Roman Fockje de Jong-Snoek schreef ‘Wij en onze Pabbe’ · brak het schild van haar vader. ,,Ik...

4
Friesch Dagblad, 14 februari 2018, pagina 32. Roman Fockje de Jong-Snoek schreef ‘Wij en onze Pabbe’

Transcript of Roman Fockje de Jong-Snoek schreef ‘Wij en onze Pabbe’ · brak het schild van haar vader. ,,Ik...

Page 1: Roman Fockje de Jong-Snoek schreef ‘Wij en onze Pabbe’ · brak het schild van haar vader. ,,Ik was vijf toen hij me op zijn schoot heen en weer wiegdeterwijl hij voor zich uit

Friesch Dagblad, 14 februari 2018, pagina 32.

Roman

Fockje de Jong-Snoekschreef ‘Wij en onzePabbe’

Page 2: Roman Fockje de Jong-Snoek schreef ‘Wij en onze Pabbe’ · brak het schild van haar vader. ,,Ik was vijf toen hij me op zijn schoot heen en weer wiegdeterwijl hij voor zich uit

Friesch Dagblad, 14 februari 2018, pagina 36.

RomanEen leven lang getekend door de crissisjaren

Met een geslotenoester als vader, ishet lastig om jezelfopen te breken

De crisis van de jaren dertig in de vorigeeeuw heeft mensen gevormd, maar ookmisvormd. Fockje de Jong-Snoek (19 33) uitHeerenveen maakt deze economischedepressie thuis van dichtbij mee. Zeschreef er een boek over: Wij en onze pabbe.

Gerbrich van der Meer

Nog maar kort schrijft zehaar naammet een c. Fokjewas immers goed genoeg,

vonden haar klasgenoten. Het washaar toch niet te hoog in de bol gesla-gen? Een paar jaar geleden hielddochter Tineke haar wijselijk voor:‘Oma heeft jou toch niet voor nietsFockeline Kristine genoemd? Omjou, een echte liefdesbaby, haddenopa en oma moeten trouwen.” Zeglimlacht. Ja, Fockje met een c. Nie-mand die haar dat nu nog gaat afne-men.

Inhaar appartement aanhet Schoter-plein onder de rook vanMuseumBel-védère in Heerenveen getuigen mo-derne landschapsschilderijen in hel-dergele en blauwe tinten van haarliefde voor het noordelijke land-schap. Een in plastic verpakte opge-rolde handdoek met de tekst ‘Doebist main laiverd’ ligt prominent tus-sen de fotolijstjes.

Fockje de Jong-Snoekwerd in19 33geboren in Oost-Groningen, als oud-ste in een gezin van zeven kinderen.Op dat moment leed Nederland on-der de grootste economische depres-sie van de twintigste eeuw. Van elkevier Nederlandse arbeiders was eréén langer dan een jaar werkloos.

,,Ook mijn vader had geen werk. Opeen bepaaldmoment is hij tewerkge-steld in het Drentse Jipsinghuizen.Daar moesten de nog onontgonnenhoogveengebieden verwerkt wordentot vruchtbare landbouwgronden.Zwaar werk was dat, maar je kreegnet een paar gulden meer dan wan-neer je bij de armenzorg moest aan-kloppen.” Haarmoeder had tbc opge-lopen. Daarvoor moest ze verschil-lende keren voor lange perioden ineen sanatorium opgenomenworden.,,Uit angst voor besmetting kondenwij, als kinderen, dan alleen maarbuiten op een afstandje naar haarzwaaien. Thuis in bed was ze zo ver-drietig dat ze niet moeder kon zijnzoals ze graag wilde.”

Na de lagere school moest Fockjeals oudste het gezin draaiende hou-den. Haar moeder overleed op haar44e. Ze zucht. ,,Zo jammer als men-sen geen kans krijgen om zichzelf terealiseren.”

InWij en onze pabbe beschrijft Fock-je de Jong-Snoekwelke invloed de cri-sisjarenophaarouderlijk gezinheeft.Hoe ontwrichtend armoede werkt.Hoe moeilijk gezinspatronen om tebuigen zijn. In het boek komt een va-der naar voren, die gebukt onder dezorg thuis, verkrampt zijn plaats op-eist inhet gezin.Dieniet in staat is ou-derlijke patronen te doorbreken, bijzichzelf te blijven. Daar kwam ze pasna zijn overlijden achter, vertelt ze.,,Toen ik mijn tante Grietje vroeg,hoemijnvader vroegerwas, bleekheteen zachte, vriendelijke jongen tezijn geweest.”

Haar tante kon zich nog herinne-ren hoe hij ’s avonds aan de deur weldrie keer ‘welterusten’ zei, en dan af-gesnauwd werd dat een keer echt ge-noeg was. Dat was confronterend.,,Mijn broertje kon ooknooit stoppenmet het zeggen van welterusten, enmijn vader reageerde dan precies het-zelfde.” Zachtheid maakte je kwets-baar, vertelt ze. ,,Daarmocht niet aantoegegeven worden.” En toch. Somsbrak het schild van haar vader. ,,Ikwas vijf toen hij me op zijn schootheen en weer wiegde terwijl hij voorzich uit mompelde: als ik maar vastwerk had. Zijn worsteling en verlan-gen kon ik toen zo meevoelen.” Ze

ReflectieJaren later, toen de eigen kinderengrootwaren, kwamer ruimte voor re-flectie. ,,Toen pas kwamen wij alskinderenookachter ons gezamenlijkverdriet. Hoe we geleden hebben on-der dat koude regime.” Veel, en veellater, in een van zijn kwetsbare mo-menten, biechtte haar vader op dathij wist dat hij geen goeie pabbe wasgeweest,maar hetwel heel graag hadwillen zijn. Dat deed haar goed.

Langzamerhand groeide het besefdat ze dit verhaal niet in de familiewilde laten blijven. ,,De vraag: watdoen maatschappelijke omstandig-heden met de ontwikkeling van hetkarakter vanmensen, heeftme altijdbeziggehouden, niet alleen privé,maar ook in mijn latere werk. Je

Van elke vierNederlandsearbeiders was er éénlanger dan een jaarwerkloos

noemt de kostbaremomenten dat va-der enmoeder aan tafel zongen. ,,Wijhielden ons dan angstvallig stil. Erhoefdemaar iets te gebeuren of vaderwas dat gevoel weer kwijt en veran-derde weer in die harde man.” Nooitheeft ze hem durven vragen waaromhij zich zo hardvochtig opstelde.Maardie vraag zat continu inhaar lijf,in haar geest. ,,Ikwas er altijdmee be-zig.”

komt deze thematiek steeds weer te-gen, in gospels, in romans, in films.Steeds weer gaat het om mensen dieklein gehouden worden, waarvoorgeen pad wordt geruimd. Iedereenmoet zijnbroekophouden, zeggenzedan. Dat vind ik heel goed, maar jemoet er wel de instrumenten voorhebben.”

,,Aandehandvanmijnvaderheb ik

de vernederende gang om steungeldgemaakt”, vervolgt ze. ,,Als de ambte-naar van de gemeente bij ons thuislangskwam voor een extra centje inverband met de ziekte van onze moe-der, keekhet hele dorp toe.Weet je, inOost-Groningen ben ik voor mijn le-ven sociaal- democraat geworden.”

Terwijl sommige gezinsleden hetverleden verwerkten door te praten,reageerden anderen afhoudend. ‘Astder in stront ruierd wod, gait hetalainmor stink’n’, zeiden die. Niet ie-dereen redde het om zijn eigenkroost op een andere manier tege-moet te treden. Met een gesloten oes-ter als vader, is het lastig om jezelfopen te breken.

Toen Fockje de Jong-Snoek vorigjaar begon te schrijvenhad zemet be-hulp van hetNieuw Groninger woorden-boek prachtige Groninger namenvoor haar broers en zussen bedacht.‘Waarom haiten wie nait zoals wiehaiten?’, was de reactie. Deze ge-schiedenis mocht gedeeld worden.Het was het verhaal van hen alle-maal. Dit is een boek over vergeving,mam, zei haar zoon Ivo, toen hij hetgelezen had. Zo had ze het nog nietgezien.

InWij en onze pabbewordt de vaderuiteindelijk neergezet als een slacht-offer van de crisistijd. Maar is zijnhouding daarmee goed te praten? ,,Ikben nu 84 jaar oud en weet hoe be-langrijk eigenwaarde voor een mensis.” Toegegeven, lang heeft ze gewor-steld om zichzelf te ontdekken. ,,Ophet oog ging het prima, ik had hetgoed met vrienden. Maar diep in mezat een ongelooflijke onzekerheid.Coen, mijn man, snapte niets vanmij. Toen hij voor het eerst thuis bijons over de vloer kwam, zag hij eenzelfredzamedame.Maar erwaren zo-veel onderlagen die ik nogmoest ont-

ginnen.” Gelukkig kreeg ze in haarlange leven de tijd om tot haar rechtte komen en zich te laten zien. Zedoelt op haar rol in de emancipatie-beweging. Haar bijdrage als leidstervan de beroemde VOS-cursussen(Vrouwen Oriënteren zich in de Sa-menleving) uit de jaren zeventig. ,,La-ter, op mijn 53e, werd ik beleidsme-dewerker emancipatie bij ProvincieFryslân.”Complimentenkreeg ze toenzebegonte schrijven voor emancipatiebladBladZij. Belangrijke inzichten gaven deboeken De levensloop van de mens van deantroposoof B. Lievegoed enWie is vanhout van Jan Foudraine. ,,De eerste psy-chiater die onderscheidmaakte tussenaangeboren psychische afwijkingenen trauma’s die mensen kunnen oplo-pen.” Stukje bij beetje leerde ze zich-zelf te accepterenen raakte zehaaron-zekerheid kwijt. ,,Dit is wat ik heb, enwat ikben,hield ikmezelf steeds voor:dit is mijn leven. Naast strijd, was erheel veel groei. Dat is waar ik heel blijvan word.”

Het graven van hetVan Harinxmaka-naal bij Dronrijp inhet kader van dewerkverschaffingin de jaren dertigvandevorigeeeuw.Cover: Fockje deJong-Snoek. Foto’s:Tresoar/MarchjeAndringa (cover)

Ook bij Jubbega-Hoornsterzwaag werden werklozen tewerkgesteld. Foto: Tresoar

Page 3: Roman Fockje de Jong-Snoek schreef ‘Wij en onze Pabbe’ · brak het schild van haar vader. ,,Ik was vijf toen hij me op zijn schoot heen en weer wiegdeterwijl hij voor zich uit

Friesch Dagblad, 14 februari 2018, pagina 36.

Crisis

De gevolgen van de BeurskrachDe wereldwijde crisis van dejaren dertig begon in oktober1929 in de Verenigde Staten nade ‘Beurskrach’. De ineenstor-ting van de aandelenkoersen opde beurs van Wall Street in NewYork had catastrofale gevolgen.Rond 1935 bereikte de crisis inNederland een hoogtepunt.Werklozen werden financieelminimaal ondersteund. Om tevoorkomen dat de werklozen erzwart bij gingen werken, moes-ten de mannen dagelijks stem-pelen in het stempellokaal. Devader van Fockje de Jong-Snoekwerd tewerkgesteld op een zichhonderden hectares uitstrek-kend veen- en heideveld bij Jip-

singhuizen. Andere noordelijkewerkverschaffingsprojectenwaren bijvoorbeeld het gravenvan het Friese Van Harinxmaka-naal en het Groningse Van Star-kenborghkanaal, het droogleg-gen van nieuwe polders of land-aanwinning langs de kust. Dewerklozen hadden weinig keus.Als ze niet meedraaiden, resttehen niets anders dan de armen-zorg. Daar kreeg men drie gul-den contant en drie gulden innatura. Bij de werkverschaffingkonmen minimaal zeven enmaximaal vijftien gulden verdie-nen, afhankelijk van het werk-tempo. In eenvoudige barakkenwerd er overnacht.

Page 4: Roman Fockje de Jong-Snoek schreef ‘Wij en onze Pabbe’ · brak het schild van haar vader. ,,Ik was vijf toen hij me op zijn schoot heen en weer wiegdeterwijl hij voor zich uit

Friesch Dagblad, 14 februari 2018, pagina 36.

Boekfragment

Afscheid nemen

Waarom toch heb ik mijn pabbezo ongeveer de hemel ingepre-zen vanmorgen bij zijn crema-tie?Gedachten tollen door mijnhoofd. Ik had het verhaal voorzijn afscheid zo goed voorbe-reid. Was er ook tevreden over.Nu, slaat de onzekerheid toe.Ik ben in Oost-Groningen opge-groeid. [...] ‘Pabbe’ is in diestreektaal de naam voor je va-der. Onze pabbe heeft een be-hoorlijke stempel gedrukt ophet leven van mij en van mijnbroers en zussen.Was ik wel zo ver met alles inhet reine als ik deed voorkomendeze morgen? Goed, het was zijnleven waarover ik vertelde. En

van de doden niets dan goeds,zeggen ze. Maar we waren welkinderen van deze niet gemak-kelijke vader. Nu is hij dood.De spanning zit weer in mijnlijf. Mijn handen voelen ver-krampt aan als ik ze strek. Ikbeweeg mijn vingers en schud zezachtjes heen en weer.

Uit: Wij en onzepabbe van Fock-je de Jong-Snoek, 17.95euro. Ziewww.onzepab-be.nl