Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus...

46
Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing Gemeente Almere April 2002

Transcript of Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus...

Page 1: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing Gemeente Almere

April 2002

Page 2: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 2

Inhoud Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen 4 3. Probleemstelling 4 4. Onderzoeksvragen 5 5. Afbakening van het onderzoek 5 6. Opbouw 5 Hoofdstuk 1: Theoretisch kader 1.1 Inleiding 6 1.2 Definitie van het begrip recreatief woonmilieu 6 1.3 Veel voorkomende kenmerken van een recreatief woonmilieu 7 1.4 Het belang van recreatieve woonmilieus 8 1.4.1 Inleiding 8 1.4.2 De meerwaarde voor de bewoners 8 � Case study: Gated communities en defended neighbourhoods 9 1.4.3 De betrokkenheid van de bewoners 11 1.4.4 De meerwaarde voor de omgeving 12 � Case study: De mogelijkheden van gebiedsmanagement 13 1.4.5 De betekenis van recreatieve woonmilieus voor het verwezenlijken

van de beleidsdoelstellingen 14 1.5 Toegankelijkheid voor lagere- en middeninkomensgroepen 16 1.6 Conclusie 17 � Case study: De discussie rond permanente bewoning van

recreatiewoningen 18 Hoofdstuk 2: Voorbeelden uit binnen- en buitenland 2.1 Inleiding 19 2.2 Opvallende woonmilieus en bouwprojecten 19 2.3 Nieuwe ideeën 22 2.3.1 Inleiding 22 2.3.2 Kleinschalige (recreatieve) voorzieningen in de woonwijk 22 2.3.3 Andere ideeën 22

� Case Study: Wonen rond een manege 23 2.4 Conclusie 24 Hoofdstuk 3: De situatie van Almere 3.1 Inleiding 25 3.2 Geschiedenis 25 3.3 Huidige situatie 26 3.4 Toekomstperspectieven 26 3.5 Conclusie 27 Hoofdstuk 4: Bestaande en mogelijke woonmilieus in Almere 4.1 Inleiding 28 4.2 Recreatieve woonmilieus in Almere 28 4.3 Theoretische mogelijkheden 31 4.4 Concrete locaties 31 4.4.1 Mogelijkheden in bestaand gebied 31 4.4.2 Mogelijkheden in nieuw te ontwikkelen gebied 32 4.5 Conclusie 33 Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen 5.1 Inleiding 34 5.2 Aanbevelingen 34 5.2.1 Inleiding 34 5.2.2 Integratie van wonen en recreëren 34 5.2.3 Optimaal benutten van specifieke Almeerse kwaliteiten 35 5.2.4 Nieuwe vormen van beheer en onderhoud 35 5.2.5 Meer projectmatig en thematisch bouwen 35 5.3 Conclusie 36 Literatuur 37 Bijlage I: Definities van de gehanteerde begrippen 40 Bijlage II: Lijst van betrokken personen en instanties 42 Samenvatting 43 Foto op de omslag: Http://www.vanderlinden.nl

Page 3: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 3

Voorwoord Voor u ligt het eindresultaat van een drie maanden durende onderzoeksstage, die ik met veel plezier heb uitgevoerd bij de Gemeente Almere. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van mijn studie Sociale Geografie aan de Universiteit Utrecht. Tijdens een excursie naar Lelystad raakte ik geïnteresseerd in het thema recreatief wonen. Dankzij deze rondrit door een geplande stad besefte ik dat Nederland gelukkig niet zo volgebouwd is met alleen maar standaard Vinex-woningen als vaak wordt gesuggereerd. In de afgelopen jaren zijn er ook veel andere woonmilieus gerealiseerd. Reden genoeg om te kijken of ik een stageplek kon vinden, waar ik mij in dit onderwerp zou kunnen verdiepen. Zowel mijn toenmalige begeleider op de Universiteit, Dr. Frank van Dam, als mijn voormalig werkgever, Dr. Martin Stijnenbosch van STOGO Onderzoek & Advies uit Utrecht, raadden me aan om te kijken of er misschien interesse in Almere bestond voor een onderzoek naar recreatieve woonmilieus. Deze stad kende ik vooral uit mijn middelbare schooltijd, omdat hier veel klasgenoten vandaan kwamen en ik hier vaak basketbalwedstrijden speelde. Ik herinnerde me Almere vooral als één grote nieuwbouwwijk met veel vrijliggende fietspaden en busbanen. Afgaand op wat ik zag in de wijken die ik kende -Almere Haven, de Stedenwijk, de Vogelwijk en de Muziekwijk- begreep ik nooit dat hier mensen vrijwillig gingen wonen. De interesse van de Gemeente werd gevonden in de persoon van Kees Boer, senior beleidsmedewerker bij de afdeling Wonen & Juridische Zaken, toevallig een bekende van zowel Van Dam als Stijnenbosch. Deze afdeling bleek niet gehuisvest in het veel te kleine Stadhuis, maar door ruimtegebrek tijdelijk verdreven naar de blauwrode dependance hier tegenover. Ik zou dus vooral gaan werken in deze rare blokkendoos met allerlei literaire en stedenbouwkundige teksten op de buitenmuren, midden tussen het Stadhuis, het marktplein, het Flevoziekenhuis, een grote kale vlakte aan het Weerwater en het in Almere welbekende Circus. Hier kwam ik voor het eerst in aanraking met flexplekken, verlaten kamers op vrijdagmiddagen, de bureaucratie van formulieren, regelingen en de onbereikbaarheid van sommige medewerkers. Inmiddels is mijn mening over Almere aardig veranderd. Bij veel collega's merk ik dat zij zelf voor geen goud in Almere zouden willen wonen, maar dat zij er wel met veel plezier werken. In discussies met studiegenoten en vrienden ben ik Almere juist gaan verdedigen, als zijnde de stad met de

vele mogelijkheden: Het kán in Almere! Hier kun je nog rustig wonen in een prettige woonomgeving. Enkele woorden van dank zijn hier wel op hun plaats. Allereerst wil ik Frank van Dam en Martin Stijnenbosch bedanken voor hun tip om naar Almere te gaan. Daarnaast gaat mijn dank uit naar alle collega's van de Gemeente Almere, zonder wiens adviezen, tips en ideeën dit rapport niet geworden zou zijn wat het nu is. In het bijzonder wil ik Erik Hagens bedanken, die mij uitnodigde voor interessante bijeenkomsten over thema's als Boswonen en Waterwonen. Hierdoor ben ik meer te weten gekomen over de denkwijzen van onder andere stedenbouwkundigen en architecten. Vooral de manier waarop zij hun ideeën razendsnel in sprekende tekeningen konden vertalen sprak mij erg aan. Daarnaast heeft hij ervoor gezorgd dat ik met enkele mensen in contact kwam, die voor mijn onderzoek van betekenis konden zijn. Mijn begeleider Kees Boer wil ik nadrukkelijk bedanken voor zijn kritische kijk op mijn tussentijdse versies en voor zijn aanvullende kennis over en vanuit de Gemeente Almere. Verder gaat mijn dank uit naar de mensen van de verschillende Structuurplannen en van allerlei aan dit onderzoek gerelateerde instanties, vanwege hun behulpzaamheid bij het beantwoorden van mijn vragen en het sturen van mijn onderzoek. Ook socioloog Arnold Reijndorp verdient een woord van dank vanwege zijn kritische, doch enthousiaste kijk op mijn onderzoek. Hij wist mij ervan te overtuigen dat het onderzoek een duidelijk maatschappelijk belang dient. Tenslotte nog een woord van dank aan alle vrienden, studiegenoten en andere bekenden, die met enig regelmaat stukken tekst onder ogen kregen met de vraag er even wat commentaar bij te zetten. Mijn verbazing was groot toen bleek dat de meesten dat graag deden. Al gauw snapte ik waarom, want kort hierop kreeg ik ook ineens allemaal opzetjes, onderzoekjes en teksten toegestuurd met het verzoek om daar eens naar te kijken. Mijn tijd hier is omgevlogen en ik zal er later met veel plezier op terugkijken. Ik hoop dat dit rapport zich makkelijk laat lezen en kan dienen als een goed handvat voor de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus en als aanzet voor eventuele vervolgonderzoeken.

Erik van Marissing, 18 april 2002

Page 4: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 4

Inleiding 1. Aanleiding "Over wonen heeft iedere Nederlander een mening" (VROM.NL 2000, p. 12), want "de Nederlander zoekt geen woning, maar ruimte om in te wonen. Daar stelt hij prijs op kwaliteit, rust en privacy, voldoende ruimte buiten de woning en recreatiemogelijkheden dicht in de buurt"1. Echter, "er is in Nederland (…) steeds minder ruimte en steeds meer vraag naar recreatie" (Kalter 2001). Daarom gaan gemeenten, bouwbedrijven en projectontwikkelaars steeds vaker op zoek naar nieuwe woonvormen, die beter aansluiten bij de veranderende woonwensen van de consument. Maatschappelijke ontwikkelingen als veranderende arbeidstijden, andere vrijetijdspatronen, het vervagen van de grenzen tussen wonen en recreëren, inkomensstijgingen en de almaar toenemende mobiliteit van veel huishoudens spelen hierbij een belangrijke rol. De landelijke overheid reageert met gemengde gevoelens op deze ontwikkeling. Enerzijds moet de overheid haar streng regulerende rol behouden, want "Nederland is klein, behoorlijk vol en naarmate de welvaart stijgt, eisen burgers en bedrijven steeds meer ruimte op voor zichzelf en stellen ze ook hogere eisen aan de kwaliteit van hun omgeving. Als al die individuele wensen en eisen worden ingewilligd, valt het eindresultaat vaak tegen en beginnen we te klagen over een land dat 'voller, vuiler en eenvormiger' lijkt te worden" (De Volkskrant 2001). Het restrictieve contourenbeleid van minister Pronk, zoals dat in de Vijfde Nota wordt geschetst, is een duidelijke weerspiegeling van deze gedachte. Aan de andere kant is het duidelijk dat de individuele wensen van de consument niet zonder meer kunnen worden genegeerd door de overheid, maar dat deze misschien juist gefaciliteerd zouden moeten worden. Aan de groene woonwensen van de consument kan bijvoorbeeld nog steeds niet voldoende worden voldaan. In de Nota Wonen2 pleit Staatssecretaris Remkes dan ook voor meer zeggenschap van burgers over de vormgeving, inrichting en beheer van hun woning en woonomgeving. Deze ogenschijnlijke beleidstegenstelling vormt een goede aanleiding voor een onderzoek naar nieuwe woonvormen. Gepoogd wordt om aan te tonen dat aan de

1 De NVM-publicatie waar dit citaat uit komt, getiteld Nederland 2030: wonen, werken en leven in de 21e eeuw, is te lezen op: Http://www.nvm.nl 2 Deze Nota heeft officieel "Mensen Wensen Wonen: Wonen in de 21e eeuw", maar wordt meestal aangeduid als de "Nota Wonen".

individuele woonwens van de consument kan worden voldaan, zonder dat daarmee de doelstellingen uit de Vijfde Nota uit het oog worden verloren. De Provincie Flevoland leent zich uitstekend voor een onderzoek naar de mogelijkheden voor nieuwe woonmilieus. In verhouding tot veel andere plaatsen in Nederland mag hier nog veel gebouwd worden, zijn de huizen nog relatief betaalbaar en, niet onbelangrijk, is er nog ruimte om te experimenteren op het gebied van wonen, architectuur en stedenbouw. Slogans als "Lelystad, voor wie verder kijkt" en "Het kán in Almere" bevestigen de ambities van deze gemeenten. Almere is verreweg de grootste en tevens snelst groeiende gemeente in Flevoland. In de afgelopen 25 jaar is Almere op bijna Amerikaanse wijze uitgegroeid van een pioniersdorp tot een stad van 160.000 inwoners. Met zo'n 3000 nieuwe woningen per jaar, zal Almere straks 300.000 tot 400.000 inwoners tellen, waarmee het de vijfde stad van Nederland wordt. Almere heeft inmiddels de eerst fase achter de rug en begint nu aan een nieuwe fase. Daar waar voorheen de snelle ontwikkeling van woonmilieus centraal stond, zijn nu differentiatie van woonmilieus en de aansluiting van nieuwe woonmilieus op de bestaande stad de belangrijkste opgaven van het woonbeleid. In dit onderzoek zal worden gekeken in hoeverre een woonmilieu met een sterk recreatief karakter bij kan dragen aan de differentiatie van het woningaanbod in Almere en op welke manier dit past binnen zowel het restrictieve contourenbeleid uit de Vijfde Nota als het beleid, zoals dat in de Nota Wonen wordt beschreven. 2. Doelstellingen De doelstellingen van dit onderzoek zijn als volgt geformuleerd: 1. Inzicht verkrijgen in het maatschappelijk belang van recreatieve woonmilieus. 2. Inzicht verkrijgen in de aanwezigheid van bestaande en de mogelijkheden

voor nieuwe recreatieve woonmilieus in de Gemeente Almere.

3. Probleemstelling De probleemstelling, die naar aanleiding van deze doelstellingen kan worden geformuleerd luidt: Vormt de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus een instrument voor de Gemeente Almere om de individuele woonwensen van de consument met de collectieve ambities van de Gemeente Almere te verenigen? De individuele woonwensen kunnen daarbij als volgt worden geformuleerd: De woonwensen van de consument die steeds diverser worden omdat de consument steeds meer en hogere eisen stelt aan zijn woning en woonomgeving en omdat tegelijkertijd ook steeds meer mogelijk is op het gebied van woningbouw.

Page 5: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 5

De collectieve ambities hebben betrekking op de ruimtelijke inrichtingsopgave van ons land en kunnen worden omschreven als: Het creëren van voldoende keuzemogelijkheden voor de burger op de woningmarkt, mits de kwaliteit van de leefomgeving gewaarborgd blijft en het vergroten van de betrokkenheid van de burger bij de woning en woonomgeving. In Bijlage I worden beide begrippen uitgebreider omschreven.

4. Onderzoeksvragen Aan de hand van de probleemstelling zijn enkele onderzoeksvragen geformuleerd. De eerste onderzoeksvraag dient ter afbakening van het begrip en luidt: 1. Wat is een recreatief woonmilieu? Aansluitend bij de eerste doelstelling is vervolgens een vijftal onderzoeksvragen geformuleerd, aan de hand waarvan het maatschappelijk belang van recreatieve woonmilieus zal worden onderzocht: 2. Wat is de meerwaarde van een recreatief woonmilieu voor de omgeving? 3. Wat is de meerwaarde van een recreatief woonmilieu voor de bewoners? 4. Zijn bewoners van een recreatief woonmilieu meer betrokken bij hun

woonomgeving dan bewoners van een 'gewone' wijk? 5. Wat is de betekenis van recreatieve woonmilieus voor het verwezenlijken van

de beleidsdoelstellingen? 6. Op welke manier kunnen recreatieve woonmilieus toegankelijk gemaakt

worden voor de lage- en middeninkomensgroepen? Tenslotte is er een viertal vragen geformuleerd, dat specifiek op de situatie van Almere ingaat. Deze vragen luiden: 7. Zijn er recreatieve woonmilieus in Almere? 8. Zijn er in Almere mogelijkheden om nieuwe recreatieve woonmilieus te

realiseren? 9. Welke recreatieve woonmilieus zouden er in Almere gerealiseerd kunnen

worden? 10. Waar in Almere zouden deze het beste gerealiseerd kunnen worden?

5. Afbakening van het onderzoek Recreatie is een zeer breed begrip. Daardoor zijn er ook vele verschillende soorten recreatieve woonmilieus en is een afbakening van het onderzoek noodzakelijk. Het onderzoek zal zich beperken tot woonmilieus in een suburbane setting. Hiervoor is niet alleen gekozen omdat van dit type woonmilieu de meeste voorbeelden beschikbaar zijn, maar vooral ook omdat verreweg het grootste deel van de nieuwbouwwoningen in Almere volgens dit concept wordt gebouwd.

Recreatie en vrijetijdsbesteding vinden op verschillende schaalniveaus plaats. Van recreatie in en om het huis tot het bezoeken van landelijke trekpleisters zoals een natuurgebied of een pretpark. Omdat deze verschillende vormen van recreatie niet goed met elkaar te vergelijken zijn, zal het onderzoek zich verder beperken tot recreatie op buurt- en wijkniveau.

6. Opbouw Het rapport is opgebouwd uit vijf hoofdstukken, die elk weer onderverdeeld zijn in een aantal paragrafen en subparagrafen. In het eerste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de het theoretisch kader. Allereerst wordt gekeken wat precies wordt verstaan onder een recreatief woonmilieu en wat daarvan de meest voorkomende kenmerken zijn. Ook wordt kort aandacht besteed aan de verschillende verschijningsvormen, die recreatieve woonmilieus kunnen hebben. Ter illustratie zijn er twee case studies opgenomen. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van voorbeelden van recreatieve woonmilieus in binnen- en buitenland. Hieruit komt een aantal ideeën naar voren, waarvan er één is uitgelicht en als case study is opgenomen. Het derde hoofdstuk behandelt de woningmarktsituatie van Almere. Er wordt kort ingegaan op de geschiedenis, vervolgens komt de huidige situatie aan bod en tenslotte wordt deze lijn doorgetrokken naar de toekomst. In Hoofdstuk 4 zal vervolgens worden bekeken of er mogelijkheden zijn om in Almere recreatieve woonmilieus te realiseren, welk soort dit zou kunnen zijn en waar deze zouden kunnen komen. Het laatste hoofdstuk combineert de inzichten van de eerste twee hoofdstukken met de kennis over Almere en geeft een conclusie in de vorm van een aantal aanbevelingen die zowel voor de gemeente Almere als voor andere overheden van belang (kunnen) zijn.

Page 6: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 6

Hoofdstuk 1: Theoretisch kader 1.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het theoretisch kader van het onderzoek uiteengezet. Paragraaf 1.2 geeft een antwoord op de eerste onderzoeksvraag, namelijk de vraag wat een recreatief woonmilieu is. Ter verduidelijking van deze definitie worden de belangrijkste kenmerken van dit type woonmilieu behandeld in paragraaf 1.3. Het belang van recreatieve woonmilieus voor zowel de bewoners als voor de omgeving komt in paragraaf 1.4 aan de orde, alsmede de (landelijke) betekenis ervan. Ook de betrokkenheid van bewoners bij hun woonomgeving komt in deze paragraaf aan bod (onderzoeksvragen 2t/m5). Deze vragen zullen worden beantwoord aan de hand van een literatuurstudie over dit thema. Ook zal er af en toe informatie worden gebruikt, die naar voren is gekomen tijdens gesprekken met allerlei personen die op de een of andere manier bij dit onderwerp zijn betrokken3. De zesde onderzoeksvraag behandelt het vraagstuk van de toegankelijkheid en betaalbaarheid en komt aan de orde in Paragraaf 1.5. Tenslotte volgt in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk de conclusie. Het een en ander wordt geïllustreerd aan de hand van enkele case studies.

1.2 Definitie van het begrip recreatief woonmilieu Wat is een recreatief woonmilieu? Voordat er onderzocht kan worden of deze bestaan en welke mogelijkheden er zijn, moet er eerst een bruikbare definitie van dit begrip geformuleerd worden. Het begrip recreatief woonmilieu bestaat uit twee componenten, die ieder afzonderlijk gedefinieerd kunnen worden. Het adjectief recreatief heeft te maken met het recreatieve karakter. Het wordt in de Van Dale omschreven als: "ontspanning in de vrije tijd" of "vrijetijdsbesteding (sport en spel, verblijf in de natuur, amusement, uitstapjes)". Het begrip woonmilieu omschrijft de Van Dale als "De omstandigheden waarbinnen men woont". Deze definitie is erg veelomvattend, maar geeft wel duidelijk aan dat een woonmilieu meer is dan een verzameling van een aantal woningen. De Gemeente Almere (2001a, p.13) is al iets specifieker en hanteert de definitie "de directe leefomgeving4 van de woning met de aanwezige 3 Een overzicht van personen met wie gesprekken zijn gevoerd, is te vinden in Bijlage II. 4 Zie voor een beschrijving van dit begrip Bijlage I.

voorzieningen". Het is nog duidelijker te omschrijven als: "het geheel van wonen, werken, recreëren en andere voorzieningen in de directe omgeving van de woning". Wanneer de beide eerder genoemde definities worden gecombineerd, luidt de omschrijving van een recreatief woonmilieu: "ruim opgezette, parkachtige uitbreidingen met een menging van permanent en recreatief wonen, waarbij alle woningen voldoen aan de verordening van permanent woonverblijf. Het wonen in deze woongebieden heeft een nauwe relatie met de recreatieve mogelijkheden" (Provincie Zeeland 1990, p.7). Deze definitie geeft aan dat er een duidelijke relatie bestaat tussen het wonen en het recreëren. Voor dit onderzoek kan een recreatief woonmilieu worden gedefinieerd als: "een woonmilieu, waarin de woningen nabij recreatieve voorzieningen gesitueerd zijn en waarbij een duidelijke samenhang bestaat tussen de woningen en deze voorzieningen". Figuur 1.1 Verschillende typen woonmilieus en recreatiegebieden

Wonen Recreatief wonen Recreëren

Type I 'Gewoon' woonmilieu

zonder specifieke recreatieve

voorzieningen

Type II Woonmilieu met

recreatieve voorzieningen

(wel/geen mogelijkheden)

Type V Recreatief

woonmilieu Wonen en recreëren

complementeren elkaar

Type III 'Gewoon'

recreatiegebied zonder woningen (m.u.v. beheer)

Type IV Recreatiegebied met

woningen (wel/geen

mogelijkheden)

Page 7: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 7

Een recreatief woonmilieu is dus eigenlijk een vorm van wonen die meer heeft te bieden dan wonen alleen. De recreatieve voorzieningen hebben naar verwachting dan ook een duidelijke toegevoegde waarde ten opzichte van een gewoon woonmilieu. Hoe ontstaat een recreatief woonmilieu? In Figuur 1.1 is schematisch weergegeven hoe een recreatief woonmilieu moet worden gezien vanuit de bestaande situatie. De figuur bestaat uit 3 componenten: wonen, recreëren en recreatief wonen, onderverdeeld in 5 typen woonmilieus. In de rest van dit rapport zal telkens worden terugverwezen naar deze typen woonmilieus. Wat betreft wonen zijn er twee woonmilieus denkbaar: een woonmilieu waar helemaal geen recreatieve voorzieningen zijn, aangeduid als Type I en een woonmilieu waar wel recreatieve voorzieningen zijn, maar die geen relatie hebben met het wonen in dit gebied (Type II). Aan de rechterzijde zijn 2 soorten recreatiegebieden opgenomen: die waar geen (Type III) en die waar wél woningen staan (Type IV). Uiteindelijk kunnen al deze woonmilieus direct of indirect getransformeerd worden tot een recreatief woonmilieu, aangeduid als Type V. Dit kan zowel een bedoelde als een toevallig ontstane ontwikkeling betreffen. Aan de linkerzijde kan de verandering plaatsvinden door recreatievoorzieningen te realiseren in de woongebieden. Aan de andere zijde is het precies omgekeerd en kan een recreatiegebied ook een woonfunctie krijgen door woningen in het gebied te bouwen. Het kan ook nog voorkomen dat een woonmilieu van het Type II meer recreatieve voorzieningen krijgt, of dat een recreatiegebied (Type IV) juist meer woningen krijgt, zonder dat er sprake is van een verandering naar een recreatieve woonomgeving. Dit is aangegeven door middel van de onderste pijl. Nuanceverschillen en beeldvorming De scheiding tussen de verschillende typen is niet altijd even duidelijk, omdat het slechts nuanceverschillen zijn. Deze figuur is dan ook vooral bedoeld om bij te dragen aan de beeldvorming van een recreatief woonmilieu als onderzoeksobject. Ter verduidelijking zal in de volgende paragraaf een aantal veel voorkomende kenmerken van recreatieve woonmilieus worden genoemd.

1.3 Veel voorkomende kenmerken van een recreatief woonmilieu

Wat maakt een woonmilieu tot een recreatief woonmilieu? Anders gezegd: wanneer is een woonmilieu een Type V en niet een Type I of II? Er is een aantal kenmerken waaraan veel recreatieve woonmilieus voldoen. Echter, zoveel mogelijkheden als er zijn om te recreëren of te ontspannen, zoveel woonmilieus zijn er die als recreatief zouden kunnen worden aangemerkt. De ene recreatieve woonomgeving heeft daardoor weer heel andere kenmerken dan de andere. Het is dan ook te verwachten dat de meerwaarde van recreatieve woonmilieus niet overal en niet voor iedereen hetzelfde zal zijn. Een recreatief woonmilieu wordt in Figuur 1 omschreven als een omgeving waar wonen en recreëren elkaar complementeren. De aanwezigheid van recreatieve voorzieningen die een duidelijke relatie hebben met de directe woonomgeving is dus een vereiste. In onderzoekstermen wordt dit een zogeheten 'harde' voorwaarde genoemd. Hierbij kan gedacht worden aan betaalde voorzieningen, zoals indoor- (sporthal, zwembad) en outdoor recreatie (tennisbaan, golfbaan). Het kunnen ook onbetaalde voorzieningen zijn, zoals een bos of een recreatieplas. Sommige van deze voorzieningen zijn openbaar toegankelijk, zoals een park. Anderen zijn alleen te gebruiken door de bewoners en eventuele gasten, bijvoorbeeld een gemeenschappelijke binnentuin of een inpandige fitnessruimte. Daarnaast zouden meer stedelijke voorzieningen als een museum of een theater ook als recreatieve voorzieningen kunnen worden gezien. Vanwege de in de inleiding gemaakte afbakening zal deze vorm van recreatie echter buiten beschouwing worden gelaten. Veel andere kenmerken zijn niet per definitie recreatief. Ze moeten wel een duidelijke recreatieve functie vervullen voor bewoners en eventuele andere gebruikers. Groen en water bijvoorbeeld kunnen een gebruikersfunctie vervullen doordat ze de mogelijkheid bieden om te wandelen, te fietsen, te zwemmen of te varen. Ook kunnen ze een functie vervullen die te maken heeft met natuurbeleving. Bewoners van woonarken bijvoorbeeld, zeggen zich op het water "dichter bij de natuur te voelen" dan aan de wal5. Daarnaast heeft het water volgens hen een rustgevende uitwerking, wat ook als recreatieve waarde kan worden beschouwd.

5 Zie bijvoorbeeld de internetsite: Http://www.waterwonen.nl

Page 8: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 8

Verschijningsvormen van recreatieve woonmilieus Een ander kenmerk, wat vooral voor veel nieuwe recreatieve woonmilieus geldt, is dat het vaak prestigieuze projecten zijn, die volgens een sterk uitgedacht stedenbouwkundig concept worden gebouwd. Voor oudere woonmilieus, met name in recreatieparken, geldt eerder het omgekeerde: "Geen huis is hetzelfde, maar alles past bij elkaar" (Koper 2000, p.1). De Blauwe Stad in het Groningse Oldambt, de Eilandenbuurt in Almere, Haverleij in 's Hertogenbosch en het Amsterdamse IJburg6 zijn prestigieuze projecten, die inmiddels landelijke bekendheid genieten vanwege hun herkenbare ontwerp. De opzet van deze projecten zorgt ervoor dat deze wijken niet alleen qua identiteit duidelijk te onderscheiden zijn van andere woonmilieus, maar dat deze soms ook fysiek gescheiden zijn van de omgeving. In een enkel geval gaat dit zo ver dat wijken zelfs helemaal afgesloten zijn van de buitenwereld (zie de case study over defended neighbourhoods en gated communities7). Het is echter juist noodzakelijk dat mensen van buitenaf ook van de recreatiemogelijkheden gebruik kunnen maken, om draagvlak voor bepaalde voorzieningen te kunnen garanderen Ook vanuit maatschappelijk oogpunt is dit wenselijk, want in principe moet iedereen over voldoende recreatie- en ontspanningsmogelijkheden kunnen beschikken. Eenheid door verscheidenheid Recreatieve woonmilieus worden vooral gekenmerkt door een grote diversiteit aan verschijningsvormen. De eenheid, die in Figuur 1.1 wordt aangeduid met 'Type V' is vooral een verzameling van allerlei verschillende manieren waarop het complementeren van woon- en recreatieve functies kan worden ingevuld. Recreatief wonen kan dan ook van alles betekenen: wonen in een eenvoudige woonark aan het kanaal, wonen in een voor tijdelijke bewoning bedoelde recreatiewoning aan de rand van de stad, wonen op een volledig ingericht park of complex, wonen in een zelf gebouwd huis in het bos of wonen in een 18 verdiepingen tellende serviceflat8 met royaal uitzicht over het stadscentrum. In het volgende hoofdstuk zal een aantal voorbeelden worden genoemd, dat aangeeft hoe groot de verscheidenheid op de recreatieve woningmarkt is. Het enige wat voor al deze woonvormen geldt, is dat er, zoals eerder gezegd, een duidelijke, wederzijdse, relatie tussen het wonen en de recreatiemogelijkheden bestaat.

6 Zie voor meer informatie over deze projecten de internetsites: Http://www.deblauwestad.nl, Http://www.gewild-wonen.nl, Http://www.haverleij.nl en Http://www.ijburg.nl. 7 Zie Bijlage I voor een omschrijving van beide begrippen. 8 Hiermee wordt service in de breedste zin van het woord bedoeld.

1.4 Het belang van recreatieve woonmilieus 1.4.1 Inleiding Nu bekend is wat een recreatief woonmilieu is en waardoor deze wordt gekenmerkt, zal worden onderzocht welke meerwaarde dit type woonmilieu heeft ten opzichte van 'gewone' woonmilieus. Dit kan een meerwaarde voor de bewoners zijn, maar ook voor de omgeving. Daarnaast mag worden verwacht dat bewoners door het specifieke karakter van het woonmilieu een grotere mate van betrokkenheid kennen bij hun woonomgeving. Deze drie vragen tezamen resulteren in een antwoord op de vijfde onderzoeksvraag, waarin de betekenis van recreatieve woonmilieus zal worden onderzocht. Het gaat hierbij niet alleen om de betekenis voor de landelijke overheid, maar ook om de betekenis voor de gemeente Almere. Tenslotte zal ook nog worden gekeken in hoeverre recreatieve woonmilieus toegankelijk zijn of kunnen worden gemaakt voor mensen uit de lagere- of middeninkomensgroepen. 1.4.2 De meerwaarde voor de bewoners Waarom wonen mensen eigenlijk graag in een omgeving met allerlei recreatieve voorzieningen? "Iedereen heeft het druk en vrije tijd is een goed geworden waar mensen instant-ontstressing van verwachten" (Colijn & Feekes 2001, p.96). "Kansen om meer door de week overdag te recreëren worden niet volledig benut" (Breedveld 2000b, p.9). Dit vraagt dus om "eigentijdse voorzieningen waaraan de standaardwoning en -wijk onvoldoende voldoet" (Colijn & Feekes 2001, p.96). Het is daarom van groot belang dat er voldoende recreatiemogelijkheden in de buurt zijn. Perec (1998) omschrijft "de buurt" als "dat deel van de stad waar men niet heen gaat, omdat men er al is". Een 'gewone' buurt (Type I) heeft namelijk vaak alleen een woonbestemming. Lang niet altijd wordt voldaan aan de vraag naar recreatie- en ontspanningsmogelijkheden. Een recreatief woonmilieu (Type V) doet dat wel. Gezien deze al geruime tijd bestaande discrepantie tussen vraag en aanbod op de woningmarkt is het daarom opmerkelijk dat er eigenlijk pas recentelijk wijken met allerlei recreatieve voorzieningen worden gebouwd, waarvan wordt gezegd: "als je hier eenmaal woont hoef je eigenlijk nooit meer op vakantie" (Lelystad, voor wie verder kijkt 2000, p.209). Er is namelijk een aantal aspecten waaruit blijkt dat recreatieve woonmilieus voor de bewoners een duidelijke meerwaarde hebben ten opzichte van 'traditionele' wijken. 9 Aldus A. Wekking, regiodirecteur van Volker Wessels Vastgoed over de wijk Hollandse Hout in Lelystad.

Page 9: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 9

Case study: Gated communities en defended neighbourhoods Een van de meest opzienbarende woonvormen is het wonen in een zogeheten defended neighbourhood of gated community. Beide woonmilieus worden gekenmerkt door een afgesloten, beschermd karakter en een eigen identiteit waarmee de bewoners zich kunnen associëren Het

afgesloten karakter gaat soms zo ver dat sommige wijken fysiek gescheiden zijn van hun omgeving. Slagbomen, hekken en muren zorgen ervoor dat er letterlijk aan de poort wordt geselecteerd. Er zijn in deze woongemeenschappen veel voorzieningen aanwezig die onder andere gericht zijn op sport en ontspanning. Meestal kunnen alleen de bewoners en hun eventuele gasten hier gebruik van maken. Aalbers (2002, p.28) verwijst naar Blakely & Snyder, die een onderscheid maken

tussen leefstijlgemeenschappen, elitegemeenschappen en veiligheidszones. De redenen van mensen om in dergelijke gemeenschappen te gaan wonen, lopen uiteen van de behoefte aan meer privacy en veiligheid tot het waarborgen van de waarde van de woning. Enkele nieuwbouwprojecten in ons land wijzen er op dat er ook hier gerekend mag worden op een toenemende belangstelling voor deze nieuwe woonvormen. Het idee voor veel nieuwbouwprojecten is ontstaan als gevolg van onder andere het toegenomen eigen woningbezit en meer culturele diversiteit. Daarnaast hebben het decentralisatie- en privatiseringsbeleid ertoe geleid dat gemeenten

meer zelf kunnen beslissen en meer met elkaar kunnen concurreren op de woningmarkt (Van Hummel 2001, p.468). Hoewel een wijk vaak als ‘community’ wordt aangeprezen, willen bewoners meestal weinig met elkaar te maken hebben. Ze komen er in eerste instantie voor de rust en de ruimte. Vooral de soms uitzonderlijk ruime opzet van zulke wijken is doorslaggevend voor veel kopers (Ibelings 2002). “Het enige samenbindende element is de zoektocht naar privacy en veiligheid” (Van den Boomen (2001, p.7).

Dit wil echter niet zeggen dat bewoners, als ze er eenmaal wonen, ook op zichzelf blijven. Het kan goed voorkomen dat ze juist meer met elkaar gaan ondernemen en de sociale aspecten naarmate ze er langer wonen belangrijker gaan vinden. De ontwikkeling van recreatieve woonmilieus lijkt in dit opzicht een goede manier om meer aan de verschillende woonwensen tegemoet te komen, maar er tegelijkertijd voor te zorgen dat bewoners zich niet afsluiten voor de buitenwereld.

Foto's Boven: Een duidelijk afgeschermde woning.

Bron: Http://www.stan-mcclain.com Midden: Grand Harbor: Een gated community met

recreatieve voorzieningen in Florida. Bron: Http://www.privatecommunities.com

Onder: Velderwoude, een 'afgeschermd' onderdeel van Haverleij, Den Bosch.

Foto: Erik van Marissing, 7 februari 2002. Literatuur • Aalbers, M. (2002), Strikte grenzen. Gated

communities in binnen- en buitenland. In: Bouw 56 (4) 2002, pp.28-29.

• Bergeijk, J. van (2001), De dictatuur van Disney. NRC Handelsblad, juni 2001.

• Blakely, E.J. & M.G. Snyder (1997), Fortress America: Gated communities in the United States. Washington D.C.: Brookings Institution Press.

• Boomen, T. van den (2002), De privé-wijk wint terrein. De openbare ruimte maakt plaats voor vrijstaatjes. In: Bouw 56 (4) 2002, pp.6-8.

• Hummel, R. van (2001), Een tweede woondomein? In: Rooilijn 34 (9) 2001, pp.466-470.

• Ibelings, H. (2002), Familie der kasteelachtigen. Haverleij is een nieuwbouwwijk in de vorm van een landgoed. De Volkskrant, 7 februari 2002, pp.6-7 (K).

• Rooij, L. de (2000), De woning voorbij. In: Rooij, L. de, Hereijgers, A., Michel, H. & B. Rose (eds.), California Dreaming. Woonconcepten uit de San Fransisco Bay Area. Rotterdam: Nai Uitgevers, pp.8-19.

Websites J. van Bergeijk: Http://www.vanbergeijk.com Haverleij: Http://www.haverleij.nl Celebration: Http://www.celebrationfl.com

Page 10: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Hoofdstuk 1

Erik van Marissing, maart 2002 10

Recreatie dichtbij huis De belangrijkste meerwaarde voor bewoners is de mogelijkheid om in de eigen woonomgeving te ontspannen en recreëren. In verscheidene onderzoeken is aangetoond dat de aanwezigheid van groen in de directe woonomgeving van belang is voor zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid en dat dit de leefbaarheid van de woonomgeving meestal ten goede komt (Elzinga & Wong 1996). Aangenomen mag worden dat dit ook geldt voor de aanwezigheid van water en andere recreatieve voorzieningen of ontspanningsmogelijkheden. Opvallend is dat recreatieve woonmilieus niet alleen worden aangeprezen vanwege de mogelijkheid om vanuit de woning te recreëren, maar ook vanwege de amenities rust, ruimte en groen. Het Flevo Golf Resort in Lelystad, bijvoorbeeld, is gericht op "iedereen die exclusief wil wonen op één van de mooiste locaties in Nederland"10. Dat zijn dus niet alleen beginnende en ervaren golfers, maar ook watersporters en natuurliefhebbers. De meerwaarde schuilt dus voor een belangrijk deel in het complete pakket van voorzieningen, dat in dit woonmilieu wordt aangeboden. Sociale aspecten Van Ewijk (2000) heeft onderzoek gedaan naar de positieve invloed van groen op de leefbaarheid en schetst aan de hand van haar bevindingen een toekomstbeeld voor de Randstad. Als gevolg van verder metropoolvorming zullen de groene plekken een centralere positie in de stad innemen. Groengebieden vervullen daardoor een belangrijke functie als ontmoetingsplaats. Ook andere, recreatieve, voorzieningen kunnen een dergelijke functie vervullen. Aan de ene kant vergroot een recreatief woonmilieu dus de mogelijkheden voor sociale interactie tussen bewoners en eventueel andere gebruikers. Dit is een duidelijke meerwaarde, omdat men steeds minder vrije tijd heeft, waardoor de sociale contacten zijn verminderd (Breedveld & Van den Broek 2001). Aan de andere kant biedt zo'n woonmilieu juist een grotere mate van privacy. Vooral wanneer de voorzieningen alleen voor de bewoners toegankelijk zijn en als er in het gebouw of op het complex bepaalde gedragsregels gelden: "Als de groenwal en de slagboom er straks liggen, ontstaat hier straks een prachtig eigen wereldje" (De Groot 200111). Bewoners hebben hierdoor eerder een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Op veel volkstuincomplexen wordt al jarenlang een systeem van gedragsregels gehanteerd. Op deze manier weten de bewoners wat ze

10 Zie de brochure van het Flevo Golf Resort in Lelystad. 11 Aldus R. Kaagman, Directeur Projectontwikkeling bij Bouwbedrijf Midreth BV.

aan elkaar hebben en wat ze van elkaar kunnen verwachten. Zo verzekeren zij zich van een bepaalde 'woonkwaliteit'. Maatschappelijke aspecten Omdat men het steeds drukker heeft, wordt vrije tijd steeds vaker als statussymbool gezien (Hörning, Gerhard & Michaelow 1995). Vrije tijd is daarom "niet langer meer volgend, maar toonaangevend" (Mommaas 2000, p.7). Veel mensen vinden het belangrijk om te laten zien dat ze even niks hoeven. Immers: "vrije tijd is steeds vaker vrijgemaakte tijd" (Reijndorp 1999, p.20). Ten opzichte van een 'gewoon' woonmilieu kan een recreatief woonmilieu een bepaald aanzien hebben voor de bewoners, wat gezien kan worden als een meerwaarde. Het is namelijk niet voor iedereen weggelegd om voor, na of tussen het werk door even een balletje te slaan of een stukje te gaan varen. Toch worden status en aanzien van de buurt in woonwensenonderzoeken niet vaak als belangrijke woonkwaliteit genoemd: slechts 15 procent van de respondenten vindt dit belangrijk (Wassenberg 1994, p.16). Dit lage percentage komt volgens de auteur deels voort uit het feit dat veel mensen sociaal wenselijke antwoorden geven, maar feitelijk anders kunnen handelen. Een ander maatschappelijk aspect van een recreatief woonmilieu is de sociale veiligheid. Vanwege de stedenbouwkundige opzet van veel wijken, bijvoorbeeld door een structuur van hofjes en doodlopende straten, hebben buitenstaanders het idee dat ze er niks te zoeken hebben (Van den Boomen 2001). Bewoners en hun eventuele gasten zijn vaak de enigen die in de wijk te vinden zijn. Slechts een enkeling laat zich niet afschrikken door inrijdverboden en verboden toegangsbordjes. Voor de bewoners kan het gesloten karakter van een wijk gezien worden als een meerwaarde. Een moeder van twee kleine kinderen noemde als één van de belangrijkste redenen om van de Bossche binnenstad naar de 6 kilometer verderop gelegen burcht Velderwoude in Haverleij, te verhuizen, de mogelijkheid voor haar kinderen om veilig en rustig buiten te kunnen spelen, zonder meteen geconfronteerd te worden met stedelijke problematiek als verkeersdrukte, drugsverslaafden, criminaliteit en vandalisme. Beleidsmakers en mensen uit de omgeving kunnen dit proces van contractie, het meer uit de openbare sfeer onttrekken van activiteiten, echter juist als een nadelige ontwikkeling zien. Sommige woonmilieus, zoals Almere Overgooi, hebben namelijk niet alleen een functie als recreatiegebied voor de bewoners zelf, maar ook voor mensen uit de wijdere omgeving (Gemeente Almere & Kraaijvanger-Urbis 1999).

Page 11: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Hoofdstuk 1

Erik van Marissing, maart 2002 11

Economische aspecten Ook in economisch opzicht kan een recreatief woonmilieu een meerwaarde opleveren voor de bewoners. Het waarborgen van de economische waarde van de woning is voor veel huishoudens een belangrijke reden om een woning in een bepaald woonmilieu te betrekken. In een aantal studies is aangetoond dat woningen grenzend aan park, of met direct uitzicht hierop, 10 tot 15 procent meer opbrengen (Van Leeuwen 1997; Elzinga 1997). Met het schaarser worden van woonkwaliteiten als een vrij uitzicht of de nabijheid van natuur, zal de waarde van de woningen bij een stabiele economie alleen nog maar stijgen. Recreatieve woonmilieus kunnen dan een bepaalde exclusiviteit krijgen, die te vergelijken is met aantrekkelijke woonmilieus in binnenstedelijke centra. Bontje (2000) spreekt bijvoorbeeld over het exclusieve karakter van het wonen op een eiland. Vooral in de Verenigde Staten speelt het economische aspect van recreatieve woonmilieus een belangrijke rol. "De koper van een woning in een gated community denkt de waardevastheid van de woning veilig te stellen, doordat minder externe factoren die kunnen beïnvloeden" (De Rooij 2001, p.16). Ook in Nederland zijn de woonvoorkeuren veranderd: woonkwaliteiten zijn steeds belangrijker en moeten dan ook beschermd worden tegen fysieke of sociale ontwikkelingen die het woongenot ter plaatse zouden kunnen benadelen (Van Hummel 2001). 1.4.3 De betrokkenheid van de bewoners Inleiding Recreatieve woonmilieus blijken dus een duidelijke meerwaarde te (kunnen) hebben voor de mensen die er wonen. Dit kunnen zowel sociale, economische als maatschappelijke meerwaarden zijn. In deze paragraaf zal worden gekeken in hoeverre deze meerwaarden zich vertalen in een grotere betrokkenheid van de bewoners bij hun woonomgeving. Betrokkenheid is een begrip dat zich moeilijk laat meten. Daarom is voor deze paragraaf voornamelijk gebruik gemaakt van literatuur en van kwalitatieve gegevens (gesprekken met bewoners van als recreatief aangemerkte woonmilieus). Zijn bewoners van een recreatief woonmilieu meer betrokken bij hun woonomgeving dan bewoners van een 'gewone' wijk? Al enkele decennia geleden werd er, zij het in iets andere vorm, onderzoek gedaan naar deze vraag. Mulder (1974) hield zich bijvoorbeeld bezig met "collectieve bindingsprincipes van recreatieve aard die aan de attractiviteit van een milieu,

dat door de bewoners nauwelijks veranderd mag worden, ten grondslag liggen" (p.6). De Nota Wonen (2000, p.31) geeft aan hoe belangrijk het is dat mensen hun woonwensen kunnen realiseren. Wanneer men tevreden is over de woonomgeving en er misschien zelfs trots op is, zal men eerder een gevoel van betrokkenheid en verantwoordelijkheid tonen. Regels in ruil voor vrijheid In een aantal nieuwe wijken wordt men min of meer gedwongen om met enig regelmaat van de klok mee te denken en mee te beslissen over ontwikkelingen in de woonomgeving. Bij aankoop van de woning of bij ondertekening van het huurcontract, wordt men vaak automatisch lid van een Vereniging van Eigenaren (VVE), die al van tevoren is opgericht. De VVE-constructie is niet alleen belangrijk voor het beheer en onderhoud van de omgeving, maar zorgt er ook voor dat bewoners betrokken worden bij de ontwikkelingen in hun woonomgeving. Mensen blijken een groot aantal regels te accepteren in ruil voor een gevoel van vrijheid. Deze formule is afkomstig uit de recreatiesector, waar deze al langer met succes wordt toegepast. De eerdergenoemde bewoonster van Velderwoude bleek er bewust voor te hebben gekozen om zich aan bepaalde regels te onderwerpen, omdat hier een woonmilieu tegenoverstond dat meer tegemoet kwam aan haar woonwensen. Zo is bijvoorbeeld bepaald dat alle voortuinen dezelfde beplanting als erfafscheiding krijgen en dat de woningen op last van de architect allemaal dezelfde buitenlamp moeten hebben ("gelukkig krijgt de wansmaak van het standaard tuintje met de standaard schutting hier geen kans"). In ruil voor deze eisen woont men dan wel in een ruime, groene woonomgeving en is er een rustige, gemeenschappelijke binnenruimte, waar kinderen veilig kunnen spelen. Betrokkenheid is eigenbelang De meeste bewoners die een keuze hebben op de woningmarkt, kiezen er bewust voor om in een bepaalde woonomgeving te wonen. Zo ook bewoners van een recreatief woonmilieu. Het exclusieve karakter van een dergelijke woonomgeving schept de verwachting dat bewoners meer betrokken zullen zijn bij hun woonomgeving dan bewoners van een 'gewone' wijk. Eén van de redenen om aan te nemen dat dit zo is, is dat zij er zelf, zoals uit eerdere paragrafen is gebleken, belang bij hebben om de kwaliteit van hun woonomgeving te waarborgen (Ministerie van VROM 2000). Dit geldt zeker voor de economische belangen van de consument.

Page 12: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Hoofdstuk 1

Erik van Marissing, maart 2002 12

Sociaal gezien heeft men enerzijds minder aanleiding om zich te bemoeien met de woonomgeving. De individualisering van de maatschappij en de daarmee samenhangende behoefte aan rust en privacy hebben ertoe geleid dat de sociale betrokkenheid van veel bewoners ophoudt bij het verlaten van de woning, waardoor men steeds minder contact heeft met andere buurtbewoners. Anderzijds zijn nieuwe woonmilieus juist steeds meer afgestemd op mensen met dezelfde interesses en bezigheden. Bewoners kiezen er bewust voor om temidden van gelijkgestemden te wonen. Het beter afstemmen van het aanbod op deze specifieke groepen wordt meestal aangeduid met de term leefstijlgericht bouwen. Bewoners tonen hun betrokkenheid vooral wanneer gemeenschappelijke belangen in het geding dreigen te raken. Van Leeuwen (1999) noemt in dit verband het voorbeeld van een groep inwoners van Reeuwijk, die zelf de particuliere Stichting Natuurbeheer Reeuwijkse Plassen oprichtte om te voorkomen dat een aangrenzend natuurgebied ten prooi zou vallen aan woningbouw. Op deze manier hebben de bewoners hun fraaie uitzicht veilig weten te stellen voor de toekomst. 1.4.4 De meerwaarde voor de omgeving Wat is de meerwaarde van een recreatief woonmilieu voor de omgeving? Niet alleen voor de bewoners, maar ook voor de omgeving vervult een recreatief woonmilieu een belangrijke functie. Hierbij kan zowel aan grootschalige als aan kleinschalige voorzieningen worden gedacht. Vanuit de hele stad, vanuit de regio of misschien zelfs van buiten de regio kan men hier naartoe komen om te recreëren. De meerwaarde ten opzichte van een 'gewone' wijk moet vooral gezocht worden in de aanwezigheid van de recreatieve voorzieningen. De meeste mensen zullen andere, 'gewone' wijken van hun eigen stad niet zo snel bezoeken als zij daar niets te zoeken hebben, zeker niet wanneer deze enkel een woonfunctie hebben. Slechts in een enkel geval, bijvoorbeeld vanwege de interessante architectuur of de stedenbouwkundige opzet, zal een woonwijk (Type I en II) bezoekers van buitenaf aantrekken, zoals in de Eilandenbuurt in Almere. Recreatieve en ecologische functie De meerwaarde voor de omgeving geldt voornamelijk voor woonmilieus die publiek toegankelijk zijn. Voorzieningen die in de private sfeer zijn gelegen, zoals een tennisbaan of zwembad in de tuin, hebben in principe geen directe meerwaarde voor de omgeving. Mogelijk is de beleving van het gebied sterker doordat men de aanwezige voorzieningen associeert met gevoelens van vakantie en ontspanning.

Behalve de recreatieve functie, vervult een recreatief woonmilieu in sommige gevallen ook een ecologische functie. In woonmilieus met veel groen of water kan een ecologische verbinding gevormd worden tussen verschillende natuurgebieden (Van Wolfswinkel & Stijnenbosch 1998). Bij de ontwikkeling van het nieuwe woon- en recreatiegebied Almere Overgooi is dit bijvoorbeeld één van de belangrijkste uitgangspunten (Van der Meulen 2002). Meer toezicht Een andere meerwaarde van het mengen van woon- en recreatiefuncties, is dat er meer toezicht is. Bossen en parken hebben naast een recreatieve functie ook vaak een doorgangsfunctie: ze vormen de verbinding tussen de wijken of, zoals in Almere vaak het geval is, tussen de verschillende stadsdelen. Deze gebieden worden door veel mensen als sociaal onveilig ervaren. De aanwezigheid van woningen in het gebied kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de veiligheid in deze gebieden. Daarnaast kan woningbouw in deze gebieden de beleving vergroten. Beheer en onderhoud Een recreatief woonmilieu heeft verder een meerwaarde voor zowel de bewoners als de omgeving door de manier waarop het beheer en onderhoud van de voorzieningen in de wijk kunnen worden georganiseerd. Het beheer en onderhoud van bijvoorbeeld sportvoorzieningen of groengebieden in de woonomgeving kan deels worden gefinancierd doordat bewoners zich bij aankoop van een nieuwe woning of bij het ondertekenen van het huurcontract verplichten om een eenmalige, maandelijkse of jaarlijkse financiële bijdrage te leveren voor dit doel. Bepaalde taken kunnen worden ondergebracht in een Vereniging van Eigenaren. Soms kunnen hierin ook gedragsregels worden opgenomen, waaraan bewoners zich dienen te houden. De meerwaarde van zo'n VVE-constructie is dat het karakter van het woonmilieu voor langere tijd wordt gewaarborgd en dat de omgeving er altijd schoon en verzorgd uitziet. Niet alleen de betalende bewoners, maar ook mensen van buitenaf profiteren van deze regeling. In de case study verderop in dit hoofdstuk wordt aangegeven op welke manier gebiedsmanagement bij kan dragen aan het realiseren van duurzaamheid en betrokkenheid.

Page 13: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Hoofdstuk 1

Erik van Marissing, maart 2002 13

Case study: De mogelijkheden van gebiedsmanagement Een mogelijkheid om de sociale betrokkenheid van bewoners te vergroten, is het inzetten van gebiedsmanagement als nieuw instrument. Dit begrip is door Van Marissing & Stijnenbosch (2000, p.7) gedefinieerd als "het sturen van inrichting en beheer (…) met als doel het verkrijgen van een blijvend hoog kwaliteitsniveau van openbare en private ruimte". Gebiedsmanagement wordt de laatste jaren steeds vaker met succes ingezet op allerlei terreinen: bij de herontwikkeling van stadscentra, bij de ontwikkeling van bedrijfsterreinen en bij stedelijke herstructurering. Parkmanagement is de vorm van gebiedsmanagement die gebruikt wordt voor het beheer en onderhoud van bedrijfsterreinen. Voorheen sloten veel bedrijven zelf contracten met de gemeente en allerlei dienstverlenende bedrijven over afvalinzameling, beveiliging, groenvoorziening, kinderopvang, brandpreventie, straatmeubilair, parkeervoorzieningen, verlichting, etcetera. Parkmanagement maakt het mogelijk om veel van deze zaken collectief te regelen. Dit is niet alleen financieel gezien veel voordeliger voor de deelnemende bedrijven, maar zorgt bovendien voor een veel vriendelijker straatbeeld. Erfafscheidingen en hekken kunnen worden weggelaten, er kan een eenduidige stedenbouwkundige structuur worden gerealiseerd, er is voldoende parkeergelegenheid en de bewegwijzering en beplanting zijn overal hetzelfde. Hierdoor functioneert het terrein veel meer als een eenheid en kan duurzaamheid en kwaliteit voor langere tijd worden gewaarborgd. Dit concept zou ook kunnen worden toegepast op nieuw te realiseren recreatieve woonmilieus, zo meent ook Dhr. Stijnenbosch, auteur van de Quickscan Gebiedsmanagement 2000. Hij was ook van mening dat gebiedsmanagement een interessante beheersvorm is, die zeker toepasbaar zou moeten zijn voor recreatieve woonmilieus. De bewoners zijn in dit geval de opdrachtgevers, die zich collectief organiseren. Zij kunnen bijvoorbeeld gezamenlijk zorg dragen voor het onderhoud van het straatmeubilair of de verlichting. Ook de recreatieve voorzieningen kunnen worden ondergebracht in een Stichting of VVE. Daarnaast kunnen er regels opgesteld worden met betrekking tot parkeren, verlichting of de inrichting van tuinen. Dit verzekert kopers ervan dat "de buren hun huis niet in een opwelling paars schilderen, een tuinkabouter in de tuin zetten of hun auto op straat laten staan" (Hereijgers & Michel 2000, p.16). Al deze zaken hebben tot voordeel dat het karakter van een buurt of wijk voor langere tijd kan worden vastgelegd. Een ander voordeel van deze aanpak is dat men veel zaken van tevoren op een projectmatige manier kan regelen, zoals in de Verenigde Staten veelvuldig gebeurt. Bewoners hoeven niet maandenlang in de rotzooi of modder te zitten, omdat de wegen nog niet af zijn (Didde 2000). Ook voorzieningen kunnen vanaf het begin gerealiseerd worden, omdat bewoners zich bij het kopen van de woning verplichten tot deelname aan een vereniging van eigenaren of andersoortig collectief.

Literatuur • Didde, R. (2000), Domweg gelukkig op de

Vinexlocatie. Vinex-kritiek papegaaienpraat. In: Tijdschrift voor de leefomgeving 11 (5), pp.4-6.

• Marissing, E. van & M.H. Stijnenbosch (2000), Quickscan Gebiedsmanagement 2000. In 25 ISV-gemeenten. Utrecht: STOGO.

• Hereijgers, A. & H. Michel (2002), Aanbieders van waardevaste woonarrangementen. In: Rooij, L. de, Hereijgers, A., Michel, H. & B. Rose (eds.), California Dreaming. Woonconcepten uit de San Fransisco Bay Area. Rotterdam: Nai Uitgevers, pp.70-76.

• Rooij, L. de (2000), De woning voorbij. In: Rooij, L. de, Hereijgers, A., Michel, H. & B. Rose (eds.), California Dreaming. Woonconcepten uit de San Fransisco Bay Area. Rotterdam: Nai Uitgevers, pp.8-19.

Websites • InSite Consult B.V., Vlissingen. • Bron: Http://www.insiteparkmanagement.nl • Totaal Onderhoud Concept Nederland,

Heerenveen. Bron: Http://www.tocn.nl

Page 14: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 14

1.4.5 De betekenis van recreatieve woonmilieus voor het verwezenlijken van de beleidsdoelstellingen

Wat is de betekenis van recreatieve woonmilieus? De betekenis van recreatieve woonmilieus kan gevonden worden in de mate waarin ze bijdragen aan het verwezenlijken van de beleidsdoelstellingen. Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen de doelstellingen op lokaal niveau (die van de Gemeente Almere) en die op landelijk niveau (de doelstellingen uit de Vijfde Nota en de Nota Wonen). Deze doelstellingen zullen gedeeltelijk overeenkomen, omdat de gemeente haar beleid opstelt aan de hand van door het Rijk geformuleerde richtlijnen. In de volgende paragraaf zal allereerst worden gekeken naar de doelstellingen van het Rijk en vervolgens naar die van de Gemeente Almere. De landelijke betekenis van recreatieve woonmilieus: De Vijfde Nota (2001) Eén van de belangrijkste conclusies van de Vijfde Nota van Minister Pronk luidt: "Aanhoudende economische en demografische groei, gecombineerd met de noodzaak meer ruimte in te richten voor water, natuur, recreatie en sport, brengt een grote vraag naar ruimte met zich mee, die niet zonder meer kan worden geaccommodeerd (Ministerie van VROM 2001, p.137). Eerder in de nota werd al gesteld: "combineren van wonen met werken, infrastructuur, natuur, recreatie en water is mogelijk en wenselijk. Uitgangspunt van beleid is deze functiecombinaties maximaal te realiseren" (p.121). Een recreatief woonmilieu is een uitstekend voorbeeld van zo'n functiecombinatie. Wonen, recreëren en natuur worden hier op een goede manier met elkaar geïntegreerd. Er is berekend dat de combinatie van wonen en werken zo'n 20 procent minder beslag legt op de ruimte dan wanneer deze los zouden worden gerealiseerd (pp.121-123). Aangenomen mag worden dat de combinatie van wonen en recreëren ook een besparing oplevert in het gebruik van de ruimte. Helaas wordt er nauwelijks over deze combinatie gesproken, hoewel deze ook voor het verwezenlijken van andere doelstellingen zeer interessant is. Overigens hoeft het hier niet alleen om compacte bouwvormen te gaan. Ten Cate (1999) toont aan dat bouwen in lage dichtheden ook goed mogelijk is, omdat de kosten voor het bouwrijp maken en voor de infrastructuur minder zijn. Verder is er minder openbare ruimte is, omdat men op het eigen terrein kan parkeren in plaats van aan de straat. Eén van de andere doelstellingen is het creëren van ruimtelijke verscheidenheid. Immers "verscheidenheid maakt kwaliteit", aldus de titel van één van de hoofdstukken (p.153). Ook in dit opzicht kan een recreatief woonmilieu een belangrijke bijdrage leveren. Zoals al in paragraaf 1.3 werd opgemerkt, zijn er vele

soorten recreatie en evenzoveel (mogelijke) recreatieve woonmilieus. Deze woonmilieus zijn dan ook zeer verschillend van aard, bijvoorbeeld wat betreft de bewoners, de locatie of de ruimtelijke verschijningsvorm. De verscheidenheid is zeker groot, wanneer het gebied wordt ontwikkeld vanuit de al aanwezige landschappelijke kwaliteiten, zoals water en bosgebieden. In Almere Hout zal de ontwikkeling van nieuwe woonmilieus gedeeltelijk worden gekoppeld aan een aantal archeologische vindplaatsen, waarvan van tevoren niet precies bekend is waar deze zullen liggen (Gemeente Almere 2001d). Het historische karakter van de voormalige Zuiderzee wordt hierdoor benadrukt, waardoor het gebied een uniek karakter krijgt. De landelijke betekenis van recreatieve woonmilieus: De Nota Wonen (2000) De Nota Wonen is vanzelfsprekend meer op het wonen toegespitst en is geschreven aan de hand van een vijftal doelstellingen. Voor dit onderzoek zijn er drie van belang. Deze luiden: 1. zeggenschap over woning en woonomgeving vergroten (p.33) 2. stedelijke woonkwaliteit verbeteren (p.34) 3. groene woonwensen faciliteren (p.35) De eerste doelstelling geldt voor alle mogelijke woonmilieus in Nederland. Een recreatief woonmilieu kan een belangrijke rol spelen bij het verwezenlijken van deze doelstelling. Eerder in dit hoofdstuk is al aangegeven dat de behoefte om de unieke woonkwaliteiten voor langere tijd te waarborgen zich uit in een grotere betrokkenheid van de bewoners. Meer zeggenschap over de woning en woonomgeving is dus niet alleen een uitgangspunt, maar ook een gevolg van de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus. Met het verbeteren van de stedelijke woonkwaliteit wordt vooral gedoeld op het behouden van de hogere inkomensgroepen in de stad. Want "als de koopkrachtige burger tot verdriet van de stadsbestuurder toch vertrekt? Dan zit er maar één ding op(…): nóg mooier en nóg ruimer bouwen. Het beste bod is nog altijd een waardevast huis op een blijvend aantrekkelijke locatie" (Van Leeuwen 1999, p.27). In veel steden is echter weinig ruimte om nieuwe woonmilieus voor deze doelgroep te realiseren. Functiemenging in de vorm van wonen en recreëren biedt wellicht een oplossing. Zowel de bewoner als de overheid hebben hier belang bij: Er wordt effectiever met de ruimte omgesprongen en de woningbouw kan beter worden afgestemd op de wensen van de mensen die graag in de stad blijven wonen. Vaak zijn deze huishoudens ook bereid om meer te betalen voor een bepaalde mate van service en veiligheid (De Rooij 2000), alsmede voor goed beheer en onderhoud van hun woonomgeving. Recreatieve woonmilieus in een stedelijke omgeving zouden dus vooral sterk op deze wensen gericht moeten zijn.

Page 15: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 15

Het faciliteren van de groene woonwensen is de belangrijkste doelstelling van de Nota Wonen, voor wat betreft de betekenis van recreatieve woonmilieus. Nog te vaak is het zo dat mensen bij een beleid van compact wonen hun woonwensen niet kunnen verwezenlijken en daarom allerlei vormen van compensatiegedrag vertonen (Bodaar, Butter & Keers 1999, Van Leeuwen & Van Osch 2001). Het kopen van een tweede woning, het huren van grond op een volkstuinencomplex of het permanent bewonen van recreatiewoningen zijn hiervan slechts enkele voorbeelden. De auteurs spreken in dit verband bijvoorbeeld van de beknotte buitenwoner, de stedeling die bij gebrek aan beter op de stad is aangewezen, maar al naar gelang zijn inkomen een tweede huis, stacaravan of volkstuin bezit en de neiging heeft om hier permanent te gaan wonen. Het gaat hierbij niet alleen om de minder draagkrachtigen, maar ook steeds meer om bovenmodale tweeverdieners met of zonder kinderen (Diekman 2000). Compensatiegedrag kan eveneens voorkomen worden door beter tegemoet te komen aan de woonwensen van de consument. Nu is het nog zo dat veel bewoners van recreatieverblijven hun eerste woning aanhouden, omdat zij anders illegaal in hun tweede woning wonen. Zij leggen in feite dus dubbel beslag op de schaarse ruimte, wat uiteindelijk tot meer verstedelijking leidt (Voogd 2002), terwijl het rijksbeleid door middel van strenger toezicht juist minder verstedelijking beoogt. Wanneer een woonmilieu kan worden gerealiseerd, dat overeenkomt met dat van een tweede woning op een aantrekkelijke locatie of met dat van een huisje op een vakantiepark, kan een deel van dit door de overheid als probleem beschouwde fenomeen worden weggenomen. Een goed ingericht recreatief woonmilieu dat beter aan de gewenste woonkwaliteiten voldoet is een goed alternatief om de druk op het landelijk gebied te verminderen. Bewoners hebben het gevoel elke dag op vakantie te zijn, kunnen zich soms beroepen op gedragsregels of gebruik maken van allerlei diensten. Het feit dat er in ons land ongeveer 18 duizend recreatiewoningen permanent worden bewoond (Smallenbroek en Groenendijk 2000), en de voortgaande discussie over dit onderwerp, geven aan dat het zoeken naar alternatieven ook een duidelijk maatschappelijk belang dient. Naast het beperken van de nieuwe vraag naar recreatiewoningen, is het misschien zelfs denkbaar dat huishoudens hun recreatiewoning laten voor wat het is, wanneer zij een woning in een recreatief woonmilieu kunnen betrekken. Ook indirect zijn recreatieve woonmilieus dus beperkend voor de druk op het landelijk gebied. Op dezelfde manier kan worden gekeken naar de vaak strikte scheiding tussen wonen en groengebieden, die ook in Almere duidelijk zichtbaar is. Het is mogelijk om bewoning aan de randen van nieuwe natuurgebieden toe te staan en de bewoners mee te laten betalen bij de aankoop van deze gebieden. Immers,

"mensen hebben er veel geld voor over om te wonen in het groen12" (Gemeente Almere 2001c, p.2). Het combineren van woon- en recreatiefuncties heeft nog een ander voordeel: op deze manier kan de al jaren geldende doelstelling van het beperken van de mobiliteit gedeeltelijk worden verwezenlijkt. Immers, nabijheid van voorzieningen genereert minder mobiliteit dan recreatie op grote afstand. Het feit dat veel dagrecreatieve voorzieningen nog steeds voornamelijk in de weekenden worden ondernomen (Breedveld 2000a), komt niet in de laatste plaats doordat men voor veel recreatieve voorzieningen een behoorlijke afstand af moet leggen, wat de nodige tijd kost. Verder is het duurzaamheidsaspect van recreatieve woonmilieus interessant. Colijn & Feekes (2001) stellen dat de mogelijkheid voor bewoners om in hun eigen buurt te kunnen recreëren en om veranderingen te kunnen initiëren en bewerkstelligen duurzaamheid oplevert. De betekenis van recreatieve woonmilieus voor de Gemeente Almere Net zoals het Rijk, heeft ook de Gemeente Almere een aantal doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de huisvesting. Deze zijn als volgt opgenomen in de Nota Woonbeleid (2001, p.6): 1. consumentgericht bouwen en beheren 2. realiseren van voldoende woningen voor lage inkomens 3. het bevorderen van de relatie tussen de nieuwbouw en het beheer en de

herontwikkeling van de (bestaande) woningvoorraad (dynamisch voorraadbeheer13).

De doelstelling consumentgericht bouwen en beheren is afgeleid van de eerstgenoemde doelstelling van de Nota Wonen: meer zeggenschap over de woning en de woonomgeving. Ook in Almere moeten de burgers zoveel mogelijk de gelegenheid krijgen om een woning in een woonomgeving naar keuze te vinden. De ontwikkeling van recreatieve woonmilieus kan op een aantal punten bijdragen aan het verwezenlijken van deze doelstelling. Ten eerste is recreatief wonen een vorm van consumentgericht bouwen: de woningen en voorzieningen zijn afgestemd op een duidelijke vraag van de consument. Hier wordt beter aan voldaan dan door een traditionele woonwijk, omdat in dit type woonmilieu ook rekening is gehouden met de vraag naar de mogelijkheden voor recreatie en ontspanning in de directe omgeving en met het belang van een veilige en rustige woonomgeving.

12 Aldus K. Vriesman, directeur van Staatsbosbeheer. 13 Zie Bijlage I voor een omschrijving van dit begrip.

Page 16: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 16

Ten tweede kan ook het beheer van een recreatieve woonomgeving beter worden afgestemd op de (wensen van de) consument. In een 'gewoon' woonmilieu (Type I of II) is de gemeente meestal verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van onder andere de voorzieningen en de openbare ruimte. Hierdoor wil het nog wel eens voorkomen dat er vanwege de gemeentelijke onderhoudscyclus of geldgebrek in de ogen van de bewoners (te) weinig gebeurt in een wijk. In een recreatief woonmilieu kunnen bewoners vaker zelf de verantwoording dragen voor het beheer van hun woonomgeving, meestal middels een VVE-constructie. In Hoofdstuk 5 is een case study opgenomen over gebiedsmanagement als nieuwe vorm van beheer, naar aanleiding van Paragraaf 5.2.4. Het realiseren van voldoende woningen voor de lage inkomens is een doelstelling die moeilijker is te verwezenlijken door de realisatie van recreatieve woonmilieus. Vanwege de veelal ruime opzet van de wijk en de daarmee samenhangende hoge prijs van de woningen, zal het grootste deel van de als recreatief aangemerkte woonmilieus niet toegankelijk zijn voor de lage- en middeninkomensgroepen. In Voor wat betreft de derde doelstelling, het bevorderen van de relatie tussen de nieuwbouw en het beheer en de herontwikkeling van de bestaande woningvoorraad, zijn er goede mogelijkheden voor Almere. Naast de mogelijkheid om de bestaande wijken door het toevoegen van nieuwe woonmilieus (bijvoorbeeld in de tussenliggende gebieden) beter met elkaar te verbinden, is ook dynamisch voorraadbeheer een belangrijk instrument om de bestaande wijken een ander karakter te geven. 1.5 De toegankelijkheid voor lagere- en middeninkomensgroepen Eerder in dit hoofdstuk werd al duidelijk dat het bieden van keuzemogelijkheden op de woningmarkt aan de lagere- en middeninkomensgroepen een belangrijke doelstelling is van zowel het Rijksbeleid als dat van de Gemeente Almere. De zesde onderzoeksvraag is gebaseerd op deze doelstelling en luidt: Op welke manier kunnen recreatieve woonmilieus toegankelijk gemaakt worden voor de lagere- en middeninkomensgroepen? Het Bouwfonds formuleert een verwante vraagstelling: "Hoe kunnen ook huishoudens met een krappe portemonnee meer zeggenschap krijgen over hun woonomgeving?"14. Wat betreft het ontwikkelen van recreatieve woonmilieus waar ook lagere- en middeninkomensgroepen passende huisvesting kunnen vinden, is er een aantal mogelijkheden. Het gaat hierbij niet om goedkoop bouwen, maar om betaalbaar bouwen. Dit betekent dat er zowel aan de woning als aan de woonomgeving andere eisen zullen moeten worden gesteld.

14 Zie: Http://www.bouwfonds.nl

De gemeente kan hierbij een belangrijke rol spelen door zowel een sturend als een voorwaardenscheppend beleid te voeren. Er kunnen bijvoorbeeld minder welstandseisen worden gesteld en minder stedenbouwkundige randvoorwaarden, want deze zijn vaak kostenverhogend. Verder zal de gemeente keuzes moeten maken, die bepalend zijn voor de mogelijkheden. Zo kan er een verdeling worden vastgesteld tussen het aantal goedkope en duurdere woningen in een wijk. Vooral op kleine schaal is het mengen van goedkope en duurdere woningen een goede manier om recreatieve woonmilieus te realiseren, die ook voor de lagere inkomens toegankelijk zijn. Tenslotte zou de gemeente de grondprijs kunnen aanpassen, want deze maakt een aanzienlijk deel uit van de totale kostprijs van een woning (Ruimtelab 2002). Eén van de overheidsdoelstellingen is dat er vooral compact gebouwd moet worden. Er zal dus veelal in hogere dichtheden gebouwd moeten worden. Dit heeft twee voordelen. Ten eerste blijft er (zeker wanneer er gestapeld gebouwd wordt) meer ruimte over voor de openbare ruimte, waarin een aantal recreatieve voorzieningen gerealiseerd zou kunnen worden. Ten tweede ontstaat er meer draagvlak voor de inrichting van deze ruimte, onder andere "openbaar groen in de vorm van parken, pleinen en laanbeplanting" (Van den Bout & Brandes 1995, p.28). Hetzelfde kan gezegd worden van recreatieve voorzieningen als een tennisbaan, een kleine aanlegplaats of een hobbyruimte. Ook hiervoor is eerder voldoende draagvlak wanneer er in een hogere dichtheid is gebouwd. Mensen met een minder hoog inkomen kunnen op deze manier dus juist een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus. Gemeenschappelijke voorzieningen binnen het complex behoren ook tot de mogelijkheden, omdat de kosten hiervan door de bewoners kunnen worden gedeeld. Centraal Wonen projecten laten zien dat deze woonvorm ook toegankelijk is voor mensen met een lager inkomen. Uit een gesprek met een medewerker van de Landelijke Vereniging voor Centraal Wonen (LVCW), bleek namelijk dat de meeste complexen zeer heterogeen van samenstelling zijn: jong en oud, hoog en laag opgeleiden en mensen met een hoog en minder hoog inkomen. Belangrijkste reden voor al deze bewoners is de kwaliteit van het wonen op een dergelijk complex. Voor mensen met een lager inkomen kan een centraal woonproject dus een goede manier zijn om kleinschalige recreatieve woonmilieus te realiseren. Het Bouwfonds meent dat aan de woonwensen van de minder draagkrachtige consument kan worden voldaan door seriematige en projectmatige bouw toe te passen. Onder de naam Persoonlijk Wonen zal de komende jaren een aantal projecten worden uitgevoerd, waarbij deze manier van bouwen wordt toegepast. Ook Ruimtelab (2002 p.14) is deze mening toegedaan: "door meerdere woningen

Page 17: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 17

tegelijk te bouwen treedt voldoende repetitie op, waardoor wordt bespaard op bouwkosten en op de kosten van de diensterlening". Daarnaast kan nog onderzocht worden in hoeverre goedkope manieren van zelfbouw kunnen worden toegepast. Het ECU-dorp wat in Almere Hout zal komen te staan is hiervan een goed voorbeeld. Dit is een educatief-cultureel wijkje, wat naast een woonfunctie ook een recreatieve betekenis zal moeten hebben voor mensen van buiten de wijk. In deze wijk mogen de bewoners met minimale middelen een woning naar eigen keuze neerzetten. 1.6 Conclusie In dit hoofdstuk is het theoretisch kader van het onderzoek geschetst. Van hieruit zal worden gekeken wat de mogelijkheden in Almere zijn voor de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus. Dit type woonmilieu, waarin wonen en recreëren elkaar complementeren, blijkt een duidelijke meerwaarde te hebben voor zowel de bewoners als voor de omgeving. Soms heeft het Type V woonmilieu alleen een meerwaarde voor de bewoners zelf of voor de directe omgeving, maar soms vervult het ook een belangrijke recreatieve functie voor de hele stad of zelfs voor de regio. Omdat de bewoners een grotere betrokkenheid tonen bij hun wijk, vormt de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus inderdaad, zoals verwacht, in veel opzichten een bruikbaar instrument voor de gemeente om aan de individuele woonwensen van de consument tegemoet te komen. De groene woonwens kan bijvoorbeeld beter worden gefaciliteerd. Ook het wonen op een ruime kavel, aan of zelfs op het water, temidden van mensen met dezelfde leefstijl of in een zelfgebouwd huis behoort tot de mogelijkheden. Het ontwikkelen van recreatieve woonmilieus maakt veel van deze wensen mogelijk, waarbij de collectieve ambities van zowel de Gemeente Almere als die van het Rijk niet uit het oog worden verloren. Op deze manier wordt immers een duurzame woonomgeving gecreëerd waar men langer naar tevredenheid zal blijven wonen. Bewoners zijn meer betrokken bij hun woonomgeving en bereid om hier in te investeren. Hiermee wordt voldaan aan de doelstelling van de Nota Wonen om de burger meer zeggenschap over de woning en de woonomgeving te geven. Deze doelstelling is in de Nota Woonbeleid van de Gemeente Almere verwoord als consumentgericht bouwen en beheren. Tevens betekent de functiemenging van wonen en recreëren (één van de doelstellingen uit de Vijfde Nota) een verbetering van de stedelijke woonkwaliteit, waarmee ook aan de derde doelstelling van staatssecretaris Remkes, alsmede aan de derde doelstelling van de Gemeente Almere kan worden voldaan.

De mogelijkheden om betaalbaar te bouwen, gerelateerd aan de tweede Almeerse doelstelling, zodat deze woonmilieus ook toegankelijk zijn voor de lagere- en middeninkomensgroepen, zullen nader onderzocht moeten worden. Hierbij dient de specifieke locatie als uitgangspunt te worden genomen. Daarnaast kunnen recreatieve woonmilieus ook een bijdrage leveren aan het beperken van de mobiliteit, doordat recreatieve voorzieningen in de eigen woonomgeving zijn te vinden en men minder grote afstanden af hoeft te leggen. Uit het feit dat recreatieve woonmilieus beter voldoen aan de woonwensen en deze ontwikkeling bovendien goed past binnen de beleidsdoelstellingen, blijkt dat het dus van groot belang is om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om meer recreatieve woonmilieus in Almere te realiseren. De volgende 3 hoofdstukken zullen hier nader op ingaan.

Page 18: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 18

Case study: De discussie rond permanente bewoning van recreatiewoningen De afgelopen tijd is er discussie geweest over permanente bewoning van recreatieverblijven. In Nederland wonen naar schatting 18.000 mensen permanent in een recreatieverblijf (Smallenbroek & Groenendijk 2000, p.7): vakantiewoningen, stacaravans en chalets die in beginsel niet bedoeld zijn voor permanente bewoning, maar daar wel steeds vaker geschikt voor zijn of worden gemaakt. De overheid ziet deze ontwikkeling als een bedreiging voor de natuur (Hormann 2002) en gaat daarom strenger optreden tegen dit verschijnsel, wanneer het om verblijven gaat, die buiten de zogeheten rode contouren liggen. Wanneer de verblijven erbinnen liggen, mogen gemeenten ze toevoegen aan hun woningbestand, maar dit gaan dan wel ten koste van woningen uit het nieuwbouwcontingent (Van Dinther 2000; Valk 2000). Gemeenten vullen dit waarschijnlijk liever in met nieuwe, dure koopwoningen. Wie wonen er permanent in recreatieverblijven en waarom? Uit onderzoek is gebleken dat meer dan de helft van de bewoners er bewust voor gekozen heeft om permanent in een recreatieverblijf te wonen: zo'n 38% bestaat uit gepensioneerden en vutters en nog eens 15% bestaat uit mensen van buiten de gemeente die ook elders werken (Smallenbroek & Groenendijk 2000, p.11).

Het lijkt er dus op dat veel mensen, al dan niet ingegeven door krapte op de woningmarkt, het wonen in een recreatieverblijf als een aanvaardbaar alternatief beschouwen voor een onbereikbare reguliere woning, voor een goedkope woning op drie hoog achter of voor de drukte en het vluchtige bestaan van de Randstad. Met name op de nieuwe terreinen wordt steeds meer kwaliteit en comfort geboden. Hierdoor worden mensen aangetrokken, die genoegen nemen met een minder grote woning, een kleinere kavel of het ontbreken van voorzieningen, in ruil voor andere voorzieningen, rust en de ruimte om te ontspannen. Men is zelfs bereid om zich aan een

aantal (gedrags)regels te onderwerpen dat beperkend is voor hun vrijheid, maar hen vreemdgenoeg juist wel het gevoel geeft dat ze vrijer zijn dan in een 'gewone' woonomgeving. Langzaamaan beginnen projectontwikkelaars te ontdekken dat ook de 'gewone' woonomgeving mogelijkheden biedt om op deze ontwikkeling in te springen. Woonmilieus worden steeds vaker aangeboden als een compleet pakket van wonen, recreëren en voorzieningen en zijn vaak gerelateerd aan een bepaald thema. Goede voorbeelden van zulke projecten zijn: Haverleij in Den Bosch, Parc Sandur in Emmen en Brandevoort in Helmond.

Foto's Boven: Recreatiepark Buitenborgh in

Vinkeveen. Bron: Http://www.rnw.nl.

Onder: Brandevoort in Helmond. Bron: Http://www.brandevoort.nl

Literatuur • Dinther, M. Van (2000), Bewoning

vakantiehuizen nog ver weg. Recreatiewoningen kosten gemeenten ruimte om te bouwen. De Volkskrant, 20 december 2000, p.3.

• Koper, A. (2000), Prefab recreëren in het Groene Hart. Nieuwe wijk is bewijs van 'failliet Groene-Hartbeleid'. De Volkskrant, 1 december 2000, p.1.

• Muskee, M. (2000), 'Gemeenten zelf aan de knoppen'. Wat volgens Remkes wel en niet mag met recreatiewoningen. In: VNG Magazine, 15 december 2000, pp.20-22.

• Smallenbroek, A.J.H. & J. Groenendijk (2000), Permanente bewoning van recreatieverblijven en het recreatief gebruik van woningen met een woonbestemming. Inventarisatie van de stand van zaken. Den Haag: VNG.

• Valk, G. (2000), Uit en tegelijk thuis in je vakantiebungalow. NRC Handelsblad, 23 november 2000, p.2.

• Voogd, H. (2002), Beleid recreatiewoningen is hypocriet en kortzichtig. De Volkskrant, 10 januari 2002, p.7.

Websites Brandevoort: Http://www.brandevoort.nl Haverleij: Http://www.haverleij.nl Parc Sandur: Http://www.parcsandur.nl

Page 19: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 19

Hoofdstuk 2: Voorbeelden uit binnen- en buitenland 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal worden gekeken naar voorbeelden van recreatieve woonmilieus uit binnen- en buitenland, waarbij af en toe zal worden verwezen naar andere hoofdstukken. Tevens wordt hier en daar vooruitgeblikt naar de mogelijkheden voor Almere, die uit deze voorbeelden naar voren komen. In de derde paragraaf wordt een aantal nieuwe ideeën gepresenteerd, waarvan er één is uitgewerkt tot een derde case study. Tenslotte zal in de conclusie kort worden gekeken naar de relatie tussen dit hoofdstuk en de onderzoeksvragen. 2.2 Opvallende woonmilieus en bouwprojecten Aan de hand van de in Paragraaf 1.3 genoemde kenmerken van recreatieve woonmilieus is een aantal opvallende nieuwbouwprojecten en woonmilieus in binnen- en buitenland te noemen. In deze paragraaf zal een selectie van deze projecten worden behandeld. Deze zijn verschillend qua schaalniveau, locatie, bewoningsduur, eigendomssituatie, etcetera. Hieronder zal in alfabetische volgorde een aantal voorbeelden de revue passeren. Het Amerikaanse voorbeeld: Florida en San Francisco Het wonen in een (afgesloten) resort of complex is vooral in de Verenigde Staten erg populair. Inmiddels woont daar al ongeveer 12% van de inwoners in gated communities of anderzijds afgeschermde woonmilieus (Aalbers 2001). In de eerste case study in Hoofdstuk 1 is al enige aandacht besteed aan dit fenomeen. Deze woonmilieus hebben vaak een heel scala aan voorzieningen te bieden, uiteenlopend van sportmogelijkheden en huishoudelijke dienstverlening tot scholing en beveiliging. Figuur 2.1 toont enkele van deze voorzieningen, zoals een jachthaven en een golfbaan. Op de rechterfoto is het suburbane karakter van een dergelijke woonomgeving goed te zien. In het boek California Dreaming15 wordt een aantal voorbeelden beschreven van allerlei woonmilieus in de San Francisco Bay Area, die vaak als recreatief kunnen worden beschouwd (Type V). Het gaat vooral om nieuwe vormen van beheer en om allerlei vormen van dienstverlening in de vorm van woonarrangementen. 15 Een beschrijving van dit boek is te vinden op: Http://www.delijn.nl.

Figuur 2.1 Grand Harbor in Florida en een woonwijk in West Oakland

Bron: Http://www.privatecommunities.com; Http://www.delijn.nl In navolging van het Amerikaanse succes zijn er ook steeds meer 'gewone' woonwijken die een afgesloten karakter hebben. Van den Boomen (2001) noemt een aantal interessante voorbeelden van Nederlandse wijken, die min of meer als een afgesloten eenheid (willen) functioneren. Bewoners nemen vaak zelf maatregelen door inrijdverboden en toegangsverboden bij de toegangswegen van de wijk te plaatsen. Zo wordt tegenover buitenstaanders de indruk gewekt dat ze niet welkom zijn. Tevens zijn er wijken die gedeeltelijk publiek toegankelijk zijn en gedeeltelijk privaat terrein, zoals de zogeheten Centraal Wonen16 complexen. In het binnengebied zijn gemeenschappelijke voorzieningen gevestigd, die niet alleen recreatief van aard hoeven te zijn, maar ook met werk en sociale activiteiten te maken kunnen hebben. De Blauwe Stad Nog ambitieuzer dan het bouwen in of op het water, is het onder water zetten van bestaand gebied, om zo een nieuw waterwoonmilieu te creëren. In het Groningse Oldambt wordt dit idee werkelijkheid met de ontwikkeling van de Blauwe Stad (zie Figuur 2.2). In totaal worden er 1200 woningen gebouwd rond een meer van 800ha en zullen er naar schatting vierduizend mensen komen te wonen (Wagendorp 2002).

16 Zie voor meer informatie: Http://www.lvcw.nl. Een definitie van dit begrip is te vinden in Bijlage I.

Page 20: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 20

Figuur 2.2 Verschillende ontwerpen van de Blauwe Stad

Bronnen: Http://www.midwolda.nl, Http://www.karelsevandermeer.nl. Tweederde van de woningen zal kant en klaar worden aangeboden en ongeveer 400 kavels zullen vrij worden uitgegeven. Dit project wordt gezien als een woonmilieu voor welgestelden uit het hele land, die hier hun geluk komen beproeven. Vaak heeft deze 'import' geen enkele binding met het gebied, waarin dit project is gelegen. Dit woonmilieu is bij uitstek recreatief van aard (Type V), omdat men vanuit een groot deel van de woningen directe toegang tot het meer heeft met een boot of surfplank. Celebration In Orlando, Florida heeft de Walt Disney Company de wijk Celebration17 gerealiseerd, een complete ministad met meer voorzieningen dan de gemiddelde dorpskern in Nederland ooit zal hebben. De voorzieningen zijn er voornamelijk gericht op gezondheid, onderwijs en ontspanning. Deze wijk is dan ook een voorbeeld van een echt 'resort', waar de welgestelden hun fortuin komen zoeken. Het is niet ondenkbaar dat ook in ons land belangstelling bestaat voor een dergelijke woonvorm. Golfresidentie Dronten en Flevo Golf Resort Lelystad Het wonen aan de golfbaan is in de Verenigde Staten inmiddels een bekende verschijning. In Nederland wordt deze woonvorm ook langzaamaan ontdekt. Twee bekende Nederlandse golfbaanwoonmilieus zijn te vinden in Lelystad en Dronten

17 Zie voor uitgebreide informatie: Http://www.celebrationfl.com.

(zie Figuur 2.3). Hoewel ze volgens een andere opzet zijn gebouwd, zijn er veel overeenkomsten aan te wijzen tussen deze twee wijken. De woningen zijn gesitueerd in een zeer suburbane omgeving en kijken vanuit de achtertuin zo op de golfbaan. Ideaal voor mensen die van deze sport houden. Toch blijkt een deel van de bewoners niet eens gebruik te maken van deze baan. Belangrijkste reden om hier te gaan wonen is de rust en de ruimte (Van Renssen 1999). Daarnaast hebben de woningen een gunstige prijs in vergelijking met de rest van Nederland. Figuur 2.3 Wonen aan de golfbaan in Lelystad (links) en Dronten

Bron: Http://www.vanderlinden.nl; Http://www.schoeman.nl Projectontwikkelaars en makelaars richten zich in de advertentie dan ook niet alleen op het golfminnende publiek, maar bijvoorbeeld ook op watersporters en natuurliefhebbers. Het Flevo Golf Resort wordt aangeprezen als "een uniek project, waarin exclusief wooncomfort, natuurlijke rust en sportief ontspannen tot een ideale eenheid zijn gesmeed". Met natuurgebieden en andere recreatiemogelijkheden in de directe omgeving is het dan ook niet verwonderlijk dat er voor deze woningen belangstelling bestaat vanuit het hele land. Immers, men is steeds vaker bereid om verder van het werk te gaan wonen, in ruil voor een woonomgeving die meer tegemoet komt aan de woonwensen. Overigens laat de naam 'resort' te wensen over. Er is behalve de golfbaan geen extra aanbod van voorzieningen ten opzichte van elke andere Nederlandse woonwijk en er wonen behalve gepensioneerden ook drukke managers en tweeverdieners met kleine kinderen (Van Renssen 1999).

Page 21: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 21

Haverleij Een project dat momenteel veel aandacht in de pers geniet, is Haverleij, even buiten Den Bosch18. Op een terrein van ruim 200ha worden de komende jaren negen middeleeuwse burchten (zie Figuur 2.4) en één slot gebouwd. Figuur 2.4 Verschillende gezichten van Haverleij, Den Bosch

Bron: Erik van Marissing, foto's gemaakt op 7 februari 2002 De bebouwing beslaat slechts een tiende deel van het totaaloppervlak (20ha), waardoor het gebied voor Nederlandse begrippen extreem ruim van opzet is. Daarnaast is 65ha gereserveerd voor een golfbaan. De overige 115ha is bestemd voor natuur, waaronder bos, open parklandschap, waterpartijen en rietlanden (Ibelings 2002). Vanwege de vele recreatieve mogelijkheden is dit woonmilieu dus zeer zeker een Type V. IJburg Het bekendste en tevens grootste project waarbij wonen en water op een verregaande manier met elkaar zijn geïntegreerd is IJburg in Amsterdam (zie Figuur 2.5). In het IJmeer worden 18 duizend woningen gebouwd, verdeeld over zeven eilanden, die allen op de één of andere manier gerelateerd zijn aan het omringende water. In totaal zullen er ongeveer 45 duizend mensen komen te wonen. Het recreatieve aspect van dit project moet vooral gezocht worden in de beleving van het water en in mindere mate door de mogelijkheden om het water ook daadwerkelijk voor recreatie te gebruiken.

18 Meer informatie is te vinden op: Http://www.haverleij.nl

Figuur 2.5 Impressie van IJburg

Bron: Http://www.ijburg.nl Port Zélande Op een kleinere schaal zijn er voorbeelden aan te wijzen, die vergelijkbaar zijn met de afgeschermde woonwijken in de Verenigde Staten, met name in de recreatiesector. Een aansprekend voorbeeld hiervan is Port Zélande, een vakantiepark in Ouddorp. Hier zijn in Toscaanse stijl ruim 700 bungalows gebouwd. Ze zijn volgens het zogeheten New urbanism19 ontworpen (Huisman 2001). Deze bouwstijl kan het beste worden omschreven als een 'dorpse' vorm van stedenbouw. Deze stroming is ontstaan uit de vraag naar herkenbaarheid, overzichtelijkheid en beslotenheid. De woningen zijn rond een centraal plein geconcentreerd en er zijn allerlei voorzieningen op het park, die specifiek op de 'bewoners' zijn afgestemd. Rinsma State In het Friese Driesum is zeer kleinschalig project gepland, gerelateerd aan een historisch thema. Op een 2,5ha omvattend landgoed, dat uit de 15e eeuw dateert, worden in totaal 12 appartementen gerealiseerd, waarvan 9 in de State en 3 in een nieuw te bouwen complex. Dit project wordt aangeprezen als individueel 'samen wonen'. "De vrijheid binnen de eigen woning combineren met een gemeenschappelijk bezit van een prachtig park met orangerie, logeerfaciliteiten en overige voorzieningen is een prachtige formule". De overige voorzieningen

19 Zie voor een duidelijke omschrijving van dit begrip Bijlage I.

Page 22: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 22

waarvan de bewoners gezamenlijk gebruik kunnen maken zijn onder andere een bibliotheek met vergaderruimte en enkele kassen met een groente- en fruittuin20. Het onderhoud en beheer van het complex is volledig in handen van een vereniging van eigenaren (VVE). Het spreekt voor zich dat de bewoners, ook gezien het kleinschalige karakter van het complex, zich betrokken voelen bij hun woonomgeving en zich er veilig voelen. Het is bovendien niet ondenkbaar dat zij ook een bepaalde status (denken te) ontlenen aan het feit dat ze op dit landgoed woonachtig zijn. Zwanenwoud In Heerenveen, wordt een iets groter project van wonen in het groen gerealiseerd21. Rond een park met een onder Franse architectuur aangelegde tuin worden 54 herenhuizen gebouwd, waaronder een aantal zogeheten zwanenwoningen (zie Figuur 2.6). Ook hier speelt de architectuur waarschijnlijk weer een belangrijke rol bij de beslissing van de consument. Figuur 2.6 Impressie van het Zwanenwoud in Heerenveen

Bron: Http://www.zwanenwoud.nl Wanneer het park als een soort gemeenschappelijke voortuin functioneert, kan dit project worden beschouwd als een Type V woonmilieu. Wanneer het slechts dient als kijkgroen, dan is er eerder sprake van een Type II milieu. 20 Onlangs meldde de makelaar dat het project in een gewijzigde vorm zal worden voortgezet, waarbij er minder voorzieningen zullen worden gerealiseerd. 21 Meer informatie is te vinden op: Http://www.zwanenwoud.nl

2.3 Nieuwe ideeën 2.3.1 Inleiding In de voorgaande paragrafen zijn allerlei voorbeelden genoemd van recreatieve woonmilieus. Op basis van deze bestaande en toekomstige woonmilieus kan verder worden gezocht naar nieuwe woonvormen die te maken hebben met ontspannen en recreëren. Uit de nu volgende voorbeelden zal blijken dat dit van alles kan opleveren. In deze paragraaf zullen de belangrijkste ideeën kort worden aangestipt, ongeacht de haalbaarheid en de wenselijkheid hiervan. Dit rapport is immers een verkenning van de mogelijkheden en houdt zich bijvoorbeeld niet bezig met de vraag of segregatie van bevolkingsgroepen gewenst is of niet. Eén idee, het wonen rond een manege, is als case study verder uitgewerkt. Aan de hand van de woningmarktsituatie van Almere en de plannen, zal in Hoofdstuk 4 worden gekeken in hoeverre sommige van de genoemde ideeën ook daadwerkelijk uitgevoerd zouden kunnen worden in Almere. 2.3.2 Kleinschalige (recreatieve) voorzieningen in de woonwijk In het voorgaande zijn voornamelijk voorbeelden genoemd van woonmilieus, waar voorzieningen van een redelijk grote schaal waren te vinden. Colijn & Feekes (2001) pleiten voor juist voor meer kleinschalige (recreatieve) voorzieningen in de woonwijk, zodat in de behoefte aan ontspanning en beleving van de bewoners kan worden voorzien. Zij denken hierbij bijvoorbeeld aan een kleinschalig sportblok, een ruimte voor de doe-het-zelver, een binnen- of buitenruimte voor allerlei spellen en dergelijke. Tot op zekere hoogte bestaan zulke wijken al, in de vorm van Centraal Wonen projecten. De auteurs gaan ervan uit dat er een soort homogene kern in een heterogene buurt kan ontstaan. De voorzieningen zullen specifieke bewoners aantrekken die door hen worden gezien als een verlengstuk van hun woning. "Het versterkt het community-gevoel zonder dat de desbetreffende kern zich van de wijk afschermt" (p.98). Ook een medewerker van de LVCW alsmede socioloog Reijndorp spreken de verwachting uit dat mensen in eerste instantie bewust voor het woonmilieu kiezen en daarna vanzelf naar elkaar toe zullen trekken, omdat ze dan weten wat ze aan de andere bewoners in de buurt hebben. 2.3.3 Andere ideeën Naast de genoemde kleinschalige voorzieningen, zijn er tal van andere soorten recreatie en vrijetijdsbesteding. Wanneer deze worden gecombineerd met de vele soorten woningen die er denkbaar zijn, ontstaan er allerlei nieuwe ideeën.

Page 23: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 23

Case study: Wonen rond een manege "Stel: u wilt graag uw paard in uw achtertuin, maar u heeft geen geld voor een kapitale boerderij met een stuk grond ergens in de Achterhoek? U zou uw paard als u thuis bent wel eens in het echt willen zien in plaats van op die foto op de schoorsteenmantel? Dan biedt de manegewoning uitkomst! De plek waar hobby en woongenot optimaal verenigd zijn". Zo zou een advertentie voor een

manegewoning eruit kunnen zien. De gedachte hierachter is eigenlijk hetzelfde als bij wonen aan het water. De bewoner ruilt zijn steiger in voor een zandpad en zijn boot voor een paard. In plaats van een woning met uitzicht op het water wordt het een woning die uitkijkt op een paardenwei, een manegebak en een stallencomplex. Nu nog is er bij de meeste maneges vaak slechts één woning te vinden, namelijk die van de beheerder. Deze draagt meestal zorg voor het beheer en het onderhoud van het terrein. Echter, in plaats van door één beheerder, zouden de hippische voorzieningen ook door

een aantal gebruikers collectief kunnen worden gefinancierd en beheerd. Dit heeft een aantal voordelen. Ten eerste kunnen de kosten voor de grond en die voor het beheer en het onderhoud van (de voorzieningen op) het terrein door de bewoners worden gedeeld. Hierdoor kunnen ook mensen men een minder hoog inkomen gebruik maken van de voorzieningen. Men kan bovendien besparen op de kosten, doordat men zelf geen dure trailer hoeft aan te schaffen. Voor vervoer naar evenementen, ruiterpaden of andere maneges kan een gezamenlijke trailer worden aangeschaft, die op afspraak kan worden gebruikt. Een ander voordeel is dat men er altijd zeker van is dat men

gebruik kan maken van de voorzieningen, omdat er geen wachtlijsten zijn. Het aantal woningen kan namelijk precies worden afgestemd op de capaciteit van de voorzieningen. Alleen de omwonenden maken in principe gebruik van de voorzieningen. Op de tijden dat er niemand gebruik van maakt, zou het complex eventueel verhuurd kunnen worden aan externe gebruikers. Behalve op financieel gebied, zullen de bewoners ook sociaal waarschijnlijk meer betrokkenheid tonen bij hun woonomgeving. Zij hebben immers bewust voor dit woonmilieu gekozen en dragen een gedeeltelijke verantwoording voor het complex. Helaas wordt deze woonvorm nu nog beperkt door milieuverordeningen en bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan laat bijvoorbeeld maar één woning toe, die van de beheerder, en milieuverordeningen zorgen ervoor dat bebouwing in verband met stankoverlast op een bepaalde afstand pas toegestaan is. Hier zou echter verandering in moeten worden gebracht, omdat deze manier van wonen een duidelijk belang dient. Foto's Foto boven: Een manege vanuit de lucht

Bron: Http://www.veluweranch.nl Foto onder: Een manege aan de rand van de

wijk Haverleij, 's Hertogenbosch Bron: Erik van Marissing, gemaakt

op 7 februari 2002

Page 24: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 24

Wonen in een openluchtmuseum of themadorp Een authentieke woning, die binnen de gebouwde omgeving past, met uitzicht op of zelfs toegang tot het museum aan de ene zijde en een 'gewoon' privé-gedeelte aan de andere zijde van de woning. In de Verenigde Staten is met de ontwikkeling van Celebration in Florida al een aanzet gemaakt tot deze ontwikkeling. Ook in Nederland zijn enkele musea, die door sommigen gezien zouden kunnen worden als een aantrekkelijke woonomgeving. Uit het feit dat een aantal woningen aan de Zaanse Schans bij Zaanstad al jaren gedeeltelijk wordt bewoond, blijkt dat dit idee ook goed uitvoerbaar is. Natuurlijk zijn er wel enkele voorwaarden verbonden aan het wonen in zo'n woning, maar de mensen die er echt graag wonen, zullen geen moeite hebben om zich aan enkele regels en eventuele verplichtingen te onderwerpen. Het Afrikamuseum in Nijmegen, De Batavia Werf in Lelystad of het Openluchtmuseum in Arnhem zijn goede voorbeelden van andere musea en waar de ontwikkeling van kleinschalige woningbouw mogelijk is. Wonen in de dierentuin Net als wonen in een museum, zou ook wonen in de dierentuin mogelijk moeten zijn. Een fraai uitzicht op allerlei uitheemse dieren is vrij uniek en zou daarom best beter benut mogen worden. Gedacht kan worden aan een soort appartementencomplex dat past in de stijl van een bepaalde ecologische omgeving. Het kan bijvoorbeeld gedeeltelijk opgetrokken worden uit hout of bekleed worden met een bepaald soort natuursteen. Het complex beschikt onder andere over een ondergrondse parkeergarage en is te bereiken via een grote tunnel onder het park door. Ook hier zullen enkele regels aan verbonden zijn, waar bewoners zich aan dienen te houden.

Wonen in een ballonvaardersdorp Mensen met gemeenschappelijke interesses zouden gebruik moeten kunnen maken van een op hun hobby afgestemde woonomgeving. Immers, de doordeweekse recreatie bestaat vooral uit hobby- en verenigingsactiviteiten (Breedveld 2000a). Waarom zouden mensen met een boot wel bij elkaar kunnen wonen en mensen die een luchtballon bezitten niet? Gemeenschappelijke voorzieningen als een zeilmakerij of een reparatie- en onderhoudsruimte kunnen een bindende schakel in de wijk vormen tussen het wonen en de gemeenschappelijke vrijetijdsbesteding van de bewoners. Op dezelfde manier zijn ook andere groepen hobbyisten in een kleine wijk samen te brengen. Zo kunnen zij hun liefhebberij optimaal beoefenen, zonder dat ze daarbij meteen op weerstand stuiten vanuit de directe omgeving.

Wonen in een wijk voor gehandicapten Naast gemeenschappelijk interesses, zijn er ook mensen met gemeenschappelijke belangen, bijvoorbeeld gehandicapten. Zij zijn in een 'gewone' wijk vaak belemmerd in hun vrijheid. Door voorzieningen te realiseren die speciaal op deze groep is afgestemd, hebben zij ook de mogelijkheid om dichtbij huis te recreëren. De concentratie van mensen met dezelfde behoefte qua voorzieningen maakt het bovendien betaalbaarder dan de huidige situatie, waarin zij doorgaans verspreid wonen over de verschillende wijken van de stad.

Wonen in een park Het voorbeeld van het Zwanenwoud geeft aan dat het mogelijk is om in een park te wonen. Deze vorm van wonen zou ook op een iets groter schaalniveau toegepast moeten kunnen worden, bijvoorbeeld op het niveau van een stadspark. Een woning in een park is niet alleen prettig voor de bewoner die van een groene en rustige omgeving houdt, maar vervult ook een functie van sociale controle voor passanten en gebruikers van het gebied. Het realiseren van een aantal parkwoningen is bovendien interessant, omdat bewoners bij kunnen dragen aan de onderhoudskosten. 2.4 Conclusie De voorbeelden die in dit hoofdstuk zijn genoemd bieden een overzicht van wat voor soort woonmilieus er allemaal (zouden kunnen) zijn en in welk opzicht deze gerelateerd zijn aan de mogelijkheden voor recreatie. Ook combinaties van de genoemde voorbeelden zijn mogelijk. Er blijken toch nog enkele verschillen te zijn. Sommige woonmilieus kunnen gekarakteriseerd worden als 'woonmilieu met recreatieve voorzieningen' (Type II) en andere als een echt recreatief woonmilieu (Type V). Soms is het makkelijk om het type woonmilieu te bepalen, maar een enkele keer is het ook moeilijker, zoals bij het wonen aan het water, omdat niet altijd duidelijk is welke functie het water vervult. Een aantal van deze ideeën zou gewoon 'gekopieerd' kunnen worden en kan een belangrijke bijdrage leveren aan de woonmilieudifferentiatie van Almere. Per locatie kan onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn. Het water, de vele groengebieden en het ruime karakter van deze stad bieden hiervoor uitstekende handvatten. In Hoofdstuk 4 komen de theoretische mogelijkheden van Almere aan de orde. Nadat deze vervolgens getoetst zijn aan het Structuurplan en aan andere plannen, zal gekeken worden of de ideeën ook daadwerkelijk mogelijk zijn en waar deze eventueel gerealiseerd kunnen worden.

Page 25: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 25

Hoofdstuk 3: De situatie van Almere 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal worden ingezoomd op de woningmarktsituatie van Almere. Achtereenvolgens zal worden gekeken naar de geschiedenis, de huidige situatie en de toekomstperspectieven. Hierbij wordt slechts een enkele keer verwezen naar de voorgaande hoofdstukken, omdat het hier om een beschrijving van de situatie gaat en niet om het beantwoorden van de overige vier onderzoeksvragen. Deze komen pas in Hoofdstuk 4 aan de orde, waarin de kennis uit de eerste twee hoofdstukken zal worden aangewend om toe te passen op de situatie van Almere, zoals die in dit hoofdstuk is beschreven.

3.2 Geschiedenis Een voortgaande ontwikkeling22 In amper 25 jaar is Almere uitgegroeid tot een stad van formaat. Momenteel kent het ongeveer 160.000 inwoners. Hoewel het vaak wordt gezien als een stad zonder historie, bestaat de geschiedenis van de jongste stad van Nederland juist uit een aaneenschakeling van historische feiten. Pas in 1971 werd het definitieve besluit genomen om deze nieuwe stad in de polder te gaan bouwen en nog geen vijf jaar later verwelkomde Almere Haven zijn eerste inwoners. En "25 jaar later is de rijtjeshuizen spuwende polder uitgegroeid tot woonstad met allure. Een stad met projecten die model staan voor het 'nieuwe bouwen' in Nederland" (Kruit 2001). In de afgelopen kwart eeuw zijn er, verdeeld over drie stadskernen, Almere Haven, Almere Stad en Almere Buiten, ongeveer 35 woonwijken gebouwd. Een belangrijk uitgangspunt bij de ontwikkeling van deze wijken was onder andere dat de belangrijkste voorzieningen dichtbij de woning moesten zijn en dat de woonwijken en de stadskernen zowel met eigen als met openbaar vervoer goed bereikbaar waren. Polynucleaire structuur In navolging van de politiek van gebundelde deconcentratie, is hiertoe het principe van de polynucleaire stad toegepast. Daarbij is er in de kernen steeds ruimte 22 Het zeven fasen tellende 'scheppingsverhaal' van Flevoland is door journalist Frank Westerman (2002, p.45) op een boeiende manier opgetekend in zijn artikel "Proeftuin onder zeeniveau".

opengelaten, zodat de stad zich later kan aanpassen (Witman 2001). De drie kernen Haven, Stad en Buiten zijn geconcentreerd rond de spoorlijn en de Rijksweg A6. Ze zijn van elkaar gescheiden door grote groengebieden en waterpartijen. Dankzij deze meerkernige structuur is Almere een stad geworden waar het prettig wonen is. De meeste basisvoorzieningen bevinden zich op loopafstand, de secundaire voorzieningen zijn in de eigen kern te vinden en slechts voor sommige voorzieningen, zoals het stadhuis en het politiebureau moet men naar het stadscentrum. Tezamen met een uitstekend, vanaf het eerste begin ontwikkeld netwerk van fietspaden, voetpaden en vrije busbanen, zorgt dit voor een goede interne bereikbaarheid van de verschillende stadskernen. Ontwikkeling van de woningmarkt Echter, "Almere loopt bij toetsing aan het klassieke begrip van stedelijkheid uit op een teleurstelling", zo stelt Nio (2000, p.83). Hiermee doelt hij op het feit dat de stad een zeer eenzijdige woningmarkt heeft, namelijk vrijwel alleen maar laagbouw in de vorm van rijtjeshuizen. Omdat het vooral om kleine kavels gaat, ontbreekt volgens de auteur de ruimte waardoor echte suburbane woonmilieus worden gekenmerkt. "Bescherming tegen de elementen, tegen de leegte van het land, dat waren de eerste stappen van Almere Haven. Een knusse 20steeeuws replica van een vissersdorpje met introverte huizenblokken en nepgrachtenpandjes. En vooral geen hoogbouw.", karakteriseert Witman (2001, p.13) de ontwikkeling van Almere Haven. Hulsman (2002, p.48) sluit zich hierbij aan en stelt: "voor veel niet-Almeerders staat de stad nog steeds bekend als de hoofdstad van burgerlijkheid in Nederland". Almere is volgens velen dan ook het "toonbeeld van nieuwe truttigheid". Met deze citaten is één van de belangrijkste kenmerken van Almere genoemd: de stad is bedacht en gebouwd volgens een duidelijk concept. Belangrijkste doel: het opvangen van de overloop uit de Noordelijke Randstad, met name uit de regio Amsterdam. In het begin werd er vooral veel sociale woningbouw gebouwd. Pas later is het eigen woningbezit toegenomen en vestigden ook bewoners uit de middenklasse zich in Almere (Van Diepen, Dukes & Emmelkamp 2001). Als gevolg van deze ontwikkeling is het woningaanbod inmiddels veel gevarieerder dan een aantal jaren geleden. In Paragraaf 3.3 zal nader op deze verandering worden ingegaan.

Page 26: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 26

Imagoproblemen Ondanks deze zichtbare verbeteringen en veranderingen, heeft Almere nog steeds problemen met zijn imago. Momenteel gaat het alweer wat beter, maar vooral in de jaren '80 had de stad veel te kampen met negatieve aandacht. Het zou een saaie woonstad zijn, met een veel te eenzijdige woningvoorraad, waar een grootstedelijke identiteit ontbreekt. Vooren (2001) vraagt zich zelfs af of Almere überhaupt wel een stedelijke identiteit heeft. Zij concludeert dat met het ouder worden van de stad, de in de stad opgegroeide bevolking toeneemt. Deze bevolking is van groot belang voor de ontwikkeling van een eigen Almeerse cultuur en identiteit. Deze cultuur kenmerkt zich door aanpassing aan de geboden woonomgeving en door waardering van de mogelijkheden voor ruim en rustig wonen. Daarnaast zijn bewoners tevreden over de vele recreatiemogelijkheden en zijn ze veelal tevreden met de voorzieningen in de stad. De meeste inwoners van Almere zijn dan ook meer dan tevreden over hun stad, ongeacht of zij zich verbonden voelen met hun stad. Kortom: "het lijkt wel of het huidige negatief beladen beeld van de nieuwbouwwijken en de nieuwe stad Almere vooral een probleem is voor critici, architecten en intellectuelen en niet zozeer een probleem van bewoners zelf" (Van Diepen, Dukes & Emmelkamp 2001, p.56).

3.3 Huidige situatie Kwantiteit wordt kwaliteit Ging het in de beginfase vooral om kwantiteit, momenteel staat kwaliteit voorop en gaat Almere een nieuwe ontwikkelingsfase in. Deze fase omvat de inhaalslag op het gebied van voorzieningen en de daaraan gerelateerde 'schaalsprong', een verdubbeling van het inwonertal. De belangrijkste opgaven die hieruit voortkomen zijn: differentiatie van het woningaanbod en het op peil brengen van de voorzieningen, behorend bij een stad van meer dan 150.000 inwoners. Almere heeft dan ook grootse plannen en veel ambities op het gebied van woningbouw, voorzieningen en stedenbouw. De verdeling van de huidige woningvoorraad per 1 januari 2001 is weergegeven in de Sociale Atlas (Gemeente Almere 2001b, p.41). Het valt op dat het aandeel eengezinswoningen overwegend uit koopwoningen bestaat. Hiermee wordt voldaan aan het streven van de overheid naar meer koopwoningen. Daarnaast is het grote aantal koopwoningen ook het gevolg van de verkoop van huurwoningen door corporaties. Voor meergezinswoningen geldt het omgekeerde, maar dan nog sterker: het overgrote deel van deze voorraad bestaat uit huurwoningen. Interessant voor dit onderzoek is verder de groep 'overig'. Hiertoe behoort, behalve de wooneenheden van het asielzoekerscentrum, namelijk ook een klein aantal

woonboten en woonwagens. Vooral het wonen op een woonboot kan in sommige gevallen worden beschouwd als een vorm van recreatief wonen. Uit de bijbehorende statistieken blijkt dat 79% (114 woningen) van deze categorie uit huurwoningen en 21% (30) uit koopwoningen bestaat. Helaas is niet bekend welk deel door de woonboten wordt vertegenwoordigd. De Almeerse wooncarrière Kenmerkend voor de woningmarkt in Almere is ook het verhuisgedrag van de Almeerse bevolking. Veel inwoners verhuizen na een aantal jaren weer naar een bestaande of een nieuwe woning en maken zo wooncarrière binnen de stad (Gemeente Almere 2001a, p.7). In de veelbesproken televisiedocumentaire Paradijs in de polder was zelfs iemand aan het woord, die zijn 14e woning in Almere betrok! Het is hierdoor niet ondenkbaar dat er in de nieuw te ontwikkelen villawijk Overgooi straks ook mensen komen te wonen die in het 'oude' Almere zijn begonnen en zich door de jaren heen hebben opgewerkt op de woningmarkt. Voor de vraag naar recreatieve woonmilieus is dit een interessant fenomeen. Men verhuist in eerste instantie namelijk vooral vanwege de verbeterde woonkwaliteiten. De woning is vaak net iets groter dan de vorige en de kwaliteit ervan is beter dan die van de achter te laten woning. Opvallend is verder dat men in de woonmilieus die als 'recreatief' kunnen worden bestempeld (Vogelwijk en Noorderplassen), niet meer verhuisgeneigd is en dat men deze woonomgeving blijkbaar als de top van de wooncarrière ziet. Wanneer men toch van plan is uit één van deze twee wijken te vertrekken, dan gaat de voorkeur uit naar vestiging buiten Almere. Het is dus zaak voor de gemeente om deze groep ook in de toekomst vast te houden. Dit kan door de bewoners de gewenste ruimte en andere woonkwaliteiten te bieden, bijvoorbeeld in de vorm van meer recreatieve voorzieningen in de woonomgeving. In Hoofdstuk 1 is immers aangegeven dat bewoners van een recreatief woonmilieu meer betrokkenheid tonen bij hun woonomgeving. Deze zal zich in veel gevallen ook uiten in een langere periode van vestiging in dezelfde wijk, omdat bewoners gezien de kwaliteit van hun woonomgeving weinig reden hebben om naar een andere wijk te verhuizen.

3.4 Toekomstperspectieven 160.000 inwoners, hoe nu verder? De genoemde schaalsprong van Almere is niet zomaar een verandering die van de ene op de andere dag bewerkstelligd kan worden. Daarom zijn er voortdurend allerlei onderzoeken en is er inmiddels een nieuw Structuurplan in ontwikkeling. Voor de huisvesting is er ook een aparte nota, de Nota Woonbeleid 2001. Het is van groot belang om over voldoende kennis van deze plannen te beschikken om te

Page 27: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 27

kunnen bekijken wat de mogelijkheden en beperkingen zijn wat betreft recreatieve woonmilieus. Het Structuurplan In het huidige Structuurplan wordt verwezen naar het vorige, dat dateert uit 1984, maar nog steeds van groot belang is. De woningen die er nu staan of zelfs nog gebouwd gaan worden, komen voort uit dit plan. Ook waren de groengebieden, waterpartijen, infrastructuur en voorzieningen in dit plan geregeld. Daarom komen de bewoners van deze wijken volgens het nieuwe Structuurplan "van meet af aan in een prettige woonomgeving terecht" (Gemeente Almere 2001e, p.7). Toch is een aantal van deze woonmilieus alweer aan een opknapbeurt toe. De gemeente streeft ernaar om meer verscheidenheid in de stad te realiseren en zo een complete stad te worden. Voor de periode tot 2010 heeft men negen (extra) opgaven vastgesteld, waarvan er vier echt relevant zijn voor het onderzoek. De eerste opgave betreft kwaliteitsverbetering van de groenstructuur. Hiermee wordt bedoeld dat groene gebieden gedifferentieerder moeten worden en dat er een aantal toeristisch-recreatieve concentratiepunten wordt aangewezen. Deze opgave biedt misschien mogelijkheden voor nieuwe, groene woonmilieus. Een tweede opgave omvat de betere benutting van het water, onder andere om een bijdrage te leveren aan het woonklimaat. Een andere opgave is de verdere uitbreiding en verdieping van het voorzieningenaanbod, waarmee ook recreatieve voorzieningen worden bedoeld. Eén van de belangrijkste opgaven betreft de doelstelling om meer verscheidenheid in woningen en woonmilieus te creëren. Ook hogere inkomens en jongeren moeten passende huisvesting kunnen vinden in Almere. De zesde onderzoeksvraag heeft hier alles mee te maken. Niet alleen doordat nieuwe woonmilieus rechtstreeks toegankelijk moeten kunnen zijn voor lagere- en middeninkomens, maar ook doordat hogere inkomens meer alternatieven op de woningmarkt hebben en doorstromen vanuit een voor hen 'te goedkope' woning, die dan weer kan worden bewoond door iemand met een lager inkomen. In het structuurplan is tevens een doorkijk naar 2030 opgenomen. Dit is onder andere vanwege de groenstructuur. Het is belangrijk dat er bij de planning van nieuwe woonmilieus of andere bestemmingen al van tevoren rekening wordt gehouden met het groen. Op deze manier heeft het groen de tijd om te groeien en komen de toekomstige gebruikers niet in een kale omgeving terecht. Voor dit onderzoek betekent dat dat er niet zomaar vanuit kan worden gegaan dat er overal mogelijkheden zijn voor nieuwe woonmilieus in het groen. Slechts een aantal plekken zal zich hier waarschijnlijk voor lenen. Reden temeer om ook de

bestaande groengebieden, die tussen de drie kernen liggen, te bezien als mogelijke locatie voor recreatief wonen. Nota Woonbeleid 2001 Specifieker op het wonen gericht, is de Nota Woonbeleid 2001, waarin de Gemeente Almere een drietal doelstellingen ten toon spreidt:. 1. consumentgericht bouwen en beheren 2. het realiseren van voldoende woningen voor de lage inkomens 3. het bevorderen van de relatie tussen de nieuwbouw en de bestaande voorraad In Hoofdstuk 1 is aangegeven op welke manier recreatieve woonmilieus bijdragen aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

3.5 Conclusie Wat kunnen we uit het voorgaande concluderen? Ten eerste is duidelijk geworden dat Almere geen stad is zoals de meeste andere Nederlandse steden: de stad bestaat maar kort en derhalve staan er alleen maar relatief goede en nieuwe woningen. De stad ziet er in alle opzichten ook echt uit als een bedachte en zorgvuldig geplande stad. Kortom: Almere is maakbaar. Een tweede conclusie betreft de toekomstige situatie van Almere. De stad zal vrijwel aan alle kanten nog uitbreiden. Tegelijkertijd zal er ook verdichting plaatsvinden. Dit schept goede mogelijkheden om recreatieve woonmilieus te realiseren, zowel in bestaande als in de nieuw te ontwikkelen gebieden. Met de bouw van recreatieve wijken als Overgooi en Waterrijk doet Almere bovendien goed aan de verbetering van het imago. Niet langer zal de stad bij buitenstaanders bekend staan als de stad met de eindeloze uniforme rijtjeswoningen, maar eerder als de stad van de mogelijkheden, waar voor elk wat wils is. Deze mogelijkheden passen bovendien goed bij de Almeerse doelstellingen, die in de vorige paragraaf zijn behandeld.

Page 28: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 28

Hoofdstuk 4: Bestaande en mogelijke woonmilieus in Almere 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt onderzocht of er in Almere recreatieve woonmilieus zijn en welke theoretische mogelijkheden er zijn om nieuwe woonmilieus van het Type V te ontwikkelen. Vervolgens zullen er, indien mogelijk, enkele concrete locaties worden aangewezen. In de conclusie worden de belangrijkste bevindingen van dit hoofdstuk samengevat. Voor dit hoofdstuk is naast allerlei gegevens over de wijken en naast de verschillende structuurplannen ook gebruik gemaakt van eigen waarnemingen in een aantal wijken. 4.2 Recreatieve woonmilieus in Almere Zijn er recreatieve woonmilieus in Almere? In het vorige hoofdstuk is de woningmarktsituatie van Almere verkend. Hierin is nog niet ingegaan op de vraag of er in Almere recreatieve woonmilieus zijn. Op basis van gegevens over de verschillende wijken en een blik op de kaart kan de verwachting worden uitgesproken dat er in Almere overwegend woonwijken van het Type I en II zullen zijn. Slechts enkele wijken zullen waarschijnlijk als Type V kunnen worden beschouwd. Een nadere verkenning van de verschillende wijken, leert dat er inderdaad een paar wijken zijn die als 'recreatief' kunnen worden aangemerkt (zie Figuur 4.1). Slechts enkele locaties kunnen momenteel als recreatief woonmilieu aangemerkt worden. Dit zijn de Noorderplassen in Almere Stad (1) en de woonboten langs de Lange Wetering (2). Enkele andere wijken hebben goede mogelijkheden, maar vallen nu nog onder het Type II. Dit is bijvoorbeeld de Vogelwijk (3) in Almere Hout. Op een enkele plaats, zoals aan de Victoria Regiastraat bij de tuibrug over de Lage Vaart in Almere Buiten en aan de Cissy van Marxveldstraat in Almere Stad, zijn nog wat woningen die met hun achtertuin aan het water zijn gelegen, maar omdat deze deel uitmaken van een 'gewone' buurt, zijn hier waarschijnlijk ook geen mogelijkheden voor recreatieve voorzieningen. Deze straten kunnen gekarakteriseerd worden als een Type I: een 'gewoon' woonmilieu zonder specifieke recreatieve voorzieningen.

Noorderplassen Het bekendste recreatieve woonmilieu in Almere is te vinden aan de Noorderplassen (zie Figuur 4.2). Figuur 4.1 Ligging van de belangrijkste (semi-)recreatieve woonmilieus

1

23

Bron: Gemeente Almere 2001b, p.141. Dit is een kleine wijk aan de noordkant van Almere Stad, bestaande uit 8 schiereilanden, waar net geen 700 mensen wonen, verdeeld over 267 woningen (Gemeente Almere 2001b, p.129). De wijk is gebouwd tussen 1992 en 1995 en bestaat vrijwel volledig uit vrijstaande of geschakelde villa's. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het eigen woningbezit hier 100% is. Hoewel de wijk zich er wel uitstekend voor lijkt te lenen, zijn er geen voorzieningen aanwezig, die door alle bewoners zijn te gebruiken. Bewoners dragen slechts gezamenlijk zorg voor het op peil houden van de diepgang van het vaarwater. Daarnaast kunnen ze zelf een beweegbare helling met elektrische lier

Page 29: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 29

aanschaffen en beschikken ze over een afstandsbediening voor de sluis, die hen toegang verschaft tot het Markermeer, zo is gebleken uit een gesprek met een medewerker van Van der Linden Makelaars OG. Deze wijk heeft verder veel kenmerken, die in het eerste hoofdstuk zijn genoemd. Er is veel water in de wijk: de watersport en de beleving van het water zijn hier als uitgangspunt genomen, waardoor bewoners een vakantiegevoel hebben. Figuur 4.2 Woningen aan de Noorderplassen en het uitzicht hierop

Bron: http://members1.chello.nl/~a.degroot1; Http://www.vanderlinden.nl Een herkenbare stedenbouwkundige identiteit is één van de kenmerken die in Paragraaf 1.3 zijn genoemd. Hoewel deze niet zozeer naar voren komt uit het ontwerp van de woningen (dat is niet zo bijzonder) zijn vooral straatnamen als Stuurboord, Land in zicht en Overstag belangrijk voor de herkenbaarheid van de wijk. Daarnaast is de toegankelijkheid van de wijk beperkt: het zijn allemaal doodlopende straten. Wie er niets te zoeken heeft, zal er dus ook niet komen. Samenvattend kan geconcludeerd worden dat de Noorderplassen een wijk is, die duidelijk als een Type V mag worden beschouwd. Wanneer er meer voorzieningen in deze wijk zouden kunnen worden gerealiseerd, zou ook de omgeving meer kunnen profiteren van deze wijk. Een grote aanlegsteiger voor bezoekers bijvoorbeeld, zou de wijk een grotere meerwaarde kunnen geven dan deze nu heeft. Lange Wetering Aan de Lange Wetering ligt een tiental woonboten23. De Lange Wetering is het kanaal dat van Almere Haven naar de Hoge Vaart in Almere Hout loopt. De

23 Omdat dit slechts enkele woningen betreft, deze ver buiten het bebouwde gebied liggen en ze bovendien tot de woningcategorie 'overig' behoren, is hier helaas geen wijkprofiel van beschikbaar in de Sociale Atlas.

woonboten zijn als recreatief te betitelen, want de meeste bewoners beschikken over een eigen steiger. Van hieruit kan men zowel naar de Hoge Vaart als naar Almere Haven varen. Ook de ligging van dit buurtje is kenmerkend voor een recreatief woonmilieu: Er is slechts één toegangsweg naar de Weteringkade en het ligt nogal afgelegen ten opzichte van de stadskernen (zie Figuur 4.1). Het in aanbouw zijnde Kasteel Almere en het nabijgelegen roeicentrum zijn enkele recreatieve voorzieningen in de buurt van de woonboten. Het wonen aan en de belevenis van het water zijn hier duidelijk de belangrijkste woonkwaliteiten. Ook de mogelijkheid om vanuit de eigen woning overal heen te kunnen varen is een belangrijke woonkwaliteit, hoewel de meeste steigers vooral substituut lijken voor het ontbreken van een tuin. Slechts bij een enkele ark ligt een boot. Figuur 4.3 Woonboten aan de Lange Wetering

Bron: Erik van Marissing, foto's gemaakt op 31 januari 2002. Wonen en recreëren complementeren elkaar in dit gebied zodanig, dat er sprake is van een Type V woonmilieu. Aan de kant van het Weteringpark zijn bovendien goede mogelijkheden om bijvoorbeeld een tennisbaan of een collectieve tuin te realiseren. Een dergelijke voorziening is misschien best wenselijk, omdat de meeste woonboten geen of een heel kleine tuin hebben. Vogelwijk Iets meer naar het zuidoosten, in de Vogelwijk (zie Figuur 4.4), zijn ook mogelijkheden voor het ontwikkelen van een recreatief woonmilieu, maar dan vooral wat betreft de nog te bouwen woningen. De dichtheid van de bestaande woningen laat de inpassing van recreatieve voorzieningen namelijk niet toe. De wijk bestaat nu uit 446 woningen, waarin iets meer dan 1000 Almeerders wonen. Net als bij de Noorderplassen is ook hier het eigen woningbezit 100% en zijn alle woningen vrijstaand of geschakeld (Gemeente Almere 2001b, p.134). In Paragraaf 3.3 werd al vermeld dat beide wijken beschouwd kunnen worden als de top van de

Page 30: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 30

Almeerse woningmarkt. De omgeving van deze woningen kan gezien worden als een recreatiegebied zonder woningen (Type III), maar kan door het bouwen van een aantal woningen en door de aanleg van enkele voorzieningen rechtstreeks getransformeerd worden tot een woonmilieu van het Type V. De hier aanwezige voorzieningen zijn de natuur (bos en water) en de golfbaan. Figuur 4.4 Een villa in de Vogelwijk en een vrijstaande woning aan de Paradijsvogelweg in Almere Hout

Bron: Http://www.vanderlinden.nl Rond de golfbaan is kleinschalige woningbouw gepland, die ook geïntegreerd zal worden met deze sportieve voorziening. De groene omgeving en het water bieden verder allerlei mogelijkheden voor nieuwe recreatieve voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een manege. De Fantasie In Almere Stad, ingeklemd tussen het waterskipaviljoen en de rand van de Stedenwijk, ligt het minibuurtje De Fantasie, een straatje met ongeveer 10 apart vormgegeven woningen (zie Figuur 4.5). De recreatieve waarde van dit wijkje bestaat uit een fraai uitzicht op het Weerwater en voor sommige bewoners ook uit een steiger aan ditzelfde water. Interessant aan De Fantasie is dat het buurtje zo afgelegen is dat er waarschijnlijk alleen bestemmingsverkeer zal komen, waardoor er een goede mogelijkheid is om het buurtje als het ware af te sluiten en er enkele kleinschalige recreatieve voorzieningen te realiseren. Aan de kant van Almere Stad ligt nog een klein stukje braakliggende grond, wat hiervoor gebruikt zou kunnen worden. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een collectieve tuin of een kleine sportvoorziening als een jeu de boules baan. De recreatieve waarde van dit buurtje kan echter nog veel beter worden benut door meer te profiteren van de gunstige ligging ten opzichte van het Weerwater,

bijvoorbeeld door een gemeenschappelijke steiger of een andere voorziening aan te leggen, die gericht is op de watersport. Voor nog grotere voorzieningen is behalve een gebrek aan ruimte waarschijnlijk geen financieel draagvlak, tenzij hier ook door mensen uit de wijdere omgeving gebruik van kan worden gemaakt en deze betalen voor het gebruik. Figuur 4.5 Enkele woningen in De Fantasie in Almere Stad

Bron: Erik van Marissing, foto's gemaakt op 31 januari 2002. Een klein nadeel van deze locatie is dat er een hoogspanningsmast vlakbij de woningen staat, waardoor eventuele bebouwing belemmerd zou kunnen worden.

Page 31: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 31

4.3 Theoretische mogelijkheden Zijn er mogelijkheden voor nieuwe recreatieve woonmilieus in Almere? Zo luidt de achtste onderzoeksvraag, gevolgd door de vraag wélke mogelijkheden zijn er in Almere?. In theorie zijn er zeker mogelijkheden. Niet alleen omdat de gebieden Hout, Overgooi, Pampus en Poort nog grotendeels op de tekentafel liggen, maar ook omdat bestaande woonmilieus zich lenen voor een transformatie, hetgeen uit voorgaande paragrafen is gebleken. Voor Almere Hout zou bijvoorbeeld onderzocht kunnen worden in hoeverre het mogelijk is om woningen in het bos te realiseren. Van den Brand (2001) beschrijft één van deze mogelijke nieuwe woonvormen, het zogeheten nieuwe boswonen. Tevens speelt de golfbaan een belangrijke rol bij de ontwikkeling van nieuwe woonmilieus in dit gebied. Daarnaast behoort de manege tot de voorzieningen, die als uitgangspunt kunnen dienen voor nieuwe woonmilieus. Figuur 4.6 Hoogbouw langs de Gooimeerdijk in Almere Haven

Bron: Erik van Marissing, foto's gemaakt op 31 januari 2002. Kustgebieden Verder lijken de kustgebieden in Almere Haven en die aan het IJmeer en het Markermeer zeer geschikt voor nieuwe, aan het water gerelateerde woonmilieus. Helaas vormt aan de noord- en westkant de Oostvaardersdijk een belangrijke belemmering. Buitendijks bouwen is op de meeste plaatsen niet toegestaan (Woonbode 2001; Newz.nl 2001). In Almere Haven (zie Figuur 4.6) bestaat wel de mogelijkheid om woningen (met een tuin) aan of in het open water te realiseren. Daarnaast kan er langs de kust hoogbouw worden toegepast. Op de linkerfoto is de pas opgeleverde woonwijk De Velden te zien, waar onder andere vijf appartementencomplexen met uitzicht op het Gooimeer zijn gebouwd. Recentelijk is in het centrum van Almere Haven pal naast de jachthaven ook een woontoren gebouwd. De beleving van het water is één van de belangrijkste

kwaliteiten van deze woningen, alsmede het uitzicht op het Gooimeer. Door de nabijheid van de jachthaven heeft de woonomgeving bovendien veel recreatieve mogelijkheden. Er zouden bijvoorbeeld enkele kleine inpandige voorzieningen kunnen worden ontwikkeld, zoals een fitnessruimte of hobbyruimte. Groengebieden Tenslotte is het zeer interessant om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de verschillende parken en de grote groengebieden tussen de kernen (Type III) een gedeeltelijke woonbestemming te geven. Naast de recreatieve functie, heet het groen vaak ook een doorgangsfunctie. Deze worden echter vaak als sociaal onveilig ervaren. Het is daarom van groot maatschappelijk belang om te bekijken of het mogelijk is om kleinschalige woningbouw in deze gebieden te realiseren. Immers, de sociale controle in het gebied kan op deze manier worden vergroot en bovendien wordt enkele mensen de mogelijkheid geboden om hun groene woonwens te verwezenlijken. Dit kunnen ook mensen met een lager of middeninkomen zijn, wat goed past binnen de gemeentelijke doelstellingen (zie Paragraaf 1.4. Stedenbouwkundige opzet Niet alleen qua landschappelijke kenmerken zijn er mogelijkheden. Ook de opzet van sommige wijken biedt nieuwe perspectieven. Zo zijn er in Almere veel buurten als hofje of aan een doodlopende straat gebouwd, waardoor de mogelijkheid bestaat om deze als het ware 'af te schermen van de buitenwereld' en er voorzieningen te realiseren die alleen voor de bewoners toegankelijk zijn. In veel gevallen staan of vallen deze mogelijkheden wel met ruimtelijke beperkingen. Er is immers niet altijd plaats voor nieuwe voorzieningen.

4.4 Concrete locaties Waar in Almere zouden er recreatieve woonmilieus gerealiseerd kunnen worden? En welke recreatieve woonmilieus zouden er gerealiseerd kunnen worden? Zo luiden de laatste en voorlaatste onderzoeksvraag. Aan de hand van de (Structuur)plannen en de kaart van Almere zal in de volgende paragrafen per stadsdeel naar de mogelijke locaties worden gekeken. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen mogelijkheden in het bestaand gebied en mogelijkheden in nieuw te ontwikkelen gebieden. 4.4.1 Mogelijkheden in bestaand gebied In het bestaand gebied, dat wil zeggen Almere Stad, Haven en Buiten, zijn nog enkele mogelijkheden voor het ontwikkelen van een recreatief woonmilieu. Deze

Page 32: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 32

gebieden zijn met name geschikt voor het doorvoeren van kleinschalige ontwikkelingen. In de vorige paragraaf werd al aangegeven dat het gebied rond de woontoren in Almere Haven (zie Figuur 4.6) goede mogelijkheden biedt. De haven, het uitzicht en de ligging direct aan het water zijn belangrijke woonkwaliteiten, waar rekening mee gehouden moet worden, getuige het Project Kustzone Almere Haven, waarin buitendijks bouwen wordt voorgesteld. Deze bouwvorm biedt goede mogelijkheden voor het ontwikkelen van een recreatief woonmilieu. Ook de recreatieplas het Weerwater in Almere Stad zou beter benut moeten worden voor een combinatie van wonen en recreëren. De toegankelijkheid van het water vanuit de verschillende stadsdelen is nu nog niet optimaal. In Paragraaf 4.2 werd het wijkje De Fantasie genoemd. Hier is een transformatie van Type I naar Type V goed mogelijk. Het buurtje kan veel beter met het water worden geïntegreerd door enkele kleinschalige voorzieningen te maken. Op andere plaatsen langs het water zouden vergelijkbare kleine recreatieve buurten kunnen worden gebouwd. Een vergelijkbaar wijkje, De Realiteit, dat vlakbij de Noorderplassen ligt, kan op dezelfde manier worden getransformeerd. Voor deze recreatieplas geldt eigenlijk hetzelfde als voor het Weerwater: een betere benutting van de specifieke kwaliteiten van het water is mogelijk indien het water toegankelijker wordt gemaakt. Voor de Noorderplassen is het plan Noorderplassen West opgesteld. De manier waarop dit gebeurt kan verschillen vanwege de ligging van beide plassen ten opzichte van de woonwijken, voorzieningen en infrastructuur. Een andere mogelijkheid om de bestaande gebieden meer recreatieve waarden te geven, is het gedeeltelijk bebouwen van de grote groengebieden tussen de kernen. "Grote groengebieden tussen de kernen worden deels opgevuld met bebouwing en zijn deels tot mooie, kleinere perfect ingerichte en beheerde stadsparken omgevormd", zo schetst Deben (2001) Almere in het jaar 2025. In eerdere paragrafen werd al aangegeven dat het ontwikkelen van kleinschalige woonmilieus in de groengebieden een meerwaarde kan opleveren voor de bewoners en de omgeving en dat deze ontwikkeling past binnen de Almeerse beleidsdoelstellingen. Onderzocht kan worden in hoeverre bijvoorbeeld het Vroege Vogelbos, het beginbos en het Kromslootpark hiervoor geschikt zijn. 4.4.2 Mogelijkheden in nieuw te ontwikkelen gebied Inleiding De nieuw te ontwikkelen stadsdelen, zoals Almere Hout, Poort en Overgooi bieden ook goede mogelijkheden met betrekking tot de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus. Een groot voordeel van de te ontwikkelen gebieden ten

opzichte van de bestaande (Type I, II, III of IV) is dat de woningen en voorzieningen integraal kunnen worden ontwikkeld (er kan maatwerk worden geleverd). Een ander voorbeeld is dat er op een grotere schaal plannen kunnen worden gemaakt, omdat ze niet hoeven te worden ingepast in een bestaand gebied. In deze paragraaf zullen enkele locaties worden aangewezen, die in de structuurplannen van de betreffende gebieden worden genoemd en mogelijk geschikt zijn voor de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus. Almere Hout In Almere Hout zullen in totaal 20 duizend woningen komen te staan (Gemeente Almere 2001d). Wat betreft de mogelijkheden voor recreatieve woonmilieus zijn er een paar deelgebieden die hiervoor in het bijzonder in aanmerking komen. In Almeerder Hout worden nog ruim 600 villa's gebouwd. Het recreatieve karakter van deze wijk kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door het een zodanige stedenbouwkundige structuur te geven, die vergelijkbaar is met die van een vakantiepark (doodlopende en slingerende straatjes). Een ander woonmilieu wat een recreatief karakter zou kunnen krijgen, betreft Parkbos Hoge Vaart Noord. Hier komt een groen woonmilieu met slechts 176 woningen. De relatie met het bos zal hier nadrukkelijk aanwezig zijn. Hetzelfde geldt voor Parkbos Hoge Vaart Zuid, waar ruim 500 woningen komen. In het Hellingpark komen net iets meer dan 100 woningen. Hoewel het groen in deze wijk minder dan 50% beslaat, wordt dat volgens het Structuurplan voldoende gecompenseerd door voorzieningen, die grotendeels als 'groen' aan te merken zijn. De Golfbaan Almeerder Hout, tenslotte, nu nog een Type III, wordt als apart gebied ingericht en is uiteindelijk als een recreatief woonmilieu (Type V) te beschouwen. De woningen die rond deze golfbaan zullen komen, zijn niet vermeld in dit plan, maar in de praktijk zal naar verwachting de relatie tussen beiden wel zeer duidelijk aanwezig zijn. Almere Poort In Almere Poort (Gemeente Almere 1999) zullen de komende jaren tienduizend woningen worden gebouwd, verdeeld over een tiental deelgebieden. De mogelijkheden voor recreatieve woonmilieus moeten vooral gezocht worden in die gebieden, die in het structuurplan als woongebied zijn aangemerkt. Daarnaast zijn er wellicht op kleinere schaal mogelijkheden in de recreatiegebieden en in het nieuwe centrum, waar veel leisure-activiteiten zullen worden gerealiseerd. De kustzone heeft uitstekende recreatieve kwaliteiten. In de Marina Muiderzand moet dit vooral gezocht worden in het uitzicht op het water en eventueel gebruik van de jachthaven. Het Muiderzand is niet alleen geschikt vanwege het uitzicht, maar ook door de aanwezigheid van het strand en de daarbij behorende

Page 33: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 33

voorzieningen. Een woonmilieu zoals Venice Boulevard in Los Angeles, waar men vanuit de woning zo het strand op loopt, zou hier niet misstaan. In Dijkzicht zal in hoge dichtheden worden gebouwd (40w/ha), waarvan een deel gestapeld (10%). De recreatieve waarde ligt hier vooral in de nabijheid van en het uitzicht op het water. Waterrijk is een woonwijk, waarin het water centraal staat. Allerlei vormen van wonen op of aan het water zouden hier kunnen worden toegepast. Hier liggen dus wel duidelijke mogelijkheden voor een Type V woonmilieu. Overgooi In Overgooi, het gebied achter de Gooimeerdijk zijn 950 woningen gepland, verdeeld over een groot gebied van ongeveer 276 hectare (Gemeente Almere & Kraaijvanger-Urbis 1999). Deze wijk moet plaats bieden aan ongeveer 1000 miljonairs (Klok 2002). Er wordt hier in lage tot zeer lage dichtheden gebouwd. Gepoogd wordt de woningen zoveel mogelijk te integreren in het landschap. De groene structuur van het gebied heeft dan ook als uitgangspunt gediend bij het maken van de plannen. In het gebied zijn veel recreatiemogelijkheden, die vrijwel allemaal met openluchtrecreatie te maken hebben: wandel, fiets- en ruiterroutes zijn volop aanwezig, er is een golfbaan en er komt een manege in het gebied. In sommige gevallen blijkt dat er naast de recreatieve waarde van het gebied ook sprake is van een recreatief woonmilieu van de laagste orde: dat van de woning zelf. Er wordt namelijk verwacht dat de bewoners zelf op eigen terrein voorzieningen aan zullen leggen, zoals een zwembad of tennisbaan. Deze recreatiemogelijkheden hebben waarschijnlijk niet zo'n grote meerwaarde voor de omgeving, omdat zij op eigen terrein zijn gelegen.

4.5 Conclusie Uit het voorgaande is gebleken dat er slechts enkele wijken in Almere zijn die als recreatief kunnen worden betiteld. Dit zijn De Noorderplassen en de Lange Wetering en in mindere mate De Fantasie en De Realiteit. Vooral de sterke scheiding tussen woon- en andere functies is debet aan dit lage aantal. De mogelijkheden kunnen ten dele worden gevonden in de bestaande gebieden, maar moeten vooral gezocht worden in de groene gebieden tussen de bestaande kernen en in de nieuw te ontwikkelen gebieden. Hiermee wordt voldaan aan de doelstelling om de bestaande en nieuw te bouwen woningvoorraad meer met elkaar te integreren. De plannen voor Noorderplassen West, Overgooi en Almere Haven geven aan dat er al meer wordt gekeken naar de mogelijkheden om wonen integraal te ontwikkelen. De nieuwe gebieden kunnen op allerlei manieren worden ingevuld. Er kunnen woonmilieus zijn waar boswonen voorkomt. Wonen bij watersportvoorzieningen

behoort ook tot de mogelijkheden, evenals het wonen rond andere sportieve voorzieningen. Belangrijk is dat de specifieke woonkwaliteiten van Almere hierbij zoveel mogelijk benut worden. Omdat deze wijken nog niet bestaan kan er meteen vanaf het begin rekening worden gehouden met de wensen van de consument en kan er worden gekeken of er andere mogelijkheden zijn voor het beheer en onderhoud van de voorzieningen in deze wijken. De manier waarop deze woonmilieus tot stand komen kan daarbij ook nog verschillen. De ene keer kan het een eigen initiatief betreffen van bewoners van een Type I of II woonmilieu, de andere keer is het een geplande ontwikkeling, die op een duidelijke doelgroep is gericht, zoals een buurt die gericht is op boten- of paardenbezitters of mensen die graag hun eigen huis ontwerpen of bouwen. De Gemeente zal erop toe moeten zien dat ook de lagere inkomensgroepen toegang hebben tot deze woonmilieus.

Page 34: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 34

Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen 5.1 Inleiding In dit onderzoek is gekeken naar de aanwezigheid van en de mogelijkheden voor recreatieve woonmilieus in Almere en het maatschappelijk belang van deze woonmilieus. Hiertoe is een tiental onderzoeksvragen geformuleerd, waar verspreid over een aantal hoofdstukken een antwoord op is gegeven. De probleemstelling luidde: "vormt de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus een instrument voor de Gemeente Almere om de individuele woonwensen van de consument met de collectieve ambities van de Gemeente Almere te verenigen?" Naar aanleiding van hetgeen in de voorgaande hoofdstukken uiteen is gezet, kan deze vraag bevestigend worden beantwoord: recreatieve woonmilieus voldoen aan de individuele woonwensen van de consument en aan de door de gemeente gestelde beleidsdoelstellingen. Recreatieve woonmilieus voldoen niet alleen aan de vraag naar een groene of blauwe woonomgeving, maar verschaffen bewoners ook goede mogelijkheden om temidden van mensen met dezelfde leefstijl te gaan wonen of om zelf een woning op een eigen kavel te bouwen. De bewoners voelen zich betrokken bij hun woonomgeving en zullen hierdoor minder verhuisgeneigd zijn, wat de sociale samenhang in de buurt weer ten goede komt. Deze betrokkenheid komt bijvoorbeeld doordat de openbare ruimte en de daarin gelegen voorzieningen in de wijk gezamenlijk worden beheerd, maar ook doordat de bewoners een bepaalde status ontlenen aan het wonen in een dergelijke wijk. De waardevastheid en de veilige woonomgeving zijn belangrijke aspecten die bewoners willen waarborgen. Voor de gemeente hebben recreatieve woonmilieus ook een belangrijke betekenis. Ten eerste kan het beheer van deze wijken aan de bewoners zelf worden overgelaten, wat een besparing in de kosten op kan leveren. Ten tweede zijn er goede mogelijkheden om door middel van recreatieve voorzieningen een nieuwe impuls te geven aan de bestaande stad. Het inpassen van recreatieve voorzieningen kan dus gezien worden als een bruikbaar instrument voor stedelijke vernieuwing. Deze ontwikkeling komt bovendien ten goede aan de sociale veiligheid, omdat er meer toezicht is in gebieden die voorheen enkel een recreatieve bestemming hadden, zoals een bos of een park. Landelijk gezien draagt de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus bij aan het wegnemen van de druk op de groene, landelijke en recreatieve gebieden. Tevens is

dit gunstig voor het verminderen van de mobiliteit, omdat veel voorzieningen nu in de directe woonomgeving te vinden zijn in plaats van verder weg. Bij de ontwikkeling van met name nieuwe woongebieden, zowel in Almere als elders in Nederland, zal meer aandacht moeten worden besteed aan de voordelen en aan de duidelijke meerwaarde van dit recreatieve woonmilieus. Deze conclusie kan worden vertaald in de vorm van een aantal aanbevelingen, die in de volgende paragrafen uiteen zullen worden gezet. Tenslotte volgt aan het eind van dit hoofdstuk een korte eindconclusie.

5.2 Aanbevelingen 5.2.1 Inleiding In deze paragraaf wordt een viertal aanbevelingen gedaan, die in het ene geval specifiek voor de Gemeente Almere, maar in het andere geval ook voor de landelijke overheid gelden. Hierbij moet wel bedacht worden dat het niet de bedoeling is om heel Almere tot één groot recreatief woonmilieu te transformeren. Immers, differentiatie van woonmilieus betekent dat er ook andere soorten woonmilieus moeten zijn (Type I of II). Het succes van een recreatief woonmilieu kan namelijk voor een deel ook worden toegeschreven aan het exclusieve karakter en aan de herkenbaarheid van zo'n wijk. De vier aanbevelingen luiden: 1. Een betere integratie van wonen en recreëren in bestaande buurten en wijken 2. Het optimaal benutten van de specifieke kwaliteiten van Almere bij de

ontwikkeling van nieuwe recreatieve woonmilieus 3. Het onderzoeken en toepassen van de mogelijkheden voor nieuwe vormen

van beheer en onderhoud van recreatieve woonwijken 4. Meer projectmatige ontwikkeling van woonmilieus en een meer

gethematiseerd karakter van het recreatief woningaanbod In de nu volgende paragrafen zullen deze aanbevelingen kort worden toegelicht. 5.2.2 Integratie van wonen en recreëren De eerste aanbeveling betreft de bestaande stad. Een betere integratie van wonen en recreëren moet worden nagestreefd bij de herontwikkeling en de eventuele verdichting van bestaande wijken in Almere. Deze aanbeveling sluit goed aan bij de doelstellingen van de Nota Woonbeleid, zoals die in Paragraaf 1.4.5 zijn genoemd. Welke mogelijkheden er zijn om in het bestaand gebied een dergelijke kwalitatieve transformatie toe te passen, is in Paragraaf 4.4.1 beschreven. De doorgetrokken pijlen in Figuur 1.1 die van Type I, II III en IV naar Type V lopen, geven de verschillende ontwikkelingsmogelijkheden aan. In een enkel geval

Page 35: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 35

kan deze transformatie via een tussenfase verlopen. Dit is aangeduid met de twee korte onderbroken pijlen tussen de bovenste en de onderste twee typen. De gemeente speelt een belangrijke rol bij dit transformatieproces. Het aanleggen van nieuwe recreatieve voorzieningen kan niet alleen voor de buurt zelf, maar ook de wijdere omgeving een belangrijke impuls betekenen. Daarom is het belangrijk dat de gemeente in de aanleg van recreatieve voorzieningen investeert. Te denken valt aan een collectieve steiger bij een wijk aan het water of het realiseren van een afgesloten binnentuin, die gezamenlijk door de bewoners wordt beheerd in een buurt met veel openbare ruimte. Hierbij moet zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van de specifieke Almeerse kwaliteiten, zoals groen en water. In de volgende paragraaf zal deze aanbeveling nader worden toegelicht. 5.2.3 Optimaal benutten van de specifieke Almeerse kwaliteiten De tweede aanbeveling geldt met name voor de nieuw te ontwikkelen gebieden. Hier zijn de meeste mogelijkheden voor de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus. Hoewel Almere met een aantal toonaangevende bouwprojecten de goede weg is ingeslagen, zijn nieuwe wijken nog te vaak 'meer van hetzelfde'. Slechts enkele namen ('Eilandenbuurt', 'Waterrijk', 'De Fantasie') impliceren een bepaald soort woonomgeving. Veel woningen zouden echter net zo goed in een willekeurige andere nieuwbouwwijk in Nederland kunnen hebben gestaan. En dat is jammer, want Almere heeft een aantal landschappelijke kwaliteiten, die veel beter zouden moeten worden benut. Het overal aanwezige water, het vele en bovendien vroegtijdig aangeplante groen en het ruime karakter van de stad zijn belangrijke kwaliteiten, waarmee Almere zich op de regionale woningmarkt duidelijk onderscheidt van andere gemeenten. Lang niet overal bestaat immers de mogelijkheid om op ruime kavels te bouwen, in het groen of aan het water te wonen. De genoemde kwaliteiten moeten daarom beter benut worden en zelfs als uitgangspunt worden genomen bij de ontwikkeling van nieuwe stadsdelen. Voor een aantal nieuwe wijken worden momenteel plannen uitgewerkt, waarbij het bestaande landschap als uitgangspunt wordt genomen. In Almere Poort komt bijvoorbeeld de wijk Waterrijk, waar het waterwonen centraal staat en even verderop is een wijk gepland waar wonen in het bos als uitgangspunt is gekozen. Beide wijken krijgen echter primair een woonbestemming, terwijl ook recreatieve voorzieningen, die aan deze kwaliteiten zijn gerelateerd, in de plannen zouden moeten worden opgenomen. Ideeën zoals het plan om in Almere Hout her en der archeologische vindplaatsen als basis te nemen voor de ontwikkeling van stadstuinen, zouden dan ook veelvuldiger moeten worden toegepast.

5.2.4 Nieuwe vormen van beheer en onderhoud Een aanbeveling die meer thematisch van aard is, heeft betrekking op de duurzaamheid en het sociale karakter van recreatieve woonmilieus. Het voor langere tijd waarborgen van de woonkwaliteiten is een belangrijke beleidsdoelstelling. Behalve de aanwezigheid van recreatieve voorzieningen, zou ook meer aandacht aan dit onderwerp moeten worden besteed. Eén van de mogelijkheden om meer duurzaamheid te bewerkstelligen is het toepassen van nieuwe vormen van beheer en onderhoud. In Paragraaf 1.4.4 werd het idee van een VVE-constructie al kort uitgelegd. Deze formule wordt steeds vaker toegepast om bewoners meer zeggenschap over hun woonomgeving te geven. In een case study in Hoofdstuk 1 is aangegeven welke mogelijkheden gebiedsmanagement biedt voor het beheer en onderhoud van recreatieve woonmilieus. Ook eigen initiatieven van bewoners met betrekking tot ontwikkelingen in hun woonomgeving worden op deze manier gestimuleerd. Deze ontwikkeling kan gecombineerd worden met het opstellen van enkele leefregels, waaraan bewoners van een recreatief woonmilieu zich dienen te houden. 5.2.5 Meer projectmatig en thematisch bouwen De vierde aanbeveling sluit hierbij aan. Omdat uit diverse onderzoeken is gebleken dat de consument niet langer alleen op zoek is naar een woning, maar steeds vaker een compleet pakket van wonen en allerlei andere zaken zoekt, wordt het wonen steeds projectmatiger en thematischer van aard. Men is bereid meer te betalen, wanneer hiermee een bepaalde mate van veiligheid, waardevastheid en vooral kwaliteit tegenover staat. Nog te weinig wordt er door de marktpartijen op deze ontwikkeling, die aangeduid wordt met 'leefstijlgericht bouwen', ingesprongen. Gemeenten zouden hier verandering in moeten brengen door de verschillende partijen bij elkaar te brengen en te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn. Ook in Almere bestaat er bij een deel van de inwoners behoefte aan dit soort complete woonmilieus. Vooral ouderen en welgestelden zijn interessante doelgroepen. De eerste groep omdat het wonen met allerlei vormen van service en zorg kan worden gecombineerd; de tweede groep omdat zij weinig vrije tijd hebben en er veel voor over hebben om deze zo efficiënt mogelijk te kunnen besteden, bijvoorbeeld doordat recreatie- en ontspanningsmogelijkheden in de directe woonomgeving te vinden zijn, maar ook doordat huishoudelijke taken gemakkelijk uitbesteed kunnen worden.

Page 36: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 36

5.3 Conclusie De algehele conclusie van dit rapport komt neer op wat eigenlijk al langer bekend is: Het kán in Almere! Immers, met het realiseren van recreatieve woonmilieus kan Almere optimaal profiteren van de aanstaande schaalsprong. Duurzaamheid, keuzevrijheid, sociale betrokkenheid. Het zijn allemaal zaken die op deze manier gemakkelijker kunnen worden bewerkstelligd. Recreatieve woonmilieus vormen hierdoor een goede aanvulling op de bestaande voorraad. Ook het imago van de stad zal van de ontwikkeling van nieuwe soorten woonmilieus profiteren. Wonen in het bos, wonen op je eigen landgoed, een huis op de golfbaan of een appartement langs de dijk. Het zijn aansprekende woonvormen, die ook buiten Almere bekendheid zullen genieten. Voor de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus in Almere is dus slechts een kleine aanpassing van de huidige slogan vereist: Het moet in Almere!

Page 37: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 37

Literatuur Aalbers, M. (2001), Strikte grenzen. Gated communities in buiten- en binnenland.

In: Bouw 56 (4), pp.28-29. Beun, S., Hulshoff, K. & R. van Hummel (1999), Gated communities in

Manchester en Londen. In: Rooilijn 32 (3), pp.122-128. Bodaar, A., Butter, S. & G. Keers (1999), Onthaastingshutje voor compact

wonen. Tweede wonen tussen wal en schip. In: Tijdschrift voor de volkshuisvesting 5 (1), pp.14-18.

Boer, J. den (2001), Insluiten of uitsluiten? De dubbele functie van de muur. In: Bouw 56 (4), pp.34-35.

Bontje, M. (2000), De aantrekkingskracht van een eilandwoning. Grote ambities en hoge bedragen. In: Agora 16 (2) 2000, pp.9-11.

Boomen, T. van den (2001), De privé-wijk wint terrein. In: Bouw 56 (4), pp.6-8. Bout, J. van den & E. Brandes (1995), Gestapeld wonen in het groen. Den Haag:

Ministerie van VROM. Blakely, E.J. & M.G. Snyder (1997), Fortress America: Gated communities in

the United States. Washington D.C.: Brookings Institution Press. Brand, P. van den (2001), Een wijk in het woud. De idylle van het nieuwe

boswonen. In: Tijdschrift voor de leefomgeving 112 (3), p.16. Breedveld, K. (2000a), Samen er op uit. Wat is er over van traditionele

recreatiepatroon? In: Recreatie & Toerisme 10 (1), pp.6-9. Breedveld, K. (2000b), Veranderende arbeidstijden en de gevolgen voor

recreatie: korter langer meer. In: Recreatie & Toerisme 10 (4), pp.6-9. Breedveld, K. & A. van den Broek (2001) (red.), Trends in de tijd. Een schets

van recente ontwikkelingen in tijdsbesteding en tijdsordening. Den Haag: SCP.

Breggen, M.W. van der (2002), Individueel samenwonen op landgoed Rinsma State, Driesum, Friesland. Alphen a/d Rijn: L&M Projecten.

Cate, F. Ten (1999), Ontspannen wonen: individuele bouw- en wooncultuur als collectieve ontwerpopgave. Groningen: RegioProjekt Uitgevers.

Colijn, A. & E. Feekes (2001), Woonmilieus als motor voor duurzame stedenbouw. In: NIROV Discussiedagen 2001, pp.95-99.

Deben, L. (2001), Almere in 2025. In: Rooilijn 34 (2), pp.96-98. Didde, R. (2000), Domweg gelukkig op de Vinex-locatie. Vinex-kritiek

papegaaienpraat. In: Tijdschrift voor de leefomgeving 11 (5), pp.4-6. Didde, R. (2001), Meebewegen met wisselend waterpeil. Wonen tussen droog en

nat. In: Tijdschrift voor de leefomgeving 112 (3), pp.4-6.

Diekman, A. (2001), Zomerhuisje in Schoorl. Prijs: 49.000 Gulden. De Volkskrant, 28 juli 2001.

Diepen, A. van, Dukes, T. & R. Emmelkamp (2001), Redactioneel. In: Rooilijn 34 (2) 2001, p.56.

Dinther, M. Van (2000), Bewoning vakantiehuizen nog ver weg. Recreatiewoningen kosten gemeenten ruimte om te bouwen. De Volkskrant, 20 december 2000, p.3.

Dooren, N. van (2000), Ergens in het groen. In :N. van Dooren & H. Harsema (red.), Catalogus Groen Wonen, pp.4-5. Ede: Veenman drukkers.

Elzinga, G. & R. Wong (1996), Recreatie dichtbij huis, welzijn en gezondheid. Den Haag: Stichting Recreatie, Kennis en Informatiecentrum.

Elzinga, G. (1997), Recreatieve woonomgeving goud waard. Rood kan groen betalen. In: Recreatie en Toerisme 7 (3), pp.6-8.

Engelsdorp Gastelaars, R. Van (1996), Het verdwijnen van de leefwereld, de opkomst van het woondomein. Collectief ervaren territoriale binding op laag niveau in Nederland. In: Derksen, W. & W. Salet, Bouwen aan het binnenlandse bestuur. Den Haag: SDU Uitgeverij.

Ewijk, D. van (2000), Grip op groen. Groen positieve invloed op leefbaarheid. In: Recreatie & Toerisme 10 (3), pp.14-17.

Gemeente Almere (1999), Structuurplan Almere Poort. Almere: Gemeente Almere.

Gemeente Almere (2001a), Almere, gemaakt om in te wonen. Concept-nota woonbeleid Almere 2001. Almere: Dienst Stedelijke Ontwikkeling, Afdeling Wonen.

Gemeente Almere (2001b), Sociale Atlas van Almere 2001. Monitor van wonen, werken en vrije tijd. Almere: Gemeente Almere, afdeling Statistiek & Onderzoek.

Gemeente Almere (2001c), Het kleurengamma van Almere. In: Almere: stad in ontwikkeling, ontwikkelde stad, oktober 2001, pp1-2.

Gemeente Almere (2001d), Structuurplan Almere Hout. Almere: Gemeente Almere.

Gemeente Almere (2001e), Voorontwerp Structuurplan Almere 2010. Met een doorkijk naar 2030. Almere: Gemeente Almere.

Gemeente Almere & Kraaijvanger-Urbis (1999), Almere-Overgooi. Structuurplan. Almere: Gemeente Almere. Groot, J. de (2001), ‘Dure kippenhokken’ pal aan de A2. NRC Handelsblad, 2

augustus 2001.

Page 38: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 38

Hereijgers, A. & H. Michel (2000), Aanbieders van waardevaste woonarrangementen. In: Rooij, L. de, Hereijgers, A., Michel, H. & B. Rose (eds.), California Dreaming. Woonconcepten uit de San Fransisco Bay Area. Rotterdam: Nai Uitgevers, pp.70-76.

Hooimeijer, P. (2000), De toekomstige rol van de Almeerse corporaties. Levensloopbestendig Almere: niet renoveren, maar blijvend innoveren. In: Federatie van Almeerse Woningcorporaties (red.), Bouwen en wonen in de 21e eeuw. Een bijdrage aan de discussie over toekomstig beleid. Almere: Federatie van Almeerse Woningcoporaties, pp. 22-27.

Hormann, G. (2002), Bewonen vakantiehuis funest voor natuur én recreatie. De Volkskrant, 14 januari 2002, p.7.

Hörning, K.H., Gerhard, A. & M. Michaelow (1995), Time Pioneers: Flexible working time and new lifestyles. Cambridge: Polity Press.

Huisman, J. (2001), Recreatief ontwerpen. In: Bouw 56 (4), pp.30-31. Hulsman, B. (2002), Super-Amerika in de Zuiderzee. NRC Handelsblad, 16

februari 2002, p.48. Hummel, R. van (2001), Een tweede woondomein? In: Rooilijn 34 (9) 2001,

pp.466-470. Ibelings, H. (2002), Familie der kasteelachtigen. Haverleij is een nieuwbouwwijk

in de vorm van een landgoed. De Volkskrant, 7 februari 2002, pp.6-7 (K). Kalter, P. (2001), Is de vrije tijd een pretpark of natuur? Haagsche Courant, 7

september 2001. Klok, P. (2002), Villa’s nieuwe rijken in de verkoop. De Volkskrant, 17 januari

2002, p.1 (E). Koper, A. (2000), Prefab recreëren in het Groene Hart. Nieuwe wijk is bewijs van

'failliet' Groene-Hartbeleid. De Volkskrant, 1 december 2000, p.1. Kruit, H. (2001), Vijfentwintig jaar Almere. Van zandwoestijn tot woonstad. De

Telegraaf, 5 december 2001. Leeuwen, A. van (1999), Wonen op rantsoen. Huizenkopers wensen meer

vrijheid, woongenot en ruimte dan de overheid hun wil geven. In: Elsevier, special wonen, mei 1999, pp.18-27.

Leeuwen, A. van & B. van Osch (2001), Verder, luxer en vooral geen rompslomp. De vraag naar tweede huizen in het buitenland groeit snel, de Nederlandse markt stagneert. In: Elsevier, special wonen, april 2001, pp.40-46.

Lelystad, voor wie verder kijkt (2000), Wonen in "Hollandse Hout" garandeert rust en ruimte. Grote kavels aan het water of in het bos. In: Lelystad, voor wie verder kijkt 18 (3) 2000, pp.19-20.

Marissing, E. Van & M. H. Stijnenbosch (2000), Quick Scan Gebiedsmanagement 2000 in 25 ISV-gemeenten. Utrecht: STOGO.

Meulen, B. van der (2002), Overgooi Almere: Exclusief woonmilieu = inclusief landschap. In: Groen, maart 2002, pp.27-34.

Ministerie van VROM (2000), Mensen, wensen, wonen. Wonen in de 21e eeuw24. Den Haag: Ministerie van VROM.

Ministerie van VROM (2001), Ruimte maken, ruimte delen. Vijfde Nota voor de Ruimtelijke Ordening 2000/202025. Den Haag: Ministerie van VROM/RPD.

Mommaas, H. (2000), De culturalisering van stad en land. Van ruimtelijke ordening naar ruimtelijke vormgeving. In: Stedenbouw & Ruimtelijke Ordening 81 (5), pp.6-13.

Mulder, A.F. (1974), Territoriumverschijnselen in een recreatielandschap. Delft: Delftse universitaire pers.

Newz.nl (2001), 'Almere was allemaal water'. Buitendijks uitbreiden is een mogelijkheid. Newz.nl, 12 januari 2001, p.12.

Nio, I. (2001), Hybride stedelijkheid. In: Rooilijn 34 (2) 2001, pp.82-89. NIROV (1998), Recreatief wonen. Inspiratiebron voor de toekomst.

Symposiumverslag van donderdag 12 juni 1998. Den Haag: NIROV. Perec, G. (1998), Ruimten rondom. Amsterdam/Antwerpen: Arbeiderspers. Provincie Zeeland (1990), Grampies in Zeeland. Onderzoek onder bewoners van

woongebieden met recreatieve waarde. Middelburg: Provinciale Planologische Dienst.

Renssen, H. van (1999), Uitzicht op de achtste hole. De Volkskrant, 16 november 1999, p.13.

Reijndorp, A. (1999), Recreatief wonen. In: Tijdschrift voor de Volkshuisvesting 1999 (1), pp.19-21.

Ruimtelab (2002), Betaalbaar particulier opdrachtgeverschap voor de lage- en middeninkomens. Rotterdam: Ruimtelab.

Rooij, L. de (2000), De woning voorbij. In: Rooij, L. de, Hereijgers, A., Michel, H. & B. Rose (eds.), California Dreaming. Woonconcepten uit de San Fransisco Bay Area. Rotterdam: Nai Uitgevers, pp.8-19.

Smallenbroek, A.J.H. & J. Groenendijk (2000), Permanente bewoning van recreatieverblijven en het recreatief gebruik van woningen met een woonbestemming. Inventarisatie van de stand van zaken. Den Haag: VNG.

24 Deze nota is beter bekend als de "Nota Wonen". 25 Deze nota is beter bekend als de "Vijfde Nota".

Page 39: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 39

Suttles, G. D. (1972), The social construction of communities. Chicago: University of Chicago Press.

Valk, G. (2000), Uit en tegelijk thuis in je vakantiebungalow. NRC Handelsblad, 23 november 2000, p.2.

Volkskrant, De (2001), De contouren van Pronk. De Volkskrant, 30 januari 2001. Voogd, H. (2002), Beleid recreatiewoningen is hypocriet en kortzichtig. De

Volkskrant, 10 januari 2002, p.7. Vooren, C. (2001), Een stedelijke identiteit? In: Rooilijn 34 (2), pp.57-61. VROM.NL (2000), Er valt meer te kiezen dan blauwe badkamertegels. Nota

Wonen wil meer keuzevrijheid voor burgers. In: VROM.NL 2 (2) 2000, pp.12-15.

Wagendorp, B. (2002), Nieuw soort herenboer strijkt neer in de Blauwe Stad. De Volkskrant, 11 januari 2002, p.2.

Wassenberg, F.A.G. (1994), Wonen op niveau. Den Haag: Ministerie van VROM.

Westerman, F. (2002), Proeftuin onder zeeniveau. NRC Handelsblad, 16 februari 2002, p.45.

Wiggers, R. & J. Gadet (1996), Het grote groenonderzoek. Het bezoek aan en gebruik van parken, recreatiegebieden en groen in de woonomgeving in Amsterdam. Amsterdam: Stedelijk Beheer / ISR, onderafdeling Recreatie.

Witman, R. (2001), Een alledaags ideaal. De Volkskrant, 22 november 2001, pp.13-15 (K).

Wolfswinkel, K. van & M.H. Stijnenbosch (1998), Een wenkend toekomstperspectief: Boxtel Noordwest, een plan met visie. Utrecht: STOGO.

Woonbode (2001), 'Bouwen in strijd met huidige beleid'. Pronk verbiedt buitendijkse bouw Almere. Woonbode, 6 april 2001, p.3.

Page 40: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 40

Bijlage I: Definities van de gehanteerde begrippen Definities en omschrijvingen Om het onderzoek goed te kunnen begrijpen is kennis van een aantal basisbegrippen noodzakelijk. Van sommigen is een duidelijke definitie voorhanden, van enkelen heb ik zelf, naar aanleiding van de literatuur, een beschrijving geformuleerd. De belangrijkste begrippen zijn hieronder alfabetisch op een rijtje gezet. Centraal wonen Deze vorm van wonen wordt door de Landelijke Vereniging Centraal Wonen (LVCW; Http://www.lvcw.nl) omschreven als: een vorm van gemeenschappelijk wonen waarbij bewoners bewust kiezen om met elkaar te wonen en waarbij de huishoudens over een zelfstandige woning of wooneenheid beschikken en tevens gemeenschappelijke voorzieningen en ruimten met elkaar delen. Collectieve ambities De collectieve ambitie is de ogenschijnlijke tegenhanger van de individuele wensen. De ruimtelijke inrichtingsopgave, zoals die door de overheid wordt nagestreefd. Ik zou het omschrijven als: Voldoende keuzemogelijkheden voor de burger op de woningmarkt, mits de kwaliteit van de leefomgeving voldoende blijft (voldoende groen, openhouden van delen van het landelijk gebied) en het streven naar compacte bebouwingsvormen, waardoor er in ons land nog overwegend op kleine kavels en in hoge dichtheden wordt gebouwd. Defended neighbourhood Een defended neighbourhood wordt door Suttles (1972) omschreven als: Een wijk, veelal gelegen in de binnenstad, met een eigen identiteit waarmee de bewoners van die wijk zich associëren. Een omschrijving die zich meer richt op het afgeschermde karakter luidt: Een woonmilieu wat gekenmerkt wordt door de uniforme bebouwing, de naamgeving en door de culturele homogeniteit, waardoor buitenstaanders de indruk krijgen dat zij er niet welkom zijn (zie bijvoorbeeld: Beun, Hulshoff & Van Hummel 1999).

Directe omgeving Het gebied dat binnen een bepaald aantal minuten te voet of met een bepaald vervoermiddel te bereiken is. Wiggers, R. & J. Gadet (1996, p.55) hanteren bijvoorbeeld de definitie: Het gebied dat binnen een kwartier lopend te bereiken is. Dynamisch voorraadbeheer Selectieve groei en krimp en herpositionering van de (bestaande) woningvoorraad door (na sloop) duurdere woningen in de plaats van goedkopere woningen neer te zetten en elders nieuwe goedkope woningen te bouwen (vrij naar: Hooimeijer 2000, p.24). Elitegemeenschappen Een elitegemeenschap kan worden omschreven als (vrij naar: Aalbers 2001, p.28): Een woonomgeving waar gelijkgestemden wonen die zich ten doel hebben gesteld sociale en fysieke veiligheid te creëren en hun economische en sociale status te verzekeren. Gated community Een gated community is (vrij naar Beun, Hulshoff & Van Hummel, 1999): Een private woonomgeving die gekenmerkt wordt door een uniforme bebouwing, een identiteit verschaffende naam, culturele homogeniteit en door een fysieke afscheiding van de buitenwereld door middel van hekken, muren of zelfs private bewaking rond het terrein. Den Boer (2001, p.35) noemt een gated community een landgoed, waarin de rijken zich afsluiten van de buitenwereld met zoveel mogelijk eigen voorzieningen, waar de rest van de wereld van buitengesloten wordt.. Huisman (2001, p.31) omschrijft dit begrip als een van de buitenwereld afgesloten enclave waarin gelijkgezinden samenwonen zonder dat de privacy in het geding komt. De Rooij (2000, pp.15-16), stelt: gated communities zijn geprivatiseerde woonbuurten die alleen toegankelijk zijn voor bewoners of op afspraak. Individuele wensen Onder individuele wensen wordt verstaan: De woonwensen van de consument (grote kavels, ruim, in het groen), die steeds diverser worden omdat de consument steeds meer en hogere eisen stelt aan een woning en woonomgeving en de woningbouw tegelijkertijd ook steeds meer mogelijk maakt.

Page 41: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 41

Leefstijlgemeenschappen Een leefstijlgemeenschap is (vrij naar: Aalbers, 2001, p.28): Een woonomgeving waar gelijkgestemden wonen die op zoek zijn naar veiligheid en afzondering van de wereld om hen heen. New Urbanism Een definitie van deze stedenbouwkundige stroming is in de gebruikte literatuur niet te vinden. Wel is naar aanleiding van enkele artikelen (Huisman 2001; NIROV 1998) een omschrijving van dit begrip te geven: Een dorpse vorm van stedenbouw, voortgekomen uit een reactie op het postmodernistische bouwen, waarin herkenbaarheid, overzichtelijkheid en beslotenheid centraal staan. De woningen zijn relatief goedkoop en worden gekenmerkt door een gedetailleerde romantische structuur Parkmanagement Van Marissing & Stijnenbosch (2000, p.7) omschrijven dit begrip als: Het sturen van inrichting en beheer van een kantorenpark of bedrijfsterrein, met als doel het verkrijgen van een blijvend hoog kwaliteitsniveau van openbare en private ruimte. Recreatie Het Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal (1999) geeft twee beschrijvingen: Ontspanning in de vrije tijd en: vrijetijdsbesteding (sport en spel, verblijf in de natuur, amusement, uitstapjes). Recreatief woonmilieu De Provincie Zeeland (1990, p.7) omschrijft het begrip recreatief woonmilieu als volgt: Ruim opgezette, parkachtige uitbreidingen met een menging van permanent en recreatief wonen, waarbij alle woningen voldoen aan de verordening van permanent woonverblijf. Het wonen in deze woongebieden heeft een nauwe relatie met de recreatieve mogelijkheden. Wanneer de termen recreatie en woonmilieu worden samengevoegd, luidt de definitie van een recreatief woonmilieu: Een woonmilieu met mogelijkheden voor ontspanning en vrijetijdsbesteding in de directe omgeving van de woning. Of anders gezegd: Een woonmilieu, waarin de woningen nabij recreatieve voorzieningen gesitueerd zijn en waarbij een duidelijke samenhang bestaat tussen de woningen en deze voorzieningen.

Rode contouren Rode contouren worden op Http://www.vrom.nl omschreven als: grenzen die door het Rijk zijn vastgelegd om aan te geven waar de verdere verstedelijking plaats moet vinden, zodat het buitengebied gevrijwaard kan blijven van bebouwing. Woondomein Een woondomein wordt door Van Engelsdorp Gastelaars (1996, p. 142) gedefinieerd als: Een woongebied (buurt of kern) dat door bewoners ter bescherming van hun status, hun waardigheid en hun onroerend goed tezamen gecontroleerd wordt en waar spelregels bestaan ten aanzien van het grondgebruik te plaatse. Woonmilieu Het woordenboek geeft de omschrijving: De omstandigheden waarbinnen men woont. De Gemeente Almere (2001a, p.13) omschrijft dit als: De directe leefomgeving van de woning met de aanwezige voorzieningen. Feekes & Colijn (2001, p.95) geven aan dat een woonmilieu een complex geheel is dat te maken heeft met de sfeer, de mogelijkheid om je te identificeren met je woning en je buurt, en mogelijkheden om in de buurt meer te doen dan slapen en eten alleen. Ikzelf zou een woonmilieu omschrijven als: Het geheel van wonen, werken, recreëren en andere voorzieningen in de directe omgeving van de woning.

Page 42: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 42

Bijlage II: Lijst van betrokken personen en instanties Met: Dhr. K. Bekkers Functie: Medewerker Landelijke Vereniging Centraal Wonen Website: Http://www.lvcw.nl Met: Dhr. H. J. Bodewitz Functie: Contactpersoon Sociale Atlas van Almere 2001 Website: Http://www.almere.nl Met: Dhr. L. Deben Functie: Medewerker Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen,

Universiteit van Amsterdam (UVA) Website: Http://www.uva.nl Met: Mevr. M. Griffioen Functie: Medewerker van Van Zandbeek Corporate Communicatie Website: Http://www.haverleij.nl Met: Kamminga Makelaars, Vestiging Drachten Functie: Medewerker Website: Http://www.zwanenwoud.nl / Http://www.kamminga.nl Met: Dhr. G. Keers Functie: Onderzoeker bij RIGO Research & Advies Website: Http://www.rigo.nl Met: Dhr. B. Van der Meulen Functie: Landschapsarchitect bij Stedenbouw & Landschap, Gemeente

Almere Website: Http://www.almere.nl Met: Dhr. W. Oosterhoff Functie: Stedenbouwkundige bij het Atelier Structuurplan, Gemeente

Almere Website: Http://www.almere.nl

Met: Mevr. C. Peeters Functie: Beleidsmedewerker DMO, Gemeente Almere, afdeling Sport,

Toerisme & Recreatie Website: Http://www.almere.nl Met: Dhr. A. Reijndorp Functie: Reijndorp B.V. Website: Geen website Met: Stichting Recreatie Functie: Diverse medewerkers Website: Http://www.stichtingrecreatie.nl Met: Dhr. M. Stijnenbosch Functie: Directeur STOGO Onderzoek & Advies Website: Http://www.stogo.nl Met: Dhr. B. Stoffels Functie: Stedenbouwkundige bij Stedenbouw en Landschap, Gemeente

Almere Website: Http://www.almere.nl Met: Mevr. A Thedinga van NIROV Functie: Medewerkster cluster bouwen en wonen Website: Http://www.nirov.nl Met: Dhr. P. Verheij Functie: Van der Linden Makelaars. O.G. Website: Http://www.vanderlinden.nl Met: VROM Publieksservice Functie: Telefoniste Website: Http://www.vrom.nl Met: Dhr. J. van der Wal Functie: Programmabegeleider wonen op maat bij SEV (Stuurgroep

Experimenten Volkshuisvesting) Website: Http://www.sev.nl

Page 43: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 43

Samenvatting Inleiding De individuele woonwensen van de consument veranderen voortdurend. Hierbij spelen maatschappelijke ontwikkelingen als veranderende arbeidstijden, het vervagen van de grenzen tussen wonen en recreëren, inkomensstijgingen, veranderende vrijetijdspatronen en de toenemende mobiliteit van veel huishoudens een belangrijke rol. Het restrictieve ruimtelijk beleid van de overheid zorgt ervoor dat men veel van deze woonwensen nog steeds niet kan verwezenlijken, zoals bijvoorbeeld de wens om in het groen te wonen. Compact bouwen en het openhouden van de groene ruimte zijn immers belangrijke aandachtspunten in de Vijfde Nota. Dit beleid kan worden omschreven als de collectieve ambitie. De laatste jaren heeft er een verschuiving van het beleid plaatsgevonden richting de wensen van de consument. Meer zeggenschap over de woning en de woonomgeving is een belangrijke doelstelling van de Nota Wonen. In dit onderzoek is onderzocht in hoeverre een recreatief woonmilieu een bijdrage kan leveren om meer aan de individuele woonwensen van de consument tegemoet te komen, zonder dat daarbij de collectieve ambitie uit het oog wordt verloren. Een recreatief woonmilieu kan omschreven worden als: Een woonmilieu waarin de woningen nabij recreatieve voorzieningen zijn gesitueerd en waarbij een duidelijke samenhang bestaat tussen de woningen en deze voorzieningen. Met andere woorden: wonen en recreëren complementeren elkaar. Als onderzoeksgebied is gekozen voor de Gemeente Almere. Vanwege het groene en ruime karakter van deze stad en vanwege de toepasbaarheid is dit onderzoek beperkt tot woonmilieus in een suburbane setting. De probleemstelling van het onderzoek luidt: Vormt de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus een instrument voor de Gemeente Almere om de individuele woonwensen van de consument met de collectieve ambities van de Gemeente Almere te verenigen? Deze komt voort uit een tweetal doelstellingen: 1. Inzicht verkrijgen in het maatschappelijk belang van recreatieve woonmilieus 2. Inzicht verkrijgen in de aanwezigheid van bestaande en de mogelijkheden

voor het ontwikkelen van nieuwe recreatieve woonmilieus in Almere. De onderzoeksvragen bestaan uit een aantal algemene vragen dat te maken heeft met het begrip recreatief woonmilieu en een aantal vragen dat specifiek gericht is op de situatie van Almere.

Hoofdstuk 1 In onderstaande figuur is aangegeven hoe een recreatief woonmilieu moet worden gezien ten opzichte van 'gewone' woonmilieus en recreatiegebieden.

Voor de bewoners heeft het wonen in een recreatief woonmilieu een duidelijke meerwaarde ten opzichte van het wonen in een 'gewoon' woonmilieu. Ten eerste kan men in de directe omgeving van de woning recreëren. Dit is niet alleen praktisch, omdat men steeds minder vrije tijd heeft, maar ook sociaal gezien belangrijk, want door de volle agenda's zijn de sociale contacten afgenomen en vervullen recreatieve voorzieningen een belangrijke functie als ontmoetingsplaats. Een recreatief woonmilieu biedt tevens een grote mate van privacy, wat als meerwaarde kan worden gezien, zeker wanneer er allerlei leefregels gelden en de buurt of wijk als een afgesloten eenheid functioneert. Verkeersdrukte, criminaliteit en vandalisme worden uit de wijk geweerd, waardoor bewoners zich er veiliger en prettiger voelen.

Wonen Recreatief wonen Recreëren

Type I 'Gewoon' woonmilieu

zonder specifieke recreatieve

voorzieningen

Type II Woonmilieu met

recreatieve voorzieningen

(wel/geen mogelijkheden)

Type V Recreatief

woonmilieu Wonen en recreëren

complementeren elkaar

Type III 'Gewoon'

recreatiegebied zonder woningen (m.u.v. beheer)

Type IV Recreatiegebied met

woningen (wel/geen

mogelijkheden)

Page 44: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 44

Een andere meerwaarde, die hieruit voorkomt, is dat de waardevastheid van de woning voor langere tijd kan worden gewaarborgd. Hiermee dient een recreatief woonmilieu dus ook een economisch belang. Deze meerwaarden resulteren vaak in een grotere betrokkenheid van bewoners bij hun woonomgeving, omdat zij er duidelijk voor hebben gekozen om hier te gaan wonen. Niet alleen de bewoners zelf, maar ook mensen vanuit de omgeving profiteren van een recreatief woonmilieu. Dit kunnen mensen uit de omliggende wijken zijn, maar ook van elders uit de stad of zelfs van daarbuiten. Een recreatief woonmilieu kan soms zelfs een regionale functie vervullen. Behalve vanwege de recreatieve voorzieningen, zijn deze woonmilieus ook belangrijk omdat ze een ecologische verbinding kunnen vormen tussen verschillende natuurgebieden. Een ander voordeel voor de omgeving is dat er door de aanwezigheid van woningen meer toezicht is in bossen en parken. In Almere kan hierdoor de sociale veiligheid in met name de gebieden tussen de verschillende stadsdelen worden verbeterd. Tenslotte biedt een recreatief woonmilieu allerlei mogelijkheden voor nieuwe vormen van beheer en onderhoud, die zich uiten in een schone en verzorgde omgeving. Voor wat betreft het verwezenlijken van de beleidsdoelstellingen, hebben recreatieve woonmilieus een duidelijke betekenis. De Vijfde Nota en de Nota Wonen, stellen zich een aantal zaken ten doel, onder andere het vergroten van de zeggenschap over de woning en de woonomgeving, het verbeteren van de stedelijke woonkwaliteit en het faciliteren van de groene woonwens. Dat andere vormen van beheer een belangrijke meerwaarde van recreatieve woonmilieus kunnen vormen is hiervoor al kort aan de orde gekomen, maar de ontwikkeling van dit type woonmilieu past ook goed binnen de andere twee doelstellingen. De doelstellingen van de Gemeente Almere zijn hiervan afgeleid. Zo wordt gestreefd naar consumentgericht bouwen en beheren, het bevorderen van de relatie tussen de bestaande stad en de nieuwbouw en voldoende woningen voor lage inkomens. Dat recreatieve woonmilieus meer consumentgericht zijn, mag duidelijk zijn. Ze voldoen immers beter aan de groene woonwensen van de consument. Wat betreft de tweede doelstelling, kunnen deze woonmilieus ook een bijdrage leveren. Niet alleen door woningen in de gebieden tussen de bestaande wijken te bouwen, maar ook door in de bestaande wijken kleinschalige voorzieningen te realiseren en deze meer af te stemmen op de specifieke omgevingskwaliteiten. Naar de mogelijkheden om goedkoop te bouwen, zodat bepaalde woonmilieus ook toegankelijk kunnen worden gemaakt voor de lagere inkomensgroepen, wordt momenteel veel onderzoek verricht. De gemeente zal duidelijke keuzes moeten maken, door bijvoorbeeld eisen te stellen aan de

verhouding tussen dure en goedkope woningen in een wijk of door de grondprijzen te verlagen, maar ook door minder stedenbouwkundige randvoorwaarden te stellen. Enkele praktijkvoorbeelden laten zien dat het ook daadwerkelijk mogelijk is om voor de lagere inkomens een interessante recreatieve woonomgeving te realiseren. Hoofdstuk 2 Veel mensen denken bij recreatieve woonmilieus aan vakantieparken die permanent worden bewoond of aan gated communities, die vooral in de Verenigde Staten grote bekendheid genieten. Er zijn echter veel meer woonmilieus die als recreatief beschouwd kunnen worden. Het algemeen geldende kenmerk is dat wonen en recreëren elkaar complementeren. Qua schaalniveau, locatie, toegestane bewoningsduur, eigendomssituatie etcetera kunnen deze woonmilieus behoorlijk van elkaar verschillen. Het feit dat veel mensen permanent in een recreatieverblijf wonen, omdat ze dit als aanvaardbaar alternatief beschouwen voor een onbereikbare reguliere woning en bovendien gebruik kunnen maken van allerlei voorzieningen, geeft al aan dat er vraag bestaat naar dergelijke nieuwe woonmilieus. Gated communities zijn om dezelfde reden een succes. Naast een veilige en schone woonomgeving hebben de bewoners van deze wijken allerlei voorzieningen en diensten tot hun beschikking. Ook in ons eigen land zijn er allerlei nieuwe projecten gerealiseerd, waar wonen en recreëren meer met elkaar zijn geïntegreerd. De wijk Haverleij, even buiten Den Bosch, is hiervan een goed voorbeeld. Op een terrein van 200ha worden de komende jaren 9 middeleeuwse burchten en één slot gebouwd, waarvan enkele deelprojecten reeds bewoond zijn. Het gebied wordt gekenmerkt door een ruim en groen karakter: er is een golfbaan van 65ha en 115ha natuur, bestaande uit bos, open parklandschap, waterpartijen en rietlanden. De bebouwing is compact en beslaat daardoor slechts 20ha. Aan de rand van het gebied ligt een particuliere manege en aan de andere kant kunnen de bewoners genieten van een fraai uitzicht op de Maasoever. Ook elders in ons land komt het wonen aan de golfbaan steeds vaker voor. In Lelystad en Dronten bestaat dit woonmilieu al en in Almere zal binnenkort ook een aantal woningen rond de golfbaan in Almeerderhout worden gerealiseerd. In het rapport worden aan de hand van een aantal voorbeelden enkele ideeën genoemd, zoals het wonen in een openluchtmuseum, in de dierentuin, in een wijk met kleinschalige voorzieningen, in een park of aan een manege. Het wonen aan een manege is in het rapport als case study is uitgewerkt. Het is vergelijkbaar met wonen aan het water, maar dan verruilt de bewoner zijn boot voor een paard en zijn steiger voor een zandpad. Het beheer en onderhoud kan

Page 45: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 45

collectief georganiseerd worden. Dit heeft een aantal voordelen. Ten eerste kunnen de kosten worden gedeeld, waardoor ook mensen met een minder hoog inkomen het zich kunnen veroorloven om gebruik te maken van deze voorzieningen. Daarnaast kan men voor vervoer naar andere maneges of evenementen een gezamenlijke trailer aanschaffen, die op afspraak te gebruiken is en kan men altijd terecht op de manege. Op tijdstippen dat deze niet wordt gebruikt, kan het complex eventueel worden verhuurd aan externe gebruikers. Een ander belangrijk voordeel is dat de bewoners naast financiële ook sociale betrokkenheid zullen tonen bij hun woonomgeving, omdat zij er bewust voor hebben gekozen om hier te gaan wonen. De kwaliteit van de woonomgeving wordt in sommige gevallen ook 'vastgelegd', doordat er bepaalde leefregels worden gesteld aan bewoners van de wijk, die vergelijkbaar zijn met regels die op vakantieparken en volkstuincomplexen gelden. Hoofdstuk 3 Almere bestaat 25 jaar en telt momenteel ongeveer 160.000 inwoners. In deze korte periode zijn er, verdeeld over de 3 stadskernen Stad, Haven en Buiten, 35 woonwijken gebouwd, waarbij de aanwezigheid van voorzieningen en de bereikbaarheid een belangrijk uitgangspunt vormden. Deze opzet heeft geresulteerd in een stad waar het prettig wonen is. De meeste basisvoorzieningen bevinden zich op loopafstand van de woning en ook voor veel andere voorzieningen hoeft men de eigen kern niet uit. De bereikbaarheid van de verschillende kernen is goed, want de stad beschikt over een uitstekend netwerk van voetpaden, fietspaden en vrije busbanen. De Almeerse woningmarkt heeft zich lange tijd gekenmerkt door eenzijdigheid, maar is de laatste jaren steeds diverser geworden. Weliswaar worden er nog steeds voornamelijk eengezinswoningen in een rij gebouwd, maar wijken als de Eilandenbuurt, De Fantasie, De Realiteit en de Noorderplassen hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de woonmilieudifferentiatie, die door zowel de landelijke als de locale overheid wordt nagestreefd. De bouw van deze wijken heeft bovendien bijgedragen aan de verbetering van het imago van de stad, dat lange tijd niet al te best was. Toch lijkt dit vooral een probleem van mensen van buiten Almere, want de bewoners zelf zijn zeer tevreden over hun woonomgeving en over de recreatiemogelijkheden en de voorzieningen in de stad. Ondanks dat wordt Almere gekenmerkt door een bovengemiddeld verhuisgedrag. De nieuwe woningen zijn vaak net iets groter en kwalitatief beter dan de huidige woning. Een nadeel van deze ontwikkeling is dat men hierdoor weinig binding met de buurt opbouwt. Recreatieve woonmilieus voldoen beter aan de vraag van

de consument, waardoor men minder snel geneigd is weer te gaan verhuizen na een aantal jaren. Hierdoor kan er in de buurt veel sneller een sociaal netwerk ontstaan. Momenteel maakt Almere een tweede ontwikkelingsfase door, waarin kwaliteit voorop staat. Een verdubbeling van het inwonertal (de zogeheten schaalsprong) en de daaraan gerelateerde inhaalslag op het gebied van voorzieningen zijn de belangrijkste opgaven waar de gemeente nu voor staat. In het tweede Structuurplan, dat de periode tot 2010 beslaat, wordt een aantal opgaven genoemd, waar recreatieve woonmilieus goed aan verbonden kunnen worden. Zo wordt een kwaliteitsverbetering van de groenstructuur genoemd. Eerder werd al duidelijk dat recreatieve woonmilieus niet alleen profiteren van, maar ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de groenstructuur. Hetzelfde geldt voor de opgave om het water beter te benutten. Water zal meer als uitgangspunt moeten worden genomen bij de ontwikkeling van nieuwe recreatieve woonmilieus. Een andere doelstelling is de uitbreiding en verdieping van het voorzieningenaanbod, waartoe ook recreatieve voorzieningen behoren. Meer verscheidenheid in woningen en woonmilieus, ofwel woonmilieudifferentiatie, is één van de belangrijkste opgaven. Eerder al werd duidelijk dat recreatieve woonmilieus hieraan een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Het bieden van passende huisvesting aan hogere inkomens en jongeren, tenslotte, is belangrijk om de draagvlak te creëren voor een diversiteit aan voorzieningen en in de werkgelegenheid in de stad. Woonmilieus met een recreatief karakter moeten niet alleen toegankelijk zijn voor de hogere inkomensgroepen, maar juist ook voor lagere- en middeninkomens. Hoofdstuk 4 Zijn er recreatieve woonmilieus en in hoeverre zijn er mogelijkheden deze te realiseren in Almere? Deze vragen staan centraal in het vierde hoofdstuk. Er is een aantal wijken in de stad, dat als recreatief is aan te merken. De meest recreatieve wijk in Almere is De Noorderplassen. Hier staan, verdeeld over een aantal doodlopende straatjes, ruim 250 villa's met uitzicht op de Noorderplassen. De bewoners beschikken over een steiger en eventueel over een beweegbare helling en een lier. Een sluis biedt rechtstreeks toegang tot het Markermeer. Het afgesloten karakter van de wijk en de unieke ligging bieden goede mogelijkheden om in deze wijk nog meer (kleinschalige) voorzieningen te realiseren. Andere woonmilieus in Almere die als recreatief zijn aan te merken, zijn De Fantasie, de woonboten langs de Lange Wetering en De Realiteit. Ook andere wijken in Almere bieden mogelijkheden voor meer recreatieve voorzieningen in de woonomgeving. In het bestaand gebied, zijn vooral kleinschalige ontwikkelingen mogelijk. De haven in Almere Haven en het

Page 46: Recreatieve woonmilieus in Almere - Erik van Marissing · 2012. 7. 20. · Recreatieve woonmilieus in Almere Erik van Marissing 2 Inhoud C Voorwoord Inleiding 1. Aanleiding 4 2. Doelstellingen

Recreatieve woonmilieus in Almere

Erik van Marissing 46

Weerwater zouden beter benut kunnen worden door ze toegankelijker te maken vanuit de omliggende woonwijken. Ook kunnen er langs deze recreatieplassen nog enkele nieuwe woningen worden gebouwd. De Fantasie, bijvoorbeeld, is gelegen aan het Weerwater, maar profiteer weinig van deze gunstige ligging. Een gemeenschappelijke aanlegsteiger of iets dergelijks zou de binding met het water veel sterker maken. Hetzelfde geldt voor De Realiteit in de buurt van de Noorderplassen. Daarnaast zijn de nieuwe stadsdelen Pampus, Poort, Hout en Overgooi nog volop in de planfase. Met name in deze gebieden liggen er nog veel kansen voor recreatieve woonmilieus. De kustgebieden kunnen nog veel beter benut worden. Niet alleen vanwege het uitzicht, maar ook vanwege de voorzieningen als het strand en de jachthaven. Ook de groengebieden, waardoor de verschillende stadskernen van elkaar worden gescheiden, kunnen worden ingericht als nieuw woonmilieu. Het gaat dan om een recreatieve gebieden met of zonder woningen (in de figuur aangeduid als Type III en IV), die worden getransformeerd tot een recreatief woonmilieu (Type V). (Nieuwe) woonvormen als boswonen en waterwonen worden momenteel onderzocht en zullen in de toekomst hun plek vinden in de nieuwe gebieden. Het belang van recreatieve voorzieningen in de nabije omgeving zal bij deze wijken meteen moeten worden meegenomen in de planvorming. Voor al deze gebieden geldt: maak zoveel mogelijk gebruik van de specifieke kwaliteiten van Almere. Het ruime karakter, de groene omgeving en de aanwezigheid van het water zijn kwaliteiten die daarom als uitgangspunt moeten worden genomen bij de plannen voor toekomstige woonmilieus. Hoofdstuk 5 Het zoveel mogelijk gebruik maken van de specifieke Almeerse kwaliteiten is één van de 4 aanbevelingen die in het rapport worden gedaan. Verder blijkt dat de combinatie van wonen en recreëren nog te weinig wordt toegepast, terwijl deze ontwikkeling sluit goed aan bij de doelstellingen van de Nota Woonbeleid. Een derde aanbeveling is onderzoek naar nieuwe mogelijkheden met betrekking tot het beheer en onderhoud van nieuwe recreatieve woonmilieus. Dit is met name interessant vanwege het bewaren van het duurzame en sociale karakter van een recreatieve wijk. Tenslotte wordt in het rapport gepleit voor een meer thematische en projectmatige manier van bouwen. Mensen blijken bereid om meer te betalen, wanneer daar een bepaalde woonkwaliteit tegenover staat, er een bepaalde mate van veiligheid door gegarandeerd is of de waardevastheid van de woning kan worden gewaarborgd. In Almere zijn vooral ouderen en welgestelden interessante doelgroepen voor dit soort complete woonmilieus. De eerste groep omdat het wonen met allerlei vormen van service en zorg kan worden gecombineerd, de

tweede groep omdat zij hun schaarse vrije tijd graag zo efficiënt mogelijk indelen en dus het liefst dichtbij huis recreëren en allerlei huishoudelijke taken kunnen uitbesteden. Over het geheel kan dus geconcludeerd worden dat er in Almere nog volop mogelijkheden zijn voor het ontwikkelen van recreatieve woonmilieus (het kán in Almere) en dat deze ook zoveel mogelijk moeten worden benut. Ze passen immers goed binnen de gemeentelijke doelstellingen, maar ook binnen die van het Rijk. De gemeente zal hierbij een actieve rol moeten spelen, omdat niet alleen de betreffende buurt, maar ook de omgeving profiteert van deze kwalitatieve impuls. Duurzaamheid, keuzevrijheid, sociale betrokkenheid. Het zijn allemaal zaken die op deze manier gemakkelijker kunnen worden bewerkstelligd. Recreatieve woonmilieus vormen hierdoor een goede aanvulling op de bestaande voorraad. Ook het imago van de stad zal van de ontwikkeling van nieuwe soorten woonmilieus profiteren. Wonen in het bos, wonen op je eigen landgoed, een huis op de golfbaan of een appartement langs de dijk zijn aansprekende woonvormen, die ook buiten Almere bekendheid zullen genieten. Voor de ontwikkeling van recreatieve woonmilieus in Almere is dus slechts een kleine aanpassing van de slogan vereist: Het moet in Almere!