Ratelpopulier Populus tremula

Verspreide knopstand, spits, bruin, glanzend,

op eenjarige twijgen aanliggend, op oudere

twijgen vaak op kortloten.

Witte abeel Populus alba

Knop: Verspreid staand, witviltig behaard,

daaronder bruinrood Stam: Bochtige stam met

grijze schors met zwarte

ruitvormige puntjes

Zwarte els Alnus glutinosa

Tamelijke bruine, donkere stam.

Lepelvormige paars of grijspaarse knoppen

Zachte Berk Betula pubescens

Knop: Verspreidstaand en afwisselend,

vrij spits, groen tot bruine knoppen.

Knoppen onder een hoek, meeste

twijgen hebben katjes aan uiteinde

Stam: Witte afschilferende bast

Ruwe berk Betula pendula

Knop: Verspreid staand en

afwisselend, vrij spits, groen

tot bruine knoppen

Stam: Witte bast, later met

bruinzwarte plekken of

scheuren

Beuk Fagus Sylvatica

Bast: stam grijze, gladde bast

Knop: Verspreid staand, Zéér spitse

rood-bruine knoppen, 1,5-2 cm

Haagbeuk Carpinus betulus

Knop: Bewimperde aanliggende

knoppen 6 mm, veel knopschubben.

Afwisselend

Stam: gladde bruine stam met

spierbundels

Boswilg Salix caprea

Knop: Verspreidstaand, opvallend dik gezwollen knoppen, één knopschub, geel tot roodbruin,

met spitse iets gebogen punt.

Schietwilg Salix alba

Bast eerst glad en groen, later onregelmatig

en diep gegroefd, grijsbruin

Knop: Smal-eivormig aanliggende behaarde

eind-zijknoppen. Één knopschub

Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna

Knop: Takdoorns en bladdoorns komen beide op de meidoorn voor, knop bijna rond tot eivormig, staan alleen

Stam; grijsbruin met schilfers. Breed

uitgroeiend tot forse struik met een of

enkele centrale stammetjes

Gelderse roos Viburnum opulus

Knop: Vaak rode knoppen,

tegenoverstaand, slechts één

knopschub, twijg stug en

hoekig

Breed uitgroeiend.

Jonge takken grijsbruin en kantig

Es Fraxinus excelsior

Stam vaak gegaffeld. Bast lichtgrijs, glad later

gegroefd.

Knop: Piramidale, zwarte eindknop, groter

dan de rondachtige zijknoppen. Twijg

grijsgroen

Noorse esdoorn Acer platanoides

Roodbruine eindknop

Schors van ouder bomen

grijsbruin, fijn, ondiep gegroefd

Gewone esdoorn Acer pseudoplatanus

Stam grijsbruin, vaak gegaffeld. Bast aanvankelijk glad,

later in plaatjes afvallend

Knop: Groene spits-eivormige boven de zijknoppen

uitstekende eindknop

Gewone vlier Sambucus nigra

Opvallende dikke lenticellen,

meestal iets geopende knoppen

Hazelaar Corylus avellana

Behaarde twijgen, aan één zijde eivormig

afgeplatte knoppen, 7-9 schubben. Groene

bokshandschoentje, stugge haren aan het

uiteinde takken (kiwi)

Iep (soort) Ulmes spec.

Veervormige vertakking,

donkerbruine ronde knoppen

Linde (soort) Tilia spec.

Stam grijs gegroefd. Ronde kroon.

Rode knoppen, rode twijgen, weinig

knopschubben (bokshandschoentje)

Rode kornoelje Cornus sanguinea

Twijgen rood/groen (naakte knop)

Robinia Robinia pseuoacacia

Geelgroene schors, onregelmatig diep

gegroefd.

De onder het bladmerk verborgen

knoppen zitten tussen twee doorns

Sleedoorn Prunus spinosa

Takken met takdoorn, jonge twijgen fijn

behaard met paarsbruine gloed.

Meerdere knopjes bijeen.

Spaanse aak Acer campestre

Stam fijn gegroefd grijsbruin.

Oudere takken met kurklijsten, kleine

bruin/rode knoppen

Zomereik Quercus robur

Stam grijsgroen en op oudere leeftijd diep

gegroefd.

Knop bruin, kaal en schubben aan de rand kort

gewimperd.

Wilde kardinaalsmuts Euonymus europaeus

Geelbruine stam met lange ijle sliertende

takken.

Jonge twijgen groen, oudere takken met

kurklijsten

Wegendoorn Rhamnus cathartica

Tegenoverstaand of iets ten opzichte

van elkaar verschoven, donkerpaars of

zwart, langwerpig. Twijg in doorntje

eindigen

Wilde lijsterbes Sorbus aucuparia

Leerachtige schubben met grijze

beharing

Gewone vogelkers Prunus padus

Veelstammige opgaande struik, twijgen

roodbruin.

Opvallende lenticellen, géén kortloten. Verspreidstaand, vaak enkele knoppen

bijeen aan eind van twijg

Wilde liguster Ligustrum vulgare

Meestal wel blad aanwezig, groenige struik

Zoete kers Prunus avium

Alles kers soorten hebben duidelijke

horizontale strepen op een glimmende bruine

bast.

Kortlot met opeengehoopte blad-en

bloemknoppen, opvallende lenticellen

Witte paardenkastanje Aesculus hippocastanum

Dikke, bruine kleverige knoppen,

hoefijzervormig bladlitteken, meestal 7

sporen

Tamme kastanje Castanea sativa

Stam grijsgroen diep gegroefd met duidelijk

lengte scheuren. ( vaak in flauwe spiraal vorm).

Afwisselend, kort gedrongen fijn behaard,

bovenop opvallend bladlitteken. Jonge twijgen

kantig, lenticellen als witte spikkels.