Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de...

22
Status Dit kwalificatiedossier is in december 2009 aangeboden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Procesverantwoording is te vinden in de verantwoordingsnotitie inzake het opstellen van kwalificatiedossiers voor de multidisciplinaire functies (Van der Lijcke, november 2009). Het proces is vastgesteld door het Portefeuillehouders Overleg Crisisbeheersing in november 2009. KWALIFICATIEDOSSIER VOOR REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER (werkzaam binnen de organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing)

Transcript of Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de...

Page 1: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

Status

Dit kwalificatiedossier is in december 2009 aangeboden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties. Procesverantwoording is te vinden in de verantwoordingsnotitie inzake het opstellen van

kwalificatiedossiers voor de multidisciplinaire functies (Van der Lijcke, november 2009). Het proces is vastgesteld

door het Portefeuillehouders Overleg Crisisbeheersing in november 2009.

KWALIFICATIEDOSSIER VOOR REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER (werkzaam binnen de organisatie van rampenbestrijding en

crisisbeheersing)

Page 2: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen
Page 3: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

1

Inhoudsopgave

Deel A Vast te stellen door de minister

1.1 Algemene informatie

1.2 Vakbekwaamheid

Deel B Vast te stellen door de minister

2.1 Kerntaken

2.2 Competenties

Deel C Uitwerking kerntaken, keuzes en dilemma’s en beoordelingscriteria

3.1 Uitwerking kerntaken, keuzes en dilemma’s en

beoordelingscriteria

3.2 Prestatie-indicatoren

3.3 Specificaties vakbekwaam worden, vakbekwaam blijven

Deel D Verantwoording

Bijlage 1 Uitwerking competenties

Bijlage 2 Uitwerking niveaus in aansturing

Page 4: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

2

Page 5: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

3

Deel A Vast te stellen door de minister

1.1 Algemene informatie

Functienaam Regionaal operationeel leider

Beschrijving van de functie De regionaal operationeel leider maakt deel uit van het regionaal operationeel team (ROT). De aansturing tijdens een grootschalig incident vindt plaats op vier niveaus1, te weten:

• Besturen

• Richten

• Inrichten

• Verrichten

De regionaal operationeel functioneert op het niveau ‘richten’ en is op de volgende wijze gepositioneerd:

• Hij2 ontvangt leiding van en legt verantwoording af

aan de burgemeester.

• Hij geeft leiding aan de leden van het regionaal

operationeel team. De regionaal operationeel leider geeft richting aan de crisisorganisatie. Hij plant en monitort de te behalen operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders.

1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2.

2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen worden.

Page 6: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

4

1.2 Vakbekwaamheid

De vakbekwaamheid (uitgedrukt in kerntaken en competenties zoals beschreven in deel B) wordt

geborgd door middel van opleiden, examineren, bijscholen en oefenen.

Page 7: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

5

Deel B Vast te stellen door de minister

2.1 Kerntaken

Kerntaak 1: Leiding geven aan het ROT

De regionaal operationeel leider geeft leiding aan de multidisciplinaire samenwerking in het ROT.

Hij is verantwoordelijk voor het multidisciplinair aanpakken van het effectgebied van het incident.

Hierin vertaalt hij de tactische informatie waar nodig naar strategische beslispunten en treedt in

voorkomende gevallen namens het ROT op als adviseur naar het bestuur/de burgemeester

(beleidsteam).

Kerntaak 2: Adviseren en informeren aan/van het beleidsteam

De regionaal operationeel leider, is verantwoordelijk voor de benodigde informatie overdracht en

advisering aan de burgemeester (beleidsteam). Hij vertaalt de tactische informatie waar nodig naar

strategische beslispunten en treedt in voorkomende gevallen namens het ROT op als adviseur.

(Vanaf GRIP 2 is de regionaal operationeel leider verantwoordelijk voor het samenstellen van

realistische multidisciplinair samengestelde scenario's, heldere adviezen en beslispunten voor het

beleidsteam.)

Page 8: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

6

2.2 Competenties

Voor elke functie zijn de acht belangrijkste competenties benoemd. Dit zijn de competenties die

minimaal noodzakelijk worden geacht voor de betreffende functionaris om succesvol te

functioneren.

De competenties voor de functie regionaal operationeel leider zijn te vinden in onderstaande

tabel. In de bijlage wordt beschreven welke betekenis deze competenties hebben.

Regionaal operationeel leider

Competentieoverzicht

Leiding geven

Stressbestendigheid

Daadkracht

Plannen, organiseren en coördineren

Politiek-bestuurlijk inzicht

Samenwerken

Analyseren

Communiceren

Page 9: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

7

Deel C Uitwerking kerntaken, keuzes en dilemma’s en beoordelingscriteria

Kerntaak 1: Leiding geven aan het ROT

Werkzaamheden

De regionaal operationeel leider geeft leiding aan de multidisciplinaire samenwerking in het ROT.

Hij is verantwoordelijk voor het multidisciplinair aanpakken van de gevolgen van het incident.

Hierin vertaalt hij de tactische informatie waar nodig naar strategische beslispunten en treedt in

voorkomende gevallen namens het ROT op als adviseur naar het bestuur/de burgemeester

(beleidsteam).

• Vervult de rol als voorzitter in het ROT overleg en bewaakt de voortgang en afstemming van

de totale rampenbestrijding en crisisbeheersing in het ROT.

• Geeft leiding aan de multidisciplinaire beeld-, oordeels- en besluitvorming (vergaren, analysen

en delen van informatie) van het incident binnen het ROT en is hiervoor

(eind)verantwoordelijk.

• Geeft leiding aan het uitvoeringsproces van een effectieve en doelmatige rampenbestrijding en

crisisbeheersing.

• Bewaakt en draagt zorg voor een juiste samenstelling en bezettingsgraad van het ROT.

• Anticipeert op de ontwikkeling van het incident (scenariodenken) en stemt met het

beleidsteam te nemen beleidsbeslissingen af.

• Heeft direct contact met de leider COPI voor het vormen van een eerste beeld en het borgen

van een goede informatiestroom uit het COPI.

• Geeft richting aan het proces in het ROT en draagt deze uit binnen het ROT.

• Vertaalt taken in processen en draagt zorg voor het uitzetten en controleren van deze

processen.

• Analyseert en beoordeelt de actuele situatie en kan een advies uitbrengen over op- of

afschaling vanaf GRIP 2 naar een andere GRIP status.

• Is verantwoordelijk voor de externe communicatiestrategie (media) tijdens een GRIP 2

opschaling.

Keuzes en dilemma’s

• Moet zijn taak onafhankelijk en rolvast blijven uitvoeren ondanks de (indirecte) hoge

bestuurlijke druk.

• Moet zich bewust zijn van bestuurlijke gevoeligheid en hierin afwegen of een beslissing aan

het bestuur dient te worden voorgelegd.

• Denkt vooruit in scenario’s ten tijden van een crisis.

• Zorgt dat de veiligheid van eigen personeel, andere hulpverleningsdiensten en derden

optimaal wordt afgewogen tegen het beoogde doel/taak/opdracht.

• Is zich bewust van confronterende belangen in de organisatie van rampenbestrijding en

crisisbeheersing en kan hier adequaat mee om gaan.

Page 10: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

8

Beoordelingscriteria

• Kan als voorzitter van het ROT efficiënt en effectief (met oog op besluiten, prioriteiten,

afspraken) vergaderen.

• Stimuleert samenwerking tussen de diverse partners in het ROT.

• Zorgt voor het uitvoeren van het genomen besluit conform de afspraak.

• Geeft duidelijke en uitvoerbare opdrachten aan medewerkers in het ROT.

• Beschikt over voldoende daadkracht en besluitvaardigheid om de afweging tussen snelle en

juiste besluitvorming goed te kunnen maken.

• Straalt rust en gezag uit.

• Past de juiste leiderschapsstijl toe (situationeel).

• Kent en gebruikt de van toepassing zijnde procedures en weet welke partijen een rol spelen in

de processen.

• Is in staat hoofd- van bijzaken en feiten van beelden en emoties te scheiden.

• Kan duidelijke informatie geven en genomen beslissingen uitleggen aan belanghebbende

verantwoordelijken en belanghebbenden.

• Communiceert open en helder.

Page 11: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

9

Kerntaak 2: Adviseren en informeren aan/van het beleidsteam

Werkzaamheden

De regionaal operationeel leider, is verantwoordelijk voor de benodigde informatie overdracht en

advisering aan de burgemeester (beleidsteam). Hij vertaalt de tactische informatie waar nodig naar

strategische beslispunten en treedt in voorkomende gevallen namens het ROT op als adviseur.

(Vanaf GRIP 2 is de regionaal operationeel leider verantwoordelijk voor het samenstellen van

realistische multidisciplinair samengestelde scenario's, heldere adviezen en beslispunten voor het

beleidsteam.)

• Informeert en adviseert gevraagd en ongevraagd het beleidsteam, dan wel de burgemeester

betreffende strategisch, politiek of bestuurlijk te nemen beslissingen.

• Zorgt voor heldere en adequaat voorbereide advisering en legt overwogen beslispunten voor

aan de burgemeester bij GRIP 2.

• Weegt kennis en beeldvorming tegen elkaar af om zo een juiste informatie voorziening

richting het beleidsteam te realiseren.

• Draagt bij aan het vormen en vaststellen van doelstellingen ten tijden van een GRIP

opschaling.

Keuzes en dilemma’s

• Is zich bewust van de bestuurlijke besluitvorming en belangen van het beleidsteam. Hij is zich

bewust van de verschillende rollen van de burgermeester en houdt hiermee rekening in de

besluitvorming. Tevens moet hij bewust zijn van de maatschappelijke impact van beslissingen.

• Is zich bewust van de positie en snelheid van de (interactieve) media.

Beoordelingscriteria

• Adviezen zijn geloofwaardig (op maat/proportionaliteit), kort en krachtig.

• Werkt samen en stemt af met betrokken partijen, met oog voor de verschillende belangen.

• Daadkrachtig en zelfverzekerd, maar flexibel acteren.

• Inhoudelijk volwaardig gesprekspartner voor alle betrokkenen.

• Is in staat adviezen te structureren, te doseren en prioriteiten te stellen.

• Is in staat om de juiste vragen te stellen en de benodigde informatie te verzamelen.

• Kent en gebruikt de van toepassing zijnde procedures en weet welke partijen een rol spelen in

de processen.

• Motiveert de werkwijze en het advies (met vakinhoudelijke argumenten). Is in staat dit uit te

leggen, te overtuigen en de uitvoerbaarheid te bespreken, te communiceren en te informeren.

• Kan duidelijke informatie geven en genomen beslissingen uitleggen aan verantwoordelijken en

belanghebbenden.

• Is in staat effectief te blijven functioneren onder turbulente omstandigheden en grote druk.

Page 12: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

10

3.2 Prestatie-indicatoren

De regionaal operationeel leider beheerst de vereiste competenties zodanig dat hij in staat is om

zijn werkzaamheden conform de norm uit te voeren.

Hij kan omgaan met de keuzes en dilemma’s die hij in zijn werk tegenkomt.

Page 13: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

11

3.3 Specificaties vakbekwaam worden, vakbekwaam blijven

Niveaubepaling (indicatie)

Nader te bepalen.

Studielast (indicatie)

Nader te bepalen.

Instroomeisen (indicatie)

Voor de functie is minimaal HBO werk- en denkniveau vereist.

Rijksdiploma/certificeerbare eenheden

Nader te bepalen.

Vakbekwaam blijven

Nader te bepalen.

Page 14: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

12

Page 15: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

13

Deel D Verantwoording

Proces- en inhoudsinformatie

Ontwikkeld door: Politie, Brandweer, GHOR en gemeenten

Onder regie van: De projectorganisatie Kwalificatiedossiers

multidisciplinaire functies.

In opdracht van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties

Gebruikte brondocumenten

NVBR – Kwalificatieprofiel regionaal operationeel leider, oktober 2009

Ministerie van BZK, Nibra en Nbbe – Opleiden op officiersniveau, competentiegericht opleiden, april 2004

Nbbe en Nifv – Functie- en competentieprofielen brandweerfuncties op (v)mbo-niveau, juni 2007

GHOR – Functiebeschrijvingen en Competentieprofielen t.b.v. Operationele GHOR organisatie, juli 2003

Stuurgroep Referentiekader Regionaal Crisisplan – Competentieprofielen, december 2008

Referentiekader Regionaal Crisisplan, 2009

Page 16: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

14

Page 17: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

15

Bijlage 1: Uitwerking competenties

Kerncompetenties

In deze bijlage zijn alle competenties, die zijn benoemd in de kwalificatiedossiers van de

functionarissen werkzaam binnen de organisatie van rampenbestrijding en

crisisbeheersing, opgenomen.

Aanpassingsvermogen

Effectief blijven handelen door zich aan te passen aan veranderde omstandigheden, taken verantwoordelijkheden

en/of mensen.

• Stelt de eigen doelen bij wanneer de omstandigheden dit vereisen.

• Werkt mee aan veranderingen, blijft niet vasthouden aan het oude.

• Past eigen standpunten aan dat van anderen aan.

• Raakt niet overspannen, toont geen disfunctioneel gedrag in geval van verandering, maar voegt zich snel in de nieuwe situatie.

Accuraat

Zorgvuldig en stipt handelen, gericht op het voorkómen van fouten. Nauwkeurig uitvoeren van activiteiten.

• Werkt consciëntieus en secuur, ook onder zware druk van meerdere belangen of tijd en wanneer de impact groot is van mogelijke fouten.

• Initieert en verbetert procedures voor het werk, stimuleert partners/experts procedures te ontwikkelen en te verbeteren.

• Coördineert en corrigeert de werkzaamheden van meerdere personen/diensten, zodat fouten worden voorkomen en kwaliteit wordt verhoogd.

• Heeft oog voor het cruciale belang van veiligheid onder alle omstandigheden, kan kritisch met mededelingen/informatie omgaan.

Analyseren

Systematisch onderzoeken en alloceren van problemen en vragen. Ontleden van relevante informatie, achtergronden

en structuren. Verbanden leggen tussen gegevens en overzien van relaties tussen oorzaak en gevolg.

• Kan een overzicht vormen over een situatie.

• Bekijkt ingewikkelde vraagstukken vanuit meerdere invalshoeken met gevolgen op lange

• termijn; doorziet belangentegenstellingen.

• Denkt ook over de grenzen van het eigen werkterrein heen.

• Doorziet problemen en oplossingen die pas op lange termijn spelen .

• Heeft oog voor – kritische – informatie en activiteiten en beziet de mogelijkheden hiervan

• voor de rampenbestrijdingsorganisatie.

Page 18: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

16

Communiceren

Ideeën, meningen en informatie aan anderen overdragen in voor de ontvanger begrijpelijke taal, gebaren en non-

verbale signalen. Tactvol en effectief reageren op behoeften en gevoelens van anderen, taal en terminologie aanpassen

aan de doelgroep (incl. Engels).

• Voert complexe gesprekken met personen op strategisch niveau over gevoelige onderwerpen met tegenstellingen in belangen en/of taalverschillen.

• Herkent persoonlijke belangen en kiest een geschikte manier om de ander te beïnvloeden; zet verschillende invloedstijlen effectief in.

• Beïnvloedt en stuurt het gesprek en de sfeer door gevoelens te benoemen, ook wanneer bij de ander geen respect lijkt te bestaan.

Daadkracht

Op adequate en krachtige wijze nemen van beslissingen op basis van een inzichtelijke afweging en eigen oordeel, ook

als kennis en/of informatie beperkt is en tevens het uitvoeren en afronden van activiteiten. Handelen naar en ‘staan

voor’ een genomen besluit (van zichzelf of een ander).

• Neemt, zonodig op basis van onvolledige informatie, besluiten die implicaties hebben voor de gehele rampenbestrijdingsorganisatie.

• Betrekt partners/experts bij de besluitvorming in complexe situaties, vraagt terugkoppeling en streeft naar draagvlak voor het genomen besluit.

• Neemt een besluit in heroverweging wanneer de wijzigende omstandigheden daarom vragen.

• Durft buiten gebaande paden te treden bij het oplossen van vastzittende, complexe kwesties.

Delegeren Eigen taken, beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden op duidelijke wijze toedelen aan juiste medewerkers.

• Draagt bij het delegeren duidelijk het volgende aan een medewerker over: o Een of meer eigen taken; o De verantwoordelijkheid voor de directe output van die taak; o De bijbehorende beslissingsbevoegdheid.

• Draagt de taak over met de benodigde instructie.

• Spreekt daarbij af op welke wijze en op welk tijdstip de medewerker over de resultaten rapporteert.

• Delegeert daadwerkelijk en niet ‘maar half’.

Inleven

Onderkennen van gevoelens en behoeften van anderen. Verplaatsen in anderen en zich bewust tonen van de invloed

van het eigen handelen.

• Creëert veiligheid in de rampenbestrijdingsorganisatie waardoor partners/experts zich durven uiten; spreekt medewerkers aan authentiek gedrag te vertonen.

• Ondertekent rollen en posities en respecteert deze door de partner/expert hierop te benaderen zonder de strijd aan te gaan.

• Bindt partners/experts aan de rampenbestrijdingsorganisatie door eigen opreden en persoonlijke uitstraling.

• Wisselt van stijl/gedrag om bewustwording bij de partner/expert te realiseren of om gedragspatronen te doorbreken of te versterken.

Page 19: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

17

Leiding geven

Op inspirerende wijze richting geven. Tonen van voorbeeldgedrag. Delegeren. Randvoorwaarden scheppen en mensen

motiveren zodat resultaten bereikt worden. Charisma.

• Geeft partners/experts ruimte om besluiten te nemen en ondersteunt hen bij het realiseren van collectieve ambitie

• Draagt de eigen visie uit en wordt op grond daarvan door partners/experts binnen en buiten de eigen werkomgeving gevraagd bijdrage te leveren aan hun ambities

• Creëert ruimte en mogelijkheden voor personeel om werkzaamheden op eigen (en eventueel andere) wijze uit te voeren

• Inspireert partners/experts om hun visie te delen en om draagvlak en betrokkenheid hiervoor te realiseren.

Omgevingsbewustzijn

Laten blijken geïnformeerd te zijn over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen of andere omgevingsfactoren

en deze kennis effectief benutten voor de eigen functie of organisatie.

• Stelt zich op de hoogte van externe (politieke en maatschappelijke) ontwikkelingen en vertaalt deze naar de eigen werksituatie.

• Stelt zich op de hoogte van veranderingen in de rampenbestrijdingsorganisatie en vertaalt deze naar de eigen werksituatie.

Oordelen

Op basis van beschikbare informatie en ervaring en met inachtneming van de heersende waarden en normen tot een

mening komen die als geldig erkend wordt.

• Komt op basis van tegenstrijdige informatie tot een gewogen mening en beïnvloedt daarmee de richting voor de rampenbestrijdingsorganisatie.

• Betrekt een breed scala aan alternatieve opvattingen en meningen in de oordeelsvorming en houdt rekening met gevolgen voor de betrokken partijen.

• Schetst de mogelijke gevolgen van plannen en meningen in situaties met een hoge mate van onzekerheid en complexiteit.

Overtuigingskracht

Het verkrijgen van instemming en enthousiasme voor bepaalde doelen, plannen of ideeën zodat deze worden

geaccepteerd of gedragen.

• Treedt krachtig en vastberaden op bij verschillende of tegengestelde meningen, belangen of verwachtingen

• Wisselt relatiegericht van invloedstijl om zwaarwegende (belangen) tegenstellingen of conflicten te overbruggen

• Enthousiasmeert anderen voor zijn/haar standpunten, ook wanneer sprake is van fundamentele verschillen van inzichten of conflictsituaties; houdt de relatie daarbij in stand.

Page 20: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

18

Plannen, organiseren en coördineren

Vanuit een vastgesteld doel bepalen welke taken/activiteiten georganiseerd en gepland moeten worden en daar naar

handelen. Bepalen van prioriteiten en aangeven van een volgorde van werkzaamheden.

• Ondersteunt en stuurt partners/experts aan bij de planning en uitvoering van hun werkzaamheden en bewaakt de voortgang

• Coördineert veel werkzaamheden die inhoudelijk van elkaar verschillen, met een langere doorlooptijd of met gevolgen voor de langere termijn

• Houdt op elk moment en op elk niveau het overzicht van werkzaamheden en stuurt indien nodig bij op hoofdlijnen

• Anticipeert op onverwachte gebeurtenissen die van invloed zijn op de planning en past de planningen en doelstellingen hierop aan.

Politiek-bestuurlijk inzicht

Anticiperen op en onderkennen van de relevantie van gebeurtenissen die van invloed zijn op de positionering van de

brandweer en rampenbestrijdingsorganisatie in de politiek-bestuurlijke context.

• Schat politiek-bestuurlijke belangen in, betrekt actoren in besluitvorming en deelt het succes met bestuurders

• Benut het politiek-bestuurlijk krachtenveld rondom de brandweer en de ontwikkeling van de rampenbestrijdingsorganisatie, stemt zijn handelen af op dit krachtenveld en sluit allianties

• Legt relaties tussen de verwachte resultaten voor de eigen organisatie en criteria voor andere schakels in de bestuurlijke keten.

Probleemanalyse

Signaleren van problemen, herkennen van belangrijke informatie; verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van

mogelijke oorzaken van problemen; zoeken naar ter zake doende gegevens.

• Herkent (in een vroeg stadium)dat er sprake is van een bepaald probleem.

• Verzamelt informatie (mondeling en schriftelijk) over achtergronden en oorzaken van het probleem, voordat hij een besluit neemt. Diept het probleem uit.

• Integreert nieuw gevonden informatie met bestaande informatie.

• Legt verbanden tussen de verschillende soorten informatie.

• Weet symptomen van oorzaken te onderscheiden.

• Maakt onderscheid tussen feitelijke informatie en interpretaties/veronderstellingen.

Samenwerken

Zich inzetten om met anderen resultaten te bereiken en daarmee bijdragen aan een gezamenlijk doel. Denken en

handelen vanuit gemeenschappelijke belangen.

• Zoekt actief samenwerking met partners/experts op en stuurt daarbij op gemeenschappelijke belangen; betrekt partners/experts in besluitvorming en komt met hen tot een gemeenschappelijk doel en aanpak.

• Doet actief aan kennisoverdracht door eigen kennis en ervaringen te delen en partners/experts te motiveren hun expertise in te brengen.

• Beweegt partners/experts tot samenwerken en zorgt ervoor dat het resultaat wordt ervaren als een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Page 21: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

19

Stressbestendigheid

Kalm, objectief en effectief blijven functioneren bij tijdsdruk, tegenslag, teleurstelling of tegenspel. Om kunnen gaan

met weerstanden.

• Houdt onder grote druk en bij complexe situaties vast aan het eigen standpunt; past bij problemen of tegenstand de aanpak aan

• Herkent stressfactoren en maakt deze bespreekbaar door het proces met partners/experts te analyseren

• Presteert langdurig goed onder tijdsdruk, tegenslag en complicaties

• Schermt partners/experts af van stress door (tijds)druk en zorgt dat het werk hier geen schade van ondervindt.

Sturing geven aan proces

Op inspirerende wijze richting geven aan het proces. Randvoorwaarden scheppen en mensen motiveren zodat

resultaten bereikt worden.

• Geeft partners/experts ruimte om besluiten te nemen en ondersteunt hen bij het realiseren van collectieve ambitie

• Draagt de eigen visie uit en wordt op grond daarvan door partners/experts binnen en buiten de eigen werkomgeving gevraagd bijdrage te leveren aan hun ambities

• Creëert ruimte en mogelijkheden voor personeel om werkzaamheden op eigen (en eventueel andere) wijze uit te voeren

• Inspireert partners/experts om hun visie te delen en om draagvlak en betrokkenheid hiervoor te realiseren.

Page 22: Regionaal operationeel leider...operationele prestaties, binnen de bestuurlijke kaders. 1 Voor de uitwerking van de vier niveaus, zie bijlage 2. 2 Waar hij staat, kan ook zij gelezen

KWALIFICATIEDOSSIER REGIONAAL OPERATIONEEL LEIDER

20

Bijlage 2: Uitwerking niveaus in aansturing

Kerncompetenties

De uitwerking van de verschillende niveaus in aansturing is ontleend aan Het Referentiekader

Regionaal Crisisplan 2009.

Processen zijn ‘ketens van activiteiten in hun onderlinge samenhang, logisch geordend en gericht

op het bereiken van resultaat (output)’. Een procesmodel geeft een globaal overzicht van de

‘ketens aan activiteiten’ in een organisatie, terwijl een procesbeschrijving laat zien waaruit een

bepaald proces bestaat, wat het moet opleveren en met welke andere activiteiten het samenhangt.

Dat biedt vervolgens de mogelijkheid om aan procesmanagement te doen: ‘het beheersen,

beïnvloeden en controleren, naar onze hand zetten en als het even kan voorspelbaar maken van de

processen’. Het procesmanagement dat hier wordt bedoeld betreft het managen van

bedrijfsprocessen en niet - hoe wezenlijk ook voor crisisbeheersing - het managen van de

besluitvormingsprocessen zelf.

Een algemeen geaccepteerd uitgangspunt is dat er in elke organisatie drie hoofdsoorten processen

zijn: primaire – op de klant gerichte – processen, ondersteunende processen en besturende

processen. Primaire processen zijn daarbij het meest onderscheidend, omdat ze direct te maken

hebben met de daadwerkelijke en unieke productie en levering van diensten en goederen aan een

‘klant’. Te denken valt aan het bestrijden van brand of emissie van gevaarlijke stoffen, het

ontruimen en afzetten van het brongebied, het met ambulances vervoeren van gewonden en het

opvangen van ontheemde mensen. Besturende en ondersteunende processen, die ten dienste staan

aan de primaire processen, zijn echter nauwelijks onderscheidend en bij vrijwel alle organisaties in

hoofdlijnen hetzelfde opgebouwd.

Het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 richt zich vooral op besturende processen3, omdat

zij - tegen de achtergrond van de Basisvereisten Crisismanagement - deze als randvoorwaardelijk

beschouwt binnen het bestuurlijke en operationele netwerk voor crisisbeheersing. Het

referentiekader onderscheidt het sturend werk op vier niveaus in de volgende werkwoorden4:

• besturen, we weten welke bestuurlijke prestaties we willen behalen;

• richten, we weten welke operationele prestaties we willen behalen;

• inrichten, we zijn er klaar voor;

• verrichten, we doen het; - de intake en inzet van capaciteit voor uitvoerend werk; - de intake en inzet van capaciteit voor ondersteunend werk; - de intake en inzet van capaciteit voor verbeterwerk5.

3 De term besturende processen kan beschouwd worden als een processoort, maar ook het proces van besluitvorming zelf, al dan niet

binnen netwerken. Hier wordt het besturend proces als een processoort beschouwd. 4 De begrippen strategisch, tactisch en operationeel worden verschillend geïnterpreteerd binnen de afzonderlijke sectoren en

beleidsterreinen

binnen het netwerk. 5 Het verbeterwerk - hoe essentieel ook - wordt niet nader beschreven in dit referentiekader.