"Rechtvaardige" belastingen
Transcript of "Rechtvaardige" belastingen
VKW Beleidsnota
78Februari 2015
“Rechtvaardige” belastingen
Auteurs: Caroline Ven, gedelegeerd bestuurder Geert Janssens, hoofdeconoom VKW
Inhoudstafel
78Februari 2015
Intro
1. Vanwaar komen belastingen?2. Wat is een optimaal belastingsysteem?3. Belgisch fiscaal systeem4. Besluit
De integrale tekst van de VKW beleidsnota is te vinden op:http://www.vkw.be/kennisbank/rechtvaardige-belastingen-1
3
“Rechtvaardige” belastingen
Geert Janssens - @jrgeert
Caroline Ven - @CarolineVen
Intro
78Februari 2015
• Luide roep naar ‘tax shift’. • Verschillende betekenissen tax shift:
‘Ontlasten van de werknemers’. De loonkosten voor de werkgever moeten naar omlaag om de
concurrentiekracht te herstellen. De idee dat de ‘rijken’ een eerlijk deel moeten betalen voor de
crisis via een vermogensbelasting en taks op financiële transacties.
Een shift in de richting van milieubelastingen wordt bepleit.
• Deze nota: - kenmerken optimaal belastingsysteem vooropstellen - grote lijnen van het Belgisch belastingsysteem.
78Februari 2015
1. Vanwaar komen belastingen?
• Grondslagen voor het huidige belastingsysteem in de 19de eeuw gelegd.
• Vooral de inspraak was grote stap voorwaarts. De staat kan geen belastingen innen zonder de jaarlijkse goedkeuring in het parlement.
• De controle en de bestemming ervan, door de burger via zijn verkozenen, geeft aan ons belastingsysteem een grote legitimiteit.
• Een belastingsysteem dient aan een aantal principes te voldoen, voor de steun van de bevolking en met het oog op een efficiënte inning.
78Februari 2015
2. Vanwaar komen belastingen?• Een optimaal belastingsysteem draait om vijf principes: efficiëntie,
billijkheid, eenvoud, gelijkheid en neutraliteit.• Een ideaal belastingsysteem is in staat de inkomsten te genereren
die nodig zijn om de door de overheid gewenste uitgaven en herverdeling te financieren aan zo laag mogelijke economische en administratieve kosten, waarbij het systeem zo eenvoudig en transparant mogelijk is en verschillende fiscale behandeling wordt vermeden.
• Geen enkel systeem zal aan alle criteria tegelijk kunnen voldoen. Vaak zullen compromissen gesloten moeten worden tussen conflicterende principes + ad-hocmaatregelen.
• Het viseren van extra belastingen op vermogens => begrotingsronde => hogere belastingen met oeverloze complexiteit.
78Februari 2015
2.1. Efficiënt• Een efficiënt belastingsysteem slaagt erin de beoogde middelen
voor de financiering van de overheidsuitgaven en de herverdeling te vergaren.
• Vaak nastreven van gedragswijzigingen, bv vermijden van vervuilende of ongezond gedrag met de accijnzen op benzine en tabak.
2.2. Eenvoudig• Een efficiënt belastingsysteem is eenvoudig. Hoe complexer het
systeem, hoe meer administratie nodig is voor de inning en controle.• Eenvoud vraag om stabiliteit want regels veranderen kost tijd en
geld.
78Februari 2015
2.3. Billijk• Billijkheid heeft te maken met rechtvaardigheid en steunt vaker op
perceptie dan op harde criteria. De burger moet het gevoel hebben dat wat men betaalt ook in verhouding staat tot de publieke dienstverlening die men ervoor terugkrijgt.
• Lasten dienen evenwichtig te worden verdeeld. Hoge inkomens moeten meer bijdragen dan de lage.
2.4. Gelijkheid• Elke belastingplichtige moeten op dezelfde manier worden
behandeld en belast. De regels gelden voor iedereen, niemand kan er zich aan onttrekken.
• Een uitdaging is dat de interpretatie van de regels overal dezelfde is.
78Februari 2015
2.5. Neutraliteit• Een ideaal belastingsysteem is neutraal naar de onderliggende
economische beslissingen van burgers of bedrijven. • De belasting wordt geheven op een bepaalde activiteit of inkomen.• Neutraliteit verwijst naar
het algemeen principe dat we distorsies moeten vermijden de realiteit dat sommige heffingsgrondslagen mobieler zijn dan
andereDe Franse rijkentaks was niet neutraal en daardoor ook niet efficiënt.
78Februari 2015
3. Belgisch fiscaal systeem3.1. Het basisprobleem• Het Belgisch belastingsysteem zondigt tegen bovenstaande
principes. Is de tijd rijp voor een grondige opkuisoperatie?• De hoge fiscale en parafiscale druk op arbeid = één van de grootse
bekommernissen van werkgevers. Werknemers zijn veel duurder dan in onze buurlanden. Þ Situatie waarbij een steeds kleiner wordende groep mensen de
hoge belastinglast moet dragen.Þ De econoom Laffer wees er op dat er limiet bestaat op hoe hoog
de belastingdruk kan zijn.Þ Roep voor tax shift. Toenemend ongenoegen. Niet alle
inkomensvormen worden even zwaar belast. De inkomens uit grote vermogens zouden meer moeten bijdragen.
78Februari 2015
3.2. Hoge fiscale druk• Is toe te schrijven aan de grote rol die de overheid in de economie
speelt. (uitbouw van publieke diensten en sociale voorzieningen en herverdeling)
• België had vorig jaar met 52,2% van het bbp de vijfde hoogste belastindruk van de Oeso.
• Vorig jaar rijfde de Belgische staat 21 en 57 miljard euro meer middelen binnen dat het gemiddelde van de eurozone en de Oeso.
3.3. Economische functie• In tabel 1 werden de belastingopbrengsten ingedeeld naar
economische functie in % bbp.
78Februari 2015
Conclusies:• De consumptiebelastingen dragen in België relatief minder bij de
inkomsten van de staat.• De inkomsten uit arbeid liggen een stuk hoger dan in de buurlanden
en de rest van de EU. • De inkomsten uit kapitaalbelastingen liggen hoog.
Belastingen op inkomsten= roerende voorheffingen, belastingen op meerwaarde. Liggen relatief hoog.
Belastingen op kapitaalstock (‘vermogen’) = onroerende voorheffing, erfenis- en succesrechten. Remedie: stapsgewijze confiscatie.
Tabel 1:Belastingopbrengsten naar economische functie (in % bbp, 2012)
Bron: Eurostat
78Februari 2015
3.4. Impliciete belastingvoeten• We kunnen de opbrengsten ook afzetten t.g.o. de belastbare basis
= maatstaf voor de hoogte van het effectieve belastingtarief. • Voor consumptie liggen die tarieven in dezelfde lijn, behalve voor
Nederland (hoger tarief 24,5%).• De belastingvoeten voor arbeid zijn significant verschillend: 42,8%
van de totale loonmassa wordt afgeroomd door de staat. Italië en België staat hiermee aan de top van de Oeso.
• Hetzelfde verhaal voor kapitaal: onze overheid moet meer dan 35% van de belastbare basis afromen. Frankrijk veel hoger 46,9% t.g.o. 10% inkomsten. (Laffereffect)
Tabel 2:Impliciete belastingvoeten
Bron: Eurostat
78Februari 2015
3.5. Cascade-probleem• Indruk dat uitgekeerd kapitaal bij ons minder wordt belast.
Men vergeet hierbij dat kapitaal een lange weg heeft afgelegd langsheen een cascade van belastingen en kosten die in ons land vaak hoger liggen dan bij onze buren.
• De meerwaarde op aandelen is in de meeste gevallen is vrijgesteld van belastingen => wrevel.
• Sommigen pleiten voor hogere belastingen op kapitaal, via dividenden of winsten of via interesten of meerwaarde op aandelen en vastgoed. Lijkt rechtvaardig, maar omzichtigheid is geboden. Belastingverschillen tussen landen zijn vaak een gevolg van diep gewortelde maatschappelijke keuzes. Bv het huizenbezit wordt fiscaal aangemoedigd. => 70% eigenaars
• Gedeeltelijke fiscale vrijstelling van spaarboekje => spaarcultus. België = één van de weinige landen met een netto-spaaroverschot.
78Februari 2015
3.6. Vermogen is niet wat het lijkt• Belgen zijn zeer vermogend. Geschatte waarde van het vermogen
van particulieren en bedrijven bedraagt 2480 en 1233 miljard euro. Zowat de helft bestaat uit vastgoed. Vlaanderen heeft dit jaar een minder gunstige regime voor de fiscale aftrek van een hypothecair krediet (woonbonus) ingevoerd. => negatieve gevolgen afwachten
• Bij aandelen is een groot deel niet-beursgenoteerd => waarderingsprobleem. Lijkt niet verstandig om het productief kapitaal extra te belasten
in het huidige investeringsklimaat. Onverstandig om verzekeringen en pensioensparen harder aan
te pakken.
78Februari 2015
Tabel 3:Geschatte vermogens (in miljard euro)
Bron: VKW (eigen berekeningen op basis van gegevens NBB)
78Februari 2015
4. Conclusies1. De Belg is vermogend en arbeid wordt veel te zwaar belast.
Conclusie: taxshift waarbij een lastenverlaging op arbeid wordt ondervangen door een ‘rechtvaardige’ belasting op vermogen.
2. Overheidsinkomsten uit belastingen op kapitaal liggen bij ons hoger dan in de meeste andere Oeso-landen. De impliciete belastingvoet op kapitaal ligt enkel nog hoger in Frankrijk. Terugkomen op befaamde rijkentaks. Lessen: Oog hebben voor de internationale context van verschuivende
belastinggrondslagen. Het cascade-effect niet negeren.
3. Een plotse verhoging van de belastingen op vermogens zou het investeringsklimaat en/of de vastgoedmarkt aantasten.
=> Elke nieuwe hervorming tegen het licht houden van de criteria van een optimaal belastingsysteem.