Resultaten speelgoedenquete

17
Resultaten speelgoedenquête Hoe kijken ouders en grootouders naar speelgoed?

description

Hoe kijken ouders en grootouders naar speelgoed

Transcript of Resultaten speelgoedenquete

Resultaten speelgoedenquête

Hoe kijken ouders en grootouders naar speelgoed?

Met de campagne ‘Ieder kind een sint’ daagt kwb haar afdelingen uit om ook de kinderen uit gezinnen in armoede een leuk sintgeschenk te geven. Nee, we vragen onze afdelingen niet om geld te geven aan een goed doel maar wel om via hun Sinterklaasactiviteiten speelgoed in te zamelen bij de leden. Het gezelschapsspel of de puzzel wordt niet zomaar uit de kast of van op de zolder geplukt. We koppelen aan de inzameling een gesprek tussen (groot)ouders en kinderen over rijkdom en armoede, over leren delen met mensen die het minder goed hebben.

Meer nog dan het aantal stukken speelgoed dat we bij mekaar krijgen en herverdelen staan twee processen voorop. Naast het gesprek over armoede in de huiskamer, leggen kwb-afdelingen contacten met verenigingen van mensen in armoede. We rekenen op een blijvende band tussen hen en in de toekomst nog meer activiteiten die ze samen organiseren. Dit is voor kwb de weg naar samen vereniging maken.

Aan ‘Ieder kind een sint’ hangt ook een speelgoedenquête vast. Meer dan 1.200 gezinnen vonden de weg naar www.kwb.be/sint en vulden de enquête in. De resultaten geven ons een goed beeld van hoe (groot)ouders naar speelgoed kijken en wat ze er mee aanvangen.

We danken in de eerste plaats de vele gezinnen die de moeite hebben gedaan om hieraan mee te werken. Een extra woord van dank ook aan de vele partners aan deze campagne en enquête: Kind & Gezin, Kringwinkels, Visie, ACW, De Wereld Morgen, Okra, Klasse, Welzijnszorg en Welzijnsschakels. Dankzij de publicatie van deze enquête op hun sites of het verwijzen ernaar, konden we ook een breder publiek warm maken om deze enquête in te vullen.

Koenraad Coppensalgemeen voorzitter kwb

Vooraf

1.

Opzet van de enquête

Met deze speelgoedenquête willen we meer te weten komen over: de verwachtingen die ouders hebben rond speelgoed, welk soort speelgoed ze aankopen en welke bestemming het speelgoed krijgt als de kinderen er niet meer mee spelen. Exact 1.259 gezinnen vulden de enquête in.

De enquête bestaat uit 10 gesloten en 2 open vragen. We kozen er ook voor om zo weinig mogelijk persoonsgegevens op te vragen. We hebben ons enkel beperkt tot het onderscheid ouders en grootouders.

881 van de respondenten zijn ouders. Dit is niet verwonderlijk. Als gezinsbeweging telt kwb in haar ledenbestand voornamelijk ouders en ook de thematiek is op maat van de ouders. Toch vulden ook 378 grootouders de enquête in. Zowel het aantal respondenten als de verdeling stelt ons in staat om relevante gegevens en trends naar buiten te brengen.

Het is alvast opmerkelijk hoe de antwoorden van beide groepen weinig verschillen. Daar waar de verschillen relevant zijn, zullen we deze in het rapport toelichten.

Het bestaan van de sint is een droom voor speelgoedwinkels

Niet met Kerstmis of voor een verjaardag wordt het meeste speelgoed cadeau gedaan. De sint is de grote speelgoedbrenger bij uitstek. De (jonge) kinderen kijken dan ook reikhalzend naar de dag waarop hun spelotheek wordt aangevuld. Allicht belonen ouders hun kinderen van tijd tot tijd met een stukje speelgoed, maar dit staat niet in verhouding met het speelgoed dat ze geven als de sint komt.

resultaten speelgoedenquête

Ik ben ouder 70% Ik ben grootouder 30%

2.

resultaten speelgoedenquête

Ik geef het meeste speelgoed:

• Bij Sinterklaas 62%• Als mijn (klein)kind verjaart 27%• Met Kerst of Nieuwjaar 7%• Als ik mijn (klein)kind wil belonen 4%

Ieder kind een sint

Kwb wil dat kinderen met de actie ‘Ieder kind een sint’ een stuk speelgoed afstaan aan kinderen die het minder breed hebben. Zo komt er ook meer ruimte in de speelgoedkast, want de sint brengt ook dit jaar (veel) speelgoed. In 60% van onze gezinnen is deze periode het speelgoedmoment bij uitstek!

Bovendien is dit ook het moment om met kinderen het gesprek rond speelgoed aan te gaan. Kwb wenst dit gesprek te verruimen en het niet enkel te hebben over Wat verlang ik? maar ook over Wat kan ik missen? en Hoe kan ik anderen helpen?.

Hoeveel geld spenderen gezinnen aan speelgoed per kind?

Als we kijken naar de budgetten voor speelgoed merken we dat de helft van de respondenten tot 50 euro per (klein)kind spendeert aan speelgoed als de sint langskomt. De andere helft geeft méér geld uit per kind. 10% van de gezinnen geeft meer dan 100 euro per kind uit aan speelgoed voor Sinterklaas.

Een online onderzoek van vrijetijdsketen Fun toonde in 2009 nog dat 20% van de mensen meer dan 100 euro per kind uitgaf aan sinterklaasgeschenken. Zit de huidige crisis hier voor iets tussen? Een verschil is uiteraard ook wat mensen plannen uit te geven aan sintinkopen en het effectief bestede bedrag. Uit voorgaand onderzoek weten we dat 50% van de gezinnen na 15 november (wanneer onze enquête ten einde liep) nog inkopen moeten doen. 3.

resultaten speelgoedenquête

Dit geef ik elk jaar uit aan speelgoed met Sinterklaas per (klein)kind:

• 0 - 50 euro 62%• 50 - 100 euro 27%• 100 - 200 euro 7%

Opmerkelijk!

Op het einde van de enquête vroegen we de (groot)ouders wat ze nog kwijt willen over speelgoed. Het is opvallend hoeveel (groot)ouders net het teveel aan speelgoed vermelden. Vooral het feit dat ouders dit niet zelf in de hand hebben, wordt als problematisch ervaren. De sint komt niet enkel thuis, maar ook bij de grootouders, peter en meter, … Ook krijgen de kinderen speelgoed bij hun verjaardag van vriendjes en de familie.

Ouders trachten dit op te lossen door een deel van het speelgoed op te bergen en af te wisselen. Ondanks het teveel aan speelgoed kopen we toch graag speelgoed bij.

Spelen is leren: educatief speelgoed is een must

Waarom kopen (groot)ouders graag speelgoed voor onze kinderen? In de eerste plaats vinden ze dat speelgoed een educatieve waarde heeft. Het stimuleert de ontwikkeling van de kinderen.

Maar liefst 78% van de (groot)ouders geeft aan dat ze speelgoed essentieel vinden voor de ontwikkeling van hun kinderen. 59% vindt tegelijk speelgoed een bron van plezier en daarom ook belangrijk.

Wanneer we enkel naar de grootouders kijken, dan valt het verschil nog meer op. Maar liefst 82% koopt speelgoed met het oog op de ontwikkeling, 44% (minder dan de helft) van de grootouders koopt speelgoed (als voornaamste reden) omdat de kinderen er plezier aan beleven. 4.

Bij de ouders zijn deze verschillen veel minder uitgesproken. Bijna tweederde (63%) van de ouders koopt speelgoed omdat kinderen er plezier aan beleven. Opvallend zijn ook de lage percentages voor verveling of alleen leren spelen. (Groot)ouders hebben een hoge gevoeligheid voor de educatieve kant van het spel op zich en minder voor de bijkomende effecten van speelgoed in het algemeen.

resultaten speelgoedenquête

5.

Ik vind speelgoed belangrijk omdat:

• Het van essentieel belang is voor de ontwikkeling van mijn (klein)kind: spelen is leren 78%• Speelgoed een bron van plezier is 59% • Ik mijn kind hiermee gelukkig maak 25%• (Klein)kinderen ook leren alleen te spelen 17%• Speelgoed helpt emoties onder controle houden en leren dat er regels zijn 15%• Mijn kind zich niet zou vervelen 6%

Opmerkelijk!

Ook in de commentaren komen plezier maken en de ontwikkeling van het kind stimuleren terug. Als (groot)ouders het hebben over het stimuleren van de ontwikkeling van het kind stimuleren dan verstaan ze hieronder vaak het aanscherpen van de fantasie of creativiteit.

Enkele commentaren uit het onderzoek:

• Het moet vooral aanzetten tot verbeelding en creativiteit• Het moet leuk en leerrijk zijn.• Het moet leerrijk en plezant zijn• Het moet kwaliteit zijn, het moet speelgoed zijn waar ze iets aan hebben

resultaten speelgoedenquête

6.

Wie bepaalt welk speelgoed er in huis komt?

Met de vorige vaststelling in het achterhoofd maakt het voor (groot)ouders wel degelijk uit welk soort speelgoed er aangekocht wordt. Zullen ze hun kinderen zelf laten kiezen welk speelgoed de sint in het schoentje legt?

Zoals uit onze cijfers blijkt, bepalen (groot)ouders mee de keuze voor het speelgoed dat in huis komt. Eén (groot)ouder op vier kiest zonder de kinderen hierin te raadplegen. In amper 7% van de gevallen kiezen de kinderen zelf.

Wanneer we de ouders en grootouders afzonderlijk bekijken, zijn er ook enkele opmerkelijke verschillen. In 75% van de gevallen kiezen ouders samen met de kinderen speelgoed, grootouders kiezen slechts in 56% van de gevallen speelgoed samen met hun kleinkinderen uit.

Bij de ouders kiest 20% zelf het speelgoed, bij de grootouders is dit 33%. Daartegenover staat dan dat slechts 6% van de ouders hun kinderen laat kiezen wat ze wensen, bij grootouders is dit 10%.

• Het moet duurzaam, educatief of creatief zijn.• Het moet de fantasie van de kinderen stimuleren• Het moet educatief zijn en vrolijk

Wie bepaalt welk speelgoed bij ons in huis komt?

• Mijn (klein)kind en ik kiezen samen 68%• Ik kies zelf 25% • Ik laat mijn (klein)kind kiezen welk speelgoed hij/zij wil 7%

resultaten speelgoedenquête

Waar letten ouders op als ze speelgoed kopen?

Opnieuw komt de pedagogische waarde van het speelgoed naar boven drijven in de antwoorden. Speelgoed moet de kinderen wat bijbrengen en moet bovendien veel spelmogelijkheden bieden. Speelgoed dat niet gewelddadig is wordt verkozen boven duurzaam speelgoed of speelgoed gemaakt in gevaarlijke en slechte arbeidsomstandigheden. Met andere woorden, (de functionaliteit) van het speelgoed op zich is het belangrijkste. Opmerkelijk, vechtspeelgoed past niet in het beeld van educatief speelgoed. Kinderen kunnen wel cowboy en indiaantje spelen, maar dan zonder wapens.

7.

Ik koop speelgoed dat:

• Veel spelmogelijkheden biedt 54%• Mijn kind wat bijbrengt 54%• Niet gewelddadig is 34%• Duurzaam (van hout, gerecycleerd,...) is 30%• Er mooi en plezant uit ziet 18%• Van een bekend merk is 6%• Niet gemaakt is in gevaarlijke en slechte arbeidsomstandigheden 5%

Dit blijkt ook overduidelijk over het soort speelgoed waar (groot)ouders zich aan ergeren. De top vier op een rijtje:

1. geweldspellen (pistolen, zwaarden, gewelddadige games)2. videospellen3. spellen met batterijen en irritante geluiden4. speelgoed dat snel stuk gaat

(Groot)ouders willen hun kinderen geen spellen geven dat enige connectie met geweld oproept.

resultaten speelgoedenquête

8.

Enkele commentaren uit het onderzoek:

• Ik vind het belangrijk dat mijn kind nog “echt” kan spelen, zoals het vroeger in mijn kindertijd was. En dit het liefst met zo weinig mogelijk computerspellen in de buurt. Wij hebben geluk dat onze zoon zich daar niet echt in interesseert.• We proberen onze dochter zo min mogelijk voor de tv of computer te laten zitten.• Ik ben blij dat mijn kinderen nog spelen met echt speelgoed. • Computerspelletjes vinden ze ook leuk maar dit beperken we hier tot een minimum. • Alle creatief speelgoed bv LEGO, poppen, knutselen, gezelschapsspelletjes,boeken, enz.. zijn uitermate geschikt voor de ontwikkeling van kinderen. Weg met Nintendo, PlayStation, gewelddadige spelen.• Voorlopig zijn de kinderen nog klein en bepalen wij wat in huis komt (bv geen computerspelletjes).

Vaak schrijven ze dat dit spellen/materialen zijn die geweld uitlokken. Vooral de zwaarden moeten het in deze enquête ontgelden. Ouders zien dit speelgoed ook als eenzijdig: Je kan er enkel maar mee vechten.

Ook de computergames zijn allesbehalve populair. In de argumentatie omschrijven (groot)ouders deze als asociaal, eenzijdig en vaak ook gewelddadig. Deze eerste twee categorieën lijken wel misdaden tegen de kindertijd.

Bij de aankoop van speelgoed kijken (groot)ouders ook naar het eigen comfort. Zo is batterijverslindend speelgoed en speelgoed dat veel lawaai maakt niet geliefd. Het liefst zien ze hun kinderen spelen met degelijk, constructief speelgoed. Dikwijls speelt ook nostalgie mee. Grootouders en ouders projecteren hun kindertijd graag op de eigen (klein)kinderen. Zo doet het hen veel plezier als ze hun (klein)kinderen enthousiast zien spelen met het speelgoed uit hun eigen kindertijd.

De klassiekers als Duplo, Lego en Playmobil worden vaak genoemd. Voor vele (groot)ouders is dit het ‘echte’ spelen. Het zijn ook bij uitstek dit soort spellen die we als (groot)ouder zelf ook leuk vinden. Je kan je afvragen voor wie de sint eigenlijk langs komt: voor de ouders of voor de kinderen?

resultaten speelgoedenquête

9.

Welk speelgoed vind ik als (groot)ouder leuk?

• Gezelschapsspellen en puzzels 63%• Creatief speelgoed 49%• Bouwspeelgoed 33%• Buitenspelen 30%• Speelgoed voor baby’s en peuters 10%• Poppen 6%• Videospelen 5%• (Elektrische) treinen en auto’s 5%

Opmerkelijk!

Voor vele (groot)ouders is samen spelen met de kinderen quality time bij uitstek. Er gaat niets boven een gezelschapsspel. Ouders en grootouders geven ook aan dat ze hiervan het meest kunnen genieten.

resultaten speelgoedenquête

10.

Speelgoed gooi je niet weg!

Is er een kindje geboren in de familie? Hoog tijd om de zoektocht op zolder in te zetten naar het zorgvuldig bewaarde speelgoed. Je kan er donder op zeggen dat je ouders, ooms of tantes nog één en ander voor je bewaard hebben. Het lijkt alsof met het speelgoed ook de herinneringen en anekdotes naar boven komen. Speelgoed is de nostalgiedoos bij uitstek en is meteen ook de standaard voor wat ze nu beschouwen als het beste speelgoed. Degelijk materiaal dat niet veel plaats inneemt. Blokken, auto’s, treintjes, … dit speelgoed begint aan een nieuw leven met de volgende generatie.

Enkele commentaren uit het onderzoek:

• Gezelschapsspelen zijn de leukste. Het is een sociale activiteit waarbij de sociale vaardigheid getraind wordt. Het traint ook nog het brein en brengt mensen dichter bij elkaar. De televisie kan eens een avond uit!• Wij verkiezen gezelschapsspelen omdat daar het ganse gezin kan van genieten. • Samen als gezin een gezelschapspel spelen vinden wij geweldig en gezellig voor onze houtkachel. • Wij spelen veel gezelschapspelletjes of puzzelen samen. Lekker leuk en gezellig met heel het gezin!• Wij spelen vaak samen gezelschapsspelen in gezinsverband. • Wegens tijdsgebrek en het vele werken in onze bouw, komen we er niet meer aan toe om nog samen te eten. Wanneer we dan op een rustige namiddag eens samen een gezelschapspel spelen, zitten we op die manier dan nog eens samen aan tafel. • Samen als gezin nog eens ouderwets samen nadenken en plezier beleven i.p.v. de ganse avond voor de tv of computer te zitten.

resultaten speelgoedenquête

Opvallend is dat zowel ouders (57%) als grootouders (59%) speelgoed bewaren voor het nageslacht.

Een opmerkelijk verschil is wel dat 81% van de grootouders het speelgoed doorgeeft in de familie. Ouders doen dit slechts voor 67%. Ouders (36%) hebben de tweedehandssites ontdekt om speelgoed te verkopen, voor grootouders(8%) is dit onbekend terrein.De kringwinkel is bij de grootouders (30%) populairder dan bij de ouders (24%).

Samenvattend kunnen we stellen dat ook de huidige generatie ouders het grootste deel van het speelgoed zal bewaren voor later, maar wel sneller geneigd is dan de vorige generatie om speelgoed te ruilen of te verkopen (via internet). Weggooien van speelgoed (3%) is not done, het schenken aan een armoedevereniging gebeurt maar sporadisch (16%).

11.

Als mijn (klein)kinderen niet meer spelen met een stuk speelgoed dan

• Geef ik het door aan (klein)kinderen in mijn familie 71%• Bewaar ik het voor later (voor mijn (klein)kinderen) 57%• Verkoop of ruil ik het (via internet) 27%• Breng ik het naar de kringwinkel 25%• Geef ik het aan een armoedevereniging 16%• Gooi ik het weg 3%

Opmerkelijk!

Het lijkt wel of het speelgoed dat (groot)ouders bewaard hebben, het meest dierbare bezit is én de ook de norm is voor wat ze als “goed” speelgoed omschrijven.

Zo kwamen we in dit onderzoek volgende commentaren tegen:

resultaten speelgoedenquête

12.

Het valt op dat de zorg voor speelgoed een belangrijke waarde is dat ze graag doorgeven aan de kinderen:

Enkele commentaren uit het onderzoek:

• Waar mijn kinderen vroeger mee speelden, spelen mijn kleinkinderen nu mee. Zo zie je dat je niet altijd met de nieuwste trend van speelgoed moet meedoen. • Onze kinderen houden heel erg van Playmobil. Mijn zoon speelt zelfs met stukken van toen ik nog klein was en hij is er dol op.• Door degelijk speelgoed te kopen dat wel niet goedkoop maar degelijk was, kunnen mijn twee kleinkinderen nu genieten van het speelgoed ‘van toen mama klein was ‘.• Wij bewaren leuk speelgoed jarenlang en spelen heel plezierig uren samen met de kleinkinderen.• Mijn kleinkinderen spelen nog geregeld met Legoblokken van hun papa. • Mijn kleinkinderen spelen met de autootjes van mijn zoon 25 jaar geleden, mijn nichtje heeft nog steeds een knuffel van mijn zoon van 25 jaar oud... • Mijn kleinkinderen spelen met het speelgoed van onze kinderen (hun papa): Lego, Fisher Price, Playmobil, Matchbox...

• Ik hou ervan dat de kleinkinderen zorg dragen en alles met respect behandelen zodat het niet direct kapot is.• Het is belangrijk dat mijn kind respect toont voor het speelgoed en er goed voor zorgt!• Er moet met respect gespeeld worden! Al het speelgoed zit in boxen die mogen gemengd worden als wij (de ouders) daar toelating voor geven. Na het spelen moet er opgeruimd worden.• Wij proberen onze kinderen respectvol om te laten omgaan met speelgoed.

Waar halen we onze inspiratie om speelgoed te kopen?

Hoe komen we te weten wat er allemaal in speelgoedland verkrijgbaar is? De speelgoedbrochures werken zowel voor ouders als grootouders het meest inspirerend (83%), maar ook verbruikersorganisaties (62%) hebben hun rol. Dat laatste is vooral te danken aan de interesse van grootouders (71%). Ouders (38%) zijn dan weer gevoeliger voor wat andere kinderen hebben. Ouders en grootouders laten zich nog het minst verleiden door reclame op televisie (20%).

resultaten speelgoedenquête

13.

Bij de keuze van speelgoed speelt mee:

• Het aanbod in brochures van speelgoedwinkels 83%• Tips en adviezen van (verbruikers)organisaties 62%• Wat andere (klein)kinderen in de klas of uit de buurt hebben 35%• Het aanbod via reclame op tv 20%

Komt er een doorbraak van tweedehands speelgoed?

De helft van onze respondenten heeft wel tweedehands speelgoed in huis. Dit hoeft niet te verwonderen. Familieleden en ouders zorgen hier wel voor (zie hierboven). Toch heeft één op de vier niets van tweedehands speelgoed in huis. Slechts bij een minderheid is de kast gevuld met meer tweedehands speelgoed dan nieuw speelgoed. De sint zal dus ook dit jaar heel wat nieuw speelgoed brengen bij onze kinderen.

Ik heb tweedehands speelgoed in huis:

• Ja, minder dan de helft van het speelgoed 56%• Neen 24%• Ja, meer dan de helft van het speelgoed 19%

Uit de enquête van kwb blijkt dat ouders én grootouders nogal hoge verwachtingen hebben van speelgoed. Zo moet het speelgoedje op zich een heel hoge educatieve functie hebben, dan is het pas waardevol. Het moet de kinderen uitdagen, ze moeten er creatief mee aan de slag kunnen, enz.

Speelgoed moet ook een duurzaam karakter hebben: Playmobil, Duplo, Lego, het zijn vaak gehoorde voorbeelden van duurzame spellen. Het zijn veelal ook de spellen waarmee de ouders nog gespeeld hebben en hier goede herinneringen aan hebben. Veel minder wordt de nadruk gelegd op het ecologische aspect van speelgoed of op de manier waarop het spel gemaakt wordt.

Ook gezelschapsspellen worden hoog ingeschat door de respondenten. Het zijn de spellen bij uitstek die het samen spelen symboliseren. Ze brengen voor vele (groot)ouders ook een vorm van kwalitatieve tijd met hun (klein)kinderen met zich mee.

Uitgesproken negatief worden games, speelgoed met batterijen en gewelddadig speelgoed bejegend. Deze wordcloud maakt duidelijk welke spelletjes we als (groot)ouders liever kwijt dan rijk zijn.

Conclusie

14.

Het meest opvallende in deze enquête is het lage percentage kinderen dat zelf mag beslissen welk speelgoed het wil. Amper 7% van de kinderen kiest zonder inmenging van de ouders welk speelgoed de sint brengt. Naast de hoge verwachtingen is ook het respect voor speelgoed heel hoog. Zo geven heel wat (groot)ouders aan dat de zorg voor speelgoed heel belangrijk is.

Zelf zullen (groot)ouders speelgoed vooral bewaren voor het nageslacht of de familie. Een minderheid verkoopt of ruilt het speelgoed. Via de enquête krijgen we zicht op al deze goedbewaarde speelgoedschatten. De actie ‘Ieder kind een sint’ en de herverdeling van speelgoed sluit hier mooi bij aan. Op meer dan 80 plaatsen in Vlaanderen nemen kwb-afdelingen contact op met een vereniging van mensen in armoede (CAW, Welzijnsschakel, OCMW) en zorgen ze voor goed en duurzaam speelgoed. Met deze samenwerking is een eerste stap gezet naar een meer structurele band met deze organisaties.

Uitsmijter

De uitgesproken negatieve houding tegenover wapens en computerspelletjes wekt verwondering. We vroegen aan Sarah Vanden Avenne (stafmedewerker bij Kind en Gezin) welke plaats deze spellen moeten hebben in de vrije tijd van onze kinderen.

Mogen computerspelletjes een plaats krijgen in de speeltijd van kinderen? Sarah Vanden Avenne: ‘Ik denk het wel. Deze spellen zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij: kinderen móeten die vaardigheden ontwikkelen. Er zijn tal van educatieve computerspelletjes waar kinderen plezier aan kunnen beleven en tegelijkertijd veel uit leren. Niet alleen hun vaardigheden met de muis of het toetsenbord, maar ook hun taalvaardigheid en logisch denken worden gestimuleerd. Als je als ouder de controle bewaart over wat en hoe lang je kind op de computer speelt, is daar niets mis mee.’

Onze respondenten hebben het moeilijk met de zwaarden, pistolen en ander speelgoed dat volgens hen enkel dient om mee te vechten. Sarah Vanden Avenne: ‘Zelfs als je geen speelgoedgeweer in huis hebt, zullen kinderen er op school of in de opvang mee in contact komen. Hen helemaal afschermen kan je dus toch niet. Mogen ze van jou geen speelgoedgeweer van de sint verwachten, leg dan uit waarom. Wees niet té kritisch. Het is niet omdat kinderen graag oorlogje spelen dat ze zullen uitgroeien tot agressieve volwassenen. Net door te spelen leren kinderen hun agressie te beheersen. Door een ‘auw, dat doet pijn’ van een ander kind te horen, botsen ze op grenzen en leren ze wat wel en wat niet kan.’

Ieder kind een sint: enquête, november 2012

Conclusie

15.

v.u. Koenraad Coppens, kwb vzwUrbain Britsierslaan 51030 [email protected] - 02/246.52.52