rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo...

21

Transcript of rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo...

Page 1: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier
Page 2: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

rijksuniversiteit gent

DE HYDROGEOLÖGISCHE

GESTELDHEID IN DE OMGEVING

VAN DE STORTPLAATS VAN DE

STAD GENT TE ZWIJNAARDE-GENT

(VERKEERSWISSELAAR El7-E40)

STAD I GENT Afvalverwerkingsbedrijf

Leiding : Prof. Dr. W. DE BREUCK

Studie en verslag : Lic. M. MAHAUDEN Lic. Ph. VAN BURM

Onderzoek nr. : TGO 87/91

Daturn : november 1987

laboratorium voor toegepaste geologie en hydrogeologie

geologisch instituut S 8 krijgslaan 281 B-9000 gent

telefoon 091-22.57.15

Page 3: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

1. INLEIDING

In het bestek van een vergunningsaanvraag voor de verwijdering van

afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo­

logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo­

logisch dossier samen te stellen overeenkomstig artikel 2, §2, 1 o en 2°

van het Besluit van de Vlaamse Executieve van 21 april 1982.

2. LIGGING EN ONTSTAAN VAN DE STORTPLAATS

De stortplaats is gelegen te Gent (Zwijnaarde) tussen de Ringvaart,

het Kanaal van Zwijnaarde en de verkeerswisselaar E40-E17 (fig. 1).

Het terrein waarop gestort wordt was aanvankei ijk een zandgroeve

die ten tijde van de aanleg van de E3-autosnelweg was uitgebaat. Het

zand werd er met een .zandzuiger gewonnen tot op een diepte van ca. 8 tot

10 m. Deze zandgroeve werd later (1967) gedeeltelijk opgevuld met klei

afkomstig van de werken bij de aanleg van de sluizen te Merelbeke.

Sedert 1970 stort men reststoffen van de compostering en later

(1979) ook sintels en vliegas van de verbrandingsovens (huisvuil, com­

postreststoffen, grofvui I) in deze put. Sinds september 1986 is een in­

stallatie in gebruik genomen waarbij de vliegas wordt afgescheiden; deze

wordt afgevoerd naar een klasse I stort in West-Vlaanderen.

3. KENMERKEN VAN DE BODEM EN DE ONDERGROND

3.1. Bodem

Volgens de bodemkaart 55W-GENT op schaal 1:20.000 (C. SYS & H. VAN­

DENHOUDT, 1963) was de bodem ter hoogte van en in de omgeving van de

stortplaats opgebouwd uit (fig. 2) :

- alluviale klei- tot zware kleigronden (textuurklasse E en U).

Ter plaatse van de stortplaats is echter deze toestand volledig ge­

wijzigd (zie 2).

Page 4: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

/

A

/

LEGENDE Arh boring met opmeting van de grond­~ waterstand en met plaatsing van

een peilbuis

~ boring met opmeting van de grond­waterstand en moesteronderzoek in het laboratoriun

~ diepsondering met opname van de konusweerstand en de zijdelingse . wrijvingsweerstand

0 50 100 200 m o••.o•K3 .... c===~ .. -

Fig. 1 - Ligging van het stort, de litologische doorsnede en de boringen uitgevoerd door het L TG. De proeven gebruikt voor de opstelling van deze doorsnede zijn aangegeven. (R = Rijksinstituut voor Grondmechanica ; B = Belgische Geologische Dienst ; G = RUG Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie - Geologisch Instituut).

Page 5: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

11 I I f1 Sdc

Pdc

Ldp

Lfp

Edp

Eep

Efp

Uep

OB

ON

- 3 -

·N . ~ '$ • • . -: {

~_fp • 0 • I

0 100 200 300 m

LEGENDE

Stort

Matig natte lem ig-zandgronden met verbrokkelde textuur B horizont.

Matig natte licht-zandleemgronden met verbrokkelde textuur B horizont.

Matig gleyige gronden op zandleem.

Zeer sterk gleyige gronden op zandleem met reduktie­horizont.

Matig gleyige gronden op klei.

Sterk gleyige gronden op klei met reduktiehorizont.

Zeer sterk gleyige gronden op klei met reduktiehorizont.

Sterk gleyige gronden op zware klei met reduktiehorizont.

Bebouwde zone.

Opgehoogde terreinen.

Fig. 2 - Uittreksel van de bodemkaart 55W - GENT.

Page 6: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 4 -

3.2. Ondergrond

3.2. 1. Algemeen

De bouw van de ondergrond wordt ge'ï"llustreerd aan de hand van een

westzuidwest-oostnoordoost verlopende litologische doorsnede doorheen de

stortplaats (fig. 3).

De ligging van deze doorsnede alsmede de boringen en sonderingen

welke bij het opstellen ervan werden gebruikt zijn aangegeven op fig. 1.

Gegevens over de samensteil ing van de gronden zijn vooral geput uit

de Grondmechanische Kaart 22.1.8 Gent-Zwijnaarde (E. DE BEER et al.,

1986) en studies betreffende de Fabelta-stortplaats te Zwijnaarde (W. DE

BREUCK et al., 1986).

De gronden die voorkomen tot op een diepte van ca. 35 m worden in

de volgende paragrafen besproken.

3.2.2. De slecht doorlatende alluviale kleilaag (KDL)

De slecht doorlatende alluviale kleilaag (KDL) is van kwartaire

holocene ouderdom. Ze bestaat uit klei tot zware klei en leem.

De verbreiding van deze laag kan worden afgeleid uit fig. 2. Ter

hoogte van de stortplaats komen deze afzettingen niet meer voor (zie 2);

in de omgeving ervan is deze laag meestal bedekt door aangevulde gronden

waarvan de dikte begrepen is tussen 0 en 2 m (uitgezonderd aan de E40 en

E17). De dikte van deze alluviale klei laag schommelt tussen 0 en 2 m.

Page 7: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

peil (m TAWl

~WSW verkeerswisselaar E 40- E 17

R 1390/5 OS II

I

r--, I I I I I

R 1390/1 DSI i I I

I I I I I

ï1 I I I I I I I I I I I l I I I I I I

+10 -------------,r---~------~-+------

0

-5

-15

5

0

-20

-25

10 15

4 6

I +8,39

0

5

2

20 25

& 10

KOL + aanvulling

10 15

4 6

KZ .,..

IJ )

> '>

(

20 &

~

25

10

so

20

0 50 100 200 m c•~•C3•~ .... .c====~ .....

,.."-

KL

STORT

R 9037/86 -100 OS XXII

I +12,29

stort­materiool

~

50 Ost !kNI

20 qc (MN/m2) 0

25

75 Ost lkNI -------. 30 qc (MN/m2)

Yd kleilg

Ringvoort

T

50

20

B 790 (IX)

·· : ..

:·A.: .. · . .

ENE~

I I

B 789 (IX)

75 Ost I~N1 I

30 q, (l'tl/m2)

Yd zandig

Yd kleiig

Yc

D Q w 0 . . ~ ~ rn r1'l ~ f'7:H ~

~ ffiJ r::f7-l ~

rn rPI Ln r::JJ L:J.I

~

~ ~ rn ~ [] (I) (2)

EJB 88 EJEJ 0c:J GJ ~ E3 liiiil1

- 5 -

fijn tot zeer fijn zand

middelmatig zand

grof tot zeer grof zand

leem

leem met weinig (zeer) fijn zand

leem met veel (zeer) fijn zand tot leemhoudend (zeer) fijn zand

leemhoudend (zeer) fijn zand

weini g leemhoudend (zeer) fijn zand

klei

klei met weinig (zeer) fijn zand

zandhoudende klei

zandhoudende klei tot kleihoudend (zeer) fijn zand

kleihoudend (zeer) fijn zand

weinig kleihoudend (zeer) fijn zand

leemhoudende klei

veen

veen met weinig bijmenging (klei, leem of zand)

sterk veenhoudend tot veen met veel bijmenging (klei, leem of zand)

veenhoudend, humushoudend

weinig veenhoudend, weinig humushoudend

sterk grinthoudend tot grint

grinthoudend

schelpen ( 1), kelen (2) weinig grinthoudend

zeer weinig grinthoudend

baksteenfragmenten of ander puin zandlensjes

(glaukonlet) zandsteenfragmenten glaukoniethoudend

(glaukoniet) zandsteenbank gelaagd

verharde laag geen monster

(I) (2) (3)

El BEl veel tot zeer veel leem-( I), klei-(2), veenbrokken (3)

met meerdere leem-(1), kiei-(2), veenbrokken (3)

weinig leem-(1), klei-(2), veenbrokken (3)

Fig. 3 - Litologische doorsnede.

Page 8: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 6 -

3.2.3. De doorlatende zandlaag van het Kwartair (KZ)

De doorlatende zandlaag (KZ) is van pleistocene en holocene ouder­

dom. Ze bestaat overwegend uit fijn zand waarin soms leemhoudende zones

kunnen voorkomen.

De dikte van deze laag wisselt van 7 tot 10 m, het peil van de

onderkant van deze laag I igt tussen ca. -2 en + 1.

Onder de stortplaats is deze KZ laag nagenoeg volledig uitgebaat

voor zandwinning en vervangen door klei (kleilaag uit het leperiaan-Yd)

en stortmateriaal (fig. 3). Ter plaatse van de sondering R 9037/86/100

DSXXII, uitgevoerd op het stort, is deze aangevoerde klei laag 3,3 m dik.

De horizontale doorlatendheid van deze kwartaire zandlaag bepaald

door het L.T.G. uit pompproeven op ca. 500 m ten zuidzuidoosten van de

stortplaats bedraagt 2 tot 5 m.d-1 (W. DE BREUCK et al., 1986).

3.2.4. De slecht doorlatende leemlaag van het Kwartair (KL)

Onder KZ komt een leemlaag voor van pleistocene ouderdom. Deze

leemlaag bevat onderaan enkele zandlenzen.

De dikte van deze laag bedraagt ter hoogte van sondering

R 9037/86/100 DSXXII 6,5 m (in de onderste 2,5 m komen zandlenzen voor).

De dikte van KL hangt samen met het verloop van de basis van het Kwar­

tair (fig. 4); ze neemt af waar de basis hoger voorkomt. Het is niet

uitgesloten dat in de omgeving van de stortplaats onder deze leemlaag

nog een kwartaire zandlaag voorkomt.

Page 9: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

Fig. 4 - Lijnen van gelijk peil van de basis van het Kwartair naar W. De Breuck et al. 1986.

Page 10: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 8 -

3.2.5. Het slecht doorlatende leper i aan (Y d) komplex

De Yd afzettingen bestaan uit een afwisseling van donkergroene en

grijze zandige en kleï"i'ge lagen. De klei'i'ge lagen zijn meestal niet ho­

mogeen; het betreft kleilaagjes met tussenin zandlamellen. Het zand is

zeer fijn tot fijn en glaukoniethoudend.

De dikte van dit komplex wisselt van ca. 11 tot 19 m doordat de

basis van de kwartaire sedimenten (erosievlak) sterk hellend is (zie

3.2.3).

In detail bestaat dit kamplex uit een afwisseling van doorlatende

en slecht doorlatende lagen; als een geheel beschouwd betreft het een

slecht doorlatend geheel.

De horizontale doorlatendheid van de onderste zandige laag werd

bepaald door het L.T.G. uit pompproeven op ca. 500 m ten zuidzuidoosten

van de stortplaats. Ze bedraagt 1,17 m.d-1 (DE BREUCK et al., 1986).

3.2.6. De zeer slecht doorlatende leperiaan klei (Yc)

De zeer slecht doorlatende leperiaan klei (Klei van Vlaanderen)

bestaat uit blauwgrijze tot grijze stijve klei tot leemhoudende klei

waarin plaatselijk lenzen kleihoudend fijn tot zeer fijn zand kunnen

voorkomen.

Deze kleilaag is in het Gentse ca. 115 m dik. De top van dit zeer

slecht doorlatend pakket is gelegen tussen -16 en -18.

Deze dikke kleilaag kan t.a.v. het gestelde probleem als nagenoeg

ondoorlatend beschouwd worden.

Page 11: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 9 -

4. GRONDWATERHUISHOUDING

4. 1. Algemeen

Rondom de stortplaats bevinden zich 26 peilbuizen (fig. 5); 25

hiervan zitten in de KZ laag op twee verschi I lende niveau's :

- 13 pei I buizen geven de stijghoogte rond het pei I +2,3 tot +3,6

- 12 pei I buizen geven de stijghoogte rond het pei I +4,2 tot +5,4.

Een peilbuis geeft de stijghoogte rond het peil -10 in het Yd zand

onder KL.

Op 24.11 en 07.12.1987 werd het waterpeil in alle peilbuizen opge­

meten. Ter informatie is het waterpei I, gemeten in het gat van de diep­

sondering 9037/86/100 DSXXII, gelegen in het stort, aangegeven. Alle

peilmetingen zijn verzameld in tabel 1.

4.2. Stijghoogtekonfiguratie

4.2.1. Stijghoogtekonfiguratie in KZ

De stijghoogtekonfiguratie in KZ o.a. wordt bepaald :

1° door het peil in de Ringvaart en het Kanaal van Zwijnaarde. Dit kan

als een vaste stijghoogte worden beschouwd waarbij het normaal peil

+5,61 bedraagt

2° door de topografie. Er is een invloed van de opgehoogde stortplaats

en ook in mindere mate van de ophogingen voor de aanleg van de ver­

keerswisselaar.

3° door de mogelijkheid tot infiltratie.

Uit de waarnemingen op het peil ca. +2,3 tot +3,6 blijkt een grond­

waterstroming ·te bestaan naar de Ringvaart en naar het Kanaal van Zwij­

naarde toe enerzijds (vaste stijghoogte +5,61) en naar het talud van de

afrit E40-E17 (richting Antwerpen) anderzijds.

Page 12: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

Fig. 5 - Ligging van de peilputten rondom het stort (nummering L TG).

0 50 100 m ---

LEGENDE

• 0 --1·

lokalisatie van 2 peilputten in KZ op de peilen ca. +5 en ca. +3

lokalisatie van 1 peilput in KZ op het peil ca. +3

lokalisatie van 1 peilput in Yd op het peil ca. -10

0

Page 13: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

0 50 100 m ---

+ 5,832

Fig. 6 - Stijghoogte in KZ op het peil ca. +2,3 tot +3,6 op 07/12/1987. Ter informatie in het waterpeil in het gat van OS XXII, gemeten op 26/06/1986 aangegeven.

-

Page 14: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 12 -

Tabel 1 - Grondwaterstandsmetingen in de peilbuizen rondom het stort. De waarneming in het sondeergat is vermeld

Nummer Diepte in m Referentiemeetpunt Waterpeil in m TAW LTG t.o.v. ref. pt.- z in m TAW Omschrijving 24.11.87 07.12.87

1 5,80 +8,458 top casing +5,998 +5,812 3,88 +8,458 top casing +6,032 +5,818

2 5,58 +8, 191 top filterbuis +6,044 +5,878 3,83 +8, 163 top filterbui~ +6,205 +5,913

3 5,73 +8,961 top casing +6,001 +5,866 4,16 +8,961 top casing +6,033 +5,874

4 5,81 +8,638 top casing +6,223 +5,950 4,06 +8,658 top casing +6,220 +5,970

5 5, 70 +8,811 top casing +6,546 +6,311 3,90 +8,811 top casing + 7,036 +6, 779

6 6,00 +8,499 top casing +5,919 +5,604 4,25 +8,499 top casing +5,924 +5,614

7 5, 70 +9, 127 top casing +6,035 +5,832 4,25 +9, 127 top casing +6,222 +5,863

8 5,79 +8,846 top casing +5,982 +5,833 3,97 +8,846 top casing +6,422 +5,952

9 5, 78 +8, 748 top casing +5,977 +5,853 3,96 +8, 748 top casing +6,043 +5,876

10 5,94 +8,820 top casing +5,868 +5, 734 4,24 +8,820 top casing +5,863 +5, 742

11 5,82 +9, 120 top casing +6,473 +6,366 3,88 +9, 120 top casing + 7,941 + 7,930

12 5,57 +9, 139 top filterbuis +6,471 +6,345 3,85 +9,277 top filterbuis +7,319 +7,292

13 filter van +8, 721 top filterbuis - +6, 296 16,95-18,95 ca.-8,5--10,5

14 filter van +8,515 top filterbuis - +6, 148 4,0-5,0

ca. +4,3-+3,3

26.06.86 OS XXII +9,34

Page 15: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 13 -

Uit vergelijking van de waarnemingen in de diepe (ca. +3,3 tot

+3,6) en de ondiepe pei I putten (ca. +5,2 tot +5,4) ter plaatse van de

putlokaties 11 en 12, blijkt aldaar een sterke neerwaartse gradiënt te

bestaan die wijst op een infi ltratiezone.

De juiste stijghoogtekonfiguratie achterhalen en dus de juiste

grondwaterstroming bepalen kan slechts gebeuren door een detailonder­

zoek.

In fig. 6 en fig. 7 zijn respektievelijk de stijghoogten gemeten in

de verschillende peilbuizen op het peil +2,3 tot +3,6 en op het peil

+4,2 tot 5,4 op 17. 12.1987 weergegeven. Het aanta I gegevens is te be­

perkt om een kaart met lijnen van gelijke stijghoogte te tekenen.

4.2.2. Stijghoogtekonfiguratie in Yd

In de zanden van het leperiaan Yd (eerste zandlaag die wordt aan­

getroffen onder het Kwartair) is één pei I buis beschikbaar. De stijghoog­

te is er 0,05 m lager dan in de KZ-Iaag. Uit deze waarneming blijkt een

kleine vertikaal neerwaartse gradiënt te bestaan waardoor water vanuit

de KZ-Iaag naar de Yd-zanden kan stromen.

5. BESLUIT

In de omgeving van de stortplaats te Gent-Zwijnaarde bestaat de

bodem vooral uit alluviale klei tot zware kleigronden. Deze slecht

doorlatende kleigronden en onderliggende leem vormen samen KDL. Onder

KDL komt een goed doorlatende zandlaag (KZ) voor die rust op een slecht

Page 16: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

• •

+ 7.292

+ 5.863

0 50 100 m -- ..

Fig. 7 - Stijghoogte in KZ op het peil ca. +4,2 tot +5,4 op 07/12/1987. Ter informatie in het waterpeil in het gat van DS XXII, gemeten op 26/06/1986 aangzgeven.

Page 17: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 15 -

doorlatende leemlaag (KL). De respektievelijke dikten van deze lagen

bedragen :

- KDL : 0-2 m

- KZ 7-10 m

- KL 6,5 m ter hoogte van sondering R 9037/86/100 DSXXII

Het onderliggende tertiaire substraat bestaat uit subhorizontale

lagen van het leperiaan Yd. Het betreft een afwisseling van doorlatende

zandlagen en slecht doorlatende kleilagen; de totale dikte van deze Yd

afzettingen bedraagt 11 tot 19 m. Onder het Yd komt de ca. 115 m dikke

zeer slecht doorlatende Yc klei voor.

Uit de waarnemingen op 24.11. en 07.12.1987 blijkt dat vanuit het

stort een min of meer radiale stroming plaatsgrijpt naar de Ringvaart en

Kanaal van Zwijnaarde enerzijds en naar het talud afrit E4 naar E17

richting Antwerpen anderzijds. Aan de voet van dit talud zou een belang­

rijke infi I tratiezone voorkomen.

De stijghoogte in de Yd-zanden blijkt iets lager te zijn dan in KZ

(0,04 m-waarneming in putten 12 en 13) waardoor een kleine neerwaarts

gerichte gradiënt bestaat.

De juiste stijghoogtekonfiguratie onderkennen vergt een gedetail­

leerd onderzoek waarvoor meer peilputten op verschillende plaatsen en

niveaus nodig zijn.

Page 18: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 16 -

REFERENTIES

DE BREUCK, W., BOLLE, 1., DE CEUKELAIRE, M., VAN BURM, Ph. (1986).

Hydrageologische deelstudie van het saneringsonderzoek van de

Fabelta-stortplaats met industrieel afval ("Biack Point") te

Zwijnaarde. Inventarisatie Gegevens. 50 p. Laboratorium voor

Toegepaste Geologie en Hydrogeologie.

DE BREUCK, W., BOLLE, 1., MAHAUDEN, M. (1986).

Hydrageologische deelstudie van het saneringsonderzoek van de

Fabelta-stortplaats met industrieel afval ("Biack Point") te

Zwijnaarde. Hydrageologische Karakterisatie. 26 p. Laboratorium

voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie.

DE BEER, E., DE BREUCK, W., VAN IMPE, W., VAN BURM, Ph., BOLLE, I.

(1986 - in druk).

Grondmechanische Kaart 22.1.8 Gent-Zwijnaarde.

SYS, C., VANDENHOUDT, H. (1963).

Bodemkaart GENT 55W. 95 p. Uitgegeven onder de auspiciën van het

Instituut tot aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in

Nijverheid en Landbouw (I.W.O.N.L.).

DE BREUCK, W., LEBBE, L., BOLLE, 1., MAHAUDEN, M., VAN BURM, Ph., VAN

CAMP, M. (1986).

Hydrageologische deelstudie van het saneringsonderzoek van de

Fabelta-stortplaats met industrieel afval ("Biack Point") te

Zwijnaarde. Hydrageologische Modelstudie. 32 p. Laboratorium

voor Toegepaste Geologie en Hydrogeologie.

Page 19: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

BIJLAGEN

Boorstaten van 2 boringen uitgevoerd

dom~ het Laboratorium voor Toegepaste Geologie

en Hydrogeologie

(hun ligging is aangegeven op fig. 1)

Page 20: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 17 -

rijksuniversiteit gent

laboratorium voor toegepaste n ç-;:1~ geologie en hydrogeologie ~ U ~

onderzoek

TGO 87/91

boring nr. : 1

( = peilput 13)

Prof. Dr. W. De Breuck J-----··-------- - ·-------L----- ---:----L----------~ onderzoek STORTPLAATS STAD GENT (ZWIJNAARDE)

Verkeerswisselaar E40-E17

datum

boorwijze

: 02.12.1987 lambert kooÖrdinaten :

: handgespoeld x = 105 112 y = 189 298

filterdiepte(n) : 16,95 - 18,95 (m- maaiveld) hoogte maaiveld :

nr.

z = +8,50 (m TAW)

aard van de grondmonsters

geelbruin humeus fijn zand

bruingrijs leemhoudend zand tot zandhoudende leem

grijze tot groengrijze zandhoudende leem

lichtgrijs fijn zand

bruin fijn zand met zwarte glimmers en enkele schelpbrokjes

grijs fijn tot zeer fijn zand weinig glaukoniethoudend

grijs fijn zand met zwarte glimmers en schelpbrokjes

grijs leemhoudend zand

grijs fijn zand met zwarte glimmers en schelpbrokjes en enkele dunne leemlensjes

srijze leem

grijs fijn zand

grijze leem

grijs fijn zand

grijze leem

grijs fijn zand

grijze leem

groen tot grijsgroen fijn zand, met zwarte glimmers, glaukoniethoudend en met schelpbrokjes, met enkele zeer dunne kleilaagjes. Het zand is

diepte (m) van tot

0,0 0,5

0,5 1,6

1,6 2,0

2,0 3,5

3,5 5,5

5,5 7,5

7,5 8,0

8,0 8,5

8,5 9,7

9,7 12,8

12,8 12,9

12,9 13,4

13,4 13,9

13,9 14,8

14,8 15,2

15,2 16,6

hard en moeilijk te boren (dichtgepakt zand. cfr. diepsonderingen) 16,6 19,2

einde boring 19,2

Geologische interpretatie

Kwartair van 0,0 tot 16,6 KOL van 0,0. tot 2,0 KZ van 2,0 tot 9, 7 KL van 9, 7 tot 16,6

Tertiair Yd van 16,6 tot 19,2

Page 21: rijksuniversiteit gent · afvalstoffen werd het Laboratorium voor Toegepaste Geologie en Hydrogeo logie door de Stad Gent, Afvalverwerkingsbedrijf, verzocht een hydrageo logisch dossier

- 18 -

rijksuniversiteit gent

laboratorium voor toegepaste n r;-::1 (;:::l geologie en hydrogeologie ~ U ~

onderzoek

TGO 87/91

boring nr. :- 2

(= peilput 14)

Prof. Dr. W. De Breuèk ,'------ ···---------·--------'----- ----.-·---L·--------~

onderzoek STORTPLAATS .STAD GENT (ZWIJNAARDE) Verkeerswisselaàr E40.;.E17

datum : 02.12.198 7 lambert kooÖrdinaten :

boorwijze : handgespoeld x = 105 170 y = 189 168

filterdiepte(n) · 4,0 - 5,0 (m- maaiveld) hoogte maaiveld :

nr.

z = +8,30

aard van de grondmonsters

geelbruin humushoudend zand

bruin leemhoudend zand tot zandhoudende leem

grijs tot groengrijs leemhoudend zand tot zandhoudende leem

bruingrijs fijn zand

einde boring 5,2

Geologische interpretatie

Kwartair van 0,0 tot 5,2 KDL van 0,0 tot 2,5 KZ van 2,5 tot 5,2

(m TAW)

diepte (m) van tot

0,0

0,5

1, 7

2,5

0,5

1, 7

2,5

5,2