Remeha Optimum

download Remeha Optimum

of 24

description

caldera

Transcript of Remeha Optimum

  • Remeha W23sRemeha W23c

    Gaswandtoestel met schone

    verbranding

    Vermogen: 8,6 - 23,4 kW

    Technische informatie

    Re

    me

    ha

    W

    23

    s/

    W2

    3c

  • Remeha W23s/c

    2

    INHOUD

    8. Installatievoorschrift voor de elektro- technische installateur 14 8.1 Algemeen 14 8.2 Netspanning 14 8.3 Kamerthermostaat / klokthermostaat 14 8.4 Vorstthermostaat 14 8.5 Toegepaste apparatuur 14 8.6 Schema's Remeha W23s 15 8.6.1 Elektrisch schema 15 8.6.2 Bedradingsschema 16 8.6.3 Aansluitschema 16 8.7 Schema's Remeha W23c 17 8.7.1 Elektrisch schema 17 8.7.2 Bedradingsschema 18 8.7.3 Aansluitschema 18

    9. Installatievoorschrift voor de gas tech ni sche installateur 19 9.1 Gasaansluiting 19 9.2 Gasdrukken 19 9.3 Afstellen branderdruk 19

    10. Bedieningsvoorschrift 20 10.1 In bedrijf stellen 20 10.2 Uit bedrijf nemen 20 10.3 Aftappen 20

    11. Richtlijnen voor het lokaliseren en opheffen van storingen 21 11.1 Waakvlam dooft 21 11.2 Ketel komt niet in bedrijf 21 11.3 Ketel komt in bedrijf maar gaat direct daarna uit 22 11.4 CV installatie komt niet op temperatuur 22 11.5 Ketel levert onvoldoende of geen warm water 22 11.6 Lange wachttijden sanitair warmwater 22 11.7 Tapwater komt niet op temperatuur 22

    12. Inspectie- en onderhoudsvoorschrift 23 12.1 Inspectie 23 12.2 Onderhoud en reiniging 23 12.3 Reiniging filter 23

    Voorwoord 3

    1. Algemene toestelomschrijving 3

    2. Constructie 3

    3. Technische gegevens en afmetingen 4

    4. Rendementsgegevens 64.1 Rookgaszijdig rendement 64.2 Waterzijdig rendement 64.3 Nullastverlies 6

    5. Toepassingsgegevens 6 5.1 Algemeen 6 5.2 Open uitvoering 6 5.3 Gesloten uitvoering 7 5.4 Vereenvoudigde CLV systemen 7

    6. Werkingsprincipe 8 6.1 Remeha W23s 8 6.2 Remeha W23c 9 6.3 Belastingsregeling 9

    7. Installatievoorschrift voor de verwarmingsinstallateur 10 7.1 Algemeen 10 7.2 Opstelling 10 7.3 Bevestiging 10 7.4 Toesteluitvoering, rookgasafvoer en lucht toe voer 10 7.4.1 Open uitvoering 11 7.4.2 Gesloten uitvoering 11 7.5 Wateraansluitingen 11 7.6 Overstortventiel 11 7.7 Circulatiepomp 11 7.8 Hydraulische voorschriften 12 7.8.1 Algemeen 12 7.8.2 Thermostatische radiatorkranen 12 7.8.3 Vloerverwarming 12 7.8.4 Weersafhankelijke regeling 12 7.8.5 Cascade opstelling 12 7.8.6 Thermosifonwerking 12 7.8.7 Waterbehandeling 12 7.9 Remeha W23s 13 7.10 Remeha W23c 13 7.11 Montagebeugel Remeha W23c 13

  • 3VOORWOORD

    Deze technische informatie bevat nuttige en belangrijke informatie voor het goed functioneren en onderhouden van het Remeha c.v.-toestel, model Remeha W23s/c.Tevens bevat het belangrijke aanwijzingen om vr het in bedrijf stellen en tijdens het in bedrijf zijn een zo veilig en storingvrij mogelijk functioneren van het toestel moge-lijk te maken. Lees vr het in werking stellen van het toestel deze hand lei ding goed door, maak u met de werking en de bediening van het toestel goed vertrouwd en volg de ge ge ven aan wij zin gen stipt op.

    Indien u nog vragen heeft of verder uitleg wenst aan gaan de specifieke onderwerpen die op dit toestel be trek king heb-ben, neemt u dan contact op met onze afd. Marketing & Sales support. De in deze technische informatie gepubliceerde ge ge vens zijn gebaseerd op de meest recente informatie. Zij worden verstrekt onder voorbehoud van latere wij zi gin gen. Wij behouden ons het recht voor op ongeacht welk moment de constructie en/of uitvoering van onze pro duk ten te wijzigen zonder verplichting eerder gedane le ve ran ties dienovereenkomstig aan te passen.

    2. CONSTRUCTIE

    De Remeha W23s/c is in een ge slo ten lucht kast geplaatst, waardoor warmteverliezen en het ge luids ni veau tot een minimum beperkt blijven.De warmtewisselaar is vervaardigd uit n stuk gietalu-minium en is voorzien van een gloeibus voor een optimale geleiding van de rookgassen.Een watergekoelde voorgemengde brander zorgt voor een optimale verbranding.

    Een rookgasafvoerventilator zorgt voor de afvoer van de rookgassen en de toevoer van de verbrandingslucht.De gas- en wateraansluitingen zijn overzichtelijk aan de onderzijde van het toestel aangebracht. De ver bran dings-lucht toe voer en rookgasafvoer bevinden zich op stan daard maatvoering aan de bovenzijde van het toestel.

    Toelichting Gaskeur CW-label:Het Gaskeur CW-label is een pres ta tie la bel voor gasgestookte warm-waterbereiders en geeft aan dat het betreffende toestel bij de berei-ding van warm tapwater voldoet aan specifieke eisen met betrekking tot een aantal doelmatigheids- en comfortaspecten.

    Toepassingsklasse 3:Geschikt voor:- het voeden van een keu ken tap punt met tenminste 3,5 l/min. van

    60C,- een douchefunctie vanaf 6 l/min. tot ten min ste 10 l/min. van 40C,- het vullen van een klein bad van 100 liter met 10 l/min. van 40C

    ge mid deld,- gelijktijdigheid van de functies is niet vereist.

    Specifieke leidingslengte/wachttijd (zie tabel hoofdstuk 3):De specifieke leidinglengte is de maximale, ongesoleerde lengte ( 10/12 mm), waarbij het toestel in de slechtst denkbare zo mer si tua-tie binnen 30 seconden warmwater met een blijvende tem pe ra tuurs -ver ho ging van 35C levert aan het keukentappunt.

    1. ALGEMENE TOESTELOMSCHRIJVING

    De Remeha W23s/c is een ver be terd ren de ment gas-wand toe stel die in twee uit voe rin gen verkrijgbaar is: a) Remeha W23s - zonder ingebouwde warm wa ter voor- ziening (Solo-uitvoering).b) Remeha W23c - met gentegreerde warm wa ter voor- ziening (Combi-uitvoering).

    Het toestel is gekeurd op de essentile eisen van de on der staan de richtlijnen:- Gasrichtlijn nr. 90/396/EEG- Rendementsrichtlijn nr. 92/42/EEG- EMC-richtlijn nr. 89/336/EEG

    en voldoet aan de volgende richt lij nen:- Laagspanningsrichtlijnnr. 73/23/EEG- Machinerichtlijn nr. 89/392/EEGCE-identificatienummer Remeha W23s/c: 63AQ 6520.

    Een unieke watergekoelde, voorgemengde brander zorgt voor een lage NOx- en CO-emissie, waarmee ruim schoots het predicaat 'Schonere Verbranding' gehaald wordt. Een gesloten luchtkast maakt dat plaatsing in vrijwel elke be schik ba re ruimte mogelijk is. De Remeha W23c is voorzien van een platenwarmte-wisselaar voor een snelle warmwaterlevering. Dit toestelvoldoet aan de GIW-eisen en is in het bezit van het nieuwe Gas keur CW (toepassingsklasse 3, zie voor toelichting het bo ven staand kader). Elke Remeha W23s/c wordt voor af le ve ring m.b.v. een test com pu ter gecontroleerd zodat een goed functioneren ge waar borgd is.

  • Remeha W23s/c

    4

    3. TECHNISCHE GEGEVENS EN AFMETINGEN

    1 Retour c.v. 22 uitw.

    2 Aanvoer c.v. 22 uitw.

    3 Gasaansluiting 15

    4 Luchttoevoer 80 inw.

    5 Rookgasafvoer 80 inw.

    6 Sanitair koud 15

    (alleen bij Remeha W23c)

    7 Sanitair warm 15

    (alleen bij Remeha W23c)

    Maten in mm

    VooraanzichtLinkerzijaanzicht

    Afb. 1 Aanzichttekeningen

    Bovenaanzicht

  • 5BelastingsregelingMax. belasting c.v.- bedrijfNominaal vermogenNominale belasting (Hs)Nominale belasting (Hi)Verbruiksvoordrukcategorie I 2LBranderdrukGasverbruikInspuiterNOx emissie bij O2 = 0% (n=1)Afvoerklasse bij open uitvoeringMontagegewichtRookgasvolume

    Min. waterbedrijfsdruk c.v.Max. waterbedrijfsdruk c.v.Max. watertemperatuur c.v.Max. bedrijfstemperatuur c.v.MaximaalthermostaatWaterinhoud c.v.- zijdigWeerstand c.v.- zijdig (t = 20C)

    Gaskeur CW-klasseTapcapaciteit max. (60C)TapdrempelZomertaprendement (Hi)Specifieke leidinglengte (10/12 mm)Min. benodigde drukval sanitairzijdigMax. werkdruk sanitairzijdigWeerstand sanitairzijdig (6 l/min)- incl. tapbegrenzer- excl. tapbegrenzerWaterinhoud sanitairzijdig

    Max. opgenomen vermogenElektrische beschermingsgraadVoeding t.b.v. klokthermostaatNominale stroom kamerthermostaat

    Remeha W23s

    Remeha W23c

    Type

    kWkWkWmbar

    mbarm3s/h mmppm

    kgkg/h

    barbarCCClitermbar

    l/minl/min%mbarbar

    barbarliter

    VAIPVA (V)A

    modulerendinstelbaar

    8,6 - 23,411,6 - 28,610,5 - 25,7

    20 - 30

    2,0 - 15,31,3 - 3,2

    1,0512 - 20

    B4254

    0,83

    110901104,9230

    36

    1,354,523,40,48

    ca.2,0 0,6 0,4

    14041

    2,4 (24)0,3

    aan/uitinstelbaar

    8,6 - 23,411,6 - 28,610,5 - 25,7

    20 - 30

    2,0 - 15,31,3 - 3,2

    1,0512 - 20

    B3854

    0,83

    110901104,5180

    -------

    ---

    14041

    2,4 (24)0,2

    - Geschikt voor aardgaskwaliteit I 2L.- Circulatiepomp.- Thermo-manometer.- Rookgasafvoerventilator.- Thermo-elektrische regel- en beveiligingsapp.: 24V.- Temperatuurregeling: in stel baar van 40 - 90C.- Luchtdrukverschilschakelaar.- Watergebrekbeveiliging d.m.v. de max. thermostaat.- Warmtewisselaar van gietaluminium.- Wit gespoten plaatstalen bemanteling.- Standaard dak- en geveldoorvoersets, mits Giveg goedgekeurd, kunnen worden toegepast.

  • Remeha W23s/c

    6

    4.1 Rookgaszijdig rendementGemiddeld 83,3% t.o.v. Hs (92,5% t.o.v. Hi) in vollast bij 80/60C.

    4.2 Waterzijdig rendementGemiddeld 81,8% t.o.v. Hs (90,8% t.o.v. Hi) in vollast bij 80/60C.

    4.3 Nullastverlies Gemiddeld 0,6% t.o.v. Hs (0,67 % t.o.v. Hi) bij 80/60C.

    5. TOEPASSINGSGEGEVENS

    5.1 AlgemeenHet toestel is toepasbaar in gesloten en open opstelling. In de gesloten opstelling kan gebruik worden gemaakt van een standaard geveldoorvoerset, horizontale dak-door voer set of verticale dakdoorvoerset.

    Klasse indeling t.a.v. rookgasafvoerkanaalOpen toestel : Klasse BGesloten toestel : N.v.t.Type : B12.C32

    Het aansluiten van de Remeha W23s/c op een bouw kun dig rookgas af voer ka naal is, in verband met de mo ge lijk heid van rookgascondensatie, niet mogelijk. Bij toe pas sing van enkelwandige ongesoleerde rookgas af voer lei din gen zal, afhankelijk van de toegepaste diameters of lengtes, ook condensatie-vorming kunnen optreden. De maximale droge lengte is 2 meter voor inpandige rookgasafvoerkanalen en 1 meter voor uitpandige rookgasafvoerkanalen. Een concentrische doorvoerset met enkelwandige rook-gas-afvoerbuis moet hierbij gezien worden als een uit-pandig kanaal. Bij grotere lengten moet gebruik wor den gemaakt van een condensatiewateropvanginrichting.Om te voor ko men dat er hemelwater in het toestel kan lopen, dient het rookgas af voer ka naal altijd van een Gastec-QA goedgekeurde kap te worden voor zien.

    Voor de keuze van het rookgasafvoersysteem staan twee tabellen ter beschikking:Tabel 1, par. 5.2 voor toepassing van de Remeha W23s/c als open toestel.Tabel 2, par. 5.3 voor toepassing van de Remeha W23s/c als gesloten toestel.

    5.2 Open uitvoeringMogelijke toepassing van rookgasafvoerleidingen.

    4. RENDEMENTSGEGEVENS

    Maximaal toegestane lengtes bij open uitvoering van de rook gas af voer lei ding (in m)

    D (in mm) 80 90 100

    1*)132525

    92525

    4*)112525

    3*)122525

    2*)

    Tabel 1 *) zie afb. 2

    21 3 4

    Afb. 2 Uitvoeringen rookgasafvoerleiding

    1 = Rookgasafvoer zonder bochten.2 = Rookgasafvoer met 2 bochten 45 (R=D). Rekening is gehouden met een versleep van 2 m.3 = Rookgasafvoer met 2 bochten 90 (R=D). Rekening is gehouden met een horizontaal traject van 2 m.4 = Rookgasafvoer met een haakse instroming en een bocht 90 (R=D) of met 2 bochten 45 (R=D). Rekening is gehouden met een horizontaal traject van 2 m.

    Opmerkingen:- Per extra bocht van 90 dient u 2 meter van de toe- gestane lengte van de rookgasafvoer af te trekken.- In afwijkende situaties adviseren wij u contact op te nemen met onze afd. Marketing & Sales support.

    Voor de toegelaten materialen, zie tabel 24 in de aan vul ling 1992 van de GAVO (NEN 1078).Uitmonding altijd met kap om inregenen te voorkomen. Uitmonding in een gevel is bij een open uitvoering niet toe ge staan. Zie bovendien hoofdstuk 15 en bijlage C van de aan vul ling 1992 van de GAVO (NEN 1078).

  • 7Opmerkingen:- Per extra bocht van 90 dient u 2 meter van de toe- gestane lengte van de rookgasafvoer af te trekken.- In afwijkende situaties adviseren wij u contact op te nemen met onze afd. Marketing & Sales support.

    De Remeha W23s/c is toe pas baar met stan daard Gastec-QA goedgekeurde gevel- en dakdoorvoeren. De door voe ren dienen voor zien te worden van een Gastec-QA goedgekeurd broek stuk en te worden ge com-ple teerd met een alu mi ni um bocht (afvoer) en een kunst-stof bocht (toe voer). Voor de toegelaten materialen zie tabel 8 in de aanvulling 1992 van de GAVO (NEN 1078).Voor richtlijnen betreffende uitmondingsposities o.a. i.v.m. hinder voor de omgeving, zie aanvulling 1992 van de GAVO (NEN 1078).

    5.4 Vereenvoudigde CLV systemenDe Remeha W23s/c is onder voorwaarden geschikt voor ver een vou di ge CLV- systemen (luchttoevoer en rook gas-af voer in verschillende drukgebieden). Raadpleeg onze afd. Mar ke ting & Sales support.

    5.3 Gesloten uitvoeringMogelijke toepassing van gecombineerde rookgas af voer- en luchttoevoerconstructies.

    Maximaal toegestane lengtes bij geslotenuitvoering van zowel de rookgasafvoer- als

    luchttoevoerleiding (in m)

    D (in mm) 80 90 100

    *) Zie afb. 3Tabel 2

    Afb. 3 Uitvoeringen luchttoevoer- en rookgas af voer lei ding.

    5 6 7

    5 = Luchttoevoer- en rookgasafvoerleiding via horizontale doorvoer.6 = Luchttoevoer- en rookgasafvoerleiding zonder extra bochten (uitsluitend verticaal).7 = Luchttoevoer- en rookgasafvoerleiding met twee extra bochten 90 (rekening is gehouden met een horizontaal traject van 2 m).

    5*)102425

    6*)102525

    7*) 82525

  • Remeha W23s/c

    8

    6. WERKINGSPRINCIPE

    6.1 Remeha W23sDe benodigde verbrandingslucht treedt bij (1) binnen en stroomt in de luchtkast (11). Tussen de verdeelschijf (3) en het meetpunt (21) wordt een drukverschil gemeten ter beveiliging van het luchttoevoer- en rookgasafvoertransport. De verbrandingslucht komt via de brander in de verbran-dingsruimte. Rondom de brander stroomt lucht toe voor drukvereffening. De gloeibus zal warmte gaan uit stra len naar de warm te wis sel aar (10). De rookgassen worden tussen de gloeibus en de warmte-wisselaar door naar boven gezogen. Hierbij wordt de warmte af ge ge ven aan de warm te wis sel aar. De rookgas sen worden verzameld in de rookgasverzamel-kap (7), waarna de rookgasafvoerventilator (5) zorgdraagt voor afvoer van de rookgassen. In de af voer bocht is een me cha nisch wer ken de klep (com fort klep) (6) op ge no men, die in de stilstandsperiode de af koe ling van de warm-te-wisselaar beperkt. In de stil stand s pe rio de draait de ventilator op ca. 80 Volt en sluit de comfortklep door eigen gewicht. Tijdens bedrijf draait de ventilator op 230 V waardoor de comfortklep wordt open geblazen.

    Verklaring 1 = luchttoevoer 2 = rookgasafvoer 3 = verdeelschijf 4 = automatische ontluchter 5 = rookgasafvoerventilator 6 = comfortklep 7 = rookgasverzamelkap 8 = maximaalthermostaat 9 = pompthermostaat10 = warmtewisselaar11 = luchtkast12 = waakvlambrander met thermokoppel13 = ontstekingselektrode14 = brander15 = gascombinatieblok16 = pizo-ontsteking17 = regelthermostaat18 = aansluitdoos19 = luchtdrukverschilschakelaar20 = circulatiepomp21 = meetpunt 22 = thermo-manometer23 = filter (in de aanvoer-aansluiting)

    Afb. 4 Werkingsprincipe Solo-uitvoering.

    23

  • 96.2 Remeha W23cDe benodigde verbrandingslucht treedt bij (1) binnen en stroomt in de luchtkast (11). Tussen de verdeelschijf (3) en het meetpunt (21) wordt een drukverschil gemeten ter beveiliging van het luchttoevoer- en rookgasafvoertransport. De ver bran dings lucht komt deels via de bran der in de verbrandingsruimte. Rondom de bran der stroomt lucht toe voor druk ver ef fe ning. De binnenbus zal warmte gaan uit stra len naar de warm te wis sel aar (10). De rookgassen worden tussen de gloeibus en de warm te wis sel aar door naar boven gezogen. Hierbij wordt de warmte afgegeven aan de warm te wis sel aar. De rookgassen worden ver za meld in de rookgas ver za mel kap (7), waarna de rookgas af voer-ven ti la tor (5) zorg draagt voor de afvoer van de rookgassen. In de af voer bocht is een me cha nisch werkende klep, (de comfortklep) (6) op ge no men, die in de stil stands pe-rio de de afkoeling van de warm te wis sel aar beperkt. In de stilstandsperiode draait de ventilator op ca. 80 Volt en sluit de comfortklep door eigen gewicht. Tijdens bedrijf draait de ventilator op 230 V, waardoor de comfortklep wordt open geblazen.Bij sanitaire warm te vraag zal onder invloed van een druk -ver schil de drie weg klep (23) het c.v.-water door de platen-warmtewisselaar (24) sturen. Een eind scha ke laar op de drie weg klep schakelt het toestel in. Bij einde sanitaire warmtevraag zal de driewegklep de c.v.-stand weer innemen. Sanitaire warmtevraag heeft voorrang op c.v.-warmtevraag. In de koud wa ter in laat van de drie weg-klep is een doorstroombegrenzer (25) opgenomen.

    Verklaring 1 = luchttoevoer 2 = rookgasafvoer 3 = verdeelschijf 4 = automatische ontluchter 5 = rookgasafvoerventilator 6 = comfortklep 7 = rookgasverzamelkap 8 = maximaalthermostaat 9 = temperatuursensor10 = warmtewisselaar11 = luchtkast12 = waakvlambrander met thermokoppel13 = ontstekingselektrode14 = brander15 = gascombinatieblok16 = pizo-ontsteking17 = instelknop temperatuurregeling (regelthermostaat)18 = aansluitdoos19 = luchtdrukverschilschakelaar20 = circulatiepomp21 = meetpunt22 = thermo-manometer23 = driewegklep 24 = platenwarmtewisselaar25 = doorstroombegrenzer26 = filter (in de aanvoer-aansluiting)

    Afb. 5 Werkingsprincipe Combi-uitvoering

    6.3 BelastingsregelingDe Remeha W23s heeft een instelbaar vermogen tussen de 8,6 en 23,4 kW en wordt door de regelthermostaat aan/uit ge re geld.

    De Remeha W23c heeft een instelbaar vermogen tussen 8,6 en 23,4 kW voor de c.v.-regeling en een vast maxi maal vermogen van 23,4 kW voor het tapwater.Het vermogen wordt door een temperatuursensor modu-lerend geregeld voor zowel de tapwater- als de c.v.-aan-voertemperatuur. De gewenste c.v.-aanvoertemperatuur kan met de instelknop (17) op de aan sluit doos worden ingesteld.

    De Remeha W23s en de Remeha W23c worden stan daard af ge le verd met een ingesteld c.v.-vermogen van 16,4 kW.

    25

    26

  • Remeha W23s/c

    10

    7. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE VERWARMINGSINSTALLATEUR

    7.1 AlgemeenWanneer het toestel van de verpakking en bemanteling is ontdaan, kan het d.m.v. twee bouten worden opgehangen (zie par. 7.3). De Remeha W23s/c kan naar keuze als 'open' of als 'ge slo ten' toestel wor den toegepast. Het is mogelijk de Remeha W23s te combineren met de Remeha staande 120 liter boiler. Eventueel kunnen ook de Remeha wandboilers 80/30 en 120/30 worden toe ge past.

    7.2 OpstellingHet toestel moet worden opgehangen in een ruimte die, ook bij strenge koude, vorstvrij blijft. Indien de ruimte hieraan niet voldoet dan zal een voorziening hiervoor aan ge bracht moeten worden. Dit kan geschieden door middel van een vorstthermostaat, die volgens de sche ma's in par. 8.6 en 8.7 is aan te sluiten.Voor de toestelopstelling dienen de normen NEN 3028 en NEN 1078 (GAVO 1987), deel 1 inclusief aanvulling 1992 te worden gehanteerd. De gas- en wateraansluitingen bevinden zich aan de onderzijde van het toestel (afb. 1, hfdst. 3). Vr het toestel is een vrije ruimte van 1000 mm gewenst, boven de ketel 400 mm, aan de linkerzijde 50 mm; aan de rechterzijde is geen vrije ruimte nodig. Onder het toestel is in principe een vrije ruimte van 250 mm vol doen de.

    Het toestel is voorzien van een witte plaatst alen bemante-ling, die eenvoudig, volgens de hierna be schre ven metho-de, is aan te brengen of te verwijderen.

    Vr het bevestigen van de bemanteling dient de au to-ma ti sche ontluchter te worden opengedraaid. Haak de zij man tels aan de bovenzijde in de daarvoor bestemde sleuven in het frame. Draai vervolgens de schroeven vast in de beugels op de luchtkast. De frontmantel is nu aan de bo ven zij de van het toestel te hangen en zal aan de onderzijde door 2 'klik'- verbindingen vastgehouden worden.

    Afb. 7 Montage en demontage bemanteling

    1. Montage volgorde2. Demontage volgorde

    7.4 Toesteluitvoering, rookgasafvoer en luchttoevoerOp de installatieplaats kan worden gekozen voor een 'gesloten' of 'open' uitvoering. Het is aan te bevelen voor-af contact op te nemen met het plaatselijk gasbedrijf. Vr het aansluiten c.q. plaatsen, maar n het maken van het doorvoergat in de muur van de luchttoevoer en rookgasafvoersystemen, dienen de stofdoppen uit de luchttoevoerpijp en de rookgas af voer te worden ver wij derd.

    Afb. 6 Vrije ruimte rondom het toestel

    Direct onder het toestel dient een gashoofdkraan ge mon-teerd te worden.

    7.3 BevestigingIn de verpakkingsdoos bevindt zich een aftekenmal waarop de positie van de bevestigingsgaten is aan ge ge ven. Het toestel dient waterpas aan de wand te worden opgehangen d.m.v. 2 houtdraadbouten 8 mm.Na op han ging van het toestel kan ter borging eventueel een derde hout draad bout 8 mm worden aangebracht.Voor projectmatige toepassing is een montagebeugel leverbaar, zie par. 7.11.

  • 11

    7.4.1 Open uitvoeringOpen toestellen betrekken de benodigde ver bran ding s-lucht uit hun directe omgeving. In deze situatie kent de aan vul ling 1992 van de GAVO nog slechts n mo ge lijk-heid, namelijk:Open toestellen in open opstellingsruimten (sectie 6).Naast de algemene eisen vestigen wij uw aandacht op het artikelnr. 14.3. van de aanvulling 1992 van de GAVO.De waarden uit tabel 26 van de GAVO zijn niet van toe-passing op de Remeha W23s/c. Hiervoor dient de tabel in par. 5.2 geraadpleegd te worden. De aangezogen verbrandingslucht is niet altijd even schoon; eventuele chemische bestanddelen uit de omgeving zoals was -poe der, chloor, haarlak etc. kunnen een ne ga tie ve invloed hebben op de levensduur van het toestel. De rookgassen worden via de rookgas af voer lei ding naar buiten af ge voerd. Open toestellen dragen bij in de ven ti la tie ver lie zen van een woning.

    Opmerking: In 'open' uitvoering geldt voor de Remeha W23s/c toestelklasse B.

    7.4.2 Gesloten uitvoeringGesloten toestellen betrekken de benodigde verbrandings-lucht direct van buiten. Hiertoe dient, naast de rookgas-afvoerleiding, ook de luchttoevoerleiding te worden aan-gesloten. Dit geschiedt aan de bovenzijde van het toestel (afb. 1, in hfdst. 3).De GAVO kent hier alleen de voorwaarden zoals vermeld in sectie 4 (gesloten toestellen in opstellingsruimten). Voor de aansluitmogelijkheden zie par. 5.3.

    7.5 WateraansluitingenDe aanvoer- en retouraansluiting bevinden zich aan de onderzijde van het toestel (afb. 1, in hfdst. 3). De aan slui-tin gen zijn uitgevoerd in pijpen van 22 mm uitwendig. Voor het aansluiten op de installatie moeten de afdicht-doppen verwijderd worden. De sanitaire aansluitingen dienen overeenkomstig de al ge me ne voorschriften voor drink wa ter in stal la ties NEN 1006 (AVWI-1981) en de daarbij behorende werkbladen te worden uitgevoerd.

    7.6 OverstortventielOvereenkomstig NEN 3028 dient de installatie met een overstortventiel te worden uitgevoerd, welke tussen even-tuele afsluiters en het toestel gemonteerd dient te wor-den. Dit overstortventiel moet tenminste 1/2" zijn (wordt niet mee ge le verd).Let op: bij de Remeha W23C dienen, in verband met de driewegklep in de aanvoer, het over stort ven tiel en het ex pan sie vat beide in de re tour lei ding te worden opgenomen. Dit in af wij king van de NEN 3028.

    7.7 CirculatiepompIn de onderstaande afbeeldingen zijn de rest op voer hoog tes uitgezet tegen het debiet. Met de rest op voer hoog te wordt de druk bedoeld die n de ketel be schik baar is om dein stal la tie weer stand te over win nen. In de praktijk wordt aangeraden met in stel ling 1 (stand max.) te be gin nen en hierbij het temperatuurverschil tussen aanvoer en retour te cont rol eren; in de meeste gevallen dient het tem pe ra tuur- ver schil 20C te zijn. Voor de Combi-uit voe ring wordt, i.v.m. het tap com fort het gebruik op de pomp stan den 3 en 4 af ge ra den.Na de sanitair warmtevraag schakelt de pomp direct uit terwijl na warmtevraag c.v.-bedrijf de pomp nog 8 sec. nadraait om doorwarmen te voorkomen. Indien de tempe-ratuur in de warmtewisselaar tijdens de stilstand periode boven de 90C komt, wordt de pomp weer in ge scha keld.

    Afb. 8 Restopvoerhoogte Remeha W23s bij verschillende pompstanden

    Afb. 9 Restopvoerhoogte Remeha W23c bij verschillende pompstanden

  • Remeha W23s/c

    12

    Afb. 10 Vloerverwarming

    e = aansluitgroepf = vloerverwarmingg = radiatorverwarmingh = stijgleidingen

    Verklaringa = vei lig heids ven tielb = drukvatc = terugslagklepd = open verdeler

    a

    b

    c

    d

    e

    f

    g

    7.8 Hydraulische voorschriften

    7.8.1 AlgemeenAls het toestel in bedrijf is, dient de waterdoorstroming door het toestel zekergesteld te zijn. Na einde warmtevraag dient de waterdoorstroming door het toestel altijd te stoppen om condensatie door de waak vlam te voorkomen en om een verminderd tap com fort bij de Remeha W23c te vermijden.

    7.8.2 Thermostatische radiatorkranenBij toepassing van thermostatische radiatorkranen kan de door het toestel stromende waterhoeveelheid te klein worden. Het is daar om nood za ke lijk om in de in stal la tie een kort sluit lei ding aan te brengen met daarin een regel-afsluiter of een altijd ge o pende 'vluchtradiator'.

    7.8.3 VloerverwarmingBij toepassing van vloerverwarming dient deze dan ook zo uitgelegd te worden dat bij 'geen warmtevraag' de pomp van de vloerverwarming geen doorstroming in het toestel kan veroorzaken, b.v. door toepassing van een open verdeler in combinatie met een terugslagklep in de retour (afb. 10).

    7.8.4 Weersafhankelijke regelingOok bij toepassing van een weersafhankelijke regeling is een open verdeler en terugslagklep noodzakelijk om bovengenoemde condensvorming en comfortverlies te voorkomen.

    7.8.5 Cascade opstellingEen cascadeopstelling is mogelijk indien per toestel een terugslagklep gemonteerd wordt en de ketelbatterij op een open verdeler in de installatie wordt aan ge slo ten.

    7.8.6 ThermosifonwerkingWanneer zich binnen ca. 5 meter vanaf het toestel stijg-leidingen bevinden, bestaat de mogelijkheid dat door thermosifonwerking de warm te wis sel aar afkoelt. (Warm water stijgt!). De wachttijd voor warm wa ter kan hierdoor sterk op lopen. Dit probleem kan worden op ge lost door plaatsing van een terugslagklep (afb. 11). Het meest ge schikt is een terugslagklep fabricaat OCEAN, type 2 KF met 2 x 22 mm knel aan slui ting.

    7.8.7 WaterbehandelingWaterbehandeling is onder normale omstandigheden niet vereist (zie onze publicatie 'Waterbehandelingsvoorschrift'). Het ongecontroleerd toevoegen van chemische middelen wordt dringend ontraden. De installatie dient te worden gevuld met genormaliseerd drinkwater. De pH-waarde van het installatiewater dient te liggen tussen 7 en 9.

    Afb. 11 Plaatsing terugslagklep

    a

    c

    b

    h

  • 13

    7.9 Remeha W23s Het vermogen is instelbaar tussen 8,6 en 23,4 kW. Bij aflevering is het toestel voor c.v.-bedrijf ingesteld op 16,4 kW. Indien een ander vermogen gewenst wordt, kan dit eenvoudig ingesteld worden (par. 9.3).

    7.10 Remeha W23c In deze uitvoering wordt de Remeha W23c compleet aangeleverd met platenwarmtewisselaar, drie weg klep en regel- en be vei li ging sap pa ra tuur. Een doorstroombegrenzer (ca. 6 l/min) is ingebouwd. Het toestel moduleert tussen 8,6 en 23,4 kW op basis van de ingestelde watertemperatuur. Het maximale c.v.- zijdige vermogen kan eenvoudig worden ingesteld (par. 9.3). Instelling bij aflevering: 16,4 kW.In installaties met lage waterleidingdrukken kan de door-stroombegrenzer indien nodig worden verwijderd. Hiertoe klemkoppeling (afb. 5, par. 6.2, nr. 25) losdraaien en de doorstroombegrenzer verwijderen.

    OpmerkingDe driewegklep wordt bediend door een drukverschil over het membraan bij stroming van sanitair water (zie hfdst. 3 en par. 6.2). Bij gebruik van grof regelende mengkranen kan het voor ko men dat dit drukverschil wordt opgeheven door bij men gen van koud water, zodat het toestel afslaat. In dat geval verdient het aanbeveling, in de koudwater-leiding de minimaal benodigde drukval op te maken, bijvoorbeeld door een restrictie te plaatsen.

    7.11 Montagebeugel Remeha W23cVoor projectmatige montage is een montagebeugel lever-baar (zie fig. 12). Deze montagemeugel wordt ge le verd met:- 2 x 22 mm schuifkoppeling t.b.v. aanvoer en retour- 2 x 15 mm schuifkoppeling t.b.v. sanitair water- montageinstructie.De verschillende leidingen dienen op de aangegeven lengte te worden afgezaagd.De aansluiting van de gasleiding kan met behulp van een gaskraan worden gemaakt. De lengte van de leiding is hier afhankelijk van de toe te passen kraan.De gaskraan wordt niet meegeleverd.

    * Bij toepassing van gaskraan VSH-GIVEG 2 x 15 mm knel (nr. 60473.6)

    Afb 12 Montagebeugel Remeha W23c

  • Remeha W23s/c

    14

    8. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATEUR

    Op het toestel kunnen 2, 3 en 4 draads klokthermostaten worden aangesloten (zie aan sluit sche ma's) met een maximale belasting van 2,4 VA.

    Opmerking:De toepassing van een weersafhankelijke regeling bij een Remeha W23c wordt af ge ra den omdat er bij de warm-wa ter -voor zie ning langere wacht tij den kunnen ont staan door het afkoelen van de warm te wis sel aar, tenzij aan de voorwaarden in par. 7.8 wordt voldaan.

    8.4 VorstthermostaatOm bevriezing van radiatoren in vorstgevaarlijke ruimten (b.v. garage) te voorkomen kan er op de klemmen 3 en 4 afb. 18 (combi) c.q. klemmen 22 en 23 afb. 15 (solo) een vorst ther mo staat Tv wor den aangesloten.

    8.5 Toegepaste apparatuurSolo en Combi: LDS : HUBA 605.99128 art. nr. 45.922Maximaalthermostaat: Elmwood type 2455R-299-930

    Solo:Gascombinatieblok : SIT type 820 NOVA, voorzien van vuurhaarddrukcompensatie.Pompthermostaat : Elmwood type 2455R-836-1 Regelthermostaat : Emerson type 716R : T&G type 711.13228.02A

    Combi:Gascombinatieblok : SIT type 825 NOVA, voorzien van vuurhaarddrukcompensatie.Temperatuursensor : ELTH type 279.007

    8.1 AlgemeenHet toestel is thermo-elektrisch uitgevoerd en volledig bedraad. De regel- en beveiligingsapparatuur is 24V. De aan slui ting op het elektriciteitsnet dient te worden uit ge voerd volgens de voorschriften van het plaatselijk elek tri ci teit s be drijf en NEN 1010.

    8.2 NetspanningHet toestel is voorzien van een aan sluit snoer met rand-aar de geschikt voor een net span ning van 230V-50Hz.Bij het wegvallen van de netspanning zal de ventilator stil gaan staan. Hierdoor zal na enige tijd de waakvlam doven.

    8.3 Kamerthermostaat / klokthermostaatEen kamerthermostaat wordt niet meegeleverd. De kamerthermostaat dient gemonteerd te worden:1. in het vertrek waarvan de temperatuur dient te worden geregeld.2. op een tochtvrije plaats, vrij van directe warm te stra ling zoals bijvoorbeeld zonlicht, open haard, t.v.-toestel, schemerlamp etc.3. op een binnenmuur, op ca. 1,5 meter hoogte van de vloer.4. instelling kamerthermostaat: de warmteversneller instellen op: - Remeha W23s: 0,2 A - Remeha W23c: afhankelijk van het ingestelde c.v.-vermogen (zie par. 9.3)

    mBar mA

    15,310,07,02,0

    540385365300

    5. maximaal toegestane lengte van de aansluitkabel (0,5 mm2): 20 m.

    ingestelde branderdruk (vermogen, zie par. 9.3)

    instelling warmteversneller

  • 15

    8.6 Schema's Remeha W23s

    8.6.1 Elek trisch schema

    Afb. 13 Stroomschema Remeha W23s

  • Remeha W23s/c

    16

    8.6.2 Bedradingsschema

    8.6.3 Aansluitschema

    Afb. 14 Bedradingsschema Remeha W23s

    Afb. 15 Aansluitschema Remeha W23s

    VerklaringTR = KetelthermostaatLD2 = LuchtdrukverschilschakelaarGRB = GascombinatieblokTp = PompthermostaatTmx = MaximaalthermostaatCP = CirculatiepompV = Rookgasafvoerventilator

  • 17

    8.7 Schema's Remeha W23c

    8.7.1 Elek trisch schema

    Afb. 16 Stroomschema Remeha W23c

  • Remeha W23s/c

    18

    8.7.2 Bedradingsschema

    8.7.3 Aansluitschema

    Afb. 17 Bedradingsschema Remeha W23c

    Afb. 18 Aansluitschema Remeha W23c

    VerklaringLD2 = LuchtdrukverschilschakelaarGRB = GascombinatieblokTS = TemperatuursensorTmx = MaximaalthermostaatCP = CirculatiepompV = RookgasafvoerventilatorES = Eindschakelaar

  • 19

    9. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GAS TECH NI SCHE INSTALLATEUR

    Afb. 20 Afstelling branderdruk Remeha W23c

    Afb. 19 Afstelling branderdruk Remeha W23s

    9.1 GasaansluitingHet toestel moet op de gasleiding worden aangesloten overeenkomstig de in de NEN 1078 (GAVO 1987) + aan-vulling NEN 1078 laatste uitgave gestelde eisen. In de nabijheid van het toestel dient een gashoofdkraan te worden op ge no men. De gasaansluiting bevindt zich aan de onderzijde van het toestel (afb. 1, hfdst. 3). Ge ad vi seerd wordt in de gas toe voer lei ding een gasfilter op te nemen.

    9.2 GasdrukkenDe verbruiksvoordruk dient bij aardgas volgens de Giveg-keuringseisen 20 tot 30 mbar te bedragen. De maximale gasvoordruk mag 30 mbar bedragen. Het toestel is bij aflevering op een vermogen van 16,4 kW afgesteld en dient na plaatsing ingesteld te worden op het vereiste vermogen.

    9.3 Afstellen branderdrukBij de Solo-uitvoering vindt de afstelling van de bran der-druk plaats d.m.v. het verdraaien van een stelschroef op het gascombinatieblok, welke achter een beschermdop zit (afb. 19). Bij de Combi-uitvoering vindt de afstelling van de brander-druk t.b.v. het c.v.-gedeelte plaats d.m.v. het verdraaien van een potentiometer via een opening in het deksel van de aansluitdoos (afb. 20). De in onderstaande tabel genoemde branderdrukken gelden bij aangesloten vuur-haarddrukcompensatie (zie afb. 23).

    Vermogenmbar

    kWBran der druk 2,012,0 4,010,0 8,0 6,015,3 14,0

    8,620,8 12,719,3 17,2 15,023,4 22,3

    Afb. 21 Gascombinatieblok Remeha W23s

    Afb. 23 Aansluiting vuurhaarddrukcompensatie (W23s/c)

    Afb. 22 Gascombinatieblok Remeha W23c

    instellingwaakvlam

    instelling bran der druk

    meetnippelvoordruk

    meetnippelbranderdruk

    meetnippelvoordruk

    meetnippelbranderdruk

    instellingwaakvlam

    aansluiting vuurhaard-drukcompensatie

  • Remeha W23s/c

    20

    10. BEDIENINGSVOORSCHRIFT

    10.1 In bedrijf stellenOpm.: De punten 2 t/m 9 gelden alleen voor de eerste in- bedrijfstelling. 1.Neem de voormantel weg door deze aan de onder-

    zijde naar voren te trekken en daarna op te lichten. 2.Controleer of de elektrische voeding van het toestel

    uitgeschakeld is. 3.Draai de schroef los waarmee de linkerzijmantel aan

    de luchtkast is bevestigd. Til deze mantel vervolgens op en neem hem weg.

    4.Draai het kunst stof dopje van de au to ma ti sche ont- luchter los, zodat de aanwezige lucht uit de in stal la tie

    kan ontsnappen. Vul het toestel met water tot ca. 1,5 bar (par. 7.8.7). 5.Ontlucht de pomp: Verwijder de messing schroefdop aan de voorzijde

    van de pomp, waardoor de lucht kan ontsnappen (pas op voor lekkend water). Controleer tevens met behulp van een schroevendraaier of de pompas gangbaar is. Monteer na deze controle de messing schroefdop.

    6.Controleer de elektrische aansluitingen. 7.Controleer de gasaansluitingen. 8.Controleer de rookgasafvoeraansluiting en de lucht-

    toevoeraansluiting. 9.Monteer de linkerzijmantel.10. Stel de regelthermostaat cq keteltemperatuurregelaar

    in op de hoogste stand.11. Stel de kamerthermostaat in op de laagst mogelijke

    temperatuur.12. Schakel de elektrische voeding van het toestel in.13. Open de gashoofdkraan (gasleiding goed ontluchten).

    14. Zet de bedieningsknop op het gascombinatie blok op de ontsteekstand (zie afb. 24). Druk de knop vervolgens stevig in en ontsteek tegelijkertijd d.m.v. de pizo-ontsteker de waakvlam. Gedurende ca. 30 seconden de knop ingedrukt houden. Na het loslaten van de knop moet de waakvlam blijven branden.

    15. Zet de bedieningsknop op het gascombinatieblok op de bedrijfsstand.

    Na het ontsteken van de waakvlam minimaal 2 minuten wachten, alvorens de hoofdbrander te ontsteken.

    16. Stel de kamerthermostaat in op de hoogst mogelijke temperatuur.

    17. De pomp gaat draaien en het toestel zal nu in bedrijf komen.

    18. Stel de gewenste branderdruk van het c.v.-gedeelte in afhankelijk van het benodigde vermogen (par. 9.3).19. Stel de regelthermostaat cq ke tel tem pe ra tuur re gel aar

    in op de ge wens te temperatuur, 85C.20. Monteer de voormantel.21. Stel de kamerthermostaat in op de gewenste tempe-

    ratuur. Zie par. 8.3.4

    10.2 Uit bedrijf nemen1. Schakel de voeding ten behoeve van het toestel uit.2. Sluit de gashoofdkraan.Opm: Denk hierbij aan bevriezingsgevaar.

    10.3 AftappenHet aftappen van het laatst overblijvende ketelwater geschiedt met de aftapplug in de re tour lei ding.

    Afb. 24 Bedieningsknop

    Uit Ontsteken In bedrijf

  • 21

    11. RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN

    11.1 Waakvlam dooft

    Waarschuwing:Na het doven van de waakvlam 5 minuten wachten alvo-rens de waakvlam opnieuw te ontsteken. Tijdens het ontsteken van de waakvlam de netvoeding uitgeschakeld laten daarna pas inschakelen.

    a. De waakvlam is te klein: meer gas toevoeren d.m.v. de waakvlaminstelschroef ('pilot'). Waakvlamgasverbruik afstellen op ca. 19 l/uur (0,019 m3/uur).b. De waakvlam blaast af: minder gas toevoeren d.m.v. de waakvlaminstelschroef ('pilot').c. De thermokoppelspanning is te laag: het thermokoppel is defect of verkeerd gemonteerd ten opzichte van de waakvlambrander (spanning moet minimaal 7 mV zijn, belast gemeten op het gasblok; 26 mV onbelast) of de weerstand in het thermokoppelcircuit is te hoog. - Controleer de aansluitingen in het circuit van de maximaalthermostaat en het thermokoppel. Waarschuwing:Bij vervanging van het thermokoppel uitsluitend een origi-neel Remeha thermokoppel art.nr. S49.800 toe pas sen.

    d. De gasdruk is weggevallen: na herstel van de gasdruk de waakvlam opnieuw ontsteken (netvoeding inge- schakeld laten).e. Het toestel is onvoldoende met water gevuld: maxi- maalthermostaat*) spreekt aan. Controleer de waterdruk en vul zonodig de installatie bij.f. De circulatiepomp of temperatuursensor cq pomp- thermostaat*) is defect: de maximaalthermostaat verbreekt het thermokoppelcircuit en de waak vlam dooft. - Controleer de circulatiepomp. - Controleer de temperatuursensor c.q. pompthermo- staat.

    g. De maximaalthermostaat spreekt aan: - De maximaalthermostaat is defect - De pompthermostaat is defect, zodat de pomp niet wordt gestart bij overschrijden van de 90C grens; - Het filter in de warmtewisselaar (zie fig. 4, pos. 23 of fig. 5 pos. 26) zit dicht waardoor bloktemperatuur snel stijgt. (zie voor reiniging van het filter par. 12.3).h. De voedingsspanning is weggevallen: De waak vlam is gedoofd doordat de ventilator is gestopt en de verbrandingsgassen niet worden afgevoerd.i. Ventilator draait niet: geblokkeerd door b.v. bouw vuil of defect.

    11.2 Ketel komt niet in bedrijfa. De zekering defect: na uitschakelen van de voe ding de defecte zekering(en) vervangen.b. De waakvlam brandt niet.c. De thermostaten staan niet goed afgesteld of vragen geen warmte.d. De rookgasafvoerventilator draait niet.e. De luchtdrukverschilschakelaar schakelt niet om in veilige positie: luchttoevoer of doorvoerweg verbran- dingsgassen is geblokkeerd. De luchtdrukverschil- schakelaar schakelt in bij een drukverschil van mini- maal 0,7 mbar.f. Comfortklep blijft in gesloten stand. - Controleer de werking.

    Opmerking: Een vast zittende comfortklep kan duiden op condensvorming in de rookgasafvoerleiding.

    *) Temperatuursensor c.q. thermostaten met behulp van gereedschap demonteren en monteren! Dus NIET draaien aan de fastonnen (aansluitlipjes). Bij het vervangen van de thermostaten behoeft het water niet te worden afgetapt.

  • Remeha W23s/c

    22

    11.3 Ketel komt in bedrijf maar gaat direct daarna uit 11.6 Lange wachttijden sanitair warmwatera. Keteltemperatuur op een lagere waarde dan 70C

    ingesteld. Dit is alleen van invloed tijdens of direct na c.v.-warmtevraag. In rusttoestand wordt de warm-te wis sel aar op 70C gehouden onafhankelijk van de instelling van de regelthermostaat.

    b. Vloerverwarmingsysteem ingeschakeld waarvan de pomp warmte onttrekt uit warmtewisselaar (par. 7.8.3).

    c. Thermosyphon werking. Terugslagklep plaatsen (par. 7.8.6).

    11.7 Tapwater komt niet op temperatuur Tapwater komt niet op temperatuur, of tijd tussen tap vraag en bereiken taptemperatuur duurt te lang. Het filter in de warmtewisselaar (zie fig. 4, pos. 23 of fig. 5, pos. 26) zit dicht waardoor ketelbloktemperatuur stijgt en ketel voortijdig gaat moduleren. Zie voor reiniging van het filter par. 12.3.

    Opmerking:In rusttoestand wordt de warmtewisselaar van het c.v.-toestel door de combinatie van waakvlam en comfortklep op ca. 70C ge hou den, waar door normaal snel warm wa ter be schik baar is. Indien de leidinglengte en/of de lei ding-dia me ter naar het verstgelegen tappunt (veelal de keu ken) te groot zijn/is kan dit leiden tot ongewenst lange wacht-tijden op dit tappunt. Tevens dient men er rekening mee te houden dat bij een koude warm te wis sel aar (b.v. 's morgens tijdens het opstoken) het enige tijd kan duren voordat het water voldoende warm is. Men dient dan de warm wa ter-kraan aan van ke lijk niet geheel open te draaien maar b.v. op een hoe veel heid van ca. 3 l./min., zodat de op warm tijd bekort wordt.

    a. Het rookgasafvoersysteem voert de rookgassen niet of onvoldoende af. - Controleer de luchttoevoer en het rookgasafvoer- systeem alsmede de com fort klep en de warmte- wisselaar op vervuiling. - Controleer de comfortklep op de juiste werking.

    11.4 CV installatie komt niet op temperatuur Het filter in de warmtewisselaar (zie fig. 4 pos. 23 of fig. 5, pos. 26) zit dicht waardoor ketelbloktempera- tuur stijgt en ketel voortijdig gaat moduleren. Zie voor reiniging van het filter par. 12.3.

    11.5 Ketel levert onvoldoende of geen warm watera. De doorstroombegrenzer is vervuild. - Controleer de doorstroombegrenzer.b. De driewegklep functioneert niet. - Controleer deze op vervuiling en gangbaarheid van de centrale as (eventueel invetten).c. Koudwatertoevoerkraan is niet geheel opengedraaid.d. Lage waterleidingdruk. - eventueel doorstroombegrenzer verwijderen (zie par. 7.10).e. - als dit gebeurt tijdens het bijmengen van koud water: zie opmerking par. 7.10.

  • 23

    12. INSPECTIE- EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFT

    12.1 InspectieDe jaarlijkse inspectie van het toestel kan beperkt blijven tot:- verbrandingstechnische controle van het toestel;- controle van de verbrandingsluchttoevoer- en rook- gasafvoersystemen;- controle van de waterdruk (min. 0,8 bar);- controle van de regel- en beveiligingsapparatuur; zonodig afstellen;- controle op lekkage en vervuiling.Indien noodzakelijk dient men een onderhoudsbeurt uit te voeren.

    12.2 Onderhoud en reinigingDe te verrichten werkzaamheden omvatten het volgende:- het reinigen van de aluminium warmtewisselaar met een borstel;- het reinigen van de branders en inspuiters;- het reinigen van de waakvlambrander;- het reinigen van het gasfilter (indien aanwezig);- het reinigen van de rookgasafvoerventilator m.b.v. een borsteltje.

    De volgende werkzaamheden dienen te worden verricht:- Stel het toestel buiten bedrijf (elektriciteit uitschakelen

    en gaskraan dicht). - Verwijder de voormantel.- Demonteer de voorplaat van de luchtkast door de

    schroeven los te draaien.- Maak de klemband (a) op de rookgasafvoer los en

    schuif de klemband naar boven.- Neem de elektrische verbinding van de ventilator los- Draai de twee moeren (b) ca. 5 mm los en verwijder

    de rookgasverzamelkap met de ventilator.- Verwijder de gloeibus door deze op te tillen.- Demonteer de voorplaat van de brander door de twee

    schroeven (c) los te draaien.- Plaats een afschermplaat b.v. karton over de brander

    om vervuiling te voorkomen.- Reinig vanaf de bovenzijde de aluminium warmte-

    wisselaar met een borstel.- Zuig het vuil op de afschermplaat weg en verwijder de

    afschermplaat.- Zuig het vuil op de branders weg.- Reinig de waakvlambrander.- Demonteer de manifold (d) met de inspuiters door de

    gaskoppeling (e) en de beide flensmoeren (f) los te draaien.

    - Reinig de manifold en de venturi van de branders.- Reinig voorzichtig het schoepenrad van de ventilator

    met een borsteltje.Monteer alle losgenomen delen in omgekeerde volgorde.Neem het toestel volgens het bedieningsvoorschrift weer in bedrijf en controleer de goede werking.

    12.3 Reiniging filter Als uit de storingshandleiding van hoofdstuk 11 blijkt dat het CV-zijdige filter vervuild is, dienen de volgende werkzaamheden te worden uitgevoerd:- Stel het toestel buiten bedrijf (electriciteit uitschakelen en gaskraan dicht).- Verwijder de voormantel.- Demonteer de voorplaat van de luchtkast door de schroeven los te draaien.- Maak de klemband (a) op de rookgasafvoer los, en schuif de klemband naar boven. Draai de 2 moeren (b) ca. 5 mm los, en verwijder de rookgasverzamelkap met de ventilator.- Tap de ketel voor zover nodig af.- Draai de koppeling (g) van de 'j' pijp op de warmte- wisselaar los waardoor voldoende speling ontstaat.- Draai de wartel van de 'j' pijp op de aansluiting 3-wegklep los waardoor voldoende speling ontstaat.- Verwijder het filter uit het puntstuk van de aanvoer op het ketelblok.

    Afb. 25 Demontage rookgasverzamelkap

    f

    de

    c

    a

    g

    b

    c

    b

    f

  • 24

    Copyright

    Alle in deze uitgave vervatte technische en technologische informatie alsmede

    eventueel door ons ter beschikking gestelde tekeningen en technische beschrij-

    vingen blijven ons eigendom en mogen zonder onze voorafgaande schriftelijke

    toestemming niet worden vermenigvuldigd.

    ISO 9001sinds 1988

    Wijzigingen voorbehouden48225/10.000/02.01/Ho.

    Remeha B.V.

    Postbus 32 7300 AA Apeldoorn

    Telefoon: (055) 549 69 69

    Telefax: (055) 549 64 96

    E-mail: [email protected]

    Internet: www.remeha.com

    Re

    me

    ha

    W2

    3s

    /W2

    3c

    *)

    *) alleen toestellen met warmwatervoorziening