REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het...

23
www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009 1 REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERK NVMW Bezoekadres Leidseweg 80 te Utrecht Postadres Postbus 6057 3503 PB Utrecht Telefoon 030 – 2948603 Fax 030 – 2939225 E-mail [email protected]

Transcript of REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het...

Page 1: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

1

REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERK

NVMW Bezoekadres Leidseweg 80 te Utrecht Postadres Postbus 6057 3503 PB Utrecht Telefoon 030 – 2948603 Fax 030 – 2939225 E-mail [email protected]

Page 2: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

2

INHOUD 1. Inleiding 3 2. Maatschappelijk werk 4 3. Ontwikkelingen binnen de revalidatiezorg 6 4.Revalidatiemaatschappelijk werk 9

4.1 Visie 9 4.2 Doel 10 4.3 Doelgroep 10 4.4 Professionele uitgangspunten 10 4.5Taken van de maatschappelijk werker in de revalidatie 11 4.6 Kennis 15 4.7 Specifieke vaardigheden 16 4.8 De positie van het maatschappelijk werk in het revalidatiebehandelteam 17

5. Tot Slot 18 6. Aanbevolen literatuur en websites 19 Bijlage 1: Informatie over de NVMW 20 Bijlage 2: Schema Taakgebieden, kerntaken en taken maatschappelijk werk 20 Leeswijzer Voor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers die werken in de revalidatie (in een specifiek revalidatiecentrum of op de revalidatieafdeling van een ziekenhuis of verpleeghuis) als legitimatiebasis voor het eigen beroepsmatig handelen. Daarnaast is de beschrijving te gebruiken om aan anderen te verhelderen wat zij mogen verwachten van het maatschappelijk werk in de hulpverlening aan revalidatie patiënten. Tevens is deze uitgave bedoeld voor iedereen die meer wil weten over het revalidatiemaatschappelijk werk: managers, multidisciplinaire samenwerkingspartners, maar ook geïnteresseerde patiënten en familieleden.

Colofon Uitgave: NVMW, Leidseweg 80, 3531 BE Utrecht Tekst: drs. M. Beun, stafmedewerker NVMW, Renske de Groot (Groot Klimmendaal) Gea

Kosters (De Hoogstraat), Mariska Tesselaar (Gemini – Ziekenhuis) Marjan Quaak (Rijndam), Marjan Veenstra (Tolbrug), Marijke Wiertsema (Beatrixoord), allen leden van de NVMW functiegroep revalidatie.

Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers, 2009

Page 3: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

3

1. Inleiding In deze brochure wordt een helder beeld geschetst van het werk van maatschappelijk werkers in de revalidatie. Revalidatiemaatschappelijk werkers voeren hun werk uit binnen diverse organisaties zoals gespecialiseerde centra, ziekenhuizen en verpleeghuizen. Zij werken met verschillende doelgroepen (kinderen, volwassenen en ouderen) en kunnen hun werk zowel in een klinische als poliklinische setting uitvoeren. Kortom, revalidatiemaatschappelijk werk is een werksoort met een grote diversiteit. Deze brochure is een heruitgave van een eerdere publicatie van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers/NVMW uit 1999, waarvoor Nora van Riet de tekst schreef. De meeste elementen van deze publicatie zijn echter nieuw: zo is er aandacht voor de grote veranderingen in de gezondheidszorg van de afgelopen jaren: marktwerking, vergrijzing, beter geïnformeerde en mondiger (hoger opgeleide) cliënten, de groei van niet-westerse allochtonen, de toename van preventiemogelijkheden, de intrede van de nieuwe betalingsstructuur middels de Diagnose Behandel Combinatie, enzovoort. Binnen de dynamiek die zich binnen de gezondheidszorg en daarmee ook in de revalidatie sector afspeelt, is het de taak van het revalidatiemaatschappelijk werk om het nut en de noodzaak van het vak maatschappelijk werker duidelijk te maken aan revalidanten (en hun naasten), specialisten en artsen, verpleegkundigen en andere multidisciplinaire partners. In deze uitgave vindt u een overzicht van de taken, bijdragen en mogelijkheden van het maatschappelijk werk binnen de revalidatie. Het maakt duidelijk wat de maatschappelijk werker toevoegt aan de zorg aan revalidanten en hun naasten. Allereerst wordt in deze uitgave ingegaan op algemene kenmerken van het maatschappelijk werk. Vervolgens worden ontwikkelingen binnen de revalidatiezorg geschetst. Dan volgt de kern van deze brochure, dat wat het revalidatiemaatschappelijk werk specifiek onderscheidt van andere vormen van maatschappelijk werk. Deze uitgave wordt afgesloten met adviezen en tips over de wijze waarop het revalidatie maatschappelijk werk deze brochure kan gebruiken in de profilering van zichzelf binnen en buiten de organisatie waar zij werkzaam is.

Page 4: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

4

2. Maatschappelijk werk Een kernachtige omschrijving van maatschappelijk werk is de volgende: ‘Het bevorderen dat mensen in onze samenleving tot hun recht komen, als mens en als burger’. Maatschappelijk werkers streven er naar dat mensen zich in wisselwerking met hun sociale omgeving zo goed mogelijk kunnen ontplooien, naar eigen aard, behoefte en opvattingen. En dat ze daarbij rekening houden met anderen met wie zij samenwerken. Maatschappelijk werkers hanteren het uitgangspunt dat hulpvragers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor zaken die hen aangaan, voor beslissingen die zij hebben te nemen en voor de positie die zij in hun situatie kiezen. Het realiseren van die eigen verantwoordelijkheid vindt echter altijd plaats in een krachtenveld van belangen, (on)mogelijkheden en behoeften. De mogelijkheden voor het nemen van eigen verantwoordelijkheid wisselen sterk en zijn afhankelijk van de beperking en de persoonlijkheid van de patiënt. Het zal duidelijk zijn dat in de hulpverlening aan mensen die aangewezen zijn op revalidatie, de sociale context een belangrijke rol speelt. Kerntaken als kader van de beroepsuitoefening De taken, verantwoordelijkheden en deskundigheden van de maatschappelijk werker zijn vastgelegd in het Beroepsprofiel (NVMW, 2006). Kerntaken zijn: 1. werken met en namens cliënten: psychosociale hulpverlening 2. werken voor cliënten en potentiële cliënten 3. werken in de eigen instelling of organisatie 4. werken in externe samenwerkingsverbanden 5. zichzelf ontwikkelen in het beroep 6. bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep Invalshoeken Deze kerntaken worden uitgeoefend vanuit enkele specifieke invalshoeken die het beroep kenmerken:

• De hulpverlening is planmatig en inzichtelijk.

• Maatschappelijk werkers nemen de vraag van de cliënt als vertrekpunt. Zij leggen daarbij steeds de verbinding tussen feitelijke informatie, de beleving, de attitude, de normen en de gevoelens van de cliënten. Zij stellen vragen om de problematiek te verhelderen, maar zij zijn zich er goed van bewust dat de formulering van een vraag en de toon waarop hij wordt gesteld motiverend kan werken of juist weerstand kan oproepen. Zij beschikken over motiverende gespreksvaardigheden.

• Maatschappelijk werkers richten zich op de eigen mogelijkheden en de kracht van de mensen die hulp vragen en niet zo zeer op de beperkingen. In de begeleiding sluiten zij zo goed mogelijk aan bij die mogelijkheden.

• De hulpverlening wordt gekenmerkt door een leefwereldbenadering. De maatschappelijk werkers zoeken naar oplossingen die dichtbij liggen en gericht zijn op het behoud van de controle op het eigen leven.

• Maatschappelijk werkers leggen steeds de verbinding tussen individuele problemen van immateriële aard (gedrag, ontwikkeling, relaties) en van materiële aard. Zij benaderen deze problematiek integraal. Ook zaken als inkomen en huisvesting worden bij de begeleiding betrokken. De maatschappelijk werkers behandelen deze aspecten niet altijd zelf. Op grond van een integrale oriëntatie betrekken zij al deze probleemaspecten wel in de analyse en zoeken ze naar geschikte oplossingen of verwijzingen.

• Maatschappelijk werkers hebben eerder een maatschappelijke oriëntatie dan een individuele. Zij zijn gericht op de verbinding tussen de individuele cliënt en de omgeving: revalidatiesetting, gezin, verenigingsleven, werk of werkloosheid, maatschappelijke perspectieven. Zij benaderen individuele problematiek allereerst vanuit een sociale invalshoek. Ze gaan na welke belemmerende en bevorderende factoren er zijn in de omgeving, hoe de rol van de omgeving kan worden verbeterd en hoe de cliënt zich hierin kan handhaven.

Page 5: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

5

• Maatschappelijk werkers vormen vaak de verbinding tussen verschillende hulp- en dienstverleners op grond van hun brede en integrale benadering. Zij kennen de sociale kaart goed en functioneren als een spin in het web. Waar sprake is van complexe problematiek hebben zij daarom vaak de functie van casemanager.

Bij deze invalshoeken worden de hulpvragen van de cliënt in samenhang met de context gezien en wordt naar de hulpvragen gekeken vanuit mogelijkheden van de cliënt. Daarmee markeren ze het onderscheid tussen maatschappelijk werkers en gedragsdeskundigen zoals psychologen en orthopedagogen. Deze zijn meer gericht op de individuele persoon en diens stoornissen (psychologen), of richten zich meer op het kind (in het geval van orthopedagogen).

Page 6: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

6

3. Ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg

Binnen de gezondheidszorg zijn verschillende ontwikkelingen gaande. De belangrijkste ontwikkelingen worden hieronder kort beschreven, mede op basis van het document Revalidatie – Toekomstverkenning 2015 van Revalidatie Nederland (december 2006). In dit document is een samenvatting van een tweetal toekomstverkenningen opgenomen. De uitgave van het Rijks Instituut Volksgezondheid en Milieu RIVM ‘Gezondheid op koers?’ en het Sociaal cultureel Planbureau ‘In het zicht van de toekomst’ vormen de basis van deze samenvatting. Onderdelen van deze toekomstverkenning zijn in onderstaande tekst opgenomen. Hieraan is de betekenis voor het revalidatiemaatschappelijk werk toegevoegd. De patiënt

• In de loop van de tijd verandert de patiënt. Het Sociaal en Cultureel Planbureau omschrijft de individualisering van de samenleving als meest kernachtige karakteristiek van de maatschappelijke dynamiek. Dit betekent een groeiende autonomie van het individu ten opzichte van zijn directe omgeving. Daarnaast is het opleidingsniveau van de Nederlandse (beroeps)bevolking de afgelopen jaren toegenomen.

• Steeds meer medische informatie is voor een groot publiek toegankelijk via internet. Ook de ruim driehonderd patiëntenverenigingen en patiëntcontactpersonen voor zeldzame ziekten bieden veel informatie naast belangenbehartiging en lotgenotencontact.

• Deze ontwikkelingen leiden tot een steeds krachtiger positie van de patiënt in relatie tot de hulpverlener. Steeds meer patiënten zijn mondig, kritisch en gesteld op autonomie en keuzevrijheid. Daarnaast blijft een grote groep patiënten bestaan die niet mondig is, niet in staat zelfstandig te kiezen, maar kwetsbaar en afhankelijk van hulpverleners. De sociaaleconomische verschillen tussen beide groepen zullen toenemen.

Revalidatiemaatschappelijk werkers hebben als doel om hun cliënten te ondersteunen in het zo zelfstandig mogelijk functioneren (empowerment van de cliënt). Met de komst van een mondiger en assertieve cliëntengroep, zal deze manier van hulpverlenen een nieuwe dimensie en uitdaging krijgen. Daarnaast is het revalidatiemaatschappelijk werk waakzaam op signalen van revalidanten die deze mondigheid missen en die steeds kwetsbaarder zullen worden in de keuzemaatschappij waarin zij moeten opereren. Maatschappelijk werkers zijn bij uitstek hulpverleners die mensen kunnen ondersteunen bij de keuzes waarmee ze worden geconfronteerd. Interculturalisatie

• Het aantal allochtonen neemt toe, vooral in grote steden, met name het aantal allochtone jongeren. Op termijn moet echter ook rekening worden gehouden met een groeiende groep allochtone ouderen. Er zijn cultureel bepaalde verschillen in ziekte, ziektebeloop en ziektebeleving tussen allochtonen en autochtonen. Ook hulpvragen en behoeften kunnen verschillen.

• De Nederlandse gezondheidszorg is hier onvoldoende op afgestemd. Dit leidt in veel gevallen tot onvoldoende herkenning van klachten en daarmee tot onjuiste diagnoses en behandelingen. Vooral in de geestelijke gezondheidszorg blijkt duidelijk dat de gehanteerde methoden westers en ‘ik-gericht’ zijn en niet aansluiten bij de cultuur van allochtonen.

Revalidatiemaatschappelijk werkers zullen zich moeten verdiepen in de betekenissen die diverse culturen verlenen aan beperkingen en ziekte. Ze hebben kennis nodig van de familierelaties en sociale netwerken waarbinnen de revalidant zich beweegt. Ze zullen zich ook moeten verdiepen in de betekenis van religie en andere culturele uitingen in relatie tot ziek zijn. Zij zullen op de hoogte moeten zijn van de wijze waarop wordt gedacht over en gekeken naar het hebben van blijvende beperkingen, zowel cognitief als fysiek.

Dubbele vergrijzing

• In 2025 bereikt de vergrijzing in Nederland zijn hoogtepunt. De levensverwachting voor mannen neemt volgens het CBS toe van 75,5 jaar in 2000 tot 78,0 jaar in 2020. Bij vrouwen is de toename minder groot: van 80,6 naar 81,7 jaar. Het aantal bestaande en nieuwe gevallen van veel chronische ziekten neemt de komende 20 jaar met 25 - 55% toe als gevolg van de vergrijzing. Bij mannen zijn de stijgingspercentages hoger dan bij vrouwen.

Voor revalidatiemaatschappelijk werk wordt deze generatie ouderen (net als voor de rest van de zorgaanbieders binnen de revalidatie) een nieuwe generatie cliënten. Ze zijn zelfbewuster en mondiger dan de generaties ouderen voor hen.

Page 7: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

7

Veranderingen in de zorg

• De patiënt van straks eist continuïteit van zorg. Hierop reageren zorginstellingen met zorgketens. De grens tussen de eerste en tweede lijn zal veranderen. De zorg wordt regionaal in zorgketens georganiseerd, waarbinnen extra-, semi- en intramurale zorg wordt geboden. Minder ernstig zieke patiënten die voorheen in de kliniek werden opgenomen, blijven in de toekomst geheel buiten het ziekenhuis en worden poliklinisch of in dagopname behandeld. Alleen hoogspecialistische zorg, crisisinterventie of infrastructuurafhankelijke zorg zal nog intramuraal worden aangeboden.

• Door deze ontwikkelingen krijgt de patiënt meer dan nu te maken met een samenwerkend team van behandelaars, wat een goede zorgcoördinatie noodzakelijk maakt. Revalidanten hebben behoefte aan één loket en aan één aanspreekbaar medisch eindverantwoordelijke die de zorgcoördinatie uitvoert als de patiënt daar zelf niet toe in staat is. De arts blijft altijd de medische eindverantwoordelijkheid houden.

• Marktwerking: In de gezondheidszorg vindt een stelselherziening plaats. Doel is om te komen tot een betere borging van de drie publieke belangen in de gezondheidszorg, te weten: kwaliteit, toegankelijkheid en (macro-)betaalbaarheid van zorg. Door de stelselherziening stapt de overheid over van centrale- en aanbodsturing op gereguleerde marktwerking. Gereguleerde marktwerking combineert concurrentie/marktwerking met regels en centrale sturing. De stelselherziening verloopt over drie parallelle sporen: herziening van de sturing en financiering van de zorg, aanpassing van het verzekeringsstelsel en aanpassen van het toezicht op zorgaanbieders en zorgverzekeraars.

• Veranderingen binnen de ABWZ: Vanaf 2009 is de AWBZ veranderd. Dat is gebeurd omdat de AWBZ te duur is geworden, maar ook omdat mensen die daartoe in staat zijn, hun eigen ondersteuning organiseren. De AWBZ is bedoeld voor mensen met ernstige beperkingen die lange tijd, vaak levenslang, zorg en ondersteuning nodig hebben. De regering wil met de veranderingen bereiken dat de AWBZ voor deze groep wordt veilig gesteld, voor nu en in de toekomst. Verder zijn de maatregelen bedoeld om de kwaliteit en betaalbaarheid van de AWBZ te verbeteren.

• Verandering in betalingsstructuur: Vanaf 1 januari 2009 is de Diagnose Behandel Combinatie de betalingsstructuur binnen de revalidatie. Deze betalingswijze is gekoppeld aan het werk van de specialist (revalidatie-arts), maar ook de maatschappelijk werker kan binnen deze structuur aangeven op welke wijze hij heeft bijgedragen aan de multidisciplinaire behandeling van de revalidant. Het werk wat de maatschappelijk werker met, of ten behoeve van de revalidant uitvoert kan op deze wijze inzichtelijk worden gemaakt binnen de totale zorgkosten.

Maatschappelijk werkers zullen intra- en extramuraal moeten denken; ze moeten op de hoogte zijn van de eigen organisatiemogelijkheden en die daarbuiten. Ze zullen het aanbod van de zorg rond de revalidant en zijn systeem moeten organiseren en daarbij zorg- en verwijsketens vormen. Dit betekent dat zij in gesprek moeten met hun collega’s binnen andere instellingen over de grenzen van de hulp- en dienstverlening en ze zullen in de ‘stepped care’ gedachte op regionaal niveau een aanbod moeten neerzetten voor de revalidant. Revalidatiemaatschappelijk werk vormt daar een duidelijk (en begrensd) onderdeel van.

Preventie en risicogeneeskunde

• Preventie vormt tot nu toe maar een klein onderdeel van de gezondheidszorg. Overheid, patiëntenorganisaties, instellingen en beroepsbeoefenaren proberen preventie te bevorderen. Bedrijven investeren al vaker in een gezond werkklimaat om ziekteverzuim te voorkomen. De groei van de preventiesector leidt er toe dat de zorgverleners hun werkterrein uitbreiden en dat er nieuwe functies ontstaan.

• Door de snelle ontwikkelingen op het gebied van screening (Vooral DNA diagnostiek) en beeldvormende technieken zullen de komende jaren de mogelijkheden toenemen om (kansen op) ernstige aandoeningen vroeg te herkennen. Behalve aandacht voor de curatieve sector is aandacht voor bescherming en bevordering van gezondheid en collectieve preventie noodzakelijk. Dit vraagt om scholing van artsen op het terrein van risicogeneeskunde. Daarbij is samenwerken met onder andere sociaal geneeskundigen nodig. In de opleiding zal de arts van de toekomst behalve in de individuele gezondheidszorg ook in de collectieve gezondheidszorg en in het functioneren van het gezondheidssysteem als geheel moeten worden geschoold.

Preventie vanuit het maatschappelijk werk heeft natuurlijk een heel andere lading dan hierboven is beschreven. Bij preventie kan het gaan om thematische voorlichting over bepaalde probleemsituaties, maar ook om het opsporen of voorkomen van problemen bij specifiek risicolopende groepen of individuen. Hierbij kan worden gedacht aan informatiebijeenkomsten rondom operaties

Page 8: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

8

(zoals heupen en knieën) en ziektebeelden (zoals Multiple Sclerose (MS), dwarslaesie of Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)). Maar ook vragenlijsten die de psychosociale aspecten (bijvoorbeeld draagkracht/draagkracht verhoudingen) tijdens een revalidatieprogramma monitoren, vallen onder ‘preventiebeleid’. Investeren in contacten met het sociale netwerk, de omgeving die de (mantel)zorg verleent, is eveneens een investering in preventieve zin. Mantelzorgers zijn tenslotte cruciaal in de stap die de revalidant maakt in revalidatietraject en de periode die hierna volgt: de mogelijkheid om weer in de oude thuissituatie terug te kunnen keren. Technologie en ICT

• De technologie ontwikkelt zich in de komende decennia steeds sneller. Er is echter nog een kloof tussen wat in principe mogelijk is en de toepassing in de praktijk. De stagnerende ontwikkeling van het elektronisch dossier is daar een goed voorbeeld van. Dit biedt mogelijkheden voor substitutie aan professionals die binnen duidelijk omschreven gebieden van de geneeskunde op expertniveau taken kunnen overnemen van artsen. (Nurse Practitioners) De snelle technologische ontwikkeling brengt ethische discussies met zich mee. Nog vaker dan nu zal de vraag worden gesteld: ‘Moet alles wat kan?‘ En dat terwijl de verwachtingen van patiënten alleen maar groter worden.

• De ICT-ontwikkelingen, zoals internet en ICT-ondersteunende ketenzorg, zullen gevolgen hebben voor de verhouding tussen patiënten, artsen en zorgverzekeraars. Zo biedt internet mogelijkheden voor het uitwisselen van gegevens en dossiers tussen zorginstellingen in de zorgketen. Patiënten zullen, als zij daartoe instaat zijn, zelf regisseur over hun gegevens zijn.

• Deze externe oriëntatie wordt nog versterkt door de ontwikkelingen in de medische technologie die kleinschaliger en mobieler zal worden. Daardoor kan de patiënt vanuit thuis verbonden zijn met diagnose-, alarmerings- en medicatietechnologieën. Voor zowel zorgorganisaties als professies betekent dit een herbezinning op de centrale taakinvulling en positionering in het veld van zorg.

Maatschappelijk werkers zijn over het algemeen niet erg gericht op technologische ontwikkelingen en hebben deze kennis ook niet direct nodig voor de uitvoering van hun vak. Het is echter cruciaal om de ontwikkelingen rond het elektronisch patiëntendossier en de geautomatiseerde registratie te volgen. Als maatschappelijk werker is het van belang je hierbij aan te sluiten.Tevens is het van belang na te gaan wat de beroepsethische consequenties van dergelijke ontwikkelingen (kunnen) zijn. Europese regelgeving

• De Europese regelgeving gaat uit van een vrij verkeer van personen, goederen en diensten. Dit geeft patiënten meer keuzevrijheid: zij hoeven niet meer binnen de landsgrenzen te blijven om tijdig en adequaat zorg te ontvangen.

• Ook verzekeraars maken bij schaarste gebruik van het aanbod aan buitenlandse zorgverleners en – instellingen. Aan de andere kant zullen zorgverleners ook uitwijken naar het buitenland als ze in eigen land geen bevredigend werk kunnen vinden. Zorginstellingen kunnen hun capaciteit beter benutten door ook patiënten uit andere lidstaten te behandelen.

De ontwikkeling dat steeds vaker patiënten – en dus ook revalidanten - voor hun operatie of behandeling naar het buitenland gaan, lijkt in eerste instantie vooral de maatschappelijk werkers te betreffen die relatief dicht bij de grensstreek wonen. Maar meer en meer zullen revalidanten de keuze hebben om zich in Duitsland of België, of nog verder te laten behandelen. En het vervolg van de revalidatie in Nederland voortzetten. Deze trend is nu al zichtbaar en zal in de toekomst steeds gebruikelijker worden. De verwachting is dat de bij deze ontwikkeling noodzakelijke verbreding van de kennis van de sociale kaart door maatschappelijk werkers, zich in eerste instantie naar aanleiding van individuele casuïstiek zal gaan ontwikkelen.

Page 9: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

9

4. Revalidatiemaatschappelijk werk

4.1 Visie In 1948 werd de World Health Organization (WHO) opgericht en in datzelfde jaar kwam zij met de volgende definitie van ‘Gezondheid’: Gezondheid is niet alleen het ontbreken van ziekte, maar ook een complete staat van lichamelijk, mentaal en sociaal welbevinden. Uit deze definitie wordt duidelijk dat fysieke, mentale en sociale aspecten weliswaar van elkaar te onderscheiden zijn maar niet te scheiden en elkaar wederzijds beïnvloeden als het om gezondheid gaat. Mentale en sociale aspecten beïnvloeden het lichamelijk functioneren zoals omgekeerd fysieke processen net zo van invloed zijn op mentale en sociale functioneren. Een van de beroepsgroepen van welke het recht op bestaan wordt gerechtvaardigd door bovenstaande definitie van de WHO is het beroep van de maatschappelijk werker. Vanuit dit perspectief wordt duidelijk dat revalidatiemaatschappelijk werkers voortdurend oog dienen te hebben voor het feit dat de mens niet ‘opgesplitst mag worden in lichaam, ziel of geest’. Ook, of liever gezegd juist tijdens een ziekte en herstel/revalidatie periode van mensen is het van wezenlijk belang dat maatschappelijk werkers zich ervan bewust zijn dat genoemde elementen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.” (Bron: NVPO, 2002).

In 2001 heeft de WHO de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) gepubliceerd, in 2002 verscheen hiervan een Nederlandse versie. De ICF is een begrippenkader (een soort woordenboek) waarmee het mogelijk is het functioneren van mensen en de eventuele problemen die mensen in het functioneren ervaren te beschrijven plus de factoren die op dat functioneren van invloed zijn. De ICF beschrijft 3 perspectieven die toepasbaar zijn op ieder mens. Wereldwijd is afgesproken dat het beschrijven van gezondheid (en het verlies hiervan), wordt beschreven met de termen die binnen de ICF zijn vastgelegd. De ICF biedt een standaardtaal én een schema voor de beschrijving van het menselijk functioneren en hetgeen daarmee verband houdt. Met de ICF kan iemands functioneren worden beschreven vanuit drie verschillende perspectieven: 1. het perspectief van de mens als organisme, als ‘lichaam’ (hoe goed functioneren bijvoorbeeld de gewrichten, het hart en de bloedvaten, de hersenen en zenuwen, en de longen van een persoon? Zijn ze onbeschadigd?); 2. het perspectief van het menselijk handelen (welke activiteiten voert iemand zelf uit en welke zou hij/zij zelf kunnen of willen uitvoeren?); 3. het perspectief van participatie, deelname aan het maatschappelijk leven (kan iemand meedoen op alle levensterreinen (zoals werk, gezin, hobby) en doet hij/zij ook mee? Is iemand een volwaardig lid van de maatschappij?). Voor kinderen is in 2006 International Classification of Functioning, Disability and Health for Children and Youth (ICF-CY) vastgesteld. De ICF-CY is ontwikkeld omdat de ICF in de praktijk als niet voldoende wordt ervaren voor het beschrijven van het functioneren van kinderen en jongeren. De ICF-CY biedt met name een verbreding van uitgangspunten en het aanbrengen van meer detail om beter de groei en ontwikkeling van kinderen en jongeren te kunnen beschrijven. Daarbij zijn de structuur en categorieën van de oorspronkelijke ICF onveranderd gelaten. (bron: www.rivm.nl). Het spreekt voor zich dat maatschappelijk werkers die werkzaam zijn in de gezondheidszorg oog moeten hebben voor de termen die binnen de ICF worden gebruikt, en zij moeten in de beschrijving van hun werk aansluiten bij de wijze waarop binnen de ICF wordt gespreoken over zondheid en het verlies hiervan. De integrale visie op gezondheid die hierboven is beschreven en die is vastgelegd door de WHO, is het fundament van de behandelvisie binnen de revalidatie. Deze visie wordt gepreciseerd in de definitie die brancheverenging Revalidatie Nederland heeft geformuleerd over de betekenis van revalidatie: ‘Revalidatie richt zicht op herstel of verbetering van mogelijkheden van mensen met blijvend lichamelijk letsel of een functionele beperking’

Page 10: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

10

4.2 Doel Revalidatie beoogt een zo groot mogelijke zelfstandigheid van de patiënt waardoor hij of zij minder afhankelijk is van zorg (mantelzorg, thuiszorg en professionele zorg). Met deze zelfstandigheid wordt ook (maatschappelijke) re-integratie in werk, onderwijs, sport, overige hobby’s en sociaal verkeer bedoeld. Voor de patiënt betekent revalidatie dat hij of zij dan weer zo zelfstandig mogelijk kan functioneren, wonen, sporten of werken. (bron: Revalidatie Nederland 2004). Het is duidelijk dat de omschrijving van revalideren mede het (herstel van het) sociaal functioneren van de revalidant betreft. Daarmee is het ook duidelijk dat het maatschappelijk werk een vast onderdeel uitmaakt van deze revalidatie.

Doel revalidatiemaatschappelijk werk Het revalidatie maatschappelijk werk zet zich op een professionele manier in om kinderen en volwassenen met een aandoening, ziekte en/of beperking zo volwaardig mogelijk te laten functioneren en sociaal te re-integreren in relatie met hun sociale omgeving. Daarbij is voorwaarde dat de revalidant de regie over zijn bestaan in eigen handen (her)neemt. 4.3 Doelgroep Centraal in het werk van de revalidatiemaatschappelijk werker staat de revalidant. Daarnaast maakt de omgeving van de revalidatie onderdeel uit van een (potentiële) doelgroep van de maatschappelijk werker. Binnen de revalidatie werken maatschappelijk werkers globaal met de volgende groepen: kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Een bijzondere doelgroep voor maatschappelijk werkers vormt de ouders. In de kinderrevalidatie is de positie van de revalidant – het kind - een enigszins andere dan die van de volwassen revalidant. Kinderrevalidatie is gezinsgericht. Maatschappelijk werk richt zich inde hulpverlening op de ouders.

4.4 Professionele uitgangspunten

Centrale waarde uit de ‘Beroepscode van de maatschappelijk werker’ (NVMW, 5e druk, 2007) is dat de

mens een wezen is dat zich naar vermogen, gezien de situatie waarin hij zich bevindt en de daartoe strekkende voorwaarden, verantwoordelijk kan en wil opstellen in relatie tot zijn omgeving. Ofwel: ‘het tot zijn recht komen van personen in het samenleven met elkaar’. Deze ideaalsituatie doelt op het leven van de revalidant tijdens en na de revalidatieperiode. Die komt mede door de ervaren beperkingen mogelijk onder druk te staan. Het zijn juist deze beperkingen in het functioneren van mensen die het maatschappelijk werk binnen het behandelteam van de revalidatie legitimeert. Het revalidatiemaatschappelijk werk richt zich als enige psychosociale discipline specifiek op het raakvlak tussen de revalidant en zijn sociale omgeving. De revalidatieperiode en de gevolgen hiervan voor de revalidant in zijn functioneren en in zijn relaties vormt de basis van het werk van de revalidatiemaatschappelijk werker.

• De maatschappelijk werker sluit aan bij de plek waar de revalidant aangeeft te staan.

• Niet de ernst van de aandoening/beperking, maar de reactie van de revalidant is uitgangspunt van het starten van hulpverlening door maatschappelijk werk.

• In contact met de revalidant is de maatschappelijk werker zich bewust van de zelfstandige en autonome positie van de revalidant. Hierbij is het van belang dat de hulpverleningsrelatie een samenwerkingsrelatie is. De revalidant blijft verantwoordelijk voor zijn eigen keuze(s).

• Problemen zijn niet altijd op te lossen. Dit betekent dat ze soms onderdeel van het leven van revalidanten blijven. Door gebruik te maken van het gezonde deel van de mens kan door methodische interventies de draagkracht van de revalidant en zijn omgeving worden vergroot.

• Maatschappelijk werkers nemen de vraag van de revalidant als vertrekpunt. Zij leggen daarbij steeds de verbinding tussen feitelijke informatie, de beleving, de attitude en de gevoelens van de revalidant.

• De hulpverlening gaat uit van een respectvolle bejegening. Hierbij wordt rekening gehouden met multiculturele en seksespecifieke aspecten die het handelen van revalidanten kunnen beïnvloeden en bepalen.

Page 11: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

11

• De maatschappelijk werker blijft wijzen op het belang van een integrale benadering (lichamelijk, psychisch en sociaal) van de revalidant en waakt er voor dat de aandacht niet te eenzijdig gericht is op de lichamelijke aspecten van ziek zijn.

• Wanneer het maatschappelijk werk ingeschakeld is door het multidisciplinaire team dan kan de vraag van de revalidant afwijken. De behoefte van de revalidant en zijn omgeving moet de kernvraag zijn. Deze moet centraal staan bij het op elkaar afstemmen van de verschillende doelen.

• De doelstelling van de revalidatiesetting kan soms niet geheel overeenkomen met wat de revalidant wil. Hierdoor kan de maatschappelijk werker in een dubbelrol terechtkomen. De doelstelling van revalidatiesetting versus het belang van de revalidant. Voor een zuivere uitvoering van de functie van het maatschappelijk werk is het van belang dat hierover duidelijke afspraken zijn gemaakt met de revalidatiesetting waar de maatschappelijk werker werkt. De maatschappelijk werker moet in alle gevallen de mogelijkheid hebben om de kant van zijn cliënt te kiezen.

• Maatschappelijk werkers vervullen een ‘brugfunctie’ vanuit hun deskundigheid en aandacht voor de revalidant en de wisselwerking met zijn sociale omgeving. Deze functie overbrugt en vertaalt het verschil dat de revalidant kan ervaren wanneer hij vanuit zijn ‘gewone’ sociale leven wordt geconfronteerd met de wereld van revalidatie. Tevens kan de maatschappelijk werker binnen het revalidatiecentrum een brug slaan vanuit de wereld van de revalidatie naar de leefwereld van de revalidant en zijn omgeving.

• De maatschappelijk werker kan zowel poliklinisch als klinisch werken. In beide situaties zal de hulpvraag van de revalidant leidend zijn voor de hulpverlening.

De professionele uitgangspunten van het maatschappelijk werk zijn samen te vatten in een empowerende visie. Dat wil zeggen dat in de hulpverlening aan cliënten nadruk wordt gelegd op de behoeften van de revalidant en het versterken van zijn positie. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar met name op het terrein van de gezondheidszorg domineert vaak het aanbod boven de vraag van de hulpvrager. Juist in de revalidatie gaat het erom de regie over zijn eigen bestaan bij de revalidant te laten. 4.5 Taken van de maatschappelijk werker bij revalidatie De kerntaken van de maatschappelijk werker (zie hoofdstuk 2) gelden uiteraard ook voor het revalidatie maatschappelijk werk. Deze kerntaken krijgen een specifiek karakter door de setting waarin de werker zijn beroep uitoefent. In de revalidatiecentra, het ziekenhuis- of in verpleeghuis organisaties is de maatschappelijk werker een van de behandeldisciplines. Uitgangspunt van hulpverlening aan mensen in een revalidatiebehandeling is de verwevenheid van psychische, sociale en somatische problematiek. Dit bio-psychosociale denken (gebaseerd op een holistisch mensbeeld) gaat verder dan alleen de medisch-technische invalshoek. Veranderingen in een aspect van de persoon (gezondheid) zijn van invloed op andere aspecten. Dat inzicht heeft gevolgen voor de begeleiding en behandeling binnen de revalidatie. Van kerntaak 1 ‘werken met en namens cliënten - psychosociale hulpverlening’ (Beroepsprofiel van de Maatschappelijk werker – NVMW 2006) worden hier alle taken beschreven en uitgewerkt, met toelichting en voorbeelden uit de revalidatiepraktijk. Daarnaast worden de taken signalering en preventie binnen de revalidatie toegelicht. - Veranderings- en competentiegerichte begeleiding Het leven van revalidanten is zoals het leven van iedere mens een continuüm. De confrontatie met een revalidatietraject kan daarin een – soms ingrijpende – onderbreking vormen. De kwetsbaarheid die mensen kunnen ervaren als hun gezondheid in het geding is, de onzekerheid over de uitkomsten (het hoogst haalbare) in een revalidatietraject, de blijvende veranderingen en de (on)mogelijkheden na de behandeling kunnen groot zijn. Daarbij komt dat het hele revalidatiesysteem (hoewel steeds vraaggerichter) revalidanten afhankelijk maakt van de zorg van verpleegkundigen en artsen en andere disciplines. Het is een hele kunst om als revalidant tijdens een revalidatieopname (poliklinische- c.q. dagbehandeling) uit te blijven gaan van de eigen wensen, eigen kracht, het geloof in verandering en verbetering van de (gezondheids)situatie. Het is moeilijk assertief te blijven op momenten dat je voor alles afhankelijk bent van anderen. Veranderings- en competentiegerichte begeleiding noemen we behandeling binnen de werkcontext van de gezondheidszorg. Maatschappelijk werkers in de revalidatie gaan samen met de revalidant op zoek naar het ‘gezonde deel’ van de revalidant. De maatschappelijk werker zoekt met de revalidant zowel het aandeel van de omgevingsfactoren als diens eigen aandeel in de ervaren problemen. Het

Page 12: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

12

accent in deze behandeling ligt op het motiveren en activeren van de revalidant om (niet herkende) eigen krachten en kwaliteiten in te zetten of uit te bouwen met het oog op de gewenste gedragsverandering. De revalidatiemaatschappelijk werker ondersteunt dit proces via cognitie-, emotie- en gedragsbeïnvloedende interventies. Het psychosociale leerproces om van ‘lijdend voorwerp’ of (soms letterlijk) slachtoffer te komen tot een daadkrachtig mens moet van buitenaf worden ondersteund. De maatschappelijk werker kan deze ondersteuning op professionele wijze bieden en de revalidant begeleiden op een empowerende manier. - Ondersteunende en stabiliserende begeleiding Niet alle situaties zijn voor de revalidant veranderbaar of leiden tot een verbetering. Ook bij het acceptatieproces van wat niet meer mogelijk is, kan de hulpverlening van het revalidatiemaatschappelijk werk een rol spelen door stil te staan bij het verdriet over de onmogelijkheden. Daarnaast wordt gefocust op wat nog wel binnen het bereik ligt. De revalidatiemaatschappelijk werker onderhoudt een hulpverleningsrelatie met een revalidant die voortdurend balanceert op de rand van lichamelijk en psychisch disfunctioneren. Er wordt aandacht gegeven en ruimte geboden aan de copingsstrategie van de cliënt en zijn systeem, aan verliesverwerking, rouw en verdriet over het verlies van gezondheid. Structurele verandering is vaak niet mogelijk gezien de medische situatie of de psychische belastbaarheid. Het is wel haalbaar om via maatschappelijk werk contacten van wisselde frequentie bij te dragen aan het in stand houden van een leefbaar evenwicht. Bijvoorbeeld in het omgaan met stress behorend bij blijvend verlies van gezondheid of lichaamsfuncties. Acceptatie van de situatie, dat wil zeggen op een leefbare manier omgaan met de blijvende beperkingen is een doel van de hulpverlening. Volledig herstel zit er niet in, care biedt kansen. Het kan hier gaan om leun- en steun contacten, het verwijzen naar vrijwilligersorganisaties (zoals buddyzorg, lotgenotencontact of rouwverwerkingsgroepen) of om interventies in de omgeving bij een dreigende crisis. Ook kan presentie, een vorm van intens en onvoorwaardelijk aanwezig zijn (Baart, 2001) voor de revalidant steunend en stabiliserend zijn. - Outreachende benadering - bemoeizorg Zowel veranderingsgerichte begeleiding als stabiliserende begeleiding kan geïnitieerd worden door de maatschappelijk werker zelf. Dit kan naar aanleiding van signalen die een van de medebehandelaars heeft opgepakt, of op advies van de specialist. De revalidatiemaatschappelijk werker kan op basis van deze signalen hulpverlening aanbieden. Revalidatiemaatschappelijk werkers zullen ook uit eigen beweging op de hiervoor geëigende plekken zoals het Multi Disciplinair Overleg, een ondersteunings- of hulpverleningsaanbod neerleggen. De outreachende benadering van het maatschappelijk werk is binnen de revalidatie echter gebonden aan de voorwaarde dat de revalidant op een of andere manier op de hoogte is van de aanwezigheid van deze vorm van begeleiding. Ook moet er op enigerlei wijze een akkoord zijn voor de inschakeling (bijvoorbeeld wanneer dit protocollair gebeurt, moet het de patiënt zijn verteld). - Concrete en informatieve hulpverlening Ziekte en het hebben van (tijdelijke) beperkingen ten gevolge van een ziekte of aandoening kan allerlei praktische problemen met zich meebrengen. Er moeten hulpmiddelen worden aangevaagd of een (tijdelijke) andere woonplek. Ook een permanente woonvoorziening na de revalidatieperiode, zoals opname in een verpleeghuis kan noodzakelijk zijn en ingrijpende gevolgen hebben voor de revalidant en zijn omgeving. Informatieve hulpverlening wordt door het revalidatiemaatschappelijk werk vaak geboden in de vorm van psycho-educatie; het vertellen over de psychische impact van de ziekte of aandoening. Dit gebeurt in individuele hulpverleningstrajecten, maar ook in groepsverband (zoals hartrevalidatie, diabetes, Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) en chronisch pijnpatiënten). - Onderzoek en rapportage Dit zijn activiteiten die er op gericht zijn samen met patiënten en/of hun omgeving de sociale situatie te verkennen. Met de uitkomsten daarvan kan een maatschappelijk werker het revalidatiebehandelteam (vaak in de persoon van de hoofdbehandelaar, de specialist) een advies geven over belangrijke beslissingen die genomen moeten worden gedurende de behandeling. Revalidatiemaatschappelijk werkers onderzoeken en rapporteren (naast de gebruikelijke voortgangsrapportages in het dossier, naar aanleiding van contacten met of voor de revalidant) op twee belangrijke momenten, namelijk bij het:

Page 13: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

13

a. Opstellen van sociale anamnese Zodra iemand is aangemeld als revalidant voor een klinische of poliklinische revalidatie is het noodzakelijk dat wordt nagegaan of, en zo ja, welke maatregelen er genomen dienen te worden op psychosociaal terrein om de effecten van de medische revalidatie te optimaliseren. Hierbij dient de visie die de revalidant en diens directe omgeving heeft op het handicap en de gevolgen daarvan voor alle betrokkenen centraal te staan. Het gaat dus om het in beeld brengen van de psychosociale feiten en de beleving van die feiten. Concrete punten hierbij zijn:

• hoe de revalidant en degenen die het meest bij hem betrokken zijn zich verhouden tot de beperking en de gevolgen hiervan voor ieders psychosociaal functioneren;

• wat de draagkracht van en draaglast voor de revalidant is;

• wat de draagkracht van en draaglast voor het sociale systeem waar de revalidant deel van uitmaakt, zijn;

• welke maatschappelijke rollen de revalidant vervult, welke rollen veranderd of weggevallen zijn door zijn beperkingen;

• welke perspectieven de revalidant en de leden van diens sociale systeem hebben met betrekking tot de toekomst;

• in welke mate en op welke manier de revalidant aan het maatschappelijk leven zal kunnen deelnemen.

b. Opstellen van een behandelplan Op grond van de uitkomsten van de sociale anamnese zal een programma (hulpverleningsplan) worden opgesteld. Hierin worden zowel de te ondernemen activiteiten alsook de geschatte tijdsduur en mogelijke samenwerkingspartners buiten het revalidatiecentrum voor uitvoering van die activiteiten vermeld. Hierbij dient het perspectief van de revalidant en de leden van diens primaire sociale systeem centraal te staan. Ook wordt er rekening mee gehouden dat dit perspectief zich kan wijzigen onder invloed van de voortgang óf het uitblijven van verwachte resultaten van de revalidatie. Dit hulpprogramma vormt een integraal onderdeel van het totale revalidatieplan. - Belangenbehartiging en conflictbemiddeling Het is mede de taak van de maatschappelijk werker om er voor te zorgen dat de revalidant en zijn familie zoveel mogelijk tot hun recht kunnen komen. Het zal duidelijk zijn dat hierbij soms sprake is van botsende waarden en inzichten, maar soms ook van botsende belangen. Het intermediair zijn tussen systeem- en leefwereld, maar soms ook tussen de revalidatiesetting en de revalidant of tussen revalidant en overheidsinstanties is een kenmerk van het werk van de maatschappelijk werker in de revalidatie. Dit gebeurt zowel op grond van zijn positie (deel uitmaken van de systeemwereld van het revalidatiecentrum, maar voornamelijk werkend in de leefwereld van de revalidant) als op grond van zijn specifieke taak (werken aan -herstel van- het sociaal functioneren van de revalidant). Voor wat betreft het intermediair zijn tussen revalidatiecentrum en revalidant valt te denken aan het vertalen van (para)medische bevindingen naar de leefwereld van de revalidant: wat is de betekenis van wat er (para)medisch mogelijk of onmogelijk is voor alle betrokkenen? Omgekeerd: hoe kunnen de mogelijkheden en de grenzen van de revalidant en diens naast betrokkenen worden vertaald naar de behandelaars op zo'n manier dat bijvoorbeeld onmacht niet gezien wordt als weerstand en optimisme niet als irrealisme. Natuurlijk is de maatschappelijk werker niet de enige die zich hiermee bezighoudt. Problemen uit de leefwereld van de revalidant kunnen ook tijdens de verschillende therapieën manifest worden. Het is echter de expliciete verantwoordelijkheid van de maatschappelijk werker er voor te zorgen dat deze problemen zowel in het behandelteam als met de revalidant en diens familie op gelijke wijze besproken worden. Op gelijke wijze wil zeggen dat gestreefd wordt naar een maximale openheid over en weer. - Casemanagement, zorgcoördinatie, zorgbemiddeling en zorgafstemming Bij revalidanten met complexe en meervoudige problematiek die het werkterrein van de revalidatie instelling of de individuele maatschappelijk werker overschrijdt, kan de revalidatiemaatschappelijk werker een coördinerende taak op zich nemen. Dat wil zeggen dat hij diverse vormen van hulp- en dienstverlening rondom een bepaald cliëntsysteem coördineert en op elkaar afstemt. Hij kan dat op verschillende manieren doen, variërend van een beperkt soort dienstverlening en belangenbehartiging tot het aangaan van een intensief begeleidingstraject. Het onderscheid tussen de vier genoemde begrippen is als volgt aan te geven:

Page 14: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

14

a. Casemanagement legt bij de begeleiding van de revalidant het accent op de vraagkant, activeert het zelfbeschikkingsrecht van patiënten en is te beschouwen als een vorm van cliëntgericht werken. Het doel is revalidanten sterker te maken zodat ze zelf keuzes kunnen maken voor hulpdoelen en hulpwensen en zo gaande weg weer greep krijgen op hun situatie. Casemanagement kan worden beschouwd als een vorm van veranderings- en competentiegericht werken. Hierbij kan bijvoorbeeld worden bedacht dat de maatschappelijk werker binnen de taken die er in het revalidatietraject liggen rond een schuldsaneringtraject (bijvoorbeeld wanneer een uit huiszetting dreigt tijdens de opname) instanties benadert en de mogelijkheden structureert, maar de revalidant daarbij nadrukkelijk betrekt en het regelwerk dat moet gebeuren niet ‘uit handen’ neemt.

b. Zorgcoördinatie legt bij de begeleiding van revalidanten het accent op de aanbodkant. Verschillende bestaande diensten waarvan de revalidant gebruik moet maken, worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Hierbij vindt re-assessment plaats en zo nodig wordt het aanbod bijgesteld. Zorgcoördinatie is ondersteunend, verbindend en stabiliserend. Revalidatiemaatschappelijk werkers treden op als casemanagers bij onder meer revalidanten met een uitgebreide hulp- en zorgverleningsgeschiedenis. Zij nemen contact op met de betrokkenen uit de thuiszorgsituatie en betrekken hen bij de consequenties die de plannen hebben die in het revalidatietraject worden gemaakt. Tevens stemt het maatschappelijk werk een naderend ontslag met deze partijen af. Zorgbemiddeling richt zich op de fasen: assessment, planning, linking. Voor een revalidant met een blijvende beperking (zoals NAH) kan de revalidatiemaatschappelijk werker bemiddelend (en informatief) optreden richting familie, verzorgenden en multidisciplinaire partners. Gesignaleerde vragen of problemen kunnen door de revalidatiemaatschappelijk werker pro-actief worden opgepakt. Dit alles zonder de conflictsituatie waarvan bij de vorige maatschappelijk werk taak sprake was. Verwijzing kan nadrukkelijk een onderdeel vormen van dit traject.

c. Zorgafstemming beperkt zich tot de fasen: monitoring, evaluatie en afsluiting. De maatschappelijk werker beëindigt het traject met een zorgvuldige afronding richting revalidant en andere betrokken partijen (evaluatie). Hij bekijkt hierbij of het doel is bereikt en de zorg naar tevredenheid/voldoende verloopt (monitoring). Goede verwijzing kan een duidelijk onderdeel vormen van dit traject.

Casemanagement opgevat als containerbegrip wordt in de literatuur vrijwel steeds beschreven als een functie die niet is voorbehouden aan één beroep. De kennis die de revalidatiemaatschappelijk werker heeft van hulpbronnen in de omgeving, van interacties tussen de revalidant en zijn omgeving en van de ontwikkeling van de revalidant maakt echter dat hij goed is toegerust voor deze taak binnen het totale revalidatietraject, in alle genoemde varianten. - Uitbouwen en ondersteunen van sociale netwerken Maatschappelijk werkers richten zich op de persoon en de wisselwerking met zijn omgeving. Binnen de revalidatie is het functioneren binnen de sociale omgeving (al dan niet met een blijvende beperking) tijdens en na de revalidatie continu punt van aandacht. De naasten, familie, werken, sport, hobby’s, vrijetijdsbesteding zijn onderdelen van aandacht en gesprek. Wat wil iemand? Wat is er mogelijk? Het na de revalidatie niet meer (volledig) kunnen functioneren in het oude sociale netwerk gaat gepaard met een gevoel van verlies. In het contact met het maatschappelijk werk is er aandacht voor de verwerking van deze verlieservaring. Al naar gelang de uitkomst van de netwerkanalyse helpt de maatschappelijk werker de revalidant stapsgewijs zijn netwerk uitbreiden gebaseerd op de (on)mogelijkheden die er na de revalidatie over zijn. Aandacht voor de naasten uit de omgeving van de revalidant is hierbij cruciaal. Waar nodig zorgt de revalidatiemaatschappelijk werker voor ondersteuning van een overbelast netwerk, bijvoorbeeld door coaching of door het aanboren van nieuwe hulpbronnen. - Crisisinterventie Crisisinterventie staat voor het onmiddellijk, intensief en kortdurend interveniëren ineen situatie waarin de persoon in crisis de greep op zijn situatie tijdelijk verregaand verloren heeft. Dit kan gaan om de revalidant maar evenzeer een van de mensen in de omgeving. Binnen de revalidatie zijn deze crises voornamelijk gekleurd door een gevoel van psycho – sociale onmacht. De psychische balans tussen draagkracht en draagkracht is (tijdelijk) verdwenen; het verdriet en de onmacht over de nieuw ontstane (en blijvende)schade overheerst. De revalidatiemaatschappelijk werker treedt direct en directief op om de persoon en de situatie zo veel mogelijk te stabiliseren, al dan niet met inschakeling van anderen. Na de acute crisis worden vervolgafspraken gemaakt of verwijst de maatschappelijk werker gericht door.

Page 15: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

15

- Signalering en preventie Van de maatschappelijk werker in de revalidatie mag worden verwacht dat deze op de hoogte is van het overheidsbeleid, de intenties die op dat niveau geformuleerd zijn met betrekking tot integratie van mensen met een handicap in de samenleving en de barrières die bij het uitvoeren van dat beleid worden aangetroffen. Van belang hierbij zijn bijvoorbeeld de ontwikkelingen binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), het persoonsgebonden budget (PGB), de stelselherziening binnen de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), de Koers op kwaliteit (2007) en het VN gehandicaptenbeleid (2007). Door het volgen van deze beleidsontwikkelingen kan de maatschappelijk werker ijkpunten vinden waaraan lokaal beleid en lokale beslissingen betreffende individuele revalidanten getoetst kunnen worden. Wanneer blijkt dat door lokaal beleid revalidanten gehinderd worden als burger goed te functioneren, kunnen maatschappelijk werkers acties ondernemen (bijvoorbeeld door het revalidatiecentrum als institutie, of door het in gang doen zetten van een beroepsprocedure). Aandacht schenken aan tekorten en gebreken in regelingen en voorzieningen is een van de maatschappelijk werk taken die voor mensen die van een revalidatieplek afhankelijk zijn een specifiek karakter krijgt. Zij hebben vaak zoveel hulp nodig dat een samenspel van voorzieningen en afstemming van groot belang is. En hoewel veel instanties aangeven niet te ‘zwichten’ voor invloed kan het wel degelijk helpen om de problemen van een revalidant vanuit een revalidatiesetting te bepleiten (richting gemeente, woningbouw of verpleeghuis). Door vroegtijdige onderkenning van probleemsituaties kunnen dreigende problemen voorkomen worden. Bij preventie kan het gaan om thematische voorlichting over bepaalde probleemsituaties, maar ook om het opsporen of voorkomen van problemen bij specifiek risicolopende groepen of individuen. Hierbij kan worden gedacht aan informatiebijeenkomsten rondom specifieke aandoeningen als diabetes of aan de revalidatiemodule ‘herstel en balans’ voor kankerpatiënten. Ook vragenlijsten die de psychosociale aspecten (bijvoorbeeld draagkracht/draagkracht verhoudingen) tijdens een behandeling monitoren, kunnen worden gezien als ‘preventiebeleid’. Het maatschappelijk werk is extra alert op het signaleren van een mogelijk overbelast (mantelzorg)systeem van de cliënt. De verhouding tussen draagkracht en draagvlak wordt goed gemonitord en waar gewenst ondersteund met hulpverlenende gesprekken of de inzet van praktische zorg. Wanneer de balans tussen draagkracht en draagvlak doorslaat naar een overbelasting van het zorgsysteem wordt binnen het behandelteam gezocht naar oplossingen zoals (her)plaatsing – tijdelijke opname binnen het revalidatiecentrum of het regelen van overbruggingszorg elders.

4.6 Kennis Om de visie en de taken van het maatschappelijk werk kracht bij te zetten, heeft de revalidatiemaatschappelijk werker naast de algemene kennis vanuit de opleiding ook specifieke kennis nodig op verschillende gebieden: - Kennis van de zieke mens:

a. psychosociale gevolgen van de ziekte; b. psychosomatische aspecten van de ziekte; c. ontwikkelingen en visies op psychologische, sociologische en filosofische gebieden.

Het is belangrijk dat de revalidatiemaatschappelijk werker kennis heeft van ziektebeelden en in het bijzonder de mentale en sociale gevolgen daarbij. Daarnaast is het van belang dat de revalidatiemaatschappelijk werker op de hoogte is van de implicaties die het bereiken van een ‘plafond’ in het revalidatietraject bij een specifieke aandoening of ziektebeeld met zich mee brengt. - Kennis van het revalidatiecentrum of ziekenhuis waarin de maatschappelijk werker werkt. Een

punt van aandacht voor de revalidatiemaatschappelijk werker is de gevoeligheid voor een hiërarchische structuur die er van oudsher heerst binnen de medische wereld en de huidige cultuur die hier een afgeleide van kan zijn.

- Kennis van het ‘medisch-model’ denken en de consequenties hiervan voor revalidanten met blijvende beperkingen.

- Kennis van ziektebeelden, ziekteprocessen en behandelmethoden. Deze kennis mag globaal zijn, maar specifiek daar waar het gaat om de beleving van de patiënt en de consequenties hiervan voor zijn omgeving. Tevens aandacht voor genetische en biologische invloeden binnen het ziekte- behandelings- en genezingsproces.

- Kennis van de implicaties (zowel psychosociaal als praktisch) bij het bereiken van de maximale mogelijkheden van een revalidant in zijn revalidatietraject.

Page 16: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

16

- Kennis van de sociale kaart: De revalidatiemaatschappelijk werker dient kennis te hebben van de sociale kaart van de regio en heeft kennis van verwijsmogelijkheden op alle voorkomende gebieden.

- Kennis van medisch-ethische vraagstukken; de revalidatiemaatschappelijk werker is op de hoogte van de ethische vraagstukken die in de gezondheidszorg spelen. Hierbij kan hij een coördinerende en bemiddelende rol aannemen.

- Kennis van levensbeschouwelijke culturen en de betekenis van ziekte, ‘ziek zijn’ en beperkingen vanuit deze perspectieven.

- Kennis van grenzen, verantwoordelijkheden en mogelijkheden van de eigen professie. De maatschappelijk werker is goed op de hoogte van zijn eigen mogelijkheden, maar is zich daarnaast ook bewust van zijn onmogelijkheden. Wat binnen zijn takenpakket valt, pakt hij op en datgene wat daarbuiten valt draagt hij over of verwijst hij door. Daar waar nodig gaat hij op zoek naar ontwikkelingsmogelijkheden zoals werkoverleg, bijscholing, intervisie.

De kwaliteit van de hulpverlening en het bijdragen aan onderwijs en onderzoek wordt gewaarborgd door middel van deskundigheidsbevordering (waaronder praktijkbegeleiding), intercollegiale toetsing, intervisie en het onderhouden van een uitgebreid netwerk met externe instanties en hulpverleners. Het maatschappelijk werk kan zich altijd verantwoorden voor de werkwijze en de professionele uitgangspunten. Het professioneel handelen wordt mede gegarandeerd door opleiding (HBO MWD of Social Work met specialisatie maatschappelijk werk), werkervaring, houding (attitude), methodische vaardigheden en technieken. De basis voor het professionele handelen (kennis, taken, competenties) van de maatschappelijk werker is vastgelegd in het ‘Beroepsprofiel van de maatschappelijk werker” (NVMW 2006). 4.7 Specifieke vaardigheden Met kennis alleen lukt het niet om de visie die vanuit de beroepsgroep en vanuit de revalidatie is verwoord professioneel uit te dragen en gestalte te geven. Kennis kan op een professionele manier overgedragen worden met vaardigheden die vanuit de opleiding en ervaringen binnen het werkveld zijn aangeleerd.

• Tweetalig zijn: Als revalidatiemaatschappelijk werker heb je te maken met twee systemen: het systeem van de revalidant en het gezondheidszorgsysteem. De revalidatiemaatschappelijk werker heeft in veel gevallen een ‘vertalende’ rol tussen deze twee systemen en weet met beide systemen adequaat te communiceren.

• Brugfunctie: De maatschappelijk werker moet kunnen bemiddelen tussen systeemwereld en leefwereld wanneer er sprake is van botsende belangen en daarbij de eigen positie integer kunnen houden.

• Begeleiden bij verlies en rouw: participatie in een revalidatietraject gaat vaak gepaard met verlies van gezondheid in de breedste zin van het woord. Ook hier kan de revalidatiemaatschappelijk werker een begeleidende rol vervullen in het verwerken van dit verlies. Hierbij is ook aandacht voor de rouw- en verliesverwerking van de revalidant en zijn omgeving. Revalidanten die het niet lukt zelfstandig deze gevolgen te verwerken, kunnen bij uitstek begeleid worden door de revalidatiemaatschappelijk werker.

• Multidisciplinair werken: multidisciplinair werken in een revalidatiebehandelteam vraagt van alle professionals het vermogen om vakoverstijgend te kunnen denken en om de eigen bijdrage in het behandelproces in samenhang te zien met de bijdrage van anderen. Daarnaast moeten de grenzen van de eigen deskundigheid voor alle deelnemers in het behandelteam helder zijn. Hierdoor kan een zodanige wederzijdse aanvulling en afstemming bereikt worden, dat elkaar ondersteunende en versterkende effecten optreden.

• Handelen in crisissituaties: binnen het revalidatietraject komen crisissituaties voor. De revalidatiemaatschappelijk werker moet hier de juiste crisisinterventies kunnen hanteren om de crisis om te buigen naar een werkbare situatie voor de verschillende disciplines en de revalidant en/of zijn directe omgeving.

• De maatschappelijk werker moet de mogelijkheden die zijn beroep hem biedt vertalen in de medische context waarbinnen hij zijn beroep uitoefent en daarin herkenbaar en aanvaardbaar zijn voor iedereen waarmee hij beroepsmatig in aanraking komt.

Page 17: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

17

4.8 De positie van het maatschappelijk werk in het revalidatie behandelteam Maatschappelijk werkers in de revalidatie verrichten hun werk vanuit een zekere autonomie. Dat is nodig als het gaat om complex werk met een niet-routinematig karakter. De professionele autonomie is echter relatief, want de maatschappelijk werker is onderdeel van een revalidatiebehandelteam. Het revalidatieteam draagt de eindverantwoordelijkheid voor alles wat de teamleden voor of namens het team doen. De revalidatiearts is als hoofdbehandelaar coördinator van het revalidatiebehandelteam. Werken binnen de revalidatie betekent functioneren in een multidisciplinair team in het belang van de revalidant. Een revalidatiebehandelteam is veelal samengesteld uit: revalidatiearts, psycholoog, orthopedagoog, fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut, maatschappelijk werk verpleegkundige en verzorgende. Interdisciplinair werken vraagt van alle professionals dat ze vakoverstijgend kunnen denken en de eigen bijdrage in het behandelproces kunnen afstemmen op de bijdrage van anderen. Via wederzijdse aanvulling en afstemming, kunnen elkaar ondersteunende en versterkende effecten optreden. Voor een goede samenwerking is het nodig op de hoogte te zijn van elkaars mogelijkheden en een goede afstemming te bewerkstelligen tussen ieders eigen vakinhoudelijke inbreng. Revalidatiemaatschappelijk werkers hebben op genoemde disciplines een aanvullend aandachtsgebied. Niet alleen de beperkingen krijgen aandacht, ook het gezonde deel van de mens wordt aangesproken. Door naar dit gezonde deel te kijken, leren revalidanten te focussen op mogelijkheden. Hun sterke kant kunnen ze verder ontwikkelen en uitbouwen ter compensatie van een kant die minder goed functioneert. Meer dan anderen zijn maatschappelijk werkers in staat de invloed van de omgeving van de patiënt te zien. De sociale omgeving is niet alleen van groot belang voor de revalidant, maar heeft ook veel invloed op zijn vermogen om te herstellen. Daarnaast heeft de omgeving zijn eigen hulpvragen in het leren omgaan met de (ziekte van de) revalidant. Om de plek van het revalidatiemaatschappelijk werk in de organisatie goed te kaderen en mogelijkheden en grenzen vast te leggen is het ‘Professioneel statuut maatschappelijk werk’ dat de NVMW in 1997 heeft ontwikkeld (en in 2007 heeft herzien) een goede basis voor (ingebouwde) maatschappelijk werkers en hun organisatie.

Page 18: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

18

5. Tot Slot

Lezers die het revalidatiemaatschappelijk werk vanaf de zijlijn kennen (managers, samenwerkingspartners, multidisciplinaire collega’s), hebben met het lezen van deze brochure een beeld gekregen van wat een maatschappelijk werker binnen de revalidatiesector te bieden heeft. Het lezen van deze brochure heeft revalidatiemaatschappelijk werkers geen nieuwe dingen opgeleverd. Toch is deze uitgave vooral voor hen geschreven. Veel informatie is beknopt bijeengebracht en dit helpt om de kern en de kracht van het werk te formuleren. Ook wil de NVMW de lezers ‘tips’ en ‘handelingsadviezen’ geven over de wijze waarop de informatie in deze brochure kan worden gebruikt.

- Deze brochure biedt voldoende materiaal om een presentatie te geven aan managers, directie en Raad van Bestuur over de kern, kracht en mogelijkheden van het maatschappelijk werk in de revalidatie van patiënten.

- Tevens is er voldoende informatie om een les/presentatie te geven over het doel, de kracht en de meerwaarde van het revalidatiemaatschappelijk werk.

- De tekst van de brochure kan worden gebruikt als discussiestuk onder vakgenoten (in de teams revalidatie maatschappelijk werk of in bijvoorbeeld regionale overleggen). Hierbij staat de vraag centraal of de tekst inderdaad de visie verwoord die in het team of de regio leeft. Op welke onderdelen wordt er anders gedacht en waarom?

- Het is zinvol om een gesprek aan te gaan met het management (ook op hoog niveau) over de ‘missie’ en ‘visie’ die het revalidatiecentrum heeft opgeschreven in relatie tot de taak en mogelijkheden van het maatschappelijk werk. In veel gevallen staan er in dergelijke beschrijvingen formuleringen over de integrale zorg aan revalidanten, vraaggericht werken en het tot zijn recht komen van mensen in de (nieuwe) omgeving. Als revalidatiemaatschappelijk werker kun je hier goed op aansluiten.

- deze uitgave biedt voldoende basismateriaal om een heldere folder voor patiënten en hun betrokkenen te maken waarin wordt uitgelegd wat het revalidatie maatschappelijk werk hen te bieden heeft

- De tekst biedt een uitgangspunt (en houvast) om in gesprek te gaan met beroepsgroepen die het revalidatiemaatschappelijk werk raken. Zowel intramuraal zoals de psycholoog, ergotherapeut, logopedist of (gespecialiseerd) verpleegkundige als extramuraal bijvoorbeeld het algemeen maatschappelijk werk of de eerstelijns psycholoog. Het is van grote relevantie om met deze ‘partijen’ in gesprek te zijn over de verschillen en de raakvlakken die het werk heeft. Alleen op deze wijze kan een krachtige profilering van mogelijkheden van hulpverlening (eenduidig of in ieder geval duidelijk) worden verwoord door alle betrokkenen. En dit komt de hulpverlening aan patiënten en hun systeem direct ten goede.

- Samen met het ‘Competentieprofiel van de revalidatiemaatschappelijk werker’ (NVMW 2009) biedt deze brochure een helder beeld van de deskundigheden die een revalidatiemaatschappelijk werker in huis moet hebben en daarmee kan het als basis worden gebruikt voor functiebeschrijvingen, vacature teksten, waarderingsgesprekken, inschaling, etc.

Page 19: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

19

6. Gebruikte en Aanbevolen literatuur

• Mönnink, Herman de; Verlieskunde, Lemma 1996, ISBN 9789051982749

• Mönnink, Herman de: De Gereedschapskist van de maatschappelijk werker, Elsevier 2004, ISBN 9035226941

• NVMW: Beroepsprofiel van de maatschappelijk werker, 2006, ISBN:9070620243

• NVMW: Beroepscode voor de maatschappelijk werker, 2007, ISBN:9070620197

• NVMW: Competentieprofiel revalidatie maatschappelijk werk, 2008

• NVMW: Professioneel Statuut Maatschappelijk werk, herzien versie 2007’

• Revalidatie Nederland: Revalidatie – toekomstverkenning 2015 (december 2006)

• Revalidatie Nederland: Stelselherziening & marktwerking in de revalidatie (oktober 2005)

• Revalidatie Nederland – algemene informatiebrochure (maart 2004)

• Riet, Nora van: Maatschappelijk werk in de Revalidatie (NVMW, 1999)

• Riet, Nora van en Marie-José Mineur: Maatschappelijk werk in de (intramurale) gezondheidszorg. Van Gorcum 1997.

• Snellen, Ad: Basisboek voor methodisch hulpverlenen in het maatschappelijk werk - een eclectisch integratieve aanpak. Coutinho, 3

e druk 2007.

• Vries, Sjef de; De kern en kracht van het maatschappelijk werk, SPW, ISBN 9789066658219

• Vries, Sjef de; Basismethodiek psychosociale hulpverlening. Oplossingsgericht Ervaringsgericht Systeemgericht. (2008) Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 9789031352432

Aanbevolen websites

• www.nvmw.nl (website Nederlandse Vereniging Maatschappelijk Werkers; inlogdeel voor leden bevat relevante documenten voor ziekenhuismaatschappelijk werkers, waar onder verwijsformulieren, beleidsnotities, folders, etc.)

• www.cbo.nl (kwaliteitsinstituut gezondheidszorg, met onder meer evidencebased richtlijnen rond diverse ziektebeelden)

• www.groepsmaatschappelijkwerk.nl

• www.kinderrevalidatie.info

• www.revalidatienederland.nl (informatie site van de revalidatiebranche)

• www.revalidatienederland.nl/projecten/link (landelijk innovatieprogramma kinderrevalidatie)

• www.movisie.nl/transparantaanbod (Modulensite met aanbodbeschrijving van maatschappelijk werk in ziekenhuizen (2007) en verpleeghuizen (2009), waaronder eind 2009 die van de revalidatie)

• www.verlieskunde.nl (site Herman de Mönnink, met onder meer informatie over verlieskunde en het multi methodisch maatschappelijk werk model)

• www.zorgvoorbeter.nl (verbetertrajecten in de gezondheidszorg)

Page 20: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

20

Bijlage 1 Informatie over de NVMW

De NVMW De Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) is de landelijke beroepsvereniging van maatschappelijk werkers. De vereniging werd in 1947 opgericht en draagt na enkele naamswijzigingen sinds 1995 opnieuw de naam Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers. De vereniging stelt zich ten doel de uitoefening van het beroep maatschappelijk werker te bevorderen, voorwaarden te scheppen die bijdragen aan de bewaking en bevordering van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van maatschappelijk werkers en de beroepsbelangen te dienen van gekwalificeerde maatschappelijk werkers. De NVMW wil bijdragen aan een heldere profilering van de bijdragen van maatschappelijk werkers in alle sectoren waar zij hun vak uitoefenen. Organisatiestructuur De NVMW kent een breed vertakt intern netwerk van relaties met leden via zogeheten functiegroepen. Deze zijn per werksector georganiseerd en samengesteld uit maatschappelijk werkers die de NVMW informeren over de actuele ontwikkelingen in hun werkveld en die bijdragen aan de inhoudelijke voorbereiding van NVMW-activiteiten zoals congressen, publicaties en dergelijke. De functiegroepen fungeren tevens als relevante vertegenwoordigers van maatschappelijk werkers in de verschillende sectoren. Zij zijn zowel informatiebron als referentiekader en fungeren als voortrekkers om nieuwe ontwikkelingen onder collega’s breder bekend te maken en bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van het beroep. De NVMW is gesprekspartner voor overheden, organisaties zoals vakbonden en voor opleidingen (HBO bachelors, masters en andere opleidingsinstituten) voor alle zaken die de beroepsuitoefening betreffen. Door de directe contacten met werkers, werkgevers en koepelorganisaties uit de diverse werksectoren is de NVMW een belangrijk verzamelpunt van signalen uit het werkveld. Het NVMW-bureau coördineert de verenigingsactiviteiten en is gevestigd te Utrecht. Beroepsregister van Agogisch en Maatschappelijk werkers In 1990 heeft de NVMW de Stichting Beroepsregister van Maatschappelijk Werkers opgericht, inmiddels omgedoopt in Beroepsregister van Agogisch en Maatschappelijk werkers/BAMw. Deze onafhankelijke rechtspersoon beheert het beroepsregister. De stichting streeft naar een doorlopende garantie voor het behoud en de ontwikkeling van de beroepskwalificaties van (ingeschreven) maatschappelijk werkers en agogen. Zowel voor de toegang tot het register als voor de herregistratie van ingeschreven maatschappelijk werkers en agogen zijn kwaliteitscriteria geformuleerd. Daardoor kan van de geregistreerden in het beroepsregister het volgende worden gezegd: De ingeschreven maatschappelijk werkers en agogen zijn voldoende theoretisch onderlegd en praktisch ervaren om het beroep maatschappelijk werker, c.q. agoog zelfstandig en kwalitatief verantwoord te kunnen uitoefenen. Eens per vijf jaar geeft het BAMw een vademecum uit. Daarin staan alle ingeschreven maatschappelijk werkers en agogen vermeld. Het vademecum bevat, behalve actuele informatie over beroepsregistratie ook een lijst met de opleidingen en cursussen, die door het BAMw zijn voorzien van registerpunten. De instellingen die beroepsregistratie stimuleren staan eveneens vermeld. Zo is het Vademecum een (openbare) bron van informatie voor werkers, werkgevers, opleidingen en andere geïnteresseerden. Regelmatig worden recente overzichten van geregistreerden, opleidingen en werkgevers op de website geplaatst.

Page 21: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

21

NVMW-activiteiten � Kwaliteitsbewaking, bijvoorbeeld door:

- bevordering van inschrijving van maatschappelijk werkers in het Beroepsregister van Agogisch en Maatschappelijk werkers;

- het fungeren als klachteninstantie voor behandeling van klachten over het beroepsmatig functioneren van maatschappelijk werker via het tuchtrecht, waarvan de uitvoering is opgedragen aan twee onafhankelijke tuchtcolleges;

� Ondersteuning en advies bij beroepsethische vragen; � Beroepsinhoudelijke belangenbehartiging van (groepen) leden en van de beroepsgroep als

geheel; � Informatie en advies bij profileringsvraagstukken; � Organiseren van congressen, studie- en themabijeenkomsten; � Beheer en actualisering van (de documenten van) de professionele standaard (te weten

beroepscode, beroepsprofiel en professioneel statuut maatschappelijk werk); � Uitgeven van NVMW-publicaties; � Voorlichting over bij- en nascholing van maatschappelijk werkers; � Vertegenwoordiging van de beroepsgroep naar overheden, (koepels van)

werkgeversorganisaties, opleidingsinstituten en zorgverzekeraars.

Page 22: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

22

Bijlage 2 Schema Taakgebieden (kern)taken van het maatschappelijk werk

Taakgebied

Kerntaken Taken

Veranderings- en competentiegerichte begeleiding

Ondersteunende en stabiliserende begeleiding

Outreachende benadering – bemoeizorg

Concrete en informatieve hulpverlening Onderzoek en rapportage

Belangenbehartiging en conflictbemiddeling Casemanagement, zorgcoördinatie, zorgbemiddeling en zorgafstemming

Uitbouwen en ondersteunen van sociale netwerken

Kerntaak 1 Werken met en namens cliënten: psychosociale hulpverlening

Crisisinterventie

Signalering

Collectieve belangenbehartiging

Preventie

Taakgebied I Directe en indirecte hulp- en dienstverlening

Kerntaak 2. Werken voor cliënten en potentiële cliënten

Coachen en begeleiden van vrijwilligers en netwerkgroepen

Bijdragen aan beleidsuitvoering en beheer

Bijdragen aan beleidsontwikkeling

Kerntaak 3. Werken in de eigen instelling of organisatie

Intercollegiaal samenwerken en (laten) begeleiden van werken en leren

Opzetten van en participeren in samenwerkingsverbanden Eigen beroep en beroepshandelen profileren en verantwoorden

Taakgebied II Werken in en vanuit een arbeidsomgeving

Kerntaak 4. Werken in externe samenwerkingsver-banden

Consulteren, adviseren en coachen van andere professionals

Reflecteren op het eigen handelen

Kerntaak 5. Zichzelf ontwikkelen in het beroep Plannen van competentieontwikkeling

Bijdrage leveren aan (praktijk)opleiding van toekomstige vakgenoten

Vertalen van maatschappelijke ontwikkelingen in nieuwe beroepsopgaven

Meewerken aan kennisontwikkeling

Taakgebied III Werken aan professionaliteit en professionalisering

Kerntaak 6. Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep

Verspreiden van nieuwe kennis

Page 23: REVALIDATIE MAATSCHAPPELIJK WERKVoor u ligt de brochure ‘Maatschappelijk werk in het revalidatiecentrum’. Deze brochure is op de eerste plaats bedoeld voor maatschappelijk werkers

www.nvmw.nl revalidatiemaatschappelijk werk 2009

23

NVMW Bezoekadres Leidseweg 80 te Utrecht Postadres Postbus 6057 3503 PB Utrecht Telefoon 030 – 2948603 Fax 030 – 2939225 E-mail [email protected]