Reijnders Magda PCSA -2015 - Cranio-Sacraal voor iedereen · vloeistoffen van het lichaam. Hij kwam...
Embed Size (px)
Transcript of Reijnders Magda PCSA -2015 - Cranio-Sacraal voor iedereen · vloeistoffen van het lichaam. Hij kwam...
-
De ademhaling van het zenuwstelsel
Reijnders Magda
Eindwerk Cranio Sacraal Therapie
PCSA -2015
https://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRw&url=https://www.pinterest.com/mailmaheshyadav/yoga-meditationand-subtle-body/&ei=AWlPVeTbKJLA7AaNp4HoBg&bvm=bv.92885102,d.bGQ&psig=AFQjCNFnzADUGBBY53W4uWHpqi6MWMo-TA&ust=1431353914493591
-
2
INHOUDSOPGAVE
Dankwoord ................................................................................................................. 4
Woord vooraf ............................................................................................................. 5
1. Ontstaan van Cranio Sacraal Therapie ........................................................... 7
2. Toepassing ............................................................................................................ 9
3. Twee grote regelsystemen ................................................................................ 11
3.1 Inleiding ..................................................................................................... 11
3.2 Hormonale stelsel ..................................................................................... 12
3.2.1 Endocriene klieren ..................................................................... 12
3.2.2 Weefselhormonen ..................................................................... 14
4. Het zenuwstelsel ................................................................................................... 16
4.1 Invloed van spanning/stress op het lichaam ....................................... 16
4.2 Anatomie van het zenuwstelsel ............................................................. 18
4.2.1 Centrale zenuwstelsel ............................................................... 19
4.2.1.1 Hersenen ...................................................................... 19
4.2.1.2 Bouw en werking van de hersenen ......................... 21
4.2.1.3 Bescherming van het centrale zenuwstelsel .......... 29
4.2.1.4 Bloedtoevoer .............................................................. 30
4.2.1.5 Ruggenmerg ............................................................... 31
4.2.2 Perifere zenuwstelsel ................................................................. 32
4.2.2.1 Hersenzenuwen .......................................................... 34
4.2.2.2 Ruggenmergzenuwen ............................................... 40
4.2.2.3 Grensstrengen ............................................................. 41
4.3 Indeling naar functie van het zenuwstelsel .......................................... 42
4.3.1 Willekeurig zenuwstelsel ............................................................ 42
4.3.2 Onwillekeurig zenuwstelsel ....................................................... 42
4.3.2.1 Sympathisch zenuwstelsel ......................................... 42
4.3.2.2 Parasympatisch zenuwstelsel .................................... 43
4.3.2.3 Enterisch zenuwstelsel ................................................ 43
4.3.2.4 Cranio bij disbalans in onwillekeurig zenuwstelsel. 43
4.4 Ligging en werking van de zenuwbanen ............................................. 46
4.5 Neuronen en gliacellen ........................................................................... 50
5. De ademhaling van het zenuwstelsel ............................................................. 54
5.1. Fysiologische mechanismen van de ademhaling ............................. 54
5.1.1. Automatische ademhaling ..................................................... 54
5.1.1.1 Inspiratie en expiratie ................................................. 54
5.1.1.2 Ademcentrum ............................................................ 55
https://nl.wikipedia.org/wiki/Enterisch_zenuwstelsel
-
3
5.1.1.3 Rekreceptoren ............................................................ 56
5.1.1.4 Veranderingen tijdens inspanning ........................... 56
5.1.1.5 Zuurstofvoorziening ..................................................... 57
5.1.2. Vrijwillige ademhaling .............................................................. 57
5.2. Fysiologische mechanismen van de ademhaling van het
Zenuwstelsel ........................................................................................ 58
5.2.1. Ademhalingritmes binnen het cranio sacraal systeem ..... 59
5.2.1.1 Snelle ritme .................................................................. 59
5.2.1.2 Midden getijde ........................................................... 59
5.2.1.3 Lange getijde .............................................................. 59
5.2.2. Primaire ademhalingmechanisme ........................................ 60
5.2.2.1 De interne fluctuatie van het cerebrospinaal
vocht ........................................................................................ 61
5.2.2.2 De inherente motiliteit van de hersenen en het
ruggenmerg ............................................................................ 64
5.2.2.3 Het reciproque spanningsmembraan ..................... 68
5.2.2.4 De articulaire mobiliteit van de schedel-
beenderen ............................................................................... 69
5.2.2.5 De onwillekeurige beweging van het sacrum
tussen de illia van de pelvis ................................................... 71
5.2.3. Biodynamische zienswijze op de primaire ademhaling ... 73
5.2.3.1 De “Breath of Life” ...................................................... 74
5.2.3.2 Het Lange Getijde ...................................................... 75
5.2.3.3 Midlines ........................................................................ 77
6. Andere zienswijzen op ademhalen ................................................................. 79
6.1 Emoties en ademhalen ........................................................................... 80
6.2 Kosmische levenskracht en ademhalen .............................................. 80
6.3 Pranayama en cranio ............................................................................. 81
6.4 Nadi’s ......................................................................................................... 81
6.4.1 Sushuma-het centrale kanaal ................................................. 82
6.4.2 Pingala-het rechter ademkanaal ........................................... 85
6.4.3 Ida-het linker ademkanaal ...................................................... 85
6.5 Meditatie en cranio "de zen in lichaamswerk" .................................... 86
6.6 Chakra's ..................................................................................................... 87
7. Craniosessies ....................................................................................................... 89
8. Besluit .................................................................................................................. 106
Bronnen ................................................................................................................... 108
-
4
DANKWOORD
Ik wil allen danken die mij bij hun zelfontwikkeling betrokken hebben
en mij hun vertrouwen gaven. Mede hierdoor ben ik blijven doorgaan
om nieuwe methoden te verkennen en aan te leren, wat gemaakt
heeft dat ik de opleiding tot Cranio Sacraal Therapeut begonnen ben.
Tevens wil ik Etienne en de lesgevers bedanken die de kennis en
methodieken op een interessante manier wisten over te brengen.
Bovendien heb ik boeiende mensen ontmoet op de opleidingsdagen
die het tot een plezier maakten om ze elke cursusdag te ontmoeten
alsook daarbuiten. Zo wil ik uiteraard de Limburgse medestudenten
danken waaronder Annemie, Karine, Lucia, Bruno en Arlette uit
Drongen met wie ik uitwisselde.
Een aparte vermelding op dit pad komt Ollie toe, waarmee ik reeds
gedurende 5 jaar regelmatig craniosessies uitwissel zodat ik mijn
kennis aan zijn kennis kon toetsen en alle technieken kon toepassen
en de uitwerking kon ervaren.
In het bijzonder dank ik nog mijn broer Leo die met enthousiasme de
uitwerking van mijn craniosessies beleefde, direct in mij geloofde en
die het maken van het eindwerk doorkruiste door mij te betrekken in
een kunstproject met meerdere kunstenaars. Hierbij kon ik ervaren hoe
talentrijke kunstenaars hun eigen ritueel hebben om in verbinding te
komen met de potentie van de "Breath of Life".
-
5
WOORD VOORAF
Mijn cranio verhaal begint 17 jaar geleden na een ongeval en een
dagelijks bezoek aan de kinesitherapeut-osteopaat in opleiding. Uit
het aanbod van behandelingen keek ik het meest uit naar de cranio
sessie die ik eens per week gedurende een jaar ontving.
Ik beleefde het als een zachte behandeling met het meeste effect. Ik
vond het zalig.
Dit is me altijd bijgebleven en toen ik een 7-tal jaar geleden vernam
dat je geen kinesitherapeut dient te zijn om deze opleiding te volgen
heb ik me prompt ingeschreven. Vooral de gevoelsmatige
benadering sprak me aan in het opleidingsinstituut bij Etienne
Peirsman.
Met aanvoelen en neutraal opstellen had ik reeds ervaring doordat ik
door toeval in 1985 in contact kwam met de opleiding "intuïtieve
ontwikkeling". Deze opleiding was toen nog geheel nieuw in België.
Hier leerde ik de mogelijkheden kennen van verstorende krachten en
herstelmogelijkheden van het lichaam via een ruimer waarnemings-
veld. Ik paste dit ook toe op mezelf.
Na 27 jaar bewuste keuze van een levensweg waarin ik naar groei
streefde, weet ik dat het hele leven een weg van evolutie is die langs
verschillende wegen leidt. Hiervan is de opleiding "Cranio Sacraal
Therapie" momenteel een belangrijk onderdeel.
Daar ik reeds een therapeutisch bijberoep heb, was ik in de
mogelijkheid mijn kennis van anatomie, de technieken en
waarnemingen die ik in de opleiding bij Etienne Peirsman onderricht
kreeg geregeld te toetsen.
Aanvankelijk wilde ik voornamelijk "voelen" en me laten leiden door
wat in beeld, woord, gevoel en weten in mij opkwam. De kennis
vanuit de opleiding bracht een extra dimensie teweeg in het
beoefenen van mijn therapeutisch werk.
In deze scriptie wens ik vooral mijn toepasselijke kennis uit te breiden,
en heb ik deze gelegenheid genomen mij verder te verdiepen in de
anatomie van het zenuwstelsel, de ademhaling van het zenuwstelsel
en de invloed hiervan bij een cranio sacrale behandeling.
Ik heb dit thema gekozen vanuit het gegeven dat Babaji Haidakan
mededeelde dat "het zenuwstelsel een organische structuur heeft die
zuurstof nodig heeft om te werken. Het is de beïnvloeding van deze
zuurstof dat de directe beleving naar zenuwen en gewaarwording
beïnvloeden"
-
6
In de praktijk zijn er heel wat cliënten die nood hebben aan rust en
ontspanning. Meerdere van mijn cliënten hebben te maken met
neurologische aandoeningen die ontstaan zijn vanuit spanningen,
angsten, overbelasting zoals dystonie, TIA, ziekte van Parkinson,
aangezichtspijnen, burnout,....
Opbouw van dit eindwerk:
Na deze inleiding vindt u kort informatie over het ontstaan van cranio
sacraal therapie, alsook enige uitleg over de toepassings-
mogelijkheden.
In deel I wordt kort ingegaan op het hormonale systeem om
vervolgens dieper in te gaan op het zenuwstelsel. Ook wordt de
anatomie en de functie van het zenuwstelsel toegelicht.
In deel II wordt de ademhaling van het zenuwstelsel belicht. Meer
bepaald de fysiologische mechanismen van de automatische
ademhaling en de zelf beïnvloede ademhaling. Vervolgens wordt
ingegaan op de fysiologische mechanismen van de ademhaling van
het zenuwstelsel met ondermeer de motiliteit van het cranio sacraal
systeem. Om dan verder in te gaan op andere zienswijzen op
ademhaling met het accent op de diepere yoga-ademhaling.
Als slot vindt u enkele praktijkvoorbeelden en mijn conclusie. Het
geheel wordt afgerond met de bronvermeldingen.
Ik wens u veel leesgenot en hoop dat dit eindwerk voor u eveneens
een bijdrage is aan uw kennis en inzichten bij de toepassing of keuze
van cranio sacraal therapie.
-
7
1 Ontstaan Cranio Sacraal Therapie
Cranio Sacraal Therapie is ontstaan uit de cranio-
osteopathietechnieken die William Sutherland heeft uitgewerkt.
Op basis van een ingeving, dat een slaapbeen afgeschuind is zoals
de kieuwen van een vis en dit voor hem duidde op een mogelijks
primair ademhalingsmechanisme, is hij beginnen observeren.
Hij ontdekte niet enkel beweging van de schedelbeenderen maar dat
ritmische bewegingen een eigenschap zijn van alle weefsels en
vloeistoffen van het lichaam.
Hij kwam tot het inzicht dat de totale menselijke fysiologie tot leven
wordt gewekt en gevoed door ritmische krachten die in de natuurlijke
wereld aanwezig zijn.
In 1945, bij het begeleiden van een stervende, realiseerde hij zich dat
er een heilige aanwezigheid is die hij “levensadem” of “Breath of Life”
noemt en die moeilijk in woorden beschreven kan worden. Hij
observeerde verder de effecten van de “Breath of Life” en richtte zijn
klinisch werk meer op de ordenende krachten die hiermee verbonden
zijn. Deze krachten creëren, handhaven en helen ons lichaam en zijn
altijd aanwezig in elke levensfase. Ze worden in het lichaam tot uiting
gebracht via vloeistof. Zolang deze ritmische beweging vrij spel heeft
in onze fysiologie zal gezondheid het resultaat zijn .
Op basis van de bevindingen van William Sutherland zijn Franklynn Sills
en John Upledger, beiden doctor in de osteopathie, onafhankelijk
van elkaar studie en onderzoek beginnen doen en ontwikkelden elk
een eigen behandelingswijze gebaseerd op het werken met en rond
het cranio sacraal systeem en het cranio sacraal ritme dat voorkomt
uit de pulsing van het hersenvocht.
http://www.google.be/imgres?imgurl=http://thumbs.dreamstime.com/x/vlinder-17364204.jpg&imgrefurl=http://nl.dreamstime.com/stock-afbeeldingen-vlinder-image17364204&h=400&w=400&tbnid=mfbz1cZsmRc0WM:&docid=BMNXIcixD3SVJM&ei=Wo3UVai3HMH8ULGhnPAB&tbm=isch&ved=0CGoQMygwMDBqFQoTCKjMhs-otccCFUE-FAodsRAHHg
-
8
John Upledger diepte de meer biomechanische werkwijze van William
Sutherland verder uit en deed dat via het snelle cranio sacraal ritme
(CRI).
Hij werkt met de aanwezige structuren in het lichaam via waarneming
en contact hiermede.
Volgens een protocol van specifieke technieken met een intentie tot
corrigeren van disbalans, worden de bewegingen van de structuren
beïnvloed.
Upledger was de eerste die een opleiding cranio sacraal therapie
organiseerde voor niet -osteopaten en die over de wereld
verspreidde.
Franklynn Sills daarentegen bouwde verder op de wezenlijke
principes van Sutherland en deed dat met de tragere cranio sacrale
ritmes. (Mid-Tide en Long Tide). Hieruit ontstond de biodynamische
methode.
Deze cranio sacraal therapie is gericht op de biodynamiek in het
totale menselijke systeem.
De mechanische uitdrukkingen van het lichaam worden hierbij
beschouwd als het gevolg van dieper liggende actieve krachten en
er wordt eigenlijk niet gefocust op het punt waar disbalans merkbaar
is.
Men volgt principes die ook in de natuur terug te vinden zijn namelijk
dat al wat leeft, ontstaat en functioneert door samenspel van
ordenende krachten en hun uitwerkingen .
Deze ordende krachten zijn reeds aanwezig bij de embryonale
ontwikkeling en bevat de fundamentele kennis om een volledig
menselijk wezen te creëren. Deze biodynamische krachten die leven
op gang brengen en in stand houden, drukken zich bij de mens uit via
ritmische bio-getijdenstromen en fluïditeit.
-
9
2 Toepassing
Cranio sacraal therapie is een behandelwijze, waarbij het doel is
ontspanning te bekomen in het cranio sacraal systeem en het
bindweefselsysteem met behulp van zachte technieken.
Bij cranio sacraal therapie wordt via aanrakingen van het lichaam
contact gemaakt met de bron -de resources- van de persoon die zich
aandient.
Deze therapie levert een bijdrage aan het "welbevinden" van een
persoon door de gezondheid of het bewustzijn te optimaliseren in
plaats van symptomen en ziektebeelden weg te werken.
Het fundamenteel doel is vanuit een diepe stilte en de primaire
ademhaling de zelfgenezende krachten terug op te wekken en de
levenskracht of Prana te laten stromen, met de bedoeling van hieruit
transformatie en inzichten te laten plaatsvinden. De aanwijzingen van
het lichaam worden gevolgd en het lichaam bepaalt wat gebeurt.
Mentale problematieken, gedragspatronen, emotionele belevingen,
existentiële vraagstellingen na overlijden, fysieke klachten kunnen
mede aan de grondslag liggen van de vraag waarmee iemand zich
aandient.
Vandaar dat er vanuit een zo ruim mogelijk waarnemingskader
gewerkt wordt. Sommige problematieken kunnen reeds meegebracht
zijn vanuit vorige levens en met de indaling van de ziel, om in dit leven
opgelost te worden.
http://www.google.be/imgres?imgurl=http://www.emerga.nl/assets/pageimages/_resampled/SetWidth640-flexion.jpg&imgrefurl=http://www.emerga.nl/cranio-sacraal-therapie/&h=503&w=640&tbnid=39kRkkArvKQzxM:&docid=UxDQsyILs8ITaM&ei=B5zUVdrFDMLxav7svIgP&tbm=isch&ved=0CEwQMygiMCJqFQoTCJrls862tccCFcK4GgodfjYP8Q
-
10
Fysieke gezondheidsproblemen zijn niet enkel vanuit dit leven te
beschouwen maar kunnen op zielsniveau reeds bestaan zoals ook
Osho beschrijft:
“Het lichaam manifesteert zich als het fysieke deel van de ziel en de
ziel als het immateriële deel van het lichaam”.
Voor Osho vinden sommige ziekten hun oorsprong in de ziel en
manifesteren ze zich pas later in het lichaam. Andere ziekten vinden
hun oorsprong in het lichaam en kunnen zo inwerken op ons
bewustzijn.
Dit wijst er mede op dat gezondheid en welbevinden complexer is
dan alleen een fysische of psychische benadering, los van omstandig-
heden en niet enkel analyseren een oplossing biedt. Het duidt erop
dat je het ook als een mogelijkheid kan zien die zich stelt om het
lichaam als een deel in een groter geheel te benaderen.
Bij Oosterse benaderingswijzen zie je wel deze andere benaderings-
wijzen. Zij hechten ook belang aan het "niet oordelen" over iemand
zijn toestand wat mij ook belangrijk lijkt in het begeleiden van mensen
die zich bij een therapeut aanmelden.
In de biodynamische benadering vinden we ook binnen de cranio
sacraal therapie het bewerkstelligen van de "Heelheid", waarbij de
therapeut contact maakt met de Bron van waaruit alles is ontstaan .
In de praktijk kan het gebeuren dat er lichamelijke gewaarwordingen
optreden die men niet wenst te ervaren. Cliënten die trauma
opgelopen hebben, kunnen tijdens een behandeling door het op
gang komen van helingsprocessen geconfronteerd worden met
pijnlijke herinneringen, beelden, emoties of onaangename
lichamelijke sensaties die gekoppeld zijn aan de traumatische
gebeurtenis. Hierbij is een goede SER begeleiding al of niet gekoppeld
aan het werken met hulpbronnen en/of familieopstellingen mogelijk.
-
11
3 Twee grote regelsystemen
3.1. Inleiding
Twee grote regelsystemen zorgen ervoor dat het lichaam als één
geheel werkt: dat zijn het zenuwstelsel en het hormonale stelsel. Door
wederzijdse beïnvloeding werken de twee stelsels zeer nauw samen.
Ze ondersteunen elkaar in de totstandkoming van de gewenste
effecten.
Fig 1: zenuwstelsel vs hormonenstelsel
https://images.search.yahoo.com/images/view;_ylt=AwrB8pMpt_tVQWUA68E2nIlQ;_ylu=X3oDMTIzZzBsb2NkBHNlYwNzcgRzbGsDaW1nBG9pZAMzYjU5YWE5Y2QxOTdmMThmOWEwMjk5OGU4MWUwZDk4MwRncG9zAzM0BGl0A2Jpbmc-?.origin=&back=https://images.search.yahoo.com/yhs/search?p=Illustratie+Hormoon+En+Zenuwstelsel&fr=yhs-avg-fh_lsonswrow&hsimp=yhs-fh_lsonswrow&hspart=avg&tab=organic&ri=34&w=250&h=333&imgurl=www.stamcel.org/afbeeldingen/nervous-system2.jpg&rurl=http://www.stamcel.org/html/hormoonzenuw.htm&size=30.7KB&name=Samenhang+hormoon-+en+zenuwstelsel&p=Illustratie+Hormoon+En+Zenuwstelsel&oid=3b59aa9cd197f18f9a02998e81e0d983&fr2=&fr=yhs-avg-fh_lsonswrow&tt=Samenhang+hormoon-+en+zenuwstelsel&b=0&ni=63&no=34&ts=&tab=organic&sigr=11cf5pt1n&sigb=14siaqf15&sigi=11gvvg3uu&sigt=11nhjo8k9&sign=11nhjo8k9&.crumb=saTMAYIlN7R&fr=yhs-avg-fh_lsonswrow&hsimp=yhs-fh_lsonswrow&hspart=avghttps://images.search.yahoo.com/images/view;_ylt=AwrB8pMpt_tVQWUA8sE2nIlQ;_ylu=X3oDMTIzNmc1b2E4BHNlYwNzcgRzbGsDaW1nBG9pZAMwZTQwY2IyZDU3NDY5OWY4N2IzY2MwZTM5OWMzMmNlMgRncG9zAzQxBGl0A2Jpbmc-?.origin=&back=https://images.search.yahoo.com/yhs/search?p=Illustratie+Hormoon+En+Zenuwstelsel&fr=yhs-avg-fh_lsonswrow&hsimp=yhs-fh_lsonswrow&hspart=avg&tab=organic&ri=41&w=200&h=266&imgurl=www.stamcel.org/afbeeldingen/nervous-system.jpg&rurl=http://www.stamcel.org/html/hormoonzenuw.htm&size=30.0KB&name=Samenhang+hormoon-+en+zenuwstelsel&p=Illustratie+Hormoon+En+Zenuwstelsel&oid=0e40cb2d574699f87b3cc0e399c32ce2&fr2=&fr=yhs-avg-fh_lsonswrow&tt=Samenhang+hormoon-+en+zenuwstelsel&b=0&ni=63&no=41&ts=&tab=organic&sigr=11cf5pt1n&sigb=14snlrb7k&sigi=11fj5mqvu&sigt=11nhjo8k9&sign=11nhjo8k9&.crumb=saTMAYIlN7R&fr=yhs-avg-fh_lsonswrow&hsimp=yhs-fh_lsonswrow&hspart=avghttp://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCNGbj-_ZtccCFUGYFAodQQ0Pjw&url=http://slideplayer.nl/slide/2221478/&ei=_8DUVZGgA8GwUsGavPgI&bvm=bv.99804247,d.d24&psig=AFQjCNGASZzxkbkYtDxSyU6ib6Y2JEjlsA&ust=1440092732343783
-
12
3.2. Hormonale stelsel
3.2.1. Endocriene klieren
Het endocriene (hormonale) stelsel werkt met chemische
boodschapperstoffen, ook hormonen genoemd. De hormonen zijn
vaak eiwitten en de meeste worden in de hormoonklieren gemaakt.
De klieren geven het hormoon af aan het bloed via talrijke haarvaten
die door de klieren lopen .
De klieren zijn te onderscheiden in twee groepen nl.
1.Uitsluitend endocriene klieren zijn :
Hypothalamus
Hypofyse,
Epifyse of pijnappelklier
Schildklier en Bijschildklieren ,
Thymus of Zwezerik
Bijnieren
2.Gecombineerde endo- en exocriene klieren:
Deze klieren scheiden hormonen af zowel binnen het lichaam
(endocrien) als buiten het lichaam (exocrien).
Deze zijn:
de geslachtsklieren of gonaden
de pancreas of alvleesklier.
Al deze klieren worden op hun beurt gecoördineerd door de
hypofyse. Deze “meesterklier” activeert bepaalde boodschapper-
stoffen, de zogenaamde releasing factoren,waardoor de ver-
schillende klieren worden gecontroleerd. Op die manier zijn de
afzonderlijke terugkoppelingssystemen teruggekoppeld naar de
hypofyse, die op haar beurt is teruggekoppeld naar de in de
tussenhersenen gelegen hypothalamus. De hypothalamus is de
belangrijkste schakel tussen het zenuwstelsel en de rest van het
lichaam. Hier is het hoofdcentrum voor coördinatie en controle van
het hormoonstelsel gevestigd. Hij scheidt hormonen af die sterk
inwerken op de hypofyse waarmee hij nauw samenwerkt.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Pancreas
-
13
Fig 2: Hormoonstelsel
Het hormonale stelsel werkt nauw samen met het zenuwstelsel, vooral
bij de groei en stofwisseling. De klieren die hormonen afgeven uit de
hypofyse en hypothalamus, worden gestuurd door het neuro-
endocrien systeem. Besturing door het zenuwstelsel gaat snel,
hormonale regulatie gebeurt heel wat trager. Daarentegen zijn de
effecten die de hormonen teweeg brengen van (veel) langere duur.
De meeste van onze lichaamsfuncties zoals stofwisseling, groei,
lichamelijke en psychische ontwikkeling, voortplanting,
prestatieaanpassing en homeostase, worden gereguleerd door de
endocriene klieren die ervoor zorgen dat het lichaam harmonieus
samenwerkt.
Veel hormonen worden geproduceerd door de endocriene klieren,
maar er zijn ook weefselhormonen, die worden gemaakt in weefsels
die ook andere functies hebben.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hypofysehttps://nl.wikipedia.org/wiki/Hypothalamushttp://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCIWAqbe_iMcCFUlcFAodzdgJng&url=http://www.kleurlichttherapie.be/het-hormonale-stelsel.html&ei=eg29VYXbHcm4Uc2xp_AJ&bvm=bv.99261572,d.d24&psig=AFQjCNFohHiYVQNNF6YvsTLc9WTSv-7L4Q&ust=1438539505122729
-
14
3.2.2.Weefselhormonen
De weefselhormonen worden gevormd door cellen die verspreid
liggen in andere weefsels of organen.
Een aantal voorbeelden zijn:
Erytropoëtine
Wanneer sensoren in de nieren een te lage zuurstofconcentratie
registreren, wordt door cellen in de nieren het hormoon erytropoëtine
(epo) gevormd. Epo bevordert in het rode beenmerg de aanmaak
van rode bloedcellen. Een lage zuurstofconcentratie wordt op deze
manier gecompenseerd door een hogere hoeveelheid rode
bloedcellen. Epo wordt daarom wel gebruikt als een soort doping
“bloeddoping”: met meer rode bloedcellen meer zuurstof dus meer
spierprestatie.
Fig 3: Beïnvloeding van de spijsvertering door weefselhormonen
Gastrine
Gastrine is een hormoon dat wordt gevormd in het laatste deel van de
maagwand. Het werkt stimulerend op de maag door ondermeer de
-
15
kliertjes in de wand van de maag aan te zetten tot productie van
maagsap; stimuleert eveneens de productie van alvleeskliersap. Dit
gebeurt nadat dit deel van de maag in contact komt met voedsel en
er door opgewekt wordt. Gastrine komt in de bloedbaan terecht
door G-cellen in de wand van het laatste deel van de maag, het
slijmvlies van de twaalfvingerige darm, de darm en bereikt de andere
delen van de maag via de bloedsomloop. De productie wordt
gestimuleerd door: voeding (aminozuren, peptiden, calcium),
antrumverwijding en prikkeling door de nervus vagus via diverse
neurotransmitters zoals: acetylcholine, neuropeptiden. De productie
neemt af als er voldoende zuur in de maag gevormd is; en stopt bij
een pH van 2, 5 .
Secretine
Zodra zure spijsbrij de twaalfvingerige darm passeert, worden
bepaalde cellen in de darmwand gestimuleerd tot de productie van
het hormoon secretine. Dit hormoon prikkelt de alvleesklier tot de
afgifte van een natriumbicarbonaat, dat de zure spijsbrij helpt
neutraliseren.
Cholecystokinine
Ook cholecystokinine (CCK) wordt door de twaalfvingerige
darmwand geproduceerd, ook op geleide van de zuurgraad van het
passerende voedsel. Dit hormoon veroorzaakt samentrekking van de
galblaas met galafgifte tot gevolg. CCK stimuleert de alvleesklier tot
de afgifte van alvleessap.
Enterohormonen
De zogeheten enterohormonen, ook door de twaalfvingerige darm-
wand geproduceerd, remmen de peristaltiek van de maagwand,
waardoor er genoeg tijd is om de aanwezige voeding daar te
bewerken.
Histamine
Op meerdere plaatsen in je lichaam wordt histamine geproduceerd.
Dit hormoon komt onder bepaalde omstandigheden vrij, bijvoorbeeld
na beschadiging van weefsels. Histamine veroorzaakt ter plekke
bloedvatverwijding en een grotere bloeddoorstroming. In de huid
stimuleert histamine celdelingactiviteit in de kiemlaag van de huid.
Ook reparatie en onderhoud van andere weefsels worden bevorderd
door histamine.
-
16
4 Het zenuwstelsel
4.1 Invloed van spanning/ stress op het lichaam
Als gevolg van overbelasting door stress op fysiek, emotioneel,
mentaal niveau kan er druk komen te staan op ons zenuwstelsel en
vervolgens een overmatige spierspanning ontstaan. Deze
spierspanningen verstoren de communicatie van ons zenuwstelsel,
hetgeen alle lichamelijke functies beïnvloedt.
Het minst stress activerend is routine, het meest stress verhogend zijn
ingrijpende voorvallen als overlijden van een dierbare, verhuizing,
scheiding of een teveel aan veranderingen.
Telkens wanneer iets je van streek maakt, veroorzaakt dat een
activering van het autonoom zenuwstelsel en komt een stressrespons
op gang. Die stress en druk kan al zo diep geworteld zijn dat er
klachten ontstaan.
Een stressrespons gebeurt veelal automatisch, eigenlijk zonder dat je
het merkt of dat je er invloed op kan uitoefenen. Deze systemen zijn al
je hele leven bij je. Het zijn mechanismen die al in de baarmoeder en
op jonge leeftijd zijn aangeleerd om te kunnen overleven, om je
veiligheid te waarborgen en je te beschermen tegen gevaar.
Het blijkt dat niet alleen de bedreigende situaties zelf bepalend zijn
voor het activeren van het stress-alarm, wat nog veel meer telt is:
hoe de geest die gebeurtenis interpreteert en wat het individuele
incasseringsvermogen aankan.
-
17
De grootste emotie die bij de parasympaticus en sympaticus naar
boven komt is "angst".
Angst en stress hebben ook een belangrijke invloed op het
immuunsysteem.
Het immuunsysteem en het centrale zenuwstelsel hebben een
belangrijke band met elkaar. Hun communicatie verloopt onder
andere via de zenuwuiteinden en via de hormonen. De hormonen
die bij stress worden afgescheiden hebben een vertragende werking
op het immuunsysteem. Tijdens "normale" stressperioden voert het
immuunsysteem in de nachtelijke uren haar werkzaamheden gewoon
uit. Wanneer stress aanhoudt, krijgt het immuunstelsel in de nacht
onvoldoende ruimte om de taak naar behoren uit te voeren
waardoor op den duur problemen ontstaan.
Zowel bij stressalarm, problemen met het immuunsyteem als bij de
ervaring van angst kan cranio helpen om laag per laag deze
druk/emotie te neutraliseren en zodoende het lichaam de kans te
geven in het diepe ritme te gaan waardoor de parasympaticus in
werking komt en het lichaam kan herstellen en een gezonde balans
terugvinden.
Door de verscheidenheid aan verstoringen houdt men binnen cranio
sacraal therapie rekening met een breed waarnemingskader en werkt
men via verschillende ingangspoorten op herstel in het lichaam.
Technieken die bijna altijd worden toegepast zijn de basistechnieken
als atlas occiput, psoas en fascia dynamiek. Daarnaast kan gekozen
worden voor toepassingen als talking to the Heart, talking to the
Alarmclock, talking to the Immunesystem, talking to the brain,
technieken voor pasgeborenen en kinderen, familie-opstellingen..... .
Om een duidelijk beeld te krijgen van de fysieke uitwerking van de
cranio sacraal therapie in ons lichaam is het van belang een helder
beeld te hebben van de anatomie en de functie van ons
zenuwstelsel.
Hieronder volgt een weergave van het zenuwstelsel ingedeeld naar
anatomie en vervolgens naar functie.
-
18
4.2. Anatomie van het zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel (CZS), bestaande uit de grote hersenen en
kleine hersenen, de hersenstam en het ruggenmerg ligt in een benig
omhulsel, respectievelijk de schedel en de wervelkolom.
Het perifere zenuwstelsel (PZS)bestaat uit de zenuwen die de organen
van het lichaam met hersenen en ruggenmerg verbinden.
Fig 4: anatomische indeling van het zenuwstelsel
-
19
4.2.1. Het centrale zenuwstelsel
4.2.1.1 Hersenen
Tijdens de zwangerschap ontstaat het centrale zenuwstelsel in de
vorm van een buis, ook wel de neurale buis of tubus neuralis ge-
noemd. Uit deze neurale buis ontstaan vervolgens de drie primaire
hersendelen: de voorhersenen (prosencephalon), de middenhersenen
(mesencephalon) en de achterhersenen (rhombencephalon). Uit
deze structuren ontstaan uiteindelijk de hersenen zoals wij deze bij een
volwassen persoon kennen.
De hersenen zijn zacht en worden door het harde omhulsel van de
schedel beschermd.
Ze worden in drie delen verdeeld:
Het cerebrum of grote hersenen maken het grootste deel van de
hersenen uit. Het lijkt wel op een kronkelige walnoot. De plooien en
windingen zijn nodig om ruimte aan al die hersencellen te geven. Het
cerebrum wordt door een diepe lengtegroef in twee helften of
hemisferen verdeeld.
Het cerebellum of kleine hersenen liggen aan de achterzijde van het
hoofd, verborgen onder het cerebrum. Ze zijn erg klein, ongeveer een
tiende deel van de grootte van het cerebrum.
De hersenstam gaat over in het bovenste deel van het ruggenmerg.
Het ruggenmerg verbindt de hersenen met het netwerk van zenuwen,
dat door het hele lichaam loopt.
Het cerebrum en het cerebellum hebben beide een buitenlaag van
grijs weefsel, waarin zenuwcellen zitten. Die buitenste laag omhult een
dikke laag wit weefsel, waarin vooral gliacellen liggen, andere
ondersteunende cellen en zenuwbanen. Bij de hersenstam is het net
omgekeerd. Die is wit aan de buitenkant en van binnen grijs.
De functie van de grijze stof is het verwerken van informatie.
De functie van de witte stof is met name de communicatie tussen de
neuronen van diverse hersendelen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gliacel
-
20
Fig 5: Hersenen
-
21
4.2.1.2 Bouw en werking van de hersenen
Fig 6: Bouw hersenen
Omdat bij aandoeningen in de hersenen (CVA, Alzheimer/dementie,
Parkinson e.d.)delen van de hersenen worden aangetast of
gedeeltelijk hun functie verliezen, is het belangrijk meer te weten over
de opbouw van de hersenen.
Hieronder worden de opbouw van de hersenen,de locaties van de
waarnemings- en bewegingsfuncties over het hersenweefsel en de
werking van reflexen uiteengezet.
Binnen de hersenen worden bepaalde gebieden onderscheiden die
ook een verschillende functie vervullen.
De volgende gebieden worden onderscheiden:
De hersenstam. Hier liggen alle functies die letterlijk van vitaal belang
zijn voor het in stand houden van het lichaam, zoals de bloedstroom,
ademhaling en temperatuurregulatie. Verder draagt hij zorg voor de
http://www.btsg.nl/menus/cva-men.htmlhttp://www.btsg.nl/menus/alzheimer-men.htmlhttp://www.btsg.nl/menus/parkinson-men.htmlhttp://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCLf_tYK-ksYCFUQ9FAodWT8A6A&url=http://nahontmoetingspuntalmere.nl/new/info/voorlichting/388-anatomie-van-de-hersenen&ei=TS5_VfekPMT6UNn-gMAO&bvm=bv.95515949,d.d24&psig=AFQjCNFUzr5gkaEmUeyzu4y1jcKaBvcVZQ&ust=1434484168170420
-
22
regulatie van de lichaamshouding en het slaap-waakritme
(=inwendige klok). De hersenstam verbindt vezels uit het lichaam met
de rest van de hersenen. In de hersenstam vinden reflexen plaats die
betrekking hebben op: de speekselklieren, de ogen, de luchtwegen,
slikken, braken en kokhalzen.
De kleine hersenen. Hier wordt de coördinatie van de motoriek
geregeld. Die coördinatie van evenwicht en spierspanning vindt
plaats in nauwe samenwerking met de grote hersenen, de hersenstam
en het ruggenmerg.
De grote hersenen. Ze bestaan uit twee helften (hemisferen), die door
een diepe spleet (fissura longitudinalis cerebralis) gedeeld worden.
Door een dikke zenuwstreng, (corpus callosum) de zogenaamde balk,
zijn ze met elkaar verbonden.
Het oppervlak van de beide hemisferen bestaat, net als dat van de
kleine hersenen uit groeven (sulci) en windingen (gyri), die ervoor
dienen om het oppervlak te vergroten en die zich in primaire,
secundaire en tertiaire groeven laten verdelen.
Terwijl de primaire groeven bij alle hersenen gelijk gevormd zijn, en de
secundaire groeven slechts in beperkte mate verschillen, zijn de
tertiaire groeven in alle hersenen verschillend. Zij geven de
respectieve hersenen individualiteit. De diepe groeven verdelen de
hersenen in vier grote kwabben:
voorhoofdskwab (frontale kwab)
wandbeenkwab (pariëtale kwab)
achterhoofdskwab (occipitale kwab)
slaapkwab (temporale kwab).
Fig 7: indeling grote hersenen
http://www.menselijk-lichaam.com/hersenen/corpus-callosumhttp://www.menselijk-lichaam.com/hersenen/kleine-hersenen-cerebellum
-
23
De grote hersenen bedekken de tussenhersenen als een soort muts.
De tussenhersenen. Zij laten zich in vier niveaus indelen:
epithalamus
thalamus dorsalis
subthalamus
hypothalamus.
De hypothalamus is van bijzondere betekenis voor het besturen van
het autonoom zenuwstelsel. Deze is het hoogste besturingscentrum
hiervan.
Hier wordt de mate van geconcentreerdheid op een bepaalde
bezigheid geregeld. Het heeft een regulerende invloed op de
hormoonhuishouding, de lichaamstemperatuur en bevat het dorst- en
hongercentrum.
Fig 8: Het limbisch systeem
http://www.menselijk-lichaam.com/hersenen/hersenen-cerebrumhttp://www.menselijk-lichaam.com/hersenen/tussenhersenen-diencephalonhttp://www.menselijk-lichaam.com/algemeen/zenuwstelsel
-
24
Het limbisch systeem bestaat uit delen van de tussenhersenen en
delen van de grote hersenen. Dit systeem speelt een belangrijke rol bij
emotionaliteit o.a. agressie, angst en opwinding, emotioneel
geheugen, motivatie en genot.
De structuur bestaat uit een ringvorm rond de hersenstam en de
hersenbalk ( corpus callosum).
De belangrijke onderdelen van het limbische systeem zijn: Amygdala,
Cingulate gyrus (gordelwinding), Fornix, Hippocampus, Hypothalamus,
Olfactorische bulbus (reukkolf) en de Thalamus . (zie fig 9)
Fig 9: Het limbisch syteem –driedimensioneel
De hersenschors of cortex cerebri is het gebied in de grote hersenen
waar de bewegingsfuncties en waarneming worden geregeld.
De verschillende functies zijn hier als volgt over de hersenen verdeeld:
Complexere motorische schors .
In deze schors ligt opgeslagen hoe bewegingen uitgevoerd moeten
worden Bijv. lopen, fietsen. Deze bewegingen kunnen uitgevoerd
worden als zij naar de primaire motorische schors worden gestuurd. In
deze schors ligt onder andere het spraakcentrum en het centrum voor
gecoördineerde oog- en hoofdbewegingen.
http://www.nxdomain.nl/~anja/brains/images/limbisch2.png
-
25
Primaire motorische schors .
Hier wordt de uitvoering van bewegingen geregeld. De rechterhelft
van de hersenen zorgt voor prikkeling van de linkerzijde van het
lichaam en vice versa.
Op de motorische schors heeft elke skeletspier een eigen plekje van
waaruit prikkels naar de betreffende spier worden gestuurd. Het
aantal contacten tussen de hersenen en de spier is afhankelijk van de
nauwkeurigheid waarmee de spier kan bewegen. De vingers kunnen
heel nauwkeurig bewegen en nemen dus ook een groot deel in
beslag van de primaire motorische schors.
Primaire sensibele schors .
Hier vindt de gewaarwording plaats van de gevoelsprikkels zoals druk,
tast, pijn, temperatuur en het bewegingsgevoel. Elk lichaamsgebied
heeft zijn eigen plaats op de sensibele schors. Lichaamsgebieden met
een fijne ‘gevoeligheid’ beslaan een grotere oppervlakte op deze
schors.
Sensorisch associatieve schors .
Hier wordt een betekenis gegeven aan de verschillende inkomende
sensorische prikkels.
Fig 10: Opdeling hersenschors
-
26
Spraakcentrum
Van belang voor onze spraak. Voor het gebruik van de taal zijn
meerdere gebieden binnen de hersenen van belang zoals het gebied
van Broca en Wernicke.
Auditieve schors
Hier eindigen de vezels die de gehoorprikkels uit het gehoororgaan
vervoeren.
Primaire optische schors
Hier eindigen de vezels die de prikkels uit de netvliezen van de ogen
vervoeren.
De linkerhelft van de hersenen ontvangt de prikkels uit de linkerhelften
van beide netvliezen en vice versa.
Fig 11: sensory pathways
http://www.btsg.nl/infobulletin/dementie/hersenen%20en%20communicatie.html
-
27
De linker- en rechterhersenhelft. De bouw van beide helften is
identiek, de functie echter niet. Er is een dominante helft met functies
ondermeer taal, logica, nummers, volgorde, analyse en lijsten. Dit deel
‘denkt’ in taal en begrippen. In dit deel ligt het spraakcentrum. De
dominante helft is bij bijna alle mensen die rechtshandig zijn de
linkerhersenhelft en bij de meeste die linkshandig zijn de
rechterhersenhelft.
Fig 12: rechter- en linkerhersenhelft
De niet-dominante hersenhelft is het artistieke brein: ruimtelijke
waarneming, totaliteit van beelden, verbeelding, kleur, dagdromen,
emotie, begrip en waardering voor muziek / andere kunstuitingen en
sociaal gedrag. Dit gedeelte “denkt” in beelden en gevoel.
Beide hersenhelften werken intensief samen.
-
28
Fig 13: anatomie van de hersenen
Reflexen
Bij een reflex gaat het om een automatische activiteit van een
orgaan die tot stand komt als gevolg van een of andere prikkeling.
Er zijn 3 soorten reflexen:
reflex via het ruggenmerg,
hersenstamreflex,
reflex via de grote hersenen.
Een reflexboog is de weg die een prikkel aflegt van de plek van
waarnemen tot de plaats van reactie. De prikkel passeert in deze
reflexboog een aantal punten: de sensor, (de verbinding tussen sensor
en ruggenmerg), schakelneuron (zit in het ruggenmerg), verbinding
tussen ruggenmerg en spiervezels / klierweefsel en de spiervezels /
klierweefsel.
Ieder mens heeft een aantal reflexen, die vanaf de geboorte
aanwezig zijn. Deze reflexen verlopen via het ruggenmerg of via de
hersenstam. Voorbeelden zijn de zuig- en hoestreflex. Ook zijn er
aangeleerde reflexen. Deze reflexen worden aangeleerd in het leven
van het individu en ze kunnen per persoon anders zijn. Bijv. bij de één
loopt het water in de mond van taart, bij een ander juist bij hartige
gerechten.
http://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCLDvzdvuhcgCFUNdGgod0SgGPg&url=http://www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i004316.html&psig=AFQjCNG3B1cReJ8FWcAmUBD5Y4dgA97NXQ&ust=1442847066708610
-
29
4.2.1.3 Bescherming van het centrale zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel wordt goed beschermd tegen potentieel
gevaarlijke invloeden, zoals een infectie of een ongeval.
Deze bescherming wordt op vier manieren bewerkstelligd:
De schedel en de wervels
De hersenen zijn omringd door een benige structuur, de schedel. Het
ruggenmerg wordt beschermd door een serie van op elkaar
aansluitende wervels.
Hersenvliezen
De hersenen worden in de schedel omgeven door een aantal
zogenaamde hersenvliezen. De buitenste laag wordt de dura mater
genoemd, de middelste laag het arachnoïde membraan en de
binnenste laag wordt de pia mater genoemd.
Hersenvocht
De hersenen en het ruggenmerg liggen in een zogenaamde vloeistof
opgesloten, cerebrospinale vloeistof of hersenvocht genoemd. Dit
beschermt de hersenen en het ruggenmerg tegen stoten.
Het hersenvocht wordt continu geproduceerd door de plexus
choroideus en wordt uiteindelijk via de bloedbaan weer afgevoerd.
Bloed-hersen barrière
De hersenen en het ruggenmerg worden tot slot beschermd door de
zogenaamde “blood-brain barrier”, ook wel de bloed-hersen barrière
genoemd.
De cellen van de kleinste haarvaten liggen heel dicht bij elkaar
waardoor veel chemische substanties en bijvoorbeeld bacteriën
buiten de hersenen gehouden worden.
Fig 14: Bloed-hersenbarrière
http://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCNfz48nVtccCFcJVGgoddRcB0g&url=http://www.kennislink.nl/publicaties/transportsysteem-smokkelt-medicijnen-hersenen-binnen&ei=f7zUVZc4wqtp9a6EkA0&bvm=bv.99804247,d.d2s&psig=AFQjCNGG_uoGu3fxSidWBLu6oFKujxoCzA&ust=1440091626878672
-
30
4.2.1.4 Bloedtoevoer
De hersenen hebben voedingsstoffen via het bloed nodig om te
kunnen functioneren. De bloedtoevoer naar de hersenen vindt plaats
vanuit het hart via dikke halsslagaders die langs de luchtpijp omhoog
lopen aan de zijkant van de nek, waar zij de schedel binnenkomen.
Vanaf daar worden de slagaders opgesplitst in smallere aders welke
de hersenstam en de kleine hersenen van bloed voorzien. Ook
ontstaan er drie aders welke de voorhersenen van bloed voorzien.
Fig 15: Bloedtoevoer vanuit het hart
De hersenen verbruiken elke dag 20% van al het zuurstof in het bloed.
Om de benodigde 60 liter zuurstof te kunnen opnemen moet er elke
dag 2000 liter bloed door de hersenen stromen. Zuurstof is voor de
hersenen van levensbelang. Wanneer de zuurstof zo'n 10 seconden
ontbreekt, kunnen er ernstige beschadigingen optreden. Bij gebrek
aan zuurstof kunnen hersencellen ook afsterven. Er wordt veel
onderzoek gedaan om uit te zoeken of stamcellen gebruikt kunnen
worden om hersencellen, die door een ziekte niet meer goed werken
of afgestorven zijn, te vervangen. Stamceltherapie zal niet voor alle
hersenziekten een oplossing bieden. Bij de ziekte van Alzheimer is
bijvoorbeeld het hele brein aangedaan. Een stamceltransplantatie zal
niet in staat zijn om alle afgestorven hersencellen te vervangen.
-
31
Fig 16: Bloedtoevoer hersenen
4.2.1.5 Ruggenmerg
Het ruggenmerg is een lange bundel zenuwvezels die vanaf de basis
van de hersenen langs de rug naar beneden loopt. Hij wordt
beschermd door de wervels de segmenten waaruit de ruggengraat is
opgebouwd. Bij volwassenen is het ruggenmerg ongeveer 45
centimeter lang met een gewicht van 30 gram. Net zoals de
hersenstam heeft het een witte buitenlaag en is van binnen grijs van
kleur. Die grijze stof heeft de vorm van een H
Fig 17 : Ruggemergstructuur
http://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCP2CzqPbtccCFQa2FAodmoAFQA&url=http://nl.123rf.com/stock-foto/zenuwstelsel.html&ei=ecLUVb3iIobsUpqBloAE&bvm=bv.99804247,d.d24&psig=AFQjCNGx_KiHlNa1PUpbrSkLY1mnAC5k7A&ust=1440093000765466http://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCOOFv-O3ksYCFQo6FAod7LIABw&url=http://www.stlucas.be/NeuroReva/neurologie_ruggenmerg.htm&ei=wid_VeOcH4r0UOzlgjg&bvm=bv.95515949,d.d24&psig=AFQjCNEjQv4t9roPt9xBde07pHncklokLA&ust=1434482986123190
-
32
Fig 18: ruggenmergopbouw
4.2.2 Perifere zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel staat in verbinding met het lichaam door
een netwerk van zenuwen, het zogenaamde perifere zenuwstelsel.
Het perifere zenuwstelsel zorgt voor het overbrengen van de
informatie die de hersenen over de buitenwereld nodig hebben en
die door de zintuigen - gehoor, gezicht, reuk , smaak en gevoel -
worden waargenomen.
Deze signalen worden door de gevoelszenuwen naar de hersenen
overgeseind. Motorische zenuwen brengen bevelen van de hersenen
naar de klieren en spieren over.
Fig 19: sensorische en motorische zenuwen
https://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCJOz7YW4ksYCFUttFAodQRkADw&url=https://www.mchaaglanden.nl/stimulansz/het-lichaam/ruggenmerg&ei=Cih_VZOGI8vaUcGygHg&bvm=bv.95515949,d.d24&psig=AFQjCNEjQv4t9roPt9xBde07pHncklokLA&ust=1434482986123190http://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCN3xoJrkhcgCFcQ9GgodopEG3A&url=http://msdewolf.weebly.com/5-vwo-biologie.html&psig=AFQjCNEM1v-Iuz8tqkr9JfOgFncdEdSUfQ&ust=1442844192308027
-
33
Het perifere zenuwstelsel heeft 44 paar hoofdzenuwbanen:
13 paar hersenzenuwen (nervi craniales) brengen signalen van de
hersenen naar de spieren van het hoofd en naar de zintuigen (oren,
ogen , neus en tong) over. De dertiende hersenzenuw zorgt voor een
hormoon, dat afgescheiden wordt door de voorkwab van de
hypofyse.
31 paar ruggenmergzenuwen (nervi spinales) waarvan één paar voor
elke wervel, zijn aan het ruggenmerg bevestigd. Ze beginnen bij de
nek en lopen vervolgens door het hele lichaam, waarbij ze zich in
steeds kleinere vertakkingen splitsen tot aan het uiterste puntje van de
tenen en links en rechts naast de wervelkolom de twee grensstrengen.
Fig 20: centraal en perifeer zenuwstelsel
http://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&docid=Rr9dgBHCrKWnWM&tbnid=9U5rn0EW9VcrkM:&ved=0CAUQjRw&url=http://www.procorpo.nl/anatomie/spieren.htm&ei=MrKAU6qGNIHkOtKRgIAL&bvm=bv.67720277,d.ZWU&psig=AFQjCNHHC6Anak_niMT1RJKkO57HJUucFQ&ust=1401028661125178
-
34
4.2.2.1 Hersenzenuwen
De hersenzenuwen ontspringen paarsgewijs uit de hersenen en lopen
naar tal van weefsels en organen in het lichaam. Het lichaam telt
twaalf paar hersenzenuwen, die verschillende organen van
zenuwwerking voorzien, zoals de zintuigen, de weefsels en organen in
de borstkast en de buikholte. Het dertiende paar hersenzenuwen
heeft een belangrijke rol in het vrijkomen van luteïniserend hormoon
(LHRH) en is verantwoordelijk voor onze reacties op feromonen.
(LHRH is een hormoon dat wordt aangemaakt in de hypofyse. Het zet
bij de vrouw de eierstokken aan tot de vorming van een blaasje
(follikel) waarin een eicel uitrijpt. Bij de man bevordert het de
productie van het mannelijk hormoon testosteron in de zaadballen.)
Elk paar hersenzenuwen kan zowel met een Latijnse naam als met een
Romeins cijfer worden aangeduid. De hersenzenuwen worden op
basis van hun werking ingedeeld in drie groepen.
Zenuwen die signalen van de hersenen naar de spieren zenden, zijn
motorische zenuwen. Hiervan zijn er vijf.
Er zijn drie zenuwen die prikkels van organen als de ogen, de neus en
de oren naar de hersenen geleiden. Dit zijn sensibele zenuwen.
Sommige zenuwen geleiden zowel de ene als de andere soort prikkels
en worden gemengde zenuwen genoemd. Er zijn vier gemengde
zenuwen.
Er is één zenuw die niet in de anatomie boeken vermeld staat de
nervus Zero, ook Terminal nerve genoemd. Zij is verantwoordelijk voor
onze reacties op feromonen.
Plaats van de hersenzenuwen in het menselijk lichaam
Op de nervus olfactorius (geur) en de nervus opticus (zicht) na,
beginnen alle hersenzenuwen in de hersenstam. De nervus olfactorius
ontspringt aan het neusslijmvlies in het bovenste deel van de
neusholte. De nervus opticus ontstaat uit de cellen van het netvlies
(de retina), het lichtgevoelige deel van het oog.
Enkele hersenzenuwen (bijvoorbeeld V, VII, VIII en IX), ontspringen aan
de hersenen en lopen naar een ganglion (een groep zenuwcellen).
De ganglia in kwestie bevinden zich in de hersenen of net daarbuiten.
Vanuit deze ganglia lopen weer zenuwvezels naar de weefsels en
organen in het hoofd en de hals.
http://www.medicinfo.nl/%7b1e175f0b-f317-4676-ae75-1a2b2838d577%7d
-
35
Fig 21: hersenzenuwen
Structuur van de hersenzenuwen
De nervus olfactorius (I-eerste hersenzenuw) is verantwoordelijk voor
de reukzin; de vezels van die zenuw ontspringen aan het neusslijmvlies
en lopen vandaar naar de twee zogeheten bulbi olfactorii, uitlopers
van de hersenen. Vanuit de bulbi olfactorii (zie fig 9)lopen de vezels
verder naar achteren en gaan over in de tractus olfactorii,
zenuwvezelbanen die naar de grote hersenen leiden.
De nervus opticus (II-tweede hersenzenuw) is bepalend voor het
gezichtsvermogen. De vezels van deze zenuw ontspringen aan het
netvlies en bundelen zich tot de nervus opticus. De twee nervi optici
komen samen en kruisen bij het chiasma opticum, waarna ze verder
naar achteren lopen om te eindigen bij de visuele schors (zie fig 11).
Dit is een deel van de hersenen gespecialiseerd in het ‘zien’.
http://www.medicinfo.nl/%7bcfe42846-7673-47f2-8886-3ebda87f19be%7d
-
36
Fig 22: anatomie hersenzenuwen
De nervus oculomotorius (III-derde hersenzenuw) ontspringt aan de
middenhersenen en splitst zich in een bovenste en een onderste tak,
die de talrijke spieren van het oog bedienen.
De nervus trochlearis (IV-vierde hersenzenuw), de kleinste van alle
hersenzenuwen, ontspringt aan de middenhersenen en loopt van
daaruit naar de musculus obliquus superior (een van de oogspieren).
Deze zenuw bevat ook de zenuwvezels van de tastzin
(proprioceptoren).
De gemengde nervus trigeminus is (V-vijfde hersenzenuw)de dikste
hersenzenuw. Het sensibele deel ervan komt uit het ganglion
trigeminale dat zich in een holte in de dura mater bevindt. Het
motorische deel ontstaat uit twee afzonderlijke groepen zenuwcellen
(nuclei), een onderste en een bovenste groep. Uit het sensibele deel
komen drie takken, een naar de bovenkaak, een naar de onderkaak
en een naar de ogen. Op hun beurt vertakken deze zich weer en
verbinden talrijke organen en weefsels in het hoofd en het gezicht met
de hersenen. Het motorische deel van de nervus trigeminus stuurt de
kauwspieren aan.
http://www.medicinfo.nl/%7b517441bc-8335-4e2d-82ba-7e8621e4bcdf%7dhttp://www.medicinfo.nl/%7b32eff219-09e6-4624-a063-9d82d695eedb%7dhttp://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&frm=1&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCPD2_N3MqMgCFcY_GgodkzQOYw&url=http://slideplayer.nl/slide/2020173/&psig=AFQjCNFYm6v7PDAKm9Irxfa3TKni4zMfdw&ust=1444040607379040
-
37
Fig 23: Trigiminus
De nervus abducens (VI-zesde hersenzenuw) ontspringt aan de pons
(een deel van de hersenstam) en voorziet een van de spieren van de
oogbol.
De nervus facialis(VII-zevende hersenzenuw) is eveneens een
gemengde zenuw. Het sensibele en het motorische deel ontspringen
beide aan de onderrand van de pons. Het sensibele deel van de
nervus facialis voorziet het voorste tweederde deel van de tong en
het zachte gehemelte. Het motorische deel geleidt prikkels naar de
spieren die verantwoordelijk zijn voor de gezichtsuitdrukking.
De nervus vestibulocochlearis(VIII-achtste hersenzenuw) is een
sensibele zenuw die uit twee zenuwvezels bestaat. Het ene deel
bedient het evenwicht en het andere deel het gehoor.
De gemengde nervus glossopharyngeus(IX-negende hersenzenuw),
ontspringt aan het verlengde merg. Zoals alle gemengde zenuwen,
bestaat ook deze uit een sensibel en een motorisch deel. Het
motorische deel geleidt prikkels van de hersenen naar de spieren van
de tong en het bovenste deel van de luchtpijp (farynx). Het sensibele
deel van deze zenuw zorgt voor het overbrengen van prikkels van het
achterste deel van de tong, de amandelen (lymfeklieren in de keel)
-
38
en de keelholte naar de hersenen.
De nervus vagus (X-tiende hersenzenuw), heeft een groot bereik: deze
zenuw voorziet delen van de hals, de borstkas en de buikholte. De
nervus vagus ontspringt hoofdzakelijk aan het verlengde merg en
heeft zowel sensibele als motorische vezels. De motorische vezels
zenden signalen naar de spieren van de inwendige organen en de
talrijke klieren in de maag en de darmen. De sensibele vezels voorzien
de vliezen aan de binnenkant van inwendige organen als het hart, de
longen en de darmen.
De nervus accessorius (XI-elfde hersenzenuw) komt uit de zenuwcellen
in het verlengde merg en het ruggenmerg. Deze zenuw heeft twee
delen. Het eerste deel ontspringt aan het verlengde merg en het
tweede aan het ruggenmerg. De zenuwvezels van de nervus
accessorius lopen naar een spier in de hals (de borstbeen-sleutelbeen-
tepelspier of musculus sternocleidomastoideus) en een spier tussen de
schouder en het bovenste deel van de rug (de monnikskapspier of
musculus trapezius).
De nervus hypoglossus (XII-twaalfde hersenzenuw) ontspringt aan het
verlengde merg en stuurt de talrijke tongspieren aan.
De nervus terminalis (XIII-dertiende hersenzenuw), ook wel aangeduid
als hersenzenuw nul, nul zenuw, zenuw N of NT, is niet terug te vinden
in onze anatomie boeken tot op heden. De nervus terminalis ligt
bilateraal als een plexus van ongemyelineerde perifere zenuw bundels
in de subarachnoïdale ruimte, van de middenste olfactorische stria op
het ondervlak van de frontale kwab, naar en door de zeefplaat, het
neusseptum. Het loopt mediaal aan de reukzenuw, over het
oppervlak van de gyrus rectus.
Nul nerveseveral tests zijn uitgevoerd om bewijs te leveren dat cranial
nerve Zero verantwoordelijk is voor onze reacties op feromonen. De
afscheiding van feromonen is de manier van de natuur om de
verschillende seksen tot elkaar aan te trekken. Al zijn feromonen vrijwel
geurloos, toch worden zij via het Vomeronasaal Orgaan (VNO)
achterin de neus waargenomen.
http://www.medicinfo.nl/%7b5f496503-f46d-4727-b56a-4844c5235c18%7dhttps://translate.googleusercontent.com/translate_c?depth=1&hl=nl&prev=search&rurl=translate.google.be&sl=en&u=http://radiopaedia.org/articles/frontal-lobe&usg=ALkJrhjMELL99bhdkVbJBXucElC9EQm9iAhttps://translate.googleusercontent.com/translate_c?depth=1&hl=nl&prev=search&rurl=translate.google.be&sl=en&u=http://radiopaedia.org/articles/cribriform-plate&usg=ALkJrhj8UbDbG3rowz8DjYMcgIr7oKJPUghttps://translate.googleusercontent.com/translate_c?depth=1&hl=nl&prev=search&rurl=translate.google.be&sl=en&u=http://radiopaedia.org/articles/olfactory-nerve&usg=ALkJrhj3G2NdRNp1W6LInwrVSihTyplknghttps://translate.googleusercontent.com/translate_c?depth=1&hl=nl&prev=search&rurl=translate.google.be&sl=en&u=http://radiopaedia.org/articles/gyrus-rectus&usg=ALkJrhiqRalM2EW40mGarfVMq1qLtfss6w
-
39
Fig. 24: VNO
Het VNO stuurt deze informatie direct naar het hypothalamus-
gedeelte in de hersenen waar onze seksuele driften worden
gecontroleerd. De essentie van de uitscheiding van feromonen is om
op een natuurlijke manier ervoor te zorgen dat de seksuele
aantrekkingskracht tussen de individuen van een soort wordt
gegarandeerd.
Fig. 25 Cranial Nerve 0
https://medicotimes.files.wordpress.com/2013/05/zero-zero.jpg
-
40
4.2.2.2. Ruggenmergzenuwen (nervi spinales)
31 paar ruggenmergzenuwen verlaten het wervelkanaal door de
tussenwervelgaten (foramina transversaria)die door de boven elkaar
liggende wervels worden gevormd.
De zenuwen worden genoemd naar de wervels waarmee ze
geassocieerd zijn :
acht paar cervicale zenuwen( C1-C8)
twaalf paar thoracale zenuwen (T1-T12)
vijf paar lumbale zenuwen (L1-L5)
vijf sacrale zenuwen (S1-S5)
één paar coccygeale zenuwen (Co1)
Er zijn acht paar cervicale zenuwen ondanks dat er maar 7
halswervels zijn. Dit komt doordat het eerste paar zenuwen het
wervelkanaal verlaat tussen de schedel (oc occipitale) en de eerste
halswervel (atlas )en het achtste paar onder de laatste halswervel.
Daarna krijgen de zenuwen de naam en het nummer van de wervels
direct erboven.
De lumbale, sacrale en coccygeale zenuwwortels verlaten het
ruggenmerg waar het eindigt bij de eerste lendenwervel, lopen
omlaag door de subarachnoïdale ruimte van het wervelkanaal en
vormen een bundel die op een paardenstaart lijkt.
Structuur van de ruggenmergzenuwen
Alle ruggenmergzenuwen zijn gemengde zenuwen. Ze bestaan uit
zowel sensibele als motorische zenuwvezels. Alle 31 paar ontspringen
aan het ruggenmerg en zitten met twee wortels (radices) vast aan het
ruggenmerg: de voorwortel (radix ventralis) en de achterwortel (radix
dorsalis). De voorwortel zit aan de voorkant van het ruggenmerg en
de achterwortel aan de achterkant ervan. De achterwortel heeft een
verdikking vlak bij het ruggenmerg, een verzameling zenuwcellen die
het spinale ganglion wordt genoemd. De wortels van elke
ruggenmergzenuw komen samen bij het foramen intervertebrale en
gaan vervolgens verder als een gemengde ruggenmergzenuw.
Deze zenuwen leggen een korte afstand af door een tussenwervelgat
en splitsen zich vervolgens in twee grote takken en een kleine. De ene
grote tak is de ramus ventralis, die naar voren loopt. De andere is de
ramus dorsalis, die naar achteren gaat. De kleine tak loopt naar de
wervels, de wervelligamenten, de vaten die de hersenvliezen van
-
41
bloed voorzien en het ruggenmerg. De ruggenmergzenuwen kunnen
nog andere takken vormen die een essentieel onderdeel vormen van
het sympathische zenuwstelsel.
De ramus ventralis vormt zenuwvlechten (plexus) op verschillende
hoogten in het lichaam: in de hals (plexus cervicalis), de onderrug
(plexus lumbalis), ter hoogte van het heiligbeen (plexus sacralis) en het
stuitbeen (plexus coccygeus). Dit houdt in dat verschillende
zenuwbanen gebundeld zijn en zich later vertakken. Een voorbeeld
hiervan is de plexus van de arm (plexus brachialis), die ter hoogte van
de oksel ligt. In de loop van de arm verdeelt deze plexus zich onder
andere in de verschillende zenuwen die de vingers laten bewegen of
het gevoel verzorgen van de bovenarm
Alle ruggenmergzenuwen hebben een specifiek huidgebied
(dermatoom) waar ze signalen naartoe en vandaan geleiden.
4.2.2.3 Grensstrengen
Wanneer de zenuwen zich buiten het ruggenmerg samenvoegen
ontstaat er een bundel die een ganglion wordt genoemd. Een aantal
van deze ganglia lopen langs de buitenzijde van het ruggenmerg en
liggen in een zenuwgang die de zenuwstam genoemd wordt. De
sympathische zenuwstam (truncus sympathicus of grensstreng) loopt
aan weerszijden van de wervelkolom en bevat vijf belangrijke ganglia.
Dit zijn het celiacaal ganglion, het cervicaal ganglion, het
splanchnisch ganglion en het bovenste en onderste mesenteriaal
ganglion.
Uit het celiacaal ganglion lopen zenuwen naar de bijnieren, de
twaalfvingerige darm (duodenum), de nieren, de pancreas en de
maag.
Uit het cervicaal ganglion lopen zenuwen naar het hart, het gezicht,
de nek en het middenoor. (Fig 21)
Uit het splanchnisch ganglion lopen zenuwen naar de ingewanden.
Uit het bovenste en onderste mesenteriaal ganglion lopen
respectievelijk zenuwen naar de ingewanden en naar de blaas en
geslachtsklieren.
De parasympathische ganglia liggen in de hersenen en het verlengde
merg en bestaan uit het ciliair ganglion (oog), het auraal ganglion
(oor) en het sfenopalatinaal ganglion (neus en mond).
http://www.menselijk-lichaam.com/hersenen/zenuwenhttp://www.menselijk-lichaam.com/skelet/ruggenmerghttp://www.menselijk-lichaam.com/algemeen/ganglionhttp://www.menselijk-lichaam.com/hersenen/sympathicushttp://www.menselijk-lichaam.com/skelet/wervelkolomhttp://www.menselijk-lichaam.com/hormonaal/bijnierenhttp://www.menselijk-lichaam.com/algemeen/twaalfvingerige-darmhttp://www.menselijk-lichaam.com/spijsvertering/de-maaghttp://www.menselijk-lichaam.com/spijsvertering/de-maaghttp://www.menselijk-lichaam.com/hart-circulatie/harthttp://www.menselijk-lichaam.com/het-oor/middenoorhttp://www.menselijk-lichaam.com/hormonaal/geslachtsklierenhttp://www.menselijk-lichaam.com/hersenen/hersenen-cerebrum
-
42
4.3 Indeling naar functie van het zenuwstelsel
4.3.1 Willekeurig zenuwstelsel
Ook wel animaal zenuwstelsel genoemd, dient voor bewuste
waarneming, bewuste bewegingen en verwerking van opgenomen
informatie.
Hier zijn zintuigen en skeletspieren bij betrokken.
De sensorische neuronen brengen boodschappen aan vanuit de
waarnemingsorganen zoals ogen, oren, neus, huid, enz. De
motorische neuronen activeren de skeletspieren, bijvoorbeeld om je
hoofd te draaien. Mensen kunnen bewust controle uitoefenen over dit
zenuwstelsel vandaar ook de naam willekeurig zenuwstelsel.
4.3.2 Onwillekeurig zenuwstelsel
Ook wel autonoom, vegetatief, visceraal zenuwstelsel genoemd, is
een onderdeel van het perifere zenuwstelsel dat een groot aantal
onbewust plaatsvindende functies reguleert. Het regelt vooral de
werking van inwendige organen. Het regelt onder andere de
ademhaling, de spijsvertering en het verwijden en vernauwen van
bloedvaten en het beïnvloedt ook de hartslag. Het regelt de
afzonderlijke stelsels en coördinatie tussen stelsels.
De regulatie en coördinatie verlopen in de regel buiten de wil om en
vaak onbewust bv. bloeddrukregulatie, regulatie van darmactiviteit
en regulatie van de ademfrequentie.
In het onwillekeurig zenuwstelsel onderscheidt men het
(ortho)sympathisch zenuwstelsel, het parasympathisch zenuwstelsel
en het enterisch zenuwstelsel. Het sympathisch en parasympathisch
systeem zijn in hun werking nauwkeurig op elkaar afgestemd
4.3.2.1 Het sympathisch zenuwstelsel
Dit zenuwstelsel is actief wanneer de mens uiterlijk actief is en
stimuleert de hartactiviteit en de ademhaling, het verhoogt de
bloedsuikerspiegel en de spanning in de skeletspieren. De
spijsvertering daarentegen wordt geremd.
Het zorgt voor de aanpassing van het lichaam aan inspanning en
stress situaties. Wanneer er gevaar dreigt wordt dit systeem in werking
gesteld. Het zorgt voor overlevingsmechanismen van vechten of
vluchten bij levensbedreigende situaties.
Het lichaam wordt in staat van paraatheid gebracht door een
verhoogde bloeddruk, een versnelde ademhaling, verhoogde
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bewustzijnhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Waarneming_(perceptie)https://nl.wikipedia.org/wiki/Motoriekhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Zintuighttps://nl.wikipedia.org/wiki/Skeletspierhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Neuronhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Skelethttps://nl.wikipedia.org/wiki/Zenuwstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Orgaanhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Ademhaling_(mens)https://nl.wikipedia.org/wiki/Spijsverteringhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Bloedvathttps://nl.wikipedia.org/wiki/Hart
-
43
zweetproductie, enz.
Hormonen die hier vooral voor zorgen zijn norepinefrine, epinefrine en
cortisol.
De sympaticus wordt vergeleken met de gaspedaal bij een auto.
4.3.2.2 Het parasympathisch zenuwstelsel
Dit zenuwstelsel is actief als de mens (uiterlijk) passief is en stimuleert
de spijsvertering, het vertraagt de hart- en ademhalingsactiviteit, het
remt de spieractiviteit, enz.. Het parasympathisch zenuwstelsel zorgt
voor een toestand van rust in het lichaam.
De parasympaticus zorgt voor de lichamelijke en geestelijke
instandhouding van het organisme. Het brengt herstel, rust, opbouw
en zorgt voor de energiehuishouding. Ook de spijsvertering wordt door
de parasympaticus geactiveerd. Het kernwoord is hier herstel.
De parasympaticus wordt vergeleken met het rempedaal van de
auto.
4.3.2.3 Het enterisch zenuwstelsel
Dit zenuwstelsel regelt de functies van het maag-darmstelsel. Het
enterisch zenuwstelsel is het eigen zenuwstelsel van het spijsverterings-
stelsel. Het behoort tot het autonome zenuwstelsel.
Het enterisch zenuwstelsel communiceert normaal gesproken met het
centrale zenuwstelsel via de nervus vagus en het orthosympathisch
zenuwstelsel. Onderzoek, waarbij de nervus vagus wordt
doorgesneden, toont aan dat het enterisch zenuwstelsel ook geheel
zelfstandig kan functioneren alsof het een eigen "brein" heeft. Het
bevat efferente en sensorische zenuwcellen en interneuronen en het
maakt gebruik van meer dan 30 neurotransmitters, waaronder
acetylcholine, dopamine en serotonine. Deze en andere
eigenschappen maken het voor het enterisch zenuwstelsel mogelijk
als een zelfstandig systeem te functioneren.
4.3.2.4 Cranio bij disbalans van onwillekeurig zenuwstelsel
Door de vele maatschappelijke eisen die gesteld worden, waarbij
stress getriggerd wordt, blijft de sympaticus actief en als dit blijft
voortduren of vaak voorkomt dan gaat er een hernieuwde
homeostase in het lichaam optreden. Hierdoor wordt het steeds
moeilijker om stress als stress te herkennen.
Blijft de persoon zich flexibel opstellen en doorgaan waarbij stress zich
opstapelt en het stressniveau verhoogt in ons lichaam, dan wordt de
kans op gezondheidsproblemen ook groter.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lichaam_(biologie)https://nl.wikipedia.org/wiki/Enterisch_zenuwstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Maag-darmstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Zenuwstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Spijsverteringsstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Spijsverteringsstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Autonoom_zenuwstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Centrale_zenuwstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Nervus_vagushttps://nl.wikipedia.org/wiki/Orthosympathische_zenuwstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Orthosympathische_zenuwstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Efferenthttps://nl.wikipedia.org/wiki/Sensorische_zenuwcelhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Interneuronhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Neurotransmitterhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Acetylcholinehttps://nl.wikipedia.org/wiki/Dopaminehttps://nl.wikipedia.org/wiki/Serotonine
-
44
De parasympaticus gaat hierbij een stapje terugnemen en wachten
tot hij terug een signaal krijgt om mee te doen. Het lichaam gaat
onvoldoende ontspannen en er komt een disbalans of blokkade.
Door toepassing van de technieken uit de cranio waarbij stress
losgelaten wordt en waarbij de behandelaar de cliënt in het diepe
ritme brengt, ontspant en herstelt het evenwicht tussen beide
systemen. Dit herstel kan zowel snel plaatsvinden als dat hiervoor
meerdere sessies nodig zijn; dit hangt af van de ernst van de klachten.
Een verschijnsel behorend bij het parasympatisch systeem is de para-
surch, of freeze waarbij men niet meer kan bewegen of adequaat
reageren op de gebeurtenissen die zich voordoen. Dit
verdedigingssysteem nl. freeze, ontstaat vooral wanneer men heel
jong is, afhankelijk is en zich nog niet kan verdedigen.
Ook hier zijn craniotechnieken heilzaam om het lichaam terug in het
diepe ritme te brengen om herstel/balans te bekomen. Meer
specifieke toepassingen zijn hier "Talking to the Alarm Clock", Talking
to the Heart, atlas-occiput, de nervus vagus ontspannen, .....".
-
45
Fig : 24:parasympaticus en orthosympathicus
http://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCJn63sywksYCFYJrFAodGhkAcg&url=http://www.org.uva.nl/e-klassenpreview/BIO-ZENUW/42_autonome_zs.html&ei=OyB_VdnwLYLXUZqygJAH&bvm=bv.95515949,d.d24&psig=AFQjCNHK-Pq2CYaXrrGJ-U8ULrNB--QNBg&ust=1434481075259741
-
46
4.4 Ligging en werking van de zenuwbanen
Het parasympathisch zenuwstelsel is het deel van het autonoom
zenuwstelsel dat de organen zodanig beïnvloedt dat het lichaam in
een toestand van rust en herstel kan komen.
De zenuwbanen van de parasympathicus beginnen in twee
segmenten van het ruggenmerg. Het bovenste segment bevindt zich
in de hersenstam.
Drie hersenzenuwen (III, VII en IX) bedienen hier respectievelijk de
oogspieren, traan- en speekselklieren.
Vertakkingen van de nervus vagus (hersenzenuw X) lopen naar
organen als hart, bronchiën, maag- darmtractus en urineleider.
Het onderste segment bevindt zich in het sacrale merg. Hier ontspringt
de zenuw voor bediening van urineblaas, delen van de dikke darm en
genitaliën.
Preganglionair bevat de parasympathicus zogenaamde nicotinische
receptoren, postganglionair muscarinische receptoren. Bij beide
receptoren fungeert acetylcholine als neurotransmitter.
Het parasympathische deel bevordert de assimilatie. Bij assimilatie
worden de organische stoffen gevormd waaruit het lichaam bestaat.
De signaaloverdracht verloopt in de parasympathicus ook via
ganglia. Deze liggen, in tegenstelling tot de sympathicus, in de buurt
van of zelfs binnen het reagerend orgaan.
De verhouding tussen het aantal pre- en postgangliaire zenuwvezels is
ongeveer 1:1. Dit wijst op een meer specifieke werking dan bij het
ortho-sympathisch zenuwstelsel het geval is.
De transmitterstof is hier acetylcholine, zowel in het ganglion als in het
eindorgaan.
Deze neurotransmitter werkt in op twee soorten
acetylcholinereceptoren: nicotine-receptoren en muscarine-
receptoren. Deze werken doorgaans prikkelend.
Het parasympathisch zenuwstelsel zorgt onder andere voor een
grotere productie van spijsverteringssappen, een snellere
darmbeweging, verwijding van de bloedvaten naar het
spijsverteringsstelsel en een snellere nierwerking.
Het verlaagt onder andere de hartslagfrequentie en ademfrequentie.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Autonoom_zenuwstelselhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Autonoom_zenuwstelselhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Orgaanhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Lichaam_(biologie)http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Zenuwbanen&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/wiki/Hersenstamhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Hersenzenuwhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Orgaanhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Luchtpijpvertakkinghttp://nl.wikipedia.org/wiki/Urineleiderhttp://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Sacrale_merg&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/wiki/Urineblaashttp://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Nicotinische_receptor&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Nicotinische_receptor&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Muscarinische_receptor&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/wiki/Acetylcholinehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Assimilatie_(biochemie)http://nl.wikipedia.org/wiki/Organische_stofhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Zenuwknoophttp://nl.wikipedia.org/wiki/Acetylcholinehttp://nl.wikipedia.org/wiki/Acetylcholinereceptorhttp://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Nicotine-receptor&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/wiki/Maag-darmstelselhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Maag-darmstelselhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Nier_(biologie)
-
47
Fig 25: parasympathicus en sympathicus met grensstreng
Het orthosympathisch zenuwstelsel, ook wel het sympathisch
zenuwstelsel genoemd, is het deel van het autonome zenuwstelsel dat
de organen zodanig beïnvloedt dat het lichaam arbeid kan
verrichten. Hiervoor is energie nodig. Het orthosympathisch
http://nl.wikipedia.org/wiki/Autonome_zenuwstelselhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Orgaanhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Lichaam_(biologie)http://nl.wikipedia.org/wiki/Arbeid_(natuurkunde)http://nl.wikipedia.org/wiki/Energiehttp://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRw&url=http://www.how-psychology-tests-brain-injury.com/paniekaanval-beste-behandeling.html&ei=NvmCVbKWJMLzUNmIiIAD&bvm=bv.96041959,d.d24&psig=AFQjCNG837vNzVaoYFPN4_q7s3fazG60uw&ust=1434733210798256
-
48
zenuwstelsel bevordert dan ook de dissimilatie, waarbij energie
vrijkomt.
Bij het orthosympathisch zenuwstelsel worden impulsen vanuit het
ruggenmerg via de grensstrengen naar de organen geleid. Dit wordt
ook wel aangeduid als de pre- en postganglionaire vezels.
Grensstrengen zijn twee reeksen van ganglia links en rechts van de
wervelkolom.
Vanuit deze ganglia lopen zenuwen naar de organen. De verhouding
tussen het aantal pre- en postganglionaire zenuwvezels is ongeveer
1:20.
Preganglionaire cellichamen: zitten in het ruggenmerg in het gebied
van borst en lendenen. Namelijk tussen T1 (thoracaal-1) en L2
(lumbaal-2) segmenten.
Eindorganen van de thoracale segmenten zijn: oog en klieren, hart,
bloedvaten, gladde spieren, lever en pancreas, van de lumbale
segmenten: zweetklieren, bijniermerg, urineblaas en genitaliën.
Axonen van preganglionaire cellen gaan door de voorwortels
(ventrale wortels of radices ventrales) van de ruggenmerg-zenuwen
T1-L2. Vervolgens gaan ze over een korte afstand door de ruggen-
mergzenuwen en verlaten deze, en gaan naar de autonome ganglia
aan beide kanten van de buikkolom achter de pariëtale pleura:
ganglia van de orthosympathische grensstreng.
Alleen de ganglia die in hetzelfde gebied als T1-L2 liggen, ontvangen
preganglionaire axonen van het ruggenmerg.
Alle ganglia van de orthosympathische grensstrengen zijn verbonden
met het ruggenmerg, ook het gedeelte van de ganglia van de
orthosympathische grensstrengen dat zich buiten het T1-L2-gedeelte
bevindt, in het cervicale en het sacrale gedeelte van het
ruggenmerg. Dit kan doordat deze verbonden zijn met ganglia die
wel in dat gebied liggen. De korte verbinding tussen het ruggenmerg
en de ganglia van de orthosympathische grensstreng, waar de
preganglionaire cellen doorheen gaan, is de ramus communicans
albus. Deze wordt zo genoemd omdat de preganglionaire cellen
myelineschedes hebben en die zijn wit.
De signaaloverdracht geschiedt in de orthosympathicus in twee fasen:
via de preganglionvezels die eindigen in de grensstrengganglia en
vervolgens via de postganglionaire vezels, eindigend in het
eindorgaan. De signaaloverdracht is cholinergisch, met acetylcholine
http://nl.wikipedia.org/wiki/Dissimilatie_(chemie)http://nl.wikipedia.org/wiki/Ruggenmerghttp://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Grensstreng&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/wiki/Orgaanhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Zenuwknoophttp://nl.wikipedia.org/wiki/Zenuwhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Borstkashttp://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Lumbaal&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/wiki/Leverhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Pancreashttp://nl.wikipedia.org/wiki/Acetylcholine
-
49
als neurotransmitter, in de grensstreng, en adrenerg,met noradrenaline
als neurotransmitter, bij het eindorgaan ,met uitzondering van de
zweetklieren.
Binnen het orthosympathische zenuwstelsel werkt acetylcholine in op
de preganglionaire nicotinische receptoren.
Noradrenaline werkt in op twee typen postganglionairereceptoren: α-
en β-receptoren. Deze verschillen in gevoeligheid voor de verschil-
lende adrenerge stoffen. α-Receptoren zijn doorgaans prikkelend, met
uitzondering van het maag-darmkanaal, namelijk remmend, β-
receptoren zijn in het algemeen remmend,met uitzondering van het
hart, in dit geval namelijk stimulerend. Bètablokkers werken remmend
op de β-receptoren.
Fig 26: cellichamen van schakelcellen, motorische – en sensorische zenuwcellen,
ganglion
http://nl.wikipedia.org/wiki/Noradrenalinehttp://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Nicotinische_receptor&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/wiki/Receptor_(biochemie)http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=%CE%91-_en_%CE%B2-receptoren&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=%CE%91-_en_%CE%B2-receptoren&action=edit&redlink=1http://nl.wikipedia.org/wiki/B%C3%A8tablokkerhttp://www.google.be/url?sa=i&rct=j&q=&esrc=s&source=images&cd=&cad=rja&uact=8&ved=0CAcQjRxqFQoTCJeUhrqmksYCFYftFAodnxoAlQ&url=http://www.slideshare.net/Jopperx9/anatomie-zenuwstelsel&ei=mBV_VZfoC4fbU5-1gKgJ&bvm=bv.95515949,d.d24&psig=AFQjCNHCoXzcLYtHJhBMmftR78KOcepAdA&ust=1434477514915400
-
50
4.5 Neuronen en gliacellen
Elk deel van je lichaam is opgebouwd uit cellen en dat geldt dus ook
voor je zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit neuronen (ook wel
zenuwcellen genoemd) en gliacellen.
Neuronen of zenuwcellen, zenden berichten naar en van je hersenen.
Elk neuron staat met zijn vertakkingen in verbinding met niet minder
dan zo'n 25.000 zenuwcellen.
Elk neuron of zenuwcel heeft in het midden een nucleus (een kern).
Met al zijn vertakkingen lijkt het wel iets op een ster. Die vertakkingen
noemen we dendrieten. Het neuron heeft bovendien een staartachtig
aanhangsel dat we een axon noemen. Langs de axons of neurieten
worden de berichten verzonden, langs de dendrieten worden de
berichten ontvangen.
Fig 27: neuron
Een zenuwcel kan diverse vormen en grootte aannemen maar
bestaat altijd uit een cellichaam en axonen. Middels deze axonen
wordt gecommuniceerd met andere neuronen. Een neuron heeft
slechts een axon maar kan meerdere dendrieten
(vertakkingen)hebben.
De axonen van sommige neuronen zijn omgeven met een myeline-
schede die onderbroken wordt door stukken zonder myeline, de
zogenaamde insnoeringen van Ranvier. Hierdoor hoeven elektrische
impulsen een kortere afstand af te leggen wat de communicatie
versnelt.
-
51
Fig 28: Neuron en Gliacel -Schwanncel
Neuronen kunnen onderverdeeld worden in drie typen:
Sensorische zenuwcellen welke verantwoordelijk zijn voor de
overdracht van sensorische prikkels.
Motorische zenuwcellen welke verantwoordelijk zijn voor de
overdacht van motorische prikkels en de motoriek.
Schakelcellen welke verantwoordelijk zijn voor de overdracht van
prikkels in het centraal zenuwstelsel.
Gliacellen verzorgen de neuronen in het zenuwstelsel. De verhouding
gliacellen/zenuwcellen is ongeveer 10:1. In tegenstelling tot de
neuronen zijn gliacellen wel in staat zich te delen.
Gliacellen vervullen een zevental functies:
Het ondersteunen van het hersenweefsel; ze zorgen voor
stevigheid en behoud van structuur. Tevens scheiden ze
groepen neuronen van elkaar. (vooral de oligodendrogliacellen
en astrocyten).
Oligodendrocyten in het centrale zenuwstelsel en
schwanncellen in het perifere zenuwstelsel maken myeline aan
om de axonen te beschermen en de elektrische geleiding te
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hersenenhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Centrale_zenuwstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Schwanncelhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Perifere_zenuwstelselhttps://nl.wikipedia.org/wiki/Axon
-
52
verbeteren
Het opruimen van afval na neuronale verwonding of celdood.
Het bufferen van de concentratie kaliumionen in de
extracellulaire ruimtes. Het opruimen van neurotransmitters die
gebruikt zijn bij signaaloverdracht
Tijdens de ontwikkeling van de hersenen wijzen sommige
gliacellen de weg aan migrerende zenuwcellen en geven aan
in welke richting de axonen moeten groeien
Bepaalde gliacellen helpen de bloed-hersenbarrière in stand te
houden
Gliacellen voorzien de zenuwcellen van voedingsstoffen.
Het geheel van gliacellen noemt men de neuroglia. In tegenstelling
tot de neuronen geven deze cellen geen elektrische signalen door.
Hun taak is de neuronen te beschermen en te ondersteunen.
Sommige steuncellen vernietigen bijvoorbeeld microben, andere
zorgen voor de circulatie van het hersen- en ruggenmergvocht, weer
andere vormen de myelinescheden. Deze functies worden niet alle-
maal door hetzelfde type gliacel uitgevoerd
Er zijn verschillende soorten gliacellen:
Microgliacellen (ontstaan uit macrofagen, mi