Rechterlijk Archief Richterambt Oldenzaal

Bron: HCO Zwolletoegang 65.2

Inventarisnummer 7

Transcriptie: Clemens Fransen2015

Sommige woorden of woorddelen bleken moeilijk of niet te lezen. Een nietleesbaar woord is in de transcriptie weggelaten en vervangen door {?}. Bijtwijfel of een bepaald woord juist is getranscribeerd is een ? direct achter hetwoord geplaatst.

Als in het origineel tekstfragmenten zijn doorgehaald, is dit in de transcriptieweergegeven door deze tussen haken [ ] te plaatsen.

Verbeteringen e/o aanvullingen zijn welkom op c.fransen@kpnmail.nl

Alle rechten voorbehouden.Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in eengeautomatiseerd gegevensbestand, openbaar gemaakt, in enige vorm of openige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of openige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van deuitgever.

4

ProthocollbeginnendeAnno 1631 den 19 Novembris

{?} {?} {?} {?} 10 loot? Gulden? {?} 7 loot? {?} {?} {?} {?} 6 loot {?}

Anno 1631 den 19 Novembris

Richter Lubbert van RensenCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Becker nomine Gerrijt Kremer dient in triplicam contra Plechelm Nijters, bit alsdaer inne, infal averss tegens partijen huijden in termino nicht {?} salerschijnen, soo versocht vorschr Becker dat he {?} van wijder inbrengen endeschrijvens mochte versteken sijn, makende hijr mit eijs van cossten

Erschenen Frerick ten Tusschede, geassisteert met Thomas Spangemaecker,ende spreeckt aen op voergaende dachlegginge, die gemeene buren vanDorninge voer betaelinge van 4 gld 6 ½ st inholt comparants rekenboeck, daervan men hijr extracte verthoent heerkommende van verteerde kosten, protesterende niet tho min vande kosten

Aleff ten Tusschede spreeckt an Egbert ter Borch voor schult tot goederrekening, heerkomende van geleent gelt, ende geleverde waeren, mitseijschende sijn dages cossten

Becker nomine Roloff Jansen spreeckt aen Johan Meijlinck 2do wegen 269guldens 12 st 8 plc waer op betaelt 90 gld umme betaelinge te doen oftebetaelinge te bewijsen, in cas van uuijtblijven [verwin] het 2de verwin mitcontumacie, versocht tot den eijnde aeneijssinge, maekende eijs van costen,ende interesse a die more

Angeeijst ende niet erschenen ergo contumax ende inde gebedene conclusiegecondemneert

4

Gerrijt Nijters nomine Plechem Nijters contra Becker nomina Kremers versochtcopiam ende tijt acht dage primani? {?} ferias?, d’welcke ten bewijsen vergunt

5

Egbert ter Borch versocht 14 daege tijt umme bewijs van betaelinge te doentegens Aleff ten Tusschede

Die burichter van Doeringe versocht copiam vande ingediende rekeninge,ende tijt van 14 daegen, omme haer tegenbericht daer tegens intho dienen

Thomas [Hanterman] Spangemaker nomine Hans Hollander doet sijn verwintegens Hanterman inde Lutte

Becker volmachtiger van Jan Wijntijes reproduceert 2da citationem tegensJohan voorschr, ende spreeckt vorschr Jan vorschr? aen naer luijt der eersteren ander citationem wegen 200 daler mit daer op verloopenen interesse, naerluijt der gerichtlijck acten voor desen E. gerichte gepasseert, soo hijr bijbedongen, ende dat die selvige moege geextraheert werden, is Beckerversoeckende, bit aeneijssinge, met contumacie, ende dat Hijndrick metconclusie voergenomen muchte finaliter ende peremptorie gecondemneertworden

Aengeeijst ende niet erschenen ergo contumax ende inde voergenomeneconclusie condemnabel

Antwoort exceptionael Hermen ten Hanters ingedient contra Johan Hollanderbij sittende gerichte voorden {?} tegens desselven anlegger ofte aenspraecke,daer Thomas Spangemaeker sijns vulmechtigen den 29 Octobris lestleddengescheen ende overgegeven

5

Holtman tho Lonnicker spreeckt aen Jan Boeckdam alias Lottgerinck inHasselt voor 16 daeler ad computum, herkommende van een verkoft peert

Roloff Loesinck inde Drijne spreeckt aen {?} Enbertinck tho Hassel [voor] 12daler heerkomende van geleent gelt, sampt verloopene pensioen

Jan Boeckdam angeeijst sijnde ende niet erschenen ergo contumax, salvapurga

Borgermester Peter Jansen wort geegendt aen Jan ter Hersmolen sijn pandenae lantrechte

Anno 1631 den 26 Novembris {?} Richter Lubbert van Rensen Coornoten Merten SmitHermen Hoijckinck

6

Erschenen Johan van Coverden als [daer] volmachtiger vanden Weled. Jr.Bernaert van Beverfoerde tot Mensinck ende Juffrou Pelegrina van Coverdeneheluijden, als mede in naemen oock des Weled. Jr.Bernaert vanBeverfoerden borchman tho Nijenborch Juffer Anna van Bilderbeecke {?} alssoon van vorschr Bernaert van Beverfoerden tot Mensinck, doende uuijt crachtvan sijn [hebbende] {?} int gerichte verthoonde volmachten, die eenen in datoden [11 decembris] 2den novembris 1631 voor Borgermesteren Schepen endeRaet der stadt Delden uuijt gegaen, {?} verdatiert? Vanden 19 novembris 1631voor den gesubstitueerden Richter tot Nijenborch uuitgegaen, beijde alhijr inoriginael inden gerichte verthoent, ende van weerden gekent?

6

Doende uuijt cracht van obg volmacht in naemen sijns voorschr principalenjonckeren van Beverfoerden, erff ende ewichlichk vertichnisse endeoplaetenge, tott behoef van Hindrick Derckinc Kunne sijn echte huesvrouwenende haere beijde erffgenaemen, het gerechte vierendel des erftues? endegoeder Derckinck, soo {?} als het selve midt sijn alinge olden ende nijethobehoer, rechten, ende gerechticheijt gelegen is in desen gerichte vanOldensel buijrschap Lemseloo, unde hebben die vorg jonge joncker vanBeverfoorde [voorg] alsoo daenich sijn aenpart verwonnen ende inbuijtenschop aen sich gebracht van sijn E. moije juffer van Coverden totScherpenseel, wesende dit goet een vrij allodiael doorslachtich goet,kummerfrij sonder eenich beswaernisse, alles In meliori forma, hijr van eenversegelden brieff, ende sullen beijde volmachten hijr naer te boecke gebrachtworden

in de linker marge:

Die beijde volmachten, {?} hijr een blat veerder to boecke gebracht

[Erschenen Jan Roloffsen ende Geert Wilderinck beijde woenende totHengeloo, als mombaeren der naegelatene kinderen van sal. SteffenWilbertinck tho Hengelo Merrijken sijn huijsvrouwen, doende in qualiteijt alsboven, erff ewichlijck vertichnisse tot behooff der kinderen van Sal: RoloffWilbertinck Greete sijne huijsvrouwen als naemelijck Jan Roloffsen, ende Gierttoe Roebeecken als man ende mombaer van sijn huijsvrouwe Tonnisken, endehaere beijder erffgenaemen twee stucken bouwlandes geheeten het Smitsstucke ende het ander den halven nijen kamp, binnen ofte naeste [des es] anden essch gelegen, mit die gerechticheijt, dieselve]

in de linker marge:

Dit is verandert ende het? behooft niet int nehe? geschreven tho sijn

7

7

[twee stucke lants uuijt der Marckt te moegen messen ende begaeden, gehoorthebbende dess beijden stucke lants tot het erve Olerinck in desen gerichteende buijrschap Lutteke Drijne geleghen, kummerfrij ende bekken vercopersden eersten penninck metten lesten vanden coper ontfangen tho hebbben,gelaeven sulx te staen ende tho waeren alles in optima forma]

in de linker marge:

[sonder eeniche beswaernisse, uuijtgesondert heren {?} thienden, ende eenspint roggen tot tins vorschr Smits stucke tho betalen aent Monninchoff]

Debet. Caverick et mili?

Becker nomine Jan ter Caverick exhibeerde quadruplicam contra heerEllerborn, Ht. Ellerborn versocht copiam ende tijt van 8 dagen

Thomas Spangemaeker uuijt den naeme van Dubbelman ende Hassinck dientin quadruplic inde vergonnen termijn contra Jr Gerhart Voet bitt als daerinne, mit eijs van costen

Jan ten Brinx {?} tho Hengeloo spreeckt aen Reijnaer tho Hasseloo voor 32 stheerkommende van verteerde kosten

[Erschenen]

Aengeeijst ende niet erschenen ergo contumax salva purga, nae lantrechte

Erschenen Thomas Spangemaeker, uuijt naemen Johan Hollanderrentemeister tho Saesfelt, und spreeckt aen Coert Hanninck tho Dulder endesijn huijsvrouwe voor betaelinge van 28 mudde een schepel roggen, tot goedereckeninge, craft verthoende obligatien sub dato den 24 julij 1612, onder dehant van beklaechten Coert Hanninck mit allen interesse a die more, hinderende schaeden gedaen ende noch tho doen, versoeken hijr op verwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax, salva purga

8.

Sententia pronunciata tusschen Jr Wolter van Hoevel tho Hoijckinck contraMersman tho Dulder

8

Jan Wermelinck spreeckt aen de weduwe Wissinckster tho Gammelke voereen mudde boockweijten en 4 daeler, herkommende van een verkofteboedden?

Gerrijt Tonnissen wegen sijn vaeder wort geeijgent aen Kemna tho Gammelkesijn pande nae lantrechte

Item wort geegent aen Jan Rijkerinck tho Doeringe sijn pande nae lantrechte

Noch doet Gerrijt Tonnissen sijn verwin op [Gerrit] de Wissinckster thoGammelke vermoege sijner aenspraecke

Jan ten Nijenhuijs exhibeerde straffe ende eventuael conclusion, contraHermen Swaefferinck

in de linker marge:

debet, et nilil?

Hermen Swaefferinck versocht copiam ende tijt van 14 daegen, ter noodt adprimario post ferias

in de linker marge:

debet et oick? Loessinck

Die Er. Werd. heren des capittels binnen Oldensell exhibeerden doorHenricum Benoijt, eijs ende conclusie, contra Lambert ten Dalhuijs inde Lutta

Lambert ten Daelhuijs versocht copiam ende tijt van 6 weken

in de linker marge:

debet {?} et nihil?

Gregorio Delagatti wort geeijgendt aen Weginck tho Hassel sijn pande naerlantrechte

9

Copije van d’eerste volmacht

Wij Borgermeisteren Schepen ende Raet der Stat Delden maeken kundichiedermennichlijck, ende bekennen hijr met voor d’oprechte waerheijt, wie darvoor ons in Schependom tho gerichte gecompareert und erschenen sinen, jr

9

Bernaert van Beverfoerde tot Mensinck, ende Jufrow Pelegrina van Covordeneheluijden, und hebben inde bundichste, beste, ende bestendichste formegeconstituert und volmachtich gemaeckt, constitueerde ende maekendevolmacht bij desen, den E. Johan van Covorden, onsen mit borgen, umme inconstituents naeme und harent wegen, voor den gerichte van Oldensel teverschijnen, gerichtlijcken naer forma van lantrechte aldaer op endeoverdraegende, aen Hendrick Derckinck Kunne sijn echte huijsvrouwe, undederen beijden erffgenaemen, haerder constituenten andeel des erfhues enguedes Derckinck, soo unde als dat met sijne alinge olde unde nije tho behoerhebbende rechte ende gerechticheit gelegen is, tho heijde, tho weijde mettoppe ende twijge inden gerichte Oldensel, buijrschap Lemsel, in conformiteitdaer van opgerichtede coopcedule, laetende hijr over depesscherenbehoorlijcke, gerichtelijcke verschrijvinge, und alles doende wat tot deesenopdracht ende verschrijvinge eenichsins noedich, alwaert dat sulx naerderende speciaelder last muchte requireren, jae off de constituanten in egenerpersoon present waeren, selvest solden ende behooren te doencum clausulis rati habitionis indemnitatis nae non alijs de iure ac?consultadine,necessarijs, et solitis ad computum coniuctis, allent sonder argelist, inoijrkunde der waerheijt soo hebben wij borgermeisteren, Schepen ende Raetvorschr onse stadt secreet segel (: negest der maent Schepen eijgenondergeschr handen:) opt spatium gedruckt Actum Delden den 2 novembris Anno 1631onderstont Hendrick Loesinck, Albert ter Borch {?}

Lorvi? Sigilli

10.

Copije vanden 2den volmacht

Ick Joannis ab Haegen substitueerde richter zu Neuwenborch, tue? kundterkenne unde bezeuge hijr mit voor allen unde jedermennichlijcken das vor mir{?} deren? Gerichtes Scheffen eijgener personen voorkommen underschennen der woledelfesten auch wol edele viel ehr und duegentichenBernart von Beverfoerde und Anna van Bilderbecken eheleute, borchman alhijrdes slos Neuwenburgh, sachten unde bekanden, {?} sie hijrbevoerens denerntachtbaeren Hendrick Derckinck und Kunne sijner huijsfrouwen ihm kerspelOldensel und buijrschap Lemsel seshafftich, soo taene quota oder antheil, wiesie van weijlant Johan van Coverde affterlassen wittibe ehrer moijeerbgesessen auff den kolcke, aen sich gebracht und gekauff desselbeDirckinck Erbe und guet mit desen pertinentien zubehoeren, recht undegerechticheijt, gants freij und kummerloess, unbeswaert, versetz nochverpandet, hie widerumb erblich und ewichlich verkauft, alles voor eine sommageldes wie sie mit ein ander enich geworden, dafur barlich entfangen, und sichgutter zalunge theten bedancken, die wijl aber nhur die gerichtliche aufftragt fur

10

gehen solte, alsoo iets aengeben das sie soo tanich [action] cession ietz ausserheblichen furfallenden ursachen, dieselbe inder persoon nit beijwonen, vielweijniger vollnzehen konnen, zu dem ende, als haben sie wolgedachtenBernart von Beverfoerde, und Anna van Bilderbecke eheleute, fur sich ihrenerben und anerben, zu volnfhurungh desselbigen, zu ihren ungezweijfelthverwalter{?} gesetz, constituert und verordent wie sie dan auch hiemitoffentlich ihn kraft deses setten, verordenden und constituerden, denErentachtbaeren und bescheidenen Johan van Coverden

11

burger zu Delden, aldaer ahm gerichte zu Oldensel zu erschinen, und zuemvorschr Hindrick Derckinck sampt Kunne sijn huijsvrouwe und ihren erben, sothaenen vorg cession transportation auftlaesunge ende aufganck zu rechtebundigest thun, wie sich dessen ordnungh dero rechten nach daeselfs? obligeteijgnet und gebuert, ob sie substituenten selbst ihn der persohn aldaerjegenwortich wehren, thun und lassen, sollen konnen oder mochten {?} auchihren constituierten gewaltrageren ferner macht ein oder mehr affteranwelterenahn seijne {?} zu substitueren, unde soo ofte nodich zu revocieren und sulchengewalt an sich zu nhemmen, versprecken sich auch ferners was voorggewaltragere und dessen substiuirten, deshalben ihn ihre sache thun handelenund lassen werden, selbige stede lesten? als de judicio sisti et judicatum solviallerdings schaedeloes zuentheben, und zu halten,beij verunderphandinge ihre bewegl: und onbewegliche habe und gutere, allesonhe gescherede? und argelist wante dan dit alles, in massen wie obsteget van mir voergeschr substituertenrichtes, ergangen und beschehen ein beiwesent der ehrentgeachtichen JohanAeverstegen und Berendt Becken als churgenossen des gerichts, soo habe ichdesen zu waerheijt unkundt mein gewontlijcken pfitschaft hir under auftspacium dieses bekrefftiget mit selbs hant geschrieben undeundergeschrieben, auch zu mhere bostettunge, sie volg. Eheleute undverkaufferen beijde mit selbs hant undergeschr Actum Neurenburgh ihn tausent sechshundert einundreissichste jaere, ahmmontagh dem siebenzehenden der monat Novembris, was onder tekentJoannes ab Haegen, Bernart Beverfoerde Anna van Bilderbecks

lorg sigilli

12

Anno 1631 den 3 den Decembris

Gesubstitueerde richter Casparus Waterham Coernoten Merten Smitt

11

Hermen Hoijckinck

Johan Flodrup als mede erffgenaemen van sal. Arent Hemert, spreket aenBerendt Samelant tho Losser voer 100 daelers capitael, 2 jaeren rente, samptgerichtelijcke onkosten, soo Hijndrick Samelant vorschr Flodrop heeft [ {?} ]losskundige gedaen, vergangen meij tho betaelen, ende sulx niet is geschiet,versocht daevan betaelinge, unnd verwin nae lantrechte

Gerrijt Tonnissen im naemen sijns vader Tonnis Gerritsen wort geegent aenCoop ter Borch [ sijn pande ] tho Hassel sijn pande nae lantrechte

Albert Tebelt in naemen Johan van Toebenborchs wesekint wort geeijgent aenKalter in Lutte sijn pande nae lantrechte

Aleff ten Tusschede doet sijn verwin op Coop Borchman tho Hasseloovermoege sijn aenspraecke

Die Burichter van Doeringe Hesselinckhoff uuijt den naeme vande gemeenebuijren, seggen op alsoo daenige aenspraecke huijden 14 daege [gedaen] vanFrerick ten Tusschede gedaen, hem niet schuldich tho sijn, oock nemant vanhoere marcke sulcke schult bekent is

Erschenen Geert Monnekinck tho Doeringe, ende dient in sijn antwoort ofterede van {?} tegens Berendt ten Brinckotte bitt als dar inne

Berendt Brinckotte alias Schasfoort inde Lutte versocht copijam ende tijtprimam post ferias, [ als ock copijen]

13

debet et {?}

Thomas Spangemaeker volmachtiger des woled. Johan van Twickelo thoBorckbening versocht uuijtstel totten ersten rechtdaegh post ferias Nativitatister oorsaecke comparants principalen noch niet weder binnen lants isgecomen, tegens Licent. Tongeren als volmachtiger vanden heeren {?} deKetteler, soo hem van jegendeel is vergunt mits refunderende sijn daegescosten

Dominus Ellerborn tegens Johan ter Caverick ante {?} overgelachte quadruplicsoo in effectie nhur triplick kan gerepeteert worden, ter cause Hijndrickexcipiendo actor geworden, persisteert dominus Ellerborn bij sijn voerigegenomene conclusie undt presenteert wie voeren in quantum {?} te {?} het

12

overgelachte van Johan ter Caverick sijn intituleerde quadruplicq nhurrepetitionum {?} is, {?} {?} versoeckt terminum ad concludendum

[debet et miki?] {?} debet]

Gesien bij Engelbertus Richters Richter die ongefundeerde duplica derweduwen Hooffslachs erachtet onnoedich tegens dieselve wijder tho handelen,in meeninge sijnde sijn intentien nae rechte genoochsam bewesen tho hebben,deswegen mits desen concluderende, met expresse reiectie der allegaten? datdie weduwe voorgess dat hij cleger doemaels geen judea competens solde sijngewest, (: als {?} nochtans:) ten t’welcke inpertinentie wort geallegeerten tenaenseen beclachtinne daer de competentie, des clegerens als doen maelsrichter in loco, alwaer sij? selbst? oock geresideert, hoeren betaelinge heeftbecomen, ende alsoo [oock] dieselve oock schuldich die geborchde gerichtscosten tho betaelen concluderende andermaels cum submissione onder protestatie van costen,mede reiecterende oock die {?} des nijen lantrechts, t’welck doenmaels nochniet in ehre gewesen, deswegen nit kan ligen? [uuijt] {?} notorus juris

14

In contrarie Bernardt Becker als volmachtiger der weduwe Hooffslachs contraEngebert Rechters repetert contrata sijner avergelechten exception endereplije, sustinerende alnoch, dat anno 1624 voorgeschr Rechters incompetentsij gewest, naer luijt der heeren placaten, weshalven waer hij geen jurisdictiongehadt, ende soo hem dan ettelijcke gerichts penningen doe ter tijt haddenresterende geweest, {?} well? expresselijcken ontkent, men hem dieselve nietschuldich weer tho betaelen, ter cause dat hij geen richter is gewestConcluderende hijr mijtt, ende reiecterende [haere] des anleggers intentie,cum submissione mits maeckende eijs van costen

Erschenen Swenne Wissinckster tho Gammelke bekent oprechte schultschuldich tho sijn aen Gerrijt Helmichs Fenne sijn huijsvrouwe de somma van19 daelers ijeder daler ad 30 stuvers, settet hoer tot eenen waerenonderpande een seecker stucke [lants met] roggen gewas geheeten hetbeeklanck, sijnde van omtrent 9 {?} schepel geseijs, sal up Jacobi {?}tegens’selve moegen lossen met die voorschr 19 daelers, bij faulte van dien,sal Gerrijt {?} {?} {?} het selvige gewas moegen antasten thot haeren vollebethaelinge tho, tot estimatie van 2 onpartijdige mannen

{?}

Anno 1631 den 10 decembris

13

Richter Lubbert van Rensen Coornoten Merten SmitHermen Hoijckinck

Berendt Schassfort exhibeerde advertissement {?} debet contra GeertMonnekinck tho Doeringe, t’welcks Schasfort hadde moegen inbrengen adprimam post ferias, dan doet sulx, om dat sij wederpartije daer in mach doennae sijnen {?}

15

Berendt ten Kotte wort geechent aen Schopman tho Gamelke sijn pande naerlantrechte

Erschenen Lubbert ten Swartkotte bekent oprechte schult schuldich tho sijnaen Berent Gijsberts die somma van 15 daelers {?} 10 st heerkommende vanvoergestreckte penningen, ende settet daer voer gerichtelijck tot onderpande,seecker stucke roggen gewas, groot 9 schepel {?} geheten die Veltkamp, omdaer vor [seck] {?} sijns betaelinge te comen op st. Jacop tho comende, bijfaulte van dien, sall voors Berendt tegens’selve gewas moegen aentasten totsijner volle betaelinge tho, ende sulx tot kennisse van 2 onpartijdige mannen

Tonnis Bulsinck wort geechent aende wedwue Wissinckster tho Gammelkehaere pande naer landtrechte

solvis {?}

Erschenen Bernardt Becker verthoenende seecker volmacht van FransFransen borgeren to Collen alhijr int gerichte [verthoont] de dato den 15 juli1631 onder t’segel vande stadt van Collen, dewelcke oock alhijr [verto] [voerguet] geagnoseert, ende heft crafft derselven voors Becker uuijt desen gerichtseijn? obligatie gelichtet van 170 rijcxdaeler 16 st de anno 1626 den 11 augustigegeven van heeren van Merode aen Everhardt Roemer, soo mit sijn pitsierende eijn handt ondertekent, ende sulx ter cause van gedaene cessie in desengerichte anno 1631 den 26 maije

16

Anno 1631 den 17 decembris

Richter Lubbert van Rensen Cornoten Merten SmittHermen Hoijckinck

14

Erschenen Hindrick Hartman in Lutta Aelen sijn huijsvrouw als naegelaetenewed. van sal. Engelbert Huijvinck, assisteert met hoeren eheman HindrickHartman voorgeschr wegen die naegelaetene kinderen van hoer sal. EhemanEngelbert Huijvinck voorschr, maken volmachtich hoeren swaeger JanAmelinck tho Lonneker, omme in vrundtschap oder met rechte toe procederenvoorden Ehr. Gerichte tot Enschede, tegens Luckas Huijvinck wonaftich indebuijrschap [Lutte] groet Drijnen, aengaende het erves Huijvinck indenbuijrschap Grooten Drijnen te doen [oft] en laeten als sick des naer rechte sall behoeren tot profijt dievoorgeschr kinderen van sal. Engelbert Huijvinck, belaeven Hindrick Hartmanende Aelen eheluijden, alles in weerden te holden,

Becker nomine Roloff Jansen tho Deventer wort geechent aen Johan Meijlincktho Saesfelt sijn pande naer landtrechte

Gerrijt Tonnissen wegen sijn vader, Tonnis ten Kotte wort geegent aenwedwen Wissinckster tho Gammelke naer landtrechte

Gerrijt Tonnissen wegen sijn broder Gerrijt Tonnissen spreeckt aen BerentGerbertinck tho Hasseloo voer 110 daeler 15 st heerkommende van geleentgelt ende gehaelde waeren

Aengeeijst ende niet erschenen ergo contumax salva purga

Erschenen Johanna van Deventer moeder vanden er. Derick van Deventeramptman des pravestije tot Oldensel geassisteert met Henrick Frijso

17

hoeren gekoren ende tot deser saecken geadmitterden mombaeren, gaft voerhoe dat den gerichte wel bewust were, [hoe] dat haer E. sonne de ampman derpravestije tot Oldensel Derck van Deventer seecker proces tegens den E.Plechem Nijters ampman des Stifts Wijtmarsen geinstitueert hebben Inmiddels sij voer gevallen dat dieselvige niet seker alhijr tot oldensel derftcompareren als alhijr wegen sijns officie der pravestije gesocht sijnde unnd inverwaersam? genomen is [ wesen] weerden, daer van men versocht dat invalditselve punct aen rechtsgeleerden sol uuijtgestelt werden, het E. gerichte wilgelieven attestatie mede tho deelen, oder infal van beswaeringe dat in tijt vanvijff daegen [sal] comparanten sal thogelaeten weerden, solckes thoverificierenSecht dem negest dat den E. Amptman voorgeschr opt replijcq doer denvorschr amptman van Wijtmersen lestleden ingedient, niet konnen handelenluijt sijn gedaenen missiven, den sij dan dat sijn E. sijnen schriftueren hebbennaer gesien, dewelcken doer brandt aenden pravestije vorschr voer eenigejaeren leder godts {?} sijnen inder haest met andere papieren van {?} [ende

15

anderde {?} ] sint vermisschet [sijn] worden, niet alsoo doer anderen konnendoergesien werden, soo lange hij selffs niet met securiteijt als selffs indenpunct legalia persona sijnde dieselve niet en heft visiteert, versoeckt derhalvendat haeren soone voorgeschr moege tijt vergunt werden tegensvoergenoempten amptman van Wijtmersen, bes ter tijt sijn e. met frijcheijt alhijrtot Oldensel wederomme sal moegen compareren, oder daer soodaneindemnitheijt? qualijck genomen worden, ten geringsten? bij {?} tot 3 maenden,sall die amptman der pravestije vorschr nicht weijnige soo dieselve eer sonderperijckel ende praejuditie van sijn heer {?} erscheijnen werden moegen, sijntegendeel sulx {?} mitten eersten, omme inde saeke ten spoedichste thoeverthonen?, sustinerende hem sulx niet moege geweijgert werden

18

Erschenen Swenne die Wissinckster tho Gammelke met haer soon Lubbert,bekanden oprechter schult schuldich tho sijn aen Hindrick van GroeningenAeltijen sijn huijsvrouwe die somma van 31 guldens, heer kommende vangeleent gelt, settet haer tot eenen waeren onderpande seven stucken roggengewas van omtrent 9 schepels geseijs geheethen de corte bree gelegen inGammelke [buijrschap] ess, om daer van bij faulte van misbetaelinge aenhoeren verschotenen penningen te geraeken, en haer vant vorschr gewas temoegen betaelen, tot estimatie des gerichtes ofte van 2 onpartijdige mannen

Becker nomine Johan Wijntijes versocht nae athmaels recht anpandineaenden gront geheeten die Westerick kamp gelegen inde buijrschapBerchuijsen thobehoerende Johan Rosen, met versoock dat die anpandingeden eijgenaer vorschr Johan Rosen moegen insinueert worden naerlandtrechte, ende is dit gebedene vant E. Gerichte vergunt

Erschenen Thomas Spangemaeker volmachtiger des woled. Gerraert vanReede heer tho Saesfelt und Herne, als oock uuijt dien naeme TrockelsHollander, ende dient in replicam mits sekeren bijgevoechden contschappendaer bij bedingende noch seker missive onder de hant van comparants herenprincipalis broder heer zu Prenthaegen, tegens den oock woled. Hans Albrechtvan Rheede tho Brandtlecht, bitt als daer inne

Idem Spangemaecker volmachtiger des hooch und wolgebornen {?} zuWilhem Henrich {?} zu Benthem Stenfoorde Limborch {?} und lecht over craftverthoender volmacht de dato den eersten martij 1631 aenspraecke met 3bijgevoechte documenten sub A.B. et C. daervan men den originalia

19

vande 2 geroerten documenten sub A. et B. in plas der copijen is bedingende,versoeckende dat Joannes Edler als erffgenaemen van sal. Hindrick Loelvinck

16

unde tegenwoordige besitter des erves Hengelo in Lutta hijr op moegeaengeeisst worden, op sijne gedaene uuijtleijdinge des vorschr erves Hengelo,omme op overgelechte libel terminum tho collegeren, offt naer sijnen raedtdaertegens te doen, ten regarde vorschr Edler tot den fijne tegens huijden craftt’relaes van Caspar Waterham is gecijteert worden, protesterende vandekosten

Casparus Waterham onderrichter gichtet die citatie aen Ed:? muntlijck gedaen,des ter antwoort gegeven sulx niet aentenemen, het waere dan hem sulx meteen gerichtelijcke wette thogesonden waeren, omme sijn principal coper daervan tot een guarrant {?} derselve

Becker volmachtiger vanden woled: Jr. Hans Albrecht van Reede thoBrantlecht, contra oock den woledle J. Rhede tho Saesfelt versocht copiamvande ingebrachte replijc ende tijt van 6 weken, ter cause datmen hoopethaere beijden saecke sullen componeert worden, oock [dewijle] dat de [ {?} ]heer principael van huijs is, die welcke sijnen advocaten allen bericht moetmede deijlen, niet twijvelende dese vorschr redenen sufficient tho sijn,oemme? ses weken tijt te erlangen, diewelcke hem oock vant gerichte vergunt

20

Een nootgerichte geholden

Anno 1631 den 24 decembrisGesubstitueerde richter Casparus Waterham Cornoten Gregorio de LagattaBerendt Kettwich

Alsoo Hans Hollender amptman tot Saesfelt heeft arresten gedaen op diepachten [deses] soo op Martini lestleden waeren verschenen indt stift offteabdis Metelen als nemptlijck gaende uuijt die erven Bennicker ende Nortkampsbeijde in Lutta gelegen, als oock uuijt hett erve Mersman in Boeninge endeSeverdinck in Gammelke, diewijle dan soodanige arresten niet konnenaffgedaen worden, sonder genochsaeme borchstellingen, soo is erschenen dieE. Adrian van Loer amptman van Essen ende Metelen, ende heeft die arrestenaffgedaen, ende daer beneffens voor borge gestelt den E. Johan Wolderinckborger alhijr binnen Aldensel, [die] dewelcke gelijck fals is gecompareert endesijn borgerlijcke recht soo vele die vorschr pachten aengaende gerenuncieert,ende sick desen E. gerichte submitteert ende met hantastinge aengelavet tewillen voldoen alle het geene soo Hans Hollender {?} vorschr op de voorgpachten heeft tho pretenderen

21

17

Anno 1632 den 7 Januarij sijnde den eersten rechtdach naer kerssmisseRichter Lubbert van Rensen Coornoten Merten SmitHermen Hoijckinck

[Erschenen]Erschent Lewerix Lambert [ {?} {?} ] Trijne sijn huijsvrouwe gaen uuijt endedoen vertichnisse erff ewelijck kummerfrij onwederlosbaer die helfte van eenseker stucke veenlants groot int geheel ses schepel geseijs, liggende neffensde schutten ende oock Alberts landerijen inde Lemsseler Schoeten mit degerechticheijt van mesplaggen daer tho te moegen winnen uuijt de vorschrmarcke Lemselo, bes aende beecke bij langes Derckinx mede, tot aen Otten:Arents maete alles naer wijderen inholt des principaelen coop brieff [van] sooden vercoper bij sich geholden voer holtrichter Essert vander Marck, samptden woled. Gerhardt van Reede heeren tho Herne ende Saesfelt, ende denerw. Capittel St. Plechem binnen Oldensel, als mede geerveden endegecommitteerden der voorschr marcke Lemselo den 5 februarij 1619uuijtgegaen, tot behooff ende erffelijck gebruijck ende bate kummerfrij endeonbeswaert, Arent Engbers Mechelt sijn huijsvrouwe sampt haer beijdenerffgenaemen, [ In meliori forma] dar? vor de somma van penningen?[bekennen] vercopers van coperen bekenenn ontfangen tho hebben van datvorschr helfte stucke landes voldaen ende betaelt tho sijn alles sonder argelist,gelaven sulx tho staen ende waeren in meliori forma

Erschenen Berent Samelant Jenneken? sijn huijsvrouwe gaen uuijt ende doenvertichenisse seker hoockx gront gelegen in Cops [heft] haver heft soo als datselve al bereets uuijtgegraven is {?} {?} schietende met d’ene sijt aen Copshaver maets met dander sijt aen Swerinx? Maete teene ende Schomakersgaerden, alles tot profijt ende

22

erffelijck gebruijck commerfrij sonder ennige beswaernisse van BerentKeiluer?, Gertken sijn huijssvrouwe, sampt haere beijde erffgenamenunde is oock bescheijden dat die geene soo die wech hebben naer de grooteCopshaever maet, [doer de vorschr opgegraven lant] sullen haer recht endegerechticheijt beholden doer dit vorschr opgegraven lant tho vaeren endedrijven, ende bekenden vercopers den eersten penninck van coperen betaeltende voldaen tho sijn, gelavende sulx tho staen ende tho waeren alles inmelioiri forma

Op alsoodaene anspraecke vanden 9den december 1631 als Johan Flodrop,als mede erffgenamen van sal. Arent Hemers op Berent Samelant heeftgedaen, is erschenen Berent Samelant Jenneken? sijn huijsvrouwe unde

18

presenteren die voorige anspraecke met een haer pensioen unde allegerichtelijcke costen soo daer op verloopen, ende noch verloopen mochten op compstigen Martinideses jaers sonder faute tho betaelen ende dat sonder eenige wijdereprocedure ende meijster

Erschenen Berent Bruninck op gedaene dachlegginge aen Nijhuijs tho Drijnenende versocht [betaelinge] van gl. beclachten als gebruijcker des vorschr ervesofte landerijen Nijhuijs betaelinge van 8 keijssers guldens, vermoege sekersententie voor die heren gedeputerden die landtschap van Overisseluuijtgespraecken daer van men in cas van oppositie in tijt van 8 daegen ofte 14ten hoochsten presentiert bewijs tho brengen, versoeckende alsooconcludendo als vooren met alle hinder ende schaeden factis et ficadis?, endeaeneijssinge bij gebreck van comparitie verwin

Hindrick de olde Nijhuijs ontkent die schult van dese vorschr aenspraecke, tensij hem dieselve met rechte genoochsam bewesen wort, protesterende vancosten

23

Burger Lambert van Losser exhijbeert libellum tegens Berent Samelandt bittals daerinne, versocht aeneijssinge in cas van uuijtblijven contumaciam endeverwin, makende eijs van costen

Erschenen Hermen Swaefferinck geassisteert met Antonio Loessinckexhijbeerde sijn contra straffe ende eventuael conclusion schrift contra Johanten Nijenhuijs clegeren, volgens affgegevene sententie, versoeckende dat daermede der proces geslooten, ende partijen tot dien ende moegen gecijteertworden, mits dat nae landtrechte in puncto conclusionis 3? documentenvanden secretarius desen erbaren gerichtes, alsdan oock moeten gerevideert,ende gesubscribeert worden, mit eijs van costen, stellende sulx ad decretum

Berent Samelant begeert copiam vant libel doer burger Lambert ingedientende tijt

debet

Berent Samelant secht op alsoodaene libel ende aenspraecke door borgerLambert ingedient soo daenige woorden niet gesproken tho hebben, t’welckehij ende sijn huijsvrouwe bij haer eede willen bevestigen

Johan ten Nijenhuijs secht dat bekl. Swaefferinck niet behoort geadmitteertnoch gehoort tho worden, ten sij vorschr beklachten, die gedaene costeneersten gelecht tho hebben, daer van hem doer den gerichtsdener Hindrick

19

Molkenbuijr die designatie voor desen is ten handen gestelt, ende nu vandiminutie naer landtrechte versteken is, {?} dan die ersten inholt gl. designatieerlacht sint versocht comparant Nijhuijs vande ingediende stucken copiamende tijt van 3 weecken ad contra, ter oorsaecke nije documenten tot 5 tho sintingebracht, van costen protesterende

24

Gerrijt Nijtert in naeme sijns ohms versocht uuijtstel die tijt van een maenttegen Geert Kremer borger tot Deventer, t’welcke hem van jegendeel isverguntt

Erschennen Frerick ten Tusschede als vaeder sijner dochter Engelken,naegelaetene weduwe van sal. Lic. Theodoro ten Camp ende spreeckt aenuuijt den naeme sijner dochter der vorschr wedua van gl. ten Camp sal. diegemeene buren van Doeringe voor betaelinge van 26 keijsers guldens edochtot rekeninge vermoege overgeleverde extract, uuijt sal. Licentiaeten ten Campsijn schultboock heerkommende van verdient loen, soo sal L. Camp in sekersaeken tegens die guetheren van Doeringe die bekl. heeft gedient,voorbeholtlijck noch vant geene soo in gl. Camps sal. wijdere antekeningeende schultboocken mochte befonden worden, versocht comparant als {?}persoon ende mombaer concludendo betaelinge ofte bewijs van betaelinge, bijgebreck sulx verwin, ende executien daer tho staende, ten cause op verdientloon {?} geene anderen daegen van bekl. gestadet worden, als betaelinge thodoen ofte bewijsen, [aengae]

Joachim van Meijborch wort geechent aen Lucas Lutter tho Losser sijn pandenaer lantrechte

debont? Et nicht {?}

Hesselinckhoff als burichter tho Doeringe secht op die aenspraeke van Frerickten Tusschede gedaen, t’selve hem overmits hij noch onlanx burichtergewesen onbewust tho sijn, versocht van vorschr aenspraecke copien als oockvant ingediente extract, ende tijt van 14 daegen, om met die gemeene burentho sprecken

25

Hendrick van Aken dient in sijn schriftl. anspraecke contra Hendrick Balchuijsgearresteerden, versoeckende dat hij naer lantrechte sal borge stellen ofteblijven tot voldoeninge des libels {?} voorts naer behoorenThomas Spangemaeker volmachtiger Jr Johan van Twickeloo, secht nominequo {?} lic. Tongeren als volmachtiger Baron die Kettelers voor desenovergelechte anspraecke dat comparants principaelen, vermoege sijne

20

adelijcke previlegie wesende een riddermatige persoon voor desen gerichteniet sij convenibel, ende daer lic. Tongeren vorschr sijn principael vermeenteenige pretensie op comparants principael [mach denselven vermeent] thohebben mach dieselve lic. Joncker van Twickeloo voor sijn gebeurlijckrichteren bespraecken, sal hem alsdan daer voor naer behoor bejegentworden, reiecterende per impertinentiam allet gene soo durch wederdeels hijrtegens muchte gedaen worden, versoockende niet tho min, soo et was mochtedaer tegen gedaen worden [daervan] copiam ende tijt van een maent

Lic. Tongeren dient in antwoort op d’exceptie in naemen sijne principaelen derBarond die Ketteler, contra Johan van Twickeloo tho Borckboeningenbeklachten, versoeckende daermede tho sluijten

Alsoo huijden terminus is dienende dat Dalhuijs in Lutta, op die impetitie desheren vant Capittel soll antwoorden, wort t’selve antwoort nu verwacht, bij fautevandien, begert comparant heer Benoijt in naeme des capittels vorschr datDalhuijs contumax verclaert, ende ad concludendum? in causa geciteertmoege wordenDalhuijs angeeijst ende niet erschenen, ergo contumax salva purga

Frerick Brandt nomine Gerhardus [Vorden] Rovenius wort geechent aenMonninck tho Doeringe sijn pande naer landtrechte

26

Lutenant Baterbas heeft nae paelrecht vercoft een swarte ruijn tho behoorendeCoop ter Borch, ende is door vorschr Baterbas in geset voer 2 daler ende isdaer van cooper gebleven

Henricus Friso wort geechent aen Johan Rijkerman tho Doeringe, LuijckenFrerekinck, Elsmars, Diersmans, ende Wijfferdinck, in Boeninge, haere pandenaer landtrechte

[Dalhuijs aen]

Becker wegen sijnes swaegers Hindrick Balckhuijs caveert voor hem die juditiosistenio? et judicatur solvend., ende versocht dat gearresteerde tegens diecaution moege gerelaxeert worden, ende renunciert Becker sijn borgerlijckeprivilegie settende tho onderpande sijn have ende goederen, versoeckendevande ingediende anspraecke die tijt van 4 weken ende copiam, submitterendesijn persoon ende goederen in desen gerichte gelegen, woermede diegearresteerde vant arrest is ontslaegen, et constutus? procurator

Anno 1632 den 14 januarij

21

Gerichtsverwalter Casparus Waterham Coornoten Merten SmitHermen Hoijckinck

Hendrick Elshoff tho Delden wort geegent aen Egbert ter Borch tho Hasselosijn pande naer landtrechte

Gerrijt Tonnissen in naeme sijns vaders wort geegent aen Jasper ter Gunnetho Wersel sijn pande naer landtrechte

Erschenen Derick ende Arent Huijsskens gebroderen, {?} Pellegrim Ginck?mett Hendrick Barber Huijskens und Hindrick Ginckx haer respectivehuijsvrouwen de rato cavierende gelijck rechtes voor haer respective broderende swaeger Berent Huijskens, als wettelijcke erffgenaemen van salige Bernt

27

Huijskens {?} ende hebben bekent verkoft tho hebben aen Een Erw. Capittelbinnen Oldensel alsoo daenich recht gerechticheijt ende actie als sij dus langegehadt, aen seeker stucke veltlants gelegen aen Dalhuijs Veltkampe inde Luttamet deene sijt ende met dander sijt schetende aent Roeder Velt, mits en? voorde somma als gl. comparanten daer op staende gehadt hebben ende haer nuvant cappittel voorgl. thot haere goede benoeginge volcomentlijck entrichtet is,alsoo dat sij d’exceptie des ongetelden geldes vertijen, doende derwegenvande selve camp oder actie ende recht dien sij daer aen gehadt behoorlijckecessie ende transport tot profijt des welgedachten capittels, met beloftedieselve hun altoos tho willen staen wachten ende waeren naer behooren,alles in meliori forma, ende hebben tot meerder versekeringe des capittels denbrief welke comparanten duslange in bewaeringe tot haer verwissinge gehadt,aen handen van een erwerdiigen capittel avergelevert

Erschenen Thomas Spangemaeker nomine Hans Hollander ende secht totjustificatie vant arrest gedaen op de pachten der erven vrouwe Abdissine thoMetelen thobehorende, ende naer lantrechte tot 6. weken vervolght, daer vand’intimatie gedaen in faciem? Adriaen van Laer sick? draegende als amptmanderselver vrouwen abdissen, dat sij voorschr principael wolgl. Vrouweabdissinne voergestreckt heeft tho weten 242 gulden 3 st salvo calculo luijtrekeninge hijr bij overgelecht, versocht daer van betaelinge ofte bewijs vanbetaelinge cum expensis, bij gebreck vandien executie op die gearresteerdepachten, ende dat gecijteerde sall worden ingeeijst, ende gelastet,

28

22

In cas van oppositie als een uuijtheijmisschen procuratoren in loco te stellen,ende voorts domicilium teligeren, bij gebreck van sulx contumaciam en {?}citationem naer lantrechte

Erschennen Lubbert und Hindrick Meijlinck soldaeten onder Capt. Jan vanEcke verthonende sekere obligatie alhijr van Hans Hollander,

in de linker marge; [alhijr verthoont]

soo hij gegeven aen Jan Meijlinck ter summa van 12 daelers versocht vorschrLubbert Meijlinck dat Hollander moege betaelinge doen ofte betaelingebewijsen, met soo wel het capitael als verloopen interesse, und dewijl hijMeijlinck is een soldaet tho Grolle, ende sonder gevaer alle daege hijr niet kankommen soo versocht anlegger alnoch dat hem ijlich na rechte muchtewedervaeren [worden], bitt aeneijssinge bij gebreck van comparitie verwin,maekende eijs van costen

Opde aenspraecke van Lubbert ende Hindrick Meijlinck sick draegende alserffgenaemen van sal. Johan Meijlinck Mette sijn huijsvrouwe, secht ThomasSpangemaeker nomine Hans Hollander dat sijn principael daerop aen vorschrJohan Meijlinck sal. ende desselven huijsvrouwe betaelt heft eerstlijckeneenen gelderschen rijder sijnde ii gulden noch 5 gld. 8 st. Item tweerijcxdaelers makett 10 gld. 8 st. noch met den voorschr den 15 Novembris1616 een schepel weijten gedaen heeft, Item .1617. met een schepel roggengedaen, noch den 22 Novembris 1619, een vercken met gedaen voor 50stuvers, alles vermoege Hollanders eegen handt, alhijr int gerichte verthoont,secht comparant verners dat sijn principael obgl sulx als gesecht waerachtichtho sijn met lijfflijcken eede ende salvo conscientia te willen beduijren endeoock mennichmael met cleger willen [tho rechte] {?} treden, ende geernebetaelen, het superplus, versoockende alsoo cost ende schaedeloeseabsolutie, cum submissione voerbeholtlijck nochtans dat beklaechte die voorgeschr betaelinge soo nodichmet een levendich persoon noch wal kan bewijsen, welcke nu? cranck is,

29

in de linker marge:

debet jud. nihil? non?

Thomas Spangemaeker nomine Hans Hollander wort geechent aen JohanSchuijrman sijne pande naer landtrechte

[den Spanij]

23

in de linker marge:

betaelt een gulden, i vierde beijde acten van den soldaeten

Ter contrarie op die gedaene antwoort van Thomas Spangemaeker nomineHans Hollander, nomine Heredum Meijlinck secht Becker dat die genige soosolutionem is allegerende, dieselvige moet bewijsen, dewijle dan alnoch geensolution is bewesen, maer allene nuda verla? worden vorgebracht, sooversocht alnoch Becker nomine principalium betaelinge te doen ofte betaelingetho bewijsen, oock mach gepresenteerde jurament geen plats grijpen, soolange geen halff bewijsdom wert bijgebracht, ende oock lantrechtens, datinstaende gerichte d’obligationes sub pur moeth voldaen worden,expresselijcken protesterende van costen ende schaeden, soo hem als soldaetsijnde in vangen ende spanne vanden vijant mochte wederfaeren, stellendeende makende eijs van costen, ende is wall tho passen op die obligationes,want onder des actoris obligatie is niet ondergeschreven gelijck onder desverwerders is geschiet, nemlijck een vermeende ende gepretendeerdebetaelinge

in de linker marge:

nihil debit

Engelbert Rechters richter spreeckt aen Lubbert ter Spraeckstedde voor 2daelers ende 6 st geleent gelt, behalven het gerichts gelt

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga

in de linker marge:

[debet nihi]

Adriaen van Laer per Ffamulum? versocht vande aenspraecke van HansHollander copei, ende tijt van 6 weken, soo vergunt

30

Anno 1632 den 21 Januarij

Richter Lubbert van RensenCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

[Erschennen Egbert Volcker in Lutta]

24

in de linker marge:

debet Spangem.

Erschennen L. Tongeren als volmachtiger vanden heren Baron de Ketteler,ende in sulcke qualiteijt geciteert sijnde ter instantie van Reijner van Raesfelt,om als huijden t’erschijnen ende contumaciam te purgeren, ende voortst’antwoorden, op d’anspraecke nomine Raesfelt tegens sijnen herenprincipaelen ingedient, secht tot purga vandien dat sijn principael als in Keijs.Ma:t denst notoorlijck abjert?, ende die vorige citation noch aendenselven nochan comparant niet en binnen intemeert, ende oversulx niet schuldich tecompareren, noch eenige costen tho betaelen, versocht alsoo tot paritie vande[vorige] leste wette copiam van hett voer ingebrachte libel cum annexis, endein tijt van 2 maent, omme daertegens te doen naer raet, exceptionis quibus {?}salvis

Burger Lambert tho Losser per Becker overgift sijn probationes par testes dervoor huijden 14 daegen gedaene anspraecke ende conclusie, ende oft welgetugen Willem ter Mollen ende Engelbert Sutthoff gedeponeert dat met den?anlegger solde gesecht sijn dat hij den boockweijte als int libel [ofte] overlechtselffs, ingedraegen solde hebben, soe ist nochtans derselven depositie inveritate per equivalentia gelijck, angesien gelijck luijdende sijn inder daet, datijemant etwat selvest doet, ofte lit tho doen, hett welcke tegens alle rechtens is,ende straffbaer weerdich, concludeert alsoo anlegger tegens verwerder als intovergelechte libel, naedermael naer luijt de contschappen genoochsambewesen dat die gedane ende articuleerde iniurie anleggeren geschiet,d’welcke niet naer landtrechte van verwerderen wederropen, oock verwerderden anleggeren voor eerlijck ende vroom voor die [off] an hem offgesantemannen niet heft erkennen willen, gelijck sulx naer landtrechte betaemt, onderexpresse eijs van dese noedeloose kosten, bitt aeneijssinge tot den eijndeende in cas van uuijtblijven, contumaciam

31

Erschennen Borgermr. Gerhardt Helmichs unde spreeckt aen HermenSnoijcks {?} idtsiger besitter des erves Snoijnck voor de somma 91. daelers ad30 st t’stucke, versoeckende daer van als besitter betalinge met eiss vancosten, herkommende van geleent gelt van sal. Hindrick Snoijnck #

Hermen Snoijnck secht op de aenspraecke van Borg. Geert Helmichsantwordende, hem niet schuldich tho sijn

Borgermr. Geert Helmichs versocht hijr van copiam ende tijt van 14 daege adreplicandum

25

Berendt Samelandt tho Losser begeert copiam vande anspraecke doer borgerLambert ingedient als oock vanden geleijde contschappen, ende tijt van 6weken

Erschenen Johan Edler inconformiteijt vande gedaene citation in dato den 8Januarij 1632, die hem den 13den [geste] Januarij geinsinieert is, secht dat hijcitation vandesen E. Gerichte heft versocht ende becomen tegens Jr Johanvan Eesschede als soon ende erffolger van Jr Floris van Esschedevercoperen, des erves ende gudes Hengelo in Lutta, dwelcke vorschrEsschede tot Tubbergen wort geinsinieert, alsoo in dese saecke sick nichtverders will bemoijen, eer ende bevoerens sijn principael vercooper nu bereetsgedaeget sijnde ende voor desen E. gerichte comparerende sulckeanspraecke aennempt, ende daer op tho doen, naer bevindinge der saeken,colligeert alsoo terminum van 6 weken t’welck hem vergunt

Anno 1632 den 28 JanuarijSubst. Richter Casparus Waterham Coernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Bernardt Becker volmachtiger van Jr. Hans Albrecht van Rede tho Brandtlecht,contra den heren van Saesfelt versocht noch 6. weecken uuijtstell, sulx tercause pro primo dat de richter daer voor voorschr Brandtlecht sijnecontschappen will beleijden van huijs is, ende den selven noch ter tijt niet kanmechtich sijn, pro secundo dat die richter tho Northoren, waer voor tegenpartije haere contschappen gevoert, gesuspecteert wordt, ende konnen endesollen die reden van suspitie bijgebracht worden, pro tertio, soo is volmachtigerBecker, [ad] als nu litis {?} niet [is] cijteert ad primandum? iurara testes [ad] et?dandum contraria interrogatoria, sustinerende genoochsam redenvoergebracht tho hebben omme ses weken dilaij

Alsoo Borger Lambert heeft voor desen sustineert als solde Berendt Samelantvoorschr Borger Lambert diffameert hebben, maer de wijle hij BerendtSamelandt sustineerde diffamatie expresselijck is ontkennende ende oock vangl. Borger Lambert ende den sijnigen, niet en weet dan alle eer ende goet,gelijck hij sulx alhijr opentlijck bekent, soo ist dat desse questie onder haer isopgehaeven, ende tho niet gedaen, bedingende Samelant sick mits desen vande broecke, reste prothocollo ende tgantse gerichte

Nae gedaene pandinge uuijt prothocollo aen grein? ende grunt desWestericker kampes thobehoerende Johan Roosen, soo versocht {?} {?}Becker nomine Johan Rijntijes opbaedinge aenden voorschr camp liggende bijBerchuijsen, mit versoeck dat [dese] op de anpendinge ende opbaedinge hemdurch eene wette naer landtrechte moege insinueert worden, omme deselveoff tho doen met gelt oft recht

26

in de linker marge:

Solvit 12 st.

Erschennen Lambert Deterinck ende dient in sijn aenspraecke metbijgevoegde contschappen tegens Lubbert Meijlinck ende Willem Hanninck inDulder, versoeckende dat dieselve moegen aengeeijst worden, ende bijgebreck van te compareren, in gekomener conclusie getoenter anspraeckegecondemniert, eersten ende voer alle dat beklaegeden voorschr moegengeholden worden borge tho stellen voer t’gewijsde te voldoen ter oorsaeckebeclaegeden noch niet ergens sint? hebbende, sonder haere woninge bijhaere olders hebben

in de linker marge:

betalt? 12 st

Lubbert Meijlinck ende Willem Hanninck versoecken copiam ende tijt van 2weecken ofte ter noodt

33

Johan ten Nijhuijs dient in sijn protestatie contra Hermen Swaefferinck bitt, alsdaer inne ende dat voorschr Swaefferinck bij gebreck van prompte betaelingevermoege gedaene moderatie moege geexecuteert worden, mit expresse eijsvan costen

Hindricus Friso volmachtiger des cloosters wort geeijgent aen Hijrinck? thoDoeringe sijn pande naer landtrechte

Hermen Swaefferinck versocht vande ingebrachte protestatie Johan Nijhuijs,copiam ende tijt van 3. weken

in de linker marge:

Solverunt 48 st.Desen uuijtganck sal int reijne? prothocoll gebracht worden, hebbe daer vancopiam versoecken {?} {?} bijlages

[Erschennen Merrijken die huijsvrouwe van sal. Steffen Hilbertinck, mit eerengekooren ende gerichtelijcken thogelaeten mumbaer unde becande, dat sijAnno 1621 den 4 Junij mit ehren sal. Man Steffen Hilbertinck erff ewelijcksonder eenige losse vercoft hadden sal.]

27

Jonge Geert Eijlers wort geechent aende gemeene Doeringer buren haerpande naer landtrechte

Alsoo sijn Graeffelijcken Genaeden van Stenfort Johan edler inhebber ende[besitter] eijgener des erves ende gudes Hengeloo, denselven gedaeget heftvoor desen omme sijn graefl. Gen. aenspraecke ende pretensien opt selvigegoet als ofte hett leenroerich waere aentho hoeren, ende dat vermoegesekeren gerichtelijck versegelden coop breff in dato 1604 den 5 martij in deseE. gerichte verthoont ende oprechtich bevonden onder segel Laurents Pinninckende Jr. Floris van Esschede tot Tubbergen respective, in pergemenogedepesscheert is blijckende, dat wijlen Henrick Loelvinck als [ohm]comparants huijsvrouwen aen het selve erve Hengelo cum appertinentij, vansijn E. ende desselven huijsvrouwen, voer een vrij ende allodiael goet gecoft,ende vollencomentlijck betaelt, belaevende voor sick ende haereerffgenaemen, het selve goet in gemelte qualiteijt tho staen ende tho waeren,ende dat sick niet minder

34

behoren will als dat comparant bij soo daenigen erffkoop ende frijdom moege[schaed] van gedaegede Jr Johan van Esschede als erffolgers sijn L. sal.vaeder in craft der versegelinge schaedeloes geholden worden, tot welckeneijnde gedagede oock is denuncieert, omme voor comparant tegens sijnGrooss; Gen. tho Stenforde to intervenieren, in wijderen gevalle gedencktcomparant allen hinder ende schaeden hijr bij geleden aen gedaegeden Jr.Johan van Esschede soo praesent tho verhaelen, met eijs van costen

Jr. Johan van Esschede versocht copiam van Johan Edler borger tho Oldenselhuijdiges dages inbrengen met aencleeft? vandien, ende ses weken tijt addeliberandum, onder bedings rechtens, ende sick deser jurisiction nicht wijderst’willen submitteren als rechtenoedich

in de linker marge:

orsaecken

Tott hijer toe mett Casparus {?} {?} {?} des {?} tott {?} proffit die debit.

Anno 1632 den 4 Februarij

Judex substitutis Casparus WaterhamCoernoten Merten SmijttHermen Hoijckinck

28

Erschennen die erweerdigen hern Teodorus Marquerinck pastoor alhijr,verthonende seker gerichtelicke uuijtganck van 3 daeler jaerlicksche renteverschreven uuijt huijs ende hoff, item een huijsstede binnen dorp Lossergelegen, thobehorich Johan Jongema?, ende dese eheluijden aldaer sub datoden 10 Martij 1627, klaegende dieselve reale in vele jaers sijn Erw.? nietbetaelt tho sijn, unde niet te kennen de hooftsumma met den verloopenepensioen vande beweecklijcken goederen oder schooft? der onderpandebekomen, dede derwegen vorgeroerte hooftsomma ende daerop verloopenepensiones pendige aen grunt ende grein des vorschr onderpande, metversoeck dat de eijgeners t’selve moege angekundiget worden,

Johan Middesdorp wort geechent aen Wernsinck tho Losser sijne pande naerlandtrechte

35

Geert Nijters nomine Plechem Nijters dient in sijn quadruplic tegens GeertCremer, versoeckende als daer inne, ende dat hem t’selve omme thomonderen moegen ad tres? dien? insinueert werden

Erschenen Henricus Friso volmachtiger des cloosters binnen Oldensel, endeexhibeert in naemen sijner principaelinnen libel contra Hermen Kalter indeLutta met bijgaende 3 documenten, alhijr gerichtlijck geindimeert?versoeckende daerinne, ende dat gedagede aengeeijst ende niet erschijnende,contumax verklaert moege worden Aengeeijst ende niet erschenen sijnde wort contumax verclaert salva purga

Borgermr. Geert Helmichs wort geechent aen Coop ter borch sijn pande naerlandtrechte

Hindrick olde Muller tho Hengel spreeckt aen de Fenne [die olde] wedewe vansal. Wilhuijs tho Doeringe voer 16 daeler, heerkommende van een verkoftpeert

Hermen Wilthuijs asl oom vande weduwe voorgeschr ontkent die schult, vandeMuller tho Hengel, secht oock dat sijn older {?} peert bij hem gecregen hebben

Erschennen Hindrick Averdijck ende Merrijken sijn huijsvrowe gaen uuijt endedoen vertichenisse van haer kindtlijcke aendeel van het halffe erve Elerkinck inLutte Drijne ende desen gerichte [gelegen ende] {?} met alle sijn olde nijethobehoor recht ende gerechticheijt, soo derselven dat selve van haerenolderen is aengeervet, alles tot profijt ende erffl behooff als Johan ChristofferHindrick, Arent, Jonge Johan, Roloff Stijntijen, Geesken, ende GeertkenWilbertinck genoempt, respective broderen ende susteren van sal. SteffenWilberinck ende Merrijken eheluijden gewesen, allent voor eene summa

29

geldes die sick vercooperen vollencomentlijck goeder betaelinge bedancken,edoch kommerfrij ende onbeswaert, alles in meliori forma, mijn segel

36

Alsoo Christoffer van Almelo vernommen [en] vanden E. Caspare Waterhamonderrichter dat hett proces geventileert usschen Hans Hollender, endeHermen Schotteler in contumaciam sall gesloten worden, soo bedinget vorschrChristoffer van Almelo dat dese reces bij den actis moge addeert worden, wantvorschr Christoffer met eede presenteert daer? te doen ende verificeren, dat hijwegen Schotteler, sick niet wijder verbonden ende obligeert, dan alleen desistendo, non autem de judicatam solvendo, welcke cautie desistendo hijalnoch orbedich is [to] naer te comen, met versoeck dat de {?} referenten, naerrechte hijr op geleven te letten, secus si {?}, will Christoffer vorschr de nullitateprotesteert hebben, met eijs makende van costen

Gerrijt van Goer wort geechent aen Luttickhuijs tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

in de linker marge:

en {?} oock {?} latijn {?} {?} {?} prothocoll geset is

Erschennen Thomas Spangemaeker volmachtiger Johan Hollender rentemr,seggende sick nicht genoechsam te konnen verwonderen, dat Christoffer vanAlmelo als borge voer wen? Hermen Schotteler sick ingelaeten heeft, de inditiosisto, et judicatum solvendo, des {?} prothocollo, nu ter laeter tijt gemeent sickte behelpen, met onnodige beuselinge, t’welck oock expreselijck int landtrechteverboden, in juncto concusionis te recesseren, unde alsoo dat proces tusschencomparants principaelen obgl al bereets voorlanges in contumaciam to sluijtenversocht, en oock geadmiteert, daer beneffens oock t’inventarium huijt 14daege [den] data den hr. Richter Rensen als oock van Spangemaeker alsvolmachtiger Hollender opgl. to den fine gesubscribeert, weshalven nu meervan beijde partijen {?} lantrechtens sub pena nullitatis mach geresseert wordenprotesterende derhalven well expresselijck de {?} data litis, ende dat opdefrivole reces post conclusionaer? niet behoort gelet te worden, met eijs vancosten

37

Anno 1632 den 11 februarijJudex substitutis Casparus Waterham Coernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

30

Dominus Bernardus ab Heijden wort geechent aen Spraeckstede inde Luttasijn pande naer landtrechte

Johan ter Hulsinck spreeck aen Willem Mettinckhoff [tot] vor schult totrekeninge, heerkommende van verkoft holt

Idem spreeckt aen Johan Engberinck tho Hassel voor schult tot goderrekeninge, oock heerkommende van verkoft holt

in de linker marge:

solvit

Erschennen [Aelken] Johan Edler, [mede] mede in naeme van Aeltijen Nijtertweduwe ten Broeck, als beijde sijner erffgenaemen van sal. Hindrick Loelvinckende respective besitter des selven sterffhuijses, repeteert tegens Jr. Johanvan Twickelo tho Borckboeninge, cum suis, die voor desen ten prothocollo,craft verthoonder obligatien gedaene aenspraecke, daerop dat Twickeloo deschuldt bekennende vijff hondert guldens betaelt, onder belofte deninteerresse? te willen voldoen binnen 6 weecken, daer op die saecken bessher tho verbleven in staet van surceantis, op vertrostinge dat de belooffdebetaelinge soude gevolget sijn, maer alsoo t’selve niet als ijdele beloften daergeen staet op tho maecken, soo versocht comparant mede in naemen sijnerschoonmoder conforme hett landtrecht part. .1. tit. 14 § 40. betaelinge van deselve resterende schult, ofte nomptisatie in desen gerichte binnen 14 daegen,bij gebreck van sulx anpendinge ende ineijssinge op de uuijtgegangene citatiesi non [compa] comparants contumaciam salva purga

38

Thomas Spangemaeker uuijt den naeme Hans Hollander Rentemr dient inschriftelijck in plaets mondelijck versoeck contra Hermen Hanterman, bitt alsdaer inne, onder expressen eijs van costen

Johan Edler wort geechent aen Wijfferman tho Boeninge sijn pande naerlandtrechte

Thomas Spangemaeker nomine Jr Johan van Twickelo, versocht tegens hetreces ofte repetitie van Johannes Edler ende deselve schoonmoder, wed. tenBroecke, den tijt van 2 maent, ter cause comparants hr. principaelnoodtwendich buijten landes moet verreijsen, twijvele niet anleggeren werdenals dan contenteert worden

Edler qualitate qua supra concerdert? Jr. van Twickelo den begerdenterminam, bij aldien huijt data dieselve hem borge stellen kan binnen

31

dieselvige 2 maenden tho betaelen, sunsten, dewijle [hij] sijn Ed. noch nietververset is, bitt dat den E. Gerichte belevet tho verklaeren, dat hij gehoudensij tho betaelen, ofte borge tho stellen, [nae] volgens lantrechte als voorschr,alsoo hij geholden is, binnen 14 daegen naestcomenden inconformiteijt desvoeriges reces betaelinge tho doen, ofte dieselve to namptiseren, in cas vancontrarie, hijr off expresselijcken protesterende, van? inden voorschr terminumoffte prolongatie niet tho willen condescenderen, mits eijs van costen

in de linker marge:

9 saecken?

Johan Everhardus nomine Hindrick Steveninck wort geechent aen BerentCamphuijs tho Doeringe sijne pande naer landtrechte

39

Anno 1632 den 16 FebruarijNoodtgerichte geholdenJud. Subst. Casparus WaterhamCoornoten Gerrijt van SmeeckGerrijt Tenckinck

Erschenen die Weled. Ehrentfesten Jr. Christoffel Mulert zum Cloosterverclaerende dat na dootlijcken affganck sijns sal. vaeders Johan Mulert zuVoorst gewesen Droste des landes Twente op hem gedenordeert? is seeckererve unde guet Hartminck ende Roockhuijs anders genoempt Monnickhuijsrespective inde marcke Lutta gelegen, als sijnde leengoederen resorterendeonder die leenkaemer des abts van Weerden sijnde dieselve goeder vansulcken natuijr dat sij [sij] sinnen dan aengeervet, ofte angecofte guder altijtsonder eenige ontgeltenisse ofte veroorsaecket {?} devolveren op den olstensoon des affgestorvenen [leenhers] mans, wille daeromme voorschr comparantsub mits desen verklaert hebben, voer waer ende ontfeijlbaere successeur derselviger guderen, ende mits desen sick inde realer ende actuale possessieende heftinge des pachtes gestelt hebben, ende soo veren sijn Er. moder,susters, ofte broders, tegen desse geapprehendeerde possessie endelichtinge der pachten etwas solden willen attenteren, stelt daer voort’onderpande die voorgeschr goederen, ende voorts sijne andere erven endegoederen als [Mensm] die haffscheijt van Mensman tho Geesteren, ende diehalffscheijt vande Bijsterije? gelegen aende Lutte dijck, voorts sijnen andereSallantsche goederen, versocht daerop aenpendinge [aen] op de meijers vande voorschr pachten, ende veerder rechtes, stellende Johan Wolderinck alsvolmachtiger omme die pachten vande vorschr

40

32

meijeren te boeren, ende tho innen haer luijder daer van te quiterenVoorts reliq? ende reliqua te doen naer behoeren, als oock tegens alle diegeene soo hijr omme eenich beletsel wilden doen, in naemen sijnsprincipaelen t’opposeren, daer van hem dieselve onder verbant sijnder guderbelovet te indempniseren nateleveren, wes daerinne gedaen mochte worden,versoeckende dat die vorschr meijers, bij die pene van dubbelde betaelinge,ende 25 olde schilden aende hooch. te verboeren moege aengesecht wordenaen niemants handen, dan aen voorschr volmachtigers, ofte desselvenprincipaelen [te sollen betaelen] die pachten so sij boven dit jaer noch mochtenschuldich sijn, ende alle volgende jaeren noch schuldich mochten worden, tesollen betaelen

Anno 1637 den 18 FebruarijJudex substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmitHermen Hoijckinck

Erschenen Heijne ter Gunne, Geese sijn huijsvrouwe bekennende erffl.ewelijck onwederlosbaer kummerfrij onbeswaert tho hebben, een halff muddeseijlants, gelegen in Lemseler Marcken in Schoeten, [ tusschen] aldernaestgelandet aen Johan Schoeten, ende Juffer van Sendens landerijen, [allet voer]als oock aen Sceper sijns landerijen, alles voer een somma van penningen,dien sick vercoperen vorschr den eersten metten lesten penninckvolcomentlijck ontfangen ende betaelt tho sijn, alles tot profijt ende erfflijckgebruijck Geert Wolters ende Aerne sijn huijsvrouwe sampt haere beijdeerffgenaemen, ende belavet vercoper voorschr tot allen tijden sulx te staen,wachten ende waeren, under verbant sijner guder, alles in meliori forma, [en isoock bescheijden dat een ijeder]

Erschenen Hermen Swaefferinck exhibeerde sijn contra protestation jegensJohan ten Nijhuijs ende consorten clegers, biddende wes daer inne, mitwijderen versoeck, dat die overgelechte documenten bij desen G. Gerichte intijt van sluijten des processes moegen gerevideert ende gesubscribert werden,versoeckende corten termijn omden proocesse te sluijten

41

Erschennen Esken Jansen als man ende mombaer sijner ehe huijsvrouwenSwenneken Pickers wed. sal. Arent van Bornes, ende versocht aenpendingeaen Besminck in Lutte, voor verschenen rente tot guder rekeninge, ende sulxcraft hijr verthoender [copiam] versegelden originaelen brieves, sprekende van100 daelers capitael, de dato den 16 Martij Anno 1616, bevestiget vanden E.Richter Lubbert van Rensen [Rich] ende sijn ondergehangen segel, is verguntt

33

Gerrijt Nijtert dien in sijn aenspraecke contra Johan Koijtenbrouwer, borgert’Oldensel

Thomas Spangemaeker nomine Johan Koijtenbrouwer versocht vandeningediende aenspraecke Gerrijt Nijters copei, ende tijt tot den negestenrechtdach naer Paesschen

Alsoo in saecken Gerrijt Cremer burger tot Deventer contra Plechelm Nijterts,den proces volschreven, soo versocht volmachtiger van Cremer datverweerders volmachtiger tegens thocommenden saterdach ad concludendummoege cijteert werden, omme inde saecke difinitive erkant tho worden, sonderwijder dilaij

Erschennen Esken Jansen, heft forma rechtens geconstitueert gelijck hijconstitueert mits desen Berendt ter Linden, omme in sijnen naemen diesaecke contra Besminck inde Lutte sijnent halven uuijtfundich te maecken,gelavende comparant sijnen volmachtiger tot allen tijden te indempniseren

Hindricus Friso wort geechent als volmachtiger des cloosters alhijr, aenHoffstedden, ende Nijhuijs in Hasselo respective haere panden naerlandtrechte

42

in de linker marge:

Solvit 12 st

Erschennen Hindrick van Aken seggende dat huijden 14 daegen terminusgedient heeft, dat Berendt Becker als volmachtiger, ende gepresenteerdeborge voer Hindrick Balckhuijs, mett arrest aen desen Gerichte getrocken,sollen hebben gedient van antwoort, daerop dat oock comparant doenmaelsgewacht, maer van de gerichtschrijver ten antwoort becommen, dat de termijnsdach noch niet diende, sulx comparant geloevende, heft acht daegen daer naeter goder trouwe sulck antwoort gesinnen laeten, maer alsoo Becker qualitatequa heft willen sustineren dat terminus circumdintus? soll sijn, heft comparantden voorgeschr volmachtiger om alle nodelose kosten voer te bouwen, tegenshuijden doen citeren, om alnoch tho doen t’gene hij huijden 8 daege ofte 14solde gedaen hebben, will alsoo desselven erschijnen verwachtend sijn, bijfoute van comparitie nae gedaene aeneijssinge contumaciam, andersins copievandesselven inbrengen ende tijt van 14 daegen ad contra

Ter contrarie Bernardt Becker exhibeert nomine Balckhuijs sijn exceptionschrift, tegens Hindrick van Aken, bitt als daer inne, ende alsoo hij nieterschijnen mochte omme copiam ende tijt daer op te nemen versocht hij [van]

34

versteck van wijder inbrengen ende schrijvents, en mach geen copie bedongenworden, hett sij dan eerst, het originael daer van die copie moet genootenworden ingebracht, ende infal dit nicht mochte gescheen will Becker, tot geenwijdere comparitie sick verstaen hebben, met eijs van kosten

Erschennen Lambert Deterinck in termino van Lubbert Meijlinck ende WillemHanninck collecto staet wacht ende waert comparant van beklachten vorschrantwoort op overgelechte claech libell met [aen] aeneijssinge, bij gebreck vanantwoort, bitt verwin, op Lubbert Meijlinck ende Willem Hanninck, Beklaegeden naer behoor aengeeijst sijnde, en niet gecompareert werdenbeklachten contumaciam verklaert salva purga naer landtrechte

in de linker marge:

solvit 24 st

43

in de linker marge:

14 saeken

Geert Tenckinck wort geechent aen weduwe Lansinckster tho Gammelke haerpande naer landtrechte

Noodtgerichte geholdenAnno 1632 den 23 Februarij

Judex substitutus Casparus Waterham Coernoten Berendt KettwichBerendt Becker

Erschennen Berendt inden Kappe absijn? litis contestatione tamer?, endeversocht, van Johan Lansinck tho Lemsele, omme resolution oft hij Lansinckinde gude die gedaene costen, soo hij angewant, wegen des peerdes, soo JanLansinck obgl voorschr Kappen, inder gude niet heft restitueren willen, maertot restitutie vanden E. Gerichte alhijr geholden worden

Eodem erschennen Johan Lansinck gift voer resolutio dat hij den voorschrBerent inden Kappe int gerinste niet gestendiget, wegen des gl. peerdes,oncosten ten onrecht bespraecket, cum iniurie, versoeckende deswegendaetlijcke absolutie vanden E. Gerichte, mits versoeckende dieselvedaetlijcken gearresteert moege worden, voor d’iniurie hem des wegenaengedaen, mit eijs van costen, cum submissione, ofte sulx niet geboerlijckofte niet

35

Ter contrarie soo weet Berent ter Cappe sick niet t’ontsinnen, dat hij met dessevoergaende vraege Jan Lansinck solde iniurieert hebben, maer versoecktalleene montlijcke resolutie, oft hij Lansinck die gedaene costen aen Berentinde Cappe wegen des vorschr peerdes wil restitueren, aengesien voorschrLansinck het peert heft moeten volgen laeten met Gerichtes dwanck, nae luijtprothocollo van Anno 1631 den 26 maij, ende [do]voermalige contschappenimpliceert? dat het peert, nit Lansinck, maer Berent inde Cappe is thostendichgewest, versocht alsoo vorschr Berendt inde Cappe relaxationem arresti,protesterende expresselijck de iniurie so hem hijr aengedaen, ende stellendetot decisie, oft hij indesen fal kan arresteert worden wante hijr geen iniurie

44

gepasseert, versocht alnoch als vooren, mett eijs van costen, submitterende

in de linker marge:

debet{?}

Johan Lansinck persisteert bij sijn voerige, als een onschuldiger, verwachtendenoch decretum judicio. Niettemin arrehtum? suum inhererende cum refusionecompensarum, submittendo

in de linker marge:

Decretumergo nihil dederunt?

‘t Gerichte [vercla] verclaert dat Berent inden Cappe arrestabel is, mits dien datJohan Lansinck het arrest met sijn aenspraecke sal verficeren naer rechtsbehoeren, ende is dieselve Berendt inde Kappe, sondert t’arrest off tho doen,ofte eenige borge gestelt tho hebben, van desen gerichte ontweecken, daerLansinck daetlijck sijn anspraecke gepresenteert heft toe doen, endeincompstigen sick reserveert [ thebben] will hebben, ratione [iniure] iniurieonder protestatie van costen

Anno 1632 den 25 Februarijjud. Substitutum Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Erschennen Lambert ten Dalhuijs, ende Jenneken sijn huijsvrouwe,bekennende voor haer, haerder erffgenaemen aen Deken ende Capittel alhijr[vercoft] eewelijck ende erffelijck verkoft tho hebben, seecker boucamp /: aleerveltlandt geweest sijnde :/ gelegen aen Dalhuijs veltcamp mit deene sijt, unde

36

mit d’ander sijt schietende aent Roeder velt, gelijck vercopers dieselvevoordesen, uuijt de marcke Lutte aengeerft hebben, craft gerichtelijckeversegelinge aen wel gedachte heeren coopers, bereets overgelevert ende datvoor alsoodaene somma van penningen welcker vorschr vercoopers sickguder betalinge bedanckten, deden derwegen vande selve camp neffensrenunciatie exceptionis non numerate pecunie gerichtelijcke uuijtganck cessieende transport, met hande ende met munde, unde allerleij vertichenisse, totprofijt der heeren cooperen unde haere naecomelingen vorschr mit belofte vansoodaen coop ende cessie te sollen staen wachten ende waeren, gelijck naerlandtrechte behoort, onder verbintenisse naer rechtes daer tho staende, allesin communi et meliori forma, naerder t’extenderen

45

Hindricus Friso uuijt de naeme des cloosters alhijr wort geegent aen HermenKalter inde Lutte sijn pande naer landtrechte

Erschennen Johan Crabbe, ende secht interveniendo op alsoodaenevermeende aenpendinge huijt 8 daegen tegens Besminck inde Lutte #, tenprothocollo gebracht, dat comparant voorgeschr, van alsoo daene rente vanBesminck inde Lutte gaende in possesion heffinge ende boeringe sij, endedaer Esken Jansens vermeent [recht] recht te hebben, dat hij t’selve metgebeurlijcken inganck van rechte sijn aenspraecke t’institueren, sall alsdanCrabbe voorschr hem daerop goet bericht geven, wat sick des naer rechte sallbehooren, protesterende niet tho min van de costen

in de linker marge:

#door Esken Jansen als man ende mombaer [sijner] der weduwen sal. Arentvan Borne

Erschennen Thomas Spangemaeker volmachtiger van Jr. Johan vanTwickeloo, unde dient in bestendige reden vant pantkeringe, soo de wed. tenBroocke tegens die buren van Boeninge heft doen versoecken

in de linker marge:

solvit 12 st

Erschennen Johan [van] Veltman tho Rossum, secht op alsoodaeneaenpendinge ende opbadinge, als Cuijrberent dessen dach gedaen, nietschuldich tho sijn

in de linker marge:

37

Debet debit {?} {?}

Erschennen Lic. Tongeren, uuijt de naeme ende van wegen de wed. endeerffgenaemen sal. Johan Mulert zu Voorst gewesen Droste des landes Twente,ende gesien hebbende, het dictaet, soo Christoffer Mulert, desselven olstensoon aengaende die pachten van Hartminck ende Roockhuijs ter prothocollogedaen, dat sijn principalinne nae doode haer vorschr ehemans als richterschedes samender erffenisse, nu meer als twee jaeren in rouwelijcke possessie is,dieselve pachten te heffen ende te boeren,Ende dat sij over sulx naer landtrechte daer inne menteneren, ten tijden, dat sijmett rechte daer vuijr gesett, t’welke met der gelijcke verclaeringe als gl. Mulertgedaen, niet en kan noch mach gescheen, maer sall sick Mulert ofte jemantanders, soo tot den eegendoom der vorschr erven bemeent gerechticht thosijn, sick daer in moeten laeten leijden, wen sulx geschedt, salmen metgeboerlijcke tegenhandelinge

46

sick vernemen laeten, ende genoochsame cautie voor de vruchten weten thostellen, doende niettemin bij provisie oft het gedaene verbott, ofte arrest, doergl. Mulert versocht, sisterende alhijr Derick Berentsen, hoe wel ongeholden, alsborge voordeselve pachten, versoeckende dat sijn voorschr principaelinnendieselve sollen gevolget moeten worden, gelijck besher is gescheet, sonderwijder insperinge te laeten geschieden

in de linker marge:

solvit 24 st

Erschennen de weduwe ten Broocke geassisteert met L. Tongeren Ende gesien hebbende de futile ende nicht weerdige redens van pantkeringeonderteeckent van ein? approbeerden advocaet ende doer ThomamSpangemaeker achterbackx uuijt den naeme van Jan van Twickel thoBorckboeninge als pretens intervenient voer de van Boeninge ingedientpersisterende bij haer doergaende recht, ende versocht ten vierdemael eenenpander, alles naer landtrechte, ende dat op de vorschr burch van Boeningeende niet op Twickele, daer mede sij in dese saecke niet tho doen, ende bijsoo veren boven thoversicht ijmant derselver buren, geene pande sollen willenlaeten volgen, versocht comparantinne datmen {?} dieselve als eengewelderen, naer landtrechte sall procederen, ende dieselve den Drostenoverleveren, omme tho doen naer rechts behooren

in de linker marge:

solvit 12st

38

Erschennen Jan Wolderinck, als volmachtiger van Jr Christoffer Mulert, olstesoone, vanden overleden Droste Jan Mulert, ende versocht aenpendinge opde pachten van Hartminck ende Roockhuijs in Lutta, ende vermits, dat alsoodaene pachten in arrest behoeren tho blijven, ofte ten gringsten bij het gerichtegesequesteert te worden, reiecterende niet tho min het versoeck doer L.Tongeren wegen de wed. Mulerts als oock den borge Derck Berentsen,d’welcke sick desen gerichte niet submitteert, protesterende van costen, endevoorschr Jan Wolderinck heft sick voor sijn principael Christoffer Mulert, proexpensis, voor borge inne gelaeten, mit renunciatie sijn borgerlijcke jus? endesick desen Gerichte submitterende

47

in de linker marge:

debet jud. et sub.

Lic. Tongeren uuijt den naeme als vorschr, repeteert sijn voerige affgeholdenereces ende sisteert nochmaels gl. Derck Berentsen als borge voor de pachtender vorschr erven Roockhuijs ende Hartminck, met renunciatie endevertichenisse daer tho staende, concluderende noch nae als voorden, dat sijnprincipaellinne die pachten, als oprechte besitterssche der vorschr erven,onder de vorschr cautie sollen moeten gevolght worden, sonder te letten op devoorgeschr gedaene pendinge, ofte arrest, dan niemant geene pendinge naelandtrechte behoert gestadet te worden voer eenige pachten ofte renten, daervan men niet inde possessie is van jaer ende dach, welcke possessie dievoorgeschr Christoffer Mulert niet en heeft, noch konnen vercrijgen, met hetachterbacxsche ten prothocollo gedaene dictaet, dat sulckes rechtens, stelt totkentenisse, cum submissione

in de linker marge:

{?} 3 ½ st

Jan Wolderinck inhereert prioribus versocht niet te min van alles copie, met tijtvan een maent

in de linker marge:

debet jud. et {?}

Lic. Tongeren vergunt wedderpartije geen tijt anders als dat sijn principaelinneint heffen ende boeren der pachten, in middeler tijt, niet en sall wordenturbeert, dat sulx rechtens, stelt tot kentenisse als voeren

39

in de linker marge:

Decretum

‘t Gerichte [nempt] nempt dese saecke [uuijt] 14 daegen in bedenck [ter]oorsaecke omme daerinne door rechtsgeleerden te laeten kennen

Erschennen Adriaen van Laer uuijt den naemen van sijn Gen. vrouwenprincipaelinnen Abdissen tot Metelen, gevende tho verstaen, hoe dat hij aenhoochgedachte sijn principaelinnen jegenwoordich binnen Collen isresiderende, hebbe overgeschickt copiam vande Johan Hollander oderdesselffs volmachtiger jongst overgegeve aenspraecke ende annexeongeregelde reliqen?, waer op hij alnoch antwoort ende order is verwachtende,versocht oversulx uuijtstel van een maent, ondertusschen oock de anleggersick sal konnen ende moeten versien, met designation onder handen van dencoopman ende maeler, wat de armesijde? ende schilderij van t’questieuseverdel gecost

48

Nootgerichte geholden

Anno 1632 den 29 Februarij

Judex subst. Casparus WaterhamCoernoten Bern. KetwickHindrick Molkelbur

Erschennen Berent Coster tho Borne geassisteert met Adolff Oijnck anders tenTusschede, als tegenwoordiger eheman der Wed. sal. Gerrijt Jegers thoHengeloo, spreeckt aen Johan ten Camphuijs van Wessemen voer de sommavan 87 keijsers glds, unde 10 st. heerkommende van seecker vijff vatgeleverden heerinckxIder vat 17 ½ guldens, craft ende luijt sijner eijgener obligation, gerichtelijckenverthoont, de dato des jaers 1625, den 24 Februarij, voorts noch [tot] vor schulttot goeder rekeninge, daer voor dieselve Jan ten Camphuijs bij arreste isaengeholden, versocht derhalven cleger vorschr voldoeninge vantvoergesechte {?} cum interesse a die more, mit versoeck dat deselve nietgerelaxeert sall moegen worden, eer ende bevoerens hett versochte sallvuldaen ende betaelt sijn, ofte daer voor genoochsame cautie sall gestelthebben, seggende sulckens rechtens tho sijn, met protestatie van costen,ende presenteert vorschr cleger als oock een uuijtheimscher [oock] borge thostellen voer de kosten soo desen arrest ende procedure {?} aengaen, ten finehijr gebracht Johan Heerinck soo sick daer voor als borge ingelaeten, mit

40

expresse renunciatie sijner borgerlijcke privelegie, ende sick desen gerichtesubmitterende wie hij mit hanttastinge aengelaevet

in de linker marge:

vacat

[Hijr entegen secht Johan Camphuijs van Wessem, arresterden? endeclegeren in betalinge gedaen negen holters, hett stucke ad 3 rijcxdaelers, waervan hij 6 met sijn merck selffst gemerckt, ende drie derselven van arrestantenop anleggers versoeck gemerckt sijn, de rest soo dese verkofte ende inbetaelinge gedaene holter, niet mochten opbrengen is [anlegger] verweerderoerbedich tho betaelen, nopende die gevorderde interesse, secht arrestaet nietschuldich tho sijn, angesien geen

49

interesse belovet gelijck sulx d’obligatie sall uuijtwijsen, refererende sickwijders tot hett lantrechte, versoeckende daer bij absolutie vanden gedaeneneijs des anleggers, met relaxatie vanden gebedenen arrest, in cas averstanlegger de betaelinge met het holt gescheen negeren muchte, soopresenteert verweerder sulx met lijfflijcken eede tho erholden ende willverweerder sijn actie tegens anlegger ter cause dat hij soo jaemmerlijck vananlegger getracteert, sijne gesontheijt afgenomen, dat hij gebroocken is, doertstoten met den voet voorbeholden hebben, maeckende hijr bij eijs van costen]

Ter contrarie secht Johan Camphuijs dat wegen dese schultforderinge thoNahuijs verweerder van anlegger ende arrestant int recht sij bespraeckt, alsoodat aldaer litis pendentie is, versocht deswegen, dat anlegger a limini judicijmoege repelleert ende tho Nahijs aent gerichte geranvoijeert weerden,versocht deshalven absolutie van anleggers eijs ende relaxatie vant gedaenearrest, met expressen eijs van costen, in cas van negatie, versocht tijt van 22?daege om sulx te [bera] doceren[ex adve]

Ex adverso inhereert arrestant ten Tusschede bij sijn voerige, ende secht datde richter schuldich ende geholden sij den gearresteerden vermoegelantrechtens voer de gebeur d’welcke erlacht sint, in arrest behoert tho holden,secht verners dat gearresteerde en beclachte niet sall konnen bewijsen voereenige andere gerichten in deser saecken getrocken tho hebben, [versocht]versocht daeromme als boven, met expressen eijs van costen

Jan Camphuijs spreeckt aen Aleff ten Tusschede wegen eenige quetsure endelijffbroecke soo Tussede, voorschr Camphuijs met foett stooten heeftaengedaen, soo gescheen voor dree jaeren omtrent alhijr binnen Oldensel opt

41

Palm marck, in praesentie Berent Coster tho Borne dessen contschappen hijrbij bedongen, ende will sulcke quetsuijren soo

50

hij alnoch aent lijff is hebbende en oock desen Gerichte verthoont, niet lijden,omme 100 rijcxdaelers, wegen den schaeden pijn ende smerten, oockgedaene costen, boven schade tho rechte, soo gescheet ende noch geschienmochte, presenteert sulx met sijn lijflijcken eede tho beholden, stellende tot {?}

Aleff ten Tusschede secht tegens die onbestendige ende onbeweseneanspraecke des arrestants? Johan Camphuijs van Wessem, dat anleggernummermeer gelijck die aenspraecke poseert? sall konnen bewijsen et vic?actore non probante reus absolvatur ad fura versocht daeromme coste endeschaedeloes absolutie

Anno 1632 den 3 Martij

Judex subst. Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Thomas Spangemaecker nomine Derck Berensen wort geechent aendegemeene Doeringer buren haer pande naer landtrechte

in de linker marge:

debet [jud] et {?}

Jan Camphuijs realiter arresteert sijnde, met een slott aen sijne vooten,avergift tegens Aleff ten Tusschede seker bewijs ende probation, onder desrichters van Nahuijs pitschaff dat nemlijck voorschr Camphuijs van den? vanTusschede anno 1627 int rechte tho Nahuijs bespraeckt naer wijders inholtsdes attestation soo hijr bij avergelecht, dewijl dan notoirlijcken rechtens quoduli? Juditiur sit {?} ibi etiam finire debent par L. ubi? acceptur [dege] {?} de jud. Soo versocht [dat anlegger] verweerder {?} vanden? Corporael arrest hemaengedaen moege entbonden weerden, ende uuijt verhaelde reden aen hetGerichte tho Nahuijs, alwaer dese saecke recht hengiel?, moege ranvoijertwerden, ende will verweerder dit tot decisie een ongepartijdischenrechtsgelerden gestelt hebben ende sulx opt spodichste, aengesien hij invinculis sitt, ende daer uuijt respondeert met expressen eijs vandese onnodigeverwerderen aengedaene costen, bitt aeneijsinge om solvest oder door eengenochsame volmachtiger erschijnen, sonder eenich dilaij uuijt vorschr redento {?}

42

51

in de linker marge:

solvit 12 st

Lubbert Meijlinck ende Willem Hanninck overgeven tegens Lambert Deterthaer antwoort, versoekende als daerinne, maekende hijr bij eijs van costen

in de linker marge:

sol. 12 st.

Lubbert Deterinck soon van Lambert Deterinck geassisteert mitt ThomasSpangemaecker secht, dat voor 14 daege, comparants vaeder LambertDeterinck, tegens bekl. een gerichtlijcken verwin in termino [als bekl. Selvest]versocht [hebben hebbende] erholden, alsoo dat Detert niet geholden is datvermeente antwoort den bekl. aente nemen ten sij de geroerte contumaciegenochsam naer landtrechte sij gepurgeert ende de costen gerestitueert,landtrechtens tit. van contumacie sulx geschiet sijnde Bitt comparant nomine Patris copiam met tijt [van] ad primam post ferias

Becker nomine Arnoldi Simons tanquam Domini sui principalis voldoet die voer4 weecken uuijtgesproockene sententie, tusschen sijnen principaelen endeNijters, met verclaeringe dat hij de interesse uuijt rede als een coopman sijnpenningen niet heft {?} konnen naer behoren, vanden tijt aff als hij in rechtenbespraecket doet vorderen, nemplich vanden maent maij tot in augusto vanden200 betaelde guldens, ende vande 107 gld, 6 st. oock vanden maent maij tothuijden, en van 16 penn. eenen, ende doet opbaedinge ende aeneegeningenaer gedaene pandinge met eijs makenge van costen, versocht aeneijssinge incas van uuijtblijven verwin

Erschennen Esken Jansen, als man ende mombaer der wede sal. Arent vanBorne, unde secht als huijden 14 daege aenpendinge gedaen tho hebben aenBesminck inde Lutta, voor verschenen rente craft een versegelden breeff van100 dalers sprekende ende verschenen rente tot rekening hijr gerichtl.doenmaels in originali verthoont de dato den 16 Martij 1616, ende doet nuopbaedinge opden selver Besminck, naer lantrechte, wel expressel.reiecterende d’interventie van Johan Crabbe, [den 25] voer acht daegengeschiet

52

43

ten prothocolle gedicteert, ten aensien datmen denselven voor geenenintervenient indeser saecke alsoo nude is kennende, sonder eenige reden oftebescheijt to verthoonen, [die ende versocht derselven volgens] doet {?} naegedaenen obbadunge, aeneegenunge

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger Aleff ten Tusschede,vermoege verthoende extract uuijt den prothocoll der stadt Delden, secht,alsoo gearresteerde Jan Camphuijs inholt bij gebrachter attestatie dat litispendentie tot Nahuijs is gepasseert, tusschen arrestant ende gearresteerden,soo presenteert comparant nomine principalis alsoodaene costen alsgearresteerde bewijslijcken sall konnen bij brengen tho Nahuijs gedaen thohebben, t’erleggen, ende dat gearresteerde gelijcke wall, in arresto totvoldoeninge der anspraecke arrestants sall moeten verblijven, [aengaende devermeende actie] insonderheijt dat inde bijgebrachte vermeente attestatie nochniet is blijckende, datter litis pendentie tot Nahuijs is gemaeckt, versoecktdaeromme als vooren, met eijs van costen, reiecterende all t’gene soo hijrtegens muchte gedaen worden, submitterende,

Ter contrarie [ {?} ] Camphuijs, erbermlijck in vinculis sittende, ende geenborge kan crijgen, secht niet genooch? te sijn, omme verweerder hijr doenarresteren, corporaliter ende tegens hem alhijr tho procederen, dat hij diekosten will refunderen wegens aengevangene proces tho Nahuijs, angesienaldaer litis pendentie claerlijck blijckt, wan? dan expressam rechtens, quodjuditium finiendum? ubi? inceptum, ut ante dictum, soo kan arrestantus alhijrniet aengeholden worden, ende versocht alnoch relaxationem enderemissionem tot Nahuijs aent gerichte, met wijder versoeck dat amspodichsten hijr inne moege recht gedaen worden, uuijt reden als verhaelt,protesterende well expresselijck vanden onnodige costen, hijrbij submitterende

53

Hindrick van Aken exhibeert replicam contra Hindrick Balckhuijsgearresteerden, bitt als daer inne

Becker nomine Hindrick Balckhuijs versocht copei ende tijt ad primam postPascha uuijt reden dat hij Becker van Reene ettelijcke documenten moetaffhaelen, twelcke soo haest niet kan geschien

Johan Edler exhibeert exceptien {?} {?} in Stenforde, bitt als daerinne

Erschennen Thomas Spangemaekecr volmachtiger Jr. Johan van Twickelo,ende lecht over schriftelijcke in plaets mundelijcken reces, ofte protestatietegens alsoo daene aenpendinge, als uuijt den naeme wed. ten Broocke endeJohan Edler huijt 8 daege is versocht worden, ende bitt als in voorschrovergelachte reces is geconcludeert, onder expressen eijs van costen, daer

44

averst boven thoversicht, vanden E. Gerichte ten versoocke van jegendeel,ende tot naedel van Comparants principael muchte thogelaeten worden,willmen expressel. de denegata justitia geprotesteert hebben, als niet doet mitsdesen

De wed. ten Broecke door L. Tongenren repeteert den [voer] am 11 febr. lestaffgeholdene recessen ende gemerckt die gedaegede Twickelo, nae luijtaldaer aengetogene landtrechte, binnen den [ {?} ] consenteerden termijn diepenningen in sijn [ag] Gerichts agneseerde obligatie geroert, niet en heeftgenamptiseert, ende sijn obligatie gelost Soe hij bij sittende Gerichte hadde behoorde te doen ofte betaelinge tebewijsen, soo heft comparantinne met rechte op alsoodaene gerichtel.bekende schult, nae ommeganck van soodaener gratieuse thogelaeten endeverstreckenen termijn rechtmetich [pendin] [aen]pendinge versocht, op denvoorgeschr Twickelo, die hem oock gebeurlijck angecondicht gewest, soo nietversocht, dat hem soodaene pendinge voor t’selve gelt noch mochteaengekundicht worden, niet tegenstaende den voerigen reces, ende dat innegeroerte cartabella, dwelcke comparantinne op sijn kundigen onwerdich laetberusten, oder dat dit alsoe rechtens stelt tot kennisse des Gerichtes endeverwacht decretum

54

in de linker marge:

Decretum

Gerichte nempt dese saecke [8] 14 daegen in bedencken omme hijr inne doerrechtsgeleerden t’laeten kennen

[debet et {?} ]

Gerrijt Nijters aengeeijst, ende niet erschennen ergo contumax, ende indegenomene conclusie condemnabel verclaert, salva purga naer landtrechte

in de linker marge:

Solvit 12 st

Erschennen Thomas Spangemaecker, nomine Jr. Johan van Twickelo alsinterveniendo der buren van Boeninge, overlecht protestando, schriftelijkenreces, tegens de wed. ten Broocke, aengaende de buren van Boeninge, bitt alsdaerinne, in welcken reces de gerichtsverwalter Casparus Waterham uuijtreden gl. reces ten eenenmael gesuspecteert wort, mit eijs van kosten

45

Erschennen Jan Berentsen opden Kolck wonende tho Ittersum, ende heft indebestendichste forma van rechte volmachtich gemaeckt Licent. Albert vanTongeren, omme in sijnen naeme tho innen ende die rechte voor tho staen,alle saecken soo hij in Twente eenichsints mach uuijt staende hebben, cumclausulu salutaribus solitis {?} conjuctu?, cum potestate qualit? opusconstituendi

Anno 1632 den 10 Martij

Judex sub. Casparus WaterhamCoernoten M. SmitH. Hoijcinck?

Erschennen Jr. Gerhardt Mulert zu Voorst ende heeft verthoont seeckervolmacht op sijn Ed. persoon den 9 december 1629 voerden Schulten gerichtetot Swolle gepasseert, ten versoocke van sijn E. vrouwe moder, ende broderJan Mulert heeft uuijt craft vande selve, ende die daer inne gewerde clausulecum potestate substituendi gesubstituert ende volmachtich gemaeckt Licent.Albert van Tongeren, omme in sijnen ende sijne medebeschreven naeme thovertreden, ende die rechten voor tho staen, alle saecken, soo sijn Ed. ende sijnmedebeschrevenen [naemen] eenichsins in Twente ofte elders solde moegenaenkomen?, tam agendo quam, defendendo, cum clausulis salutaribus solitus{?} conjuctis, et cum potestate substituendi unum vel plures alles onderratificatie ende vertichenisse daer tho staende, latiori {?} semper salva

55

Is erschenen Fenne die huijsvrouwe van Jan Crabbe iin absentie haerersmans obgl. geassisteert mett Thomas Spangemaecker, unde secht tegens dieonformelijcke opbaedinge ende aeneecheninge, soo die wed. van sal. Arentvan Borne ende derselvigen idtsigen man, op Besminck in Lutta tenprothocollo hebben gesonnen?, ende secht verners als interveniendo voorBesminck dat voorschr Crabbe nu voer mennige jaeren craft duchtigeerholdene procedure in possessie [der] van heffinge der rente van Besminck isgeweest, ende tegenwoordich is, ende dat daeromme voorgl. wed. van Arentvan Borne craft haerers nu voor 10. jaeren, in slaep gelegenen breves nichtkan penden, op rente, daer van sij soo lange tijt nicht in possessie gewesen,sustineert alnoch daromme Crabbe vorschr, dat de wed: eenen quaedeninganck van rechte genomen, maer soo het haer gelieft in petitorio mit hem thoexperieren, sal Crabbe nae gestalte borchstellunge ende refusie van hemgedaene costen een cauthie? met haer waegen, protesterende alnoch van {?}procedure, ende onnutte kosten

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger Jr. Johan van Twickelootho Borchboeninge, ende lecht over qualitate qua, repetitie priorum actorum,

46

tegens den volmachtiger des heren Baron de Ketteler L. Albert van Tongeren,versocht als daerinne

Becker nomine des heren [van] Hans Albert van Reede tot Brandtlecht contraRede tho Saesfelt, ende Hollander, dient in duplicam, bitt als daer inne,bedingende hijr bij noch eenige contschappen, des heeren Antoini Brorsma?,Raetsheren, ende droste Till?, aengesien men niet weeten ende kan, waerdieselvige tho vinden

56

Erschennen Jan Edler ende inhereert die uuijtgangene citatie in jurissubsidium contra Jr. Jan van Esschede tot Tubbergen, doer den gerichtsdenertot Ootmersen legitime intimeert, mede oock aen Jr. Wolter van Hoevel totHoijckinck, als mombaer desselven susters kint, ende accepteert het gene gl.Esschede ende Hoevel doer Johan den olden Brinchuijs? tot Tubbergen, sijnmeijer ingeschickt, versoeckende dat sulckes den actis moege adiungeertworden, alles niet tho min onder reiectie, vant geene hem eenichsins holdenmoegen contrarieren, omme hem in fine litis daer mede tho denen naerbehooren, protesterende well expresselijcken, dat de voorgeschr Eeschedegedenuncieert sijnde als voorgeschr voer hem comparant vermoege sijnopdrachts brieff, niet ende will intervenieren, gedenckende oversulx tot sijnertijt de costen soo hij per defensione des frijen allodialen erves Hengelonoodtwendich sall moeten anwenden op gl. Eesschede cum suis [tot sijner tijt]te verhaelen

Joanna van Deventer geassisteert mett Henricus Friso, haeren hijr tho gecorenmombaer exhibeert, schriftlijck versoeck van uuijtstellunge in saecken haerersaffwesenden soons Derck van Deventer, contra Plechem Nijterts,versoockende ende bedingende gelijck daer inne om redenen daer inneverhaelt, twelcke hem met consent van wederpart sub {?} dilatione wortvergunt {?} {?}

L. Tongeren als volmachtiger van wed. Mulerts gehoert hebbende hetinterlocutoir tusschen gl. sijn principaelinne, ende desselven soon ChristofferMulert gepronunciert, protesteert wel expreslick de notoria nullitate vandevoorgeschr sententie, cum appellatione in quantum opus, omme den selvenulliteit te vervolgen, de welcke ex contentis ipsius sententie genoochsamclaer?

57

omme dat deselve gewesen is tegens notorius landtrechte, dat niemant toteenich loen berechtiget, ten sij hij daer mede beleent, item dat eeniedermennichlijcken in sijn possessie van jaer ende dach behoorde tho

47

mainteneren ten tijden hij mett rechte daer uuijt gesettet, konnen alsoo devoorgeslaegenen middel waer doer dat alsulcke entsettinge moet geschien,[niet] inmiddels niet opereren, dat comparants principaelinne soo over de 3jaeren notoorlijck in possessie gewessen ad tempus haere possessie ontsettetwort, ofte daer van suspendeert, omme niet tho moegen innen die pachtenbereets verschennen, die haer in alle gevalle bereets verschennen sint,versocht niet tho min copie van vorschr sententie

in de linker marge:

solvit [32] 32 st

Becker nomine Jan Wijntijens wort geechent aen Westericker campthobehorende Jan Roosens, ende gelegen in Berchuijsen

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender wort geechent aenHanterman inde Lutte sijn pande naer landtrechte

in de linker marge:

solvit 12 st

Idem Spangemaecker uuijt den naeme des woled. Gerhardt van Reede heertot Saesfelt, als oock nomine Trockels Hollender versocht copiam vandtingediende Duplicq des heeren van Brantlecht met tijt ad secundam juridicampost ferias Paschales?

Cornelius Berentsen wort geechent aen Schulte tho Boeninge sijn pande naerlandtrechte

58

Anno 1632 den 17 MartijJudex substitutus Casparus Waterham coernoten Merten SmittHermen Hoijcinck

Johan Flodrup wort geechent aen Berent Samelant tho Losser sijn pande naerlandtrechte

Erschennen Jan ter Hersmolle tho Rossum Fenne sijn huijsvrouwe, bekennenoprechter schult schuldich tho sijn aen Egbert Tenckinck borgher tho Oldensellsomme 120 daelers ad 30 st t’stuvers t ’stucke, heerkommende van geleentgelt ende gehaelde bijren ende waeren, ende settet vorschr Jan ter Hersmolleaen opgl. Tenckinck tot een waeren onderpant, sijn plogesdeel aent erve

48

Hersmolle, samp beweechlijcken ende onbeweechlijcken goederen, geenedaer van uuijtbesondert, om in faute van misbetalinge sick vollencomelijckende schaedeloes daer aen tho verhaelen, mets? hijr van betaelende iaerlijcxvoer pension sevendehalf [der] daelers, op alle Jacobi Apostoli, waer vandeerste pension sall verschijnen op Jacobi Apostoli nu thokommende, ende isbescheijden dat deene d’ander sall vrijstaen malkanderen de loskondingegerichtelijck op te seggen, een halff jaer van tho voeren, ende gelavendevorschr Hersmolle Fenne sijn huijsvrouwe ende erffgenaemen soo daenige {?}

Erschennen Luijcken Geluick, ende Geertken sijn Ehl. huijsvrouwe bekennenerfflijck ewelijck onwederlosbaer kummerfrij ende onbeswaert verkoft thohebben seecker stucke grond ende gaerdenlant gelegen aende Hasseler es?[schietende] met dander sijt aender Sendersche bepaelinge, met degerechticheijt [met] t’selve lant uuijt den

59

Hasseler Marck t’moegen floijen, naer breeder inholt des [per-] desen? -kementen brief de dato 1617 den 15 decembris, onder d’handen endesegelen, Hans Albrecht van Reede, tot Brantlecht in der tijt holtrichter derHasseler Marcke, Hindricus Vordenius decanus Oldenzaliensis ende Johan deBaecke, [inder tijt] Rentmr des lants van Twente, waer doer desen sallgetransfigeert worden, alles tot profijt ende erffel. gebruijck Lambert {?} {?}wonende tho Borne, ende sijn dochter Anne, dat voer de somma vanpenningen, die sick vercooper bedancken den lesten met den eerstenpenninck bekennen ontfangen hebben, gelavende die vorschr eheluijden soodaenige uuijtganck tho staen ende tho waeren, onder verbant haerer allergoederen, in optima forma

Erschenen Arnolt Simons geassisteert met Bernardt Becker, ende heeft uuijtdesen gerichte de obligatie van Plechem Nijters in presentie [van] endeconsent van Gerrijt Nijters huijsvrouwe gelichtet, ende is alsoo vorschrobligatie gl. Simons ingelevert, vanden E. Gerichte, unde is vant procesaffgenomen

Wessel ten Camphuijs spreeckt aen Reijninck tho Doeringe voer 34 daelers adcomputum heerkommende van geleent gelt

Anno 1632 den 24 MartijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

in de linker marge:

49

solvit 12 st

Erschenen Hindrick de Leuwe constitueert Bernardt Becker tot sijnervolmachtiger tegens Hanterman ende generaliter? avergift alsoo Beckerqualitate qua d’anspraecke tegens Hermen Hanterman den Lutta bitt als daerinne, met eijs makinge van costen

60

in de linker marge:

debet

Erschenen de E. Borgermeisteren der Stat Oldensel, Albert Helmich endeAdolff van Limborch consules per tempore sampt haere mede borgermr. de E.Peter Jansen ende Hinrich RoscampJ. {?} L. bekennen aldaer voer hun, haere metborgermr. ende gemeente derStat Oldensel ewelick erfflijck ende ummermeer inde beste ende bestendichsteforma rechtens verkoft tho hebben, als sij dan noch mits desen verkoopen, allehaer anspraecken, recht ende gerechticheijt als denselven, sampt haeremedebeschreven ende naecommelingen enichsins aenden grondt, haeffken,behuijsingen ende accijs der herberge des Overs cum orbus? appertinentijsinden gerichte Oldensel buijrschap Dulder Werselerhasschop ende grondegelegen, competeren mochte, aen een Erw. Vrouwe ende Capittel desAdelijcken Stifts Weerselo sampt derselver iedersijts successseirden, voor eensomma van pen. de vorschr comparanten van Oldensel den lesten penninckmetten eersten bekanden alinck ende wel tho noege vollencomentlijcke van devan Weerselo voorgeschr ontfangen de sick gl. comparanten bedanckten endetot selviges Stats besten well angewant tho hebbenDeden derwegen obgl. Borgermr. van Oldensel voer hun ende derselvermedebeschr naer gemeene ende lantrechte vollencomen vertichenisse cessieende transport met hant ende monde, als sij des naer rechte schuldich werentho doen, vande vercoften gront haeffken, huijsing accijs, der obgl. herbergedes Overs vorschr cum annexis, dergestalt dat sij ehren gl. comparanten {?}qualitate ut supra aen selvigen alingen ende ijderen [percel] verkoften percelengeen recht meer beholden, noch tot eenigen tijden verwachten te wesen, allesin optima forma

61

Erschennen de Wel Edele Ehr Werdigen Gen. ende doegentrijcke WillemminaMulert Stifts juffer tho Werselo geassistert met den E. Marten Virsen, haer Wel:in deser saecken gerichtelijcken gecoren ende thogelaetenen mombaer endebekennende woo dat sij hadde geconstitueert ende constitueert mits desen,inde beste ende bestendichster forma [van] rechtens den oock Wolled. ende

50

Ehrentfesten Jr. Johan Mulert zu Voorst haer Ehrw. L. Brooder, ommealsoodaene erffenisse als haer Ehrw. van haer L. sael. vaeder Jan Mulert zuVoorst Droste ende eenichsins competeren mochte, in haer Ehrw. naeme en?tijt derselver {?} inthoforderen, sampt oock te innen alsoodaenich legaet als[ehren] gl. comparantinne van haer Ehrw. sal. Broder Henrich Mullert den tijt[haers] sijns levens vermaecket is, alle t’rechte oft t’vrundtschap alsgeconstitueerder des sal nodich hebben {?} te behoeren, sonderlinge tenregarde dat haer Ehrw. in lofflijcke erfaringe gecomen, dat haer L. brodersbereets derselven ehren gl. vaders nalatenschap gescheijden ende gedeijlthebben, mits dat geconstitueerder sal geholden, ten allen tijden, des versochtsijnde, [daer van] van voorschr inninge ende bewint, behoorlijck rekeningeende reliqua te doen, cum potestate substituendi, cautione rati et prestationeindemnisationis, caeteris cum orbus clausulis debitis et coniuctis, alles inmeliori et debita juris forma

Bernardt Becker volmachtiger van Jr. Bernart van Beverfoerde tot Nijenborchovergift, die anspraecke, contra Juffer Kiliana van Brabeck, bitt als daerinne,met versoeck dat sij moege angeeijst worden

Thomas Spangemaecker volmachtiger der van Beverfoerde tot OverWerrijsende Weemssello versocht vande overgelechte anspraecke doer BernardumBecker [Jan] copiam, met tijt van 6 weecken

62

Berent ten Game timmerman spreeckt aen Berent Gorbert tho Hassell voer 3daeler, heerkommende van geleent gelt

Thomas Spangemaecker nomine Jan Hollender {?} doet verwin, contra Adrianvan Laer amptman des stifts [Weersel] Metelen vermits dieselve aengeeijstsijnde, ende in sijnen selfs gecolligeerde termijn, niet erschenen, ergo cont.

Anno 1632 den 14 Apriliseerste rechtdach nae paesschen

Gerichts verwalter Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Erschennen Geert Wijfferman tho Boeninge Assele sijn huijsvrouwe, endebekennen aen gereeden gelde ontfangen tho hebben van Hermen Schulte thoBoeninge, ende Fenne sijn huijsvrouwe de somma van 70 daelers ad 30 sttegens’stuckeDaermede Wijfferman aende kercke raet tho Denecamp sijn achterstendigeschuldige pacht heeft mede betaelt

51

Ende doet daer voer setten aen Hermen Schulte tho Boeninge Fenne sijnhuijsvrouwe sampt haere beijden erffg een stucke maetlants, [als] gelegenaendat hoege hoijlandt, inde buijrschap Boeninge, gehoerende tot hett erveWijfferinck, alles wijderen inholts [des heerschaps] de kercke raet vanDenecamp als heerschaps des selven erves consents brieves, de dato 1631den 24 augustij ende hijr inden gerichte verthoont, alles in meliori forma

in de linker marge staat een doorgehaalde en onleesbare toevoeging.

Arent Gelinck spreeckt aen Berendt Gorbertinck tho Hasseloo, voor omtrent 40daeler ad computum, heerkommende van een verkofft peert

63

Bernardt Becker nomine Hindrick de Leeuwe tho Boeninge doet sijn verwin opHermen Hanterman in Lutta, volgens d’aenspraecke ahm 24 Martij tenprothocollo gebracht

Henricus Friso volmachtiger des cloosters alhijr wort geechent aen PortLambert alias Cuijper inde Lutta sijn pande naer landtrechte

Item aen Hermelinck tho Losser sijn pande naer landtrechte

Erschennen Thomas Spangemaecker uuijt den naeme Jan Koijtenbrouwerlecht over in termino exceptionem dilectoriam met copije van een bijgevoechdesententie, voer den heeren landtdrosten van Twente gepronuncieert, tegensGerrijt Nijterts, bitt als daer inne, ende restitutie geroerter sententie mits datcopie authenticq bij den gerichte sall verlaeten worden

Gerrijt Nijterts versocht copiam ende tijt van 4 weecken, aut interim

Erschennen Lambert Deterinck tho Dulder ende versocht uuijtstell, tegensLubbert Meijlinck cum [suis] consorte, den tijt van14 daegen, ten regart gl.Detert, noch noodtwendich is, getuijgen te produceren, d’welcke men alle vooracht daegen verleden vrijdach heeft doen citeren, ende t’selve vant gerichteniet is effecteert, wort vergunt

Gregorio de Lagatta wort geechent aen Wernsinck tho Losser sijn pande naerlandtrechte

64

Erschennen Hindrick van Aken ende versocht van Bernardt Becker alhijr intgerichte present sijnde, [in] als geconstitueerde volmachtiger van HindrickBalckhuijs sijn swaeger, indieninge van duplieck ten principael, op het replijck

52

doer comparant lest ingedient, daer van huijden den dach is denende, bij fautevan sulx tho doen versocht comparant geassisteert sijnde met Lic. Tongeren, contumaciam,volgens den 12 art. tit. Landtrechtens part 1. [tit] {?} .8.

Ter contrari Bernardt Becker secht dat L. Tongeren, niet geoorloft eenigegerichts termijnen wegen sijn principaelen te respicieren, maer gebeurt sulxden procuratoren alleen, weshalven alhijr wert bijgebracht, een apostille vanRidderschap ende Steden opt Req. vanden respectieve procurateurs vanVollenhoeve mittgedeelt, ende stellet sulckes tot decisie an onpartidischerechsgeleerden, inde dree hoefft steden, oock te meer dat den procuratorenniet [baven] in saecken boven 100 gl. moegen dienen

Hindrick van Aken secht dat hij persoonlijck gewachtet op sijnen termijn, endesijn eegen woort selffs doen willen soo hem geoorloft is maer alsoo Beckermundtlijck seeckere exceptien geproponeert, daer uuijt hij sick niet heeft wetente mijden, heeft alsoo sijnen advocaeten indeser saecken, meer sijnde als 100gld. capitael, moeten consulteren, gelijck hij voer desen oock doen moeten,alles doer de malitieuce tergeversatie, des vorschr Beckers

65

alsoo dat hij selffs een oorsaecke vandeese costen, die comparant geernevermijdet hadde gesien, ende gemerckt, dat den advocaten tit. 22. lantrechtenspart. .1. salarijs, voer de gerachtes? termijnen te respicieren in causis arduis?,uti hec tho weeten in loco residentie een gulden, compte comparant well vremtvoer, de frivole exceptie, van sijn wederpart, dewelcke hij versocht dat sallworden gerejecteert, omme dat die saeke gereet is, ten principael gedientende hem comparanten de gebedenen contumacie tho gekent stellende cumexpensis

Bernardt Becker inhereert sijn voorige mit reiectie t’selvige soo L. Tongeren tenprothocoll gedaen, met averleveringe eenen seeckeren missive, under handtvan verweerder, in cas van negatie, versocht dessen beter bewijs dat anleggervan sijn instantie, heeft renuncieert bij tho brengen, inden tijt van een maent,met expressen eijsmakinge van costen, stellende,

Hindrick van Aken, gesien hebbende den inholt vande exhibeerde missive,ontkent wel expresselijcken, dat hij van deese instantie heeft gerenuncieert,wan sulx gescheet, hadde beklaechde t’selve met d’acten moeten bewijsen,soo hij in eewicheijt niet doen sall, ende gemerckt, [hij] gedagede,volmachtiger, nu meer nae vele gedaene costen, met de missive soo hij thovoeren in handen gehadt, ende loco duplice et peremptorie exceptionis, wellhadde konnen simpliciter exhiberen, ende de voerige costen voer bouwen, soois ummers claer? als den dach, dat hij niet anders is soeckende als

53

ommewegh, et nodium insurpo, omme den anlegger te tranailleren, deshalvenhij willick inde gecauseerde costen is te verdammen? et poenam temerelitigantis, ende cleger sijn voorige versoeck t’octroijen, sulx stellende

66

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger des hooch undtwelgebooren Willem Hinrich Graven zu Bentheim Stenforde, ende versochtcraft avermaliger geexhibeerter volmacht, onder handt ende segel sijn Gen.voergemelt ende bijden gerichts {?} dat Johan Edler moege angeeijst worden,omme dat? ingelevert libell ten principael tho antwoorden, tot welcken eijndegl. Edler tegens huijden deur Hermen Hoijckinck geswaeren gerichtsdener, isgecijteert, dewelcke Hoijckinck bekent gedaen te hebben, angaende vandegeforderde cautie ad parte adversa stelt comparant craft geroerter volmachtpro litis expensis hett erve Molmans in Losser, omme tot onverhopelijckesuccumbentie, sich daer aen tho verhaelen

in de linker marge:

debet et nihil?

Johan Edler versocht tijt van 3 weecken, ende copiam

Dominus Antonius de Bever wort geechent aen Monnickinck tho Doeringe sijnpande naer landtrechte

in de linker marge:

debet Gerrijt van Goer, et mihi

Erschennen Geert tenLuttickhuijs tho Doeringe bekent oprechter schultschuldich tho sijn aen Gerrijt van Goer de somma van 34 glds, heerkommendevan geleent gelt, ende settet vgl. Luijttickhuijs aen Gerrijt van Goer tot eenwaeren onderpande seecker stucke roggen gewas van een mudde lantsgelegen opt groote witte rot inde Doeringer om sick daer aen bij faute van[misbetalinge] restitutie {?} {?} op St. Jacob thokommende [daeraen]schaedeloes te verhaelen

67

Noodtgerichte geholden

Anno 1632 den 19den AprilisJudex substitutis Casparus WaterhamCoernoten Theodorus Oelen {?} {?}

54

Berendt Kettwich

Erschennen Berendt Hindricksen van Borne undt Albert ten Segger vanHengeloo, ende bekennen, dat haerluijden vanden woled. Jr. Johan vanTwickeloo tot Borchboeninge op huijden dato bovengeschr ontfangen hebbennaer voergaende loskundinge, seshundert rijcx daller tot 50 st t’stucke, met alleresterende interesse, soo obg. Jr. Johan van Twickelo und sijn wolled.Huijsvrouwe Ursula van Raesfelt int jaer 1628 den 3. septembris aende selvenhebben verschreven uuijt haeren erven Steunebrinck Luttekehulst endeDubbelinck inde buijrschap Boeninge en desen gerichte gelegenDoende derwegen den voorschr Jr. Johan van Twickeloo soo well vant capitaelals interesse gude vollencomenen betaelinge bedanckende, quiterende denvorschr Joncker van Twickelo vanden hijpotheqen der voorschr erven, waervancomparanten den voorschr Jr. Van Twickelo den gemaeckten brieffwederomme ten handen gestelt ende overgelevert, omme ferders op denvorschr erven niet te konnen ofte moegen pretenderen,dit selve voer eene richtige ende gerichtel. quetunge holdende, sonderwederseggent, in meliori forma

Erschennen den woled. Jr. Johan van Twickeloo tho Borckboeninge unndeVeenhuijsen?, ende bekent den E. Berent Hinrickxsen tho Borne sijnhuijsvrouwe

68

unde erffgenaemen schuldich tho sijn seshundert guldens tot 30? st t’stucke,daer voer sijn Wol. Ed. hem met sijne medebeschr tot onderpande stelt, deTechlerije met derselven annexe landerijen gelegen inde Lutte inden gerichtevan Oldensell, omme vanden gebruijckers derselven jaerlijckx tho heffen endetho boeren de behoorlijcke pensionen der vorschr hovet somma tho wetenvant? hondert ses gld, ende een oort, daer van deerste pension verschijnensall op Martini nu thocommende, bedanckende voorgeschr comparantnochtans de losse {?} de ene den anderen een halff jaer tho voren an thokundigen, voorschr. Berendt Hindricx {?} cum suis der voorschr 600 glds,goeder betaelinge Ende gelavende sulx tho staen ende tho waeren, onder verbant des voorschronderpant ende generalijck comparant alle sijne [goederen] andere ende wadtguder in desen gerichte gelegen, omme sich daer aen soe well aen hovetsomma als pension schaedeloos tho verhaelen, alles in optima forma

Anno 1632 den 21 AprilisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

55

Erschennen Johan ter Hersmolle tho Rossum ende Fenne sijn huijsvrouwedaer voer hij de rato caveert bekent opgenomen ende ontfangen tho hebbenahn gereeden gelde vanden E. Hindrick Bertelinck Judit sijn huijsvrouwe, desomma van 30 daelers ende 10 st ad 30 st ijder daler, ende doet denselvendaer voer setten tot een waeren onderpant int gebruijck een halff muddeseijlants gelegen op Reijmerinck Essche, inde buijrschap Rossum tusschenWolcherinx ende Reijmerinckx landerijen, omme tho gebruijcken, [bes ter voer]voer der pension derselven penningen, bis der tijt der afflosse de een jegelijcksall vrij staen deen den anderen een halff jaer tho voeren an tho kundigen

69

in de linker marge:

deb.

Erschennen Jr. Adolph van Limborch borgemr? alhijr, exhibert sijn triplicqtegens Jan Crabben, ende alsoo partijen extra terminus bijnnen gewest, iscitatio vanden heeren richter, omme de triplicqe sien? inthodienen obtineertworden unde off well verwerders advocaet Lic. Oelen clegeren met goedenwoorden belooft, dat cleger contenteert solde worden, soo is nochtans nietdaer op gevolcht, maer heft cleger viam juris voerdehant weder moeten nemen{?} Biddet tot dien eijnde aeneijssinge in cas van uuijtblijven, versteeck van wijderinbrengen naer landtrechte

Jan Crabbe versocht copiam ende tijt van 3 weecken

Erschennen Lic. Albert van Tongeren, ende exhibeert sijn exceptie alsgequalificeerde volmachtiger des Barons de Ketteler, tegens Jr. Reijner vanRaesfeldt tho Hervelde, heer tho Middach

Thomas Spangemaecker volmachtiger Jr. Reijner van Raesfelt versochtcopiam ende tijt van 3 weecken vande vorgl. exceptie

Thomas Spangemaecker nomine Jan Hollender spreeckt aen Geert de Meijerin Dulder voer betaelinge van 10 daelers 10 st herkommende van erffwinninge,makende eijs van costen

Hendrick Molckenbuer inden naeme Geert Meijerman in Lutte heeft napaelrecht verkoft een swarte koe met een hoeren?, thobehorende Kalter indeLutte, ende is dieselve doer vorschr Molckenbuer ingesett op 7 daler, waervoer hij cooper gebleven

Tott hijer toe mitt Casparus affgereckent ende nu voldaen

56

70

Anno 1632 den 29 AprilisJudex Lubbert van RensenCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Goossen Meijerinck spreeckt aen Jan ter Kaverick alias Keijser voor 20daelers ad 30 st tegens’stucke heerkommende van een verkoft peert

Wessel ten Camphuijs doet sijn verwin op Reijninck tho Doeringe vermoegesijn aenspraecke den 17 martij ten prothocollo gebracht

Erschennen Geert Deterinck wegens sijnes vaders Lambert Deterinck, endesecht qualitate qua dat comparants vaeder, voordesen in duchtich gerichtlijckverwin op beklaegende Lubbert Meijlinck ende Willem Hanninck hebbenerholden, het welcke verwin nu voorlanges in rem judicatam is ergangen endeconfirmeert, daerbij comparants vaeder voorschr vastelijcken persisteert tercause die voorschr contumacie genes weges van beklachten is gepurgeert,teste prothocolle concludert comparant nomine patris, ende sustineert gelijckin genomene conclusie sijnes overgelechten libels, is geconcludeert endegebeden, met rejectie alle t’gene hijr tegens van jegendeel mochte opponeertworden, sulx stellende,Edoch dewijle nu die costen erlecht sint, versocht comparant 14 daegenuuijtstell, t’welcke vergunt, uuijt reden dat cleger Lambert Deterinck tot nochtho sijne getuijgen niet kan bemechticht, t’welck den? beklachte? well isbewust

Erschennen Gerrijt Bloomen geassisteert met Antonio Loesinck sijnenprocuratoren, gaft voer, hoe dat hij verstaen heft, dat [ {?} ] daer JohanWijntijes seeckeren camp inde Westricks

71

gelegen, thobehoorende Johan van Steeren? gerechtel. verkoft sall worden,daer van bij dessen Erb. Gerichts edicta ad valuas sinnen gepasseert, endeaen 3 naeste kerspel kercken geaffigeert, om een ieder, daerop sijn hebbendeprettensie te sollen aengeven, als erschijndt gl. Gerrijt Bloomen, verthonendealhijr in dessen E. Gerichts hoe dat hij Anno 1627 den 21 junij opden selvigencamp heeft uuijtgedaen, ende noch staende 200 dalers ad 30 st tegens’stucke,capitael, versocht dan hun dieselvige eerste ende voer all uuijttencoopenningen luijt gerichtl. verschrijvinge moegen verhandtreijck ende betaeltworden, sulx,

57

Gregorio de Lagatta wort geechent aen Leerkatte te Doeringe sijn pande naerlandtrechte

Idem wort geechent aen Berendt Gorbertinck tho Hasselo sijn pande naerlandtrechte

Joannes ter Linden wort geechent aen Lubbert ter Spraeckstede in Lutte sijnpande naer landtrechte

in de linker marge:

nihil dederunt

Thomas Spangemaecker nomine den professoren des Gasthuijses binnenOldensell, protesteert vanden gedaene vercoop, ter oorsaecke sijn principalenvoorschr daer bij geinteresseert binnen, ende uuijt Jan van Steere alle sijnegoederen ter somma van 200 goltgrl. verschreven binnen, daer op verlopenpension 70 goltgl.

72

Anno 1632 den 5 MaijJudex Lubbert van Rensen Coernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Hendricus Friso volmachtiger des Cloosters alhijr wort geechent aenHesselinckhoff tho Doeringe sijn pande naer landtrechte

Item aen Adolp ter Bruggen in Hasselo sijn pande naer landtrechte

Item als volmachtiger [vorschr] van Marschalck {?} vander Leijde wortgeechent aen Hermen Schulte tho Boeninge sijn pande naer landtrechte

Jan Pott als volmachtiger van heeren praust van Isselmuijden versocht tegenserleggunge der kosten? dat hett peert van Bavell inde Lutta gepandet, moegeopgebuijttet werden, ende sulx wegen de costen soo de gevange meijerluijdenbinnen Swolle ten huijse van Arent Bloomen verteert, ende [sulx] {?} voorvorschr Bavels sijn quota ingeset bij Pott voer 18 daler Merten Smit verheucht {?} een daler ende is cooper gebleven voerbeholdennaer landtrechte

in de linker marge:

Oldensel

58

Dominus? Bever nomine Capituli intervenierende voor Bavel protesteert endewil niet consenteren, dat dit peert mach opgebuijt worden, all eer die heerenvant Capittel moegen gehoert worden, ende haer reden ad contra bijgebrachthebben

Lieutenandt Bertolt Baterbas spreeckt aen Arent ten Wevelkotte voer 10guldens, heerkommende dat vorschr Wevelkots jonge de verckens gedrevenheft op de Lutenants lande welcke schaede hij niet lijden wilde omme devoorschr 10 glds

Arent ten Wevelkotte ontkent de schult ende secht verders indien daerschaede van sijne verckens opt Lutenants lant is gedaen, dat hett gerichte willgeleven twee onpartijdische mans te ordoneren om den schade teverweerdegen, die hij alsdan geerne wil vergelden

73

Geert Tenckinck heeft nae paelrecht vercoft een rode guste koe, thobehoerende Gebbe Lansinckster tho Gammelke ende heeft dieselve ingesatop 9 daelers, waer voor hij cooper gebleven

Erschenen Lambert Daminck nu Steggeman tho Rossum, Swenne eheluijdendaer voer hij de rato caveert gaet uuijt ende doet vertichenisse, erffl seeckerewooninge geheeten Eeertmans huijs met sijn thobehoorende hoff endelanderijen, [tot] soo als dieselve gelegen sijn in Weerseloo, liggende aldernaestLettenhuijs, alles tot profijt ende behoeef Willem Eertman Trijne eheluijden,ende sulx voer eene somma van penningen die sick vercoper goederbetaelinge dede bedancken, ende met conditie dat voorschr Willem Eertmansall gerichtl. geleavet heeft t’onderholden, een kindt van sal. Jan EeertmanLubbertken eheluijden naegelaten geheeten Beertken, welcke watt sinneloosende sijn vollencomen verstant niet? is hebbende in maenieren naer naeberecht te versorgen, met cost clederen ende anderenoetdruft [to] ende sulx [sijn] hett voorschr kindts leven lanck, ende isexpresselijck geconditioneert dat nae affsterven van Willem Eertman ende sijnhuijsvrouwe het vorschr goet vanden sal. Jan Eertman, van {?} sijn kinderenende Willem Schulte Greete eheluijden sall worden beseten ende gepossedert

Jan Lubberts wort geechent aen Hermen ten Hanter inde Lutta sijn pande naerlandtrechte

Erschenen Johannes Trutius Decanus, geassisteert met Gerlacus de Beverversoecken copie vande volmacht van Jan Pott, gelijck oock vande acten bijRidderschap ende Steden gegeven, van dato den 19 martij, gelijck oockseeckere ordonants? van dato den 28 februarij 1632, omme daer tegens tedoen binnen 14 daegen, ende dat ondertusschen het peert sall worden

59

gerestitueert onder sufficiente cautie gelijck comparanten stante pedepresenteren te stellen

in de linker marge:

alle dese acten sint? partijen gerestitueert

74

Hijrentegen Borgermr Jan Pott secht well vredich tho sijn dat den Capitulaerheeren vande bijgebrachte volmacht, [onder] ende 2 andere ordonantien copeimach gevolcht werden, edoch will hijr bij bedinget hebben, noch een andereordonnantie, vande heeren Staeten van Overissell onder den richterberustende nopens? het vercofte peert, secht voorschr Pott dat het met parataexecutie deur bevel van den gedeputeerden heeren Drosten gepandet sij,ende [ten] dien tevolge naer paelrecht verkoft, t’welcke den [ver] cooper naerlandtrechte [ {?} ] thocompt, mach alsoo het verkofte peert tegens cautie nietgevolght weerden, ende infal [dat] de heeren Capitulares meenen mochtenvoorschr vercopinge tegens recht geschien te sijn, als neen, soo will [in d] Pottvoorschr in dessen val, daer voor caveert hebben, protesterende d’expensis

Jan Wolderinck wort geechent aen Johan Hollander sijn pande naerlandtrechte

d’heer Deken geassisteert mett den heer Gerlacus de Bever voorschr, sechtnaedemael blijckt, uuijt de originaele ordin. des hr. Drosten {?} {?} van datoden 12 martij 1632 als dat d’heeren Capitularen, de Meijerluijden des heerenpraustes vermoegen te maenen, omme te coomen tot hun contingent,naedemael oock blijckt dat Bavel wiens peert gependet ende opgebuijtet is, totsulcken fijne sijn pacht aent Capittel heeft betaelt, ende aengesien de qualiteijtvan Jan Pott is disputabel, dat het voorschr peert behoorde t’wordengerestitueert, onder de gepresenteerde cautie, protesterende vande gedaeneende noch doende costen, schaede ende interesse

75

Ter contrarie inhereert Borgermr Pott sijn voeriges, ende secht dat dese vandeCapit. heeren geexhibeerde ordonnantie, vanden heer Droste, niet is contrarie,den oock van Pott vorschr geexhibeerde ordonnantie, wante die ordonnantievanden 12 Martij, is alleen spreeckende van voorschr Canonijcken haer portie,maer d’ordonnantie, vanden 28 Februarij, spreeckt op 1000 gld van verteerdecosten binnen Oldensel ende Zwolle gedaen, tot welcke betalunge, demeijeren {?} deur den heeren Richter per paratam executem sollen geholdenwerden, dat averst vorschr heeren menunge?, dat Pott geene genoochsamevolmacht solde hebben, soo blijckt doch sulx well anders uuijt de geexhibeerde

60

volmacht, oock is de hijr bij bedongene ordonnantie vande heeren Staeten vanOverissel ende den Capit. voer? desen doer den secet. Jan ter Lindenovergelevert der ordonnantie vanden 12 martij vanden heer Drostes directl.contrarie, ende alsoo die ordonnantie vanden heer Droste durch d’ordonnantievande heeren Staeten [opgehaven ende gecasseert] compt te {?}, blijft derwegen de coop des peerdes, in sick craftich, uuijt reden verhaelt, cumexpensis

Erschenen den Erw. Heeren Jan van Deventer als soon ende broder vanJohanna ende Dirck van Deventer [con] ende heeft geexhibeert triplicam, innaemen sijns voergeseijden broeder, contra Plechem Nijterts, amptman indeWijtmarsschen, mit 7 documenten gequotiert num. 1.2.3.4.5.6. et 7aversoeckende gelijck daer inne met eijs van costen

Gerrijt Nijtert nomine Plechelm Nijterts versocht copiam ende tijt van 2 maent

76

Hermen Nijkercke wort geechent aen Spraeckstedde inde Lutta sijn pandenaer lantrechte

Gerrijt Nijters versocht 14 daege uuijtstel contra Johan Koijtenbrouwer, salvisexpensis

in de linker marge:

[deb. {?} ]

Dominus Johannes Trutius geassisteert met de hr. Bever als boven {?}aengesien de restitutie onder cautie partijen niet kan prejuditieren, ende dat opde geexhibeerde instrumenten ten principael sall worden geantwoort,versoeckt alnoch de voergl. restitutie, decretum hijr op verwachtende

Decretum

Hett gerichte neempt dese saecke in bedencken omme binnen den tijt van 3daegen dattet verkofte peert gelost mach weerden, erclarunge te doen, off denvercoop des peerts sijn voortganck sall gewinnen, dan off de heren desCapittels onder genoochsaeme cautie t’voorschr peert tot behoeff des meijersBavel wederomme gevolgt sal worden

Thomas Spangemaecker subsitueerde volmachtiger van Joan vanBeverfoerde versocht uuijtstel tegens den oock Woled. Bernardt vanBeverfoerden totten eersten rechtdach nae [paesschen] passche, wort vergunt,salvis expensis

61

Thomas Spangemaecker volmachtiger van sijn Graff. Gen. van Stenforde,versocht in termino van Johannes Edler collecto indienunge antwoort tenprincipael van gl. Edler, bij gebreck van sulx versocht comparant qualitate quacontumaciam unde condemnatie in conclusione geexhibeerten libels, ofte tengringhsten 2? citationem onder protestatie van costen, mit aeneijssinge, Beklageden aengeeijst, ende niet erschenen, erog contumax salva purga

77

Decretum

Alsoo Jan Pott seeckere volmacht vanden heren Praust Jr. Gerhardt vanIsselmuijden indesen gerichte den 5. Maij deses jaers verthoont endeavergelecht, gepasseert voor Borgermr ende Raedt der Stadt Groningen,onder desselffs secretarius handt ende stadts segel, de dato 1632 den 9 aprilisWaertegens den heer Deken van Oldensel, geassistert met Dominus Gerlacusde Bever luijt prothocoll sustineren, dat dieselve volmacht niet solde konnenbestaen, ende die qualiteijt van Jan Pott noch disputabel wasSoo verklaget het E. Gerichte, dat sodaene volmacht voor Borgermr der StadtGroningen, op voorschr Pott gepasseert, naer landtrechte wort voer guetgekent, te meer den heer Droste van Twente in seeckeren ordonantie vanden28 februarij 1632 dieselve qualiteit geconfirmeert ende approbeert, in welckeordonantie des voorschr .H. Droste mede wort geordonneert, de semptlijckmeijeren denstmeijeren? ende alle andere soo inde praustije jaerlijcx schuldichsijn, naer advenant van haere pachten provisorelijcken betalen sollen aenhanden van Jan Pott, daer tho geauctoriseert ende gemachticht sijnde, diesomma van 1000 car. Gld. tot betalunge vande oncosten ende verterunge bijeenige der praustijen meijerluijden binnen Oldensel ende Swolle gedaen,t’welcke de meijeren vorschr aen haere pachten sollen moegen corten, bijgoer? gedaen sall wordenWijders wort inde selve ordonnantie den richter van Oldensell, ende alleandere richters ende gerichten in Twente geordonneert, den voorschr Jan Pottmet parata executie op de onwillige meijerluijden, elck voer haer quota totbetaelinge der voorschr 1000 car. gld hardt? te bieden ende t’assisteren, waerop Jan Pott uuijt crachte voergeroerter ordonnantie des heeren Drosten vanTwente parata

78

executie heeft versocht, ende oock daer beneffens verthoont seeker copiacopie van een apostille uuijt het resolutie boock vanden gedep. heeren {?} vanRidderschap ende Steden der landtschap van Overissel de dato den 24 martijlestleden, waerinne die heeren vant Capittel opt erstlijck werden vermaent, datsij metten ontfanck deser halver praustijen opcompst, haer hen veerder niet

62

sollen bemoijen, voorbeholdent dannoch haere blijckelijcke portije, die haer bijden heeren praust van Isselmuijden sal worden gevolchtuuijt cracht ende ingevolch der voorschr bevellschriften ende ordonnantien, isden voorschr Pott op de meijerluijder der praustije executie vergunt, mits dien dat hij eerst durch een gerichtsdene den meijerluijden soo noch nietbetaelt hadde, solde doen anseggen, dat sij aen hem in qualiteijt ende tenprofijte als vooren vermeelt, betalinge solden doen, bij pene contrarie doende,dat sij daetlijck daer voor geexecuteert solden worden, twelcke hij Pottnaergecomen ende durch een gesworen gerichtsdener die meijerluijdenanbevolen isAlsoo dan Groote Bavel inde Lutte sulx ongeachtet ende tot versmadunge desgerichts, soo daenich verbot niet heft nae gecomen, en? sijne schuldigepachtroggen daetlijck daer na aende heeren vant Capittel soe hij secht propriaautoritale heeft gelevert, voer welcke ongehoorsamheijt, ende verachtinge JanPott parata executie craft voorschr ordonn. is vergunt, ende vande voorschrBavel een moerpeert affgepandet, ende bijt gerichte opt versoeck van Pott naepaelrecht opgebuijt ende verkoft ter somma van 19 dalers luijt prothocolleAnno 16

79

Dewijle dan hett gerichte dese saecke dree dagen in bedencken heeftgenomen, omme verclarunge te doen, ofte den vercoop des perdes sijnvoortganck solde gewinnen, dan ofte onder sufficiente borge doer de heerendes Capittels gepresenteert, het moerpeert den voorschr Bavel behoordegerestitueert tho wordenSoo verclaert het E. Gerichte naet gesien hebbende de dictaten ten prothocolloals mede die geexhibeerde ordonnantie ende bevelschriften dat bij voorschrvolmachtiger Pott, een goede vercoopinge /: vermoege voergeroerterordonnantien vanden 28 februarij ende 24 martij deses jaers 1632 :/ isgeschiet, ende dat de heeren vant Capittel, het vorschr gedistraheerdemoerpeert niet thogelaeten can worden, onder sufficienthe cautie tho lichten,maer alleene de {?} naer landtrechte, de costen deser instantie reserverende

Denuntiata den 9 maij 1632voergesubst. Richter Casparus WaterhamCoernoten Hindrick MolkenbuijrBerent Kettwich

De heeren vant Capittel appelleren vandese voergeroerte sententie endeprotesterende? de nullitate huius? mett {?} copiam, ende soo het verkofte peertMerten Smit wort gevolcht, protesterende de heeren van alle costen hinderende schaeden

63

80

Anno 1632 den 12 MaijJudex Lubbert van RensenCoernooten Merten SmittHermen Hoijckinck

Erschenen Thomas Spangemaecker ende lecht over nomine Lambert Deterttho Dulder replick, met 2 bijgevoechde documenten, contra Lubbert Meijlinckende Lubbert Hanninck bat inholts onder expressen eijs van costen

Lubbert Meijlinck versocht vant ingelechte replick copiam ende tijt van eenmaent

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender spreeckt aen Jan Besminckinde Lutta voer betaelunge van 25 mudde roggen, wegen verloopene pacht,soo int jaer van 1624 comparants principaelen, met bekl. claerlijck affgerekentheeft

Jan Besminck onkent d’anspraecke van Hans Hollender, secht hem nietschuldich tho sijn, daer averst Hans Hollender noch hadde te pretenderen vanachterstendige pacht, dat hij sulx sall moeten versoecken, aendentegenwordigen gebruijcker desselven erves die mit den anvanck vandien, alleschulde ende achterstendige pachten angenomen heeft te betaelen, gelijckHans Hollender ende andere goede luijden die daer bij sint aen ende overgewest, bekent sijn

in de linker marge:

[debet]

Erscheenen Conraet ten Ham, Cunera Benninc? sijn huijsvrouwe, bekendenopgenomen ende ontfangen tho hebben vanden E. Reijnt van Beverfoerdenhoffmeijer tot Ootmersum, Margarita

81

eheluijden die somma van vijffhundert dalers, ad 30 st t’stucke, waer voer gl.Conraet ten Ham voorschr Beverfoerden voer een waren onderpande stelletseeckere sijns thobehorende kamp gelegen aenden Lemseler Essche metdeene sijt aen Hampsinck Nes, ende met dander sijt aen [den] Rossumer Velt,als oocke noch seeckeren thienden vant erve Vastert, ende vant erveSeverdinck beijde inde buijrschap Gammelke indesen gerichte gelegen welcke[waer van] [omme] ] [de vorschr Beverf.] [vanden voorschr] welcke camp endebeijde voergenoempte thienden comparant Coort ten Ham eerstes dages

64

gesinnet is te vercopen, waer van den voergl. [ {?} ] ende de coop penningen[so die] vandeesen voorschr parcelen van goederen sullen comen, [sall Reijnt] Gelavet voorschr ten Ham dat Reijnt [voorschr] van Beverfoorde obg. dieselvesall moegen ontfangen ende innen tott der somma van sijne verschootene 500daelers

# bij faute van sulx [settet] verblijven de voorschr maete ende thenden denheren Beverfoerde tot onderpande om sich schadeloes daraen t’moegenverhalen, alles in optima forma

Erschenen Lic. Roscamp in naemen sijns swaegers Johan Edlers, alstegenwoordich sijnde buijten landes, ende dient in antwoort ten principael, metconsent der wedersijts partijen, ende betalinge der dagescosten, overmitsterminus was circumduceert?

Thomas Spangemaecker volmachtiger van sijn Graff. Gen. van Stenforde,versocht vant antwoort ten principael doer Edler ingedient copei, ende tijt vaneen maent ter noodt 6 weecken

Erschennen Hindrick van Aken ende secht, hoe dat Bernardt Becker gerichtl.aengelavet heeft wegen sijnes swaegers Hindrick Balckhuijs huijden in terminogenoochsam bewijsdoom intebrengen, dat comparant ende arrestant soldeangelovet hebben binnen Reen judicialiter dese proceduire tegens gl.Balckhuijs te willen laeten vallen, ende binnen Reen,

82

inde selve saecke t’willen vervolgen, als staet comparant wacht ende waerttinbrengen alsoo daene vermeente document, ende versocht aeneijssinge, bijfaute van comparitie ende indienunge, verwin, ende versteck van wijderschrijvents, ende exhibitie des vorschr documents

Angeeijst ende nicht erschenen ergo contumax, salva purga

Erschenen Lambert ter Caverick, Hermen ten Haeckenberch, GeertDuvendael, Johan ter Caverick, Johan de groote Kaverick, LambertRoeverinck, Hindrick Hanhoff, Jan Egbertinck, Hermen Hanterman, LubbertOlthuijs, Claes ter Waelstedde, Egbert Volckerinck, [ Hindrick ten Hanhoff], alleburen vande Raeder Hoorne inde Lutta, gaen uuijt ende doet vertichenisse erffewelijck onwederlosbaer, kummerfrij ende onbeswaert, [seecker] eenstuckxken veltlants van omtrent 5 spints lants, gelege aen Cavericx veltcampmet deene sijt, ende met dander sijt aen Steunebrinckx, [soo] met deene sijtnaert velt na Haeckenberg in aller gestalt soo als t’selve vande gemeneRoerder Hoorne mans op ende uuijt gegraven is, alles tot profijt van JanSteunebrinck Fenne sijn huijsvrouwe welcke hoockxken veltlants de obgl.

65

buijrmannen der Roder Hoerne Lambert ter Cavericx tot behooff eenespeerdes voerdesen gegeven hadden, alles voer eene somma van penningendie sick vercoperen bedancken in naemen Lambert ter Caverix den eerstenpenninck vanden lesten vanden cooper ontfangen the hebben, endegelavende soodaenige vercoop t’staen wachten ende waeren, alles in optimaforma

83

in de linker marge:

debent.

Heer Gerlacus de Bever ende Guilhelmus Trutius canonici persisteren innaemen {?} Erw. Capittel bijt appel ende protestatis van nulliteit, vanseeckeren sententie interlocutoir hebbende craft van definitiven, den 9 maijlestleden gegeven ende ofte soodanich appel ende protestatie niet bundichmuchte sijn appelleren ende protesteren de novo met aenbedunge vantt’betaelen ofte t’erleggen, hett geene dat het E. Gerichte kennen sall prosportulis ende anders te behooren, versoeckende daer en boven, dat JohanPott sall schuldich sijn cautie tho stellen, voer d’ontfangene penningen costenschaede ende interesse albereets gedaen ende geleden ende diemen nochsoude moegen doen ofte lijden

Lambert Hanninck dient in sijn schriftelijcke anspraecke, contra de gemeneburen van Hasseloo, bit als daerinne

De gemeene buren van Hasseloo versoecken copiam ende tijt van een maent

Jan Crabbe versocht uuijtstel contra Borgermr Limborch ad primam post ferias,t’welcke van jegendeel is vergunt

84

Anno 1632 den 25 MaijNoot gerichte geholden opt huijs Hoijckinck inde Marcke DulderGerichte Oldensel

Judex Substitutus Casparus WaterhamTheodorus MarckerinckPastoor tot Oldensel, ende Berendt Kettwich

in de linker marge:

66

deb.

Juffer Margaretha Moorbecke, dochter van Jr. Arent Moorbecke {?} jufferGarbrecht? van {?} gewessene eheluijden, cranck ende swack van lichaeme,nochtans haer volcomen vernuft ende verstandts machtich, als aen haer nietanders tho ersien, gaff ende giffte mits desen bij maniere van testament endeuuijterste wille, soo sij des an bundichsten ende bestendichste doen kunde oftemuchte, doen kan ofte mach, durch den E. Bernardus ab Heijden canonicushaeren in deeser saecke gecoren ende thogelaeten mombaer, aen haer E.L.Ehman Jr Wolter van Hoevel tot Hoijckinck inden eersten die gerechte helfteofte halffscheijt van haer {?} onroerende goederen, reede ende onreede,geene uuijtbesondert {?} {?} {?} {?} {?} als haer deselve in {?} vorschr {?} {?}angestorven ende avergelevert sijnen, [sijnen] {?} {?},ende d’ander helfte ofte halffscheijt der voorschr onroerende goederen aenhaer L. vaeder vorschr Jr Arent Moorbecke, bij manere van {?} [ende] twelckehalffscheijt nae doodes des voorschr vaders erven ende succederen sall ophaer E.L. lieve brooder ende suster, nemptlijck Jr. Aloff Willem Moerbeckeende Juffer Anna Geertruijt Moorbecke, des sall den voorschr Jr. Wolter vanHoevell haer edl. L. man uuijtte geereetste penningen, den huijse armen alhijromtrent geven ende mede deelen, eens 25 gld. [welcke] insgelijcx testatrix L.vader obgl Jr. Berent Moorbecke geholden wesen oock vande gereetsepenningen des huijsarmen in stift Munster mede geven ende deijlen 25dergelijcke guldens

85

Ten tweden gaff ende gift testatrix doer haeren voorschr mombaer haer E.L.Ehman [voorschr] Jr. Hoevel {?} alle mobilen huijsraet linnen tinnen {?} sulverwercken, {?} geens oock uuijtbesundert, als dieselve opt huijs Hoijckinck heeftmede gebracht

Ten derden heeft testatrix haer E.L. man doer momber vorschr gegeven endegift alnoch [bij] mits desen, [doer] alle t’gene van schenckagien, ketensclenodijen, ringe, etc? dieselve aen haer {?} heeft vereert ende medegedeijltende selfs to vorne geholden maer hijr onder wort gescheijden, dat testatrix L.suster Juffer Anna Gertruijt Moorbecke sall genieten die cledinge van rocken,tabbaerts, soo testatrix voorschr tot onderholdinge haers lichaems heeftgebruijckt ende gedraegen, alles in optima forma

Anno 1632 den 2 junij sijnde den eersten rechtsdach post Pentecostes

Judex substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

67

Erschennen Lambert Dietert achtervolgende seecker apostille vanden herenlandtdrosten van Twente Robert van Ittersum, sub dato daer van copijeauthenticqe bijden heren richter Lubbert van Rensen is averlevert, ende alsoocomparants twee soons Lubbert ende Geert Dietert van seeckere persoongenoempt Trijne Vorspoel wonende bij Geerdinck to Dulder t’onrechtebeclaeget heeft, als solden comparants voorschr beijde soons gl. Trijne bijnacht slaepender tijt int huijs gebroocken, ende deselve met slaen qualijckgetracteert hebben, twelcke nochtans nummermeer sal konnen bewesenworden, omme dan die vooorgeschr apostille des heren landtdrosten t’voldoen,soo will sick comparant Detert onder verbant sijns selffs persoon endegoederen wegen sijner {?} obgl. hijr inne gelaeten hebben, omme allest’voldoen [wat sick nae rechte spreeckt aen] wes clegersche met rechte opvorschr Detert kan gewinnen, ende nae rechte sick sal behoeren

86

Gerrijt Tonnissen ten Kotte wort geechent aen Berent Gorbertinck tho Hasselosijn pande naer landtrechte

Gerrijt Nijterts exhibeert antwoort exceptionael contra Johan Koijtenbrouwer,bit als daerinne

Erschennen Jan ten Nijenhuijs exhibeerde paritionschrift met 3 bijgevoechededocumenten, contra Hermen Swaefferinck bitt als daerinne onder expresseneijs van kosten

Erschenen Jacobus Melingius ende bekent dat hij van Gerrijt Hindrickssen smittot Hengelo Geesken sijn huijsvrouwe, van wegen sijn moder Berntken Jansenontfangen heeft die somma van 50 daelers Item bekent vorschr Jacobus als coniuncta persona sijner huijsvrouwen moderEngele de wed. van sal. Pottcamp dat vorschr wed. van Gerrijt vorschrontfangen heeft de somma van 25 dalers, ende Berendtken Jansen vorschrbetaelt heeft 25 dalers ende [ vorschr ] alsoo dat dese somma is hondertdaelers van 30 st t’stucke allent nae luijt den prothocolle vanden jaer 1628daer voor vorschr Melingius voer sijn persoone ende van wegen de wed. vanPottcamp den voorschr Gerrijt unde Berentken bedancken guder betaelinge

Erschennen Pauwel Jansen met Berentken Jansijn sijn huijsvrouwe, undehebben in sittende gerichte belijet ende bekent, wie dat sie van haeren soonGerrijt Hindricksen smitt tho Hengelo ende Geesken eheluijden {?} eenersomma an guden ganckbaeren gelde ontfangen hebben, de somma van 75daelers ad 30 stu t’stucke, daer van sij jaerlicx end alle jaer op Maij gelaven terpension te geven vant hondert sesse, buijten eenige affcortinge, waer vandeerste pension sal verschijnen op maij 1633

68

87

ende bij gebreck van misbetaelunge desen capitael penningen ende interessealsmen niet verhoopen will, versetten ende veronderpanden voorschr Pauwelende Beertken eheluijden in specie haer meeden genoempt het Monnegaerende de Sumpell, daer van dandere helfte Jorrijn Mentinck thocompt gelegenint Hasseler Broocke gerichte Oldensell, soo als vorschr eheluijden t’selve intgebruijck hebben, op dat daer aen gl. Gerrijt cum suis alle haere deshalvenhinder ende schaeden met daetlijcke executie verhaelen moegen, verstaendedat dese verpantschap 3 naerden anderen volgende jaeren sall geholdenworden, met sulcke conditien dat soo veren Pauwel Jansen voorschr indevoorschr dree jaeren dese penninge begeert aff tho lossen, sal hem sulxvrijstaen, wanneer de losse een vierdel jaer sall tho voeren angekundigetworden, ende daer na verloop dese vorschr 3 jaeren Gerrrijt Hindricxsen endedensijnen dese voorschr 75 daeler mit alle achterstendige pension soo diewaren niet gerestitueert worden, in sulcken casu sall vorschr GerrijtHindricxsen die voergemelte Sumpel ende Monnegaer tot sijn schoonstenvordel ende profijt genieten ende gebruijcken moegen alles kummerfrij, endehebben vorschr Pauwel ende Berentken sijn huijsvrouwe dit selve methandttastunge angelaevet t’staen wachten ende waeren, in meliori forma

Thomas Spangemaecker dient in triplick in naemen des heren van Brandtlecht,contra den Woledl. Jr. Gerhardt van Rede tot Saesfelt

Becker nomine den heeren van Brandtlecht versocht copiam ende tijt van [4] 5weecken

88

[Jan ter Mers volmachtiger wegen sijnes principalen den natuijrlijcken vanRaesfelt doet aeneijcheninge]

Erschennen Gerrijt Nijterts ende bekent vijftich daeler van Braeckman thoBoeninge ontfangen tho hebbben, dewelcke penningen tot deser tijt buijrschultop de Boeninger Marcke [heeft] hebben gestaen, daer van seeckere obligatievan sal. Claes Nijterts is gewest, averst verwaerloost, ende indien soo daenigeobligatie mochte wederomme gevonden worden, sall dieselve mits desengecasseert ende annuleert sijn, setten daer voor comparant Nijterts voer hemende sijne suster Geertruijt alle sijne guderen, waer die selve mochten gelegensijn, [submitterende] insonderheijt een camp gelegen inde Lutta gehetenSweergats Camp, daer an sick gl. Braeckman unde sijn erffgenamen sollenmoegen verhaelen, in cas soo eenige van Nijters ofte den sijnen deswegenwederomme gl. Braeckman mochten molesteren, alles in optima forma

69

Spangemaecker nomine Koijtenbrouwers versocht copiam vant ingediendeantwoort [van] door Gerrijt Nijterts gedaen ende tijt van een maent,

Becker volmachtiger Hindrick de Leeuw tegen Hanterman inde Lutta doet postsecumdam? citationem die 2de anspraecke, wegen ettlijcke penningen nae luijtvoergaende avergegevene anspraecke den lesten rechtdach voor paesschen Bitt aeneijssunge, ende in cas van uuijtblijven, hett 2 verwin met contumaciam

Anggeijst ende niet erschenen, ergo contumax, ende het 2de verwinvergunstiget, salva purga

89

Alsoo voer desen seeckere sententie gepronunceert tusschen Gerrijt Cremerende Plechem Nijterts ende volgens dieselvige verwerder gerichtlijck citeertnaer wijderen inholts des prothocolls oock in Antoni Nijterts huijs bij denanderen gewest maer niet accorderen konnen, soe is datt volmachtiger vanCremer is versoeckende dat Plechem Nijterts als nu in termino de voorschrsententie moege voldoen, omme endtlijck definitive inde saecke erkant teworden naer behooren, ende bij faute verwerder oder sijn volmachtiger nieterschijnen muchten versocht voorschr volmachtiger versteck van wijderinbrengen, ende citationem omme tho sluijten, ende an onpartidisscherechtsgeleerden te senden, ende soo hijr op gedaen mochte worden, wertcopije versocht ende 14 daege omme daer tegen te doen, ende sijn principalendaer van adverteren

Gregorio de Lagatta wort geechent aen Kemna tho Gammelke sijn pande naerlandtrechte

Naedien, Bernardt Becker, als volmachtiger in saecken Hindrick Balckhuijs,contra Hindrick van Aken verstaen heeft, dat hij Aken [en nicht] eenichvermeent verwin ten prothocollo gebracht, ende diewijle eene questie tusschenTongeren ende Becker erresen, dergestalt ofte Tongeren als een advocaetende Lic. der procuratoers termijn muchte respicieren, angesien durch Req.tremonstreert, ende vanden [heren der] Ridderschap ende Steden geresolveertdat geen advocaet der procuratoren termijn [dess] sall respicieren, wijdereninholts der avergelechten apostille, niet tegenstaende die allegeerde plaetsuuijt het landtrechte bij Tongeren gedaen, wante rechtens quod ius [pos] priusper posterius abrogetur, dese questije alsoo gedecideert sijnde, dwelcke aengeen advocaten als richteren ofte Judices in propria {?} sall ofte moege gesantwerden, maer alleen an Ridderschap ende Steden, dit incident alsoo affgedaensijnde

90

70

is Becker bereijt ten principael te antwoorden, mits dien [wegen] gl. incidentes[der gedaene] costen, [soe Tongeren causeert] hem voreerst moegenrestitueert worden,Stellende

Thomas Spangemaecker volmachtiger Jr. Johan van Beverfoerden versochtuuijtstell tegen Jr. Bernardt van Beverforden, den tijt van een maent soovergunt

Wijlen tusschen Plechem Nijterts ende Gerrijt Kremer tot Deventer terminusconcordiae voerdesen is beraempt, ende partijen tho laven ende bijeden? anmalkanderen gewest, ende gl. Plechem Nijters sijn beraet genoomen, ommeden cleger Kremer tho voldoen, t’genige daer het hem voergelaeten, daer vanhij comparant Geert Nijterts als volmachtiger desselven sijns ohms PlechemNijterts finale resolutie tot noch tho niet heeft becoomen, soo versochtcomparant datt den gestelden termijn inden sententie eerst sijnen anvanck sallnemen desen dach, omme inmiddels entweder to resolveren den clegeren tevoldoen daer op het hem? gelaeten is, ofte sijn defentie luijt? sententie bij thobrengen

Erschennen Conradus ten Ham Kunnera sijn huijsvrouwe, gaen uuijt endedoen vertichenisse erff ewelijck onwederlosbaer, kommerfrij ende onbeswaert,[seeckere twee thende] den deerden deel van seeckere twee thendes deserves Vasterinck ende Severdinck, [beijde] als oock den bloot thienden deserves Vasterijck, beijde in Gammelke indesen gerichte gelegen, alles tot profijtende erffel. gebruijck Jan Arentsen Wenninck tho Dorninge Fenne sijnhuijsvrouwe ende haeren erffgenamen well te verstaen een stucke vanVasterinck tendes in Werninck, ende van Werniges Braecke tendeswederumme an Vasterinck, ende van

91

Severdinck ettelijcke 2 ofte 3 stucken, meer oder min, die geene thende aendepraust van Oldensell geven, sunsten thendet voorschr cooper uuijten erveSeverdinck enen? gelijck den praust vorschr, te gedencken nochtans dat denbloet thenden van Severdinck den praust van Oldensell competeert, dat allesvoer een somma van penningen de sich vercoperen goder vollenkomenebetalinge bedanckten, gelavende soo daenige vercoop tho staen ende waerenonder verbant vorschr vercopers goederen geene uuijtbesondert alles inoptima forma

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger des woll edelen Reijnervan Saesfelt heer tot Middachten ende lecht over straffe, contra die exceptiedoer L. Tongeren wegen des heren Baron de Ketteler [heeft] ingedient,

71

versoeckende, dat het gerichte will gelieven partijen terminun concludendi teprefigeren?, t’welcke aver 14 dage wort angestelt

in de linker marge:

deb.

Johan Crabbe dient in quadruplicqe contra Limborchtott {?} toe affgereckent worden

Nootgerichte geholdenAnno 1632 den 5 junijJud. Substitutis Casparus Waterham Coernoten Bernardt KettwichHermen Hoijckinck

in de linker marge:

solvit 18 stuvers

Wie? op huijden Johan van Emmen alhijr deur Lic. Roscamp Borgermr totOldensel gerichtl. is worden gearresteert, oock om dat dieselve geen borgeheeft konnen bekommen selvest in persoone geslooten, borge moeten blijven,ende dat van wegen Hermen van Selbach borger tho Groningen endeGreetijen Wolderinck anders ge

92

genampt Selbach sijn huijsvrouwe, inderen beijden naeme obgl arrestaetJohan van Emmen als volmachtiger heeft opgedragen ende getransporteertvoorden gerichte van Ootmersen, wie oock Oldensell, seeckere rentebreven,aen L. Roscamp waer onder eene wort bevonden slaende op de gemeene Geester buijrenvande somma van hondert daelers, dwelcke nochtans niet meer dan 75daelers, overmits [de] hooge overicheijt de landtschap van Overissel, mitconsent der semptlijcke goetheeren, den deerden part der capitael penningenhebben moegen quijt [ge]schelden, welcken obgl. brieff nochtans arrestaet alsvolmachtiger van Selbach ende dessen huijsvrouwe voor 100 daelergerichtlijcken heeft getransportert, oock angelavet denselven tot allen tijdent’staen wachten ende waeren naer inholts des transfix brieff alhijr verthoont inoriginale de dato 1628 den 12 novembris, craft oock der overgelechtervolmacht, onder handt van Hermen van Selbach unde dessen huijsvrouwe dedato den 4 novembris 1628ende soo arrestaet wegen dessen als boven verhaelt alhijr geene borgekonnen stellen soo heeft gl. arrestaet Johan van Emmen omte moegen

72

gerelaxeert worden [vanden] des arrestes ende [des] avergehangenen bolte,sijn semptlijck goderen gelegen soo binnen als buijten Willsem, inden gerichtevan Ulsen, alhijr gerichtlijcken gesubmitteert, daer bij vastlijck anlovende indentijt van 6 weken t’willen voldoen ende betaelen coste ende schaedeloos alhijrbinnen Oldensel t’gene soo arrestant op het arrestaten

93

wegen sijnes principaelen Hermen van Selbach und dessen huijsvrouwenheeft tho pretenderen ende met rechte kan erholden, bij faute vandien sallarrestanten moegen vrij staen uuijt cracht van dese acte sick op des arrestatenverhijpothiseerde guderen sonder eenige procedure mit reale executie costende schaedeloos neffens alle opgeloopene renten, te moegen verhaelen

Anno 1632 den 9 junijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Gijsbert soone van Jan ter Mars wort geechent an Berent Gorbertinck thoHasseloo sijn pande naer landtrechte

Sint Erschennen Johan Lottgerinck ende Johan Weginck burichters derMarcke Hasselen ende seggen wegen vorschr marcke Hasselo op d’ansprakedoer Lambert Hanninck den 12 maij lestleden desen gerichte onbedachtsamgeobtrudeert, dat voorschr Hanninck huijsvrouwen sal. man Johan terHoffsteden omtrent 17 ofte 18 jaeren geleden voer dese selve pretenspenningen vorschr Hasseler buren heeft bespraecket, averst sick soobevonden doenmaels dat hij die actie heeft laeten liggen, ende weijnich daermet opjagen? konde, wan nu voorschr clegers alsoodaene costen, soodoemaels beklachten dieses halven hebben moeten anwenden, sall hebbengerefundeert, als oock voerde costen soo beklachten nochmaels in desersaken lijden mochten, borge gestelt heeft, sullckx geschiet sijnde, sullen sickbeklachten wijders vinden laeten, ende nae rechte behoert tho antwoorden,mits nochmaels eijs van costen

94

in de linker marge:

sol. 12 st.

Erschennen Lambert Hanninck versocht opt antwoort der geemene Hasselerbuijren copije ende tijt van een maent, stellende tot onderpande pro litisexpensis [een] eegen thobehorich stucke boulandes, liggende bij de

73

Havermaete in Lemseler Marcke groot ongefeer 2 ½ mudde lants,versoeckende verners dat die gemeene buijren de marcken [der] inderhandtschrift getrocken, bona fide agnoseeren ofte het met die gespecificeerdemarcken staende opde erven innen

Erschennen Dinckel Herbert inde Lutta unde lecht over seecker anspraeckevan iniurie tegens bedaegeden ende beklaegeden Hermen ten Molthoff indeLutta, bitt als daer inne met eijs van costen

Erschenen Hindrick van Aken ende secht hoe dat hij comparant huijden eenmaent geleden een [ {?} ] richtlijck verwin op Bernardum Becker wegens sijnerprincipalen Hindrick Balckhuijs hebbe erholden, met versteck van wijderschrijvents, hett welcke nu in rem judicatam is ergangen vermoegelantrechtens titulo van contumacie, ten sij dat voorschr Becker craft geroertelandtrechte hett welcke beneficium die gecontumacierden, op denmaentijtlijcksten dach, omme sijne purga te doen heeft voerbeholden, soo dannu obgl. contumacieerde genoochsame reden van purga wert bij brengen,unde de contumaciale costen refunderen, sall hem sulx vrijstaen, ende bijgebreck vant selve versocht Aken vorschr dat die stucken bij den gerichteberustende, ende de prothocollerden excessen moegen geextraheert worden,geregistreert? geslooten ten beleringe te senden, sulx stellende onderexpresse eijs van costen, ter cause de questie tusschen voorschr Becker undeL. Tongeren is res inter alias acta, unde Aken niet is {?} Stellende

95

Hijr entegens secht Bernardt Becker dat Tongeren den 14 Aprilis nomineAkens compareert, ende alsoo procuratoris terminum respiciert, als tegens derheeren decreet ende apostille sijnde sulx heeft voorschr Becker als procuratorden Tongeren niet konnen ofte moegen gestaeden, maer heeft deshalveneenige recessen ten prothocollo gedaen, wunschende ende begerende dathett incident in {?} Akens durch sijn advocaeten ende alsoo doer hem selvestgecauseert, moege affgedaen weerden, nopende het vermeente verwin is insick onduchtich, ter cause dat submittert ab utraq? parte wegen desesvoorschr incidents, oock is het nichtige [ver] ende pretense verwin niet wijdersgegaen dat Becker ofte sijn principael solde versteecken sijn van het documentofte attestatio, wegen des geholdenen accordes tho Reen, het welcke Akenmits desen nicht gants unde gaer wert affgesecht, concluderende alsoo hijrmet, dat eerstlijck dit dickgl. Incident moet affgedaen werden, ende alsdan tenprincipael te antwoorden, will hijr mede des anleggers voerige recessen pergeneralia gecontradiceert hebben, expressl. suspecterende alle advocaeten,insonderheijt D. Huijsken, L. Olen ende L. Roscamp, cum expensis

74

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender wort geechent aen HilleHanninck in Dulder ende aen Stijne ten Nijhuijs in Gammelke sijn pande naerlandtrechte

Bernardt Becker nomine vidua Hooffslachs triumphantis, contra EngelbertumRechters succumberten, versocht dat hij [op] de [taxierde] {?} costen moegediminuceren, ter cause dat hem voer 14 daege de designatie ten handengestelt, bij faute vandien versocht Becker dat in contumaciam de costenmoegen taxeert ende modereert worden

96

Gregorio de Lagatta wort geechent aen Haerman inde Lutta sijn pande naerlandtrechte

Anno 1632 den 16 junijJudex Substitutus Casparus Waterham coernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Lubbert Wolbertinck in naeme Willem van Bentem wort geechent aen Jan terHersmolle sijn pande naer landtrechte

Erschennen Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender Rentmrrepeteren nochmaels qualitate qua sijne anspraecke acten ende actitaten,contra Hermen Hanterman, versoeckende daerop verwin d’welcke Hantermantot dien sijne op huijden te compareren inholt t’relaes van HindrickMolckenbuijr gecijteert is, versoeckende aeneijssinge ende bij gebreck vanvoldoeninge der geroerte anspraecke ende uuijtblijven, verwin

Angeeijst ende niet erschenen ergo contumax salva purga nae lantrechte

Berendt inde Westrick wort geechent aen Kolck Geert tho Losser sijn pandenaer landtrechte

Kolck Geert alias Hermelinck tho Losser spreeckt aen [Berent] Wermel Smitttho Losser voer 5 ½ rijcxdaelers heerkommende van een verkoft peert

97

Kolcke Geert doet sijn verwin op Wermel Smit vermoege de anspraeckehuijden gedaen

Erschennen Johan Grothuijs tho Gammelke burrichter, spreeckt aen Willemten Cogenschot, Wissinck, Compenije, ende Johan Bus, alle wonaftich tot

75

Saesfelt, wegen seeckeren plaggen meijen tot honde plaggen uuijt deGammelker Marcke buijten rechte ofte reden daer tho hebbende, welckeschaeden sij niet solden willen lijden, voer 4 halve tonnen bijers, als sijnde eenijder persoon een halve tonne bijrs, tot boeten als sick des nae marckenrechtbehoert

Henricus Friso volmachtiger van Marschalckin? wort geechent aen Diersmantho Boeninge sijn pande naer landtrechte

Johan ter Mors wort geechent aen Wijcher Reijnerinck tho Hasselo sijn pandenaer landtrechte

Thomas Spangemaecker als volmachtiger der professoren vande armenbinnen Oldensell wort geechent aende gemeene Lutter Buren haer pande naerlandtrechte

[Erschenen]

Ten versoecke van Jan Wolderinck is die saecke tusschen Adriaen van Laerals amptman tot Meetel, tegens Hans Hollenderen uuijtgestelt den tijt van 14daegen

98

Nootgerichte

Anno 1632 den 18 JunijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Alb. van Tongeren Lic. Berendt Kettwich

in de linker marge:

deb. et nihil?

Erschennen Jr. Wolter van Hoevel tot Hoijckinck ende heeft geconstitueertende volmachtich gemaeckt [ {?} ] Engelbert Rechters Con. Ma:t Richter totOldensell, omme in sijne naeme ende van sijnent wegen t’erschijnen voer degerichten Schuttrup Ulsen ende Velthuijsen, ende aldaer t’intimeren ende doenprothocolleren, seecker testamentarische dispositie, de dato den 25 maijlestleden gepasseert, ende tot sijnen profijte opgericht, craft welcke sijn ed.huijsvrouwe Juffer Margareta [van] Moorbeecke tot sijnes comparanten endesijn Edl. schoonvaeders profijt heeft bij uuijterste wille gedisponeert vanalsulcke roerende ende onroerende goeder indeselve gerichten gelegen ommevoorts in sijns comparanten naeme te apprehenderen ende an tho veerden de

76

possessie der selver als eijgener, ende voorts daer inne te doen, soo als hettnae landts gebruijck sall gevonden worden te behooren, tot welcken fijnecomparant versocht dat hem copie ondert gerichtsegel van soodaenedispositie moege mede gedeijlt worden, alles inde beste forme rechtens, eetcum potestate {?} et opus substituendi, et cum clausulis solitis {?} conjuctis

99

Noetgerichte geholden Anno 1632 den 19 junijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Ber. KettwichHermen Hoijckinck

Erschenen Joost Wijntijes uuijt den naeme sijns vaders Johan Wijntijes,geassisteert met Thomas Spangemaecker, ende bespraecket qualiate qua JanHollemer Schulte tho {?} , inde Graeffschap Benthem gerichts van Schuttorpdenselven alhijr per arrestum geconvenieert met wagen ende peerden, voerbetaelinge van duijsent rijcxdaelers met daerop verloopene pension endeonkosten, alles vermoege drie verscheijdene gerichtl. verschrijvingen onderhandt ende segel Joannes Sodingius richter tot Schuttorp als oock onder denaeme ende marcken der buijrschaft Samenen, Quentrop ende Sudendorp,ende meer verscheijden naemes indato den lesten decembris 1624 hijr indengerichte verthoont, spreeckende op achtehalff hondert keijsers guldens waer[op] tho men sick brevitatis amori doet prefereren, mit versoeck datgearresteerde Jan Hollemer met peerden ende wagen tot voldoeninge derbovengl. sommen alhijr in arreste so lange behoort tho blijven, ofte borge thostellen, naer behoeren, daermit arrestant genoochsam sall verwaert sijn endeindien dieselve borge kan stellen, dat hij alsdan hijr in loco domicilum behoere telegeren, unde een volmachtiger tho [stellen] maeckende? tot vermijdunge vangroote costen ende arrestaten geene nije citatie

100

buijten landes van noode tho versenden Ende alsoo [3] dree verscheijden breeven wie gesacht van 1000 rijcxdaelerssint mentionerende den eersten t’weten van achtehalff hondert gulden denanderen van 1000 derselven gulden oock under handt unde segel vandenrichter van Schuttrop obgl. ende de respective buijrschap Samen Quentropende Sudendorp de dato den 8 januarij 1625 de deerde van 300 rijcxdaelers gelijckfals onder handt ende segel des vorschrrichters van Schutterop, ende marck der buijrschaft Samen unde Quentrop subdato [des] 1625 [den] an {?} Michaelis Sustinerende ende concluderende tot voldoeninge als verhaelt, onderexpressen eijs van costen,

77

Ende alsoo gearresteerde Jan Hollemer Schulte van Samen, sick beklaegetgeen borge te konnen bekoomen, ende in plats van borge sijn sonne Detertmet wagen ende peerden hijr [tho laeten] in arreste [te] laeten ten huijse van[Borgermr Hermen Kock, ende iemers? vaste] darbij vastel. angelaevet,denselven met waegen ende peerden soo balde moegelijck te willen relaxeren,is hem sulx met willen des arrestants, [is hem sulx] vergunth

Anno 1632 den 23 JunijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollenders wort geechent aen HermanHanterman inde Lutte sijn pande naer landtrechte

101

Lodewich Schomaecker tho Hengeloo spreeckt aen Geert Hermelinck thoLosser voer 28 dal. heerkomende van een verkoft peert

in de linker marge:

debet 9 st

Erschennen Willem ten Lechtenborch ende spreeckt an bedageden BerentHerbertinck bij de Dinckel voer betaelunge van vier dallers, heerkommendevan verdient loon, versocht daer op verwin, onder eijns van costen, ter causebeklagede in vollen gerichte bekent heeft dat cleger beklachte sijn huijsgetimmert, waer van dese schult is heerkommende, ende alsoo op verdientloon, als hijr geene andere daege van rechte tho gestanden wort, alsbetalunge te doen ofte bewijsen, versocht als boven, stellende Vergunt als versocht

Thomas Spangemaecker nomine Johan Hollender vorschr buijt op [een] tweestucke roggen gewas nae paelrecht groott ongefeer staende op een acker genoempt de Braecke aent velt, waer van de stael alhijr gerichtl.verthoont, t’welcke bijden gerichte sall geestimeert worden nae vijmtall, als hetsall rijpe sijn

Thomas Spangemaecker uuijt den naeme van den Graeff. Gen. totStenforden, versocht primum? dilationem van 14 daegen, ter noot 3 weecken,contra Johan Edler ter oorsaecke comparant wegen sijns Gen. herenprincipaelen noch seecker bewijsdoom moet bij brengen, dwelcke hij bis heroniet heeft konnen machtich weesen

78

in de linker marge:

solv. 12 stuver

De gemeene buijren van Doeringen spreecken aen Arent inde Elsmers, voer43 daeler capitael ende {?} ad computum, heerkommende van [vorschr sal.Berninx ] borchtal voer Esken ten Holthuijs, welcke somma van de mombaerenvan sal. Beerninx kinderen is opgenoemen, luijt handtschrift ofte rekenunge hijrbij originaliter overgelecht, ende bij den gedagede met sijn handtmarckgeteijckent, versoeckende agnitionem signi, ende betalunge te doen oftebetaelunge te [w] bewijsen, salvis expensis

102

in de linker marge:

sol. 12 st.

Wessel ten Holthuijs secht interveniendo wegen Arent inden Elsmers, debuijren geen schult tho kennen, versoeckende daeromme qualitate qua costende schaedeloose absolutie, ende nimpt an te bewijsen de kinderen den {?}de schult te bewijsen, inde tijt van 8 daegen

D. Antonius de Bever, dient in sijn anspraecke contr Trox Geer in Lutte? cumsuis, bitt als daerinne, mit eijs van kosten, versocht aneijssinge, bij gebreckvan comparitie verwin

Vocatus et non comparuit, ergo contumax salva purga, naer landtrechte

Trijne Mitsdorp spreeckt an Jan Steenbeck inde Lutte voer 18 rijcxdaelers,geleent gelt samp verlopen interesse ende onkoste

Anno 1632 den 30 Junij

Judex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Lic. Tongeren nomine Plechem Nijtert dewelcke doer swackheijt sijnes lijves,de documenten soo hem nodich sollen sijn, tegen den amptman Derck vanDeventer niet heeft konnen opsoecken, versocht 10? daege {?} ad primampost ferias

Arent Geelinck tho Hasselo wort geechent aen [ {?} ] Bernt? Gorbertinck thoHasselt sijn pande naer landtrechte

79

Compareert Joes Schulten uuijt den naeme ende de rato caverende voerdenRentmr Laer, gesien hebbende d’anspraecke ende daerop vervolgede verwinvan Hans Hollender t’welcke gestelt, soo will comparant, voer eerstl. hetvorschr verwin onduchtich

103

hebben geholden, ten regardt dat het vermeente verwin is gepasseert den 24Martij lestleden, daer te bevoerens den 19 derselver maent, die sake tot een bijeenkompste was uuijtgestelt bij Hans Hollenders missive diemen tenprothocollo {?} ad contenta begeert te infereren?, [unde eens], voer hettweede? is kennlijck in landtrechte, dat wanner ijmant verwonnen wort, [moetwederomme de novo geciteert worden, omme opden] 14 dach {?} sijn purga tedoen heeft, bij versteck van exceptien declinatoir ende dilatoir moetwederomme opde 4 weecksten dach gecijteert worden lant. part. .1. t. 12 {?}cont. ende versoeck te {?} .2. , t’welcke niet is geschiett, duersulx houdetcomparant t’verwin onduchtich ende verwerplijck

Thomas Spangemaecker nomine Johan Hollender reiecteert het bovengeschrreces deurJoens Schulten uuijt den naemen Adriaen van Laer alsongequalificeerde persoon geen volmacht hebbende, tho boecke gebracht, hij?alsoo veeren? Schulten voergl. borge worde stellen, om den naegestenrechtdach genoechsam volmacht bij te brengen, inden fal versocht comparantvan alle het baven verhaelde ende geallegeerde missiven copijen, met tijt van8 daegen, wel expresselijck protesterende van de contumaciale costen, mitreiectie alle tgene soo hijr tegens van gl. Schulte als geen volmacht hebbende[hijr tegens] muchte gedaen worden ende versoockende niettemin wijdereanpendinge opden borge Jan Wolderinck

Ter contrarie Schulte qualitate predicta doet repeteren sijn voerige reces, alsoock dat {?} causis? allegatis het verwin ende daer nae gepasseerdeonduchtich sij, wat averst angaet wederdels sustinerende? van costen aver hetverwin

104

is men ongeholden tho refunderen ten anschou, dat die proceduijren volgensHollanders missive tot ankundinge van deen ofte dander partije bijonstentenisse van minnelijck accordt omme wederomme te compareren wie inteijnde den overlechte missive is terseen, ende is comparant oerbedich cautiede rato te stellen, omme de volmacht, primam post ferias bij tho brengen,dwelcke volmacht Jan Wolderinck als borge heeft angelavet in 14 daege bij tebrengen, protesterende alsoo de nullitate processu, et inutilibus expensis,stellende

80

Erschennen Coert Horst tho Boeninge ende versocht inleijdinge in seeckerstucke landes liggende in comparants gaerden hijr bevorens een tijtlanck {?}doer Jan Reijmerinck seliger, ende desselven sal. huijsvrouwe gewesenesuster vanden inleijder voorgeschr gebruijcken, bitt dat den erffgenaemen vanvoorschr Jan Reijmerinck den inleijdunge nae landtrechte voerde gebeurmoege insinueert worden, omme dien volgens daerop te doen als hij sulx naeraede sall bevinden

Erschennen Lambert Dalhuijs in Lutta ende bekent geleent tho hebben eenekoe, swart bleert, als oock eene swart blerde stercke van 3 jaren olt, van Annaweduwe van sal. Hermen Tichler, bis ter tijt tot mit sommer? eerst kommende,als sijnde Joannes dach Anno 1633, welcke koe ende stercke nu ter tijtestimeert worden op 21 daeler, ende bij soo veren de beesten voorgeschr,worden voer ongelucken, het quame dan wo het selve mochte kommen,belavet Lambert Dalhuijs vorschr te verguijden, ende wal te betaelen met 21daler, bij veronderpandunge alle sijn levende have ende goder

105

Thomas Spangemaecker nomine Jan Koijtenbrouwer exhibeert replickexceptionaal, contra Gerrijt Nijterts cum suis, versocht als daerinne, onderexpressen eijs van costen

Gerrijt Nijters versocht copiam ende tijt [van] ad primam post ferias

Lambert Clant spreeck an Kolck Geert tho Losser voer 5 rijcxdaeler ende 2berch rooden, ende voerder ad computum, heerkommende van geleent gelt,versocht aeneijssunge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga nae landtrechte

Erschennen Joes van Beverfoerde volmachtiger der woled. deugentrijckeKiliana van Brabeck wed. wijlen Christoffer van Beverfoerden verwalter derAver Warrisschen ende Weemseler goederen, lecht over ter achtervolgungeaffgegevener sententie tusschen comparants principaelinne voergl. ende oockden well edelen Gest. Bernardt van Beverfoerde, sijn procuratie de dato den17 aprilis 1632, onder hant ende segel Joes a Langen, richter ende gogreventot Alen?, craft welcker comparant doet oft alsoodaene vermeente arresten, alsden volmachtiger Bernardt Becker van vorschr Beverfoerde opt gehouweneholt op Hollinck in Gammelke liggende, versoeckende dat hem soo daenigeholteren behoeren gevoltght worden luijt geroerter sententieStellende daer voer pro cautione het halve erve Hollinck voorgeschr als oockKemerinck ende Rijckmanspol beijde in dulder geleghen, [met sijnes {?} ] daeran sick par. adversa in onvercopinge? succumbentis genoochsam kan

81

verhaelen, protesterende de inutilibus expensis, versoeckende restitutie desvoorschr volmacht mits verlaten? copien bij den gerichte

106

in de linker marge:

solvit 12 st

Bernardt Becker wegen sijnes heeren principaelen Jr. Bernardt vanBeverfoerden versocht copiam recessus, ende tijt bitt den eersten rechtdachad primam post ferias, ofte soe moegelijck bis tot den lesten rechtdach anteferias, edoch wort versocht verwin vande voerdesen avergelechte anspraecke

Idem Becker nomine Gerrijt Kremer is versoeckende dat Plechem Nijterts nuentlijck de gegevene sententie moege voldoen, bij faute van dien versochtBecker voorschr versteck van wijder inbrengen, ende citatie ad concludendum

Joen Beverfoerde voorgeschr wegen sijne principalinne obgl vergunt geen tijt,dan hun die gementioneerde {?} vigore gerorten sententie, sub cautionem alsgesecht, moeten gevolcht worden, sin {?} protestatus, {?}

Jan Groethuijs tho Gammelke doet sijn verwin vermoege d’anspraecke huijden14 daege gepasseert, op Willem ten Cogenschot, Wissinck, ende Jan Bus

Erschennen Hindrick van Aken, anmeldende dat hij Albert ter Avest, ofte nuePuntman nu ten anderdemael, luijt relatie des gerichtsdener, heeft doenciteren, omme te concluderen, in punct van pendinge, ende pantkerunge, tenfijne daerover recht gedaen mach worden, versocht dat deselve, moegeingeeijst worden, ende bij faute van comparitie, recht gedaen opt gene tenbeijden sijden innegebracht, ende dat mach worden erkent, dat cleger eenegoede pendunge ende gedagede eene quaede pantkerunge gedaen, ende dathem andermaels eene pander mach vergunt worden, stellende tot kentenissedes gerichts, cum extensis?

Vocatus et non comparuit ergo contumax

107

Erschennen Johan Wijntijes cum?} Bernardus Becker ende secht, wie dathuijden terminus, de penninge voerden vercoften camp t’erleggen, alsnemptlijck 960 ggld, soo sick bij Jan Roosen bij executien? beloopen an Car.gld. 504.

82

Wan dan voorschr Wijntijes van Jan Rosen sijn resterent 300 gld capitael, 72gld pension, ende an cost gedaen 43 gld, 15 st dese voorschr percelent’samen addert facit 415 gld 15 st Dese schult ende costen vande cooppenninge afgetrocken, blijvet de vercoperan Jan Roosen schuldich 88 gld. 5 st. dewelcke Jan Wijntijes alhijr int gerichtegepresenteert, maer den E. Casparus onderichter soodaene 88 gld. 5 st [nietende sonsten] niet will accepteren ter cause dat hij van sulcke schult, geenewetenschap te hebben allegeert, ende presenteert Jan Wijnijes sick tot allentijden, tho betaelen

Henricus Friso, volmachtiger des Cloosters, will [gerichtlijcke] vercoopen naepaelrecht, omtrent [seven] 5 ½ mudde winter roggen gewas, staende op sijnprincipaelijnnen erve ende goederen Kalter, ende den poort guderen, waer aff[hij] hem alhijr een stoel doert gerichte is gelevert, op conditie dat caft endestroo bij de goederen sall verblijven, ende settet deselve in op 15 mudderoggen, ende is cooper gebleven, dewelcke gepresenteert alles wat hij meerals eene jaers pacht [an pension] daer {?} gedaene costen van gl. rogge kandorsschen, den meijer voer dit mael [t’laeten] willen laeten holden, sijn voerigepachten bedragende vor? {?} alles, op alle die anderen goderen endegewassen onverkortet

108

Erschennen Johan Ruhoff gecijteert sijnde omme het proces tho sluijtentegens Hartgerinck, secht dat hij propten absentiam Menger gewesengerichtsschrijver, et depost propter decossum desselven beshero geen copijeheeft konnen crijgen, van wedersijts ingebrachte parition schrift cum annexis,versocht alsoo daer van noch copie ende tijt van 14 daegen, omme daertegents te doen naer raet

Anno 1632 den 7 Julij

Judex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

Hermen ter Mors uuijt naeme sijns vaders heeft nae paelrecht verkoft twestucke roggen gewas geheten het lange stucke op den langen acker bij denbree, thobehorende Berent Gorbertinck tho Hasseloo welcke stael alhijrverthoont, ende is van Hermen ten Mers ingesatt voer 50 guldens, waer voerhij coper gebleven, alles met conditie vant relaes des gerichtsdeners, die nutegenwoordich [van] nae Deventer is

Erschennen Keijser Berent tho Losser Hermken eheluijden, gaen uuijt endedoet vertichenisse erff, ewelick onwederlosbaer seecker hoijmaeten genampt

83

[de] het Konninx Medeken, gelegen in Losser gericht? Oldensel met deene sijtaen Depenbroocke gaerden, met dandersijt aen den Konninx kamp nae hetKottervelt, alles tot profijt {?} Johan Borgers Berte sijn huijsvrouwe undehaeren erffgenaemen, voer eene somma geldes die sick vercoperenbedancken wel betaelt t’sijn, gelaevende sulx t’staen ende t’waeren onderverbant hoerer aller guder geene uuijtbesondert in optima forma, naer luijt hetprothocol de dato den 20 feb. 1616.

109

Bernardt Becker volmachtiger van Jr. Hans Albrecht van Rede tot Brantlechtexhibeert quadruplicam tegens den heeren van Saesfelt ende consortenTrockels Hollender, met bijgevoechde documenten van n. 10. {?} nu. {?} 16bedingende restitutionem originalium ende dat de copijen autenticqe hijr inplats bijgedaen worden, versoeckende citationem ad concludendum

Thomas Spangemaecker volmachtiger des Woledelen Coert? van Reede heertot Heerne ende Saesfelt als oock Trockels Hollenderen versocht vicie vandeingediende quadruplick des oock woled. Reede tot Brantlecht mitprotensterende dat de bijgevoechde documenten tegens lantrechte nietbehoeren admitteert te worden, vande costen protesterende

Bernart Becker als volmachtiger Hindrick de Leeuwe wort geechent aenHerman Hanterman inde Lutta sijn pande naer landtrechte

in de linker marge:

pauper est? Solvit 12 st

Erschennen Lambert Hanninck verhaelende hoe dat hij vier onderscheijtlijckeofte meer getuijgen jegens de gemeene buijren van Hasselo noch poderen?moet, versocht daeromme uuijtstel ad primam post ferias, omme oockinmiddes de getuijgen t’examineren, salvis expensis, pro partis adversae

Hermen Swaefferinck exhibeert parition ende verwerschrift? contra Jan tenNijehuijs, bitt als daer inne

Erschennen Joes Beverfoerde volmachtiger ende verwalter der wolled.deugentrijcke vrouwe Kiliana van Brabeck, wed. Beverfoerden, unde exhibeert,exceptio transactionis met een bijgevoechte document, contra Bernart vanBeverfoerden tot Nijenborch, bat inholts de expensis protesterende

110

84

Becker volmachtiger Beverfoerden versocht copiam ende tijt [van] ad primampost ferias

Erschennen Derck Berentsen hoffmeijer unde spreeckt an uuijt den naemenTrijne gewesene burichterssche ende naegelaetene wed. van sal. Johan vanWijck burrichter Arent Kalter inde Lutte als tegenwoordige gebruijcker vandterve Kalter ende plogesdeel van Hermen gewesene Kalter, [dwelcke hem]voer betaelunge van hondert dalers cum interesse a die morae, voer welckepenninge Hermen ter Kalter sijn plogesdeel ende gerechticheit des voorschrerves Kalter an comparants principaelinnen in cas van misbetaelungegerichtlijcken verhijpotiseert, ende versatt heeft, luijt prothocolls, daer van menhijr bij copie is bedingende, versoeckende [daer] van den gebruijcke desonderpandes voorschr betaelunge als voorschr cum expensis, endeaneijssinge, insonderheijt gelettet dat de penningen soo beklachten voer deanspraecke gegeven? onder hem gearresteert bint

Arent Kalter versocht copiam vande anspraecke ende {?} gerichtlijckehijpotisatie?, ende tijt ad primam post ferias

Geert Cristoffers uuijt naemen sijns meisters Wessel Helt borger tot Schuttropwort geechent aen Berent Gijsbers tho Losser sijn pande naer landtrechte

Berent Gijsberss secht tegens de anpendunge opbaedunge endeaeneeijgenungen doer Geert

111

Christoffers als knecht van Wessell Helt tho Schuttrop gedaen, dat beklachtehijrbevorens als oock noch presenteert de gevorderde schult t’voldoen, mitsdien dat cleger bij lijfflijcken eede schuldich sall sijn t’erholden, dat hemsoodaenige penningen 10 gld 18 stuvers van beklachten, niet ten vollen betaeltbint, bij verweijgerunge van sulx, presenteert beklachten het selve {?} betaelttsijn, met ede glijckfals t’willen bekrechtigen, daer mit beklachten naerlandtrechte behoert t’bestaen

Erschennen Johan Reijninck claechlijck voorgewendet, watt gestalt Jan op hettWitte Hacht sijn soone clegeren een vercken gehest, dergestalt vanden hontgebeeten dat [sijn] tselve vercken daer van gestorven is, omtrent 9 weeckengeleden, dan cleger beklachten soone selffs soodaenich hessen gesien, undmet den selven hont daer aff geiacht, presenteert oock wijders in cas vanverneminge, met loffweerdige mans te bewijsen, dat beklachtens vrouwebekent heeft t’voorschr vercken is in beklachten maete geweest heeft, welckvercken cleger niet wolde missen voer 4 ½ daeler versoeckende derwegen,dat beklachten mach geholden worden hett voorschr vercken te betaelen meteijs van costen

85

Jan op het Witte Hacht versocht copiam ende tijt ad primam post ferias

Geert Cristoffers uuijt naemen Wessel Helt wort geechent aen BerentSamelant sijn pande naer landtrechte

112

Nootgerichte geholdenAnno 1632 den 4 AugustiJudex Lubbert van RensenCoernoten Gregorij deLagattaCasparus Waterham

Op alsoodaene [uuijt]inleijdunge doer Coort Horst tho Boeninge den 30 junij insecker stucke [landes] gaerden lants gedaen, gelegen in vorschr Coortsgaerden inde Marcke Boeninge, tho behoerende sal. Johan Reijmerinck, iserschenen Aele de [wed.] dochter {?} van sal. Reijmerinck ende weduwe vansal. Arent Oelerinck, met Hermen Groeneman haer in deser saecke gecorenende thogelaetene mombaer, ende doet uuijtleijdinge nae landtrechte, [sechtsulx] ten regarde haer olderen het selve stucke landes omtrent 60 jaerenvredelijck gepossedeert hebben, [ende presenteert sulx met rechte teverificeren], bij wijderen ontstentenisse presentert sick rechte

NootgerichteAnno 1632 den 9 AugustusJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten [Jan Wolderinck]Ber. KettwichThomas Spangemaecker

Erschenen den woledelen Ehrentfesten Jr. Derck van Doeteken, de ratocaverende voer sijn E. huijsvrouwe, Juffer Anna van Beverfoerden, cedeertende transporteert

113

den woled. Laurents van Till Drosten des Ampts Brevoerde? ende sijne erffgalsoodaenige recht ende gerechticheijt sampt eijgendoom, als sijne e.huijsvrouwe angestorven ende angeervet is, ant halve erve Callinck inDoeringe inden gerichte Oldensel gelegen, soo als het gelegen is tusschenBoevinck ende Luttichuijs vertijende ende renuncierende daer van tot behooffdes voorschr H. Drosten die evictione? caverende nae landtrechte, mitrenunciatie van alle beneficien ende exceptien, gelavende wijderebevestenisse te doen, soo voele ende vake des noedich worde sijn, alles

86

sonder arg ofte list, in optima forma ende bekent den Jr. voorschr den eerstenpenninck metten lesten vanden heeren Drosten ontfangen tho hebben

Tott hijer affgereeckent ende voldaen

114

Anno 1632 den 18 septembrissijnde den eersten rechtdach post ferias messiam?

Judex Lubbert van Rensen Coernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

erschennen Johan Roloff ten Lechtenberch, [Fenne] Aele eheluijden gaen uuijtende doen vertichenisse erff ewelijck onwederlosbaer

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger des hooch undewolgebornen Wilhelm Henrich Grave tot Stenfurt, ende dient in qualitate quareplick tegens Johan Edler, als pretense gebruijcker des erves Hengeloo inLutta, bitt inholts, onder eijs van costen

Erschennen Arent Hulssche seggende op d’anspraecke van Derck Berendtsenin naemen vande Buijrrichtersche Trijne gedaen, excipiendo dat dieselve geenvolmacht en heeft, oock het bedurgen document niet bijgebracht, item datmenonformlijck mit arrest tegens hem procedeert, gelijck uuijt het landtrecht vanOverissel part. 1a. tit. .5. art. 1 et 14 van arrest claerlijck tho vernemen, undedat alsoo exipient van deese instantie geabsolveert, ende geexcipierde? indekosten, hinder, ende schaeden, gecondemneert behoort te worden

115

Thomas Spangemaecker uuijt naemen Trijne gewesene buijrrichterssche indeLutta versocht copiam ende tijt van 14 daegen

Jan de Keijser exhibeert iniurie, claege contra Grete huijsvrouwe Luijcken terCaverick, bit als daer inne met eijs van costen, versocht wijders aeneijssinge

Erschennen Lenijn ter Schanssen met Merrije sijn huijsvrouwe [gaen uijt endedoen vertichenisse] bekennen ontfangen te hebben vande Agneta Tenckinckwed. van sal. Arent Levers, die somma van 150 daelers, waer van gl. eluijdegelaeven jaerlijcx ende alle jaer ter pension te betaelen op Michaelis 9dergelijcke daeler, waer van deerste pension wert verschijnen op Michaelis1633, ende setten tot waeren onderpande seeckere [stucke lants] camp inLemsele liggende tusschen Lambertincx ende Maetmans camp, omme bij

87

faute van misbetaelinge sick daer an tho verhaelen, alles met conditie datvorschr Lenijn sall vrijstaen, d’selve 150 daelers te moegen lossen op 3termijnen, te weten 3 halve jaeren naeden anderen volgende metsdien dat dielosse den voorschr Lenijn een halff jaer tho vooren sall kundigen, alles inoptima forma, versocht dat Ber. Kettwix desen mede sall versegelen

Compareert Joens Schutten als volmachtiger van Adriaen van Laer craft sijneden E. Gerichte verthoonde volmacht, de dato den 27 julij anno 1632 ende willvolgende gereputeert hebben die bij hem gedaene prothocollare clachten?,ende overlechte missive, wert denen tot antwort op Hans Hollendersanspraecke, dat denselven obgl.

116

die exceptie plus petitionis, die [hem voer] mits deesen wort geobediert?,daerinne bestaende dat den anlegger meerder is verdenende, als hemcompeteert, in voegen, dat hem niet meerder compt als 144 gld procederendevan een gecoft vendel, ende [50] 60 gld, wegen costen bij hem Hans Hollenderin procureren gedaen, diewelcke bij gl. anlegger ende den beclachten daeropsijn geaccordeert, bij Hollander medio juramento niet sall konnen ontkennen,denwelcken hem wort defereert, ofte anderssins verwerder causa qua opus tholeijsten presenteert, welcken accort ende voorschr penningen die beklaechtenoerbodich altijt is gewest, wie noch den anll. is voldaen, soo obsteert dan dochniet, dat gl. anlegger, sijn handt affgegeven van costen, als 60 gld in generegestelt, wie blijcket uuijt desse handt hijr bijgaende, ende geconfrunteertsijnde, metten eijs de exceptie plus petitionis meer {?} {?} , concludendosustineert beklachte dat in rechte behoore erkandt ende uuijtgesproken teworden, dat anlegger mette 144 gld ende 60 gld. hem moet gecontenteerthouden, ende beklachte daeromme van wijderen eijs ontslaegen worden, {?}cum expensis factis et futuris

Cornelis Berentsen uuijt naemen Greetken huijsvrouwe van Luijcken terCaverick versocht copiam ende tijt van 14 daege

Bernardt Becker als volmachtiger Jr. Bernart van Beverfoerden dent in straffe,contra die woled. Kiliana van Brabeck, wed. Beverfoerden, bitt als daerinnecum expensis

117

Erschennen de jonge Olerkinck tho Boeninge met consent sijner herschops Jr.Gerrart Voet, tho Boelscamp vermoege sijn E. handt inden gerichte verthoont,de dato den 17 julij deses? jaers, bekent [borge] borge geworden voer? sijnbroeder Geert Remert oock Albert voerde Boeme, voer 2 jaeren pacht daervanop Martini eerstkommende het eerste sall sijn, doet jonge Oelerkinck vorschr

88

Geert Remerinck ende Albert voerde Boeme setten alle sijne levendige haeveende plogesdeel, omme op tijt voorgeschr van misbetaelunge, sijn schaedet’verhaelen an vorschr onderpande

Johan Edler versocht copiam vant ingediende replick doer ThomamSpangemaeker als volmachtiger van Graven van Stenforde gedaen, ende tijtvan 6 weecken, aut interim

Jan Crabbe dient in anspraecke contra Jan Rotgerinck nu Steggeman thoRossum, bitt als daerinne

Steggeman versocht copiam ende tijt van 14 daegen

Jan Lubbers wort geechent an Johan Rijckman? tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

Geert Nijterts exhibeert elisie? contra Johan Koijtenbrouwer

Gerrijt Nijterts nomine Plechelm Nijtert versocht uuijtstel tegens den E. Derckvan Deventer amptman, den tijt van een maent, den amptman vorschrconsenteert den maent, ende dat voerde leste reijss

118

Alsoo volmachtiger Gerrijt Cremer heeft doen citeren den oock volmachtigervan Plechem Nijterts, ad concludendum, ende deselvige omme te sluijten sichniet bequaemet, soo versocht vorschr volmachtiger dat Gerrijt Nijterts wegensijnes ohms als dessen volmachtiger {?} moege citeert worden, omme tho siendie saecke in contumaciam te concluderen, ende an onpartidisscherechtsgeleerden aver tho senden

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender versocht copiam vant recesdoer Laer geschiet, ende tijt van 14 daegen

Erschennen Thomas Spangemaecker nomine des heeren van Saesfelt endePatrocles Hollender repeteert nochmaels sijn leste ten prothocolle gedaenereces tegens Jr. Reede tot Brantlecht ende protesteert avermaels tegensalsulcke diverse documenten, soo dieselve tegens notoiren lantrecht adquadruplicam bijgebracht ende sonderlijcken tegens d‘attestatie van Brorsmade dato posteriori verhaelt, dewelcke als oock andere documentenmalitioselijck tho rugge geholden, affgenomen behooren te worden, als medeoock vanden nije feijten ende allegaeten int selve quadruplicq vermelt, daeropeen thocompstich heer referent sall geleven tho letten, ende wijdere regardtdaerop te nemen als deselve binnen tenderende tot straffe van alsulckedocumenten ende nije allegaten in comparants triplick vermelt, mit? oock dat

89

gedaegede tot noch tho geen beleenunge der [Brantlechtsche] Benthemseleenhoederen tot Brantlecht waer onder Veltcamp gehoort heeft ontfangen,veele weijnige pacificam possessionem gehadt, sulx geschiet sijnde te wetende verhaelde stucken daer aff ge-

119

naemen sijnde ende alle extracten geextraheert, is comparant vredich thosluijten

Hijrentegens secht Becker nomine sijns heeren principaelen van Brandtlecht,tegens den heere van Saesfelt, dat die bij hett quadruplicq geannecteerdedocumenten, sijn allene bijgebracht tot debat ende refutatie? vantegenspartijen, dat geannecteerden documenten bij haer triplick hettwelckenaer landtrechte georloft, quo fit? relatio, nopende de attestatie vanden heerenBrorsma, soo is deselvige bijde duplicq bedongen, gelijck sulx, uuijt d’extractenporthocollares is t’ersien, wat wijders angaet het erve Veltcamp soo is het vanverwerder naegedaene ende geeffectueerde coop mit den heer vonPrenthaegen gepossideert worden, blijvende de belenunge in sijn weerdenende onweerden staen, versocht alnoch volmachtiger dat entlijck inde saeckemoege geconcludeert worden

Albert Herinck spreeckt an Geert Oijnck tho Lemselo, voer 6 daelers een oort,herkommende van verkofte roggen, versocht aeneijssinge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga, naer landtrechte

Jan Lubbers wort geechent an Luijcken Frerekinck tho Doeringe sijn pandenaer landtrechte

Thomas Spangemaecker nomine Jan Koijtenbrouwer versocht copiam vandeingediende elisie? doer Geert Nijterts ingedient, ende tijt van 3 weecken

120

Thomas Spangemaecker nomine Kiliana van Brabeck vidua Beverfoerdenversocht copiam vande straffe doer Becker als volmachtiger Beverfoerdeningedient ende tijt van 3 weecken

Aele Hanninx geassistert met Geert ter Westricht versocht uuijtstel van eenmaent tegens de gemeene Hasseler buijren, ter cause sij eenigecontschappen moet doen beleijden

90

Jan Lubberts heeft nae paelrecht verkoft eene swarte koe thobehorendeHanterman inde Lutte, ende settet dieselve in voer 12 daelers, waer voer hijcoper gebleven, voerbeholtlijck de lofte? nae landtrechte

Anno 1632 den 15 SeptembrisJudex Lubbert van Rensen Coernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

in de linker marge:

deb. Oelen {?} {?} {?} Essken

Erschennen Berendt ter Linde als volmachtiger van naegelaetene wed. van [Arent ] te? Berendtsen? van Borne, ende dient in resumptio processus innaemen Swennen naegelaetene wed. van Arent van Borne, contra jan Crabbe,soo sick die saecke van Hindrick Scheper sal. annempt, ende versochtcomparant nomine principalinne dat dieselve moege angeeijst worden, bij fautevan comparitie, versocht comparant contumaciam

in de linker marge:

Jan Crabbe versocht copiam ende {?} van 1? maent

Jennen Bouwmr. spreeckt an Hans Groothuijs tho Doeringe voer 6. gld.heerkommende van averwijsde schult, van Hans Haedeler

121

in de linker marge:

paup.

Aele Hanninx wort geechent an Olthuijs d’olde inde Lutte sijn pande naerlandtrechte

Bernardt Becker is nomine Cremers alnoch versoeckende nae gedaenetweede citatie, dat Gerrijt Nijterts wegen sijnes ohms als dessen volmachtigers,nu moege erschijnen, omme den processe t’sluijten, ofte denselven incontumaciam sie t’concluderen

t’Gerichte verclaert, dat Gerrijt Nijterts als volmachtigers sijns ohms PlechemNijterts ten overvloodt voerde 3 reijse, gecijteert sall werden, omme tegens deneersten rechtdach t’proces te comen sluijten, bij faute vandien, sall t’selve

91

proces opt versoeck van Cremer in contumaciam geslooten ende anrechtsgeleerden gesonden te worden

Erschennen Henricus Friso volmachtiger des Cloosters verstaen hebbende,dat Arent Huijssche vande buijrrichterssche inde Lutta als meijer hett erveKalter wort angesproocken voor 100 daelers, de Poort Hermen, haer soldeschuldich sijn, secht gl. Arent geen gerechticheijt ant vorschr erve t’hebbendan tegen t’heerschops wille ende weeten daerop gedrongen te sijn,waeromme comparant tegens hem de spolia gedenckkt t’procederen, vermitshij veraccordeert was, dat hij eerst naementlijcken voor [ {?} ] lest verleedenmaij, [vermits ver] ant clooster 200 daelers vandes olden Kaltters pacht soldebetaelen, t’welcke geensints verricht,Protesteert derwegen dat soo veere hij, eenige betaelunge aendebuijrrichterssche ofte anderen mochte doen, dat sulx het cloosters ervevoorschr ofte den thoecompstigen meijer, niet? sall prejudicieren? Ende dat hijinval van pendunge gedenckt pantkerunge t’doen, uuijt oorsaecke desheerschops voergeroerde pacht, die preferentie heeft

De pagina’s 122 en 123 ontbreken

124

Johan Crabbe dient in sijn anspraecke contra Johan Rottgerinck, nuSteggeman tho Rossum, bedinget daer bij copije autenticq van [het] dedocumenten inden selve bedongen, als nemptlijck sijnen erffbrieff, item des [gedaenen verbott] accort, volgens gedaenen verbott ende affbott, versochtinholts

Johan Steggeman tho Rossum versocht copiam ende tijt van 4 weecken, [autinterim]

[Sinnen] Erschennen Wessel ten Camphuijs op gedaene daegement anLuijcken ter Caverick in Lutta ende secht hoe dat bedaegede voorschr omtrent3 jaer ofte 3 ½ geleden an comparants seeckeren eijcke boom {?} {?} eene {?}voer beklachtens [boom] huijs staende verkoft heeft, ende {?} diecooppenninge vollencomentlijck an beklachten betaelt heeft, beklachte averstden voorschr boom niet heeft konnen leveren, dan de hoeders eens Erw.Capittels t’selve hebben impediert, unde coperen de peerden uuijtgespant,ende die boom van de waegen doen leggen, welckeren hinder ende schaedenvan misleverunge coperen niet wolde geleden hebben omme 30 goltguldens,dan? comparant de voorschr heeren hoeders wegen des vorschr holts heftmoeten erleggen 22 gld. [per amenda?] voer brocke, versocht alsooconcludendo dat beklachte geholden moege worden tot erlegginge der [van]geeijster 30 golt glds, ende gecondemneert behoore te worden inde kosten

92

deses processes, bitt aneijssinge, bij gebreck van comparitie verwin, endepresenteert comparant in cas van leveringe t vorschr in 14 daege te bewijsen

Hermen ter Caverick nomine Patris ontkent de anspraecke [schult] doerWessel ten Camphuijs ten prothocollo gedaen, mits sick bedingende vandebanck

125

Geert ten Leerkotte spreeckt an Sullie? wed. van Albert Egbertinck voer schultad computum, heerkommende van geleent gelt

Arent Wenninck spreeckt an Lubbert Beerninck tho Doeringe voer 2 gld.heerkommende van borchtal voer Lubbert ten Borchuijs tho Hengeloo

Lubbert Benninck ontkent Wenninck die 2 glds. schult, versoeckende mitsdesen restitutie van sijn comparitie ende gedaene costen

Johan Geerdinck tho Gammelke spreeckt an Johan Reijninck tho Doeringe,voer 12 guldens heerkommende van [wondin] verteerde costen ende meisterloon, doer Johan Reijninx soon, vor {?} wonde an hem gedaen

Johan Reijninck in naeme sijns soons ontkent die anspraecke doer Gerdinckgedaen, ten sij sulx hem net rechte konde bewesen worden

Bernardt Becker als volmachtiger vande Graeven van Benthem dient inanspraecke contra coops Derck in Hasselo, bit inholts, mits eijs van costen,versocht oock aeneijssinge, bij faute van comparitie verwin

Erschenen Johan Crabbe, ende bekent voldaen t’sijn vande penningen sooJohan Rotgerinck nu Steggeman hem inden accort de dato 1630 den 21februari wegen averlaetinge des erves Steginck heeft belavet, des hem guderbetaelunge bedanckende ende tot dien eijnde hem Steggeman den principaelerffbreeff van Juffer Aeltijen van Limborch als eijgenersche des voorschr erveshijr neffens in originael aevergelevert, versoeckende t’allen tijden vanden E.Gerichte daer van copije des voorschr erffbrieff hijr nae geinfereert, Den accort niettemin in allen sijnen anderen als reservaten unde lusten?, invollen essen? verblijvende tot profijt van Johan Crabbe unde sijn huijsvrouwe

126

Anno 1632 den 29 SeptembrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittHermen Hoijckinck

93

Lambert Hassinck spreeckt an Geert Nijhuijs tho Drijne voer schuldt adcomputum

Erschenen Geert Schulte tho Boeninge Johan Hoepman Hindrick Steverdinck, Hermen ten Austede, DerckDubbelinck, Lambert Hassinck, Johan Meijerinck, Hermen ten Hunre?, Arentter Hulst, Lambert ten Luttickenhulst, Hindrick de Leeuwe, Geert Wijfferinck,Lambert Bruninck, Lucas Horstman, Kerst Diersmans, Geert Hassinck, GeertMensinck Hindrick Heerinck, Arent ter Broecke, Geert Rijkerinck, [JohanOelbinck], Johan ten Kotte, Geert Everdinck, Werner ten Tijkotte, endeHindrick Olerinck, alle buijren der Marcke Boeninge, gaen uuijt ende doenvertichenisse erff, ewelijck, onwederlosbaer kummerfrij ende onbeswaert,seecker stucke veltlants van omtrent een? mudden lants, met de frijheijt t’selveuuijt de marcke te moegen bemessen, gelegen aen Olberinckx cleijnen erffkempen, schetende met deene ende an Kottmans huijs, ende met danderende aent velt nae Rijkerinck, alles tot profijt ende ewelijck behooff JohanOelbinck, Geertken eheluijden, ende sulx voer eene somma van penningen diesick vercoperen guder betaelunge bedancken, welcke penningen, diegemeene bueren, vorschr geimploijeert hebben tot haer pont, ende grontschattenge, gelavende sulx staen ende waeren, onder verbant haerenrespective plogesdelen ende goederen, naer landtrechte, alles in optima forma

127

Noch gaen voorschr buren der Marcke Boeninge uuijt ende doenvertichenisse, erff ewelijck onwederlosbaer, kummerfrij, seecker stuckeveltlants van omtrent 3 schepel geseijs, gelegen inde Meckelhorst aen HindrickMersman frije lant, met dander sijt naede Lantweer, met eene ende aenMensmans nije kamp ende met ander ende langes de Landweer inMeckelhorst, met de gunst het selve lant uuijt de Marcke te moegenbemessen, alles tot profijt Jan [Diersmans] Mensman, Swenne eheluijden, voereene somma van penningen, die sick vorschr buren bedancken t’welcke oocktot de grontschattinge is geimploijeert, gelaevende sulx t’staen onder verbanthaere aller goederen ende plogesdelen naer landtrechte in meliori forma

Thomas Spangemaecker nomine Kiliana van Brabeck wed. Beverfoerdenversocht uuijtstel den tijt van 14 daegen

Roloff Gerdinck doet het verwin op Jan Calvinck tho Doeringe vermoeged’anspraecke huijden 8 daege gedaen

Derck Huijskes spreeckt aen Lambert Meijerinck inde Lutta voer 50 daelerscapitael ende daerop verlopene rente, heerkommende van geleent gelt,versocht aeneijssinge

94

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Erschennen Johan Everhardus, ende secht hem seer vreempt voor te comendie versochte citatie van Borgemr. Roscamp, om seecker proces dewelcke nuultra {?} in slaep gelegen te sluijten, ende alsoo die actie nu gants ende gaeris gepeniueert?, weshalven comparant ongehouden, vorschr proces te sluijten,seggende sulx rechtens, cum submissione ende soo baven thoversicht terinstantie van Borgemr. Roscamp geroerten proces mochte gesloeten worden,will comparant expresselijcken daer van geprotesteert hebben, gelijck hij dandoet mits desen

128

Antoni Bulsinck wort geechent aen Lubbert Wissinck tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Erschennen Johan Cuijper tho Hasselo, ende secht een stuck gelts te weten50 daelers current voer dree jaeren geleden an Berent Gorbertinck gedaen tehebben, daer voer bedaegede Gorbertinck comparanten een stucken lants soolange te gebruijcken ter tijt hun d’obgl 50 daelers gerestitueert worden, metden expressen bedinge, dat d’een d’anderen, de lesten halve jaer wettelijckopgecondicht hebben, ende op alle Jacobi los, desniet tegenstaende heeftvoorschr Gorbertinck dat selve lant wederomme all weder voer een jaergeleden, sonder eene stuver daerop betaelt, contra datam? fidem tot sichgenomen, soo versocht cleger dat beclachte geholden moege worden devorschr 50 daelers mit een jaer interesse daetlijcken t’betaelen, mit noch [ {?}daelers] 67 der vorschr daelers, dewelcke pen. comparant gelijckfals anbeclachten op een seecker stucxken lant gedaen heeft op conditie als voerverhaelt, het welcke stucxken lant cleger gebouwet ende geechet, beclachteaverst sijn mes daerop gevoert [oock] sonder eenich gelt wederomme thogeven, ende de loskundunge cleger? [een ho] nu eerst tho weten gedaen den14 7bris deses jaers, versocht van alles betaelunge

Erschenen Derck Berentsen volmachtiger van Trijne weduwe salige JohanVaerwijck gewesene buijrrichter dit dictaet staet int nije porthocoll

Thomas Spangemaecker nomine Johan Hollender lecht over antwoortexceptionael cum documenti sub lit. a.b.c. et d. Bat inholts

in de linker marge:

deb.

Becker nomine Schulten versocht copiam ende tijt van 4 wecken

95

129

Lambert Clant spreeckt an Janne? Heersche tho Losser voer 20? rijxdll. ende2 holteren heerkommende van een verkoft peert

Hanterman inde Lutta versocht op die gedaene anpendunge van HansHollender unde alles sijns ingebrachten werckx? copije unde den tijt van 3weecken, ende doet pantkerunge mits desen omme reden van pantkerunge bijt’brengen onder protestatie van costen, t’welcke niet geweigert mach worden,cum causa sit in litis pendentia, {?} prothocollo

Arent Huijskens wort geechent aen Egbert Volckerinck inde Lutta sijn pandenaer landtrechte

Erschennen L. Roscamp voer sick selvest als huijden Jan Everhardes 2 maelnae lante gecijteert t’hebben, om seker proces tusschen gl. Roscamp endeJan Everhardus voer 3 jaeren {?} olden lantrechte geventileert, t’sluijten, endalsoo Johan Everhardus int sluijten excipierte? als dat het geventileerdeproces alle jaeren lanck geslaepen, alsoo dat lic. Roscamp daer van soldeversteecken sijn, waer van gl. Jan Everhardus geene reden bijgebracht,sonder blijcket voele meer bij Nijen Lantrecht parte .1.a tit. 21 § 1. dat allesententien die binnen 10 jaeren nae pronunciatie bij versuijm? vandentriumphant niet worde ter executie gestelt, of sollen geholden worden voer nullende desert, nu woer dat comparant Roscamp desen proces twee jaeren lancknae pronunciatie vant contumaciael decreet niet heeft vervordert, alsoo naelantrechte daervan niet kan versteecken sijn, ende versocht olde {?} JohanEverhardus den tijt van twee jaeren, hijr inne niet gedaen, sonder de saecke inrem judicatem?

130

laeten ergaen luijt prothocollarissche extracten dat comparant machthogelaeten worden omme tho sluijten ende volgens nae lantrechte sijningewonnen hijpothecke tho distraheren, stellende sulx rechtens, met eijs vancosten, hinder ende schaeden, deswegen geleden

Hermen Nijkercken spreeckt an Jan Bus tho Rossum, voer 10 daelersherkommende van geleent gelt

Anno 1632 den .6. 8brisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmitHermen Hoijckinck

96

Erschennen Jan Arentsen alias Cuijper Anna eheluijden ende Arent sijnesoone, bekennen opgenoomen ende ontfangen tho hebben an geredenpenningen de somma van hondert ende vijffentwintich daeler ad 30 stuverst’stucke vanden E. Hermen Berentsen Anneken sijn huijsvrouwe Ende settet tot een waeren onderpande sijn egen angecoften nijen kamp,gelegen inde Rossumer schoeten, negest Letten lant, om allen jaer, daeruuijttho ontfangen bij faute van misbetaelunge, tho betalen alle maij hijr van 7 ½daelers, bis ter tijt der afflosse, mits dat een jegelijck sall vrijstaen, deene denanderen de loskundinge een veerdel jaers tho voeren opthoseggen, alles inoptima forma

Lodewich Schopmaecker tho Hengelo doet hett verwin op Kolck Geert thoLosser, vermoege d’anspraecke voer desen gedaen

Erschenen Thomas Spangemaecker volmachtiger Hans Hollender Rentmr,ende lecht over parition schrift met bijgevoechde contschappen, contraHermen Schutte? nochmaels versoeckende, dat het proces tusschenhunbeijden? geventileert, wederomme in contumaciam moege {?} terbelerunge gesonden worden

131

Jan Arents spreeckt an Johan ten Brinckhuijs tho Doeringe voer 21 daeler 7 ½st heerkommende van geleent gelt, versocht aeneijssinge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga, naer landtrechte

Hermen Nijkercke doet sijn verwin op Jan Bus, tho Rossum, vermoeged’anspraecke huijden 8 daegen gedaen

Coert ter Fucht wort geechent an Lambert ter Caverick sijn pande naerlandtrechte

Erschennen Claes van Bockholt, borger binnen Deventer nae gedaene arrestende daerop volgende citatie tegens {?} Geert ten Winckel borger binnenOetmersen, ende spreeckt den selven an voer 225 gld 12 st cum interesse,neffens allen hinder ende schaeden, luijt obligatie dessen gerichte verthoont,sub dato 26 junij 1631, versoeckende vande vorschr schult betaelunge te doen[ofte t’bewijsen] ende versocht aeneijssinge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga, naer landtrechte

Anno 1632 den .13. den DecembrisJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Merten Smitt

97

Berndt Kettller

Jan Cuijper tho Hasselo, doet sijn verwin op Berendt Gorbertinck t’Hasselo,vermoege sijn anspraecke huijden 14 daegen gedaen

Lambert Steggeman tho Rossum spreeckt aen Clijverick ende Hulst inBerchuijsen, voer betaelunge van 30 daelers, {?} borgen, heerkommende vantaffsoenen Steggemans vant erve Damijnck in Berchuijsen

132

Jan Esscherinck spreeckt aen Johan Lansinck tho Gammelke voer 21 daelersheerkommende van geleent gelt ende verdient loon

Jorrijen Samelant spreeckt an Hermen Horstcamp tho Losser voer omtrent 20rijcxdaeler heerkommende van geleent gelt

[volmachtiger]Becker nomine Aele Oelerinx, exhibeert seecker antwoort contra Coort Horsttho Boeninge, bit als daerinne

Volmachtiger van Johan Edler versocht dat Thomas Spangemaecker alsgewesene volmachtiger van sijn Gr. Genaede tot Stenforde aengesien deselveoverleden, nije volmacht ende procuratie mach bij brengen, morte enimmandantis omme mandatum aspirat?, gedenckende oock geene wijderehandlunge ende dictaten te admitteren, t’sij dan het voorschr procuratoirmochte bijgebracht worden

Thomas Spangemaecker als volmachtiger des wolded. Kiliane van Brabeckewed. Beverfoerden, dient in duplick off contrastraffe [schrifft] contra Jr.Bernardt van Beverfoerde, bitt inholts,

Bernardt Becker nomine Jr. Bernardt van Beverfoerden, versocht copiam endetijt van een maent

Thomas Spangemaecker nomine Coort Horst tot Boeninge versocht copiamvan antwoort doer Becker nomine Aele Oelerinck ingedient ende tijt van 14daege, ter noodt 3 weecken

133

in de linker marge:

[deb. 12 st. et nihil?]

98

Thomas Spangemaecker nomine Trijne wed. Johan Vaerwijck gewesenebuijrrichter inde Lutte ende desselven volmachtiger, Derck {?} , doet sijn verwincontra Hermen Kalter inde Lutta vermoege sijn anspraecke huijden 14 daegegedaen, vergunt als versocht

Thomas Spangemaecker wegen den E. here Adrian Averhaegen vanTwickeloo, wort geechent an Frerick Oiijnck inde Lutta sijn pande naerlandtrechte

Erschennen Johan Crabbe ende dient in sijne exceptie, tegens Swennegewesene ehevrouwe van sal. Arent van Borne, ende derselver naemenEsken, bitt als daerinne, ende daerbij bedingende, seecker extract uuijt hetgerichts prothocoll bij Con. Mat. gepasseert, onder expressen eijs van costen

Bern. ter Linde volmachtiger van Swenne gewesene weduwe van sal. Arentvan Borne, ende derselver eheman Esken versocht copije ende tijt van 14daegen

in de linker marge:

deb. Bern. ter Linden, et nihi?

Gregori deLagatta spreeckt aen Lambert Calter tho Lemselo voer 30 gld.herkommende van borchtal voor sijn swaeger Harbert de Kalter

134

Anno 1632 den 20 OctobrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittBerndt Kettwich

in de linker marge:

debet 6 st.

Hans Aerlott wort geechent an Jan Ratgerinck tho Rossum sijn pande naerlandtrechte

Esken Meijlinck spreect aen Johan Calvinck tho Doeringe voor 38 gld. 2 st.heerkommende van een verkofte koo ende geleent gelt

Gregori deLagatta doet sijn verwin op Lambert Calter in Lemsel vermoeged’anspraecke huijden 8 daege gedaen

99

Arent van Losser spreeckt aen Luijcken Frerekinck tho Doeringe voer 21daeler {?} heerkommende van geleent gelt, versocht aeneijssinge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Luijtenant Baterbas wort geechent aen Haver Jan inde Lutta sijn pande naerlandtrechte

Bernardt ter Linde nomine Jan Smitte wort geechent aen Hindrick Techler indeLutta sijn pande naer landtrechte

Anna wed. Smelsers spreeckt aen Luijcken Frerekinck tho Doeringe voer 11 ½daelers, herkommende van geleent gelt, [versocht aeneijssinge]

135

Jan Crabbe spreeckt aen Heijne Oosterbroock inde Lutta voer 4 daelers 8 st.heerkommende van verkofte haever, versocht aeneijsinge

Idem spreeckt aen Sanderman inde Lutta voer 14 daelers heerkommende vaneen verkoften waegen, versocht aeneijssunge

Beijde aengeeijst ende niet gecompareert binnen contumax erkant salva purganaer landtrechte

Erschennen Johan Koijtenbrouwer ende exhibeert seecker protest contraGerrijt Nijterts, van geene wijder handelunge [te admitteren] ten principael teadmitteren

Derck Huijskens wort geechent aen Lambert ten Dalhuijs sijn pande ln

Idem wort geechent aen Poort Hermen inde Lutte sijn pande naer landtrechte

Alsoo Gerrijt Nijterts sick opponeert tegens de ingediende protestatie van JanKoijtenbrouwer daer tho Nijtert materie gegeven in punct van exception dilatoirduplick exceptional hadde laeten exhiberen, hij Koijtenbrouwer geernedaermede solde gesloeten hebben, maer overmits Nijtert voorschr het punctvan dilatoir exceptie heft verlaeten, ende ten principael getreden Soo heeft Nijtert voorgl. oorsaecke gegeven sijne Koijtenbrouwers protestatievoergeroert t’exhiberen, dwelcke alsoo niet behoort reiecteert te worden,t’selve stellende tot kentenisse des gerichtes mits eijs van costen

136

100

Erschennen Gerrijt Nijterts, geassisteert met L. Oelen, ende begeert dieergangene stucken ende acten tusschen comparant ende Koijtenbrouwer inpuncto exceptionis te sluijten, versocht derhalven alnoch sluijtunge desexceptionalen proces, ofte in principali nae uuijtwijsunge des acten, sondereenige admissie van enige vermeente protestatie van Johan Koijtenbrouwer,soo {?} festum? venire miserum est bijgebracht wort, dewelcke nochtansweijnich dan nicht tersaecken dienlijck, istis promissis, sustineert comparantdat die sluijtunge haere voerganck moet nemen, met reiectie der vermeenterintituleerder [reiection] protestation, soo als hijr in desen punct int geringsteniet kan opereren ofte wercken, daeromme is? oock niet lijdelijck,versoeckende alnoch sluijtunge als vooren, sonder bijdonunge van eenigestucken, meer als ergangen in puncto exceptionis, soo protestatien als oocksunsten, seggende sulx rechtens, met eijs van costenSubmiterende

Bernardt Becker nomine Juffer Aleijt van Limborch als intervenientinne voerSteggeman tho Rossum, versocht 4 weecken uuijtstell contra Johan Crabbe

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollenders spreeckt aen JohanSchupman tho Lemselo voer 33 daelers, vermoege gegevene obligatie

137

Anno 1632 den 27 octobrisJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Merten SmittBerndt Kettwich

Erschennen Geert Buijrrichter tho Lemselo Geert Hampsick, Evert ter Stegge,Johan Lansinck, Johan Lambertinck, Johan Bruninck, Geert Meijers, allebuijren der Marcke Lemselo mede caverende voer haere anderen absentemede buijren daer van sij luijden sijn affgeveerdicht, bekennen angenomenende ontfangen tho hebben an gereden penningen van Hermen BerentsenAnna eheluijden die somma van 100 daelers tot 30 stuvers het stucke, waermede die vorschr buijren hebben affgelosset seecker hondert daelers soo TijesMentinck vanden voorschr Lemseler buijren vermoege eene versegelden brieffonder handt ende segel van Hermen van Hoevel gewesene richter tot Oldenselde dato 1582 am 16 Novembris, slaende op Bernardt ten Bavel ende Luttgertsijn huijsvrouwe, ter somma van 375 daelers, ende is vande goetheerendieselve brieff met meer gevalideert ende in weerden gekent als ter sommavan 200 daelers, op welcke 200 dalers voorschr Mentinck bekent ontfangentho hebben dese voorschr 100 daelers, tot afflossinge der 200 dalers bijvoorschr goetheeren gevalideert,ende belaeven vorschr buijren jaerlickx ende alle jaer op Martini ter pension tebetaelen an voorschr Hermen Berentsen Anna eheluijden ofte hare

101

erffgenaemen de somma vijff daelers welcke voorschr 5 daeler die meijer thoLemselo alle jaer op voorschr tijt sall uuijtleggen ende betaelen als buijrrente,bis tijt ter afflosse, waer van deerste pension sal verschijnen Anno 1633 opMartini [voorschr, ende geboer] alle met conditie dat beijde sijts partijen sollenvrijstaen, die somma voorschr te restitueren, wen die lofte een half jaer thovoeren wettelich angekundicht is, ende gelavende vorschr buijren sulx t’staenwachten ende waeren, onder verbant guder ende plogesdel in optima forma

138

[Erschennen Geert ten Leerkotte tho Gammelke alias Sepken gaet uuijt endedoet vertichenisse erff ewelijck onwederlosbaer, kummerfrij ende onbeswaert,seecker halven camp gelegen in Doeringe, met d’eene sijt ande ander helftedes campes gehoerende Albert ten Leerkotte met dander sijt an Velthuijssonder, ende met d’eene ende an Suchtun Strookamp, ende met denbescheijde dieselve camp uuijt de marcke {?} te moegen messen, luijt inholtdes originael verschrijvune, onder handt ende segel vanden richter Hermenvan Hoevel de dato 1588 den 10 xbris, alles tot profijt ende erfflijck beoeff,Arent ten Leerkotte Jenneken eheluijden ende haere erffg. Ende sulx voer eene somma van penningen die sick vercooper voorschr goderbetaelunge dede bedancken gelaevende sulx voer hem ende sijne erffgenaemen t’staen ende waeren inoptima forma, versocht dat Berent Ketwich den principall breeff nomine desvercopers {?} {?} versegelen]

Becker nomine vrouwe ten Broock wort geechent ande gemeene Rossumerbuijren haere pande naer landtrechte

Idem an Colck Geert tho Losser sijn pande naer landtrechte

Noch wort geechent aenden Heersche tho Losser sijn pande naer landtrechte

Oock wort voorschr Becker nomine vrouw ten Broocke geechent an Kemna thoGammelke sijn pande naer landtrechte

Johan Groothuijs tho Gammelke spreeckt aen Gert Nijhuijs tho Gammelkevoer 7 schepel roggen ende wegen een vercken soo Nijhuijs heeftdoetgehesset

139

Anna wed. Smelsers doet haer verwin op Luijcken Frerinck tho Doeringe,vermoege de anspraecke huijden 8 daege gedaen

102

Esken Meijlinck doet sijn verwin op Johan Calvinck tho Doeringe vermoeged’anspraecke voer 8 daege geschiet

Geert Hesselinck tho Dulder spreeck aen Johan Lottgerinck alias Bockedamtho Hassel voor 3 dal. 7 st. ende een halff mudde rogge,

Arent Suchtuijn tho Doeringe spreeckt aen Johan Ruhoff tho Hasseloo voor 6gld. 9 st ende veerder ad computum, heerkommende van verkoft holt

Idem spreeckt an Johan Calvinck tho Doeringe voor 9 daelers, heerkommendevan eene verkofte koo

Berendt Gorbertinck lecht over tegens Johan Cuijper onbehoechde cleger,ende parteijsscher, sijne redenen van purgen, tegens het pretense verwinende gedaene pendinge, des voorschr Kuijpers, versoeckende als daerinne,met eijs van costen, onder protestatiedie inutilibus expensis

Geert Wijcherinck tho Agele spreeckt aen Johan Lottgerinck alias Bockedamvoer 15 daelers min een oort ende 11 st. heerkommende van een verkoftpeert, versocht aeneijssunge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga, naer landtrechte

140

Geert Nijhuijs onkent d’anspraecke van Johan Groothuijs tho Gammelkewegens gehessede vercken, ende presenteert die 7 schepel roggen in 14daegen tho betaelen

Becker nomine Jan Schutte to {?} tegens hans Hollender versocht 4 wekeuuijtstell, ter cause dat hij die versochte copije noch huijden dato niet heftbekommen konnen, menende hijr mede t’konnen bestaen, nae luijt eenermissive

Thomas Spangemaecker volmachtiger Hans Hollender secht nomine qua geenlenger dilaij an Adriaen van Laer amptman tho Essen ende Metelen te konnenvergunstigen, ter cause Bernardt Becker geen volmacht van Laer ofte JoensSchutten is hebbende, oock geen reden van bestant wegen de versochteuuijtstellunge geallegeert, ten deerden dat voorschr Laer een maent tijdes indese saecke heeft gehadt, ende de copijen soo nu is versocht den {?} {?} [inpersoon] vande gerichtschrijver ontfangen waer uuijt tho spoeren dat Laer niet anders is soeckende als dese saecke teternieren, versocht daeromme comparant uuijt verhaelde reden verwin,t’welcke hem nae rechte niet kan geweijgert worden,onder expressen eijs van costen, nomine? Laer

103

in de linker marge:

ex officio

tGerichte gestaedet Joens Schultten, den tijt van 14 daegen mits?reserverende? dese dages costen, ne fiat pricipitantium?

Johan Eschtinck? doet het verwin op Johan Lansinck tho Gammelke vermoeged’anspraecke voer 14 daege gedaen

Jan Cuijper van Hassell alsoo well hij niet geholden die reden van purgen doerGorbertinck ingedient aentenemen, ten sij comparant de contumaciale endevolgende costen, tegens Gorbertinck gedaen gerestitueert, daer van men nu isprotesterende

141

ende will sick dieselve gereserveert hebbben, omme dannoch sich selvest nietop tho holdenversocht vande ingediente vermeente purge copije, met tijt van een maent autinterim, de expensis noch maels protesterende

Merten Smit wort geechent aen Geert ten Dalkotte sijn pande naer landtrechte

Berendt Gijsberts spreeckt aen Kolck Geert tho Losser voor 6 daelers, ende adcomputum, heerkommende van geleent gelt, ende verschenen pension

Meister Matthias Barbier wort geechent aen Berent Kemna tho Gammelke sijnpande naer landtrechte

Berent Averes tho Dulder spreeckt an Lambert ter Caverick inde Lutta voer 7daelers, heerkommende van een verkoft holt

Anno 1632 den 3 novembrisJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Merten SmittBernt Kettwich

Luijcken Rijckerinck nomine Patris Geert ten Leerkotte, doet sijn verwin opde{?} wed. Geert sal. Albert Egberinck tho Doeringe, vermoege d’anspraeckehuijden 7 weecke gedaen

Arent Suchtuijn tho Doeringe doet sijn verwin op Johan Calvinck tho Doeringevermoege d’anspraecke huijden 9 daege geschiet

104

142

Aeltijen van Groningen wort geechent aen Lubbert Wissinck tho Gammelkehaer pande naer landtrechte

Geert van Goort wort geechent aen Jan Reijninck tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

Stoffer van Almelo heeft naer paelrecht verkoft een ijseren pott thobehoorendeJohan Ruhoff tho Hasseloo, ende is van Bernardt Becker ingeset voer 30 st,Stoffer van Almelo daer voer geboeden 35 st, Becker noch verheucht i st endeis voer 36 st cooper gebleven

Thomas Spangemaecker nomine Coort Horst in beijder dient in replicamcontra viduam sal. Arent Oelerinck

Becker nomine viduae Arent Oelerinck versocht copijam ende tijt van 4 wekenaut interim

Lambert de Cuijper heeft nae paelrecht verkoft eene swarten rock thobehoorende Heijne Oosterbroock vrouwe, ende is van voorschr Cuijper ingesetop 3 daelerMerten Smitt verheucht met 10 st doer Cuijper wederomme verheucht met eengld, ende is voer 6 gld cooper gebleven

Erschennen Lambert Meijer tho Lemsele Aeltijen eheluijden bekennen erffewelijck, onwederlosbaer verkoft tho hebben mits desen, aen BerentHindrickman, [Jenne] tho Lemsele Jenneken eheluijde ende haere beijdeerffgenaemen, alsoodae helft eener huijsstede unde landerijen, gelegen indeMeijten? Velde, der Rossumer ende Lemseler Marcke, inde Schulten?, als hijMeijer van Bernt Stegman

143

tho Rossum heeft gecoft, alles verderen inholts des originaelen brieffs de dato1617 den 9 martijj onder handt ende segel van E. Lubbert van Rensen, richtertho Oldensel, waer doer dese sall getransigeert worden, ende sulx voer eenesomma van pennungen die sick verkopers vollencomener betaelunge dedebedancken, gelaevende soodaene erffkoop voer hem sijn huijsvrouwe endeerffg t’staen wachten ende waeren in optima forma

Anno 1632 den 10? vacat.Judex Lubbert van RensenCoernoten Merten SmittBernt Kettwich

105

Esken Meijlinck wort geechent aen Jan Calvinck tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

Geert Berentsen spreeckt aen Jasper ten Game? ende Tijert tho Hasselo voer28 guldens heerkommende van geleent gelt sampt verloopene pension, endead computum, als oock gedaene gerichtscosten versocht aeneijssunge

Beijde angeijest ende niet gecompareert, sinnen contumax erkant, salva purganaer landtrechte

Anna Potts wed. Techlers wort geechent aen Sanderman inde Lutta sijnepande naer landtrechte

Bernt Ophoff wort geechent aende Rover inde Lutte sijn pande naerlandtrechte

144

Compareert Egbertus ten Tusschede volmachtiger vande amptman Adriaenvan Laer, allegerende wie dat huijden terminus is dienende dat gl. Laer op dieuuijt de naeme van Hans Hollender ingecomen antwoort, solde repliceren, alsheeft comparant voorgeschr sijn noodruft bij recesse daerentegens verferdigetomme dan den E. Gerichte niet op tho holden, versoeckende denselven thoprothocolleren, staet int reijne

Luijtenant Baterbas wort geechent aen Spraeckstede inde Lutte sijn pandenaer landtrechte

Dominus Ludolphus Brunesius? wort geechent aen Lambert ter Caverick indeLutte sijn pande naer landtrechte

Arent van Losser wort eechent aen Luijcken Frerekinck tho Doeringe sijnpande naer landtrechte

Henricus Friso als volmachtiger van vrou Anna Schenckhuijs marschalckinne{?} [an de we] wort geechent aende wedwe van sal. Hermen Schulte thoBoeninge haer pande naer landtrechte

Jan Esscherenck wort geechent aen Johan Lansinck tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Hollinck tho Gammelke wort geechtent aen Johan Reijninck tho Doeringe sijnpande naer landtrechte

106

Jacob de Becker spreeckt aen de Heersche tho Losser voer 7 schepelverkoften roggen

Thomas Spangemaecker volmachtiger des heren van Saesfelt ende Traxis?Hollender bedancket sich der sententie in quantum pro

in de linker marge:

[debet]

145

Anno 1632 den 24 9brisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmitBer. Kettwich

Hans Aerloch wort geechent an Jan Bruninck tho Lemsele sijn pande naerlandtrechte

Wijffert tho Lonnicker wort geechent aen Wissinck tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Arent Wenninck wort geechent an Luttickhuijs tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

[Geert knecht van Groothuijs in Dulder spreeckt aen]

Erschennen Jan Cuijper ende lecht over in termino replicam met bijgevoechdeautenticqe copia, sijns schultboockx bit als daer inne contra Berent Gorbertincktho Hasselo, ende alsoo dieselve {?} comparant? {?} achterbax verwin, endeandere costen, solde gedaen hebben, tegens vorschr Gorbertinck, omme danalle widere {?} tho vermijden, ende opden rechten vort? wederomme thocomen, soo desisteert comparant van soodaenen verwin ende presenteert decosten soo Gorbertinck vermeent, deshalven gedaen tho hebben, t’refunderentot taxatie ende moderatie des heren richteren wan Gorbertinck dieselve sallhebben voergebracht

Gorbertinck versocht copiam ende [terminum primam post ferias] tijt van 14dagen

146

in de linker marge:

107

solvit 12 st

Erschenenn Geert Volmerinck Lubbert Groothuijs knecht tho Dulder, gevendet’erkennen, hoo dat hij uuijt last sijns heerschops, met eenen waegen steenenthobehorich den heeren van Deventer [onder anderen steen tho leveren]belaeden am 4 Octobris lestleden, van Gildehuijs sij gecomen ende hemcleger angerant Jan ter Avest ende sijn broder Goesen, denselvigen onder denanderen die eene met fuijstslaegen geslaegen, die ander mit eijn placken strickint hooft verwondet, daer an cleger een geruime tijt voerden chirurgien[gelegen] gegaen, ende curiren? laeten, dewelcke smerte ende versuijm sijnsarbeits niet lijden wolde omme [32] 15 dlr, behalven het meisterloon, soobeclachten schuldich tho betaelen, ende cleger het selve juramento in litembegroeten will Concludeert tot voldoeninge desselven

Jan ter Avest versocht copiam ende tijt ad primam post ferias

Jan Crabbe wort geechent an Sanderman inde Lutte sijn pande naerlandtrechte

Jan Lubbers wort geechent aen Swenne Wissinck tho Gammelke haer pandenaer landtrechte

Jan Arents wort geechent an Brinckhuijs tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

Idem wort geechent aen Jan Reijninck tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

147

Noetgerichte

Anno 1632 den 27 NovembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Gregorio deLagattaMatthias Brickener

Erschennen Berendt Becker volmachtiger vanden heeren [Albrecht] van Reedetot Brantlecht ende appelleert stante pede vande sententie {?} nullitate eniniquitate, soo den 17 huius tusschen den heeren van Rede tot Brandtlechtende den heeren Gerraert van Rede tot Saesfelt ende Trockels Hollendergepronunciert, ende sullen in termino de gravamina appellationa bijgebrachtwerden, versoeckende hijr van intimatie an tegen partije

108

Anno 1632 den eersten DecembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bernardt KettwichMerten Smitt

Erschenen Poort Hermen gewesene Kalter [opde] inde Lutta, ende bekentopgenomen ende ontfangen tho hebben an gereden gelde van LambertHolsscher tho Gildehuijs de somma van 40 daelers, voer welcke 40 daelers {?}{?} {?} hem {?} int gebruijck gedaen seecker stucke landes van een muddegeseijs, schietende met deene sijt aende koe weijde, ende met dander sijtaenden erff gaerden, omme t’selve lant den tijt van ses naerden anderenvolgende jaeren tho gebruijcken [beger] twelcke anfanck heeft genomen desenverleeden Michaeli ende eijndigende alsoo naer expiratie vorschr termijn, allesop conditie dat obgl. Poort Hermen tvoorschr landt op sijne costen sal ploegenessen eggen ende begaerden, ende hett gewas soe daer op wort [ {?} ] {?} frijsonder oncosten tot Gildehuijs leveren, [daertegens] des sal LambertHolsscher alle jaer daerop brengen ende {?} [tho den fall] hett seijel saet optvoorschr landt vandoene ende noedich, nae welcke ommeganck die vorschrjaeren de opgl. 40 daelers daerop? gebout? van geender weerden t’sijnGelavende [soo daenich] dit als vorschr t’staen {?} in optima forma endeverbant sijn aller goederen

148

in de linker marge:

deb. Ber. ter Lijnd:

Erschennen Esken Jansen, unde secht gesien tho hebben als nu man endemombaer van Swenne gewesene ehevrouwe van sal. Arent van Borne, dieexceptie van Jan Crabbe, secht tot afflenunge derselver, dat dieselveimpertinert ende deshalven wijders te {?} woorden onnoedich, versoeckendeniet meer als sluijtinge vant geene partije advers voergecomen, edoch dewijlmen verstaen heeft dat Crabbe eenige vermeentelijck verwin hijr bij bedongen,soo hij beijde richter an Con: Ma:t erworven solde hebben, dieselve als nult’eenemal reiecterende,

in de linker marge:

#dat dieselve noijt gesien

datt in consideratie dat die proces interlocutoir? is verserende dat cleger haerbewijs sollen bijbrengen, wie dan gescheen in {?} ende die saecke swevendeis, in puncto resumptionis ten? {?} daer tho partije dan oock gecijteert is, undedewijle dan de saecke in puncto resumptionis alhijr is? geresumeert, coram

109

judice daerse begonnen, soo versocht men an deser sijden dat die sakek voerconcluso angenomen? mocht worden, geinventariseert, geslaeten ende totbeleringe? versonden moege worden, met reiectie der exceptien van partijeadvers, ende is octobris lestleden bijgebracht ter cause dat interlocutoireprocessen ende sententien desidi debrant coram judice ubi causa {?} incepta,protesterende d’expensis

Thomas Spangemaecker tanquam procurator partis adversa secht alsoo menextra terminor? is verserende, soo nimpt comparant nietthomin de gedaenecitatie an, mits versoeckende copiam vant verhaelde reces, ende 14 daegen tijtomme sulx sijn principael t’adverteren

Sententia pronunciata in saecken Johan Nijhuijs contra Hermen Swaefferinck

Jan Nijhuis bedanckt sich der sententie ende versocht copiam

Wessel Molman tho Vaelte spreeckt an Albert Tichler in Boeninge, voer 5dalers, heerkommende van eene verkofte koo

149

Geert Berentsen tho Hasselo wort geechentt an Berendt Gesbers tho Lossersijn pande naer landtrechte

Lubbert olde Spraeckstede inde Lutta spreeckt an Geert ter Bus tho Rossumvoer 20 daelers luijt obligatie heerkommende van vergestreckte penningen

Thomas Spangemaecker volmachtiger Jan Hollender secht, dat huijdenterminus is dienende, tusschen comparants principael ende Adriaen van Laer,ende alsoo gl. Hollender nicht is vindende in voorschr Laers huijt 14 daegeningediende schriftuijr, nodich te debatteren, soo versocht Spangemaecker obglnomine quo supra citationem et oram terminum ad concludendum teprefigeren, mits daerbij bedingende seecker in originali vertoente? accort, sooLaer de naemen onder affgesneden omme eene gunstigen heeren referentendaerop geleven tho letten

Gerrijt Tonnissen Holtshoff spreeckt aen Lubbert ter Spraeckstede inde Luttavoor 14 gld 15 st heerkommende van verkofte laekens

in de linker marge:

debet

Johan Edler wort geechent an Groote Bavel buijrrichter inde Lutte, an jongeDalhuijs haere panden naer landtrechte

110

Erschenen Berendt Samelant tho Losser, Jenneken sijn huijsvrouwe, gaenuuijt ende doen vertichenisse erff ewelijck, onwederlosbaer, [kummerfrij endeonbeswe] kummerfrij ende onbeswaert, [seecker] een deerden part vandenGroote Coop haves maete, schietende met het eene ende an Swerinx maeteende met het annexe boulandt vor omtrent 2 spint geseijs, met dande eijnde[in] an Nijlants maete, Item noch een stucke boulandes, {?} {?} {?} van een mudde geseijs omtrentmet de bemessinge, voorts olde ende nije gerechticheit, liggende anHanckamper stegge, tusschen Berent Nijterts, wedewe ten Broecks endehaere erffg ende sulx voer een somma van geldes die sick verkooperen goedeende vollencomene betaeling deden bedancken

150

onder belofte denselvigen coop t’willen staen wachten ende waeren t’allentijden, onder verbant haerer aller goederen hebbende ende thocommende,waerentegens mede affgerekent sijn ende betaelt die somma van 445 daelersdie hijr mede doot ende betaelt sullen sijn ende blijven, soo voer desen inverscheijden acten ten prothocollo sijn gebracht, alles in meliori forma

[Item]

Erschennen Berent Samelant Jenne eheluijden bekennen, opgenoomen endeontfangen thebben nae gerichtl. vercoop des deerden parts landes grotenCoop haeves maete ende een mudde lants, gelegen tusschen JorrijnSamelants ende Berent Gesberts lant [de somma] van Aeltijen Nijterts wed.ten Broock de somma van 116 daelers ad 30 st t’stucke, gelaevende daer vanjaerlijx ende alle jaer t’betaelen voer pension van 16 penningen eene, waervan deerste pension verschijnen sall op Martini anno 1633ende sall voorschr Samelant vrijstaen voergl. somma in twee termijnen off tholossen, tweten ijeder mael d’helfte, omme dan die voorschr wed. [ten Broock]te meerder {?} versekeren, heft gl. Samelant haer t’onderpande gestelt deossen bree van omtrent een mudde geseij gelegen op Coophaves rott met hetgeene daer met? {?} is, omme haer daer anne altoes, soo wel hooftsomme alspension schaedeloos te verhaelen, ende sall beijdersijts partijen vrijstaen,deene dander de penningen op tho seggen, wen averst de loskundinge eenhalff jaer tho voren {?} wert geschen? Alles in meliori forma# en alle achterstendige pension betaelt is

Erschennen Johan ten Koockenberch Swenne sijn huijsvrouwe, gaen uuijtende doen vertichenisse 12 ½ daelers ende een paer hoender jaerl. Staet int reijne

Berent Geesberts doet sijn verwin op Kolck Geert tho Losser vermoeged’anspraecke voerdesen geschiet

111

Jan Everhardus wort geechent an Diersman tho Boeninge sijn pande naerlandtrechte

Idem [ wort geechent] spreeck aen Kolck Geert inde Lutte [sijn pande naerlandtrechte] voer leverunge van seecker verkoft holt, soo comparant vanvorschr Geert in presentie des kosters gecoft, daerop hij alreets een mudderogge ontfangen ijder {?} {?} {?}

151

Anno 1632 den 8 ten decembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Merten SmittBerent Kettwich

Den richter Rensen heeft nae paelrecht verkoft eenen ketell thobehorendeOostebroock inde Lutta ingesett op 8 guldens, waer voor hij cooper gebleven

Idem heeft nae paelrecht verkoft eenen cooperen pott tobehorende Nijhuijs thoGammelke, ingesett op [6 gld] 5 guldens, waervoor hij cooper gebleven

Jan Hollender wort geechent an Geert Meijer tho Dulder sijn pande naerlandtrechte

Gerrijt van Goort wort geechent aen Johan Rijckerinck tho Doeringe sijn pandenaer landtrechte

Dewijle in saecken Gerrijt Kremer, contra Plechem Nijterts beijde partijen inhoopenunge vant? verdraegen noch leven, soo is veraccordert, dat invalltusschen dit ende de eerste [Saterdach] {?} naer kersmisse [voer thocomendeSaterdach] hett accort niet mochte getroffen worden, sall alsdan onfeilbaer hetproces erropent werden, t’welcke alsoo van beijde volmachtiger Beckernomine Kremers ende Nijtert nomine sijn ohms [alsoo] is ingewillicht

Gerijt Berentsen wort geechent aen Berendt Gijsbert tho Losser sijn pandenaer landtrechte

Casparus Waterham als collecteur vande heersteden ende gemael heeft naepaelrecht verkoft een swart stercken kalff thobehoerende Kanterman inde Lutteingeset bij Merten Smitt, in naeme des collecteurs vorschr op 3 daelers, waervoor hij cooper gebleven ende dat voor schult van resterende heerstede endegemael

Berent Gorbertinck versocht uuijtstel contra Jan Cuijper tot den eerstenrechtdach naerde ferijen, uuijt reden dat sijn advocaet uuijtheems is, vergunt

112

als gebeden, mits dat sijn partije ende volmachtiger present sijnde, die dagescosten solle erlecht worden

152

Gerrijt Nijterts wort geechent aen Spraeckstedde in Lutte sijn pande naerlandtrechte

Berendt Averessche tho Dulder wort geechent aen Lambert ter Caverick indeLutta sijn pande naer landtrechte

Borger Lambert tho Losser spreeckt aen Flakesbecke voer acht daeler 18 stheerkommende van een verkoft peert, versocht aeneijssunge

[Wessel ten]

Wessel ten Camphuijs wort geechent an Johan Rijkerinck tho Doeringe sijnpande naer landtrechte

Robert Schotte wort geechent aende gemene Doeringer buijren haer pandenaer landtrechte

Erschennen Wolter Rijckhoff buijrrichter tho Valte Johan Steenhoff, LubbertLeverman, Jan Ensman Jan Alinck, Hindrick Lesscher, Jan Wenninck, Wernerten Velthuijs, Wolter ten Linde, Hendrick Reijninck Aelbert Grijpinck, JanLashoff, Wessel Molman Jan Olbenkotte, Lambert Roerinck, Geert Mensinck,Hermen Hubbelt, Geert Nijhuijs Jan Sanderman, ende Lubbert Smeeman, alleburen der marcke Valte, gaen uuijt ende doen vertichenisse, erff ewelijckonwederlosbaer, kummerfrij ende onbeswaert, een stuxken groenlants, soo toteen hoijmaete sall gebruijckt worden, gelegen aende Imeshorst inde buijrschapVaelte, met hett eene eijnde an Jr. Marckx maete ende met den ander eijndeaende {?} [commentheurss] kamp, ende met eene sijt naerdes CommentherCamp, alles tot profijt

153

ende erffl. behooff Jan Wevers Swenne sijn huijsvrouwe ende haere beijdeerffgenaemen, ende sulx voer eene somma van pennungen die sich vorschrvercoperen vollencomene betaelunge deden bedancken, welcke geltgeimploijeert is worden tot die grontschattunge der voorschr Marcke Vaelte,ende gelaevende voorschr vercoperen sulx t’staen wachten ende waeren,onder verbant haeres plogesdeel ende goederen, nae landtrechte alles inmeliori forma

113

Henricus Friso als volmachtiger des cloosters alhijr wort geechent aen ArentCalter inde Lutta sijn pande naer landtrechte

Tott hijr affgereekent

Anno 1632 den 15 decembrisJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Merten Smitt[Hermen Hoijckinck]Berendt Kettwich

Olde Spraeckstedde doet sijn verwin op Geert Bus tho Rossum vermoeged’anspraecke huijden 14 daegen gedaen

Bernardt Becker volmachtiger van Jr. Bernardt van Beverfoerde dient induplicam tegens Kiliana van Brabecks, bitt als daer inne, revisione salva

Idem Becker nomine vidua Arent Oelerinx exhibeert duplicam contra CoertHorst in Boeninge, hijr bij bedingende seecker contschappen

Bernardt Becker nomine vidve Hooffslachs wort nae gedaene upbaedingegeechent aen Engelbertus Rechters sijn pande naer landtrechte

Werner tho Lechtenberch spreeckt aen Johan Lottgerinck alias Beckedamvoer 20 daelers ad computum hercomende van verdient loon ende verkoftekoe, bitt aenessinge

Angeeijst ende niet erschennen ergo contumax salva purga, naer landtrechte

Tott hijr betalt

154

Anno 1633 den 5 januarij eersten rechtdach post ferias NativitatisJudex Lubbert van Rensen Coernoten Bernardt Kettwich Merten Smitt

in de linker marge:

is so haer van haere sal. olderen angeervet is, {?} Jan Duvelken d’ander helfteis thobehoerende?

Erschennen Lubbert Hoppers, ende Jacob Holsten, borgeren binnen[Oldensel] Nije...?, als erffgenaemen van sal. Geert Wijfferinck, gaen uuijt ende

114

doen vertichenisse erff ewelijck onwederlosbaer, kommerfrij ende onbeswaert,die gerechte helfte des kampes soo gelegen is inde buijrschap Gammelke,gerichte Oldensell, bij die Hulsbecke, met het eene ende streckende negest anHindrick van Bornes sijne kamp, soo als dat selve nu tho lande gemaeckt is,ende noch tho lande gemaeckt sall worden, alles tot profijt ende erffl. behooffGeert Vasterinck tho Gammelke, ende sulx voer eene somma van pennijngendie sick vercoperen goede ende vollencomene betaelinge deden bedancken,gelaevende soodaene uuijtganck tstaen wachten ende waeren naelandtrechte, alles in meliori forma#met de vrijcheijt t’selve uuijt de marcke to moegen bemessen, t weten aeneene sijt vanden becke nae Doeringe

Aloff vander Marck wort geechent aen Jan Bennecker inde Lutta sijn pandenaer landtrechte

Olde Spraeckstede inde Lutta wort geechent aen Geert Bus tho Rossum sijnpande naer landtrechte

Erschennen Thomas Spangemaecker ende deent in wegen des heren vanHerne ende Saesfelt, als oock wegen Trockels Hollender designationem {?}tegens den woled. heren Albrecht van Reede tot Brandtlecht, versoeckendedat den heren richter will geleven voerde geboer des heren van Brandtlechtsvolmachtiger t’intimeren omme nae landtrechte daerop te diminueren?

Gregorio deLagatta wort geechent aen gemene Doeringe buijren haer pandenaer landtrechte

155

Hermen Hanterman dient in recessen ofte reden van pantkerunge contra HansHollender

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender buijtt op nae paelrecht, eenolden stercken kalff sijnde swart blaert, vermoege comparants principaelerholdene doergaende recht, thobehorende Hermen Hanterman, settetcomparant t’selve in voer 2 guldens, mits reiecterende de nulle endenichtsweerdigen, oock tegen landtrechte geexhibeerden reces van Hantermanbovengeschr, [ende is comparant nae gedaene opropinge? voer 2 gld coopergebleven] verheucht Jan Nijhuijs met 5 st

Jan Everhardus doet sijn verwin op Kock Geert tho Losser vermoeged’anspraecke den 1 xbris gedaen

Anno 1633 den 12 JanuarijjJudex Substitutus Casparus Waterham

115

Coernoten Merten SmittBernardt Kettwich

Jan Nijhuijs wort geechent aen Swaefferinck tho Lutteke Drijne sijn pande naerlandtrechte

Johan Crabbe wort geechent aen Heijne Oesterbroock sijn pande naerlandtrechte

Luijtenandt Baterbas wort geechent aen Johan Valckenhaer inde Lutte sijnpande naer landtrechte

Arent ten Leerkotte wort geechtent aen Jasper ten Game sijn pande naerlandtrechte

Cornelijs Berentsen spreeckt aen Lambert ter Caverick inde Lutta voer 15daelers, heerkommende van seecker gecofte stucke rogge, welcke Caverickniet gelevert ende selffs ingenoemen?, versocht aeneijssinge

in de linker marge:

nihil solvit

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga nae landtrechte

156

Arent Huijskens wort geechent aen Hindrick Wechman inde Lutte sijn pandenaer landtrechte

Gerrijt Tonnissen tho Borne spreeckt aen Johan Calvinck tho Doeringe voortachtentich guldens, heerkommende van geleverde lakens ende geleent gelt, [versocht aeneijssunge]

[Vocat]Johan Loesinck wort geechent aen Lubbert Beerninck tho Doeringe sijn pandenaer landtrechte

Anno 633 den 19 JanuarijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bernardt KettwichMerten Smitt

Tegens die aen sijden heer van Saesfelt ende Trockels Hollender in saeckenvan iniuri tegens Johan Albrecht van Reede tot Brandtlecht overgegevene

116

designatie van kosten secht Johans Albrecht van Reede tot Brandtlechtadherendo? appellationi interposita, datt van soo daenige vermeende nichtigeordelen debite is geappelleert , ende in tijt der reformatie daer over gravaminaovergegeven, ende sportulae daer bij gelacht, wan dan nu onstridigenrechtens, dat die appellatie die saecke ad superiorem devolveren, ende naeuuijttwijs der nieuwer reformatie tit. van apell ende beroopinge in landesclaeringe § 1. in saecken van iniurie, die appellatie, die executie suppenderetende impediert {?} {?} primi jurisdictionem {?} maeckt, soo secht [obgl] {?} Jr.{?} [van] Brandtlecht dat hij coram judice inferiore geen diminutie ofte entwederhandelunge te doen geholden, reiecteert die designatie ende sustineert dat hijbij der appellatie sall moeten gemainteneert, ende die designatie verworpenworden, andersins protesteert {?} de gravamine et appellando

Gregorio de Lagatta wort geechent aen Johan Ruhoff tho Hasselo sijn pandenaer landtrechte

157

Erschennen Jan Wenninck tho Doeringe wegen sijne twee dochterenFenneken ende Hermeken, geassisteert met Bernardt ter Linde, alsvolmachtiger ende anwalt, ende dient in sijn libellus iniuriament? contraBerendt ter Achterhuijs moetwillige iniurianten, als versocht anwalt dat dieselveAchterhuijs moege aengeeijst worden, bij faute van comparitie versochtcomparant nomine principalis verwin

Jan Wenninck wort geechent aen Berendt ter Kemnae tho Gammelke sijnpande naer landtrechte

Thomas Spangemaecker uuijt den naemen den Meijer tho Espelo spreecktaen die gemeene buijren van Doeringe voer verloopen pension van ettelijckejaeren tot goede rekenunge

Berendt Achterhuijs versocht copije vant libell doer Jan Wenninck ingedient,ende tijt van een maent ter noodt ses weecken

Arent Wenninck tho Doeringe spreeckt aen Beerninck? tho Doeringe voer 50st heerkommende [van] van liquide schult, [versocht aeneijssinge]

Compareert Geert Swaefferinck tho Drijne ende secht reden van pantkerunge,soo Johan Nijhuijs op hem Geert Swaefferinck gedaen heeft, wegen hettproces van sijne vaeder Hermen Swaefferinck unde Johan Nijhuijsgesustineert dat hij met het selvige proces niet te doene, noch jewerelt, in litemwegen het selve proces gewesen is, sustineert derhalven dat hij GeertSwaefferinck voer sijn vaeder niet schuldich noch geholden te betaelen,versocht derhalven cost ende schaedeloose absolutie, met eijs van costen

117

Anna wed. van Thomas Smelsers heeft nae paelrecht versocht een stuckeroggen gewas [van] omtrent dree schepel geseijs, gelegen negest den hoffgenoempt die bree, ende Luijcken Frerekinck tho Doeringe thobehorende,ingesett voer 12 ½ daelers, verblijft cooperssche

Gerrijt Tonnissen doet sijn verwin op Calvinck tho Doeringe vermoeged’anspraecke huijden 8 dage gedaen

Aeltijen Nijterts wed. ter Broock dient in designatie van costen dubbelt bij {?},met versoeck dat hett eene daer van de gemeene Boeninger buijren machinsinieert? worden

158

Sententia Pronunciata in contumaiam in saecken Hans Hollender contra Hermen Schotteler

Anno 1632 den 26 Januarij{ opm; het jaartal is hier een verschrijving, dit moet 1633 zijn}

Judex Lubbert van Rensen Coernoten Merten SmittBern. Kettwich

Erschennen Lubbert Smeman inde Marcke Vaelte ende sijn huijsvrouGreetken, bekenden t’samen opgenomen tho hebben van staet int reijne

Johan Nijhuijs spreeckt aen Johan Egbertinck in Hasselo voer 49 guldens minthien stuver, heerkommende van geleent gelt, [versocht]

Idem spreeckt aen Johan Bockedam alias Lottgerinck voer soeven daelersende 28 st. herkommende van een verkofte koe, versocht aeneijssunge

Bockedam aengeeijst ende niet erschenen ergo contumax salva purga naelandtrechte

Erschennen Hendrick Meijlinck geassisteert met Bernardo Becker, gevendeden E. Gerichte tho erkennen, dat sijn vaeder Lubbert Meijlinck, {?} staet intreijne prothocoll

Erschennen Hendrick ter Haer wonachtich tot Hartman ende Mette eheluijden,bekennen opgenomen ende ontfangen tho hebben van Tonnis ten Kotte, Mariasijn huijsvrouwe, de somma van tweehondert dalers ad 30 st. t’stucke {?} staetint reijneprothocoll

118

Roloff Loesinck spreeck aen Hindrick Engbertinck voer 12 daelers capitaelende verschenen rente, herkommende van geleent gelt aen Engbertinckvorschr vrouwen vaeder

[Johan] Idem spreeckt aen Johan Lottgert voer 20 dal. herkommende vangeleent gelt

159

Arent Wenninck doet sijn verwin op Lubbert {?} Berninck tho Doeringevermoege d’anspraecke huijden acht daegen geschiedt

Geert ten Cotte spreeckt aen Hindrick Engbertinck tho Hasseloo voer 40daelers ad computum herkommende van geleverde waeren ende geleent gelt

Tonnis Gerritsen wort geechent aen Lubbert Spraeckstede inde Lutta sijnepande naer landtrechte

Erschennen Thomas Spangemaecker als volmachtiger Trockels Hollender,gesien hebbende hett dictaet doer den volmachtiger vanden heeren vanBrandtlecht tegens die overgegevene designatie van costen, ten prothocollogedaen in plats van diminutie, dat vande sententie ten faveur van gl. TrockelsHollender gepronunciert, nae landtrechte niet mach worden appelleert, ommedat die principale somma, daerin dat wolgl. succumbent [geced] condemneert,geene 100 goltgl. excedert, ende daer schoon? appelleert kan worden, als niet,dat evenseer, dieselve sententie behoort ter executie worden gestelt, ende metdie versochte moderatie van costen voertgenaemen, niet tegenstaende tercontrarie geallegeerde landtrechten omme dat de heer succumbent {?} salvo{?} gecondemneert, ende aversulx de reparatie in clarunge well kan geschien,wan erkent sall konnen worden, qualijck gewesen, ende well geappelleert, datsulx rechtens dat met de moderatie wort voortgevaeren, stelt tot kennisse [van]van eenen onpartidisschen rechtsgepronuncierde?, versoeckende tot dieneijnde dat alle acten {?} sollen worden versonden, protesterende de inutiliburexpensis

Bernardt Becker volmachtiger vanden heeren van Brandtlecht versocht copiamende tijt van 6 weecken, omme metten advocaet soo tot Schuttrop is wonende,te communiceren? hett bovengeschr reces over te senden

t’Gerichte vergunt Bernardt Becker als volmachtiger van Brandtlecht den tijtvan 3 weecken

160

119

Erschennen Johan Crabbe ende dient in exceptionel replick tegens EskenJansen geexcipijeerde, bitt inholts,

Lene wed. Coort Dreijers heeft nae paelrecht verkoft eene ijseren pott thobehorende Luijcken Frerekinck tho Doeringe, ingesett bij de voorschr wed.voer 30 st, verblijft copersche

Anno 1633 den 2 februarijJudex Lubbert van RensenCoernoten Merten SmittBern. Kettwich

Jan Cuijper tho Hasseloo wort geechent aen Berendt Gorbertinck tho Hasseloosijne pande naer landtrechte

Berendt ten Velthuijs tho Borne spreeckt aen Jan Lottgert alias Bockedam, thoHasselo, voer 20 dall. ende veerder ad computum, versocht aeneijssinge

Angeeijst ende de schult bekent, is hij contumax erkant dewijle geen tijt heeftkonnen genieten

Erschennen Poorthermen gewesene Kalter inde Lutta bekent opgenoomenende ontfangen tho hebben aen gereden gelde van Derck Huijskens borgeralhijr de somma van 30 dalers tot 30 st t’stucke, welcke penningen gl. Kaltermits desen gelovet wederomme aen vorschr Huijskens t’restitueren,thocommende Paesschen, ende bij faute van sulx, settet Kalter vorschr hemHuijskens tot een gerichtl. onderpant seecker vael moorpeert, ende swartekoo, omme bij faute van misbetaelunge op tijt voorschr, hijr aen ende voorderaen sijne andere goederen sijn schaede te moegen verhaelen, alles in melioriforma

Arent van Losser spreeckt aen Johan Calvinck tho Doeringe voer 7 dall. 18 st.heerkommende van geleent gelt, versocht aeneijssinge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

161

Steffen ten Broockhuijs spreeckt aen Geert Hanninck tho Dulder voor 33daelers geleent gelt soo in dree verscheijden jaeren? hem heeft geleent, eens12, eens 10 ende noch eens 11 dalers, item noch voor 6 daelers van een halffjaer verdient loons, versoock van voorschr parcelen betaelunge, ofte verwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga nae landtrechte

120

in de linker marge:

deb.

Cornelius Berentsen wort geechent aen Lambert ter Caverick inde Lutta sijnepande nae landtrechte

Jan Crabbe nae gedaene arrest op de Meijer tho Borne, spreeckt dieselve aenvoor ongefeer vijff guldens ende 9 st. heerkommende dat voorschr Crabbe,voor den voorschr meijer heeft avergelevert 273 guldens [omtrent] totRijnberck, met belofte den voorschr Crabbe daer van t’contenteren gelijck denrichter van Delden ende anderen meer gedaen hebben

Erschennen Lambert de meijer tho Borne, ende doet aff alsoodaene arrest[van] als Jan Crabbe huijden dages op hem gedaen heeft, ende presenteertsich rechtens, met begeerte copije van [dese] arrest? ende tijt van 14 daegen,{?} belofte desen gerichte onderdaenich tho sijn, # met eijs van costen

#met handtastige angelovet, te voldoen tgene Crabbe met rechte op hem sallkonnen gewinnen

Lambert Clandt spreeckt aen Berendt Wernsinck tho Losser voor 200 dal. 6 st.heerkommende van geleent gelt

Idem wort geechent aen Kolck Geert tho Losser sijne pande nae landtrechte

Jan Bloomen spreeckt aen de Heersche tho Losser voor 3. daelersheerkommende van een verkoft roer, versocht aeneijssunge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga nae landtrechte

162

Erschennen Derck Arent ende Berent Huijskens mede caverende de rato oftesich vast maeckende voer haeren brooder [Berendt Huijskens ende] PelgrimGinck met haere respective huijsvrouwen Hindrick Barber? Gertruijt endeHindrick, gaen uuijt ende doen vertichenisse erff, ewelijck, onwederlosbaerkommerfrij ende onbesweert, haer eijgen thobehoorich kotte ende goetgenampt Sobbenbus, gelegen inde Elffte hoerne ende Marcke Lutte aendenLossersche wech, mett alle sijn olde ende nije thobehoer, gerecht endegerechticheijden tho {?} tho wege {?} torff twijch unde uuijtdrift, soo cedentent’selve van haeren sal. olderen is aengeervet, luijt daer van sijne oldenbesegelden brieven, soo cedenten aengelaevet, aen copers handen thostellen, allen tot profijt ende behooff Jan Crabbe Fenne eheluijde, ende sulxvoer eene somma van penningen die sich vercoperen goede betaelinge deden

121

bedancken, gelaevende den vorschr coperen, desen uuijtganck ende verkoopt’staen wachten ende waeren, onder verbant haere respective goederen naelandtrechte, alles so beweechlijck als onbeweechlijck geene uuijtgesondert,mits oock datt een voer allen tot koer des coperen, in sulcken vall, sall moegenangelanget ende angespraecken worden, twelcke verkoperen alhijr expresl.hebben verwilkoert, alles in meliori forma, ende hebben verkoperen versochtdat Berent Kettwich den principael brieff mede mochte versegelen endesubscriberen

Derck Berentsen als volmachtiger vande wedu van sal. Jan Varwijck gewesenbuijrrichter tho Lutta, wort geechent aen Poorthermen gewesene Kalter indeLutta sijne pande nae landtrechte

in de linker marge:

sijn gewassen staende op {?} de? pantgoederen? ende an desselffs

Derck Huijskens wort geechent aen Johan Valckenhaer inde Lutte sijne pandenae landtrechte

163

Anno 1633 den 16 februarijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bernardt KettwichMerten Smitt

Inden gerichte wederomme persoonlijcken erschennen Lambert de olde meijertho Borne, ende secht, op alsoo daene anspraecke [ende arrest] soo JanCrabbe huijden 14 daegen gedaen heeft, ende kent hem geen schult,concluderende derhalven costelose absolutie

in de linker marge:

[deb]

Erschennen Berent Achter[huijs]bus onschuldige beklachte seggende tegensdie vermeente iniurie claege, doer Fenneken ende Hermken Wenninx den 19jan. geexhibeert dewijle clegerinnen vorschr noch niet te huijse ende t’haeve[tot] sint sittende, ende eenige frije persoonen sint, soo versocht comparant datclegerinne voer eerst nae rechte geholden sollen sijn, niet alleene proexpensis, sonderen oock de judicio histi in judicatum solvi cautie behooren testellen, sulx geschiet sijnde, exhibeert beklachte sijn antwoort, aliq. non meteijs van costen

122

Jan Wenninck present sijnde, stelt sich in voor sijne vorschr dochterenFenneken ende Hermeken als borge, voer alles wes partije advers versochtheeft, ende versocht copiam ende tijt van 6 weecken

Lijsbet van Randen spreeckt aen Johan Calvinck tho Doeringe voer eenverkofte roer, sampt verloopene pension ad computum

Jan ten Velthuijs spreeckt aen Johan Reijninck tho Doeringe voer 16 daelersgeleent gelt

Compareert Bernardt Becker volmachtiger van Jr. Hans Albrecht de Reede totBrandtlecht, exhiberende tegens Trockels Hollender seecke bastarte?

164

redenen, waeromme die saecke tusschen sijnen principaelen ende TrockelsHollender geventileert, appellabel sij, ende deshalven aen deser sijde tediminueren op de designatie van costen, niet schuldich en is, onder expresseneijs van costen

Bernardus Becker nomine Jan Cremers tot Oodtmersen wort geechent aenHindrick Herinckman tho Boeninge inde Meckelhorst sijne pande naelandtrechte

Op alsoo daene antwoort doer Lambert de meijer van Borne, tegens JanCrabbe gedaen, wilt gl. Crabbe facti speciam enarreert? hebben, seggende datbeklachte bij anlegger tot Deventer op den brinck sij gecomen bij sichhebbende een ander man, [en met eenige penningen] en met 273 gld indenholfte..? gehatt, ende van anlegger begeert, hij mochte de gl. penningen [in] naRijnberck brengen, met noch andere pen. onder beloftenisse, hij wolde hemcontenteren gelijck die van Delden ende andere kerspels gedaen, nu is in facto waer, dat die van Delden ende [andere] gl. Crabbe vant? hondertglds, betaelt 2 gld ende dat die alsoo waer is, will Crabbe met lijfflijcken ehedebekreftigen ofte tegendeel in ruijmen, ende defereren, versoeckende hijr opaeneijssunge, ende in cas van uuijtblijven, verwin, met eijs van costen

Den meijer tho Borne versocht 14 daege uuijtstell, omme entweder die {?} thopresten? ofte refereren?

Erschennen Hindrick Dronckemolle,

in de linker marge:

Greete eheluijden

123

Techler inde Lutta ende bekent schuldich tho sijn aen Jan Pott inde Swaene,die somma van 25 gld welcke 25 gld gl. Techler aengelaevet ende gelaevetmits desen dieselve wederomme aen vorschr Pott t’restitueren, op maij nuthocommende, settet hem derhalven tot een gerichtlijck onderpandt een roodebunte koo ende stercke, omme bij gebreck van misbetaelunge op {?} vorschrsijn schade hijr aen te moegen verhaelen, item bekent vorschr eheluijden,oprechter schult schuldich tho sijn aen Trijne wed. van sal. Ernst Caverick?

In de linker marge:

debet 12 st [ {?} ] 12 st

165

de somma van 15 gld. gelaevende d’selve 15 glds nu tho commende Jacobiwederomme an vorschr wedewe te betaelen, bij faute van sulx, setten gl.eheluijde geroerte wed. tot eijn waeren gerichtl. onderpant seecker stuckeroggengewas van omtrent i mudde geseijs, geheeten Pots Kempken, omme bijfaute van misbetaelunge op vorschr tijt, haer schaede hijr aen te moegenverhaelen

Jan Crabbe nomine Jan Altinck spreeckt aen Egbert ter Borch voer 1 ½ loopraede, ende 2 assen holter, mett alle gedaene gerichtscosten voer desengeschiet, daer voer hij gl. Altinck sijn eegen thobehoorich peert tot onderpandeheeft gestelt

Erschennen Bernardt ter Linde nomine Hermen Hanterman ende dient inreden van pantkeerunge contra Hans Hollender, bitt als daerinne

Dominus Bernardus ab Heijden canonicus wort geechent aen Geert Buijrrichtertho Lemselo sijne pande nae landtrechte

Sententia pronunciata in saecken Hans Hollender contra Adriaen van Laer, alsamptman vande vrouwe abbedissinne tot Essen

Roloff Helmichs wort geechent aende Heersche tho Losser sijne pande naelandtrechte

Sententia pronunciata in contumaciam in saecken Gerrijt Cremers contraPlechelm Nijterts amptman ter Wijtmersen

Lambert Tijkotte tho Boeninge spreeckt aen {?} Techler inde Lutta voer 18daelers, betaelunge van verkoft holt naer landtrechte

Jan Crabbe doet sijn verwijn

124

borch vermoege d’anspraecke

166

Jan Crabbe spreeckt aen de Wege tho Hasselo voer 6 gld 4 st heerkommendevan verkofte haever, versocht aeneeijssinge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga nae landtrechte

Erschennen Hindrick Hanhoff uuijtte naeme vanden gemeene Lutter buijren,ende secht dat vergangen saterdach den buijrrichte ende comparant [nu] opder citatie van Lic. Tongeren gedaen sijn gecompareert, verwacht alsood’anspraecke van vorschr Tongeren, bij faute vandien verdinget sichcomparant vande banck, met versoeckende refusie van costen, ende haerluijden versuijm

in de linker marge:

den {?} {?} {?} schulden

167

Anno 1633 den 2 [Februarij] MeertJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten Smitt Bern. Kettwich

Lubbert Hesselinck spreeckt aen Geert ten Bus tho Rossum voer 10 daelers,heerkommende van geleent gelt ende vermoege een obligatie

Erschennen Jan Hollinck als man ende momber sijner huijsvrouwen Albert tenBloemenkamp, ende doet inleijdenge in seecker hoijmaets gelegen inBoeninge, met d’eene sijt aende Knippenije gront?, mett dander sijt aenGreppinx lantt, met hett eene eijnde int {?} aenden haegen, versoeckende datden gebruijcker Hindrick Steveninck ende desselven moeder Heijle, hijr van dieintimatie nae landtrechte moege gedaen worden, omme daerop den 6wekensten dach daer? te doen, als deselve na raede sollen bevunden thobehooren, vande costen protesterende

Erschennen Lambert tho Lutteke Hulst in Boeninge Swenne eheluijden gaenuuijt ende doen vertichenisse ses daeler jaerlijcksche rente, te verschijnen opalle Maij dach, daer van d’eerste betaelunge sall vervallen, op Maij anno 1634uuijt haer frije angekofte lant genoempt het IJmenschuijr, wesende koeweijden, voort uuijt alle haere andere frije landerijen beweechlijck ende

125

onbeweechl. goederen, te moegen loessen op alle voorschr tijt met hondertdaelers den daler ad 30 st current, wanneer die loese een halff jaer te voerenopgekundich wort, alles tot profijt van Albert Helmis, Gertrijt sijn huijsvrouwe,ofte derselver erffgenaemen, bedanckende de vercoopers den kooperengoede betaelungebelaevende sulx t’staen ende t’waeren naer landtrechte, alles in meliori forma

in de linker marge:

staet int reijne protocol der uuijtgangen am 19 martij 1633

168

Hermen Koedinck tho Tweckel spreeckt aen Berendt Gorbert tho Hasselo voer14 daelers heerkommende van eene verkofte koe, versocht aeneijssinge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga

Erschennen [Berendt der] Lambert de Meijer tho Borne, als huijden 14 daegen[is] operlecht sijnt wegen Jan Crabbe sijnen eedt tho doene, ende nuerschennen om de selve tho doen, [nu nicht willen hebben] {?} {?} tho sijnprotesteert vanden [wijder] kosten

Jan Crabbe secht, datt hij de meijer van Borne geenes weges dengepresenteerden eedt pruijmet, voele weijniger gestaedet, ter cause, diecontraversia tusschen hem beijden hebbende, comparant Crabbe genoechsamonder de handt van Gerrijt Engelkens ende Hindrick Suijters medegementioneert genoochsam heeft bewesen ende geverificeert, ende bijdengerichte overgelecht, soo noedich averst, salt selve met eede bevestigenlaeten, daer tho gl. Engelkens cum suis willich sint, deshalven de meijervoorgeschr, soo nae keijs: als landtrechte, den eedt niet gestadet wort,protesterende vande costen, met versoeckende voldoeninge van voerigeanspraecke, bij faute sulx contumaciam

Lambert de Meijer versocht copiam ende tijt van 14 daegen

Lijsbet van Randen wort geechent aen Johan Calvinck tho Doeringe sijnepande nae landtrechte

169

Anno 1633 den 9 martijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittBernardt Kettwich

126

Bernardt Becker nomine vidue Arendt Oelerincx exhibeert quadruplicam,contra Coort Horst, bitt als daer inne, versocht terminus? ad concludendum

Aeltijen Nijterts wed. ten Broocke wort geechent aen Schuijrman tho Lemselosijne pande naer landtrechte

Erschennen Gerrijt van Goor iniurierde, ende lecht over contra Jan Reijnincktho Doeringe iniuriant sijn libellum iniuriarum, bitt als daerinne, mittaeneijssunge

Fenne die huijsvrouwe van Ruhoff tho Hassello spreeckt aen Egbert Borchmantho Hasseloo voer 20 guldens, heerkommende van verkofte holteren, endevoer een kettel soo comparant affgependet, voer borchtocht an Stoffer vanAlmelo

Roloff Loesinck in [Lutteke] Groete Drijne doet sijn verwin op HindrickEngbrinck tho Hasseloo, vermoege d’anspraecke voer 3 weecken geschiet

Gerrijt Berentsen wort geechent aen Arent ter Elsmers te Berchuijsen sijnepande naer landtrechte

Jan Reijninck tho Doeringe secht tot antwoort op Gerrijt van Goers libell, datheeft hij voer desen den 6 martij, ettelijcke woorden tot vorschr Gerrijt tenhuijse van Gerrijt Tappen gesproocken, datt hetselve in dronckenschap isgeschiet ende sij hem leet, weet anders niet van gl. Gerrijt van Goer als allesgoets

Gerrijt van Goer versocht copiam van[t] Reijninx antwoort ende 3 weecken tijt

170

Anno 1633 den 16 MartijJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Merten SmittBern: Kettwich

in de linker marge:

solvit 12 st

Erschennen Geert Schulte tho Boeninge, bekenth oprechtiger schult schuldichtho sijn aen Geertken Klingen? als erffgenaemen, van sal. Geert ten Kotte,hondert dertich daeler ad 30 st tstucke, waer an tho korten eersten 9 ½daelers, item 5 dalers, waervan d’heer richter Rensen wijder sal bericht geven,alles nae luijt geholdenen verdraegen de dato 1631 den 11 7bris opgerichtet,

127

onder belofte deselvige negestkumpstigen 11 7bris mett een jaer interesse,sonder rechten ende plechten, edoch den gerichte sijne jura onverkortet tewillen voldoen ende betaelen, sonder eenige contradictie ende exceptien,onder verbant daer tho staende alles in meliori forma

Gerrijt Berents wort geechent aen Johan Reijninck tho Doeringe sijne pandenaer landtrechte

Jan Averbecke spreeckt aen Jan Geerdinck tho Hasselo voer een rijxdalerheerkommende van verkofte holt

in de linker marge:

solvit 12 st

Erschennen Lambert de Meijer tho Borne, ende secht dat hij voer desen voer 5gld ende 9 st. bij den gerichte van Jan Crabbe sij angesproocken, dwelckeanspraecke Lambert Meijer negative heft affgelennet, seggenden den voorschrCrabbe int geringeste niet verobligeert, vel quasi verobligeert tho sijn, undealsoo daerop de vorschr Crabbe den Meijer den eedt ingeruijmet, als hijCrabbe met eede oock niet sall ontkennen, unde dan voorschr

171

Meijer den voorschr eedt gepresteert daetlijcken heft aengenomen, edochbijdem gerichte is uuijt gestelt t’presteren, in welcken voorschr termijn voorschrmeijer gecompareert, adiuranda unde alsoo ter selver tijt Jan Crabbe deningeruijmden eedt niet heft [ toe ] willen gestaeden, vermenende sijnanspraecke met goeden bewijsen tho willen proberen, ten fijne bijbrengendeGerrijt Engelkens nude vermeente attestatie, onder desselves handt,vermenende daer mede sijn intentie nae rechte genoochsam bewesen thohebben, waer mede hij dan niet alleenlijcken nae gemeenen sonder oocklandtrechte t’eenemael is abuseert, de wijle craft derselve alsulcke nudeattestatie niet konnen bewijsen, noch in eenigen effect sorteren, baven diendatt in cleijne saecken als dese die verweerder die anspraecke met eede machontkennen, videatur landtrecht, part. 1. tit. 10 § 1 Soo secht de meijer voorgeschr, datt hij alnoch presenteert den ingeruijmdeneedt te presteren, onangesien de nude attestatie van Gerrijt Engelkens,angesien dat hij onschuldich Crabbe niet hebbe geloeft?, Deswegen int geringste niet verobligeert, presenteert niet tho min deningeruijmden eedt, nochmaels tho presteren, allent nochtans, onder expresseneijs van allen gedaenen ende noch tho doene costen, hijr mede sich vandebanck affdingende, seggende hijr mede nae landtrechte tho konnen bestaen

in de linker marge:

128

deb.

Thomas Spangemaecker nomine Jan Crabbe admitteert den meijer van Bornegants nichts ad praestandum juramentum, propter absentiam sui principalis,versoeckende niet tho min van bovengl. reces copiam, met tijt van 3 weken adcontra, protesterende gelijckfals vande costen factis et fiendis

172

Gerrijt Tonnissen spreeckt aen Geert Nijhuijs tho Drijne voer 15 guldens,heerkommende van verkofte laeckens

Idem spreeckt aen Jan Schulte tho Saesfelt voer 70 gld heerkommende vanverkofte laeckens

in de linker marge:

solv. 38 st

Erschennen Evert Kremer Aelken eheluijden ende Sweer Kremer [gebroderen]die rato caveert voer sijn [suster] frouwe, Regmoot ende Engele met? BerentRoterts van Munster, met? Hermen Alberts haer in deser gecoren endethogelaetene mombaer, respective broders ende susters, {?}, gaen uuijt endedoen vertichenisse erff, ewelijck, onwederlosbaer, kummerfrij endeonbeswaert, seecker huijs unde hoff, soo gelegen is [bijt cloo] inde WeerselerHasschop inde buijrschap Dulder bijt clooster aldaer, tusschen die behuijsingevanden vicarij, ende Arent ten Grotenhuijs ingestalt alst t’selve van sal. LucasCremer haer? {?} {?} bij tijt sijnes levents heft bewoont, voort mitt de landerijengelegen inde Lemselers Schoeten, schietende [aen deene sijt aen GeertStoeldreijers {?} tot aende, want] tusschen Geert Stoeldreijers landerijen, metd’eene eijnde aen Hermen Coorbrinx landt, met d’ander eijnde aen Horst Cantnaert huijs, verderen inholt des originaele coop breeven, de dato 1551 den 13Junij ende 1563 am avende Victoris, waer doer dese sall getransfigeertworden, alles tot profijt ende erfflijck behooff Jan Berentsen ende sulx voereene somma van penningen die sich vorgl. verkooperen goede betaelungededen bedancken, gelaevende sulx t’staen ende waeren, onder verbant hoererespective goederen geene uuijtbesondert, soo in desen ende anderegerichten gelegen alles in optima forma

173

Noetgerichte

Anno 1633 den 19 Martij

129

Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten Virsen amptmanBerendt? Kettwich

Erschennen Jan Berentsen als soone van sal Berent Roterts van Munsster,gaet uuijt ende doet vertichenisse erff ewelijcke onwederlosbaer kummerfrijende onbeswaert seecker huijs unde hoff, {?} soo gelegen inde Werselerhasschop, buijrschap Dulder ende Gerichte van Oldensell bijt Cloostert’Wemseloo?, tusschen die vicarij ende Arent ten Grootenhuijs [huijs] ingestaltalst selve van sal. Lucas Cremer bij tijt sijner levens is bewoont gewest, allestot behooff ende profijt ende erfflijck gebruijck, Jan Sluijter, Aelken eheluijdensampt haer beijde erffgl. Ende sulx voer eene somma geldes die sich voorschrvercooper goede betaelenge dede bedancken, gelavende sulx t’staen wachtenende waeren onder verbant sijner aller goederen geene uuijtbescheijdenIn optima forma

Erschennen Jan Berentsen als soone van sal. Berendt Roterts van Munstergaet uuijt ende doet vertichenisse erff ewelijck onwederlosbaer, kummerfrijende onbeswaert seecker kamp genoempt Lucas Kremer lant, gelegen indenkerspel Oldensell Lemseler Schoeten, schietende met beijde sijden tusschenStoldreijers landerijen, met d’eene [sijt] eijnde aen Hermen Coerbrinx lande,ende met d’ander eijnde aen Roloff Horst landt naert huijs, [alles] met sijneolde ende nije rechten ende gerechticheijden, verderen inholts, dreeversegelde originaele brieven waer doer dese sall getransfigeert worden, allestot behoef ende erfflijck gebruijck Hermen Aelberts Trijne sijn huijsvrouwesampt haere beijde erffg ende sulx voer eijn seecker somma van penningendie sich verkoper voorschr goede ende vollencomene betaelinge dedebedancken, gelaevende sulx t’staen wachten ende waeren onder verbantsijner aller goederen geene uuijtbescheijden naer landtrechte alles in melioriforma

174

Noetgerichte

Anno 1633 den 22 MartijJudex Substit. Casparus WaterhamCoernoten Bernardt KettwichHindrick Molkenbuijr

Erschennen Caspar Crensen, ende secht datt hij voer desen seeckermoerpeert verkoft heeft aen Jan Crabbe, voerde somma van sesthienrijxdaller, twelcke hij belooft heft t’willen staen ende waeren, unde alsoo hijtegenwoordich in erfarunge kompt, datt eener genampt Mers Hermen vanLorije? voorschr peert anlanget, seggende t’selve sijne tho sijn, soo is dat

130

voorschr comparant den vorschr Mershermen alhijr heeft doen arresteren,omme van denselvigen te sien sijn bescheijt bewijs vant selve, contenderendetotten selven, onder expressen protestatie der? summie? iniurijs, mitspresenterende alhijr gerichtelijken verthoonde persoonen, soo eedtlichverklaeren sollen, dattet voorschr peert niet hem Hermen Mers, sonder Jan tenHaege wonachtich in Alstede voerden? {?} eijgendoomlijck competeert,versocht dat deselve gerichtl. alhijr gebrachte persoonen eedtlijck daer overmoegen gehoort worden, protesterende super expensis et iniurije, dwelckeiniurie niet wolde lijden omme 1000 goltglds, baven alle schaeden

175

Anno 1633 den 23 MartijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bernardt KettwichMerten Smitt

Jan ten Velthuijs wort geechent aen Jan Reijninck sijne pande nae landtrechte

Idem wort geechent aen Egbert Monnekinck tho Doeringe sijne pande naerlandtrechte

Joannes ter Linden wort geechent aen Lubbert ter Spraeckstedde inde Luttasijne pande naer landtrechte

Fenneken wed. van sal. Lucas ter Steenbecke spreeckt aen Berendt terCamphuijs voerde somma van tweehondert vijffende t’soeventich glds ad 20 stt’stucke sampt een jaer pension herkommende van geleent gelt

Berendt ten Camphuijs begeert op voergaende anspraecke 14 daegen tijt,ende kent voorschr wedewe de schult

Gerrrijt Tonnis doet sijn verwin op Jan de Schulte tho Saesfelt, vermoeged’anspraecke huijden acht daegen gedaen

Jan Averbecke doet sijn verwin op Jan [Egberinck] Geerdinck tho Hasselo,vermoege d’anspraecke verleden saterdach geschijett

Berendt ten Camphuijs geassisteert met Bernardt Becker, averlecht tegensGerrijt Tonnis van Borne, seecker exceptionael antwoort, bitt als daer inne,cum refusione expensarum,

Gerrijt Tonnissen versocht copiam ende tijt van dree weecken

131

176

Severt tho Gammelke wort geechent aen Johan Meijlinck tho Dulder sijnepande naer landtrechte

in de linker marge:

deb. et {?}

Erschennen Lambert ter Caverick geassisteert met Bernardt Beckeraverleggende tegens Hermen ten Haeckenberch libellum iniuriarum, bitt alsdaer inne, onder eijs van costen, versoeckede hijr bij dattet vorgl. Beckermoege wedergeleent werden omme te minderen ende van eenen advocaetlaeten subscriberen, versocht oock aeneijssinge, in cas van uuijtblijven verwin

in de linker marge:

deb. {?}

Angeeijst ende niet erschennen ergo contumax salva purga, naer landtrechte

Patrockels Hollender wort geechent aen Kemnae tho Gammelke sijne pandenaer landtrechte

Anno 1633 den 30 MartijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittBern. Kettwich

Otte de soone van Mr. Berendt Barber tho Borne wort geechent aenHanterman inde Lutta sijne pande naer landtrechte

Erschennen Wolter ter Westenagell als man ende mombaer sijner hijsvrouwenEngelen Grootenhuijs, versoeckende in qualiteijt boven verhaelt hem georloftmoege worden tegens Albert ten Grotenhuijs tho Weerselo, alias Cock Albertals vaeder van comparants vorgl. huijsvrouwe

177

Aleijden derselve moderlijcke goeder in rechte te treden, dewijle hij tot diversereijsen? die? vrundlijckheijt vanden seligen vaeder heeft versocht, endeversoecken laeten, maer daer tho niet heeft konnen geraecken, derwegen denwech rechtens, (:hoe well ongeerne:) inthogaen wort {?} ende met soo daenepermissie, doet comparant inleijdunge in soo daene guijder als gl. AlbertGrotenhuijs ende sijn huijsvrouwe Greete tijt haers levens hebt beseeten, ende

132

gedachte Greete comparants huijsvrouwen saligen moder met haeren doodeheeft geruijmt, als nemplich int sterffhuijs daerinne de moder vorgl. isgestorven, ende die vader bavengedacht noch inne woont, sampt de schoppe,den camp ende gaerden, daer anne gelegen, in de Nijestatt bij Weerselooende Rummeler Stegge, Item inde Woeste Maete in Dulder bijde Meckelhorst gelegen, noch in CockAlberts nije huijs, ende camp, daer bij gelegen, an Engbert Arents camp, endehuijs ende tendes aende stegge, nae Rijckmanspoel huijs, ende met hettander eijnde naert velt, genoempt die Lemseler haer, voorts sijn alle andereder voorgeschr eheluijden gueder, ende sulx voerde eene halffscheijt alswesende hett moderlijcke goet van comparants huijsvrouwe boevengenoempt,gedachten Alberts ende Greeten eenige achtergelaetene dochter,versoeckende datt van dese gedaene inleijdunge, den respective besitteren,oder gebruijckeren Albert ten Grootenhuijs ende Hermen Essinck voer gebeurd’insinuatie moege gedaen [ende denselven bevolen] worden, omme in tijtnaer landtrechte daer tegens te doen naer behooren

Hendericus Friso als volmachtiger van vrouwe Marschalkinne vander Leij wortgeechent aen Kottman tho Boeninge, sijne pande naer landtrechte

Idem als volmachtiger des Cloosters tho Oldensell, wort geechent aenPoorthermen, Item Elmers haere panden naer landtrechte

Tonnis Bulsinck wort geechent aen Beerninck tho Doeringe sijne pande naerlandtrechte

178

Arendt Suchtuijn tho Doeringe spreeckt aen Jan Geerdinck tho Hasselo voertwee daelers herkommende van een verkoft peert

Jan Arents Wenninck versocht 4 weken ter noodt 6 uuijtstell tegens Berendtten Achterbus, wort vergunt met erleggunge des dages costen

Anno 1633 den 6 AprilisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittBern: Kettwich

Hermen Hoijtinck? wort geechent aen Berendt Engbertinck tho Hassello sijnepande naer landtrechte

in de linker marge:

deb

133

Alsoo huijden terminus dat beklachte Haeckenberch in Lutta sijne contumacietegens erholdende verwin van Lambert ter Caverick behoort t’purgeren, endede wijle sulx niet geschiet, soo versocht alnoch Caverich vorschr tegensbeklachte contumacie, ende datt hij Haeckenbergh op den vierweecksten dachmoege erschijnen, omme d’anspraecke andermals t’anhoeren, per citationemcum contumaciam, obtinuit

179

Geert Hesselinck heeft nae paelrecht vercoft seecker stucke roggengewas,van omtrent 9 schepel geseijs gelegen bij Jan Bockedams huijs naer den nes?ende vorschr Bockedam alias Lottgerinck thobehoorende, ingesett van vorschrHesselinck voer soeven daelers, verblijft cooper

Lambert Sijrinck wort geechent aen Heijne Osterbrock in Lutte sijne pandenaer landtrechte

Wermel Smitt tho Losser spreeckt aen de Heersche tho Losser voer schult totrekeninge, heerkommende van verkofte holter

Is erschennen Hans Hollender, ende secht hoe dat comparant dendesignational expensarum, als triumphant tegens Hermen Schotteler aenCristoffer van Almeloo borge voer gl. Schottele voer 14 daege heeftovergelevert, omme op huijden naer landtrechte sijn Cristoffers diminutiewederomme inne tho leveren, tot welcken fine comparant aeneijssungeversocht ende bij gebreck van indienunge geroerter diminutie dat den E.Gerichte will geleven craft lantrechtes totten godtlijcken ende gebeurlijckemoderatie te treden, sonder eenich wijder dilaij

Angeeijst ende niet gecompareert weshalven deselve ten eenemael van sijndiminutie moet ende behoort versteecken sijn, ende blijven, ende mett demoderatie deur eenen onpartidischen rechtsgeleerden voort gevaeren thoworden, vande costen protesterende

Patrockels Hollender versocht diewijle hij panden versocht heeft van Kemnatho Gammelke ende dieselve die pande verweijgert heft, datt Kemna vorschrsall geholden sijn als huijden reden van pantkerunge bij tho brengen, bij fautevan sulx versocht wederomme pantforderunge

180

Op alsoodaene inleijdunge doer Thomas Spangemaecker subst. volmachtigervan Geertken [ Gistelmans] Everdincx int sterff ende erffhuijs van JennekenGistelmans gedaen, compareert Jan Gistelinck in Lutta [ende doet] als colonusvan Gistelinck ende doet uuijttleijdunge naer landtrechte

134

Erschennen Johan Schulte tho Denecamp als vanden kerckraet tho Denecampin sijnes sal. vaders Lucas Schulten {?} provisor der armen tot Denecampgestallt, ende spreeckt aen Kers Diersman tho Boeninge voer betaelunge van16 daelers, {?} cum interesse a die morae, tot profijt der vorschr armen, welckepenningen vorschr Diersman in bijwesent des hern Richter Rensen endedesselven, verwalter Caspar Waterham, oock meer andere gode luijden,heerkommende van seeckere questie tusschen hem ende HermanGroeneman erresen, aende vorschr armen met sijn huijsvrouwe Hille methandtastinge vastelijck belavet heeft tho betaelen versocht alsoo comparantconcludendo betaelunge, ofte verwin bij gebreck van betaelunge, ende in casvan verneminge presentert comparant den eersten rechtdach post feriast’selve t’bewijsen

Kerst Diersman ontkent d’anspraecke ten ware hem sulx met rechte kondebewesen worden

Arent Reijninck dient in sijn anspraecke per {?} et patre, contra DerckEngelberts tot Almelo

Hindrick van Borne, nomine Derck Engelberts versocht copiam ende tijt adprimam post ferias paschalis

181

Fenneken wed. van sal. Lucas Steenbecke doet haer verwin op Berendt tenCamphuijs tho Doeringe vermoege d‘anpsraecke voor 14 daege geschiet

Anno 1633 den 13 AprilisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittBernardt Ketwich

Erschennen Plechem Nijterts amptman des adelijcken stifts [Weers]Wijtmerschen, unde Gerrijt Cremer borger der stadt Deventer met haererespective huijsvrouwen, Maria Auscamp unde Catarina Leftinck bekandenalhijr gerichtlijcke hoe dat sie comparante metten procedure waeren geraeden,wegen seeckere penningen bij maegscheijdinge [ {?} ] van gl. Plechem Nijtertsaen sijnen swaeger Goosen Cremer {?} belooft

in de linker marge:

sint int reijne prothocoll der vorschr {?} van schulden niet? maer sint {?} {?}hem {?} accort is

135

Lambert Muller wort geechent aen Geert Bus tho Rossum sijne pande naerlandtrechte

Hindrick Steveninck exhibeert exceptie declinatoir contra Johan Hollinck, bittals daer inne

Lambert Clant tho Losser spreeckt aen Ruhoff tho Hasselo voer schult adcomputum, heerkommende van verkoft holt

Arent Suchtuijn tho Doeringe doet sijn verwin op Jan Egbertinck tho Hasselovermoege d’anspraecke voer 14 daege geschiet

182

Erschennen Johan Molman tho Doeringe ende laet sich inne als borge voer[Lucas] Geert ten Cotte tho Borne tegens Berendt ten Camphuijs tho Doeringe,onder belofte te willen voldoen alt gene vorschr Camphuijs met rechtewederomme op gl. ten Kotte heeft te pretenderen, gelijck oock pro {?} sistendoet judicatam {?}

Berendt ten Camphuijs versocht copiam ende tijt ad primam post ferias

Op alsoodaene inleijdinge doer Wolter ten Westenaegel? als man endemombaer sijner huijsvrouwe Engele Grootenhuijs, {?} {?} gedaen, alsnemptlich int sterffhuijs daer de vaeder inne woont #, als oock de schoppe, dencamp ende gaerden daeranne, gelegen inde nijestat bij Weerselo, aendeRummeler Stegge, item inde Woeste Maet, in Dulder bijde Meckelhorstgelegen, als oock in Cock Alberts nije huijs, ende camp daerbij gelegen, anEgbert Arents camp ende huijs, ende tendes aende stegge naeRijckmanspoels huijs, genoempt d’Lemseler haer, ende voorts in [sijne]comparants alle goederen, sulx voerde halffscheijt, compareert Albert tenGrootenhuijs ende doet uuijtleijdenge vande vorschr parcelen van huijsen,landerijen, waerinne gl. Westmagel? inleijdunge heft gedaen, alles naerlandtrechte

in de linker marge:

# als dochter van Albert ten Grootenhuijs alias Cock Albert

Erschennen Margareta Godden genampt ter Haer met hoeren soone Everhardtter Haer, in deser saecke gekooren ende thogelaetene mombaer, met oockerschennen de dochter ende suster Jenneken ter Haer d’welcke oock tothaeren mombaer gekooren heeft hoeren broder vorgl. respective moder, soone ende dochter de rato caverende voer haer susterAeltijen bekennen opgenomen ende ontfangen tho hebbben an guden

136

ganckbaren belde de somma van 100 dlr, ieder ad 30 st van Claes Verheijden,Maria eheluijden

in de linker marge:

staet int rheijne prothocoll

183

Jan ten Broocke heeft nae paelrecht verkoft een bruijn ruijn peertthobehoorende Kemna tho Gammelke, ingesett bij vorschr ten Broocke voervijff [ echten ] daelers ende verblijft cooper

Erschennen Hindrick Arentsen de rato caverende voer sijn huijsvrouwe Lijsewonachtich tot Borne ende bekent oprechter schult schuldich tho sijn aenGerrijt Everts Moller tot Borne, Gese eheluijden de somma van hondert daelersad 30 stuvers hett stucke, ende doet denselven int gebruijck seecker halvehoijmaete gelegen int Hasseler broock, met deene sijt aen Valenbroockx #Goer Maete, met d’andere sijt aent broock, omme d’selve maet jaerlicx voerdepension der gl. hondert daelers tho gebruijcken bis tijt der afflosse, die mitsdesen partije wort thogelaeten d’een den anderen een halff jaer tho bevoren optho seggen, ende voort oock geconditioneert bij alsoo vere gl. HindrickArentsen de voergenoemde maete wolde verhuijren ofte vercoopen, dat alsdanden gl. Everts Moller daer tho de naeste sall sijn wanneer hij daer voer wilt wateen ander aldan? will geven, gelaevende sulx t’staen onder verbant vorschrmaete, sijne alle andere {?} {?} {?} , alles in meliori forma

in de linker marge:

#daer bij Horst Jan d’ander helfte competeert

Gregori de Lagatta wort geechent aen Luijcken Gelinck tho Hassel sijne pandenaer landtrechte

Hermen Koijtinck? heeft nae paelrecht verkoft een swarte koo [ {?} ] , mit eenhoorn, thobehorende Gortbert tho Hassele, ingesett bij Koijtinck voer vijffdaelers, verblijft cooper

184

Noetgerichte

Anno 1633 den 29 AprilisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten Smitt

137

Bernardt Kett

Erschennen Conraet ten Hamme Cunera sijn echte huijsvrouwe gaen uuijtende doen vertichenisse erff, ewelijck onwederlosbaer kummerfrij endeonbeswaert seeckeren kamp [ {?} ] gelegen inde Marcke Lemselo gerichteOldensell, mett alle sijne olde nije gerechten ende gerechticheijt, deselve temoegen bemessen over? Rossumer {?} wes vorderen inholts des originaelenversegelden? de dato waer doer dese sall getransfigeert worden, schietende met d’eene sijt aenHampsinckx hoerne, ende Lemscheler Essche, mett dander sijt aendeOetmerscher wech, alles tot profijt ende erffl. behoeff van Adolph van derMarck Greete eheluijden ende sulx voer eene somma van penninge die sichvorgl. vercoperen goede ende vollencomener betaelunge deden bedancken,gelaevende sulx t’staen wachten ende waeren onder verbant hoere allergoeder geene uuijtbesondert naer landtrechte, alles in amplissimi? forma

Alsoo voer desen voergl. camp aen Reijnt van Beverfoerden is versettet endeveronderpandet gewest, luijt d’acte des prothocols de dato 1632 den 12. Maijgepasseert, soo heft vorschr Beverfoerde afstandt gedan vant vorschronderpant ende doet afstant mits desen, volgens sijn eijgen handt, luijdendeals volget:Ick ondergeschr, bekenne dat ick desse vorschr {?} soo volle se op mij slaetverlaete, ende quitere, met dat Aloff vander Marck mach mijnent halven dencamp hijr inne verhaelt mach opgedragen worden, actum den 27 Aprilis Anno1633 onderstunt Reijnt van Bevervoerde hoffmeijer alhijr bij desen gerichte inweerden gekent ende {?}

185

Anno 1633 den 4 Maij eersten rechtdach naer paesschenJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten Smitt Bern: Kettwich

Erschennen Geert de nije Meijer tho Dulder Trijne eheluijden gaen uuijt, endedoen vertichenisse, erff ewelijck onwederlosbaer, kummerfrij ende onbeswaert,hett [vierde] deerde part van de Becke Maete soo vorschr meijer endenaebeschr coper {?} halff thocompt, gelegen inde [nortker?] Wesker hasschupbuijrschap Dulder, mett d’eene sijt aen Kemerlinckx hach, met d’ander sijt aentWitte {?} ende mett het eene eijnde aent Stroot, alles tot behooff ende profijtLedewich ten Passe, Geertken eheluijden ende sulx voer eene somma geldesdie sich vercooper goede betaelunge deden bedancken gelaevende sulxt’staen ende waeren naer landtrechte, alles in meliori forma

Erschennen Hindrick ter Stegge tho Borne, ende bekent oprechter schultschuldich tho sijn aen Tonnis Gerritsen oock van Borne Geesken eheluijden,

138

de somma van vijff ende t’sestich daeler, ad 30 stuver t’stucke ende doetdenselve int gebruijck seecker hoijmaete genoemt Stegincks Maete, gelegenint Hasseler Broock, [omme dan] aenden Hasseler [ Ar omme dieselve]tusschen Pottkamps ende Egbert Arents Maete, omme dieselve maetejaerlijckx ende alle jaer voerde pension der voorschr 65 daler vrij {?} eenige {?}gebruijcken, bis tijt der afflosse, die deene den anderen sall moegen een halffjaer ankundigen, gelaevende sulx t’staen wachten ende waeren onder verbantvoorschr maete naer landtrechte

186

Erschennen Johan Wenninck tho Doeringe, die olde als vaeder, van Fennekenende Hermeken Wenninges sijn dochteren, geassisteert mit Bernardt terLinden respective volmachtiger der voorschr dochteren unde secht gesien thohebben de onbestendige variable ende desfals nicht weerdige antwoort incausa iniuriam van Bernardt ten Achterhuijs, ende? staet int reijne

Bernardt ten Camphuijs versocht drie weecke uuijtstel sub spe concordiaecontra Gerrijt Tonnissen tho Borne

De weduwe sal. Lucas ter Steenbecke wort geechent aen Berendt tenCamphuijs tho Doeringe sijne pande naer landtrechte

Thomas Spangemaecker wegen onser L. vrouwe gilde, wort geechent aenBerendt ter Kemna tho Gammelke sijne pande naer landtrechte

Idem Spangemaecker lecht over exceptionael antwoort, Derck Engelbertsborger tot Almelo contra Arent Wenninck cum suis, batt inholts,

Dominus Averhagen wort geechent aen Lubbert ter Spraeckstedde sijne pandenaer landtrechte

Arent Wenninck versocht copiam ende tijt van 6 weken

Jan Lubbers wort geechent aen Johan Hendrick Geerdinck tho Dulder sijnepande naer landtrechte

Idem wort geechent aen Geert Nijhuijs tho Gammelke sijne pande naerlandtrechte

Noch wort vorschr Jan Lubberts aen Jan Egberinck tho Hasselo sijne pandenaer landtrechte

187

139

Erschennen Johan Herinck geassisteert met Henricus Friso amptman descloosters t’Oldensell sijn herschap, seggende datt Lubbert Hersmolle verguntis, die Loekamp liggende inde Duijster Loo, ende an Wendemuddel? indeTijnck Essche gelegen beijde tot hett erve vorschr gehoerich, nae doode vanFenne Herinx sal. des beklaegedens gewesene huijsvrouwe thien jaeren lanckto gebruijcken, mits daer voor jaerlicx an comparant betalende een halff mudderoggen, nae inholt seeckere transactie ende ratificatie gedateert den eerstenMaij 1611 ende den 27 Aprilis 1623 hem Hersmolle mede gedeijlt, welcke tijtalsoo nu is geexpireert, concludeert comparant datt beklachte schuldich endegecomdemneert behoore tho werden, gl. landerijen te ontruijmen, neffensrestitutie van allen hinder costen ende schaeden

Jan Maselandt wort geechent aen Jan ter Hersmolle tho Rossum sijne pandenaer landtrechte

Jan Crabbe wort geechent aen Heersche tho Losser sijne pande naerlandtrechte

Idem wort geechent aen Berendt Samelandt tho Losser sijne pande naerlandtrechte

Mr. Berendt Barbier tho Borne heeft nae paelrecht verkoft een vael moorperttho behorende Hanterman inde Lutta, ingesett bij vorschr Barbier voer 14daelers, ende is cooper gebleven

Sententia pronunciata in saeken Gerrijt Nijterts contra Johan Koijtenbrouwer

Jan Koijtenbrouwer wort geechent aen Herinckma tho Boeninge sijne pandenaer landtrechte

188

Berendt Camphuijs spreeckt aen Colck Geert tho Losser voer leverantie van21 molen assen, waerop voorschr Colck Geert ettelijcke penningen ontfangen,bij faute van sulx gedenckt {?} comparant niet tho lijen omme 400? rijcxdll.sampt alle gedaene oncosten

Jan Nijhuijs heeft nae paelrecht verkoft eenen coperen kettelle? thobehorendeGeert de jonge Swaefferinck tho Drijne, ingesett bij Nijhuijs op 10 gld,Merten Smitt verheucht een guldenGeert Berentsen verheucht met noch een guldenNoch Merten Smitt verheucht met 10 st.Noch Jan Nijhuijs verheucht met een guldenNoch Geert Berentsen verheucht met een guldenNoch Merten Smitt verheucht met 10 st [verblijft coper]

140

Noch Geert Berentsen verheucht met 10 st verblijft coper

Anno 1633 den 11 MaijJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Merten SmittBernardt Kettwich

Erschennen Lambert [ Leffers ] Leverick tho Weerselo, Trijne eheluijden gaenuuijt ende doen vertichenisse, erff, ewelijck onwederlosbaer kummerfrij endeonbeswaert haer eijgen thobehorige maete gelegen inde Lemseler Marcketusschen den voorschr Lambert Leffers ende naebeschr coopers maete,schietende aende Bickhorst? voorts met sijne olde ende nije rechten endegerechticheijden verderen inholts des originaelen versegelden brieves undertsegell vanden richter Engelbert Rechters de dato den 18? Martij 1623, waerdoer dese sall getransfigert worden, alles tot profijt ende erffl gebruijck HindrickDerckinck tho Lemselo Cunera sijn huijsvrouwe ende sulx voer een sommavan gelde die sich vorschr verkoperen goede ende vollencomener betaelingededen bedancken, gelaevende voor haer ende haere erffg desen uuijtganckt’staen ende waeren onder verbant verkoopers goederen geeneuuijtbescheijden naer landtrechte alles in ooptimae forma

189

Erschennen Engelbert Rechters richteren ende heft hett selve moorpeert soohuijden acht daege opgebuijt is tot behooff mr. Berendt Barbier tot Borne endethobehoorende Hermen ten Hanter inde Lutta wederomme ingelooset, voerdesomma van 10 daeler, ende gecoft, ende heft het selve geleent aenHantermansche ende haer soone Lucas bis Jacobi thocommende, sall alsdant’vorschr peert wederomme moegen antasten en gebruijcken tot sijnschoensten

Sententia pronunciata in saecken Coort Horst, contra de wed: Oelerinx

Erschennen Hans Geerlinck tho Weerseloo Fenne eheluijden gaen uuijt endedoet vertichenisse, erff, ewelijck onwederlosbaer, kummerfrij ende onbeswart,sijn eijgen thobehoerige maete, gelegen inden gerichte Oldensell buijrschapLemselo, schietende met d’eene eijnde aende buijrrichters maete, met d’andereijnde aent Lemseler Velt, ende met deene sijt aen d’olde maet, ende metander sijt aende deepe mors?, met d’gerechticheijt d’selve maete te moegenvloijen? alles tot profijt ende erfflijck behooff Hindrick Derckinck tho LemseloCunera eheluijden ende sulx voer eene somma van penningen die sichvoorschr vercoperen goede ende vollencomene betaelinge deden bedancken Gelaevende sulx t’staen wachten ende waeren, onder verbant voorschrverkoopers goederen geene uuijtbesondert naer landtrechte, alles in melioriforma

141

in de linker marge:

paup. {?}

Erschennen Anna gewesene huijsvrouwe van sal. Lubbert Wijfferinck inDoeringe, geassisteert met Thomam Spangemaecker, ende lecht over haeranspraecke tegens Jan knecht van Obbenkatte in Valte, batt inholts met eijsvan kosten [ende aeneijssinge]

Erschennen Jan Wenninck anders Arents de olde tho Doeringe ende dient insijn libellus iniuria realis et atrocis? Met 2 bijgevoechte documenten, contraLuijcken Wijrinck iniurianten, batt inholts, met eijs van costen

Luijcken Wijrinck versocht copiam ende tijt van 3 weecken

190

Solvit 12 st

Noetgerichte

Anno 1633 dem 16 MaijJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Bernardt KettwijckHii Molckenbuijr

Erschennen de welgeb. Juffer Bernerdina van Heeckeren, geassisteert metMerten Virsen, is een volmacht, staet int reijne prothocoll der proceduijren

191

Anno 1633 den 18 MaijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittBern: Kettwich

Erschennen Bernardt Becker als volmachtiger vande wed. vrouwe? van sal.Johan Palte tot Oetmersen, nae gedaene bekentenisse van constitutie doerde{?} Casparus Waterham ende sisteert Johan Tappen [als] dewelcke renuntierthebbende van sijn borgerlijcke rechte, {?} pro lities expensis ende voortsvorschr Dubbelman op sijn prior alium? mochte met rechte winnen als borgewegen voorschr wed. ingelaeten, {?} praenio secht voorschr volmachtiger dattsal Johan Palte voor desen tegens verwalter? Derck Dubbelman seeckersententie geobtineert soo hijr bij bedongen staet

142

in de linker marge:

deb. et nih.

Erschennen Johan ter Hersmolle tho Rossum, ende bekendt opgenomen endeontfangen tho hebben van Berent ter Becke Gese eheluijden de somma van40 daller ad 30 stuvers hett stucke, [settet] doet denselven daer voer intgebruijck seecker stuxken lant, geheten dat Luttken Huijsacker gelegen aenHesselinckx bree inde Rossemer Essche, van omtrent 3 schepell geseijs,omme t’selve ses naerden anderen volgende jaeren voerde pension dervoorschr 40 dll te gebruijcken, ende nae expiratie vorschr ses jaeren gelavetgl. Hersmolle sonder faute de gl. 40 dal. wederomme an voorschr ter Becke terestitueren, ende alsdan sijn voorschr lant wederomme an sich tho nemmen,welcke anvanck sall nemen op Michaelis, eerstkommende deses jaers

192

Erschennen Thomas Spangemaecker substituerte volmachtiger van AlbertJantsen [ore] principael volmachtiger van Geertken Everdinx wonende binnenAmsterdam als inholt onder handt ende segell der heeren borgermr. binnenAmsterdam de dato den 23 7bris 1632 gepasseert dussen bijgeveucht, endelecht over qualitate qua anspraecke contra Johan Griffelman inde Lutta alsuuijtleijder, op [ged] doer comparant gedaene inleijdunge, int erff endesterffhuijs Gijsselman inde Lutta, bitt comparant wegen sijner principalinne,vigore [constitu] substitutionis desen bijgevoecht, datt beklaechte endeuuijtleijder inden eijs ende conclusie geroerte anspraecke moegegecondemneert worden, met aeneijssinge, bij faute van comparitiecontumaciam met eijs van costen

Dubbelman versocht copiam vande anspraecke der wed. Palte ende tijt van 6weecken, wort vergunt ad i post ferias pentecostes

in de linker marge:

paup.

De wed. van sal. Lubbert Wijfferinck doet haer verwin op Jan knecht vanObbenkatte tho Vaelte, vermoege d’anspraecke voer 8 daegen geschiet

Jan Gijsselman [bekl] naer gebeuren aengeijst ende niet gecompareert ergocontumax salva purga naer landtrechte

Heer Engbert Tijsinck? wort geechtent aen Luttke Holtsman tho Boeninge sijnepande naer landtrechte

143

Erschennen Poorthermen gewesen Kalter inde Lutta die bekent [oprechteschult schuldich tho sijn aen] {?} ende ontfangen tho hebben van Berent vanBroecke, Gertruijt eheluijden, de somma van sestich daelers ad 30 st tstucke,welcke

193

60 daelers gl. Poorthermen angewent ende geimploijert heft tot betaelungesijner resterende pachten aent clooster [alhijr] t’Weerselo?, ende gelaevendevoorschr Poorthermen voor hem ende sijn erffgenaemen jaerlijcx ende alle jaeraen voorschr Berendt ten Boocke tho betaelen dree dergelijcken daelers endeeen halff ende sulx acht naerden anderen volgenden jaeren, [welcke anvancksall nemen] waer van de eerste [ {?} {?} ] pension sall sijn op den 18 Maij Anno1634 ende soo tot expiratie vande voorschr 8 jaeren tho [Alles onder verbant voorschr Poorthermens anspraecke ende gerechticheijtaende poortguderen], ende bij soo veren boven thoversicht vorschrPoorthermen vande gl. goederen werde affstandt doen, sall even well de gene,soe alsdan de geroerte poortguderen wert gebruijcken dese jaerlijcksche renttetotten voorschr 8 jaeren tho aenden gl. van Boocke tho betaelen, ende naervoorschr jaeren gelaevet gl. Poorthermen de voorgl. 60 daelers wederommesonder faute aen voorschr ten Boocke t’restitueren, onder verbant sijnerplogesdeelen aenden poortguderen, ende voorts sijn alle andere goederen {?}{?} in meliori forma

Aele de huijsvrouwe van Albert Tebelt spreeckt aen Harbert inden Berge indeLutte voer 40 dlr heerkommende van erffguet

Harbert versocht copiam ende tijt van 6 weken

Erschennen Luijcken Meijerinck iegenwoordich Kesseler als man endemombaer sijner huijsvrouwe Maria Hendrickx gewesene huijsvrouwe vanPlechem Kesseler, ende sie Marie met haer eheman ende mombaervorgeroertItem Geert Haeckenberch ende Hindrick ten Hanhaeve als mombaeren vangeroerde Plechems ende Maries kinderen, bekenden t’samen ende elckbesunder verkoft tho hebben, aen Cristina van Hoevell moder {?} endesamptlijcken susteren des cloosters binnen Oldensell een jaerlijckxse rente,van 12 daelers

in de linker marge:

solvit 24 st

194

144

‘t stuck tot dertich stuvers, uuijtt gemelten Luijcken Marie ende der geroerdekinderens eijgen onbekummerde huijs ende landerijen geheten de Kesselersgaerden, van omtrent vier mudde geseijs, inden gerichte Oldensell endeMarcke Lutta gelegen, gelijck het selve van Tonnis ter Horst ende Swenne angeroerden Plechem haeren soone voer desen getransporteert is, gelijck gl.Tonnis alhijr tegenwoordich opentlijck noch heeft bekent, ende voorts uuijt allehaer comparants ende derselver medebeschr andere roerende endeonroerende tegenwoordiche ende thokompstige goederen, te vervallen opJoannes Baptista mit soomer eerstkommende des jaers 1634, ende soovoorts, voerde somma van gelijck twee hondert daelers de comparantenbekennen tot haer goede benoegen daer voor ontfangen ende tot betaelungeder creditoren namenlijck der Buijrrichtersche, Hanhoff ende Berendt terBecke, ende anderen angewent hebben, deden derwegen vande selve rentegerichtl. uuijtganck, mitt hande ende met monde, et alles tot profijt dercoperschen ende haere naecomellingen voorschr, met belofte vande selve opgesetten termijnen promptlijcken alle jaeren tho betaelen, oock t’staen wachtenende waeren, ende beter vestenisse soo nodich tho doen, daer voorverbindende de voorschr kotterijen? neffens alle ander goederen geeneuuijtgesondert, om sich daer anne in vall der misbetaelunge te verhaelen, inmeliori forma, De loese haer verkopers altoos op gesatten tijt? met gelijcke 200 dalers temoegen doen vorbeholden, mits sulx een halff jaer tho vooren angekundigetende de pension soo dan achterstendich sijn mochte, eerst betaelt hebben

195

Erschennen Jasper ten Game, geassisteert mett sijn volmachtiger BernardumBecker exhiberende tegens Derck ter Hofstedde seecker iniurie libell metbedingh datt hett selve van een advocaet mach ondertekent worden, endenaedien den iniuriant alhijr int gerichte niet gegudet soo versocht anlegger dathij moege corporaliter gearresteert ende fast geholden worden, onderpresentatie van rechte daer tho staende, tot datt hij borge wert stellen

Hijrop compareert Derck ter Hoffstedde ende verklaert met claeren enderotonden? woorden datt hij van Jasper ten Game ende de sijne anders nietweet tho seggen als alle eer {?} ende formmicheijt, ende heeft hij voer desenwatt gesacht, sulx sij uuijt iverige moede herkommende, ende t’sij hem vangantser herten leedt

Alsoo voerdesen de wed. ten Broocke tegens die Boeniger buijren seeckerdesignatie van costen, dubbelt bij schriften dessen gerichte avergelevert, om{?} vandien aen haer luijden aver te leveren t’welck geschiet, om daerop tediminueren, maer alsoo sij luijden in plats der diminutien seecker reces tenprothocolle gebracht, t’welcke doer vrouwe ten Broocke mett een schriftlijckreces is debatteert, [ ‘t welck] ende bij desen gerichte is berustende, soo

145

versocht Becker vorgl. als volmachtiger voor ten Broocke reproducerende hettselve reces, dat mett de moderatie van kosten behoort voort gevaeren teworden, ofte [datt] soo hett gerichte sich onbeswaert mochte vinden, teversenden an onpartidissche rechtsgeleerden

196

Thomas Spangemaecker nomine Jan Hollender spreeckt aen op vorgaendecitatie Hille Hanninck tho Dulder, voer betaelunge van 6 ½ mudde roggenheerkommende van verschenen berekende pacht, versocht aeneijssinge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Jan Crabbe wort geechent aen Egbert ter Borch sijne pande naer landtrechte

Anno 1633 den 25 MaijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Merten SmittBernardt Kettwich

Erschennen Hindrick de Leeuwe tho Boeninge, Aele eheluijden, bekendenopgenomen ende ontfangen tho hebben van Fenne wed. Lucas terSteenbecke de somma van 80 daelers ad 30 stuvers hett stuck, [endegelaevende voorschr] welcke 80 gld vorschr Leeuwe heeft geimploijeert endeangewent, tot afflossunge der buijrschult, soo voerdesen op de MarckeBoeninge gestaen, ende op ijeder [marck] erve pro quota waeren gedeelt, luijtalhijr verthoonder brief de dato 1603 den 29 aprilis {?} ende gelaevende voorschr Leeuwe voer hem ende sijne medebeschr, jaerlijcxende alle jaer ter pension vande vorschr 80 daelers tho geven vijff dergelijckedaelers, waer van d’eerste pension verschenen wil? op maij deses jaers, bis tijtder afflosse die d’een den anderen sall vrij staen te moegen doen mits {?} {?}een halff

197

jaer tho bevoerens opthoseggen wort?, bij faute van misbetaelunge doetgeroerte Leeuwe de vorschr wed. tot eenen waeren onderpant stellen sijneijgen thobehorige frije angekofte hoijmate, gelegen voerdt Haverlants Heckeinde buijrschap Boeninge schietende met hett eijnde aent haverlandt, [ommebij fau] alle {?} {?} haer alle andere guderen, omme daer aen soo well vanhoevet somma als pension haer schaede te moegen verhaelen , alles inmeliori forma

146

#welcke besegelde brieff de vorschr wed. inden gerichte in verwarsam [sijn]gedaen, tot datt haere de [ {?} {?} ] vorschr 80 daler haer wederomme sijngerestitueert

Erschennen Johan Mensinck inde Meckelhorst geboren vant erve Diersman, inbuijrschap Boeninge, Swenne eheluijden, bekennen opgenomen endeontfangen tho hebben van Fenne wed. sal. Lucas ter Steenbecke de sommavan 100 daelers, ende gelaeven jaerlijckx ende alle jaer voer pension aendegeroerte wed. voorde gl. 100 daelers tho betaelen, ses dergelijcken daelers, ad30 st t’stucke waer van gl. eheluijden, waer van d’eerste pension sallverschijnen op Pinxteren nu thocomende 1634 jaer bij faute van misbetaelunge doet vorschr Mensinck ende sijn huijsvrouwe gl.wed. setten tot een special hijpoteeck {?} {?} een kampken van omtrent dreeschepels geseijs gelegen inde buijrschap Boeninge inde Meckelhorst,schietende an Hindrick Mensmans frije lant, met de ander sijt aendelandeweer, luijt seecker alhijr verthoonde vorschr brieff de Anno 1632 dem 297bris, welcke brieff de vorschr wed. t’onderpande? ten handen is gestelt, alsoock een seecker halff hoijmedeken, gelegen aen Brinckmans Maete, aentSombroock als oock haere alle andere goederen geene exempt omme [bijfaute van misbetaelunge] soo well de pension als hoevet somma haer schaede[daer an] te moegen verhaelen, de loese averst sall partijen vrijstaen, wan? deselve d’een d’ander een halff jaer tho bevorens sall angecundiget hebben allesin meliori forma

198

Erschennen Egbert Cuijper wonachtich inde Meckelhorst buijrschap Boeninge,Fenne eheluijden, bekennen opgenomen ende ontfangen tho hebben van {?}Fenne wed. sal. Lucas ter Steenbecke de somma van 70 dalers ad 30 stuvershett stucke Gelaevende voerschr eheluijde {?} {?} ende sijne medebeschr de vorschr wed.jaerlijckx ende alle jaer ter pension voerde geroerte 70 daelers tho betaelen 4dergelijcken daelers ende een oortWaer van d’eerste pension sall verschenen sijn op Pinxteren Anno 1634 endesulx tot tijt der afflosse die elck een sall vrij staen te moegen doen, wan deloese een halff jaer tho bevoerens angekundiget wort, bij faute vanmisbetaelunge doet vorschr Cuijper geroerte wed. ter Steenbecke tot waerenonderpande setten, sijnen eijgen [ffr] thobehoorende stucke gaerden lantsgelegen [aen] nae Aelbertinx Camp, ende aent velt, voorts sijne alle andereguderen geene exempt, omme daer anne haer schaede soo well van pensionals hoevet somma tho mogen verhaelen, alles in optima forma

Gerrijt Tonnissen doet sijn verwin op Berendt Camphuijs tho Doeringevermoege d’anspraecke voer desen geschiett

147

Erschennen Berent Gorbertinck soo voer hem als sijn huijsvrouwe Trijne, waervoor hij de rato is caverende ende stelt tot een seecker onderpant een stuckeroggen geseijs, [groet] wesende vijff schepell geseijs, soo alst selve [doen]staet op den langen acker, wesende t’Ree? stucke tendes malkanderenbuijgende, bij de Hasse bruggen aende erven? van Albert ten Segger thoHengelle

in de linker marge:

solvit 12 st

199

sijn huijsvrouwe ende erffgenaemen, allent voer de somma van 20 daeller diehij Gorbertinckx mits dessen goede betaelunge doet bedancken, unde sallopgl. Albert ten Segger hett stucke roggen geseijs tot sijnen nutte ende profijtshebben te geneten inholt seecker obligatie de dato den 22 Maij 1633opgerichtet, welcke obligatie vorschr ten Segger in bewaeringe is beholden,totten betaelunge ofte affloessinge

Erschennen Bernardt Becker als volmachtiger van Berendt Kamphuijs thoDoeringe, ende secht presente [uxore] rei uxore op de voordesen tenprothocollo gedaene anspraecke doer Gerrit Tonnissen contra vorschrCamphuijs datt d’anspraecke voorschr in sich op meer onwaerheijden isberustende, dewijle [averst] den anlegger sijn anspraecke niet geverificeert,soo versocht verwerder datt hij van [sijn] des anleggers genomene conclusiamoege geabsolvert worden, de wijle dese antwort bij sitende gerichte tenprothocollo is gedicteert, soo is hett voerige vorschr verwin null ende vangeenen weerden, makende expressen eijs van costen, versoeckende datttegenpartije moege terminum den{?} {?} omme te repliceren offte sall verklaertworden contumax ende van wijderen inbrengen versteecken

Erschennen Jan Schulte van Denecamp nae overgelechte per moduminformationis vraechstuck, ende gedaene arrest tegens de persoon HindrickHorst van Borne, ende versocht datt gearresteerde voorschr nae landtrechtetit. 13. § 6. mitt rechts dwanck moege geholden worden op geroerdevraegharticulen te deponeren, des producent voorgl. geen verweijgerungewolde lijden omme 50 golden realen, ende datt deselve bij verweijgerunge alsvoorschr, inde gelt poene tot profijt des producents moege gecondemneertworden, ende tot den fine alhijr int arrest t’verblijven, reiecterende perimpertinentiam all t’gene soo van gearresteerde ter Horst, hijr entegensmochte gedaen worden, cum submissione decreti

200

148

in de linker marge:

Nota bene?

Erschennen Johan ten Hegehuijs wonende op Dalkotte gevende voer hoe dattvoer desen tusschen den 12 ende 13 maij deses jaers Hanter Geert bij nachtslaepende tijt voor sijn huijs gecomen, den anleggeren atrociter iniurieert,seggende du warwolff, ick wilde hett huijs bavent hoeft verbranden, de deur invier stucken geslaegen, ende entlijck deurt huijs geschaeten, t’welcke anleggerniet wolde lijden omme 1000 daelers, versoecket derhalven, datt naediensulcken gewalt ende iniurien naer rechte niet konnen thogelaeten worden, dattverwerder omme de vorschr iniurie te {?} ende inde vorschr somma moegegecondemneert worden, hoeger avericheijt haere actie voerbeholdende, metteijs van costen

Hanter Geert ontkent de voorschr anspraecke ende secht dattmen hem sulxsall moeten bewijsen

Gerrijt Tonnissen naer behoren angeeijst ende niet erschenen wort verklaertcontumax ende van wijder inbrengen verstecken salva purga naer landtrechte

Dominus Theodorus Vreede wort geechent aen Johan Lottgerinck thoHasseloo sijne pande naer landtrechte

201

Anno 1633 den Judex Substitutus CasparusCoernoten Berent Gorbertt GorbertMerten Smitt? als Bern: Kettwich

Erschennen Johan Gijsselman van sijnen heerschap Tonnis Nijtertsveradverteert sijnde dat hij als huijden 14 daege soude sijn verwonnen, sechttot purge van alsulcke pretense verwin, datt hij in persoone noch voor dengerichtsdiener, noch van[de] sijnen naebuijr is gecijteert, ende oversulx {?}ignorantie gehadt hebbende sij t’absolveren, ende daermit wederpart sijnsonschuldigen uuijtblijvens niet heeft tho beclaegen, exhibeert hij sijne exceptienon {?} cautionis, ende eventueel antwoort ten principale versoeckende alsdaer inne

Thomas Spangemaecker gesubstitueerde volmachtiger van Albert ten Segger,accepteert de reden van purge bovengeschr ende versocht copije, mett tijt vaneen maent ad contra

149

Bern: Becker nomine Luijcken Wijrinck tho Doeringe exhibeert tegens JanArentsen sijn anttwort mett versoeck datt hett moege {?} ende subscribeertworden, ende soo hett noedich eenige contschappen daer bij tho annecteren,versoeckende als daer inne, met eijs van costen

Jan Arents Wenninck tho Doeringe versocht copiam ende tijt van een maent

Engelbertus Rechters wort geechent aen Berendt Gorbert tho Hassell sijnepande naer landtrechte

202

in de linker marge:

nota bet?

Erschennen Berendt Gorbertinck tho Hasselo Trijne eheluijden, bekennen voorhaer ende haere erffgenaemen opgenomen ende ontfangen tho hebben vanGerrijt Berentsen Effse sijn huijsvrouwe de somma van hondert daelers ad 30stuvers het stucke, [voer][Ende doet] waer voor voorschr Gorbertinck den voorschr Gert Berentsen inpantschap doet een stucke landt van omtrent een mudde geseijs gelegeninden Hasseler Essche, [op] tusschen Egberinckx groote Bree, ende Nijhuijsesvrije stucke geheten den hoogen wech, omme t’selve stucke drie naerdenanderen volgenden jaeren voerde pension van? vorschr 100 dl. vast endestevich vrij sonder eenige lasten {?} {?} tho gebruijcken, mits datt voorschr GertBerentsen voer alle lasten ende schattinge den gl. Gorbert alle jaeren sallgeven eenen gulden ad 20 st [t’stucke, welcke huijr anfanck heft genomenverleden] wat van Anno 1632 Jacobi [1632] het {?} {?} {?} duijren sall tottexpiratie vande voorschr dree jaeren, dan bij soo veren den voorschr Gorbertofte sijne medebeschr naer uuijtganck vande vorseijde dree jaeren diegeroerte [1000] hondert daelers niet weer op Jacobi wederrestitueren, sallvorschr Geert Berentsen ende den sijnen vrij staen t’moegen doen, wanner deloese een halff jaer tho bevoerens angekundiget wort, gelaevende Gorbertende sijn huijvrouwe, voer haer ende haer erffg, sulx staen ende waeren naerlandtrechte, onder verbant sijn plogesdeel ende goederen geene exempt,[omme] waervan gl. Geert Berentsen sijn schaede sall moegen verhaelen alles in meliori forma

203

Op alsoodaene pendunge opbaedunge ende aeneijssunge doer EgbertRechters op Ber: Gorbert tho Hasselo gedaen, secht Berendt Gorbert datt hettop Martini nu thocomende dre jaer waer? dat hij t’gelt van vorschr Rechtersopgenomen, daeromme hij vorschr Rechters niet schuldich is t’betaelen, als

150

thocommende Martini, dewijle sij alle voerige pensionen ende schaedegeltbetaelt heeft alles tot goede rekenunge het welcke hij versocht gerichtlijck temoegen geschien

Keijser Berendt tho Losser spreeckt aen Geert Hermelinck voer 12 dal.heerkommende van een verkoft peert en de vercken

Ersten rechtdach nach PinxterenAnno 1633 den 22 JunijJudex Lubbert van Rensen Coernoten Bernardt KettwichMerten Smitt

Geert Stenverts vande Gronouwe spreeckt an Johan Nijhuijs t’Hasselo voer 12½ rijxdaeler, soo hij Nijhuijs van seecker gecoft holt hem geloeft heft thobetaelen

Hindrick hoffmeijer tho Dulder spreeckt aen Jan Frerekinck tho Weerselo voer20 daeler, geleent gelt ende 2 jaeren pension ad computum

Jan Everhardus spreeckt aen d’wed. van sal. Berendt Vogelsanck in Lutta voer10 daeler heerkommende van een verkoft peert waer voer hij borge geworden,item noch 15 dalers luijt sijn schultboeck, versocht aeneijssinge

Angeeijst ende niet gecompareert ergo contumax salva purga naer landtrechte

204

Berendt Duvelshoff wort geechent aen [Berendt] Arent Kosterinck thoGammelke sijne pande naer landtrechte

De saecke tusschen Tonnis Gerritsen contra Berendt ten Camphuijs wort metbelieven beijde partijen uuijtgestelt, tot huijden aver 14 dage sub speconcordiae

Dominus Theodorus de Vrede wort geechent aen Bruninck tho Lemselo sijnepande naer landtrechte

Erschennen Derck Dubbelman tho Boeninge versocht uuijtstell van een maenttegens de wed. van sa.l Johan Palte, verhopende onderdus datt comparantsgoetheer sall wederomme binnen landes komen, de dese saecke mede istoucherende, welcken billickmetigen uuijtstell comparant naer rechte niet kangeweijgert worden, secundum {?} presenteert oock bij ehede tho verclaerent’selve niet malitiose geschiet, stellende, ex officio wort 14 daege tijt vergunt[ter contrarie]

151

Berendt ten Camphuijs doet sijn verwin op Kolck Geert tho Losser vermoeged’anspraecke [voe] den 4 Maij gepasseert

Is Erschennen Hindrick van Borne tot Oldensell geassisteert met ThomamSpangemaecker als volmachtiger Derck Engelberts tot Almelo, ende vorschrHindrick van Borne als borge sick inlaetende voer soo daene [holt]gearresteerde holter, als Arent Wenninck, ende sijn vader Jan hebben doenarresteren, tot dien eijnde tot onderpande stellende sijn eijgen thobehorigencamp geheten die Middelcampe bij de Schabecke aenden Gammelker wech,als oock sijne andere guder in desen gerichte gelegen, soo versocht comparant Spangemaecker wegen sijnes principalen DerckEngelberts, relaxatie des gedaenen arrests, mits dien datt sich vorschrHindrick van Borne desen Gerichte gesubmitteert heeft, resignerende in desesaecke sijn

205

borgerlijcke rechte, [ {?} ] versoeckende verners datt arrestant en sijn vaedertot dien eijnde moegen angeeijst worden, omme comparants principaleningediende exceptionael antwoort in termino tegens te doen, bij faute vantverhaelde versocht comparant cost ende schaedeloose absolutie, wellexpressel. protesterende doer den iniuriosen arrest is angedaen

Alsoo Arent Wenninck verstaet dat Derck Engberts van Almelo d’anspraeckevan vorschr Wenninck malitiosa inficiert? ende loechent soo exhibeert endeverthoont vorschr Arendt Wenninck seecker attestatien tot verificatievandeselve, d’welcke men bedinght in wijderen vall van meerdere cavillatieneedtlijck verhoort sollen ende moegen worden, ofte datt hett E. Gerichte hijrinne sijne scripte judica sollen mogen doen, naeden dat comparant sijnen eedtsall moegen gepresteert hebben, daer tho hie sich offereert naer rechtsbehooren, onder protestatie van costen

Spangemaecker vorschr volmachtiger van Derck Engelberts, secht nomineprincipalis wijders geen schrifturen aen tho nemen ten sij hem soo daenecosten vant leste versochte uuijttstell der clegeren gerefundeert sijn, sulxgeschiet sijnde versocht Spangemaecker copiam van jegendeelsverhandelunge met tijt van 14 daegen

206

Anno 1633 den 29 JunijJudex Lambert BoeckerCoernoten Bern: KettwichMerten Smitt

152

Erschennen Geert Hevelinck van Nortdoeringe verthonende seecker volmachtvanden wolled. Manhaften Jr. Bernardt Moorbecken capitein voerdengesubstituerde Schultes tot Hasselo Jan Hendricksen den 6 Martij 1633uuijtgegaen, bij desen gerichte in weerden gekent ende hijr nae ten prothocollogeinfereert, bekende kraft derselver datt sijn voorschr principaelen Jr. BernardtMoorbecke luijt obligatie die mits desen null ende doot sall sijn, oprechterschult schuldich is, aen Egbert ten Tusschede, gerichtschrijver tot Delden,Anna eheluijden, die somma van een duijsen daelers, ad 30 stuvers hettstucke, voer welcke somme den

207

voorschr Hevelinck [craft] voorschr volmacht, angelavet jaerlijckx ende alle jaerop Paessche anden voorschr Egberto ten Tusschede sijn huijsvrouwe ofteerffgenaemen ter pension te betaelen van hondert daelers sesse, ende sulxuuijt geconstitueerdens principalen thobehoorige grofen ende smallen driethienden, als tho weeten Roerinckx ende Beerninck in Doeringe in desengerichte gelegen, als oock den Thije voer Oldensell, waer van d’eerste pensionverschijnen sall op Paesschen nu thocommende 1634 ende soo voorts tot tijtder afflosse, die mits desen voergl. rentgever altoos vrij sall staen te moegendoen, wanneer deselve een halff jaer tho bevoerens den rentheffer ofte sijnemedebeschr gerichtlijck tho weten gedaen wort, ende alle verlopene pensionenbetaelt sijn, Bij faute van sulx doet gl. Hoevelinck craft vorschr volmacht den geroerten tenTusschede tot een speciael hijpoteecq ende onderpandt setten die voorschrdree thiendens Roerinck Beerninck ende den Tije, omme sijn hinder endeschaeden soo hij bij desen enichsins quam te lijden, daer anne tho verhaelen,alles oock constituants alle andere goederen geen exempt, In meliori forma

Tonor der volmacht

Ick Johan Hendrixsen in absentie des woled. {?} Rudolph vanden Cloostertoth? grooter weerde? Schulte tot Hasselt, ende aver Hasseler {?} ampt,verwalter ende substitutur desselven Schultampts

208

doe kundt ende [betuijge] certificere in unde vermits desen, wie dat voor mijende voer coornoten Lubertus? Waterham ende Mr. Jorrijen Stuijrman in eenopen geheechden gerichte ende gespannede bancke, erschennen is, denwoled. ende manhaften Bernhardt Morbecke capitein, ende heeft inderbeste[ndigste] ende bestendichster forma rechtens geconstitueert endevolmachtich gemaeckt, constitueert ende maeckt volmachtich in unde vermitsdesen, Geert Heevelinck van Nortdoeringe, omme uuijtt sijne constituantsnaeme ende van sijnent wegen, voorden E.Landtgerichte tott Oldensell te

153

compareren ende Egberto ten Tusschede gerichtschrijver des gerichts Delden,voor alsoo daene duijsent dalers ad 30 stuvers hett stucke, als voorschrTusschede van hem constituant vermoege gegevene obligatie, suijver binnencompeterende, tot genochsam contentement ende versekering gerichtlijckverhijpothiserende, ende ten onderpande stellen, seeckere drie thienden groffende smalle, waer van die twee van Roerinck ende Beerninck inde buijrschapDoeringe inden gerichte van Oldensell gelegen binnen, mits datt alsdan devoorschr obligatie crachteloos ende van onweerden sall wesen, ende die pen:voort an ter tijt der afflosse, d’welcke een halff jaer te bevoerens sallangekundiget worden, voorts {?} alle constituants andere saecken, soo sijnwolled. voerden gl. gerichte tot Oldensel ofte elders te doen mochte, tam activequam passive te vertreden, daer inne te doen ende te laeten wes der saeckennodruft vereijsschet ende hij constituant selffer present sijnde solde konnenofte moegen doen, cum causula {?} nee non indemnitatis, pro ut in communiforma, hebbe ick dese met meijn christelijcke naeme onderteeckent den 6martij 1634 onderstuntJan Henrich 1633{?} {?}

209

Erschennen Johan Hoepinck wonende tho Boeninge ende heeftgetransporteert ende overgelaeten, aen Hindrick de Leeuwe ock tot Boeninge,alsoo daene obligatie des hij vorschr [Hoepinck] Hopinck hebbende met alleachterstendige rente vandien, vanden E. Gerhardt Peckedam sal. richters totDepenhem, onder desselfs handt ter somma van 75 daelers ad 30 stuvers hettstucke, de dato 1629, den 3 Januarij opgerichtet [luijt obligatie onder deselffshandt], welcke 75 dal. {?} {?} van verdient loon heerkommende, gl. Leeuwe totsijn schoonste sall moegen inleijden ontfangen imploijeren waerentegens oock[den] geroerte Leeuwe anbelooft is sijn gedachte ohm Jan Hoepinck nu averde 100 jaren olt sijnde, den tijt sijns levens eerlijck ende degelijck in costdranck ende cleden {?} [ {?} ] onderholden, ende besongen, ende hem in allessoo hem eenichsins mochte {?} [ {?} ] assisteren ende bij te staen

Lodewich Schomaecker tho Hengelo wort geechent aen Colck Geert thoLosser sijne pande naer landtrechte

Erschennen Wolter ten Westenagel exhiberende justificatie van inleijdungetegens Albert ten Grotenhuijs ende Hermen Essinck uuijttleijderen, sechtverners alsoo comparant in desen gerichte niet geseten noch gegudet is, endesijn uuijttersten flijt angewent heeft, omme cautie pro expensis huius processurin cas van succumbentie tho stellen, ende niet heeft konnen bekommen, alspresenteert comparant voorgl. Cautionem juratoram, versocht datt hem soodaenige cautie mach affgenaemen worden

154

Stellende daerenbaven sijn erffnise soo hem? albereets van sijn huijsvrouwenmoder angestorven is, schakumpstich? wegen sijnes huijsvrouwen vader heftt’verwachten, verhopende daermet naer landtrechte te connen bestaen, vancosten protesterende

Hijr entegens compareert uuijtleijders Albert ten Grotenhuijs, interveniertenvoer Hermen Essinck, tegens den inleijder Wolter ten Westenagell, ende[seggen] secht datt inval inleijder sweeren wil eenen eedt tot

210

Godt almechtich dat [inleijder] diverse persoonen soo hem sall {?} bij den eedttho nomineren, als wonende inde statt als buijtten de stadt in desen gerichte,niet heft konnen machtich sijn als borge [datt] alsdan uuijtleijder mett des inleijders cautie juratoir de {?} sijnde naelandtrechte, sich willen contenteren, illo praevio wort copie ende tijt versocht ad1 post ferias vande overgelechte justificerte? Stellende

Waerop erschennen Wolter van Westenaegell ende heeft naer landtrechte sijneedt tot Godt Almachtich gedaen, geen borge inde stadt Oldensell, soo hijversocht heeft t’konnen becomen

in de linker marge:

{?} {?} 6 st

Erschennen Bernardt ter Linde, nomine Jan Wenninck ofte Arents thoDoeringe, versocht uuijttstell den tijt van 8 daegen, tegens Luijcken Wijrincktho Doeringe, salvis expensis, soo tegenpartije sij belaeft

Erschennen Hille Rijkerinck geassisteert met Thomam Spanemaecker, endespreeckt aen Lubbert Wissinck voer betaelunge van 18 daelers current,dewelcke penningen comparantinne bedageden Lubbert Wissinck sal. vaeder,oock Lubbert geheeten, goetlijck voergestreckt ende geleent heeft, [wo] voerwelcke penninghe: beklachte sal. vaeder met sijn huijsvrouwe Swenneclegerschen seeckere hoijmaete tot onderpande gestelt hebben geheetenWissinx Luttke Maete bij Hoevels schopmaete gelegen, omme in cas anmisbetaelunge sich daer an tho verhaelen, ende betaelt tho maecken, daer thosich comparantinne refereert

211

ende alsoo nu bedaegede Lubbert Wissinck soo daenige maete sondereenigen penninck tho betaelen tegens wetten ende willen der clegerschen

155

wederumme angetast ende int gebruijck genomen, versocht comparantinne,concluderende mitt rechtsdwanck moege geholden worden, tot promptisrestitutie der voorschr 18 dal. maekende eijs van costen

Thomas Spangemaecker nomine Trijne buijrichtersche inde Luttae, heeft naepaelrecht verkoft seeckere stalen [ {?} rogge op {?} ] weecksaet staende op dePoortkers Maete inde Lutte, craft hebbende gewonnenrecht, ingest bijcomparant [voer 30] voer 30 daelers verblijft cooper

Hindrick Godtschalck spreeckt aen Jasper ter Gunne voer 34 daelers,heerkommende van een verkoften fetten ossen

idem spreeckt aen Willich ter Lichtenberch voer 9 gld. 9 st. ad computum,heerkommende van verkofte bommesijde

Anno 1633 den 6 JulijJudex Lubbert van RensenCoernoten Merten SmittBern. Kettwich

Lambert Hassinck spreeckt aen Berendt Gorbert tho Hasseloo voer schult thotgoeder rekenunge, herkommende van gehaelde bijren

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

212

Erschennen Jan Wolderinck borger binnen Oldensell, Jenneken eheluijden,gaen uuijtt ende doen vertichenisse erff, eewelijck onwederlosbaer, kummerfrijende onbeswaert, sijnes eijgen thobehoerige maete gelegen inden gerichteOldensell buijrschap Lutta, [geheeten] soo als deselve sal. Hermen ende AlbertHelmichs hebben thobehoort, schietende met d’eene eijnde aen DaminxMaete, mett d’ander eijnde eijnde aent velt, met d’eene sijt naerdeWormstaller? Becke, mett die gerecht. d’selve maete uuijt den voorschrmarcke te moegen vloijen, verderen inholt des versegelden briefs onder handeende segell de dato

Waer doer dese sall getransfigeert worden, alles tot behooff, ende erffl.gebruijck ende profijt Berent Hermsen op de Hamshorst Fenne eheluijdenende haere beijde erffg. ende sulx voer eene somma geldes die sich voorschrvercoper goede vollencomene betaelunge dede bedancken, gelaevendedessen vercoop ende uuijtganck t’staen wachten ende waeren naerlandtrechte alles in meliori forma

156

Berendt Hindricksche wort geechent aen Hanterman ende Spraeckstedde indeLutta, als oock Schopman tho Gammelke sijne pande naer landtrechte

Lambert Muller wort geechent aen Geert ter Haer ende Bruninck tho Lemseloosijne pande naer landtrechte

Jan Arents dient in replick, contra luijcken Wijrinck tho Doeringe

Luijcken Wijrinck versocht {?} Bernardum Becker copiam ende tijt ad primampost ferias

213

Erschennen Engbert Rechters richter spreeckt aen Berendt Gorbertinck thoHasseloo sulx naer landtrechte voerde somma van 40 daelers ad 30 stuvershett stucke, luijtt eener alhijr inden gerichte verthoenden obligatie, met sijneijgen handt ende marck onderteeckent, versocht comparant Rechters dattvorschr Gorbert moege aengeeijst worden, omme de voorschr anspraecket’bekennen ofte t’ontkennen sulx geschiet sijnde versocht betaelunge tho doenofte betaelunge tho bewijsen, bij faute van uuijttblijven contumaciam, nochvoor 8 daelers gehaelde waer tot goeder rekeninge, refereert sich oockvoorschr Rechters aenden handtastinge soo Berendt Gorbert verleden Palmdeses jaers gedaen heft, aenden onderrichter Caspao Waterham bij sittendegerichte

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Berendt Duvelshoff heeft nae paelrecht verkoft seecker swarte stercke,thobehoorende Arent Costerinck tho Gammelke, ingeset bij vorschr Duvelshoffop 3 daelers, ende verblijft cooper

Bernardt Becker uuijt namen vande wed. Palte doet sijn verwin op DerckDubbelinck tho Boeninge met contumactie naer landtrechte vergunt

[Hille Rijkerinck doet haer]

Swenne wed. sal. tonnis Muller wort geechent aen Bruninck tho Lemselo [sijn]sijne pande naer landtrechte

214

Keijser Berendt tho Losser heeft nae paelrecht verkoft seecker stucke roggengewas van omtrent 5 schepel geseijs, geheten den Slettkamp thobehorended’Heersche tho Losser, ingesett bij voorschr Keijser voor 20 daelers, nochverheucht met 5 dal. van vorschr Keijser ende verblijft kooper

157

d’Huijsvrouwe Berendt Gijsberts spreeckt aen d’Heersche tho Losser voer 10½ daelers heerkommende van een verkofte stercke

Jan Arents Wenninck heeft nae paelrecht verkoft seecker bruijn voel peert,sijnde hengest, ende Bernardt ter Kemna thobehorende, ingesett bij vorschrArents op 3 daelers, d’Keijser tho Losser verheucht met 2 daelers, nochvorschr Arents verheucht met eenen daeler ende verblijft kooper

Thomas Spangemaecker nomine Derck Engelberts t’Almelo lecht over intermino replick exceptionael ofte duplick ten principael, tegens ArentWenninck, cum suis, [met] makende eijs van costen ende batt inholts

Arent Wenninck versocht copiam ende tijt ad 1 post ferias, actum

Hille Rickerinck doet haer verwin op Wissinck tho Gammeke vermoeged’anspraecke huijden 8 daegen geschiet, ter presentie vorschr Wissinck

Erschennen Lambert Dalhuijs inde Lutta ende bekent schuldich tho sijn aenAnna wed. Techlers

215

de somma van 21 daelers ad 30 stuvers hett stucke, heerkommende van eenverkoft peert, welcke vorschr 21 daelers gl. Dalhuijs angelavet thocomendePinxteren sonder eenige faute tho restitueren, bij faute van misbetalunge doetDalhuijs de voorschr wed. tot waeren onderpande stellen seecker swarte kooende swarte stercke, omme haer daer van alsdan moegen betaelt te maecken,ende soo boven thoversicht eenige ongeluck ofte schaede inde vorschr koeende stercke mochte comen, datt als dan gl. wed. niet an haer betaelungekoste gemaecken, so sall mits desen gl. wed. vrij staen, alle haer hinder endeschaede te moegen verhaelen aen geroerten Dalhuijs gewasse, alsdan op sijnlanderijen staende, tot betaelunge haere 21 daelers tho

Nootgerichte geholdenAnno 1633 den 12 JulijJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Bernardt Kettwich

216

Anno 1633 den 13 JulijJudex Substitutus Casparus Waterhamcoernoten Merten SmittBernardt Kettwich

158

Lambert Crabbe tho Boeninge spreeckt aen Luttike Hulsman tho Boeningevoer 3 gld. heerkommende van vercofte raederen

Anna wed. van sal. Hermen Techler heeft nae paelrecht verkoft seecker stuckeroggen gewas, gelegen op Sandermans Esch, van omtrent een mudde geseijs,geheten hett Hex stucke, ingeset bij vorschr wed. voor 10 daelers, ende blijftcoopersche

Hindrick Godtschalck van Almelo doet sijn verwin op Jasper ter Gunne,vermoege d’anspraecke voer 14 daegen geschiett

Arent Geluck heeft nae paelrecht verkoft seecker stucke roggen gewas vanomtrent 3 schepels geseijs, staende op Gorbertinck tho Hasselo sijn rott, endevorschr Gorbertinck thobehoorende, ingesett bij vorschr Gelinck voer 16daelers ende verblijft coper voer beholt de loese naer landtrechte

Erschennen Berendt Steggeman tho Rossum Jenne sijn huijsvrouwe voer haerende haere erffg oprechter schult schuldich tho sijn aen Bertolt BaterbasGeese eheluijden de somma van tweehondert ende 13 dl. ad 30 stuvers hettstucke, van voorgestreckte penningen ende gehaelde waeren heerkommende,op welcke

217

213 daelers gl. Steggeman angelaevet jaerlix tot kortinge derselven thobetaelen twaelff daelers ende sulx op alle Jacobi tot datt de voorschr 213daelers [sollen] ten volle sollen betaelt wesen, sonder hijr van eenige {?} {?} bijfaute van sulx doet voorschr eheluijden geroerten Baterbas setten alle haerengoeder geene uuijttbesondert, als oock haere landerijen, soo sij tegenwoordichint gebruijck hebben, waer anne gl. Baterbas sijnen schaeden, soo hij bij desenmuchte comen tho lijden, sall vrijstaen tho verhaelen

in de linker marge:

vorschr 213 tho betaelen

Fenne die huijsvrouwe van Meijer Jan int Velt, spreeckt aen Lambert terCaverick voer 14 gld. heerkommende van [geleendt] verkoft seijegoet

Gese wed. sal. Gerrijt ten Damme heeft nae paelrecht verkoft seecker stuckeroggen gewas van omtrent 3 ½ schepel geseijs, gelegen opden Luttken Ess,waer doer de voerwech is geaende, ende Egbert Sijmerinck thobehoerende,ingesett bij voorschr wed. op 12 daelers, ende verblijft copersche

218

159

Citationes ad valuas

in de linker marge:

debet aen heer richter Rensen de wed. sal. Jan Wenninck

Op huijden den 5 augusti sinnen ten versoecke Gertken wed. sal JanWenninck citationes ad valuas, aen 3 naeste kerspels kercken gedepesschert,waer inne Hindrick Boevinck tegen den 7 7bris 1633 op saterdach wortgecijtert ter cause

Nootgerichte

Anno 1633 den 10 augustiJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen Lambert ter Caverick in Lutta, Lubbe eheluijden verthonendeseecker bewillinge, onder d’handt van Arent ten Kinckhuijs t’Almelo alsheerschap ofte pantholder des erves de Groote Caverick in Lutta, omme temoegen opnemen hondert daelers tott afflossinge sijne beswaerder landerijenbekendt craft derselver opgenomen ende ontfangen tho hebben vanden E.Jufferen Isabella Martinengo? ende Anna [He] Helena van Slaeden? desomma van 100 daelers ende sulx ses naerden anderen volgenden

in de linker marge:

solvit 24 st

Citatio

Citatie gedepesschert den 17 augusti aen Rentmr.Monnich ten versoeckeHenricus Friso rector? des cloosters tho Oldensel naer gedaene 3 arresten opterve Tije tho Hasselo {?}

in de linker marge:

heeft den heeren rechter ontfangen

Lutter Luijcken gerichtsdiener heeft gerelaxeert die citatie van Henricus Frisoaenden huijsvrouwe vande Rentmr Gerhardt Munnich t’sijner behuijsinge den25 augusti behandiget tho hebben, de deselve heeft angenomen, doerlesenende bij sich beholden

160

219

Nootgerichte

Anno 1633 den 22 AusteCoernoten Jr. Otto van DoetekemDerck Lucassen

Erschennen die wolled. Ehrendedeugentrijcke Juffer {?} van Averhagen, wed.Jan Mulerts, tijts sijns levens droste van Twente, geassisteert met Jr. Derrickvan Dottekem haer in deser saeke gekooren ende gerichtl. thogelaetenmombaer, cedierde ende transporteerde haer erven Hartminck Roockhuijsende Monnickhuijs inde Lutta gelegen an haren welled. L. soon Jr. Jan Mulertet? soeckt int reijne prothocoll

in de linker marge:

[debet Jr. Jan Mulert]

ditt hebbe ick heer rechter als oock Casparus betaelt den 7 7bris als Wijrinck{?} Weninx volck accordeerde

Anno 1633 den 7 Septembersijnde den eersten rechtdach post ferias messium

Judex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichMerten Smitt

Erschennen Merten Virsen amptman ende volmachtiger des stifts Weerselo,gaett uuijtt ende doet vertichenisse seecker halven gaerden mett een halffhuijsken aen Gert? ter Hoffstede in naemen als volgett, ende alsoo sall GeertTinnichloo vander Oosterwijck tho Dulder {?}, den stift Werseloo, tijt sijneslevens mett eijn goederen? Iis verplicht ende sall int prothocol der uuijttgangengestelt worden

220

Arendt Suchtuijn tho Doeringe spreeckt aen Jan Lottgerinck tho Hasseloo voertwintich daelers luijtt obligatie herkommende van voergestrecken penningen Item noch voer soeven daelers, versocht hijr van betaelunge, endeaeneijssinge, bij faute van betaelunge Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga

161

Engelbert Stenferts spreeckt aen Berendt Gijsbert tho Losser voer thijnrijxdaelers herkommende datt vorschr Stenfert voer hem is borge gewordenende de geroerte 10 rijxdaler heeft moeten betaelen, versocht hijr vanbetaelunge, bij faute van sulx, verwijn

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga, naer landtrechte

Henricus Friso als rentmr ende volmachtiger des cloosters binnen Oldensellexhibeert sijn libell mitt twee bijgevoechde documenten, tegens den E.Gerhardt Monnich als Rentmr. ende volmachtiger van sijn Graeffl. Gen. totStenfurdt, over de goederen tot hett rentampt vande Gronouwe behoerich,versoeckende mett eijs van costen gelijck daerinne, ende datt gedaegedeangeeijst ende niet erschijnende contumax verclaert mach worden

Naer behooren angeeijst ende niett gecompareert ergo contumax salva purganaer landtrechte

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender spreeckt aen Schopman inGammelke voer 9 daelers pacht, versocht hijr van betaelunge

Wermel Smitt tho Losser spreeckt aen Snoijinck inde Lutta voer 18 dalers adcomputum, heerkommende van arbeijts loon, versocht aenijssinge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

221

in de linker marge:

debet Becker

Bernardt Becker volmachtiger Monr. Balthasar uff dem Berge, dient innereplick contra den amptman van Laege, bitt als daer inne, mett eijs van costenmett contumacie bij faute van uuijtblijven

Hett gerichte verstaet datt hijr op d’voorschr amptman van Laege sall gecijteertworden, omme binnen maent sijn antwort hijr op tho doene

Alsoo volmachtiger vande wed. Palte tot Oetmersen [tegens] den 6. Julijtegens Derck Dubbelman hett verwin erholden neffens contumatie, ende dannu gl. Dubbelman de contumatie voorschr niett is purgerende, als versochtvolmachtiger qualitate qua supra 2am contumaciam ende verwin, ende datt hijdaerop aver een maent 2do et peremptorie moege gecijtert worden, ommet’sien ende horen doen, als sich naer landtrechte behoort, obtinuit

162

in de linker marge: Casparo exposius?{?} {?}

Gerrijt van Goor wort geechent aen Johan Calvinck tho Doeringe sijne pandenaer landtrechte

Roloff Loesijnck tho Drijne spreeckt aen Jan Egberinck tho Hasselo voor 30dal. ad computum heerkommende van een verkoft peert ende geleent gelt

Engelbertus Rechters wort geechent aen Berendt Gorbert tho Hasselo naerlandtrechte

222

Erschennen Wolter ten Westenagell inleijder tegens Albert ten Grootenhuijsende Hermen Essinck, verwachtende antwoort op junghst ingedientejustificatie van inleijdunge, versoeckende aeneijssinge, bij gebreck vanindienunge, bitt contumaciam, van de costen protesterende

Compareert Hermen Snoijenck in Lutta, tegens Wermel Smitt tho Losser endeontkent hem de schult craft sijner gedaener anspraecke, secht mett hem noijtgecontraheert tho hebben, bedinght sich derhalven cost ende schadeloes vande banck

Op alsoodaene anpendunge opbaedunge als Roloff Loesinck op HindrickEngbertinck tho Hasselo gedaen, compareert voorschr Engbertinck endeontkent de schult, secht noijt mett hem gecontraheert tho hebben, bedinghtsich derhalven vande banck, mett eijs van costen

Cock Albert versocht uijttstell tegens Wolter ten Westenagel den tijt van 14daegen

Erschennen Lambert Meijerman inde Lutta ende bekendt oprechter schuldtschuldich tho sijn aen L. Bartolt Baterbas de somma van viertich daelers, vangeleent gelt heerkommende, gelaevet vorschr 40 dal. sonder faute aen vorschrBaterbas wederomme t’restitueren, [als aver] op huijden aver een jaer, onderverbant vorschr Meijermans have ende goederen, als bestialen geeneuuijttgesondert, waeranne gl. Baterbas sall vrij staen sijnen schaede thoverhaelen

223

Erschennen de wel: van sal. Jan Wenninck geassisteert mett Willem Wenninckhaer in deser saecke gecoren ende gerichtl. thogelaetene mombaer, ende

163

averlecht tegens Hendrick Boevinck seecker libelle, bitt als daer inne, versochttot dien eijnde aeneijssinge, in cas van uuijtblijven verwin ende contumatie

Bernardt ter Linde nomine Geertken Boevinx versocht copiam ende tijt van eenmaent

Anno 1633 den 14 SeptemberJudex Lubbert van RensenCoernoten Bernardt KettwichMerten Smitt

Geer ter Hoffstedde spreeckt aen Bruninck tho Lemselo voer viertiendehalvedaeler van een verkofte koo heerkommende, alles in goeder rekenunge

Hendrick Godtschalck wort geechent aen Jasper ter Gunne sijne pande naerlandtrechte

Lambert Muller spreeckt aen Calvinck tho Doeringe voor leverantie van eenhalff mudde roggen geseijs welcke comparant voer 7 daelers hadde gekoft,versocht hijr van betaelunge, dewijle hij vorschr Calvinck de 7 daelers heeftvoldaen

Jan Calvinck angeeijst ende niett gecompareert ergo contumax salva purganaer landtrechte

Berent Smitt tho Borne spreeckt aen Hindrick Engberts tho Hasselo voer 21daelers, waer van {?} borge is geworden, voer Bockedam tho Hasselo, {?}deselve nu wech is geloopen, soo versocht comparant betaelunge vanvoorschr gedaechde

224

Anna Kinckhuijs van Almelo spreeckt aen d’Heersche tho Losser voerleverantie van ses paelen? ende 2 berchroden?, vermoege sijn eeijgen handt,waerop comparant 25 gld bereets hebben betaelt

Idem spreeckt aen Colck Geert tho Losser voer leverantie van 4 mollen assen,ende een balcken lanck 42 voet 6 vierdel kants, waerop hij ontfangen 15 rijxd

idem spreeckt aen Geert ter Cogenschott voer 44 daelers ses stuvers vangeeleende penningen herkommende, waer mede hij de pacht aenden sijnheerschap betaelt heeft, versocht vande voorschr betaelunge endeaeneijssunge

164

Jan Crabbe wort geechent aen Geert op de Haer, t’Lemselo sijn pande naerlandtrechte

Roloff Loess tho Drijne [spreeckt aen] doet sijn verwin op Jan Egberinck thoHasselo vermoege d’anspraecke voer desen geschiett

Jan Cuijper heeft nae paelrecht verkoft een coperen kettell thobehoerendeGorbert tho Hasselo, ingesett bij vorschr Cuijper voer 10 daelers, ende verblijftcooper

Erschennen Jan Reijninck tho Doeringe bekent voer hem ende sijnhuijsvrouwe sijn erfg [ {?} ] opgenomen ende ontfangen tho hebben vanPaesschen ten Velthuijs tho Weerselo de somma van eeende viertich dalersad 30 st hett stucke, van welcke vorschr penningen gl. Reijninck angelaevetjaerlijckx opden 14 septembris [ter pension] tho betaelen [een halven {?} {?}ofte 2 ½ schepel tott koer vande gl. Paesschen] ] behoerlicke pension, sulx tottijt der aflosse thoe de welcke {?} sall vrij staen te moegen doen wanneerdieselve een vierdell jaers thovoren gerichtlijck wort angekundicht, bij faute vanmisbetaelunge doet gl. Reijninck den geroerten Paesschen tot waerenonderpande stellen, alle sijn goederen haven ende {?} geene uuijtbest..?,omme sich daer van [schadeloes{?} so {?} {?} betaelt tho maeken, alles inoptima forma

225

Berendt Schassfoort spreeckt aen Sanderman inde Lutta voer negen daelersherkommende van een verkoft peert

Agnes Hamssinck wort geechent aen Johan Calvinck tho Doeringe sijne pandenaer landtrechte

Anno 1633 den 21 septembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Merten SmittBern: Kettwich

Erschennen Bernardt Becker als volmachtiger van Wolter Rijckhoff endeversocht betaelunge van Willem ten Lechtenberch, voer de somma van 14 dal.bitt tot dien eijnde aeneijssunge, ende bij gebreck van uuijtblijvencontumaciam, ende wort tot dien eijnde avergelecht des verwerders obligatie

Angeeijst ende niett erschennen ergo contumax salva purga naer landtrechte

165

Hendrick ten Denge spreeckt aen d’Heersche tho Losser voor vijfftehalvenrijxdl. heerkommende van een verkofte koe, versocht aeneijssinge, bij gebreckvan comparitie verwin

Angeeijst ende niet gecompareert ergo contumax salva purga naer landtrechte

Arent ten Kinckhuijs doet sijn verwin op d’Heersche tho Losser, Colck Geert,ende Geert Cogenschott vermoege d’anspraecke voer 8 daegen geschiet

226

Maurits Berensen spreeckt aen Johan Calvinck tho Doeringe voor viertichdaelers luijt desselffs obligatie van voergestreckte penningen herkommende,versocht daer van betaelunge ende aeneijssunge, bij gebreck van comparerenverwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Erschennen Cock Albert tho Werseloo ende versocht uuijtstell den tijt van eenmaent, ter cause sijn procurator uuijthems is [gewest] ende noodtwendich eenander in dese saecke moett versoecken, t’welcke hem vantt gerichte verguntt

in de linker marge:

deb.

[Erschennen Geese wed. van sal. Lambert Oijnck geassisteert mett ThomasSpangemaecker haer in deser saecke gecoren mombaer seggende, hoe datthaer sonne Geert Oijnck tegens haeren wille ende [geaccordeerde]aengenomen? accort tusschen beklachten sal. vaeder ende moderclegerschen ende mett consent beklachtens, seecker stucke lants genoempthett Kip ende tottet erve Odinck tho Lemselo gelegen, ende comparantinnemet haeren sal. man tijt haer beijder leven lanck te gebruijcken thogemaecketis, inholt verthoende accort, de dato 1610 den 28 martij, versochtcomparantinne ootmodelijck datt den hern Richter will geleven beklachtinnensonne de welcke sich tegens alle rechten ende justitie tegens sijn moder isopleggende, rade? in rechten verbooden, hett geroerde landt genoempt Kip bijseecker poene te doen verbeden ende sijner moder in ruste ende vaede dentijtt haer levent luijt vorgl. accort te laeten gebruijcken, daer over hett E.Gerichte nochmals anropende, onder expressen eijs van costen]

in de linker marge:

vacat

166

227

in de linker marge:

[deb. Dertich?]

Erschennen Hermen Sonderen [knecht] diener vanden drosten Till ende heeftter presentie van Jan Calvinck tho Doeringe, naevolgende obligatie {?} de coop{?} {?} laeten prothoocolleren dewelcke [vorschr] contract Calvinckagnoseerde, ende bekende waer tho sijn [tenoir] desselfs luijden als volgt

Alsoo mijn landtheer die Droste van Brevort Laurents van Till

Pronunciata sententia in saecken des heren van Saesfelt contra Rede totBrandtlecht

d’Richter Rensen heeft nae paelrecht verkoft eene grijse ende roden blaerdekoo, thobehoorende Nijhuijs van Gammelke, ingeset bij voorschr Rensen elckvoer 10 daelers, ende verblijft cooper

Erschennen Geert Nijhuijs tho Gammelke, ende bekande datt hij een stucke[roggegewas] lant geheeten den Ham gelegen inden Gammelker ess, sallmessen ende geseijen met goede rogge, welcke gewas soo godt daer wert opgeven, hij mits desen vercoft aen Casparo Waterham voerde somma van[dertich] twintich daelers diewelcke hij angewent heft tot betaelunge sijnerpacht aenden vrouwe van Saesfelt, aenden hern Richter Rensen {?} [waren]tho betaelen, ende voorgl. Casparus Waterham deselve 20 daelers op huijden[he] aenden [voorgl.] Rensen voer geroerte Nijhuijs heft betaelt, tot reddingesijner beijde verkofte {?} , gelaevende derhalven geroerte Nijhuijs sulx t’staenende waeren onder verbant landtstaet in het? reijne proth.

228

Hans Hollender spreeckt aen per Thomam Spangemaecker Jan Rijckerinckvoer betaelunge van 12 daelers, herkommende van een verkoft ende gelevertpeert, ende wort denselven van partije 14 daegen tijt vergunt

Idem Spangemaecker nomine quo supra wort geechent aen Hille Hanninck inDulder, ende Schopman in Gammelke haere pande naer landtrechte

Noetg.

167

Anno 1633 den 26 7brisJudex Lubbert van Rensen Bern: BeckerBern: Kettwich

Erschennen Albert van Tongeren der rechten licentiaet verthonende seeckerevolmacht van Jr. Gerhardt van Reede tho Saesfelt heer tho Herne etc?

Tenoir der volmacht

Wij Johan Dericksen stadtholder, der heerlickheijt Herne, Johan Jacobs, DerckOlben?, Schepenen der vorschr heerlickheijt

staet int reijne ges.

229

Anno 1633 den 28 7brisJudex Lubbert van Rensen Coernoten Merten SmittBern: Kettwich

Hindrick Wijfferinck tho Doeringe spreeckt aen Johan Reijninck tho Doeringevoer 19 daelers, min een oort, van een verkoft peert herkommende

Bernardt Becker als volmachtiger vanden heer van Brandtlecht tegensTrockels Hollender will vanden voor 8 daegen gepronuntieerde sententiestante pede geappelleert hebben

Erschennen Joahnnes Lemker secretarius van Vollenhoeve ende heeft incausa Agnes Benninga tegens den Baron de Kettler sijn halve erve Molthoffpro expensis ende costen ten onderpande gestellett, omme in cas vansuccumbentie datt de Baron Ketteler wegen gedaene ende doende kosten soinde procedure gaen mochte, daer anne tho verhaelen

Berendt Smitt tho Borne doet sijn verwin op Hindrick Engbertinck tho Hassellvermoege d’anspraecke voer 14 daege geschiet

[Lubbert Wilbers] Geert Holters tho Borne spreeckt aen Berent Gorbertinck thoHasselo voer 9 daelers min een oort, ende een voer brants, heerkommendevan een verkofte koe,

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga

168

Hille Rijckerinck wort geechent aen Lubbert Wissinck tho Gammelke sijnepande naer landtrechte

de pagina’s 230 en 231 ontbreken

232

Anno 1633 den 5 octobrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bernardt KettwichHenrich Molkenbuijr

Erschennen [Hermen van Nijhuijs] Swenne Everts [eheluijden] geassisteertmet haer ohem Herman Nijenhuijs borger tot Oldensel? haer in deser saeckegecoren ende gerichtl. thogelaetene mombaer, ende hebben inde beste formerechtens geconstituert ende volmachtich gemaeckt, constitueren endemaecken volmachtich mits desen Willem van Lingen, [soldaet] corporael onderCaptein Ittersum, omme in constituants naeme ende {?} {?} omme met rechteofte in frundtschap in tho vorderen, alsoodaene recht ende gerichticheijt alsvoorgl. comparanten hebben ende hunluijden angeervett is van haer sal.olderen, an seecker twee campen gelegen inde {?} Enschede buijrschap {?}geheeten den cleijne ende grooten Holtecampen ende verders [hijr inne] in dese saecke {?} tho doene watt sich des naer rechtebehoort, gelaevende [sulx in weerden] alle tgene {?} tho holden watt bijconstitueerde hijr inne gedaen mochte worden, alles in meliori forma

Alsoo huijden terminus is denende tusschen sal. Wenninck contra Boevinck, isde saecke ex officio judicio uuijttgestelt sub spe concordiae de tijt van eenmaent, in hopeninge datt ondertusschen partijen sich sollen konnenvergelijcken twelcke partijen ingewillicht, voerbeholt een ijder sijn rechte,welcke dach sub spe concordiae is angestempt op donderdach nueerstkommende {?} twelcke partijen denuo? ingewillicht

Pesen Berendt tho Wolde spreeckt aen Geert Nijhuijs tho Luttele Drijne voorelff rijxdaelers geleent gelt

Hans Aerloch wort geechent aen Jan Roetgerinck sijn pande naer landtrechte

233

Luijtenandt Baterbas wort geechent aen Jan Reijninck tho Doeringe sijn pandenaer landtrechte

Lambert Muller wort geechent aen Johan Calvinck tho Doeringe sijn pandenaer landtrechte

169

Gregorio de Lagatta wort geechent aen aen Johan Lansinck tho Gammelkesijn pande naer landtrechte

Jan Lubbers wort geechent aen Lubbert Wissinck tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Jan Brisson? wort geechent aen Gorbert tho Hasselo sijn pande naerlandtrechte

Borgermr. Gerhardt Helmichs wort geechent aen Berent Samelant sijn pandenaer landtrechte

Anno 1633 den 12 OctobrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molckenbuijr

Hindrick van der Denge wort geechent aenden Heersche tho Losser sijn pandenaer landtrechte

in de linker marge:

Casparus {?}

Alsoo voer desen volmachtiger vande wed. Palte tegens Derck Dubbelman thoBoeninge seecker anspraecke op 100 daelers neffens interesse a die more tenprothocollo gebracht ende verweerder naer landtrechte verwunnen? endecontumacieert, soo will de weld. Palte, ten twedemael haer [voer] desengeprothocolleerde anspraecke op 100 daelers neffens interesse tegensDubbelman voorschr gerepeteert hebben, mett versoeck datt hij moege indeeerste geledene ende genomene conclusie uuijtt redenen inde eersteanspraecke verhaelt moge gecondemneert worden, onder expressen eijs vancosten, met aeneijssunge bij gebreck van uuijttblijven verwin met contumacie

234

Jan Hulsbecke spreeckt aen Kolck Geert tho Losser voor 12 daelers adcomputum van een verkoft peert heerkommende

Pesen Berendt doet sijn verwin op Geert ten Nijenhuijs tho Lutteke Drijnevermoege d’anspraecke voer 8 daegen geschiet

Hans Aerlott wort geechent aen Geert Oijdinck in Lemselo sijn pande naerlandtrechte

170

Lucas Snijder {?} hanter? spreeckt aen olde Geert ten Haeckenberch voor 40daelers van bruijttschat heerkommende

in de linker marge:

solvit een gld.

Erschennen Johan Visscherman Lijse sijn huijsvrouwe Arent Visscherman, alserff...? des goedes Visscherink wonachtich inde buijrschap Boeninge,bekennen opgenomen ende ontfangen tho hebbben vanden E. Lubbert vanRensen juffer Gertruijt Donckels eheluijde de somma van vijfftich daelers ad 30stuvers hett stucke , waermede angecoft is een stucke vrijes lants indebuijrschap Boeninge ende aent goet Visscherinck gelegen, gelaevendejaerlijcx ende alle jaer op Jacobi an gl. Rensen ofte sijn medebeschr. daer vantho betaelen voer pension dree daeler ende ½ oort, waer van deerste pensionsall verschenen sijn op Jacobi thocommende, stellende tott verseckerunge vangl. hoevetsomma ende pensionen tot waeren onderpande haer gerechticheijtaent voorschr erve Visscherinck, als oock hett stuxken lant hijr voorengementioneert, ende mett desen penningen angecoft, omme hijr aen bijgebreck van [mis]betaelinge haer schaede[loes] te verhaelen, alles [in melioriforma] mits nochtans datt een ijder sall frij staen de loese te moegen doenwanner deselve een halff jaer tho bevorens wort angekundigetim ampl. Fforma

235

in de linker marge:

debet Tenckinck mili? non

Gerhardt Tenckinck wort geechent aende Heersche ende Colcker Geert thoLosser, als oock Gorbert tho Hasselo haere panden naer landtrechte

Erschennen Thomas Spangemaecker gesubstitueerde volmachtiger AlbertJansen, ende exhibert refutatie contra Jan Gijsselman inde Lutta, dewelcke totdien eijnde op huijden te compareren gecijteert is, bitt comparant als inovergelechte stucken gebeden is worden, met aeneijssinge

Jan Gijsselman versocht copiam ende tijt van 3 weecken

Willem Schulte wort geechent op Lubbertt Wissinck tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Erschennen Jan Rijckerinck tho Doeringe bekende opgenomen endeontfangen tho hebben van Fenne huijsvrouwe van Jan van Sutphen de somma

171

van een ende dertich daelers, ad 30 stuvers hett stucke, voer pensionder[selver] gl {?} doet vorschr Rijckerinck gl. Fenne in pantschap een stuckelants van een halff mudde geseijs, gelegen op Rijckerinckx kamp in Doeringe,omme t’selve het thocommende jaer daer voer gebruijcken, gelaevendevoorschr Rijckerinck de voorgl. penningen wederomme aen [ {?} ] geroerteFenne tho restitueren op Sancte Martijni? Anno 1634 mits den alles onderverbant sijner goederen, roerende ende onroerende, geene uuijtbesondert inmeliori forma

Nomine de Verger tho Lonneker

Licent. Roscamp wort geechent aen Geert Nijhuijs tho Drijne sijn pande naerlandtrechten

Lambert Sijrinck wort geechent aen Spraeckstedde inde Lutta sijn pande naerlandtrechte

Agnes Hampsinck wort geechent aen Reijninck tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

pagina’s 236 en 237 ontbreken

238

ende waeret antwoordt van Cock Albert tho Werselo onbefoechden uuijttleijderende bij faute van indelunge geroerten anttwoorts versocht comparant verwin,ter cause datt uuijttleijder nu ten 2den mael heeft uuijtstell versocht ende eenegeruijme tijt bijcans 15 weecken op de anspraecke tho anttwoorden gehadtheeft, versoeckende daeromme als boven gelettet datt vorschr Cock Albertgants geene bestendige reden heeft, noch kan bij brengen, van alle versochteuuijttstelunge, bitt daeromme avermaels als vooren met aeneijssinge metexpressen eijs van costen ende daer uuijttleijder Cock Albert boven thoversichtvanden E. Gerichte wijder uuijttstel mochte vergunt worden, will comparantinleijder de denegata justitia geprotesteert hebben

Cock Albert versocht nochmaels uuijtstell den tijt van een maent, ter cause sijnprocurator uuijthems gewest, ende noodtsaeckelijck indesen een ander moetversoecken, d’welcke tijt niett kan uuijt reden verhaelt affgeslaegen worden,[ex officio] wort [ex offi] een maent vergunt cum refusione expensarum

Hermen Nijhuijs spreeckt aen Bruninck tho Lemsel voer 23 daelershoevetsomma ende een jaer pension van verkoft hoij herkommende, versochtaeneijssinge, bij faute van uuijtblijven verwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

172

Borgermr Peter Jansen wort geechent aen Berendt ten Camphuijs thoDoeringe sijn pande naer landtrechte

239

Erschennen [mijn] vrouwe Maria van Wijs? ehelijcke huijsvrouwe derwolledelen Geert van Reede heer tho Herne ende Saesfelt, geassisteert metLic. Albert van Tongeren als haer E. in dese saecke gecoren endethogelaetene mombaer, ende heeft inde bestendichste forma rechtensgeratificeert alsulcken acta van submissie over de erven Smittcamp endeBoumeister inder [Saesfelt] Saesfelt gelegen, deur gl. Lic. Tongeren alsvolmachtiger haeres voorschr eheman den 26 7bris 1633 [hee] gepasseert, tottprofijte van Willem Jonijen? vanden Bootselaer verclaerende datt soo daeneerven frije ende allodiael goederen sijn ende aen niemandt verobligeert endeverpandett

ende peremptoria citatie gedepossessert wegen mr. Bergen aen HendrickHollinck amptman ter Laege, vide prothocoll

Anno 1633 den 26 octobris

Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bernardt KettwichHendrick Molckenbuijr

Erschennen Johan Rijckerinck tho Doeringe ende bekendt verkoft tho hebbenals hij doet craft deses aen Luijcken ten Brinckhuijs, een swarte blaerdestercke, ende sulx voerde somma van vijff daelers, welcke 5 daelers gl.Rijckerinck bekende bereets ontfangen tho hebben, ende gelaevende de gl.stercke desen winter in voerder tho onderholden [desen thocommenden win]gelijck eene van sijne anderen koene, ende soo haeste die winter beendigett,sall gl. Brinckhuijs d’selve weder moegen tot sich nemen

Geert ten Haeckenberch in Lutta spreeckt aen Jan Bennicker in Lutta voer 40daelers, heerkommende datt gl. Bennicker voer comparant Haeckenberchwaerborge is geworden, versocht aeneijsunge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

in de linker marge:

pauper

Johan vanden Dijck in naemen sijns ohms sijnde een armen sinneloosmensche, wort geechent aen Lutter Luijcken sijn pande naer landtrechte

173

240

Christoffer van Almelo heeft nae paelrecht verkoft een kooperen kettel thobehorende Ruhoff tHasselo, ingeset bij vorschr Stoffer voer 2 ½ gld, verblijftcoper

Wijffker tho Lonnicker spreeckt aen Geert Nijhuijs tho Drijne voer 5 daelers adcomputum van verkofts holt heerkommende versocht aeneijssunge

Angeeijst ende niett erschennen ergo contumax salva purga naer landtrechte

Patrockels Hollender wort geechent aende Meijer tho Lemselo sijn pande naerlandtrechte

Hans Hollender wort geechent aen Jan Rijckerinck sijn pande naer landtrechte

Gijsbert Koijtenbrouwer wort geechent aen Lubbert Wissinck tho Gammelkesijn pande naer landtrechte

Noch wort d’selve geechent aen Berendt ter Kemna sijn pande naerlandtrechte

Arent ten Holtcamp spreeckt aen Geert ten Cogenschott tho Saesfeltheerkommende an een verkoft peert

Roloff Loess tho Groote Drijne wort geechent aen Jan Egberinck tho Hasselosijn pande naer landtrechte

241

Erschennen Johan Nortkamp inde Lutta, Jenne sijn huijsvrouwe, bekennenvoor haer ende haere beijde erffgl. opgenomen ende ontfangen tho hebbenvan Hermen Holsscher ende Johan Schomaeckers respective swaegerswonachtich tot Gildehuijs, de somma van hondert tachtentich daelers ad 30stuvers t’stucke [van] voer welcke gl. somma geroerte eheluijden jaerlijckxende alle jaer op Jacobi [voer] ter pension aenden geroerte Holsscher endeSchomaecker gelaven tho geven elf dergelijcken daelers ende een oort, waervan d’eerste pension sall verschijnen op Jacobi thocommende 1634, tottverseeckeringe gl. hoevetsomma ende pension doet geroerte Nortkamp endesijn huijsvrouwe gemelte rentheffers tot waeren onderpande stellen, [eenseecker] sijn eijgen nije angecofte camp gelegen inden gerichte Oldenselbuijrschap Lutta aende nije maete naert Dinckelfelt, als oock [die] haereheluijden frije maete, aenden voorschr camp gelegen, sampt haer alle anderegoederen, plogesdeel, geene uuijttgesondert, waeromme bij faute van

174

misbetaelunge gl. swaegers sall vrijstaen haer hijr bij lijdende schaede teverhaelen, in meliori forma

# ende sulx bis? tijt der afflosse, die mits desen den rentgever {?} wort {?} {?}wanner die loese een halff jaer tobevorens wort opgekundigt {?} {?} {?} doetankundigen

Jan Lubbers wort geechent aen Swenne Wissinck tho Gammelke haer pandenaer landtrechte

Gijsbert Koijtenbrouwer heeft nae paelrecht verkoft eene roode bleerde koo,tho behoorende Berendt Kemna tho Gammelke, ingesett bij gl. verkooper voer6 daelers, verblijft cooper

Colmenschot tho Saesfelt wort geechent aen Jan Lottgerinck tho Hasselo sijnpande naer landtrechte

242

Anno 1633 den 2 NovembrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen Johan Frerix Geese eheluijden bekennen opgenomen endeontfangen tho hebben, van Hindrick Bertelinck Judit sijn huijsvrouwe, sampthaere beijde erffg. de somma van 80 daelers, ad 30 stuvers hett stucke, voer[welcke] pension derselver gl. Frerix den geroerten Bertelinck in pantschapdoett seecker stucke lants van omtrent een halff mudde geseijs gelegen opKunicx kamp, naest Bertelincx lande, ende sulx tot tijt der afflosse, welckebeijde partijen sollen vrijstaen t’moegen doen, wanneer de loese vorschr eenhalff jaer tho bevoerens, gerichtlijck angekundiget ende tho weten gedaenwort, alles onder verbandt daer tho staende, in meliori forma

Idem Johan Frerix bekendt mett sijn huijsvrouwe noch opgenomen endeontfangen tho hebbben van Paesschen ten Velthuijs, Greete eheluijden desomma van hondert daelers ad 30 stuvers hett stucke, waer vooren gl.eheluijden, den geroerten Paesschen ende sijn huijsvrouwe voerden pensionder geroerte 100 daelers verwilkoeren, datt Paesschen ofte de sijnen jaerlijckxsollen moegen uuijttnemen van gl. Frerix landt, gelegen op Kuninx kamp sijndeomtrent een halff mudde geseijs, ende schietende aen Geert Severinxlanderijen, de derde gerve, vant gene soo gl. comparant Frerix daer op mochteseijen, ende sulx ses naerden anderen volgende jaeren

243

175

welcke anfanck wert nemende op Jacobi nu thocommende, dan sooondertusschen vorschr Paeschen ten Velthuijs de gl. ses jaeren niet wildeuuijttholden sall hem vrijstaen sulx t’doene, mits nochtans datt hij sall geholdenwesen die loese een halff jaer tho bevoeren an tho kundigen, welcke loesegeschiett sijnde, sall die gl. somma van 100 daelers op twee termijnen betaeltworden, nemptlijck [op Mi] op Jacobi d’eerste 50 daelers ende danderen 50 opMichaeli, daer nae volgende, Oock bij soo veren, den vorschr Frerix ende sijn huijsvrouwe datt gl. landtnaere 6. jaeren wilde verkopen, sollen gl. Paesschen daer tho die naestesijnen mits gevende de weerdije, als anderen {?} doen willenalles in amplissima? forma

Arendt ten Cinckhuijs wort geechent aen Colcker Geert, d’Heerssche thoLosser als oock Geert ten Cogenschott haere pande naer landtrechte

d’Raetsheer Antonio d’Broosma spreeckt aen Heijne Oosterbrock, in Lutta,voor twee gld. heerkommende van verkofte steen, versocht aeneijssenunge

Angeeijst ende niet gecompareert ergo contumax salva purga naer landtrechte

Erschennen Henricus Friso volmachtiger des cloosters tot Oldensell, endeheeft versocht op gedaene ende alhijr gerepeteerde 2e citatie, contra den E.Gerhardt Monnich als rentmr. van sijn Graeffl. Gen.

244

tot Stenforde datt deselve angeeijst ende niett erschijnende contumax verclaertende vande principael saecke versteecken mach worden, naer expressenlandtrechte, mett eijs van costen

Naer behooren angeeijst ende niett gecompareert erg contumax naerlandtrechte

Luijcken Arents tho Tillichte wort geechent aen Jorrijen Schulte wonachtich opde Borck Boeninge sijn pande naer landtrechte

Berendt Schassfort wort geechent aen Johan Roerinck tho Doeringe sijnpande naer landtrechte

[Idem wort geechent aen Johan ter Cliverick in Olden]

in de linker marge:

vacat.

176

Coop Peterinck inde Lutta wort geechent aende gemeene Doeringer buijrenhaer pande naer landtrechte

Lambert Nijenhuijs inde Lutta spreeckt aen Jan olde Spraeckstedde sooneinde Lutta voer 3 daelers van een verkoft peert heerkommende

Roloff Roesinck spreeckt aen Coop ter borch t’Hasseloo voor 2 daelers ende25 stuvers van verkofte rogge heerkommende, welcke rogge comparantRoesinck selve an gl. Coop gedaen

Bartolt Baterbas [wort gee] heeft nae paelrecht verkoft een cooperen kettelthobehoorende Coop ter Borch t’Hasselo, ingesett bij vorschr Baterbas voer 2gld. ende verblijft cooper

245

Erschennen Berendt Gorbertinck tHasselo, Trijne sijn huijsvrouwe, mett haerensoons Jan Gorbertinck ende bekanden voor haer ende haeren beijdenerffgenaemen schuldich tho sijn aen Hindrick Gerrijtsen tot Borne de sommavan hondert t’soeventich guldens, goede liquide ende bekande schult, waervoor sie comparanten den vorschr Hindrick [ {?} ] Gerritsen, int gebruijckgedaen hebben ende doen craft deses, seeckeren camp, genoempt denHuijsstedde, an Tanckinx hoff gelegen, in Hasseler {?} {?} {?} {?} denselven {?}camp te moegen genieten bouwen saijen ende meijen, voerde pension totprofijt des vorschr [Hindrick Gerritsen] 170 gld, soo lange de voorschrpenningen wederomme affgeloeset sollen sijn, met der condition, dat jegelijckepartije frij sall staen de loese een jaer tho voeren gerichtl. anthokundigen,gelaevende comparanten dit selve t’allen tijden t’willen staen wachten endewaeren {?} {?} {?} onder verbandt haerer aller goederen geeneuuijtbescheijden, soo beweechlijck als onbeweechlijck, ende haer plogesdeel[ende erffgerechticheijt] ende erffgerechticheijt, in meliori forma, t’welcke methandtastunge alsoo geschiet, cum sigello {?}

Noetgerichte

Anno 1633 den 4 Novembris Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bernardt KettwichHenricus Friso

Erschennen Egbert Tenckinck borgert der stadt Oldensell ende laett sich in alsborge, voer alsoo daene goeder, Seepe? Herinck {?} als de wed. Oedinxthobehoort, ende tot Losser gearresteert was van Brixen knecht? welckegoederen comparant Tenckinck hijr binnen Oldensell gelaevet tho leveren,ende niet van hijr tho verfoeren sonder consent des richters

177

Gelaevende sulx tho staen ende waehren, onder verbandt sijner goederen,sich deshalven desen gerichte submitterende, ende sijn borgerlijcke jus?renuncierende

246

Anno 1633 den 9 Novembris Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHindrick Molckenbuijr

in de linker marge:

solvit 12 st

Erschennen Berendt Cremer coster tot Borne verthonende seeckere volmachtvan Jorrijen Mentinck, Jenne sijn huijsvrouwe, ende Derck Eijlers Gertruijteheluijde, de dato den sesten Novembris deses jaers, voorden richter to BorneHerman Rammelman op comparant gepasseert, brederen inholts derselveralhijr van woorde tot woorde geprothocollierdt, ende heeft craft derselver uuijttgegaen gecedeert ende getransporteert gelijckhij doet mits desen, alsoo daene halve Monnegoers Maete, waer aff BerentkenArentsen d’ander helffte thobehoort, liggende inde Hasseler Broocke, [ende indesen] gerichte {?} nicht wijt van Borne, soo als? sijn voorschr principalen {?}aen E. Berent Hindricks? Willemtijen eheluijde, ende haere erff. ewelijck endeerffelijck verkoft hebben ende alnoch kummerfrij ende onbeswaert vercoopen,craft deses, ende datt tot profijt vande geroerde coperen, alles voerde sommavan penningen, welcke comparant in qualiteijjt vorschr becandevollencomentlijck aen sijn principaelen voldaen tho sijn, belovede derhalvendese tegenwoordigen uuijtganck ende verkoop vanden geroerde halve maetede gl. kooperen t’staen wachten ende waeren, oock tot allen tijden soo noodichhaerer vestenisse daer aff tho doene, buijten der cooperen schaede, onderverbintenisse sijnder principaelen roerlijcke onroerlijcke tegenwoordige endethocompstige goederen, geene uuijttbesondert, omme in cas van evictie sichdaer anne tho verhalen, neffens renunciatie naer rechte, in meliori forma, cum sigillo {?}

247

in de linker marge:

[debent?]

Is Erschennen Jan ten Bavell buijrrichter in Lutta, geassisteert mett Jan tenMonninckhoff, Hendrick Hanhoff, ende Jan Egberinck, alle buijren ende

178

ingesetenen der Lutter Marcke voorgeschr, ende hebben geconstitueert endevolmachtich gemaeckt, als sij doen craft deses, den E. ThomamSpangemaecker, omme [denselven] in [haeren] comparanten naemen, tegens HindrickHelmichs, t’Rijssen ende Hendrick Haxbergen tho Goor, als vermentearrestanten haer comparanten saecke te defenderen, t’andtwoorden, tedupliceren ende quadrupliceren, excipierende ende appellerende alle termijnent’respicieren ende veerders t’vervolgen, als sij constituanten selffst presentsijnde, doen sollen konnen oder moegen, [oock gelaevende] gelaevendet’selve voer goet t’holden ende ratificeren, als oock, ante actorum, [mitsbelovende] ende haeren geconstitueerde van alles t’indemniseren endeschaedeloos t’holden, onder verbant naer rechte daer tho staende, in melioriforma

Lambert Hassinck wort geechent aen Berendt Gorbertinck t’Hasselo sijn pandenaer landtrechte

Maurits Berentsen wort geechent aen Calvinck tho Doerige sijn pande naerlandtrechte

Jacop Hendrix wort geechent aen Wijcher Reijnerinck t’Hasselo sijn pandenaer landtrechte

Erschennen Bernardt ter Linde [als] verthonende seecker volmacht[iger] des E.Johan Hollender, gewesene rentmr. tot Saesfelt, onder d’handt ende segelunser stadt Oldensel den 18 Novembris. 1633 {?} comparant cum suisgepasseert, versoeckende datt den welled. Gestrengen, Gerhardt van Reedetot Saesfelt heer tot Herne, [als] in desen E. Gerichte sijnen domiciliumhebbende, als oock gecontraheert hebbende, tegens huijden aver 14 daegengecijtert moege werden, omme sonder vertoch naer landtrechte t’agnoseren,oder te diffiteren? sijn wolled. handt onder seecker rekenschap onderteeckentende daer beneffens antho hoeren wijderen eijs van rekenschap, bes heronoch niett affgehandelt ofte int liquide gestelt, omme deselve met comparantsprincipaelen t’liquideren, t’welck vergundt

Citatio in forma hijr van gedepesschert

248

Erschennen [Luijcken] Lubbert ter Spraeckstedde, ende doet tegens alsulckeonbehoorlijcke pandtforderunge van Lambertt Sijrinck alias Cuijperpandtkeerunge, mitt versoeck van 14 daegen, omme alsdan alsucke goedereden van pantkerunge bij tho brengen, craft onses lofflijcken landtrechte,daermede hett E. Gerichte, goet contentement ofte genoegen sall hebben,ende daer bij bevinden, datt den pandteijsscher ongefundeert is, protesterende

179

inmiddels van alle onnodige costen, seggende comparant datt hem alsulckenbillich versoeck naer landtrechte niett kan verweijgert worden, daermedeniemandt baven rechte beswaert moege worden, protestando als voeren

Erschennen Jorrijen Schulten, ende [heeft pandtk] doet op alsoodaenependunge ende opbaedunge, van Jan Oelerkinck sijn gewesene dienstknecht,pandtkerunge, mett versoeck den tijt van 14 daegens, om alsdan goede redenvan pantkerunge bij tho brengen

Erschennen Geert ten Nijhuijs tho Lutteke Drijnen, ende Elsken eheluijde voerhaer ende haere erffg, gaen uuijtt ende doen vertichenisse, van haeranspraecke recht ende gerechticheijt soo sij aent erve Nijhijs tho Lutteke Drijnehebben, ewelijck erfflijck ende onwedderropelijck, sonder eenige contradictiehenverders, alles tot profijt ende erffl. behoeff Engbert Hegerinck Merrijken sijnhuijsvrouwe, ende haere erffg, ende sulx voer eene somma van penningen, diesich de {?} goede ende vollencomene betaelunge deden bedancken,gelaevende sulx als voorschr t’allen tijden t’holden, willen staen wachten endewaeren, onder verbant van alle hebbende ende vercrijgende goederen, geeneuuijtgesondert soo beweechlijck als onbeweechlijck, alles in meliori forma

Bernardt Kettwich wort geechent aen Cohorst tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

249

Jan ten Brinckhuijs wort geechent aen aenden Wicher Reijnert tho Hasselo sijnpande naer landtrechte

Idem spreeckt aen Johan Geerdinck tho Hasselo voor schult ad computum,van borchtal ende anders heerkommende

Dominus Everhardus a Marck canonicus, protesteert van nulliteijt uuijt naemenvan een Erw. Capittel deser Statt van alsoodaene sessie ende transport, alsGeert ten Nijhuijs tho Lutteke Drijne ende desselffs huijsvrouwe hebbengedaen van haere anspraecke ende erffgerechticheijt des voorschr ervesNijhuijs, [ten waere ofte] uuijt reden voorschr Nijhuijs aent vorschr Capittelschuldich is de somma van 60 dal. capitael, omtrent 2 jaer rente, als oock 60gl. soo vorschr heer Marck noch sijn resterende, ende aen Cort Berent thoBorne avergegeven? heft, versoeckende derhalven eerst betaelunge vanvoorgl. parcelen, eer dese cessie van weerden mach gekent worden

Lambert Gerrijtsen spreeckt aen Lubbert Wissinck tho Gammelke, voor 20daelers geleent gelt, ende van [sijn] comparants huijsvrouwe Lijsbett vanRanden heerkommende

180

Hille d’huijsvrouwe van Poolhindrick spreeckt aen Egbert Sijmerinck inBerchuijsen, voor 10 daelers heerkommende datt vorschr Sijmerinck borgegeworden is voor Lambert ter Caverick ende t’selve angelaevett tho betaelenals sijn eijgen proper schult

Wissinck tho Gammelke contra Lambert Gerritsen aengeeijst sijnde ende nietgecompaereert ergo contumax salva purga, naer landtrechte

250

Lambert Hendrickx nomine patris spreeckt aen Fenne Meijlinck voor 12 gld. 1½ st van verkoft laecken ende andere waeren herkommende

Idem spreeckt aen d’Compenije tho Saesfelt voer 38 stuvers van witt linnen,ende voer 7 schepell roggen, van pacht heerkommende, soo die vrouwe vanSaesfelt comparant avergewesen

Borgermr. Geert Helmichs wort geechent aen Johan Egbertinck t’Hasselo sijnpande naer landtrechte

[Wermel Smitt tho] Wermel Smitt tho Losser spreeckt aen Jan Buijrrichters thoLosser voor 10 daelers, heerkommende van een verkoft peert

Jan Crabbe nomine [ Rover][ Lambert] Berendt Ophoff wort geechent aenLambert Roever in Lutta sijn pande naer landtrechte

Citatio den 11 9bris in forma aen Baron d’Ketteler gedepesschert vide prothocollo wegen Juffer Agnes Benninga

251

Anno 1633 den 16 Novembris Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bernardt KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen Cock Aelbert t’Weerselo ende dient in anttwoort contra Wolter tenWestenaegell, bitt als daerinne met versoecke t’selve wederomme te moegennemen omme t’ {?} , twelck vergunt

Erschennen Johan Frerix t’Weerselo, Gese eheluijden, ende bekennenopgenomen ende ontfangen t’hebben van Paesschen ten Velthuijs Greeteeheluijden de somma van vijffentwintich daelers ad 30 stuvers t’stucke, endedoett gl. Frerix den geroerten Paesschen in pandtschap seecker halve gaerdengelegen tendes Albert Heerinx landerijen, omme d’selve voer de pension der

181

geroerte 25 daelers t’gebruijcken, daer tho [met den bescheide] datt {?}comparant Frerickx jaerlijks opden halven gaerden sall leveren een goettvoerder mesde loese averst partijen voerbeholdende, wanner d’een d’ander deselve eenhalff jaer tho bevoerens gerichtelijck sall angekundicht hebben Gelaevende comparant sulx t’staen ende waeren onder verbant vorschr halvengaerden in meliori forma

Erschennen Dr. Huijsken nomine Mr. Balthasar uff den Berge, reproducerendedie citatie waer doer den E. Henrich Hollinck amptman tho Laege is gecijtertomme voergaende contumacie tegens huijden noch is purgerende, verwachtettderhalven citerens comparitie, bij faute van dien versocht comparant datt naedien op indienent des replicx gecijteerde contumax is

252

geweest ende ten overvloedt gecijteert is, omme op den maentlijcksten dachalnoch opt replick voorschr tho dupliceren, deselve averst post caram mensisavermaels contumax verbleven ende wederomme ten avervloedt tegenshuijden gecijteert sijnde alnoch in contumaciam {?} , datt hett proces voorschrin contumacie des amptmans moege geslaeten ende ter beleringe gesondenwerden

Gijsselman in Lutta exhibeeert contra refutationschrift tegens ThomamSpangemaecker nomine {?} {?}

Spangemaecker gesubstitueerde volmachtiger Albert Jansen tho Hengeloversocht copiam ende tijt van een maent

Maurtis Berentsen heeft nae paelrecht verkoft een swarte koo thobehoorendeJan Calvinck tho Doeringe ingesett bij voorschr comparant voor vijff daelersende verblijft cooper

Jan ten Brinckhuijs t’Hengelo doet sijn verwin op Jan Geerdinck tho Hasselovermoege d’anspraecke voor 8 daegen geschiet

Erschennen Johan Valkenhaer in Lutta ende Fenne sijnen huijsvrouwe,bekennende ende opgenamen ende ontfangen tho hebben van BertoltBaterbas unde Geese sijn huijsvrouwe, de somma van vijfftich daelers, ad 30stuvers het stucke, welcke penningen voorschr comparanten hebbengeimploijeert ende angewent tot afflossunge eener obligatie vandeBuijrrichtersche inde Lutte, voor welcke somma gl. Valkenhaer gelaevet jaerlix

253

182

ende alle jaer ter pension t’betaelen 3 dergelijcke daelers, waer van d’eerstepension sall verschijnen op lechtmes Anno 1635 ende sulx tot tijt der afflosse,soo partijen sollen vrijstaen t’moegen doen wanneer t’selve een halff jaer thobevoerens wordt gerichtl. angedaen, gelaevende gl. comparanten sulx t’staenende waeren naer landtrechte onder verbant [sijn] haere aller goederen geeneuuijtbesondert, als oock haer kotterstedde Valkenhaer in Lutta mett bijliggendelanderijen, omme daer an sijn schaede soo well hoevett somma als pension temoegen verhaelen, in meliori forma

Erschennen Wolter ten Westenaegell secht tegens die schrifturen, doer CockAlbert alhijr geexhibeert, doch wederomme tot sich genomen, niettt’accepteren ten sij gl. Kock Albert soo daene stucke voerden negestenrechtdach sall geholden sijn in tho leveren, als oock die dree versochteuuijttstellunge, de costen deses sollen gerefundeert sijn, sulx geschiet sijndeversocht comparant copije vanden gl. schrifturen, mett tijt totten eerstenrechtdach post nativitatam Christi, ende bij faute van voldoenunge als verhaelt,[datt alsdan] datt Cock Aelbert in sulcken vall [nu alsdan] nu alsdan, ende danals nu voer contumax behoort verclaert te worden, protesterende vande costen

in de linker marge:

nihil solvitis worden verdraegen

[Erschennen Jr. Gerhardt Voett ter Boegelscamp ende reproduceert? tegensDubbelman ende Hassinck seeckere sententie den 12 Maij anno 1632,tusschen partijen gepro[duceert]nunciert bij welcke gl. Dubbelman endeHassinck gecondemneert sijn tho betaelen seecker vercken, soo ofte insulcken valoer als hij comparant middel eedes soll willen beduijren, t’selve doeter tijt weert geweest sijnde soo niet? desen prijseert? ad 15 slechte daelerswillich t’selve also tot voldoeninge gl. sententie middel edes t’bevestigen,versoeckende daer tho parte adversa presente geadmiteert t’worden, ende gl.gedaegede t’basten? nae gedaenen eedt hem comparant deselve 15 daelerstho betaelen, cum expensis executionis, bij faute van betaelunge anpendunge

254

Arent Wenninck spreeckt aen Arent Suchtuijn tho Doeringe voor anderhalffschepel haever, item voort gene gl. Arentt Wenninx int schutten sijner peerdeheeft tot Ommen moeten betaelen, waer bij gl. Suchtuijns peerde gewesenende datt deselve sijn quota daer van an gl. Wenninck moege voldoen

Suchtuijn ontkendt d’voorschr anspraecke, dan kent vorschr Wenninck eenschepell haever, secht van geen schutten t’weten, ofte sulx sall hem moetenbewesen worden

183

Nootgerichte

Anno 1633 den 21 NovembrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bernardt Kettwich Hendrick Molkenbuijr

in de linker marge:

debet et mihi?

Erschennen Colck Geert, Flakesbecke, d’borgeren Heersche ende JochemRobertinck, t’samen van Losser, geassisteert met Licent. Tongeren, endedienen inne tot justificatie van hun gebedene ende erholdene arrest, opseecker coopmans goet, Willem ende Jan Oedinckx t’Munster thobehoorende,tegens de voorgl. beide Oederix, versoeckende als daer inne, ende dattdeselve moege ingeeijst worden, omme daerop t’andtwoorden bij gebreck vansulx t’doene contumaciam

in de linker marge:

sol. 12 st

Willem ende Jan Oedinck versoecken copiam ende tijt [van] van [ {?} ] achtedaegen anfanck nemende thocommende saterdach

255

in de linker marge:

solvit 12 st

Laetende voorts loco cautionis ten huijse van Lenert van Stendel vier [ {?} ]carteel traens ijeder carteel geestimeert op 70 gld. Item 2 ½ ahem roestolij, geestimeert op 100 daelers, maeckende t’samen 430gld. soo de arrestanten loco cautionis aengenomen mits datt deselve buijten haeren weeten?, uuijtt den arrest niet sollen verfoertworden, bes uuijttdracht der saecken, t’welcke Lenert van Stendel sallangekundigett worden, omme sich daer nae t’reguleren, t’selve alsoo gerichtl.hem tho weten gedaen is

in de linker marge:

sol. 12 st. Eodem

184

Erschennen Willem ende Jan Oedinck, ende heft tott sijnen volmachtigergestelt, wie hij doet craft deses den E. Licent. Oelen, ende Bernardt ter Lindeomme voor comparant dese saecke als voorschr tegens Colck GeertFlakesbecke cum suis voer te reden ende t’defenderen, ende alles t’laeten,t’doen, sampt ende bijsonder, ofte gemelte constituant selffs present waer,doen mochte, gelaevende t’holden voer goet ende van weerden watt bij gl.volmachtigers respective hijr inne mochte gedaen werden, [als oock contra {?}{?} ]van alles t’indemniseren, in meliori forma

in de linker marge:

waer voer oock de gl. goederen verhijpothiseert sijn

256

Anno 1633 den 13 NovembrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Hindrick Geerdinck spreeckt aen Johan Lottgerinck tho Hasselo voer 33 ½daelers, van een verkoft peert heerkommende, versocht aeneijssunge, bijgebreck van comparitie verwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Berendt Hindrickxsen tho Borne wort geechent aen Berendt Gorbert, Coop terBorch t’Hasselo ende Jan Rijckerinck t’Dhoeringe? haere pande naerlandtrechte

[Erschennen Johan ten Vaerwijck]

Lambert Hendrickx nomine patris doet sijn verwin op Compenije tho Saesfeltvermoege d’anspraecke voer 14 daege geschiet

in de linker marge:

vacat

[Idem doet sijn verwin op Fenne Meijlinck t’Dulder vermoege d’anspraeckevoer 14 daegen gedaen]

Geert Berens wort geechent aen Bruninck tho Lemselo sijn pande naerlandtrechte

185

Berendt Hassinck spreeckt aen Gorbert t’Hasselo voer 50 daelers samptverloopene rente, ende 6 stuck cramholts

Vocatus et non comparuit ergo contumax

257

Erschennen Geert ter Haer t’Lemselo Trijne eheluijden, bekennen opgenomenende ontfangen tho hebben van Lambert Leeuwericx Trijne eheluijde haerebeijde erffgenaemen ofte den trouwen holder deses de somma van[negenhondert dree ende t’sestich] duijsent daelers ad 30 stuvers hett stucke,waermede comparanten voorschr angecoft hebben de landerijen opde Haergelegen, in marcke Lemselo?Gelaevende jaerlijckx ende alle jaer op Maij van de geroerte 1000 daelers terpension t’betaelen vantt hondert vijff dergelijcke daelers, waer van d’eerstepension sall verschijnen op maij nu thocommende 1634 ende sulx tot tijt deraffloese, die mits desen den gl. rentgever wort voerbeholden, wanneer d’loeseeen halff jaer tho befoerens gerichtlijck wort angekundiget, ende alleachterstendige pensionen betaelt sollen sijn, alles mett conditie soo de loesevorschr alsdan wort gedaen, sollen gl. 1000 daelers op vier naerden anderenjaeren moeten betaelt worden, tho weeten ijeder termijn250 daelers, endegelaevende voorschr eheluijden sulx t’staen ende waeren onder {?} verbanthaere goederen genompt d’landerijen opde Haer als oock haere anderegoederen, geene uuijtbescheijden, waeranne gl. Leeuwerix Lambert ende sijnemedebeschr sollen vrijstaen haer hijr bij lijdende schaede t’verhaelen, alles inmeliori forma

Erschennen Bernardt ter Linde als volmachtiger des e. Johan Hollendersexhibeert sijn claechlibel met bijgevoechde stucken tegens den wolledelengestrengen Gerhardt de Reede, heer tot Herne ende Saesfelt, versoeckendeals bij conclusie der anpsraecke versocht is worden, versoeckende dattavermits hett concept noch niett geheel mundeert is, t’selve voort aenmundeert ende articuleert moege worden

Thomas Spangemaecker volmachtiger des heeren van Rede bavengl.versocht copiam vanden anspraecke ende vande noedige stucken daer bijgevoecht, ende tijt van 2 maendt

258

Erschennen Lic. Oelen nomine Jorrijen Schulte ende secht tot reden vanpantkerunge tegens [Hendrick] Jan Olerkinck datt hij hem oerbedich omme thobetaelen sijn verdiende loon, als een boumeister, mits datt comparant JorrijenSchulte hengestalt? moege worden, alle hett geene hij Oelerkinck als eenboumeister aen schuppen haeken, greepen, [wederomme restitueren sall,

186

gelijck hij deselve] al t’gene hem avergelevert ontfangen, sonder eenigeconniventie? twelcke geschiet sijnde, werdt heren? hem sijn loon niettverweijget worden, sustinerende hijr mede nae rechte t’konnen bestaen,overleggende tot dien eijnde seecker aentekeninge

Poolhendrick wort geechent aen aen Egbert Sijmerinck in Berchuijsen sijnpande naer landtrechte

Thomas Spangemaecker volmachtiger des wolled. Gestr. Reijner van Raesfeltheer tot Middachten, wort geechent naer voorgaende anpendunge endeopbaedunge aen alle mobile goederen ende gewas op den lande sijnde endemoegende comen, opt erve ende goet Welpelo [sijnde] {?}, craft seeckersententie in dese saecke hijr bevoerens ergangen, diemen in cas van oppositiehijr bij bedinget

Jan Oelerinck [geass]persisteert bij sijne gedaene pendunge endeopbaedunge voer sijn verdiende loon, soo in confessa, versocht aversulxbetaelunge [van sulx] ende aeneijchnunge sonder tho letten? op de pretensereconventie, soo alhijr nae landtrechte geen plaets heeft, praesentia in causaliquida, ontkennende well expresselijck alle hett genige van gl. Jorrijen Schulte,tegens hem geallegeert ende geschreven, daer van pandteijssche copiamversocht ende sich presenteert rechtens, protesterende expresselijck de iniurijs{?} scripta {?} omme t’doen naer raede

Jorrijen Schulte begeert copiam ad contra ende tijt van dree weecken

259

Berent Schassfort inde Lutta doet sijn verwin op Sanderman oock in Luttavermoege d’anspraecke den 14 September lestleden gepasseert

in de linker marge:

[debet 12 st]

Erschennen den woll ed. Gestrengen Gerhardt van Reede tho Saesfelt heertho Heerne, ende heeft geconstitueert, ende volmachtig gemaeckt, so als hijdoet craft deses den E. Thomam Spangemaecker ende Gerhardt Tenckinck,separatim ofte coniuncti in haeres E. heeren constituants naeme voerdenlandtgerichte van [Olden] Rijssen, sijne saecke tegens die oock wolled. veelehrende doegentrijcke Jr. Anna Maria van Renesse t’vertreden, ende alletermijnen t’respicieren t’antwoorden, repliceren, dupliceren, tripliceren,quadrupliceren, tam aijendi? quam defendendi, voerders daer inne t’doen endet’laeten offte d’heeren constituant selffs present sijnde doen konde oftemochte, gelaevende van weerden tho holden, watt bij geconstitueerden hijr

187

inne gedaen mochte worden, ende van alles t’indemniseren, onder verbantdaer tho staende, ratificerende oock t’geene doer gl. Spangemaecker indesesaecke tho bevoerens is gedaen

in de linker marge:

pauper

Erschennen Swenne Wissinckster tho Gammelke geassisteert met Jan Cuijpert’Hasselo, haer in dese saecke gecoren ende gerichtl. thogealetene mombaerbekent liquider schult schuldich tho sijn aen Jan Lubberts de somma vanviertich guldens, gelaevet deselve an geroerten Jan Lubberts op thocommendeJacobi tho betaelen, onder verbant seecker stucke [roggen] gewas van omtrenteen mudde geseijs geheten de Corte Bree, waeranne hem sall vrijstaen bijfaute van misbetaelunge op tijt vorschr sijn schaede [daer anne] t’verhaelen

260

Erschennen Lubbert Wissinck tho Gammelcke bekent opgenomen endeontfangen tho hebben van Jan Lubberts de somma van 18 daelers,heerkommende van Hille Rijckerinck tho Doeringe, gelaevet deselve op Jacobinu thocommende sonder faute t’restitueeren, Stellende bij faute van sulx, den geroerten Jan Lubberts tot een speciaelhijpotheeck seecker stucke roggen gewas geheeten hett Slach van 2 muddegeseijs, waer [anne] van gl. Jan Lubberts bij faute der misbetaelunge sallmoegen betaelt maecken

Anno 1633 den 30 Novembris Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHenrich Molkenbuijr

Albert ten Segger heeft nae paelrecht verkoft een roode ruijne, mett een bruijnblest foelken ende eene groete swarte bleerde koo thobehoorende Gorbert thoHasselo ingesett bij vorschr comparant voer 42 daelers 15 st, ende verblijftcooper, welcke geroerden ruijn, foelken ende koo gl. vercooper aen geroertenGorbert is leenende den tijt van dree maenden, mett conditie datt geroertevercooper deselve alsdan wederomme mach tot sich nemen sonder eenigewijdere besperunge

in de linker marge:

solvit 12 st

188

Bernardt ter Linde als volmachtiger Willem ende Jan Oedinck borger totMunster, dient in sijn anttwoort, contra Colck Geert, d’Heersche, Flakessbecketho Losser cum suis, versocht wie daerinne [so heft Berardt ter Linde t’selve weder tho rugge genomen]

Henrich ter Horst, nomine Jr. Bernhardt Rammelman wort geechent aen CoopArninckhoff sijn pande naer landtrechte

261

Fenneken wed. ter Steenbecke wort geechent aen Lambert jonge Dalhuijs indeLutta sijn pande naer landtrechte

Erschennen Bernardt ter Westrick geassisteert mett Adriaen Hampsinck endespreeckt aen Meijer Jan inde Lutta voerde somma van 24 daelers omme bijsittende gerichte betaelunge te doen ofte t’bewijsen volgens sijn eegen handtofte handteeckenungedeselve t’kennen ofte t’ontkennen, bekent alsoo sijn handt ofte handtmerck

in de linker marge:

d’obligatie aen Berent? ter Westrick den 22 Martij 1634 gerestitueert

in de linker marge:

deb et mihi?

Meijer versocht copiam ende tijt ad 1 post ferias

Arendt Huijskens wort geechent aen Egbert Volckerinck sijn pande naerlandtrechte

Olde Haeckenberch wort geechent aen Jan Bennicker inde Lutta sijn pandenaer landtrechte

Op de uuijttgangene? citatie aenden [Adriaen van Twickel als] volmachtiger Jr.Johan van Twickelo, is erschennen Geesen huijsvrouwe van Jorrien Schultegeassisteert met Thomam Spangemaecker, haer hijr inne tho gelatenmombaer ende heeft als pachter gl. Twickelo al angelaevet als haer eegenprooper schult tho betalen alsulcke 34 rijxdaelers und? 4 stuvers, als gl.Twickelo bij oblitagie vanden 30 7bris 1630 aen Jacob Oosterwijck ende GeertWillems bekent schuldich tho sijn ende datt de helffte op middewinter d’anderhelfte op Paesschen thocommende onfeijlbaer bij poene van pendunge mettde gedaene gerichtscosten, soo gl. Jacob Oesterwijck heft angewent

189

Thomas Spangemaecker geassisteert met de huijsvrouwe van Jorrijn Schultespreeckt aen Johan Visscherman in Boeninge voer betaelunge van 18 daler 6st. heerkommende van landthuijr

Visscherman versocht copiam ende tijt [van] ad 1 post ferias

in de linker marge:

debent

Colck Geert d’Heersche cum suis versoecken copiam van Willem ende JanOedinx antwoort ende tijt van 8 daegen

262

Anno 1633 den 7 xbrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bernardt KettwichHindrick Molkenbuijr

in de linker marge:

debentet mihi?

Colck Geert {?} cum suis exhiberen replicam contra Willem ende JohanOedinck, mett 2 bijgevoechde attestatien versoeckende wie daerinne

Bernardt ter Linde volmachtiger Jan ende Willem Oedinckx versocht copiamende tijt ad 1 post ferias

Gregorio de Lagatta wort geechent aen Olde Valenbroeck tho Hasselo sijnpande naer landtrechte

in de linker marge:

debet et mihi?

Geert ten Winckel nomine sijner huijsvrouwen moder de wed. Palte wortgeechent aen Dubbelman tho Boeninge sijn pande naer landtrechte

Jenne Mensinck spreeckt aen Johan Hersmolle tho Rossum voor 15 daelersheerkommende van een verkoft beeste

190

Jan Rammelman spreeckt aen Egbert Braeckman? tho Hasselo voer 26daelers van een verkoft peert heerkommende

Johan Hersmolle kent vorschr Jenne Mensinck 12 daelers schult, sechtveerders datt sij meer als dree dubbelt pension vanden 3 daelers genooten,versocht deshalven tijt ad 1 post ferias

Tonnis Bulsinck wort geechent aen aenden Heersche tho Losser sijn pandenaer landtrechte

263

Borgermr. Gerhardt Helmichs wort geechent aen Heijne Oostenbroock in Luttasijn pande naer landtrechte

in de linker marge:

deb. et mihiet null?

Erschennen Thomas Spangemaecker gesubstitueerde Bernardt Becker,principael volmachtiger vande wolled. ehrende deugentrijcke J. Agnes vanBenninga, gebooren dochter van Trimmersum?, ende reproduceert sijn voordesen ergangene citatie aenden heeren Barons Jan frijheer von Kettler sijn {?}tot Schuttrop residerende, ende lecht aver justificatie sijner gedaene arresten,bitt inholts onder eijs van costen {?} {?}

Lic. Tongeren uuijtt naemen des hern Baron van Kettler versocht copiam endetijt van twee maenden, ob notoriam, {?} {?} absentiani?, onder protestatie denon censentiendo? in hanc iuriedictionem, nisi quatern. et in quantum,exceptionibus {?} salvi

Luijtenandt Baterbas, heeft nae paelrecht verkoft een grauwe ruijnthobehoorende Egbert ter Borch, ingesett bij voorschr comparant voor 12daelers ende verblijft cooperen

Anno 1633 den 14 decembrisJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

d’Heer Raetsheer Antonio d’Brosma wort geechent aen Heijne Oosterbroock inLutta sijn pande naer landtrechte

191

264

Jan ten Broocke wort geechent aen Gert Hoffstedde inde Westrijck sijn pandenaer landtrechte

Erschennen Thomas Spangemaecker gesubstitueerde volmachtiger vanGreetken Everdinx ende lecht aver triplicam ende finale conclusion, contra JanGijsselman, bidt als daer inne

Gijsselman versocht copiam ende tijt ad primam post ferias

Arendt Leerkote tho Doeringe spreeckt aen de gemeene buijren van Doeringevoor dertich daelers, heerkommende datt vorschr comparant hadde gecoftvande gl. buijren seecker stucke lants, ende betaelen t’welcke sij luijden nietgelevert, versocht derhalven betaelunge van voorgl. 30 daelers, samptinteresse bij voorschr vercoop ende niet gelevert geleden

in de linker marge:

solvit 12 st

Erschennen Lambert ten Ophuijs in Lutta ende Aele sijn huijsvrouwe,bekenden voor haer erffgl opgenomen ende ontfangen tho hebben van Jorrijnvanden Berge Jenne eheluijden de somma van hondert Carols guldens ad 20stuvers t’stucke, welcke gl. penningen comparanten angewent hebben totreparatie haerers huijs, als oock tot betaelunge haerer pacht soo sij luijden aenhaer heerschap ten achteren werenEnde doet voorschr Ophuijs den geroerten Jorrijen int gebruijck seecker tweestucke lants, [heet]

265

geheeten de Hilligen Pael stucken van omtrent 3 schepel geseijs, ommed’selve voer de pension der geroerte somma jaerlijx t’gebruijckenMet conditie datt gl. Ophuijs, [hett] de geroerte landerijen jaerlijx sall bouwenende eggen, ende alle dree jaeren messen, dan gl. Jorrijen sall jaerlijx hetseijel saett daer op leveren, ende sulx tot tijt der affloesse, die mits desenpartijen sall vrijstaen t’moegen doen wanneer d’selve een halff jaer bevorensgerichtlijck sall angekundiget worden, gelaevende sulx t’staen wachten endewaeren onder verbant sijner aller goederen ende plogesdelen, geeneuuijttgesondert in optima forma

Kotten Hendrick tho Borne spreeckt aen Jan opt Groothuijs tho Gammelkevoer 35 gld. 2. stuvers veerders ad computum, van verkofte laeckenheerkommende

192

Idem spreeckt aen Jan ten Brinckhuijs tho Doeringe voor 9 gld 12 st. ende dattmen hem wijders vermoegen sijn schultboock kan berekenen

Jan {?} nomine de wed. Palten tot Oetmersen heeft nae paelrecht verkofteenen roeden ruijn thobehoerende Dubbelman t’Boeninge, ingesett bijvoorschr comparant voer 12 daelers, ende verblijft cooper

Gerrijt Tonnissen ten Kotte spreeckt aen Berendt Gorbertinck t’Hasselo voor53 daelers 17 stuvers ad computum

266

Dominus Teodorus de Vreede wort geechent aen Johan Hersmolle thoRossum sijn pande naer landtrechte

Gerrijt Nijterts nomine Plechelm Nijterts wort geechent aen Deterts thoDoeringe sijn pande naer landtrechte

Erschennen Johan Oelerinck tegens Jorrijen Schulten ende secht datt hijverstaen heeft datt gl. Jorrijen Schulte bij den substitueerde richtergedeponeert tot betaelunge van sijn verdeende loon 17 gld. 2 st. daer van hemnochtans competeert 20 gld, sonder t’schaedegelt, sich bedragende mett sijnsteege ende wegen aen verteeringe, als oock ander gerichtl. costen vanadvocaten over de 28 guldens, op welcke pennungen gl. Schulten arrestgedaen heeft, daer van hij expresselijck protesteert, ende versocht datt hemcomparant de penninge onder cautie naer landtrechte moegen gevolgettworden, sisterende tot dien eijnde Jan Lubbers die sich daer voor [nae] endewatt gl. Schulte op comparant met rechte winnen kan, voor borge ingelaeten,cum submissione, daer tho staende, alles in presentie ThomasSpangemaecker als volmachtiger Schulte, d’welcke ditt pro confessoangenomen

Jan Bouwmr, nomine de wed. Steenbecke heeft nae paelrecht verkoft eenswaert bonte stercke thobehorende Lambert jonge Dalhuijs in Lutta ingeset bijcomparant voor vijff daelers ende verblijft cooper

267

Noodtg.

Anno 1634 den 3 januarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bernardt KettwichEvers? Lutter

193

in de linker marge:

solvit 30 st

Erschennen Willem Oedinck coopman tho Munster ende heeft tot relaxatiealhijr liggende guijder ten huijse van Leenert van Stendel, soo geestimeertbijden gerichte mett? tho Doeringe, vande geenige soo daer van wetenschapende verstandt hadden, ten somma van 430 gld. ad 20 st t’stucke, soo ColckGeert cum suis hijr hadden doen arresteren ende haer anspraecke daeropgedaen, tot borge gestelt voerde vorschr guderen, den E. Johan Pott amptmander pravestijn binnen Oldensell, soo sich als borge daer voer ingelaeten, desengerichte gesubmitteert ende sijn {?} goderen [ {?} {?} ] derhalven sijnborgerlijcke jus renuncierende, ende sulx als principael omme daer an thoverhaelen ter sommen als vorschr , t’genige hun arrestanten met rechte sallthogekent worden,Waerentegen Hindrick Geerlichs borgermr tho Northoorn diesen gerichte sichoock gesubmitteert hebbende, ende voor vorschr Jan Pott waerborgegeworden, omme deselve in alles t’guaranderen ende schaedeloos t’holdenonder verbant sijner soo beweechlijcken als onbeweechlijcken goederen, waerende in watt lande deselve mochten gelegen sijn, als oock sijn persoon, ommesich daer anne schaedeloos t’moegen verhalen,Waerentegens wederumme vorschr Willem Oedinck soo den borgen als oockden waerborgen vorschr oock belaevet heeft schaedelos tho holden ende vanalles t’indemniseren, alles onder verbant sijner persoon ende goederen,beweechlick ende onbeweechlijck geene uuijtbesondert, in watt plaetsen oftelanden, deselve moegen sijn, ende bevonden worden omme sich daerannet’moegen verhaelen, sonder eenige contradictie ofte {?}

268

Anno 1634 den 4 Januarijeersten rechtdach naer kersmissenJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Willem Oedinck versocht uuijttstell den tijt van 8 daegen, contra Colck Geertt’Losser cum suis, ter cause hij eenige contschappen moet doen produceren,wort vergunt mits betaelende an wederpart de dages costen

Jenne Mensinck geassisteert mett haer eheman Egbert Mensinck doet haerverwin op Hersmolle tho Rossum vermoege d’anspraecke den 7 decembrisgeschiett

194

Luijtenandt Baterbas wort geechent aen Jan Raettgerinck t’Rossum sijn pandenaer landtrechte

Kerst Hillegolt wort geechent aen Berent Gorbert t’Hasselo sijn pande naerlandtrechte

Geert Frerickxsen wort geechent aen Arent inde Elsmers sijn pande naerlandtrechte

Geert Berentsen wort geechent aen Bentman t’Losser sijn pande naerlandtrechte

Anno 1634 den 11 JanuarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHindrick Molkenbuijr

Berendt ter Linde als volmachtiger Willem Oedinck versocht uuijttstell den tijtvan 14 daegen, contra Colck Geert, d’Heersche tho Losser, cum suis, tercause comparant seeckere contschappen voorde magistraet van oldensellmoet doen produceren, [salvi] wort vergunt, salvis expensis huius

269

in de linker marge:

deb. Spangemakeret mili?

Jorrijen Schulte per Thomam Spangemaecker doet sijn verwin op Visschermant’Boeninge vermoege d’anspraecke den 30 9bris geschiett

Wolter ten Westenagel versocht vant exceptionael anttwoort doer Cock Albertdem 16. gl. ingedient, copiam, ende tijt van 14 daegen, mitt expressenbedingh, datt de costen van partijen genomene uuijttstellunge, [eersten] sollengerefundeert worden

d’Provisoeren des Gasthuijses binnen Delden doen aenechenunge perThomam Spangemaecker aen Bruninck tho Lemselo sijn pande naerlandtrechte

Hindrick ter Horst nomine Herman Rammelman dient in protestatie endeversoeck van panttsterckunge contra Coop ten Arninckhoff, mett versoeck datthett e. gerichte wille geleven tegens ankommende geensdach een pander

195

t’gestaeden, dieselvige mach gemainteneert worden, omme alsdan pande vanArninkhoff tho haelen, waertegens men in geender weerden ett was accepteert

Rodolph Helmichs wort geechent aen Schopman tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Gregorio de Lagatta wort geechent aen Wessell ten Holthuijs sijn pande naerlandtrechte

Dominus Bernardus ab Heijden wort geechent aen Spraeckstedde inde Luttasijn pande naer landtrechte

270

Anno 1634 den 18 JanuarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

in de linker marge:

{?}

Erschennen Hendrick Wijfferinck frij ende ongetrout sijnde, ende oock den tijtsijnes levents altoos gewoont heeft {?} als hij tegenwoordich noch is wonendebij sijn suster Hermken, ende [op] nu tot sijn hoegen olderdom geraeckt endegekommen, gaet uuijtt ende doet updracht aen sijn voorgl. suster, ende haertwee kinderen, genoempt Luijcken ende Geese, alles sijn hebbende endethocommende goederen gelegen inden gerichte Oldensel, in buijrschapDoeringe nichts uuijttbesondert roerende als onroerende soo bouwlanden alshoijlanden huse hoff [ende datt ter] ende in maenieren als voorschr comparantmett sijn suster deselve heeft angecoft, ende angewonnen, dewijle dan nucomparant door sijn hoge olderdoom, sijn kost niet kan gewinnen, soogelaeven bovengl. suster ende desselven kinderen hem comparant den tijtsijns levens in cost cleder ende huijsfestunge naerberlijck? ende eerlijckt’onderholden des sollen voorschr suster ende kinderen mett sijne naerlatenschap [naer sijn]nu voort aen ende naer sijn doode, deselve moegen keeren ende wenden, tothaeren nuttesten profijte ende welgevallen, d’welcke als voorverhaelt gl. suster ende kinderen gelaeven vast tho achtervolgen, onder verbant daer tostaende, noch heeft voorschr Hendrick Wijfferinck gegeven ende gift craftdeses, aen sijn suster Fenne Wilthuijs de somma van thien daeler, welckethien dal. voergeroerte suster Hermeken ende desselven kinderen naer doodevan comparant aen voorschr Fenne Wilthuijs uuijtkeeren ende betaelen sollen

196

waermede? d’selve suster Fenne sall affstandt doen van geroerte comparantsgoederen, ende verders niet sall hebben tho pretenderen

in de linker marge:

staet in forma int reijne prothocol der uuijttgangen

271

Laurents Avescamp spreeckt aen Berendt Samelant tho Losser voer 29 gld.vor gehaelde bijren, ende verkofte roggen heerkommende, versocht aeness.

Erschennen Bernardt ter Linde als volmachtiger van Johan Hollendergewesene Rentmr tho Saesfelt ende secht datt huijden den termijns dach isdenende datt [d’heer van] den wolled. Gerhradt de Reede heer tho Herne endeSaesfelt, op die avergelechte anspraecke sall moegen antwoorden, versochtderwegen comparant nomine cui? principalis antwordt op d’ingelechte, ofte bijfaute van dien contumaciam, mits versoeck datt deselve oft sijnenvolmachtiger mach angeeijst worden, bij faute van uuijttblijven contumaciam

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte,versoeckende {?} 2dam citationis

Berent Samelant wegen Laurents Auskamp naer behoeren angeeijst ende nietgecompareert ergo contumax salva purga

Mre Hendrich Holts, wort geechent aen Visscherman tho Boeninge sijn pandenaer landtrechte

Arent Wenninck doet sijn verwin op Suchtuen tho Doeringe, vermoeged’anspraecke voer desen geschiett

Anno 1634 den 25 JanuarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

in de linker marge:

solvit 12 st

Erschennen Albert ter Avest alder? Nije Puntman in Lutta

272

197

caverende voor sijn huijsvrouwe Geese, bekende opgenomen ende ontfangentho hebben van Hendrick van Aken Gertruijt eheluijde ende haere beijde erffgofte {?} {?} holder desen de somma van twintich [car. gld] daelers ad 30 stt’stucke, voer welcke hoevetsomma geroerten Avest ofte Puntman angelaevet,jaerlix ende alle jaer op Michaeli aen gl. Aken ende sijne medebeschr terpension tho betaelen vijff oort dergelijcke daelers, waer van d’eerste pensionverschijnen sall op Michaeli nu thocommende Anno 1634 ende sulx tot tijt deraffloesse, die mits desen partijen sollen vrijstaen t’moegen doen, wanneerdeselve een halff jaer thobevoerens gerichtlijck wordt angekundiget, bij fautevan misbetaelunge doett gl. rentgever den rentheffer tot waeren underpandesetten, alle sijn levendige haeve ende vee, als oock t’gewas op d’landerijen,soo hij tegenwoordich is hebbende ende kumpstich vercrijgen mach, bes deraffloesse, in meliori forma

Hermen Hermensen tho Albergen spreeckt aen Hermen Groothuijs thoDoeringe voer de somma van twintich daelers, geleent gelt, ende een jaerrente vande vorschr somma

Gijsselman in Lutta exhibeert quadruplic contra Thomam Spangemaeckervolmachtiger Geertken Everdinckx

Hans Hollender nomine Patrocles Hollender wortt geechent aenden Fleer inLutta sijn pande naer landtrechte ende sulx voer pacht de gl. Schulte schuldichis aen sijn heerschap d’heer van Brandtlecht

273

Geert ter Hoffstedde inde Westrick spreeckt aen Bruninck tho Lemselo voer 10daelers ad computum van een verkofte koo heerkommende

Erschennen Wolter ten Westenagel in genomene termijn, ende exhibeert sijnexceptionael antwoordt op de pretense exceptie tegens Albert ten Grootenhuijsalias Cock Albert, ongefundeerte excipienten, bitt als daer inne mettaeneijssunge, bij gebreck van comparitie, versteeck van wijder inbrengens,ende contumatie

Erschennen Albert ten Wilthuijs, mett sijn huijsvrouwe Geertken, ende sechttegens huijden verdaecht te sijn van Fenne olde Wiltthuijster, staende alsoowacht ende waert anspraecke, ende bij gebreck desselven cost endeschaedeloese absolutie, onder expressen eijs van costen, mett aeneijssunge

Erschennen wed. salige Berent ten Wilthuijs tho Doeringe, geassisteert metthaer soone Hermen ende secht datt voerdesen Albert Wilthuijs in marckeDoeringe, ettelijcke huijse soeckunge gedaen heeft mett tho doen vantgerichte, ende [bij] van sommigen? huijse kommende heft gl. Albert Wilthuijs

198

gesecht ten? is om uwent wille niett tho doene, oock geene ander huijsendoorsocht, dan alleenich gl. wed. huijs, in allen hoecken, winckelen, lasten,kasten {?} {?} {?}, waer omme sij sustineert haer grootlijckx geiniuriert tho sijnwelcke iniurie sie niett wolde lijden omme [vee] 40 rijxdalers, bij aldien averstpartije advers sulx negeerden, willen gl. wed. annemen? sulx op partijencosten tho bewijsen, van den costen {?}

274

Ex adverso secht onschuldige beclaegede d’anspraecke gelijck deselveposeert t’ontkennen, ende oock naer landtrechte niet bewesen, nemende nietttho min pro confesso aen datt clegersche [selffs] judiciale heft bekent, in andermeer huijseren, als in clegeren huijs mett den gerichte huijs soeckengegedaen tho hebben, versoeckende alsoo nochmaels als vooren cost endeschaedeloose absolutiestellende

Erschennen Jan Bennicker in Lutta ende secht op alsoodaene pantforderungedoer Geert ten Haeckenberch in Lutta gedaen, hem niett schuldich tho sijn

Jan Keijser tho Oldensell spreeckt aen Sanderman in Lutta voer twaelffdaelers, geleent gelt

Erschennen Bernardt ter Linde als volmachtiger Willem Oedinck borgert totMunster, ende dient in duplijck {?} {?} documents, contra Colck Geert cumsuis, versocht wiedaer inne

in de linker marge:

deb. mihi? Staet Casparus t’vorderen?

In de linker marge:

debet et mihi?

Flakesbecke versocht copiam ende tijt van een maent

Arent Suchtuijn exhibeert anspraecke contra Ruhoff tho Hasselo bitt alsdaerinne, met versoeck datt hij deselve mach laeten munderen endeaeneijsunge bij gebreck van compareren verwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Ruhoff versocht copiam ende tijt van een maent

199

275

Anno 1634 den 1 FebruarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Geert Tonnissen wort geechent aen Berendt Gorbertinck t’Hasselo sijn pandenaer landtrechte

Erschennen Cock Albert tho Werselo, ende secht datt hij bij sijne voerigegenomene exceptie verblijft, vermenende daer mede naer rechte t’konnenbestaen, eensdeels, datt [hij] die vermeente cautie ipsa insio? soldegepresteert sijn, daer nochtans naer landtrechtens, datt geen cautie machgepresteert worden, nisi parta praesente, car? consentiente et accordante, nuis waer datt sulx niett geschien, ende alsoo ex isto capite de gepresteerdecautie vergevelich ende [onnodich], nuell, anderdeels datt oock die anleggerWolter ten Westenaegel sijner dochter man, geen permissu? bewijslicken heeftbij gebracht, sijn schoonvaeder alhijr in rechte te trecken, in onbevoechtersaecken als in sijn exceptional antwoordt te ersien ende van hem bijgebracht,istis sic praemissis, persisteert comparant Cock Albert bij sijn voerigenbijgebrachte exceptien, sonder daer van int geringhste resilierende?Versoeckende aver dese exceptien ten eersten declaratie van rechten, vanonpartijdissche rechtgeleerden, mitt reiectie vant geene, bij partie adversonbedachtelijcken solde bijgebracht sijn ofte moegen,Stellende, met expressen eijs van costen ten principael averst komende sallanlegger goede {?} wederhoeren?

Gregorio deLagatta wort geechent aen Ruhoff tho Hasselo sijn pande naerlandtrechte

276

Herman Kock wort geechent aen Egbert Monninck tho Doeringe sijn pandenaer landtrechte

Lucas ten Hanter Snijder wort geechent aen Spraeckstedde inde Lutta sijnpande naer landtrechte

Erschennen Bernardt ter Linde als volmachtiger Hans Hollender, ende sechtdatt als huijden vierthien daege gepasseert, den welled. Gerhardt de Rede totSaesfelt op de gedaene anspraecke van Hans Hollender, naer voorgaendecitatie, soll antworden ende d’selve niett gecompareert, sonder naergewoontlijcke landtrechtliche? recht angeeijsschet ende niett gecompareert,ingestalt datt deselve doenmaels naer dreer aeneeijssunge gecontumaciert

200

ende verwonnen unde d’wijle d’selve heer van Saesfelt als huijden opden 14dach sijn purga naer landtrechte niett bijgebracht, contendeert comparant dattdeselve van alle exceptica declinatoir als oock recousatoir? versteecken,versoeckende [datt] alsoo naer landtrechte 2am citationem voerde gebeuraenden wolled. Gerhardt van Reede sijn persoon, oft desselven besherogewoontlijcke woon plaetse omme wijders inder saecken te moegen verfaeren,daermede geen juditiam moege {?} worden, protesterende {?} costen {?} isverguntt naer landtrechte bij den gerichte

Erschennen Berendt Sijmerinck als gecijteert hebbende Lambert ter Caverickende Jan de Nije Keijser, omme bij sittende gerichte t’verklaeren ofte sie nietsoo daenige pennungen schuldich sijn, als d’oblig. verhaelt de dato 25 julij1632, versoeckende alsoo datt deselve angeeijst moegen worden, sinnendeselve voergl. persoonen erschenen

277

de becanden volgens voorgl. obligatie soo daene pennungen aen BerendtSijmerinck schuldich tho wesen, versocht derhalven comparant verwin opvorgl. persoon, welcke bijden gerichte is worden vergunt

Erschennen Thomas Spangemaecker ende exhibeert nomine JanKoijtenbrouwers designationes expensaria contra Gerrijt Nijters, bitt als daerinne, ende datt d’eene vorschr Nijters voerde gebeur moege geinsinueertworden, omme daerop naer landtrechte tho diminueren, bij versteeck vandiminutie

Lambert Muller spreeckt aen Bruninck tho Lemselo voor twee ende vijftichdaelers, hoevettsomma ende een jaer pension, van geleent gelt herkommende

[Thomas Spangemaecker] Jorrijen Schulte wonende op de Borchboeningenomine [Jan Koijtenbrouwer] heeft nae paelrecht verkoft twee swarte koone,thobehoorende Visscherman tho Boeninge, ingeset bij comparant voor 20daeler ende verblijft cooper

Idem Spangemaecker nomine Hans Hollender broder Trockel Hollender wortgeechent aen Reijmer tho Hasselo sijn pande naer landtrechte

Boldewijn Wijntijes wort geechent aen Geert Oedinck tho Lemselo sijn pandenaer landtrechte

in de linker marge:

solvit 12 st

201

Erschennen Johannes van Beverfoerde verthoenende seecker volmacht vandewoled. E. Juffer Kiliana van Brabecke wed. Beverfoerden, geassisteert mett[haer Er. Mombaren] Jr. Diderich van Nehem zu Nijderwerris hijr tho haerehde? gebedene ende thogelaetene mombaer, voor Johan Langen forstl.Richter unde Gogreff in undt ausserhalb Ahlen, den 10 Januarij 1634gepasseert ende uuijttgegaen, ende hijr volgens ten prothocolle geinfereert?,gaett uuijtt ende doet vertichenisse erff, ewelijck, onwederlosbaer

in de linker marge:

{?} {?} persoon {?} {?}

278

kummerfrij ende onbeswaert, sijner principalinnen eijgen thienden groff undesmall gaende avert erve Kemerinck, sijnde frij ende allodiael goet, indengerichte van Oldensel, buijrschap Dulder gelegen, tott erffl, ewelijck behoeffende profijt Willem Kemerinck als tegenwoordige meijer des voorschr erveKemerinck, Greetken sijn huijsvrouwe, ende haere beijde erffgenaemen, endesulx voer eene somma geldes die sich gl. volmachtiger nomine sui?principalinnen goeder ende vollencomene betaelunge deden bedancken, allesnochtans naer inholt voorgl. volmacht, wijlen averst voorgl. volmachtigervermoege daer inne verhaelte clausull alhijr naer landtrechte als? bestaen kan,als will deselve sich op naerdere volmacht beroopen hebben, welckeverthoende volmacht gl. volmachtiger wederomme tot sich genomen

in de linker marge:

solvit 12 st

Erschennen Claes ten Duvendael, Heijle eheluijden, bekenden {?} {?} dat sijvan slothienden ende andersins schuldich sijn aen Jr. Everhardt Bentinck thoBreckelenkamp de somma van sestich daelers, ende veerders ad computumvoer welcke somma geroerten comparant gl. Jr. tott waeren onderpande settettalle sijn levendige haeve, vee, goeder beweechlijck als onbeweechlijck geeneuuijttbesondert soo hij nu ter tijt is hebbende, ende kumpstich vercrijgenmochte, waer [anne] van gl. Jr. Bentinck sich sall tott allen tijden moegenbetaelt maecken

Geert Berentsen wort geechent aen Dijrsman tho Boeninge sijn pande naerlandtrechte

2 Citat. In forma aenden heer van Saesfelt, pro Hollender den 5. feb. gedepesscheert

202

279

Noetgerichte

Anno 1634 den 6 februarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichWerner ter Maete

Erschennen Johan Wijntijens ende heeft geexhibeert sijn libel met vierdocumenten sub {?} A.B.C. et D. tegens Jan Baegemaecker borger vanSchuttrop gearresteerde, versoeckende datt deselve geconstringeert machworden, daerop t’doene gelijck rechtens, ende bij faute van sulx naervoorgaende aeneijssunge gecontumacieert, neffens wijderen versoeck indenlibello gedaen mett eijs van costen

in de linker marge:

Debet {?} pauper

Jan Baegemaecker ontkent voorschr Jan Wijntijes die schult inde anspraeckegementioneert, secht dat hij daer van geen wetenschap is draegende, ende sijeen arm man, heeft oock niets omme tho leven als hij mett gaen endescholappen [tho] winnen, gelijck hij oock indesen gerichte sijn draegendebrieven? als een boode heft verthoont, stellende tot kentenisse des gerichts,mett eijs van costen ende relaxatie

Jan Wijntijens stelt de saecke oock tot kentenisse des gerichtes, mitt advijseenes onpartidischen rechtsgeleerden

Sententie gepronunceert

280

Anno 1634 den 8 februarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Erschennen Berent Tutthoff in Lutta, Geese sijn huijsvrouwe, bekentopgenomen ende ontfangen tho hebben van Hermen ten Molthoff, Geertkensijn huijsvrouwe ende haere beijde erffg de somma van tweende dertich daelerad 30 stuvers hett stucke, gelaevet dieselve thocommende Martini sondereenige faute an vorschr Molthoff ende sijne medebeschr t’restitueren, bij fautevan sulx setten gl. Tutthoff ende sijn huijsvrouwe den gedachten Molthoff tott

203

speciael onderpande sijn eijgen thobehorige twee koone, ende een stercke,sijnde swart bleert, [een] swart ende {?} bunt waeranne gl. Molthoff ofte desijne sall vrijstaen bij faute van betaelunge op tijt voorschr sijne hijr bijlijdendeschaede t’verhaelen

Stoffer Middach wort geechent aen Hermen Schopman tho Gammelke sijnpande naer landtrechte

Berent Hindricksen tho Borne heeft nae paelrecht verkoft twee stucken roggengewas, hett eene, geheeten hett Rott voert huijs, van omtrent twee muddegeseijs, ende t’ander genampt de Bree opden Nes, van omtrent 6 schepelgeseijs, welcke staelen hijr den gerichte verthoont, soo Hendrick Molkenbuijrende de huijsvrouwe van Gorbert selffs vant landt gecregen, ende gl. Gorberttho Hasselo thobehorende, ingeset bij vorschr Berendt Hendricksen ad 57 gld,ende verblijft cooper, op Jacobi deselve t’ geneten? , ofte hett gelt

281

Idem heeft nae paelrecht verkoft een stucke roggen gewas van omtrent eenmudde geseijs geheeten hett Nettel stucke tho behoorende Spraeckstedde inLutta, ingeset bij comparant voer 15 gld, ende verblijft cooper, naer landtrechtede loese vorbeholdende

Geert ten Kotte heeft nae paelrecht verkoft seecker stucke roggen gewasgeheten opt Rott naerde hegge van omtrent 5 schepel geseijs, tho behoorendeGorbert tho Hasselo, ingesett bij comparant op 15 daelers, ende verblijftcooperen voorbeholdende de loese naer landtrechte

Idem spreeckt aen Johan ten Brinckhuijs thoe Doeringe voor 40 daelers,heerkommende datt gl. Brinckhuijs aen comparant verkoft hadde seeckerstucke holts, waerop hij de gl. 40 daelers ontfangen dan niett gelevet, versochtderhalven oock vanden gl. somma rente

Polhendrick heeft nae paelrecht verkoft eene swarte bleerde koe thobehorendeLambert ter Caverick in Lutta, ingesett bij comparant voer 5 daelers, endeverblijft cooper

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender spreeckt aen deSchaelmester in Boeninge voor betaelunge van 16 ½ mudde roggen, edoch?{?} restende vande jaeren 26, 27 ende 28 verschenen aende amptsjufferendes Stifts Metelen, dewelcke vorschr Hollender daer voor voldaen heeft

Jorrijen Schulte wonachtich op de Borckboeninge, secht per ThomamSpangemaecker

204

282

tot reden van pantkerunge tegens sijnen olden knecht ofte desselvenhuijsvrouwe, datt deselve vrouwe dree dalers soo hij pretendeert van JorrijenSchulte wegen verdient loon noch thocommen sollen, datt deselve vrouwe soodaenige dree daelers angenomen heeft van haeren brooder tho willeninmaenen ende ontfangen waer mett sij wegen die voorschr penningen vredichgewest ende Jorrijen vorschr ten eenemael verlaeten, in cas van negatiebewijslijck, mets betaelende noch vier daelers dewelcke haer hijr bevoerensoock gepresenteert ende nu int gerichte erlecht, kendt denselven geen wijder schult, protesterended’expensis

Dominus Antoni de Bever wort geechent aen Monninck tho Doeringe sijnpande naer landtrechte

Idem Spangemaecker nomine quo supra secht gelijckfals reden vanpantkeringe contra Luijcken Aerninck in Tillichte datt gl. Jorrijen Schulte,pandteijsscher diemaels dree rijxdal. soo hij Schulten noch wegen gecoft molteschuldich is gepresenteert, averst panteijsscheren dieselve niett willendeentfangen, vermits hij noch ettlijcke penningen van glase stoppen op de Borg-Boeninge wegen Jr. Twickel? verdient hebben, soo ist datt men soo daenigepenningen wegen des Jr. vorschr ofte sijn E. broder presenteert t’betaelen,mits dattmen voor eerst mett panteijsscher in liquidatie versocht tho tredenende sijn arbeijt t’visiteren, ende wattmen hem dan schuldich is contenteren,protesterende vande costen

283

Erschennen Merten Arents tho Weerselo Fenne sijn huijsvrouwe, gaett uuijtende doet vertichenisse erff ewelijck, onwederlosbaer, kummerfrij endeonbeswaert haer ehel. eijgen tho behoorige stucke lants, groot ongefeer vandrie schepel geseijs, gelegen inden gerichte Oldensel, Marcke Dulder, mettd’eene sijt aen Fennen ten Bijenfelts camp, mett de andere sijt rontsommeaent felt, verderen inholts twee versegelde brieven de dato 1616 den vijftenoctob. ende 1619 den 11 decembris, onder d’handt ende segelen vandenrichter Lubbert van Rensen, waer doer dese sall getransfigeert worden, aenAlbert Jansen, Gebbe sijn huijsvrouwe ende haere beijde erffgenaemen, endesulx voor eene somma geldes, die sich vercooper goede ende vollencomenebetalunge deden bedancken, gelaevende voor haer ende haere medebeschrsoo daenigen verkoop ten eewigen daegen tegens iedermennichlijchen t’staen,wachten ende waeren, onder verbant haere goederen geene uuijtbesondert,soo sij nu [sijn] hebbende, ende compstich verkrijgen mochten, in meliori forma

205

Laurenti Auskamp wort geechent aen Berent Samelant tho Losser sijn pandenaer landtrechte

in de linker marge:

pauper

Tonnis Lubbers wort geechent aen Hindrich Hanninck sijn pande naerlandtrechte

284

Anno 1634 den 15 februarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern; KettwichHendrick Molkenbuijr

d’Heer Richter Rensen heeft nae paelrecht verkoft, een roode ruijn, ende eenswarte ruijn, een swart moorpeert tho behoorendt Berendt Gorbert thoHasselo, ingesett bij vorschr richters soone Daniel van Rensen, voer 45 gld 10st. ende verblijft kooper, welcke dree gl. peerden den voorschr Rensens soonwederomme heeft geleent aenden geroerten Gorbert, den tijt van een maent,omme alsdan de peerde wederomme aen geroerten Rensen op Tijthoff tholeveren, ofte d’gl. 45 gld 10 st t’betaelen

Geert ten Kotte heeft nae paelrecht verkoft een kiste ende spindethobehorende Gorbert tho Hasselo, ingesett bij comparant voer elff daelersende verblijft cooper

Albert ten Segger [heeft nae paelrecht vercoft] wort geechent aen HendrickNijhuijs tho Drijne sijn pande naer landtrechte

Erschennen Johan Lottgerinck tho Hasselo, ende bekent oprechter schultschuldich tho sijn aen Hindrick Berchuijs de somma van twintich daelers, endedoet denselven daervoor setten twee stucke roggen gewas, hett eene gelegeninde Hasseler Essche, van omtrent 3 schepel geseijs, het tweede gelegen indeNije Camp bij Bockedams

285

huijs, van ongefeer 29? schepel geseijs, omme bij faute van misbetaelunge opJacobi nu erstcommende sich daer van betaelt t’maecken

Lambert Muller doet sijn verwin op Bruninck tho Lemselo vermoeged’anspraecke huijt 14 daegen geschiett

206

Henricus Friso als volmachtiger des cloosters alhijr wort geechent aen ElsmorsDijckhuijs, Hoffsteedes in Hasselo, Wijrinck ende Jan Rijckerinck in Doeringe,item Oedinck tho Lemselo haere panden naer landtrechte

Idem als volmachtiger des cloosters tott Almelo wort geechent aen Velthuijstho Vaelte, sijn pande oock naer landtrechte

Rodolph Helmich wort geechent aen Johan ten Koockenberch in Lutta sijnpande naer landtrechte

Erschennen Jan van Steede, ende Jenneken Lucassen eheluijden, endehebben geratificeert, alsoo daene coop aen Johan Wijntijens mett eenendoergaenden recht aen comparanten Nijen Camp, gelegen inde LemselerMarcke, mett d’eene sijt aen Steggemans Maete, mett d’andere sijt aendenLemseler wech [ voerde? gerechte helffte] gerichtelijcken opden 28 AprilisAnno 1632 heeft gedaen, dergestalt datt comparanten voer haere ende voorhaeren erffg de loese, soo sij aendeselve alnoch hadden, t’eenemaelverteegen, doende vandeselve camp mitt hande, mett munde ende aller handevertichenisse gerichtlijcke uuijttganck cessie ende transport, tott profijt

in de linker marge:

gelijck deselve Jenneken bovengemelt van haere sal. olderen angeervet is

286

van Johan Wijntijens, Anna sijn huijsvrouwe ende haere erffg, voor alsoodaenepenningen als sij becanden vande voorschr coopers tott haere vollebenoegunge, ontfangen tho hebben ende de welcker sij haer goederbetaelunge bedanckten, belovende meergl. vercofte ende well betaelde [camp]frij eijgen onbekommerde camp, neffens sijn olde ende nije gerechticheijtdeselve uuijtt d’Marcke Lemselo t’moegen bemessen, de cooperen t’staen,wachten ende waeren ten eewigen daegen, oock soo noedich beter vestenissedaer van te doene, buijten schaede ende hinder van Wijnkens ende sijnemedebeschr, gelijck naer rechte ende costume van Overissell gebeurt, onderverbintenisse ende mett renunciatie naer rechte, een Erw. Capittel binnenOldensell nochtans de groove thiende van seecker stuxken gelegen aenSteggemans Maete, ende vande van Reede well eer angecoft,voerbeholdende allesin meliori forma

in de linker marge:

{?}

207

Erschennen Jasper Hamsinck ende Stijne sijn ehelijcke huijsvrouwe, bekandenvan Roloff Helmichs ende Christina sijn huijsvrouwe ontfangen tho hebben desomma van hondert daelers gelaevende etc?

Is intt reijen geprothocolleert bij verschrijvenge der rentebreven

287

Anno 1634 den 22 februarijJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Hendrich Molkenbuijr

in de linker marge:

debet et mili?

Colck Geert tho Losser cum suis versoecken uuijttstell den tijt van 14 daegen,contra Willem Oedinck ad triplicandum, t’welcke par? adversa vergunt salvisexpensis

Frelix Spoelman wort geechent aen Kemna tho Gammelke sijn pande naerlandtrechte

Lambert Hassinck tho Hengelo heeft nae paelrecht verkoft eenen waegheplooch, tho behoorende Berendt Gorbert, ingeset bij comparant voor thiendaelers verblijft cooper

Gerrijt Nijters wort geechent aen Berent S? in Lutta sijn pande naer landtrechte

Henricus Friso wort geechent als volmachtiger des cloosters alhijr aen GeertFrerkinck tho Doeringe, Wijfferdinck in Boeninge, Hermelinck t’Losser endeLambertinck t’Lemselo haere respective panden naer landtrechte

Erschennen Berent Gijsbers van Losser ende lecht aver anspraecke tegensLambert Clant bitt inholts, mett bijgevoechde coopcedule, onder d’handt vanbeklachte opgl. bitt aeneijssunge omme deselve tho bekennen ofte te ontkennen, bij faute vanniett t’compareren verwin

Beklaechte angeeijst ende niett gecompareert, werdt de contumacie verguntals gebeden

in de linker marge:

pauper

208

Erschennen Geert Gerrittsen affgedaenen Luttickhuijs tho Doeringe endespreeckt aen Luijcken nu itsige Luttickhuijs tho Doeringe voor 25 daelersheerkommende van sijn anspraecke vant erve Luttickhuijs voer desen gehadt,verclaerende ende {?} hem meerder niet schuldich tho sijn

288

waerop erschennen her [Gerhardt] Johan ter Haer intervenienten endegoetheer vanden voorschr erve Luttickhuijs in Doeringe, seggende dattalsulcke verhandelungen vida hett reijne prothocoll, van proceduijren

Erschennen Hermen Molthoff, Gosen Wegerinck, Lucas Horsman?, HendrickHerttman?, Heijne Oosterbroock, Jan Jorminck Jan Gijsselman, GeertMeijerman, Johan Reijmerinck, Lubbert ter Spraeckstedde, Jan ter Avest, endeAlbert ter Horst, alle buijren der Molter Hoerne Marcke Lutta, gaen uuijtt endedoett vertichenisse, erff, ewelijck onwederlosbaer seecker stucke veltlandesaen Antonie Eijlers vide t’protocol der uuijttgangen

Erschennen Johan Engbertinck tho Hasselo ende heeft met handtastingeangelaeft in weerden tho holden alsodaene verschrijvinge als sijn vaeder endemoeder aen Alef Dittmers heeft gerichtl. den 22 {?} 1631 gedaen ter sommavan 100 dal. etc?vide t’proth. der uuijtgangen

Erschennen Johan Egbertinck tho Hasselo bekent oprechte schult schuldichtho sijn aen Berent Hindricx tho Borne de somma van 45 glds, etc? vide {?}

in de linker marge:

nihil

Daeniel van Rensen heeft nae paelrecht verkoft dree koens, een blaerdegrijsen swart blaerde und swart, tho behoerende Geert Nijhuijs tho Gammelkeingesett bij vorschr Rensen ieder koo ad 10 daeler, ende verblijft cooper

289

Anno 1634 den 1 MartijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender doett sijn verwin op deScholmester tho Boeninge vermoege voor desen gedaene anspraecke

209

Adriaen Hampsinck nomine Berendt Sijmerinck wort geechent aen Lambert terCaverick ende Jan de Nije Keijser haere panden naer landtrechte

Jan Everhardus wort geechent aende weduwe Vogelsanckster in Lutta haerepande naer landtrechte

Idem spreeckt aen d’Heersche tho Losser voer 9 rixdaelers van een verkoftpeert heerkommende ende voor 2 ½ mudde haever, ad computum

Noch spreeckt deselve aen Berent AverEssche tho Saesfelt voor 20 daelersvan verkofte holter heerkommende

Alsoo Arent Wenninck voer desen, tegens Arent tho ..trup? seeckereanspraecke wegen die schuttinge van haere {?} peerde vander Erdener?buijren gedaen ende van hem Wenninck die schaede ofte schuttpennungenalleenlijck ontrichtet? ende nochtans Suchtuijns peerde daer bij gewesen undealsoo voorschr Suchtuijn sulx negative heft willen ende d’saecke ad probamlaeten gaen, soo is datt vorschr Arent Wenninck praevia? citatione

290

aen Suchtuijn resumptive tot verificatie sijner gedaener anspraecken exhibeertdese bijgebrachte contschappen ende getuijgen, sustinerende daermede mettrechte t’konnen bestaen, concluderende alnoch wie bij sijner anspraeckengedaen, als nemplich datt Suchtuijn schuldich pro quota de schuttpenningenmede te draegen als anderen, mett eijs van costen, unde d’wijle de saecke eensummarie saecke is versocht daer van bij den gerichte korte administratie vanjustitie, naer landtrechte, under avermalige protestatie van costen

Suchtuijn versocht copiam ende tijt van een maent

d’Wed. Gisbert Koijtenbrouwer wort geechent aen Kemna tho Gammelkespande naer landtrechte

Erschennen Berendt Samelant, Jenneken eheluijden, bekennen opgenomenende ontfangen tho hebben van Aeltijen Nijterts wed. ten Broocke de sommavan twee ende t’sestich daelers, gelavet jaerlicx ende alle jaer op dato desesvande gl. somma ter pension te betalen van sesthien penningen ene, bij fautevan misbetaelunge doett gl. Samelant geroerte wed. tot waeren hijpotheeckt’onderpande stellen sijn eijgen thobehorich landerijen, genampt de OssenBreede, hett Pattstucke, ende voorts alle sijn andere haeve ende goederen,geene uuijtbesondert, waervan gl. wed. ofte haer erffg sall vrijstaen haer hijr bijlijdende schaede tho verhalen, alles in optima forma

291

210

Anno 1634 den 8 MartijjJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Compareert den Woled. Gestr. Gerhardt de Reede tho Saesfelt ende sechtalsoo hij 2do van Hans Hollenders gecijteert is, umme desselffs anspraeckealnoch tho beantwoorden, [datt hij] ende alsoo een wijle tijts buijten lantsgewest, oock te laeter tijt d’gl. citatie becomen, versocht derhalven uuijttstellden tijt van dree weken

in de linker marge:

debet mili?

Colck Geert cum suis exhibeert triplicam contra Willem Oedinck gearresteerde

Volmachtiger Willem Oedinx versocht copiam ende tijt van 3. weecken

Jan Everhardus doet sijn verwin op d’Heersche tho Losser vermoeged’anspraecke voer 8 daegen geschiett

Lieutenant Baterbas wort geechent aen Bus tho Rossum sijn pande naerlandtrechte

Erschennen Johan Edler, versien? sijnde mett volmacht onder handt endesegel van sijn Graefl. Gen: Arnoldt Jost Graven tho Benthem etc? de dato den10 xbris des jaer 1633 ende heeft uuijtt

292

cracht vande selve alhijr bij den gerichte verthoonten seeckere verschrijvingeop Fransijn?, oock onder handt ende anhangende segel des hoochgl. HernGraven, vorschr de dato den 11 Novembris des jaers 1633 alhijr in juditioverthoont, ende van weerden gekendt inholdende de somma van dussentrijxdaler in specie, versoeckende alsoo volmachtiger in naemen sijns wolgl.heren principaelen, datt dese verthoende versegelunge neffens de procuratiebij desen gerichte, waer onder de speciaele onder panden gelegen sinnen,naer inholt der verschrijvunge naer landtrechte moegen geprothocolleert, oeckvolgens tot merder bewissunge mett des richters segel neffens desvolmachtiger handt ende segel confirmeert ende bevestigett worden

in de linker marge:

buijrrichters erve tho Losser ende dree thenden in Hasselo

211

Berent ter Linde nomine Jan Hollenders sijnen principael ende desselvenvolmachtiger verguntt den heeren van Herne tot Saesfelt, de versochte tijt van3 weecken, alnoch ratione secundae citationis in punctu contumaciae, mettvoerbeholt datt sulx peremptoris, ende datt voorschr Hollender in sijn geheelsall sijn ende blijven ende alsdan doen moege vigore dicti citationis secundae,t’welcke hij als huijden naer landtrechte hadde moegen ende konnen doen,ende sulx uuijtt reden dattmen den heeren van Herne niett soeckett teprecipteren?, alles nochtans salvis expensis

293

Erschennen Geert Monnekinck tho Doeringe voor sijn huijsvrouwe caverende,ende tweemael gerichtl. naer landtrechte uuijttgesleten sijnde, sett ende steet,Dominus Antoni de Bever mett handtastunge, wegen sijne aen hem restendepachten ende schaedegelt, ter somma van 27 gld, salva computu, hett gewasop den Monnekinck Esse, groot van 4 mudde beseijs, sich daer an thoverhaelen bij faute van betaelunge, naer parata executie, onder reserve dattMonnekinck vorschr, sall schuldich wesen den gl. somma tho betaelen in dreetermijnen, waer van d’eerste versloten sall sijn op Palm aenstaende, detweede op Pinxster Marck, de deerde op volgende Jacobi eer ende bevoerenshett corn sall gemeijt worden, infall hij averst sulx niett en dede, oder in morableve, ieder termijn tho betaelen sisti? tempore, will Bever ende staet hem frijdes coops sich t’ontslaen, ende hett onderpant alsdan te defensieren? voerdegeheele somma sonder contradictievid. proth. der [ {?} ] {?} {?} {?} {?}

Anno 1634 den 13 MartijJudex Lubbert van RensenCoernoten Arent van CleeffBern: Kettwich

Erschennen Jan Falkenhaer, Fenne sijn huijsvrouwe bekennen opgenomenende ontfangen tho hebben van Bertolt Baterbas {?} eheluijden

294

somma van vijftich daelers ad 30 stuvers hett stucke, gelaevett jaerlijx endealle jaer aen gl. Baterbas ofte sijne medebeschr tott pension t’betaelen dreedergelijcke daelers, waer van d’eerste pension sall verschijnen op Maij Anno1635 ende sulx tot tijt der afflosse, die mits desen den rentgever wortvoorbeholdende, wanner deselve een halff jaer tho bevoerens wortangekundiget, tott dien eijnde gl. Baterbas tot onderpande settende de CotteValkenhaer ende alle sijn ander hebbende goeder geen uuijttbescheijdenalles in meliori forma

212

Anno 1634 den 15 MartijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Erschijnt Weldels ter Hoove per filium Rottger ende spreeckt naer voergaendecitatie aen Evertt ten Mettinckhof voer schult ad computum, heerkommendevan een peert, soo beklachte gecoft heeft, ende Wendels vorschr borgegeworden is, oock ingestalt hij de {?} borchtall angenoemen heeft als sijneijgen proper schult te betaelen, oock voldaen ende betaelt heeft, versochtderhalven datt beklachten hem clegeren schaedeloos moege holden mettrechtsdwanck mett eijs van costen, bij faut van comparitie, contumaciam

Mettinckhoff vorschr ontkent dese anspraecke secht mett gl. Wendels noijtgehandelt tho hebben, ten sij hem sulx genoochsaem mett rechte mochtebewesen worden{?} {?} datt deselve voer hem borge sall geboeden sijn

295

Dominus Engelbertus Eijsinck nomine Dominus Ellerborn wort geechent aenGeert Oijnck tho Lemselo, ende Lutteke Hulst tho Boeninge haere pandennaer landtrechte

in de linker marge:

pauper

Borgermr. Limborch tot behooff der armen capellen Wernerum, heeft naepaelrecht verkoft een koperen pott thobehoorende Hermen Schopman thoGammelke, ingesett bij comparant voer 2. daelers ende verblijft cooper

Roloff Helmichs heeft nae paelrecht verkoft een cooperen kettelthobehoorende Schopman tho Gammelke ingesett bij vorschr comparant ad 2gld. ende verblijft cooper

Jan Wijntijens exhibeert sijn libell mett dree documenten geteeckent A.B. et C.tegens den hooch undt wolgebornen hern hern Arnolt Joost, Greven totBenthem, Teeckelenburch, Stenfordt undt Limborch, begert datt dieselve oftesijne rentmr. ende volmachtiger angeeijst ende niett erschijnende hemcomparant verwin gestadet worden

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

213

Philips d’Avina wort geechent aen Beerninck tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

Mr. Matthias Brickner wort geechent [geechent] aen Johan Reijninck thoDoeringe sijn pande naer landtrechte

Wolter Rijckhoff wort geechent aen Willem ten Lechtenberch sijn pande naerlandtrechte

296

Anno 1634 den 22 MartijJudex Lubbert van Rensen Coernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Is erschennen Willem ter Mollen in Losser ende spreeckt aen Berent Gesbertsvoor betaelunge van 120 daelers ad 30 st t’stucke daer van de eerste pensionverschennen is Anno 1631 op Michaelis, versocht daeromme comparant dattbeklachte voorgl. tott betaelunge der vorschr hoevet somma ende pension adie morae moege geholden worden, craft verthoende obligation, in dato 1630den 12 8bris, daer tho sich comparant cortshalven refereertIn gelijcke gestalt versocht comparant vorschr datt voorschr beklachte tottbetaelunge van noch 120 daelers geholden worden, soo in geroerdeverthoende obligatie niett begreepen versocht comparant datt beklachtemoege angeijst worden omme op gl. gegevene obligatie onder sijn eijgenhandt tho kennen ofte ontkennen, als {?} de ander vorschr 120 daelers indeobligatie niett gementioneert schuldich tho sijn tho bekennen ende dan volgenscleger t’voldoen onder expreessen eijs van costen

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

[Geert Blanckefort spreeckt aen Floot [Hendrick] Willem]

Peeter Raettgerinck spreeckt aen Floot Willem tho Weerselo voor 2 daelersvan een verkofte ihme heerkommende

297

Alsoo huijtt 8 daege geleeden doer voerslach der hern richter Rensen, mett L.Oelen verspraecken, datt hett excep. proces, tusschen Wolter ter Westenagelende Cock Albert nu volschreven ende solde versonden worden, soo ist dattvoorschr L. Oelen patron van gl. Cock Albert, heft gesondescendeert? datt gl.exc. proces, solde liggen ofte verbrandt worden, ende Olen, den negestenrechtdach post ferias angelavet heeft wegen sijnes olgl. clienten ten principael

214

will andtwoorden, t’welcke gelijckfals D. Hermannus Huijsken patron vanWestenagel vreedich is, mits datt nochtans de opgeloopene costen wegenvorschr exc. proces beklachte sall geholden sijn t’betaelen

Thomas Spangemaecker spreeckt aen Groothuijs tho Gammelke voorbetaelunge van 3 daelers welcke penningen beklachten Groothuijs vandeGammelker buijren wegen Hoevel ontfangen heeft, ende gl. Hoevelcomparanten wederomme voor verdient loon avergewijset tho ontfangenversocht aeneijsungebij gebreck van compareren verwin vande costen protesterende

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

in de linker marge:

debet mihi?

Lic. Tongeren wort geechent aen Heersche tho Losser sijn pande naerlandtrechte

Lambert Muller wort geechent aen Geert Oijnck tho Lemselo sijn pande naerlandtrechte

Jan Arents Wenninck heeft nae paelrecht verkoft een rooden hengstthobehoorende Brinckhuijs tho Doeringe, ingeset bij comparant voer vijffdaelers, ende verblijft cooper

298

Erschennen Berendt Gorbertinck tho Hasselo Trijne eheluijden ende JohanGorbertinck als {?} {?} ende erffolger des erves Gorbertinck bekennendeeendrachtelijcke opgenomen ende ontfangen tho hebben van Berent Hassincktho Hengelo de somma van 75 daelers ad 30 stuvers hett stucke, gelaevendejaerlijx ende alle jaer op dato deses daer van ter pension tho betaelen van 16?[dergelijcke daelers] eenBij faute van sulx doett gl. comparanten geroerten Hassinck tot waerenonderpande stellen een mudde lants geheeten den breeden ende vandenlangen acker [waer] van welcke gewasse jaerlix gl. Hassinck sich sall moegenbetaelt maecken

Anno 1634 den 29 MartijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

215

Hendrick Molkenbuijr heeft gegicht datt hij op huijden ten versoecke JanKoijtenbrouwers heeft gegaen bij {?} Nijters, ende d’selve {?} angesecht, datthij alnoch op gl. Koijtenbrouwers avergeleverde designatie tegens den eerstenrechtdach naer paesschen solde diminueren, bij faute van sulx datt menalsdan doert gerichte mett de moderatie solde voortvaeren, heeft ter anttwoortgegeven hij wolde sien woo hijt maeckte

Suchtuijn tho Doeringe exhibeert antwoordt contra Jan Wenninck Arents mettversoeck datt hett E. Gerichte daerinne geleve tho decreteren

Geert Berentsen wort geechent aen Johan Egbrinck tho Hassel sijn pandenaer landtrechte

299

Erschennen Bernardt ter Linde, volmachtiger Willem Oedinx ende exhibeertquadruplick tegens Colck Geert cum suis, versocht wie daerinne

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger vanden Wolled. Gest.Gerhardt van Reede tho Saesfelt heer tot Herne ende versocht datt HansHollender mach belast worden, sijne rekeninge tho stellen in behoorlijcke form,ende bij deselve aver tho leveren ordonnantien ende quitantien, dienende opalle de sommen van eenige importantien soo hij in rekenunge brengt, endedatt hij bij ieder rekeninge voege t’geene soo hij op deselve ontfangen heeft,welck gedaen sijnde presenteert de heer van Saesfelt des vorschr Hollendersrekeninge naerder te visiteren, ende op deselve behoorlicke sequatur testellen, diewelcke tot sijn {?} contentement beanttwoort sijnde presenteert dierekeninge t’sluijten, ende voldaen t’ {?} bij slott derselve sall bevonden worden den rendant? te competeren

Angaende de rekeningen die gesloeten sinnen wordt gesecht datt deselve niettvoldaen worden uuijtt oersaecke datt Hollender noch niett heeft overgelevertdie quitantien op deselve {?} noch oock niett gerestitueert de breeven, endestucken toucherende den heer van Saesfelt, volgens sijne beloften, ende datthett {?} noch niett gedetermineert is tott hett eijnde, van hett welcke desluijtinge vande rekening is uuijttgestelt, om alsdan simul et semel deselve afftho doen, omme daer mede gene nije ende veerder moijte the hebben

Jan Wijntijens begeert datt sijn Graeffl. Gen. tho Benthem off desselvenvolmachtiger moege ingeeijst worden, omme sijn contumacie naer landtrechtete purgeren, bij gebreck van sulx t’doen, datt deselve sall versteecken wordenvan alle dilatoire exceptie? ende den comparant vergunt anderde citatie

216

Sijn Graeffl. Gen. ofte desselven volmachtiger ingeeijst sijnde, sijn niettgecompaereert, ergo contumax ende is vorschr Wijntijens 2dam cit. verguntgelijck versocht

300

Erschennen Jan Hollender geassisteert mett Bernardt ter Linde sijnenvolmachtiger ende secht wie datt hie voor desen seecker anspraecke in punctoliquidi [et] et super juramento liquidandi tegens Jr. Gerhardt de Reede thoSaesfelt heer tot Herne hebbe avergelecht, daerop d’selve terminum van 2.maenden heeft gecolligeert und soo is datt naer ummeganck der vorschr twee maenden dat? voorschrReede sijn termijn niett heeft gerespecteert, ingestalt datt deselve doenmaelspro {?} in contumaciam verwonnen naer landtrechte ende naer ummeganckvan 14 daegen sijn purga niett gedaen, ende alsoo van alle dilatoir endedeclinatoir exceptien versteecken alsoo datt comparant volgens veroorsaeckt2dam citationem naer landtrechte anden selven bij den gerichte te verforderen,soo oock geeffectueert ende hem thogeschickt, waer van de termins dach wasdienende den 8 martij lestleden, omme alsdan naer landtrechte nocht’compareren, d’anspraecke antho hoeren ende t’andtwoorden, ende alsoo dievoorschr Reede ten bestempten tijt ungereeff kommende, ende noch 9weecken uuijttstell begeert, soo hem peremptorie gratieuselijcke bunt vergunttmett consent des gerichts, dewijle des? die termijns dach daer van all nuhuijden is dienende, soo versocht alnoch comparant vorschr, van den heer vanHerne, indienunge van anttwordt, ofte bij faute van dien contumaciam etcondemnationem inde principale saecke gelijcken naer landtrechte daer vanversteecken sijnde, mitts versoeckende die wolled. Gerhart van Rede moegeangeeijst worden, ende bij gebreck van geene comparitie contumaciam alsvooren, naer landtrechte, onder protestatie van costen, stellende

301

Hijr op erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger vorschr, endeversocht nochmaels uuijttstell totten eersten rechtdach naer paesschen, ommealsdan te doene, wes huijden solde geschiett sijn, verclarende, medecomparant {?} sui? principalis, soo daenigen uuijttstell niett malitiose oftedolore gebeden tho hebben, dewijle dan [ sulx hoe] sulcken uuijttstellsecundam {?} niett behoort noch kan geweijgert worden, soo versochtcomparant als boven, stellende

‘t Gerichte stelt de saecke ex officio uuijtt, totten eersten rechtdach naerpaesschen, omme alsdan bij den heer van Saesfelt tho doene, gelijck hij ophuijden schuldich was naer rechte, tho doene ende datt peremptorie

217

d’Richter Rensen heeft nae paelrecht verkoft een coperen pott thobehoortGeert Oijnck tho Lemselo insett bij comparant voor 4 gld ende verblijft cooper

Item een gelapte pott thobehorende Suchtuijn ingesett ad 20 gld ende verblijftcooper

Item een cooperen pott thobehorende Monninck tho Doeringe ingesat voor 2gld verblijft coper

Item een gelapten cooperen pott thobehorende jonge Avest ingesett ad 2 flor.ende verblijft cooper

Noch een kettel thobehorende Berent Gesberts t’Losser ingesett ad 6 gld endeverblijft cooper

Noch een keetel thobehorende Geert op de Haer t’Lemselo ingesett op 4 gldende verblijft cooper

Item noch een kettel thobehorende {?} {?} tho Hassel?, ingesett bij vorschr {?}ad 2? gld ende blijft cooper

302

Noetgerichte

Anno 1634 den 1 AprilisJudex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Bernardt KettwichHendrich Molkenbuijr

in de linker marge:

deb. et mihi?

Erschennen Wessel ten Camphuijs, ende secht tot justificatie vant gedaenearrest op den persoone van Wendele ter Hoove als datt hij gearresteerde anarrestanten voor desen belooft heeft tho betaelen voor Jan Hindrickinck thoHolten 18 gld. luijtt attestatie van Gerrijt Dickers tho Holten, alhijr copijelijckenexhibeert, daer voor hij arrestant gl. gearresteerden voor desen voerdengerichte Borne bespraecket heeft, maer alsulcke instantie vallen laeten, datt hijgearresteerde vestelijck belovende soo daerna 18 gld tho betaelen, wie hij dande facto vergangen pinxteren daerop 6 gld. ten huijse van Joannes ter Lindetott goede rekenunge betaelt heeft, restet alsoo noch 12 gld, die hij versochtdatt gearresteerde gelijckfals sall hebben tho foldoen cum expensis,

218

versoeckende denselven in tho eijsschen ende tott betaelunge mettbehoorlijcke middelen tho constringeren

Wendele ten Hoove versocht van alles copiam ende tijt [van] ad primam postferias

in de linker marge:

nihil

Lucas Lutter gichtt datt hij den 12 Aprilis [ {?} ] dese citatie opt huijs thoBentem heft gebracht, ende deselve Dr. Monnich gelanget, soo hem terantwoort gegeven, datt sodaene schultforderunge als Jan Wijntijes fordert sijnGra. Gen. van Benthem niett angaende was, dan datt [deselve] sodaene thobevorderen stonde [an] vanden Rentmr tot {?}

Noch gichtet vorschr Lutter [vande gelijcke inholt een {?} {?} {?} ] citatiegebracht tho hebbben aen Gerhardt Monnich rentmr tot een {?} soo hem teranttwoort gaff, hij bekende de schult rechtmetich tho sijn, mett begerte gl.Wijntijes wolde noch watt mett sodaenige penningen patient {?} Actum den 14 april 1634

303

Noetgerichte

Anno 1634 den 15. aprilJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

in de linker marge:

nihil dederunt

Erschennen L. Roscamp ende Henrich van Niell respective borgermr der StadtOldensel, {?} {?} voor haer ende in naeme haere mede confrateren?,overgevende seecker anspraecke mett bijgevoechde request tegens StevenJohans, Hendrich van Gulicke, ende Arent Arentsen, respective pachteren vantgeslacht der stadt Oldensel, arrestanten versoecken vorschr borgermr, datthun eijn corter termijn naer landtrechte den tijt van 24 {?} moege gesteltworden, omme op dese avergelechte anspraecke t’anttwoorden, versoeckendewijders inholt der vorschr anspraecke

219

Gearresteerden versoecken copiam ende tijt van 14 daegen welcke tijt anfancksall nemen op saterdach nu thocomende

in de linker marge:

sol 24 st.

Anno 1634 den 19 aprilisJudex Lubbert van Rensen Coernoten Gregori delagattaGeert Loese

Sententia pronunciata in saecken Monsieur Balthasar uff dem Berge, contraHenrich Hollinck amptman tho Laege

304

Anno 1634 den 21 AprilJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern; KettwichLucas Lutter

Erschennen Hermen Alberts Trijne eheluijden gaen uuijtt ende doenvertichenisse erff, ewelijck onwederlosbaer, kommerfrij ende onbeswaert denhalven Kremers Kamp haer eijgen thobehorich soo gelegen inden gerichte vanOldensel, buijrschap Lemselo, ende inde nije Stadt, mett den eenen eijndeschietende aen Coerbrinx lant, mett den ander eijnde stump naer de steggeaff, van omtrent een mudde geseijs, met deene sijt an voorschr comparantenlants, soo ende ingestalt als gl. comparanten deselve halven camp van haerenbroder Johan Berensen, verderen inholts seecker etc?. alles tott behooff ende profijtt Geert Stooldreijer, Arent eheluijden, ende sulxvoor eene sommen van geldes die sich gl. vercooperen goede endevollencomener betaelunge dede bedancken, gelaevende soo daenigenverkoop t’staen wachten ende waeren onder verbant haere goederen geeneuuijttbescheijden, in meliori forma

305

Anno 1634 den 26 Aprilis

Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

220

Albert Camp tho Weerselo wort geechent aen Geert ter Haer t’Lemselo sijnpande naer landtrechte

Willem Wenninck tho Doeringe als mombaer van Geertken wed. sal. JanWenninck, spreeckt aen Roloff Geerdinck tho Hasselo voer 25 gld, endegedaene onkosten, heerkommende datt voorschr Geerdinck sich mede alsprincipael voor Hendrick Boevinck wegen hett accort des dootslages heeft innegelaeten

Johan Hermes tho Hengelo spreeckt aen Willem Mettinckhoff tho Hasselo voor24 daelers ad computum, van een verkoft peert heerkommende, versochtaeneijssunge, bij gebreck van uuijttblijven contumaciam

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Antoni Nijters wort geechent aen Gijsselman inde Lutta sijn pande naerlandtrechte

Wendele ter Hoeve per Bernardum ter Linde exhibeert exceptionael anttwoortcontra Wessel ten Camphuijs versocht wie daer inne

Berendt ter Linde volmachtiger van Albert Cock dient inne anttwoort, mettseecker document contrarij Wolter ten Westenagel, bitt inholts, welckdocument autenticq, men weder is begerende, mits laetende copiam

in de linker marge:

[deb]

306

Wolter ten Westenagel versocht copiam ende tijt van 3 weecken

in de linker marge:

deb. et mihi? {?}

Thomas Spangemaecker verthont seecker volmacht[iger] vanden heer vanHerne tho Saesfelt, de dato 1634 den 23 aprilis, ende volgents dient inneanttwoort contra Johan Hollender onbevoeghde cleger, bitt inholts mett eijs vancosten

Bernart ter Linde volmachtiger Hans Hollenders versocht copiam ende tijt van3 weecken

221

Gerrijt van Goer spreeckt aen Wechman inde Lutta voer schult ad computumvan geleent gelt, ende anders heerkommende

in de linker marge:

deb. et mili?

Wessel ten Camphuijs versocht vant ingediende anttwoort exceptionael doerWendele ten Hoeve gedaen [ende tijt] copiam ende tijt van 14 daegen

Anno 1634 den 3 MaijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen Hindrick Steginck wonachtich tho Borne caverende voor Lijse sijnhuijsvrouwe ende bekent opgenomen ende ontfangen tho hebben vanHendrick Hesselinck oock van Borne de somma van vijffende viertich daelersad 30 st t’stucke, voer welcke somma geroerte Steginck hem HendrickHesselinck [ingelijck] int gebruijck doett de gerecht helffte [ofte vierdelpart] vansijne halve maete, gelegen int Hasseler Broock, aenden Duijstere Stege, endeA? waer van

als voetnoot:

ofte 4 part? vanden gelehel maett

307

dandere halffscheijt der maete voergedachten Hesselinck is thobehoorende,omme deselve halffscheijt vanden halve maete jaerlijckx ende alle jaer voer depension der geroerte 45 daelers tho gebruijcken, bis tijt ter affloese, die mitsdesen partijen sollen [sijn voerbeholden] vrij staen {?} {?} wanneer deselve eenhalff jaer tho bevoerens opgekundiget ende gerichtlijck tho weeten gedaenwort, alles? onder verbant vorschr halve maete [meliori forma] in optima forma

Willem Wenninck als mombaer van Geertken wed. sal. Johan Wenninck doetsijn verwin op Roloff Geerdinck tho Hasselo vermoege d’anspraecke voor 8daegen geschiett

Geertken olde Lakester tho Losser spreeckt aen Colck Geert tho Losser voer iidaelers van een verkoft peert heerkommende, versocht aeneijssunge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

222

Thomas Spangemaecker nomine Captein Moorbecke wort geechent aenBenninck ende Roerinck haere pande naer landtrechte

in de linker marge:

Nihil solvit

Gerhardus Stockman Schoelemr alhijr [wort] heeft nae paelrecht verkoft eenencooperen kettel thobehorende Nortcamp inde Lutta ingeset bij vorschrcomparant voer 5 daelers ende verblijft cooper

308

Anno 1634 den 10 MaijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Jan ter Mars, als volmachtiger vanden natuijrlijcken Adolph van Raesfelt wortgeechent aen Gorbert tho Hasselo sijn pande naer landtrechte

Jan Jeger nomine Geert ten Schottelkatte spreeckt aen Geert Ellerman thoLosser voer de somma van een ende dertich hollantsche daelers pension adcomputum, herkommende dese schult van salige Berent Elderman luijtt daervan alhijr verthoende obligatie, welcke een ende dertich dal. vorschr GeertEllerman voerdesen agenaemen heeft tho betaelen, versocht aeneijssunge, bijgebreck van sulx verwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga, naer landtrechte

Erschennen Hermen Essinck caverende voor sijn huijsvrouwe Greete, bekentopgenomen ende ontfangen tho hebben van Hermen Beer wonachtich tottWersel Greete eheluijden de somma van twee hondert daelers ad 30 st hettstucke, welcke geroerte 200 dael. vorschr Essinck vergangen Michaeli all heeftontfangen, gelavet daeromme voor hem sijn huijsvrouwe ende erffg, jaerlixende alle jaer op Michaeli vande gl. somme aen Hermen Beer ende sijnmedebeschr ter pension te betaelen elff dergelijcke daelers, waer van d’eerstepension sall verschijnen op Michaelis nu eerstcommende, [anno] bij faute van[mis]betaelunge

309

doet gl. Essinck vorschr Beer tott waeren onderpande stellen sijn eijgenthobehoorigen camp genompt Cock Alberts nije camp gelegen op de Nije

223

Stadt in Werselo, mett welcke opgl. penningen voergedachte Essinck desencamp heeft angecoft, alles sonder argh ofte list, in meliori forma

Erschennen Johan Wijntijens int corte verhaelende hoe datt hij Ihr Graeffl.Gen. tot Stenfordt Rentmr. tot Gronou Gerhardt Monnich ten andermaelvolgens hett landtr. Part .1. tit. 12 § 2 tegens huijden heeft doenverdachfaerden, ende ten aversloet Ihr Gr. Gen. tot Benthem als eijgener derGronouwessche goederen daer van d’intimatie per Lutter Luijcken gerichtl?aen hem Doctor Monnich ende gl. Gerhardt Monnich Rentmr. vorschr geschietis, luijtt relatie daer van ten prothocollo geteijckent daer tho sich comparant cortshalven refereert versoeckende datt gedaegede daerop ingeeijsschet moege worden, bij fautevan comparitie accuseert derselven contumaciam ende uuijttblijven, endeversocht datt de gecontumacieerde wederomme inde principael saecke, gelijcktho bevoerens in puncto exceptionem sollen worden gecontumacieert, rep. inplaets van schriftlijcke intendit, sijnen voor desen overgelechte anspraecke,ende daerbijgaende bewijsstucken, offererende mits desen soo noedichdeselve anspraecke middel eedes tho bevestigen, versoecken hijr over, naergedaene aeneijssunge, veretum naer landtrechte

t’Gerichte nempt dese saecke 8 daege in bedencken, omme hijr aver tho latenkennen

310

Jan Eschinck? wort geechent aen Frijlinck tho Gammelke sijn pande naerlandtrechte

Erschennen Anna Roesen geassisteert mett Bernardt ter Linde haer in deesersaecke gecoren mombaer, gaett uuijtt, ende doett vertichenisse, erff,eewelijckkummerfrij van dree stucke hoijlandes genoempt de Weijde, vant erveEnxsinck in Lutteke Drijne inden gerichte van Oldensell gelegen de twestucken met het eene eijdne naer Anna, mett hett ander eijnde aen Ensinx,mett d’eene sijt aen Smeenx? Maete met dandere aen Bennincx landt, endehett eene stucke liggende tusschen Hollincx ende Swafferinx landerijen,kummerfrij ende onbeswaert, uuijttgesondert heeren lasten, allent tot behoeffvan Geert Mensinck tho Hengel, Arent eheluijden mett alle sijn thobehoor endegerechticheijt, voer eene somma van penningen die sich verkoopersche goedebetaelunge bedanckede, gelaevende sulx als vorschr t’staen wachten endewaeren naer landtrechte ales in optima forma

in de linker marge:

deb.

224

Wessel ten Camphuijs dient in anttwoordt exceptionael ende eventueael replicten principael, contra Wendele ten Hoeve

Bernardt ter Linde nomine Wendele ten Hoove versocht copiam ende tijt ad 1post ferias

311

Nootgerichte

Anno 1634 den 10 Maij Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern; KettwichHindrick Molkenbuijr

Erschennen Johan Wijntijens geassisteert mett L. Tungeren ende lecht overjustificatie vant gebedene ende erholdene arrest op den persoon van NicolaesNijhoff borger tto Schuttorp ende desselven goederen sijn anspraecke daer bijbedingende alsulcke copijen van versegelde breven als comparant voor desentegens eenen anderen borger van Schuttrop Jan Baegemaecker overgelechtmets gaders de rekenschap daer bij gevoecht, dewelcke hij omme cortheijt destijdes soo heeft niett heft doen konnen copijeren, versoeckende datt deselvedese anspraecke moegen bij gevoeget worden ofte copije vandeselve totbeleven des gerichtes, ende datt gearresteerde ende desselven goederensollen blijven in arreste, ende bewaert worden, ten tijden datt gearresteerdegenoochsame cautie de judicio sisti et judicatum solvi ofte hett gewijsdet’voldoen hebbe gestelt tot kennisse des gerichtes, versoeckende dengearresteerden daerop inne tho eijsschen, makende eijs van kosten, bijgebreck van comparitie contumacie ende anderde citatie, mitsgaders hettprofijt daer tho staende naer landtrechte

in de linker marge:

[deb]

Nicolaes Nijhoff versocht copiam ende tijt totten thocompstigen donderdach

312

Nootg.

Anno 1634 den 16 MaijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bernardt KettwichEgbert Bolteren?

225

Erschennen Johan Wijntijens geassistert met L. Tongeren seggende datt alsgisteren donderdach terminus gedient, datt Nicolaes Nijhoff volgens sijn eijgenversoeck, soll hebben geantwoort op comparants anspraecke, maer alsoo hettdes heeren hemmelfaerts dach gewesen heft comparant well versocht datt hettselve solde geschien ende op sijn termijn gewachtet, maer geen recht ommedatt hett een feestdach was gevonden, staet alsoo nu huijden conformlandtrechtens ende wachtet op sijn termijn, versoeckende datt gearresteerdeClaes Nijhoff sall worden ingeeijst omme tho antwoorden, bij gebreck van sulxt’doene versocht op den selven hett eerste verwin, ende verwachtet, decretum,conform de Nije Reformatie, alles onder protestatie van sijnen schaeden thowillen verhalen, op hett E. Gerichte datt hij gearresterde mits erleggunge desolden schilts niett is worden verwaert, onder expressen eijs van costen

t’Gerichte nempt dese saecke 14 daege in bedencken, omme daer inne thodoen naer raede

Anno 1634 den 17 MaijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

313

Erschennen Hendrick Hollinck amptman tho der Laege ende dient inne intermino sijn reedenen van onschult mett bijgaende documenten sub bris? A.B.et C. tegens Balthasar uff den Berge versoeckende als daer inne, ende datthem dieselve moege worden restitueert omme tho minderen? gelijck sijnadvocaet bereets angefangen, onder belofte deselve desen dach aen handendes gerichtschrijver vastelijck inne tho leveren

in de linker marge:

vacat

[Bernardt Becker wort geechent [aen] volgents voergaende pendunge aen Jr.Morbecken huijs gerichtlijck geinsinueert]

Willem Brouwers wort geechent aen Veltman tho Rossum sijn pande naerlandtrechte

Alsoo ten huijse van Jr. Moorbecke die door {?} Bernardt Becker gedaeneanpendunge door den dienaer Hendrick Molkenbuijr als hij gegichet mett eeneweete geinsinueert, soo doet gl. Becker opbaedunge ende aeneijchenunge ansijn onderpandt naer luijt segel ende brieve naer landtrechte

226

in de linker marge:

debet et mihi? {?} {?}

Gerrijt Tappen wort geechent aende gemeene Doeringe buijren haer pandenaer landtrechte

Jan Hermssen wort geechent aen Willem Mettinckhoff sijn pande naerlandtrechte

314

Abuijs

[Anno 1634 den 17 Maij]

[Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bernardt KettwichHendrick Molkenbuijr]

Erschennen Jorrijen Mentinck de rato caverende voor Jenneken [eheluijden]sijn huijsvrouwe gaen uuijtt ende doen vertichenisse erff ewelijckonwederlosbaer kummerfrije ende onbeswaert, haer eijgen {?} halve maetegeheeten het Nije Beslach, waer van d’andere helfte competert Derck Eijlers,mett daer inne liggende bouwlant, soo comparant ende gl. Derck Eijlersbereets geparteert ende affgedeelt hebben, gelegen inden gerichte Oldensellende intt Hasseler Broock #, ende sulx voor een somma geldes die sichvercooperen goede ende vollencomene betaelunge deden bedancken, alles totprofijt ende erfflijck behooff Hans Reijners wonachtich t’Borne ende Jenneeheluijden haere erffg ofte den trouwen holder desses gelaevende voor haerende haer erffgl. soo daenich transport ende uuijttganck ten eewigen daegentho staen wachten ende waeren, onder verbant haere goederen niettuuijttbescheijden, in meliori forma

# met deene sijt langes de Meckelhorst ende mett d’ander sijt naer Egbertinckxmaete, ende ingestalt als deselve haerluijden van haer? sal. olderen angeerftis

Jan Arents wort geechent aen Wijcher Reijmerinck sijn pande naer landtrechte

Berendt ter Linde volmachtiger van hans Hollender versocht uuijttstell totteneersten rechtdach post feria pentecostes, contra den heeren van Herne thoSaesfelt

227

Geert Cogenschot tho Saesfelt spreeckt aen de Roever in Lutta voor 12daelers van een verkoft foelen heerkommende

315

Sententia pronunciata in saecken Colck Geert cum suis contra Willem Udinckx

Decretum

Gesien d’arresten, gedaen door Johan Wijntijens op de erven ende goederenals Roterman ende Mollerman tho Losser, ende volgens d’anspraecke daeroptegens den hoch undt wolgebooren Graven undt heren hern Arnolt JoostGraeve tot Benthem den 15 Martij 1634 ingedient, als oock de eerste endeanderde citatie an gl. Graeven undt heeren als eijgener der Gronouwissche {?}goeder, wie oock aenden Rentmeister tot Gronouwe Gerhardt Monnich tenandermael volgents hett lantrecht geinsinueert, luijtt relatie den prothocollegeinfereert, ende nochtans wegen sijn Graeflijck Gen. niemant is erschennen,als verclaert hett E. Gerichte mett advijs eenes onpartidisschenrechtsgeleerden, datt die bedaegede bij sittende gerichte noch ens sall wordeningeeijst, ende niett comparerende wederom als vooren inde principael saeckesall worden gecontumaciert, gelijck hij dan mits desen wordt gecontumaciertende versteecken, daer bij ordonnerende die saecke hijr mett t’inventariseren,t’sluijten, ende ter beleerunge te senden, omme hijr inne bij rechtsgepromoveerden t’kennen? naer landtrechte, die costen ten principaelensaecken reserverende, onderstont Henrick Roscam J.? V.? L.?

Vocatus et non comparuit ergo contumax

316

Erschennen Henricus Hollinck amptman ter Laege ende heft inde bestendichteforma rechtens volmachtich gemaeckt L. Albert van Tongeren, omme in sijnrechthengige saecke tegen Balthasar uff den Berge in rechte tho vertreden,ende voor te staen, ende t’doen ofte t’laeten ofte hij present sijnde dan {?} oftemochte

Cum ratificatione arte actorum et cum clausulis altarijs solitis {?} consuctu? et[compenserende] cum potestate substituendi

Gerrijt Nijters heeft nae paelrecht verkoft eene swarte koo thobehorendeBerent Schassfoort in Lutta ingeset bij comparant ad 6 daelers ende verblijftcooper

Erschennen Lebuijn ter Schantsij borger der Stadt Oldensel, ende Maria sijnhuijsvrouwe bekennen opgenomen ende ontfangen tho hebben van Agneta

228

Tenckinx wed. sal. Arent Leefers, de somma van hondert vijffende twintichdaelers, ad 30 st t’stucke, gelaevende jaerlijx ende alle jaer op Michaeli daervan ter pension t’betalen, soeven dergelijcken daelers, waer van deerstepension sall verschenen sijn op Michaeli Anno 1635Bij faute van betaelunge der pension op tijt vorschr, sall gl. wed. Leefers frijstaen, haer betaelt t’maecken van gl. comparanten thobehoerige eijgen campgelegen

317

inden gerichte van Oldensell, buijrschap Lemselo tusschen Maetman endeLambertinx camp, welcke gl. wed. tot dien eijnde tot een speciael hijpotheecwort t’onderpande gestelt, als oock voor alle hinder ende schaeden soo sijeenichsins bij desen quam tho lijden, soo well hoevet somma als pension, deloese nochtans den rentgever voerbeholdende, wanneer deselve een halff jaertho bevoerens den rentheffersche gerichtl. wordt angekundiget, ende alleverloopene pension t’bevoe betaelt sinnen, in optima forma

Nootgerichte

Anno 1634 den 20 MaijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen Margareta huijsvrouwe van Johan Hollender geassisteert metthaeren volmachtiger Thomas Spangemaecker, ende secht previa arrest. etCitat. aenden persoon van Johan Schomaecker, niett in maeniere eencierlijcken libell sonder slechte narration der geschichtens, hoe [ff] dattarrestaet voorschr omtrent voer 7 ofte 8 jaer geleden bij tijden vandentegenwoordige Aleff ten Tusschede sijn huijsvrouwe sal. man seeckeren koopmett comparantinnen eheman Hollender vorschr vandat erve Robertinck inLonnicke gelegen heft ingegaen, ende also arrestat ende

318

ende beklachte die conditien van vorschr coop niett heeft ofte konnenachtervolgen, hoe well een wijncoop in opgl. Jegers sal. huijs verdroncken van10 daelers, craft quitunge van voorschr sal. Jegers huijsvrouwen man, soodaene wijncoop heft moeten betaelen, weshalven dan oock arrestant?Hollender den arrestat ettelijcke mael in vrundtschap gesocht, soo daenepenningen, aen Hollender wederomme t’restitueren, daerop oock beklachteaenden gewesene pastoor t’Werselo, ende Jan Wolff t’Saesfelt van arrestantaffgesonden omme de voorschr 10 dal. van arrestaten wederommet’becommen. Soo ist datt beklachte den affgesanten vorschr ter anttwoordt

229

gegeven heeft, cleger solde niett de goede luijde inden Schutten huijs thoSaesfelt gelieven tho kommen omme tho accorderen, daer oock 2 gld. verteertals oock tho Hengel ende Borne 25 st. Beklachten averst ter plaetse bestemptniett gecompareert, niett tegenstaende hem cleger int Schutten huijs dengantschen dach verwachtet, soo versocht comparantinne geassisteert alsvoorschr, wegen haers ehemans soo niett kan compareren, concluderendedatt gearresteerde ende beklachte schuldich sall sijn alsoo daene 10 daelers 3gld. 5 stufer deshalven daerop gelopen, als oock niett de costen huiuspraessus?, an cleger t’restitueren ende t’voldoen ende tot dien fine alhijr borgetho blijven ofte t’stellen, vigore expr. landr. cum expensis, in cas van oppositiepresenteert cleger t’ vorschr t’verificeren, [sijn tijt] ende submitteert sich clegerdesen gerichte, t’selve t’voldoen alles watt beklachte ter contrarie mochte opclegeren winnentot dien eijnde verhijpothesert hett maetken bij den Haenen dijck, schietendeaenden {?} in Saesfelt

319

Jan Schomaecker versocht copiam ende tijt van 6 weecken, stellende totonderpande sijn derde part [eijgen thobehoorich] {?} {?} cempken gelegen indeLutteke Drijne aen Hollinckx berch

Noottgerichte

Anno 1634 den 30 MaijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen Nicolaus Nijhoff van Schuttrop borger t’Oldensel, in termino vandesen E. Gerichte geprefigeert, ende dient in sub protestat. sijn exceptie tegenJohan Wijntijens, versocht als in geroerte exceptie verhaelt, ende cost endeschaedeloose absolutie, daermede sich van desen E. Gerichte will bedongenhebben, als coram incompetente judice, niett behoort noch kan geconveniertworden, uuijtt reden in avergelechte exceptie verhaelt, de inutilibus expensiswell expressel. protesterende, ende decretum verwachtende

320

Anno 1634 den 7 Junijeersten rechtdach naer PinxsterenJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

230

Erschennen Gerrijt Oelen, Nese sijn huijsvrouwe gaen uuijtt ende doenvertichenisse erff ewelijck onwederlosbaer kummerfrij ende onbeswaert, haereijgen thobehorige halff huijsken van sal. Gerbrechts Jenne sijnde tweegebouw huijses, waer van dandere helfte hett Stift Weerselo is thobehorende,gelegen inden gerichte Oldensels, Buijrschap Dulder ende Weerselerhasschap tegens Geert Leuwebrinx? huijs aver, alles tott profijtt ende behoffeen Erw. Vrouwe unde Jufferen des Stifts Werselo, ende sulx voer eenesomme geldes die sich vorschr verkoper goede ende vollencomenebetaelunge deden bedancken, gelaevende sulx t’staen ende waeren, onderverbant verkopers eijgen huijs, gelegen inde Stadt Oldensel aenden kerckhofftegens hett Raetthuijs, alles in meliori forma

Erschennen Berent Gorbertinck tho Hasselo Trijne eheluijden, ende Johanhaeren soone, gaen uuijtt ende doen vertichenisse aen Borgermr. Janbloemen ofte sijne erfg. onse eijgen thobehoorige dree perden, dree koone,unde onse nije, soo tegenwoordich op

321

den Rottgaerden is staende, omme sich daeranne in tijt der noodt niett andersals sijn eijgen goet sijnde tott sijn quota betaelt te maecken tho weeten vandesomma van 141 gld. 8 st. voor welcke nije op den Rottgaerden staende sichRoloff Gorbertinnx verklaert borge tho sijn, ende als sijn eegen proper schulttho betaelen, t’weeten voor de somma van 16 daeler, sijnde een stucke roggengeseijs van 3 schepel ende een schepel gersten, in optima forma, Gerrijt Tenckinck gedicteert

Geertken de olde Laeckster wortt geechent aen Colck Geert tho Losser sijnpande naer landtrechte

Jan Escherinck wort geechent aen Hermen Schopman tho Gammelke sijnpande naer landtrechte

Jan Smitt wort geechent aen Geert Hanninck tho Dulder sijn pande naerlandtrechte

Erschennen Berent Gorbert t’Hasselo, Trijne sijn huijsvrouwe ende haerensone Jan Gorberts bekennen opgenaemen ende ontfangen tho hebben vanJan Lubbers {?} {?} borgert t’Oldensel, de somma van 40 daelers, ad 30stuvers hett stucke, gelaevende jaerlix daer van t’pension t’betaelenbehoorlijcke [pension] rente, mett beloftenisse d’gl. 40 daeler naer vier jaerenonfeijlbaer aff t’loessen, bij faute van dien doen gl. comparanten den geroertenJan Lubbers tott een speciael onderpande stellen seecker stucke lantsgenoempt het Steggen Stucke, van omtrent ½ mudde geseijs, gelegentusschen Engbrinx ende Loesincks landerijen, als oock haere respective

231

plogesdelen aent vorschr erve Gorbert, sampt haerer aller ander hebbendeende thocommende goeder geene uuijttbescheijden in mel. forma

322

Jan Crabbe wort geechent aenden olde Laeckster tho Losser haere pandenaer landtrechte

Gert ter Cogenschott doet sijn verwin op de Roever inde Lutta vermoeged’anspraecke voer desen geschiett

Nootgerichte

Anno 1634 den 7 junijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Erschennen Geert ter Hoffstedde, Geese eheluijden mett Geerdt de voorsoone van comparant Geert ten Hoffstedde, bij sijn voor vrouwe Geertken terHofstedde geprocreert, sachten ende becanden eenhellichlijck wie datt sijerfflijck, verkoft hadden [seeck] aen Johan Wijntijens Anneken sijnerhuijsvrouwe ende erffgl. seecker stucke landes in desen gerichte OldenselBuijrschap Lemselo gelegen, negest seecker halven camp lande soo alsdeselve gl. Jan Wijntijens van Jan van Steede gerichtlijck ingewonnen endegecoft heft, genampt den Nijen Camp, ter eender sijt, ter ander sijt schietendean verkooper sijn landerij groot ongefeer 6 schepel geseijs, voor een frij endeonbekummert goet, uuijttgesondert den thiende een stuck wes aent Capittelvan Oldensel jaerlijcx tho laeten volgen, datt selve uuijtt

323

de Marcke Lemselo gelijck daer bij legende stucken, [uuijtt de marcke] temoegen bemessen, luijtt segel ende breven daer van sijnde, daer van dencooper copije soll mede gedeijlt worden, ende sulx voor eene somma vanpenningen, die sich verkooperen goede ende vollencomene betaelungebedanckten, sich daer van ontervende ende den coper daer anne ervendenaer landtrechteIn meliori forma, met beloftenisse desselven verkoopt t’staen wachten endewaeren, onder verbant daert tho staende

Anno 1635 den 14 JunijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: Kettwich

232

Hendrich Molkenbuijr

in de linker marge:

s. 48 st.

Erschennen Geert Loese, buijrrichter tho Hasselo Jasper ten Gaeme, HindrickNijhuijs, Johan Lottgerinck ende Berent Jaepker [tho] als vande gemeeneHasseler Goetther, ende buijren hijr tho affgesanden ende gecommitteert sijn,bekenden mett consent haerer goettheren erff ewelijck onwederlosbaerkummerfrij ende onbeswaert verkoft tho hebben ende verkopen craft desesaen Henderick Grevinck tho Hattmen Greete sijn huijsvrouwe, ofte der treuwenholder deser seecker stucken marcken gront, sijnde groenlant soo als hettbereets opgegraeven is, gelegen inden

324

gerichte Oldensell, buijrschap Hasselo, mett hett eene ende aenden Pastoorvan Borne sijn Hach Maete, mett hett ander eijnde aent Veer Goor, mett deenesijt aent Hartmer Broock ende mett dandere sijtt an Jan Dreijerincks maete,ende sulx voor eene somma van penningen die sich voorschr verkoopersgoede ende vollencomene betalunge deden bedancken, ende tott haergrontschattinge geimploijert hebben, gelaevende derhalven geroordecomparanten {?} {?} {?} soo daenige verkoop ten eewijgen daegen t’staenwachten ende waeren, onder verbant haerer aller goederen ende respectiveplogesdeelen geene uuijttbescheijden, in meliori forma, ende [heeft] hebbentott meerder versekerheijt des copers, verkoperen angelaevett datt den wolled.Hans Albrecht van Reede tho Brandtlecht, ende Jr? Herman Rammelman alsgoettheren desen neffens d’richter tho versegelen ende subscriberen

Luijtenant Baterbas spreeckt aen de gebruijckers vantt erve Snoijinckgeheeten Aele als suster van Hindrick Snoijnck voor 200 dal. ad computum,heerkommende van Hendrick Snoijnck, gewesene broder van Aele vorschr

in de linker marge:

{?} {?} {?}

Aele Snoijenckster versocht copiam ende tijt van 3 weecken, ende ontkentd’anspraecke

325

233

Jacobus Melingius volmachtiger der Woled. Gosen Heijdenrich Scheel thoWelfelt, wordt geechent aen Engbert ten Blanckenboom tho Saesfelt sijnepande naer landtrechte

Johan Hermsen heeft nae paelrecht verkofte twee stucke roggen gewas, waervan hijr den staele gerichtl. verthoon, [heft also] beide gelegen voor op d’haer,thobehoerende Willem Mettinckhoff, ingesett bij comparant de beijde stuckenvoor 27 daelers, ende verblijft cooper

Jan Eshuijs nomine patris spreeckt aen Johan Lottgerinck tho Hasselo voor 10daelers geleent gelt, waer voor gl. Lottgerinck een peert gecoft

Lambert Muller wort geechent aen Bruninck tho Lemselo sijn pande naerlandtrechte

Erschennen Egbert Volckerinck in Lutta ende bekent schuldich tho sijn aenJan Everhardt Bentinck tho Breckelencamp de somma van thien daelers, endesess mudde haever slopthiende, gelaevet d’selve parcelen als gelt endehaever onfeijlbaer op thocommende Jacobi deses jaers t’betaelen, bij fautevan sulx doet comparant Volckerinck aenden geroerten Joncker totonderpande stellen een stucke roggen gewas, geheeten ende gelegen op deVolckerinx Camp naer Boeninge, waeranne sich gl. Joncker sall moegenbetaelt maecken, tott sijne vorschr pretensie tho ende sijne schaede verhaelen

326

Johan Wijntijens dient in tegens Thomas Spangemaecker als gerichtelijckegeconstitueerde volmacht van Nicolaes Nijhoff, gearresteerde anttwoordtexceptionael, protesterende ende versoeckende als daer inne wijders verhaelt,ende datt gl. Thomas Spangemaecker in judicio present sijnde terminum sallhebben tho colligeren?, omme t’doen naer raede, ofte sunsten in punctoexceptionis sich te submitteren

in de linker marge:

deb. et mihil?

Ex adverso secht Thomas Spangemaecker [ {?} ] sub expresse protestation,datt comparants principael als borger der stadt Oldensel daer de comparitievan Spangemaecker sich desen Gerichte intt geringeste niett gedencktt’submitteren, versoeckende niett tho min copiam, ende terminum van 14daegen onder protest als voorschr, protesterende vande gedaene kosten

Johan Hollender per Thomam Spangemaecker wort geechent aenden Wed.Schalster in Boeninge haer pande naer landtrechte

234

in de linker marge:

deb. et mihi? Et {?}

Licent. Albert van Tungeren heeft nae paelrecht verkoft een swart hengst fullenmett een cleijn blesken, thobehorende d’Hersche tho Losser, ingesett bijvorschr Licent. voer 6. daelers ende verblijft cooper

327

Anno 1634 den 21 JunijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen Johan Slichteman? wonachtich t’Heijnsbergh ende Elsken Arens

in de linker marge:

dochter van sal. Arent Groethuijs

sijn echte huijsvrouwe, gaen uuijt ende doen vertichenisse erff, eewelijck,onwederlosbaer, kummerfrij ende unbeswaert haer [quota] ofte andeel sijndehett vierde part van seecker huijs hoff ende landerijen [geeneuuijtbescheijden], soo ende ingestalt als gl. [eheluijden] Elsken hett selvigevierde part ofte andeel van haere salige olderen Arent ten Grootenhuijs endeElisebet sijn huijsvrouwe anggervet ende angestorven is, [ {?} {?} ] in de linker marge:

ende datt int geheel nichtes exempt geervet ende ongeervet, binnen oftebuijtens huijses,

tot profijt ende erffl. behooff Hermen Gertsen alias Hermen Cuijper tho WerselTrijne sijn huijsvrouwe ende haere erffg, ende sulx voor eene somma vanpenningen die sich verkoperen goede ende vollencomene betaelunge dedenbedancken, gelaevende voor haer ende haere erffg soo daenigen transport teneewigen daegen tegens iedermennichlijck t’staen wachten ende waeren, onderverbantt vercoopers goeder geene uuijtbesondert, in desen ende anderelanden ofte plaetsen gelegen, alles in meliori forma

328

Engelbert Stenfferts? wordt geechent aen Berent Gesberts tho Losser sijnpande naer landtrechte

235

Thomas Spangemaecker nomine Jan Hollender buijttet op ende verkoft naerpaelrecht seecker stael boockweijte, thobehorende [Calvinck] Rijckerinck thoDoeringe, staende op het Stafel? Stucke [van omtrent] waerop geseijt een halffmudde [geseijs] boeckweijte, liggende aenden becke inden Doeringen Essche,ingeset bij comparant op 8 daelers, ende verblijft cooperen

Geert ten Cogenschott wort geechent aenden Roever inde Lutta sijn pandenaer landtrechte

Eshuijs tho Wijrden wort geechent aen Jan Lottgerinck tho Hasselo sijn pandenaer landtrechte

Sententia pronunciata in saecken Thomas Spangemaecker volmachtigen vanGeertken Everdinx contra Gijsselman inde Lutta

Bernardt ter Linde volmachtiger Hans Hollender exhibeert replicam metbijgevoegde documenten, ende meer andere bewijsdommen contra ThomamSpangemaecker volmachtiger vanden heere van Saesfelt, bitt inholts, metversoeckende datt deselve [mocht] documenten mochten autentiseert worden

in de linker marge:

deb. et mihi?

Spangemaecker vorschr versocht copiam ende tijt ad 1 post ferias Messium

329

Erschennen Gerrijt van Arnem als mombaer [der stieff] van sijn moderMerrijken van Arhnem wed. van sal. Hendrick ter Haesselt, ende Jenneken terHasselt dochter van sal. Hendrick ten Hasselt geassisteert mett HendrickMolkenbuijr itemWermelt Hermsen hoer in desen gerichtl. thogelaten mombaer, [endeJenneken] ende Lucas Lutter [als man] ende man ende mombaer sijnerhuijsvrouwe Fenne ter Hasselt, respective erffg. van sal. Johan Elderinck endeHille eheluijden, eendrachtelijcken bekennende comparanten erff, ewelijckonwederlosbaer kummerfrij ende onbeswaert verkoft tho hebben endeverkopen craft deses, seecker huijs mett sijn alinge wehr, gelegen indengerichte Oldensell dorp Losser tusschen Lukens Luijcken ende Hulst Aleijtbehuijsingen, tendes Lenferdinx gaerden, verderen inholts seeckerversegelden brieff ondert segel vanden richter Herman van Hoevel de dato1591 den 11 Maij: Item den halven lijftuchts gaerden, gehoerich gewesen tottden erve Coopshaeve, tho weten datt stuck negest den Mollen Mers, als dattselve bereets uuijttgegraeven is, gelegen inden gerichte van Oldensell, bijt

236

dorp Losser tusschen datt erve Coopshoff, ende d’Oevelgunne, daer Geert terBaerlebeck d’ander helfte van gecoft heft breder inholt seecker versegeldebreeff vanden richter Hermen van Hoevel de dato 1591 den 19 octobris, waerdoer dese sall getransfigeert worden, alles tott profijt

in de linker marge:

ext.

330

Hendrick Egberinck Fenne sijn huijsvrouwe, ende haer beijde erffg ende sulxvoor eene somma van penningen de sich gl. verkoperen goede betaelungededen bedancken, gelaevende den vorschr verkoop ende transport teneewijgen daegen t’staen wachten ende waeren onder verbant haere respectivegeen uuijttbesunderde goederen, in amplissima forma

Anno 1634 den 28. JunijJudex Lubbert van Rensen Coernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Jan ten Mers uuijtt den naeme van den Wolled. Jonckher [Johan] {?} vanRaesfelt, de {?} heeft naer paelrecht verkoft, volgens die staele hijr gerichtlijckverthoent, seecker twee stucke roggen geseijs, gehetten hett Rott voert huijsvan omtrent wee mudde geseijs, hett ander de Bree op den Nes, van omtrent 3schepel geseijs, thobehorende Berent Gorbert tho Hasselo, ende sulx wegeneen binnen ende buijtten jaers slop ende bloodt thiende, ter summa van 70 gld.ad computum, ingesett bij voorschr comparant ad 70 glds, ende verblijft cooper

331

Henricus Friso volmachtiger vanden vrouwe Marschalkinne vander Leij wordtgeechent aen Schulte, Diersman, ende Hoepman, tho Boeninge, haererespective panden naer landtrechte

Dominus Everhardus a Marck wort geechent aen aen Bruninck tho Lemselosijn pande naer landtrechte

in de linker marge:

deb. et mili?

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger van Nicolaes Nijhoff borgeralhijr, ende dient inne duplicam mett twee bijgevoechde documenten sub A. et

237

B. bitt als daer inne alles sub protestatione als vooren, sich desen E. Gerichteintt minnenste? niett submitterende, mett eijs van costen

Johan Wijntijens versocht copiam ende tijt van 14 daegen

Egbert Tenckinck wort geechent aen Lust Johan sijn pande naer landtrechte

Aerninck inde Lutta spreeckt aen Jongman tho Losser voor 18 daelers, vaneen verkoft peert heerkommende

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga

Hanninck tho Gammelke spreeckt aen Engelbertinck tho Hasselo voor 10daelers ende verloopene pension ad computum

Jr. Everhardt Bentinck tho Breckelinckamp wort geechent aen Claes Duveldaelwonende bijt Ophuijs inde Lutta sijn pande naer landtrechte

332

Bertolt Mensman wort geechent aen Henderick Mersman inde Meckelhorst sijnpande naer landtrechte

Johan Clandt t’Losser spreeckt aen Johan ten Colmenschott voor sevendetwintich rixdaelers van een verkoft peert heerkommende, luijtt seeckerhandtschrift alhijr verthoont, de dato 1633 den 14 Junij onder hett merck vanColmenschott voorschr

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Nootgerichte

Anno 1634 den 1 JulijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Erschennen Johan Schomaecker van Hengel ende dient in in termino sijnexceptionael anttwordt, contra Hans Hollender, bitt als daer inne

333

Anno 1634 den 5 JulijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: Kettwich

238

Hendrich Molkenbuijr

Erschennen Thomas Spangemaecker nomine Jan Hollenders versocht copijevant andtwoordt door Jan Schomaecker den 1 Julij ingedient ende tijt adprimam post ferias Messium

Willem Lenferdinck coster tho Losser wortt geechent aen Lubbert Swartkottetho Losser sijn pande naer landtrechte

Egbert Tenckinck heeft naer paelrecht opgebuijttet ende verkoft volgens destael alhijr verthoont seecker twee stucke roggen gewas, hett eene geheetend’Klapbree groot ongeveer veer mudde geseijs, hett andere hett WerchStucke, van 3 schepel geseijs, thobehoorende Lust Jan in Lutta, ingesettbeijde stucken ad 34 daelers, ende verblijft cooper

Rodolph Helmichs heeft naer paelrecht verkoft seecker twee stuckeroggengewas, volgens d’stael alhijr verthoont, hett eene geheeten hettPlaggen stucke, groot een mudde lants, hett ander hett Ganse stucke, grooteen halff mudde thobehorende Schopman tho Gammelke, ingeset bijcomparant voor 32 ½ daelers, ende verblijft cooper

334

[Erschennen den E.]

Borgermr. Henrich van Niel wort geechent aen Lambert Lutteke Hulstman inBoeningen sijn pande naer landtrechte

in de linker marge:

[deb]

Achtervolgende die dree gedaene arresten, naer landtrechte, ende daeropgeemaenierde citatie, tegens Berendt den olden Steggeman tho Rossum,erschijnt Johan Edler ende spreeckt denselven aen voor tweendedertichguldens 15 st rente hem resterende, vande jaeren 1622.23.24 en 25alsoo dan den vorschr Steggeman, inden Rossumer Essche achter de Baeckebij die twee boemen, seecker stuck vrij lants, halff mett rogge halff mett haeverbesaijt liggende heeft, genoempt hett Westerblijck, van 6 schepel geseijs, opd’welck gewas d’arresten voorschr geschiett sijn, als versoeckt cleger den E.Gerichte believe hem hett selve gewas, voor soo voele sijn betaelunge streecktt’adiudicieren, alle andere achterbaxsche sistuatien? ofte stellinge ongeachtet,stellende tott erkentenisse

in de linker marge:

239

accordeert

Berendt Steggeman ontkendt dese anspraecke ende secht vorders JohanEdler niett een doijt schuldich tho sijn

in de linker marge:

pauper

335

Ex adverso secht cleger omme tho verificeren dese vorschr anspraecke, dattBerendt ter Stegge int jaer 1607 aenden Rossemer buijren belacht heeft 100daelers capitael, luijtt daer van sijnde versegelden brieff onder handt endesegel van richter Hermen van Hoevel welcken vorschr brief beklachte sijnenovergeleeden? heerschap Geerdt Schuldten sal. voer desen wegenachterstendige pacht in solutum getransporteert heeft, oversulx datt diepension wegen der Marcke op hett erve ter Stegge is gesett, ende tott nu thoblijven staen, dewijle dan Schulten, cleger voor olderen soodaenigen brieffmette daeraff verschijnende pensiones int jaer 1621 oft 1622 [wegen] inbetaelunge van seecker ander schult heeft opgedraegen ende getransporteertaen clegerens voorolderen, waer aff hem competerende is vant jaer 22. tott 24incluijs aen pension, die voerverhaelde somma sijnde a dato 1625 naer dattSteggeman vorschr datt erve verlaeten heeft clegeren voor ende nae vanCrabbe ende tegenwoordigen Steggeman voldaen, soo refuteert deselve endereiecteert de verwerders onbefoechde ontkennunge, nochmaels biddendedenselven aent vorschr geseij t’adiudiceren ofte aentho eijchenen, ende sulxtott kentenisse stellende

in de linker marge:

accordeert

Jr. Gerhardt Voedt tott Boelscamp wort geechent aen Roloff Geerdinck thoHasselo sijn pande naer landtrechte

Erschennen Jr. Balthasar uff dem Berge, ende heeft better forme rechtensgeconstitueert ende volmachtich gemaeckt, constitueert ende maecket tott sijngevallen volmachtich craft deses Thomam Spangemaecker procurator, ommein comparants naemen ende van sijnen wegen, voor alle Statt endeLandtgerichten in Overissel ofte elders te compareren, inne tho vorderen, {?}{?} mett rechte alsoodaene penningen als d’selve van Hendrick Hollinck luijttergangene sententie, sijn competerende termijnen t’observeren, [t’observeren]ende t’beantwoorden, geschriften inne tho dienen etc?staett intt reijne prothocoll in forma gess.

240

Citatie

Op huijden den 7 julij is ten versoecke van Jan Wijntijens borger alhijr eencitatie in forma aen Gerhardt Monnich in qualiteijt als rentmr van sijn Gr. G.hoochlofflijcke memorie, Willem Henrich Graeve tot Stenforde etc?gedepescheert omme opden 12 [Apr] julij alhijr t’compareren, ende tuget undsecht hem ende Jan Wijntijens sententie aenne tho hoeren, mede brengendepro sportulis 10 gld.

Relatie

Den 18 julij 1634 heeft Hendrick Molkenbuijr gegicht dese citatie behandich thohebben aende huijsvrouwe van Gerhardt Monnich rentmr tot Gronouwe,dewijle deselve abscent

337

Anno 1634 den 12 julijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Erschennen Johan ter Mors ende heeft avergelaeten ende transporteert aenGerrijt Berents Roloff Gielinck ende [Geert] Hindrick Nijhuijs t’saemen vanHasseloo, seecker stucken roggengewas geheten hett Rott groot twee muddengeseijs ende de Bree opden Nes van 6 schepel geseijs, ingestalt als gl.comparant de vorschr beijde stucke gewas den 28 junij deses jaers gerichtl.opgebuijtett hadden ende naer paelrecht tott vorschr ten Mers profijtuuijttgestaen was, ende sulx wegen een binnen ende buijtten jaers slop endebloodt thiende, soo gedachten ten Mers wegen de natuijrlijcke van Raesfeltaen Berent Gorbert ten achteren was, alles voorde somma van 70 gld. soo gl.coopers hebben aengenoomen op twee termijnen tho betalen, t’weetend’gerechte helfte a dato aver een maent, d’leste helfte op Martini nu eerstkompstich, des heeft gl. ten Mersche angelaevet bij soo veren hijr inne eenigemolestatie van Cort Berent tho Borne /: als dese vorschr beijde stucken roggengewas oock voor desen gerichtl. verkoft hebbende :/ mochte ingedaen worden,gl. coopers hijr van schaedeloos tho holden ende indemniseren

338

Erschennen Thomas Spangemaecker als volmachtiger des E. Balthasar uffdem Berge exhibeert oorsaecke waeromme die vermeente reden van onschultdoerden E. Hendrick Hollinck voor desen geexhibeert, soo lange voerigeinstantie costen niet? sijn {?} daer deselve naer contumaciam, condemneert is,[niett] in sijn actionem [niett] {?} {?} {?} {?} {?} annexe designatie derselver [per

241

dubbelt], versoeckende daerop t’apostilleren datt tegendeel behoorlijcken tijtsall diminueren bij versteck, ende volgens in termino t’modereren, ende wijderste gescheen als verners daer inne versocht is worden

Erschennen Jan Hommelinck de jonge, soone van Jan Hommelinck Muller,ende exhibeert libellum iniuriarum, contra Johan Meijerinck tho Hasselo,beklachte ende moettwillige iniuriant, bitt als daer inne mett eijs van costen

Johan Meijerinck versocht copiam ende tijt ad 1 post ferias Messium

Sententia pronunciata in saecken Johan Wijntijens contra [sijn] GerhardtMonnich in qualiteijt als rentmr van sijn Graeffl. Gen. hoochlofflijcke memorieWillem Henrich Graeve tot Stenfort

Johan Wijntijens exhibeert duplick exceptionael contra Nicolaes Nijhoff, borgertott Schuttrop, bitt als daer inne, ende datt de bij hett replick tegens landtrechteannecteerde documenten sollen worden reiecteert ofte ten weijnichsten daerop niett sall worden gelettett, ende dewijle t’selve proces in

339

puncto exceptionis volschreven versocht datt terminus concludendo tusschenpartijen mach worden anbestempt

Erschennen Thomas Spangemaecker gesubstitueerde volmachtiger van JufferAgnes van Benninga huijsvrouwe van Welled. Jr. Johan van Echten tottVollenhoove ende versocht datt den volmachtiger des heren Baron de Ketteler,Lic. Albert van Tongeren hijr present sijnde moege angesecht worden ommeterminum te colligeren ofte prefigeren, omme alnoch op [op] gl.Spangemaeckers ingediende justificatie tho antwoorden, Licentiaet Tongerenheeft angenomen, den 2. rechtdach naer de ferias Missium hijr tegens tedoene ende t’andtwoorden

Erschennen Johan Rotert tho Lonnicker ende secht hoe datt hij denbedaegeden Johan Cohorst tho Doeringe anno 1633. den 27 octobris vijffholter anbestedet hebbe voor 23 daelers, omme de voorschr holter liggende bijclegerens huijs binnen den tijt van 3 weecken vanden 27 octobrisaffthorekenen affgeweeckenen jaers opt Loo leveren solde, in welckeleverantie hij beklachte tott noch tho in gebreck verbleeven, nicht tegenstaendebeklachte de vorschr 23 dal. doemaels geholdenen accorts daetlijck ontfangenende hem voldaen sint, craft verthoonder quitunge, doer welcke misleverungevan holt cleger in grooten schaede geraeden, dewelcke hij niett lijden woldeomme 100 [daelers], versocht alsoo concludendo, datt beklachte moegegeholden worden nochmaels eerstes dages de voorschr holter ter

242

340

plaetsen voorgl. t’visiteren, mett erleggunge der geeijsschede 100 dal. salvisexpensis versoeckende aeneijssunge bij faute van comparitie contumaciam

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Dominus Antoni de Bever heeft naer paelrecht opgebuijttet ende verkoft,volgens de staet hijr gerichtlijcke verthoont, seecker stucke roggen gewasgroot ongeveer 4 mudde geseijs, geheeten de Monninx Bree thobehorendeMonnekinck tho Doeringe, ingesett bij vorschr comparant ad 48 gld. endeverblijft cooper

[Baldewijn] Wijntijens heeft nae paelrecht verkoft volgens d’stael hijr verthoont

in de linker marge:

vacat.

Erschennen Thomas Spangemaecker nomine Jan Hollender ende exhibeerttegens gecijteerden Drees inde Borch anspraecke, bitt als daerinne, mett eijsvan costen

Drees inde Borch versocht copiam ende tijt ad 1 post ferias Messium, dus wordt mit Casparus affgereeckent ende voldaen

341

Nootgerichte

Anno 1634 den 26 AugustiJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Jan Wolderinck[Gerlacus] Lucas Gelinck

Erschennen Thomas Logus Dr. ende Fiscael van Overissel, als volmachtigerdes Wolled. Gestrengen Hendrick van Eck tho Meddeler ende Hasselojegenw. in Veluwe, uuijtt cracht sijner hebbende ende verthoende volmachtgepasseert, voor borgermr der Stadt Deventer de dato den 27 junij 1634, endeheeft inde voorschr qualiteijt pandunge ende {?} arrest gedaen op de pachtender erven ende goederen genoempt Bennicker ende Nortcamp indesengerichte buijrschap Lutta mettsgaders Mensman ende Schalman inde buijrschap Boeninge, als oockSeverdinck ende Vasterinck in Gammelke, voorts Lentfort, Loijerman Ellermaninde buijrschap Losser gelegen, ende t’samen hett Stift Metelen thobehorende

243

als oock mede op die pachten ende [aent] gront erve Tije tho Rossum endebehorende inde abdije van Vreden, mett versoeck datt van dese vorschrpandunge die eijgeners vorschr, ende vant arrest der pachters?

342

ende meijers? de wette ende insinuatie moege gedaen worden, ende sulxomme executie ende betaelunge tho hebben van alsoo daene penningen alssijne comparants {?} principael vorschr van omtrent viertich duijsent rijxdaeler,vande gemeene Muntersche geestl. ende weltlijcke stenden? uuijtt cracht vantwee verscheijden solemnele verschrijvunge beijde in dato den 5 april 1591,mitts gaders daerop gefolgede sententie voeren provinciael hove? vanGelderlandt, de dato den 20 7bris 1632 als oock wijderen schijn ende bescheijtdaer van sijnde, noch resterende

in de linker marge:

salvo calculum?

Noetgerichte

Anno 1634 den 30 AugustiJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: Kettwich[Hendrick] Hendr: Molkenbuijr

Erschennen Jan Wenninck tho Doeringe ende versocht als gisterengearresteert tho hebben laeten Jacob Bussier borger tho Zwolle wegenseecker actie van iniurie alhijr binnen Oldensell doer arrestanten gedaen, oockdenselven daer bij daetl. gecijteert, omme tegens huijden tott thien uuijrent’compareren ad sedendum? {?} libellum iniuriarum contra ipsum, und

in de linker marge:

deb. et mihi?

dese costen heeft den heer richter Rensen ontfangen

343

dewijle dan nu die termijn verslooten, soo exhibeert cleger sijn vorschr libelluminiuriarum contraris, vorschr Bussier, ende versoeckt datt deselve moegeangeeijst worden, in cas van uuijtblijven bedingett comparant contumaciammett eijs van costen

244

Bussier angeeijst ende niett gecompareert, ergo contumax, salva purga, naerlandtrechte

Poster? erschennen Jacob Bussier versocht tijt totten 1 7bris, t’welcke hemvergunt

in de linker marge:

deb. et mihi?

Nootgerichte

Anno 1634 den 1 7brisJudex Lubbert van Rensen Coernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen Jacob Bussier ende dient inne exceptionael anttwoordt contra JanWenninck tho Doeringe arrestanten versocht als daerinne mett eijs van costen

Wenninck versocht copiam ende tijt totten 2 7bris tho thien uuijren, mettversoeck datt gearresteerde sall moegen borge stellen de judicio sisti etjudicatum solvi ende [mede mett geen ander recht dan alhijr tho willenspreecken, neffens versoeckende] restitutie van sijne gedaene contumacialecosten, als deselve gerestitueert sijn, alsdan tho willen antwoorden als voors.

344

Erschennen Gerrijt Tappen Borgermr ende heeft sich inne laeten voor JacobBossier als borge de judicio sisti et judicatum solvi et captani? [ende niettanders mett ander recht tho willen spreecken, dan alhijr tho {?} wegen d’actievan iniurie] niett? renuncierende sijn borgerlijcke privilegie, ende sich desen E.Gerichte submitterende, angaende de contumaciaele costen, gestendigetworden aen sijden des arrestaten niett gestendig, dewijle vorschr Bussier tott [{?} ] een {?} bij den richter erschennen ende tijt luijtt hett prothocol versocht,tott den 1 7bris

Nootgerichte

Anno 1634 den 2 7brisJudex Lubbert van Rensen Coernoten Adolph van rensenBernardt Kettwich

Jan Wenninck exhibeert straffe in puncto exceptionis, contra Jacob Bussier

245

in de linker marge:

[ {?} ]

L. Roscamp nomine Bussier versocht copiam totten 3 7bris, ter noot tott den 4desselven maents

Nootgerichte

Anno 1634 den 5 7brisJudex Lubbert van RensenConsulibus Bernardt KettwichHend. Molkenbuijr

Erschennen Jacob Bussier exhibeert replicam contra Jan Wenninck

Wenninck versocht copiam ende tijt totten 6. Septembris

345

Noottgerichte

Anno 1634 den 4 SeptembrisJudex Substitutus [Lubbert van Rensen] Casparus Waterham Coernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

in de linker marge:

Hett gelt van dese uuijttganck heeft den heer Richter Rensen selffs ontfangen

Erschennen Jan Raettger tegenwoordige buijrrichter, in Rossum, Geert tenTije, Jan Engberinck, Jan Schepers, Hendrick ter Laeck, Geert Bus, JanFrijlinck, Jan Tijthoff, Jan Bennicker, Jan Steggeman, Johan ter Hoffstede, JanVeltman, Jan Heerinck, Jan Wolcherinck, Jan Hoijckinck, Hessel Hesselinck,Hermen ter Hersmolle, Jan ten Blanckefoort, Berent Reijmerinck ende Lambertter Woest alle buijren der vorschr Rossemer Marcke, eendrachtelijckbekennende, erff, ewelijck, onwederlosbaer, kummerfrij ende onbeswaertverkoft tho hebbben ende verkoopen craft deses, seecker stuxken veltgronts,soo alst t’selve bereets vande respective buijrmannen vorschr uuijtt endeaffgesteecken is, gelegen inde Marcke Rossum ende een cleijn perceel inttLemseler Meijnvelt {?} Rossum, mett deene sijt langes [ {?} maete] LettenCamp, mett d’ander sijt [aen comparant] naerde Rossemer Schoete, mett hetteene eijnde aende Stegge ende zuijttwars aent [Meijken] Rosse? Velt, endetott aende hoock van Eertmans Maete, mede hett selve lant van {?} dree

246

naerden anderen jaere ende langer niett uuijtt de vorschr Rossumer Marcketho moegen messen, mits expresse conditie datt de cooperen naerbeschrsollen laeten eenen voor ende drijffwech, langes ende beneffens EertmansMaete hen, tott

346

[hett gebruijck] eigendom van [ {?} ] Berendt Henderkinkx tho Lemselo ende gl.Eertmans maete ende landereij, alles tot profijtt ende erffl. behooff, Berent tenLette, Aerne eheluijden, ende desselffs erffg. ende sulx voor eene somma vanpenningen die sich gl. vercooperen goede ende vollencomene betaelungededen bedancken, welcke penningen sij noodts. angewent hebben tottbetaelunge haerer pont ende gront gelden, gelaevende soe daenich verkoopt’staen wachten ende waeren naer landtrechte, # in meliori forma.

Mede erschenen Geert Buijrrichter in Lemselo, Geert Hampsinck?, GeertSteggeman, Johan Wolbrinck, Johan Bruninck, caverende voorde absentebuijren der Marcke Lemselo vorschr als tott naerbeschr verkopinge vandenselve hijr tho affgesant sijnde, bekenden datt sij tott [naer]vorbeschrverkopinge verkoft hadden seecker cleijn parceel gemeene Lemseler Marckengront, soo sij hebben liggen tusschen Eertmans Maete ende t’ Rossemergront, soo als sij hett selve aenden naerbeschr cooper hebben verkoft, allestott profijt van Berent ten Lette ende Aerne sijn huijsvrouwe, ende sulx voereene somma penningen die sich gl. verkopers vant vorschr parceel meijenvelts goede ende vollencomene betalunge deden bedancken, gelavende sulxt’staen ende t’waeren naer landtrechte onder verbant daer tho staende

347

Anno 1634 den 6 septembriseersten rechtdach post ferias MessiumJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Jan Boumr. nomine Fenne wed. Lucas Steenbecke spreeckt aen LambertHassinck in Boeninge voor 28 daelers geleent gelt

Jan Wenninck exhibeert duplicam contra Jacob Bussier

Jan Boumr. nomine Fenne wed. Luces ter Steenbecke spreeckt aen GeertMonninckhoff voor 8 gld. 12 st. geleent gelt

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger des heeren van Saesfelt,versocht tegens Jan Hollender uuijttstellunge van een maendt, dan van partije

247

advers wort 14 daegen verguntt, waermede vredich is [ {?} ] de partije vandenheere van Saesfelt vorschr

Idem Spangemaecker nomine Hermen ten Middach van Roenberch spreecktaen Colck Geert tho Losser voor 6 Rijxdalers ad computum van een verkoftende gelevert beest heerkommende

348

Erschennen Thomas Spangemaecker uuijtt den naeme vanden Wolled [Greffl.]Gerhardt de Reede heer tott Saesfelt, secht hoe datt comparants principaelenverstaen hebbende, datt sich Jan ter Hanter met sijn dochter Hindrickxken,solde vanteert hebben ofte verluijden? laeten eenich pretense jus aent erveHanter tho hebben, soo versocht comparant nominibus quibus? supra, dattgecijteerde voorgeschr moege geholden worden soo daenich schijn endebescheijt als hij vermeent daer van tho hebben, bij tho brengen, ofte bijversteck van saecken, ende perpetuam silentium moege imponeert worden,ende in cas van oppositie, dewijle deselve in desen gerichte niett eijgens sinthebbende, datt sij sollen geholden sijn borge tho stellen per expensis

Jan ter Hanter versocht copiam ende 14 daegen tijt ad contra

Noch dient Spangemaecker in als volmachtiger van Claes Nijhoff borger alhijr,conclusion schriftl. contra Johan Wijntijens, bitt als daerinne, onder protest invoerigen dicaten geschiett

Idem Spangemaecker spreeckt aen Jasper ter Gunne tho Weerselo nomineArent Leefers tho Almelo, voor 22 gld. ii st van een verkoft ende gelevert beestheerkommende

349

Erschijnt Egbert Meijerinck ende secht excipiendo tegens die vermeente clachtbij Jan Hommelinck soone vanden olden Jan Hommelinck onbefoechlijckgedaen, denselven cleger minder jaerich, et inpotestate patris tho sijn, endederwegen [geen legitimam] soo well naer landtrechte als naer de gemenebeschrevene rechten geen legitimam pertonam?standi? in judicio tho hebben,sustinerende alsoo ongeholden tho sijn, den libello tho beantwoorden, maerdatt hij ab observatione judicij geabsolveert, ende vermeente cleger in allecosten, hinder ende schaeden gecondemneert behoore tho worden, stellende

in de linker marge:

[deb]

248

Thomas Spangemaecker nomine Jan Hommelinck versocht copiam ende tijtvan 14 daegen

Thomas Spangemaecker nomine Jan Hollender dient in replicam cum tribusadiunctis documentis, versocht als daerinne

in de linker marge:

tegens Schomaker tott Hengel

Jan Schomaecker versocht copiam end tijt van 4 weecken

Erschennen Hendrick Hoetinck bij Enschede ende spreeckt aen GeertDengman tho Losser voor viertich dal. capitael voorgestreckte penningen,ende 20 dal. opgeloopene pension ende gedaene costen, daerop comparantvoor twee jaeren hett selve ten huijs van

350

Dijck Berent tho Losser doer tusschen spreecken anwesende dagesluijdengelaeten als in cas van ontkenninge genoochsam bewijslijck, daer tho sichcomparant in sulcken valle presenteert, versocht alsoo denselven inne thoeijsschen, omme opt geene vorschr tho antwoorden, ende naer gedaeneanttwoort denselven t’condemneren inde vorschr 40 dal. capitael, ende 20 dal.interesse, metsgaders noch den interesse vanden 2 jaeren soo naer dato desgeholdenen verdraeges versloten ende die gedaene costen, ende nocht’doene

Dengman versocht copiam ende tijt van een maent

Erschennen Adriaen van Laer amptman tho Metelen, in erfarunge gecomensijnde, hoe datt den heer Jegerman? in Veluwe Hendrick van Eck heeft doengerichtlijck arresteren die erven ende pachten, soo de vrouw abdissinne van[Essen] Metelen in desen gerichte heeft ligende, daerbij versocht is wordendatt die meijers desselven erven solden moegen verklaeren ende[nemptiseren] watt een ijeder meijer vorschr ter pacht was gevende, welckevoorschr Laer versocht datt hett selve sub spe concordiae die tijt van 14 daegein surciantia moege geholden worden, verhopende datt inmiddels die saeckesall gevonden worden, welck hem vanden gerichte vergunt

351

Swenne ten Middendorp spreeckt aen Bruninck tho Lemselo voor 32 dael.geleent gelt, ende 9 schepel boockweijte, ende wijders ad computum

249

Erschennen Johan Wijntijens, ende gesien hebbende hett inbrengen vanThomas Spangemaecker als volmachtiger van Claes Nijhoff, protesteert denotoria nullitate desselven aengesien in puncto exceptionis naer landtrechteniett wijders dan ad duplicam inclusive mach gehandelt worden, versocht alsoodat selve te rejecteren, ende datt terminus ad proximam moege angestemptworden omme in dese saecke tho concluderen naer rechte, protesterendewijders vande gedaene costen, versoeckende hijr op den voorschrSpangemaecker inne tho eijsschen omme te doen naer raede

Albert ten Segger tho Hengelo spreeckt aen [Rott]Hertgert ten Katte in LuttekeDrijne, voor schult tot rekeninge, ende versocht aeneijss bij faute vancomparitie verwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Erschennen Egbert Cuijper tho Losser ende secht hoo datt Dijck Berent thoLosser cleger eergisteren avont een doodt vercken voor clegers doer hebbedoen brengen

352

welcke doode vercken aldaer een dach ende nacht is blijven liggen, endealsoo den vuijlicheijt ende stanck heft moeten lijden, seggende beklachte dattclegers kinderen [sulx solden] t’vercken solden omme den hals gebrachthebben, welcke hoen ende smaet cleger niett denck tho lijden omme 100 gld.insonderheijt gelettet datt beklachte gesecht, datt cleger ende sijn familie eenheijdensche moordt sollen gedaen hebben, versocht also concludendo dattbeklachte sall gecondemneert worden soo daenige smee woordent’wederropen ende de [in] gelt poene vorg. an cleger tho betaelen, mett eijsvan costen

Dijck Berent versocht copiam ende tijt van 14 daegen

Erschennen Berendt Pott Techeler unde spreeckt aen Lambert Caverick inLutta voor de somma van 12 dal. luijtt sijn eijgen handt daer van sijnde, vanden23 9bris 1633, als oock noch voerde somma van 20 daelers, inholt derobligatie de dato den 22 maij 1633. luijtt sijn eijgen handt onderteeckent, beijdealhijr verthoont

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Lic. Tongeren nomine den amptman van Laege dient in antwoort tegens den{?} reden? van Balthasar uff den Berge, ende eventuael diminutie

353

250

Nottgerichte

Anno 1634 den 8 septembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichBern: ter Linde

Sententia pronunciata in saecken Jan Wenninckx contra Jacob Bussier borgerder Stadt Swolle

Bussier bedanckt sich goede administratie der instie? ende sententie?, mitsversoeckende copiam, Jan Wenninck versocht mede copij

Nootg.

Anno 1634 den 11? SeptembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bernard KettwichJan Nijhuijs

Erschennen Jacob Bussier borger tott Swolle ende dient in designation endeexpensarium contra Jan Wenninck succumbenten, versoeckende datt deselveseecker tijt mach vanden E. Gerichte gestelt worden, omme tho diminueren, bijfaute vandien, datt hett E. Gerichte mett die moderatie gelieven wilde voort thovoeren

354

Anno 1634 den 13 SeptembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Christoffer van Almeloo wort geechent aen Spraeckstedde inden Lutta sijnpande naer landtrechte

Erschennen Lambert Ophuijs inde Lutta, Aele eheluijden bekennenopgenomen ende ontfangen tho hebben van Johan ter Waelstede Swennensijn huijsvrouwe de somma van viertich daelers ad 30 st hett stucke, welckepenningen gl. Ophuijs bekande angewant tho hebben tott afflossinge buijrrente ende een peert daer mede angecoft.Ende dat vorschr Ophuijs den gemelten Walstede int gebruijck seecker stuckelants genoempt de Craenenbree van omtrent een mudde geseijs gelegen inderRaerder Essche bij die Waelstedde, omme t’selve stucke jaerlix ende alle jaer

251

voerde pension der vorschr 40 daeler t’moegen gebruijcken, des nochtans, sallgl. Waelstedde geholden sijn [vanden?] voert gebruijck voorschr muddegeseijs uuijtt tho keeren ende jaerlix betaelen aen gesechten Ophuijs op alleSt. Martini een halff mudde schijren rogge, ende sulx tott tijt der afflosse, dieelck een vrij staet t’sollen moegen doen, wanneer d’selve een jaer t’bevoerensworde angekundiget, in meliori forma

in de linker marge:

ext.

355

Swenne wed. ten Mittsdorp doet haer verwin op Bruninck tho Lemselovermoege d’anspraecke voor 8 daegen geschiett

Dominus Theodorus Marckerinck wordt geechent aen Bruninck tho Hasselosijn pande naer landtrechte

Jan Amelinck tho Lonnicker spreeckt aen Roloff Geelinck tho Hasselo voor desomma van hondert ende twintich daelers, soo gl. Gelinck schuldich wasverleden Jacobi t’betaelen, ende datt wegen seecker verkoft nije huijs waervan dese 120 dal. de halffscheijt der betaelenge sall sijn, verderen inholtsseecker ongeautentiseerde copije des coopcedels alhijr gerichtl. verthoont, dedato 1631 den 16 Januarij, versocht aeneijssinge bij faute van comparitieverwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Maria wed. sal. Derck Berentsen spreeckt aen Hartman in Lutta voor vijfftichdaelers, heerkommende datt comparant borge is geworden aenden wed.Claes Verheijden voor vorschr Hartman

Gerrijtt van Goor spreeckt aen Sanderman inde Lutta voor 5 dalers van geleentgelt heerkommende

356

Roloff Gelinck versocht copiam van Amelinx anspraecke ende tijt van eenmaent

Albert ten Segger per Hendrick Gulijcker wort geechent aen Egbertinck thoHasselo sijn pande naer landtrechte

252

Maurits Berents spreeckt aen Poll Hendrick inde Lutta voor 21 daelers van eenverkoft peert heerkommende, volgens de coopcedel, de dato den 1 april 1634daer van opgerichtet

Erschennen Lambert Deterinck in Dulder ende exhibeert iniuri claege rationefilij Hendrick Deterinck, tegens Lubbert Meijlinck ende Hermen ter Becke bittals daerinne, mett eijs van costen

Lubbert Meijlinck ende Hermen ter Becke versoecken copiam ende tijt van 4weecken

Lic. Tongeren als volmachtiger des frijhern van Ketteler, [ende] dient innecontra Thomas Spangemaecker in qualite als gesubstitueerde volmachtiger Jr.Van Echten tot Vollenhoe sijn exceptiones, versoeckende als daerinne

Spangemaecker versocht copiam ende tijt van 6 weecken

Erschennen Berent Keijluer alias Dijckberent ende secht datt hij ommepertinentlijck tho antwoorden op d’anspraecke, soo Engbert Cuijper huijden

357

acht daegen op sijn persoon gedaen, gl. Cuijper heeft doen daegen, ommesenuto? {?} verklaerunge te doen, ofte niett waer datt hij ten daege in sijnanspraecke vermelt, wesende donderdach den 4 septembris, niett en heeftuuijttgeschicket sijn soon Albert omtrent tusschen 3 ofte 4 uuijren naerdemiddach omme tho bewaeren seecker stucke boockweijte voor opden Losseressche hem thobehorende, ende soo hij des boven thoversicht in hac? causasummaria worde verweijgeren, protesteert hij super expensis, die hij bijverweijgeringe desselven, ende omme hett voerige mett getuijgen thobewijsen, sall moeten doen, versoeckende gl. Cuiper daerop inne thoeijsschen ende ad respondendum als vooren t’constringeren, mett eijs vancosten

Waerop Engbert Cuijper verklaert datt hij denselven dach verscheijden reijsensijn soone Aelbert voorschr naer obg. stucke boockweijte gesonden, omme dehoenderen daer uuijt tho jaegen, ende naer sijn weijte acht tho nemen op dattdaer[op] inne geen schaede mochte geschien [ twelcke schade] daer inne den[niett] {?} oock? geen schade is bevonden

Jan [Wissinck] Lubbers glaesennemer? heeft nae paelrecht verkoft een bruijnruijn thobehorende Lubbert Wissinck tho Gammelke ingeset bij vorschrcomparant ad 8 daelers ende verblijft cooper

Jan Wilminck exhibeert diminutie contra Jacob Bussier tott Zwolle

253

358

d’heer Richter Rensen heeft naer paelrecht verkoft een coperen kettelthobehorende Floot Willem t’Weersel, ingeset bij comparant voor 3 gld 12 stende verblijft cooper

Noch een kettel thobehorende Rorinck in Doeringe ingeset ad 4 gld endeverblijft cooper

Anno 1634 den 20 7brisJudex Lubbert van Rensen Coernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Bartolt Baterbas wort geechent aen Willem ten Lechtenberch tho Weerselo sijnpande naer landtrechte

Gerrijt van Goer doet sijn verwin op Sanderman inde Lutta, volgensd’anspraecke voor 8 daegen geschiett

Maurits Berents doet haer verwin op PollHermen vermoege d’anspraecke voor8 daegen geschiett

Sijbrecht Koijtenbrouwer wort geechent aen Frijlinck tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Idem wordt geechent aen Beerninck tho Doeringe sijn pande naer landtrechte

d’Richter Rensen heeft naer paelrecht verkoft eenen swarten ossenthobehoorende Luijcken Haeckenberch, ingeset voor 6 daelers ende verblijftcooper, ende datt tott voldoeninge van seecker breucke soo gl. richter van gl.Luijcken is competerende

359

Maria wed: sal. Derck Berentsen doet haer verwin op Hartman inde Luttavermoege d’anspraecke voor 8 daegen geschiett

Merrije huijsvrouwe van Goossen Meijerinck spreeckt aen Meijerman indeLutta voor 8 daelers van een verkoft peert heerkommende

in de linker marge:

deb. van dict? 48 st

254

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger vanden wolled. Gerhardtde Reede heer tott Herne, versocht nochmaels qualitate qua uuijttstellunge van.3. weecken tegens Johan Hollender ter cause datt comparants principalbuijtten landes, ende noodtwendige documenten van noeden, die hij tott nochtho niett heft konnen bekoomen, uuijtt welcke reden vermeent comparant datthem sulx niett sall verweijgert worden, welcke tijtt idq? peremptorie vanwederpart wordt vergunt

Gerrijtt Meijer tho Lonnicker spreeckt aen Wessel ten Holthuijs, buijrrichter,voor 21 daelers ende een oort, heerkommende van verloopene pensionen,

Vocatus et non comparuit ergo contumax

Erschennen Trijne ten Oesterick wed. [van] sal. Hendrick Bentinck geassisteertmett Thomas Spangemaecker haer in deser saecke gecorenen endethogelaten mombaer, transporteert ende geeft over in craft deses an Steffent’Averbecke Willem in Tennichlo {?} erffg ofte den trowen? holder dese? [alsnaeste erffg van Roloff van Besten] alsoo daene erffenisse so beweechlijckeals onbewegl. geene goeder uuijtgesondert waer ende in watt heeren landendie gelegen, als comparantinne als naeste erffg

360

[is] angeervet is vanden [voorschr] Roloff van Besten, aenden Steffent’Averbecke ende Willem int Tinnichlo, belaevende mett handtastungealsoodaene transport van erffenisse aen gl. Averbecke ende Tinnichlo teneeweigen daegen t’staen t’waeren naer landtrechte onder verbandt rechtensvan haer alle goederen, geene exempt, ende sulx alles voor eene somma vanpenningen die sich comparanten goede betaelunge deden bedancken, maecktoock daerbeneffens d’vorschr Tinnichlo ende Averbecke mitts desenvolmachtiger, omme deselve erffenisse inder goede ofte mett rechteinthovorderen, alles in optima forma

in de linker marge:

extr.

Dijck Berent tegens Engbert Cuijpert versocht uuijttstell de tijt van 14 daegen

Erschennen Hermen ten Nijenhuijs van Ochtrop ende secht aen Colck Geerttho Losser omtrent Maij Anno 1633 verkoft ende gelevert tho hebben 6 balckenvoor 18 rijxdal. op welcke penningen Wermele Smitt i12 Rijxdal. min 12 st.heeft betaelt, aen verkooper ende oock d’resterende 6 rijxd ende 12 stvastelijcken beloovet in 8 daegen {?} tho betaelen, ende datt ter cause datt gl.Wermel Smitt masschappije daer anne gehadt, als versocht comparant

255

concludendo datt beklachte ende bedaegede Wermel Smitt mett rechtsdwanckgeholden moege worden sijne beloften t’achtervolgen, ende die 6 rijxd. 12 st.aen cleger tho betaelen, ofte Colck Geert in cas van negatie prestentert sulx in14 daegen t’bewijsen, protesterende van costen

361

Wermel Smitt ontkent d’anspraecke van Nijhuijs secht daer bij datt hij soodaene holter van hem als d’anspraecke vermelt niett heeft gecoft, ende kentdeselve niett schuldich

Jan Arents Wenninck heft naer paelrecht verkoft een coperen kettelthobehorende Rijmer tho Hasselt ingeset bij comparant voer 50 st ende verblijftcooper

Erschennen Lambert jonge Dalhuijs in Lutta claechlijcken t’erkennen gevende,hoe datt hem vergangen paesmaendach van Luijcken Haeckenberg tweegateren int hooft sijn geslaegen, dewelcke hij binnen Oldensel heeft moetendoen cureren, ende den barbijer beloopt oft verdongen voor 4 rijxdal. welcke 4rijxdal. den vorschr Barbijr van gl. Dalhuijs is eijsschende, daerommegenodrenght vorschr Haeckenberch t’citeren, ende spreeckt denselven annevoorde gl. 4 rijxdaelers soo den curateur competerende, stellende sulx tottkentenisse des gerichts, [volg]

‘t Gerichte verclaert conform de nije Reformation datt gl. LuijckenHaeckenberch schuldich der cleger die geeijsschede 4 rijxd. t’betaelen, bijfaute van sulx wort hem een pender omme t’executeren vergunt

in de linker marge:

pauper

362

Nootg.

Anno 1634 den 26 Sept.Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

in de linker marge:

inleijdunge

256

Erschennen Gerrijtt Wolters van Battman?, verthonende seecker volmachtvanden Eerbaeren Deugentsaeme Catherina Liefftinck wed. sal GerhardtCremer voor borgermr der Stadt Deventer gepassert de dato 1634 den 16Septembris, ende doett nomine sijner principallinne mits desen gerichtlijckinleijdunge intt erve Deterinck in Doeringe, [gelegen inde] in desen gerichteOldensell gelegen, thobehoorende den E. Plechelm Nijtterts amptman tottWijttmersum, ende sulx ter cause datt voorschr amptman an sijner gl. principalals legitima tutrix haerer kinderen, deuchdelijck schuldich was op vergangenMichaeli 1633 de somma van 450 gld. ende op Paesschen Anno 1634dergelijcke 450 gld. t’betaelen mett beloftenisse deselve penningen precise opvorschr termijnen t’willen betaelen, bij faute van dien, datt hett vorschr erveDeterinck ewelijck ende erfflijck, aenden gl. Cremer sal ofte sijne erffg {?} {?}{?} {?} solde verkoft sijn, ende blijven, [ dewijle dan] alles verderen inholtsseecker verdrach de dato den 13 april 1633 ten prothocole {?} dewijle dan soo daenige betaelunge niett sijn geschiett, versocht comparantals baven, inleijdunge intt vorschr erve Deterinck, ende datt d’vorschrinleijdunge gl. amptman moege geinsinueert worden omme binnen [6[ 12weken daer tegens t’doen naer raede

363

Anno 1634 den 27 SeptembrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Erschennen Werner ter Maete tho Lemselo ende Annen sijn huijsvrouwe,bekennen opgenomen ende ontfangen tho hebben van Jan van DenickampJenne eheluijden de somma van 25 daelers, t’welcke comparant bekandeangewant tho hebben tott betalunge [sijner pacht aen] Jan Muller, waer ommehij {?} vrouwe van Saesfelt up sijne costen? avergelesen? wol?, gelaevetjaerlix ende alle jaer op Michaeli vanden vorschr 25 dal. ter pension t’betaelenanderhalve dergelijcke dalers, waer van d’eerste pension sall versloten sijn opMichaeli 1635. Bij faute van betaelenge der vorschr pension doen gl.comparanten voer haer ende haer erffgenaemen gedachten Jan vanDenickamp ende sijne medebeschr tott waeren onderpande stellen seeckerkempken, gelegen in Lemselo an Maettmans woeste braecke, ende aentMersken, sijnde sijn eijgen frij angecoft landt waeranne sij luijden haer hijr bijlijdende schaede moegen verhaelen, alles in meliori forma

in de linker marge:

ext.

257

[Sij] Hans Aerlott wort geechent aen Geert Oijnck tho Lemselo sijn pande naerlandtrechte

Erschennen Jan Hommelinck de jonge cum suo? procurator ThomasSpangemaecker ende lecht aver anttwordt op d’exceptie van beklachteMeijerinck tho Hasselo, welcke anttwoordt verleden saterdach soldegeexhibeert sijn, averst door noodtwendige affair?

364

gl. procuratoris verbleven, ende daeromme beklachte meijeren tegens huijdende novo laeten citeren, versocht als daer inne, mett eijs van costen

Jan Boumr. nomine Fenne ter Steenbecke spreeckt aen Hermen Meijerinck inBoeninge voor 18 daelers hoevet somma ende 2 jaeren pension

Jan Boumr. doet sijn verwin op Geert Monninckhoff [tho] vermoeged’anspraecke den 6 7bris geschiett

vacat.[Adrian Hampsinck inden naeme van Berentt Pott Techeler doett anpendunge]

Aloff Hermessen wort geechent aen Jasper ter Gunne sijn pande naerlandtrechte

Erschennen Johan Wijntijens ende exhibeert tott voldoeninge van seeckersententie tusschen hem comparant ende den heren Rentmr vande Gronouwegecontumacieerde den 12 julij gepronuncieert seecker reeckeninge bij diewelcke blijckt datt hem comparant deuchdelijck resteren aen capitael 600 rijxdl.an verlopene pension 119 rijxdl, uuitgesundert die gedaene costen, ende depensionen soo naer dato vanden 6 octobris naestcomenden noch sollenvervallen, oerbedich dittselve middel ieder gelijck hem bij sententie opgesechtt’affirmeren, versoeckende datt hem denselven eedt mach wordenaffgenomen, ende aensien? gecontumacieerde sijn onschult {?} den tijt van 4weecken, luijtt sententie niett en heeft bijgebracht, ende datt hem naer ge-

365

daene eedt die anpendunge aenden gearresteerde [vorschr] erven sollenworden verguntt,

Waerop Jan Wijnttijens sijn eedt tott Godt Almachtich gedaen, ende verklaertdatt hem soo daenige penningen inde reckenunge gespecificeert van hoevettsomma ende pension deuchlijck sijn competerende

258

Erschennen Jan Averbecke? ende lecht over sijn iniurie claege, tegensbeklachte ende bedaegede Lubbert Nijlandt in Losser, bijtt als daer inne metteijs van costen

Nijlandt versocht copiam ende tijt van 14 daegen

in de linker marge:

deb. et mihi? {?} {?}

Hermen tho Middacht doet sijn verwin per Thomam Spangemaecker, volgensd’anspraecke voor desen geschiet, [sulx] op Colck Geert t’Losser

Gerrijtt Tappen doer sijn dochter Trijne heeft naer paelrecht verkoft een roodebleerde stercke, thobehorende Wijffer tho Doeringe, ingeset ad 3 daeler doorcomparanten, Jan Rechter verheucht met 1 dal. ende verblijft cooper

Erschennen Juffer Anna Maria van Bellinckhoff geasisteert metten ehrw. h.Joes. ab Alckemade pastor tot Oldensell haer in deser saecke gecooren endegerichtelijcke thogelaetene mombaer, ende heeft inde beste forma rechtensgeconstitueert ende volmachtich gemaeckt, constitueert

366

ende maeckte volmacht craft deses, den E. Arent ten Kinckhuijs, borger tottAlmelo, omme in comparantinnen naeme ende vant haeren wegen t’seen [op]ofte {?} doen openen, seecker testament van Jr. Johan Hidde van Bellinckhoffcomparanten saligen brooder, gemaeckt ende vant selve copije begerende, inmeliori forma

Anno 1634 den 4 octobrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Jan {?} t’Lonnicker wort geechent aen Cohorst in Doeringe sijn pande naerlandtrechte

Jan Schomaeckers dient inne duplicam contra Hans Hollenders versocht wiedaer inne

Meijerinck tho Hasselo versocht copiam van Jan Hommelinx anttwoordt sooden 27 7bris ingedient ende tijt van een maent

259

Gerrijtt Meijer tho Lonnick wordt geechent aen Wessel ten Holthuijs sijn pandenaer landtrechte

367

Thomas Spangemaecker nomine Jan Hollenders versocht copiam van JanSchomaker duplick mett tijt van 14 daegen ad contra

Jan Vaenicker van Lonnicker spreeckt aen Lubbert Swartkotte tho Losser voorses daelers van een verkoft peert heerkommende

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva

Swenne wed: Jan ten Middendorp wordt geechent aen Bruninck tho Lemselosijn pande naer landtrechte

in de linker marge:

deb

Adrian Hampsinck nomine Berendt Pott Techler wordt geechent aen Lambertter Caterijck sijn pande naer landtrechte

Jan Bouwmr. nomine vidua Steenbecken doett sijn verwin op HermenMeijerinck tho Boeninge, vermoege d’anspraecke voor desen geschiett

Idem nomine ut supra wordt geechent aenden Leeuwe tho Boeninge sijnpande naer landtrechte

Noch wordt deselve geechent aen Hanterman? Snijder inde Lutta sijn pandenaer landtrechte

Item wordt oock geechent aen Jan ter Caverick alias d’Keijser sijn pande naerlandtrechte

Berendt Keijluer exhibeert antwoort contra Engelbert Cuijper, versocht als daerinne

Engbert Cuijpert versocht copiam ende tijt van 14 daegen

368

Erschennen Anna Roesen geassisteert mett Bernardt ter Linde haer in desersaecken gecoren ende thogelaetene mombaer, gaett uijtt ende doettvertichenisse haere maette etc? vide het prothocole der uuijttgangen

260

Erschennen Hermen Nijhuijs van Ochtrop ende exhibeert sijn replick mettbijgevoechede contschappen contra Wermel Smitt, versocht als daerinne, metteijs van costen

Wermelt Smit versocht copiam ende tijtt van 14 daegen

Laurents Avescamp wort geechent aen Albert ter Avest sijn pande naerlandtrechte

Nottg.

Anno 1634 den 10 thienden Octobris Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Gregorio delagattaHendrick Molkenbuijr

in de linker marge:

solvit 30 st

Compareerde inden gerichte die ehrentfest hoochgeleerde Thomas Logesbeijde rechten doctor ende fiscael der landtschap van Overissell alsvolmachtiger des wolledelen gestrengen Henrick van Eck tho Meddeler endeHarsselo Jegenw? in Veluwe, ende gaff vermoege sijn hebbende ende indengerichte

369

verthoonde volmacht tho kennen hoe datt sijn voorschr heer principael uuijttcracht van twee verscheijden solemnele verschrijvinge, beijde in dato 1591den 15 Aprilis, metsgaders sententie van 20 7bris 1632 bijden E. heer vanGelderland gewesen, als oock wijderen schijr ende bescheijt daer van sijnde,vande gemeene Munsterssche landtstenden ofte ingesetenen, noch wasresterende de somma van omtrent hondert ende tweendetwintich duijsentkeijs. gld. salvo calculo procederende van penningen bij wijlen Coert endeHillebrandt van Salderen inden voorschr jaere 1591 aenden vorschr Munsterselandt stenden verschooten, ende tott haer vorschr weerden ende algemeijnenprofijt angewendet, waer van alsoo haer E. E. weerden in mora bleven in sijnscomparants principaelen te voldoen, niet tegenstaende dat daeromme {?}mennichmael inder minne is aengeholden, soo dede de vorschr volmachtigeruuijt cracht van sijn voorschr brieven ende andere munimenten? metsgadersrequisitoriaelen vanden E. hove van Gelderlandt pandenge ende beslach opende aende pachten eijgendom recht ende gerechticheijt, soo hett hoochw.Stift van Metelen mochte competeren aenden Erven ende goederen Bennicker

261

ende Nortcamp in Lutta item Mensman ende Schalman in Boeninge, voortsSeverdinck ende Vasterinck in Gammelke, als oock Lentfert Loijerman

370

ende Ellerman inde Buijrschap Losser, metsgaders aenden thienden uuijtMensinck in Vaelte, voorts aenhet recht ende? gerechticheijt, soo [hett] dieErw. Abdisse ende Capittel van Freden mach competeren aent erve Thije thoRossum, ende neffens de andere erven in desen gerichte gelegen aenden? Ditt alles [onder] omme daer anne bij middel van executie den voorschrachterstant tho verhaelen, mett versoeck datt hijr van de vorschr eijgenaerenofte haere bemachtigede aen stundt de gerichtlijcke wette mach gedaenworden

Anno 1634 den 11 8brisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijjr

Erschennen Geert Schulte tho Boeninge, Hendrick Steveninck, HermenEppinck, Hermen Austedde, Derck Dubbelinck, Lambert Hassinck, JanMeijerinck, Hermen Hunderman, Johan ten Steunebrinck, Arent Groote Hulst,Lambert Lutteke Hulst, Hendrick Leeuwe, Geert Wijfferinck, Lambert Bruninck,Hermen Groeneman, Geert ter Horst, Kerst Diersman

in de linker marge:

dit vorschr is ges.

371

Geert Hassinck in Meckelhorst, Geert Mensinck, Hermen Aelbinck, HendrickHeertinck, {?} Aelbert ter Braecke, Geert Rijckerinck, Jan Oelbinck, Johan tenKotte, Geert Everdinck, ende Lambert Tijkotte, alle buijren der marckeBoeninge, voor d’absenten caverende, eendrachtlijck bekennende, erff,eewelijck, onwederlosbaer, kummerfrij ende onbeswaert verkoft tho hebbenende verkoopen craft deses, aen Edo Bernardt amptman op Sijngraven, endesulx tott behooff ende erffg. profijt van sijn Gr. Gen. hern [Willem Henrich]Arnolt Jost Graeve tott Benthem etc? seecker stucke marckengront sijndegroenlandt mett toch ende twijch ende holt soo daerop staende is, van omtrenteen koo weijde, gelegen inden gerichte Oldensel buijrschap Boeninge, mettdeene sijt aenden dinckel, mett d’ander sijtt [mett] aen Leewen maette, mettdeene eijnde aent haver landt, soo als t’selve bereets affgesteecken is, endesulx voor eene somma geldes, die sich voorgeschr gemeene buijren goedeende vollencomene betalunge deden bedancken, welcke penningen {?} luijden

262

geimploijert {?} hebben tott betalinge haere achterstendige pont ende grontgelden, gelaevende soo daenich transport t’staen wachten ende waeren naerlandtrechte, onder verbant haere respective ploogesdelen ende goederengeene uuijttbesondert, in opt. forma

Noch gaen voorg. Schulten ende gemeene buijren uuijtt ende doenvertichenisse erff,

372

eewelijck onwederlosbaer kummerfrij ende onbeswaert, seecker stuxkenboulant van omtrent 4 schepel geseijs sijnde een tuijn richtunge, gelegen indengerichte Oldensell buijrschap Boeninge mett deene sijt aen Schencken camp,mett d’andere sijt aende Lutter Laeck in den Boeninger dam, ende oostwaertaent velt mett de gerechticheijt t’selve uuijtte vorschr marcke t’moegenbemessen, tott erff ewelijck behoof ende profijt Hendrick Steveninck inBoeninge, Geese eheluijden ende haere erffg, ende sulx voor eene sommavan penningen, die sich vorschr verkooperen goede betaelunge dedenbedancken, welcke sij mede geimploijeert hebben tott betaelunge haerer[pont? ende] gront gelt, gelaevende etc?In meliori forma

Noch gaende voorg Schulte ende gemeene Boeninger buijren uuijtt ende doenvertichenisse als vooren erff, eewel. onwederlosbaer kummerfrij endeonbeswaert, seecker stucke marckengront sijnde bouwlant groot ongefeer 3mudde geseijs, gelegen inden gerichte Oldensel buijrschap Boeninge endeMeckelhorst, mett deene sijt aenden Slunger maete naerde Sombecke mettaender sijt naert Haerner? fenne, an Cuijpers camp mett conditie datt devorschr 3. mudde uuijtt seckeren [camp] maete genoempt [ {?} camp] Velt?maete sijnde gemene gront sallen moegen gemesset worden, ende naerde sijtvanden Denekamer laeck, alles tot profijt ende erffl. behooff Jorrijn SchulteGeesken eheluijde, ende Albert de Boemer Swenne eheluijden, ende sulx voor

373

eene somma van penningen die sich gl. respective buijren goede betaelungededen bedancken, twelcke sij angewant hebben tott betaelunge haerer grontschattinge, gelaevende soo daenich transport t’staen ende waeren naerlandtrechte, In meliori forma

Noch gaen gl. respective buijren uuijtt ende doen vertichenisse als vooren,seecker stucke groenlants groot ongefeer 2 koo weijde sijnde onlant endefennen gront, genampt Metkes Gatt, gelegen inden gerichte Oldensel,buijrschap Boeninge ende Meckelhorst, mett deene sijt aenden Schoppen

263

Camp, mett dander sijtt an naerbeschr. cooper maete genampt de BoesscheMaete, mett hett eene eijnde aenden Crumberch, ende mett hett ander eijndesoo wijtt als den telgen camp gaet, alles tott erffl. behooff ende profijt ArentBraeckman, in Boeninge Jenne eheluijden ende haere erffgl. ende sulx vooreene somma van penningen die sich vorgl. verkoperen goede betaelungededen bedancken, gelaevende etc?In meliori forma

Arent Gelinck per Lambert Hassinck wordt geechent aen Bruninck tho Lemselosijn pande naer landtrechte

Lambert Hassinck nomine Jan Lambers tho Woolde, spreeckt aen Velthuijs thoVaelte voor twaelff daelers van een verkoft peert heerkommende

solvit 12 st.

Esken Meijlinck nomine Lubbert Meijlinck ende Hermen ter Becke versoeckenuuijttstel contra Lambert Dietert ende sijn soone Hendrick totten eerstenrechtdach aenstaendesalvis expensis

374

{?} Willem [Jansen] spreeckt aen Frijlinck tho Gammelke voor 8 daeler van eenverkoft peert heerkommende

Berendt Duvelshoff wort geechent aen aen Kemnae tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Alsoo die saecke tusschen Antonij Loesinck ende Arent Levers t’Almelo opcautie pro litis expensis bij den anlegger Loesinck t’doene, ended’maeghscheijdinge alhijr tho verthoenen veraffscheijdet, soo versochtLoesinck uuijttstellunge den tijt van acht daegen

in de linker marge:

deb. et mihi?Et {?} mihi?

Thomas Spangemaecker volmachtiger vanden wolled. Gerhardt de Reededient inne duplicam mett 5 bijgaende document, sub {?} A.B.C.D. et E. contraHans Hollender, bitt inholts, onder eijs van costen

Bernardt ter Linde versocht copiam als volmachtiger Hans Hollender ende 3weecken tijt

264

Jan [Rijck] Lubbers wort geechent aen aen Jan Rijckerinck tho Doeringe sijnpande naer landtrechte

Jan Loesinck wort geechent aen aen Wesselinck tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

Idem wort geechent aen Reijninck tho Doeringe sijn pande naer landtrechte

375

Erschennen Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender arrestants endelecht over anspraecke mitt bijgevoechde seecker rekeninge tegensgearresteerde Adriaen van Groene naegelaetene soone, ende eenige erffg vansal. Adriaen van Groone gewesene amptman des huijses Saesfelt versocht alsin geroerte anspraecke gebeden is worden, ende datt gearresteerde tott dienfine in arreste moege geholden worden, ofte genoechsame borge t’stellen oftet’blijven, mett eijs van costen

Erschennen [bol] Willem van Randen borger[lijcke] tott Oldensell ende heeftsich innegelaeten als borge voor gearresteerde Adriaen van Groone, de judiciosisti et judicatum solvi tott dien eijnde sijn borgerlijcke jus gerenuncieert, endesich desen E. Landtgerichte met sijne {?} gesubmitteert, des heeft gl.gearresteerde aengelaevet sijnen gl. borge van alles tho guaranderen, [metts]versoeckende mede copiam van alles, ende tijt van een maent

in de linker marge:

nihil solvit

Mr. Hans van Schuttrop heeft naer paelrecht verkoft een coperen pottthobehorende olde Wissinckster tho Gammelke, ingeset bij vorschr comparantvoor 30 st van verdient loon ende verblijft cooper

Lieutenant Bartolt Baterbas [wordt geechent] heeft naer paelrecht verkoft eenswarte fleckte koo thobehorende Lubbert Spraeckstedde inde Lutta ingeset bijcomparant op 8 daelers ende verblijft cooper

376

in de linker marge:

nihil

Daeniel van Rensen nomine patris? heeft naer paelrecht verkoft eene roodebunte koo thobehorende Kemna tho Gammelke ingesett bij comparant voor

265

thien gld. ende blijft cooper, welcke 10 gld, herkommende van schoorstijngelden

Hans Hollender wort geechent aen Nijhuijs tho Gammelke sijn pande naerlandtrechte

Anno 1634 den 18 8brisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Erschennen Berendt Pott Techler ende secht naeden hij Lambert ter Caverickmett doergaende recht naer landtrechte soo wijtt heeft geprocedeert ommepande [van sijn] persoon tho haelen voerde somma van 32 daelers inholt derbeijden obligatien, soo voor desen alhijr vertoont, unde dan nu die dienaers{?}, datt sij aldaer umme pande tho haelen geweest, maer geene hebbenkonnen becomen, soo versoecken Pott voorschr van U.E. heer Richter willegelieven een pantsedel tho vergunnen op Hanhoff, als borge voer d’eenobligatie van 20 daelers, ende op Sanderman als borge voerde 12 daelers,gelijck alnoch

377

tho ersien, unde alsoo den heeren richter Rensen, omme die minste? costenvan Lambert ter Caverick heeft geconsenteert ende thogelaeten, die voorschrborgen mett hett selve recht tho executeren, maeckende alnoch eijs vancosten

solvit 12 st.

Erschennen Hermen ter Becke ende Lubbert Meijlinck tho Dulder onschuldigebeklachten ende dienen inne haer andtwoordt exceptional contra LambertDieterinck, versoeckende als daer inne

M.

Maurits Berents wort geechent aen Pol Hendrick inde Lutta sijn pande naerlandtrechte

Gregorio Delagatta wordt geechent aen Camphuijs t’Doeringe sijn pande naerlandtrechte

Olde Velthuijs tho Doeringe wort geechent aende gemeene Doeringer buijrenhaer pande naer landtrechte

266

Hendrick Engbertinck wordt geechent aen Jan Geerdinck tho Hasselo sijnpande naer landtrechte

378

in de linker marge:

sol. 12 st.

Erschennen Hendrick Detert, principael geiniurieerde versoeckende vantanttwoort exceptionael Lubbert Meijlinck ende Hermen ter Becke copiam endetijt van 14 daegen, mits datt beklachten moegen geholden worden cautie thostellen de non amplius offendendo, uuijtt reden Hermen ter Becke mett sijnenknecht Geert omtrent 3. weecken geleden, bij de Olers brugge in Duldercomparants vaeder gedreijcht eenen grepe inden handt hebbende, hij soldeden barbier betaelen ofte beklachte wolde sich, watt hij mett Lambert Dieterttho doene hadde, t’welcke [ {?} ] beklachte middel eedes [poen] niett sallkonnen ontkennen

Erschennen Thomas Spangemaecker nomine Hans Hollender ende lecht overtriplicam contra Jan Schomaecker, bitt als daerinne, versoeckende dattbeklachte, een corten termijn van 8 daegen, daerop ende niett langer moegevergunt worden, uuijtt reden datt expressel. tegens landtr. is strijdende op eenesaecke onder 25 gld. importerende sall muntlijck ten prothocolle gedientworden, sunder datt partije van 14 daege tott 14 daegen daerop konnengenieten, onder expressen eijs van costen

Jan Schomaeckers versocht copiam ende tijt van 14 daegen

379

Hendrick ten Nijhuijs dient in anspraecke contra Derrick Hollinck, bitt alsdaerinne

Derrick Hollinck per Roloff Loessinck versocht copiam ende tijt van 14 daegen

Erschennen Engbert Cuijpert tho Losser ende lecht aver replicam tegensBerent Keijluer, bitt inholts mett eijs van costen

Berent Keijluer versocht copiam ende tijt van een maent

in de linker marge:

12? st sol.

267

Erschennen Swenne Wissinck ende Lubbert Wissinck tho Gammelke haersoone bekennende datt sij oprechte schult schuldich sijn aen Willem tenCogenschott Aele eheluijden die somma van 30 daelers ad 30 st t’stucke, ende7 ½ schepell rogge, twelcke gl. dertich daelers ende 7 ½ schepel roggencomparanten angelovett hebben op twee naervolgenden termijnen tho betalen,nemptlijck de gerechte helfte des gelts ende rogge op Jacobi anno 1635 endedander helfte op den volgende Michaeli, onder verbant ende speciaelhijpotheeck ses schepel geseijs rogge, genampt die korte breede, gelegenbeneven Groothuijs Wort?, als oock noch twee schepel [geseij] lants soo nochsall mett weeck saett beseijt worden, aende vorschr ses schepel gelegen,omme sich daer van betaelt t’maecken

380

Geert Swaeffert tho Drijne spreeckt aen Gert Oijnck tho Lemselo voor 20daelers van een verkoft peert herkommende

Antonie Bulsinck heeft naer paelrecht verkoft een cooperen pott thobehorended’Heersche tho Losser ingeset bij vorschr comparant voor 3 gld. ende verblijftcooper

d’Heer richter Rensen heeft naer paelrecht opgebuijt ende verkoft twee kooneeene root bleert, d’ander swart strijptt?, thobehorende Jan Caverick aliesKeijser in Lutta ingesett bij comparant [voer] de vorschr roode kooe ad 18daelers ende de swarte ad 12 daelers ende also nemant verheucht verblijftcooper

Noottgerichte

Anno 1634 den 22 8brisJudex Lubbert van RensenBern: Kettwich

vacat.

381

Anno 1634 den 25 OctobrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Aleff Willems nomine matris doett sijn verwin op Frijlinck tho Gammelkevermoege sijn anspraecke voor 14 daegen geschiett

268

Jan ter Mersche nomine den natuijrlijcken van Raesfelt wordt geechent aenJan Geerdinck tho Hasselo sijn pande naer landtrechte

Mr. Matthias Brickner wordt geechent aen Groothuijs tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Berendt Schasfortt inde Lutta heeft naer paelrecht verkoft een stucke roggengewas van omtrent ½ mudde geseijs, geheten hett Lamstucke, gelegen tendesaende Helle, thobehorende Lambert ter Caverick inde Lutta, volgens d’staelalhijr gerichtl. verthoont, ingesett bij comparant voor sess daelers ende verblijftcooper

Jan Geerdinck tho Gammelke spreeckt aen Kemna tho Gammelke voor thiendaelers van een verkoft peert heerkommende, versocht aeneijssunge, bij fautevan comparitie verwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

382

Erschennen Jr. Johan Bernardt Rammelman erffgeseten tho Brinckhave,verhaelende hoe datt sijn E. tegens huijden alhijr aent gerichte is gecijteert,van alsoodaene volmachtigen als den E. Jr. Adolph van Bellinckhoffgeconstitueert heeft, staet gl. Rammelman wachtet ende waert editionem /:dewijle averst de clocke heeft halff eene geslaegen ende een anlegger bijclimmender sonne ende in hic loco sijn residerende : / der anspraecke,versoeckende derwegen, cost ende schaedeloos vanden gerichte tho gaenstellende

Thomas Spangemaecker gesubstitueerde volmachtiger van Jr. Johan vanEchten in sijn qualijteijt dient in contra den E. Albert van Tongeren .L.volmachtiger des wollgebornen heeren Kettelers anttwoordt op die exceptiencum replica, ende dewijle deselve volmachtiger in sijn anttwoordt exceptionaelgecontendeert tott editie der originael brieven, craft welcker alhijr wordt geagirt,soo exhibeert volmachtiger dieselve alhijr in originali, mett versoeck dattdeselve, ende die handen daer onder gestelt, bij jegendeel in gevolghlandtrechtens part. I. tit. 4 art. 5. moegen worden geagnosceert, ende dieoriginaelen, retenta copia apium? acta werden gerestitueert, seggende sulxrechtens t’sijn

383

Erschennen L.Tungeren in qualite als vollmachtiger des heeren Baron vanKetteler ende gesien hebbende die brieven in originali int voerige dictaetgeroert, agnosceert deselve ter goeder trouwen, exceptionibus quibus {?}

269

salvis, ende versocht van wedersijts inbrengen copiam, ende eenen termijnvan twee maenden, ende dat ter cause datt sijn heer notoirlijck absent endeniett en is ter gewoontlijcke plaetse ter residentie, als een man van oorloch,denselven qualijck sall wieten aen tho treffen, ende nochtans sondervoorgaende communicatio mett denselven niett sall konnen handelen

Erschennen Bernardt ter Linde volmachtiger Jr. Adolph van Bellinckhoeveexhibeert anspraecke contra Jr. Johan Bernardt Rammelman beklachteversocht wie daer inne

Compareert Jr. Jan Bernardt Rammelman tho Arninchave [van Bellinckhaveals anlegger] ende versocht copije ende tijt van 6 weecken, salvisexceptonibus et defensionibus, sud loco et tempore propanondis

Hanter Snijder heeft naer paelrecht verkoft een roottbunte koo thobehorendeHaeckenberch inde Lutta, ingeset bij comparant voor sess daelers endeverblijft cooper

Hendrick van Groningen wordt geechent aen Gorbert tho Hasselo sijn pandenaer landtrechte

384

Erschennen Berent Gorbert, Trijne eheluijden, ende Jan Gorbert als olstesoone ende erffolger vant erve Gorbertinck voorschr, bekennen eendrachtelijckopgenomen ende ontfangen tho hebben van Jacob ten Brinckhuijs, endeAelbert Olthoff tho Hengelo de somma van dreende dertich guldens, ad 20stuvers hett stucke, waermede affgeloset ende betaelt sijn alsoodaene 33 gld.als Arent Jansen voerdesen aen Gorbert geleent hadde, ende seecker stuckegroenlants voer gebruijckt, gelegen aen Loesinck Rijtt int Hasseler broock,ende [inde] Gorberts groote maete, soo gl. Brinckhuijs ende Olthoff vangesechten Gorbert int gebruijck hebben, welcke stucke groenlantscomparanten mitts desen die voorschr Brinckhuijs ende Olthoff [int] voer diepension der gl. 33. jaerlix int gebruijck doen, [bis ter tijt] soo lange als sij degroote maete gebruijcken

Hermen Nijhuijs per Bertolt Wolsinck spreeckt aen Bruninck tho Lemselo voor15. daelers van een verkoft huijs heerkommende

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

385

Erschennen Gebbe Lansinckster tho Gammelke geassisteert mett JanGeerdinck tho Gammelke haer in desen gerichtlijcke thogelaten mombaer,

270

bekent oprechter schult schuldich tho sijn aen Tonnis Gerritsen tho BorneMaria eheluijden de somma van viertich dal. ende 13 st ad 30 stuvers iederdaelers Gelaevet dieselve sonder eenige faute op aenstaende Jacobi tho betaelen,stellende tott dien eijnde ter onderpande seecker stucke roggen geseijs vanses schepel lant geheeten die Slee Bree welck gewas gl. Gebbe daer voerverhijpotiseert niett vant landt gevoert t’sollen worden, sonder willenv an gl.Tonnis Gerrittsen,Stellende voorts tott onderpande voor de vorschr somma alle haer geeneuuijttgesonderde goederen

Erschennen Greete wed. sal. Jan ten Valenbroock geassisteert mett haersoone Esken, bekennende oprechter schult schuldich t’sijn aen Gregorio deLagatta die somma van soeventhien guldens, gelavet dieselve op aenstaendeJacobi sonder eenige faute tho betaelen, onder verbant twe stuxkens roggengewas, elck van ses spint geseijs, gelegen opt Lutteke Rott, welcke roggegeseijs niett sall wechgevoert worden vanden lande sonder datt gl. Gregorioeerst betaelt sall sijn

386

Erschennen Lubbert Wissinck tho Gammelke de rato caverende voor sijnhuijsvrouw Aele bekent opgenomen ende ontfangen tho hebben van LambertGerrijtsen borger alhijr de somma van 26 daelers ad 30 stuvers t’stucke,gelaevet dieselve op aenstaende Jacobi sonder eenichge faute tho betaelen,stellende daeromme den gl. Lambert tott een speciael hijpotheecq een mudderoggen geseij geheeten hett Ronde Becken landt, gelegen inden GammelkerEssche, de welcke hij bij faute van betalunge op tijt voorsch sall moegenaentasten ende bij vijmtall estimeren laeten, ende bij alsoo veeren soo daenichgeseij soo voele niett koste opbrengen sall gl. Wissinck geholden sijn aendengedachten Lambert soo voele van sijn ander geseij te doen als die voorschrsomma uuijttbrenget

Citatie in forma gedepescheert aenden Rentmr. tho Gronouwe den 25Octobris, omme tegens den 15 novembris te compareren, vide hett reijnprothocol ten versoeck Kinckhuijs

Hendrick Molkenbuijr gichtet een citatie gebracht tho hebben ondert zegelvanden E. Richter Rensen voor Arent ten Kinckhuijs tho Almelo, aenden E.Gerhardt Monnich in qualite als Rentmr. van {?} hochgedachten heren WillemHenrich graeve tot Benthem, dewelcke ter anttwordt gegeven datt hij opaenstaende Martini gl. Kinckhuijs wolde betaelen, actum den 28 9bris

387

271

Anno 1634 den 1 Novembris Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Hendrick ten Nijhuijs doet sijn verwin op Derrick Hollinck in Drijne vermoeged’anspraecke voor 14 daegen geschiett

Lambert Beerninck wordt geechent aenden gemeene Doeringer buijren haerpande naer landtrechte

Jan Schomaeckers exhibeert {?} duplick ende {?} eventuale conclusie tegensHans Hollenders

in de linker marge:

sol. 12 st.

Erschennen Hendrick Deterinck geassisteert mett Thomam Spangemaecker,ende secht op datt frivole exceptionael anttwoordt der voelschuldigenbeklachten, Lubbert Meijlinx ende Fennen ter Becke, den 18 Octob. lestleden[dege] desen gerichte geobtrudeert, datt comparanten omme der beclagedenhaere uuijttfluchten ten eenemael tho benemmen, datt hij sijn avergelechteanspraecke noch presenteert naer forme landtr., doer een geadmitterdenadvocaet t’doen onderschrijven, ende aver een dacht ofte twee [hett] deselveanspraecke wederomme inne tho leveren, [nopende] gelijck deselveovergelecht is, nopende datt beklachten

388

allegerende als solde cleger sijn anspraecke den rechten genoochsam niettgeverificeert hebben, soo versochtmen van desen E. Gerichte attestatie bijdesen, vande iniurie hem cleger? alhijr binnen Oldensell aengedaen,versoecken daeromme nochmaels als inder anspraecke ende conclusieversocht is worden, ende datt beklachten naer rechte behooren geholden, tenprincipael tho anttwoorden, protesterende well expressl. vanden costen, endedatt sij gelijckfals geholden cautie tho stellen de non amplius de offendendogelijck voerdesen oock versocht is worden, submitterende

Antoni Bulsinck wordt geechent aen Flakesbecke tho Losser sijn pande naerlandtrechte

Idem en Colck Geert tho Losser sijn pande naer landtrechte

272

Geert Swaefferinck tho Drijne doet sijn verwin op Geert Odinck tho Lemselovermoege d’anspraecke voor 14 daegen geschiett

in de linker marge:

sol. 12 st.

Ex adverso erschennen Lubbert Meijlinck ende Hermen ter Becke, persisterenbij haer avergelechte anttwoordt, seggende

389

alsoo datt die averlechte anspraecke van Dieterinck null ende van geenderwerden, uuijtt reden indt averlechte anttwoordt {?} gementioneert, contendertalsoo tott cost ende schaedeloose absolutie, alles naer landtrechte submittendo

Erschennen Bern: ter Lindi volmachtiger Hans Hollender versochtuuijttstellunge den tijt van 3 weecken, contra die wolled. Gerhardt de Reedetho Saesfelt heere tott Herne

Berendt Hendricksen tho Borne heeft naer paelrecht verkoft seecker tweestucke roggen gewas volgens de staelen alhijr verthoont, hett eene den langeracker genoempt groot dree schepell geseijs, hett ander de Bree opt Rott groot2 ½ mudde thobehorende Gorbert tho Hasselo, ingesett bij comparant ad 55gld ende verblijft cooper, die loese ende aestimatie op Jacobi gl. Gorbertvoorbeholdende

Gerrijtt van Goor wortt geechent aen Johan Rosen inde Westerick sijn pandenaer landtrechte

Erschennen Jan Bruninck tho Lemselo ende bekent schuldich tho sijn aenJohan ter Linde tho Vaelte vier mudde rogge, gelaevet deselve onfeijlbaer opaenstaende Jacobi

390

tho betaelen onder verbant seecker stucke roggegewas geheten den Braeckevan omtrent 6 schepel geseijs gelegen aent velt bij Bruninck, welcke geseijniett vanden lande wech gefoert sall worden eer ende bevoerens voorschr terLinde de gl. vier mudde rogge wederomme sollen gerestitueert sijn

in de linker marge:

vacat

273

[Gerhardt Helmichs wordt geechent aen Hoffstedde in Berchuijsen sijn pandenaer landtrechte]

Borgermr. Arent Lubbers wortt geechent aen Nijhuijs tho Gammelcke sijnpande naer landtrechte

Nootgerichte

Anno 1634 den 14 8brisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichThomas Spangemaecker

Erschennen Adriaen Hampsinck, Merrijke, eheluijden, ende Agnes?Hampsinck wed. salige Fortinato {?} geassisteert met Bernardum ter Lindehaer hijr tho gecoren mombaer mede caverende de rato voor haer moederMargareta van Twickel wed. sal. Jan Hamsinck, gaen uuijtt ende doenvertichenisse, erff, eewelijck, onweder=

391

losbaer, kummerfrij ende onbeswaert, seecker maetken genoempt denHaenendijck, gelegen inden gerichte Oldensel, buijrschap Gammelke [endesulx voor] schietende mett deene sijtt aenden wech, ende mett d’andere sijttaenden Hollinx meden, ingestalt alst t’selve hijr bevoerens vande gemenenerffgenaemen der marcke Gammelke is angecoft, verderen inholt seeckeroriginael brieff ondert zegel ende d’handt van Hermen van Hoevel richter thoOldensell, de dato 1581 den 18 februarij, waer doer dese sall getransfigeertworden, alles tott erffl. behoeff ende profijt vanden eerw. Droste Laurents vanTill, ende sulx voer eene somma van penningen die sich gl. respectiveverkopers goede vollencomene betaelunge deden bedanckenGelaevende voor haer ende haere respective erffgenaemen soo daenichtransport t’staen wachten ende waeren naer landtrechte, onder verbant haereraller geene uuijttgesonderde goeder, In meliori forma

Anno 1634 den 8 NovembrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Gerrijtt Tonnissen heeft naer paelrecht verkoft volgens de staelen alhijrverthoont, seecker twee stucke roggen geseijs, gelegen opt Rott naest dehegge groott vijff schepel, hett ander gelegen opden broock camp van omtrentses schepel thobehorende

274

392

Gorbert tho Hasselo ingesett bij comparant op 25 daelers ende verblijft cooper

in de linker marge:

solvit 12 st.

Erschennen Jacobus Melingius volmachtiger van Johan Engelkens endeexhibeert huijden in termino prefixo justificatie van pandinge op ende tegenssijn Graeffl. Gen. van Benthem ende Stenforde, versocht ende concludeert alsdaer inne doende daer beneffens upbaedunge ende aeneijcheninge aendepachten, lebendige haeve ende andere goeder op volmachtigers principaelensonderpanden als Hoenholt tho Drijne ende Lansinck tho Hasselo wesende,alles in conformiteijt landtrechtens, protesterende d’expensis factis et fiendis

in de linker marge:

solvit 36 st.

Jacobus Melingius in qualitate als voorschr wordt geechent aen Hollinck thoDrijne ende Lansinck tho Hasselo haere respective panden naer landtrechte

Tonnis Gerritsen Hulshoff wordt geechent aen Jan Frerix tho Werselo sijnpande naer landtrechte

Idem wordt geechent aenden Heersche tho Losser sijn pande naer landtrechte

Willem Brouwer wordt geechent aen Jan Avest in Lutta ende LuijckenWernsinck in Losser haere respective panden naer landtrechte

393

Jan Berndtsen? wordt geechent aen Johan Meijlinck tho Saesfelt sijn pandenaer landtrechte

Jan Lubbers glaesecraemer? wordt geechent aen Lubbertt Wissinck thoGammelke sijn pande naer landtrechte

Erschennen Hermen ten Horstcamp in Losser ende Lucas Luttergerichtsdiener tot Losser verklaerende ende gichtende datt voorschrHorstcamps huijsvrouwe Hille crancklijck sijnde ende alhijr niett konnendecompareren an hem voorschr Lucas handtastunge gedaen, mett dennaevolgende inholt deser acte tho vreden t’sijn, giett alsoo uuijtt voorglHorstcamp ende doett vertichenisse dree daelers jaerlijcksche rente te

275

verschijnen op alle Martini, waer van d’eerste rente verschijnen sall op MartiniAnno 1635 tott profijtt der provisoren ende armen van onser L. Vrouwen gildealhijr, t’moegen loesen mett 50 daelers, op alle voorschr tijden, wan die loeseeen halff jaer tho bevoerens wordt aengekundicht, stelt daer voor t’onderpandesoo well voerde hoevet somma als verschijnende pensionen sijn plogesdeelende der erffgenaemen soo hem werden volgen voorts alle sijn haeve undgoeder beweechlijck undt onbeweechlijck soo die eenen naeme hebbenmocht, ende bedanckende

394

de voorschr gilde der voorschr penningen goede betaelinge, gelavende sulxt’staen ende t’waeren in meliori forma

Borgermr. Gerrijtt Tappen wordt geechent aen Holthuijs, Linderman,Groothuijs, Reijninck, Wesselinck, Rotert, ende Benninck tho Doeringe haererespective panden naer landtrechte

Johan Loesinck per Bernardum ter Linden wordt geechent aen Kemna thoGammelke sijne pande naer landtrechte

Erschennen Geert Jorijs Hoffstedde in Berchuijsen, secht op de aenpendungeende opbaedunge doer Geert Helmis gedaen, hem geen schult [tho] meerdertho kennen ten sij hem sulx bewesen wordt

in de linker marge:

12 st

Erschennen Lambert ter Caverick in Lutta, ende settet die gemeene RaderHoerne mans alhijr gerichtlijck tott seecker onderpande voer een somma vangelde t’weeten 26 daelers, eene swartbunte koo, twe calvers, een grauwmoorpeert, de halve swarte breede omme bij faute van betaelunge [op the] der

395

voerbenoempter penningen thocommende somer op St. Jan [mittsommer] sichdaer anne tho verhaelen naer buijrrechte, welcke penningen sij luijden voorborchtall voor gl. Caverick hebben betaelt

Nootgerichte

Anno 1634 den 11 Novembris Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: Kettwich

276

Hendrich Molkenbuijr

in de linker marge:

solvit 36 st.

Erschennen den Erb. Adriaen van Laer als amptman des keijser: frij adelijckenStifts Metelen, verstaen hebbende datt die Ehr. ende hoochgeleerde Dr.Loges? als volmachtiger des heren Jegenmr. van Veluwe Hendrick van Eck[tho Meddeler] uuijtt cracht van eenige angekofte ofte quasi transporteerdeactien hett Stift Munster raeckende, soll geprocedeert hebben mettanpendunge ende beslach op diei erven Bennicker ende Nortcamp in Lutta,Item Mersman ende Schalman in Boeninge, voorts Severdinck endeVasterinck in Gammelke als oock Lentfers ende Loijerman ende Ellerman indebuijrschap Losser, metsgaders die thienden uuijtt Mensman

396

Mensman in Valte, als oock op die pachten derselven, soo is hett datt denamptman voorschr niett alleene uuijtt sijn voerige generaele, maer oockspeciale volmacht under handt ende segel des {?} Wijchmans, als richter derkeijserlijcke frijheijt Metelen, wegen die hooch ende respective {?} E.W. vrouweAbdissen ende Capitularen? Jufferen des hoochadelijcken keijserfrijen StiftsMetelen hett voorgeschr arrest heeft affgedaen, folghlijck oock wegen sijnhooch ende welgemelten principalinnen sich rechtens gepresenteert tegensiedermennichlijck, voorgevende wijders datt die actie van wijlen Coert endeHillebrandt van Salder originael creditoeren, ofte oock desseven cessionarienende subcessionarien, pretenselijck voorgegeven, des E. comparants hoochgl.principaelinnen, als een vrouwe voorstenderinne des keijserlijcken frijenadelijcken Stifts Metelen, niett konne maecken, ende datt tegens niettciteerden geene condemnatie veele

397

weijniger executie tegens den niett condemneerden ergaen konne, uuijttoorsaecke vooren verhaelt, pandtkeringe doende tegens die acten voorgemeltverwachtende datt die anpendunge voorgl. sijne praetense actie, ofte wattnaemen sijne ingenge van rechte hebben mochten, niett allen bett hero thorugge geholdene bescheijt ordentlijck sollen voorbrengen, ende? mett?justificatie van anpendunge sijn voorgenoomene recht inwendich seeckerentermijn deduceren, mets datt comparants hooch ende wellgemelteprincipaelinnen daer van verwilliget ende salvis {?} sine declinatorijs? sinedilatorijs? aut {?} peremptorialibus exceptionibus sollen daerop in sufficiententermijn gehoert worden, sine secus fiat protesteert comparant de denegatajustitia et nullitate cum actorum quam agendorum, ende versocht wen?

277

tegendeel voorgl. wijder tho procederen worde voornemen dieselve eerstenvan dese handelinge? mochte verstendiget worden

398

Anno 1634 den 15 NovembrisJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Adam Baterdas wordt geechent aen wed. Buijrrichters in Lutta haer pandenaer landtrechte

in de linker marge:

decretum proptera? nihil solv..?

Sententia pronunciata in puncto exceptionis in saecken Henderich Deterinckcontra Meijlinck ende ter Becke

Berent ten Ophaeve spreeckt aen Jan groote Dalkotte in Lutta voor 13 daelersvan een verkoft peert heerkommende

Willem Wenninck spreeckt aen Roloff Geerdinck tho Hasselo voor elff daelers,van sal. Reijmers kinderen heerkommende, waer van comparant een dochtergetrout

Berendt Stroemers nomine Arendt ten Kinckhuijs wort geechent aen Lambertende Jan ter Caverick haere beijde panden [panden] naer landtrechte

Op alsoodaene anpendunge ende opbaedunge door Ellerinck Hermen opChristoffer Boevanck gedaen, secht gl. Boevanck den gesechten Ellerinckgeen schult t’gestendigen, ten sij hem sulx naer rechte bewesen

399

Roloff Geerdinck wegen Willem Wenninck naer behooren op sijn anspraeckeaengeeijst ende niett erschennen ergo contumax salva purga naer landtrechte

Jan ter Linde tho Vaelte wordt geechent aen Colck Geert tho Losser sijn pandenaer landtrechte

Aele ter Molle wordt geechent aen Swaeffert tho Drijne sijn pande naerlandtrechte

278

Erschennen Lambert Leeuwerick tho Weerseloo, Trijne eheluijden, endehebben getransporteert, gelijck sij doen craft deses, erff.? ewelijck? seeckerhuijs metten appelhoff, ende hett nije aengecofte landt, bij den vorschr hoffende langen Jan Roloff lantt, als oock mett beijde eijnden naerde? Steggeende Wersler? Schoten gelegen, mett gerechticheijt van dree voorder honde?placken vant Lemseler velt jaerlijckx t’moegen oftesteecken, Item seeckerhoijmedeken gelegen inde Marcke Lemselo, mett d’een eijnde aende CuijpersMaete, mett d’ander eijnde aen Lambertinck t’Lemselo sijne maete endesijttwaers aent velt, als oock noch een hoijmedeken van een vorder hoijs grootgelegen inde vorschr Lemseler Marcke mett hett eene eijnde aen DetersMaete, mett d’aender eijnde an Hilberts Maete, ende mett de sijt naer Veltende d’ander sijt aen Hendrickmans

400

kempken, ende sulx erfflijck ende eewelijck, kummerfrij ende onbeswaert, allestott profijt ende erfflijck gebruijck Wolter Lamberts sijnde den naetuijrlijckensoon ofte voorkint vanden voorschr Lambert Leewerix, bij sal. EngeleGoorbrinx geprocreert, welverstaende datt vorschr huijs hoff ende parcelenvan landerijen, den voorschr Wolter niett eer ofte bevoerens sall moegenpossederen, antasten, ofte gebruijcken, dan naerde doot vander beijdevoorschr eheluijden, maer naert affsterven vanden vorschr eheluijden sall gl.Wolter dieselve goederen als oockt vorschr huijs, hoff etc? moegengebruijcken antasten ende erfflijck genieten, sonder eenige contradictie ofteinsperinge van vorschr eheluijden beijder sijtts vrunden, ende erffg, maer sallditt voorschr transport ende ten eewijgen tijden alsoo in sijn weerden alsvorschr achtervolght worden, twelcke alsoo van beijde eheluijden metthandtastunge is bevestiget worden, alles in meliori forma

in de linker marge:

12 st. solvit

Erschennen Jan Rijckerinck tho Doeringe ende bekent datt hij aen Gerrijtt vanGoor schuldich is die somma van 17 daelers, voer welcke somma gl. Gerrijttvan Goer voer hem aen Rijckhoff tho Vaelte borge geworden is, mettbeloftenisse datt vorschr Rijckerinck d’gl. 17 daelers sonder

401

eenige faute op aenstaende Jacobi heeft angelaevet wederomme thobetaelen, onder verbentenisse seecker stucke roggen geseijs van omtrent eenhalff mudde geseijs geheeten hett halve Boockholt gelegen op den FrerekinxEssche in Doeringe ende d’Rijckerinx bree? van een mudde lants, t’welcke

279

niett vant landt sall geboert worden, ten sij de 17 dal. bevoerens aen Gerrijtvan Goor sijn entrichtet

vacat.

[Maurits Berents heeft naer pent]

Anno 1634 den 18 Novembris Noottgerichte geholden ten huijse van Peter van Keppel, inde buijrschapDulder

Judex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Hermen AlbersHendrick Molkenbuijr

in de linker marge:

den heer richter betaelt

Anna Wijchmans huijsvrouwe van Peter van Keppel, cranck van lichaeme,nochtans haere vollenkomene weete vernuft ende verstant machtich, als aenhaer niett anders is tho ersien is, gaff ende gift bij desen doer Hans Geerlich?haer in desen gerichtlijcken gecoren ende thogelatene

402

mombaer bij forme van testamente ende uuijtterste wille alle haer goederennaer doode haers affganck deser werelt op naervolgende maeniere

Int eerste gift textatrix aen Monniicken Mollers dochter Trijne wonende thoCoesfelt sijnde haer susters dochters dochter haer besten Sangelsschen rock,ende een roott? baij? onderrock, omme haer daer bij tho gedencken

Ten tweeden aen haer suster Elskens dochter genampt Aelken Brerssers?haere beijde andere rocke soo goet als quaett, mede omme haer daer bijindachtich t’sijn

Ten derden gifft textatrix haer sal. broder Derckx kindes, ende haer sal. susterElse ende Trinen kinder, semptlijcke eens ende voor alle hondert unde twintichdaelers te verdelen ende quotiseren onder hun luijden dan t’verstaen datt de jaerlixe bloome ofte vruchte van dien, soo lange bijtestatrx man voorschr Peeter van Keppel sollen geprofijteert worden als hijlevet, ende daer naer sollen gl. kinderen deselve moegen laeten ende keren,waert hun belevet, des sall gl. Keppel nochtans d’respective kinderen naerdode testatrix geholden sijn alleenich t’bewijsen waer sij naer sijnen doode gl.

280

120 dal. sollen weeten waer tho nemen, waermede alle haere vrunden sollentho vreden sijn, ende nummermeer {?} worden sollen hebben t’pretenderen,maer nu ende t’ewijgen daegen hijr mede affgemodet sijn ende blijven

403

Ten lesten gift textatrix doer haeren mombaer voorschr haeren leven manPeter van Keppell alle haere andere soo beweechlijcke als onbewechlijckegoederen, ingedaente des huijses, bedde, potten clederen etc, geeneuuijttgesondert, waer deselve moegen sijn, ende eene naeme sollen moegenhebben, ende sulx ter cause van sijn hoogen olderdoom ende gebrecklijckheijtsijns lichaems ende goett comportement?, op datt hij daer van mochte levenende gemack gedaen worden, alles nochtans datt hij dee vorschr goederensall moegen naer sijn doode keeren laeten ende transporteren, erven waerthem werde geleven, sonder eenige contradictie van gl. testatrix vrunden, maerter contrarie verklaerende datt ditt bovengeschr haer uuijtterste leste endegoede wille is t’welcke sij mett handtastunge bevestiget In meliori forma

Anno 1634 den 22 NovembrisJudex Substitutus [Lubbert van Rensen] Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Lic. Oelen volmachtiger Berent Hendrix tho Borne, lecht aver anspraeckecontra Hermen Jeger tott Gronouwe, bitt inholts, begeert datt deselve moegeangeest worden, bij faute van uuijttblijven contumaciam

Jan ten Merssche nomine de natuijrlijcke van Raesfelt wordt geechent aenReijmer tho Hasselo sijn pande naer landtrechte

404

Jan Smitt wordt geechent aen Geert ten Monnickhoff sijn pande naerlandtrechte

Clara Potts wordt nomine fratur wordt geechent aen Jan Keijser inde Lutta sijnpande naer landtrechte

in de linker marge:

24 st. sol.

281

Willem Wenninck spreeckt aen [Ho] als mombar van sal. Jan Wenninck,Holthuijs ende Benninck tho Doeringe voor die somma van 205 gld. als borgenvoer Hendrick Boevinck

Bernardt ter Linde volmachtiger Hans Hollender exhibeert triplicam contra denwolled. Gerhart de Reede tho Saesfelt ende Herne, mitt versoeck t’selvet’accorderen?

In de linker marge

deb. et [mihi] et mihi?

Spangemaecker als volmachtiger vanden heer van Saesfelt versocht copiamende tijt ad 1 post ferias nativitatis Christi

Berent Keijlver versocht uuijttstel den tijt van [14] 3 weecken contra EngbertCuijper, wordt van jegendel vergunt, refusus {?} expensis

Gregorio de Lagatta wordt geechent aen Kemnae tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Anna Clumpemaeckers wordt geechent aen Johan Frerix t’Weersel sijn pandenaer landtrechte

Jan Geerinck tho Hasselo wordt geechent aen Kemna tho Gammelke sijnpande naer landtrechte

405

Gerrijt van Goor heeft naer paelrecht vercoft eene roode bleerde koothobehorende Jan Rosen inde Westerick ingeset bij comparant ad 8 dal. endeverblijft cooper

Gerrijtt Tonnissen spreeckt aen Jan de Wege tho Hassel voor 56 gld.heerkommende van verkofte laecken

Holthuijs tho Doeringe begeert den tijt contra Willem Wenninck van 4 weecken

Jan ter Mers nomine ut supra wordt geechent aen Jan Geerdinck tho Hasselosijn pande naer landtrechte

Casparus min tott hier voldaen ende affgereeckent

Op huijden den 23 Novembris 1634 erschennen voor mij Lubbert van Rensenrichter vant Landtgerichte Oldensell, ende Bernart Kettwich mett Hendrick

282

Molkenbuijr mijne coernoten die welledele Wolter van Hoevell ende Juff.Isabella Martimenge? eheluijden, verklaeren, datt t’geene in dese beslooten is,sij t’saemen gemaeckt hebben, voor hunne testament ende uuijtterste wille vanhunne naergelaetene goederen bij hunne beijden ondergeteijckent, in kennissder waerheijt hebben desen tott versoeck vande selve comparantenondergeschr ende versegelt ter {?} ende op dach als boven

desen volgens in hett selve maent beslooten overgelevert[ {?} ] bij richter

406

Anno 1634 den 24 NovembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Erschennen Berent Gorbert tho Hasselo Trijne eheluijden, ende Jan Gorbertolste soone unde erffolger vanden voorschr Gorbert, bekent verhuijrtt thohebben ende verhuijrt craft deses, aen Geert Berentsen Effse eheluijden, onselijftuchts huijs, mett den gaerden bij die Herse brugge, item seecker eijndeinden gaerden bijt huijs, soo veer als hett lijftuchts huijs is wendende, item eenhalven dach een koe weijden ende sulx soeven naerden anderen jaeren,ingestalt als vorschr Geert t’selve nu volgens seecker huijscedel isgebruijckende, aenfanck nemende op Maij 1635 ende sulx jaerlix voor 13 dal.ad 13 st t’stucke, waerop gl. Gorbert bereets ontfangen heeft van gl. GeertBerentsen 54 dal.vide alter. protocoll

in de linker marge:

Is ter presentie des richters verandert? in bijwesen partijen

Berent Hendrix tho Borne heeft naer paelrecht verkoft 3 schepel roggengeseijs op Rijckermans camp {?} thobehorende Jan Rijckerinck tho Doeringe,ingesett bij comparant voor 18 guldens

407

Erschennen Arent ten Kinckhuijs tho Almelo ende heeft geconstitueert endevolmachtich gemaeckt constitueert ende maeckt volmachtich mits desenBernardum ter Linde, omme in constituants naeme ende van sijnent wegenmet recht {?} {?} {?} inne tho forderen alsoo daene schulden ende pretensienals gl. constituant in desen gerichte ende elders uuijttstaende heeft, voorts insijne alle andere saecken waer sulx noedich, soo welle in desen ende andere

283

gerichten, gelaevet tho holden, voor goet unde angenaem watt bijgeconstitueerde gedaen ende gehandelt mochte worden, ende d’selve vanalles t’indemniseren

Noch wordt gl. Kinckhuijs door sijn gl. volmachtiger geechent aen Lambertende Jan ter Caverick haer respective panden naer landtrechte

Aleff vander Marck wordt geechent aen Bennicker inde Lutta sijn pande naerlandtrechte

Peter Jansen borgermr. per filium wordt geechent aende Volcker inde Luttasijn pande naer landtrechte

Borgermr. Gerrijtt Tappen heeft naer paelrecht verkoft een swarten ruijnthobehorende Groothuijs tho Doeringe sijnde een pandt vande gemeeneDoeringer buijren, ingesett bij vorschr comparanten ad 2 gld 10 st ende verblijftcooper

408

Erschennen Gerhardt Helmis borgermr ende bekent datt hem doer JanWijntijens deuchdelijck betaelt sinnen alsoo daene 70 daelers, sampt alleachterstendige pensionen, als hij voor deesen aen Geert ter Hoffstedde indeWesterick op seecker stucke lant gelegen inde Westericks nije camp geleentende voorgestreckt hadde, bedanckt derhalven vorschr penningen goedebetaelunge, ende bij soo veeren schijr ofte margen? vande gl. 70 dal.prothocollare verschrijvinge ofte obligatie mochte gevonden worden, sall mitsdesen doot null ende t’niett sijn ende blijven

d’Richter Rensen heeft naer paelrecht verkoft een bruijnen ruijn thobehorendeLindeman tho Doeringe, ingeset voor 12 gld 12 st

Item een roode stercke van Benninck ingesett ad 6? gld.

Item een bruijn foelen van Velthuijs ad 5 gld.

Noch een swarte koo tho behorende Lottgerinck tho Hasselo ad 5 gld. endeverblijft voerde gl. parcelen van penningen cooper

409

Anno 1634 den 6 DecembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendr. Molkenbuijr

284

Erschennen Jr. Bernardt Rammelman ende exhibeert in termino exceptionaelandtwoordt contra de volmachtigers vanden Ed. Adolph van Bellinckhoveonbefoeghde cleger

Bernardt ter Linde volmachtiger van vorschr Jr. Bellinckhoff versocht copiamende tijt ad 1 post ferias nativitatis

Thomas Spangemaecker volmachtiger Jr. Balthasar uff dem Berge, exhibeertreplick exceptionael ende refutatie contra Hendrick Hollinck amptman terLaege, mett versoeck datt die hovett saecke mett hett punct der onkosten thogelijcke worden gewijset, mits dien datt die handelunge ten principael endehett punct der costen niett sall prejudicieren, versoeckende verders datt desestucke jegensparts advocaett moege ten handen gestelt worden ommedaertegen t’doen ad 1 post ferias ende d’selve alsdan t’restitueren

Mr. Matthias Brickner wordt geechent aen jonge Dalhuijs in Lutta sijn pandenaer landtrechte

Erschennen Lenert Prosper als vader ende mombaer van sijn soontijenProsper Steven als

410

gebenificeert sijnde mett die vicarie van St. Martini ende Anthoni tott Losserverthoenende seecker request vanden heeren landroste geapostilleert, daervan datt hij den heeren richter als in possesie sijnde intimatie gedaen luijttrelatie opt selve request geteijckent, bij welcke apostille den vorschr richterbeloft is die gearresteerde vruchten der selver vicariae t’laeten volgen ondergenoochsaeme cautie, sisteert alsoo hijr sijnen swaeger Johan Bloemen tenfina als voorgeschr, versoeckende datt hem die vorschr vruchten ondersoodaene borchtocht sollen worden gevolcht, belovende sijnen voorgeschrborge wederomme t’garanderen ende schadeloos tho holden als rechtes, allesonder protestatie van costen tegens alle die geenige soo sich hijr tegens inrechte solden willen opponeren, versoeckende verners datt dese acte demkercken raett in tempore sall worden {? , omme daer tegens t’doen naer raede

Erschennen Wolter Hendrix van Gronouwe ende spreeckt aen tegenwoordigengebruijcker ende bouwman des erves Snoijnck in Lutta voer betaelunge van 68daelers ad computum heerkommende van maegenaes ende geleverde waerenaen beklachten, predecesserende? in welcke plaets ende erffgerichth. ofteplogesdeel des overledenen Snoijnck, versoeckende

411

285

concluderende datt tegenwoordige beklachte tott betaelunge der vorschr 60daelers moege geholden worden maeckende eijs van costen

Hermen Snoijnck versocht copiam ende tijt ad 1 post ferias nativitatis

Willem Cuijper wordt geechent aen Benninck tho Doeringe sijn pande naerlandtrechte

d’Heer Richter Rensen heeft naer paelrecht verkoft een bruijne merrije foelenthobehoerende Hermen inden Berge, ingesett bij vorschr Richter ad 1 rijxd.,verheucht bij Hendrick Molkenbuijr mett een rijxd. ende verblijft cooper

Anno 1634 den 13 decembrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Geert ten Duvendael spreeckt aen de weduwe sal. Berent Vogelsanck voortwee daelers 10 st ende een schepel boockweijte, heerkommende die vorschr2 daelers van landthuijr soo gl. wed. sal. man aen comparant verhuijrtt endeeen jaer huijr niett achtervolcht sonder hem t’landt affgenomen, ende hettschepel boockweijte van geleden schaeden heerkommende 10 st verdient loon

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

412

Erschennen Thomas Spangemaecker als volmachtiger Jr. Balthasar uff demBerge ende reproduceert t’relaes vanden schriftlijcke wette vanden besaeteden 15 9bris 1634 gedaen naer landtrechte, op den hoff tho Monninkhoff endeondergehorige goederen, demvolgens exhibeert schriftlijcke anspraecke ,versoeckende ende concluderende als daer bij is gedaen, mett aeneijssungebij faute van comparitie contumaciam

Bernardt ter Linde exhibeert designationem expensarum nomine LubbertMeijlinck ende Hermen ter Becke contra Henderick Dieterinck

Erschennen L. Tungeren verthoenende seecker volmacht uuijtt den naemeende van wegen des wolled. ende Gestrengen Bertolt Frijdach in SantfortRehede undt Keppel op sijn persoon gepresteert, ende [doett] uuijtt crachtvanden selve versocht copiam vanden anspraecke doer Balthasar uff demBerge tegens sijn heeren principael ingedient, ende tijtt van 2 maenden, allesnochtans onder expresse protestatis, de non consentiendo in hancjurisdicitonem nisi? quatenus et in quantum, ende mett expresse voorbeholt

286

van alle exceptien soo gelegener tijtt in tho brengen, ende ditt alles uuijtt redendatt ditt selve sijnes heeren principalens eijgen saecke niet en is, maergemene landtsaecke deshalven hij de principael debiteuren sall moetendenuncieren?, omme hem te guaranderen, ende schaedeloos t’holden

413

Erschijntt Hendrick Detert term? propro quo patris nomine geassisteert mettThomas Spangemaecker ende lecht over anspraecke tegens LubbertMeijlinck, Hermen ter Becke cum consortibus beklachten ende iniuriantendewelcke tott den fine gecijteert sijn, versoeckende datt de consorten GeertHanninck, Willem Spijckman, Johan Meijlinck, Hendrick de olde Meijlinck,Frerick ende Steffen Hanninck als mede handtdadich sollen worden gecijteertomme copije van dese anspraecke ende terminum ad respundendum ad 1post ferias t’colligeren, presenterende mits dese de {?} voerige [ondosten?]proceduren als d’moderatie geschiet sijnde, t’betaelen

Lubbert Meijlinck ende Hermen ter Becke versoecken copiam ende tijt ad 1post ferias

Erschennen Thomas Spangemaecker nomine Lutteke Bavel ende spreecktaen Arent Suchtuijn voor betaelunge van 14 dalers, herkommende van versoeckende betaelunge ofte bewijs van betaelunge vergunt denselven tijt ad1 post ferias

d’Kercken raett van Oldensell exhiberen anttwordt contra Lenert Prosper

in de linker marge:

debet et mihi?

Lenert Prosper versocht copiam ende terminum ad 1 post ferias

414

Noottgerichte

Anno 1634 den 18 xbrisJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern. KettwichArnolt Waterham

Erschennen Joost Crechtinck ende lecht over tegens den wolled.Gerhardt deReede tott Saesfelt sijn anspraecke, versocht wie daerinne, mett eijs vancosten mett versoeck datt dieselve moege angeeijst worden, bij faute van

287

uuijttblijven contumaciam, ende spoedige administratie van justitie als eenuuijttheemscher

Henricus Friso als Rentmr. ende volmachtiger des wolled. Geerhardt de Reedeheer tott Herne ende Saesfelt als blijckt bij documenten soo comparant invallnoedich alhijr copijelijck thoverleggen, bedinget, secht op vorschr anspraeckeexepiendo? datt sijn principael op dato deses voorde banck niett machgetrocken worden vermits hett inde vacantie luijtt landtr.Secht daerenboven datt cleger belooft ende aengenoomen heeft diegeallegeerde {?} bij den heeren compromissarien? t’willen doenonderteijckenen vermoege d’attestatie bij comparants eijgen advocaet endeonder geteijckent de dato den 14 7bris 1632?, alhijr verthoont in originalis,ende copijelijck bij bedongen, sustinerende daeromme datt comparant

415

sulx aen sijn sijde eerst schuldich sij te voldoen t’welck geschiett sijnde, iscomparants principael oerbedich sich die acta van reeckeninge te confirmeren,ende datt dewijle sulx alnoch bij cleger? niett gedaen, die heer beklachte vandese nulle instantie cost ende schaedeloos sij t’absolveren, t’selve tottkentenisse van hett E. Gerichte neffens advijs een onpartijdisschenrechtsgeleerden, stellende

Ex adverso secht voorschr Crechtinck bij sijn 1 anspraecke persisterende, alseen uuijttheemsche cort recht versoeckende, vande weijder wercken endeallegaten als impertinent?, ende niett genoochsam naer rechte be[we]wesen,teenemael verwerpende, sich aen sijn pure obligatie beholdende,versoeckende daer over recht als een uuijttheemschen [stellende], mits verwerpende die exceptie de non hic vocando, t’welck doerdesen affgedaen wordt datt dese schultforderunge heerkompt van maegenaesende verteerde kosten waer van d’riddermatigen alhijr oock voor dese banckvermoege renunciatie inde obligatie vermelt, mach getrocken worden naerlandtrechte, de ferijs wes geallegeert wordt, wert tott kentnisse des gerichtsgestelt, unde allet voerigecum protestatione expensarum

416

Sollen dese dages handelingen gestelt worden in handen van onpartijdisschenrechtsgel. omme daer over t’decideren naer rechte

Erschennen Joost Crechtinck borger t’Amsterdam ende heeft geconstitueertende volmachtig gemaeckt gelijck hij doet craft deses den Ehr. Hoochgel.Herman Huijskens Dr. Theodorus Oelen, Hans {?}, ende Bernardt ter Lindensampt ende besonder, omme in constituants naeme ende van sijnent wegen in

288

sijn voorvallende affairen ende schuldtvorderungen alle gerichten endebancken voor te treeden, desselven schult t’innen, quitten, mits daer hij desversocht sijnde reliq ende reliqua t’doen naer behoren, voorder in alle sijnsaecken t’doen ende laeten ofte comparant present sijnde doen konde oftemochteUuijttheemschen t’arresteren ende anthoholden, termijnen t’respicieren,anspraecke inthodienen, repliceren, etc, Gelaevende voor goet ende weerden t’holden, watt hijr inne bij gemeltegecostitueerde gedaen mochte worden, ende t’selve van alles t’indemniseren

417

Noottgerichte

Anno 1634 den 20 decembrisJudex Lubbert van Rensen Coernoten Bern: KettwichJan Cuijper

Erschennen Lubbert ter Holtmaete in Lutteke Drijne Geese eheluijden, gaenuuijtt ende doen vertichenisse erff ewelijck, onwederlosbaer, kummerfrij endeonbeswaert, haer huijs genompt d’Holtmate, [hoff] ende landerijen geeneuuijttbesondert daer tho gehoerende, mett sijne olde ende nije thobehoorenrechten ende gerechticheijden, soo alst t’selve gelegen is int kerspel vanOldensell, buijrschap Lutte Drijne, ende sulx voor eene somma van penningendie sich gl. verkooperen goede betaelunge deden bedancken, alles tott profijttende erffl. gebruijck Herman ten Holtmaette Swenne sijn huijsvrouwe endehaere beijde erffg.gelaevende vorschr vercoopers sulx t’staen ende t’waeren naer landtrechte,onder verbant sijner aller geene uuijttgesunderde goeder In meliori forma

418

Nootg.

Anno 1635 den 3 JanuarijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern. KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen den wolled. Adolph van Bellinckhoff unde heeft in deesen gerichteaffgedaen alsoodaene arreste als Jr. Johan Bernardt Rammelman den 159bris? 1634 heeft gedaen op de pachten van Anno 1634 des ervesMettinckhoff in Hasselo, ende heeft daer voor voor borge gestelt den welled.

289

Jr. Wolter van Hoevel tott Hoijckinck soo alhijr gerichtl. gecompareert endet’selve mett handtastinge angelooft onder verbant sijner goederen,, voortsmede denselven tho borge gestelt pro litis expensis voer alle hett geenevorschr Rammelman in sijn vermeente [actie] procedure tegens vorschr Jr.Bellinckhoff den questie des verkoops des erves Mettinckhoff vorschraengaende sall vermeenen tho gewinnen, onder verbant aller sijner goederen,sich desen gerichte submitterende ende alle privilegien ende beneficienrenuncierende, Des heeft gl. Jr. Bellinckhoff angelovet sijnen gl. borgen van allest’indemniseren ende schaedeloos tho holden, onder verbant sijner allergoederen, geene uuijttgesundert [ {?} ]

419

Eersten rechtdach post ferias nativitatis ChristiAnno 1635 den 10 JanuarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Christoffer van Brijlen wordt geechent aen Hendrich Berchman tho Lemselosijn pande naer landtrechte

Albert ten Segger wordt geechent aen Hertgers ten Kotte in Lutteke Drijne sijnpande naer landtrechte

Geert jonge Swaefferinck tho Drijne wordt geechent aen Geert Odinck t’Lemselsijn pande naer landtrechte

Tonnis Gerrijtssen spreeckt aen Johan Lansinck tho Gammelke voor 87 gld.van angenomene schult, gekoft laecken ende andersins heerkommende

Erschennen Johan Loesinck borger der Stadt Oldensel, Aelken, eheluijden,gaen uuijtt ende doen vertichenisse erff, ewelijck, onwederlosbaer kummerfrijende onbeswaert, sijn gerechte helfte vande voorerste Hachmaete, negestbome, waer van? d’ander helfte competeert Jan ten Morsel ende JanHassinck, gelegen inden gerichte Oldensell buijrschap Hasselo, mett deneenen eijnde aenden Hasseler Stert?, mett hett ander ejinde aende [pastoorvan] Tonnis Loesinckx maete, mett deene sijt aende pastoor van Borne sijnmaete

420

mett d’ander sijtt aen Werner ten Morsses maete, ende sulx voor eene sommavan penningen die sich gl. verkooperen goede betaelunge deden bedancken,

290

alles tot profijtt ende erffelijck behooff Jan Dreijerinck Geertken eheluijden,ende haere beijde erffg, gelaevende voorg. cedenten soo danich transportt’staen ende t’waeren, onder verbant sijner aller geene uuijttgesunderdegoederen,In meliori forma

Gregorio delagatta wordt geechent aen Wesselinck tho Doeringe sijn pandenaer landtrechte

Swaefferman tho Losser spreeckt aen Jan Jongman tho Losser voor 3 gl. vaneen verkoft peert heerkommende

Bernardt ter Linde volmachtiger Jr. Adolph van Bellinckhoff exhibeert antwoortin puncto exceptionis contra Bernhart Rammelman

Erschennen Jr. Jan Bernardt Rammelman ende versocht copiam ende tijt van6 weecken

Henricus Friso Rentmr., vanden heer van Saesfelt versocht uuijttstel contraHans Hollender den tijt van een maent

Antoni Bulsinck wordt geechent aen Frijlinck tho Gammelke sijn pande naerlandtrechte

Sententia pronunciata in saecken Jan Weijntijens contra Nicolaes Nijhoff

421

in de linker marge:

solvit 12 st

Erschennen Lenert Prosper nomine filij sui seniori gearresteerde endeimpetrant?, exhibeert tegens die kerckraet deser kercken tott Oldensell in actismett naemen ende thonaemen onbenoempt, sijn refutation schriftversoeckende als daerinne, alles nochtans, onder expresse protestatie, datt devorschr onbenoemde kerckenraede, sampt ofte besunder sich sollen moetennaemhaftich maecken, ende in desen gerichte caveren de litis expensis, dejudicio sisti et judicatum solvi conform landtrechtens, daerop datt comparantversocht datt dieselve sollen ingeeijst worden, omme t’doene als versocht wort,ende datt d’ingediende schriftuijr sall worden geteijckent ab advocato, alias?niett? acceptabel

Gerrijt van Goor wordt geechent aen Jan Rijckerinck tho Doeringe sijn pandenaer landtrechte

291

Bernardt ter Linde nomini Lubbert Meijlinck Hermen ter Becke Geert HanninckWillem Spijckman, Hendrick d’olde Meijlinck, ende Frerick Hanninck,versoecken uuijttstel tegens Hendrick Detert, den tijt van 14 daegen

in de linker marge:

vacat

[Hendrick Deterinck [versocht] doet sijn verwin op Steffen Hanninck]

in de linker marge:

solvit 12 st

Hendrick Deterinck versocht datt deselve beklachten boven gespecificeert sooniett geervett ende gegudet in desen gerichte, noch haer domicilie niett sintthebbende moegen gearresteert worden, bij die hoochste poene daer thostaende, niett t’ontwijcken ofte genochsame borge tho stellen, de judicio sisti etjudicatum solvi, waerop Frerick Hanninck mett handtastunge in eets plaetseangelaeft, het gewijsde voor sijn persoon t’willen voldoen ende t’rechte t’staen

422

Compareert D. Johan ab Alkemade pastor, mett borgermr. Adolph vanLimborch ende Gerrijt Tappen respective kerckeraden alhijr versoeckencopiam mett tijt van een maent

Nootgerichte

Anno 1635 den 16 JanuarijJudex Substitutus Casparus WaterhamAssessores Bernardt KettwichHendr: Molkenbuijr

in de linker marge:

[debet et mihi?]

Erschennen den G.? Derck van Deventer amptman ende spreeckt aenHermen {?} {?} preserveert? gearresteerde voor betalunge van 477 gld. 17?st, heerkommende [van] ende resterende van verkofte steene luijtt desselfsobligatie ofte contract de anno 1634 den 15 junij alhijr verthoont, mett versoeckdatt vorschr gearresteerde niett sall vanden? arrest gerelaxeert worden sondercontentement gedaen hebbende aen vorschr amptman, mett eijs van costen

292

in de linker marge:

heft Casp: ontfangen

423

Anno 1635 den 17 JanuarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

in de linker marge:

solvit 30 st

Erschennen Casparus Waterham substitueerde richter, ende gichtet datt hijden 13 xbris 1634 {?} van richter Rensen [noot]gerichte heeft geholden tenhuijse van Jan ten olden Hartman in Lutta ter presentie van Luijcken Mersmanende Goosen ten Molthoff als coernoten, alwaer gecompareert is, denvoorschr Jan Hartman, ende Geertken eheluijden, bekenden datt sijdeuchdelijcker schult schuldich sijn aende naegelaetene kinder [van] bij sal.Geerlich Hertman ende Aele ten Monninckhoff eheluijde, geprocreert genamptJan ende Aelken, die somma van hondert tweende twintich daelers ende 9 stvermoege seecker annotatie onder desselffs eijgen marck de anno 1632 den30 junij, ter presentie vande mombaeren van vorschr kinderen,settett vorschr Jan Hartman ende sijn huijsvrouwe gl. kinderen tott een waerenonderpande sijn eijgen huijs

in de linker marge:

{?} sijt tott {?} is?

staende op marckengront, als oock sijn negendedeel vantt erve Hartmanvorschr sampt sijne koone kalver etc kisten ende kastenDes sollen gl. kinderen geholden wesen naer doode vorschr Hartman sijn gl.olde vrouwe Geertken haer leven lanck in cost dranck ende kleren t’besorgen,van welcke parcelen gl. kinderen sich t’allen tijden sollen moegen betaeltmaeckenIn meliori forma

424

Hendrick Hoetinck spreeckt aen Jan Lottgerinck ende Jan olde Richoff voor 40gld, welcke 40 gld sampt hinder ende schaeden daer bij gedaen, comparant

293

als borge voorde vorschr geciteerden heft moeten betalen aen Geert Stenfortttott Gronouwe ende sulx voor 2 jaeren

Thomas Spangemaecker spreeckt aen Jongman tho Doeringe voorvoldoeninge van 6 sprint roggen, heerkommende van geledene schaeden soobeklachtens beeste in Hoevel? t’Gammelke sijn saet gedaen hebben, endedenselven schaeden bij onpartijdissche mannen geestimeert ter presentie vanbeklachten welcke schaede beklachte oock angenoomen an Hoevelt’Gammelke t’betaelen, dewelcke Hoevel aen Spangemaecker vorschr heeftaver gewijset, mett eijs van costen

Lieutenant Baterbas heeft naer paelrecht verkofft een swarte bunte koothobehorende Spraeckstedde inde Lutta, ingeset bij comparant voor 8 daelers,ende verblijft cooper

Erschennen Johannes van Beverfoerde verthoenende seecker volmachtvanden welledele Ehrende Deugentrijcke Kiliana van Brabeck wed:Beferfoerde geassisteert mett den welled. Diderich van Nehem tott

in de linker marge:

vorschr {?}

425

Niderwerreijs, haer thogelaetene ende gebedene mombaer, voor Johan vanLangen forstl. Richter unde Gogreeff, in unde Austerhalb Aehelen den 10 jan.1634 op sijn persoon geschiett ende uuijttgegaen, ende hijr naer tenprothocolle geinfereert, gaett uuijtt ende doet craft derselver erff ewelijckonwederlosbaer kummerfrij ende onbeswaert vertichenisse sijnes gl.principaelinnen eijgenhoerigen thienden groff ende small gaende aevert erveKemerinck sijnde een frij ende allodiael goet, inden gerichte Oldensellbuijrschap Dulder gelegen, tott erfflijck behooff ende profijtt Willem Kemerinckals tegenwoordige meijer des vorschr erves Kemerinck, Geertken sijnhuijsvrouwe ende haere beijde erffg, ende sulx voor eene somma vanpenningen die sich gl. volmachtiger nomine sijner principaelinnenvollencomene betaelunge dede bedancken, gelaevende soo daenich transportende opdracht ten eewigen dagen t’staen ende waeren onder verbant sijnerprincipalinnen voorgl. alle geen uuijttgesunderde goederen, hijr ende buijtenlandes gelegen, naer landtrechte, in meliori forma, ende heeft tott meerderversekerheijt vorschr wed: Kiliana van Brabeck als [transp] cedentinne haeraengeboren zegel neffens den richter aen dessen brieff doen hangen, endemede subscribeert

426

294

Tenoir der volmacht

Ich Johan Langen furstl. Richter und Gogreff in und ausserhalb Ahlen, etc, videhett reijne prothocol der uuijttgangen

in de linker marge:

solvit 12 st aen Kettwich voort prothocolleren {?}

427

Erschennen Willem Kemerinck inde buijrschap Dulder, [Greete] Geertken sijnhuijsvrouwe, ende hebben sich verobligeert ende verbunden voor haer endehaere naecomelingen, gelijck sij doen craft ende vermits desen, bij alsoo verensij eheluijden ofte haere naecomelingen den groven ende smallen tijendenvant erve Kemerinck in Dulder hijr van {?}, wilden verkoopen, datt alsdan diewelled. Ehrend: Wed: Juffer Kiliana van Brabecke ofte haere erffg daer tho dienaeste sollen sijn ende blijven, mits gevende alsdan die weerdije voordenvorschr thienden als anderen {?} sollen willen doen ende geven, ende niettanders, waer mede vorschr {?} vredich gewesen in naemen sijner principaelenende mett {?} sal {?} i {?} {?} vorschr tende, welcke vorschr eheluijden endevolmachtiger? mett handtastunge hebben bevestiget In meliori forma

428

Naervolgende uuijttganck moet opden i rechtsdach post ferias nativitatis Christisijnde den 10 Januarij 1635 geprothocollert worden

Erschennen den wolled. Gestrengen Gerhardt de Reede, ende Maria van Wijeheer ende vrouwe tott Herne ende Saesfelt, bekennende verkoft t’hebbengelijck sij verkopen mits desen een jaerlijcksche rente van dreedetwintichstehalve keijser guldens t’stuck ad 20 st, edoch mitt vijfftehalff mudde roggent’betaelen, uuijtt haer welled: erve ende goet Holtcamp tott Saesfelt ende indesen gerichte gelegen aende E. Johan Wijnttijens Anneken sijn huijsvrouwe,mits ende voorde somma van dreehundert vijffende t’soeventich guldens vanweerde, als boven, daer voor bij comparanten alsoo ontfangen datt sijd’exceptie des ongetelden geldes vertijen, belovende deselve rente op dreekoningen naest volgende jaers, ende soo voorts alle jaeren tott affloesinge thopromptlijck binnen Oldensel t’betaelen, daer voor verbindende [deselve] hettgeroerde erve Holtcamp ende voorts alle haere andere roerende onroerendegoderen geene uuijttbesundert, doende van meergl. Rente gerichtl. uuijttganckcassie ende transport, tott behooff

429

295

van Wijntijens, ende den sijnen bovengemelt, mett beloften van soo daenigerente ende cessie t’staen wachten ende waeren, oock beter vestenisse soonoedich t’doen, gelijck rechtens, onder verbintenisse als vooren Henrico Frisohaeren rentmr. dewijle hij aen Jan Wijntijens hijr voor tott meerder seeckerheijtgoet heft gesproocken, volcomen ende sonderlinge last ende bevel, omme gl.rente uuijtt hett vorschr goet ende sunst uuijtt sijnen eersten ende gereetstenontfanck, waer uuijt de oock sijn mochte aen Wijntijens jaerlix t’verrichten,waertegens comparanten in geenderleij wijse sollen ofte willen haeropponeren, renuncierende tot dien eijnde allerhande exceptien, beneficien,ende privilegien van geestl. ende wereltlijcke rechtens ende sunderlinged’exceptie seggende datt gemeeene renunciatie van geener weerden etc, de loese mett gelijcke 375 gld. t’moegen doen altoos voorbeholden, sulxnochtans, een halff jaer t’voeren angekundiget sijnde, alles in meliori forma

expensis min tott hijer betaelt

[ den? heer richter Rensen heeft naer paelrecht verkoft]

430

Anno 1635 den 24 [Februarij] JanuarijJudex Lubbert van Rensen Coernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Trijne Mitsdorp wort geechent aen Heijne ten Oosterbroock sijn pande naerlandtrechte

Gerrijt Tonnissen doet sijn verwin op Jan Lansinck tho Gammelke vermoeged’anspraecke voor 14 daegen geschiett

Erschennen Gerhardt Voedtt, ende heft affgedaen alsoo daene arresten alsJohan Edler den 3? juni des jaers heft gedaen op die pachten van Beerninck inLutta, stellende daer voor t’onderpande hett gl. erve, voor alle t’geene vorschrEdler op comparant heeft t’pretenderen

[Hermen ter Becke cum suis versoeckt uuijtstel tegen Lambert ende HendrickDetert sub spe concordiae den tijt van 14 daegen, refusis expensis]

Borgermr. Gerhart Helmichs per filium wort geechent aen Velthuijs tho Valtesijn pande naer landtrechte

Willem ten Austede spreeckt aen Jan Mensinck tho Boeninge voor 10 daerls,geleent gelt

296

431

Jan Smit nomine Wermelt Hermsen spreeckt aen Berent Averessche thoWeersel voor 10 ½ daelers, heerkommende van verkoft holt

Berent Averesse versocht 14 daege tijt dewelcke verguntt

Jan Esscherinck heeft naer paelrecht verkoft een vaelen ruijn thobehorendeSchopman tho Gammelke ingeset bij comparant ad 5 dal. ende verblijft cooper,

Jan Smitt nomine Wermelt Hermssen wordt geechent aen Colck Geert t’Lossersijn pande naer landtrechte

in de linker marge:

debet et mihi?

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger Baltsar uff dem Berge,staet wacht ende waert indieninge van Hendrick Hollinck ofte dessenvolmachtiger bij faute van inbrengen contumaciam, ende versteck van wijderinbrengen mett versoeck datt die saecke ter belerunge mochte gesonden worden, ondereijs van costen

Idem Spangemaecker gesubstitueerde volmachtiger Bern: Becker nomineJuffer Agnes van Benninga, versocht gelijckfals van L. Albert van Tongeren alsvolmachtiger van Baron de Ketteler inbrengen van replick exceptionael, endebij gebreck sulx, verwin mett versteeck van wijder inbrengen

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

in de linker marge:

debet et mihi?

In de linker marge:

debet et mihi?

Lubbert Dieterinck nomine pat. et frat.? versocht in termino collecto vanMeijlinck, Hermen ter Becke

432

297

cum suis beklachten indienunge ende anttwort ten principal mitt aeneijssungebij gebreck vant versochte verwin, ende 2. citat.

Angeeijst ende niett gecompareert ergo contumax naer landtrechte salvapurga

Nootgerichte

Anno 1635 den 26 JanuarijJudex Substitutus Casparus Waterham Assessores Bern: KettwichHind: Molkenbuijr

Compareren die goettheeren der marcke Hasselo, dominus de Bever ende JanHeerinck, mett Meijerinck?, Reijmer ende {?} buijren der vorschr marcke, endeexhiberen tegens Berent Hassinck {?} gearresteert door Jan Cuijper ten huijsevanden burichter aldaer Roloff Gelinck, {?} ende anspraecke versoecken alsdaerine ende datt den buijrrichter vorschr Geelinck als borge sall schuldich sijnden geexhibeerden eijs t’voldoen, versoeckende daerneffen datt denbuijrrichter vorschr, de acte des huijdigen dages gerichtlijck moege intimeert?worden, omme daerop tho antwoorden tegens saterdach aver [acht] vierthiendaegen, onder eijs van costen, alles bij faute van contumacie

in de linker marge:

deb. et mihi?

433

Anno 1635 den 31 JanuarijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Henricus Friso rentmr. ende volmachtiger vanden heeren Drosten Laurentsvan Till, ende Juffer Johanna van Reede, eheluijden, als blijckt uuijttverthoonde schijn alhijr, doett voor soo veel nodich pantkerunge tegens devermeente pendunge ende opbaedunge bij Hans Hollender ter saecken vaneenige costen nulliter gedaen, seggende voor reden vandien, dattmen vooronbekende onbewesene ende inden gerichte niet getaxeerde costen geenpandunge mach doen, luijt landtrechtens titulo vij pandunge, ende datt alsoogeroerde Hans onformelijcken heeft geprocedeert ende derhalven inde costensij te condemneren, oock geholden indien hij vermeent eenige pretensien opgl. Juffrouw t’hebben sijn actie [voo] formelijck intho stellen, in welcken vallhem behoorlijck sall worden bejegent, sulx stellende

298

Erschennen Johan Frijlinck tho Rossum, geassisteert mett L. Roscampexhibeerende seecker schriftl. accort tusschen comparants huijsvrouweAeltijen ende haeren broder Johan Frijlinck wegen des erves Frijlinck int jaer1607 den 23 julij geholden, bij welcke accort vorschr bedagede all sijn jus,actie, ende gerechticheijt soo hij bevoeren aent erve Frijlinch heeft gehadt, aensijner suster Aeltijen, haeren kumpstigen eheman und erffg. ewich

in de linker marge:

hett geexhib. accort U.L. Roscam {?}

434

und erfflijck heeft verkoft, cedert undt avergelaeten, oock daer bij verwilcoertten allen tijden wan sulx versocht mochte weerden, aen sijner suster Aeltijenbehoorlijcke cessie ende updracht t’doen, alles naer luijtt des gerichtlijckenverthoenden accorts, off nu {?} comparant sijne cooppenningen bij accortvermelt aen bedaegeden voor vier ende meer jaeren gepresenteert, endedieselve niet? willen accepteren, noch oock updracht vant erve Frijlinck willendoen, soo deponeert alhijr comparant sijne {?} daer bij versoeckende dewijlehij nu aen sijner sijde t’gl. accort heeft voldaen, datt bedaegede Frijlinck vanrechtswegen moegen geconstringeert worden, omme cessie ende opdrachtt’doen bij faute van dien, datt hett gerichte will beleven vant erve Frijlinckbehoorlijcke cessie ende updracht t’doen vermoege lantr. part .2. {?} tit. .8. § 9. Stellen sulx tott kentenise vant gerichte

Jan Frijlinck versocht copiam ende tijt van [14 daegen] 2 maenden, wordtdenselven een maent tijts verguntt

Lenert Fransen wordt geechent aen Sanderman inde Lutta sijn pande naerlandtrechte

Willem ter Austede doet sijn verwin op Johan Mensinck vermoeged’anspraecke voer 8 dagen geschiet

435

Erschennen Gregorio de Lagatta {?} gecijteert hebbende Jan van Steede aliasRosen inde Westerick ende spreeckt denselven aen voor hondert daelers luijttdesselven eegen handt de dato den thienden maij 1624 alhijr gerichtlijckverthoont, versoeckende datt deselve moege thot betaelunge derselvengeconstringeert worden, ende sijn handt te kennen ofte ontkennen bij faute vansulx versocht contumaciam naer behoorlijcke aeneijssunge

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga,

299

Idem wordt geechent aen Gelinck tho Hasselo sijn pande naer landtrechte

Antoni Bulsinck wordt geechet aen Lubbert Wissinck tho Gammelke sijn pandenaer landtrechte

Moderatie in cont: gepronunciert in saecken vrouwe ten Broocke, contrad’Boeninge buijren

Erschennen Lambert Deterinck ende spreeckt aen wegens sijns soone LubbertDieterinck Geert ter Hoove voor betaelunge van 26 dal. dewelcke beklachtetott dien fine huijden t’samen gecijteert is, omme de schult t’kennen oftet’ontkennen, versoeckende daerop aeneijssunge bij faute van comparitiecontumaciam, ende alsoo beklachte sijn gestelte onderpandt voor vorschr 26dal. wederomme veralieneert, ende heer van Saesfelt avergelaeten, sooversocht comparant nomine filij, datt vorschr Geert ter Hoove tott betaelungeder vorschr 26 dal. mett alle interesse, ende schaeden moege mettrechtsdwanck geconstringeert worden, craft alhijr gegevene obligatie, endeconsent der vrouwen van Saesfelt verthoent

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

436

Sententia pronunciata in saecken Hans Hollender contra Johan Schomaeckers

d’Richter Rensen heeft naer paelrecht verkoft twee roode sterckenthobehorende Nijhuijs tho Gammelke ingeset bij vorschr richter ad 20 gld, endeverblijft cooper

Anno 1635 den .7. februarijJudex Lubbert van RensenAssessores Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Erschennen Henrich ten Wilthuijs de knecht van Jr. Rammelman thoAerninckhoff ende spreeckt aen naer voorgaende citatie Egbert ter Borch thoHassel wegen sijn vorschr Jonckher voor de somma van 6 dal. ad 30 st.heerkommende van eenige verkofte boecken boomen ende geleent gelt adcomputum, versocht betalinge als vorschr mett aeneijssinge bij faute vancomparitie verwin

Naer behoren angeeijst ende niett gecompareert ergo contumax salva purganaer landtrechte

300

Lic. Aelbert van Tongeren volmachtiger van wolled. Bartolt Frijdachgearresteerde ende excipiert exhibeert exceptionem contra Jr. Balthasar uffdem Berge

Jr. Balthasar uff dem Berge versocht copiam ende tijtt van een maentt

437

Henricus Friso rentmr ende volmachtiger vanden welled. Gestr: Gerhardt deReede heere tott Herne ende Saesfelt exhibeert sijn welled: quadruplick contraJohan Hollender versoeckende als daer inne mett eijs van costen

Lambert Muller wordt geechent aen Berchman tho Lemselo sijn pande naerlandtrechte

Bernardt ter Linde in naemen Mr. Johan Kennedij ende dient inne anspraeckecontra den Schulten ende gemeene buijren der marcke [Doe] Boeninge,versocht wie daer inne

Alsoo huijdiges dages terminus is dienende datt Johan Edler solde justificatiesijner arresten indienen contra Jr. Voett, soo ist datt ex officio sulcken termijnsdach is uuijttgestelt tott aenstaende saterdach, omme t’doen watt op huijdensolde geschiett sijn

Christoffer Helmichs nomine patris wordt geechent aen Veltman tho Rossumsijn pande naer landtrechte

Limborch als kerckenraet der kercken alhijr versocht uuijttstel tegens LenertProsper den tijtt van een maent, wordt ex officio vergunt .3. weecken

in de linker marge:

[deb. et mihi?]

Opt versoeck van Thomas Spangemaecker volmachtiger van Nicolaes Nijhoffwordt de saecke contra Jan Wijntijens uuijttgestelt den tijt van 14 daegensalvis expensis

438

Geert Schulte tho Boeninge als buijrrichter ende Groeneman als gesworenegeassisteert mett Christian Diersman, Steveninck ende anderen buijrmannender marcke vorschr, seggen op d’anspraecke van Mons. Jan Kennedij haert’onrechte alhijr int gerichte geropen ende bespraeckt t’worden, nademael demarcke den geeijsten thoslach all eer bij holtrichter ende goettheeren Jan

301

Bruijns sal. vergunth hem noijt heeft belett, ofte geweijgert, gelijck sij noch niettdoende sijn, als well lijden mogende wie sij altos datt hij deselve antaste endetott sijn schoonste gebruijcke, segge oock daerbeneffens, hem int minsteanders niett schuldich t’sijn welshalven sij contenderen dat sij van deseinstantie sijn t’absolveren, ende die cleger in alle costen t’condemneren, daeraff opentlijck protesterende, hett selve in fall van weijgeringe tott kentnisse desE. Gerichte stellende

Nootgerichte

Anno 1635 den 13 februarijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichGeert Berentsen

in de linker marge:

Dese 5 acten heeft Casparus in richt betaeltalwaer sol. voor staet

in de linker marge:

solvit 12 st

Erschennen den E. Adrian van Laer als amptman ende volmachtiger derhoochw. hooch..? vrouwe abdissine des frij adelichen weltl. Stift Metelen,exhiberende sijn schriftl.

439

exceptie in plaets van justificatie van pantkerunge, bekledet mett diversedocumenten sub {?} A 1. º. A.2do, B. C. D. 1º, D.2do, ende E. F. 1º et F {?}2do tegens den E. Dr. Loges als volmachtiger des welle. Gestr. Hendrich vanEck, {?} Veluwe pretensen anpenderen op de erven bijde anpendungegespecificeert, versocht gelijck bij deselve schriftlijcke handelinge versocht isworden

Egberts ten Tussche gesubstitueerde volmachtiger van Dr. Loges versochtvisie vanden geexhibeerde exceptie der reden van pantkerunge, endesoonodich copije vanden selve, ende tijt van 8 daegen, omme die saeckemundelinge de plano ofte geschrifte soo nodich aff tho disputeren, angesiendeselve naer rechte niett getraineert? behoort t’worden

in de linker marge:

302

[sol. 12 st]

Volmachtiger Laer vorschr vergunstiget geene wederdelen? de versochtecopije ende tijt, watt averst anbelanget datt op gecolligeerde termijn de saeckemundelijck sall affgedisputeert worden, daer tho kan deselve niett verstaen soovoele negest geroerten volmachtiger van vorschr vrouwe pantverwerderinne?angaet, voorbeholden sich behoorlijcke schriftlijce handelinge endecompeterende? termijnen, in gelijck wederpartije, soo well op de gedaenepantkerunge tott sijne justificatie van pendunge heeft genoten als hij oocktegenwoordich op dese exceptie tijt

440

ende termen genietet, ende niet anstundt mundelijcken sijn noodtdruft op soodaene exceptien der vrouw pantverwerderinnen t’wercke t’stellen, wie oockwegen meer andere reden onnodich alhijr t’verhaelen, edoch altijtvoorbeholdende

Tusschede persisteert bij sijn voerige ende secht, soo d’heer doctor Logesdoer ditt notoir groote waeter niett ware belettet gewest, solde sijn noodruftdaerentegens daetlijcken gedaen hebben, tott welcken eijnde die 8 daegen tijtsversocht binnen, angesien comparant geene genoochsame informatie vandensaecke is hebbende, sullende alsdan reden ten rechte bestaende, weeten bijtho brengen, datt dese saecke de plao sonder opholden affgedisputeertbehoore tho worden

in de linker marge:

s. 12 st

volmachtiger hooggl. vrouwe pantferwerderinne vorschr persisteert bij sijnvoeriges mett protestatie aver de kosten

Tusschede inhereert prioribus ende protesteert well expresselijck vandencosten

in de linker marge:

s. 12 st.

Erschennen L: Tongeren verthoenende seecker versegelde volmacht op sijnpersoon van de borgermrs, der Stadt Schoppinge in

441

303

Anno 1639 den 11 xbris gepasseert, uuijtt den naemen ende van wegenBertolt Frijdacht tho Santfoort, als man ende mombaer sijner huijsvrouwenAnna van Westerholt, {?} nomine opponent ende versocht dienvolgende vandeheeren impt. cautie de judicio sistie et judicatum solvi omme datt deselveuuijttheemsche persoonen, in desen gerichte nijett geervet noch gegudet,deselve geprotesteert sijnde, ende anders niett, lecht over, tott affdoeningevant gedaene arrest anpandunge ende opbaedunge op d’erven Monnichoffcum {?} sijn reden waeromme, luett bijgefoechde bewijssstucken,versoeckende als daer inne, ende datt wederpart sall worden ingeeijst, ommedaertegens t’doen naer raede

Tusschede gesubst. volmachtiger vorschr, versocht propter absentiam doctorisLoges, dewelcke doer ditt groote water behindert t’compareren acht daegentijts, omme tho seggen tegens de geforderde cautie ende geexhibeerde redenvan pantkeringe, t’gene hij bij raede sall bevinden t’behoren

in de linker marge:

s. 12 st.

Henricus Friso rentmr. van vrouwe Anna Schenkinx, Marschalkinne vanderLeije, versocht vande volmachtiger des heeren Jegemr. Van Ecknaementlijcken den heeren Dr. Thomas Loges ofte sijn gesubstitueerde,sufficiente

442

borge nae verreijs? expressen landtrechtens tit. van uuijttheemsche gerichteart. .4.º dewelcke soo haest, alsoo gestelt sall sijn, doett dan als nu, ende nualsdan, niett anders nochtans als in sulcken gevalle, tegens bij gedaenevolmachtiger anpendunge ende opbaedunge opden Schulten hoff, etc?,vermeentlijck gedaen, pantkerunge, overleggende tott justificatie vandien,seecker onderdienstl. anzeich? undt bitt oder reden van pantkerunge, voorcomparants goetgunstige principalinne, tegens den vermeenten heren pander,schriftlijck ingestalt, versoecken gelijck [al] int selve, mitt voerbeholt, allerhandegerichtlijcken noodruft, ende eijs van costen, de quibus comparens {?}protestatur

Tusschede qualitate qua supra, versocht 8. daegen tijt, cum copia, ommedaerentegens t’doen naer raede

443

Anno 1635 den 14 februarijJudex Lubbert van Rensen

304

Coernoten Bertelt [Kettwich] WijssinckHendrich Molkenbuijr

Casparus Waterham spreeckt anne Hermen Eppinck tho Boeninge,[heerkommende] van 14 dal. heerkommende van 80 daelers cap. geleent gelt,als sijnde die rest vande selve

Eppinck ontkent dese schult secht die vorschr 80 dal. aen Casparus ten vollenbetaelt tho hebben

Erschennen Johan Edler, ende reproduceert die geemanierde citatie advidendum? justifica..? arrestum contra .J. Gerhardt Voet ten Boegelscamp,daer bij exhiberende seecker obligatie, bij den vorschr Voett behoorlijckgeteijckent in dato den 13 Aug. 1624 vande somma van 169 dal. 16 st. opdewelcke obligatie sedert hett jaer 1624 tott 1626 incluijs per assignatie voorende nae successivelijck soo voele betaelt is, datt den restant derselver ismonterende van 75 gld. 13 st ende 24 gld: 15 st op dagen Agnes ende Martini1625 ende 26 van 132 dal. capitael verschenen rente, t’saemen sichbedraegende, ter somma van 100 gld. 8 st, dewelcke cleger naer doode vansijn huijsvrouwen {?} anno 1628 bij maeghscheidunge, onder anderthogevallen, ende off well vorschr Voett nae luijtt sal. ten Broocke handt vanwegen dese 75 gld. 13 st. ende 24 gld. 15 st

444

mett oversendunge van copij van rekeninge angemaent is gewest, den {?} 6martij 1627 sijnde des vorschr ten Broockx handt inden grooten rekenboocke,der gemene erffg. bevintlijck? desen E. Gerichte verthoont, soo is doch tottdato van huijden van wegen d’restant duser obligatie ende de vorschr 2 jaerenrente den sterffhuijse alsoo weijnich als van naervolgende soeven jaeren renteder wed. ten Broocke, als der erffg Langenberch cessionarissen [gee]competerende geene satisfactie geschiet, niettegenstande verscheijdeneaenmaeningen ende schriftlijcke interpellatioen, biddende oversulx den E.Gerichte wille geleven verwerder tott kenninge ofte ontkenninge sijnerhandtschrift rechtswegen te constringeren, landtr. part. 1a, tit. 4º., § .5. endehem in cas van {?}, voorde resterende penningen ter somma van 100 gld. 8 st.cum interesse a die remorasolutionis tott betaelinge t’constringeren, mettaeneijssinge, bij faute van compareren, contumaciam

Roloff Geerdinck tho Hasselo spreeckt aen Berent ten Camphuijs tho Doeringevoer betaelinge van 300 gld. ad computum, heerkommende van verschaetenende geleent gelt, inde masschappije ende anders tusschen hunluijdengeholden

Camphuijs versocht copiam ende tijt van 14 daegen

305

445

Erschennen Berent Hassinck gearresteerde ende exhibeert anttwoordtexceptionael contra den buijrrichter tho Hasselt, cum suis, versocht wie daerinne

in de linker marge:

debet

Tegens hett null exceptionael anttwoordt Berent Hassinckx tegens d’Hasselererffgenamen ende buijren op huijden ingedient, seggen die Hasseler buijrendatt Berent Hassinck opder daett sij bevonden, alsoo datt hij salva calumniat’selve niett kan benenen?, in cas van {?} frontis negatie nemen buijrrichterende buijren opdes beklachten costen t’selve anne tho bewijsen, neffensbegeerte van copije deses exc. antwort onder eijs van costen ende bedinghvan 14 dagen

Decreet gepronuncieert tusschen Jan Wenninkx tegens Arent Suchtuijnt’Doeringe

Jr. Gerhardt Voett versocht copiam ende tijtt van een maent, mitts kennendesijn handt, dan expresselijck ontkennende 42 dalers, 26 st. inde obligatiegemelt, uuijtt redenen datt deselve schult is heerkommende vanden saligenauditeur Cranhals

Erschennen Dr. ter Haer anspreeckende Hermen groote Hulst tho Boeningenaer gewoontlijcke dachlegginge, als kerckeraet tot Denecamp voor 3 muddehaeveren, heerkommende van belofte der lanckwilich verthoende betalingevan solaris, inde Denekamer kerckelijcke saeken, sampte eijs van costen mettaeneijssinge, alles onder bedinghe rechtens

446

Erschennen Johan Wijntijens, staet wachtet ende waert, diminutie vanderentmr. van Gronouwe, op die designatie huijden 14 daege doer gl. JanWijntijens geexhibeert, ende gl. rentmr. geintimeert, bij faute van indienenderselver versocht gl. Wijntijens datt hett E. Gerichte mett die moderatie naerlandtrechte gelieve voort t’vaeren, ende datt dieselve van sijn diminutie?versteecken sijn, versocht aeneijssinge, bij faute van comparitie verwin

Vocatus et non comparuit ergo contumax [sal] obtinuit

Erschennen Geertken wed. sal. Geert ter Stalle, geassisteert mett BernardtKettwich haer in deser saecke gecoren ende gerichtlijcke thogelaetene

306

mombaer, cedert, renunciert?, ende transportert voer haer ende haere erffgdoer haeren mombaer vorschr, alsoo daene recht actie ofte pretensie als gl.comparantinne heeft gehadt, op seecker camp genampt de Kollewaij gelegeninde buijrschap Gammelke gerichte Oldensel, ingestalt als haer soodaenigepretend. van haer sal. vader, Geert Hoevel tho Gammelke ende Jenneeheluijden was angeervet, tott erff eewelijck behooff, ende profijt, Geert tenLeerkotte ende sijne erffg, ende sulx voor eene somma van penningen die sichcedentinne goede vollencomene betaelunge dede bedancken, gelavende soodaenen transport t’staen ende t’waeren onder verbant [ {?} ] haere goederennaer landtrechte

447

Op huijden den 20 februarij heeft den E. Albert van Tongeren [geex]avergelancht? seecker missive vanden E. Dr. Loges ende Egberts tenTusschede, respective volmachtiger ende substituerde vande heere Jegenmr.Eck, waer inne versocht wordt datt de procedure tusschen voorschrvolmachtiger ende Lic. Tongeren, als oock Henr: Fiso, ende d’amptman Laer,in statu moege continuert worden thott der wette thoe, luijdende van woordeals volget

Edele ehrentfeste vrouwe discrete gunstige heere ende fruntt

Alsoo morgen frijdach wesende den 20 huius voor U.E. Gerichte sall dienen desaecke vanden Jegenmr. Eck contra L. Tongeren als volmachtiger van Jr.Bartolt Vrijdach tho Santvoort sampt contra d’Marschalkinne vander Leij, endehett Stift Metelen, soo ist datt die heer Dr. Loges niett can compareren, maerversocht datt die saecke gecontinueert moege worden in statu tott der wettetho, gelijck mett den heer L. Tongeren op huijden binnen Enschedeaffgereedet is, desen tot geenen anderen eijnde dienende, bevell U.E. denAlmechtigen ende {?} {?} Enschede den 19 febr. 1635 U.E. dienstwilligeEgb. ten Tusschede gesub. Volmachtiger

In margine dese brieffs stont doer d’handt Dr. Loges geschr als volget Mijn heer sall believen ditt versoeck t’accorderenom pregnante redenen soo te lanck voellen?Om te schrijven alles tot naerder advertissementblijve mijn heer [{?}] salutatie? U.E. dienstw. Thoma Loges

d’opschrift

307

Edele Ehrentfeste vrouwe seer discrete Lubbert van Rensen tott Tijthoff,Richter tot Oldensel

in welcke vorschr versoeck L. Tongeren {?}

448

Nootg.

Anno 1635 den 18? febr.Judex Substitutus Casparus Waterham Coernoten Bern: KettwichHend. Molkenbuijr

in de linker marge:

Dese acten heeft den heer richter ontfangen

Erschennen persoonlijck den E. Adriaen van Laer als amptman endevolmachtiger der hoochw. hoochwolgeborner vrouwe abdissinne des [Sti] frijadelijcken Stifts Metelen, geassisteert mett den E. Dr. Huijskens, als desensijtts advocaeten, protesteert van huijdiges dages costen, datt deselve vanvolmachtiger heeren Eckx bij soo veren die huijden in termino niett agerenworde, als uuittes selven voorangetoogenen missive schijnt, wederomme[schuldich] sollen [sijn tho] refundertt werden, eer ende bevoerens comparantoder sijn hoochw. vrouwe principalinne sall geholden sijn, wijder handelinge[tegens] jiegendeels anne thoneemen, daer van nochmaels ten cijrlickstenprotesterendeInsunderheijt erwegende datt den heer doctor Loges als jegendeelsvolmachtiger noch vergangen goensdache tott Haexbergen bij comparantengewest ende hem van soodaene uuijttstellunge als men verstaet datt deselvehuijden versocht heeft, niett en heeft geadvertert, alsoo deses daeges costen,soo well wegen volmachtiger als advocaeten vorschr, daer doer veroorsaecket,stellende sulx tott kentnisse des E. Gerichtes

t’Gerichte verklaert datt soo daenige costen gl. amptman Laer, vandenvolmachtiger Eck, sollen gerefundeert worden, naer landtrechte, vermittscomparant niett vredich wolde sijn, sonder sulx [vant] {?} gl. versoeck deruuijttstellinge volgens {?} voergaende misseve gedaen

449

Anno 1635 den 21 februarijJudex Lubbert van RensenCoernooten Bern: Kettwich

308

Hendrich Molkenbuijr

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger Nicolaes Nijhoff endeexhibeert exceptionael antwoordt peremptorial in saecken arresti tegens JohanWijntijens arrestants, bitt inholts, mett eijs van kosten

Jan Wijntijens versocht copiam ende tijtt van 14 daegen

Hendrick Geertsen dienaer van Jr. Bernardt Rammelman exhibeert duplicqcontra Jr. Adolph Bellinckhoff

in de linker marge:

[debet]

Bern: Linden volmachtiger Bellinckhoff versocht copiam ende tijt van 3weecken

Maurits Berentsen spreeckt aen Geert Odinck tho Lemselo voor 28 gulden,heerkommende datt vorschr comparant voor gedaegede is borge gewest aenJan Everts

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

Henricus Friso rentmr. van vrouwe Marschalkinne vander Leije, wort geechentaen Johan Kottman tho Boeninge sijn pande naer landtrechte

450

Erschennen Hove Claessen borger binnen Goor, ende secht datt deselvenegen schuijten plancken bij Gronouwe op dese sijt aende schuijren hebbenliggende gehatt, d’welcke plancken Groothuijs tho Gammelke buijtten weetenende willen clegers hebbe opgenoomen ende ontfuijrtt, van welcke planckencleger naer voele moijten ende soecken comparant vier desselven planckenwederomme tott Almelo becomen, ende alsoo hem comparant noch 5.derselver plancken tott noch tho nicht heeft konnen befraegen,voele weijnijger becommen, als versocht cleger datt beklachte voorgeschrdewelcke tott dien eijnde huijden tho compareren gecijtert is, [uuijtt] alsCasparus Waterham onderrichter verklaert heeft, geholde moege wordenalsoodaene 5 plancken an comparant t’betaelen, hett stucke ad 4 gld. 18 st.mett alle daerop geloopene costen soo comparant bereits met? soeckenvorschr plancken angewant, ende versuijm? gedaen, ende geleden, mett allecosten soo daerop noch mochten verloopen, ende avermaligen eijs vancosten, mett aenessinge, bij faute van compareren contumaciam

309

Vocatus et non comparuit ergo contumax salva purga naer landtrechte

in de linker marge:

debet et mihi?

Alsoo huijden terminus datt den amptman van Laege sijn purga behoordet’doen, contra Jr. Bergen ende niett gecompareert is, erschijnt Spangemaecker

451

volmachtiger vorschr Bergen ende versocht datt den amptman vorschr tegenshuijden 14 daege moege gecijteert worden ad concludendum ofte datt hettselve in contumaciam sall geslooten ende ten beleringe besonden worden, meteijs van kosten

Nootg.

In de linker marge:

deberit

Anno 1635 den 25 febr:Judex Lubbert van RensenAssessoren Bern: KettwichLucas Lutter

Erschennen Loese ende Jan Cuijper tho Hasselo versoecken uuijttstell nominede Hasseler buijren, contra Berent Hassinck t’Woolden den tijtt van [4] 3weecken anfanck nemende op aenstaende saterdach, reden dewijle sij eenigecontschappen t’produceren noedich, twelcke {?} vergunt

Anno 1635 den 28 februarijJudex Lubbert van Rensen Coernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

Roloff Geerdinck tho Hasselo doet sijn verwin op Camphuijs tho Doeringevermoege d’anspraecke voor 14 dagen geschiett

De kercken raeden van Oldensell versoecken uuijttstel van [8] acht daegencontra Lenert Prosper, vermits haeren advocaet noodtsaeckelijck verreijst is

452

310

Jr. Adolph van Bellinckhoff + B. ter Linde volmachtiger wort geechent aenMettinckhoff tho Hasselo sijn pande naer landtrechte

Gregorio de Lagatta wortt geechent aen Jan Rosen alias van Stede sijn pandenaer landtrechte

in de linker marge:

debet et mihi?

Erschennen L. Roscamp als volmachtiger van Jr? Bartholomeus Cornett, endejustificeert de arresten volgens landtrechte gedaen op de erven tho commendeden heeren Baron de Kettler, als tho weeten, Hassinck, Tijkotte, endeRijckerman tho Boeninge, Olthuijs, Welpelo, ende Craessenberch inde Lutta,volgens de wette daeraff gedaen aenden voocht als volmachtiger vandenselven heeren Baront tott Schuttrop, verthoonende wijders tott dien eijnde tweeoriginale obligatien respective van 300 rijxdal. deene in dato den 23 augusti1628 d’ander in dato den 17 maij 1629, maeckende t’saemen beijde oblitatien600 rijxdal. mett seecker missive confirmation vanden vorschr obligatien indato den 7 julij 1630 van welcke verthoende originalen, wordt bedongen copijeautenticq, omme den actis sue? loco et tempore t’adjungeren?, daer bijversoeckende datt die obligatien bij staenden gerichte sollen worden bekentofte ontkent dienvolgens betaelinge daer aff t’doene, ofte bewijsen, bij faute van dien, dattde beternisse vanden vorschr erven, daer voor mett die opgelopene pensionennaer landtrechte part. .1.a tit. .5. artl. 16 sullen moegen worden verkoft, mettverhael van costen schaeden, als oock voorde pensionen alsnoch t’verlopen,stellende

Den voocht vanden heeren Baron d’Ketteler angeeijst sijnde ende niettgecompareert, ergo contumax salva purga naer landtrechte

453

Antoni Bulsinck heeft naer paaelrecht verkoft een bruijn moorpeertthobehorende Wissinck tho Gammelke, ingeset bij comparant ad 8 dal. endeverblijfft cooper

Bertolt Wolsinck gerichtsdiener gichtet datt hij van deesen E. Gerichteuuijttgesonden is omme panden tho haelen vanden Roever inde Lutta tenbehoeve Geert ten Cogenschot, ende sulx volgens sijn gerichtl. verkregenverwin, op gl. Roever als borge ende principael voor Lambert ter Caverick proreste 8 dal. datt hij Roever geen panden heeft willen laeten volgen, maer mettdaetlijckheijt ontholden, weshalven gl. Rover tegens huijden dach gelecht, omreden van sijn pantweijgeringe bij te brengen, ende daerop angeeijst, ende

311

niett gecompareert, is den vorschr Roever inde boote van .3. olde schildenvolgens landtr. bij den gerichte gecondemneert

in de linker marge:

vacat.

[Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger van Jr. Agnes vanBenninga huijsvrouwe van Jr. Echten, ende secht datt Consulibus den 24 jan.lestleden nomine quo supra den heeren Baron de Ketteler nae geboerlijckeaeneijssunge ende niemandt wegen vorschr heeren Barons erschennen is,verwonnen heeft, d’welcke contumacie naer landtrechte]

454

Anno 1635 den 7 martijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrich Molkenbuijr

d’Heer kerckenraeden der kercken t’Oldensell exhibeert duplicam contraLenert Prospers, versoecken als daerinne mett eijs van costen

Lenert Prosper versocht copiam vant duplick ende hett document sub B. endetit van 14 daegen, mets datt hem comparant eerst ende voor all sollenrefundeert worden 2 daeges costen, daer die twee genomene dilatien? vanwedersijts gecauseertAtmitterdende sunst anders geene schriftuijr

Erschennen Jan Groothuijs t’Gammelke geassisteert mett ThomasSpangemaecker ende secht hoe datt comparant affgewekenen jaers 1634omtrent middewinter mett sijn span naerde Gronouwe gevaren uuijtt versoeckHermen Jegers ter Gronouwe, dewelkce cleger seecker antal van planckenanbestedet heeft omme opt Loo int gerichte Oldensell aent water t’brengen,onder welcke vorschr plancken negen schuijtten plancken gewestthobehorende Hove Claessen borger tott Goor, beklachende? aver der?arrestaet Hermen Jeger de semptl. plancken arrestanten belastet op te nemenende op vorschr plaetse aent waeter t’brengen, seggende arrestant datt hemd’semptl. plancken thobehorden, ende seijn eijgen waeren, ende alsoo clegerop beclachtens wort d’vorschr plancken t’geven bij de schoppen bij Gronouwe[aen] opgelaeden ende aent water gebracht niett anders weetende ofte vorschr[heer] Jeger t’samen thobehorden ende eijgen waeren, dewijle averst nuarrestant voor soo daenige [9] 5 plancken van Hoove Claessen opgl.angelanget wordt, omme t’restitueren, ofte hett

312

455

stucke t’betaelen tott 4 int getall, 4 gld. {?} st, ende de 4 t’Almelo [wederomme]wederomme leveren, soo versocht cleger datt beklachte ende gearresteerdevia arristi hijr banckvaste gemaeckt mitt rechts dwanck moege geholdenworden d’vorschr vijff plancken ten prijse als verhaelt t’betaelen endeschaedeloos t’holden, ende datt deselve tott dien eijnde in arrest moegegeholden worden, ofte cautie t’stellen in cas van negatie, presenteert clegerhett vorschr, [in tijtt van] den i rechtsdach nae paesschen mett getuijgent’bewijsen, mett express eijs van costen Hermen Jeger t’Gronouwe geassisteert mett B. ter Linde, ende gestendigetJan ten Groothuijs tho Gammelke geen schult ende d’anspraecke naerlandtrechte mett bestendigen bewis sonder nude ende dugcht? sich HermenJeger sijn noode cost ende schaedeloos vande banck, stellende gl. Groothuijstott onderpande alsoodaene schult als hem Denghman tho Losser schuldich,ende alsoodaene dree plancken als op Groothuijs te Gammelke heft sintliggende, ende tijt ad i post ferias paschalis

Jan Wijntijens exhibeert replicam contra Nicolaes Nijhoff gearresteerden, mettbijgaende documenten sub bris? A.B.C. et D. versoeckende als daerinne

Thomas Spangemaecker nomine Nicolaes Nijhoff versocht copiam ende tijt ad1 post ferias paschhalis

Spangemaecker nomine Jr. Balthasar uff dem Berge versocht uuijttstell den tijtad i post ferias paschalis contra Lic. Tongeren volmachtiger Jr. Frijdach thoSantfoort

456

in de linker marge:

debet mihi

Idem Spangemaecker volmachtiger van Juffer Agnes van Benninga,huijsvrouwe van Jr. Johan van Echten tott Vollenhove, ende versocht datt denvolmachtiger vanden heeren baron d’Ketteler lic. Tongeren moege gecijteertworden omme tegens huijden 14 daegen hett proces t’sluijten tusschenvolmachtiger principallinnen voorschr, craft erholdene verwin, t’welcke vandenvorschr licent. In tempore quindam? noch op den dach van huijden niettgepurgeert is, van de kosten protesterende

Thomas Spangemaecker doet sijn verwijn op Jongman t’Doeringe vermoeged’anspraecke voor desen gedaen

313

Anno 1635 den 14 MartijJudex Lubbert van RensenCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Gerhardt Stoeleman scholemr. alhijr heeft naer paelrecht verkoft endeopgebuijttet eenen swarten mantell ende coperen pott thobehorende JanRoosen inde Westerick ingesett bij comparant ad 6. dalers ende verblijftcooper

Erschennen Bern: ter Linde als volmachtiger des woled. undt ehrentfestenAdolph van Bellinckhoff ende secht submittendo unnoedich etc.

Hendrick ten Wolthuijs diener ende volmachtiger van Jr. Bernardt Rammelmanversocht copiam ende tijt ad i post ferias paschalis

Jan Arents Wenninck per Bernardum ter Linde wort geechent aen Reijmer thoHassel sijn pande naer landtrechte

457

Erschennen Jan Frijlinck tho Rossum Trijne sijn huijsvrouwe ende hebbenbekant datt sie haer actie anspraecke recht ende gerechticheijt soe sij hijrbevoren aent erve Frijlinck vorschr hebben gehadt, tegenwordige besitter deserfes Frijlinck Aelken, eheluijden ende haer beijde erffgenaemen ewelijckerfflijck hebben verkoft gededeert ende overgelaeten, uuijttgenomen twee[mudde] stucke lants, hett eene genoempt die Wobben breede ende hett andergenoempt [hett] t’cleijn stucke, maeckende t’saemen ses schepel geseijs mettnoch een stuckxken gaerden lants van omtrent een schepel geseijs, gelegeninden langen camp, welcke vorschr parcelen van landerijen sich gl. cedentenhebben voorbeholden, omme d’selve den tijt van haer beijder leven ofte soolange eener van beijde lijven ofte leven mocht, tott haeren schoonstenoorbaer{?} ende profijt naer deser lants usantie t’moegen gebruijcken, edocheen ehrw. capittel tott Oldenseel den thienden voorbeholdende, [ {?} ] allesmett den bescheijde bij alsoo veeren gl. itsigen gebruijcker die vorschr tendeaen sich wert pachten, datt alsoo den vorschr [parcelen van landerijen]gaerden tentvrij sollen [sijn] mogen {?} ende sunsten niett, daerenboven gl.itsigen gebruijcker heeft thogelaeten ende bewillicht [soo veele hem {?} ] dattgl. cedenten beijde haer leven sollen verblijven ende woonen int huijsken bijVrijlinck {?} ende tegenwoordich sij? in woonende, ende sulx voor eenesomma geldes die sich gl. cedenten goede ende vollencomene betaelungededen bedancken, gelaevende soodaenich transport t’staen, t’waeren onderverbant daer tho staende naer landtrechte

458

314

Erschennen Johan Edler ende secht, alsoo Jr. Geert Voett tott Boegelscampdie dree arreste opt halve erve Beerninck inde Lutta gelegen den 24 jan:?lestleden affgedaen heeft, ende daer voor t’onderpande gestelt hett vorschrerve, voor soo voele arrestaet volgens sijn anspraecke den 14 febr tenprothocolle gedicteert, soude hebben tho pretenderen, soo is datt vorschrcleger Edler naderhant geinformeert sijnde datt hett selve goett Beerninck eenOverissels leengoet is, daeromme hem? hett selve verhijpothiseren, sonderdes leen heeren consent [hem] niett geoorloft en is, naer landtrechte, sooversocht cleger volgende sijn ad prothocollum den 14 feb: gedicteerdeanspraecke verwerder tott betaelunge den vorschr 100 gl. 8 st t’condemneren,verwerpende als null ende nichtich alle hett geene den verweerder hijr tegenshoe wel frivole mochte excipieren ofte handelen, stellende ad decretum

Hijr entegens secht gl. Jr. Voett, datt hij staet ende oorbedich mett openenbuijdel t’betaelen, t’geene liquide schult, is edoch watt angaett die questieuse42 dal. 26 st van Cranhals herkommende versocht beklachte uuijttstell ad ipost ferias paschalis, reden van dilaij datt hij niett heft konnen bemachtigenvermits hett hooge waeter, {?} hijr tho noedich, t’welcke verguntt

459

in de linker marge:

debet et mihi

Erschennen Lt. Roscam volmachtiger Bartholomeus Cornett, staett wacht endewaert datt den voocht vanden heeren Baron d’Ketteler tott Schuttroppe sijnpurge naer landtrechte behoorde t’doen, ende alsoo daerop niemant nae?aenessch? erschennen, versocht comparant 2dam citationem aenden vorschrvoocht

Erschennen Jr. Gerhardt Voettt ten Bogelscamp voor sick [ mede ]verthoenende volmacht van sijn Ed. huijsvrouwe Juffer Gerhardum van Holtenvoerde stadt van Oldensell onder desselven zegel op sijn E. gepasseert endevan desen E. Gerichte in weerden gekent, daer inne den vorschr comparantvollencomene macht ende gewalt is gegeven eenige erven, goeder, oftelanderijen naer sijnen welgevallen erfflijck ewelijck onwederlosbaer naer sijnengoettduncken t’moegen verkoopen, gaett uuijtt ende doett vertichenisse erffewelijck onwederlosbaer hett [kotte] halve kotte ende goett recht endegerechticheijt olden ende nijen thobehoer genampt hett Depenbroock gelegeninden gerichte Oldensell buijrschap Lutte, allent tott behooff van RodolphHelmichs Christina eheluijden, ende sulx voor eene somma van penningen diesich gl. verkoper goede betainge dede bedancken, gelaevende soo daenichtransport t’staen wachten ende waeren onder verbant sijnder aller geeneuuijtgesonderde goederen naer landtrechte, ende heeft gl. verkoper angelovet

315

den principael brieff hijr van gemaeckt sijnde, mede naer landtrechte versegeltende subscribeert, alles in melioiri forma

460

Anno 1635 den 32 MartijJudex Substitutus Casparus WaterhamCoernoten Bern: KettwichHendrick Molkenbuijr

Erschennen die Ehrw. Edele Everhardus a Marck, seggende mitt voorbeholtvan allerhande behulp rechtens voor desen aen Geert Nijhuijs tho LuttekeDrijne goedichlijck geleent tho hebben die somma van 60 daelers, endedaerenboven noch 60 keijser guldens, omme betaelunge vanden welckenaedemael comparant gl. Nijhuijs, dickwijls inde goede heft vermaent, endeevenwell geen voldoeninge konnen becomen, is veroorsaeckt worden, alsoodaene penningen als hem van Engbert Segerinck tegenwoordige bouman deserves Nijhuijs van wegen overdracht des vorschr erves thocome gerichtlijckt’arresteren, ende van 3? 14 daegen naer landtrechte te vervolgen, endeconsequenter den eijgener vanden geroerde penningen naementlijck Nijhuijstegens huijden t’verdraegen, d’welcke alsoo present ende alnoch in moraverblijft die voorseijde {?} verschotene penningen t’voldoen, versocht endeconcl. heer comparant datt geroerde Nijhuijs gecondemneert behoort t’wordendeselve penningen t’betaelen schuldich t’sijn uuijtgeseijt 12 dal. de daeropbetaelt, ende datt die gearresteerde gelder, welck geroerde Engbert nochonder heeft, daer voor executabel behooren verklaert t’worden, insunderdewijle gedagede anders geen beweechlijck oft onbeweechlijcke goederenheeft, daermen sich kan an verhaelen, ende datt neffens alle cost hinder

461

schaede ende interesse, tott dien eijnde omni meliori modo nochmaelsconcluderende et nobili judicis officinii? implorerende, salvis

Nijhuijs versocht copiam ende tijt ad i post ferias

Lenert Prospers exhibeert straffe tegens Johannes ab Alckemade, Limborchende Tappe, kerckraeden, versoeckende als daerinne

in de linker marge:

deb.

Gerrijtt Tappe versocht copiam ende tijt ad 2 post ferias paschalis

316

in de linker marge:

deb. et mihi

Erschennen Thomas Spangemaecker volmachtiger Balthasar uff dem Berge{?} anttwoordt op d’exceptie vanden volmachtiger vanden Jr Frijdach thoSantvoort, bitt inholts

Lic. Tongeren versocht copiam ende tijt van 6 weken

Erschennen Jan Gorbertinck die junge als een halff borger? tott desen mael,ingesetener der marcke Hassele, luijtt daer van hebbende schijn endebescheijtt sijnes guijttheren und verklaertt alhijr gerichtlijck datt hij een?cleijne? knecht? {?}

462

317

318

319