in rechthoekige kanalen met leidschoepen.diameter of BxH kanaal in mm 75 - 200 200 - 400 400 - 800 800 - 1600 demping in dB/m 63 0 0 0 0 125 0 0 0 1 250 0 0 1 2 500 0 1 2 3 1000 1 2 3 3 2000 2 3 3 3 4000 3 3 3 3 Hz

Onbeklede bochten 90 in rechthoekige kanalen, zonder leidschoepen.breedte kanaal in mm (B) 75 - 200 200 - 400 400 - 800 800 - 1600 demping in dB/m 63 0 0 0 1 125 0 0 1 5 250 0 1 5 7 500 1 5 7 5 1000 5 7 5 3 2000 7 5 3 3 4000 5 5 3 3 Hz

4

INFORMATIEBeklede bochten 90 in rechthoekige kanalen, zonder leidschoepen.diameter of BxH kanaal in mm 75 - 200 200 - 400 400 - 800 800 - 1600 demping in dB/m 63 0 0 0 1 125 0 0 1 6 250 0 1 6 11 500 1 6 11 10 1000 6 11 10 10 2000 11 10 10 10 4000 10 10 10 10 Hz

De waarden in de tabel zijn gebaseerd op een lengte van de bekleding van minstens 2 x B, terwijl de dikte van de bekleding minimaal 10% van B moet bedragen. Voor beklede rechthoekige bochten met korte leidschoepen kunnen de gemiddelde waarden worden gebruikt, welke liggen tussen die van een beklede bocht en die van een onbeklede bocht met leidschoepen. Demping in een aftakking

figuur 2 S1 S1 + S2

Oppervlakteverhouding

Deze demping is niet frequentie-afhankelijk. Bij het in rekening brengen van vorenstaande waarden moet er rekening mee worden gehouden dat de tabel slechts ten delen geldt ten opzichte van de demping voor het doorgaande kanaal S2. Indien dit doorgaande kanaal niet of slechts heel weinig verloopt, dat wil zeggen als S2 groter blijft dan 80% van het voorgaande kanaal, dan mag hiervoor geen demping in rekening worden gebracht. In die gevallen waarin de aftakking loodrecht staat op het hoofdkanaal kan worden gerekend met een extra demping, gelijk aan die van een bocht van 90.

demping in aftakking

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

5

INFORMATIEEindreflectie

figuur 4 a: Q = 1 b: Q = 2 c: Q = 4 d: Q = 8

figuur 3

6

uit de opp. van het rooster in m2

demping dor eindreflectie

INFORMATIERuimte demping

figuur 6 a: Q = 1 b: Q = 2 c: Q = 4 d: Q = 8

r = afstand tot rooster in m

figuur 5

tie rp so ab 5 nd 0,2 Wa

,4 0

ruimte-absorptie A (m2 Sabine)

5 0 te 0,1 ruim 0,1 ale te) rm im no lru Ha 5( 0,0

ruimte-inhoud in m3

figuur 7

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

7

INFORMATIEAanbevolen criteria voor luchttechnische installaties Normen-binnen Groep 1 Studios en auditoria: Geluidsomroep (drama) Geluidsomroep (algemeen), televisie (algemeen) opname-studio Televisie (studio met publiek) Concertzaal, schouwburg Collegezaal, bioscoop Groep 2 Ziekenhuizen: Audiometrische kamer Operatiekamer, ziekenkamer Ziekenzaal, wachtkamer Gang, laboratorium Wasvertrek, toilet, keuken Personeelskamer, recreatiezaal Groep 3 Hotels: Individuele kamer, suite Balzaal, eetzaal Keuken, wasserij Groep 4 Restaurants, winkels en warenhuizen: Restauratie, warenhuis (bovenverdieping) Nachtclub, kroeg, cafetaria, kantine, winkel Groep 5 Kantoren: Directiekamer, conferentiezaal Conferentiekamer, directeursbureau, receptiekamer Open-plan (Burolandschaft), kantoor Tekenzaal, computerkamer Groep 6 Openbare gebouwen: Gerechtszaal Vergaderzaal Bibliotheek, bank, museum Wasvertrek, toilet Zwembad, sportzaal Garage, parkeergarage Groep 7 Kerk en onderwijsinrichtingen: Kerk Klaslokaal, collegezaal Laboratorium, werkplaats Gang, gymnastiekzaal Groep 8 Industrieruimten: Pakhuis, magazijn, garage Werkplaats (lichte industrie) Werkplaats (zware industrie) Groep 9 Woningen (in de stad): Slaapkamer Woonkamer NR-waarde 15 20 25 20-25 25-30 20-25 30-35 35 35-40 35-45 30-40 20-30 30-35 40-45 35-40 40-45 25-30 30-35 35 35-45 25-30 24-35 30-35 35-45 40-50 55 25-30 25-35 35-40 35-45 45-50 45-55 50-65 25

8

INFORMATIEWaarderingsnormencorrectie dB (A) Hz dB 63 -26 125 -16 250 -9 500 -3 1000 0 2000 +1 4000 +1 8000 -1

waarderingsnorm octaaf middenfrequenties

figuur 8 Normen-buiten Op 16 februari 1979 is de Wet Geluidshinder van kracht geworden. De diverse regelingen van deze wet zullen gefaseerd in werking treden. Het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygine heeft een circulaire uitgegeven, die in de fasen van uitwerking van de Wet tot leidraad bij de beoordeling van de geluidshinder kan dienen. Deze circulaire is genaamd Industrielawaai. Op pagina 12 van deze circulaire staat de volgende tabel:aard van de woonomgeving 1. Landelijke omgeving (herstellingsoorden, stille recreatie) 2. Rustige woonwijk weinig verkeer 3. Woonwijk in de stad aanbevolen streefwaarden in de woonomgeving dB(A) dag 40 avond 35 nacht 30

45 50

40 45

35 40

Aangegeven zijn streefwaarden voor de gevel van de woningen. Binnen de woningen gelden streefwaarden die 15 dB(A) lager liggen dan de waarden in de tabel.

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

9

INFORMATIETheorieGeluid Geluid is de samenvattende naam voor alles wat door ons gehoor wordt waargenomen. Muziek, ritselen, fluiten, enz. noemen we geluid. Als er geluid wordt waargenomen is er steeds sprake van geluidsbronnen. De lucht die deze bron omringt wordt in trilling gebracht. Er ontstaan elkaar snel opvolgende verdichtingen en verdunningen in de lucht. Natuurkundig gezien betekent dat, dat de luchtdruk om de barometerstand steeds positieve en negatieve waarden inneemt. Hij is nu hoger dan de barometerstand, dan lager. Ons oor zet deze drukverschillen om in signalen die in onze hersenen een gewaarwording van geluid tot stand brengt. De manier waarop de luchtdruk zich wijzigt, is bepalend voor de indruk die we van een geluid krijgen. In de onderstaande tekening zijn twee geluiden in beeld gebracht. Zuivere toon

barometerstand

tijd

Normaal geluiddruk

figuur 9 De druk kan snel of langzaam, regelmatig of onregelmatig en veel of weinig veranderen. En het zijn deze factoren die uitmaken of een geluid mooi, hard, zacht of lelijk is, of we met lawaai of muziek te maken hebben en of een geluid hinderlijk of niet hinderlijk is. Wijzigt de druk zich regelmatig, dan spreken we van een toon. Wijzigt de druk zich snel, dan is de toon hoog; langzaam dan is de toon laag. Een onregelmatige drukwisseling wordt als ruis ervaren. Een grote drukwisseling is luid en een kleine drukwisseling klinkt zacht. Wat is nu snel of onregelmatig? De wetenschap heeft om deze subjectieve begrippen een aantal grootheden ingevoerd, die objectief beoordelen van een geluid mogelijk maken en hiervan bovendien een aantal begrippen afleidt, waarmede rekening kan worden gehouden in de lawaaibestrijdingstechniek.

10

INFORMATIEFrequentie Deze zijn: Pas als de veranderingen in de atmosferische druk snel verlopen (vanaf 16 x per seconde) kan ons oor ze waarnemen. Men noemt het aantal drukwisselingen dat per seconde optreedt, de frequentie. Frequentie wordt uitgedrukt in Herz (Hz). Bij een trilling van 30 Hz wisselt de druk dus 30x per seconde. Het aantal trillingen bepaalt de hoogte van een toon. De toon a die voor het stemmen van een orkest wordt gebruikt, heeft 440 Hz. Het menselijk oor neemt trillingen waar van 16 - 20.000 Hz. Hoog-frequent geluid wordt ervaren als piepen of fluiten. Laag-frequent als brommen. Voortplantingssnelheid (m/sec) Onder normale omstandigheden zal een geluid zich met een snelheid van 340 m/sec voortplaten. Golflengte (lambda) in m of in cm Uit figuur 2 blijkt duidelijk wat onder golflengte wordt verstaan. Bij een geluidsbron met een frequentie van 20 Hz (nog juist hoorbaar) ontstaan per seconde 20 van deze golflengtes. Bij een voortplantingssnelheid van 340 m/sec is de golflengte van een 20 Hz bron derhalve 17 m.druk

tijd

golflengte

figuur 10 Geluiddruk Een andere belangrijke grootheid is de geluiddruk. Beschouwen we op een willekeurig punt de luchtdruk dan blijkt dat deze zich onder invloed van een geluidsbron zeer snel wijzigt. Ze neemt ten opzichte van de barometerstand positieve en negatieve waarden in. Het gemiddelde drukverschil is 0. Met een eenvoudige formule is een zogenaamd effectief drukverschil te berekenen waarmee in het algemeen wordt gewerkt. Dit effectieve drukverschil wordt kortweg geluiddruk genoemd. Het menselijk oor neemt een geluiddruk van 0,000002 mmwk (20 uPa) nog waar. Deze geluiddruk noemen we de gehoordrempel. Deze drukverandering van 20 uPa is zo klein, dat het trommelvlies van het oor slechts een uitwijking ondergaat die niet groter is dan de diameter van een waterstofatoom.

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

11

INFORMATIEHet sterkste geluid dat gedurende de kortste tijd zonder gehoorbeschadiging kan worden verdragen, heeft een geluiddruk van 20 mmwk (200 Pa) en wordt pijngrens genoemd. Tussen beide grenzen ligt de factor 107 (van 0,0000002 tot 200 Pa). Het rekenen met een sterkte-schaal waarvan de waarden zover uiteenlopen is lastig. Men heeft daarom een begrip ingevoerd waarmee gemakkelijk gewerkt kan worden. Men neemt de geluiddruk van de gehoordrempel als maatstaf en meet daarmee alle andere geluiddrukken af, volgens onderstaande formule: Lp = 20 log p en dB po

De gevonden waarde (Lp) wordt het geluiddrukniveau genoemd en uitgedrukt in decibels (dB). p = de willekeurige geluiddruk en po = de geluiddruk van de gehoordrempel Grof gezegd is het geluiddrukniveau dus het aantal malen dat een willekeurig geluid luider is dan de gehoordrempel. Het geluiddrukniveau Lp wordt in de Engelse literatuur SPL genoemd (Sound Pressure Level). De Duitse uitdrukking is Schalldruckpegel. Het geluiddrukniveau van de gehoordrempel zal dus 0 dB bedragen, dat van de pijngrens blijkt 140 dB te zijn. Overigens is het geluiddrukniveau een logaritmische rekeneenheid en moet dus ook in overeenstemming met regels die voor logaritmen gelden worden behandeld. Geluidvermogen Een veel voorkomend begrip dat voor het beschrijven van een geluidbron is ingevoerd is het geluidvermogen. Als we een puntvormige geluidbron in de vrije natuur opstellen en we beschouwen een luchtdeeltje op een willekeurige afstand van de geluidbron, dan blijkt dat dit deeltje door die bron in beweging is gebracht. Ze wordt niet weggeslingerd, maar maakt als het ware een pas op de plaats. Hoe klein ook, op het deeltje moet een kracht zijn uitgeoefend onder invloed waarvan het haar weg aflegt. Omdat kracht x weg gelijk is aan arbeid, volgt hieruit dat de geluidbron een hoeveelheid arbeid verricht. Deze arbeid wordt verricht op alle deeltjes die op een willekeurig boloppervlak rondom de bol liggen. De geluidbron verricht dus een zekere hoeveelheid arbeid. Ze doet dit vele malen per seconde. Een geluidbron heeft dus een zeker vermogen (arbeid per tijdseenheid is vermogen). We noemen geluidvermogen. Het geluidvermogen is een theoretische grootheid en kan niet worden gemeten, maar kan worden berekend mede uit de gemeten geluiddruk. Ook het geluidvermogen kan worden uitgedrukt in dB. De definitie voor het geluidvermogenniveau is: Lw = 10 log w en dB wo

waarin: wo = 10-12 watt en w = geluidvermogen van de onderhavige geluidbron. In de Engelse literatuur wordt Lw, PWL (Powerlevel) genoemd en in de Duitse taal Schallleistungspegel. Het verschil tussen geluiddrukniveau en geluidvermogenniveau kan met het volgende voorbeeld worden verduidelijkt: In een concertzaal speelt een pianist. Wat we horen zijn de wijzigingen in de luchtdruk; we ervaren de wijzigingen in het geluiddrukniveau. Naarmate we ons van de piano verwijderen wordt het geluiddrukniveau lager. Om dit geluid te produceren moet de pianist een zekere arbeid verrichten en dat gedurende enige tijd. Er is een zeker vermogen nodig om de geluiddrukgolven op te wekken. Het zal dus duidelijk zijn dat dit vermogen gelijk blijft, ook al verwijderen we ons van de piano.

12

INFORMATIEOctaafbanden Hoorbaar geluid ligt in het frequentie-gebied van 16-20.000 Hz. Bekijken we de gehoordrempel (0-niveau), dan blijkt dat deze gehoordrempel sterk afhankelijk is van de frequentie (zie figuur 3 en 4). Het menselijk oor is niet bij alle frequenties even gevoelig. Een geluidbron met een frequentie van 50 Hz moet een sterkte van 50 dB hebben om hoorbaar te zijn; een geluidbron met een frequentie van 200 Hz is reeds bij een geluiddruk van 20 dB hoorbaar.

figuur 11 In de techniek komt een geluidbron met n frequentie praktisch niet voor. Er is veel vaker sprake van geluid dat is opgebouwd uit een aantal geluiden met alle hoorbare frequenties. Men spreekt van breedbandig geluid (ruis). De I.S.O. (International Organisation for Standardisation) beveelt aan bij de beoordeling van de hinderlijkheid van een dergelijke geluidbron uit te gaan van een zogenaamde octaafband-analyse. Bij afspraak is in de techniek van de lawaaibestrijding het meest gebruikte frequentie-gebied in 8 banden, zogenaamde octaafbanden verdeeld. Deze banden zijn:octaafband nr. midden frequente Hz 1 2 3 4 5 6 7 8 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 frequentie Hz 45 - 90 90 - 180 180 - 355 355 - 710 710 - 1400 1400 - 2800 2800 - 5600 5600 - 11200

Men meet nu het geluiddrukniveau in deze banden, aangeduid door hun midden-frequenties en beoordeelt daarmede het geluid.

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

13

INFORMATIEBeoordeling Het menselijke oor onderscheidt niet alleen hard en zacht, hoog en laag, maar ook hinderlijk en niet-hinderlijk. Of een geluid al dan niet hinderlijk is, hangt behalve van de luidheid ook af van de frequentie. Een geluidbron met een frequentie van 125 Hz en een sterkte van 40 dB blijkt minder hinderlijk te zijn dan een geluidbron van 1000 Hz met een sterkte van 30 dB. Beoordelingsmaten Om geluiden met elkaar te kunnen vergelijken voor wat betreft hun luidheidsindruk of hun hinderlijkheid, is het gewenst over een maat te beschikken die met de luidheid cq. hinderlijkheid goed samenhangt, dat wil zeggen dat als verschillende geluiden, in deze maat uitgedrukt gelijke waarden geven, de subjectief ondervonden luidheid ook gelijk moet zijn. In de loop der tijd zijn diverse maten voorgesteld, bijvoorbeeld de NC-curven, de NV-curven, DIN-phon, dB(A), dB(C), die met elkaar gemeen hebben dat de frequentie-afhankelijke gevoeligheid van het oor erin betrokken is. Wij beperken ons hier tot de tegenwoordig meestal gebruikte dB(A) en NR-curven. Het voornaamste verschil tussen beiden is, dat de NR-waarde slechts via octaaf-analyse van het geluid kan worden bepaald, terwijl de bepaling van de dB(A)-waarde direct plaatsvindt. NR-curven De NR-curven (figuur 4) zijn zogenaamde grenswaarden van gelijk stoorniveau. Het is uit vele proefnemingen gebleken dat bijvoorbeeld een geluidsbron met een frequentie van 1000 Hz en een sterkte van 20 dB even storend werd ervaren als een bron 250 Hz en 30 dB. Beide punten liggen derhalve op een kromme (de NR-20 curve). NR-20 is voorts veel minder hinderlijk dan NR-40. Het is mogelijk met deze NR-curven als maatstaf eisen op te stellen voor het maximale geluiddrukniveau dat in besloten ruimten of in het vrije veld op bepaalde plaatsen mag heersen.

geluidniveau

octaaf-middenfrequenties

figuur 12

14

INFORMATIEVoorbeeldop een plaats zijn de volgende geluiddrukken gemeten: Hz dB 63 72 125 51 250 53 500 49 1000 48 2000 42 4000 39 8000 44

Hoe moet dit geluid worden beoordeeld? Volgens de NR-waardering zetten we de gemeten geluiddrukniveaus direct uit in de NR-curven-grafiek.

geluidniveau

octaaf-middenfrequenties

figuur 13 Het punt 8 in de 8000 Hz-band is hier bepalend voor de NR-waarde. In dit geval heeft het geluid dus een waarde van NR 57. Opmerking We zien dat de 72 dB van de 63 Hz-band in veel mindere mate een rol speelt dan de 44 dB van de 8000 Hz-band. De gevoeligheid van ons gehoor speelt de doorslaggevende rol (bij lage frequenties minder gevoelig dan bij hoge).

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

15

INFORMATIEdB(A)-waardering Bij de dB(A)-waardering vermindert men de gemeten waarden met genormaliseerde waarden, rekening houdend met de gevoeligheid van ons gehoor. In figuur 14 zijn deze waarden aangegeven.

waarderingsnorm

octaaf-middenfrequenties

figuur 14

Voor ons is alleen de dB(A) van belang. De dB(B) wordt niet meer gebruikt, de dB(C) wordt in de industrie bij geluiddrukniveaus boven 130 dB nog toegepast. In ons voorbeeld geldt dus:Hz dB A 63 72 -26 125 51 -16 250 53 -9 500 49 -3 1000 48 0 2000 42 +1 4000 39 +1 8000 44 +1

resteertdB (A) 46 35 44 46 48 43 40 45

16

INFORMATIEHet blijkt dat de optelsom van de berekende waarden van de verschillende midden-frequentiebanden een maat is voor de hinderlijkheid van de geluidbron. Omdat het geluiddrukniveau een logaritmische waarde is, moet dit optellen geschieden volgens de rekenregels die voor logaritmen gelden. Twee geluidbronnen, elk met een geluiddrukniveau van 50 dB, geven opgeteld niet 100 dB, doch 53 dB. Dit optellen kan geschieden met een wetenschappelijke calculator, maar het is mogelijk deze optelling voldoende nauwkeurig uit te voeren volgens de volgende methode:dB dB L1 - L2 L 0-1 3 2-3 2 4-9 1 10 0

Het verschil van de geluiddrukniveaus die men bij elkaar op wil tellen bepaalt L. Deze L telt men bij het hoogste niveau op. Optelling van meerdere niveaus krijgt men door het tussenresultaat van 2 niveaus op te tellen bij het volgende niveau, enz. (voorbeeld) L1 = 50 dB L2 = 48 dB L3 = 53 dB (1) L1-L2 = 2 dB L = 2 dB L1+2 = 50+2 = 52 dB (2) L3-(L1+L2) = 53-52 = 1 dB L = 3 dB Ltot = 53+3 = 56 dB

Wat is nu de dB(A)-waarde van ons eerdergenoemde voorbeeld? Gemeten en daarna gewogen volgens de A-waardering heeft de geluidsbron de volgende niveaus.Hz dB (A) verschil 11 - L = 0 verschil 2 - L = 2 verschil 2 - L = 2 verschil 2 - L = 2 verschil 9 - L = 1 verschil 13 - L = 0 verschil 9 - L = 1 63 46 125 35 46 48 50 52 53 53 54 250 44 500 46 1000 48 2000 43 4000 40 8000 45

Opmerking In het algemeen kan worden gezegd dat de NR-waarde van een geluid ca. 5 dB lager ligt dan de dB(A)-waarde. NR 40 = 45 dB(A).

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

17

INFORMATIEHet meten van geluidHoe wordt geluid gemeten? In ons bedrijf beschikken wij over een precisie geluidniveau-meter van het fabrikaat Bruel en Kjaer, type 2215 met een kalibrator, type 4230. Hiermede kunnen de volgende metingen worden uitgevoerd: 1. geluiddrukniveaus in de octaaf midden-frequenties van 31.5 tot 16.000 Hz (in dB) 2. geluiddrukniveaus in de octaaf midden-frequenties van 31.5 tot 16.000 Hz waarbij het meetinstrument de aftrekwaarden van de dB(A)-waardering in rekening brengt 3. het totaal geluiddrukniveau; de logaritmische optelsom van de geluiddrukniveaus in alle midden-frequenties (van 31.5 tot 16.000 Hz) (in dB) 4. als 3, maar dan worden de waarden van de A-waardering in mindering gebracht (in dB(A)) 5. idem van de dB(C)-waardering. De waarde, genoemd onder punt 4 komt voor in het handboek 1; als totaal geluiddruk-niveau van een dakafzuigventilator gemeten in het vrije veld op 4 meter afstand van het middelpunt van de ventilator. Deze waarde is vergelijkbaar met de NR-waardering. Opmerking Het achtergrondgeluid moet in het algemeen 10 dB lager zijn dan het te meten geluid, anders is van benvloeding sprake.

Principe van een geluidberekeningDoel Het doel van een geluidberekening is vast te stellen wat het geluiddrukniveau op een willekeurige plaats in een besloten ruimte of in het vrije veld zal zijn als gevolg van een ventilator in een ventilatiesysteem. Het berekende niveau kan worden vergeleken met het gewenste niveau en kan worden bepaald wat moet worden gedaan om het gewenste niveau te bereiken. 1. Een ventilator straalt een hoeveelheid geluidenergie het kanaalsysteem in. De ventilatorfabrikant dient deze hoeveelheid energie, het geluidvermogenniveau en de verdeling van deze energie in de verschillende midden-frequentiebanden op te geven. Zie hoofdstuk 5. 2. In het kanaalsysteem zal door allerlei oorzaken een gedeelte van de geluidenergie worden geabsorbeerd. De dempingswaarden van aftakkingen, bochten, verloopstukken etc. worden in hoofdstuk 6 besproken. 3. De resterende geluidenergie zal op een gegeven moment door rooster- of kanaalopening het kanaalsysteem verlaten en op een bepaalde plaats een geluiddrukniveau veroorzaken. Hier wordt dus het geluidvermogen omgerekend naar geluiddruk. Geluiduitbreiding in het vrije veld (zie hoofdstuk 7). Geluiduitbreiding in besloten ruimten (zie hoofdstuk 8).

18

INFORMATIEGeluidproductie van ventilatorenHet geluid dat door ventilatoren wordt voortgebracht is ten delen van mechanische oorsprong (motoren, lagers, trillende onderdelen etc.) en ten delen van aerodynamische oorsprong. Bij goed geconstrueerde ventilatoren blijft het geluidniveau van mechanische oorsprong gering, zodat het aerodynamisch opgewekt geluid overheerst. Wij beperken ons daarom tot het aerodynamische geluid. Als de lucht door kanalen wordt gevoerd, blijft het aerodynamisch geluid voor een belangrijk deel binnen de kanalen. Het aerodynamische geluid van ventilatoren heeft verschillende oorzaken: Schoepfrequentie 1. De schoepfrequentie (blade-passage-frequency, Drehklang), die zich voordoet als een zuivere toon en wordt veroorzaakt doordat het drukveld rond elke ventilatorschoep nmaal per omwenteling langs een oneffenheid in het ventilatorhuis wordt gevoerd (b.v. de tong bij een centrifugaalventilator of de leidschoepen van een axiaalventilator). Deze piek is in het algemeen duidelijker naarmate de ventilator om een bepaalde druk te behalen, een hoger toerental heeft. Voorts is de schoep frequentie duidelijker waarneebaar naarmate het schoepenaantal geringer is en de afstand tussen de schoepen en vaste delen van het huis, zoals de tong, kleiner is. Tenslotte kan worden opgemerkt dat bij het opvoeren van het toerental van een ventilator de schoepfrequentie sneller in sterkte toeneemt dan aerodynamische ruis, zodat de kans op een duidelijke schoepfrequentie groter is naarmate de druk groter is. Bij axiaalventilatoren is vaak een uitgesproken schoepfrequentie waar te nemen. Hoe groter de afstand tussen de schoepen en deze onregelmatigheid is, vergeleken met de afstand tussen de schoepen onderling, des te minder uitgesproken is de schoepfrequentie die steeds kan worden bepaald uit het aantal schoepen x het aantal omwentelingen per seconde. 2. Het afschudden van wervels door de schoepen (Engels: vortexshedding). Deze wervels worden met de luchtstroom meegevoerd en vertegenwoordigen sterke luchtdrukvariaties, dat wil zeggen akoestische bronnen. Deze wervels bepalen grotendeels de breedbandige geluidsproductie van ventilatoren. Het vermogen dat zij in de vorm van geluid afgeven, neemt evenredig met de 5e macht (lage frequenties) tot de 7e macht (vrij hoge frequenties) van de topsnelheid van de schoepen toe. 3. Het geluid dat door de turbulentie van de luchtstroom wordt veroorzaakt. Geluid van deze oorsprong, dat bijvoorbeeld ook ten gevolge van hoge luchtsnelheden in kanalen optreedt, heeft een ruis-karakter. Voor alle drie soorten ventilatorgeluid geldt dat dit zowel via de aanzuigopening als via de de perszijde wordt uitgestraald. Ook als de ventilator geheel in een leidingsysteem is ingebouwd, zal een deel van het in de ventilator opgewekte geluid via de wanden van het huis worden afgestraald in de ruimte waarin de ventilator is opgesteld en ook door de kier van de asdoorvoering naar buiten treden. Voorts zal de elektromotor geluid afgeven; dit geluid is van mechanische oorsprong (lagers en eventueel overbrenging) van elektrische oorsprong (koelwaaier van de elektromotor). Het kan van veel belang zijn ook over deze gegevens te beschikken.

Voorbeeld schoepfrequentie-berekening: toerental waaier : 1410 opm aantal schoepen : 53 stuks schoepfrequentie : 1410 x 53 = 1245,5 Hz 60

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

19

INFORMATIEBepalen van het geluidvermogen van een ventilator Het geluidvermogen van een ventilator is een uitgangsgegeven van een geluidstechnische berekening in een bepaald ventilatiesysteem. Het geluidvermogen van een ventilator is een vaste grootheid en niet afhankelijk van de plaats waar gemeten is, of de afstand tot de geluidbron. Geluiddruk is wel afhankelijk van afstand en van de meetplaats (akoestische eigen-schappen). Een opgave van het geluiddrukniveau zonder verdere vermelding is dan ook zinloos. Om een geluidstechnische berekening te kunnen maken, is het gewenst het geluid-vermogenniveau van een ventilator te kennen en wel het geluidvermogenniveau in de verschillende middenfrequenties. Dit kan op twee manieren worden verkregen: Door meting: A. Opgaven van de fabrikant na het zijnerzijds uitvoeren van metingen. Zie handboeken van Rucon. Voorbeeld Een enkelzijdig zuigende ventilator, type RER 15-400, verplaatst 6000 m3 lucht per uur bij een opvoerhoogte van 2000 Pa. Het totale geluidvermogenniveau van deze ventilator bedraagt 90 dB(A). Met behulp van de tabel op pagina 8 kan het geluidvermogenniveau in de verschillende frequenties worden gevonden.

In ons geval:Hz Lwa Lwrel Lwrel 63 90 10 100 125 90 5 95 250 90 3 93 500 90 -2 88 1000 90 -7 83 2000 90 -13 77 4000 90 -17 73 8000 90 -25 65

Met deze waarden ken een berekening worden opgezet.

20

INFORMATIEDoor berekening: B. Reeds in het begin van deze eeuw heeft Allen Beranek een formule opgesteld met behulp waarvan de geluidproduktie van elke ventilator kan worden berekend. Deze luidt: waarin Lw = 40 + 20 log ptot + 10 log Q Lw = totaal geluidvermogenniveau ptot = totaal drukverschil over de ventilator in Pa Q = totale luchtverplaatsing in m3/sec

Vorenstaande formule geldt alleen als de ventilator een rendement heeft van 70% of meer en een marge heeft van ca. 4 dB. Bij een lager rendement moet per 10% rendements verslechtering 4 dB worden opgeteld. Ons voorbeeld: Lw = 40 + 20 log ptot + 10 log Q Lw = 40 + 20 log 2000 + 10 log 1.666 = Lw = 40 + 20 x 3,301 + 10 x 0,2216 = 108 dB

Om het geluidvermogenniveau te bepalen in de verschillende middenfrequenties mogen de waarden in de volgende tabel van het berekende vermogen worden afgetrokken. In ons geval:Hz Lwa correctie 63 108 -9 99 125 108 -8 100 250 108 -7 101 500 108 -12 96 1000 108 -17 91 2000 108 -22 86 4000 108 -27 81 8000 108 -32 76

octaafband middenfrequentie 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000

centrifugaalventilator vooroverw. schoep -2 -7 -12 -17 -22 -27 -32 -37 achteroverw. schoep -9 -8 -7 -12 -17 -22 -27 -32

axiaalventilator

-9 -8 -7 -7 -8 -10 -14 -18

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

21

INFORMATIEDemping in luchtkanalenIn de regel zal ventilatorgeluid via een kanaalsysteem worden voortgeplant naar de te ventileren ruimten. In het kanaalsysteem worden deze geluiden echter verzwakt door demping van de diverse delen van het systeem. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen de eigen demping van het kanalensysteem (natuurlijke demping) en de eventueel extra aan te brengen demping (om aan de te stellen eisen in de geventileerde ruimten te kunnen voldoen). De natuurlijke demping van de verschillende elementen van het kanalensysteem zal hierna nader worden besproken: rechte kanaalstukken bochten aftakkingen en splitsingen eindreflectie door uitstroomopeningen Blijkt de natuurlijke demping in een luchtkanalensysteem niet voldoende, dan zal een extra demping in het luchtkanalensysteem moeten worden ingebouwd. Uiteraard moet dan rekening worden gehouden met het feit dat de natuurlijke demping kan zijn verminderd. De extra demping kan worden bereikt door: inwendige bekleding met akoestisch absorberend materiaal van de luchtkanalen inwendige bekleding met akoestisch absorberend materiaal van de bochten het inbouwen van geluiddempers in het luchtkanalensysteem in diverse vormen Rechte kanaalstukken De demping van geluid in luchtkanalen wordt door verschillende factoren bepaald, waarvan kunnen worden genoemd: de kanaalafmeting en de vorm het materiaal en de wanddikte hiervan de stijfheid van het kanaal en de wijze van ophanging De invloed van al deze factoren wordt in het algemeen niet afzonderlijk berekend en daarom wordt meestal volstaan met praktijkwaarden (zie hoofdstuk 1). Bochten Een plotselinge richtingsverandering in een luchtkanaal zal een gedeelte van het geluid terugkaatsen, respectievelijk verstrooien. De mate waarin dit geschiedt, hangt af van de afmetingen en vormgeving van de bocht en of er zich geleide schoepen of airturns in bevinden. Ook hier wordt met praktijkwaarden gewerkt (zie hoofdstuk 1). Aftakkingen en splitsingen Hoewel theoretisch niet geheel juist, gaat men er in de praktijk meestal van uit, dat bij aftakkingen en splitsingen in luchtkanalen de geluidsenergie zich evenredig verdeelt met de doorsnede van de aftakking of de splitsing. Hierbij wordt uitgegaan van de volgende formule voor demping: D = 10 log

(

S1 S1 + S2

(

Hierin is S1 het doorsnede oppervlak van de aftakking (m2) S2 het doorsnede oppervlak van de andere aftakking (m2). Bovenstaande formule leidt tot onderstaand diagram waarin de demping kan worden afgelezen als functie van de verhouding in kanaal-diameters.

22

INFORMATIE

figuur 14 Deze demping is niet frequentie-afhankelijk. Bij het in rekening brengen van vorenstaande waarden moet er rekening worden gehouden dat de tabel slechts ten delen geldt ten opzichte van de demping voor het doorgaande kanaal S2. Indien dit doorgaande kanaal niet of slechts heel weinig verloopt, dat wil zeggen als S2 groter blijft dan 80% van het voorgaande kanaal, dan mag hiervoor geen demping in rekening worden gebracht. In die gevallen waarin de aftakking loodrecht staat op het hoofdkanaal kan worden gerekend met een extra demping, gelijk aan die van een bocht van 90.

demping in aftakking

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

23

INFORMATIEEindreflecties van roosters, etc. Daar waar een ventilatie-kanaal met een opening of rooster in de wand eindigt, treedt een reflectie van het geluid op. De golf wordt door het open kanaaleinde teruggekaatst. Deze zogenaamde eindreflectie of mondingsreflectie is afhankelijk van de frequentie, de kanaal- of roosterafmetingen en de plaats van de opening ten opzichte van de wand. In het algemeen kan worden gesteld, dat hoe lager de frequentie en hoe kleiner de opening is, hoe meer geluidvermogen wordt gereflecteerd. figuur 18 Met behulp van de hierna volgende grafiek kan de demping worden bepaald.

figuur 17 Voorbeeld roosterafmeting is 30 x 15 cm (opp. = 0,2 m2)Eindreflectie bij rooster positie b Hz dB 63 13 125 8 250 5 500 2

24

uit de opp. van het rooster in m2

demping dor eindreflectie

INFORMATIEGeluiduitbreiding in het vrije veldAls een geluidbron in het vrije veld wordt geplaatst zal het geluid zich ongehinderd naar alle zijden kunnen verplaatsen. Van een bron met een gegeven geluidvermogenniveau kan het geluiddrukniveau op afstand r met de volgende formule worden bepaald: L p = L w - 10 log waarin: Lp = Lw = r = Q =

( (4 r2 Q

totaal geluiddrukniveau (in dB) totaal geluidvermogenniveau (in dB) afstand van meet- of waarnemingspunt (in m) richtingscofficint

Opmerking 1 We zien dat het geluiddrukniveau afhankelijk is van de afstand. Dit komt met onze waarneming overeen. Hoe verder we van een geluidbron zijn verwijderd, hoe zwakker de geluiddruk. Opmerking 2 Als het geluid zich bolvormig kan uitbreiden, is de richtingscofficint 1 (schoorsteen). Als het geluid zich 1/2 bolvormig kan verplaatsen, is de richtingscofficint 2 (dakventilator). In de praktijk waar we te maken hebben met overwegend dakafzuigventilatoren en roosters kan de formule als volgt omgevormd worden: Lp = Lw - 10 log (2 r2) Een ventilator geeft via een buitenluchtrooster het volgende geluidvermogen af:Hz dB 63 98 125 93 250 94 500 88 1000 84 2000 82 4000 77 8000 73

Met behulp van bovenstaande formule kan het geluiddrukniveau worden bepaald dat zal heersen op bijvoorbeeld 30 m afstand. Lp = Lw - 10 log (2 r2) 10 log (2 302) = 37,5 dB In de verschillende frequenties zal het geluiddruk met dit niveau bedragen:Hz 63 98 37,5 60,5 125 93 37,5 55,5 250 94 37,5 56,5 500 88 37,5 50,5 1000 84 37,5 45,5 2000 82 37,5 43,5 4000 77 37,5 39,5 8000 73 37,5 35,5

Bij dakventilatoren wordt in veel gevallen het geluiddrukniveau in dB(A) opgegeven dat zal heersen op 4 m afstand van het middelpunt van de ventilator, gemeten in het vrije veld. Met deze waarde kan op zeer eenvoudige wijze het dB(A)-niveau op een willekeurige afstand van de ventilator in het vrije veld, worden bepaald. De vermindering van het geluiddrukniveau in het vrije veld bedraagt per afstandsverdubbeling 6 dB.

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

25

INFORMATIEEen dakventilator type DAe 315-8 zuigt 1250 m3 lucht per uur af bij een opvoerhoogte van 5 mmwk. Volgens handboek 1, bladzijde 1-37 zal de geluidproduktie op 4 m afstand 45 dB(A) bedragen. Welk geluiddrukniveau mag op een afstand van 32 m worden verwacht? Oplossing per afstandsverdubbeling 5 dB aftrekken 45 - 15 = 30 dB(A) Spiegelbronnen Indien in de nabijheid van de geluidbron of de ontvanger een sterk geluidreflecterend oppervlak aanwezig is, bestaat de mogelijkheid dat de geluidbron in dit vlak ten opzichte van de ontvanger wordt gespiegeld. De zo ontstane virtuele geluidbron kan dan bijdragen aan het geluidniveau bij de ontvanger. De verhoging verdraagt maximaal 3 dB per spiegelbron. In geval van evenwijdig reflecterende vlakken, bijvoorbeeld in smalle stegen en straten, treden meerdere reflecties op. Een verhoging van 10 dB is dan mogelijk. Normen Op 16 februari 1979 is de Wet Geluidhinder van kracht geworden. De diverse regelingen van de Wet zullen gefaseerd in werking treden. Het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygine heeft een circulaire uitgegeven die in de fasen van uitwerking van de Wet tot leidraad bij de beoordeling van geluidhinder kan dienen. Deze circulaire is genaamd Industrie-lawaai. Op pagina 12 van deze circulaire staat de volgende tabel:aard van de woonomgeving 1. Landelijke omgeving (herstellingsoorden, stille recreatie) 2. Rustige woonwijk weinig verkeer 3. Woonwijk in de stad aanbevolen streefwaarden in de woonomgeving dB(A) dag 40 avond 35 nacht 30

45 50

40 45

35 40

Aangegeven zijn streefwaarden voor de gevel van de woningen. Binnen de woningen gelden streefwaarden die 15 dB(A) lager liggen dan de waarden in de tabel.

26

INFORMATIEGeluid in besloten ruimtenIn het vrije veld zal het geluid zich ongestoord naar alle richtingen vrij kunnen uitbreiden. We hebben gezien dat met de eenvoudige formule: L p = L w - 10 log

( (4 r2 Q

het geluiddrukniveau van een gegeven geluidbron kan worden berekend. Met het toenemen van de afstand wordt het geluiddrukniveau lager. In een ruimte is dat niet zo. De geluidbron (een rooster bijvoorbeeld) brengt ook hier een hoeveelheid geluid naar binnen, maar op een bepaalde plaats in de ruimte wordt naast het geluid dat direct afkomstig is van de geluidbron ook geluid waargenomen dat van de wanden wordt gereflecteerd. De mate waarin wordt gereflecteerd hangt af van het absorberende vermogen van de wanden in het vertrek en de voorwaarden die zich erin bevinden. De mate waarin het opvallende geluid wordt geabsorbeerd wordt voorgesteld door de absorptie-cofficint = = 0 = 1 geluidvermogen door de wand geabsorbeerd geluidvermogen dat op de wand valt akoestisch hard oppervlak. Al het invallende geluid wordt gereflecteerd echoloze of dode ruimte Al het invallende geluid wordt geabsorbeerd

Elk materiaal heeft een specifieke absorptie-cofficint, die uit een tabel kan worden afgelezen en waarmee een absorptie-oppervlak kan worden uitgerekend. Zodoende kan in elke ruimte de totale absorptie worden bepaald. Zij wordt uitgedrukt in Sabine (of m2 open raam) en voorgesteld met de letter A. Het geluiddrukniveau dat op een bepaald punt in een ruimte zal heersen, kan worden berekend met: Lp = Lw + 10 log

(

Q + 4 4 r2 A

(

Vlak bij het rooster zal de term 4 geen grote rol spelen in de bovenstaande formule. A Naarmate we verder van het rooster verwijderd raken, zal deze term juist een grote rol gaan spelen en wordt de eerste term

( (ruimte-absorptie A (m2 Sabine) Lw

Q onbelangrijk. 4 r2

In figuur 19 is dit in beeld gebracht.geluiddrukniveau in de ruimte Lp t.o.v. 20 uPa

e mt rui te ch za e mt rui le a l) rm ha no e( mt rui rde ha

dB t.o.v. 10-12W niveauhoogte afhankelijk van ruimte-absorptie invloed van ruimte (galmveld)

nabij afname geluid- als in bron vrije veld

ruimte-inhoud in m3

figuur 20

figuur 19

1127

Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

INFORMATIEDe formule Lp = Lw + 10 log

(

Q + 4 A 4 r2

(

is in figuur 12 in beeld gebracht. Zij stelt de afname van het geluiddrukniveau in een gesloten ruimte voor. Wij rekenen hier dus om van geluidvermogen naar geluiddruk. De afname van het geluiddrukniveau is afhankelijk van: wijze van uitblazen (zie figuur 13) afstand van de waarnemer of microfoon tot de geluidbron in m de A-waarde in m2 open raam of Sabine van de bepaalde ruimte (zie figuur 11).

figuur 13 a: Q = 1 b: Q = 2 c: Q = 4 d: Q = 8

r = afstand tot rooster in m

figuur 12 Geluidvermogenniveau bij rooster : 80 dB Afstand microfoon tot rooster : 2 m Rooster opgesteld volgens b : Q = 2 Normale ruimte van 1000 m3 : A = 50 m2 open raam Het geluiddrukniveau in de ruimte op het aangegeven punt is 9 dB lager (zie grafiek) dan het geluidniveau zal zijn = 71 dB.

28

INFORMATIEVoorbeeld Een kantine met een inhoud van 224 m3 (l x b x h = 8 x 10 x 2,8) moet worden geventileerd.

verlaagd plafond

dakdoorvoerkoker - geluiddemp. rooster (50x50)

meetpunt KANTINE 8 x 10 x 2,8 = 224 m2

figuur 14 Men besluit deze ruimte 7 x per uur te verversen. Derhalve moet per uur 7 x 224 = 1568 m3 lucht worden afgezogen. Gekozen wordt een Gebhardt dakventilator type DAe 315-8. Bij een luchthoeveelheid van 1568 m3/h heeft deze ventilator een opvoerhoogte van 45 Pa, hetgeen voor het eenvoudige kanaalsysteem (zie figuur 14) voldoende is. Vraag 1 Wat zal het geluidsniveau in de kantine zijn uitgedrukt in dB(A) of NR, en is dit niveau toelaatbaar? Vraag 2 Wat zal het geluidsniveau zijn als direct onder de ventilator een geluiddemper RSD wordt geplaatst? Voorbeeld De fabrikant geeft op dat het geluiddrukniveau op 4 m afstand van de ventilator in het vrije veld gemeten 43 dB(A) bedraagt. Voor een geluidsberekening moet echter het geluid-vermogenniveau in alle middenfrequentiebanden berekend zijn. Regel 1 + 2 (zie berekeningsformulier op pag. 37) Met behulp van de correctiewaarden op pagina 1-35 van brochure 1 dakafvoerventilatoren en ventilatiekappen zijn deze waarden te bepalen. Opgemerkt zij dat ook de A-waardering hierin is verwerkt. Het verkregen geluidvermogen-niveau is dus in dB en niet in dB(A). Regel 3 In het berekeningsformulier is een en ander in de regels 1, 2 en 3 weergegeven. Regel 4 + 9 Uit de schets van het systeem blijkt dat er van demping in het afzuigsysteem als gevolg van kanaal, bocht of aftakking, geen sprake kan zijn. Regel 10 Het geluid wordt dus ongehinderd het rooster uitgestoten. Als aangegeven op pagina 7 zal een deel van het geluid door de plotselinge verwijding na het rooster als het ware moeite hebben het rooster te verlaten.

1129

Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857

INFORMATIEDe roosterafmeting bedraagt 0,25 m2 (0,5 x 0,5 m). Op pagina 7 is dan ook af te lezen dat bij een dergelijke roosterafmeting en plaatsing (b) met de volgende dempingswaarde rekening mag worden gehouden:Hz dB 63 -9 125 -8 250 -7 500 -12 1000 -17

Deze waarden zijn op het berekeningsformulier vermeld. Regel 11 De ruimte zelf dempt ook nog een gedeelte van het geluid. Deze demping hangt af van de inhoud van de ruimte en de afwerking van de wanden, plafond en vloer. Op pagina 8 is een methode aangegeven om de dempingswaarde van de ruimte te bepalen. Afhankelijk van de ruimte-inhoud kan een A-waarde (m2 open raam of Sabine) worden bepaald. In ons geval: 30 m2 Met deze 30 m2 en de richtingsfactor Q=2 (inblaas-situatie) en de afstand r, hetgeen de afstand van het rooster tot het meetpunt of het oor voorstelt, kan in de grafiek de dempingswaarde van de ruimte worden bepaald. In ons geval: A = 30 m3 R = 2 Q = 2 Ruimte-absorptie is: 6,5 dB. Deze ruimte-absorptie geldt voor alle middenfrequentie-banden. Opmerking: hier wordt van een geluidvermogen naar een geluiddruk omgerekend. Regel 12 In deze regel zijn de dempingswaarden van de geluiddemper RSD 315 ingevuld (zie handboekje 1) Door het geluidvermogenniveau (I) te verminderen met de systeemdemping (II) vinden we dus het geluiddrukniveau in de ruimte op 2 m afstand van het rooster (III). Door deze waarden in een NR-curven grafiek in te tekenen, kan dus het stoorniveau worden bepaald.

30

INFORMATIEVoorbeeld geluidberekening met en zonder geluiddemper Ventilatortype Luchthoeveelheid m3/h Totale tegendruk Pa Geluidproduktiemiddenfrequenties Hz 1. 2. 3. totaal geluidvermogen correctie waarden rel. geluidvermogenniveau (I) 63 43 13 56 125 43 23 66 250 43 18 61

: : : :

DAe 315 - 8 1568 45 43 dB(A)500 43 15 58 1000 43 9 52

Project : kantine Firma : RO nr.

2000 43 8 51

4000 43 3 46

8000 433 -1 42

systeemdemping (II) 4. 5. 6. 7. 8. 9. kanaal: afm. kanaal: afm bocht: afm. bocht: afm. aftakking: afm. aftakking: afm. (zie pag. 4) (zie pag. 4) (zie pag. 4) (zie pag. 4) (zie pag. 5) (zie pag. 5) (zie pag. 6) (zie pag. 7) 7 6,5 3 4 6,5 4 1,8 6,5 13 0 6,5 13 0 6,5 8 0 6,5 13 0 6,5 20 6,5 18

10. eindreflectie: afm. 11. ruimte-absorptie A = r=2 Q=

12. geplande demper, type RSD (zie pag. 7) 13. totaal II 14. geluiddrukniveau op meetpunt of waarnemer = I - II 15. gewenst NR 16. dB(A) waardering 17. resteert zonder demper 18. resteert met demper (zie pag. 15) (zie pag. 16)

16,5 39,5

14,5 51,5

21,3 39,7

19,5 38,5

13,5 38,5

19,5 31,5

26,5 19,5

24,5 17,5

26 16,5 13,5

16 39,5 35,5

9 43,7 30,7

3 48,5 35,5

0 45,4 38,5

+1 45,8 32,5

+1 40,5 20,5

-1 34,5 26,5

11Rucon Ventilatoren Aartselaar Telefoon 03-8770776 Fax 03-8770857 31