Religie in de spreekkamer

28
WWW.CMF-NEDERLAND.NL IN DIENST DER GENEZING | MAART 2014 spreekkamer Religie in de

Transcript of Religie in de spreekkamer

Page 1: Religie in de spreekkamer

WWW.CMF-NEDERLAND.NL

I N D I E N ST D E R G E N E Z I N G | M A A R T 2 014

spreekkamerReligie

in de

Page 2: Religie in de spreekkamer

Tijdschrift van de Christian Medical Fellowship Nederland

jaargang 43, nummer 1Kwartaaluitgave in oplage van 700 exemplarenISSN 1382-0656

RedactieNico Wolswinkel, hoofdredacteurRianne Wisse-Roest, eindredacteurWillemien Westerhuis, tweede eindredacteurCaroline van den Berg, Barend Florijn, Joanne Hogendoorn, Geriska Poortman, redacteurenJeroen Krijnsen, fotoredactie

Overige medewerkersFrank Visscher, columnistTabitha Kieviet-van Immerzeel, Dokter in Dakar

Kopij en opgave advertentiesNico WolswinkelAnker 16, 3904 PL VeenendaalTelefoon: (0318) 541 768E-mail: [email protected]

Richtlijnen voor het inzenden van kopijAantal woorden per artikel maximaal 1500. Verwijzingen en noten aan het eind van het artikel plaatsen. Aanleveren bij voorkeur als Word-bestand per e-mail; afbreekfunctie uit. De redactie behoudt zich te allen tijde het recht voor om ingezonden artikelen te redigeren c.q. in te korten.

Sluitingdata kopij Maartnummer: 15 januariJuninummer: 15 aprilSeptembernummer: 15 juliDecembernummer: 15 oktober

Vormgeving & drukFirst Concept Communications Telefoon: (0183) 623284

Contact CMF-NederlandCMF-Nederland secretariaatFaustdreef 181, 3561 LG UtrechtTelefoon: (030) 263 08 43Fax: (030) 262 20 50E-mail: [email protected]: www.cmf-nederland.nl

CMF-Nederland financiëelInformatie over lidmaatschap via het secretariaat.Giro 472146 t.n.v. CMF-Nederland te UtrechtOpzeggingen voor het volgende jaar dienen uiterlijk 30 november van het lopende kalenderjaar bij het secretariaat binnen te zijn. Losse nummers In Dienst Der Genezing € 7,50

Grondslag, visie en missie van CMF-NederlandDe grondslag van de vereniging is Gods openbaring in Christus, zoals deze in de Bijbel tot ons komt. De visie van de vereniging is, dat het geloof in Jezus Christus inspiratiebron is voor de persoon en het werk van de arts. De missie van de vereniging is haar leden door middel van onderlinge ontmoeting, bezinning en verdieping toe te rusten om zowel in hun beroep als daarbuiten aan haar visie inhoud te geven. De vereniging ziet het ook als haar missie om te participeren in de internationale christelijke medische gemeenschap.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.

Colofon

INHOUD IN DIENST DER GENEZING n NUMMER 1 2014

04 Dokter en discipel Aart van Wolfswinkel

06 Niet-therapeutische jongensbesnijdenis: tolereren of ontmoedigen? Wim Dekkers

10 Medisch ethische dilemma’s bij patiënten met een islamitische achtergrondDhr. Morad el Hajoui

Page 3: Religie in de spreekkamer

Arts en religie

Met dit nummer start een nieuwe jaargang van In dienst der Genezing. Het themadeel gaat in op aspecten die te maken hebben met ‘arts en religie’, een met enige regelmaat weerkerende thematiek in ons blad. Logisch ook, omdat voor veel CMF leden de vragen over levensbeschouwing in de spreek-kamer er zeer toe doen. Daar zitten veel kanten aan. Hoe ga je om met ver-schillen in religie tussen de patiënt en de arts, zeker wanneer dat van belang wordt bij het nemen van medische beslissingen. Maar ook: hoe kun je de religie van de patiënt gebruiken voor

de therapie. Sowieso is goed meer ken-nis te hebben van de achtergronden van bepaalde (medische) gebruiken.In dit nummer komen verschillende aspecten aan de orde, anderen komen een volgende keer. Een stem uit de spreekkamer van een Nederlandse christen arts, een korte bijdrage van een moslim arts en een artikel over hoe je aan kunt kijken tegen de niet rituele jongensbesnijdenis. Tot slot een uitgebreide boekbespreking over ‘Werken met diepgang’, een boek dat handelt over de vraag hoe je de levensbeschouwelijke aspecten van je werk op een professionele wijze han-teert. Genoeg stof om aan te zetten tot

denken over de eigen praktijk van alle dag.Verder een aantal boekbesprekingen over voor artsen relevante thema’s. Komt u een boek tegen en denkt u dat een bespreking in In dienst der Genezing niet zou misstaan: laat het ons weten.De vaste rubrieken hebben we in de nieuwe jaargang niet veranderd. We dachten dat ze nog wel een jaartje mee konden. Normaal ontvangt u in juni een nummer. Ik kondig nu vast aan dat het dit keer een julinummer zal worden, en het nummer zal er echt heel anders uitzien.

Van de redactieNICO WOLSWINKEL

13 Boekrecensie Bijna thuis… Ina van den Brink

14 Boekrecensie Werken met diepgang René van Leeuwen

17 Dedrijfverenvan… Maarten Otter

18 MeditatieCMFEngeland Doctor’s Life Support Caroline van den Berg

19 Boekrecensie Wat bezielt de dokter? Lodewijk Crijns

20 Boekrecensie Genoom bewust Maarten Otter

26 Oog,oor&blik Geheugen, spreek - berichten

vanuit het innerlijk Barend Florijn

27 Boekrecensie Levinas in de praktijk Joanne Hogendoorn

columns09 Column Religie in de spreekkamer Frank Visscher

12 DokterinDakar Over christelijke paracetamol en

een CMF in Senegal Tabitha Kieviet-van Immerzeel

nieuws16 Vandebestuurstafel Paul Lieverse

22 Buitenlandsezaken Uitdagingen in Brazilië Pieter Dieleman25 Studentikoos Veranderingen Josephine van de Maat

25 Nieuweleden

27 Agenda

Page 4: Religie in de spreekkamer

ThemaAART VAN WOLFSWINKEL

InleidingLevensbeschouwing doet er toe in de spreekkamer; ook die van de dokter. De eerste stelling zal iedere collega beamen, de tweede waarschijnlijk niet. Neu-traliteit gold immers lange tijd als voorschrift voor de dokter. Alsof je geloof een jas is die je uit doet voor het spreekuur begint. Nee, integendeel, het kleurt de medische praxis en beïnvloedt de arts-patiënt relatie. Tegengestelde visies kunnen botsen. Dokteren als christen - een discipel van Jezus - in een seculiere con-text vereist een bewuste omgang met dit spannings-veld. Daarom deze verkenning. Het spreekuur van de arts speelt zich af tegen het decor van de samenleving. Dé samenleving bestaat echter niet, maar is een mengeling van subculturen. Kenmerkend is de pluriformiteit en het seculiere karakter ervan. Een vast ijkpunt, zoals de Bijbel is voor christenen, ontbreekt. De christelijke levensbeschouwing is geen gemeengoed meer. In de spreekkamer word je veel-vuldig geconfronteerd met een leefstijl en opvattingen die op gespannen voet staan met het Woord van God. Botsende werkelijkheden als gevolg van verschil in le-vensbeschouwing veroorzaken een zeker spanningsveld. Herkenbaar voor elke dokter, die als christen zijn werk wil doen. Een discipel wordt opgeroepen tot radicale navolging en volgt de wetten van het Gods Koninkrijk. John Stott noemt in zijn boek ‘The radical disciple’ onder andere nonconformity en Christlikeness als karakteris-tieken van radicaal christendom. Non-conformisme ten opzichte van de omringende cultuur en het ontwik-kelen van een christelijke tegencultuur, dat weerstand biedt aan pluralisme, materialisme, ethisch relativisme en de ik-cultuur. In het spoor van Jezus Christus, die de minste wilde zijn. Door barmhartigheid te doen, zoals de barmhartige Samaritaan (Lukas 10). Een radicale missie, die zijn uitwerking moet krijgen in de spreek-kamer. Religie is immers geen jas die je aan of uit doet, maar is verweven met het hele bestaan.

Professionaliteit Het arts-patiëntcontact is een ontmoetingsmo-ment tussen twee mensen, elk met hun eigen inbreng. De patiënt komt met een hulpvraag, de dokter met een advies. Vertrouwen is de basis van de arts-patiënt relatie en compenseert

de asymmetrie ervan. Er is immers sprake van afhanke-lijkheid, van ongelijkheid tussen dokter en patiënt. Daar-in heeft de arts een eigen verantwoordelijkheid, samen te vatten als medische professionaliteit. Die is leidend in het contact en afgestemd op het belang van de patiënt. De KNMG Gedragsregels (2002) en de Artseneed bevatten morele uitgangspunten die mede het speelveld van de dokter bepalen. De teneur van de Gedragsregels is dat de arts zich laat leiden door de vier bekende algemeen aanvaarde ethische principes, namelijk: weldoen, niet schaden, respect voor de autonomie van de patiënt en rechtvaardigheid. Interessant zijn de gedragsregels over het kenbaar maken van de eigen levensbeschouwing (II.16) of gewetensbezwaren (II.17). Er is ruimte voor, zolang het niet op een voor de patiënt hinderlijke wijze gebeurt en mits het niet het hoofddoel van de arts-patiënt relatie – het verlenen van adequate hulp – ondermijnt. Wederzijds respect en vertrouwen helpt mogelijke ver-schillen te overbruggen en bespreekbaar te maken.

Spirituele dimensieGelukkig is er steeds meer oog voor de spirituele dimensie van het begrip gezondheid. Het is verrijkend om dit aspect consequent te betrekken bij de zorg, naast de gebruikelijke biopsychosociale dimensies. Aandacht voor het levensbeschouwelijk element doet recht aan de diepste intenties van mensen. Ook verdis-conteert het de eigen inbreng van de dokter op dat vlak. Dokters moeten dat meewegen tijdens het consult. De wijze waarop dit gebeurt, zal afhangen van de situatie en de relatie tussen arts en patiënt. De beoordeling van een patiënt met een enkelblessure op een SEH gaat vooral over banden en botten. Maar tijdens het consult over thema’s zoals leefstijl, relaties en seks, het levens-begin of de dood resoneert de levensbeschouwelijke opvatting mee in het gesprek. De arts zal min of meer zelfonthullend zijn over de eigen mores. Meer impliciet

of expliciet wordt het levensbeschouwelijk aspect betrokken bij het proces van hulpvraag naar

advies. Onder gelijkgezinden wordt er vaak meer expliciet over gesproken. Dat is het aantrekkelijke van werken in een orga-nisatie waarin je zorg vanuit christelijke perspectief kan aanbieden. Onder andersdenkenden ben je echter meer op je hoede en weeg je je woorden. ID

DG

n

MA

ART

201

4

4

Dokter en discipel

Page 5: Religie in de spreekkamer

De arts zal eerder exploreren dan concluderen en vra-genderwijs de dialoog aangaan. Zo ervaar ik mijn eigen situatie als christen in een seculiere setting.

Drie doktersHet christelijk geloof moet worden geleefd (Jakobus 1). Je hebt geen christen, maar je bent een christen! Gods liefdegebod is gezagheb-bend, maar staat op gespannen voet met het schema van de wereld waar we deel van uit-maken. Dat merk je in de praktijk, tijdens het spreekuur. Daarom, kan een discipel vandaag de dag eigenlijk wel dokter zijn? Hoe hanteer je dit spanningsveld? Ik zie drie mogelijkhe-den, gepraktiseerd door drie verschillende dokters. Dokter Mijder is sterk gericht op God en neigt ernaar zich terug te trekken uit deze boze wereld. Hij lijdt aan de antithese en overweegt de stethoscoop aan de wilgen te hangen of werkt onder gelijkgestemden. Dokter Kameleon past zich aan de omstandigheden aan. Zondags is hij een discipel, op maandag echter incognito. Hij bezigt de scheiding van het publieke en private domein. Daarentegen maakt dokter Etaleur juist werk van zijn missie als discipel om anderen voor Christus te winnen. Hij steekt zijn levens-beschouwing niet onder stoelen en banken. Drie dokters, drie opinies. Uitersten, als punten van een driehoek waarbinnen de praktijk van alle dag zich voltrekt. Ik zie ze als oplossingsrichtingen om het spanningsveld te kunnen hanteren dat ontstaat tussen enerzijds de eigen christelij-ke levensopvatting en anderzijds de gedragsregels van het vak en de mores van de patiënt. Leg eigen casuïstiek er maar eens naast. Het is balanceren tussen over-separation (nadruk op de antithese) en over-identification (gericht op assimilatie, het kritiekloos aanpassen), twee valkuilen voor een discipel in de ontmoeting met andersdenken-den.

ZoutJezus roept Zijn volgelingen in de Bergrede (Matth. 5) op om zoutend zout te zijn. Zout is heilzaam, smaakma-kend en bederfwerend. Gods geboden eveneens, evenals een leven met de Heere. Christenen zijn, als het goed is, ambassadeurs van het Koninkrijk van God. Als zoutend zout. Juiste titratie is daarbij belangrijk. Neem de 0,9% fysiologisch zoutoplossing. Bij een te hoge of te lage do-sering wordt het fysiologisch evenwicht verstoord, met alle narigheid van dien. Voorzichtigheid en tact (Efeze 5: 15-16) zijn basisvoorwaarden voor het vinden van de juiste dosis. ‘Recht doen aan de patiënt, met behoud van de eigen identiteit’ is wat mij betreft de opgave voor elke dokter. De hulpvraag van de patiënt is het uitgangspunt; de uitkomst van het consult is echter afhankelijk van de taakopvatting – ook de morele – van de arts. De spreek-kamersituatie is te vergelijken met een kruispunt. De patiënt is op weg en treft de dokter bij het kruispunt.

Hij wordt om advies gevraagd. In die persoonlijke hulpverlening past het gesprek, het overleg, de uitwis-seling van inzichten. ‘Informed consent’ zogezegd. Weeg daarin de morele context van de hulpvraag mee.

Prima om bij een verzoek om de pil de sug-gestie te doen om te wachten met seks tot het huwelijk. Gods geboden zijn immers heilzaam voor alle mensen. Laat christe-lijke dokters zoeken naar openingen om de patiënt op een evenwichtige, min of meer prikkelende manier, met steekhoudende argumenten attent te maken op afgeleide voorschriften van Gods gebod. Uiteindelijk kiest de patiënt zelf zijn weg en laat de dok-ter achter bij het kruispunt.

Getuigen Op cruciale momenten maakt een discipel

andere overwegingen dan een niet-christen. Hij weet zich verantwoordelijk ten opzichte van God. Zijn Woord is maatstaf (norma). Hij leeft en werkt op bezet gebied – een wereld in het boze (1 Joh 5:19) – als discipel, als pelgrim onderweg. De praktische consequenties zijn divers. Vaak is het een zoeken naar ruimte om Gods be-doeling bij het consult te betrekken. Regelmatig ontkomt de discipel er niet aan een compromis aan te gaan. Soms is hij genoodzaakt nadrukkelijk een grens te communi-ceren. De grens van Gods gebod – bijv. bij een verzoek om euthanasie – wil je niet overschrijden. Altijd is een christen geroepen getuige te zijn (Hand. 1:8). Getuige zijn is werver-zijn en betekent dat je de ander probeert te winnen voor Christus. Met daden, soms met woorden. Ik noem een paar suggesties. Denk na over de inrichting van de spreekkamer. Betrek de spirituele dimensie bij het consult, vraag naar de behoefte aan pastoraat. Maak gebruik van Faith flags, korte opmerkingen in de loop van het gesprek waarin je laat merken dat de Bijbel voor jou een belangrijke inspiratiebron is. Benut de wijsheden en verhalen uit de Bijbel als spiegel tijdens het consult. Wees je bewust van je positie, zoek naar verbinding, stop bij weerstand, maar benut elke opening. Niet omdat je het beter weet, maar omdat God het beste met de ander voor heeft. Leven van genade is verrijkend!

Ten slotteAan de wand in mijn spreekkamer hangt naast een in-gelijste Artseneed een repro van de Barmhartige Sama-ritaan van Vincent van Gogh. Twee inspiratiebronnen. De Artseneed staat voor medische professionaliteit, de repro voor de praxis vanuit christelijk perspectief. Dokter en discipel. Ze houden me scherp! n

Naar aanleiding van

Aart van Wolfswinkel. Dokter en discipel. Dokteren als christen in een seculiere context (Scriptie CGO-HBO (PW), 2011. ID

DG

n

MA

ART

201

4

5

n Aart van Wolfswinkel is huisarts in Hellevoetsluis

Page 6: Religie in de spreekkamer

Thema WIM DEKKERS

Standpunt KNMGIn 2010 heeft de KNMG haar standpunt ‘Niet-therapeutische circumcisie (NTC) bij minderjarige jongens’ gepubliceerd. In ons land betreft NTC voornamelijk religieuze besnijdenissen. Een KNMG ledenpeiling leerde dat er onder de leden geen consensus bestaat over dit onderwerp. In het algemeen vond men een wettelijk verbod op NTC te ver gaan, voornamelijk uit vrees voor het ‘ondergronds gaan’ van besnijdenis. Over de vraag of de KNMG NTC moet afwijzen waren de meningen gelijkelijk verdeeld. Met de stelling dat de KNMG artsen moet oproepen NTC bij minder-jarige jongens niet langer uit te voeren was 34.7 % van de respondenten het (helemaal) eens en 39.6 % (helemaal) oneens. Gebaseerd op deze gegevens, in-ternationaal erkende rechten van het kind en de idee van lichamelijke integriteit heeft de KNMG gekozen voor een ontmoedigingsbeleid. Enerzijds betuigt zij respect voor de religieuze, symbolische en culturele gevoelens die met de praktijk van NTC samenhan-gen. Anderzijds beschouwt zij de mogelijke medische voordelen, afgewogen tegen alternatieven en de kans op complicaties, onvoldoende groot om besnijdenis

om medisch-preventieve redenen te recht-vaardigen. ‘Het KNMG advies om een jongensbe-snijdenis te ontmoedigen is terecht’, luidt de stelling op de website van de Christian Medical Fellowship. Respondenten konden hun mening geven over twee argumen-ten vóór en twee argumenten tégen deze stelling. Het noemen van een argument met betrekking tot een aantasting van de integriteit van het lichaam was eveneens te overwegen geweest, omdat dit een cruciaal thema is in het besnijdenisdebat. Maar ook de vier genoemde argumenten betreffen alle belangrijke onderwerpen van discussie. Uitgaande van de score op 13 januari 2014

is 60% van de respondenten tegen en ongeveer 40% vóór deze stelling. De verdeling is als volgt:

- 21% mee eens, het heeft geen voordelen en wel soms complicaties

- 19% mee eens, want in strijd met het recht op autonomie van het kind

- 44% oneens: een uiting van antireligieus sentiment - 16% oneens, want het is een Bijbels gebruik

Hieronder ga ik nader in op deze vier argumenten.IDD

G n

M

AA

RT 2

014

6

Niet-therapeutische jongensbesnijdenis: tolereren of ontmoedigen?

Jongens worden om verschillende redenen besneden: (1) medisch-therapeutische indicaties zoals een voorhuidvernauwing of ontsteking van de eikel, (2) hygiënische en preventieve motieven zoals bij de zoge-noemde Routine Neonatal Circumcision (dit gebeurt nog ongeveer bij 50% van de pasgeboren jongetjes in de VS), (3) religieuze redenen zoals in jodendom en islam en (4) culturele (niet specifiek religieuze) motieven waarbij het veelal gaat om een initiatie- of vruchtbaarheidsritueel. Deze vier clusters van motieven sluiten elkaar niet uit. Zo wordt jongensbesnijdenis in de islam mede gemotiveerd door hygiënische en gezond-heidsoverwegingen. De verwevenheid van deze vier soorten motieven en hun onderling gewicht nodigen uit tot reflectie, vooral wanneer de medische, culturele en religieuze dimensie met elkaar op gespannen voet staan. Jongensbesnijdenis betreft een gevoelig lichaamsdeel en raakt aan fundamentele overtuigin-gen van religieuze, theologische en filosofische aard.

n Wim Dekkers is arts en filosoof, verbonden aan IQ Healthcare, Radboudumc, Nijmegen

Page 7: Religie in de spreekkamer

Voordelen en complicatiesVolgens de huidige wetenschappelijke stand van zaken zijn er inderdaad nauwelijks harde bewijzen voor een verlaagd risico op bepaalde aandoeningen zoals een uri-neweginfectie of peniskanker. Bovendien weegt een mo-gelijk minimaal voordeel van besnijdenis niet op tegen de nadelen. Er is berekend dat 111 circumcisies moeten worden gedaan om één geval van een urineweginfectie te voorkomen. Bovendien is besnijdenis in het algemeen wel een simpele ingreep, maar treden er soms complica-ties op zoals een bloeding of infectie. Ernstige complica-ties, zoals een necrose van de penis, zijn zeldzaam.

Autonomie van het kindOok de autonomie van het kind wordt vaak genoemd in het besnijdenisdebat. Een pasgeborene kan zelf niet kiezen voor een besnijdenis. Dit is dan ook een veel gehoord argument tegen besnijdenis op jonge leeftijd. Maar ook in geval van een religieuze besnijdenis op volwassen leeftijd blijft de vraag of je in gezond vlees mag snijden zonder medische noodzaak. Religieuze

besnijdenis bij jongens en mannen staat op gespan-nen voet met het recht op onaantastbaarheid van het lichaam (artikel 11 van de grondwet). Het respect voor de autonomie van het kind is dan ook onlosmake-lijk verbonden met de idee van de integriteit van het lichaam. Nu kan deze integriteit in het algemeen in meerdere of mindere mate worden aangetast. De aard en ernst van de ingreep is dus ook relevant. De vraag is of respect voor de autonomie van het kind ingeval van een besnijdenis zwaarder weegt dan bij minder invasieve ingrepen als vaccinaties of symbolisch-religieuze handelingen als dopen. De kwestie is dus of en op welke gronden religieuze jongensbesnijdenis als een laakbare aantasting van de lichamelijke integri-teit moet worden beschouwd. Traditie en cultuur in aanmerking genomen ligt het niet zonder meer voor de hand religieuze jongensbesnijdenis af te wijzen omwille van de integriteit van het lichaam. Voor joden en moslims is besnijdenis een positief gewaardeerde lichamelijke onderscheiding, een lijfelijk ‘ereteken’, aangebracht om bestwil van het kind. Vanuit hun

joden zien de besnijdenis als een perfectionering van het lichaam

IDD

G n

M

AA

RT 2

014

7

>>

Page 8: Religie in de spreekkamer

perspectief is zowel het respect voor de autonomie als de idee van lichamelijke integriteit niet zwaarwegend.

Antireligieus sentiment Het is opvallend dat 45% van de respondenten het oneens is met de KNMG op basis van het oordeel dat het ontmoedigingsbeleid een uiting is van antireligi-eus sentiment. De vraag is of de KNMG inderdaad een antireligieus sentiment kan worden verweten. Zij lijkt dit zelf tegen te spreken door respect te betuigen voor de religieuze gevoelens die met de praktijk van NTC samenhangen. Mij lijkt dat het standpunt van de KNMG meer is ingegeven door het ontbreken van een medische indicatie, de onaantastbaarheid van het lichaam en respect voor de autonomie van het kind dan door een antireligieus sentiment. De vraag aan de KNMG zou dus moeten zijn wat respect voor religi-euze gevoelens samenhangend met jongensbesnijde-nis betekent, indien zij tegelijkertijd probeert deze eeuwenoude praktijk in te perken.Tegenstanders van religieuze besnijdenis beroepen zich vaak op de Grondwet, met name in verzet tegen artikel 6 (vrijheid van godsdienst) en vóór artikel 11 (onaantastbaarheid van het lichaam). Toen het

toenmalige VVD-Kamerlid Hirsi Ali in 2004 opperde besnijdenis zonder medische indicatie strafbaar te stellen, ontlokte dit voorstel felle reacties uit joodse en islamitische hoek. Tegenstanders van besnijdenis gebruiken veelal woorden als verminking, maar vanuit moreel perspectief is het nog maar de vraag of dat juist is. Uit onderzoek blijkt dat joden en moslims besnij-denis niet zien als een aantasting van de lichamelijke integriteit. Integendeel, joden zien de besnijdenis als een perfectionering van het lichaam.

Bijbels gebruikStrikt genomen kan jongensbesnijdenis geen bijbels gebruik worden genoemd, omdat joden liever spreken over de Thora. Voor hen is besnijdenis een teken van het verbond tussen God en Abraham (Genesis 17:10-14). In de islam is besnijdenis gebaseerd op sunnah, de profetische traditie. De Koran bevat geen passages over besnijdenis. Waar het in wezen op neer komt is dat in deze godsdiensten jongensbesnijdenis ‘van hoger hand’ wordt opgelegd, door God in het jodendom en door de profeet Mohammed in de islam. In beide godsdiensten vormt jongensbesnijdenis een fundamentele praktijk. De religieuze identiteit van joden en moslims wordt in hoge mate bepaald door het besneden zijn.In de eerste dagen van het christendom was jongens-besnijdenis onderwerp van heftige discussies. Mede door toedoen van de apostel Paulus werd de fysieke besnijdenis ontmoedigd en is deze praktijk langzamer-hand in onbruik geraakt. Voor Paulus is de werkelijke besnijdenis er een van het hart en is zij spiritueel van aard. Voorop gesteld dat de meeste respondenten van de CMF-enquête een christelijke achtergrond hebben, zien we dus dat zij merendeels op de bres staan voor

IDD

G n

M

AA

RT 2

014

8

Reacties

Ik snap het advies van de KNMG om jongensbesnij-denis te ontmoedigen vanwege de complicaties die kunnen optreden, echter ik ben van mening dat de vrijdag van godsdienst, en dus ook de besnijdenis bij joodse en islamitische jongetjes, hoger staat dan dit.Jaap Lustig, ANIOS Cardiologie

De Heere God heeft de besnijdenis als een eeuwig durend verbond aan Israël gegeven (Gen 17: 13). Daarbij is op de achtste dag de stolling, namelijk het pro-trombine gehalte zonder suppletie van vitamine K, optimaal (L.E. Holt and R. McIntosh: Holt’s Pediatrics, 12th edition, Appleton-Century-Crofts, NY, 1953, blz. 125-126). Richard en Marieke ten Broeke, resp. AIOS chirurgie en AIOS interne

In deze discussie spelen religieuze, ethische, cultu-rele, medische en juridische argumenten een rol. Ik denk dat het in 2014 goed is om een religieuze / culturele circumcisie bij kinderen te ontmoedigen, gezien het ontbreken van een medische indicatie en de onomkeerbaarheid van de ingreep. Een verbod op deze ingreep is gezien het religieuze karakter mijns inziens niet ethisch en zal de kwaliteit van de ingreep niet ten goede komen. Marije van Ulden, ANIOS urologie

51 Oneens; een uiting van antireligieus sentiment.

25 Mee eens, het heeft geen voordelen en wel soms complicaties.

21 Mee eens, want in strijd met het recht op autonomie van het kind.

17 Oneens, want het is een Bijbels gebruik

Het KNMG advies om een jongensbesnijdenis te ontmoedigen is terecht

Page 9: Religie in de spreekkamer

een praktijk die in het christendom juist niet wordt uitgeoefend. De verklaring lijkt me te moeten zijn dat zij zich in meer algemene zin sterk maken voor de vrij-heid van godsdienst.Religieuze besnijdenis van jongens werd en wordt in Nederland algemeen geaccepteerd. Het respect voor de vrijheid van godsdienst en de religieuze zingeving aan deze ingreep legitimeren deze praktijk. Toch blijkt in een voornamelijk door christendom en liberalisme gevormde Nederlandse cultuur de institutionalisering van een rituele handeling als religieuze jongensbe-snijdenis aanleiding te geven tot spanningen. In het geding is de vraag in hoeverre religieuze en culturele minderheden binnen de Nederlandse samenleving niet alleen in de privésfeer, maar ook in de publieke sfeer, naar eigen inzichten mogen leven en handelen.

Tolereren of ontmoedigen?Religieuze jongensbesnijdenis is volgens mij een open kwestie. Moeten we deze praktijk tolereren of ontmoe-digen? Het lijkt me in ieder geval van belang een onder-scheid te maken tussen besnijdenis vanwege een ver-ondersteld medisch voordeel en een cultureel bepaalde norm enerzijds en vanwege godsdienstige overwegingen anderzijds. Mijns inziens zijn er goede redenen om de religieuze legitimatie zwaarder te laten wegen.Religieuze besnijdenis gebeurt op godsdienstige gronden en neonatale besnijdenis op dubieuze medi-sche overwegingen. Een religieuze besnijdenis is van essentieel belang voor de religieuze en persoonlijke identiteit van betrokkenen, terwijl dit bij een neonatale besnijdenis veel minder het geval is. Religieuze besnij-denis is een oude traditie, terwijl de praktijk in de VS pas van het einde van de negentiende eeuw dateert. Uiteraard betekent het feit dat een praktijk lang bestaat niet dat die daarmee vanuit ethisch perspectief gelegi-timeerd is. Maar het ontmoedigen van een handeling die al zo lang en zo fundamenteel verbonden is met een religie, is lastig. Deze overwegingen, het recht op vrijheid van godsdienst en respect voor andermans godsdienstige praktijken leiden tot een houding van tolerantie. Religieuze besnijdenis is wel een irrever-sibele invasieve ingreep, maar leidt slechts zelden tot medische complicaties.Heeft de KNMG dan geen punt? Jawel. Zij staat als beroepsgroep van artsen terecht op de bres voor een duidelijke legitimatie van iedere medische handeling waarbij het principe van de lichamelijke integriteit zwaar telt. Vanuit mijn christelijke achtergrond en als niet-jood en niet-moslim sympathiseer ik met hun voorstel. Van mij hoeft besnijdenis niet. De cruciale vraag lijkt me echter te zijn wat ‘ontmoedigen’ in de praktijk betekent. Mij lijkt dat joden en moslims niet ter verantwoording moeten worden geroepen voor een uitleg van waarom zij zich gebonden weten aan dit gebod van God of Mohammed. Ook dient voor-

komen te worden dat de praktijk ‘ondergronds gaat’. Een besnijdenis dient medisch zorgvuldig te gebeuren. Wat mij betreft betekent ‘ontmoedigen’ een dialoog met individuele ouders en vertegenwoordigers van jodendom en islam over het ontbreken van medische voordelen van een jongensbesnijdenis. Daartoe dienen artsen zich te beperken. n

Literatuur

- Dekkers W. Routine (Non-Religious) Neonatal Circumcision and Bodily Integrity. A Transatlantic Dialogue. Kennedy Institute of Ethics Journal 2009;19:125-146.

- Dekkers W. Wat doen we met de voorhuid? In: I. de Beaufort e.a. (red.), De kwestie. Praktijkboek ethiek voor de gezondheids-zorg. Den Haag: Boom Lemma uitgevers, 2011, p. 129-134.

- Dekkers W, Hoffer C, Wils JP. Besnijdenis, lichamelijke integri-teit en multiculturalisme. Een empirische en normatief-ethische studie. Budel: Damon, 2006.

- KNMG. Niet-therapeutische circumcisie bij minderjarige jongens. 2010

Niet-therapeutische circumcisie bij minderjarige jongens

Standpunt van KNMG en NVK

De KNMG stelt dat een circumcisie om niet-therapeutische redenen niet te rechtvaardigen is. Ten eerste vanwege de risico’s op medische en psychische complicaties. Ten tweede is er geen overtuigend bewijs is dat circumcisie zinvol is in het kader van preventie of hygiëne. Bovendien stelt de KNMG dat niet-therapeutische circumcisie in strijd is met de regel dat minderjarigen alleen mogen worden blootgesteld aan medische hande-lingen wanneer er sprake is van ziekte of afwijkin-gen, of als overtuigend aangetoond kan worden dat de ingreep in het belang is van het kind. Niet-therapeutische circumcisie bij minderjarige jongens wordt beschouwd als in strijd met het recht op autonomie en het recht op lichamelijke integriteit van het kind.

De KNMG roept artsen op om ouders/verzorgers die niet-therapeutische circumcisie voor minderjari-ge jongens overwegen, nadrukkelijk op de hoogte te brengen van de kans op complicaties en het ontbreken van overtuigende medische voordelen. Daarnaast roept de KNMG op tot een dialoog tus-sen artsenorganisaties, experts en de betreffende religieuze groeperingen om niet-therapeutische circumcisie te thematiseren en uiteindelijk zoveel mogelijk te beperken.

in het kader van preventie of hygiëne. Bovendien

IDD

G n

M

AA

RT 2

014

9

Page 10: Religie in de spreekkamer

ThemaDRS. MORAD EL HAJOUI is arts-assistent interne geneeskunde en apotheker

Uitgangspunten en voorbeeldenEr zijn een aantal uitgangspunten bij het behandelen van islamitische patiënten. Bij moslims is het belang-rijk om Allah te blijven gedenken, ook als men ziek is. De islam biedt daar voor deze groep (zieken) ruimte voor. Er zijn bijvoorbeeld versoepelingen of vrijstellin-gen voor degenen die ziek zijn. Men kan God geden-ken afhankelijk van eigen conditioneel kunnen. Het wordt wel lastiger wanneer patiënten medicatie nodig hebben in het kader van hun kwaliteit van leven, zoals pijnstilling en geneesmiddelen tegen (motorische) onrust en als gevolg van deze medicatie krijgen zij een verlaagd bewustzijn. Op deze wijze kunnen zij immers God niet gedenken. Zowel patiënt als familie komen in een lastig gewetensdilemma en de arts weet geen raad. Dit geldt ook voor het wel of niet staken van voeding of (intraveneus) vocht. Bij patiënten die veel pijn heb-ben en binnen twee weken gaan overlijden, kunnen zowel bij de familie als de artsen vragen ontstaan over pijnstilling (zoals morfine) en het al dan niet staken van het infuus.

Associatie Marokkaanse Artsen Nederland Naar aanleiding hiervan heeft AMAN (Associatie Ma-rokkaanse Artsen Nederland) recent een symposium

georganiseerd over palliatieve sedatie bij de moslimpa-tiënten. Een huisarts (met islamitische achtergrond), een moslimtheoloog en geestelijke verzorger werden uitgenodigd. De belangstelling voor het symposium bleek groot, zo waren er huisartsen, apothekers, para-medici en medische studenten aanwezig. Tijdens het symposium werden verschillende casussen genoemd waarbij de begeleiding en uitleg door de geestelijke verzorger cruciaal was. De huisarts heeft haar ervarin-gen omtrent dit onderwerp uiteengezet en vindt dat kwaliteit van leven van de patiënt prioriteit heeft en dat we als arts dus wel pijnstilling (morfine) en andere medicatie mogen geven om die kwaliteit te bereiken. Daarnaast werden ook de ervaringen uit islamiti-sche landen besproken, zo wordt er meestal alleen van palliatieve zorg gesproken en niet van palliatieve sedatie. Het sederen middels dormicumpomp wordt niet gedaan, intermitterende doseringen komen wel voor. De moslimtheoloog benadrukt dat het verlagen van bewustzijn bij patiënten in het kader van symp-toombestrijding is toegestaan middels intermitterende doseringen, maar niet buiten proportioneel en niet continue. Voorzichtigheid is hierbij dus geboden. Over het staken van voeding of vocht bij patiënten die niet meer kunnen slikken is ook gediscussieerd. In som-mige islamitische landen wordt dit niet gestaakt. Tijdens het symposium hebben wij een aantal vragen kunnen beantwoorden, een deel van de vragen blijft nog open en we hopen ook in Nederland dieper in te kunnen gaan op de medisch ethische dilemma’s van tegenwoordig. nID

DG

n

MA

ART

201

4

10

Bij moslims is het belangrijk om Allah te blijven gedenken,

ook als men ziek is

Medisch ethische dilemma’s bij patiënten met een islamitische achtergrond

De medische ontwikkelingen zijn met sprongen vooruitgegaan, maar over islamitische ethische juridische dilemma’s weten we nog weinig in Nederland en daar moeten we nu zelf uit zien te komen. Vooral in Nederland, omdat dit land vooruitstrevender is dan welk (islamitisch) land dan ook en de medische beroepsgroep is openhartig en recht door zee.

Page 11: Religie in de spreekkamer

11

Onze licht groeiende en jeugdige gemeente (Christelijke Gereformeerde Kerk Goes) worstelt al enige tijd met zijn missionaire roeping. Hoe geef je de opdracht om te getuigen van de hoop die in je is handen en voeten? Het georganiseerde werk met commissies, beleidsstukken en actieplannen blijkt toch niet zo effectief en attractief als we gehoopt hadden. Als kerkenraad hebben we er ons op bezonnen aan de hand van een werkstuk van een theoloog die er voor doorgeleerd had. Alhoewel er goede ideeën zijn aangedragen, valt het toch nog niet mee om een doorstart te maken. Enerzijds zijn er in Goes heel wat christelijke gemeenten die in dezelfde vijver zitten te vissen, anderzijds zit de gemiddelde geseculariseerde medeburger niet te wachten op ‘de blijde boodschap’. Het voelt wel eens als het voorschrijven van een pijnstiller, voor mensen die helemaal geen pijn hebben! Niettemin, ik heb voor mijn eigen praktijk toch een soort van mini-missionair projectje verzonnen. Ik vraag name-lijk aan iedere co-assistent (per 5 weken een nieuwe) over zijn of haar achtergrond en daarmee over zijn levensbeschouwing. Er blijken vrijwel geen belijdende christenen onder te zitten, terwijl ze wel vaak ouders en zeker grootouders hebben die nog voe-ling hebben met het christelijk geloof. De vragen die ik vervolgens al weer enig tijd stel kwam ik ook tegen in het mooie boek ‘God Bewijzen’ van de zeergeleerde heren Paas en Peels (óók CGK).

Vraag 1. Ben je het met me eens dat alles een begin moet hebben?

Vraag 2. Waarom is een al dan niet ziek kind eigenlijk van waarde?

De eerste vraag zet ze wel aan het denken. Ook evolutie moet ergens begonnen zijn. Het uit het niets ontstaan, miljarden jaren geleden, moet immers toch een keer begonnen zijn? Een spontaan ontstaan van het heelal vraagt, zo zeg ik dan, veel geloofskracht, vergelijkbaar met het geloof in een almachtige Schepper.

De tweede vraag vinden ze nogal logisch. Toch is dat helemaal niet zo logisch, want halverwege de vorige eeuw was er een ideologie ontstaan, waarbinnen ook geleerde artsen massaal van mening waren dat joodse kinderen gedood konden worden. Ideologieën kunnen zomaar vreselijke dingen teweeg brengen. Geldt dan het recht van de sterkste of van de meerderheid? Dat zet ze wel aan het denken. Paas en Peels stellen dat ook de huidige westerse mensen (inclusief aspirant-artsen dus) nog meeliften op de joods-christelijke cultuur, zonder dat ze het doorhebben. Als die cul-tuur gaat verdwijnen dan staat ons nog heel wat onbarmhartigheid te wachten...

Ik heb niet de illusie om een krachtdadige bekering in de spreekkamer mee te maken. Ik denk wel dat het goed is om mensen aan het denken te zetten. Daar zijn geen actieplannen of werkstukken voor nodig. Alleen hoop, geloof én liefde inclusief respect voor onze aanstaande ongelovige collegae. n

Religie in de spreekkamer

FRANK VISSCHER is als neuroloog en kinderneuroloog verbonden aan het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis te Goes

Column

11

IDD

G

n

MA

ART

201

4

Page 12: Religie in de spreekkamer

IDD

G n

M

AA

RT 2

014

12

De inspirerende spreker Darrow Miller legt uit hoe we met onze culturele bril de wereld en ons werk bekijken. Een Bijbelse bril verandert onze blik, bijvoorbeeld ons werkethos. We praten na in kleine groepjes. “In mijn nomadenstam geeft werk status,” vertelt dokter Soh uit het noorden van Senegal. “Wie veel vee verzorgt verdient respect bij zijn sociale omgeving.” Felouine, die een gezondheidspost in St. Louis leidt, zegt: “In mijn stamtaal is er een spreekwoord dat wie werk heeft, zelf zijn problemen kan oplossen.” “Uiteindelijk werk je voor het geld, om te overleven of om te consumeren,” zegt een ander. Maar welk verschil maakt onze Bijbelse bril in patiëntenzorg? Dokter Adamson legt uit: “Toen ik wist dat ik zendingsarts wilde worden dacht ik dat ik elke patiënt het evangelie zou uitleggen, dat ik met ze zou bidden en dat er een stapel flyers en Bijbels op

mijn bureau zou liggen. Toen in de praktijk bleek dat ik daar helemaal geen tijd voor had voelde ik me eerst schuldig. Tot ik ontdekte dat ik met alles wat ik doe God kan aanbidden. Dát maakt het verschil.”

We delen ervaringen van hoe we God aanbidden in ons werk: het fundament is de patiënten echt liefheb-ben en hen dit laten ervaren. Voor God heeft elk leven waarde, hoe klein, ongeboren of gehandicapt ook. Ieder mens draagt Gods beeld en dat dragen we uit aan elke patiënt die we ontmoeten. Het belangrijkste is dat we ons werk goed doen. “Onze zorg moet uit-muntend zijn, dat is het beste getuigenis,” concludeert dokter Adamson. Sidy geeft een sprekend voorbeeld vanuit zijn spreekkamer: “Ik zie vaak patiënten die ver reizen om naar onze kliniek te komen. Ze zeggen dat onze paracetamol beter werkt dan ergens anders.” Deze ‘christelijke paracetamol’ blijkt voor anderen een herkenbaar begrip. De patiënten ervaren een kwaliteits-verschil in de christelijke klinieken.

Het forum was niet alleen een social event, het was de start van een netwerk van christen gezondheidswer-kers. Het contact bemoedigt de gezondheidswerkers die vaak in afgelegen gebieden werken. Door uitwisse-ling kunnen we meer en beter zorg verlenen en uitein-delijk meer betekenen voor de onze patiënten en het gezondheidsysteem in Senegal. Wie bidt er mee voor een CMF in Senegal?

Voor meer informatie: www.kieviet.org. n

Over christelijke paracetamol en een CMF in Senegal

Dokter in DakarTABITHA KIEVIET-VAN IMMERZEEL is tropenarts in Dakar (Senegal)

“Midden in de nacht een spoedoperatie doen is mijn aanbidding voor God, net zo goed als ik de zang leid op zondag,” legt dokter Adamson uit. Met deze Zambiaanse anesthesioloog leid ik een forum over geloof en medisch werk. Meer dan 40 christen gezondheidswerkers zijn vertegenwoordigd op deze unieke bijeen-komst, die nog nooit eerder werd georganiseerd in Senegal. Vanuit het hele land zijn ze gekomen: christe-nen die, met hun geloof als motivatie, holistische zorg leveren aan Senegalesen in vaak moeilijke situaties. Van medisch specialist tot student, sommigen werken in een missiekliniek, anderen in een overheidsinstel-ling. Doel van het forum is bemoediging, uitwisselen van ideeën en het creëren van een netwerk.

Page 13: Religie in de spreekkamer

De uitgave van het Thijmgenootschap is een bewerking van de voordrachten van een in 2010 door het Centrum voor Ethiek van het UMC St Radboud georganiseerd congres. De achtergrond van de scribenten is divers, waardoor de insteek van hun bijdrage ook heel verschil-lend is. Dat maakt het boekje boeiend.

Voor ons dagelijks werk als arts in de palliatieve zorg biedt het boek weinig meerwaarde. De bijdragen op dit gebied zijn heel algemeen en daardoor wat teleurstellend. Als er voor de vierde keer een bijdrage begint met de WHO-definitie van palliatieve zorg, dan wordt het wat saai.

Maar het filosoferen over thuis en thuiskomen kan ons mogelijk wel meer inzicht geven voor het begeleiden van mensen in de palliatieve fase. Drie lijnen van het boek sprongen er voor mij uit.

Allereerst die over het lichaam als huis. Is het een ker-ker der ziel of een tempel der ziel? Het lichaam kan een veilige verblijfplaats zijn en de medische weten-schap richt zich op de heelheid van het lichaam. Maar hoe werkt dat als het lichaam tot verval raakt? Als het lichaam geen veilig huis meer is? ‘Het verbrokkelde lichaam wordt weer een thuis wanneer de schoonheid niet in zichzelf gezocht wordt, maar wordt beleefd in het contact met de medemens.’

Het tweede verrassende onderdeel vond ik het hoofd-stuk over kleinschaligheid en dementie. Het is positief dat hier aandacht is voor dementie (toch een belang-rijke doodsoorzaak in Nederland) in een boek over palli-atieve zorgverlening. Den Hertogh en Dekkers zetten op een verfrissende manier de romantiek van kleinschalig

wonen in het juiste perspectief. Het perspectief dat de menselijke maat en het ‘thuisgevoel’, die kleinschalig wonen bij ons oproepen, door de media als een gerust-stellende façade gebracht kan worden om de machte-loosheid die dementie ons geeft niet te hoeven ervaren. Het laatste punt wat ik wil noemen is de aandacht voor het huis van de zorgverlener. Dat is pas een thuis voor de zieke als de zorgverlener stil heeft gestaan bij zijn eigen wonden en kwetsuren. Kijken naar die ervaringen helpt om bij jezelf te gaan wonen. Als er orde is in je eigen huis, dan is er pas ruimte om de ander te ontvan-gen. Daarmee rammelt Desmet even stevig aan onze professionele jas: zijn we mens of hulpverlener als we aan het bed zitten?

Kortom, veel dingen die voor een dokter goed zijn om eens te overdenken. Toch blijft er iets knagen. Thuiskomen bij onszelf, thuiskomen in de medemense-lijkheid, helpt dat ons uiteindelijk om rust te vinden en de dood aan te kunnen? Waaijman doet een andere poging als hij een spirituele weg beschrijft vanuit de christelijke spiritualiteit. Hij beschrijft het beeld van ‘thuis’ vanuit Bijbelse lijnen, vanuit Abba, de Vader, maar helaas blijft ook hij uiteindelijk steken bij het gewone, het horizontale, het thuiskomen in ons eigen levenslied. Ik mis dat ene: Thuiskomen omdat Híj de dood overwon...

Een behouden thuiskomst - Idealen in de palliatieve zorgverlening. Wim Dekkers, Marcel Becker en Martien Pijnenburg (red.). Valkhof Pers, 2012 / 185 pag. / ISBN 9056253611 / €14.50 n

IDD

G n

M

AA

RT 2

014

13

BoekrecensieINA VAN DEN BRINK is specialist ouderengeneeskunde

Ook altijd gedacht dat bijna-thuis-huis betekent dat er een veilige woon-omgeving is die zoveel mogelijk lijkt op het eigen huis van de stervende? Dit boek geeft nog een tweede, religieuze, betekenis: aan het eind van hun leven gekomen staat een mens op het punt om thuis te komen: bijna thuis. Wat dat thuis dan ook precies betekent. Deze twee punten laten meteen de toegevoegde waarde zien van het boek: er staan soms verrassende uitspraken en gedachten in en het neemt je in allerlei toonaarden mee in de zoektocht wat ‘thuis’ nu precies betekent.

Bijna thuis…

Page 14: Religie in de spreekkamer

Methodiek voor het werken met diepgangHet boek begint met een introductie waarin de achter-gronden, principes en methodiek voor het werken met diepgang worden toegelicht. Daarna worden praktische voorbeelden uitgewerkt voor de secto-ren onderwijs, zorg en kerk. Zoeken naar diepgang in professionaliteit is een trend. Aandacht voor thema’s als normatieve pro-fessionaliteit is volgens hen een reactie op een invulling van het begrip professionaliteit die voornamelijk gericht is op het instru-mentele, methodische en/of technische handelen van professionals. De voortgaande standaardisering en protocollering in de zorg is hiervan een symptoom. Een profes-sional moet niet alleen methodisch kundig zijn, maar ook vaardigheden bezitten om te reflecteren en dialogiseren. De auteurs erkennen terecht dat er in de zorg sprake is van een versmalling van professionaliteit en verwijzen daarbij naar verschillende auteurs die (opnieuw) de nadruk leggen op belangrijke waarden als ‘authen-ticiteit’, ‘beschikbaarheid’ en ‘betrokkenheid’. Ook de toenemende aandacht in de gezondheidszorg voor spiri-tuele zorg is hiervan een signaal.

Reflectie op normatieve professionaliteitReflectie op de normatieve professionaliteit en (levens-beschouwelijke) identiteit van (zorg)instellingen moet gezien worden in het licht van een veranderende levens-

beschouwelijke en religieuze context. Het boek beschrijft dat er tegenwoordig allerlei vormen van gelovig zijn bestaan, die anders zijn dan alleen de traditioneel chris-telijke. Waar het christendom in de georganiseerde vorm

afbrokkelt, verschijnt een breed palet aan nieuwe vormen van religie en spiritualiteit. Dit is het proces van secularisatie naar transfor-matie. Religie wordt gedeïnstitutionaliseerd en er is sprake van religieuze of levensbe-schouwelijke individualisering en pluralise-ring. Kenmerk van de moderne ‘gelovige’ is dat deze keuzevrijheid heeft en zijn eigen levensontwerp construeert. De auteurs noe-men het proces van knippen en plakken, het construeren van de levensbeschouwelijke identiteit die uit meerdere zingevingsbron-nen is samengesteld (bricolage). Zo kan één en dezelfdemens bijvoorbeeld putten uit christelijke, hindoeïstische en boeddhistische bronnen.

Betekenis voor professionalsDe auteurs constateren terecht dat deze ontwikkelingen ingrijpende gevolgen hebben voor professionals die naar diepgang streven en levensbeschouwelijke (hermeneuti-sche) communicatie en plek willen geven in hun werk. Het vraagt van de professionals een gevoeligheid voor die indi-viduele vormgeving van levensbeschouwing en het vermo-gen zingevingsbronnen te herkennen (bij de ander en hen-zelf). Het betekent dat men de ander kan verstaan vanuit ID

DG

n

MA

ART

201

4

14

BoekrecensieRENÉ VAN LEEUWEN

Werken met diepgang

De thematiek die in het boek ‘Werken met diepgang’ wordt aangesneden, is actueel. De auteurs definiëren werken met diepgang als werken terwijl je je bewust bent van de levensbeschouwelijke aspecten van het werk, van je drijfveren en morele opvattingen, en deze op professionele wijze hanteert. Hiervoor is het in de ogen van de auteurs nodig dat professionals hermeneutisch (levensbeschouwelijk) kunnen communi-ceren. Ook voor artsen een actuele en relevante thematiek. Onder andere in de actuele discussies over het wel of niet doorbehandelen van patiënten en de discussie over levensbeëindiging bij psychiatrische patiënten, spelen waarden en overtuigingen een belangrijke rol. Concrete thema’s waar bij het vinden van antwoorden ook de waarden en overtuigingen van zowel de patiënt als de zorgverlener een rol spelen. In dit verband wordt ook wel gesproken over normatieve- of waardenvolle professionaliteit. De communica-tie hierover staat centraal in dit boek. De centrale vraag waar het boek een antwoord op wil geven is: hoe kun je als professional levensbeschouwelijke communicatie leren en wat heb je daarvoor nodig? Het boek biedt professionals handvatten voor, wat zij noemen, levensbeschouwelijke communicatie.

n René van Leeuwen is Lector Zorg & Zingeving aan de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle

Page 15: Religie in de spreekkamer

de kaders van zijn tradities en zingevingsbronnen. Deze hermeneutische competentie omvat kennis, gespreksvaar-digheid en reflectievermogen. Het vraagt ruimte om stil te staan bij ‘trage vragen’. Dit zijn vragen die niet worden opgelost met een doel-middelrationaliteit. Vragen naar goed en kwaad, naar de betekenis van het lijden zijn niet in economische, technische of methodische taal te beant-woorden. Er wordt gebruik gemaakt van metaforische en narratieve taal, waarin het persoonlijke verhaal centraal staat. Het leren verstaan van de ander vereist, als het gaat om zingeving, dat de professional uit het technisch-instrumentele taalveld stapt en zich richt op de subjectieve betekenisgeving door de gesprekspartner’.

Waarden reflectieWaarden reflectie is een belangrijk aspect in levensbe-schouwelijke communicatie. Kernvragen daarbij zijn: wat is goed leven en wat is waardevol om na te streven. In het licht van de eerder genoemde thema’s over het wel/niet doorbehandelen en levensbeëindiging bij psychiatrische patiënten is deze reflectie erg relevant. Hierbij speelt een complex van persoonlijke-, professionele-, doelgroep/cliëntgebonden-, instellingsgebonden- en culturele en maatschappelijke waarden een rol. Er zijn verschillende dimensies (lagen) te onderkennen in normatieve reflectie, namelijk regels en rollen, context, menselijke strevingen en behoeften, verplichtingen, visie. De auteurs presenteren een reflectiecirkel die kan helpen om de waardenreflectie en levensbeschouwelijke communicatie vorm en inhoud te geven. Men constateert terecht dat communiceren van-uit een levensbeschouwelijk perspectief over normatieve aspecten een complexe aangelegenheid is. Vragen over zaken waar morele waarden of andere levensbeschou-welijke overtuigingen in het geding zijn, kunnen niet van eenvoudige antwoorden worden voorzien. Het is laveren tussen verschillende klippen door. Er zijn meerdere belan-gen in het geding en er zijn verschillende waardesystemen die invloed uitoefenen. De reflectiecirkel kan hierbij een hulpmiddel zijn. Ook niet meer dan dat. Antwoorden op vragen zullen zelf gevonden moeten worden.

Voorbeelden uit de praktijkEr worden in het boek drie voorbeelden uitgewerkt waar-in de reflectiecirkel is toegepast in de gezondheidszorg. Het geeft een goede illustratie van hoe waardenreflectie in de praktijk kan werken. Eén van de hoofdstukken gaat over hoop bieden in de palliatieve zorg. Dit voor-beeld is ook voor artsen interessant, ondanks het feit dat hierin verpleegkundigen het uitgangspunt vormen. Uit de analyse van praktijkvoorbeelden bij de toepassing van de reflectiecirkel komt onder andere naar voren dat zorgverleners vanuit verschillende perspectieven naar de hoop van een patiënt kunnen kijken: een functioneel per-spectief, waarbij hoop bieden een vorm van coping is; een realistische perspectief, waarbij verwachtingen moe-ten overeenstemmen met medische feiten; een narratief

perspectief, waarbij het gaat om de waarde die de hoop heeft voor een patiënt. Een patiënt blijft bidden voor genezing, ook al is het realistische perspectief anders. Reflectie helpt zorgverleners in dit geval zich bewust te worden van de drie perspectieven en het stelt ze in staat vanzelfsprekende perspectieven (bijvoorbeeld het realisti-sche) ter discussie te stellen.

Belang levensbeschouwelijke communicatieHet boek vraagt terecht aandacht voor het belang van levensbeschouwelijke communicatie door professionals. De auteurs maken aannemelijk waarom dat ook binnen de context van gezondheidszorg belangrijk is. De reflec-tieaanpak is in de methode niet uniek, maar biedt goede handvatten om tot waardenreflectie te komen. Wat de uitwerking van de voorbeelden betreft is het een gemiste kans dat de waardenreflectie in de medische praktijk niet meer expliciet aan de orde is gesteld. Het voorbeeld uit de palliatieve zorg is ook voor artsen een goede illustratie, maar een voorbeeld uit de curatieve zorg had het boek voor artsen een meerwaarde kunnen geven. Artsen zijn bij uitstek gediend bij een meer reflectieve manier van wer-ken. Niet voor niets wordt er gepleit voor meer gespreks-tijd met patiënten om te komen tot een weloverwogen beslissing over (het vervolg) van een behandeling. Wil het patiëntenperspectief in die gesprekken meer aandacht krij-gen, dan is aandacht voor de waarden en overtuigingen juist belangrijk. Hierbij is ook belangrijk dat artsen uit het eigen (medisch-technologische) taalveld stappen en zich ook durven te begeven in het narratieve taalveld.

Werken met diepgang. Levensbeschouwelijke commu-nicatie in de praktijk van onderwijs, zorg en kerk, André Mulder & Hans Snoek (red.), uitgeverij Meinema, 2012 / 320 pag. / ISBN 9789021144238 / €38,50 n ID

DG

n

MA

ART

201

4

15

Page 16: Religie in de spreekkamer

StudentenwerkVorige keer noemden we al onze wens om voor het studentenwerk een nieuwe studentenwerker aan te stellen en een versterkt studentenbestuur te zien opstaan. Geweldig dat dat inmiddels geëffectueerd is. Zowel nieuwe bestuur als nieuwe werker hebben zich op het Studentencongres voorgesteld, en Ytina Wolthuis doet dat voor u ook nog even kort over in deze IDDG. Jantine was meer dan een jaar studen-tenwerker welke taak zij een eigen invulling gaf, vooral door zich enorm in te zetten door de vele contacten, haar ideeënrijkdom en overal zelf op af te stappen; daarnaast door de blik vooruit te richten en te werken aan een goede doorstart van bestuur en het hele stu-dentenwerk. Dank voor je betrokkenheid, Jantine, die vast in een andere vorm doorgaat!

ICMDA WereldcongresDat we in juli ons wereldcongres hebben en nota bene daar het gastland van zijn, is u natuurlijk niet ontgaan. Het congres biedt door de vele onderdelen en simul-taanprogramma’s enorm veel mogelijkheden om gemoti-veerd, bemoedigd en opgebouwd te worden. Daarnaast dé kans om christen collega’s uit alle delen van de

wereld te ontmoeten. Meer stimulans nodig om u snel op te geven? Kijk dan maar eens op de congrespagina www.icmda2014.org. Ook is er nog hulp nodig in de vorm van vrijwilligersinzet en het bieden van onderdak, en ook daarvoor biedt de website alle informatie.

Overige ontwikkelingenMisschien dat op het moment van verschijnen van deze IDDG onze website eindelijk een dringend noodzakelijke update heeft doorgemaakt. Maar ook daarna blijft er behoefte aan iemand die deze Joomla! website verder wil ontwikkelen en bijhouden. Bent u die website-hob-byist, dan horen we graag van u.

CMF wordt regelmatig benaderd door externe partijen. Soms gaat het om een spreekbeurt of artikel, dan weer om mee te denken bij een politiek vraagstuk, maar steeds vaker merken we ook dat christelijke organi-saties steun bij elkaar zoeken. Daarbij wordt rekening gehouden met elkaars verschillen maar daarnaast beseft hoeveel we voor elkaar kunnen betekenen. Variërend van kerkelijke gemeenten, patiëntenvereni-gingen, het landelijk initiatief van “Geloof in zorg!” (met congres op 3 oktober) tot zendingsorganisaties die ons hun noden voorleggen. We rekenen op uw gebed om wijsheid om hierin de juiste keuzes te maken en prioriteiten te leggen. Ook zien we uit naar versterking van het team van vrijwilligers bij de diverse taken: zoals redactioneel en bestuurlijk werk, leiden van plaatselijke kringen, spreekbeurten verzorgen.

Volgens het kerkelijk jaar gedenken we binnenkort in het bijzonder het lijden en de opstanding van onze Heer. Wat een voorbeeld voor ons wat Hij bidt wan-neer Hij pijn lijdt en vernederd wordt: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen (Lukas 23: 34). Je zou verwachten dat Hij nu wel aan zichzelf denkt. Nu klaagt Hij toch zeker wel tegen God zoals Job dat deed, of pleit bij God dat Hij Hem wreekt, of toont hij een beetje zelfmedelijden? Nee, Hij bidt voor zijn beulen en voor degenen die hem zojuist veroordeeld hebben. Wij mogen die bovenmenselijke kracht van God vragen om in onze leef- en werkomgeving Gods wil te verstaan en die te doen. n

Van de bestuurstafel PAUL LIEVERSE, voorzitter CMF-nederland

16

IDD

G

n

MA

ART

201

4

2014 is voor CMF een interessant jaar, onder andere door het wereldcongres op Nederlandse bodem te houden.

Page 17: Religie in de spreekkamer

Noten• Exodus 29:27,29; 30:22-33 (priesters); 1 Samuel 10:1 (Saul);

Psalm 89:21 (David); 2 Koningen 9:6 (Jehu)• De toelichting bij deze parafrase is na te lezen in de studie

over Jakobus – IDDG maart 2012

17

IDD

G

n

MA

ART

201

4

De drijfveren van...

Maarten Otter

Waarom werd je arts?Omdat ik een leuke biologieleraar had. Met de keuze voor geneeskunde koos ik voor een vak

waarbij ik praktisch kon toepassen wat me leuk leek om te studeren.

Belangrijke leermeesters?Iedere casus met alle betrokkenen kan leerzaam

zijn, maar ik leer het meest van de ‘therapieresis-tente’ casus. Vooral mijn eerste casus met triple X

syndroom was zo’n casus. Tijdens mijn opleiding tot psychiater was het prof. Anton Dosen die mij deed kiezen voor een specialisatie in de psychiatrie voor

mensen met een lichte verstandelijke beperking. Hij is zo breed onderlegd: van emotionele aspecten van

verstandelijke beperking tot genetica. Tijdens het doen van literatuuronderzoek voor mijn

eerste studie over triple X syndroom heb ik veel bewondering gekregen voor de Engelse psychiater Lionel Sharples Penrose (†1972), wiskundige/psy-

choloog/psychiater/geneticus, die tot op de dag van vandaag invloed heeft op de goede kwaliteit van

de psychiatrie voor mensen met een verstandelijke beperking in Engeland.

Wat voor arts wil je zijn?Hoewel wetenschap me erg interesseert, gaat mijn hart toch uit naar de mensen die hulp zoeken. Het

doen van wetenschappelijk onderzoek is wel een goede inspiratiebron.

Hoe betrek je geloof in je werk?Bij Eleos sta ik soms stil bij wat de Bijbel ons kan leren. Niet zelden zijn disfunctionele cognities ver-bonden aan on-Bijbelse overtuigingen. Mijn werk

met verstandelijk beperkte mensen is voor een deel gebaseerd op het feit dat ik Jezus wil navolgen,

die ook zorgt voor de minsten op de sociaal maat-schappelijke ladder. Iemand als Henri Nouwen heeft in zijn boek ‘Adam’ laten zien hoe verrijkend het kan

zijn om met deze doelgroep aan de slag te gaan.

Een boek als ‘Disability in the Christian tradition: A reader’ van Brock & Swinton (Wm. B. Eerdmans Publishing; 2012) heeft mij een hele zomer heilzaam bezig gehouden.

Hoe vind je een goede balans tussen werk en privé?Dat is soms best lastig; mijn vrouw werkt ook bij Eleos en dat is meestal een voordeel, tijdens een reorgani-satie een nadeel. Verder door te stoppen met werken als ik moe ben, en hier in huis zijn een aantal mensen prima in staat mijn aandacht te trekken. Een gezond weekritme met de zondagse rustdag helpt ook.

Wat zou je anderen willen leren?Als er coassistenten meelopen, wil ik graag laten zien dat iedere arts met psychiatrisch patiënten en met verstandelijk beperkte mensen te maken krijgt. Of je nou bedrijfsarts of kaakchirurg wordt. Zorg dus dat je kennis maakt met deze doelgroep voor je gaat speci-aliseren tot huisarts, verzekeringsarts, etc. Want als je de lastige casus aankunt, is de rest een peulenschil.

Maarten Otter werkt als psychiater op 3 locaties: bij Eleos ambulante jeugdzorg (Amersfoort), bij Trajectum voor zorg aan mensen met een lichte verstandelijke beperking en onbegrepen, risicovol gedrag (Zutphen) en op de afdeling psychiatrie van het UMC Maastricht. n

Waarom werd je arts?Omdat ik een leuke biologieleraar had. Met de keuze voor geneeskunde koos ik voor een vak

waarbij ik praktisch kon toepassen wat me leuk leek om te studeren.

Belangrijke leermeesters?Iedere casus met alle betrokkenen kan leerzaam

zijn, maar ik leer het meest van de ‘therapieresis-tente’ casus. Vooral mijn eerste casus met triple X

syndroom was zo’n casus. Tijdens mijn opleiding tot psychiater was het prof. Anton Dosen die mij deed

Page 18: Religie in de spreekkamer

Meditatie CMF Engeland CAROLINE VAN DEN BERG

Living your Faith

What good is it, my brothers, if a man claims to be faith but has no deeds? Can such faith save him? Suppose a brother or sister is without clothes and daily food. If one of you says to him, `go, I wish you well: keep warm and well fed’, but does nothing

We communicate our faith by speech and action. While working in a hospital does give opportunities to testify in words, most of the time we show our Christianity by what we do and how we do it. I once asked an experienced ward sister what she thought were the qualities of a good nurse. She gave me her opinion and then added the names of three nurses to illustrate what she meant; they were all Christians! A well-to-do Hindu, who had become a Christian, told how this had come about. It was in a mission hospital in North India where he had been a patient. He had not been influenced by a sermon or a tract, but simply be-cause `I saw Christ walking through the wards’, he said. Jesus said `Let your light shine before men, that they may see your good deeds and praise your Father in heaven’ (Mat 5:16 NIV). It has been a great encouragement to me over the years to see this light shining in the lives of Christian housemen, nurses, physios and ward maids in my own unit. Faith by itself, if it is not accompanied by action, is dead’ (Jas 2:17 NIV).

May the mind of Christ my Saviour Live in me from day to day,

By his love and power controlling All I do and say.

May the peace of God my Father Rule my life in everything,

That I may be calm to comfort Sick and sorrowing.

Kate B Wilkinson

Further reading: Luk 10:27-37 n

Doctor’s Life Support

IDD

G n

MA

ART

201

4

18

Doctor’s Life Support is een (Engelstalig) Bijbels dagboek speciaal voor dokters. Het is geschreven door leden van ICMDA uit verschillende landen. In IDDG zullen we een aantal keer een overdenking uit dit dagboek plaatsen. Op de website van CMF kunt u, als u dat wilt, elke dag het stuk van die dag lezen. Ook is het mogelijk het dagboek via het CMF-kantoor te kopen. Met de link www.cmf.org.uk/doctors/devotion.asp komt u op de medi-tatie voor vandaag. De overdenkingen zijn ook dagelijks als podcast te beluisteren zijn via www.cmf.org.uk/media/ en worden door CMF-leden wereldwijd voorgelezen.

Page 19: Religie in de spreekkamer

De eerste hoofdstukken doen in kort bestek uit de doeken wat er in de genetica vandaag de dag gaande is. Kreten als Single nucleotide polymorphism (SNP), exome sequencing, whole genome array etcetera, worden geïntroduceerd. Deze technieken kunnen wor-den toegepast om de oorzaak van erfelijke ziekten op te sporen en om medicatieadviezen op de persoon toe te spitsen middels farmacogenetische technieken. De bijdrage van een anonieme patiënte die op jonge leeftijd onderzocht wordt op een erfelijke vorm van kan-ker, maakt heel goed duidelijk dat iedere arts na moet denken over de gevolgen van de nieuwe kennis over erfelijkheid. Wat een diagnose dragerschap van een ‘kankergen’ in een familie al niet te weeg kan brengen! Verder volgt er een bijdrage van de chirurg professor Wobbes over therapeutische aspecten van deze kennis.

Het tweede deel van dit symposiumverslag wordt gevormd door bijdragen vanuit de ethiek, de filosofie en het recht. De ethici gaan in op de mogelijkheden en onmogelijkheden van genoombrede diagnostiek. Naast

klassieke thema’s als het recht-niet-te-willen-weten, komen ook actuele thema’s naar voren, zoals de vondst van aandoeningen waar naar men feitelijk geen onder-zoek deed. Komt het zo ver dat ouders geen kinderen meer durven krijgen omdat ieder kind wel een onbe-kende mutatie draagt? Duidelijk is wel dat vertrouwde kaders onder druk staan. Verrassend is de bijdrage van de filosoof Hub Zwart. Hij beschrijft een crisis in de wetenschap die al voor de tweede wereldoorlog aange-kondigd werd en beschreven werd. Wetenschappelijk onderzoek werd ontdaan van zingeving en het zoeken van zinvolheid. Het HGP heeft ons versteld doen staan van de eenvoud van ons eigen genoom en/of van de complexiteit van het genoom van de Caenorhabditis elegans. Zwart meent te bespeuren dat onze trots gekrenkt is. We moesten tot de conclusie komen dat we meer zijn dan ons genoom (zoals we ook meer zijn dan ons brein, denk ik.) De euforie over dit project heeft ons niet gebracht wat er van verwacht werd. Men meende de hele biologie te kunnen doorgronden. Optimisten denken dat we er nog niet zijn. Pessimisten denken dat we de biologie nooit zullen doorgronden door alleen de studie van het genoom. Zwart lijkt een soort middenpositie in te nemen door te stellen dat we ons genoom niet zijn. Er blijft ruimte voor ‘zelfarbeid’, voor het aangaan van uitdagingen in velerlei opzichten. De juridische aspecten worden verwoord in twee bijdra- ID

DG

n

MA

ART

201

4

19

BoekrecensieMAARTEN OTTER is psychiater bij Eleos

Genoom bewust

‘Genoom bewust; Belasting of belofte?’ is tot stand gekomen naar aanleiding van een symposium van de Medische afdeling van het Thijmgenootschap. Het handelt allereerst over preklinische en klinische aspecten van genetica. Preklinische aspecten betreffen de ontrafeling van het genoom van de mens in het human genome project (HGP), een miljarden verslindend project dat duidelijk heeft gemaakt dat de menselijke genen niet zo heel veel verschillen van de rondworm Caenorhabditis elegans. Klinische aspecten betref-fen de mogelijkheden voor prenatale diagnostiek en bijvoorbeeld mogelijkheden voor het onderzoek van dragerschap van aandoe-ningen die gepaard gaan maligne aandoeningen zoals borstkanker. De filosofische, juridische en ethische bijdragen gaan in op hoe we deze kennis waarderen en een plek geven in onze maatschappij en dagelijks leven.

Mijns inziens kunnen moderne artsen niet om de kennis van genetica heen

Page 20: Religie in de spreekkamer

gen die uitnodigen tot doordenken. De ene handelt over de vraag of ouders het goed of fout kunnen doen door hun kind juist wel of niet prenataal genetisch te laten onderzoeken en vervolgens bepaalde behandelingen juist wel of niet te laten verrichten. De andere richt zich tot de burger in deze geglobaliseerde maatschappij en roept op om ruimte te bieden aan hen die verantwoor-delijkheid willen nemen en hun lichaamsmateriaal ter beschikking aan de wetenschap willen stellen vanuit een ‘knowingly and deliberately uninformed consent’ in contrast met de krampachtige houding van het ‘infor-med consent’. Boeiende visie.

Recent berichtte de BBC over twee vrouwen die een volledige mastectomie hebben ondergaan: de wereld-

beroemde Angelina Jolie en Bobbie Lamden (www.bbc.co.uk/news/, zoeken op double mastectomy). Dit illustreert dat het om een actueel onderwerp gaat. Mijns inziens kunnen moderne artsen niet om de kennis van genetica heen. Niet iedere dokter hoeft verstand te hebben van de technische aspecten. Maar het is wel handig in de studeerkamer te doordenken wat vragen rond prenatale diagnostiek behelzen alvorens er in de spreekkamer mee geconfronteerd te worden. Daar biedt dit boek een waardevolle bijdrage aan.

Genoom bewust; Belasting of belofte? Theo Wobbes & Maria van den Muijsenbergh (red.). Valkhof Pers, 2013 / 168 pag. / ISBN 9789056253943 / €15,50 n

Het was voor mij een verademing om eens een boek te lezen over wat de arts zelf innerlijk beweegt, welke ontwikkeling de arts in de loop van zijn vele werkzame jaren zelf doormaakt. De meeste boeken die wij lezen gaan over de zorg voor patiënten en hun ziektebeelden. Het lezen van dit boek is daarom een manier om terug te blikken hoe de arts zich heeft ontwikkeld.In haar boek ‘Wat bezielt de dokter’ beschrijft Myriam de Keyser haar eigen ontwikkelingsweg als arts. Zij, een Belgische oogarts, moeder van drie kinderen, kiest Theresa van Avila, een katholieke kerklerares uit de 16e eeuw, om zich aan te spiegelen. Theresia’s bekendste boek is de ‘Innerlijke Burcht’. Theresia baseerde haar autoriteit op haar persoonlijke contacten met God. Ze nam haar ervaringen als startpunt om tot bredere ver-klaringen te komen van haar spirituele leven. Dit was in die tijd een verrijking voor het spirituele leven, dat door zijn strikt intellectuele benadering aan bloedarmoede begon te lijden. Ook in de geneeskunde wordt er heden

ten dage genoeg gewerkt met het hoofd: op het gebied van kennis, kunde en vaardigheid staan we aan de top. Maar dat andere deel van het mens zijn,dat met gevoe-lens, ervaringen en medeleven te maken heeft, blijft onderontwikkeld. Theresia kiest zeven ontwikkelingsstappen, die zij ‘burchten’ noemt, uit als het pad waarlangs haar per-soonlijke groei naar God toe zich ontplooit. Dit vertaalt Myrjam de Keyser naar de ontwikkeling die zij als oog-arts in 20 jaar heeft doorgemaakt in een steeds veran-derende wereld. Deze stappen houden onder andere in: haar kennismaking met de wereld van de geneeskunde; de confrontatie met het lijden; beperkingen om men-sen werkelijk te genezen; haar innerlijke strijd; moeilijke patiënten; oprukkende managers en zorgverzekeraars; streven naar zo groot mogelijke efficiëntie.

Waar blijf je daarin zelf als arts, vraagt Myriam zich af, neem je genoeg tijd voor jezelf, voor je eigen geestelijke ID

DG

n M

AA

RT 2

014

20

BoekrecensieLODEWIJK CRIJNS is specialist ouderengeneeskunde

Wanneer onderzocht wordt wat artsen werkelijk beweegt, dan valt op dat het niet is wat de buitenwereld gemakshalve aanneemt: geld, status en kennis. Artsen hebben echt iets met mensen. Dit staat in de inlei-ding van dit boek, dat gaat over de vraag naar wat de arts innerlijk bezielt.

Wat bezielt de dokter?

Page 21: Religie in de spreekkamer

ontwikkeling? Ze kiest er voor om zich ook naar binnen te richten en daar prioriteit aan te geven. Naar diep-gang zoeken gaat niet vanzelf. Maar het is geen luxe: het is voor haar als arts nodig te weten waar ze voor staat en waar ze kracht uit put. Mediteren, bezinnen, boeken lezen en bidden is voor haar geen vredevol wandelingetje, maar oorlog met zichzelf. Haar ego leert de werkelijkheid te aanvaarden zoals die is, niet zoals ze graag wil dat hij is. Gevolg daarvan is een grotere innerlijke vrijheid.Ze probeert haar dokter en christen zijn te combineren, maar artsenspiritualiteit lijkt ondergeschikt aan de echte problemen in de zorgsector: geld en macht. In de klinie-ken wordt gevochten voor bedden; er is de witte woede van ondergewaardeerde verpleegkundigen; de arts wordt bedreigd in zijn honorarium; technische prestaties en therapeutische vrijheid door de overal regerende budget-tering. Er sluimert bovendien een absurditeit bij de vast-stelling dat de drempel ten opzichte van euthanasie en abortus verlaagd is, terwijl anderzijds ‘onmogelijke’ zwan-gerschappen op verzoek worden gerealiseerd. “Het ver-stand is zo verward dat het de waarheid niet ziet,” zegt Theresa. In deze storm is er weinig vertroosting: waar

ben ik eigenlijk mee bezig? Ze heeft het gevoel er alleen voor te staan, door niemand gesteund te worden, en te worden ondermijnd door haar management en financiële prioriteiten. Ze raakt ontmoedigd, de faam en imago van het ziekenhuis lijken het enige criterium. Twijfels komen op, zal ik ander werk zoeken?Uiteindelijk lijkt ze het in het zevende verblijf te hebben gevonden. Het gaat om haar relatie met de Eeuwige, de liefde. Ze hoeft niet perfect, foutloos, superintelligent en bovenmenselijk geduldig te zijn. Ze mag zichzelf zijn, helemaal zoals ze is, met alle goede en slechte kanten die haar eigen zijn. Ze heeft geleerd van haar fouten, ze weet dat ze moet kiezen om ook tijd voor haar eigen zielenleven te reserveren en te bewaken. Ze ontmoet de patiënt nu op basis van hun beider mens zijn en de aanwezigheid van God in elk van ons. Ze hoeft niet lan-ger te verdoezelen dat de geneeskunde beperkt is en dat ze als arts haar grenzen heeft. Ze steekt haar ener-gie niet meer in ophouden van de schijn maar in het zorg dragen voor de patiënt naar beste vermogen, met alle kennis en bekwaamheid die ze voor handen heeft. Er bestaat niet meer zoiets als ‘de beste zorg’ voor alle patiënten met dit soort aandoening. Ze kan alleen uitgaan van de best mogelijke zorg voor deze patiënt met deze ziekte. Ze wint hiermee als arts innerlijke vrij-heid en rust, hoe druk het ook is. Door naar een hoger ideaal te kijken kan ze afstand nemen. De arts die zijn

of haar innerlijk aandacht geeft, ontwikkelt een positieve levenshouding waarin medeleven, eerlijkheid, beschei-denheid en vrijgevigheid centraal staan. Dat straalt de arts uit, dat verandert het beroep. De arts krijgt weer veerkracht. Ze krijgt weer volop energie, haar creativiteit en kracht stromen en ze heeft de voldoening precies bezig te zijn waarmee ze bezig moet zijn. Spiritueel leven heeft immers evenveel te maken met het in het leven staan en overtuigingen waarmaken als het zoeken naar rustpunten.

Het boek is geschreven vanuit de persoonlijke situatie van deze arts. Citaten van Theresa worden afgewisseld met ervaringen uit haar oogartsenpraktijk en algemene visies op de huidige gezondheidszorg. Dit maakt het boek soms wat onordelijk om te lezen. Het is meer een per-soonlijke visie van een arts op haar functioneren in deze tijd. De titel ‘wat bezielt de dokter?’dekt de inhoud van het boek dan ook niet geheel. Beter was geweest: ‘wat bezielt de arts Myriam de Keyser?’ Als het zo gelezen wordt is het boek zeker de moeite waard om onze eigen ontwikkeling als arts en christen er aan te spiegelen.

Wat bezielt de dokter? Spiritualiteit en eigen zinvragen. Myrjam De Keyser. Uitgeverij Altiora Averbode, 2012 / 189 pag. / ISBN 978-90-317-3583-9 / €18,50 n

IDD

G n

M

AA

RT 2

014

21

Ze kan alleen uitgaan van de best mogelijke zorg voor deze patiënt met deze ziekte

Page 22: Religie in de spreekkamer

Buitenlandse ZakenJOSEPHINE VAN DE MAAT is teamlid van de congrescommissie ICMDA 2014

Medicos de CristoDe Braziliaanse christelijke artsenorganisatie is onder de naam ‘Medicos de Cristo’ actief sinds 1995. Ja-renlang is dit werk vooral gedaan door dr. Wilson Bonfim, een arts die gedurende 15 jaar met name als missionair werker actief is geweest. Toen in 2002 Guillherme Persuhn, een Braziliaanse student, naar het ICMDA wereldcongres in Taiwan ging, werd deze aangesteld als regionale studentenwerker. (Zo ziet u wat een wereldcongres kan betekenen!) Hij was de eerste contactpersoon met ICMDA en heeft het stokje in 2006 overgegeven aan Haniel Eller, die tot dan toe actief was bij zijn lokale IFES-vereniging. Gegrepen door een seminar ‘How to start a movement’ heeft hij zich sindsdien ingezet om een solide medische studen-tengroep te vormen, en met resultaat. In diverse steden zijn nu studentengroepen actief, en van die ervaring zal Haniel op het komende congres ook uitdelen, wanneer hij nu zelf de seminar ‘How to grow a student movement’ zal geven! Haniel had ook de leiding over dit Braziliaanse symposium. Elke avond hield de CEO van de ICMDA, Vinod Shah (zie box) de hoofdlezing en een Braziliaans spreker hield een tweede verhaal,

tenslotte was er ruimte voor vragen. Drie thema’s die mij erg aanspraken die week wil ik kort met u delen.

Christenen en corruptie? Centraal deze week stond de stelling: ‘door te geloven in Jezus Christus, de waarden van zijn Koninkrijk volgen, word je bewaard voor de zonde’. Met name een spannende avond was die over ‘Hoe integriteit te bewaren in een omgeving van corruptie’, een thema dat erg actueel is in Brazilië. Vinod ging in op de achtergronden van corruptie: waar komt het vandaan, en vooral: wat is het christelijke antwoord? Corruptie kan onder andere ontstaan in een cultuur waar familie of macht belangrijker worden dan waarheid. Abraham wordt echter gevraagd om zijn enige zoon te offeren. En Jezus, die alle macht in de hemel had, heeft dit vrij-willig achtergelaten om naar de aarde te komen en ons te redden. Familie en macht zijn goede dingen, zolang ze ondergeschikt blijven aan God en zijn Koninkrijk.

Christian medicalwork: what sets it apart?Veel christelijke artsen en studenten stellen zichzelf deze vraag: wat is er nu speciaal aan christelijk dokter

IDD

G n

M

AA

RT 2

014

22

Van 7 tot 12 oktober heb ik het voorrecht gehad het Internationale Symposium voor gezondheidswerkers in Brazilië bij te wonen. Onder het thema ‘Uitdagingen voor Christelijke artsen in een postmoderne wereld’

kwamen zeer diverse christelijke medici in Rio de Janeiro, Sao Paulo, Campinas en Belo Horizonte bij elkaar. Een zeer inspirerende ervaring waar ik u graag in laat delen!

www.icmda2014.org

Schrijf u snel in, want de vroegboekkorting geldt nog tot 1 maart! We zoeken gastgezinnen in regio Rotterdam, geef u op via de website! Er zijn zeer veel aanvragen voor beurzen binnengekomen vanuit de hele wereld. We zijn heel blij met deze opkomst, maar helaas is er nog te weinig geld om al deze mensen te onder-steunen. Geef dus in het Bursary Fund! Uw bijdrage wordt verdubbeld door stichting MMM, zie website.

Uitdagingen in Brazilië

Page 23: Religie in de spreekkamer

zijn? Een fundamentele vraag, die bij iedere CMF’er zou moeten leven, want waarom komen we anders bij elkaar? Zijn we betere dokters? Kunnen we beter luiste-ren? Hebben we meer aandacht voor de hele persoon? Zijn we collegialer? Waarschijnlijk niet. Vraag een willekeurige niet-christelijke collega of medestudent, en de kans is groot dat ook zij een empathische, trouwe en goede dokter willen zijn. Wat is dan het verschil? Belangrijk hierbij is te ontdekken wat je visie of roeping is. Waarom ben je hier op aarde, in ons geval als dok-ter? Hierop zijn verschillende antwoorden mogelijk:

1. Ik wil een goede dokter zijn. Ik zorg dat ik mijn ken-nis en vaardigheden bijhoud, empathisch ben voor mijn patiënten en mezelf academisch ontwikkel. Ik wil daarbij genoeg geld verdienen om goed voor mijn familie te zorgen en een mooi leven te leiden.

2. Ik wil een verschil maken. Ik wil tropenarts worden om de gezondheidszorg in Congo te verbeteren en daar mijn talenten in te zetten. Ik wil de wetenschap in en zorgen voor eerlijk en gedegen onderzoek. Ik word bestuurlijk actief en zorg voor eerlijker verde-ling van zorg.

3. Ik voel dat God mij geroepen heeft om dokter te zijn. Ik wil gehoor geven aan die roeping en op die manier het koninkrijk van God op aarde dichterbij brengen.

Geen van deze antwoorden is fout, en alle drie zijn integere en goede overwegingen. Er is echter een verschil. In het eerste geval is de visie beperkt tot jezelf en je directe naasten, het kleine verhaal, ofwel de nar-ratieve visie. Veel mensen leven op die manier en zijn daarmee gelukkig. De tweede visie gaat verder dan dat, daarbij draait het niet alleen om je eigen leven, maar om het grotere verhaal, de metanarratieve visie. Het gaat niet om mijn eigen geluk, maar ik wil de wereld verbeteren. De laatste visie reikt het verste, het groot narratieve verhaal. Ik ga niet de wereld verbeteren, maar ik sta in Gods dienst en het doel is om Zijn ko-ninkrijk op aarde zichtbaar te maken. Iedere christen zou zich bewust moeten zijn van zijn roeping door God en vanuit die houding werken. Dit beschermt je tegen egoïsme en trots, want je werkt niet voor jezelf! Waar de eerste twee visies gericht zijn op jezelf, of op hoe jij de wereld wilt verbeteren, draait het bij de laatste visie om Gods roeping. En door vanuit die houding de wereld te veranderen, word je zelf een ander mens. Je hebt het voorrecht zieken te genezen, armoede te verminderen omdat dit Gods doel met de wereld is. Gods koninkrijk is er een van vrede, gerechtigheid en zonder ziekte. En daar mogen wij als ID

DG

n

MA

ART

201

4

23

Vinod Shah

Dr. Vinod Shah is currently the Chief Executive Officer (CEO) of the ICMDA. He is married to Dr. Shalini Shah, a public health consultant. They have three grown up children: Arpan, Pritica and Rohan. Vinod is trained as a pediatric surgeon and last worked in the Christian Medical College, Vellore, India. Also developed distance learning and tele-medicine department at the above medical school. Prior to that pioneer missionary surgeon in a hospi-tal in a tribal area in North West India and later the Emmanuel Hospital Association.

>>

Page 24: Religie in de spreekkamer

christelijke dokters aan bijdragen. Dat is onze motiva-tie én ons doel.

Seminar short term missions: do or don’t?!Een ander belangrijk thema was korte missies, zoals bijvoorbeeld een coschap tropengeneeskunde, een werkvakantie via World Servants, of twee weken staar-operaties doen in Afrika. Waarom doen we dit? Wat bereiken we ermee? Baat het niet dan schaadt het niet? Deze prikkelende vragen ga ik nu niet verder bespre-ken, want deze seminar zal Vinod ook op het komende wereldcongres gaan geven! Daarmee zijn we terug vanuit Brazilië bij het congres dat in eigen land zal plaatsvinden komende zomer. Afgelopen maanden zijn de seminars steeds verder ingevuld en staan de meeste al met thema en spreker op de website www.icmda2014.org. Kijk regelmatig voor nieuwe updates!

Serieuze PRTot slot nog een anekdote uit Brazilië. Tot mijn ver-

rassing kregen wij bij aankomst in Rio de Janeiro te horen dat voor de volgende dag een televisie-interview gepland stond! Tussen een vertegenwoordiger van het Rode Kruis en een van een lokale NGO heeft Vinod een verhaal over ICMDA mogen houden, waarbij de kijkers ook van harte werden uitgenodigd voor het komende wereldcongres. Helaas bleek later dat deze christelijke zender er een uit de ruim 200 te zijn, maar wie weet hoe dit gezaaide woord nog resultaat gaat hebben. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk! n

IDD

G n

M

AA

RT 2

014

24

Haniel Eller

Haniel Elleris a thirdyear Internal Medicine Resident at the Federal University of Sao Paulo, Brazil. Beside that he is the ICMDA students Regional Representative for Latin America and vice president of “Medicos de Cristo”, the Brazilian CMF.

Page 25: Religie in de spreekkamer

Teus Dorrestein te Ederveen, huisartsRiet Haasnoot te Enschede, stafarts JeugdgezondheidszorgCorry Kinderman te Oldeholtwolde, jeugdartsJan Meeuwse te Geldermalsen, internistArjan Roest te Middelburg, huisartsAnneke van den Beukel te Rotterdam, arts onderzoeker Interne geneeskundeEsther Tanis-Huizer te Amstelveen, aios huisartsgeneeskundeAnnette van Welie te Ede, anios Kind- en jeugdpsychiatrieGeertje de Boer te Rotterdam, studentJeanine van Dam-Kastelein te Zegveld, studentAnine Griffioen te Leiden, studentMarleen van den Heuvel te Utrecht, studentKlariska Hoeve te Zeist, studentMargreet Mulderij te Zwolle, studentFerdinand Overes te Moordrecht, studentMargaret Ruitenberg te De Bilt, studentSimeon Visscher te Gouda, studentNiels van Vliet te Veenendaal, studentAndrea Waalewijn te Utrecht, student

Nieuwe ledenStudentikoosJANTINE WOUDSTRA

Terwijl ik dit stukje schrijf, staat het nieuwe Studentencongres voor de deur. Nog twee dagen en dan gaan we van start! We heb-

ben een prachtig programma met boeiende sprekers en veel tijd voor persoonlijke verdieping en ontmoetingen! Helaas kan ik nu

nog niet melden hoe het geweest is, voor dat verslag moet je nog even een paar maanden wachten.

Wat ik wel kan melden is dat er een aantal veranderingen staan te gebeuren binnen het studentenwerk. De samenstelling van het stu-dentenwerk is behoorlijk veranderd. Mariska Kreuger en Anne-Wil Booij-Veldman hebben inmiddels afscheid genomen van het studenten-bestuur. Vanaf deze plaats wil ik Mariska en Anne-Wil enorm bedanken voor al het werk dat ze hebben verzet voor het studentenbestuur en de fijne en gezellige bestuursvergaderingen!Gelukkig wordt het werk overgenomen! Inmiddels kan ik melden dat we een nieuw studentenbestuur hebben. Jan-Willem van der Veer (uit Utrecht) wordt de nieuwe studentenvoorzitter, Jonathan Plender (uit Groningen) zal zich gaan inzetten voor de externe contacten en Corine Lustig (uit Utrecht) wordt de nieuwe studentensecretaris. In de loop van het jaar zullen nog twee mensen zich aan het studentenbestuur toevoegen. We wensen het nieuwe studentenbestuur veel plezier en wijsheid toe in het studentenbestuur. Laten we om hen heen staan en er met elkaar een mooi, nieuw CMF-jaar van maken!Daarnaast is er nog meer goed nieuws. Per 1 Maart zal een nieuwe studentenwerker aan de slag gaan bij CMF Nederland, namelijk Ytina Wolthuis (uit Groningen). Ytina zet zich al jaren in voor het studentenwerk, zowel binnen Ichthus als binnen CMF-Nederland. Ik wens Ytina heel veel plezier en succes als Studentenwerker. Ikzelf zal het stokje overdragen, in verband met mijn start bij de huisartsopleiding. Ik heb heel veel zin in de nieuwe uitdaging, maar loslaten is altijd lastig. Ik hoop jullie allen natuurlijk nog regelmatig tegen te komen bij CMF activiteiten en hopelijk ook tijdens het ICMDA Congres in Rotterdam deze zomer!Met al die veranderingen gaan andere dingen gewoon door, namelijk de avonden in de lokale CMF-groepen. De lezingen in Nijmegen, Groningen en Rotterdam en de cokringen in de verschillende steden zoals onder andere Amsterdam en Utrecht en zelfs over de grens zoals in Antwerpen. Check de agenda op de website voor de precieze data. Wil je je aanmelden bij een cokring (of er misschien zelf één opstarten?) Meldt je via [email protected], dan kunnen wij je verder helpen!

Een hartelijke groet, mede namens het Studentenbestuur n IDD

G n

M

AA

RT 2

014

Tja, sinds 2011 ben ik in het stu-dentenbestuur van CMF-Nederland gekomen, eerst met name als secretaris en nu als penningmeester. Na bijna 3 jaar studentenbestuur heb ik besloten om per maart het stokje over te nemen van Jantine.

Inmiddels ben ik zelf ook bijna afgestudeerd als arts. Zelf ben ik woonachtig in het prachtige Groningen en er gaat echt niets boven Groningen ;-). Nu blijkt vaak dat de afstand van Groningen tot de Randstad klein is, maar andersom groot. Hierdoor reis ik al jaren heel Nederland door met de auto of het openbaar vervoer. Naast geneeskunde en CMF heb ik nog een grote passie en dat is het zeilen op de Friese meren. Ik hoop in het komende jaar vol enthousiasme het nieuwe studentenbestuur te begeleiden en jullie te ontmoe-ten op de CMF-avonden en lezingen. Mocht je meer willen weten, mail dan naar [email protected], dan kun je zeker een bericht terug verwachten.

Ytina Wolthuis, studentenwerker CMF-Nederland

Even voorstellen

Veranderingen

25

Page 26: Religie in de spreekkamer

Oor, oog & blik BAREND FLORIJN

“For the young – and especially the young writer – memory and imagination are quite distinct, and of dif-ferent categories. (…) For the older writer, memory and the imagination begin to seem less and less distinguis-hable,” zo schrijft Julian Barnes in Nothing to be frigh-tened of. In retrospectief omzien, geeft verschillende waarheden. De schrijver merkt in het boek vaak op, hoe hij en zijn broer gebeurtenissen op een verschil-lende manier, en aan de hand van verschillende feiten herinneren. “My brother distrusts most memories. I do not mistrust them, rather I trust them as workings of the imagination, as containing imaginative as opposed to naturalistic truth.” De dans van verbeelding en geheu-gen levert slechts een bepaalde, persoonlijke versie van een herinnering op.

Bericht vanuit het innerlijk, is het retrospectief van de Amerikaanse schrijver Paul Auster wat hij recent vol-tooide. “Zes jaar. Je staat op een zaterdagmorgen in je kamertje, je hebt je net aangekleed, en je schoenveters vastgemaakt (zo’n grote jongen al, zo’n knappe jon-gen), helemaal klaar, klaar om naar beneden te gaan en de dag te beginnen, en terwijl je daar zo stond, in het licht van die prille voorjaarsmorgen, werd je overspoeld door een golf van geluk, een extatsich, tomeloos gevoel van welbehagen en plezier, en even later zei je tegen jezelf: Er is niets fijner dan zes jaar zijn; (...) Wat was er gebeurd dat zo’n overweldigend gevoel had ver-oorzaakt? Niet meer terug te halen, maar je vermoed dat het iets te maken had met het ontstaan van het zelfbewustzijn, iets wat kinderen zo rond hun zesde jaar meemaken, als de innerlijk stem ontwaakt en ook het vermogen ontstaat om een gedachte te hebben en tegen jezelf te zeggen dat je die gedachte hebt.”

Berichten vanuit het innerlijk is de verbeelding van alles wat Paul Auster (nu 65 jaar) zich herinnert over zijn leven. Zelfbewustzijn en het vertellen van verhalen aan onszelf brengt hem als kind een nieuwe dimensie. “...

een niewe dimensie, het moment om het onafgebroken verhaal te beginnen dat doorgaat tot de dag waarop wij sterven”. In het hoofdstuk Mokerslagen worden film-beelden de leidraad voor de herinnering. Hiermee stuurt Auster zijn verbeelding aan de hand van de beelden die hij zag, anderzijds kan Austers geheugen voor zijn ver-sie van de herinnering niet zonder deze beelden (films en tekenfilms zijn een hobby van de schrijver en zijn onlosmakelijk met zijn leven verbonden). Geluk of extase, spijt of heimwee, een reminiscentie is een herinnering met een wisselend effect. Ons geheu-gen construeert een telkens wisselend verleden2 en hoe herinneringen kunnen veranderen over de loop van jaren is een razend interessant gegeven. Wat is waar en welke feiten doen op de meeste correcte en juiste wijze recht aan de realiteit zoals die was? Wat was de realiteit van toen, en wat doen we met de kennis van toen? Is toen niet teveel door tijd veranderd tot een persoonlijke verbeelding van de werkelijkheid? Met behulp van ver-halen, films en romans kunnen voorstellingen van het verleden een herinnering reconstrueren. In het reminis-centie effect, lijken fictie en werkelijkheid hetzelfde. n

Noten:1 Douwe Draaisma, De heimweefabriek, blz. 102 Douwe Draaisma, De heimweefabriek, blz. 118ID

DG

n

MA

ART

201

4

26

Een spontaan opduikende herinnering wordt in de psychologie het ‘reminiscentie effect’ genoemd. Zo’n re-miniscentie kan voortdurend terugkeren en je bezighouden op latere leeftijd. Dit oncontroleerbare karakter ervan neemt vreemd genoeg in kracht toe op een leeftijd dat de conditie van het geheugen juist afneemt.1 Gedurende lange tijd kan een reminiscentie gedachten bezet houden met schuld, spijt of heimwee. Wordt geschiedenis zo een last voor het leven omdat je dit niet achter je kunt laten? En wat is de rol van het ge-heugen en de geschiedenis voor kennis?

Geheugen, spreek - berichten vanuit het innerlijk

Page 27: Religie in de spreekkamer

Er wordt filosofen, al dan niet terecht, vaak verweten buiten het alledaagse leven te staan. Een boek met de titel ‘Levinas in de praktijk’ lijkt dan een spannende combinatie; zeker als je de onderti-tel meeneemt: ‘Een handleiding voor het best mogelijke helpen, privé en in de zorg’. In heldere bewoordingen schetst Jan Keij in de eerste zes hoofdstuk-ken de filosofie van Levinas over de voorwaarden voor helpen en verantwoordelijk-zijn. Voor Levinas zijn deze gelegen in het appèl dat het gelaat van de Ander op je doet. De ander vraagt om een antwoord en maakt je zo, als mens of als hulpverlener, ver-antwoord-elijk. Levinas is als fenomenologisch filosoof betrokken op de ervaring van de mens. Ik denk dat iedereen zich herkent in de ervaring van het appèl dat de straatkrantverkoper bij de supermarkt op je doet, of van de patiënt in je spreekkamer. Levinas is niet de makkelijkste filosoof om te lezen – citaten als ‘De pijn is niet alleen het niet integreerbare, hij is zelf ook de niet integreerbaar-heid van het niet integreerbare’ (p.63) laten dat zien. Vandaar een com-pliment voor de auteur voor de duidelijke uiteenzetting van Levinas’ filo-sofie , die ook voor leken goed te volgen is. Hij doet dit onder andere door middel van voorbeelden en citaten uit de wereldliteratuur. Zo krijg je en passant ook nog leestips mee. Ter voorbeeld: elke dokter zou toch ‘De dood van Ivan Illitsj’ gelezen moeten hebben? Tenslotte krijgt in hoofdstuk 7 de praktijk (uit de titel) de aandacht. Dat is, wat mij betreft, wat karig. Maar Levinas heeft geen ethiek, in de zin van normen voor het handelen, willen schrijven. Hij beschreef de voor-waarden voor ethisch handelen. En een ontmoeting met de denkbeel-den van deze filosoof kan ik iedereen aanraden! Levinas in de praktijk. Een handleiding voor het best mogelijke helpen, privé en in de zorg. Jan Keij. Uitgeverij Klement, 2012 / 192 pagina’s / ISBN 9789086871094 / €19,95 n

BoekrecensieJOANNE HOGENDOORN

Levinas in de praktijk

Agenda23 maartCursus International SalineDoel: Geloof integreren in je werkLocatie: AmsterdamInformatie: www.hcfnederland.nl

2 aprilThemadag ForumCThema: Geloof en WetenschapLocatie: ZwolleInformatie: www.forumc.nl

11-13 april IFES Spring RetreatThema: Grace, RestLocatie: DriebergenInformatie: www.ifes.nl

27 mei NPV ledenvergaderingThema: DoorbehandelenLocatie: De MeernInformatie: www.npvzorg.nl

19 juniInterserve informatieavondDoel: informatie over uitzendingLocatie: AmersfoortInformatie: www.interserve.nl

27-29 juniImpact CongresThema: En nu? Vernieuw je ambitie!Locatie: Biezenmortel (bij Tilburg)Informatie: www.impactnetwerk.nl 19 t/m 26 juliXV ICMDA World CongressThema: Serve Share Shine; pro-fessional identity and visionLocatie: RotterdamInformatie: http://icmda2014.org

3 oktober Congres Geloof in zorgThema: volgtLocatie: DoornInformatie: www.geloofinzorg.nl

voor meer informatie of activiteiten in Nederland kijk op: www.cmf-nederland.nl voor internationale conferenties, zie: www.icmda.net

IDD

G

n

MA

ART

201

4

27

tel meeneemt: ‘Een handleiding voor het best

Page 28: Religie in de spreekkamer

International Christian Medical and Dental Association

www.icmda2014.org

XVTH WORLD CONGRESS

STUDENTS AND JUNIOR GRADUATES PRE-CONGRESS & MAIN CONGRESS

REFLECTION

• Bible reading

• Lectures & seminars

• Faith & science, working

cross-culturally, sharing the

Good News, career choices,

preventing burn out, integrity

in medicine, leadership, work-

life balance, ethics, medical

missions, ethics in dentistry,

etc.

FELLOWSHIP

• Worship

•Differen

tculture

sandage

s

• Students & professors, junior

& senior doctors

• United in Christ

• Small groups

• Fun time

CELEBRATION

• 50 years ICMDA

• Gala dinner

ROTTERD

AM

THE N

ETHERLA

ND

S

•2nd largest city of the N

etherlands

•Oneofthelargestportsofthew

orld

•Dynam

ic,impressiveskyline,

multicultural

CON

GR

ESS CENTR

E DE D

OELEN

•Citycenter

•Bestfacilities19-26 July 2014

foto: © Rien Rijthoven / De Doelen