Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

52
Doe-het-zelf rechtspraak: steun voor eigenrichting rechtstreeks 2011 - nr 2 Rechtstreeks is een periodiek van de Raad voor de rechtspraak en richt zich op de praktijk en de ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland. Een krantenkop: ‘Vader mishandelt man die dochter onzedelijk had betast’. De mishandelde man blijkt vrijgesproken wegens een vormfout. Wat van deze eigenrichting te denken? En: hebben burgers die zulk gedrag steunen geen vertrouwen in de rechtspraak? Recent verschenen 2011 – nr 1 Rechtspraak in het nieuws: het jaar 2010 2010 – nr 4 Hoe rechters denken: wat Posner ons leert 2010 – nr 3 Taakstraffen langs de lat: strafopvattingen van Nederlanders rechtstreeks 2011 nr 2 Raad voor de rechtspraak

Transcript of Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Page 1: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Doe-het-zelf rechtspraak:steun voor eigenrichting

rechtstreeks 2011 - nr 2

Rechtstreeks is een periodiek van de

Raad voor de rechtspraak en richt zich

op de praktijk en de ontwikkeling van

de rechtspraak in Nederland.

Een krantenkop: ‘Vader mishandelt man die dochter

onzedelijk had betast’. De mishandelde man blijkt

vrijgesproken wegens een vormfout.

Wat van deze eigenrichting te denken?

En: hebben burgers die zulk gedrag steunen geen

vertrouwen in de rechtspraak?

Recent verschenen

2011 – nr 1 Rechtspraak in het nieuws:het jaar 2010

2010 – nr 4 Hoe rechters denken:wat Posner ons leert

2010 – nr 3 Taakstraffen langs de lat: strafopvattingen van Nederlanders

rechtstreeks 2011 nr 2

Raad voor derechtspraak

omslag rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:16 Pagina 1

Page 2: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

omslag rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:16 Pagina 2

Page 3: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Doe-het-zelf rechtspraak:steun voor eigenrichting

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 1

Page 4: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

rechtstreeks 2/2011

2

RedactieDr. A. Klijn (hoofdredacteur)Publicist

Mr. Dr. R.P. Mulder (eindredacteur)Reinjan Mulder Research & Editing

Dr. F.P. van TulderAdviseur wetenschappelijk onderzoekRaad voor de rechtspraak

RedactieadresRedactie RechtstreeksRaad voor de rechtspraakAfd. OntwikkelingPostbus 906132509 LP Den HaagE-mail: [email protected]

UitgeverSdu Uitgevers bv, Den Haag

Oplage5000 exemplaren

ISSN 1573-5322

AbonnementenRechtstreeks wordt gratis toegezonden aan hen die totde doelgroep behoren. Wie meent voor toezending inaanmerking te komen wordt verzocht zijn naam, post-adres en functie kenbaar te maken aan het secre ta riaat vanRechtstreeks (rechtstreeks@recht spraak.nl).

AdresmutatiesSdu KlantenservicePostbus 200142500 EA Den Haagtel. 070-3789880of via: www.sdu.nl/service

RetourenBij onjuiste adressering verzoeken wij u gebruik temaken van de adresdrager en daarop de reden van retournering aan te geven.

© Staat der Nederlanden(Raad voor de rechtspraak)Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, ineen voor anderen toegankelijk gegevensbestand wordenopgeslagen of worden openbaar gemaakt zonder voor-afgaande schriftelijke toestemming van de Raad voorde rechtspraak. De toestemming wordt hierbij verleendvoor het verveelvoudigen, in een gegevensbestand toegankelijk maken of openbaar maken waarvoor geengeldelijke of andere tegenprestatie wordt gevraagd enontvangen en waarbij deze uitgave als bron wordt vermeld.

Colofon

Rechtstreeks is een periodiek van de Raad voor de rechtspraak en richt zich op de praktijk ende ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland. Het blad stelt zich ten doel wetenschap-pelijke inzichten en bijdragen aan het publieke debat over de rechtspraak ter kennis te brengen van allen die beroepshalve bij de rechtspraak betrokken zijn. Opname in Rechtstreeksbetekent niet dat de inhoud het standpunt van de Raad voor de rechtspraak weergeeft.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 2

Page 5: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

3

Redactioneel

rechtstreeks 2/2011 Redactioneel

Gamma, Hubo, Karwei, Praxis of Kwantum,hoelang is het geleden dat u zo’n uitgestrektDorado voor de doe-het-zelver hebtbezocht? Ik moet toegeven dat mijn bezoek-frequentie met het klimmen der jaren sterkgedaald is. Die woordkeus verraadt een zeker schuld-besef. Waarschijnlijk bestaat er een diepverankerd gevoel dat je in staat zou moetenzijn om je eigen huis zelf in een redelijkestaat van onderhoud te houden. Voor schuldgevoel is objectief gezien weinigreden, maar daarmee is dat gevoel nog nietweg. Hoe dan ook, mijn bezoek aan doe-het-zelf-zaken is de laatste jaren op de vingers vanéén hand te tellen. Ik ben geen draaideur-klusser. De oorzaak daarvan laat zich in een een -voudig kosten-baten algoritme vangen.Daarin staat het geslonken tijdsbudgettegenover de toegenomen budgettaireruimte, in combinatie met de te verwachtentegenvallende kwaliteit van het product,althans in de ogen van mijn huisgenote, enniet te vergeten van onze bezoekende vriendenparen. Die combinatie leidt tot deinzet van een al dan niet zwarte professional.Alleen voor een klus in de kelder, waar hetniet op de millimeter aankomt, viel vorigjaar mijn afweging anders uit.

Een dergelijke afweging gaat ook op voorde criminaliteitsbestrijding. We kunnen decriminaliteit als burgers zelf bestrijden, defysieke vereisten daarvoor daargelaten,maar het is een teken van rechtsbeschavingdat dit is uitbesteed aan professionals: destrafrechtsketen. Daarbij geldt aan de baten-kant de kwaliteitsoverweging: we willen dathet volgens regels en met gevoel voor proportionaliteit gebeurt. Aan de kostenkant ligt daarentegen de overweging dat het zelf bestrijden van decriminaliteit ons tijd en energie kost, metals correlaat de angst dat wij op onze beurtweer door anderen te grazen worden genomen. Op macroniveau vertaalt dit scenario zich inhet bekende begrip: de oorlog van allentegen allen, ofwel in de onverbrekelijkeketen van de wraakneming. Vandaar dat wat wij een beschaafde over-heid noemen altijd een stok achter de deurheeft. Eigenrichting is verboden. De angstvoor het verbreken van de orde zit er diep inbij de strafwetgever.

Hoe diep die angst zit, valt af te leiden uitde reacties die volgden op de recent opge-loste moord op de ondernemer Felix Guljéin maart 1946.1 Bijna één jaar na afloop vande Wereldoorlog werd hij rond 10 uur

1 De deurbel ging, even later klonk een schot, NRC Handelsblad, 9 juni 2011. Ook: Ze dacht dat ze een collabora-teur doodde, Trouw, 9 juni 2011.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 3

Page 6: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

’s avonds in de deuropening van zijn huisneergeschoten. De dader bleef spoorloos,tot zeer onlangs. De 96-jarige Atie Visserbekende toen aan de burgemeester te Leidendat zij de dader was. Ze zat in het verzet enGuljé werd volgens haar ter beschikking -staande informatie verdacht van economi-sche collaboratie. Na de oorlog had Atie een aanstellinggekregen bij de Politieke Opsporingsdienst,de dienst die tot taak had ‘foute’ mede -burgers op te sporen.2 Bij de leden van hetvoormalige verzet, zo lazen we, was eronvrede over de vervolging van de ver-meende collaborateurs. Ze meenden dat hetbeter was de zaak in eigen hand te nemen,en dus was Guljé in hun ogen een legitiemobject voor een executie. En zeker in deogen van Atie Visser, want, zoals een vanhaar medeverzetsleden blijkens het kranten-bericht opmerkte, zij was een ‘taaie’. Zehad een pistool en dat gebruikte ze. Als jedat deed, stelde je wat voor in het verzet.Die houding was natuurlijk niet weg met decapitulatie van de Duitsers in Wageningen. Toch is dit nog maar de helft van het ver-haal. Wat daaraan nog ontbreekt, is het feitdat Visser na de oorlog – in 1982 – voorhaar verzetsgedrag onderscheiden werd methet Verzetsherdenkingskruis. Zo’n onder-scheiding drukt de collectieve waarderingvoor iemands handelen uit.

Zodra echter bekend werd dat Visser nog in1946 een moord had begaan, werd de vraaggesteld wat we met dit kruis moesten doen.Een overheid die een dader beloont die zichaan dit type eigenrichting heeft schuldiggemaakt, kan dat? Het ministerie van Binnenlandse Zakenloste de zaak legistisch op: er is geen wette-lijke grond voor ontneming van de onder-scheiding, want de moord was al verjaard.3

De burgemeester van Leiden daarentegenkeurde het optreden van Atie Visser opmorele gronden openlijk af.

Het zou interessant zijn te weten wat deNederlandse bevolking van een dergelijkgeval van eigenrichting vindt. In dit geval iser weinig discussie over de zaak geweest,maar ik vermoed dat het merendeel van deNederlanders zou denken dat Visser eenstap te ver heeft gezet. Wat zij deed, wasniet meer passend als een verzetsdaad, maarleek gezien de omstandigheden eerder opwillekeur.4 De grens die zij overschreed,had aan het eind van de oorlog ook een dui-delijke naam, zij gaf zich over aan ‘Bijltjes-dag’. Dat woord leidt ons naar de klassiekestudie die A.D. Belinfante naar de Bijzondere Rechtspleging deed, die in onsland na de Tweede Wereldoorlog plaats-vond: In plaats van Bijltjesdag.5

rechtstreeks 2/2011 Redactioneel

4

2 Dit is een saillant detail. De vraag rijst of de vrouw die belast was met die opsporing van oorlogsmisdadigers,niet in staat is geweest om het bewijs tegen Guljé rond te krijgen of, erger nog, dit niet van zins is geweest. Daarkomt nog bij dat Guljé onderduikers behulpzaam was geweest. Al met al een complexe zaak.

3 Verzetsvrouw houdt onderscheiding, Trouw, 9 juni 2011.4 ‘Waar verzet ophield en willekeur begon’, aldus de titel van een beschouwing van P. van der Steen naar aanlei-

ding van deze gebeurtenis in Trouw, 23 juni 2011. 5 A.D. Belinfante, In plaats van Bijltjesdag. De Geschiedenis van de Bijzondere Rechtspleging na de Tweede

Wereldoorlog, Assen: Van Gorcum 1978.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 4

Page 7: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Het is de moeite waard uit deze in 1978 verschenen studie wat te citeren: ‘Bijltjesdag was een algemeen bekende uit-drukking tijdens de bezetting in Nederland.Iedere Nederlander zou tegen de bevrijdingzijn bijl slijpen en op het ogenblik van debevrijding daarmee de dichtstbijzijndeNSB’er of de NSB’er met wie hij nog eenrekening te vereffenen had, te lijf gaan. (…)Het was de voorstelling van de machteloze,die na de onderdrukking als machtige ineen bevrijd land tevoorschijn zou komen.Tegenover de slachtoffers aan onze kantzouden de doden aan de andere zijde komente staan. (…) Het ene woord Bijltjesdag gafuitdrukking aan de diepgevoelde behoefteaan afrekening met degenen die men tijdensde bezetting zonder onderscheid te makenallen als verraders en handlangers van devijand zag. (…) En wanneer men niet aandie behoefte tegemoet zou komen door eenberechting van de NSB’ers, dan was eenhier en daar optredende uitbarsting van hetrecht in eigen hand nemen van de bevolkingniet uitgesloten te achten.’ 6

Dat in eigen handen nemen van het rechtboezemde de illegaliteit tegen het eind vande oorlog grote angst in, zo blijkt. In april1944 verscheen in Het Parool en VrijNederland een manifest waarin een strengebestraffing van landverraders werd geëist,waaraan onmiddellijk de boodschap werdgekoppeld dat ‘iedere ongedisciplineerde enonwettige uiting van volkswoede, “bijltjes-dagen” enz. verworpen worden. De grond-

wetsbepaling, dat niemand kan wordenafgetrokken van de rechter, die de wet hemtoekent, vinde onvoorwaardelijke toepas-sing’.7

Zo’n ondubbelzinnige boodschap is alleente verklaren met het vermoeden dat er weleens een brede steun voor een dergelijkeeigenrichting zou zijn.

Een recent voorbeeld van een dergelijkesteun kon je in de dagbladen aantreffen voorde Nijmeegse juwelier die zijn winkel thansgesloten houdt voor jonge Marokkanen enAntillianen. Hij is inmiddels achtmaal inzijn zaak overvallen, waarvan de laatstekeer ertoe leidde dat hij nu in een rolstoelzit, en hij is het zat. Hij heeft geen vertrou-wen meer in de rechtsorde en de instantiesdie deze moeten garanderen. Hij neemt zijnbescherming zelf ter hand. Dat de minister van Veiligheid & Justitiehem daarna heeft geschreven dat geweld -dadige overvallen zoals deze bij de hand -having en opsporing topprioriteit hebben endat er daarom meer geld komt voor sub -sidiëring van preventieve maatregelen, doetde Nijmeegse juwelier niets. De ministerslaat daarmee naar zijn mening de plankgeheel mis. Hij heeft de bewindsman danook al laten weten dat er door zijn actie ‘eennationaal gevoel op gang gekomen (is) dat(de) minister niet moet onderschatten’.8

Dit alles roept de vraag op naar de omstan-digheden waaronder de doorgaans afkeurens-

rechtstreeks 2/2011 Redactioneel

5

6 T.a.p. p. 23-24.7 T.a.p. p. 24.8 Opstelten slaat de plank mis met zijn brief, Trouw, 27 juni 2011.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 5

Page 8: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

waardig geachte eigenrichting de steunkrijgt van doorgaans redelijk denkende burgers. Die vraag vormt het onderwerp vandit nummer. Wat u hierna te lezen krijgt, is gebaseerd oponderzoek dat deels verricht werd in hetkader van een promotieonderzoek, en deelsbinnen het wetenschapsprogramma van deRaad. Dat laatste is niet verbazingwekkend.Een van de eerst opkomende antwoorden opde vraag wanneer eigenrichting de steunvan de bevolking krijgt, is immers dat ditwel zal gebeuren wanneer er te weinig vertrouwen in het recht of in de rechter is. Maar zo eenvoudig en eenduidig ligt hetniet. Dat blijkt wel uit het promotieonder-zoek dat in dit nummer wordt gevolgd.

Terug naar de vraag waarmee dit redactio-neel begon. In het voorgaande heb ik mestilzwijgend geconcentreerd op de vraagwat eigenrichting uithaalt (genoegdoeningof veiligheid) en wat de onwenselijkeneveneffecten ervan zijn (het ontstaan vaneen gewelddadige keten van wraakneming).Op de batenkant dus. Maar ook de andere zijde, de kostenkantverdient de aandacht. Daarop wijst de laatste volzin uit het citaat van Belinfante:‘hoe is het gesteld met de toegang tot derechter?’ Die toegang vormt staatsrechtelijk gespro-ken de basis van onze rechtsorde. Nietalleen bestaat er in ons land zoiets als recht-spraak, maar iedereen moet daar ookgebruik van kunnen maken.

Dit besef leidt de gedachten direct naar deons in het vooruitzicht gestelde bezuini -gingen. Een van die bezuinigingen heeft devorm van een ‘kostendekkend griffierecht’.De operatie die dit moet doorvoeren zalvoor de afwegende burger een forse verzwaring aan de lastenkant met zich mee-brengen. Dat betekent dat dergelijke maatregelengrote voorzichtigheid vragen, want wanneer‘het recht te duur wordt’ (zoals dat in dejaren tachtig door de sociale advocatuurwerd verwoord), kan de afweging van eenburger die een geschil met een medeburgerof de overheid heeft en een beroep op derechter wil (of moet) doen, doorslaan in derichting van eigenrichting omdat dit vaakeen stuk goedkoper is.9

Albert Klijn

rechtstreeks 2/2011 Redactioneel

6

9 De rechter krijgt een slot op de deur, F. Jensma, NRC Handelsblad, 4 en 5 juni 2011.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 6

Page 9: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

rechtstreeks 2/2011

7

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 7

Page 10: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Nicole Haas Nicole Haas (1981) studeerde psychologie aan de Universiteit Maastrichten aan de Universidad de Salamanca in Spanje. Zij promoveerde innovember 2010 aan de Universiteit Leiden op onderzoek naar maat-schappelijke steun voor eigenrichting. Haar onderzoek voerde ze uit bijhet Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, waarzij momenteel als postdoc werkzaam is. Haar belangstelling gaat uit naarde relatie tussen burgers en de (rechts)staat, en in het bijzonder naarpublieke percepties over criminaliteit en rechtshandhaving.

8

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 8

Page 11: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Doe-het-zelf rechtspraak:steun voor eigenrichtingNicole Haas

1 Inleiding

De Nederlandse overheid heeft een geweldsmonopolie, maar zo nu en dan nemen burgershet recht in eigen hand. Een geruchtmakend Nederlands voorbeeld is de zaak-Albert Heijnuit 2002. Twee medewerkers van de supermarkt werden strafrechtelijk vervolgd voor hetgeweld dat zij hadden gebruikt nadat zij een op heterdaad betrapte dief hadden achtervolgden aangehouden. Hun vervolging leidde tot veel discussie in de samenleving, bijvoorbeeldover de vraag hoeveel geweld toelaatbaar is bij burgerarrest. Dat juist degenen die optradentegen een strafbaar feit voor de rechter moesten verschijnen, werd door sommigen als deomgekeerde wereld gezien. Ook Prins Bernhard uitte zijn verontwaardiging en bood aaneen eventuele boete voor hen te betalen.Naast deze zaak zijn er andere voorbeelden te noemen waarbij er in de samenleving sym -pathie ontstond voor plegers van eigenrichting. Zo was er veel ophef toen in 2000 de‘pedokiller’ Lucien van V. uit Oosterhout de aanrander van zijn zoontje met messteken omhet leven bracht. Dit gebeurde in het winkelcentrum Zuiderhout, waar Van V. de ontucht -pleger die inmiddels zijn straf had uitgezeten tegenkwam. Volgens de media zou de ‘pedo -killer’ veel steunbetuigingen hebben ontvangen en groeide hij hier en daar uit tot een volks-held (De Graaf 2001). In de commotie die volgde werden slogans geuit als ‘heldendadendien je te belonen, niet te bestraffen’. Lucien van V. werd door de rechtbank veroordeeld totvier jaar cel en dwangverpleging.Dat de vervolging van dergelijke ‘eigenrechters’ tot verontwaardiging onder de bevolkingleidt, is opmerkelijk, omdat de vervolging een reactie is op een strafbaar feit waarvan deeigenrechter wordt verdacht. Onder normale omstandigheden zou een strafbare gedragingjuist leiden tot een roep om straf vanuit de samenleving en niet tot verbolgenheid over eenvervolging. Steun voor eigenrichting lijkt een uitzondering te vormen op de regel.Wat betekent het als het publiek steun uit voor burgers die het recht in eigen hand nemen?Waarom vinden burgers bepaalde gevallen van eigenrichting rechtvaardig? Waarom steunenzij dergelijk strafbaar gedrag en waarom vinden zij het niet altijd nodig om eigenrechters testraffen? Dat is het thema van deze aflevering van Rechtstreeks.

rechtstreeks 2/2011 Inleiding

9

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 9

Page 12: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Wij doen in dit nummer verslag van twee empirische studies:• De eerste studie is uitgevoerd in het kader van mijn proefschrift (Haas 2010). De invloed

van vertrouwen in het strafrechtsysteem en de situationele context op steun voor eigen-richting wordt daarin onderzocht met behulp van fictieve casusbeschrijvingen.

• De tweede studie is uitgevoerd in samenwerking met de Raad voor de rechtspraak. Hier-bij is aan de hand van casusbeschrijvingen wederom de invloed van beide factorenonderzocht, maar nu met extra aandacht voor het vertrouwen in rechters. En wel omdatdeze factor in het bijzonder voor de Rechtspraak van belang is.

In de literatuur bestaat veel onduidelijkheid over wat precies verstaan moet worden onderhet begrip eigenrichting. Sommigen zien eigenrichting per definitie als een strafbare gedraging, terwijl anderen ook legale vormen van eigenrichting onderscheiden. De een zieteigenrichting als een geplande daad, terwijl het door anderen als een spontaan optredenwordt omschreven. Ook over wie eigenrichting kan plegen, verschillen de meningen. Volgens sommigen zijn eigenrechters per definitie burgers, terwijl anderen ook vormen vaneigenrichting onderscheiden die door de overheid worden gepleegd.En is eigenrichting een verschijnsel binnen de kaders van het strafrecht, of kan het ook inhet civiel recht voorkomen? Ook daarover verschillen de meningen. Tot slot wordt eigen-richting vaak verward met noodweer of burgerarrest. Het onderscheid daartussen is in depraktijk ook niet altijd even duidelijk (Naeyé 2009). In deze studie over maatschappelijke steun zullen we eigenrichting opvatten als ‘een straf-baar feit, gepleegd door een burger naar aanleiding van de (dreiging van) een strafbaar feitgepleegd door een andere burger, gericht tegen de (vermeende) dader van de aanleiding’.

rechtstreeks 2/2011 Inleiding

10

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 10

Page 13: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

2 Steun voor eigenrichting

2.1 Twee factorenHoe actueel het onderwerp zowel maatschappelijk als juridisch ook is, er is tot voor kortnauwelijks empirisch onderzoek verricht naar de publieke steun voor het verschijnsel eigen-richting. We weten niet wat die steun inhoudt, waardoor deze veroorzaakt wordt, en welkegevolgen de publieke steun voor eigenrichting kan hebben voor de samenleving. In ons onderzoek is gekeken naar twee factoren waarvan vaak wordt aangenomen dat ze eenrol spelen bij deze steun:• het vertrouwen in het rechtssysteem;• de situationele kenmerken van de eigenrichting. Daarnaast kunnen natuurlijk nog andere factoren van invloed zijn op de maatschappelijkesteun voor eigenrichting. Denk aan de persoonskenmerken van daders, eigenrechters enslachtoffers, culturele factoren, de media en de politieke omgeving waarin de eigenrichtingplaatsvindt.

2.2 Vertrouwen in het strafrechtsysteemVaak wordt ervan uitgegaan dat steun voor eigenrichting een gevolg is van een gering vertrouwen of zelfs een gebrek aan vertrouwen in het rechtsysteem (Harnischfeger 2003;Tankebe 2009). Deze verklaring ligt voor de hand, omdat degene die steun krijgt op straf-bare wijze op een vorm van criminaliteit heeft gereageerd. Wie een dergelijke strafbarereactie steunt, zou zelf geen positief beeld van het strafrechtsysteem kunnen hebben. In deliteratuur is deze assumptie niet vaak getoetst, maar enige empirische ondersteuning is welte vinden. Tankebe (2009) vond in Ghana een sterke relatie tussen steun voor eigenrichtingen een gebrek aan vertrouwen in de politie. Steun voor eigenrichting werd gemeten metbehulp van stellingen als ‘Burgers mogen verdachten in elkaar slaan’ en ‘Soms is het accep-tabel voor mensen om het recht in eigen hand te nemen als ze het gevoel hebben dat depolitie hen niet kan beschermen’.

2.3 Situationele kenmerkenHoe was dat in de zaak-Albert Heijn uit 2002? Was de ophef over de vervolging van detwee supermarktmedewerkers die een winkeldief hadden aangehouden het gevolg van eengebrek aan vertrouwen in het rechtssysteem? Waarom werd er dan door velen met afkeergereageerd op een vergelijkbare zaak in 2003, toen supermarktmedewerkers een vrouw,Anja Joos, die zij verdachten van diefstal van een blikje bier, zo veel letsel bezorgden dat zijeraan overleed?

rechtstreeks 2/2011 Steun voor eigenrichting

11

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 11

Page 14: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Voor de hand ligt te veronderstellen dat er in beide gevallen specifieke omstandighedenwaren waaronder de eigenrichting plaatsvond, die van invloed waren op de reactie van derden.1 In de zaak-Anja Joos kan bijvoorbeeld het feit dat de eigenrichting fatale gevolgenhad voor het slachtoffer, ertoe hebben geleid dat er in haar geval minder steun was voor desupermarktmedewerkers dan in de zaak-Albert Heijn.Ook het feit dat de aanleiding in het eerste geval een daadwerkelijke diefstal was (van 540euro) terwijl er in het tweede geval geen diefstal bleek te hebben plaatsgevonden, kan vaninvloed zijn geweest. Anja Joos had het blikje bier keurig afgerekend. Mochten zulkeomstandigheden inderdaad een rol spelen, dan houdt steun geven aan eigenrichting wellichtniet automatisch in dat men geen (of weinig) vertrouwen heeft in het rechtssysteem.Er zijn verschillende omstandigheden denkbaar die van invloed kunnen zijn op steun. Omdaar enige ordening aan te brengen kunnen we bij gevallen van eigenrichting een ‘gebeurte-nissenreeks’ construeren: een chronologische keten van de gebeurtenissen die van invloedkunnen zijn op de steun. Deze gebeurtenissenreeks bestaat uit drie componenten (zie Fig. 1): 1. de aanleiding; 2. de reactie van de justitiële autoriteiten op die aanleiding; 3. de eigenrichting. Als we deze driedeling toepassen op de zaak van Lucien V. uit Oosterhout, dan is de aan -leiding de ontucht tegen zijn zoontje. De formele reactie op de aanleiding is de arrestatie,vervolging en berechting van Dennis B., de ontuchtpleger. En de eigenrichting bestaat uithet doden van Dennis B. De kenmerken van alle drie de componenten kunnen van invloed zijn op de steun die wordtbetuigd. Zo kan de formele reactie op de aanleiding, in dit geval een celstraf van een jaar,door mensen als te mild worden ervaren en leiden tot steun voor de daaropvolgende eigen-richting.

Figuur 1. Gebeurtenissenreeks eigenrichting

rechtstreeks 2/2011 Steun voor eigenrichting

12

1 Deze aanname is in overeenstemming met bevindingen in de criminologische literatuur over de invloed van situationele kenmerken op publieke opinie over criminaliteit en straf (Applegate, Cullen, Turner & Sundt 1996;Carl smith, Darley & Robinson, 2002; Seron, Pereira, & Kovath 2006).

Aanleiding

Formele reactie op aanleiding

Eigenrichting

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 12

Page 15: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

De aanleidingDe aanleiding voor eigenrichting kan op verschillende manieren van invloed zijn op steundaarvoor. Te denken valt aan: • de aard van de aanleiding (de mate van gebruikt geweld; winkeldiefstal versus verkrach-

ting);• de gevolgen ervan (financiële schade of fysiek of mentaal letsel);• de frequentie (eenmalig of herhaald). Men mag bijvoorbeeld verwachten dat eigenrichting meer steun genereert naarmate de aan-leiding als ernstiger wordt ervaren. Ook als de aanleiding bestaat uit meerdere of herhaaldedelicten zoals herhaalde winkeldiefstal, mag worden verwacht dat er meer steun voor eigen-richting is dan bij een eenmalig delict. Ten slotte kunnen ook de kenmerken van de dadervan invloed zijn op steun. Tegen een recidivist wordt mogelijk meer eigenrichting geaccep-teerd dan tegen een ‘first offender’, tegen een wat oudere dader meer dan tegen een jongere.

De formele reactie op de aanleidingVaak wordt eigenrichting ‘gerechtvaardigd’ door te wijzen op een gebrekkig of afwezigoptreden van justitie. Het gaat dan niet zozeer om een algemeen gebrek aan vertrouwen inde justitie, maar meer om het justitiële optreden in de specifieke zaak. Als de politie bijvoor-beeld herhaaldelijk niet ingrijpt na een winkeldiefstal, kan dit leiden tot meer steun voor dewinkelier wanneer deze het recht in eigen hand neemt. En als er wel sprake was van eenreactie van de kant van de justitie, dan is het van belang waaruit deze bestond. Werd eriemand aangehouden en daarna weer vrijgelaten, of heeft er een berechting plaatsgevonden?En indien er een straf wordt opgelegd, wordt deze dan als adequaat beschouwd?

De eigenrichtingOok de aard en de gevolgen van de eigenrichting zelf kunnen van invloed zijn op steun. Hetgaat dan om vragen als: • bestaat de eigenrichting uit geweld of is het geweldloos optreden (zoals het terugstelen

van een fiets)? • in welke mate raakt het slachtoffer gewond? Het temporele aspect kan ook van belang zijn: is de eigenrichting een eenmalige gebeurtenisof onderdeel van een reeks gevallen? Een voorbeeld van een reeks is wanneer een geweld-dadige burgerwacht meerdere malen op disproportionele wijze op criminaliteit in de wijkreageert. En dan zijn er nog de kenmerken van de eigenrechter en zijn of haar slachtoffer die kunnenmeetellen, zoals:• recidive van de eigenrechter;• geslacht van de eigenrechter en het slachtoffer.

rechtstreeks 2/2011 Steun voor eigenrichting

13

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 13

Page 16: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Als de dader van eigenrichting een flink strafblad heeft, kan dat van invloed zijn op de reacties op zijn gedrag. En als het slachtoffer een vrouw is en de eigenrechter een man, zaler waarschijnlijk minder steun voor hem zijn dan in het omgekeerde geval (Ruiter & Tolsma2010).

2.4 Het meten van de steun voor eigenrichtingVoor we steun voor eigenrichting nader onderzoeken, moeten we eerst weten wat we onder‘steun’ verstaan. Dat anderen het goedkeuren? Of is het al voldoende als men er begrip voorheeft? Of dat men vindt dat de eigenrechter niet hoeft te worden gestraft?Net als bij de term ‘eigenrichting’ bestaat er in de literatuur geen consensus over de betekenisvan ‘steun’ in dergelijke gevallen. Steun voor eigenrichting wordt vaak gemeten via groot-schalig opinieonderzoek onder de bevolking, met algemene vragen als: ‘Vind je dat hetrecht in eigen hand nemen, ook wel eigenrichting genoemd, gerechtvaardigd is dooromstandigheden?’ (Gallup Poll 1985, in: Zimring 2003). Dergelijke vragen bieden weinigbetrouwbare informatie en zijn ook niet geschikt om verklaringen voor de steun te achter -halen. In de literatuur over vergelijkbare onderwerpen, zoals de publieke opinie over crimi-naliteit en rechtshandhaving, is vaak kritiek geuit op de manier waarop dergelijke complexeattitudes worden gemeten (Mills & Zamble 1998; Vidmar & Ellsworth 1974). Door de algemeenheid van de vragen is de betekenis van de reacties moeilijk te duiden. Wanneermensen bijvoorbeeld de abstracte vraag voorgelegd krijgen of er zwaarder moet wordengestraft, is het onduidelijk wat ze in hun antwoorden voor ogen kunnen hebben. Vooral alser slechts één vraag of stelling over een onderwerp wordt voorgelegd, geven dergelijkemetingen daardoor een vertekend beeld. Het is dan ook raadzaam om aan respondenten specifieke vragen en casusbeschrijvingen voor te leggen, en in vragenlijsten gebruik temaken van maten die uit meerdere items bestaan (De Keijser, Van Koppen & Elffers 2007).In ons onderzoek hebben we deze bevindingen ter harte genomen. We volstaan niet metslechts één algemene vraag, zoals ‘Steunt u eigenrichting, ja of nee?’. In plaats daarvanhebben we een casus over eigenrichting aan mensen voorgelegd, en meerdere items gebruiktom de steun voor de beschreven eigenrichting te meten.

rechtstreeks 2/2011 Steun voor eigenrichting

14

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 14

Page 17: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

3 De eerste toets

3.1 Algemene opzetHet onderzoek dat we hebben gedaan naar steun voor eigenrichting bestond uit twee fases. In fase 1 kregen de deelnemers beschrijvingen van fictieve casussen voorgelegd waarineigenrichting voorkwam. Zij moesten daarover vragen beantwoorden. In fase 2 kregen dezelfde deelnemers een vragenlijst waarin twee algemene attitudes werdengemeten: • vertrouwen in het strafrechtsysteem;• bezorgdheid over de criminaliteit. Tussen fase 1 en fase 2 zat een maand tijdsverschil en de deelnemers wisten niet dat dezemetingen bij hetzelfde onderzoek hoorden. De respons was bij beide meetmomenten 61procent. De deelnemers werden geworven uit een representatieve steekproef van de Nederlandsebevolking in termen van leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, etnische achtergrond, gezins -samenstelling en andere demografische kenmerken.2 Zo verkregen we 1523 Nederlandseburgers, tussen de 16 en 89 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 49 jaar, van wie iets minder dan de helft (48%) man was.

3.2 Fase 1: steun voor eigenrichting in een casusIn onze steekproef kreeg iedere deelnemer twee casussen voorgelegd met bijbehorende vragen. Om alle casussen zo realistisch mogelijk te maken, werden ze steeds gepresenteerdin de vorm van een nieuwsbericht van de website www.nu.nl (zie Bijlagen 1 en 2).3

De eerste casus laat de aanleiding van een geval van eigenrichting zien. Hierover werdenvragen gesteld, bijvoorbeeld over de mate van verontwaardiging die men voelde.Bij het lezen van dit eerste nieuwsbericht wisten de respondenten nog niet dat de beschrevengebeurtenis had geleid tot eigenrichting; dat stond pas in het tweede bericht.Na het beantwoorden van deze eerste reeks vragen kregen de respondenten een tweedebericht te lezen. Dit tweede nieuwsbericht beschrijft het vonnis van de rechter (met betrek-king tot het aanleidings-delict) en de eigenrichting die daarop volgt. Daarna volgden vragenover de eigenrichting.Deze tweede reeks vragen hebben we gebruikt om de steun voor eigenrichting te meten.

rechtstreeks 2/2011 De eerste toets

15

2 Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoeksinstituut CentERdata bij een willekeurige selectie van leden vanhet LISS (Longitudinal Internet Studies for the Social sciences) panel. Dit online panel bestaat uit 5.000 huishou-dens in Nederland, met ongeveer 9.000 individuele leden. De leden zijn minimaal 16 jaar oud en vullen iederemaand vragenlijsten in over een verscheidenheid aan onderwerpen.

3 Bij de beschrijving van het aanleidings-delict staat een foto die identiek is voor beide versies van de aanleiding:een beschadigde fiets langs de kant van de weg. Voor het gebruik van de opmaak en foto is schriftelijk toestem-ming verleend door de redactie van www.nu.nl.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 15

Page 18: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Respondenten moesten via 16 stellingen (zie Box 1) aangeven:• hoe verontwaardigd ze waren over de eigenrichting;• in hoeverre ze empathie voelden voor de eigenrechter;• in hoeverre ze een straf voor de eigenrechter nodig achtten.Samen vormen deze drie maten een indicatie van steun voor eigenrichting.4 Iemand die bij-voorbeeld niet verontwaardigd is over een geval van eigenrichting, die veel empathie toontvoor de dader en die vindt dat deze eigenrechter geen straf verdient, kan worden gezien alsiemand die veel steun geeft aan eigenrichting.Nadat ze op deze stellingen hadden gereageerd, moesten de respondenten concreet aange-ven of de eigenrechter wel of geen straf verdiende. Degenen die een straf nodig vonden,kregen daarna nog een open vraag, waarop ze konden invullen welke straf en hoeveel daar-van ze gepast vonden.

Box 1Meting steun voor eigenrichting

Verontwaardiging over eigenrichtingIk vind het erg dat Ruben S. is mishandeldIk heb medelijden met Ruben S.Ik leef mee met Ruben S.Het gedrag van Frank H. is op geen enkele manier te rechtvaardigenHet gedrag van Frank H. is moreel verwerpelijkIk ben boos op Frank H.

Empathie met eigenrechterIk voel sympathie voor Frank H.Het gedrag van Frank H. is begrijpelijkFrank H. had volkomen gelijk om Ruben S. te mishandelenFrank H. is het slachtoffer in deze situatie, niet de daderRuben S. heeft de mishandeling aan zichzelf te wijtenDe mishandeling valt Ruben S. te wijten

Strafwaardigheid eigenrechterDe mishandeling valt Frank H. te wijtenFrank H. moet worden vervolgd voor wat hij gedaan heeftFrank H. moet boeten voor zijn gedragDe autoriteiten moeten de mishandeling door Frank H. door de vingers zien

De respondenten konden hun mate van instemming aangeven op een 7-puntsschaal (1 = helemaal mee oneens; 7 = helemaal mee eens).

rechtstreeks 2/2011 De eerste toets

16

4 Het woord ‘eigenrichting’ is niet genoemd in de stellingen, omdat dit bepaalde connotaties met zich mee kanbrengen. Van de items zijn drie schalen gemaakt die allen voldoen aan de statistische eisen van eenheid.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 16

Page 19: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Situationele variantenDe inhoud van de twee casussen hebben we gevarieerd aan de hand van twee situationelekenmerken, waarbij we de overige inhoud van de beschrijvingen constant hielden. Zo kondenwe meten of een verandering van de omstandigheden van invloed was op de vraag hoe mensen op eigenrichting reageren. Het eerste situationele kenmerk dat we varieerden betrof de aanleiding. Hiervan namen wetwee varianten op. Het tweede was de formele reactie op de aanleiding: het vonnis van derechter. Hiervan namen we vier varianten op. Tabel 1 geeft een overzicht van de verdelingvan de respondenten.5

Tabel 1. Experimentele variatie en condities (N=1523)

Aanleiding

Klemrijden Aanrijden

Vonnis Vrijspraak 177 218Milde straf 192 197Normale straf 184 176Zware straf 194 185

De aanleidingEr waren twee soorten aanleiding (zie Box 2):• klemrijden; • aanrijden. In de eerste versie (klemrijden) wordt een 39-jarige man op de fiets afgesneden en daarnaklemgereden door een beschonken bestuurder. De man valt daardoor van zijn fiets, waaraanhij flinke verwondingen overhoudt. In de tweede versie (aanrijden) wordt een 9-jarig meisjedoor een beschonken bestuurder aangereden wanneer zij met de fiets aan de hand eenzebrapad oversteekt. De informatie in de twee vignetten is verder zo veel mogelijk gelijkgehouden. Zo zijn de verwondingen van de twee slachtoffers identiek, evenals de hoeveel-heid alcohol die door de bestuurder is genuttigd. Ook worden beide slachtoffers naar hetziekenhuis gebracht.

rechtstreeks 2/2011 De eerste toets

17

5 In het oorspronkelijke onderzoek waren er nog vier andere condities, die in verband met de beperkte ruimte hierniet worden besproken. Zie: Haas (2010).

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 17

Page 20: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Box 2Casus aanleiding

Versie: klemrijdenMan (39) zwaargewond door agressie in verkeerDORDRECHT – Een 39-jarige man uit Dordrecht is vrijdagmiddag door een auto klemgereden op een fiets-pad in zijn woonplaats. Het slachtoffer, Frank H., werd afgesneden toen hij met de fiets rechtsaf wilde slaanop de Mauritsweg. Hij reageerde daarop door zijn vuisten te ballen naar de bestuurder, Ruben S. Niet langdaarna werd H. door dezelfde man klemgereden op het fietspad, en kwam hij ten val. Frank H. liep daarbijeen gebroken been, een gebroken arm, gekneusde ribben en een zware hersenschudding op. Hij is perambulance overgebracht naar een ziekenhuis in Rotterdam. De 35-jarige bestuurder Ruben S. uit Rotterdam isvoor verhoor ingesloten. Hij had tweemaal de maximaal toegestane hoeveelheid alcohol in zijn bloed.

Versie: aanrijdenMeisje (9) zwaargewond na aanrijdingDORDRECHT – Een 9-jarig meisje uit Dordrecht is vrijdagmiddag aangereden door een auto toen zij eenzebrapad wilde oversteken. Het meisje liep een gebroken been, een gebroken arm, gekneusde ribben en eenzware hersenschudding op. Ze is per ambulance overgebracht naar een ziekenhuis in Rotterdam. Het meisjewilde met de fiets aan de hand de Mauritsweg oversteken. Toen ze op het zebrapad liep werd ze aangeredendoor een auto die met hoge snelheid kwam aanrijden. De 35-jarige bestuurder Ruben S. uit Rotterdam is voorverhoor ingesloten. Hij had tweemaal de maximaal toegestane hoeveelheid alcohol in zijn bloed.

Het vonnisHet tweede kenmerk dat we hebben gevarieerd is het vonnis dat de rechter over het aanleidings-delict velde. We hebben vier strafvarianten in het onderzoek opgenomen: • vrijspraak;• milde straf;• normale straf;• zware straf.In de versie waarin de bestuurder wordt vrijgesproken, wordt benadrukt dat dit komt dooreen vormfout. In de drie versies waarbij de bestuurder wel wordt veroordeeld, bestaat zijn straf uit meerderecomponenten. De precieze inhoud van de vier varianten van het vonnis staat in Tabel 2.

De kwalificatie van de zwaarte van de straffen is door ons gegeven. Het kan daarom zijn datrespondenten in, bijvoorbeeld, de ‘zware straf’ conditie deze niet als zodanig ervaren. Omde zwaarte van de drie strafvarianten extra te benadrukken, werd daarom bij elk vonnis ookde eis van het OM genoemd en of de straf daarmee afweek van deze eis.

Na de informatie over het vonnis van de rechter werd in het nieuwsbericht een vorm vaneigenrichting beschreven, gericht tegen de dader van de aanleiding. Deze eigenrichtingbestond uit het gooien van een baksteen door de voorruit van zijn huis, waarna hij naar

rechtstreeks 2/2011 De eerste toets

18

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 18

Page 21: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

buiten komt en vervolgens in elkaar wordt geschopt en geslagen. De dader van deze eigen-richting is in het geval van het klemrijden het oorspronkelijke slachtoffer (degene die wordtklemgereden door de bestuurder). In het andere geval is het de vader van het 9-jarige meisje. Bij wijze van voorbeeld staat in Box 3 de tekst van twee varianten van het vonnis en dedaaropvolgende eigenrichting (met aanrijden als aanleidings-delict).6

Box 3Voorbeelden casus eigenrichting na aanrijding

Versie: vrijspraakVader mishandelt man die dochter had aangeredenROTTERDAM – Een 35-jarige man uit Rotterdam is vrijdagavond mishandeld door een man uit Dordrechtwiens dochter hij in februari had aangereden. Het slachtoffer van de mishandeling, Ruben S., werd afgelopendinsdag door de rechter vrijgesproken van een ernstig verkeersongeval. Bij dat ongeval in februari raakte de9-jarige dochter van Frank H. uit Dordrecht zwaargewond. De bestuurder, Ruben S., bleek met drank op achter het stuur te hebben gezeten. S. werd echter vrijgesproken vanwege een vormfout omdat in de dag-vaarding de verkeerde datum stond. De rechter zei dat S. het meisje wel had aangereden, maar dat dit nietop de aangegeven datum gebeurde. Hij sprak S. daarom vrij. Drie dagen na zijn vrijspraak werd S. opge-schrikt toen er een baksteen door de ruit van zijn woonkamer werd gegooid. Toen hij naar buiten liep, werdhij bij de voordeur door Frank H. opgewacht, die hem begon te schoppen en te slaan. S. hield er twee gebroken tanden, een gebroken neus en kneuzingen aan over.

Versie: zware strafVader mishandelt man die dochter had aangeredenROTTERDAM – Een 35-jarige man uit Rotterdam is vrijdagavond mishandeld door een man uit Dordrechtwiens dochter hij in februari had aangereden. Het slachtoffer van de mishandeling, Ruben S., werd afgelopendinsdag door de rechter veroordeeld tot een werkstraf van 240 uur, 4 maanden voorwaardelijke gevangenis-straf en een rijontzegging van 2 jaar in verband met een ernstig verkeersongeval. Bij dat ongeval in februariraakte de 9-jarige dochter van Frank H. uit Dordrecht zwaargewond. De bestuurder, Ruben S., bleek metdrank op achter het stuur te hebben gezeten. De door de rechter opgelegde straf is zwaarder dan de eis vanhet Openbaar Ministerie (OM), dat om een werkstraf van 180 uur, 2 maanden voorwaardelijke gevangenisstrafen een rijontzegging van 1 jaar had gevraagd. Drie dagen na zijn veroordeling werd S. opgeschrikt toen ereen baksteen door de ruit van zijn woonkamer werd gegooid. Toen hij naar buiten liep, werd hij bij de voor-deur door Frank H. opgewacht, die hem begon te schoppen en te slaan. S. hield er twee gebroken tanden,een gebroken neus en kneuzingen aan over.

rechtstreeks 2/2011 De eerste toets

19

6 In Bijlage 2 staat ter illustratie de tekst van een www.nu.nl bericht van een andere versie: eigenrichting na klem -rijden en een milde straf.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 19

Page 22: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Tabel 2. Vier varianten van vonnis en de bijbehorende straffen

Varianten Straf

Vrijspraak n.v.t.

Milde straf 100 euro boete2 maanden rijontzegging

Normale straf 180 uur werkstraf2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf1 jaar rijontzegging

Zware straf 240 uur werkstraf4 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf2 jaar rijontzegging

3.3 Fase 2: algemene attitudesIn de tweede fase van het onderzoek hebben we twee algemene attitudes gemeten: • vertrouwen in het strafrechtsysteem; • algemene bezorgdheid over criminaliteit. Hieronder lichten we toe hoe deze metingen eruitzagen.

VertrouwenVertrouwen in het strafrechtsysteem is gemeten via in totaal 39 stellingen (zie Box 4 vooreen aantal voorbeelden). In de literatuur wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen hetvertrouwen in procedurele rechtvaardigheid (of burgers eerlijk worden behandeld) en hetvertrouwen in effectiviteit. Onze meting van vertrouwen in het strafrechtsysteem bestaat uitstellingen over beide vormen van vertrouwen. De stellingen hebben betrekking op rechters,het OM, de politie en het gehele strafrechtsysteem.

Algemene bezorgdheid over de criminaliteitUit Nederlands onderzoek naar de punitiviteit van burgers blijkt dat naast het vertrouwen inde rechtspraak ook de bezorgdheid over criminaliteit een belangrijke rol speelt (De Keijseret al. 2007). Als mensen onder andere het gevoel hebben dat de criminaliteit stijgt en dat erlichter wordt gestraft dan vroeger, zijn ze vaak relatief punitief in hun oordelen over crimi-naliteit en straf. Ze geven dan bijvoorbeeld zwaardere straffen aan daders in fictieve delict-situaties (De Keijser & Elffers 2009). We hebben vier stellingen in de vragenlijst opgenomenom deze bezorgdheid te meten, zodat we kunnen kijken of deze ook een rol speelt bijmeningen over eigenrichting (zie Box 4).

rechtstreeks 2/2011 De eerste toets

20

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 20

Page 23: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Box 4Meting algemene attitudes

Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen?(1 = helemaal mee oneens; 7 = helemaal mee eens)

Vertrouwen in het strafrechtsysteemHet Nederlandse rechtssysteem slaagt er goed in misdadigers te berechtenIn het Nederlandse rechtssysteem ligt te veel nadruk op de rechten van daders (omgedraaid)Het Nederlandse strafrechtsysteem is betrouwbaarRechters gaan rechtvaardig met mensen omUitspraken van rechters zijn goed overwogenRechters weten wat er speelt in de samenlevingHet Openbaar Ministerie slaagt er in de juiste mensen te vervolgenAls het Openbaar Ministerie een lage straf eist, zal het daar een goede reden voor hebbenHet Openbaar Ministerie gaat rechtvaardig met mensen omDe politie trekt zich het lot van de gewone burger aanDe politie neemt burgers serieusDe politie is er als men haar nodig heeft

Algemene bezorgdheid criminaliteitMisdaden worden in Nederland over het algemeen te licht bestraftCriminaliteit is een probleem waar ik mij grote zorgen over maakDe totale criminaliteit in Nederland is in de afgelopen jaren sterk gestegenMisdadigers in Nederland worden tegenwoordig strenger gestraft dan tien jaar geleden (omgedraaid)

3.4 Vier hypothesenWat kunnen we verwachten van de invloed die uitgaat van de verschillende door ons onder-scheiden situationele kenmerken? We gaan ervan uit dat het verschil in ernst van het oor-spronkelijke delict (de aanleiding) van invloed is op steun voor eigenrichting tegen de dadervan die aanleiding. Hoe ernstiger de aanleiding, hoe meer steun voor eigenrichting. Hetaanrijden van het 9-jarige meisje zal waarschijnlijk als ernstiger worden ervaren dan hetklemrijden van de 39-jarige man. Ten eerste omdat een kind vaak als onschuldiger wordtgezien dan een volwassene. Ten tweede omdat de man zijn vuist opsteekt voordat hij wordtklemgereden, en men hem daarom wellicht deels ‘de schuld’ zal geven voor het delict. We veronderstellen dat de verontwaardiging over de eigenrichting lager zal zijn na de aan-rijding, en de empathie met de eigenrechter hoger, en dat de roep om bestraffing van deeigenrechter minder zal zijn. Samengevat:

Er is meer steun voor eigenrichting na het aanrijden dan na het klemrijden.

Het tweede gevarieerde kenmerk van de casusbeschrijving is het vonnis van de rechter.Wij verwachten dat een zwaardere straf voor de dader van de aanleiding zal leiden tot meer

rechtstreeks 2/2011 De eerste toets

21

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 21

Page 24: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

tevredenheid over de reactie van de autoriteiten in de casus. Dit zal zijn weerslag hebben ophoe men op de eigenrichting reageert, wat resulteert in de volgende verwachting:

Hoe zwaarder de straf voor de dader van de aanleiding, hoe minder steun voor eigenrichting.

Ook hebben we twee hypothesen geformuleerd over de rol van vertrouwen in het strafrecht-systeem en algemene bezorgdheid over criminaliteit. Hoe positiever men is over het straf-rechtsysteem en hoe minder bezorgd over criminaliteit, hoe minder men geneigd zal zijnom eigenrichting te steunen:

Hoe meer vertrouwen in het strafrechtsysteem, hoe minder steun voor eigenrichting.

Hoe meer algemene bezorgdheid over criminaliteit, hoe meer steun voor eigenrichting.

rechtstreeks 2/2011 De eerste toets

22

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 22

Page 25: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

4 De resultaten

4.1 Steun voor eigenrichting in de casusEen belangrijke vraag bij eigenrichting is hoe de Nederlandse bevolking over een dergelijkfenomeen denkt. Om dat concreet te maken hebben wij een voorbeeld van eigenrichting aan onze proef -personen voorgelegd. De bevolking blijkt dan betrekkelijk weinig steun voor eigenrichting te hebben. Op een schaal van 1 tot en met 7 geven de proefpersonen gemiddeld: • 4,2 punten voor verontwaardiging over eigenrichting; • 3,4 punten voor empathie met de eigenrechter;• 5,4 punten voor strafwaardigheid van de eigenrechter. De verontwaardiging over eigenrichting blijkt daarmee sterker te zijn dan het gevoel vanempathie, en het gevoel dat de eigenrechter straf verdient leeft nog sterker. Wat wel opvalt, zijn de verschillen tussen drie soorten steun. Dit ondersteunt hoe belangrijkeen gedifferentieerde meting is. Er is meer mogelijk dan een simpel voor of tegen.

4.2 De invloed van de omstandigheden De invloed van de aanleidingIn hoeverre is de aanleiding van invloed op de reacties die eigenrichting oproept? Tabel 3laat de gemiddelde scores zien van de drie vormen van steun voor eigenrichting, waaruiteen duidelijk effect blijkt van de aanleiding.7

Tabel 3. Vormen van steun voor eigenrichting per soort aanleiding

Aanleiding Empathie Verontwaardiging Strafwaardigheid

Klemrijden (N=747) 4,6 3,0 5,6Aanrijden (N=776) 3,8 3,7 4,9

Opm.: Dit betreft gemiddelden op een schaal van 1 tot 7. Alle gemiddelden verschillen significant tus-sen de twee soorten aanleiding (p < .001).

De verontwaardiging over eigenrichting is na het aanrijden significant lager dan wanneeriemand wordt klemgereden. Ook de empathie met de eigenrechter verschilt zoals verwachtsignificant. Bij eigenrichting tegen de bestuurder die het meisje aanreed, is er relatief meer

rechtstreeks 2/2011 De resultaten

23

7 We hebben voor elk van de drie vormen van steun een tweewegvariantieanalyse uitgevoerd. Daaruit kwam naarvoren dat zowel de aanleiding als het vonnis van invloed zijn op empathie, verontwaardiging en strafwaardigheid.We vonden geen interactie tussen aanleiding en vonnis: het betreft onafhankelijke effecten.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 23

Page 26: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

empathie met de eigenrechter. Tot slot zien we dat men over het algemeen vindt dat deeigenrechter moet worden gestraft. Dat is nog vaker zo bij eigenrichting na het klemrijden. Al met al wordt onze verwachting over de invloed van aanleiding op de verschillende vormenvan steun bevestigd. Dat heeft belangrijke consequenties voor de betekenis van steun vooreigenrichting: wanneer de reacties van mensen op eigenrichting deels samenhangen met desituationele context, hoeft steun niet per se of uitsluitend te worden betrokken op vertrouwenin het strafrechtsysteem.

De invloed van het vonnisWe kijken nu naar de invloed van het vonnis bij reacties op eigenrichting. In Tabel 4 wordende gemiddelde scores op de drie maten van steun gepresenteerd per soort vonnis. Hierin komt ook een duidelijk patroon naar voren: hoe hoger de straf is, des te groter is deverontwaardiging over de eigenrichting, des te minder is de empathie met de eigenrechteren des te meer vindt men dat de eigenrechter strafwaardig is. Dit komt overeen met onzeverwachtingen.

Tabel 4. Steun voor eigenrichting per soort vonnis

Vrijspraak Milde straf Normale straf Zware straf(N=395) (N=389) (N=360) (N=379)

Verontwaardiging 3,8 4,3 4,4 4,5Empathie eigenrechter 3,7 3,4 3,2 3,2Strafwaardigheid 4,8 5,3 5,4 5,5

Als we echter kijken of deze verschillen significant zijn, blijken ze dat alleen te zijn, wanneervrijspraak met elk van de drie opgelegde straffen wordt vergeleken.Verontwaardiging, empathie en strafwaardigheid verschillen onderling niet wanneer de dader van de aanleidingwordt gestraft. Dit betekent dat mensen het vooral belangrijk vinden óf de dader van deaanleiding door een rechter is vrijgesproken of veroordeeld. Wordt hij eenmaal veroordeeld,dan doet het er niet meer zo toe hoe hoog de straf is.

Strafwaardigheid van eigenrichtingDenkt men bij het straffen van een eigenrechter aan een gevangenisstraf of, bijvoorbeeld,aan een taakstraf? We kijken eerst óf mensen het nodig vonden om de eigenrechter te straf-fen. Gemiddeld vond bijna een vijfde (19%) van de respondenten dat de eigenrechter geenstraf verdiende. Dit geeft aan dat de grote meerderheid van de mensen vindt dat de eigenrichting wel moetworden bestraft.

rechtstreeks 2/2011 De resultaten

24

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 24

Page 27: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Dat percentage verschilde echter per delict. Bij eigenrichting na klemrijden vond gemiddeld13 procent straf voor de eigenrechter niet nodig; bij aanrijden was dat 26 procent. Dit geeft aan hoe belangrijk de aanleiding is. Maar ook de straf voor de eigenrechter speeltmee. Wanneer wordt gekeken naar de invloed van het vonnis, vindt 29 procent het nietnodig om te straffen wanneer er een vrijspraak voorafging aan de eigenrichting. In de driecondities waarin de beschonken bestuurder wel werd gestraft, varieerde deze percentagesvan 18 procent (bij milde straf) tot 15 procent (bij zware straf). Dit is hetzelfde patroon als we eerder zagen: voor de beoordeling van eigenrichting doet heter vooral toe óf de bestuurder is veroordeeld voordat hij het slachtoffer wordt van eigen -richting.

Hoogte en soort van de gewenste strafAls burgers het nodig vonden om de eigenrechter te straffen, welke straf hadden ze dan ingedachten?8 Om dit te weten te komen stelden we open vragen en konden de respondentenook meerdere straffen noemen.Van de mensen die een straf invulden, bestond deze bij 68 procent uit één straf, bij 28 pro-cent uit twee straffen, en bij 4 procent uit drie straffen. In Tabel 5 staat een overzicht van de soorten straf die daarbij werden genoemd.9 De percen-tages zijn hier berekend voor alle respondenten die invulden welke straf(fen) ze geschiktvonden.

Tabel 5. Strafvoorkeuren (meerdere straffen mogelijk)

Strafvoorkeur % N

geen straf 19,4 295taakstraf 50,4 616geldboete 22,6 276gevangenisstraf – voorwaardelijk 9,6 117gevangenisstraf – onvoorwaardelijk 10,6 129compensatie slachtoffer 13,6 166behandeling 6,5 79

Wat leren we van deze uitkomsten? De meest populaire straf voor eigenrechters blijkt detaakstraf, gevolgd door een geldboete. Bij het opleggen van een behandeling was een cursus

rechtstreeks 2/2011 De resultaten

25

8 Niet iedereen vulde de gewenste soort en duur van de straf in. Bij het bekijken van de resultaten moeten we errekening mee houden dat we niet weten of degenen die wel iets invulden, vergelijkbaar zijn met degenen diedat niet deden.

9 We maken in deze tabel geen onderscheid naar soort aanleiding en vonnis om een en ander overzichtelijk tehouden.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 25

Page 28: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

agressiebeheersing het meest populair (63 procent), gevolgd door een opvoedcursus(25 procent) en een psychologische behandeling (9 procent).Welke duur van straffen heeft men daarbij in gedachten? Bij degenen die bij de taakstrafeen tijdsduur invulden (N=321), was het minimum twee uur en het maximum een jaar.Ongeveer 30 procent legde minder dan 48 uur taakstraf op en bij 58 procent lag de termijntussen de 48 en 240 uur (zes weken: het wettelijke maximum). Wat betreft de geldboete, bij de mensen die een bedrag invulden (N=88) was het minimum50 euro en het maximum 5000 euro. De helft koos voor een boete van maximaal 400 euro,ongeveer een kwart legde een boete van 500 euro op. Bij degenen die een voorwaardelijke gevangenisstraf oplegden aan de eigenrechter en eentermijn opgaven (N=74), was de minimumtermijn een week. Het maximum was daar tweejaar. In totaal legde 40 procent een termijn op van maximaal twee maanden, en hetzelfdepercentage gaf een duur aan tussen de drie en zes maanden. De meest populaire termijn wastwee maanden. Wat betreft de onvoorwaardelijke gevangenisstraf, was de minimumtermijn een week, enhet maximum tien jaar. Van de mensen die een termijn opgaven (N=97), legde 48 procentmaximaal drie maanden op en 38 procent tussen de vier maanden en een jaar. De meestpopulaire termijn was een halfjaar. Er werden ook combinaties van onvoorwaardelijke envoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. De meeste mensen die wilden dat de eigenrechter compensatie betaalde aan het slachtoffer,noemden daarbij geen bedrag. Bij degenen die dat wel deden (N=13), varieerde het bedragtussen de 200 en 5000 euro.Er waren ook burgers die straffen oplegden die buiten de mogelijkheden van het strafrecht-systeem vallen, of die technisch gezien niet als straf kunnen worden gekwalificeerd. Intotaal vielen er 53 antwoorden binnen deze categorie. Dit waren vooral waarschuwingen enberispingen (32 keer) en een straatverbod voor de eigenrechter (15 keer). De doodstraf en de veroordeling tot een werkkamp kwamen allebei één keer voor. De meestludieke was de volgende combinatie van straffen: 100 x schrijven ‘je moet geen kwaad metkwaad vergelden’ en een excuusbrief schrijven.

4.3 De invloed van attitudesNu we de reacties van burgers op eigenrichting in een specifieke casus weten, willen we debetekenis daarbij van twee attitudes bekijken: • het vertrouwen in het strafrechtsysteem; • de algemene bezorgdheid over criminaliteit. De gemiddelde score van het vertrouwen in het strafrechtsysteem (op een schaal van 1-7)bedraagt 4,4 en die van algemene bezorgdheid 5,1.10 Mensen zijn gemiddeld gesproken dus

rechtstreeks 2/2011 De resultaten

26

10 Het gemiddelde vertrouwen per instantie is als volgt: rechters 4,6, Openbaar Ministerie 4,4, politie 4,3 en hetstrafrechtsysteem in het algemeen 4,3. Het gemiddelde vertrouwen in rechters is dus het hoogst.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 26

Page 29: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

bezorgder over de ontwikkeling van de criminaliteit dan dat ze vertrouwen hebben in hetstrafrechtsysteem. Ook blijkt er een significante samenhang tussen deze twee attitudes: eenhoger vertrouwen in het strafrechtsysteem hangt samen met minder algemene bezorgdheidover criminaliteit. Dit komt overeen met onze verwachtingen.Hoe staat het nu met de (relatieve) invloed van de situationele kenmerken enerzijds, en dievan de attitudes anderzijds op de drie vormen van steun voor eigenrichting? Om hierachterte komen hebben we regressieanalyses gedraaid (zie Bijlage 4). Naast de invloed van situationele kenmerken verklaart het vertrouwen in het strafrechtsysteem relatief veel vande steun. Zoals verwacht hangt meer vertrouwen samen met minder steun voor eigenrich-ting in de casus. Algemene bezorgdheid over criminaliteit speelt ook een belangrijke rol, waarbij meerbezorgdheid zoals verwacht samenhangt met meer steun. De invloed hiervan is echter minder groot dan die van vertrouwen. Verder valt vast te stellen dat het effect van de aanleiding en het vonnis vrijwel onafhankelijkis van de invloed van deze twee attitudes. Dit betekent dat de omstandigheden waarin eigen-richting plaatsvindt ertoe kunnen leiden dat mensen meer of minder steun uiten, los van hunvertrouwen of bezorgdheid over criminaliteit.

4.4 ConclusieOver het algemeen valt op dat er relatief weinig steun was voor eigenrichting in de gepresen-teerde casusbeschrijvingen. De verontwaardiging over eigenrichting en strafwaardigheidvan de dader was relatief hoog, en de empathie met de eigenrechter was laag. Op basis van dit onderzoek kunnen we uiteraard geen conclusies trekken over de reacties opandere soorten eigenrichting – al helemaal niet gezien de gebleken rol van de situationelekenmerken – maar we kunnen wel opmerken dat eigenrichting niet zo populair lijkt als vaakwordt aangenomen. Dit komt overeen met eerdere studies die wij uitvoerden, waarin anderecasusbeschrijvingen werden voorgelegd (Haas 2010; Haas, De Keijser & Vanderveen 2007).Hoewel het voor de hand ligt om steun voor eigenrichting te interpreteren als een teken dater weinig vertrouwen is in het strafrechtsysteem, is de werkelijkheid dus genuanceerder. Uitons onderzoek blijkt dat ook specifieke kenmerken van de eigenrichting van invloed zijn opde hoeveelheid steun die iemand heeft. Daarbij is het interessant te zien dat bij de invloedvan het rechterlijke vonnis vooral het verschil tussen het vrijspreken en het straffen van debestuurder van de aanleiding van belang is. Als hij wel werd bestraft, leek de zwaarte van destraf er niet zo toe te doen. Onze bevindingen tonen aan dat de maatschappelijke steun voor eigenrichting niet, zoals welwordt gedacht, uitsluitend als een gevolg van een gebrek aan vertrouwen in het rechtssysteemmoet worden gezien. Daarnaast speelt de algemene bezorgdheid over de criminaliteit eenrol. Mensen die onder andere het gevoel hebben dat de criminaliteit stijgt en dat het straf -klimaat milder is dan vroeger, zijn eerder geneigd om eigenrichting te steunen dan anderen.

rechtstreeks 2/2011 De resultaten

27

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 27

Page 30: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Bovendien laten de resultaten zien dat er verschillende vormen van steun bestaan. Iemanddie empathie voelt met een eigenrechter kan toch oordelen dat hij straf verdient voor zijngedrag. De angst dat de maatschappelijke steun voor eigenrichting grote gevolgen heeft voor delegitimiteit van ons rechtsysteem lijkt daarmee ongegrond te zijn. Steun voor eigenrichtingbetekent nog geen afscheid van de gevestigde rechtsorde. Het onderzoek bood ons ook de mogelijkheid om de strafvoorkeuren van burgers nog eensnader te bekijken. Als mensen vinden dat een eigenrechter moet worden gestraft, welkestraf vinden zij dan geschikt? Bij het beantwoorden van deze vraag werden de deelnemersaan deze studie volledig vrij gelaten in hun strafkeuze. De helft bleek echter te kiezen voorde taakstraf, al dan niet in combinatie met een andere straf. Dit plaatst de huidige discussieover de wenselijkheid van de taakstraf in een nieuw perspectief: als we afgaan op de respondenten van onze studie, zien nog altijd velen het nut van taakstraffen in.

rechtstreeks 2/2011 De resultaten

28

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 28

Page 31: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

5 De tweede toets

5.1 AchtergrondEen van de aanbevelingen uit mijn proefschrift luidde dat het nuttig zou zijn het onderzoeknog eens te herhalen in een land dat van Nederland verschilt wat betreft het vertrouwen inhet (strafrecht)systeem dat burgers hebben. Dat vertrouwen is hier tamelijk hoog: Neder-land zit internationaal gezien vlak achter de Scandinavische landen (SCP 2011).Mijn veronderstelling was dat in landen waarin men geen goede indruk heeft van de recht-spraak, de relatieve invloed van vertrouwen en situationele kenmerken op steun voor eigen-richting anders zou zijn. Bij een laag vertrouwen in de rechtspraak zou je verwachten datjuist situationele kenmerken een veel belangrijker rol gaan spelen. Vertrouwen werkt in datgeval niet als een ‘buffer’, waardoor mensen eerder gevoelig zullen zijn voor de omstandig-heden waarin een geval van eigenrichting zich voordoet.Deze wens ging eerder dan verwacht in vervulling, zij het op een andere manier dan voor-zien. Naar aanleiding van een door de Raad voor de rechtspraak gehouden onderzoek naarde effecten van een tv-serie over de rechtspraak op publieke opinie, beschikten we in onseigen land over twee groepen: burgers die niet beïnvloed waren in hun opinie over de recht-spraak en zij die dat wel waren. Dit bood een mooie kans om het bepleite herhalingsonder-zoek uit te voeren. Zie Box 5 voor een beschrijving van de opzet van dit onderzoek.

Box 5Het onderzoek naar de invloed van tv-serie De Rechtbank

Documentaireserie De Rechtbank bestond uit acht door de Evangelische Omroep (EO) gemaakte uitzendingen(de eerste vier in de periode november-december 2010 en de tweede vier in de periode januari-februari2011). In elk van deze wekelijkse afleveringen werd de feitelijke gang van zaken in drie rechtszaken in beeldgebracht, waarvan steeds één strafzaak de hoofdmoot van de uitzending vormde. De opnamen voor de seriewaren gemaakt in de Rechtbank Utrecht. Er kwam een grote variëteit aan zaken aan bod zoals huiselijkgeweld, faillissement, bedreiging, ontslag en ontzetting uit ouderlijke macht. De serie De Rechtbank trok metgemiddeld bijna 900.000 kijkers een breed publiek. Uit onderzoek (Van Ewijk & Van Furth 2011) bleek dat deserie als informatief en boeiend werd ervaren.Voor het onderzoek dat online werd uitgevoerd door BTC Media Test BV, werden twee steekproeven getrok-ken die voorafgaand (november 2010) en na afloop (februari 2011) van de serie De Rechtbank werden onder-vraagd. Toewijzing aan de controle- of experimentgroep was willekeurig.1. Bij de ene steekproef – de controlegroep – werd gevraagd om een vragenlijst in te vullen voor een onderzoekdat de Raad voor de rechtspraak wenste. Aan het eind daarvan werd verteld dat de respondenten over eentijd nog een tweede keer zouden worden benaderd en werd er niets gezegd over het tv-programma DeRechtbank. 2. Bij de tweede steekproef – de experimentgroep – werd na invulling van dezelfde vragen als bij de eerstesteekproef gevraagd of men bereid was mee te doen aan een onderzoek waarbij men naar een tv-serie moestkijken. Als men daarop positief antwoordde, hoorde men om welk programma het ging. Bij de analyse van de gegevens is rekening gehouden met degenen in de controlegroep die bij toeval een ofmeer uitzendingen van de serie hadden gezien. De experimentgroep bestond uit allen die minstens drie van deacht uitzendingen hadden gezien; 66 procent zag er zes of meer en 40 procent heeft alle uitzendingen gezien.

rechtstreeks 2/2011 De tweede toets

29

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 29

Page 32: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Nadat er in het tv-onderzoek twee steekproeven waren getrokken die tweemaal werdenondervraagd, werd er besloten om ook nog een derde meting te laten plaatsvinden onderdeze beide groepen om zo nog een nieuw onderzoek naar de steun voor eigenrichting uit tekunnen voeren. De opzet van dit onderzoek is in gezamenlijk overleg tussen de onderzoekersuit de begeleidingscommissie van het tv-onderzoek tot stand gekomen (Croes, Haas enKlijn).11 Evenals de eerdere metingen werd ook deze vervolgmeting online uitgevoerd. Tabel 6 geeft een overzicht van de verschillende meetmomenten die in dit vervolgonderzoekwerden gekozen, alsmede van de aantallen deelnemers. De respons voor de vervolgmetingwas hoog: 58 procent bij de controlegroep en 63 procent bij de experimentgroep. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 46, en 55 procent is man.

Tabel 6. Overzicht meetmomenten en deelnemers

Onderdeel Datum Aantal deelnemers

Controle Experiment Totaal

Voormeting 26-30 november 2010 814 1515 2329Nameting 3-18 februari 2011 464 585 1049Vervolgmeting 14-16 juni 2011 272 368 640

5.2 Algemene opzetGestreefd is naar een zodanige opzet van het tweede onderzoek dat een vergelijking met heteerdere onderzoek mogelijk was. Tegelijkertijd is wel een aantal wijzigingen aangebracht,zowel met betrekking tot de twee casussen die gebruikt zijn als wat betreft de procedure. We lichten de verschillende onderdelen daarom kort toe.

Twee attitudes: vertrouwen in rechters en algemene bezorgdheid over criminaliteitAangezien de tv-serie De Rechtbank zich richtte op de rechtbank en dan vooral op het werkvan de rechters, hebben wij ons wat het vertrouwen betreft in onze vragen geconcentreerdop het vertrouwen in rechters. In totaal zijn hierover 8 stellingen aan de respondenten voor-gelegd (zie Bijlage 5). Deze gingen onder andere over de mate waarin rechters in Nederlandzich kunnen verplaatsen in slachtoffers, onpartijdig zijn, goed kunnen luisteren en over demate waarin zij op de hoogte zijn van wat er in de samenleving speelt.12

rechtstreeks 2/2011 De tweede toets

30

11 Later zal in ander verband verslag van het gehele onderzoek worden gedaan; hier beperk ik mij tot het onderdeelsteun voor eigenrichting. Bij de experimentgroep vond ook een tussenmeting plaats (na de eerste vier uitzen -dingen), waarin vragen werden gesteld over de specifieke zaken en rechters uit het tv-programma.

12 Deze zijn gemeten op een 5-puntsschaal.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 30

Page 33: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

De algemene bezorgdheid over criminaliteit, hebben we – net als in het eerdere onderzoek –gemeten via vier stellingen (zie Bijlage 5).

De casussenDe casussen over eigenrichting die wij aan de respondenten in ons vervolgonderzoek hebbenvoorgelegd zijn grotendeels overgenomen uit het eerste onderzoek. Maar deze keer werdalle informatie in één fictief nieuwsbericht aan de respondenten voorgelegd, waarbij we alleinformatie over de aanleiding, de formele reactie op de aanleiding en de eigenrichting hebben gecombineerd. Net als in het eerste onderzoek hebben we daarbij de aanleiding enhet vonnis gevarieerd. En om de casussen weer zo geloofwaardig mogelijk te maken, hebbenwe ze wederom gepresenteerd in de vorm van een bericht van de nieuwssite www.nu.nl.Er waren ook weer twee versies van de aanleiding. De ene komt overeen met een variant uithet eerste onderzoek: de aanrijding van een 9-jarig meisje door een beschonken bestuurder. De tweede variant was nu echter een zedendelict. Het slachtoffer van deze aanleiding iswederom een 9-jarig meisje. Op weg van school naar huis wordt ze door een man van haarfiets getrokken en onzedelijk betast. De reden om deze casus voor te leggen was dat zeden-delicten over het algemeen tot heftige reacties in de samenleving leiden, en soms ook toteigenrichting. Zo hebben zich recentelijk meerdere gevallen voorgedaan waarin zedendelin-quenten door middel van vandalisme en geweld door buurtbewoners uit hun huis werdengejaagd. We waren benieuwd of een dergelijke aanleiding zou leiden tot relatief méér steunvoor eigenrichting.13

De tweede factor die in ons vervolgonderzoek werd gevarieerd was weer het vonnis van derechter voor de dader van de aanleiding. Steun voor eigenrichting verschilde in het eersteonderzoek vooral tussen vrijspraak en de condities waarin de bestuurder werd veroordeeld,maar niet tussen verschillende strafniveaus. Daarom hebben we voor de vervolgmeting gekozen voor slechts twee varianten: • vrijspraak;• straf. In het geval van vrijspraak spreekt de rechter vrij ten gevolge van een vormfout (net als inhet eerdere onderzoek). En in het geval van straf bestaat deze • bij de aanrijding: uit een werkstraf van 180 uur, twee maanden voorwaardelijke gevange-

nisstraf en een rijontzegging van 1 jaar; • bij het zedendelict: uit een werkstraf van 180 uur, twee maanden voorwaardelijke gevange-

nisstraf en een schadevergoeding van 250 euro.

rechtstreeks 2/2011 De tweede toets

31

13 In mijn proefschrift heb ik ook een zedendelict aan mensen voorgelegd. De resultaten, die ik in deze bijdrageniet bespreek, lieten relatief meer steun zien voor eigenrichting tegen een (vermeende) zedendelinquent dantegen een ander soort dader.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 31

Page 34: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

De eigenrichting bestaat ook nu weer uit geweldpleging gericht tegen de (vermeende) dadervan de aanleiding. In beide gevallen is de eigenrechter (Frank H.) de vader van het 9-jarige meisje. Hij gooiteen baksteen door de ruit van de woonkamer van de dader (Ruben S.), en mishandelt hemwanneer hij naar buiten komt. Ruben S. houdt hier twee gebroken tanden, een gebrokenneus en kneuzingen aan over. Tabel 7 geeft een overzicht van de aantallen respondenten per conditie. Binnen de controle-en experimentgroep werd elke respondent willekeurig aan een van de condities toegewezen.

Tabel 7. Aantal respondenten per conditie

Controlegroep (N=272)

Soort aanleiding

Vonnis dader aanleiding aanrijding zedendelictvrijspraak 67 80straf 66 59

Experimentgroep (N=368)

Vonnis dader aanleiding aanrijding zedendelictvrijspraak 78 97straf 92 101

Steun voor eigenrichting in de casusOm de steun voor de eigenrichting te meten hebben we de respondenten tien stellingen overde casus voorgelegd.14 Op basis van deze stellingen hebben we een gecombineerde som-schaal gemaakt: steun voor eigenrichting (zie Bijlage 5).Hierna moesten respondenten aangeven of ze vonden dat Frank H. (de eigenrechter) strafverdiende (ja of nee) en zo ja welke. Dit keer was het geen open vraag maar moest men éénstraf kiezen uit de volgende vijf mogelijkheden: • een onvoorwaardelijke gevangenisstraf; • een voorwaardelijke gevangenisstraf;• een taakstraf;• een geldboete; • een schadevergoeding aan het slachtoffer. Dit werd gevolgd door de vraag hoeveel van deze straf ze wilden opleggen.

rechtstreeks 2/2011 De tweede toets

32

14 Deze stellingen zijn geselecteerd uit de zestien stellingen in het eerdere onderzoek. De respondenten moestenhierop reageren aan de hand van een 7-puntsschaal: 1 (helemaal mee oneens) tot 7 (helemaal mee eens).

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 32

Page 35: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Tot slot hebben we de respondenten een stelling voorgelegd over de beslissing van de rechterom de dader van de aanleiding vrij te spreken of een straf op te leggen. We waren benieuwdof leden van de experimentgroep meer begrip zouden tonen voor de uitspraak van de rechterdan leden van de controlegroep. In de twee vrijspraakcondities hebben we de mate waarin de respondent begrip had voordeze beslissing gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot 7 (helemaal meeeens). In de twee strafcondities hebben we gevraagd wat de respondenten van deze straf vonden: • veel te licht; • te licht; • precies goed; • te zwaar;• veel te zwaar.

5.3 Zes hypothesenWat verwachtten we te vinden bij ons vervolgonderzoek? Bij de nameting van het tv-onder-zoek bleek dat de groep die naar de tv-serie De Rechtbank gekeken had (de experiment-groep) meer vertrouwen had in rechters dan de controlegroep, en minder bezorgd was overcriminaliteit. Dat feit vormde het uitgangspunt voor het doen van het vervolgonderzoek,omdat we verwachtten dat dit verschil in attitudes van invloed zou zijn op de mening overeigenrichting.1. We verwachtten daarbij ten eerste dat degenen uit de experimentgroep die naar het

programma De Rechtbank had gekeken, ook bij de vervolgmeting meer vertrouwen zouden hebben in rechters en minder bezorgd zouden zijn over criminaliteit dan degenenin de controlegroep.

2. Ten tweede verwachtten we in de experimentgroep meer begrip voor het vonnis van de rechter, bij zowel straf als vrijspraak.

3. We verwachtten dat de situationele variatie in zowel de controlegroep als experiment-groep van invloed zou zijn op steun voor eigenrichting. Eigenrichting na een zedendelictzou in beide groepen tot meer steun en minder strafoplegging moeten leiden dan in hetgeval van eigenrichting tegen de beschonken bestuurder.

4. En ook: wanneer eigenrichting volgt na vrijspraak, verwachtten we meer steun en min-der strafoplegging.

5. We verwachtten dat degenen in de experimentgroep minder steun zouden uiten voor deeigenrichting, en dat ze de eigenrechter strenger zouden willen straffen.

6. We verwachtten dat de invloed van de situationele kenmerken op steun relatief lager zouzijn in de experimentgroep. Door hun hogere vertrouwen in rechters zouden zij mindergevoelig moeten zijn voor de omstandigheden waarin eigenrichting zich voordoet.

rechtstreeks 2/2011 De tweede toets

33

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 33

Page 36: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

6 Resultaten

6.1 Verschil in vertrouwen en algemene bezorgdheid criminaliteitVerschilden de controlegroep en de experimentgroep nu van elkaar in de mate waarin zevertrouwen hebben in de rechter? In dat geval zou de tv-serie De Rechtbank een verande-ring in attitude hebben bewerkstelligd. Tabel 8 laat aan de hand van de gemiddelde scores op de schaal zien dat dit inderdaad hetgeval is geweest: zoals verwacht is het vertrouwen in rechters in de controlegroep lager danin de experimentgroep. De groepen verschillen ook in de mate van algemene bezorgdheidover de criminaliteit: de leden van de experimentgroep zijn gemiddeld net wat minderbezorgd. Vier maanden na de laatste uitzending lijkt het kijken van het tv-programma nogsteeds van invloed te zijn op deze attitudes. Deze invloed kan rechtstreeks zijn, maar mensen kunnen ook actiever over de rechtspraak hebben nagedacht door deelname aan hetonderzoek.

Tabel 8. Vertrouwen in rechters en bezorgdheid over criminaliteit per groep (N=640)15

Experimentgroep (N = 368) Controlegroep (N = 272)

Vertrouwen in rechters(schaal 1-5) 3,1 2,7

Algemene bezorgdheid criminaliteit(schaal 1-7) 3,5 3,6

6.2 Steun voor eigenrichting in de casussen – de rol van situationele kenmerkenWat is de invloed van de situationele kenmerken op de steun voor eigenrichting?16 Onzehiervoor geponeerde verwachtingen komen uit: zowel de aanleiding als het vonnis zijn vaninvloed op deze steun. Het zedendelict en vrijspraak leiden beiden tot minder steun vooreigenrichting.17

Net als in het eerste onderzoek wordt de mening van respondenten over een geval vaneigenrichting daarmee mede bepaald door de omstandigheden waarin de eigenrichting zichvoordoet. Tabel 9 toont per experimentele conditie de gemiddelde score voor deze steun.

rechtstreeks 2/2011 Resultaten

34

15 Dit zijn gemiddelde scores ten tijde van de vervolgmeting. Vertrouwen en algemene bezorgdheid over criminali-teit verschillen significant tussen de experiment- en controlegroep (p < .05). We hebben gecorrigeerd voor degemiddelde scores op bij de voormeting.

16 De resultaten van de analyse staan vermeld in Bijlage 6.17 We vonden geen interactie tussen de twee situationele kenmerken; de effecten zijn onafhankelijk van elkaar.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 34

Page 37: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Tabel 9. Steun voor eigenrichting in de casussen, per conditie (N=640)

aanrijding + aanrijding + zedendelict + zedendelict + vrijspraak straf vrijspraak straf

steun voor 4,5 4,0 4,7 4,6eigenrichting

Begrip voor vonnis rechterWe hebben de mensen in onderzoek ook gevraagd wat ze vonden van het vonnis van derechter met betrekking tot de aanleiding. We kijken eerst naar de twee condities waarin een straf werd opgelegd. In Tabel 10 staatvoor zowel de aanrijding als het zedendelict weergegeven hoe men over de straf daarvooroordeelde. Hieruit komt naar voren dat de soort aanleiding er niet veel toe doet: in beidegevallen vindt ongeveer 80 procent van de respondenten de straf hoe dan ook (veel) telicht.18

Tabel 10. Oordelen over opgelegde straf in percentages, per aanleiding (N=318)

Aanrijding Zedendelict

Oordeelveel te licht 33,5 36,9te licht 46,2 45,6precies goed 17,7 16,9te zwaar 1,9 0,6veel te zwaar 0,6 0,0

Bij de condities waarin de rechter tot een vrijspraak kwam (vanwege een vormfout) hebbenwe gevraagd in hoeverre men daar begrip voor had. Daar was minder duidelijk sprake vaneen effect van aanleiding. Bij het zedendelict zijn net wat meer mensen het helemaal oneensmet de voorgelegde stelling over begrip voor vrijspraak dan bij de aanrijding (zie Tabel 11),maar de gemiddelde scores verschillen niet significant tussen de aanleidingen. Men is ongeacht de aanleiding niet te spreken over de vrijspraak.

rechtstreeks 2/2011 Resultaten

35

18 Een statistische toets (t-toets voor onafhankelijke steekproeven) wijst uit dat de gemiddelde scores op deze vraagniet significant verschillen tussen de aanleidingen (p =.32).

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 35

Page 38: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Tabel 11. Begrip voor vrijspraak door rechter in percentages, per aanleiding (N=322)

Aanrijding Zedendelict

Oordeelhelemaal mee oneens 60,7 66,7

13,8 10,29,0 9,07,6 6,82,1 4,05,5 1,7

helemaal mee eens 1,4 1,7

Bij vrijspraak vonden we ook geen verschil tussen de experiment- en controlegroep: inbeide groepen had men weinig begrip voor deze uitspraak.Bij de straf verschilden de groepen wel significant: in de experimentgroep oordeelde menminder negatief over het vonnis dan de controlegroep. Gemiddeld was men in beide groepenechter niet te spreken over het vonnis, of het nu straf betrof of vrijspraak.

StrafvoorkeurenVervolgens de verschillende strafmodaliteiten. Als men het nodig vindt om de eigenrechterte straffen, welke straf heeft onder de proefpersonen dan de voorkeur? De resultaten van ditonderdeel staan in Tabel 12. Anders dan in ons eerste onderzoek, konden er geen combina-ties van straffen worden opgelegd. De percentages in de bovenste rij betreffen mensen die het niet nodig vonden om de eigen-rechter te straffen. Hieruit blijkt dat, afhankelijk van de conditie, ongeveer dertig tot bijnazestig procent van de respondenten vindt dat de eigenrechter geen straf verdient. Dit isopvallend hoog. Het hoogste percentage voorstanders van vrijspraak voor een eigenrechteris te vinden in de conditie waarin de eigenrichting volgde na vrijspraak bij het zedendelict.

Tabel 12. Strafvoorkeuren voor eigenrechter in percentages, per casus (N=640)

strafvoorkeur aanrijding + aanrijding + zedendelict + zedendelict + vrijspraak straf vrijspraak straf

geen straf 49,7 31,6 58,2 43,1taakstraf 26,2 36,1 11,9 23,8voorw. gevangenisstraf 11,7 8,2 14,1 17,5geldboete 6,9 7,6 4,5 3,8schadevergoeding 2,1 10,1 5,6 7,5onvoorw. gevangenisstraf 3,4 6,3 5,6 4,4

rechtstreeks 2/2011 Resultaten

36

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 36

Page 39: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Bij de mensen die wel een straf willen opleggen, zijn de taakstraf en voorwaardelijkegevangenisstraf het meest populair, behalve bij de aanrijding + straf conditie, waar de schadevergoeding op de tweede plaats staat.In Tabel 13 staan de strafvoorkeuren opgesplitst per soort aanleiding. Hieruit blijkt dat menbij eigenrichting na een zedendelict minder geneigd is om een straf op te leggen dan bijeigenrichting na een aanrijding. Degenen die wel een straf opleggen, hebben bij de aanrijding als aanleiding een relatiefsterke voorkeur voor taakstraf. Bij eigenrichting na een zedendelict zijn taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstrafongeveer even populair.

Tabel 13. Straf voor eigenrechter in percentages, per aanleiding (N=640)

strafvoorkeur eigenrichting eigenrichting na zedendelict na aanrijding

geen straf 51,0 40,3taakstraf 17,5 31,4voorw. gevangenisstraf 15,7 9,9geldboete 4,2 7,3schadevergoeding 6,5 6,3onvoorwaardelijke gevangenisstraf 5,0 5,0

In Tabel 14 zijn de strafvoorkeuren per soort vonnis bekeken. Hieruit komt naar voren datmen eigenrichting na vrijspraak minder wil bestraffen dan na een afstraffing.Taakstraffen zijn ook hier in beide condities het meest populair.

Tabel 14. Straf voor eigenrechter in percentages, per vonnis (N=640)

strafvoorkeur eigenrichting eigenrichting na vrijspraak na straf

geen straf 54,3 37,4taakstraf 18,3 29,9voorw. gevangenisstraf 13,0 12,9schadevergoeding 4,0 8,8geldboete 5,6 5,7onvoorwaardelijke gevangenisstraf 4,7 5,3

rechtstreeks 2/2011 Resultaten

37

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 37

Page 40: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Hoogte van straffenBij de door de proefpersonen geselecteerde straffen moest in ons onderzoek ook een tijds-duur of een bedrag worden ingevuld. Hoe zwaar wilde men de eigenrichting straffen?Bij de taakstraffen was de spreiding in gewenste tijdsduur hoog: deze varieerde van een dagtot drie jaar. Door 65 procent werd een taakstraf van maximaal een maand opgelegd, en20 procent gaf tussen de één en drie maanden. Ook de spreiding bij onvoorwaardelijke gevangenisstraf was hoog: deze varieerde van tweedagen tot twintig jaar. De helft van de respondenten gaf echter een onvoorwaardelijkegevangenisstraf van maximaal een jaar. De termijn van voorwaardelijke gevangenisstraf varieerde ook aanzienlijk: van één dag tottien jaar. Ongeveer de helft van de respondenten gaf maximaal drie maanden straf en drie-kwart gaf minder dan acht maanden. Opvallend was dat 17 procent van degenen die kozen voor voorwaardelijke gevangenisstrafdaaraan een termijn verbond van één of twee jaar: dit mag als relatief streng worden gekwalificeerd. De opgelegde geldboetes varieerden ook enorm: die liepen van 25 tot 10.000 euro. Demeest populaire bedragen waren 100 en 250 euro. De toegekende schadevergoedingen aan de slachtoffers van eigenrichting varieerden tussen10 en 10.000 euro, waarbij 500 euro het meest werd genoemd.

6.3 Steun voor eigenrichting: de rol van De Rechtbank en attitudesIn ons vervolgonderzoek was het ons uiteindelijk begonnen om de vraag of de leden uit deexperimentgroep anders zouden reageren op eigenrichting dan degenen in de controlegroep.In dat geval zou het geïnformeerd worden over de gang van zaken in de rechtspraktijk viaeen programma als De Rechtbank van invloed kunnen zijn op reacties op eigenrichting. En inderdaad, onze verwachting blijkt te worden bevestigd: kijkers van De Rechtbank gevenminder steun aan eigenrichting dan degenen in de controlegroep (zie Bijlage 6). Dit effect is niet zo groot als de invloed van de twee situationele kenmerken, maar het istoch opmerkelijk. Het betekent namelijk dat het tv-programma er op de een of anderemanier toe heeft geleid dat mensen zelfs vier maanden na de laatste uitzending andersreageren op een casus over eigenrichting. Daarnaast laten de analyses van de invloed van het (actuele) vertrouwen in de rechters en dealgemene bezorgdheid over criminaliteit nog een aantal andere interessante dingen zien.Ten eerste blijkt een hoger vertrouwen in rechters en een lagere bezorgdheid over criminali-teit samen te hangen met minder steun voor eigenrichting (zie Bijlage 6). Dit komt overeenmet onze verwachtingen. Veel interessanter is echter dat het effect van De Rechtbank op steun voor eigenrichting volledig wegvalt wanneer we controleren voor het vertrouwen in de rechters en de bezorgd-heid over criminaliteit. Dat betekent dat het kijken naar De Rechtbank – en dus naar het

rechtstreeks 2/2011 Resultaten

38

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 38

Page 41: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

dagelijkse optreden van rechters – tot meer vertrouwen in rechters leidde en tot minder steunvoor eigenrichting in de casussen. Deze effecten zijn weliswaar klein maar wel significant.In de Figuren 2a en 2b worden deze bevindingen grafisch weergegeven met behulp van destatistische maat voor de sterkte van de invloeden. De invloed van algemene bezorgdheid over criminaliteit is vergelijkbaar hiermee, al is heteffect daarvan minder sterk.

Figuur 2a. Rechtstreekse invloed van De Rechtbank op steun voor eigenrichting

ß = –,08*

Figuur 2b. Mediërend effect van vertrouwen in rechters op steun voor eigenrichting

ß = ,00

* p<.05, ** p<.01, *** p<.001.

Tot slot hebben we nog gekeken of de mensen in onze experimentgroep op een anderemanier reageren op de aanleiding van een geval van eigenrichting en op het vonnis daaroverdan degenen in de controlegroep. Reageren mensen in de controlegroep bijvoorbeeld heftigerop een zedendelict en geldt dat ook voor het verschil in vonnis? Deze interacties bleken nietsignificant te zijn (zie de toelichting in Bijlage 6). Zoals gezegd verschillen de reacties opde casus wel tussen de groepen, maar dat komt voornamelijk door het hebben van relatiefmeer of minder vertrouwen in rechters en algemene bezorgdheid over criminaliteit.

rechtstreeks 2/2011 Resultaten

39

Het kijken vanDe Rechtbank

Steun vooreigenrichting

Het kijken vanDe Rechtbank

Vertrouwen in rechters

Steun vooreigenrichting

ß = ,19*** ß = –,29***

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 39

Page 42: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

7. Tot slot

Eigenrichting is een gevaarlijk fenomeen. Zodra de term ergens valt, springen er lichten oprood. Nog afgezien van de onduidelijkheid van de term – is het plaatsen van foto’s van eenautodief op een site nu eigenrichting of niet?19 – wie zelf tegen verdachten gaat optredenroept forse reacties op van voor- en tegenstanders. Een van de veelgehoorde argumenten van de kant van voorstanders is dat eigenrichting hetlogische gevolg is van een afbrokkelend vertrouwen in de Rechtspraak. Dit argument houdt(al dan niet besmuikt) een verwijt in aan de rechterlijke macht: de rechters hebben het erzelf naar gemaakt, dan hadden ze maar strenger of in elk geval duidelijker moeten optreden! Zulke geluiden doen de Rechtspraak en de rechters geen goed, zeker niet wanneer het gaatom veronderstellingen die zich maar moeilijk laten weerleggen. Daarom was het een geluk-kige samenloop van omstandigheden dat we in het kader van een onderzoek naar de effectenvan de tv-serie De Rechtbank enkele bevindingen op dit vlak uit een eerder onderzoek konden verdiepen. Hoe stond het nu met de rol van het zo gemakkelijk in de mond genomen‘algemene’ vertrouwen in de rechters in ons land?Uit het promotieonderzoek dat aan dit onderzoek voorafging was al gebleken dat het algemene vertrouwen in het strafrechtsysteem niet de enige belangrijke factor was bij hetverklaren van steun voor eigenrichting: ook specifieke kenmerken van de gevallen vaneigenrichting spelen een rol. De aard van de aanleiding en het optreden van de rechter in dekwestie die de aanleiding vormde tot de eigenrichting bleken bijvoorbeeld veel gewicht inde schaal te werpen. Dat betekent dat burgers iedere keer weer opnieuw een afwegingmaken: in het ene geval vindt men eigenrichting meer gerechtvaardigd dan in het andere.Bij een zedendelict is in ons onderzoek de steun groter dan bij een aanrijding, en acht deburger een bestraffing van de eigenrechter minder geboden. Voor de Rechtspraak komt dit resultaat neer op de boodschap: zorg steeds in elke situatievoor een heldere reactie. Maar daarmee is dat algemene vertrouwen niet afgeserveerd als iets wat verder van geenbelang is. Dat blijkt wel uit het hier gepresenteerde vervolgonderzoek. Daaruit komt naar voren dat alleen al de informatie over het feitelijk doen en laten vanrechters het algemene vertrouwen van burgers in de rechter vergroot. Bovendien is dat niveau van vertrouwen weer van belang voor de mate waarin dezelfde burgers steun geven aan het eigenhandig optreden tegen verdachten of daders, onderbepaalde omstandigheden. Hierbij moeten we wel benadrukken dat het om een gering effectgaat: steun voor eigenrichting in de casus wordt maar voor een klein gedeelte verklaarddoor het vertrouwen dat mensen hebben in rechters.

rechtstreeks 2/2011 Tot slot

40

19 Zie Box 6 voor meer informatie over deze ontwikkeling.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 40

Page 43: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Voor de Rechtspraak komt dit tweede resultaat neer op de boodschap: draag het dagelijksewerk uit en communiceer hierover! Voor de Rechtspraak leert het voorgaande nog iets. We verwezen al naar de geregeld terug-kerende wens om strenger te straffen. Dergelijke straffen zouden de steun voor eigenrichtingdoen dalen. Wat uit de hier gepresenteerde onderzoeken eenduidig blijkt, is dat steun vooreigenrichting inderdaad afhangt van het feit of er door een rechter een straf is opgelegd voorde aanleiding. Als de vermeende dader daarvan vrijuit is gegaan, is er bij buitenstaandersmeer steun te verwachten voor een eigenrechter dan wanneer hij gestraft is. Maar de hoogtevan die straf blijkt er daarbij weinig toe te doen, in de situaties die we hier hebben onderzocht.Zonder nu te overdrijven naar de andere kant: deze bevindingen vormen een sterk argumenttegen de zo goed in het gehoor liggende slogan dat strengere straffen het sociale klimaatprettiger maken, en eigenrichting overbodig.Daarbij is een interessant nevenresultaat van het hier gepresenteerde onderzoek dat in diegevallen waarin burgers vinden dat een eigenrechter een straf verdient, zij juist de taakstrafeen zeer geschikte reactie vinden. Neem daarbij nog de bevinding dat, in het algemeen gesproken, de steun voor eigenrichtingop grond van ons onderzoek niet bepaald hoog genoemd mag worden (4,4 op een 7-punts-schaal in het tv-onderzoek) en er dringt zich maar één duidelijke conclusie op: de in demedia zo vaak gehoorde doemgeluiden over de verhouding tussen de man in de straat en derechter vergen een aanmerkelijke nuancering.

Box 6Boetes voor ‘eigenrichting’?

Begin augustus deelde het ministerie van Veiligheid en Justitie mee dat een wetsvoorstel in de maak is waar-door het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) boetes mag gaan uitdelen aan bedrijven en particu-lieren die online informatie over verdachte personen verspreiden. Het zou, aldus de voorzitter van dat collegewel niet om ‘Neelie Kroes-achtige’ bedragen gaan, maar hij zag voor pomphouders of winkeliers die beeldenvan bewakingscamera’s op het net zetten toch wel een boete van € 25.000 in het verschiet (NRC Handels-blad, 1 augustus 2011).Onder de kop ‘Opsporing Verzocht 2.0’ werd beargumenteerd dat dit natuurlijk onzin was; de wereld op zijnkop. ‘De bescherming van de privacy is (…) altijd onderdeel van een afweging van diverse belangen. De over-heid schendt soms het belang van privacybescherming voor een hoger doel. (…). Als de overheid een belangen-afweging mag maken, geldt dit ook voor de burger. Deze burger, die door de overheid op allerlei vlakkenwordt aangezet tot eigen initiatief, zou na een misdrijf met de armen over elkaar moeten gaan zitten enafwachten tot – en vooral: of – politie en justitie iets ondernemen? (…) De burger mag niet voor eigen rechteroptreden, maar hij mag wel zijn mogelijkheden benutten om de opsporing van zijn belagers te vereenvoudigen– zeker als politie en justitie het laten afweten, vanwege een beperkte capaciteit en afwijkende prioriteiten.Op geweld heeft de overheid een monopolie, niet op het verdedigen van het eigen belang.Bij sommige filmpjes en foto's bestaat geen enkele twijfel over het delict en over de dader. (…) In die gevallenzien wij niet waarom de burger lijdzaam moet afwachten en niet actief zou mogen meewerken aan de opspo-ring van de dader. Zo'n burger kan niet zomaar worden bestraft. Zelfgemaakte foto's en filmpjes van delictenkunnen wezenlijk bijdragen aan de opsporing. Publicatie hiervan op internet per definitie afdoen als 'aan dedigitale schandpaal nagelen', doet hieraan geen recht. Waarom zou de burger niet zijn eigen versie mogenmaken van Opsporing Verzocht?’ (NRC Handelsblad, 4 augustus 2011).

rechtstreeks 2/2011 Tot slot

41

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 41

Page 44: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Literatuur

Applegate, B.K., Cullen, F.T., Turner, M.G. & Sundt, J.L. (1996). Assessing public support for three-strikes-and-you’re-out laws: Global versus specific attitudes. Crime & Delinquency, 42(4), 517-534.

Carlsmith, K.M., Darley, J.M. & Robinson, P.H. (2002). Why do we punish? Deterrence and just deserts as motives forpunishment. Journal of Personality and Social Psychology, 8(2), 284-299.

De Graaf, P. (2001). Sympathisanten maken volksheld van pedokiller, Volkskrant.http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/588749/2001/02/01/Sympathisanten-maken-volks-held-van-pedokiller.dhtml

De Keijser, J.W. & Elffers, H. (2009). Cross-jurisdictional differences in punitive public attitudes? European Journal onCriminal Policy and Research, 15(1-2), 47-62.

De Keijser, J.W., Van Koppen, P.J. & Elffers, H. (2007). Bridging the gap between judges and the public? A multi-method study. Journal of Experimental Criminology, 3(2), 131-131.

Haas, N.E. (2010). Public support for vigilantism. Leiden: Universiteit Leiden.

Haas, N.E., De Keijser, J.W. & Vanderveen, G.N.G. (2007). Steun voor eigenrichting. Invloed van ernst van de aanleidingen mate van planning, een experiment. Tijdschrift voor Criminologie, 49(1), 45-56.

Harnischfeger, J. (2003). The Bakassi Boys: fighting crime in Nigeria. The Journal of Modern African Studies, 41(1).

Mills, J. & Zamble, E. (1998). Public attitudes towards the death penalty. Journal of Police and Criminal Psychology,13(2), 76-86.

Naeyé, J. (2009). Burgerarrest. Afscheidsrede Vrije Universiteit Amsterdam. Alphen aan de Rijn: Kluwer.

Ruiter, S. & Tolsma, J. (2010). Taakstraffen langs de lat: strafopvattingen van Nederlanders. Rechtstreeks (3), 7-34.

SCP (2011). De sociale staat van Nederland 2011. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Seron, C., Pereira, J. & Kovath, J. (2006). How citizens assess just punishment for police misconduct. Criminology, 44(4), 925-960.

Tankebe, J. (2009). Self-help, policing and procedural justice: Ghanaian vigilantism and the rule of law. Law & SocietyReview, 43(2), 245-270.

Van Ewijk, S. & Van Furth, S. (2011). Effect ‘De Rechtbank’ op kennis en houding. Eindrapportage. Den Haag: Raadvoor de Rechtspraak.

Vidmar, N. & Ellsworth, P.C. (1974). Public opinion and the death penalty. Stanford Law Review, 26, 1245-1270.

Zimring, F.E. (2003). The vigilante tradition and modern executions The contradictions of American capital punishment,89-118. Oxford: Oxford University Press.

rechtstreeks 2/2011 Literatuur

42

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 42

Page 45: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Bijlage 1 Casus aanleiding (versie: klemrijden)

rechtstreeks 2/2011 Bijlage 1

43

Vrij 20 februari 2009. Het laatste nieuws lees je het eerst op NU.nl

Man (39) zwaargewond door agressie in verkeer Uitgegeven: 20 februari 2009 22:42

Laatst gewijzigd: 20 februari 2009 22:58 DORDRECHT – Een 39-jarige man uit Dordrecht is vrijdagmiddag door een auto klemgereden op een fietspad in zijn woonplaats. Het slachtoffer, Frank H., werd afgesneden toen hij met de fiets rechtsaf wilde slaan op de Mauritsweg. Hij reageerde daarop door zijn vuisten te ballen naar de bestuurder, Ruben S. Niet lang daarna werd H. door dezelfde man klemgereden op het fietspad, en kwam hij ten val. Frank H. liep daarbij een gebroken been, een gebroken arm, gekneusde ribben en een zware hersenschudding op. Hij is per ambulance overgebracht naar een ziekenhuis in Rotterdam. De 35-jarige bestuurder Ruben S. uit Rotterdam is voor verhoor ingesloten. Hij had tweemaal de maximaal toegestane hoeveelheid alcohol in zijn bloed.

Man zwaargewond na aanrijding

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 43

Page 46: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Bijlage 2 Casus eigenrichting (versie: na klemrijden, milde straf)

rechtstreeks 2/2011 Bijlage 2

44

nnric h t inng (versie: nna klemrijdenn, milde st raf)

Zat 25 juli 2009. Het laatste nieuws lees je het eerst op NU.nl

Man (35) mishandeld door voormalig slachtoffer Uitgegeven: 25 juli 2009 15:07

Laatst gewijzigd: 25 juli 2009 15:18 ROTTERDAM – Een 35-jarige man uit Rotterdam is vrijdagavond mishandeld door een 39-jarige man uit Dordrecht die hij in februari had aangereden. Het slachtoffer van de mishandeling, Ruben S., werd afgelopen dinsdag door de rechter veroordeeld tot een boete van 100 euro en een rijontzegging van 2 maanden in verband met een ernstig verkeersongeval. Bij dat ongeval in februari raakte de 39-jarige Frank H. uit Dordrecht zwaargewond. De bestuurder, Ruben S., bleek met drank op achter het stuur te hebben gezeten. De straf van 100 euro boete tezamen met de rijontzegging van 2 maanden is lager dan de eis van het Openbaar Ministerie (OM), dat om een werkstraf van 180 uur, 2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een rijontzegging van 1 jaar had gevraagd. Drie dagen na zijn veroordeling werd S. opgeschrikt toen er een baksteen door de ruit van zijn woonkamer werd gegooid. Toen hij naar buiten liep, werd hij door Frank H. opgewacht, die hem begon te schoppen en te slaan. S. hield er twee gebroken tanden, een gebroken neus en kneuzingen aan over. © ANP

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 44

Page 47: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Bijlage 3 Casus eigenrichting (versie: na zedendelict, straf)

rechtstreeks 2/2011 Bijlage 3

45 38

Bij lage 3 Casus eigenr ic h ting (ver sie: na zedendelic t, str af)

Zat 19 maart 2011. Het laatste nieuws lees je het eerst op NU.nl

Vader mishandelt man die dochter onzedelijk had betast

Uitgegeven: 19 maart 2011 15:07

Laatst gewijzigd: 19 maart 2011 15:18 ROTTERDAM – Een 35-jarige man uit Rotterdam is vrijdagavond mishandeld door een 39-jarige man uit Dordrecht wiens dochter hij in oktober onzedelijk had betast. Het slachtoffer van de mishandeling, Ruben S., werd afgelopen dinsdag door de rechter veroordeeld tot een werkstraf van 180 uur, 2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een schadevergoeding van 250 euro in verband met de onzedelijke betasting van een minderjarig meisje. In oktober was de 9-jarige dochter van Frank H. op weg van school naar huis, toen er plotseling een man naast haar kwam fietsen die haar hardhandig van haar fiets trok. Nadat het meisje ten val kwam,werd ze door de man onzedelijk betast. Omdat het meisje zich verzette, kon ze wegkomen en de politie waarschuwen. Ruben S. werd later op de dag op basis van het signalement aangehouden. De straf komt overeen met de eis van het Openbaar Ministerie. Drie dagen na zijn veroordeling werd S. opgeschrikt toen er een baksteen door de ruit van zijn woonkamer werd gegooid. Toen hij naar buiten liep, werd hij bij de voordeur door Frank H. opgewacht, die hem begon te schoppen en te slaan. S. hield er twee gebroken tanden, een gebroken neus en kneuzingen aan over. © ANP

Meisje van fiets getrokken en betast

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 45

Page 48: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Bijlage 4 Resultaten regressieanalyse

Regressies op drie vormen van steun voor eigenrichting

Verontwaardiging Empathie StrafwaardigheidModel 1 Model 2 Model 1 Model 2 Model 1 Model 2ß ß ß ß ß ß

Experimentele variatieAanleiding: klemrijden ,28** ,28** - ,25** - ,24** ,22** ,21** Vonnis: milde straf ,14** ,13** - ,11** - ,10** ,12** ,12** Vonnis: normale straf ,16** ,16** - ,15** - ,15** ,16** ,15** Vonnis: zware straf ,19** ,18** - ,18** - ,17** ,17** ,16**

AttitudesVertrouwen in SRS ,29** - ,26** ,28**Algemene bezorgdh. crim. - ,08** ,11** - ,14**

Adj. R2 ,11 ,21 ,09 ,19 ,07 ,19

* p < .05, ** p < .01

ToelichtingDe gestandaardiseerde coëfficiënten (ß-waarden) maken het mogelijk om de relatieveinvloed van elk van de variabelen te bekijken gecorrigeerd voor de invloed van alle anderevariabelen. We hebben steeds per vorm van steun twee modellen gedraaid. In Model 1 kijkenwe voor elk van de drie steunvormen alleen naar de invloed van de experimentele variatie.Hierbij gebruiken we dummy-variabelen (0 = niet, 1 = wel) voor zowel de aanleiding als destrafniveaus. De restcategorie daarbij is aanrijden + vrijspraak. Bij verontwaardiging zie jebijvoorbeeld aan de coëfficiënt bij klemrijden (0,28) dat dit leidt tot relatief meer veront-waardiging vergeleken bij de restcategorie (aanrijden + vrijspraak). Een ander voorbeeld isde invloed van zware straf op empathie (-0,18): de zware straf leidt tot minder empathie metde eigenrechter ten opzichte van de restcategorie.In Model 2 voegen we steeds de twee attitudes toe: vertrouwen in het strafrechtsysteem enalgemene bezorgdheid over criminaliteit. Het valt allereerst op dat de coëfficiënten van deexperimentele variatie amper veranderen na toevoeging van deze attitudes. Dit betekent datde invloed van aanleiding en vonnis vrijwel onafhankelijk zijn van de invloed van vertrouwenen bezorgdheid over criminaliteit. Wat betreft de rol van attitudes: het vertrouwen in hetstrafrechtsysteem heeft een grotere invloed op elk van de drie vormen van steun dan algemene bezorgdheid over criminaliteit.

rechtstreeks 2/2011 Bijlage 4

46

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 46

Page 49: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Bijlage 5 Vragenlijst en schalen

Vertrouwen in rechters Cronbach’s a = 0,88; gemiddelde = 2,99; s.d. = 0,60

Kunt u aangeven hoeveel vertrouwen u heeft in: (zeer weinig, weinig, niet weinig/niet veel, veel, zeer veel)de toewijding van rechtersde deskundigheid van rechtersde integriteit van rechtersde onpartijdigheid van rechtersde vonnissen van rechters

Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen? (zeer mee oneens, mee oneens, noch mee oneens/noch mee eens, mee eens, zeer mee eens).

• Rechters nemen te vaak beslissingen die voor gewone burgers niet te accepteren zijn (omgedraaid)

• Rechters in Nederland zijn goed op de hoogte van wat er in de samenleving speelt

• Rechters moeten hun beslissingen beter uitleggen aan de gewone burger (omgedraaid)

Algemene bezorgdheid criminaliteitCronbach’s a = 0,73, gemiddelde = 3,53, s.d. = 0,65

Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen?(zeer mee oneens, mee oneens, noch mee oneens/noch mee eens, mee eens, zeer mee eens)

• Misdaden worden in Nederland over het algemeen te licht bestraft

• Criminaliteit is een probleem waar ik mij grote zorgen over maak

• De totale criminaliteit in Nederland is in de afgelopen jaren sterk gestegen

• Misdadigers in Nederland worden tegenwoordig strenger gestraft dan tien jaar geleden(omgedraaid)

rechtstreeks 2/2011 Bijlage 5

47

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 47

Page 50: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Steun voor eigenrichting in de casus20

Cronbach’s a = 0,88; gemiddelde = 4,45; s.d. = 1,15

Kunt u aangeven in hoeverre u het eens bent met deze stellingen?(1 = helemaal mee oneens; 7 = helemaal mee eens)

• De rechter moet de mishandeling door Frank H. door de vingers zien

• Ik voel sympathie voor Frank H.

• Het gedrag van Frank H. is begrijpelijk

• Frank H. had gelijk om Ruben S. te mishandelen

• Ik vind het erg dat Ruben S. is mishandeld (omgedraaid)

• Ik heb medelijden met Ruben S. (omgedraaid)

• Het gedrag van Frank H. is op geen enkele manier te rechtvaardigen (omgedraaid)

• Het gedrag van Frank H. is moreel verwerpelijk (omgedraaid)

• Frank H. moet worden vervolgd voor wat hij gedaan heeft (omgedraaid)

• Frank H. moet boeten voor zijn gedrag (omgedraaid)

ToelichtingWe hebben de reacties op de stellingen per onderwerp bij elkaar opgeteld, en gedeeld doorhet aantal stellingen. Dit levert een schaal op met bijbehorende gemiddelde scores. Ookhebben we berekend in hoeverre de verschillende stellingen hetzelfde achterliggende ideemeten, en daarmee samen een betrouwbare schaal vormen. Bij steun voor eigenrichting willen we bijvoorbeeld weten in hoeverre de reacties op de verschillende stellingen metelkaar samenhangen en dus hetzelfde concept steun meten. De standaard maat hiervoor isCronbach’s alfa (a). De scores hierop lopen van 0 tot 1, waarbij hogere scores meerbetrouwbaarheid aangeven.

rechtstreeks 2/2011 Bijlage 5

48

20 We hadden in verband met ruimtegebrek minder stellingen tot onze beschikking dan in het eerste onderzoek, enhebben ervoor gekozen geen onderscheid te maken tussen verschillende vormen van steun.

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 48

Page 51: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

Bijlage 6 Resultaten regressieanalyses

Regressieanalyses op steun voor eigenrichting (N=640)

Steun voor eigenrichtingModel 1 Model 2 Model 3 � � �ß ß ß

Aanleiding: zedendelict ,19*** ,19*** ,18*** Vonnis: vrijspraak ,14*** ,14*** ,13*** Experimentgroep (kijkers De Rechtbank) -,08* ,00 Vertrouwen in rechters -,29*** Algemene bezorgdheid criminaliteit ,18*** Adj. R2 ,05 ,06 ,22

* p < .05, ** p < .01, *** p < .001

ToelichtingWe hebben drie modellen gedraaid, zodat we effecten apart van elkaar kunnen bekijken.In het eerste model toetsen we de alleen invloed van de experimentele variatie, waarbij wedummy-variabelen (0 = niet, 1 = wel) hebben gemaakt voor zowel de aanleiding als het von-nis. De restcate gorie daarbij is aanrijden+straf. Aan het significante coëfficiënt bij zeden -delict (0,19) kun je zien dat een zedendelict als aanleiding leidt tot relatief meer steun vooreigenrichting (vergeleken aanrijden). Ook vrijspraak (0,14) leidt tot relatief meer steun (vergeleken straf).In het tweede model voegen we ‘experimentgroep’ als dummy-variabele toe: of mensen aldan niet in de groep zaten die het tv-programma De Rechtbank heeft gekeken. We zien aandeze coëfficiënt (-0,08) dat deze variabele negatief samenhangt met steun voor eigen -richting: kijkers van het programma uiten minder steun.In het laatste model kijken we naar de invloed van de twee attitudes. Deze blijken van groteinvloed te zijn: meer vertrouwen en minder bezorgdheid hangen samen met minder steunvoor eigenrichting. Opvallend is dat het effect van de experimentgroep in dit model verdwe-nen is. Aanvullende analyses (hier niet gerapporteerd), wijzen erop dat de invloed van hettv-kijken vooral verloopt via vertrouwen in rechters. Met andere woorden: het kijken vanhet programma leidt tot meer vertrouwen in rechters, en dit leidt tot minder steun vooreigenrichting.In de gepresenteerde modellen zijn geen interacties opgenomen. We hebben wel de invloedvan interacties getoetst, maar deze bleken niet significant te zijn. Er was allereerst geeninteractie tussen aanleiding en vonnis. Het was dus bijvoorbeeld niet zo dat de combinatiezeden en vrijspraak een versterkend effect had op steun. Ook vonden we geen interactie

rechtstreeks 2/2011 Bijlage 6

49

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 49

Page 52: Rechtstreeks 2011 nr. 2 (pdf, 985 kB)

tussen elk van de twee kenmerken en het deel uitmaken van de experiment- of controlegroep.Dit betekent dat het al dan niet hebben gekeken naar De Rechtbank er niet voor zorgt datmen anders wordt beïnvloed door de aanleiding en het vonnis. Tot slot was er ook geen drie-wegs-interactie tussen aanleiding, vonnis en experimentgroep. Op de combinatie van eenzedendelict en vrijspraak werd niet anders gereageerd in de controlegroep dan in de experi-mentgroep.

rechtstreeks 2/2011 Bijlage 6

50

rechtstreeks 2011-2 16-09-11 12:15 Pagina 50