Ritueel Landschap Reis Katern

19
Hoe herdenk jij? Niets blijft wat het is. Het Nederlandse landschap weerspiegelt de menselijke rituelen van eeuw tot eeuw in voortdurende verandering, zowel in de stad als op het land. Nu gedenken we in Nederland compleet anders dan een eeuw geleden. Het rituele landschap van geboren worden, sterven, herdenken en herinneren van dierbaren zal over honderd jaar weer verrassend anders zijn. Denktrant en zienswijze op begraven en cremeren is in korte tijd drastisch veranderd, zal ook blijvend veranderen. We denken inmiddels globaal, communiceren mondiaal, ageren lokaal. Mensen migreren ongewild mee met ongekend grote maatschappelijke verschuivingen. Niets blijft wat het is, in ons hoofd, in ons land. Het vertrouwde Hollandse stadsdecor en groene platteland evalueren razendsnel mee. Hoe? Hierover gaat dit boek, Ritueel Landschap, gedenkplaatsen, toen, nu, straks. Een compact team van experts boog zich over de korte vraag, hoe gedenken we? Een compact team van experts boog zich over de korte vraag, hoe gedenken we? Deed daarvoor uitgebreid onderzoek, hield interviews, maakte tentoonstellingen met funeraire professionals en met onbevangen studenten ruimtelijke ordening. In dit boek wordt op caleidoscopische wijze het rituele landschap in Nederland en ook daarbuiten in beeld gebracht. Wie zijn we, hoe gaan we met de doden om, waarom doen we wat we doen? Het blikveld loopt van de oeroude Egyptische pyramides tot hippe digitale boodschappen naar urnen van overledenen, van banale kostencalculaties tot ontroerende ideeën voor een babybegrafenis. Tekst en beeld in het boek zijn evenzo pluriform als de maatschappij van nu. In vierhonderd pagina’s geeft de expertgroep van auteurs een inzage in de stand van zaken bij leven en dood. Yvonne Lub vroeg een aantal Nederlanders naar hun ervaringen bij begraven vanuit een religieuze of spirituele achtergrond. Hoe gedijen Hindoegedachtes op Hollandse klei? Jutta Hinterleitner zet een aantal projecten op een rij, waarbij gedacht wordt over hoe in de toekomst te begraven, hoe de dierbaren straks te herdenken, midden in de stad? Dat kan op daken, booreilanden, Waddeneilanden of tijdens het wandelen over Het Rode Pad. Ada Wille beschreef samen met Leon Blok het historisch perspectief. Kneed de toekomst met de ervaring van het verleden. Eward Timmerman vroeg zich af of dieren rouwen, William Arfman beschreef de vernieuwde Allerzielen. Wytze Kuyper inventariseerde uitgebreid de funeraire branche en vroeg vakmatig naar de toekomst. What’s Next in de Uitvaart? Luiken en gordijnen gingen dicht in de jaren vijftig als in de Achterhoek begraven werd. Gerritjan Deunk schrijft erover. Ook over hoe je je daarbij hoorde te gedragen. Etiquette bij de condoleance. In een lange, soms erg persoonlijke Zoektocht worden wandelroutes, tentoonstellingen en kloosters gewikt en gewogen op hun rituele lading. Wat maakt een landschap geschikt voor rituelen? Wanneer vinden we een landschap zo aangenaam dat we er graag zijn, om te mediteren of gewoon om te picknicken? Wat gebeurt er in ons hoofd bij het wandelen naar Santiago? Waarom zou een autoweg minder mooi zijn dan een bergbeek? Ritueel Landschap is een ontroerende én serieuze wegwijzer in een gevoelige materie. GERRITJAN DEUNK YVONNE LUB WILLIAM ARFMAN ADA WILLE EWARD TIMMERMAN WYTZE KUIJPER JUTTA HINTERLEITNER RITUEEL LANDSCHAP GEDENKPLAATSEN TOEN, NU, STRAKS Hoe herdenk jij?

description

Preview Ritueel Landschap

Transcript of Ritueel Landschap Reis Katern

Page 1: Ritueel Landschap Reis Katern

Hoe herdenk jij? Niets blijft wat het is.

Het Nederlandse landschap weerspiegelt de menselijke rituelen van eeuw tot eeuw in voortdurendeverandering, zowel in de stad als op het land. Nu gedenken we in Nederland compleet anders daneen eeuw geleden. Het rituele landschap van geboren worden, sterven, herdenken en herinneren van dierbaren zal over honderd jaar weer verrassend anders zijn. Denktrant en zienswijze op begraven en cremeren is in korte tijd drastisch veranderd, zal ook blijvend veranderen. We denken inmiddels globaal, communiceren mondiaal, ageren lokaal. Mensen migreren ongewild mee met ongekend grote maatschappelijke verschuivingen. Niets blijft wat het is, in ons hoofd, in ons land. Het vertrouwde Hollandse stadsdecor en groene platteland evalueren razendsnel mee. Hoe? Hierover gaat dit boek, Ritueel Landschap, gedenkplaatsen, toen, nu, straks.

Een compact team van experts boog zich over de korte vraag, hoe gedenken we? Een compact team van experts boog zich over de korte vraag, hoe gedenken we? Deed daarvoor uitgebreid onderzoek, hield interviews, maakte tentoonstellingen met funeraire professionals en metonbevangen studenten ruimtelijke ordening. In dit boek wordt op caleidoscopische wijze het rituelelandschap in Nederland en ook daarbuiten in beeld gebracht. Wie zijn we, hoe gaan we met de dodenom, waarom doen we wat we doen? Het blikveld loopt van de oeroude Egyptische pyramides tothippe digitale boodschappen naar urnen van overledenen, van banale kostencalculaties tot ontroerende ideeën voor een babybegrafenis. Tekst en beeld in het boek zijn evenzo pluriform als de maatschappij van nu.

In vierhonderd pagina’s geeft de expertgroep van auteurs een inzage in de stand van zaken bij levenen dood. Yvonne Lub vroeg een aantal Nederlanders naar hun ervaringen bij begraven vanuit een religieuze of spirituele achtergrond. Hoe gedijen Hindoegedachtes op Hollandse klei?Jutta Hinterleitner zet een aantal projecten op een rij, waarbij gedacht wordt over hoe in de toekomstte begraven, hoe de dierbaren straks te herdenken, midden in de stad? Dat kan op daken, booreilanden,Waddeneilanden of tijdens het wandelen over Het Rode Pad. Ada Wille beschreef samen met Leon Blok het historisch perspectief. Kneed de toekomst met de ervaring van het verleden.Eward Timmerman vroeg zich af of dieren rouwen, William Arfman beschreef de vernieuwde Allerzielen. Wytze Kuyper inventariseerde uitgebreid de funeraire branche en vroeg vakmatig naar de toekomst. What’s Next in de Uitvaart? Luiken en gordijnen gingen dicht in de jaren vijftig als in de Achterhoek begraven werd. Gerritjan Deunk schrijft erover. Ook over hoe je je daarbij hoorde te gedragen. Etiquette bij de condoleance.

In een lange, soms erg persoonlijke Zoektocht worden wandelroutes, tentoonstellingen en kloostersgewikt en gewogen op hun rituele lading. Wat maakt een landschap geschikt voor rituelen? Wanneervinden we een landschap zo aangenaam dat we er graag zijn, om te mediteren of gewoon om te picknicken? Wat gebeurt er in ons hoofd bij het wandelen naar Santiago? Waarom zou een autowegminder mooi zijn dan een bergbeek?

Ritueel Landschap is een ontroerende én serieuze wegwijzer in een gevoelige materie.

GERRITJAN DEUNK YVONNE LUB WILLIAM ARFMAN ADA WILLE EWARD TIMMERMAN WYTZE KUIJPER JUTTA HINTERLEITNER

RITUEELLANDSCHAP

GEDENKPLAATSEN TOEN, NU, STRAKS

Hoe herdenk

jij?

Page 2: Ritueel Landschap Reis Katern

De doden nabijOver hedendaagse thuisgedenkplekkenHet begrip ‘ritueel landschap’ roept meestal associaties op van een grote, openruimte, buiten in de open lucht, waar een groep mensen samen een ritueel uitvoert.In dit artikel onderzoekt Joanna Wojtkowiak echter de kleine besloten rituele plek,die niet meteen voor het publiek zichtbaar is.

JOANNA WOJTKOWIAK IS CULTUURPSYCHOLOGE EN POST-DOC ONDERZOEKER BIJ HET VUMC, VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM

Het rituele landschap in Nederland kent vele ontwikkelingen rondhet herdenken van overleden dierbaren. Vanwege de individuali-sering van de dood in Nederland ligt de nadruk steeds meer oppersoonlijke zingeving. Dat wil zeggen dat elk individu de doodzelf een plek geeft. Deze zingeving is minder ingebed in een groter collectief kader dan voorheen. Traditioneel is het graf deruimtelijk afgebakende gedenkplek bij uitstek. In de huidigerouwcultuur zijn er vele vormen van ritualisering van de dood endaardoor zijn er ook vele plekken, of beter gezegd ruimtes, voorhet herdenken van doden bij gekomen. Voorbeelden hiervan zijndigitale herdenking-sites (Peelen & Altena, 2008) of de steeds populairder wordende as-objecten waarin de as van de overle-dene tot een gedenksteen, schilderij of tattoo verwerkt is (Hees-sels, 2010). Dit artikel behandelt gedenkplekken die in huisworden ingericht om de doden te herdenken.

ThuisgedenkplekkenUit een representatief vragenlijstonderzoek onder 1212 Neder-landers blijkt dat een derde van de volwassen bevolking een gedenkplek in huis heeft voor een of meer overledenen (Wojtko-wiak, 2012). Het aantal thuisgedenkplekken is sinds het einde vande jaren negentig gegroeid. De stoffering van gedenkplekken bestaat meestal uit een of meerdere foto’s, bloemen of kaarsenof allebei met persoonlijke objecten die aan de overledene herinneren. De meeste gedenkplekken worden voor één of beideouders, dan wel schoonouders ingericht. Maar gedenkplekkenvoor partners en andere familieleden, zoals broers en zussen, ofvrienden komen ook voor. Bloemen en kaarsen hebben een sym-bolische betekenis bij het uiten van rouw en bij herdenken. Het

rituele verversen van bloemen en het branden van kaarsen voegenhandelingen aan de gedenkplek toe. De nabestaande is actief inrouw en gedenken.

Kleine Rituele LandschappenDynamiek van gedenkplekken schuilt in de verandering, er komenfoto’s bij of worden weggehaald. Meestal bevinden de plekkenzich in de woonkamer of in de gang, ruimtes waar men in het dagelijkse leven veel tijd doorbrengt, of in ieder geval voorbijkomt. Binnenshuis zijn het de meest publieke ruimtes, waar menook gasten ontvangt. De slaapkamer is meer privé, maar daarkomt men minder vaak overdag. Soms verhuist de foto van degedenkplek van de kamer of de gang naar de slaapkamer. Daarvoelt men zich dichter bij de rouwende. Een vrouw vertelde tijdens een interview dat zij de foto van haar moeder mee naarboven neemt wanneer het minder goed gaat. Het gaat dus ommeer dan een materiële herdenkingsplek. De materiële objectenhebben een emotionele waarde, die de relatie met de overledeneuitdrukken. In dit artikel ga ik in op dit verschijnsel en stel devraag: welke betekenis hebben deze kleine rituele landschappenvoor de nabestaanden? Wat is de rol van de objecten? Wat zegtdit over de relatie met de doden? Thuisgedenkplekken vormeneen interessante casus, zij zijn een individueel ritueel in de privé-sfeer van de rouwende.

Hedendaagse thuisgedenkplekken Het huis heeft van oudsher de functie van rituele ruimte. In dekatholieke traditie bijvoorbeeld zijn huisaltaren een bekend fenomeen (Nissen, 1995). Deze plekken van devotie werden gebruikt

Page 3: Ritueel Landschap Reis Katern

om te bidden, geloof uit te drukken en de relatie met God te onderhouden. Soms werd er een foto van een overledene op hethuisaltaar geplaatst, omdat er volgens het geloof op deze wijzedoden uit het vagevuur kunnen worden geholpen. Huisaltarenkomen ook in andere andere culturen voor als Japan of Mexico. Inde hedendaagse Nederlandse samenleving zijn de katholiekehuisaltaren grotendeels uit de huishoudens verdwenen (Margry,2003). Vraag is, welke achtergrond hebben deze plekken en doorwie worden zij bijgehouden?

Onderzoek en resultaatBekijken we de resultaten van het onderzoek dan valt op dat 60%van de mensen met een thuisgedenkplek vrouwen zijn. De lite-ratuur schrijft dat vrouwen emoties rondom rouw eerder tot uiting brengen dan mannen. Ze gaan actiever op zoek naar strate-gieën van rouwverwerking (Sidmore, 2000). Thuisgedenkplekkenkunnen worden gezien als zo’n strategie. De emoties die met dezeplekken geassocieerd worden zijn vooral positief (e.g. troost envrede). Kijken we naar de religieuze inbedding van de gedenk-plekken dan is de grootse groep van de ondervraagden buiten-kerkelijk (63 %), eenvoudigweg omdat dit in absolute getallen degrootste groep in Nederland is, gevolgd door katholiek (21 %) enprotestant (16 %). Qua leeftijd is er veel spreiding: de jongste gedenkplekhouder is 21 jaar, de oudste 83 jaar, met een gemid-delde leeftijd van 53 jaar. De gedenkplekhouders vertegenwoor-digen een brede laag van de maatschappij. Kijken we specifiekbinnen welke groepen er vaker een gedenkplek voorkomt, danschieten van de ondervraagden de katholieken, vrouwen en 50-plussers eruit. Deze cijfers zijn de te verklaren vanwege de rijketraditie aan rituelen binnen het Katholicisme, de omgang vanvrouwen met rouw en het gegeven dat vanaf een jaar of 50 de ervaring van mensen met het overlijden van een of beide ouderstoeneemt. Hiermee hebben wij een globale indruk van nabe-staanden die een gedenkplek inrichten. Kijken we vervolgens ookwelke betekenis ze aan de plek geven.

Stilstaan bij de dood van de dierbareEen aantal verklaringen liggen ten grondslag van deze gedenk-plekken, aldus nog steeds het onderzoek. De meest duidelijke betekenis is het herdenken van een of meerdere overleden dier-baren. De plekken dienen ter nagedachtenis van een gestorvenfamilielid of vriend en komt tot uiting in de foto van de gestor-vene, die zo niet vergeten wordt. De gedenkplekken bevinden zichin de huiselijke sfeer en daarmee het alledaagse leven. Het huisis een ‘betere’ plek dan het graf, dat op grotere afscheid kan liggen. Een bezoek aan het graf kost soms veel tijd en planning.Op veel gedenkplekken thuis staan bloemen en kaarsen, net alsop de graven op het kerkhof. Het branden van een kaars of hetverversen van bloemen heeft een rituele betekenis. Deze regel-matig herhaalde actie symboliseert rouw en respect. Sommigethuisgedenkplekhouders zien dit moment expliciet als het stil-staan bij de dood van de dierbare, ze bakenen daarmee het moment van rouw af. Anderen doen dit ‘gewoon, omdat het goed

voelt’. Het plaatsen van kaarsen en bloemen komt ook bij publiekeherdenkingsmomenten voor (Edwards, 1999).

De functie van de thuisgedenkplekDe functie van de thuisgedenkplekken voor de nabestaanden ishet verwerken van rouw, de omgang met eigen emoties en hetgeven van een plek aan de rouw,. Met andere woorden, het gevenvan zin aan het overlijden. Maar op welke manier wordt zin aande dood gegeven? Zijn thuisgedenkplekhouders meer op zoeknaar een persoonlijke zingeving, omdat dit nou eenmaal een per-soonlijk ritueel is? Deze vraag kan op basis van de analyses van deantwoorden met nee beantwoord worden, integendeel zelfs. Ter-wijl bij de Nederlandse bevolking persoonlijke zingeving duidelijkmeer vertegenwoordigd is dan de transcendente zingeving, deverwijzing naar het bovennatuurlijke, blijken juist thuisgedenk-plekhouders gemiddeld meer geïnteresseerd te zijn in transcen-dente werkelijkheid bij de omgang met de dood.

Komt er na de dood nog iets?Statistische analyses tonen aan dat thuisgedenkplekken sterk samenhangen met voorstellingen van een transcendente wer-kelijkheid. Komt er na de dood nog iets?, en met bidden in debreedste zin van het woord. Dit blijkt uit de kwalitatieve analysesvan de open antwoorden: de rouwenden communiceren doormiddel van hardop praten met de overledene of soms via dromen.Toevalligheden worden hierbij als intenties van de doden geïn-terpreteerd. Voorbeelden hiervan zijn een voelbare windstoot inhuis, een lamp die stuk gaat of bewegende objecten die wordenwaargenomen. Deze interpretaties wijzen op een geloof in eentranscendente werkelijkheid, die in de statistische analyses wordtbevestigd. De gedenkplekhouders kunnen worden gezien als bui-tenkerkelijken zoekend naar spiritualiteit en zoekend naar levenna de dood, waarbij transcendentie absoluut niet wordt uitge-sloten. Zij zoeken naar spiritualiteit via het inrichten van een gedenkplek in huis, die de communicatie met de doden stimuleert.Er is ook een psychosociale dimensie aan de gedenkplek: rouwen-den willen de relatie met de overledenen in stand houden, deelszichtbaar in de wijze van communicatie met die overledenen. Derelatie die men tijdens het leven met een persoon had, met iemand die men bijvoorbeeld vaak om raad vroeg, wordt na dedood voortgezet. Antwoord op een gestelde vraag aan de overle-dene komt dan na een nachtje slapen of in de dromen.

Relatie graf en thuisgedenkplekDe thuisgedenkplek heeft overeenkomsten met het graf. Zoalsde genoemde rituele handelingen: het branden van kaarsen enhet verversen van bloemen. Daarnaast ziet men op graven eenfoto van de overledene afgebeeld op de grafsteen. Op meer abstract niveau is zowel het graf als de thuisdenkplek een ruim-telijke representatie van de overledene. Bij het graf is het in hetbegin van het rouwproces letterlijk, omdat het lichaam er begra-ven ligt. In de loop van de tijd en dus het rouwproces, vindt naasthet fysiek uiteenvallen van het lichaam onder de aarde, ook een

symbolische transformatie plaats. Het graf wordt een symboli-sche representatie van de overledene (Verhaeggen & Janssen,1997). De persoonlijke objecten die op de thuisgedenkplek te vinden zijn, als sieraden, brieven, tekeningen of andere objectenvan de overledene, geven een dimensie van materiële represen-tatie aan de gedenkplek. De voorwerpen heeft de overledene zelfgemaakt, als brieven of tekeningen, of in handen gehad, zoalssieraden of bepaald gereedschap.

Thuisgedenkplek onderdeel dagelijks levenVan de mensen die kiezen om begraven te worden weet al 65 %op welke plek zij dat willen. Bij de nabestaanden blijkt dat uit-eindelijk slechts 2 % vaak, 7 % regelmatig, 26 % soms en 65 % zelden of nooit naar het graf gaat. De thuisgedenkplekken doenhet wat beter, want 80 % van de thuisgedenkplekhouders heeftde gedenkplek langer dan een jaar. De oudste gedenkplek uit hetonderzoek werd in 1954 ingericht; er is een groei te zien in hetaantal vanaf 1998. Ik denk dat de populariteit van de thuisge-denkplekken deels te verklaren is door de afname in het bezoekenvan het graf. De thuisgedenkplek is het meest dichtbij, onderdeelvan het dagelijks leven. Door het plaatsen van persoonlijke objecten van de overledenen krijgt het deels letterlijk een dimensie van de overledene. In sommige gevallen staat er een

urn met de as, maar dit was verrassend weinig het geval. Een andere practische reden die de populariteit van de thuisgedenk-plekken verklaart, is wanneer het graf iets meer op afstand ligt enniet gemakkelijk te bereiken is. In zo’n geval biedt een thuisge-denkplek een goed alternatief. Daarnaast kunnen meerdere over-ledenen op één plek herdacht worden. Thuis voelt eennabestaande zich vrijer in het uiten van emoties. Vooral het praten tegen de foto van de overledene wordt makkelijker in heteigen huis uitgeleefd dan op de begraafplaats.

De overleden dierbare dichtbijDe gedenkplek als ritueel landschap kan worden beschreven alseen individueel ritueel in de privé ruimte, samengaand met tran-scendente voorstellingen van een leven na de dood. De meerder-heid van de ondervraagden is buitenkerkelijk, maar zoekt toch opverschillende manieren contact met de overledenen. De thuis-gedenkplek is meer geschikt voor een individueel ritueel dan eenopenbaar toegankelijk graf. Het verschil met het graf is, dat ditvoor iedereen toegankelijk is en dat andere rouwenden ‘zo maar’objecten kunnen plaatsen. De opvattingen van thuisgedenk-plekhouders zijn traditioneler dan gemiddeld. Ze geloven in eenvoortbestaan van de overledene en geloven in de mogelijkheidtot het communiceren met de gestorven dierbare.

Referenties Edwards, E. (1999). Photographs as objects of memory. In M. Kwint, C.Breward & J. Aynsley (eds), Material memories (pp. 221-236). Oxford.Heessels, M. (2010). From commercial goods to cheristed ash objects:Mediating contact with the dead through the body. In A. Michaels etal. (Eds.), Ritual dynamics and the science of ritual, Vol II, Body, per-formance, agency and experience, (p. 247-261). Wisbaden: Harrassowitz. Janssen, J. & Verheggen, T. (1997). The double center of gravity in Durk-heim’s symbol theory: Bringing the symbolism of the body back in.Sociological Theory, 15(3), 294-306.Margry, P. J. (2003). Persoonlijke altaren en private heiligdommen. In A. L. Molendijk (Ed.), Materieel Christendom: religie en materielecultuur in West-Europa. Hilversum: Verloren.Nissen, P. (1995). ‘Zoals het huisje van Nazareth…’ Over devoties en rituelen in de kring van het gezin en de religieuze aankleding vanhet woonhuis. Trajecta Tijdschrift voor de geschiedenis van het katholieke leven in de Nederlanden, 4(2), 141-157.Peelen, J. & Altena, M. (2008). Voor altijd een stralende ster op hetweb. Digitale herinneringen aan vroeg gestorven kinderen. IN: E. Venbrux, M. Heessels & S. Bolt. (2008). Rituele Creativiteit. Actueleveranderingen in de uitvaart en rouw-cultuur. Zoetermeer: Meinema. Sidmore, K.V. (2000). Parent bereavement: levels of grief as affectedby gender issues. Omega: Journal of Death and Dying 40(2): 351-374. Wojtkowiak, J. (2012). ‘I’m dead, therefore I am’ The postself and notions of immortality in contemporary Dutch society. (PhD thesis).

Page 4: Ritueel Landschap Reis Katern

Robert RamdasRobert Ramdas is op het moment van interview bestuurder, gemeenteraadslid in Nieuwegein en is consultant. Zijn expertise is breeden bestrijkt meerdere sectoren van de economie. Hij heeft een voorliefde voor onderwerpen die te maken hebben met individuele ontwikkeling, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemerschap.

Page 5: Ritueel Landschap Reis Katern

Hindoestaan met een katholieke jeugd‘Mijn jeugd in Suriname, op eerst de fraterschool en later een gemengde middelbare school, drukt een stempel op mijn per-soonlijke vorming en levensovertuiging. Ook met betrekking totde dood. Het heeft een impact op mijn levensbeschouwing. InSuriname bestaan vergelijkbare kerken, Evangelisch en de Pink-stergemeente. De praktisering van het geloof in het dagelijks bestaan vermengde zich met animisme. en het katholicisme vande fraterschool.

Hoe kom je tot een persoonlijke keuze? De film Babaji, an IndianLove Story laat heel fraai zien hoe een Indiase sjamaan zich per-soonlijk voorbereidt op zijn dood. Na de dood van zijn vrouw daalthij dagelijks af in het zelf gegraven graf, dat zich naast dat vanzijn vrouw bevind. Hij gebruikt het graf om te mediteren enwacht tot de dood hen opnieuw samen zal brengen. Het is eenandere werkelijkheid dan wij kennen.

Ik ben wars van verbranding, als er geen sprake is van besmet-ting of een panepidemie. Waarom zou je een lichaam dat nogrestwaarde heeft verbranden? Als kind in Suriname speelde dievraag al in mijn hoofd. Het was een gedachte die zich op jongeleeftijd moeilijk liet definiëren maar die er altijd was; wat moeter met mijn lichaam gebeuren na de dood? Kan mijn corpus wor-den gevoerd aan de krokodillen? De geest en het lichaam zijn gescheiden eenheden. Rond mijn 16e jaar manifesteerde zich degedachte tot transplantatie. Het is zo jammer het lichaam te verbranden of te begraven. Het zijn verspillende en vervuilendehandelingen. Waarom het lichaam geen restwaarde geven, eenfunctie? De geest leidt een eigen leven. Het lichaam verpakkenin een kist is een onzinnige handeling. Het is jammer van het materiaal, het lichaam heeft die toevoeging niet nodig. Daarkomt bij dat er behoorlijk wat energie nodig is om het lichaamte verbranden. Begraven zonder kist geeft al meer ruimte aan hetproces van opgaan in de natuur. Dat voedt beter de rijkdom in degrond. Ook het verstrooien van de as is vervuilend. Wat blijft overvan lichaam vol cytostatica; staat men daar wel eens bij stil? Opdit moment woedt een discussie rond de verwachtingen van na-bestaanden. De grond raakt sterk vervuild en moet na enige tijdworden afgegraven en opgeschoond. Wie betaalt dat en waarblijft de aarde die zich met de as heeft vermengd? Dat is een onbekend gegeven bij de nabestaanden die de strooiplaats vanhun dierbare bezoeken. Dat conflicteert met de waarden. Het veroorzaakt een botsing met de emoties.'

Alternatieven‘Het is beter de urn een goede, veilige plaats te geven, bestandtegen de tijd, om deze te bezoeken. Ook urnen zijn kwetsbaar, zekunnen opengaan of breken, en de as blijft vervuilend. Wat blijftover? Het is op zoveel manieren mogelijk om een plek te gevenaan een dierbare en de herinnering. Je kunt iemand meedragenin je hart of een plaats in je huis creëren. Je kunt persoonlijke rituele handelingen ontwikkelen als het aansteken van een kaars

of leggen van een bloemenkrans. Op die manier kun je bewustbetrokken zijn en blijven bij een dierbare persoon. Namen roepenherinneringen op. Iemand is echt overleden, als de naam nietmeer genoemd wordt en de herinnering verdwenen is. Mijnkeuze heb ik kenbaar gemaakt aan mijn partner en de familie. De restwaarde van mijn lichaam wil ik benut zien. Ik heb de Parsicultuur in India bestudeerd. Het lichaam heeft een herbe-stemming als voedsel voor de dieren. Het is een goed ritueel. Mijnvariant daarop is het lichaam ter beschikking stellen aan de wetenschap.’

Dodenhuizen‘In Zuid Amerika spelen ruimte en het kostenaspect, de beheers-baarheid, een eigen cultuurgebonden rol. De katholieke dodenwonen in zogenoemde dodenhuizen. Kleine bijzondere bouwselsdie passen bij de vormtaal van het katholieke geloof. Vaak rijke(lui)huisjes, vol ornamentiek die daardoor ook een zeker kwetsbaar-heid hebben voor diefstal. De familie kan er naartoe om te ver-blijven, met de overleden geliefde te zijn en te herdenken. Hetleven krijgt op die plaatsen haar eigen natuurlijke loop. De dodenhuizen vragen om onderhoud die de familie niet altijd kangeven terwijl de samenleving vele daklozen telt. Deze laatstegroep vindt een permanente vorm van onderdak rond de doden-huizen, een pleisterplaats. De daklozen nemen de zorgfunctie vande familie over in ruil voor een verblijfsplaats. Dit fenomeen is alsvanzelfsprekend ontstaan: de behoefte aan huisvesting en hetbewaken van het graf valt samen. De samenleving tolereert dezebezetting, omdat deze kansarmen uit hun gezichtsveld zijn. Op dejaar- of naamdagen komt de familie om bloemen te plaatsen. Dedaklozen maken de boel schoon en verzorgen nadien de bloemen.Zij beschermen het familiegraf. Is dit gewenst? Het ontstaat van-zelf, de schoonheid en de heelheid regelen zichzelf. Er ontstaateen symbiose. Het is een economische structuur met een geheeleigen dynamiek.’

Overeenkomstige rituelen‘In Nederland is er een hang naar het normale, 'doe maar gewoondan doe je al gek genoeg'. De katholieke bouwsels in het zuidenvan het land verbeelden de dood. De graven zijn er groter, de vormspreekt een eigen taal met de kruizen en de teksten. Het creëerteen eigenheid. Het katholieke geloof en het hindoeïsme hebbeneen overeenkomst in rituelen en het verbeelden van de religie.Alleen de verschijningsvormen zijn anders. De katholieken begravenen cremeren niet. Zou het verhaal van de verrijzenis van Christusin de weg kunnen staan. De basis van het hindoeïsme wordt gevormd door volksgebruikenen -geloven. Eén daarvan is de verbranding. Er zij verschillenderedenen voor aan te voeren. De oorspong ligt in het feit dat menin India een landbouwcultuur heeft en landbouwgrond eenschaars goed is. Vanuit die perceptie ligt het accent op verbranden.Voorheen werd de echtgenote mee verbrand met de man. Het lijkt erop dat dat wereldwijd al sinds 12 jaar niet meer is voor-gekomen.

Page 6: Ritueel Landschap Reis Katern
Page 7: Ritueel Landschap Reis Katern

In Suriname, waar grond in overvloed aanwezig is, is die gewoonteingesleten en tot traditie verworden. De pandit (hindoe priester)spreekt vanuit de mondelinge overdracht dat het zo hoort engoed is. Naast het functionele aspect van het verbranden speeltmet name de verplichting vanuit het geloof om te verbranden.Het is de cyclus, waarbij het lichaam als een tijdelijke verblijf-plaats van de geest (wedergeboorte) wordt gezien.Nederlanders ervaren de hindoe rituelen als tamelijk heftig. Deopbaring is belangrijk, er zijn vele geesten aanwezig rond dedode. De opbaring kan in een mortuarium omdat thuis vaak veelte weinig ruimte beschikbaar is. Er zijn vele rituelen uit te voerenafhankelijk van welke van de twee grote hindoe stromingen jeaanhangt. Het overlijden is deel van de cyclus: geboorte, huwelijk,overlijden, alles verloopt in fases. De levenden blijven de herinne-ring koesteren zodat de overledene voortleeft. Juist ook bij dedood is er een sterke focus op spiritualiteit. Op evenwicht en harmonie (dharma). Het geheel van sociale, godsdienstige en hetfilosofische leven, het denken en handelen van de mens, maarook het niet handelen, wordt bepaald door dharma. Daarom isin het hindoeïsme niet het godsbegrip,van belang maar wel ofiemand zich aan zijn dharma houdt. Bij mijn vaders dood was erveel ruimte voor het gezin, ruimte voor een eigen keuze en eeneigen invulling.’

Ruimte en tijd‘Opmerkelijk zijn de enorme aantallen gasten die komen om dedode te eren. Het is niet ongebruikelijk dat er 500 personen aan-wezig zijn bij het afscheid nemen en de dienst. Het geeft bete-kenis aan het proces van het doodgaan, het getuigt van respectvoor de dode. Nabestaanden willen de baring bijwonen tot hetlaatste moment, afscheid nemen en bloemen neerleggen. Nie-mand is er blijvend. Het is een visueel afscheid. Bij een afscheidzijn gemiddeld 150 aanwezigen in de aula, meestal meer. Iedereenmoet afscheid nemen en dat vraagt een speciale logistieke aan-pak met veel tijd en ruimte. De hoeveelheid personen staat nietin verhouding tot de beschikbare tijd en de ruimte van de aula.Het is een proces dat anderen, de volgende uitvaartdienst, snelverstoord. Het drukt een stigma op de hindoes en werkt wrijvingin de hand. Daarom zijn de meeste diensten aan het einde vande dag en op zaterdag, omdat er dan minder tijdsdruk is. De hin-does moeten zodoende afscheid nemen op gedwongen uren. Denabestaanden strooien de as later (soms maanden) uit op de zee,het stromende water. De uitvaartorganisaties zijn eigenlijk niet op dergelijke uitvaart-diensten uitgerust. De branche is zeer aanbodgericht. Alles ver-loopt volgens contract. Het uitvaartpakket is een geforceerdpakket en het voorzieningenniveau verhoudt zich niet tot dewensen van de cliënt. Een professionele organisatie moet daaroog voor hebben. Er is zoveel ruis gedurende de rouwperiode,waarin vele beslissingen moeten worden genomen. Er zijn zoveelspanningsvelden. Verkeerde of overhaaste beslissingen zorgenlater voor veel pijn en emotie. Een onafhankelijke infodesk zoupartijen enorm helpen.’

Stromend water‘Het hindoeïsme kent persoonlijke tussengoden die je tevredenmoet stellen, aan wie je moet offeren. Vaak in stromend water.Op die manier geeft je iets terug aan de natuur. Dat kunnen bloe-men zijn of fruit, melk, gekarnde boter, honing. Voorwaarde is datje de offers niet bezoedeld, zodat men ze meestal verpakt in alu-miniumfolie. Een vervelende bijkomstigheid is dat aluminium-folie juist vervuilend is voor de natuur. Hoe kun je dat procesfaciliteren? Kun je daar producten voor ontwerpen? Waar kun jerustig zonder een proces verbaal te krijgen, offeren aan de goden?Er zou meer ruimte, toegankelijkheid en meer beschikbaarheidmoeten komen voor het afscheid. Meer ruimte betekent ook meertijd. Het zou allemaal anders ontworpen moeten worden en datheeft consequenties voor de ruimte in het land. De gehele periode van baring, het gebed van de pandit, de zang,het theedrinken, het vele bezoek, en dat gedurende vier dagen,zou beter gefaciliteerd moeten worden. Ook een oproepbare pan-dit die wellicht geleverd kan worden door de uitvaartorganisatie,is een optie. Het moment van afscheid nemen door bijvoorbeeld500 personen vraagt om een verblijfsruimte voor degenen die alafscheid hebben genomen, welke niet storend (ontheiligend)werkt voor anderen. Bij de oven wordt de laatste eer bewezendoor ongeveer 7 tot 11 nabestaanden, waarbij de pandit een man-tra uitspreekt. De overige aanwezigen hebben gedurende meer-dere uren een verblijfsruimte nodig. De familie en vriendenkomen elkaar immers weer tegen en de ontmoeting staat weereven centraal. Zij hebben die tijd en kwaliteitsvolle ruimte nodigom te gedenken en een maaltijd te delen. Hoe mooi zou het zijnom het proces op natuurlijke wijze af te ronden? Met de dierba-ren de as uitstrooien op het stromende water.’

Verschijningsvorm‘Als we denken aan een concrete verschijningsvorm? Een minstzichtbare vorm is wenselijk. Een natuurlijke omgeving met eennatuurlijk concept. Misschien in de bossen zoals crematorium Oc-kenburgh in Den Haag, aan een beekje. Het crematorium moet opafstand van de snelweg liggen om er zeker van te zijn dat er geengeluidshinder ontstaat. In dit land hebben we zoveel water. Hoemooi zou het zijn als er crematoria aan de grote rivieren liggen.Met verschillende ruimtes voor de verschillende stadia van af-scheid nemen. Waar ruimte is voor alle aanwezigen, voor hetdelen van emoties, het verblijven met elkaar en het herdenken.Om ter afronding de as te verstooien, en daarmee de cyclus tevoltooien. Het vraagt een andere manier van denken. Los van alleswat we gewend zijn en datgene wat ons beperkt in het onder-gaan van het proces van afscheid nemen. Deze manier van af-scheid nemen is niet beperkt tot hindoes alleen. Omdat we in desamenleving steeds meer van elkaars rituelen overnemen, en deculturen zich vermengen, ligt het voor hand dat meer mensenzich tot deze vorm van afscheid nemen aangetrokken voelen. Fa-ciliteer, maak bekend en creëer meer keuzevrijheid. Het landschapkan door zorgvuldige vormgeving en architectuur het proces vanafscheid op heel bijzondere wijze ondersteunen.’

Page 8: Ritueel Landschap Reis Katern

Hoe zit het lichaamin elkaar

Gemiddelde elementsamenstelling van het menselijk lichaam

Element Gehalte Element Gehalte Element Gehaltein ppm in ppm in %

Al (aluminium) 1,4 Mg (magnesium) 0,05 C (koolstof) 18As (arseen) 0,2 Mn (mangaan) 0,3 Cl (chloor) 0,1Au (goud) <0,01 Mo (molybdeen) <0,05 F (fluor) 0,02Ba (barium) 0,23 Na (natrium) 0,1 H (waterstof) 10Ca (calcium) 1,4 Ni (nikkel) <0,1 I ( jodium) 30Cd (cadmium) 0,43 Pb (lood) 1,1 N (stikstof) 2,3Co (kobalt) <0,04 Sb (antimoon) 1,3 O (zuurstof) 65Cr (chroom) <0,1 Sn (tin) 0,43 P (fosfor) 0,7Cu (koper) 0,4 V (vanadium) 0,3 S (zwavel) 0,25Fe (ijzer) 50 Zn (zink) 33K (kalium) 0,15 Hg (kwik) 20*

*Dit is het gemiddelde gehalte per mens aan kwik in amalgaamvullingen (1 tot 2 gram per lichaam) In de rest van het lichaam komt kwik vrijwel niet voor.

Naast metalen kunnen tijdens het verteringsproces stoffen vrijkomen uit de biologische componenten (eiwitten, DNA, vetten,weefsels,organismen, koolhydraten) en anorganische verbindingen (calciumfosfaatverbindingen in botten en tanden, zouten). Uit onderzoekblijkt dat het menselijk lichaam, inclusief eventuele cytostatica en andere toegediende medicijnen, niet als chemisch afval moet worden beschouwd.Bron: Alterra-rapport 1789

Crematie-as

Na een crematie blijft ca. 2,5 kilo as over. Crematie-as bestaat voor bijna de helft uit kalk. Andere bestanddelen zijn fosfor, kalium, magnesium, natrium en ijzer. De as bevat echter ook zware metalen als chroom, koper en zink (afkomstig van ornamenten en hand-grepen van de kist, kleurstoffen en metaaldelen in de bekleding en de lak van de kist en de kleding van de overledene, geïmplanteerdemetalen delen, amalgaanvullingen in het gebit).Bron: Strooivelden en het milieu. Een onderzoek naar de effecten van crematie-as op de bodemkwaliteit. Haskoning, 1991

Page 9: Ritueel Landschap Reis Katern

of het bewaken van eigen verdriet

TEKST MARGRIET KEMPER

Rouw

Page 10: Ritueel Landschap Reis Katern

Een vriend bewonderde mijn incasseringsvermogen in het levenen vond dat ik stoïcijnse trekken vertoonde. Ergens in mijn taal-verleden had ik stoïcijns opgevat als ijzig en ik wist niet zeker ofik gelukkig was met zijn opmerking. Het woordenboek leert medat het eerder onverstoorbaar, gelijkmoedig, gelaten is, maar ookonaangedaan, dat weer dichter bij mijn ijzig lag. Maar ook zegthet woordenboek: betrekking hebben op het stoïcisme. Niet klassiek geschoold als ik ben, ging ik te rade bij de boeken vandiezelfde vriend. Hij werkt aan een bibliotheek van oorspronke-lijke teksten die hij de belangrijkste acht voor een bepaalde periode (Ad de Visser, Uit de eerste hand, Uitgeverij Damon)

Tranen mogen, rouwmisbaar nietIn brief 63 ‘Dode vrienden’ in de bloemlezing ‘Leren sterven - brie-ven aan Lucilius’ (2) richt Seneca zich tot Lucillius, die kort daar-voor zijn vriend Flaccus had verloren. Zijn brief zit volraadgevingen en aansporingen en de kern ervan is dat hij nietlanger moet rouwen dan nodig is. ‘Tranen mogen, rouwmisbaarniet’ schrijft hij. En even verder beweert hij, allesbehalve fijnge-voelig maar misschien te waar om onmiddellijk te verwerpen: ‘Inal die tranen zoeken wij bewijzen voor ons gemis; wij geven geengevolg aan ons verdriet, wij stellen het tentoon’. Ikzelf schreef eerder een maxime: ‘Tranen zijn zelfbevestiging, vrouwen wetendat’. De nuancering die ik hier wil maken is dat tranen niet per sepubliekelijk geplengd hoeven worden en dus minder lelijke kantjes kunnen vertonen dan die door Seneca gesuggereerd.Maar dit terzijde. Seneca spreekt zelfs over dat in de rouw je de

bewaker bent van je eigen verdriet. Het zijn dingen die wij nu lieverniet horen, maar er steekt veel waarheid in. Hij haalt Homerusaan die het recht op huilen tot één dag beperkte. Dat is ondenk-baar in de tijd waarin wij leven. Het zou nu als ongevoelig en zelfsonmenselijk worden gezien.

De televisie als de bewaker van ons verdrietAls het om rouw gaat kennen we een persoonlijke, die hoezeerook geuit, in wezen onkenbaar is voor de ander en de gedeelderouw, die een ritueel karakter heeft. De laatste is er een die zichafspeelt binnen een gemeenschap, waarbij rite opgevat wordtals ‘een handeling waarmee een verstoorde sociale groep zich naeen crisis herenigt', een uitspraak van de antropoloog Victor Turner. Er is nog een moderne vorm die ‘mediarouw’ genoemdzou kunnen worden en die, weliswaar geregisseerd en extreemopenbaar gemaakt, evenzeer verdriet toont als genereert. De televisie als de bewaker van ons verdriet. Velen blijken gevoeligvoor deze vorm.De persoonlijke rouw kent ook een vorm van openbaarheid, diezich manifesteert in de kunst. Er is geen sprake van een gedeeldritueel maar van een getransformeerd persoonlijk verdriet, datherkend kan worden door anderen en daarmee een algemenegeldigheid krijgt, die in tegenstelling tot mediarouw van menstot mens gaat, die ene mens tot die ene mens. Dat kan zo gevoeldworden als wij poëzie lezen of proza: de auteur spreekt tot ons. Inde beeldende kunst is die verhouding minder duidelijk, eerdervan kunstwerk tot kijker - echter ook een één op één relatie.

DIE NEUE WACHE, BERLIJN VETERANS WAR MEMORIAL, WASHINGTON

Page 11: Ritueel Landschap Reis Katern

was voor gevallen soldaten. Na de hereniging van de beide Duitslanden is in de lege ruimte een sculptuur van Käthe Kollwitzgeplaatst. Het is het beeld van een moeder die treurt om haardode zoon die zij in haar armen houdt. De pijn en de rouw zijneen naar binnen gekeerde en in het formele van de classicistischearchitectuur wordt die eenzaamheid alleen maar versterkt. Wieer binnentreedt vertraagt zijn lichaam, dempt zijn stem of zwijgten is alleen, temidden van andere bezoekers. Voor velen is het eenreden om snel weer in het daglicht te stappen en zich in de druktevan de stad te begeven.Tegenover dit oorlogsmonument staat sinds 1982 een radicaalandere: ‘The National Veterans Memorial’ in Washington, dat ooksimpelweg ‘The Wall’ wordt genoemd. Het is een ontwerp van dedestijds studente architectuur Maya Ying Linn, dat even eenvoudigals doeltreffend is. Het bestaat uit een lange, zwartglanzendemuur waarin de namen van 60.000 omgekomen militairen staaningegraveerd. Het is een van de drukst bezochte plekken van Washington en is gaandeweg als een bedevaartplaats gewordenvoor familie en vrienden. Honderdduizenden foto’s zijn gemaaktvan bezoekers, die met hun vinger de naam van hun geliefde aan-wijzen. Er schuilt ook een indringende schoonheid in dat mini-male, fysieke gebaar, dat persoonlijk verlangen en verbondenheiduitdrukt. Het monument voldoet aan die hedendaagse eis vanopenbaarheid en individualisme, die 25 jaar geleden wellicht typisch Amerikaans was, maar die nu van de wereld lijkt te zijn.

Persoonlijke rouw en gedeelde rouwBinnen de twee genoemde oorlogsmonumenten ontvouwt zicheen gebied tussen de persoonlijke rouw (Käthe Kollwitz verloorhaar eigen zoon in de oorlog), de gedeelde rouw en een vorm vanmediarouw. Het is een ontwikkeling van universeel en abstract(het beeld van de moeder en haar dode zoon is symbool gewordenvoor alle rouwenden in een oorlog), naar specifiek en persoonlijk(niet ‘de onbekende soldaat’, maar íedere soldaat, bij naam ge-noemd). Het is ook een ontwikkeling van een rouw die introvertis in een één op één verhouding, naar een die onmiskenbaaropenbaar is: men toont de wereld zijn leed. The Wall kent zijneigen druk bezochte website.

Virtuele mediarouwDe ware mediarouw zoals we die na de dood van Princess Dianahebben leren kennen en die bij de dood van André Hazes eenschaamteloos hoogtepunt vond, laten we hier verder onbesproken.Waar ‘thewall-usa.com’ nog een fysieke plek kent en een feitelijkmonument, is het rouwen rond de vermoorde 17-jarige Ameri-kaans Anna Svidersky volkomen virtueel geworden. In drie wekentijd werd haar naam opgenomen in Wikkipedia en bezochtenhonderdduizenden vreemden van over de hele wereld de sitewaarop zij hun bericht achterlieten. Hier komen openbaarheiden individualisme samen op een schaal die het extreem openbareen het uiterst individuele samenbrengen.Dit is een bewerking van een tekst uit 2008, verschenen bij een opdracht voor een gedenkplek in het Theresialyceum te Tilburg

Zijn beeld dwong mij op mijn hurken Ron Mueck, Australisch/Brits beeldhouwer maakt beelden die extreem realistisch zijn. ‘Dead Dad’ toont het naakte lichaam vanzijn overleden vader dat hij zo precies als mogelijk heeft nage-maakt. Wie het beeld nadert kan niet anders dan gefascineerdzijn door dat realisme en iedere bezoeker buigt zich erover enraakt verbijsterd door de precisie waarmee huid, haren en in-wendig gebeente zijn gemaakt. Het merkwaardige is dat we nietnaar een lijk kijken, hetgeen ons zou afschrikken, maar naar hetlichaam van een dode man. Het ligt daar in al zijn menselijkebreekbaarheid en tijdelijkheid en maakt een diepe indruk op bijnaiedereen. Mueck heeft meer gedaan en als een echte kunstenaareen kleine maar sublieme beslissing genomen: hij verkleinde hetlichaam van zijn vader tot de maten van die van een kind - endaarmee is de aanblik draaglijker maar tegelijkertijd pijnlijker geworden. Hij heeft als een zoon zijn vader als het ware gebaard,hij heeft zijn lichaam ‘gemaakt’ en daarmee dwingt hij ons alskijker bijna letterlijk op de knieën. We zijn daarmee geen lijk-schouwer, die op neutrale wijze het lichaam naderen, maar eenouder die zich buigt over zijn kind, of een kind dat zich buigt overeen dood dier. Mij dwong zijn beeld op mijn hurken en ik liet tranen. Dat hebben weinig kunstwerken gedaan. Zijn persoonlijkverdriet heeft daarmee een vorm van openbaarheid gekregen,die universeel van karakter is, niet letterlijk gedeeld als het geza-menlijk dragen van de kist of het omhelzen van de nabestaanden,maar een die zowel hart als geest kan raken. Een gedeeld maarniet persoonsgebonden verdriet.

Persoonlijke benadering is de nieuwe sloganDe dood is geïnstitutionaliseerd geraakt, hetgeen iets anders isdan ingebed zijn in een traditie van regels en gewoontes en isminder een zaak van familie en vrienden dan begrafenisonder-nemers ons willen doen geloven. De hedendaagse regels zijn dievan pragmatisme in de eerste plaats. Persoonlijke brieven als tekens van deelneming worden amper meer geschreven, maarvoorgedrukte condoleancekaarten in stemmig grijs en roomwitmet een zeer beperkte keuze aan teksten vormen al tientallenjaren het gemakkelijke alternatief. De zachte dwang waarmeegezelschappen van rouwzaal naar koffieruimte en parkeerplaatsworden gedirigeerd, is een vast regel en de meeste begraaf-plaatsen kennen strikte voorwaarden waaraan grafstenen moetenvoldoen. Men voegt zich ernaar; dat is de regel. Maar er is in Nederland een ontwikkeling gaande die het mogelijk maakt tekiezen voor afwijkende begrafenissen, doodskisten en grafstenen.Persoonlijke benadering is de nieuwe slogan. Kunstenaars ver-vullen individuele wensen voor een doodskist, zangers zingen liederen op verzoek tijdens de begrafenis, één begrafenisonder-neming wordt geheel gerund door vrouwen, voor een persoon-lijker sfeer. Ieder zijn eigen vorm, zo lijkt het.

Neue Wache en Veterans MemorialDie Neue Wache is een klein classicistisch gebouw uit 1818 vanKarl Friedrich Schinkel, dat al sinds die tijd gedenkmonument

Tijd brengt geen troost; het was een leugenTe beweren dat de tijd mijn wonden helen zou!Ik mis hem, als het snikken klinkt van regen;Ik smacht naar hem bij ’t krimpen van het tij.De oude sneeuw smelt weg van iedere helling,In alle lanen is verbrand het afgevallen blad,Maar bittere, voorbije liefde blijft op ’t hartLoodzware last, van onvervlogen oude kwelling.Er zijn zovele plekken die ik mijden moet,Waar alles vol is van herinnering aan hem.En als ik opgelucht een stille plek betreedDie hem niet kent, die van zijn glans niet weet,Dan zeg ik: ‘Niets wat nu aan hem denken doet!’En sta verslagen, weer door herinnering beklemd.

EDNA ST. VINCENT MILLAYVERTALING ANNEKE BRASSINGA

Page 12: Ritueel Landschap Reis Katern

Wat kost een gemiddelde

begrafeniswat

kost

een

begrafenis

• Akte van overlijden € 11 • Basistarief uitvaartverzorger begrafenis € 1.500 • Basistarief uitvaartverzorger crematie € 1.500 • Advertentie in regionaal dagblad € 500 • Advertentie in landelijk dagblad € 1.500 • 100 rouwkaarten (zonder porto) € 250 • Overbrengen van overledene naar

rouwcentrum of woonhuis € 200 • Verzorging van overledene € 150 • Tijdelijke conserverende behandeling overledene

(thanatopraxie) € 500 • Kist, massief eiken € 900 • Kist, massief mahonie € 1.400 • Kist, spaanplaat eikenfineer € 425 • Kist, spaanplaat printfolie wit € 500 • Lijkwade € 65 • Lijkwade (handgeweven) € 1.750 • Opbaren in het uitvaartcentrum inclusief

condoleancebezoek € 500 • Opbaren thuis (inclusief dagelijkse controle en

koeling van de overledene) € 475 • Uitvaartmis in kerk € 500 • Extra kosten uitvaartpersoneel voor uitvaartmis,

inclusief vervoer € 400 • Bidprentjes: fotoprentjes in kleur & binnenzijde

zwart (100 stuks) € 350 • Liturgieën uitvaartmis (100 stuks) € 125 • Organist tbv uitvaartmis € 95 • Laatste vervoer overledene per rouwauto

(staatsievervoer) € 200 • Bloemstuk op kist € 120

• Laatste vervoer overledene per koets € 1.200 • Eén volgauto (vervoer binnen gemeente) € 180 • Twee volgautos € 360 • Drie volgautos € 540 • Vier dragers € 300 • Standaard condoléanceregister € 30 • Opname op cassette (indien nog mogelijk) € 40 • Opname op cd of dvd € 40 • Opname op video (incl montage) € 500 • Funerair spreker / Ritueel begeleider (incl. reiskosten) € 350 • Begraafkosten begraafplaats ma/vr € 750 • Begraafkosten begraafplaats zaterdag € 1.100 • Gebruik aula begraafplaats € 200 • Gebruik condoleanceruimte begraafplaats € 170 • Algemeen graf (=huurgraf voor bepaalde periode) € 700 • Eigen graf (20 jaar met onkosten) € 3.300 • Extra kosten voor bijzetten in bestaand graf € 500 • Grafsteen € 2.500 • Crematorium (crematie, aula, bijzetting asbus) € 1.200 • Sierurn ceramiek € 200 • Sierurn natuursteen € 500 • Verstrooiing as bij crematorium € 95 • Verstrooiing as op zee zonder familie € 95 • Verstrooiing as op zee met familie € 425 • As bewaren in nis in crematorium (1 jaar) € 90 • As bewaren in urnenmuur/columbarium (5 jaar) € 450 • Asmedaillon € 200 • 100 personen koffie met cake na uitvaart € 355 • 100 bedankkaarten (zonder porto) € 260

Bron: www.uitvaart.nl

Page 13: Ritueel Landschap Reis Katern

Rouwen dieren ook?

Page 14: Ritueel Landschap Reis Katern

De meeste dieren tonen geen of slechts heel kortstondig belangstelling in een overleden soortgenoot. Toch duiken er tel-kens weer verhalen op van dieren die een vorm van ‘rouw’ verto-nen, waarvan de olifant misschien wel een van de bekendste is.De laatste jaren lijkt onderzoek deze anekdotes steeds vakerte bevestigen. Zo laat een onderzoek wat al in 2001 door de Britsezoöloge Karen McComb en haar team is uitgevoerd zien, dat olifanten wel degelijk een vorm van ‘dodencultus’ kennen. Hetonderzoek wat in 2005 in Biology Letters verscheen probeert ditaan te tonen. In het Amboseli Park in Kenia, namen de onderzoekersde proef op de som met een eenvoudige test. De onderzoekersconfronteerden negentien verschillende olifantengroepen in hetveld met een slagtand, een olifantenschedel en een stuk hout. Dedieren besteedden veel meer tijd aan de schedel als aan het stukhout. Echt interessant vonden ze de slagtand die telkens weerwerd betast. In een tweede experiment werden drie schedels vaneen olifant, een buffel en een neushoorn geplaatst. De schedelvan een soortgenoot kreeg bijna dubbel zoveel aandacht als datvan de buffel en de neushoorn. Dit laat zien dat de olifanten opeen of andere manier de schedels van dode soortgenoten her-kennen. Als de onderzoekers vervolgens drie olifanten schedelsplaatsten, afkomstig van een dode vrouwelijke leider uit de eigenkudde, bleken de dieren geen onderscheid te maken voor de sche-del van een olifant die ooit onderdeel was van die kudde. De onderzoekers gaan ervan uit dat dit waarschijnlijk komt doordatresten in een natuurlijke situatie in vrijwel alle gevallen alleenvan groepsgenoten zijn. Maar ook in de eindconclusie zijn de onderzoekers voorzichtig om te spreken over rouw. Het kan ookzo zijn dat de belangstelling uitgaat naar het lot van een soort-genoot en niet zozeer gaat over het verlies van een familielid.

Menseigen is het om ons gedrag en emoties te weerspiegelen opdat van dieren. Maar er zijn een aantal wetenschappers die bijdieren wel degelijk over emoties spreken. Misschien niet in demate die wij als mens kennen, met name dieren zoals wolven,dolfijnen en olifanten die in hechte familie groepen leven, komtgedrag voor wat duid op een zekere vorm van zelfbewust zijn enemotie. Het leven is onlosmakelijk met de dood verbonden enzorgt voor een sterke overlevingsdrang. Net als dieren reageren

Rouwen dieren ook?

wij ook op dode soortgenoten en met name als die zich in onzenaaste kring bevinden.

Wij mensen onderscheiden ons van dieren, door ons bewust zijnen het besef van onze eigen sterfelijkheid en zorg voor de doden.Maar is dit wel gegrond. In de Griekse filosofie ontstaat er eenkloof tussen mens en dier. Met de komst van het Christendomworden miljoenen jaren van evolutie teniet gedaan door hetscheppingsverhaal. In zes dagen werd de aarde geschapen. Debijbel schrijft dat god de mens een opdracht mee geeft “Weesvruchtbaar en vermenigvuldig u; bevolk de aarde en onderwerphaar, heers over de vissen in de zee en over het gevogelte in delucht en over al de dieren die op aarde leven”. Hoewel de woordenin context gelezen moeten worden zijn de woorden in onze cul-tuur geïsoleerd geraakt. De kloof tussen mens en dier werd alsmaar groter. Zo groot zelfs dat we vergeten zijn dat we ook gewoon een zoogdier zijn. Een die zich heeft ontwikkeld in eenopportunistisch sociaal dier met een enorm aanpassingsvermo-gen. Maar onze roots gaan veel verder terug, zo zijn er van de prehistorische mens al grafrituelen bekend.

Natuurlijk is er wel degelijke een verschil in intelligentie, maarbepaalde oerdriften kunnen overeenkomen met dat van de die-ren om ons heen. Steeds vaker laat wetenschappelijk onderzoekzien dat de kloof tussen de mens en het dierenrijk een stuk kleineris dan altijd werd aangenomen. Het gebruik van gereedschappenen fenomenen zoals communicatie, cultuur, bewustzijn, zelfher-kenning werden lange tijd als exclusief menselijk gezien. Maarook bij mensapen, vogels, olifanten en cetaceeën (Walvisachtigzoogdier) treffen we dergelijke, complexe gedragsuitingen aan.Hieruit blijkt wel dat de lijn tussen de verheven mens en het inferieure dier vaak veel dunner is dan zo op het eerste gezichtlijkt”, stelt onderzoeker James Anderson. Bioloog Marc Bekoff isvan mening dat dieren morele wezens zijn die net als mensenhet onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad. Volgenshem is het niet de vraag of dieren gevoelens of moraliteit hebben,maar wat de evolutionaire betekenis ervan is.

Kijken we naar rouw bij dieren dan moeten we onszelf eerst de

We kennen allemaal de beelden van National Geographic waar een moeder baviaan dagen met haar dode jonge blijft rond lopen. Afgezonderd van de rest vlooit ze het dode lichaampje en jaagt de vliegen weg. Het lijkt alsof ze de dood niet accepteert. Is het eenvorm van rouw of is het onervarenheid van het vrouwtje? Een wetenschappelijk antwoord is er niet direct. Het feit is dat dit gedragook bij oudere ervaren vrouwtjes voort komt. Misschien is de verzorgingsdrang zo groot dat het dier zo reageert. Rouwen dieren ook?Er is al veel over dit onderwerp geschreven, en een harde wetenschappelijke verklaring is er nog niet. Wel is met zekerheid te zeggendat dieren met een hogere intelligentie en een sterke groep of familiebanden reageren op het overlijden of het zien van dode groeps-genoten. Een van de bekendste voorbeelden en misschien wel het meest onderzocht is het ‘rouwen ’van olifanten.

Page 15: Ritueel Landschap Reis Katern

vraag stellen wat is rouw. Rouw kan gedefinieerd worden als ver-driet om een overleven dierbare. En hoe zit dit dan bij dieren, kunje spreken van verdriet. Of lijd de plotselinge verandering vanstructuren en hiërarchieën in een groep, door het weg vallen vaneen groepslid, tot gedrag dat wij mensen interpreteren als rouw?

Marc Bekoff spreek in een interview met Helga D'Havé in 2010over moreel gedrag bij dieren en gaat nog verder door te sprekenvan empathie bij dieren. ‘De emotionele basis voor moreel gedrag is dat dieren iets voor elkaar voelen’. Ze zijn zorgzaam voor elkaar en kennen een vormvan medeleven. Als voorbeeld voor dit gedrag gebruikt Bekoff eenonderzoek van labexperimenten waaruit blijkt dat ratten nieteten als ze merken dat daardoor soortgenoten een elektrischeschok krijgen. Volgens Bekoff is het belangrijk te beseffen datdeze dieren een keuze maken. ‘Als ik een rat ben, hoef ik je niet tehelpen als je pijn hebt en ik hoef ook niet te stoppen met mijn activiteiten opdat je pijn zou verdwijnen, maar ik doe het omdatik met je meevoel’. Hoewel dit soort onderzoek nog in de kinder-schoenen staat, zien we dat er steeds meer bewijzen naar vorenkomen die laten zien dat er sprake is van empathie onder zoog-dieren. Dieren die leven in groepsverband zijn in zekere zin afhankelijk van elkaar, ze brengen veel tijd met elkaar door, zekomen voor elkaar op, delen voedsel, brengen gezamenlijk jongengroot en verdedigen een territorium. In veel gevallen is deze bandnog hechter bij soorten die in familieverband leven of langdurigpartnerschap aangaan. Ze zijn op elkaar aangewezen om te over-leven. Door het observeren van het individu in groepsverbandzien we sociale structuren die vergelijkbaar zijn met die van demens. Hierin onderscheid Bekoff emoties zoals verdriet, rouw, jaloezie, wrevel, afkeer bij soorten onderling. Vooral verdriet isvanuit deze optiek erg uitgesproken. Olifanten bijvoorbeeld,waken over stervende groepsgenoten. De sterke familiebandzorgt voor innig contact en het achterlaten van soortgenotenheeft diepe impact op de kudde. Ook laat het onderzoek van KarinMcComb zien dat Olifanten ‘rituelen’ kennen waarbij ze het dodelichaam aanraken en beenderen van overleden soortgenoten betasten. Is dit dan een vorm van rouw?

Een interessante vraag die velen wetenschappers met nee zullenbeantwoorden. Maar gezien de evolutie en uitgaande van het feitdat zoogdieren dezelfde zenuwbanen in het limbisch systeemvan de hersenen en dezelfde neurotransmitters als mensen heb-ben. Zou het dus vreemd zijn dat de mens wel een vorm van emo-tie kent en zoogdieren niet. Bekoff illustreert dit aan de hand vande term liefde. ‘Definieer je liefde als een diepgaande, langdu-rige band, dan is het duidelijk dat dieren liefde tonen. Hun liefdeis misschien niet dezelfde als die bij mensen, maar ook mensenzien elkaar graag op verschillende manieren’ (Bekoff in D'Havé,2010).

(D’Havé stelt de vraag) of bijvoorbeeld samen de jongen groot-brengen of dode lichamen aanraken sociaal gedrag is - of dat hetinstincten zijn die voor de overleving van de soort moeten zorgen?Het antwoord wat Bekoff hierop geeft, is interessant te noemen. Misschien zijn het instincten, maar bepaalde dieren maken keuzesom met een bepaald individu anders om te gaan dan met anderesoortgenoten*. Het is niet omdat het mogelijk instincten zijn, dater geen onderliggende gevoelens aanwezig zijn. Voor het gedragvan mensen kan je eveneens beweren dat we handelen voor hetbehoud van de soort, maar dat wil niet zeggen dat we niets voelen.’

Als men Darwins concept van evolutionaire continuïteit aan-vaardt, waarbij verschillen tussen soorten verschillen in gradatiezijn en niet in aard, dan is het duidelijk dat mensen een bepaaldeeigenschap hebben, die dieren ook hebben onder een bepaaldevorm. Als mensen rouwen, pijn hebben of blij zijn, kunnen dierendat ook, maar rouw, pijn of blijheid bij dieren is niet hetzelfde alsbij de mensen. ‘Het is vreemd dat veel mensen Darwins principevan evolutionaire continuïteit accepteren voor lichamelijke ken-merken, maar niet voor mentale eigenschappen. Darwin stelde alin The Descent of Man dat de mens veel instincten (emoties, passies ...) gemeen heeft met dieren, maar toch blijven veel auteurs beweren dat de mens voor wat betreft zijn mentale capaciteiten van de dieren gescheiden wordt door een onover-zienbare barrière. ‘Nochtans is het hart van een vis ook andersdan dat van een mens, maar het blijft een hart. Dat is voor gevoelens niet anders.’ (Bekoff in D'Havé,2010)

Te vaak nog wordt dit denken bestempeld als antropomorfisme,dat is jammer want het verzandt de discussie. Bovendien is hettoekennen van menselijke eigenschappen en specifiek emotieaan dieren menseigen. We maken ons dagelijks schuldig aan antropomorfische gedrag. Het komt vooral terug in de omgangmet onze huisdieren. Een papagaai die zich zelf plukt is eenzaamen een spinnende kat is gelukkig. Hoe meer tijd we doorbrengenmet onze huisdieren hoe gevoeliger we worden voor de onder-liggende emoties van het sociale gedrag van het dier. Deze emo-ties worden weer los gelaten bij dieren die verder van ons afstaan.Een van de redenen dat bijvoorbeeld intelligentie bij dieren veel-meer is aanvaard dan het toekennen van emotie, is de moeilijk-heid van het wetenschappelijk aantoonbaar maken vandergelijke emoties. Je kunt een dier niet vragen hoe het zich voelt,hiervoor moet je de onderlinge communicatie tussen dieren begrijpen. Dit betekent uren van observatie. Daar komt bij dat wijmensen visueel zijn ingesteld en veel dieren niet. Dieren herken-nen soortgenoten aan de hand van geluiden of geuren. Visueleexperimenten zoals de spiegeltest waarbij je een dier een stip opzijn lichaam verft, voor een spiegel zet en vervolgens toekijkt ofhet dier op de stip reageert. Laten dus niet zie dat dieren wetenwie ze zijn. Maar tonen aan dat ze hun lichaam kunnen onder-scheiden van dat van een soortgenoot. Studies moeten meer gebaseerd zijn op de zintuiglijke wereld waarin dieren zich bevinden. ‘Je kunt niet zeggen dat het ene dier zelfbewustheidheeft en het andere niet.Hoe meer we dieren gaan bestuderen, hoe meer we zullen vast-stellen dat ze een vorm van ‘zelf’ hebben’ (Bekoff in D'Havé,2010).De barrière tussen de superieure mens en het inferieure dier isdus vaak minder aanwezig dan wij mensen denken.

Die vraag, die nu meerdere malen langsgekomen is in deze essay,Rouwen dier ook? kunnen we niet met een eenduidig ja of neebeantwoorden. Er bestaan twijfels of dieren echt en stelselma-tig rouwen. Bij het verliezen van een jong, verzorgd het vrouwtjemisschien enkele dagen het dode jong en vertoond gestrest ge-drag. Maar er zijn ook genoeg situaties bekend waar het dodejong meteen wordt achtergelaten en het moederdier ‘normaal’

gedrag vertoond. We weten nog te weinig van functionele paral-lellen tussen dierlijk en menselijk bewustzijn, “het besef hebbenvan een eigen bestaan” en cognitief zelfbewustzijn, “het waar-nemen wat er in de geest omgaat”. Hiervoor is meer onderzoeknodig. De vele anekdotes geven weer dat het in ieder geval te kortdoor de bocht is om te zeggen dat dieren geen vorm van rouwkennen.

Rouw om groepsgenotenOok het gedrag van eksters wijst erop dat ze een vorm van rouwkennen. Zo zijn er anekdotes bekend van eksters die vergelijkbaargedrag vertonen als de olifanten in het Amboseli Park. Waarbijde eksters voorzichtig het dode lichaam van een soort genootaanraakt en afdekt met twijgen. De vogels blijven geruime tijdbij de dode soortgenoot in de buurt. Uit de oostvaarders plassenzijn waarnemingen bekend waar konickspaarden langdurigwaken over stervende soort genoten. Dwergpapegaaien zijn vaakpartners voor het leven. Deze vogels kunnen wel 15 jaar worden,menig kweker kent de verhalen van het wegkwijnen van de part-ner als een van de twee komt te overlijden. Dolfijnen blijven lang-durige bij overleden groepsgenoten. Onderzoekers zagen hoe eendolfijn dagen lang haar overleden jong met zich mee droeg. Na 6dagen verliet ze het lijkje pas.

Literatuur:

Ook chimpansees rouwen om dode soortgenoten; F. Heinen 2010 • Elephants may

pay homage to dead relatives. Shaoni Bhattacharya. 2005 www.newscientist.com•

Dieren rouwen niet, Anja Krabben en Roy de Beunje, Verschenen in Doodgewoon # 14,

1997 • Olifant eert doden, NRC 2005 • Ook dieren kennen gevoelens en moraliteit, Eos-

magazine, Helga D'Havé • Interview bioloog Marc Bekoff 2010 • African elephants

show high levels of interest in the skulls and ivory of their own species, Mccomb K.,

Baker L., Moss C., 2005 Biol. Lett. 2, 26-28. doi:10.1098/rsbl.2005.0400.

Page 16: Ritueel Landschap Reis Katern

Trouw van honden aan hun baas kan mythologische vormen aan-nemen. De verheerlijking ervan ging in Edinburgh zo ver dat voorde skyeterriër Bobby een heus standbeeld werd opgericht. Het ver-haal ging dat hond Bobby veertien jaar lang de wacht hield op hetgraf van zijn baas John Gray. De hond werd jarenlang precies omtwaalf uur gevoerd in de pub en zijn penning werd betaald doordierenliefhebber Sir William Chambers. De hond overleed in 1872en werd dichtbij begraven. De Bobby-mythe groeide uit tot onge-kende proportie. Goed voor de begraafplaats, iedereen wilde er lig-gen. Goed voor het toerisme, de pub zal vol bewonderaars. Disneyzag brood in het verhaal en verfilmde het geheel in 1961 tot eenonroerende rolprent, The true story of a dog. In 2006 nog eensovergedaan als Greyfriars Bobby. Ook de Japanse hond Hachikokreeg een film. Hij haalde tien jaar lang zijn baasje van de trein.Historicus Jan Bondeson ontdekte gaten in het honden-sprookje.Er waren volgens hem twee honden en ze bleven niet uit trouw opde begraafplaats bij het graf zitten, maar omdat hun voederbakdaar gevuld werd. Hoe dan ook, het verhaal blijft mooi en nietuniek. Zo is het praalgraf van Willem van Oranje, Unesco-monu-

Trouw tot in het grafment in de Nieuwe Kerk in Delft, niet alleen symbolisch voor ‘roemdie de dood overwint’. Ook hier hondentrouw. Het lijkt of het mar-meren beeld slaapt, klaar om ooit op te staan. Aan het voeten-einde van het baas slaapt in marmer zijn hond. De legende wil datWillems’ hond overleed van verdriet na het overlijden van de baas.Omgekeerd kunnen baasjes ook hulde brengen aan hun trouwehonden. Zo kreeg ‘Die treue Senta’ van Keizer Willem Twee van Hohenzollern een eigen grafsteen in het gazon van Huis Doornwaartoe de Duitse keizer verbannen was. De hond ‘begleitete seineMajestät den Kaiser im Welt Kriege 1914-1918’. Dat kunnen nietveel honden Senta nazeggen. Kregen Senta en Bobby eenvoudigestenen, op landgoed Het Nijenhuis in Heino staat een grote obelisk, opgericht 30 juli 1986, gewijd aan Jeroen de Briard, waker.

TERRIER BOBBY OBELISK JEROEN DE BRIARD

HACHIKO, TOKYO 1932 GRAF SENTA, HUIS DOORN

GRAF WILLEM VAN ORANJE

Page 17: Ritueel Landschap Reis Katern

SluipwegFort Vijfhuizen maakt deel uit van de Stelling van Amsterdam,een stelsel van forten en dijken in een wijde ring rondom dehoofdstad. De Stelling is gebouwd rond de wisseling van de 19e

naar de 20e eeuw. Wanneer een vijandelijk leger de hoofdstadwilde innemen, kon het gebied rondom de Stelling van Amsterdamgeheel onder water worden gezet, terwijl ruim 40 forten alle toe-gangswegen over dijken onder controle konden houden. Fort Vijfhuizen was bedoeld ter ’afsluiting en verdediging van hetacces, gevormd door de ringvaart van de Haarlemmermeerpoldermet de daarlangs loopende ringdijk en kade, den Spieringweg en langs de Westrand van de Haarlemmermeerpolder droog blijvende strook.’

HANS VAN HOUWELINGEN

waarlangs de dood heeft weten te ontsnappenWie het fort bezoekt raakt in eerste instantie onder de indruk van de brute massiviteit van het betonnen bolwerk. Alles doetvermoeden dat zich hier een geschiedenis van zware oorlogs-handeling en talloze gesneuvelden heeft afgespeeld. Niets is echter minder waar; bij geen van de forten behorende tot de Stelling vond er ooit enige slag plaats. Er kwam geen enkele vijand en er vloeide geen druppel bloed. Door de opkomst van deluchtvaart bleek al tijdens de bouw dat het strategisch conceptverouderd was. De forten bleven hangen in een vacuüm van tijd,oorlogvoeren kreeg een andere vorm.De Stelling van Amsterdam bleef in ruste en werd in 1996 op deWerelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst. Fort Vijfhuizen werd

Page 18: Ritueel Landschap Reis Katern

een centrum voor hedendaagse kunst. Vond het bestaan van hetfort een eeuw geleden zijn grond in het beeld van een mogelijkevijand, nu is het kunst die het fort moet legitimeren en mee moettorsen door de tijd. Het 19e eeuwse, stoutmoedige fort en zijn romantische omgeving, waar op de geschutwal de soldaten nooitonder vuur lagen, confronteert de bezoeker op paradoxale wijzemet de dood. Het is duidelijk dat hier niemand sneuvelde en niemand ligt begraven. Juist het ontbreken van de dood door-dringt je hier van zijn bestaan. De dood drenkte het fort in zijnafwezigheid, wat even bijzonder als onwezenlijk is. De curieuzerol van de dood in deze setting vertoont een opmerkelijke parallelmet de wijze waarop het fort werd overvallen door zijn niet-bestaan.Nu het fort inmiddels gerecycled is voor hedendaagse beteke-nisgeving vraag ik me af hoe het thans gesteld is met de dood.

Een paar jaar geleden werd ik geconfronteerd met de efficiëntievan de dood. In korte tijd bezocht ik het verzorgingstehuis datmijn moeder snel en effectief verwerkte en kreeg ik te maken metde Nederlandse dodeneconomie die slechts tijdelijk gebruik vaneen graf voor tien of twintig jaar toestaat en onherroepelijk de eeuwige rust beëindigt als de huur niet opnieuw wordt opgebracht. De dood, dat eeuwige mysterie, die onuitputtelijke inspiratiebron van leven en kunst, is evenzeer een nietsontziendmarktproduct. Dood zijn is duur. Het is daarom meestal snel

afgelopen met de dood. Het rust zacht dat in veel grafstenenstaat gekerfd, is betrekkelijk. Ruhezeit Abgelaufen staat er op eenbordje bij een graf wat aangeeft dat de grafhuur is beëindigd ende dode moet vertrekken. De mededeling klinkt zelfs blijmoedig,alsof hij na zijn schafttijd zijn koffers pakken moet en gewoonweer aan de slag kan. De tekst op het bordje kenschetst de para-doxale omstandigheid waarin de dood verkeert. Er komt blijkbaareen moment om ook van de dood afscheid te nemen. Geen doodis zeker. Wat betekent het moment waarop de dood ophoudt tebestaan? In het licht van die gedachten begon ik een sluipwegaan te leggen waarlangs de dood zou kunnen ontsnappen.

Op de oude geschutwal rondom het 19e eeuwse Kunstfort bij Vijfhuizen ligt nu een pad van honderden grafstenen, afkomstigvan geruimde graven - grafstenen gaan langer mee dan de dood.Nabestaanden hebben deze grafstenen hiervoor ter beschikkinggesteld. Zij overhandigden een persoonlijk monument om het terecyclen tot één groot kunstwerk dat de aandacht vestigt op dedood, als ook op zijn afwezigheid. Talloze particuliere geschiede-nissen zullen in de sluipweg verdwijnen om aaneengesmeed dedood een eigen gezicht te geven. Waar de begraafplaats ertoe isuitgerust private herdenking te rouleren, was het mijn doel dedood zelf de ruimte te geven. Sluipweg, waarlangs de dood heeftweten te ontsnappen werd in 2009 in gebruik genomen.

Page 19: Ritueel Landschap Reis Katern

Maak uw eigen Ritueel LandschapUitgever en makers van het boek Ritueel Landschap geven u graag de unieke mogelijkheideen verbijzonderde, persoonlijke versie te maken van de reguliere editie. Daartoe zijn er devolgende mogelijkheden:

Speciale editie met eigen katern en eigen omslagIn het bestaande boek Ritueel Landschap kan een geheel eigen katern worden opgenomenmet reportages over uw bedrijf/firma/instelling. Passende aansluiting bij de aard en sfeervan het boek is de enige voorwaarde. Welke sfeer dat is kunnen we u tonen via een voorlopige lijst van onderwerpen die we u na aanvraag via wetransfer op pdf toezenden.

Makers, schrijvers en vormgevers maken met genoegen tijd vrij om het extra, eigen katernnaar uw wensen in te vullen. Daarbij is te denken aan een bedrijfsprofiel in de vorm van reportages, interviews met managers, uitvoerders en clienten. Verder kunnen artikelen gemaakt worden over geschiedenis, producten, manier van werken of visie op het vak. De nodige fotografie kan binnen het redactiekader plaatsvinden.

Boven een bepaalde afname is het mogelijk door de vormgevers van RL een aangepast eigen omslag te laten produceren. Ook daar moet de variant passen bij de bestaande inhoud. Al naar gelang de wensen en de oplage doen we u voor dit eigen katern en omslag graag een scherp prijsvoorstel. Meer informatie over deze unieke kans via xx.

Eigen pagina’s in de reguliere uitgaveStel u bent uitvaartvereniging en hebt een nieuwe begraafplaats in uw beheer met specifieke unieke mogelijkheden. Of een nieuw soort urn, een website voor rouwenden, er zijn vele opties mogelijk. In het boek Ritueel Landschap kunt u een aantal pagina’s reserveren om daar uw boodschap te plaatsen temidden van artikelen uit hetzelfde Umfeld.De redactie interviewt u of bewerkt uw copy, plaatst uw foto’s of fotografeert zelf zonodig.We maken graag een afspraak om de mogelijkheden te verhelderen.

Een extra stofomslag om de reguliere uitgaveDe handelseditie van Ritueel Landschap is een ideaal cadeau om te geven aan relaties envrienden. Bij een bepaalde afname is het mogelijk een extra stofomslag (is van papier, wanttegen het stof) te maken met een aangepaste extra cover voor en eigen flaptekst achterop.Daarop kan een speciale gerichte boodschap meegegeven worden aan de ontvanger.