Resultaat in beeld bloembollen maart 2014

5
Resultaat in beeld Onderzoek, feiten en cijfers Bloembollen n Resultaat 2013 n Onkruidbestrijding tulp n Bemestingsdemo n Pythium en vitaliteit bij hyacint n Plaatsspecifieke maatregelen n Hogere opbrengst leliebol n Virus beperken n schakel in succes

description

 

Transcript of Resultaat in beeld bloembollen maart 2014

Page 1: Resultaat in beeld bloembollen maart 2014

Resultaat in beeldOnderzoek, feiten en cijfersBloembollen

n Resultaat 2013 n Onkruidbestrijding tulp n Bemestingsdemo n

Pythium en vitaliteit bij hyacint n Plaatsspecifieke maatregelen n Hogere opbrengst leliebol n Virus beperken n

schakel in succes

Page 2: Resultaat in beeld bloembollen maart 2014

2 Resultaat in beeld Resultaat in beeld 3

Bepaalde onkruidsoorten in tulp zijn lastig te bestrijden. Het gedeeltelijk mislukken van een onkruid-bestrijding kan onder andere leiden tot een verhoogde kans op virus, opbrengstderving, extra arbeid en problemen bij het rooien. Agrifirm Plant beproeft daarom jaarlijks de effectiviteit van diverse strategieën.

Onkruidbestrijding in tulp op lichte klei

‘De Nederlandse agrisector staat bekend om haar innovatieve vermogen. Als Agrifirm Plant geloven wij in de waarde van innovatie. In deze speciale editie van Resultaat in beeld voor bloembollen dragen wij dat uit.

Dit bulletin informeert u over de belangrijk-ste resultaten uit ons onderzoek. Onderzoek dat leidt tot nieuwe kennis en innovaties, waarmee u uw voordeel kunt doen. Of nog beter gezegd: kennis en innovaties leveren euro’s op in uw portemonnee.

Onkruidbestrijding in tulp op lichte klei 3

Pythiumbestrijding en stimulering vitaliteit bij hyacint 4

Virus beperken in tulp 5

Bodemdata vertalen naar plaatsspecifieke maatregelen 6

Hogere opbrengst en meer kali in de leliebol 6

Interview: ‘R&D is er voor alle bollentelers’ 7

Inhoud

De bollenteelt heeft te maken met strenge bemestingsnormen en gronden waar door jarenlange bollenteelt de bodemvruchtbaarheid en -structuur onder druk staan. Agrifirm Plant doet daarom onderzoek naar strategieën om tot een goede aanpak te komen voor behoud en zelfs verbetering van de bodemkwaliteit. Denk aan vruchtwisse-ling, specifieke bemesting en een juiste inzet van gewasbeschermingsmid-delen. Daarnaast heeft elk bolgewas zijn eigen aandachtspunten waarvoor we via onderzoek kennis ontwikke-len. Ook halen we veel kennis uit ons brede internationale kennisnetwerk en vertalen deze naar praktische adviezen in de regio.

Veel kansen zien we in de voortschrij-dende ontwikkeling en koppeling van digitale systemen. Wij beschikken over die kennis en over modules die digitale informatie op perceelsniveau vertalen naar gerichte adviezen. Zo zijn er vele kansen om geld te verdie-nen, ook voor u. Daarom is mijn advies: informeer bij uw Agrifirm Plant specia-list over de nieuwste ontwikkelingen en kennis voor uw teelten en bespreek de mogelijkheden voor implementatie op uw bedrijf. We wensen u een voorspoe-dig teeltseizoen toe.’

Drees Beekman,algemeen directeur

‘ Kennis en innovaties leveren euro’s op’

De proeflocatie was dit jaar Proeftuin Zwaagdijk op lichte kleigrond. De voor-vrucht was meerjarig grasland, represen-tatief voor de West-Friese tulpenteelt. De bollen – cultivar White Marvel, plantmaat 9-10 – zijn half november 2012 geplant. Door de lange winter kwamen de tulpen pas rond 20 maart op. Er is gespoten on-der de meest ideale omstandigheden met 600 l/ha voor opkomst en 400 l/ha na opkomst. Het onkruid bestond voorname-lijk uit muur en paarse dovenetel. Er zijn 15 verschillende strategieën getest, waar-van we 8 interessante tonen.

ResultatenGeen enkele onkruidbestrijdingsstrategie gaf gewasschade of opbrengstderving. Ook een hogere dosering Stomp tot wel 4 l/ha gaf geen gewasschade en was in die concentratie een van de schoonste objec - ten. De twee LDS-Chloor IPC systemen

zijn wekelijks met de botrytis- en virus-bestrijding meegespoten. Bij de overige bodemherbiciden kwam de combinatie Dual Gold + Spectrum er zeer sterk uit. Van de objecten met LDS Chloor IPC in de com-binatie met botrytis- en virusmiddelen gaf de hoogste dosering van 0,5 l/ha per week het schoonste resultaat als aanvul-ling op de toegepaste bodemherbiciden. Experimenteel W is een bodemherbicide waarvan een toelating wordt verwacht.

advies West-FRiese kleiVoor de West-Friese klei geeft een schema met Stomp aan de basis, gevolgd door een combinatie van Dual Gold en Spectrum rond de opkomst en na opkomst Pyra-min het beste resultaat. Na opkomst kan gecorrigeerd worden met Asulam (mits toegelaten) of LDS Chloor IPC. Voor een goede werking moeten na-opkomst- bespuitingen onder goede omstandig-

heden gebeuren om onder andere gewas-schade te voorkomen.Op ‘vuile percelen’ is veel mogelijk, mits middelen op klein onkruid, bij een droog gewas en bij donker weer worden ingezet.

Object BehandelingDosering toepassing

1 controle 0 2 Chloor IPC 4 vo (11/1) Dual Gold / Spectrum 1,5 + 1 ro (6/2) Pyramin 3 ro (1/3)3 Dual Gold / Spectrum 1,5+1,4 ro (6/2) Pyramin 3 ro (1/3)4 Dual Gold / Spectrum 1,5 + 1 ro (6/2) Pyramin 3 ro (1/3) Asulam 4 1 x vo/na bloei (27/4, 27/5)

5 Experimenteel W - ro (6/2) Pyramin 3 ro (1/3)6 Dual Gold / Spectrum 1,5 + 1 ro (6/2) Pyramin 3 ro (1/3) LDS CIPC 0,15 wekelijks7 Dual Gold / Spectrum 1,5 + 1 ro (6/2) Pyramin 3 ro (1/3) LDS CIPC 0,25 wekelijks8 CIPC 4 vo (11/1) Dual Gold / Spectrum 1,5 + 1 ro (6/2) Experimenteel W - ro (1/3) LDS CIPC 0,5 wekelijks

Percentage Pythium

031 mei 07 juni 14 juni 21 juni 28 juni 05 juli

Onbehandeld

Exp. A

Kaliumfosfiet

Exp. B

Ridomil Gold / Exp. C

Orgaplus Sierteelt

Orgaplus / Kaliumfosfiet

10

20

30

40

50

60

120

100

80

60

40

20

0 Bolopbrengst (kg)Aantal onkruiden (n)

1 2 3 4 5 7 86

Zie voor uitleg van combinatie middelen per objectnummer (1 t/m 8) tabel hiernaast.

Tabel 1. Acht behandelingen in vergelijkende proef. Alle objecten zijn voor opkomst op 11/1 voorbehandeld met 4 l/ha Glyphogan en 2 l/ha Stomp. Uitzondering hierop zijn object 1 met alleen Glyphogan en de objecten 3 en 5 met 2 l/ha Stomp extra.

Grafiek 1. Onkruibestrijding en bolopbrengst in tulp per object.

vo = voor opkomst ro = rond opkomst

Diverse strategieën

Page 3: Resultaat in beeld bloembollen maart 2014

4 Resultaat in beeld Resultaat in beeld 5

Bemestingsdemo tulpen

In de bemestingsdemo van 2013 heeft Agrifirm Plant beoordeeld of verschil-lende strategieën leiden tot visuele en opbrengstverschillen. Een standaardbe-mesting met en zonder Orgaplus is ver-geleken met een KAS-stikstofbemesting in één keer en met gecontroleerd vrijko-mende meststoffen Agroblen en Topcote. Tijdens het groeiseizoen liet de toevoe-ging van Agroblen een beter gewasstand zien. Een toevoeging van Agroblen bij standaard Orgaplus Bloembollen leverde niet meer stuks op maar wel meer bollen in de grotere maten. De behandelingen met de langzaam vrij-komende meststoffen gaven ook meer tulpen vanaf maat 11 en ook meer stuks per Rijnlands roede (RR). De resultaten geven aanleiding voor vervolgdemo’s.Demoproeven zijn uitermate geschikt om vragen uit de praktijk te bestuderen en te kunnen beantwoorden. Op deze manier kunnen we bijvoorbeeld eenvou-dig zien of een product en toepassing schade geeft voor een gewas of dat het een positieve toevoeging is voor de ge-zondheid van een gewas en uiteindelijk de opbrengst. Wanneer er in een demo-proef zichtbare verschillen naar boven komen, is dat dan weer aanleiding om een officiële en onafhankelijke proef op te zetten. Zo komen resultaten uiteinde-lijk ten goede aan de bollentelers.

Selectie blijft de meest effectieve manier om virusoverdracht – met nam Tulip Breaking Virus (TBV) ofwel tulpenmozaïek - virus – te beperken. Door viruszieke planten weg te nemen, kan er ook geen overdacht door de groene perzikbladluis meer plaatsvinden. Andere manieren om virusoverdracht te beperken zijn het ge-bruik van olie, pyrethroïden of luisdoders. Van olie is bekend dat deze in meer of mindere mate de waslaag van de tulpen aantast. Wanneer vroeg in het seizoen wordt begonnen met het spuiten van olie, is de selectie lastiger door een reactie van het gewas. Cultivar Monte Carlo is zeer gevoelig voor olie, terwijl Yokohama er

redelijk tegen bestand is. Dit komt onder andere door de bladstand en de hardheid van het blad. De bladschade die optreedt hangt af van de omstandigheden bij het spuiten. Bij felle zon, lage relatieve luchtvochtigheid en afhankelijk van de keuze van de vuurmiddelen kan de opbrengstderving oplopen tot circa 15%.

PRoeFoPzetIn een proef heeft Agrifirm Plant bekeken wat de toegevoegde waarde is van ver-schillende strategieën op het beperken van virusoverdracht: wekelijks alléén pyrethroïden, wekelijks pyrethroïden met luisdoders en wekelijks 6,25 l/ha Olie-H

Met name in het witte en gele sortiment blijft het lastig om het virus onder controle te houden. Ondanks het selecteren van gezonde partijen, worden dikwijls partijen gedeclassificeerd of afgekeurd. Daarnaast is het een uitdaging om met steeds minder toepassingen per middel de virusoverdracht te beperken. Agrifirm Plant zoekt naar de beste strategieën.

Virus beperken in tulp

2

0

4

6

8

10

12

Onbehandeld Sumicidin S /Calypso

Sumicidin S Olie-H /luisdoders

Bolopbrengst (kg)

%TBV

Grafiek 3. Percentage virusbeperking en bolopbrengst per behandeling.

met luisdoders. Deze strategieën zijn vergeleken met onbehandelde objecten.De cultivar was Yokohama, ziftmaat 9-10, met een aanvangspercentage virus van 0,8% waaraan per veldje 20 viruszieke bollen (van een andere cultivar) zijn toegevoegd om de virusdruk te vergroten.

Resultaten n Alle behandelingen hadden een verge-

lijkbare opbrengst, behalve de behande-ling met Olie-H. De olie tastte zichtbaar de waslaag aan.

n Het gebruik van wekelijks een pyre-throïde gaf een goede virusbeperking.

n De toevoeging van luisdoders aan de pyrethroïden gaf een betere virus-beperking.

n De grootste virusbeperking wordt verkregen met Olie-H.

adviesZorg altijd voor een pyrethroïde en luis-doders in het luisbestrijdingsschema, en begin op tijd in het seizoen. Voor vermeerderingsmateriaal en partijen waar virus een probleem is en een (beperkte) opbrengstderving acceptabel, is te overwegen om olie aan het schema toe te voegen, maar raadpleeg hiervoor eerst uw Agrifirm Plant specialist.

Bij Pythiuminfectie vertonen de wortels glazige plekjes en doorgaans breidt de aantasting zich uit over het gehele wortelstelsel. De plant kan dan niet meer de benodigde voedingselementen opnemen. Het gevolg is gele bladpunten en een vroeg afstervend gewas. Naast de bestrijding van Pythium is het cruciaal dat de hyacinten vitaal blijven. Een hyacint die sterk op zijn wortels staat, is weerbaarder. De vitaliteit is te bevorderen door een gezond bodemmilieu rond de bollen te creëren en de beworteling te stimuleren.

PRoeF in 2013Agrifirm Plant heeft in 2013 een proef laten uitvoeren op Floratuin Julianadorp. Hierin wordt gezocht naar producten die

Pythiumbestrijding en stimulering vitaliteit bij hyacint

Door intensivering van de hyacintenteelt neemt de Pythiumdruk aan - zienlijk toe. Agrifirm Plant laat onderzoek doen naar de beste strategie om Pythium te bestrijden en de vitaliteit van het gewas te bevorderen.

Percentage Pythium

031 mei 07 juni 14 juni 21 juni 28 juni 05 juli

Onbehandeld

Exp. A

Kaliumfosfiet

Exp. B

Ridomil Gold / Exp. C

Orgaplus Sierteelt

Orgaplus / Kaliumfosfiet

10

20

30

40

50

60

120

100

80

60

40

20

0 Bolopbrengst (kg)Aantal onkruiden (n)

1 2 3 4 5 7 86

Zie voor uitleg van combinatie middelen per objectnummer (1 t/m 8) tabel hiernaast.

Grafiek 2. Percentage Pythium per behandeling.

% P

ythi

um

gecombineerd met bemesting en Pythi-umbestrijders de wortelvorming bevor-deren en de bodem verbeteren. Naast de gebruikelijke producten zijn experimen-tele middelen toegepast. In de proef was sprake van een zware tot matige Pythi-umaantasting, zodat de effecten van de behandelingen goed zichtbaar waren.

ResultatenAlle behandelingen waren veilig voor het gewas. Alleen een wortelbevorderend product bleek niet afdoende om Pythium te bestrijden. Van de experimentele mid-delen was Experimenteel A het effectiefst. De behandeling met kaliumfosfiet en Orgaplus gaf een gelijkwaardig resultaat als de behandeling met Ridomil Gold.

Page 4: Resultaat in beeld bloembollen maart 2014

6 Resultaat in beeld Resultaat in beeld 7

‘ R&D is er voor alle bollentelers’

‘Ik maak aaltjesadviezen op maat en spreek die door met de specialist voordat hij ermee naar de klanten gaat’, begint Hetty Regeer te vertellen. ‘Vanuit de bollenteelt kwamen het afgelopen jaar vooral vragen over aardappelmoeheid. Dat komt door de aangescherpte regel - geving, waarbij grotere monsters moeten worden genomen en een kleine besmetting eerder wordt opge-spoord.’ Heeft ze op een vraag geen pasklaar antwoord, dan raadpleegt ze wetenschappelijke literatuur of een deskundige uit het brede kennisnetwerk. ‘Het is heel handig dat we veel contacten hebben met onderzoekers van PPO Lisse en PRI in Wageningen.’

Regeer verzorgt ook de opleiding en bijscholing over aaltjes voor specialisten. ‘Onlangs hebben we een cursus gegeven specifiek voor de bollenteelt en daarvoor deskundigheid van PPO ingeschakeld. PPO verzorgde het wetenschappelijke deel van de cursus; ik het praktische. Onze specialisten zijn qua kennis helemaal bijgespijkerd.’

Productmanager Jan Koopman van Cebeco Agrochemie is de man van de gewasbeschermingsmiddelen. ‘Ik probeer de specialisten van Agrifirm Plant zo goed mogelijk te informeren over ontwikkelingen.

Momenteel vraagt de introductie van de nieuwe etikettering veel tijd en aandacht. Sinds een jaar komen de vernieuwde etiketten voor onkruidbestrijding op de markt, maar middelen met oude etiketten en dus andere voorschriften mogen nog wel tot een bepaalde periode worden opgebruikt. Je krijgt de verwarrende situatie dat verschillende etiketten naast elkaar bestaan en onduidelijkheden tot wanneer de verschillende middelen

‘�De�introductie�van�nieuwe�etiketten�vraagt�momenteel�veel�tijd�en�aandacht’

mogen worden verkocht.’ Koopman coördineert ook de gewas-beschermingsdemo’s en -proeven voor Agrifirm Plant. ‘Als fabrikanten nieuwe middelen aanprijzen, dan willen we ze eerst beproeven om te zien of ze in de praktijk uitpakken zoals wordt gezegd.’ Omgekeerd heeft hij ook een signalerende rol naar de fabrikanten: knelpunten in de bollenpraktijk, zoals een te krap middelenpakket, probeert hij bij de industrie neer te leggen. Tevens communiceert hij met de producenten over de effectiviteit van de middelen. Samen wordt steeds gezocht naar mogelijke verbeteringen van de inzet en/of toepassing. Zijn brugfunctie tussen praktijk en industrie maakt hij dubbel en dwars waar. Op basis hiervan kunnen de Agrifrm Plant specialisten die keuzes maken die het meeste rendement opleveren voor de bollentelers.

De medewerkers van afdeling R&D doen achter de schermen belangrijk werk. Neem aaltjesdeskundige Hetty Regeer. Ze staat klaar voor vragen van klanten, maar wordt ook gevoed door de buitendienst en gedachtegangen van klanten over situaties die ze in de praktijk tegenkomen. Jan Koopman, product-manager bij Agrifirm-dochteronderneming Cebeco Agrochemie, vormt een brugfunctie tussen praktijk en industrie, die van grote waarde is voor het bloembollenvak.

Als er binnen een perceel plekken zijn waar de gewasgroei achterblijft, wilt u graag bijsturen. Kant-en-klare adviezen gebaseerd op betrouwbaar gemeten bodeminformatie helpen hierbij. Agrometius en Agrifirm Plant bieden dit sinds kort aan met de dienst ‘Bodemkaarten met advies’ voor bekalking.

Bodemdata vertalen naar plaatsspecifieke maatregelen

De Veris bodemscan van Agrometius meet diverse belangrijke bodemfactoren binnen uw perceel plaatsspecifiek. Zoals pH, orga-nische stof en elektrische geleidbaarheid (EC), wat de basis is voor het berekenen van lutumpercentages. Agrifirm Plant werkt aan de vertaling van deze bodem-data naar strooiadviezen in de vorm van taakkaarten. Deze bestanden sturen de machine aan voor de variabele afgifte van producten die de groeiomstandigheden

voor gewassen verbeteren.

BekalkingsadviesDe eerste vertaalslag van bodemdata naar een plaatsspecifiek advies is het bekalkingsadvies. Op basis van de pH, het organische stofgehalte en de kalkformule berekent Agrifirm Plant de pH-streefwaar-de voor een optimale groei en de hoogste opbrengst bouwplanbreed. Opbrengst-verliezen door een te lage pH kunnen

immers oplopen tot wel 50%. De optimale waarden rekenen we binnenkort voor in een €-kaart, die in ontwikkeling is.Agrifirm Plant is daarnaast volop bezig met de ontwikkeling van nog meer plaats-specifieke adviezen, waaronder voor het variabel strooien van compost en gips.

De bodemscandienst Agrometius en Agrifirm Plant is op de Mechanisatiebeurs 2014 gekozen tot winnende noviteit.

Afbeelding 2 (l)bodemkaart pH-werkelijk

Afbeelding 3 (r): bodemkaart pH-streefwaarde

Agrifirm Plant heeft voor de lelieteelt twee seizoenen kaliproeven gedaan. De proeven zijn uitgevoerd op een zandperceel rond Hoornsterzwaag. Uniek is dat in het tweede seizoen gebruik is gemaakt van hetzelfde uitgangsmateriaal als van het eerste proefseizoen. Zo kunnen meerjarige effecten op de bolkwaliteit worden gemeten.

Hogere opbrengst en meer kali in de leliebol

Uit de bodemanalyses voorafgaand aan de proef bleek dat het perceel arm was aan kalium. Alle objecten hebben in het voorjaar eerst 100 kg kali toegediend gekregen. Vervolgens zijn kalitrappen aan-gelegd door tussen de 0 en 300 kg extra kali te geven. De giften zijn verdeeld over vier strooitijdstippen. De totale kaligift varieerde dus tussen de 100 en 400 kg.

duidelijk oPBRengsteFFectIn de proef zagen we beide jaren een duidelijk effect van de kalium op de opbrengt. Daarnaast liep het kaligehalte in het geoogste product op. In het tweede teeltjaar varieerde het K-gehalte in de droge stof van 17,4 tot 24,0 g/kg ds. De geoogste bollen zijn afgebroeid. Het beeld uit de proef is helder: meer kali in de bol gaf een betere kleur, een hoger takgewicht en meer knoppen.

kaliBemesting oP maatOp de kaliarme percelen in Hoornster-zwaag zien we grote kali-effecten. Op kalirijkere percelen zal het effect minder groot zijn. Stem uw kaligift daarom af op de kalisituatie van het perceel. Zo groeit het gewas goed, verbetert de broeikwali-teit en heeft het gevoelige leliegewas zo min mogelijk last van een overmaat aan nutriënten en zouten.

4,9 - 5,4 pH 1,53 ha4,7 - 4,8 pH 1,25 ha4,6 - 4,6 pH 1,15 ha4,5 - 4,5 pH 1,37 ha4,3 - 4,4 pH 3,06 ha4,2 - 4,2 pH 0,48 ha3,6 - 4,1 pH 0,56 ha

Min: 3,6 pHMax: 5,4 pH Gem: 4,5 pH

5,2 - 5,4 pH 1,93 ha5,1 - 5 pH 3,24 ha5,0 - 5,0 pH 4,22 ha5,0 - 4,9 pH 0,00 ha

Min: 5,0 pHMax: 5,4 pH Gem: 5,1 pH

Oplossingen voor vragen uit de praktijk

Page 5: Resultaat in beeld bloembollen maart 2014

Agrifirm Plant

Redactieenvormgeving Agrifirm Plant en GAW ontwerp en communicatie Fotografie Albert Brunsting, Agrifirm Plant Drukwerk TOTdrukwerkColofon

febr

uari

201

4

Creil Espel

Warmenhuizen

Julianadorp

Cocksdorp

Kollummerwaard

VierhuizenMensingeweer

Lelystad Dronten

ZeewoldeAlmere

Westerbork

Rolde

Slootdorp

Opheusden

Valthermond

Oosterzee

Steenwijkerwold

Wapse

Sexbierum

Heesch

Vredepeel

Drunen

Udenhout

Wijnandsrade

Gulpen

Zwaagdijk

Colijnsplaat

Nieuw Beerta

Nieuw ScheemdaHaren

NageleEns

Tollebeek Giethoorn

UithuizermeedenOudeschip

Langeweg

Werkendam

Berendrecht (B)

Legenda

Rode kool

Rassen Biologische akkerbouw

ZaaiuienGrasland Diverse gewassen WortelenUienMaïsZomertarwe GranenJapanse haverWintertarwe Wintergerst SuikerbietZomergerst Prei

AardappelenSluitkool Peer BoomteeltAppel NarcisHyacint TulpLelie Zantedeschia DruifjeGladiool

MeststoffenVanggewas Gewasbeschermingsmiddelen

Proeven 2013 Demo’s 2013

Precisielandbouw Vitaliteit Bakkwaliteit

Groenbemester

Proeven en demo’s

ww

w.a

gri

firm

.co

m/p

lan

t