Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle...

16
Steril EEN UITGAVE VAN INTERSTER INTERNATIONAL Jaargang 14 / nr. 1 / 2017 Uw partner voor de CSA, OK en logistiek Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig

Transcript of Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle...

Page 1: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

Steril een uitgave van interster international

Jaargang 14 / nr. 1 / 2017

uw partner voor de Csa, oK en logistiek

Reiniging van scopen

nog steeds niet rooskleurig

Page 2: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

32

blz 11:

Column:

Kees Ballemans

‘Dashboardlampje’

blz 14:

Remon van der Aa:

“De MDR versterkt het

vertrouwen”

blz 15:

Beurzen

en congressen

in deze editie van Steril:

blz.04 J. van Doornmalen: De risico’s van stoomsterlisatie

blz.10 Nico Harens ‘Het staat of valt met het team’

blz.12 Extra aandacht voor ERCP

blz.09 Jan Huys buigt zich over verpakkings - materialen

blz.06 Riolering; hol instrumentarium in het groot

De relaties van interster zijn onlangs per brief

geïnformeerd over het aantreden van de

nieuwe sales director bij interster.

Jan oort, voor u een vertrouwde naam in

relatie tot interster, heeft besloten een laatste

stap in zijn carrière te zetten buiten dit bedrijf.

Bij een aantal van u zal mijn naam inmiddels

bekend zijn, maar mijn persoon is dat waar-

schijnlijk nog niet. Daarom ook in deze editie

van steril nog een korte introductie. De medi-

sche hulpmiddelen wereld en de ziekenhuizen

zijn mij bekend, want daarin heb ik ervaring

opgebouwd in mijn vorige werkkring. Dit

bedrijf richtte zich op wond, incontinentie en

stoma, dus de Csa is wel een nieuwe wereld

voor mij. een wereld waarin ik mij heel snel en

enthousiast aan het inwerken ben nu en wat

daarin enorm helpt is dat juist nu het congres-

seizoen weer begint. op een van die congres-

sen hoop ik velen van u te leren kennen. en

degenen die daar niet kunnen zijn, wil ik graag

ik op korte termijn leren kennen.

te midden van al deze veranderingen blijft

één ding constant en dat is het belang dat wij

hechten aan u, de gebruikers van de oplossin-

gen die wij voor de Csa bieden. Dit tijdschrift

past in die traditie en wil u informeren over

ontwikkelingen die van direct belang zijn in

uw werk. in deze editie ligt de nadruk sterk op

een onderwerp waarover al discussie wordt

gevoerd zo lang als het bestaat: flexibele

endoscopen. We belichten de uitdagingen die

flexibele endoscopen met zich mee brengen

vanuit verschillende perspectieven. vanzelf-

sprekend staan we hierbij uitgebreid stil bij

erCP-scopen omdat juist die zo bijzonder ge-

voelig zijn. Maar we kijken ook naar de waarde

van de atP-meting en van de toepassing van

ultra puur water. in breder perspectief komen

ook de mogelijkheden en risico’s van stoom-

sterilisatie aan bod.

als lezer van steril komt u deze informatie

ongetwijfeld op onderdelen ook op andere

plaatsen tegen in uw vakliteratuur. Maar

interster gelooft in praktische oplossingen

en in kennisdeling. ons educatie Programma

getuigt hiervan en ook met dit tijdschrift steril

onderstrepen we hoeveel belang we eraan

hechten om zoveel mogelijk gerichte en ac-

tuele informatie voor u op één plaats bij elkaar

te brengen. onze beslissing om ons volledig

te concentreren op één taak – partner zijn

voor de Csa – versterkt onze mogelijkheden

om dit te doen. Deze editie van steril getuigt

daarvan.

Roald Strackx

Hoofd- en eindredactie

roald strackx, sales Director

lia soetendal, general administration

Aan deze editie werkten mee

Joost van Doornmalen, Jan Huys, nico Harens,

Hugo gastkemper, Kees Ballemans, remon vd aa,

Pieterdina scholing, Claudia van schriek

Uitdagingenvoorwoord:

Colofon:Tekstschrijver

Frank van Wijck, eva tekstproducties

Grafische vormgeving

villa vormgeving, Berkhout

Drukwerk

Zwaan Printmedia, Wormerveer

Steril is een uitgave van:

interster international B.v.

samsonweg 2

1521 rC Wormerveer

the netherlands

t +31 (0)75 627 22 22

F +31 (0)75 627 22 00

e [email protected]

s www.interster.nl

Roald Strackx, Sales Director

Hugo Gastkemper over stichting Rioned

“...met dit tijdschrift onderstrepen we hoeveel belang we eraan hechten om

zoveel mogelijk gerichte en actuele informatie voor u op één plaats

bij elkaar te brengen.”

Page 3: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

32

blz 11:

Column:

Kees Ballemans

‘Dashboardlampje’

blz 14:

Remon van der Aa:

“De MDR versterkt het

vertrouwen”

blz 15:

Beurzen

en congressen

in deze editie van Steril:

blz.04 J. van Doornmalen: De risico’s van stoomsterlisatie

blz.10 Nico Harens ‘Het staat of valt met het team’

blz.12 Extra aandacht voor ERCP

blz.09 Jan Huys buigt zich over verpakkings - materialen

blz.06 Riolering; hol instrumentarium in het groot

De relaties van interster zijn onlangs per brief

geïnformeerd over het aantreden van de

nieuwe sales director bij interster.

Jan oort, voor u een vertrouwde naam in

relatie tot interster, heeft besloten een laatste

stap in zijn carrière te zetten buiten dit bedrijf.

Bij een aantal van u zal mijn naam inmiddels

bekend zijn, maar mijn persoon is dat waar-

schijnlijk nog niet. Daarom ook in deze editie

van steril nog een korte introductie. De medi-

sche hulpmiddelen wereld en de ziekenhuizen

zijn mij bekend, want daarin heb ik ervaring

opgebouwd in mijn vorige werkkring. Dit

bedrijf richtte zich op wond, incontinentie en

stoma, dus de Csa is wel een nieuwe wereld

voor mij. een wereld waarin ik mij heel snel en

enthousiast aan het inwerken ben nu en wat

daarin enorm helpt is dat juist nu het congres-

seizoen weer begint. op een van die congres-

sen hoop ik velen van u te leren kennen. en

degenen die daar niet kunnen zijn, wil ik graag

ik op korte termijn leren kennen.

te midden van al deze veranderingen blijft

één ding constant en dat is het belang dat wij

hechten aan u, de gebruikers van de oplossin-

gen die wij voor de Csa bieden. Dit tijdschrift

past in die traditie en wil u informeren over

ontwikkelingen die van direct belang zijn in

uw werk. in deze editie ligt de nadruk sterk op

een onderwerp waarover al discussie wordt

gevoerd zo lang als het bestaat: flexibele

endoscopen. We belichten de uitdagingen die

flexibele endoscopen met zich mee brengen

vanuit verschillende perspectieven. vanzelf-

sprekend staan we hierbij uitgebreid stil bij

erCP-scopen omdat juist die zo bijzonder ge-

voelig zijn. Maar we kijken ook naar de waarde

van de atP-meting en van de toepassing van

ultra puur water. in breder perspectief komen

ook de mogelijkheden en risico’s van stoom-

sterilisatie aan bod.

als lezer van steril komt u deze informatie

ongetwijfeld op onderdelen ook op andere

plaatsen tegen in uw vakliteratuur. Maar

interster gelooft in praktische oplossingen

en in kennisdeling. ons educatie Programma

getuigt hiervan en ook met dit tijdschrift steril

onderstrepen we hoeveel belang we eraan

hechten om zoveel mogelijk gerichte en ac-

tuele informatie voor u op één plaats bij elkaar

te brengen. onze beslissing om ons volledig

te concentreren op één taak – partner zijn

voor de Csa – versterkt onze mogelijkheden

om dit te doen. Deze editie van steril getuigt

daarvan.

Roald Strackx

Hoofd- en eindredactie

roald strackx, sales Director

lia soetendal, general administration

Aan deze editie werkten mee

Joost van Doornmalen, Jan Huys, nico Harens,

Hugo gastkemper, Kees Ballemans, remon vd aa,

Pieterdina scholing, Claudia van schriek

Uitdagingenvoorwoord:

Colofon:Tekstschrijver

Frank van Wijck, eva tekstproducties

Grafische vormgeving

villa vormgeving, Berkhout

Drukwerk

Zwaan Printmedia, Wormerveer

Steril is een uitgave van:

interster international B.v.

samsonweg 2

1521 rC Wormerveer

the netherlands

t +31 (0)75 627 22 22

F +31 (0)75 627 22 00

e [email protected]

s www.interster.nl

Roald Strackx, Sales Director

Hugo Gastkemper over stichting Rioned

“...met dit tijdschrift onderstrepen we hoeveel belang we eraan hechten om

zoveel mogelijk gerichte en actuele informatie voor u op één plaats

bij elkaar te brengen.”

Page 4: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

bijvoorbeeld al voor problemen zorgen. ‘ik

vraag me af hoe lang de stelling nog houd-

baar is dat we met één knop alle instrumen-

tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van

Doornmalen. ‘een scalpel is massief en dus

eenvoudig. een schaar heeft een scharnier en

heeft dus heel dunne kanaaltjes, dat vraagt

dus om een andere proces.’

Kan de uitkomst ook zijn dat bepaald instru-

mentarium dat nu met stoom wordt geste-

riliseerd daarmee eigenlijk niet succesvol te

steriliseren is? ‘ik ben er behoorlijk van over-

tuigd dat alle instrumentarium dat je op de

Csa tegenkomt te stoomsteriliseren is’, zegt

van Doornmalen. ‘Maar ik weet ook vrij zeker

dat dit nu niet altijd naar behoren gebeurt.

De hoofden Csa en deskundigen steriele

medische hulpmiddelen weten dit ook. We

moeten dus de processen optimaliseren: met

productfamilies werken bijvoorbeeld, of met

andere beladingswijzen. Dit vraagt wel om

andere werkdisciplines op de Csa. Dat kán

lastig uitpakken. voor een Phaco handstuk

bijvoorbeeld heb je echt een andere bela-

dingsoriëntatie en/of proces nodig, en dat zal

de behandelde geneeskundige onprettig vin-

den want die wil gewoon één net. toch is het

nodig want nu wordt niet honderd procent

veilig gewerkt, dat wordt nu met de mantel

der liefde of met antibiotica toegedekt. Maar

het schept ook kansen: voor simpele hulp-

middelen volstaan kortere stoomsterilisatie-

processen.’

Realistisch zijnHoe moet ondertussen in de praktijk worden

gehandeld? ‘We moeten vooral reëel zijn’,

zegt van Doornmalen. ‘Wereldwijd loopt tien

tot twintig procent van de ziekenhuispatiën-

ten een besmetting op, maar dat is lang niet

altijd door instrumentarium. aan de andere

kant: als ergens een uitbraak plaatsvindt, is

het sterilisatieproces wel bijna altijd één van

de oorzaken, en we weten dat starre en-

doscopen meerdere malen de oorzaak van

besmettingen zijn geweest. Mijn antwoord

zou zijn: toch maar wel opereren en de

risico’s aanvaarden. en ondertussen moeten

de hoofden Csa, de medische staf en de

deskundigen in overleg treden met de univer-

siteiten. Het is echt een onderwerp voor we-

tenschappelijk onderzoek, microbiologisch,

fysisch en geneeskundig, maar zeker ook

economisch. alleen moeten de partijen elkaar

alleen daarin vinden. Wat dat betreft zou het

goed zijn als onderzoekers in normcommis-

sies zouden zitten.’

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

54

In de ziekenhuizen wordt

veelvuldig gewerkt met

medisch instrumentarium

met een nauwe kanaaltje. De

uitdaging voor de CSA is het

reinigings-, desinfectie- en

sterilisatieproces voor dit

instrumentarium succesvol

te laten verlopen. Joost van

Doornmalen wilde zeker

weten of het stoom in een

stoomsterilisatie proces

ook in die nauwe kanaaltjes

komt. Het antwoord is soms

helaas nee. Een oplossing is

theoretisch mogelijk, maar

laat in de praktijk nog op

zich wachten.

Joost van Doornmalen ontwikkelde, samen

met dr ir Maykel verschueren en prof.dr ir

Klaas Kopinga een theoretisch rekenmodel

om te becijferen of stoomsterilisatie van

nauwe kanaaltjes mogelijk is. Hij kwam tot

de conclusie dat veel standaardprocessen in

eenzijdig gesloten kanaaltjes tot zo’n vijftig

centimeter kunnen worden gesteriliseerd.

Maar dat was een theoretisch rekenmodel,

dus op basis hiervan een artikel publiceren

lukte hem niet. van redacties kreeg hij stee-

vast te horen: bewijs het eerst maar.

en zo begon het onderzoek van van

Doornmalen dat eind 2013 leidde tot zijn

promotie aan de tu eindhoven. ‘We hadden

experimenten nodig om te bewijzen welk

percentage stoom aan het einde van een hol

buisje komt’, zegt hij. ‘aanvankelijk faalden

al die experimenten: veel van de gebruikte

materialen gingen stuk omdat stoom erg

agressief voor materiaal is. ook absorptie-

materialen toepassen werkte niet, want die

losten steeds op. Wat uiteindelijk wel bleek

te werken, was de meting van de absorptie

van licht in een dunne buis. en zo konden we

de conclusie uit het theoretisch rekenmodel

valideren: de verzadigde stoom kwam in

standaard processen inderdaad niet verder

dan in eenzijdig gesloten buisjes tot zo’n vijf-

tig centimeter. Dit betekende dat de natuur-

kunde weer klopte, een bevinding waarvan ik

erg gelukkig werd.’

VooRbij bowie & DickMaar ook een bevinding die de ziekenhuiswe-

reld met een probleem opzadelt. ‘steriliseren

van instrumentarium met een nauw kanaaltje

blijkt niet zo eenvoudig als de fabrikanten van

bijvoorbeeld instrumentarium soms beweren’,

zegt van Doornmalen. ‘er zijn beslist fabri-

kanten die hun medische instrumenten goed

valideren, maar er zijn er ook bij wie dit te

wensen overlaat. De sterilisatieprocessen die

we gebruiken vinden allemaal hun oorsprong

in de jaren zeventig of tachtig van de vorige

eeuw. stoompenetratie in stoomsterilisa-

tieprocessen is daardoor gerelateerd aan

de Bowie & Dick test. nu, al die jaren later,

gebruiken we nog steeds dezelfde basis voor

de standaarden, terwijl de ladingen die we in

de sterilisator stoppen sinds die tijd enorm

zijn veranderd. Die standaarden zijn eigen-

lijk geschreven voor textiel, en het stoom-

penetratie mechanisme van textiel werkt

werkelijk anders dan de stoompenetratie in

nauwe kanaaltjes. gelukkig komt hier steeds

meer aandacht voor, en is discussie ontstaan

over vervanging van de Bowie & Dick test.

De vraag is alleen: vervangen waardoor? ik

weet dat er bedrijven zijn die bezig zijn met

de ontwikkeling van alternatieven, maar ik

heb tot op heden nog niets gezien dat in de

praktijk werkt. Wat het moeilijk maakt, is de

condensatie en verdamping in een sterilisa-

tor. Die is zo onvoorspelbaar en treedt op op

plaatsen waar je dat wel of niet wilt. Het kan

bijvoorbeeld kanaaltjes blokkeren en het is

heel moeilijk om te voorspellen of dat wel of

niet zal gebeuren.’

PRocessen oPtimaliseRenHet ontwikkelde model om het theoretische

rekenmodel te valideren, is toepasbaar voor

dunwandig instrumentarium en instrumenta-

rium dat verticaal gepositioneerd kan worden

in een sterilisator. Maar condenssatie in een

hand/hoekstuk voor tandheelkunde kan

Joost van Doornmalen

Joost van doornmalen:

Aanvaard de risico’s van stoomsterilisatie, maar zoek ook naar oplossingen

“Een scalpel is massief en dus eenvoudig. Een schaar heeft een scharnier en heeft dus heel dunne kanaaltjes, dat vraagt dus om een andere proces”

Foto bijschrift

Page 5: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

bijvoorbeeld al voor problemen zorgen. ‘ik

vraag me af hoe lang de stelling nog houd-

baar is dat we met één knop alle instrumen-

tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van

Doornmalen. ‘een scalpel is massief en dus

eenvoudig. een schaar heeft een scharnier en

heeft dus heel dunne kanaaltjes, dat vraagt

dus om een andere proces.’

Kan de uitkomst ook zijn dat bepaald instru-

mentarium dat nu met stoom wordt geste-

riliseerd daarmee eigenlijk niet succesvol te

steriliseren is? ‘ik ben er behoorlijk van over-

tuigd dat alle instrumentarium dat je op de

Csa tegenkomt te stoomsteriliseren is’, zegt

van Doornmalen. ‘Maar ik weet ook vrij zeker

dat dit nu niet altijd naar behoren gebeurt.

De hoofden Csa en deskundigen steriele

medische hulpmiddelen weten dit ook. We

moeten dus de processen optimaliseren: met

productfamilies werken bijvoorbeeld, of met

andere beladingswijzen. Dit vraagt wel om

andere werkdisciplines op de Csa. Dat kán

lastig uitpakken. voor een Phaco handstuk

bijvoorbeeld heb je echt een andere bela-

dingsoriëntatie en/of proces nodig, en dat zal

de behandelde geneeskundige onprettig vin-

den want die wil gewoon één net. toch is het

nodig want nu wordt niet honderd procent

veilig gewerkt, dat wordt nu met de mantel

der liefde of met antibiotica toegedekt. Maar

het schept ook kansen: voor simpele hulp-

middelen volstaan kortere stoomsterilisatie-

processen.’

Realistisch zijnHoe moet ondertussen in de praktijk worden

gehandeld? ‘We moeten vooral reëel zijn’,

zegt van Doornmalen. ‘Wereldwijd loopt tien

tot twintig procent van de ziekenhuispatiën-

ten een besmetting op, maar dat is lang niet

altijd door instrumentarium. aan de andere

kant: als ergens een uitbraak plaatsvindt, is

het sterilisatieproces wel bijna altijd één van

de oorzaken, en we weten dat starre en-

doscopen meerdere malen de oorzaak van

besmettingen zijn geweest. Mijn antwoord

zou zijn: toch maar wel opereren en de

risico’s aanvaarden. en ondertussen moeten

de hoofden Csa, de medische staf en de

deskundigen in overleg treden met de univer-

siteiten. Het is echt een onderwerp voor we-

tenschappelijk onderzoek, microbiologisch,

fysisch en geneeskundig, maar zeker ook

economisch. alleen moeten de partijen elkaar

alleen daarin vinden. Wat dat betreft zou het

goed zijn als onderzoekers in normcommis-

sies zouden zitten.’

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

54

In de ziekenhuizen wordt

veelvuldig gewerkt met

medisch instrumentarium

met een nauwe kanaaltje. De

uitdaging voor de CSA is het

reinigings-, desinfectie- en

sterilisatieproces voor dit

instrumentarium succesvol

te laten verlopen. Joost van

Doornmalen wilde zeker

weten of het stoom in een

stoomsterilisatie proces

ook in die nauwe kanaaltjes

komt. Het antwoord is soms

helaas nee. Een oplossing is

theoretisch mogelijk, maar

laat in de praktijk nog op

zich wachten.

Joost van Doornmalen ontwikkelde, samen

met dr ir Maykel verschueren en prof.dr ir

Klaas Kopinga een theoretisch rekenmodel

om te becijferen of stoomsterilisatie van

nauwe kanaaltjes mogelijk is. Hij kwam tot

de conclusie dat veel standaardprocessen in

eenzijdig gesloten kanaaltjes tot zo’n vijftig

centimeter kunnen worden gesteriliseerd.

Maar dat was een theoretisch rekenmodel,

dus op basis hiervan een artikel publiceren

lukte hem niet. van redacties kreeg hij stee-

vast te horen: bewijs het eerst maar.

en zo begon het onderzoek van van

Doornmalen dat eind 2013 leidde tot zijn

promotie aan de tu eindhoven. ‘We hadden

experimenten nodig om te bewijzen welk

percentage stoom aan het einde van een hol

buisje komt’, zegt hij. ‘aanvankelijk faalden

al die experimenten: veel van de gebruikte

materialen gingen stuk omdat stoom erg

agressief voor materiaal is. ook absorptie-

materialen toepassen werkte niet, want die

losten steeds op. Wat uiteindelijk wel bleek

te werken, was de meting van de absorptie

van licht in een dunne buis. en zo konden we

de conclusie uit het theoretisch rekenmodel

valideren: de verzadigde stoom kwam in

standaard processen inderdaad niet verder

dan in eenzijdig gesloten buisjes tot zo’n vijf-

tig centimeter. Dit betekende dat de natuur-

kunde weer klopte, een bevinding waarvan ik

erg gelukkig werd.’

VooRbij bowie & DickMaar ook een bevinding die de ziekenhuiswe-

reld met een probleem opzadelt. ‘steriliseren

van instrumentarium met een nauw kanaaltje

blijkt niet zo eenvoudig als de fabrikanten van

bijvoorbeeld instrumentarium soms beweren’,

zegt van Doornmalen. ‘er zijn beslist fabri-

kanten die hun medische instrumenten goed

valideren, maar er zijn er ook bij wie dit te

wensen overlaat. De sterilisatieprocessen die

we gebruiken vinden allemaal hun oorsprong

in de jaren zeventig of tachtig van de vorige

eeuw. stoompenetratie in stoomsterilisa-

tieprocessen is daardoor gerelateerd aan

de Bowie & Dick test. nu, al die jaren later,

gebruiken we nog steeds dezelfde basis voor

de standaarden, terwijl de ladingen die we in

de sterilisator stoppen sinds die tijd enorm

zijn veranderd. Die standaarden zijn eigen-

lijk geschreven voor textiel, en het stoom-

penetratie mechanisme van textiel werkt

werkelijk anders dan de stoompenetratie in

nauwe kanaaltjes. gelukkig komt hier steeds

meer aandacht voor, en is discussie ontstaan

over vervanging van de Bowie & Dick test.

De vraag is alleen: vervangen waardoor? ik

weet dat er bedrijven zijn die bezig zijn met

de ontwikkeling van alternatieven, maar ik

heb tot op heden nog niets gezien dat in de

praktijk werkt. Wat het moeilijk maakt, is de

condensatie en verdamping in een sterilisa-

tor. Die is zo onvoorspelbaar en treedt op op

plaatsen waar je dat wel of niet wilt. Het kan

bijvoorbeeld kanaaltjes blokkeren en het is

heel moeilijk om te voorspellen of dat wel of

niet zal gebeuren.’

PRocessen oPtimaliseRenHet ontwikkelde model om het theoretische

rekenmodel te valideren, is toepasbaar voor

dunwandig instrumentarium en instrumenta-

rium dat verticaal gepositioneerd kan worden

in een sterilisator. Maar condenssatie in een

hand/hoekstuk voor tandheelkunde kan

Joost van Doornmalen

Joost van doornmalen:

Aanvaard de risico’s van stoomsterilisatie, maar zoek ook naar oplossingen

“Een scalpel is massief en dus eenvoudig. Een schaar heeft een scharnier en heeft dus heel dunne kanaaltjes, dat vraagt dus om een andere proces”

Foto bijschrift

Page 6: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

76

natuurlijk worden onze riolen deels schoon

gehouden door het water dat er doorheen

stroomt. ‘toch moeten ze wel periodiek

gereinigd worden’, legt gastkemper uit. ‘er

komt aanslag op de binnenkant van de riool-

buizen en als verzakkingen optreden blijft

op die plaatsen vuil hangen. Zo’n verzakking

kan optreden door bodembeweging of zwaar

wegverkeer. een buis kan hierdoor zelfs van

plaats veranderen. ook kan een buis op zo’n

plaats kapot gaan – ook door boomwortels

die erin groeien trouwens – en dan kan er

van de buitenkant zand of vuil in komen, of

grondwater. en dan zijn er natuurlijk nog

de materialen die wel in het riool geloosd

worden maar die daar niet in thuishoren. vet,

oliën en textiel vormen het grootste pro-

bleem. Bij textiel kan worden gedacht aan

de hygiënische doekjes die dagelijks in veel

huishoudens en ook professioneel worden

gebruikt, en verrassend genoeg soms ook

ondergoed en dweilen. ook maandverband

en condooms belanden ten onrechte nogal

eens in het riool. Die verontreinigingen aan

de binnenzijde van de rioolbuis moet je dan

wegspuiten of frezen. voor dit laatste wordt

gebruik gemaakt van een ijzeren ketting die

op hoge snelheid ronddraait. een proces dat

grote zorgvuldigheid vergt, om beschadiging

van de buis te voorkomen. Deze kettingen

worden meestal vanuit de putten middenin

de straat in het riool gebracht. De water-

kracht stuwt die frees dan voort door het

riool heen. Het is ook mogelijk om in zo’n

put – meestal om de veertig meter in het

straatbeeld te vinden – een camera te laten

zakken voor visuele inspectie van het riool,

een soort aPK.’

Wat wordt gedaan om de bedreigingen het

hoofd te bieden? ‘Dat begint met publieks-

voorlichting door gemeenten en producen-

ten natuurlijk’, zegt gastkemper. ‘gaat het om

de eigen afvoer, dan is het aan het individu

om het probleem op te lossen. Maar als een

hoofdriool dichtslibt of een rioolgemaal vast-

slaat is er werk voor de gemeente.’

PaRalellen met De zoRgWelke paralellen ziet gastkemper tussen de

rioolvoorziening in ons land en de profes-

sionals in de ziekenhuizen die met heel kleine

rioolbuisjes – instrumentarium met een

nauw lumen – werken? ‘Het gaat in beide

gevallen over gezondheid’, zegt hij. ‘aan de

vakgroep gezondheidstechniek van de tu

Delft is het zelfs mogelijk een academische

opleiding op het gebied van riolering te vol-

gen, die opleiding heeft alles te maken met

gezondheidsbevordering. Wat ons bindt, is

dat we allebei te maken hebben met strikte

hygiëne-eisen. Die gelden niet alleen voor

een arts die een endoscoop in het menselijk

lichaam brengt, maar ook voor de professio-

nals die met camera’s het riool inspecteren.

Ze hebben immers met een gevaarlijk milieu

te maken. Het belangrijkste verschil met de

zorg is natuurlijk dat de partijen die zich met

de riolering bezighouden niets hoeven terug

te brengen in het menselijk lichaam. We

proberen wel steeds meer stoffen terug te

winnen trouwens: meststof struviet uit urine

bijvoorbeeld bevordert de groei van gewas-

sen. Maar het blijft dus weg van het menselijk

lichaam.’

Kan de zorg iets leren van de professionals

op het gebied van riolering? ‘Dat kan ik moei-

lijk inschatten’, zegt gastkemper. ‘De functi-

onaliteiten zijn hetzelfde, maar de eisen die

aan scopen worden gesteld zijn veel strenger

dan die aan riolering, omdat scopen steeds

opnieuw in het menselijk lichaam moeten

worden gebracht. De reiniging van riolen is

veel meer grofstoffelijk.’

Riolering hol instrumentarium

in het grootStaan we ooit stil bij het feit dat onder de

grond in ons land 150.000 kilometer riole-

ring ligt? De meeste mensen waarschijnlijk

niet. We zijn gewoon gewend geraakt aan

de luxe en de persoonlijke en milieuveilig-

heid die het ons biedt. Maar dit “holle in-

strumentarium” moet wel worden beheerd

en onderhouden. Hugo Gastkemper, direc-

teur van Stichting RIONED, vertelt.

net zoals we in de zorg een partij kennen

die zich bezighoudt met flexibele endo-

scopen (sFerD) bestaat ook een partij die

kennis beschikbaar stelt aan de vakwereld in

de rioleringszorg: stichting rioneD. Deze

stichting is de koepelorganisatie voor stede-

lijk waterbeheer en riolering in nederland.

‘onze kennis ter beschikking stellen aan de

vakwereld doen we door bestaande ken-

nis te bundelen, zelf onderzoek te doen en

professionals te informeren en bij elkaar te

brengen’, zegt gastkemper. ‘Die partijen zijn

overheden, bedrijven en onderwijsinstellin-

gen. ook vragen we voortdurend aandacht

voor het belang van goede riolering, want

een goed rioolstelsel houdt ons gezond,

zorgt voor droge voeten en beschermt het

milieu. Het riool is er voor onze gezondheid.

samen met het drinkwater is het de belang-

rijkste levensverlengende maatregel die ooit

is getroffen. Dat we allemaal rioolbelasting

moeten betalen begrijpt dan ook iedereen.

Brood kost ook geld.’

zuiVeRing en onDeRhouDonder riolering wordt alles verstaan wat te

maken heeft met het verzamelen en trans-

porteren van waterstromen in de stad: afval-

water, regenwater en grondwater. niet alleen

de buizen dus die overal in ons land onder

de grond liggen, maar ook infiltratievoorzie-

ningen, systemen voor tijdelijke berging van

oppervlaktewater en bergbezinkingsbassins.

‘Het is een onderwerp met veel facetten’,

zegt gastkemper, ‘techniek, organisatie, be-

leid, informatica en ook juridische aspecten.’

Controle rioolbuizen

Hugo Gastkemper, directeur stichting Rioned

“Aan de vakgroep gezondheidstechniek van de TU Delft is het zelfs mogelijk een

academische opleiding op het gebied van riolering te volgen”

kijken in het rioolWie een beeld wil krijgen van hoe

ons rioolnetwerk eruit ziet en wat zich

daarin zoal kan afspelen, kan terecht bij

https://www.riool.info/blank/riocop.

De bezoeker is bestuurder van de rioCop

inspectierobot waarmee problemen in het

riool kunnen worden opgelost.

Page 7: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

76

natuurlijk worden onze riolen deels schoon

gehouden door het water dat er doorheen

stroomt. ‘toch moeten ze wel periodiek

gereinigd worden’, legt gastkemper uit. ‘er

komt aanslag op de binnenkant van de riool-

buizen en als verzakkingen optreden blijft

op die plaatsen vuil hangen. Zo’n verzakking

kan optreden door bodembeweging of zwaar

wegverkeer. een buis kan hierdoor zelfs van

plaats veranderen. ook kan een buis op zo’n

plaats kapot gaan – ook door boomwortels

die erin groeien trouwens – en dan kan er

van de buitenkant zand of vuil in komen, of

grondwater. en dan zijn er natuurlijk nog

de materialen die wel in het riool geloosd

worden maar die daar niet in thuishoren. vet,

oliën en textiel vormen het grootste pro-

bleem. Bij textiel kan worden gedacht aan

de hygiënische doekjes die dagelijks in veel

huishoudens en ook professioneel worden

gebruikt, en verrassend genoeg soms ook

ondergoed en dweilen. ook maandverband

en condooms belanden ten onrechte nogal

eens in het riool. Die verontreinigingen aan

de binnenzijde van de rioolbuis moet je dan

wegspuiten of frezen. voor dit laatste wordt

gebruik gemaakt van een ijzeren ketting die

op hoge snelheid ronddraait. een proces dat

grote zorgvuldigheid vergt, om beschadiging

van de buis te voorkomen. Deze kettingen

worden meestal vanuit de putten middenin

de straat in het riool gebracht. De water-

kracht stuwt die frees dan voort door het

riool heen. Het is ook mogelijk om in zo’n

put – meestal om de veertig meter in het

straatbeeld te vinden – een camera te laten

zakken voor visuele inspectie van het riool,

een soort aPK.’

Wat wordt gedaan om de bedreigingen het

hoofd te bieden? ‘Dat begint met publieks-

voorlichting door gemeenten en producen-

ten natuurlijk’, zegt gastkemper. ‘gaat het om

de eigen afvoer, dan is het aan het individu

om het probleem op te lossen. Maar als een

hoofdriool dichtslibt of een rioolgemaal vast-

slaat is er werk voor de gemeente.’

PaRalellen met De zoRgWelke paralellen ziet gastkemper tussen de

rioolvoorziening in ons land en de profes-

sionals in de ziekenhuizen die met heel kleine

rioolbuisjes – instrumentarium met een

nauw lumen – werken? ‘Het gaat in beide

gevallen over gezondheid’, zegt hij. ‘aan de

vakgroep gezondheidstechniek van de tu

Delft is het zelfs mogelijk een academische

opleiding op het gebied van riolering te vol-

gen, die opleiding heeft alles te maken met

gezondheidsbevordering. Wat ons bindt, is

dat we allebei te maken hebben met strikte

hygiëne-eisen. Die gelden niet alleen voor

een arts die een endoscoop in het menselijk

lichaam brengt, maar ook voor de professio-

nals die met camera’s het riool inspecteren.

Ze hebben immers met een gevaarlijk milieu

te maken. Het belangrijkste verschil met de

zorg is natuurlijk dat de partijen die zich met

de riolering bezighouden niets hoeven terug

te brengen in het menselijk lichaam. We

proberen wel steeds meer stoffen terug te

winnen trouwens: meststof struviet uit urine

bijvoorbeeld bevordert de groei van gewas-

sen. Maar het blijft dus weg van het menselijk

lichaam.’

Kan de zorg iets leren van de professionals

op het gebied van riolering? ‘Dat kan ik moei-

lijk inschatten’, zegt gastkemper. ‘De functi-

onaliteiten zijn hetzelfde, maar de eisen die

aan scopen worden gesteld zijn veel strenger

dan die aan riolering, omdat scopen steeds

opnieuw in het menselijk lichaam moeten

worden gebracht. De reiniging van riolen is

veel meer grofstoffelijk.’

Riolering hol instrumentarium

in het grootStaan we ooit stil bij het feit dat onder de

grond in ons land 150.000 kilometer riole-

ring ligt? De meeste mensen waarschijnlijk

niet. We zijn gewoon gewend geraakt aan

de luxe en de persoonlijke en milieuveilig-

heid die het ons biedt. Maar dit “holle in-

strumentarium” moet wel worden beheerd

en onderhouden. Hugo Gastkemper, direc-

teur van Stichting RIONED, vertelt.

net zoals we in de zorg een partij kennen

die zich bezighoudt met flexibele endo-

scopen (sFerD) bestaat ook een partij die

kennis beschikbaar stelt aan de vakwereld in

de rioleringszorg: stichting rioneD. Deze

stichting is de koepelorganisatie voor stede-

lijk waterbeheer en riolering in nederland.

‘onze kennis ter beschikking stellen aan de

vakwereld doen we door bestaande ken-

nis te bundelen, zelf onderzoek te doen en

professionals te informeren en bij elkaar te

brengen’, zegt gastkemper. ‘Die partijen zijn

overheden, bedrijven en onderwijsinstellin-

gen. ook vragen we voortdurend aandacht

voor het belang van goede riolering, want

een goed rioolstelsel houdt ons gezond,

zorgt voor droge voeten en beschermt het

milieu. Het riool is er voor onze gezondheid.

samen met het drinkwater is het de belang-

rijkste levensverlengende maatregel die ooit

is getroffen. Dat we allemaal rioolbelasting

moeten betalen begrijpt dan ook iedereen.

Brood kost ook geld.’

zuiVeRing en onDeRhouDonder riolering wordt alles verstaan wat te

maken heeft met het verzamelen en trans-

porteren van waterstromen in de stad: afval-

water, regenwater en grondwater. niet alleen

de buizen dus die overal in ons land onder

de grond liggen, maar ook infiltratievoorzie-

ningen, systemen voor tijdelijke berging van

oppervlaktewater en bergbezinkingsbassins.

‘Het is een onderwerp met veel facetten’,

zegt gastkemper, ‘techniek, organisatie, be-

leid, informatica en ook juridische aspecten.’

Controle rioolbuizen

Hugo Gastkemper, directeur stichting Rioned

“Aan de vakgroep gezondheidstechniek van de TU Delft is het zelfs mogelijk een

academische opleiding op het gebied van riolering te volgen”

kijken in het rioolWie een beeld wil krijgen van hoe

ons rioolnetwerk eruit ziet en wat zich

daarin zoal kan afspelen, kan terecht bij

https://www.riool.info/blank/riocop.

De bezoeker is bestuurder van de rioCop

inspectierobot waarmee problemen in het

riool kunnen worden opgelost.

Page 8: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017

9

Jan Huys voelt zich soms

nog steeds een beetje over-

vallen door het succes van

zijn boek Sterilisatie van

medische hulpmiddelen met

stoom uit 1996. Het is inmid-

dels in acht talen vertaald en

binnenkort verschijnen de

Chinese en Zweedse edities.

Maar het boek is nooit af,

het is een levend document.

Huys legt nu de hand aan

het nieuwe hoofdstuk over

het verpakken van gesterili-

seerde producten.

Waarom een nieuw hoofdstuk over dit onder-

werp? ‘Wat nu hierover in het boek staat is heel

beperkt’, zegt Huys. ‘en het is een belangrijke

factor om tot een goed eindresultaat te komen.

Het is een onderwerp waarover veel discus-

sie plaatsvindt. Kijk maar naar de toepassing

van containers bijvoorbeeld, in nederland

beperkt toegepast maar in Duitsland de meest

gebruikte verpakkingsmethode. een recente

studie over de effectiviteit van containers om

medische hulpmiddelen steriel te houden

toonde duidelijk aan dat een groot deel van de

op de markt beschikbare containers verre van

perfect is. in de studie werd een vergelijking

gemaakt met nonwoven als verpakkings-

materiaal en dat kwam duidelijk beter uit de

tests. Het is nog te vroeg om hieruit definitieve

conclusies te trekken, tegenonderzoek is nodig

om te bepalen hoe de markt hiermee het best

kan omgaan. Maar dit maakt wel duidelijk hoe

belangrijk kennisverspreiding over verpakkings-

materialen is.’

Dubbel VeRPakkenDie discussie moet ook nog steeds worden

gevoerd over in twee lagen verpakken of in één

keer dubbel verpakken, stelt Huys. ‘De menin-

gen over wat het meest effectief is lopen sterk

uiteen’, zegt hij. ‘Zelf heb ik een voorkeur voor

twee keer verpakken, omdat de bacteriebar-

rière in alle richtingen gewaarborgd moet zijn

en de mogelijkheden hiertoe zijn bij in één keer

dubbel verpakken beperkter. in het nieuwe

hoofdstuk laat ik de beslissing aan de gebruiker,

maar zet ik wel de onderzoeksgegevens helder

naast elkaar. Het is de deskundige steriele

medische hulpmiddelen die de werkwijze moet

bepalen die het best past bij de logistiek in

huis.’

sterilisatieverpakkingen zijn nog niet uit-ont-

wikkeld, concludeert Huys. ‘er zit nog steeds

beweging in’, zegt hij. ‘en als gebruiker moet

je kijken naar de gebruikseigenschappen, het

gebruiksgemak, het milieu en de kosten. of

een vernieuwing ook echt een verbetering is, is

altijd een kwestie van testen in de praktijk.’

Jan Huys buigt zich over verpakkingsmaterialen

Het boek “Sterilisatie van medische hulpmiddelen met stoom” is inmiddels in acht talen vertaald.

De nederlandse versie van de nieuwe druk

van het boek – inclusief het uitgebreide

hoofdstuk over verpakkingsmaterialen – zal

voor het einde van het jaar beschikbaar zijn.

Het nieuwe hoofdstuk ligt nu ter beoorde-

ling bij sterilisatie vereniging nederland en

gebruikers in diverse ziekenhuizen.

Borstels & ragers

uw partner voor CSA, Endoscopie & Investment Solutions

Interster InternatIonal B.V.

Samsonweg 2, 1521 RC Wormerveer, The Netherlands

T: +31 (0)75 627 22 22

F: +31 (0)75 627 22 00

[email protected]

www.interster.nl

Als ziekenhuis of kliniek moet u constant voldoen aan de verande-

rende wet- en regelgeving rondom steriel, schoon en veilig werken.

Interster heeft een groot assortiment reinigingsborstels. Voor het

op efficiënte en ergonomische wijze reinigen van chirurgische

instrumenten, afgestemd op de veelzijdigheid en het comfort van

de gebruiker.

Bij Interster zetten wij patiëntveiligheid, gebruikerscomfort en

hygiëne altijd voorop. Wilt u meer weten, neem contact op met uw

accountmanager of mail naar [email protected]

Alle borstels zijn volledig (her)steriliseerbaar en bestand tegen reinigingsen desinfectiemiddelen.

Page 9: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017

9

Jan Huys voelt zich soms

nog steeds een beetje over-

vallen door het succes van

zijn boek Sterilisatie van

medische hulpmiddelen met

stoom uit 1996. Het is inmid-

dels in acht talen vertaald en

binnenkort verschijnen de

Chinese en Zweedse edities.

Maar het boek is nooit af,

het is een levend document.

Huys legt nu de hand aan

het nieuwe hoofdstuk over

het verpakken van gesterili-

seerde producten.

Waarom een nieuw hoofdstuk over dit onder-

werp? ‘Wat nu hierover in het boek staat is heel

beperkt’, zegt Huys. ‘en het is een belangrijke

factor om tot een goed eindresultaat te komen.

Het is een onderwerp waarover veel discus-

sie plaatsvindt. Kijk maar naar de toepassing

van containers bijvoorbeeld, in nederland

beperkt toegepast maar in Duitsland de meest

gebruikte verpakkingsmethode. een recente

studie over de effectiviteit van containers om

medische hulpmiddelen steriel te houden

toonde duidelijk aan dat een groot deel van de

op de markt beschikbare containers verre van

perfect is. in de studie werd een vergelijking

gemaakt met nonwoven als verpakkings-

materiaal en dat kwam duidelijk beter uit de

tests. Het is nog te vroeg om hieruit definitieve

conclusies te trekken, tegenonderzoek is nodig

om te bepalen hoe de markt hiermee het best

kan omgaan. Maar dit maakt wel duidelijk hoe

belangrijk kennisverspreiding over verpakkings-

materialen is.’

Dubbel VeRPakkenDie discussie moet ook nog steeds worden

gevoerd over in twee lagen verpakken of in één

keer dubbel verpakken, stelt Huys. ‘De menin-

gen over wat het meest effectief is lopen sterk

uiteen’, zegt hij. ‘Zelf heb ik een voorkeur voor

twee keer verpakken, omdat de bacteriebar-

rière in alle richtingen gewaarborgd moet zijn

en de mogelijkheden hiertoe zijn bij in één keer

dubbel verpakken beperkter. in het nieuwe

hoofdstuk laat ik de beslissing aan de gebruiker,

maar zet ik wel de onderzoeksgegevens helder

naast elkaar. Het is de deskundige steriele

medische hulpmiddelen die de werkwijze moet

bepalen die het best past bij de logistiek in

huis.’

sterilisatieverpakkingen zijn nog niet uit-ont-

wikkeld, concludeert Huys. ‘er zit nog steeds

beweging in’, zegt hij. ‘en als gebruiker moet

je kijken naar de gebruikseigenschappen, het

gebruiksgemak, het milieu en de kosten. of

een vernieuwing ook echt een verbetering is, is

altijd een kwestie van testen in de praktijk.’

Jan Huys buigt zich over verpakkingsmaterialen

Het boek “Sterilisatie van medische hulpmiddelen met stoom” is inmiddels in acht talen vertaald.

De nederlandse versie van de nieuwe druk

van het boek – inclusief het uitgebreide

hoofdstuk over verpakkingsmaterialen – zal

voor het einde van het jaar beschikbaar zijn.

Het nieuwe hoofdstuk ligt nu ter beoorde-

ling bij sterilisatie vereniging nederland en

gebruikers in diverse ziekenhuizen.

Borstels & ragers

uw partner voor CSA, Endoscopie & Investment Solutions

Interster InternatIonal B.V.

Samsonweg 2, 1521 RC Wormerveer, The Netherlands

T: +31 (0)75 627 22 22

F: +31 (0)75 627 22 00

[email protected]

www.interster.nl

Als ziekenhuis of kliniek moet u constant voldoen aan de verande-

rende wet- en regelgeving rondom steriel, schoon en veilig werken.

Interster heeft een groot assortiment reinigingsborstels. Voor het

op efficiënte en ergonomische wijze reinigen van chirurgische

instrumenten, afgestemd op de veelzijdigheid en het comfort van

de gebruiker.

Bij Interster zetten wij patiëntveiligheid, gebruikerscomfort en

hygiëne altijd voorop. Wilt u meer weten, neem contact op met uw

accountmanager of mail naar [email protected]

Alle borstels zijn volledig (her)steriliseerbaar en bestand tegen reinigingsen desinfectiemiddelen.

Page 10: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

1110

iedereen die auto rijdt kent het probleem:

je zit achter het stuur, op weg naar een

afspraak, en opeens gaat op je dashboard

een lampje branden. Je zoekt snel een

veilige parkeerplek, pakt de handleiding

uit het handschoenenkastje en leest dat je

direct de garage moet bellen als juist dat

lampje je aandacht vraagt. Dus zoek je op

je smartphone de dichtstbijzijnde garage

en bel je die. en dan krijg je te horen:

“o dat lampje, ja dat weten we wel van

het merk auto dat u rijdt. niets aan de

hand hoor, kom maar gewoon een keer

langs als u tijd hebt”.

ik moet altijd aan dat lampje denken als

ik discussies hoor over de atP-meting in

flexibele endoscopen. vaak hoor ik dan

mensen uit het veld zeggen dat die meting

niet zoveel zegt, dat je er in de praktijk

niet zoveel aan hebt dus. Maar ik hoor ook

mensen die de atP-meting wel gebruiken

en er waarde aan hechten.

in principe beschouwen we de microbio-

logische kweken als gouden standaard.

Maar de uitslag van een kweek – die wordt

gedaan als een scoop gerepareerd is –

laat twee tot vijf dagen op zich wachten.

Die wachttijd wil je niet. en die wil je ook

niet voor een leenscoop, want die wil je

meteen in gebruik kunnen nemen.

Mijn idee is: kunnen we de uitkomst van

de atP-meting niet zien als het lampje op

het dashboard? Zet de atP-meting in als

signaal dat de scoop veilig is om mee te

werken. Dan blijft de kweek als gouden

standaard gelden, maar hoef je niet meer

te wachten op de uitslag. laat de atP- en

kweekuitslagen beoordelen en op waarde

schatten door de deskundige scopenrei-

niging en -desinfectie (DsrD) en laat die

beslissen hoe op basis van de uitslag moet

worden gehandeld. De DsrD kan dit op

waarde schatten aan de hand van tren-

danalyse. Dat lijkt mij een verantwoorde

afweging tussen risico enerzijds en prakti-

sche inzetbaarheid anderzijds.

Kees Ballemans

Deskundige infectiepreventie

Unic Medical Services bv

CO

LU

MN

Het dasHboardlampJe

Kees Ballemans

Ziekenhuis Tjongerschans Heerenveen zet

voor de reiniging en desinfectie van flexi-

bele endoscopen ultra puur water in. Het

feit dat dit ziekenhuis zelden in tests ver-

ontreinigde scopen tegenkomt heeft hier

zeker mee te maken. Maar het is uiteindelijk

toch de professionaliteit van het team die

de doorslag geeft.

toen nico Harens in 2011 deskundige sco-

penreiniging en -desinfectie werd in tjonger-

schans Ziekenhuis Heerenveen, constateerde

hij dat er met een aantal niet gevalideerde

scopenreinigers werd gewerkt. ‘validatie wees

uit dat ze niet honderd procent werkten’, ver-

telt hij. ‘Besloten werd een nieuwe afdeling te

bouwen en nieuwe apparatuur voor reiniging

en desinfectie van scopen aan te schaffen en

ook droogkasten. een forse investering, maar

het was nodig. De kweekuitslagen wezen uit

dat we ons zorgen moesten maken.’

in de nieuwe afdeling werd extra aandacht

gegeven aan waterkwaliteit. Harens legt uit

waarom: ‘De waterkwaliteit is een heel be-

langrijke succes- of faalfactor in het reini-

gingsproces. We hebben gekozen voor een

systeem met ultra puur water, waar dus geen

mineralen zoals calcium, natrium enzovoort

of andere verontreinigingen meer erin. ook

hebben we gekozen voor een volcontinue

stromend systeem waardoor geen biofilm

in het leidingensysteem kan ontstaan. Dit is

een keuze die nog maar in weinig ziekenhui-

zen wordt gemaakt en ik denk dat “slechte”

waterkwaliteit een oorzaak kan zijn van het

optreden van een biofilm in een scoop, want

die wordt veroorzaakt door mineralen in

combinatie met microbiologische verontreini-

gingen. Je ziet dit ook vaak terug in water-

leidingsystemen, waarin een slechte kwaliteit

water of hard water een verhoogd risico geeft

op het ontstaan van een biofilm.’

De kennis om tot de beslissing voor de keus

van ultra puur water te komen, deed Harens

op in de nen-commissie over waterkwaliteit

waarvan hij lid was.

zelDen PositieVe kweekuitslagensinds de scopenreiniging op de nieuwe

afdeling plaatsvindt, met gebruikmaking van

dit ultra pure water, is het aantal positieve

kweekuitslagen op de vingers van één hand

te tellen. ‘en we hebben het dan over een

periode van zes jaar’, zegt Harens. ‘ook in de

kweken van het laatste spoelwater zien we

eigenlijk geen micro-organismen meer terug.’

toch zit het succes niet in de waterkwaliteit

alleen, waarschuwt Harens. ‘Het zit ook in de

goede voorreiniging, de juiste dosering van

de zeep en desinfectans’, zegt hij. ‘Maar ei-

genlijk begint het met het team. Je moet goed

gemotiveerde mensen hebben en dat be-

werkstellig je door ze bij alle processtappen te

betrekken. We hebben hier in huis een interne

sFerD-commissie en daarin zijn de medewer-

kers ook vertegenwoordigd. De medewerkers

schrijven ook de werkprocedures en die zijn

getoetst aan het kwaliteitshandboek van

de sFerD. Die input vanuit de werkvloer is

enorm belangrijk, daar zit een groot deel

van de kennis.’

van oudsher wordt in tjongerschans ge-

werkt met twee teams: een Csa-team en

een scopenteam. ‘We zijn die nu aan het

samenvoegen’, vertelt Harens. ‘De sterilisa-

tiemedewerkers zijn het ook gewend proce-

dureel te werken op het gebied van reiniging

en desinfectie. Die twee teams vullen elkaar

dus perfect aan. Het is een bepaald type

mens dat dit werk doet, mensen die zich heel

goed kunnen concentreren. Door ze samen

te voegen, kunnen ze veel leren van elkaar.

eventuele problemen kunnen gezamenlijk

besproken worden met de leidinggevende en

de deskundige steriele medische hulpmidde-

len en de deskundige reiniging en desinfectie

endoscopen.’

boRsteltjes en Pull thRoughvoor de voorreiniging van de scopen bestaat

in tjongerschans een vaste procedure, waarbij

per type scoop een voorreinigingsprotocol

wordt gebruikt. Bij die voorreiniging worden

borsteltjes gebruikt, en voor de biopsiekanalen

van grotere scopen en afvoerkanalen wordt de

pull through toegepast. ‘Hier ligt een zorgvul-

dige afweging op basis van de diameter van

het kanaal aan ten grondslag’, zegt Harens.

‘voor dunne kanaaltjes leidt pull through tot

beschadigingen.’

Het aantal beschikbare borstels in de handel is

groot. ‘Dat kunnen er wel een stuk of tien zijn

die bedoeld zijn voor dezelfde kanalen’, vertelt

Harens. ‘De keuze is niet gebaseerd op een

richtlijn, maar op de ervaring van de mede-

werkers. in de trainingen die de leveranciers

van scopen bieden ontstaat ook vaak discus-

sie met onze medewerkers. toch volgen we

natuurlijk zoveel mogelijk de instructie van de

leverancier, die immers gevalideerd is.’

De vraag hoe lang moet worden voorgewas-

sen hangt af van de mate van verontreiniging

die de medewerker aantreft. ‘ook dat is weer

een kwestie van ervarenheid van het team’,

zegt Harens. ‘voor een bronchoscoop met

één kanaal is het wellicht vijf minuten, maar

voor een erCP kan het oplopen tot zeker tien

minuten. We hebben meegewerkt aan een

landelijk erCP-onderzoek van het erasmus

MC en onze erCP-scopen bleken geen bac-

teriegroei te hebben. Kweken is natuurlijk altijd

een momentopname maar dit was toch wel

een mooie uitkomst.’

V.l.n.r.: Lysbeth Jager, teamleidster CSA/R&D

endoscopen. Gina Meijer-Paredes, Medewerker

CSA/R&D. Hilda Nota-Knechting, Medewerker

CSA/R&D. Nico Harens, DSMH en DSRD

niCo Harens (tJongersCHans):

‘Het staat of valt met het team’

“Je moet goed gemotiveerde mensen hebben en dat bewerkstellig je door ze bij alle processtappen te betrekken”

Reiniging scoop

Page 11: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

1110

iedereen die auto rijdt kent het probleem:

je zit achter het stuur, op weg naar een

afspraak, en opeens gaat op je dashboard

een lampje branden. Je zoekt snel een

veilige parkeerplek, pakt de handleiding

uit het handschoenenkastje en leest dat je

direct de garage moet bellen als juist dat

lampje je aandacht vraagt. Dus zoek je op

je smartphone de dichtstbijzijnde garage

en bel je die. en dan krijg je te horen:

“o dat lampje, ja dat weten we wel van

het merk auto dat u rijdt. niets aan de

hand hoor, kom maar gewoon een keer

langs als u tijd hebt”.

ik moet altijd aan dat lampje denken als

ik discussies hoor over de atP-meting in

flexibele endoscopen. vaak hoor ik dan

mensen uit het veld zeggen dat die meting

niet zoveel zegt, dat je er in de praktijk

niet zoveel aan hebt dus. Maar ik hoor ook

mensen die de atP-meting wel gebruiken

en er waarde aan hechten.

in principe beschouwen we de microbio-

logische kweken als gouden standaard.

Maar de uitslag van een kweek – die wordt

gedaan als een scoop gerepareerd is –

laat twee tot vijf dagen op zich wachten.

Die wachttijd wil je niet. en die wil je ook

niet voor een leenscoop, want die wil je

meteen in gebruik kunnen nemen.

Mijn idee is: kunnen we de uitkomst van

de atP-meting niet zien als het lampje op

het dashboard? Zet de atP-meting in als

signaal dat de scoop veilig is om mee te

werken. Dan blijft de kweek als gouden

standaard gelden, maar hoef je niet meer

te wachten op de uitslag. laat de atP- en

kweekuitslagen beoordelen en op waarde

schatten door de deskundige scopenrei-

niging en -desinfectie (DsrD) en laat die

beslissen hoe op basis van de uitslag moet

worden gehandeld. De DsrD kan dit op

waarde schatten aan de hand van tren-

danalyse. Dat lijkt mij een verantwoorde

afweging tussen risico enerzijds en prakti-

sche inzetbaarheid anderzijds.

Kees Ballemans

Deskundige infectiepreventie

Unic Medical Services bv

CO

LU

MN

Het dasHboardlampJe

Kees Ballemans

Ziekenhuis Tjongerschans Heerenveen zet

voor de reiniging en desinfectie van flexi-

bele endoscopen ultra puur water in. Het

feit dat dit ziekenhuis zelden in tests ver-

ontreinigde scopen tegenkomt heeft hier

zeker mee te maken. Maar het is uiteindelijk

toch de professionaliteit van het team die

de doorslag geeft.

toen nico Harens in 2011 deskundige sco-

penreiniging en -desinfectie werd in tjonger-

schans Ziekenhuis Heerenveen, constateerde

hij dat er met een aantal niet gevalideerde

scopenreinigers werd gewerkt. ‘validatie wees

uit dat ze niet honderd procent werkten’, ver-

telt hij. ‘Besloten werd een nieuwe afdeling te

bouwen en nieuwe apparatuur voor reiniging

en desinfectie van scopen aan te schaffen en

ook droogkasten. een forse investering, maar

het was nodig. De kweekuitslagen wezen uit

dat we ons zorgen moesten maken.’

in de nieuwe afdeling werd extra aandacht

gegeven aan waterkwaliteit. Harens legt uit

waarom: ‘De waterkwaliteit is een heel be-

langrijke succes- of faalfactor in het reini-

gingsproces. We hebben gekozen voor een

systeem met ultra puur water, waar dus geen

mineralen zoals calcium, natrium enzovoort

of andere verontreinigingen meer erin. ook

hebben we gekozen voor een volcontinue

stromend systeem waardoor geen biofilm

in het leidingensysteem kan ontstaan. Dit is

een keuze die nog maar in weinig ziekenhui-

zen wordt gemaakt en ik denk dat “slechte”

waterkwaliteit een oorzaak kan zijn van het

optreden van een biofilm in een scoop, want

die wordt veroorzaakt door mineralen in

combinatie met microbiologische verontreini-

gingen. Je ziet dit ook vaak terug in water-

leidingsystemen, waarin een slechte kwaliteit

water of hard water een verhoogd risico geeft

op het ontstaan van een biofilm.’

De kennis om tot de beslissing voor de keus

van ultra puur water te komen, deed Harens

op in de nen-commissie over waterkwaliteit

waarvan hij lid was.

zelDen PositieVe kweekuitslagensinds de scopenreiniging op de nieuwe

afdeling plaatsvindt, met gebruikmaking van

dit ultra pure water, is het aantal positieve

kweekuitslagen op de vingers van één hand

te tellen. ‘en we hebben het dan over een

periode van zes jaar’, zegt Harens. ‘ook in de

kweken van het laatste spoelwater zien we

eigenlijk geen micro-organismen meer terug.’

toch zit het succes niet in de waterkwaliteit

alleen, waarschuwt Harens. ‘Het zit ook in de

goede voorreiniging, de juiste dosering van

de zeep en desinfectans’, zegt hij. ‘Maar ei-

genlijk begint het met het team. Je moet goed

gemotiveerde mensen hebben en dat be-

werkstellig je door ze bij alle processtappen te

betrekken. We hebben hier in huis een interne

sFerD-commissie en daarin zijn de medewer-

kers ook vertegenwoordigd. De medewerkers

schrijven ook de werkprocedures en die zijn

getoetst aan het kwaliteitshandboek van

de sFerD. Die input vanuit de werkvloer is

enorm belangrijk, daar zit een groot deel

van de kennis.’

van oudsher wordt in tjongerschans ge-

werkt met twee teams: een Csa-team en

een scopenteam. ‘We zijn die nu aan het

samenvoegen’, vertelt Harens. ‘De sterilisa-

tiemedewerkers zijn het ook gewend proce-

dureel te werken op het gebied van reiniging

en desinfectie. Die twee teams vullen elkaar

dus perfect aan. Het is een bepaald type

mens dat dit werk doet, mensen die zich heel

goed kunnen concentreren. Door ze samen

te voegen, kunnen ze veel leren van elkaar.

eventuele problemen kunnen gezamenlijk

besproken worden met de leidinggevende en

de deskundige steriele medische hulpmidde-

len en de deskundige reiniging en desinfectie

endoscopen.’

boRsteltjes en Pull thRoughvoor de voorreiniging van de scopen bestaat

in tjongerschans een vaste procedure, waarbij

per type scoop een voorreinigingsprotocol

wordt gebruikt. Bij die voorreiniging worden

borsteltjes gebruikt, en voor de biopsiekanalen

van grotere scopen en afvoerkanalen wordt de

pull through toegepast. ‘Hier ligt een zorgvul-

dige afweging op basis van de diameter van

het kanaal aan ten grondslag’, zegt Harens.

‘voor dunne kanaaltjes leidt pull through tot

beschadigingen.’

Het aantal beschikbare borstels in de handel is

groot. ‘Dat kunnen er wel een stuk of tien zijn

die bedoeld zijn voor dezelfde kanalen’, vertelt

Harens. ‘De keuze is niet gebaseerd op een

richtlijn, maar op de ervaring van de mede-

werkers. in de trainingen die de leveranciers

van scopen bieden ontstaat ook vaak discus-

sie met onze medewerkers. toch volgen we

natuurlijk zoveel mogelijk de instructie van de

leverancier, die immers gevalideerd is.’

De vraag hoe lang moet worden voorgewas-

sen hangt af van de mate van verontreiniging

die de medewerker aantreft. ‘ook dat is weer

een kwestie van ervarenheid van het team’,

zegt Harens. ‘voor een bronchoscoop met

één kanaal is het wellicht vijf minuten, maar

voor een erCP kan het oplopen tot zeker tien

minuten. We hebben meegewerkt aan een

landelijk erCP-onderzoek van het erasmus

MC en onze erCP-scopen bleken geen bac-

teriegroei te hebben. Kweken is natuurlijk altijd

een momentopname maar dit was toch wel

een mooie uitkomst.’

V.l.n.r.: Lysbeth Jager, teamleidster CSA/R&D

endoscopen. Gina Meijer-Paredes, Medewerker

CSA/R&D. Hilda Nota-Knechting, Medewerker

CSA/R&D. Nico Harens, DSMH en DSRD

niCo Harens (tJongersCHans):

‘Het staat of valt met het team’

“Je moet goed gemotiveerde mensen hebben en dat bewerkstellig je door ze bij alle processtappen te betrekken”

Reiniging scoop

Page 12: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

13

“Als bij de voorreiniging al een fout gemaakt wordt dan stapelen de problemen zich verderop in het proces op”

Extra aandachtvoor ERCP

manier kun je het proces evalueren en even-

tueel aanpassen waardoor je de kwaliteit van

het proces continu toetst en verbetert.’

atP-metingenscholing heeft in gelre in het kader van haar

afstudeeronderzoek atP-metingen gedaan

van flexibele scopen. Hierbij heeft zij erCP-

scopen steeds op dezelfde drie punten geme-

ten: de tip, het werkkanaal en de tangenlift,

gedurende het gehele traject van reiniging,

desinfectie, droging en opslag. Ze vertelt: ‘Wat

opviel – en wat vreemd is – is dat na de ma-

chinale reiniging en desinfectie de atP-waar-

de juist leek te stijgen bij de tip en het werk-

kanaal, maar juist weer niet bij de tangenlift.

De reden hiervoor is vooralsnog onduidelijk.

Het lijkt niet te liggen aan de kwaliteit van het

water of aan de invloed van de desinfectans.

Daarnaast is het met de metingen die verricht

zijn niet mogelijk geweest om een norm te

bepalen wat “goed” is en dus daarmee ook

wat “niet goed” is. voor de praktijk betekent de

uitslag in ieder geval dat de atP voorlopig niet

kan worden ingezet.’ Wat is het alternatief?

‘Dat is de vraag’, zegt scholing. ‘vooralsnog

doen wij surveillance bij iedere patiënten bij

wie een erCP is gedaan om te kijken of er een

infectie is opgetreden na erCP. Maar dit is niet

altijd even duidelijk. immers, wordt de patiënt

ziek van zijn eigen micro-organismen of van

micro-organismen die achtergebleven zijn

in de scoop. We hoopten nu juist dat de atP

ons in staat zou stellen om makkelijk te testen

of het reinigings- en desinfectieproces goed

doorlopen is, maar met de beperkte metingen

die gedaan zijn is dat op dit moment niet zo.’

wateRkwaliteitDe waterkwaliteit, één van de aspecten die

scholing noemt, is ook iets waarnaar van

schriek heeft gekeken. ‘om achter de oorzaak

van de positieve kweken te komen zijn we ook

het aanvoerende water naar de machines en

de aanvoerslangen gaan controleren’, vertelt

ze. ‘De aanvoerslangen hebben we gedemon-

teerd en open gesneden. Daarbij werd een

duidelijke biofilmvorming in de slangen aan-

getoond. We hebben ook de waterkwaliteit

gecontroleerd van het aanvoerende water en

tappunten, waaruit bleek dat enkele tappunten

positief waren. De centrale scopenreinigings-

en desinfectie-afdeling is gedateerd, er is

geen scheiding tussen schone en vuile ruimte,

de etD zijn ook bijna afgeschreven. Dit zijn

bouwtechnisch geen optimale voorwaarden

om een complex instrument als de erCP en-

doscoop schoon te krijgen. Het probleem met

infectiepreventie is dat er zelden één oorzaak

is voor de problemen die je tegenkomt. Het

komt ook voor dat endoscopen beschadigd

raken zonder dat dat zichtbaar is. Hierdoor

kan vuil achterblijven in de kanalen, dat bijna

onmogelijk goed te reiniging is. ik ben dan

ook blij met de nieuwbouw die januari 2018 in

bedrijf moet zijn, waarin we nieuwe machines

krijgen en ook een scheiding tussen vuil en

schoon.’

en het water? elders in deze editie van steril

staat te lezen hoe het tjongerschans Zieken-

huis heeft gekozen voor volcontinu stromend

water, zodat geen biofilm meer kan ontstaan.

‘Prachtig dat ze dat voor elkaar hebben gekre-

gen’, zegt van schriek. ‘Wij hebben gekozen

voor ro-water voor het aanvoerend water

naar de machine. ook een oplossing waar een

prijskaartje aanhangt natuurlijk.’

wensenlijstjescholing zegt benieuwd te zijn naar de

landelijke richtlijn over microbiologische

controle van endoscopen. ‘Maar ik heb geen

idee wanneer die komt’, zegt ze. ‘De surveil-

lance die we nu doen is wel een indicatie die

je kunt gebruiken als graadmeter voor het

reinigings- en desinfectieproces. Daarnaast

hebben we een jaarlijkse audit op de scopen

en op het erCP-proces. of we op kweken

zitten te wachten weet ik niet. Het is arbeids-

intensief en je loopt altijd achter de feiten aan.

Je kunt zo’n scoop niet zomaar uit productie

nemen en wachten op het resultaat. Maar we

zijn wel op zoek naar een tussenoplossing die

snel resultaat geeft. Zover ik weet is die echter

nergens in ontwikkeling. Je zou een monito-

ringsysteem willen hebben dat laat zien of wat

je in de patiënt gebruikt veilig is.’

ook van schriek heeft nog wat te wensen.

‘een dedicated team voor de reiniging en des-

infectie’, zegt ze. ‘in klinieken die dat hebben,

zie je dat dit de kwaliteit ten goede komt.’

In de discussie over de

reiniging en desinfectie

van scopen gaat veel

aandacht uit naar ERCP-

scopen omdat juist hiermee

zoveel problemen kunnen

optreden. Zowel Claudia

van Schriek (deskundige

infectiepreventie Rijnstate

Arnhem) als Pieterdina

Scholing (deskundige

infectiepreventie in

opleiding, Gelre Apeldoorn)

spraken over deze scopen

tijdens hun voordrachten

op het Tien jaar SFERD

symposium. Hun bijdragen

zijn interessant voor een

groter publiek.

Binnen rijnstate wordt elke erCP-scoop na

iedere drie tot vijf keer gebruik gekweekt.

‘De frequentie hangt af van het schema voor

het kweken’, verduidelijkt van schriek. ‘We

zijn tot deze frequentie gekomen toen we

merkten dat we op basis van het reguliere

kweken volgens het sFerD-beleid regelmatig

positieve kweken zagen. De reden van het

kweken na drie tot vijf keer gebruik is dat je

bij een positieve kweek maximaal vijf pati-

enten at risk hebt. Je voorkomt hiermee dat,

als er positieve kweken zijn met bijvoorbeeld

multiresistente bacteriën, je veel patiënten

moet terugroepen. rijnstate is hier twee jaar

geleden mee begonnen. van schriek: ‘nadat

er regelmatig positieve kweekuitslagen waren

werd de frequentie van het auditeren ver-

hoogd. ik zag toen dat de processen niet altijd

helemaal correct verliepen. een belangrijke

reden was de toename van het aantal en-

doscopieën met dezelfde personele bezet-

ting. ook was het een uitdaging om al het

personeel op dezelfde kennisstand te krijgen.

Door de massieve toename van het aantal te

reinigen endoscopen sluipen toch fouten in

het proces.

Het reinigen en desinfecteren van endo-

scopen is een erg gecompliceerd proces

waarbij in alle fases geen fouten gemaakt

mogen worden om een endoscoop schoon

te krijgen. als bij de voorreiniging al een fout

gemaakt wordt dan stapelen de problemen

zich verderop in het proces op. om controle

over de processen te krijgen, hebben we

afgesproken dat bij de voorreiniging op de

endoscopieafdeling en bij de reiniging op de

centrale scopenreiniging en desinfectie altijd

twee mensen betrokken zijn, die het proces

doorlopen op basis van een dubbelchecklist.

Die checklist biedt je achter af ook informatie

of het proces goed doorlopen is. op deze

12

Pieterdina Scholing, Deskundige infectiepreventie Gelre Ziekenhuis

Reiniging scoop Reiniging scoop

Reiniging scoop

Page 13: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

13

“Als bij de voorreiniging al een fout gemaakt wordt dan stapelen de problemen zich verderop in het proces op”

Extra aandachtvoor ERCP

manier kun je het proces evalueren en even-

tueel aanpassen waardoor je de kwaliteit van

het proces continu toetst en verbetert.’

atP-metingenscholing heeft in gelre in het kader van haar

afstudeeronderzoek atP-metingen gedaan

van flexibele scopen. Hierbij heeft zij erCP-

scopen steeds op dezelfde drie punten geme-

ten: de tip, het werkkanaal en de tangenlift,

gedurende het gehele traject van reiniging,

desinfectie, droging en opslag. Ze vertelt: ‘Wat

opviel – en wat vreemd is – is dat na de ma-

chinale reiniging en desinfectie de atP-waar-

de juist leek te stijgen bij de tip en het werk-

kanaal, maar juist weer niet bij de tangenlift.

De reden hiervoor is vooralsnog onduidelijk.

Het lijkt niet te liggen aan de kwaliteit van het

water of aan de invloed van de desinfectans.

Daarnaast is het met de metingen die verricht

zijn niet mogelijk geweest om een norm te

bepalen wat “goed” is en dus daarmee ook

wat “niet goed” is. voor de praktijk betekent de

uitslag in ieder geval dat de atP voorlopig niet

kan worden ingezet.’ Wat is het alternatief?

‘Dat is de vraag’, zegt scholing. ‘vooralsnog

doen wij surveillance bij iedere patiënten bij

wie een erCP is gedaan om te kijken of er een

infectie is opgetreden na erCP. Maar dit is niet

altijd even duidelijk. immers, wordt de patiënt

ziek van zijn eigen micro-organismen of van

micro-organismen die achtergebleven zijn

in de scoop. We hoopten nu juist dat de atP

ons in staat zou stellen om makkelijk te testen

of het reinigings- en desinfectieproces goed

doorlopen is, maar met de beperkte metingen

die gedaan zijn is dat op dit moment niet zo.’

wateRkwaliteitDe waterkwaliteit, één van de aspecten die

scholing noemt, is ook iets waarnaar van

schriek heeft gekeken. ‘om achter de oorzaak

van de positieve kweken te komen zijn we ook

het aanvoerende water naar de machines en

de aanvoerslangen gaan controleren’, vertelt

ze. ‘De aanvoerslangen hebben we gedemon-

teerd en open gesneden. Daarbij werd een

duidelijke biofilmvorming in de slangen aan-

getoond. We hebben ook de waterkwaliteit

gecontroleerd van het aanvoerende water en

tappunten, waaruit bleek dat enkele tappunten

positief waren. De centrale scopenreinigings-

en desinfectie-afdeling is gedateerd, er is

geen scheiding tussen schone en vuile ruimte,

de etD zijn ook bijna afgeschreven. Dit zijn

bouwtechnisch geen optimale voorwaarden

om een complex instrument als de erCP en-

doscoop schoon te krijgen. Het probleem met

infectiepreventie is dat er zelden één oorzaak

is voor de problemen die je tegenkomt. Het

komt ook voor dat endoscopen beschadigd

raken zonder dat dat zichtbaar is. Hierdoor

kan vuil achterblijven in de kanalen, dat bijna

onmogelijk goed te reiniging is. ik ben dan

ook blij met de nieuwbouw die januari 2018 in

bedrijf moet zijn, waarin we nieuwe machines

krijgen en ook een scheiding tussen vuil en

schoon.’

en het water? elders in deze editie van steril

staat te lezen hoe het tjongerschans Zieken-

huis heeft gekozen voor volcontinu stromend

water, zodat geen biofilm meer kan ontstaan.

‘Prachtig dat ze dat voor elkaar hebben gekre-

gen’, zegt van schriek. ‘Wij hebben gekozen

voor ro-water voor het aanvoerend water

naar de machine. ook een oplossing waar een

prijskaartje aanhangt natuurlijk.’

wensenlijstjescholing zegt benieuwd te zijn naar de

landelijke richtlijn over microbiologische

controle van endoscopen. ‘Maar ik heb geen

idee wanneer die komt’, zegt ze. ‘De surveil-

lance die we nu doen is wel een indicatie die

je kunt gebruiken als graadmeter voor het

reinigings- en desinfectieproces. Daarnaast

hebben we een jaarlijkse audit op de scopen

en op het erCP-proces. of we op kweken

zitten te wachten weet ik niet. Het is arbeids-

intensief en je loopt altijd achter de feiten aan.

Je kunt zo’n scoop niet zomaar uit productie

nemen en wachten op het resultaat. Maar we

zijn wel op zoek naar een tussenoplossing die

snel resultaat geeft. Zover ik weet is die echter

nergens in ontwikkeling. Je zou een monito-

ringsysteem willen hebben dat laat zien of wat

je in de patiënt gebruikt veilig is.’

ook van schriek heeft nog wat te wensen.

‘een dedicated team voor de reiniging en des-

infectie’, zegt ze. ‘in klinieken die dat hebben,

zie je dat dit de kwaliteit ten goede komt.’

In de discussie over de

reiniging en desinfectie

van scopen gaat veel

aandacht uit naar ERCP-

scopen omdat juist hiermee

zoveel problemen kunnen

optreden. Zowel Claudia

van Schriek (deskundige

infectiepreventie Rijnstate

Arnhem) als Pieterdina

Scholing (deskundige

infectiepreventie in

opleiding, Gelre Apeldoorn)

spraken over deze scopen

tijdens hun voordrachten

op het Tien jaar SFERD

symposium. Hun bijdragen

zijn interessant voor een

groter publiek.

Binnen rijnstate wordt elke erCP-scoop na

iedere drie tot vijf keer gebruik gekweekt.

‘De frequentie hangt af van het schema voor

het kweken’, verduidelijkt van schriek. ‘We

zijn tot deze frequentie gekomen toen we

merkten dat we op basis van het reguliere

kweken volgens het sFerD-beleid regelmatig

positieve kweken zagen. De reden van het

kweken na drie tot vijf keer gebruik is dat je

bij een positieve kweek maximaal vijf pati-

enten at risk hebt. Je voorkomt hiermee dat,

als er positieve kweken zijn met bijvoorbeeld

multiresistente bacteriën, je veel patiënten

moet terugroepen. rijnstate is hier twee jaar

geleden mee begonnen. van schriek: ‘nadat

er regelmatig positieve kweekuitslagen waren

werd de frequentie van het auditeren ver-

hoogd. ik zag toen dat de processen niet altijd

helemaal correct verliepen. een belangrijke

reden was de toename van het aantal en-

doscopieën met dezelfde personele bezet-

ting. ook was het een uitdaging om al het

personeel op dezelfde kennisstand te krijgen.

Door de massieve toename van het aantal te

reinigen endoscopen sluipen toch fouten in

het proces.

Het reinigen en desinfecteren van endo-

scopen is een erg gecompliceerd proces

waarbij in alle fases geen fouten gemaakt

mogen worden om een endoscoop schoon

te krijgen. als bij de voorreiniging al een fout

gemaakt wordt dan stapelen de problemen

zich verderop in het proces op. om controle

over de processen te krijgen, hebben we

afgesproken dat bij de voorreiniging op de

endoscopieafdeling en bij de reiniging op de

centrale scopenreiniging en desinfectie altijd

twee mensen betrokken zijn, die het proces

doorlopen op basis van een dubbelchecklist.

Die checklist biedt je achter af ook informatie

of het proces goed doorlopen is. op deze

12

Pieterdina Scholing, Deskundige infectiepreventie Gelre Ziekenhuis

Reiniging scoop Reiniging scoop

Reiniging scoop

Page 14: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

1514

remon van der aa:

‘‘De MDR versterkt het vertrouwen in de kwaliteit

van medische hulpmiddelen’’

Afgelopen mei werd de

Medical Device Regulation

(MDR) openbaar, die de

Medical Device Directive

(MDD) vervangt met een

overgangstermijn van

drie jaar. Goed nieuws,

vindt Remon van der

Aa, deskundige steriele

medische hulpmiddelen bij

Ziekenhuis Groep Twente

en bestuurslid van de

vDSMH. Hij legt uit

waarom.

De MDD, die in 1993 van kracht werd, was toe

aan vervanging en die is er nu met de MDr ook

gekomen. ‘Met de komst van de MDr wordt de

controle op het Ce-keurmerk van het medische

hulpmiddel steviger neergezet, wat betekent

dat wij als deskundigen hierin meer vertrouwen

kunnen hebben’, zegt van der aa. ‘Daarnaast

biedt de MDr een nieuwe optie in de discussie

over het hersteriliseren van single use devices,

een onderwerp waarover al jarenlang discussie

bestaat. in nederland hebben we afgesproken

dat we single use devices niet geschikt maken

voor hergebruik, niet hersteriliseren dus.

De vDsMH is van mening dat dit in beginsel

niet dient te gebeuren echter dat het onder

bepaalde voorwaarden wel is toege-

staan, zoals wij hebben verwoord in de

richtlijn hersterilisatie van medische

hulpmiddelen voor eenmalig gebruik.

Maar de MDr stelt dat dit onder voor-

waarden wel toegestaan is, mits dit

landelijk is toegestaan. ieder land in eu-

ropa kan dit zelf bepalen. op dit moment

is nederland het nationale standpunt aan

het bepalen over dit onderwerp.

Het ministerie van vWs heeft

hiertoe, samen met het rivM,

bureau Berenschot gevraagd

de mening van stakehol-

ders te inventariseren. Het

is dus nog even afwach-

ten.

stanDaaRDisatieeen interessante ont-

wikkeling die samen-

hangt met de komst van de MDr

is dat er een ontwikkeling gaat

plaatsvinden naar standaardisatie

in naamgeving van medische hulp-

middelen. ‘Die namen zullen ook

in een europese database, eudamed, bijgehou-

den gaan worden’, zegt van der aa. ‘een unieke

device identificatie, uDi, gebaseerd op gs1,

moet ervoor gaan zorgen dat alle relevante

productinformatie over een hulpmiddel via

een scan van de barcode beschikbaar is voor

gebruikers. als dit eenmaal gerealiseerd is, komt

dit de traceerbaarheid van hulpmiddelen enorm

ten goede, ook als er sprake is van een recall.’

en tenslotte: de MDr is veel uitgebreider dan de

MDD. ‘De MDr heeft veel meer de regelgeving

als uitgangspunt dan de MDD en beschrijft ook

veel meer praktijksituaties’, legt van der aa uit.

‘Het nieuwe document biedt ons als deskundi-

gen dus meer aanknopingspunten voor de da-

gelijkse praktijk. Waarbij ik wel in het midden wil

laten of je, gezien het grote aantal pagina’s, het

hele document van a tot z moet willen lezen.’

geVolgen VooR De PRaktijkDe strengere controle op het Ce-keurmerk

waarover van der aa het al had, kan wel gevol-

gen voor de praktijk hebben. Hij legt uit: ‘Dit

betekent dat ook hogere eisen worden gesteld

aan de notified bodies, die verantwoordelijk zijn

voor toekenning van het Ce-keurmerk aan een

www.interster.nl

Beurzen en congressenMedewerkers van interster zijn de komende

periode te vinden op de volgende nationale

en internationale beurzen en congressen:

Beurzen en congressen Nederland:

20 september:

SFERD symposium 2017, Veenendaal

4 november:

SVN Congres, Ede (CineMec)

internationale beurzen en congressen:

4-7 oktober: WFHSS 2017, Bonn. Booth D10

13 - 16 november: Medica 2017, Dusseldorf.Booth 12B39

ACTUALS

SFERDsymposium

“De MDR heeft veel meer de regelgeving als uitgangspunt dan de MDD en beschrijft ook veel meer praktijksituaties”

medisch hulpmiddel. De kwaliteit van enkele

notified bodies wordt wel eens in twijfel getrok-

ken en het is dan ook niet ondenkbaar dat er

hulpmiddelen zijn die niet door een herkeuring

komen en dus van de markt verdwijnen. ook

kunnen producten van de markt gaan omdat

er zo weinig marge op zit dat de fabrikant de

kosten van een herkeuring niet wil maken maar

liever stopt met de productie. Dat zijn wel ont-

wikkelingen die we als deskundigen in de gaten

moeten houden. Het zal vooral gelden voor

oudere gerenommeerde, of klasse i medische

hulpmiddelen waarvoor niet zoveel product-

documentatie aanwezig is, zoals scalpels en

scharen.’

De richtlijnen rondom klinische testen van

nieuwe medische hulpmiddelen zijn ook

aangescherpt. voordat aan een hulpmiddel

een Ce-keurmerk wordt toegekend, moeten

er klinische testen worden uitgevoerd voordat

het definitief op de markt toegelaten wordt.

‘Hierbij zullen de deskundigen zeker een rol

spelen’, zegt van der aa, ‘eventueel door

landelijk richtlijnen op te stellen en daaropvol-

gend mogelijk om te bepalen of dit onderzoek

wel aan de richtlijnen voldoet.’ Wanneer een

medisch hulpmiddel vervolgens in gebruik is

in de ziekenhuizen, wordt ook de post market

surveillance aangescherpt voor leveranciers en

fabrikanten. van der aa stelt: ‘ook hier zullen

we als DsMH bij betrokken worden en aandacht

aan moeten besteden.’

oVeRgangsPeRioDeMet de komst van de MDr worden belangrijke

stappen gezet op het gebied van de kwaliteit

en veiligheid van medische hulpmiddelen,

stelt van der aa. na de openbaarmaking op 26

mei jongstleden geldt een overgangstermijn

van drie jaar, waarna alle nieuwe op de markt

geplaatste hulpmiddelen aan de MDr moeten

voldoen. Ce-certificaten die nog onder de

huidige regelgeving tot stand zijn gekomen, zijn

nog geldig tot uiterlijk 26 mei 2024. na die da-

tum mogen deze hulpmiddelen dus niet meer

worden geleverd door leveranciers, tenzij ze

onder de regels van de MDr in een herkeuring

worden goedgekeurd. reusable hulpmiddelen

die een Ce-certificaat conform MDD hebben

en in de komende periode aangeschaft wor-

den, mogen wel gebruikt blijven worden na 26

mei 2014 in de ziekenhuizen.

Drie jaar lijkt een lange overgangstermijn maar

er moet veel gaan gebeuren. voornamelijk voor

de fabrikanten en leveranciers geldt: start tijdig

met het aanpassen van processen conform

deze nieuwe MDr omdat je anders te laat bent.

ook voor de ziekenhuizen gaat het een en an-

der veranderen, dus blijf alert, laat je informeren

via de bekende gremia (of lees de MDr goed

door) en beoordeel wat er in jouw ziekenhuis

nodig is om aan te passen en regel dit zo spoe-

dig mogelijk.

Met de komst van de MDR wordt de controle op het CE-keurmerk van het medische hulpmiddel steviger neergezet

Page 15: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

steril - nr. 1 / 2017steril - nr. 1 / 2017

1514

remon van der aa:

‘‘De MDR versterkt het vertrouwen in de kwaliteit

van medische hulpmiddelen’’

Afgelopen mei werd de

Medical Device Regulation

(MDR) openbaar, die de

Medical Device Directive

(MDD) vervangt met een

overgangstermijn van

drie jaar. Goed nieuws,

vindt Remon van der

Aa, deskundige steriele

medische hulpmiddelen bij

Ziekenhuis Groep Twente

en bestuurslid van de

vDSMH. Hij legt uit

waarom.

De MDD, die in 1993 van kracht werd, was toe

aan vervanging en die is er nu met de MDr ook

gekomen. ‘Met de komst van de MDr wordt de

controle op het Ce-keurmerk van het medische

hulpmiddel steviger neergezet, wat betekent

dat wij als deskundigen hierin meer vertrouwen

kunnen hebben’, zegt van der aa. ‘Daarnaast

biedt de MDr een nieuwe optie in de discussie

over het hersteriliseren van single use devices,

een onderwerp waarover al jarenlang discussie

bestaat. in nederland hebben we afgesproken

dat we single use devices niet geschikt maken

voor hergebruik, niet hersteriliseren dus.

De vDsMH is van mening dat dit in beginsel

niet dient te gebeuren echter dat het onder

bepaalde voorwaarden wel is toege-

staan, zoals wij hebben verwoord in de

richtlijn hersterilisatie van medische

hulpmiddelen voor eenmalig gebruik.

Maar de MDr stelt dat dit onder voor-

waarden wel toegestaan is, mits dit

landelijk is toegestaan. ieder land in eu-

ropa kan dit zelf bepalen. op dit moment

is nederland het nationale standpunt aan

het bepalen over dit onderwerp.

Het ministerie van vWs heeft

hiertoe, samen met het rivM,

bureau Berenschot gevraagd

de mening van stakehol-

ders te inventariseren. Het

is dus nog even afwach-

ten.

stanDaaRDisatieeen interessante ont-

wikkeling die samen-

hangt met de komst van de MDr

is dat er een ontwikkeling gaat

plaatsvinden naar standaardisatie

in naamgeving van medische hulp-

middelen. ‘Die namen zullen ook

in een europese database, eudamed, bijgehou-

den gaan worden’, zegt van der aa. ‘een unieke

device identificatie, uDi, gebaseerd op gs1,

moet ervoor gaan zorgen dat alle relevante

productinformatie over een hulpmiddel via

een scan van de barcode beschikbaar is voor

gebruikers. als dit eenmaal gerealiseerd is, komt

dit de traceerbaarheid van hulpmiddelen enorm

ten goede, ook als er sprake is van een recall.’

en tenslotte: de MDr is veel uitgebreider dan de

MDD. ‘De MDr heeft veel meer de regelgeving

als uitgangspunt dan de MDD en beschrijft ook

veel meer praktijksituaties’, legt van der aa uit.

‘Het nieuwe document biedt ons als deskundi-

gen dus meer aanknopingspunten voor de da-

gelijkse praktijk. Waarbij ik wel in het midden wil

laten of je, gezien het grote aantal pagina’s, het

hele document van a tot z moet willen lezen.’

geVolgen VooR De PRaktijkDe strengere controle op het Ce-keurmerk

waarover van der aa het al had, kan wel gevol-

gen voor de praktijk hebben. Hij legt uit: ‘Dit

betekent dat ook hogere eisen worden gesteld

aan de notified bodies, die verantwoordelijk zijn

voor toekenning van het Ce-keurmerk aan een

www.interster.nl

Beurzen en congressenMedewerkers van interster zijn de komende

periode te vinden op de volgende nationale

en internationale beurzen en congressen:

Beurzen en congressen Nederland:

20 september:

SFERD symposium 2017, Veenendaal

4 november:

SVN Congres, Ede (CineMec)

internationale beurzen en congressen:

4-7 oktober: WFHSS 2017, Bonn. Booth D10

13 - 16 november: Medica 2017, Dusseldorf.Booth 12B39

ACTUALS

SFERDsymposium

“De MDR heeft veel meer de regelgeving als uitgangspunt dan de MDD en beschrijft ook veel meer praktijksituaties”

medisch hulpmiddel. De kwaliteit van enkele

notified bodies wordt wel eens in twijfel getrok-

ken en het is dan ook niet ondenkbaar dat er

hulpmiddelen zijn die niet door een herkeuring

komen en dus van de markt verdwijnen. ook

kunnen producten van de markt gaan omdat

er zo weinig marge op zit dat de fabrikant de

kosten van een herkeuring niet wil maken maar

liever stopt met de productie. Dat zijn wel ont-

wikkelingen die we als deskundigen in de gaten

moeten houden. Het zal vooral gelden voor

oudere gerenommeerde, of klasse i medische

hulpmiddelen waarvoor niet zoveel product-

documentatie aanwezig is, zoals scalpels en

scharen.’

De richtlijnen rondom klinische testen van

nieuwe medische hulpmiddelen zijn ook

aangescherpt. voordat aan een hulpmiddel

een Ce-keurmerk wordt toegekend, moeten

er klinische testen worden uitgevoerd voordat

het definitief op de markt toegelaten wordt.

‘Hierbij zullen de deskundigen zeker een rol

spelen’, zegt van der aa, ‘eventueel door

landelijk richtlijnen op te stellen en daaropvol-

gend mogelijk om te bepalen of dit onderzoek

wel aan de richtlijnen voldoet.’ Wanneer een

medisch hulpmiddel vervolgens in gebruik is

in de ziekenhuizen, wordt ook de post market

surveillance aangescherpt voor leveranciers en

fabrikanten. van der aa stelt: ‘ook hier zullen

we als DsMH bij betrokken worden en aandacht

aan moeten besteden.’

oVeRgangsPeRioDeMet de komst van de MDr worden belangrijke

stappen gezet op het gebied van de kwaliteit

en veiligheid van medische hulpmiddelen,

stelt van der aa. na de openbaarmaking op 26

mei jongstleden geldt een overgangstermijn

van drie jaar, waarna alle nieuwe op de markt

geplaatste hulpmiddelen aan de MDr moeten

voldoen. Ce-certificaten die nog onder de

huidige regelgeving tot stand zijn gekomen, zijn

nog geldig tot uiterlijk 26 mei 2024. na die da-

tum mogen deze hulpmiddelen dus niet meer

worden geleverd door leveranciers, tenzij ze

onder de regels van de MDr in een herkeuring

worden goedgekeurd. reusable hulpmiddelen

die een Ce-certificaat conform MDD hebben

en in de komende periode aangeschaft wor-

den, mogen wel gebruikt blijven worden na 26

mei 2014 in de ziekenhuizen.

Drie jaar lijkt een lange overgangstermijn maar

er moet veel gaan gebeuren. voornamelijk voor

de fabrikanten en leveranciers geldt: start tijdig

met het aanpassen van processen conform

deze nieuwe MDr omdat je anders te laat bent.

ook voor de ziekenhuizen gaat het een en an-

der veranderen, dus blijf alert, laat je informeren

via de bekende gremia (of lees de MDr goed

door) en beoordeel wat er in jouw ziekenhuis

nodig is om aan te passen en regel dit zo spoe-

dig mogelijk.

Met de komst van de MDR wordt de controle op het CE-keurmerk van het medische hulpmiddel steviger neergezet

Page 16: Reiniging van scopen nog steeds niet rooskleurig · baar is dat we met één knop alle instrumen-tarium kunnen stoomsteriliseren’, zegt van ... steril - nr. 1 / 2017 steril - nr.

Pull Thru endoscopie

uw partner voor CSA, Endoscopie & Investment Solutions

Interster InternatIonal B.V.

Samsonweg 2, 1521 RC Wormerveer, The Netherlands

T: +31 (0)75 627 22 22

F: +31 (0)75 627 22 00

[email protected]

www.interster.nl

Maakt beter schoon dan borstels