Rienk … alcon;Jansenetal.,ditnummer).Been - breek(Nartheciumossifragum)komt...

7
246 | De Levende Natuur - jaargang 115 - nummer 6 Het Nationale Park De Hoge Veluwe is goeddeels een stuifzandlandschap met het Otterlose zand en Oud-Reemsterzand als kernen. Deze stuifzanden liggen in een reeks zogenaamde stuifzandcellen die buiten het Park in noordelijke richting doorloopt met het Harskampse zand, Kootwijkerzand en Stroese zand. Ze zijn ontstaan in de dekzandgordel die is afgezet op het ver- spoelde materiaal in de flank en aan de voet van de stuwwal van de Veluwe (Jong- mans et al., 2013). Binnen deze stuifzand- gebieden is het Park bijzonder in zijn ver- dere geomorfologie en bodemkundige ont- wikkeling (Jansen et al., 2013). Allereerst komen mineralogisch rijkere gronden voor, dankzij zowel de stuwwal van Oud Reemst die het Park doorsnijdt als de stuwwal van de Veluwe met een klein oppervlak in de noordoosthoek. Van grote betekenis voor vegetatie en flora is het Deelense Veld met vennen en natte heiden die zijn ontstaan dankzij de vorming van een compacte ijzerinspoelingslaag in het dunne pakket dekzand op verspoeld stuwwalmateriaal (Jansen et al., dit nummer). Tot slot heeft een lange continuïteit in beheer geleid tot een open landschap dat herinnert aan de periode Kröller-Müller in het begin van de 20ste eeuw. Door intensief beheer is de verdeling van vegetatietypen in het Park de afgelopen 25 jaar nauwelijks veranderd (Bijlsma & Griffioen, 2008). Door de Florawerkgroep van de Vereniging Vrienden van de Hoge Veluwe (VVHV) wordt het Park sinds de jaren 1970 geïn- ventariseerd (van Rijswijk, 1997). De werk- groep bestaat uit 18 leden die in de periode april-oktober elke dinsdagochtend in het Park inventariseren. Een deel van de tijd wordt besteed aan de inventarisatie van gebieden waar ingrijpend beheer is gepland, zoals plaggen of dunnen. Dergelijke uit voorgenomen beheer voortkomende inven- tarisaties vereisen soortkarteringen met GPS-nauwkeurigheid. Steeds vaker worden inventarisaties uitgevoerd waarbij niet km-hokken maar de grenzen van vegetatie- typen leidend zijn. Alle inventarisatiegege- vens zijn recent samengevat (van Dam, 2013). Dit maakt het mogelijk na te gaan in hoeverre vindplaatsen van kwaliteitssoorten van Natura 2000-habitattypen en het optreden van hotspots van vaatplanten samengaan met de vegetatiekundig gedefi- nieerde habitattypen: is de Europese maat- lat afdoende voor het beschrijven van karakteristieke natuurwaarde? Europese en nationale natuurwaarde Het netwerk van gebieden voor de Europese Habitatrichtlijn en de eerder opgestelde Vogelrichtlijn wordt samen aangeduid als Natura 2000 (Janssen & Schaminée, 2003). De Habitatrichtlijn voorziet in gebieden voor de bescherming van habitat- typen en soorten waarvoor Europa een bij- zondere verantwoordelijkheid draagt. Habitattypen zijn vegetatiekundig gedefini- eerd maar de staat van instandhouding ervan wordt mede beoordeeld op grond van de aanwezigheid van (habitat)typische soorten die voor elk type nationaal zijn vastgesteld en vervolgens vastgelegd bij de Europese Commissie. De kwaliteit van een habitattype wordt dus mede bepaald door de staat van instandhouding van zijn typische soorten. Het Park is onderdeel van het Natura 2000-gebied Veluwe dat is aangewezen voor 17 habitattypen en diverse soorten. Bijna 40% van de totale oppervlakte van het Park kwalificeert voor 11 typen van de Europese Habitatrichtlijn; van de zoge- naamde typische soorten vaatplanten van deze habitats zijn 28 van de 38 aanwezig (tabel 1). Deze kwaliteit wordt versterkt, doordat de habitattypen voorkomen in intacte landschappelijk-bodemkundige gradiënten en hierbinnen in mozaïeken (Jansen et al., 2013). Zo is het voorkomen van heideveentjes op het Deelense Veld afhankelijk van lokaal grondwater uit lage landduinen waarop stuifzandheide kan voorkomen. Hier zijn ook alle stadia in het ontstaan van zure vennen te vinden. De voor de Veluwe belangrijke oppervlakten De natuurwaarde van flora en vegetatie van het Nationale Park De Hoge Veluwe Rienk-Jan Bijlsma, Jan Bokdam, Douwe van Dam & Niko Visser HCode Naam H2310 Stuifzandheiden 335 6.3 4/4 H2330 Zandverstuivingen 985 18.5 3/3 H3160 Zure vennen 10 0.2 0/3 H4010A Vochtige heiden 46 0.9 3/3 H4030 Droge heiden 174 3.3 4/5 H5130 Jeneverbesstruwelen 10 0.2 0/0 H6230 Heischrale graslanden 170 3.2 6/10 H7110B Heideveentjes 1 0.0 4/6 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0 0.0 3/3 H9120 Beuken-Eikenbossen 7 0.1 4/4 H9190 Oude eikenbossen 260 4.9 1/1 totaal 2000 37.5 28/38 Tabel 1. Oppervlakten van habitattypen (met code en naam) in Het Nationale Park De Hoge Veluwe (naar Bijlsma & Griffioen, 2008; totale beschouwde oppervlakte 5333 ha) en het aantal in Het Park aanwezige typische soorten vaatplanten ten opzichte van het totaal aantal typische soorten vaatplanten. Opm. De vier typische soorten vaatplanten van stuifzandheiden gelden ook als typische soorten voor droge heiden. Natura 2000 vormt de ruggengraat van de Nederlandse natuur. Bijna 40% van de totale oppervlakte van het Nationale Park De Hoge Veluwe wordt ingenomen door Natura 2000-habitattypen. De vraag is in hoeverre deze typen de natuurwaarde van flora en vegetatie afdoende vertegenwoordigen. Hierbij beschouwen we niet alleen bijzondere vegetatietypen die niet onder een habitattype vallen, maar analyseren we ook de verspreiding van (habitat)typische soorten die karakteristiek worden geacht voor habitattypen en een rol spelen bij de formele kwaliteitsbeoordeling. Opp. (ha) Opp. (%) Aantal typische soorten

Transcript of Rienk … alcon;Jansenetal.,ditnummer).Been - breek(Nartheciumossifragum)komt...

Page 1: Rienk … alcon;Jansenetal.,ditnummer).Been - breek(Nartheciumossifragum)komt massaalvoorlangsenkelevandeVeluwe afkomstigeerosiegeulen.Heideveentjes ... V er nig va dD H oluw. Ja ns

246 | De Levende Natuur - jaargang 115 - nummer 6

Het Nationale Park De Hoge Veluwe isgoeddeels een stuifzandlandschap met hetOtterlose zand en Oud-Reemsterzand alskernen. Deze stuifzanden liggen in eenreeks zogenaamde stuifzandcellen die buitenhet Park in noordelijke richting doorlooptmet het Harskampse zand, Kootwijkerzanden Stroese zand. Ze zijn ontstaan in dedekzandgordel die is afgezet op het ver-spoelde materiaal in de flank en aan devoet van de stuwwal van de Veluwe (Jong-mans et al., 2013). Binnen deze stuifzand-gebieden is het Park bijzonder in zijn ver-dere geomorfologie en bodemkundige ont-wikkeling (Jansen et al., 2013). Allereerstkomen mineralogisch rijkere gronden voor,dankzij zowel de stuwwal van Oud Reemstdie het Park doorsnijdt als de stuwwal vande Veluwe met een klein oppervlak in denoordoosthoek. Van grote betekenis voorvegetatie en flora is het Deelense Veld metvennen en natte heiden die zijn ontstaandankzij de vorming van een compacteijzerinspoelingslaag in het dunne pakketdekzand op verspoeld stuwwalmateriaal(Jansen et al., dit nummer). Tot slot heefteen lange continuïteit in beheer geleid toteen open landschap dat herinnert aan deperiode Kröller-Müller in het begin van de20ste eeuw. Door intensief beheer is deverdeling van vegetatietypen in het Park deafgelopen 25 jaar nauwelijks veranderd(Bijlsma & Griffioen, 2008).Door de Florawerkgroep van de VerenigingVrienden van de Hoge Veluwe (VVHV)wordt het Park sinds de jaren 1970 geïn-ventariseerd (van Rijswijk, 1997). De werk-groep bestaat uit 18 leden die in de periodeapril-oktober elke dinsdagochtend in hetPark inventariseren. Een deel van de tijdwordt besteed aan de inventarisatie vangebieden waar ingrijpend beheer is gepland,zoals plaggen of dunnen. Dergelijke uit

voorgenomen beheer voortkomende inven-tarisaties vereisen soortkarteringen metGPS-nauwkeurigheid. Steeds vaker wordeninventarisaties uitgevoerd waarbij nietkm-hokken maar de grenzen van vegetatie-typen leidend zijn. Alle inventarisatiegege-vens zijn recent samengevat (van Dam,2013). Dit maakt het mogelijk na te gaan inhoeverre vindplaatsen van kwaliteitssoortenvan Natura 2000-habitattypen en hetoptreden van hotspots van vaatplantensamengaan met de vegetatiekundig gedefi-nieerde habitattypen: is de Europese maat-lat afdoende voor het beschrijven vankarakteristieke natuurwaarde?

Europese en nationale natuurwaardeHet netwerk van gebieden voor de EuropeseHabitatrichtlijn en de eerder opgesteldeVogelrichtlijn wordt samen aangeduid alsNatura 2000 (Janssen & Schaminée,2003). De Habitatrichtlijn voorziet ingebieden voor de bescherming van habitat-

typen en soorten waarvoor Europa een bij-zondere verantwoordelijkheid draagt.Habitattypen zijn vegetatiekundig gedefini-eerd maar de staat van instandhoudingervan wordt mede beoordeeld op grondvan de aanwezigheid van (habitat)typischesoorten die voor elk type nationaal zijnvastgesteld en vervolgens vastgelegd bijde Europese Commissie. De kwaliteit vaneen habitattype wordt dus mede bepaalddoor de staat van instandhouding van zijntypische soorten.Het Park is onderdeel van het Natura2000-gebied Veluwe dat is aangewezenvoor 17 habitattypen en diverse soorten.Bijna 40% van de totale oppervlakte vanhet Park kwalificeert voor 11 typen van deEuropese Habitatrichtlijn; van de zoge-naamde typische soorten vaatplanten vandeze habitats zijn 28 van de 38 aanwezig(tabel 1). Deze kwaliteit wordt versterkt,doordat de habitattypen voorkomen inintacte landschappelijk-bodemkundigegradiënten en hierbinnen in mozaïeken(Jansen et al., 2013). Zo is het voorkomenvan heideveentjes op het Deelense Veldafhankelijk van lokaal grondwater uit lagelandduinen waarop stuifzandheide kanvoorkomen. Hier zijn ook alle stadia in hetontstaan van zure vennen te vinden. Devoor de Veluwe belangrijke oppervlakten

De natuurwaarde van floraen vegetatie van het Nationale

Park De Hoge Veluwe

Rienk-Jan Bijlsma, Jan Bokdam, Douwe van Dam & Niko Visser

HCode NaamH2310 Stuifzandheiden 335 6.3 4/4H2330 Zandverstuivingen 985 18.5 3/3H3160 Zure vennen 10 0.2 0/3H4010A Vochtige heiden 46 0.9 3/3H4030 Droge heiden 174 3.3 4/5H5130 Jeneverbesstruwelen 10 0.2 0/0H6230 Heischrale graslanden 170 3.2 6/10H7110B Heideveentjes 1 0.0 4/6H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 0 0.0 3/3H9120 Beuken-Eikenbossen 7 0.1 4/4H9190 Oude eikenbossen 260 4.9 1/1

totaal 2000 37.5 28/38

Tabel 1. Oppervlakten van habitattypen (met code en naam) in Het Nationale Park DeHoge Veluwe (naar Bijlsma & Griffioen, 2008; totale beschouwde oppervlakte 5333 ha) enhet aantal in Het Park aanwezige typische soorten vaatplanten ten opzichte van het totaal

aantal typische soorten vaatplanten. Opm. De vier typische soorten vaatplanten vanstuifzandheiden gelden ook als typische soorten voor droge heiden.

Natura 2000 vormt de ruggengraat van de Nederlandse natuur. Bijna 40% van de

totale oppervlakte van het Nationale Park De Hoge Veluwe wordt ingenomen door

Natura 2000-habitattypen. De vraag is in hoeverre deze typen de natuurwaarde van

flora en vegetatie afdoende vertegenwoordigen. Hierbij beschouwen we niet alleen

bijzondere vegetatietypen die niet onder een habitattype vallen, maar analyseren we

ook de verspreiding van (habitat)typische soorten die karakteristiek worden geacht

voor habitattypen en een rol spelen bij de formele kwaliteitsbeoordeling.

Opp.(ha)

Opp.(%)

Aantal

typische

soorten

Page 2: Rienk … alcon;Jansenetal.,ditnummer).Been - breek(Nartheciumossifragum)komt massaalvoorlangsenkelevandeVeluwe afkomstigeerosiegeulen.Heideveentjes ... V er nig va dD H oluw. Ja ns

Foto 2. Heidezegge (Carex ericetorum)(foto: Niko Visser).

Foto 3. Kleine schorseneren (Scorzonerahumilis) in een oude zwijnenkuil

(foto: Rienk-Jan Bijlsma).

De Levende Natuur - november 2014| 247

Oude eikenbossen liggen niet, zoals vaakhet geval is, temidden van stuifzandbebos-singen, maar nog steeds in gradiënten metstuifzandvegetaties en jeneverbesstruweelen deels ook met Beuken-Eikenbossen opmineralogisch rijker stuwwalmateriaal.De natuurwaarde van de vegetatie in hetPark is nader uitgewerkt aan de hand vanRode lijstsoorten en typische soorten vaat-planten. Vondsten met GPS-nauwkeurig-heid in de database van de Florawerkgroep(ca. 10.000 waarvan 90% vanaf 2000) zijnin ArcGIS gebufferd met een straal van 7,5 men vervolgens per soort samengevoegd toteen ‘leefgebied’. Vervolgens is vastgesteldwelk deel van het leefgebied per soortoverlapt met eenheden van de vegetatie-en habitatkaart.

DROGE HEIDE- EN STUIFZANDLANDSCHAP

Het landschap van zandverstuivingen enstuifzandheiden neemt veruit de grootsteoppervlakte in van alle natuurtypen (tabel 1)en is internationaal gezien van grote bete-kenis. Analyse van luchtfotoreeksen uit deperiode 1950 - 2006 van het Otterlosezand, Pampelse zand en het Deelense Veldheeft meer inzicht gegeven in de ontwikke-

lingswijze en -snelheid van stuifzandheideen de sturende rol van begrazing daarbij.De heide- en stuifzandfasen van stuifzand-heide worden door begrazing geaccentueerden door humusprofielontwikkeling binnende heidefase verder versterkt waardoor hetkarakteristieke mozaïekpatroon wordtgefixeerd (Nijssen & Riksen, 2011).Het Nationale Park De Hoge Veluwe is allange tijd bekend vanwege de hoge kwali-teit van droge heischrale graslanden, metgrote populaties van Heidezegge (Carexericetorum) en Kleine schorseneer (Scorzo-nera humilis) (foto 1, 2 en 3). Het priori-taire habitattype Heischrale graslanden(H6230) omvat ook vochtige varianten die

Foto 1. De heischrale graslanden met Heide-zegge (Carex ericetorum) in Het Nationale ParkDe Hoge Veluwe verheugen zich al lange tijd in

veel aandacht (foto: Rienk-Jan Bijlsma).

Page 3: Rienk … alcon;Jansenetal.,ditnummer).Been - breek(Nartheciumossifragum)komt massaalvoorlangsenkelevandeVeluwe afkomstigeerosiegeulen.Heideveentjes ... V er nig va dD H oluw. Ja ns

248 | De Levende Natuur - jaargang 115 - nummer 6

Fig. 1. De verspreiding van bijzondere vaatplanten van droogheischraal grasland in Het Nationale Park De Hoge Veluwe:Valkruid (Arnica montana), Gelobde maanvaren (Botrychiumlunaria), Heidezegge (Carex ericetorum), Kleine schorseneer

(Scorzonera humilis), Kleine tijm (Thymus serpyllum) en Honds-viooltje (Viola canina) (bron: database Florawerkgroep VVHV).

Relevant habitattype: H4030+H6230 (tabel 1).Basiskaart: geomorfologische kaart en topografische

kaart 1:10.000.

hier tot het natte heidelandschap wordengerekend. Uit figuur 1 blijkt dat de hotspotvan soorten van de droge variant is geas-socieerd met de stuwwal van Oud Reemst.Het type vormt hier mozaïeken met drogeheide en stuifzandheide. De bodem in ditgebied is verrijkt met puinresten van de inde Tweede Wereldoorlog aangelegde Flieger-horst Deelen (Spek et al., dit nummer).De soortenarmere vorm van droog hei-schraal grasland komt ook voor in het OudReemsterveld, op verlaten akkertjes enlangs wegen en paden. Droge heiden instrikte zin (H4030) hebben binnen Natura2000-gebied Veluwe de grootste opper-vlakte, maar komen in het Park alleen voorop de niet-overstoven delen van de stuw-wal van Oud Reemst.Slechts 40% van het leefgebied van de 13typische soorten van het droge heide- enstuifzandlandschap overlapt met de betref-fende habitattypen, beschouwd als éénbiotoop. Als ook de door Pijpenstrootje(Molinia caerulea) gedomineerde (formeelniet als habitattype kwalificerende) vegeta-ties worden meegenomen, is de overlap70%.

NATTE HEIDELANDSCHAPHet Deelense Veld vormt een belangrijkareaal vochtige heide en heideveentjes opde Veluwe. Hoewel diverse karakteristiekesoorten slechts weinig voorkomen, zoalsLavendelheide (Andromeda polifolia) enKleine veenbes (Vaccinium oxycoccos), isvochtige heide (H4010A) over grote opper-vlakte goed ontwikkeld in mozaïek metzure vennen (H3160), stuifzandheide endoor Pijpenstrootje gedomineerde delen(fig. 2). De grote populatie Klokjesgentiaan(Gentiana pneumonanthe) is belangrijk

Stuwwal

Smeltwaterafzettingen

Daluitspoelingswaaier

Droge dalen

Dekzandreliëf

Land- en stuifduinen

Bebouwing

Relevant habitattype

Page 4: Rienk … alcon;Jansenetal.,ditnummer).Been - breek(Nartheciumossifragum)komt massaalvoorlangsenkelevandeVeluwe afkomstigeerosiegeulen.Heideveentjes ... V er nig va dD H oluw. Ja ns

De Levende Natuur - november 2014| 249

Fig. 2. De verspreiding van bijzondere vaatplanten van vochtige heide enheideveentjes in Het Nationale Park De Hoge Veluwe: Lavendelheide(Andromeda polifolia), Gevlekte orchis (Dacthylorhiza maculata), Kleine enRonde zonnedauw (Drosera intermedia, D. rotundifolia), Eenarig wollegras(Eriophorum vaginatum), Klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe),Moeraswolfsklauw (Lycopodiella inundata), Beenbreek (Narthecium ossifra-gum), Liggende vleugeltjesbloem (Polygala serpyllifolia), Witte en Bruinesnavelbies (Rhynchospora alba, R. fusca) en Kleine veenbes (Vacciniumoxycoccos) (bron: database Florawerkgroep VVHV).Relevant habitattype: H3160+H4010A+H7110B+H7150 (tabel 1) inclusiefdoor Molinia (Pijpenstrootje) gedomineerde heidetypen.Basiskaart: geomorfologische kaart en topografische kaart 1:10.000.

Foto 4. Heideveentjes op het Deel-ense Veld liggen steevast naast lagelandduintjes die zorgen voor eengestage aanvoer van lokaal grond-water (foto: Rienk-Jan Bijlsma).

voor het Gentiaanblauwtje (Phengarisalcon; Jansen et al., dit nummer). Been-breek (Narthecium ossifragum) komtmassaal voor langs enkele van de Veluweafkomstige erosiegeulen. Heideveentjes(prioritair habitattype 7110B) met hoog-veensoorten zoals Witte snavelbies (Rhyn-chospora alba) en Hoogveenveenmos(Sphagnum magellanicum) zijn goed ont-wikkeld op zes plaatsen. De veentjes zijnafhankelijk van lokaal grondwater (foto 4).Deze grondwaterinvloed blijkt uit de aan-wezigheid van een ijzerbacterievlies ophet water en het plaatselijk voorkomenvan soorten van zwakgebufferde vennen,zoals Vlottende bies (Eleogiton fluitans) enDuizendknoopfonteinkruid (Potamogetonpolygonifolius).Voor het natte heidelandschap geldt 40%overlap met de verspreiding van de 16 typi-sche soorten (inclusief soorten van zwak-gebufferde vennen) met corresponderendehabitattypen en 85% als ook de doorPijpenstrootje gedomineerde vegetatiesworden betrokken. Deze percentageskomen overeen met die gevonden in hetdroge heide- en stuifzandlandschap.

DROGE LOOFBOSSENHet historisch areaal loofbos in het hui-dige Nationale Park was zeer gering (denOuden, dit nummer). Echter, het bos zoalsaanwezig in het begin van de 19de eeuw isnog steeds aanwezig en geldt daarom als‘oud bos’. Vanwege het voorkomen op

Stuwwal

Smeltwaterafzettingen

Daluitspoelingswaaier

Droge dalen

Dekzandreliëf

Land- en stuifduinen

Bebouwing

Relevant habitattype

Page 5: Rienk … alcon;Jansenetal.,ditnummer).Been - breek(Nartheciumossifragum)komt massaalvoorlangsenkelevandeVeluwe afkomstigeerosiegeulen.Heideveentjes ... V er nig va dD H oluw. Ja ns

250 | De Levende Natuur - jaargang 115 - nummer 6

voedselarme, sterk ingestoven groeiplaat-sen betreft het grotendeels habitattypeOude eikenbossen (H9190). Beuken-Eiken-bossen (habitattype H9120) komen in HetPark alleen voor op de stuwwal van deVeluwe bij Hoog Baarlo, met o.a. Winter-eik (Quercus petraea) en Ruige veldbies(Luzula pilosa). De verspreiding van zoge-naamde oudbossoorten bevestigt de rela-tie met habitattypen oud bos inclusief hetin de tweede helft van de 19de eeuw aan-gelegde Landgoed Hoenderloo (fig. 3; Speket al., dit nummer).Voor de bossen in het Park geldt slechts20% overlap in voorkomen van typischesoorten en habitattypen, een gevolg vande strikte definitie van de droge bostypen.Zo vallen met Grove den (Pinus sylvestris)doorplante strubbenbossen niet onder hethabitattype. Dergelijke niet-kwalificerendebossen hebben echter vaak een hogerenatuurwaarde dan de oorspronkelijk niet-doorplante eikenbossen, doordat hetstrubbenbos met een scherm van oudeGrove den luchtvochtig is en vroeg of laatdik dood dennenhout en wortelkluitenpositief bijdragen aan de structuur ensoortenrijkdom van het bos.

Regionale natuurwaarde

KWEL UIT LANDDUINENIets ten zuiden van Jachthuis Sint-Hubertusliggen de Schapenwei en de Veentjeswei:vochtige tot natte, schrale graslanden(vooral Veldrus-schraalland) met kleineplasjes. Hier treedt kwel op vanuit eengordel van landduinen in de oostrand vanhet Otterlose Zand (Jansen et al., 2013).Op de laagste plaatsen rijkt de kwel tot inde wortelzone. Hoewel niet kwalificerendals Natura 2000-habitat herbergt ditgebied meerdere landelijk schaarse vaat-planten die hier buiten het zwaartepuntvan hun areaal duurzaam voorkomen,waaronder Trilgraszegge (Carex brizoides),Grote boterbloem (Ranunculus lingua),Stippelvaren (Oreopteris limbosperma) enVeenreukgras (Hierochloë odorata). De laat-ste is eerder te verwachten in het laagveen-gebied dan op de Hoge Veluwe! De zonemet kwel valt samen met het verbreidings-patroon van een dertigtal soorten. Sinds2005 werden er 284 soorten vaatplantengeregistreerd, waaronder 12 Rode lijst-soorten en 13 typische soorten, waarondersoorten van zwakgebufferde vennen, eenhabitattype dat in het Park (nog) niet voor-komt.

Fig. 3. De verspreiding van oudbossoorten in Het Nationale ParkDe Hoge Veluwe: Ruige veldbies (Luzula pilosa), Dalkruid (Maian-themum bifolium), Hengel (Melampyrum pratense), Witte klaver-zuring (Oxalis acetosella), Adelaarsvaren (Pteridium aquilinum),

Valse salie (Teucrium scorodonia) en Zevenster (Trientalis europaea).(bron: database Florawerkgroep VVHV).

Relevant habitattype: H9120+H9190 (tabel 1).Basiskaart: geomorfologische kaart en topografische

kaart 1:10.000.

Stuwwal

Smeltwaterafzettingen

Daluitspoelingswaaier

Droge dalen

Dekzandreliëf

Land- en stuifduinen

Bebouwing

Relevant habitattype

Page 6: Rienk … alcon;Jansenetal.,ditnummer).Been - breek(Nartheciumossifragum)komt massaalvoorlangsenkelevandeVeluwe afkomstigeerosiegeulen.Heideveentjes ... V er nig va dD H oluw. Ja ns

De Levende Natuur - november 2014| 251

Fig. 4. De verspreiding van diagnostische akkerplanten van het Windhalm-verbond en de Korensla-associatie in Het Nationale Park De Hoge Veluwe:Slofhak (Anthoxanthum aristatum), Windhalm (Apera spica-venti), Kleineleeuwenklauw (Aphanes australis), Zandraket (Arabi-dopsis thaliana), Koren-sla (Arnoseris minima), Korenbloem (Centaurea cyanus), Klimopereprijs(Veronica hederifolia), Ringelwikke (Vicia hirsuta) en Smalle wikke (Viciasativa subsp. nigra) (bron: database Florawerkgroep VVHV).Basiskaart: geomorfologische kaart en topografische kaart 1:10.000.

Foto 5. Zachte hennepnetel (Galeopsispubescens) komt sinds de jaren zestigvoor in het Park en breidt zich gestaag

uit (foto: Rienk-Jan Bijlsma).

OUDE AKKERSIn het Park liggen zowel oude akkercom-plexen als recentere wildakkertjes. Metname de nu extensief beheerde oudeakkers herbergen een rijke flora metdiverse ‘klassieke’ akkeronkruiden van hetWindhalm-verbond zoals Korenbloem(Centaurea cyanus), Korensla (Arnoserisminima) en Smalle wikke (Vicia sativasubsp. nigra) (fig. 4). Rond de akkers en inschrale bermen van het Park hebben zichook diverse neofyten definitief gevestigd,zoals Gestreepte leeuwenbek (Linariarepens) en Kleinbloemige amsinckia (Ams-inckia micrantha) (Spek et al., dit num-mer). Een uitgesproken regionale, Midden-Veluwse ontwikkeling is de gestage uitbrei-ding van Zachte hennepnetel (Galeopsispubescens) (foto 5), die sinds de jaren 1960in Het Park voorkomt. Deze diep-paarsbloeiende soort is een aanwinst niet alleenin akkerranden, maar vooral ook in bos-zomen.

Naar een weging van natuurwaardenUit het voorgaande blijkt dat voor habitat-typen van het droge heide- en stuifzand-landschap, het natte heidelandschap en dedroge loofbossen in het Park geldt dat hetleefgebied van de voor de kwaliteitsbeoor-deling gebruikte typische soorten vaatplan-ten voor 60-80% buiten de betreffendehabitattypen ligt. De 71 Rode lijstsoortenen typische soorten vaatplanten in hetPark overlappen samen voor slechts 40%met Natura 2000-habitattypen en voor70% als ook de door Pijpenstrootje gedo-mineerde (formeel niet als habitattypekwalificerende) vegetaties worden betrok-ken.Natura 2000 is een belangrijk kader voornatuurbeheer en -herstel. De tot dit net-werk behorende gebieden vormen de rug-gengraat van de Nederlandse natuur. Ook

Stuwwal

Smeltwaterafzettingen

Daluitspoelingswaaier

Droge dalen

Dekzandreliëf

Land- en stuifduinen

Bebouwing

Page 7: Rienk … alcon;Jansenetal.,ditnummer).Been - breek(Nartheciumossifragum)komt massaalvoorlangsenkelevandeVeluwe afkomstigeerosiegeulen.Heideveentjes ... V er nig va dD H oluw. Ja ns

252 | De Levende Natuur - jaargang 115 - nummer 6

de bijzondere natuurwaarde van De HogeVeluwe betreft grotendeels Europesenatuur. Een eenzijdige focus op Natura2000-gebieden en kwalificerende habitat-typen en soorten doet echter geen rechtaan natuurwaarden die het resultaat zijnvan regionale (streekeigen) landschappelijk-bodemkundige en historisch-ecologischekenmerken en ontwikkelingen. In feite isde als landelijke typische soort van Hei-schrale graslanden beschouwde Heide-zegge een voorbeeld van zuiver regionalekwaliteit; deze soort is beperkt tot eenzeer klein areaal op de Veluwe en praktischgesproken tot het Park.Een goed voorbeeld van hoge natuur-waarde die lastig is toe te kennen aanhabitattypen is de met lokaal grondwatergevoede schraallanden ten zuiden van hetJachthuis Sint Hubertus. Oude akkercom-plexen, zoals bij Oud Reemst en op deKemperberg, vormden eeuwenlang eenonlosmakelijk onderdeel van het heide-landschap. De nu extensief gebruikteakkers zijn een evident voorbeeld van nietals habitattype kwalificerende natuur.Recent is vanuit overwegingen van herstelvan sterk verzuurde (mineraalarme) heide-landschappen het belang van kleinscha-lige, extensieve landbouw voor de heide-fauna en -vegetatie in beeld gebracht(Smits & Noordijk, 2013). Anderzijds isrecent ook duidelijk geworden dat heide-ontwikkeling zonder ingrepen anders danhet verwijderen van opslag, nieuwe kwali-teiten oplevert die meer ecologische veer-kracht geven aan droge heide (Bijlsma etal., 2013). In dit licht is een vergelijking vande Nationale Parken Veluwezoom en DeHoge Veluwe interessant (Bijlsma et al.,2009). Deze terreinen kennen een langecontinuïteit in beheervisie, op de Veluwe-zoom ingegeven door de wens natuurlijkeprocessen tot uitdrukking te laten komen(natuurlijkheid) en op De Hoge Veluwedoor de wens het vroeg 20ste-eeuwselandschap van Kröller-Müller te bewaren(kenmerkendheid). Beide parken hebbendankzij een consequente beheervisie eenhoge, maar verschillende natuurkwaliteitwaarvan het overkoepelende Natura 2000-gebied Veluwe profiteert.De nationale implementatie van Natura2000 kan nooit leiden tot het veiligstellenvan alle natuurwaarden in Nederland. HetPark laat zien dat er inderdaad veel meernatuurkwaliteit is en op landschapsschaalkan worden versterkt dan de Europeeserkende kwaliteit.

LiteratuurBijlsma, R.J. & A.J. Griffioen, 2008. Een nieuwevegetatiekaart (2006) en een Natura 2000habitatkaart van de Hoge Veluwe. Alterra-rapport 1770, Wageningen.Bijlsma, R.J., G. van Duinhoven, R. During,W. Overmars & A. van der Zande, 2009.Natuurontwikkeling en erfgoed: samen uit,samen thuis. In A. van der Zande & R. During(red.), Erfgoed en ruimtelijke planning. ReeksPlanologie. SDU Uitgevers, Den Haag: 295-328.Bijlsma, R.J., R.W. de Waal & A.F.M. ten Hoedt,2013. Ecological qualities emerging from non-intervention management of heathlands. InW.H. Diemont, H. Siepel & N.R. Webb (eds.),Economy and ecology of heathlands. KNNVPublishing, Zeist; Chapter 12.Dam, D. van (red.), 2013. Vaatplanten in Natio-naal Park De Hoge Veluwe. Atlas met versprei-ding van 750 soorten. Florawerkgroep van deVereniging van Vrienden van De Hoge Veluwe.Jansen, A.J.M., J.H. Bouwman & J. Sevink,2013. Waterlandschap Hoge Veluwe. Visie opde natte gebieden in het Nationale Park deHoge Veluwe. Unie van Bosgroepen, Ede.Janssen, J.A.M. & J.H.J. Schaminée, 2003.Europese natuur in Nederland. Habitattypen.KNNV Uitgeverij, Utrecht.Jongmans, A.G., M.W. van den Berg, M.P.W.Sonneveld, G.J.W.C. Peek & R.M. van den Bergvan Saparoea, 2013. Landschappen van Neder-land. Geologie, bodem en landgebruik. Wage-ningen Academic Publishers, Wageningen.Nijssen, M. & M. Riksen (eds.), 2011. Effect-gerichte maatregelen voor het herstel enbeheer van stuifzanden. OBN stuifzandonder-zoek 2006-2010. Rapport nr. 2011/OBN144-DZ, Bosschap, Driebergen.Rijswijk, C. van, 1997. Flora van de HogeVeluwe. Periode 1994-1997: de Rode Lijstsoor-ten. Rapport 1997/01. Flora- en Faunawerk-groep van de ‘Vrienden van de Hoge Veluwe’.Smits, J. & J. Noordijk, 2013. Heidebeheer.Moderne methoden in een eeuwenoud land-schap. KNNV Uitgeverij, Zeist.

SummaryThe conservation value of the flora and vegeta-tion of The Hoge Veluwe National ParkThe National Park is a drift sand landscape as awhole. About 25% of its area consists of habitattypes related to active drift sand, inland dunesand corresponding heaths (H2310, H2330)which represent a significant international value.European dry heaths (H4030) are rare, restric-ted to a small area of push moraine soil types.The National Park is famous for its species-richmat-grass swards (H6230) which harbour viablepopulations of the very rare Carex ericetorum andScorzonera humilis. The National Park comprises

a small but important area of wet heaths(H4010) and bogs associated with heathlandpools (in the Netherlands included in H7110).The area of old acidophilous oak and beechforests is disproportionately small compared tothe overall Veluwe site and consists mainly ofold oak forests (H9190). The distribution pat-tern of ancient woodland vascular plant speciescorresponds rather well with woodland habitattypes.The areas of the habitat types of these threelandscapes overlap for only 20-40% with thedistribution (known with GPS accuracy) of theirtypical species, used to determine the conserva-tion status of the habitat types. The distributionof all 71 red-listed species and typical species ofvascular plants in the National Park togetheroverlaps for only 40% with Natura 2000 habitattypes (70% when Molinia-dominated, non-quali-fying heathland is included). Moreover, someareas of high ecological value don’t fit into theNatura 2000 framework. Old, extensive agricul-tural fields represent another ecological valuenot covered by Natura 2000. Recent research inheathland soils demonstrate serious mineraldeficiencies due to acidification and nitrogendeposition. Extensive agricultural fields, onceinextricably connected with heathland lands-capes in northwestern Europe, can provide thenecessary intermediate productivity, therebysupporting or even restoring the ecologicalvalue of habitat types. In conclusion, we empha-size the importance of considering values ofnature resulted from features of regional geo-morphology and historical land use, besidesnature already valued at the European andnational level.

Dr.Ir. R.J. BijlsmaAlterra Wageningen URPostbus 476700 AA [email protected]

Dr.Ir. J. BokdamBokdam Advies / Florawerkgroep van de VVHVHeerdlaan 86721 GM [email protected]

Dr.Ir. D. van DamFlorawerkgroep van de VVHVRoghorst 1106708 KR Wageningen

N. VisserFlorawerkgroep van de VVHVKruizemuntstraat 927322 MA [email protected]