Rapport Gunnen Op Doorstroming Hindervrij Bouwen

21
Gunnen op Doorstroming Een werkdocument voor het beoordelen van doorstroming binnen EMVI

description

Aanbiedingen bij overheidsopdrachten worden steeds vaker via de EMVI-methode beoordeeld. Beoordeling op EMVI vraagt om specifieke competenties tijdens de beoordeling en de uitvoering. Kortom, om meer efficiencyvoordelen en verbetering van bereikbaarheid en doorstroming te realiseren, dienen de handvatten voor een EMVI-beoordeling op doorstroming verder ontwikkeld te worden. Het rapport is een uitkomst van het transumo onderzoek naar hindervrij en duurzaam bouwen.

Transcript of Rapport Gunnen Op Doorstroming Hindervrij Bouwen

Gunnen op Doorstroming Een werkdocument voor het beoordelen van doorstroming binnen EMVI

2 3IInhoudsopgave

1 Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven 3

2 Een begrippenkader voor doorstroming formuleren 5

3 Aanbesteding versus Uitvoering 8

4 Stappenplan gunnen op doorstroming 10

5 Slotopmerkingen bij gunnen op doorstroming 15

6 Bijlagen 17

6.1 Infrastructurele Key Performance Indicatoren 18 6.2 Verkeerskundige Key Performance Indicatoren 19 6.3 Beoordelingstabel verkeersmanagementplan 20

Inhoudsopgave Inhoudsopgave

4 51Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven

Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven

Duurzaamheid in het bouwen en onderhouden van infrastructuur

staat momenteel hoog op de politieke agenda. Niet voor niets heeft

de Rijksoverheid de doelstelling afgekondigd dat ze in 2010 bij al

alle aankopen of investeringen verschillende duurzaamheidscriteria

toepast. Een soepele verkeersafwikkeling wordt beschouwd als een

aspect van duurzaamheid. Zo mag er tijdens wegwerkzaamheden niet

meer dan 10% extra verkeerdruk ontstaan. Dit wordt ook wel hindervrij

bouwen genoemd.

Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven

6 7

Hindervrij bouwen of doorstroming? De term hindervrij bouwen kan op vele manieren geïnterpreteerd worden. Minder hinder kan betekenen: minder hinder voor de omgeving, betere doorstroming/bereikbaarheid, een duidelijk afsprakenstelsel tussen bouwpartner, etc. Om te komen tot deze handreiking zijn een aantal facet­ten uitgelicht waarvan op voorhand de inschatting is gemaakt dat binnen de looptijd van het project een significante stap in het transitieproces naar hindervrij bouwen kan worden gemaakt. Hiervoor richten we ons voornamelijk op door­stroming. Uit praktisch oogpunt zijn veiligheid, milieu, stofvorming, etc. bij wegwerkzaamheden of andere aspecten van concrete hinder of hinder­beleving van de weggebruikers buiten het domein van deze handreiking gesteld.

Vanaf 2010 zijn publieke opdrachtgevers ver-plicht om 50% tot 100% duurzaam in te kopen. Bij publieke opdrachtgevers die betrokken zijn bij infrastructurele werken, is hindervrij bouwen een belangrijk aspect. De maatschappelijke en economische waarde om tijdens werkzaam heden minimale hinder te veroorzaken, ligt hieraan ten grondslag.

De werkgroep betrokken bij de totstandkoming van het werkdocument bestaat uit de volgende organisaties:

AT Osborne•Bouwend Nederland•CROW•Gemeentewerken Rotterdam•Rijkswaterstaat•TNO Bouw en Ondergrond •

Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven

Hoe doorstroming te beoordelen?Verschillende publicaties hebben al uitgewezen dat doorstroming en duurzaamheid nog geen eenduidige begrippen zijn. Zowel de opdracht­gevende als de opdrachtnemende partijen wensen tot een meer eenduidige benadering te komen. Beide partijen verwachten daarmee de hinder aan weggebruikers ten gevolge van verminderde doorstroming beter te kunnen beheersen. Dit vraagt dus om een eenduidiger beeld omtrent het gunnen op doorstroming. De vraag is eigenlijk: hoe beoordeel ik doorstro­ming? Die vraag staat centraal in deze handreiking.

Gunningen analyseren Om tot state­of­the­art richtlijnen voor het toe­passen van “doorstroming” als gunningscriterium te komen heeft de werkgroep als eerste stap een analyse gemaakt van bestaande aanbestedingen waarin doorstroming is meegenomen als gun­ningscriterium. Het betreft negen grote projecten van RWS uit de laatste vijf jaar met een doorkijkje naar werken die het komende jaar worden aan­besteed. De geanalyseerde projecten betroffen zowel nieuwbouw als (groot) onderhoud. Deze stap leverde een beeld van het begrip doorstroming en hoe dat begrip op dit moment wordt meegenomen in het proces van aanbieden en aanbesteden.

Werkwijzen sterk uiteenlopendUit de analyse blijkt dat veel verschillende criteria zijn toegepast om doorstroming te wegen. Het verkeerskundige doel was bij de verschillende contracten steeds abstract geformuleerd, zeker niet SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden). Meestal was het

geformuleerd in termen van “minder hinder” of “meer doorstroming”. Soms werd ook de verkeers­veiligheid als doel geformuleerd.

In negen geanalyseerde contracten liep de werk-wijze sterk uiteen. Als beoordeling of beoorde-lingsgrondslag zijn aangetroffen:

beoordeling op planvorming;• beoordeling op type (door de opdrachtnemer •te treffen) verkeersmaatregelen en berekende verkeerseffecten; beoordeling op waar te nemen verkeerseffecten •(waar te nemen snelheid of filelengte); beoordeling op (tijdige) beschikbaarheid van •infrastructuur, gemonitord via slots of werk­bare uren.

Daarnaast is de handhaving in de verschillende gunningen bekeken. In vrijwel alle gevallen vond de handhaving tijdens de uitvoeringsfase plaats

DoelstellInG HanDreIkInG :

Het verkrijgen en toepassen van praktische richt-lijnen inzake “doorstroming” voor het uitvragen en doen van een kwalitatieve aanbieding in het kader van de economische meest voordelige inschrijving (EMVI). Hierbij is van belang dat de criteria die de door de opdrachtgever geselecteerd worden voor het begrip doorstroming, zowel getoetst alsook gehandhaafd kunnen worden.

8 9

op grond van het wel of niet overschrijden van werkbare uren en toegekende slots. Een directe link tussen de criteria die tijdens de aanbesteding zijn gehanteerd en monitoring hiervan tijdens de uitvoering is in veel gevallen niet aangetroffen.

op zoek naar performance-indicatorenAanbestedende diensten zijn op zoek naar een manier om de prestatie van de opdrachtnemer op het gebied van doorstroming te bekijken gedurende de aanbiedingsfase. De werkgroep heeft verschillende performance­indicatoren in kaart gebracht, die in deze handreiking worden gepresenteerd. In een workshop met betrokkenen van Rijkswaterstaat, Gemeentewerken Rotterdam en marktpartijen is aandacht besteed aan de marktverhoudingen en processen waarbinnen dergelijke performance­indicatoren moeten kunnen worden toegepast. Daarbij zijn discussies gevoerd over de toetsbaarheid, modelleerbaarheid en mogelijke kwantificering en standaardisatie van verschillende criteria die voor het begrip doorstro­ming gevonden zijn. Tevens zijn interviews gevoerd met projectverantwoordelijken vanuit Rijkswater­staat en is een schriftelijke enquête gehouden. De resultaten hiervan zijn meegenomen in deze handreiking.

stappenplan ‘Beoordeling Doorstroming in eMVI’Resultaat is deze handreiking met richtlijnen voor het opstellen en beoordelen van doorstromings­criteria in EMVI­aanbestedingen. De handreiking bestaat uit een stappenplan dat een aanbestedende dienst begeleidt bij het nemen van de achtereen­volgende besluiten. De handreiking geeft geen kant­en­klare antwoorden, elk project is immers uniek! Bij elke stap worden vragen genoemd die in de betreffende fase een rol spelen, hierbij wordt aandacht geschonken aan de afwegingen die gemaakt moeten worden.

Gunnen op doorstroming: beoordelen en handhaven

10 112een begrippenkader voor doorstroming formuleren

Een begrippenkader voor doorstroming formuleren

Deze handreiking richt zich op het beoordelen van

doorstroming binnen de EMVI. Maar wat is EMVI ook

al weer en hoe werkt het?

een begrippenkader voor doorstroming formuleren

12 13

maar ook tot een betere doorstroming leiden. In het geval dat een bredere rijstrook – om wat voor reden dan ook – in de specifieke situatie niet leidt tot een betere doorstroming, is het weinig zinvol de inschrijvende partijen wel deze mogelijk­heid te bieden.

Key Performance Indicatoren (KPI)De hoeveelheid verkeer, de snelheid van het verkeer of de wachttijd van het verkeer worden door een groot aantal variabelen beïnvloed. De begrippen en definities die daarin een rol spelen worden vaak verschillend beleefd en ook verschillend gedefinieerd. Dat kan worden vastge­steld aan gehanteerde definities in verschillende literatuurbronnen maar het bleek ook tijdens de workshop met de betrokkenen van Rijkswaterstaat, Gemeentewerken Rotterdam en marktpartijen. Het onderscheid is van belang omdat sommige variabelen buiten het bereik van opdracht gever en opdrachtnemer liggen maar wel de verkeerskundige prestatie beïnvloeden. Sommige andere variabelen worden juist door beide en weer andere door één van beide beïnvloed.

De werkgroep heeft key­performance­indicatoren (KPI’s) in kaart gebracht die gehanteerd kunnen worden als een uitvraag op doorstroming wordt gedaan. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen:

Infrastructurele performance indicatoren •(bijvoorbeeld rijstrookbreedte of duur van breedte­, hoogte­ of gewichtsbeperkingen); Verkeerskundige performance­indicatoren •(bijvoorbeeld totale voertuigtijd of voertuig­verliesuren).

Voorbeelden van beide type indicatoren zijn opge­nomen in de bijlage.

Bij het vaststellen van toe te passen KPI’s moet de aanbestedende dienst aangeven welke prestatie ten minste behaald moet worden. Opdrachtnemers die op het betreffende criterium een meetbare of modelleerbare meerwaarde bieden scoren daar­mee in de EMVI.

kwaliteitscriteriaKwaliteitscriteria kunnen betrekking hebben op aspecten die zich in hun aard slecht laten ‘meten’. Typische voorbeelden hiervan zijn de beschrijving van processen en de borging van deze processen zoals kwaliteits­, risico­ en veiligheidsmanagement. Daarnaast kunnen kwaliteitscriteria worden toege­past als een hogere abstractie van prestatiecriteria. Voorbeeld hiervan is een doorstromingsplan waarbij het geheel aan maatregelen met betrekking tot doorstroming in onderlinge samenhang wordt beoordeeld in plaats van het separaat meten van een limitatief aantal prestatiecriteria.

Kwaliteitscriteria vergen een andere benadering dan prestatiecriteria. De aanbestedende dienst moet bij het formuleren van kwaliteitscriteria aangeven binnen welke (kwalitatieve) kaders de inschrijver vrij is zijn aanbieding vorm te geven.De ontvangen inschrijvingen worden binnen die kaders inhoudelijk beoordeeld. Dit leidt tot een rapportcijfer. Het behaalde rapportcijfer voor ieder kwaliteitscriterium levert een vooraf vastgestelde fictieve bonus op (hiervoor wordt ook wel het begrip ‘meerwaarde’ gehanteerd).

een begrippenkader voor doorstroming formuleren een begrippenkader voor doorstroming formuleren

Inschrijfprijs Prestatie criteria

kwaliteitcriteria

Fictieveinschrijfprijs

Het beoordelen van een Economisch Meest Voordelige Inschrijving vindt als volgt plaats:

Potentiële opdrachtnemers schrijven in en •geven een inschrijfprijs. De aanbestedende dienst beoordeelt het aanbod •en verlaagt de inschrijfprijs met de monetaire waarde van de beschreven extra prestatie (boven de minimaal vereiste prestatie). De aanbestedende dienst beoordeelt tevens •de kwaliteit van de processen die de inschrijver aanbiedt. De kwaliteit is niet als een monetaire waarde meetbaar maar wordt via een rapport­cijfer gemonetariseerd. De aanbestedende dienst vermindert de inschrijf­•prijs met de monetaire waarde van de aangeboden prestatie en de aangeboden kwaliteit zodat een fictieve inschrijfprijs resulteert (dit wordt ook wel ‘evaluatieprijs’ genoemd). De aanbestedende dienst vergelijkt de fictieve inschrijfprijzen voor de gunningbeslissing.

Een belangrijke voorwaarde van het invoeren van het begrip doorstroming in EMVI is dat doorstroming niet alleen te berekenen is in de gunningperiode maar ook toetsbaar gedurende

de uitvoeringsfase. In hoofdstuk 3 wordt de kop­peling tussen aanbesteding en uitvoering nader toegelicht. Om doorstroming toetsbaar te maken in de EMVI wordt onderscheid gemaakt in:

Prestatiecriteria – deze zijn meetbaar• Kwaliteitscriteria – deze zijn niet concreet •meetbaar

PrestatiecriteriaGebruik van direct meetbare criteria vereist dat nauwkeurig kan worden omschreven welke ‘prestatie’ in meer of mindere mate kan worden aangeboden en welke bandbreedtes worden ge­hanteerd. Bijvoorbeeld de minimale en maximale rijstrookbreedte en voor welke rijstrook dit geldt. Dit betekent dat bij het opstellen van de aanbe­stedingsstukken een zorgvuldige afweging moet worden gemaakt van alle meetbare variabelen die voor het project kunnen worden gehanteerd.

Voor elk van de te hanteren prestatiecriteria moet worden vastgesteld wat de fictieve monetaire waarde is. Bijvoorbeeld de waarde voor één voer­tuigverliesuur. De waarde van een aangeboden oplossing is dan “prestatie-eenheid x prestatie-een-heidswaarde”. Deze waarde kan voor het bepalen van de EMVI fictief van de inschrijfsom worden afgetrokken. Er is dus een harde (“SMART”) doelstelling, een prestatiecriterium (minimum­waarde) een prestatie­eenheid (de meeteenheid) en een te bepalen prestatiewaarde.

De ‘prestaties’ die worden gehanteerd moeten niet alleen daadwerkelijk mogelijk zijn (voor een bre­dere rijstrook moet bijvoorbeeld wel ruimte zijn)

14 15

Met betrekking tot doorstroming kunnen kwaliteitscriteria getoetst worden met een verkeersmanagementplan. Het formuleren van een kwaliteitcriterium verkeersmanagement met daarin een aantal benoemde aspecten en aandachtpunten biedt goede houvast voor een beoordeling.

De aanbestedende dienst moet duidelijk aangeven welke aspecten in het verkeersmanagementplan van de inschrijver aan de orde moeten komen. Hierbij is van belang te vermelden welke rand­voorwaarden en uitgangspunten gelden.

een begrippenkader voor doorstroming formuleren een begrippenkader voor doorstroming formuleren

16 17aanbesteding versus Uitvoering aanbesteding versus Uitvoering3Aanbesteding versus Uitvoering

Criteria waarop tijdens de aanbesteding gegund is, moeten tijdens de

uitvoering van het werk worden gemonitord. De aanbestedende dienst

heeft wellicht gegund aan een ander dan de inschrijver met de laagste

prijs; er is dus betaald voor één of meer prestaties.

18 19

onvoldoende zorg aan de koppeling tussen de geformuleerde eMVI-criteria en de toets hiervan kan tijdens de uitvoering voor de volgende problemen zorgen:

De aanbestedende dienst is onvoldoende in •staat te monitoren of de aangeboden prestatie wordt uitgevoerd; Inschrijvers kunnen, om het werk gegund te •krijgen, maximaal inzetten op de EMVI­criteria. Als de aanbestedende dienst onvoldoende na kan gaan of de prestaties worden waargemaakt leidt dit tot frictie tussen aanbestedende dienst en opdrachtnemer; Bij volgende aanbestedingen wordt de EMVI­•systematiek, en het belang dat de opdracht­gever er aan hecht, minder serieus genomen door de inschrijvers.

In hoofdstuk 2 is het onderscheid tussen prestatie­ en kwaliteitscriteria uiteengezet. Daarbij is aan­gegeven dat binnen de prestatiecriteria infrastruc­turele KPI’s en verkeerskundige KPI’s voorkomen. Dit onderscheid komt terug bij de mogelijkheden om de prestaties van de opdrachtnemer tijdens de uitvoeringsfase te monitoren en toetsen.

Prestatiecriteria die door de opdrachtnemer direct worden bepaald, waaronder vrijwel alle infrastruc­turele KPI’s vallen, kunnen tijdens de uitvoering worden geverifieerd. Een wegbreedte kan worden gemeten, de toepassing van een barrier kan wor­den getoetst en duur van een breedte­, hoogte­ of gewichtsbeperking kan worden vastgesteld. Deze prestaties zijn overeenkomstig de aanbieding als verplichting van de opdrachtnemer onderdeel van het contract opgenomen.

Prestatiecriteria die niet uitsluitend door de op­drachtnemer te beïnvloeden zijn, zoals vrijwel alle verkeerskundige KPI’s, vergen een andere aanpak.Verkeersmodellen kunnen tijdens de aanbesteding prima gebruikt worden om inschrijvingen onder­ling (getalsmatig) te vergelijken. De werkelijke situatie tijdens de uitvoering kan om tal van redenen afwijken van het model. De werkelijke verkeerskundige prestatie is van veel exogene factoren afhankelijk (bijvoorbeeld het weer, incidenten en mobiliteitsmanagement door de opdrachtgever). Deze factoren kunnen de opdrachtnemer niet worden aangerekend. De voorgestelde werkwijze en fasering van de inschrijver bepalen in de modelberekening in welke mate de doorstroming in stand blijft. In de uitvoeringsfase moet worden getoetst of de opdrachtnemer zich aan deze werkwijze en fasering houdt. De verificatie tijdens de uitvoering vindt dan plaats op basis van het plan dat aan de gemodelleerde prestatie ten grondslag ligt, ofwel: is de infrastructuur beschikbaar op de wijze die in het verkeersmodel tot de goede prestatie heeft geleverd. Als dat het geval is, voert de opdracht­nemer zijn werk (verkeerskundig gezien) naar behoren uit.De contractuele basis is in dit geval dan ook het ingediende plan en niet de gemodelleerde presta­tie die tijdens de aanbesteding is gehanteerd.

Bij uitgevraagde kwaliteitscriteria is het ‘aanbod’ van de inschrijvers meestal een procesbeschrijving. Dit kan een plan van aanpak zijn maar ook een be­ heersproces. De werkwijze voor monitoring van een verkeersmanagementplan heeft veel weg van die bij risico­ of veiligheidsmanagementdocumenten.

Getoetst wordt of de opdrachtnemer zijn proces­sen zo inricht en hanteert als in het verkeers­managementplan is omschreven. De omschreven processen worden onderdeel van de contractuele verplichtingen van de opdrachtnemer, niet de hier­mee beoogde resultaten. De opdrachtgever moet hierbij de mogelijkheid krijgen om steekproeven uit te voeren.

In hoofdstuk 4 wordt aandacht geschonken aan de situatie waarin uit de monitoring blijkt dat de opdrachtnemer tekortschiet in het nakomen van zijn verplichtingen.

aanbesteding versus Uitvoering aanbesteding versus Uitvoering

20 21stappenplan gunnen op doorstroming stappenplan gunnen op doorstroming4Stappenplan gunnen op doorstroming

Het stappenplan is een opmaat naar de definitieve “Handreiking

Beoordeling Doorstroming”. Opdrachtgevers die doorstromingscriteria

in de gunning van de opdracht mee willen laten wegen, kunnen bij het

inrichten van hun aanbestedingsprocedure deze stappen doorlopen.

Voor een algemene toelichting op de EMVI-systematiek verwijst de

werkgroep naar vigerende handreikingen van CROW en RWS.

22 23stappenplan gunnen op doorstroming stappenplan gunnen op doorstroming

Elk project is uniek. De werkgroep onderkent het belang van een op elk individueel project toege­sneden aanbesteding. Het stappenplan bestaat uit vragen die de aanbestedende dienst zich kan stellen om het profiel van het project scherp te krijgen. Het stappenplan helpt bij de afweging of het zinvol is om doorstromingscriteria toe te pas­sen en zo ja, welke en op wat voor manier.Doorstromingscriteria als gunningscriterium moeten alleen daar worden toegepast waar dit zinvol is. Voordat criteria worden geformuleerd moet daarom worden nagegaan of het betreffende project hiervoor geschikt is.

Doorstromingscriteria in de gunning betrek-ken is alleen zinvol als:1) dit leidt tot onderscheidende aanbiedingen én 2) als een betere doorstroming ook leidt tot meer­

waarde voor de opdrachtgever.

Stap 1: Beoordeel project op toepasbaarheid doorstromingscriteria

Minder geschikt

Weinig

Nee

Weinig

Volledig / Allesbepalend

Als (mogelijke) oplossingen

Opdrachtgever

Weinig verkeerskundige

kennis

Weinig

Meer geschikt

Veel

Ja

Veel

Beperkt / Kaderstellend

Als kaders / randvoor­

waarden

Opdrachtnemer

Veel verkeerskundige

kennis

Veel

1) Welke invloed hebben de werkzaamheden op de door­

stroming? (zie tabel met hindercategorieën op blz. 24)

2) Mag een betere doorstroming geld kosten?

3) Hoeveel verschillende oplossingen voor een betere door­

stroming zijn denkbaar?

4) Hoeveel invloed wil de opdrachtgever hebben op con­

creet te nemen doorstromingsmaatregelen?

5) Hoe worden de uitgangspunten voor doorstroming voor

het project door de opdrachtgever omschreven?

6) Wie verzorgt het technisch ontwerp van het werk?

7) In welke mate is de opdrachtgever in staat om de ver­

keerskundige merites van doorstromingsmaatregelen te

(laten) beoordelen?

8) Hoeveel ruimte biedt het project aan innovatie ontwerp­

of uitvoeringsoplossingen?

Onderstaande vragen helpen bij de vraag of het project geschikt is om doorstromingscriteria mee te wegen in de aanbesteding. De vragen staan in volgorde van ge­wicht, dat wil zeggen dat bij de uiteindelijke afweging de beantwoording van de bovenste vragen zwaarder weegt dan het antwoord van de onderste vragen.

24 25

er worden twee typen criteria onderscheiden:a) Prestatiecriteria. Dit zijn direct meetbare

of modelleerbare criteria, bijvoorbeeld duur van breedte­, hoogte­ of gewichtsbeperking (infrastructurele KPI) of voertuigverliestijd (verkeerskundige KPI).

b) Kwaliteitscriteria. Dit zijn niet direct meetbare criteria en vereisen een beoordelingsinspanning, bijvoorbeeld een verkeersmanagementplan.

In de bijlage is een aantal KPI’s opgenomen, dit zijn allemaal prestatiecriteria.

Stap 2: Bepaal welke doorstromingscriteria passen bij het project

Bij een overwegend ‘meer geschikt’ profiel kan concrete invulling worden gegeven aan de doorstromingscriteria die in de aanbesteding worden meegenomen.

PrestatiecriteriaHet formuleren van toe te passen prestatie criteria, of het maken van een keuze uit de KPI’s uit de bijlage, is erg projectspecifiek.

Een eerste filter om tot verstandige criteria te komen is de indeling in hinderklasses zoals gehanteerd wordt door RWS gekoppeld aan het aan tal gehinderde weggebruikers. Elke combinatie van hinderklasse (HK) en gehinderde weggebruikers geeft een hindercategorie, dit is in onderstaande de tabel weergegeven:

De verschillende hindercategorieën lenen zich voor gebruik van verschillende type criteria. Bij het selecteren van criteria voor een specifiek project kan de volgende richtlijn worden aangehouden:A: Verkeers­ en mobiliteitsmanagementB: VerkeersmanagementC: Verkeerskundige KPI’sD: Verkeerskundige of infrastructurele KPI’sE: Infrastructurele KPI’s

De volgende vragen helpen de aanbestedende dienst bij het verder selecteren van bruikbare criteria of kPI’s.1 Levert de KPI voor het project een concrete

meerwaarde?2 Is te verwachten dan verschillende inschrijvers

met een verschillende invulling van de KPI komen?

3 Is de meerwaarde van elke KPI voor het project te monetariseren?

4 Is de KPI voor het project te meten / monitoren / modelleren?

5 Is de inspanning die een inschrijver moet doen om op de KPI voor dit project te scoren in even­wicht met de meerwaarde van het project?

na filteren van bruikbare kPI’s moet de aan-bestedende dienst voor elk te hanteren kPI bepalen:

De boven­ / ondergrens die voor het speci­•fieke project geldt (bv. minimale en maximale rijstrookbreedte). De (fictieve) prestatie­eenheidswaarde (bv. waar­•de voor elke decimeter extra rijstrookbreedte; dit kan voor iedere specifieke situatie anders zijn).

Gehinderden

Gevaar bij het toepassen van prestatiecriteria is dat bij het bepalen van de criteria mogelijk niet aan alle goede oplossingen voor een betere doorstroming is gedacht. Het is immers bij de aanbesteding niet toegestaan om nieuwe criteria ­ voor het bepalen van de EMVI ­ alsnog toe te voegen. De creatieve ruimte voor de inschrijvers is bij het uitsluitend toepassen van prestatiecriteria dan ook beperkt. Hanteren van kwaliteitscriteria biedt meer creatieve ruimte aan de inschrijvers.

kwaliteitscriteriaBij het formuleren van kwaliteitscriteria moet de aanbestedende dienst aangeven binnen welke (kwalitatieve) kaders de inschrijver vrij is zijn aanbieding vorm te geven. Met name contractvor­men waarbij meer functioneel wordt uitgevraagd (bijvoorbeeld D&C­contracten) lenen zich goed voor kwaliteitscriteria in de aanbesteding.

Bij het formuleren van kwaliteitscriteria zijn de volgende aandachtspunten van belang:

Bij het kwaliteitscriterium ligt de nadruk op •procesbeheersing. Het kwaliteitscriterium moet een duidelijke •meerwaarde leveren voor het project. Aan het kwaliteitscriterium geven verschillende •inschrijvers naar verwachting een verschillende oplossing. Het criterium moet voldoende onder­scheidend vermogen voor de inschrijvers hebben. De kaders waar binnen het kwaliteitscriterium •wordt beoordeeld moeten duidelijk worden aangegeven. Als een combinatie van prestatie­ en kwali­•teitscriteria wordt gehanteerd moeten zij complementair aan elkaar zijn.

stappenplan gunnen op doorstroming stappenplan gunnen op doorstroming

Hk

0

1

2

3

4

<10.000

-

e

D

C

B

< 1.000

-

e

D

C

B/C

<100.000

-

D

C

B

B

<1mln

-

C

C

a

a

>1mln

-

B/C

B

a

a

26 27stappenplan gunnen op doorstroming stappenplan gunnen op doorstroming

De inspanning die een inschrijver moet doen •om op het kwaliteitscriterium voor dit project te scoren moet in evenwicht zijn met de meer­waarde van het project.

De ontvangen inschrijvingen moeten volgens de gestelde kaders inhoudelijk beoordeeld worden.Deze beoordeling leidt tot een rapportcijfer dat wordt omgerekend naar een fictieve bonus.

Bepalen van de hoogte van de fictieve bonussen is een lastige klus. Wat is de monetaire waarde van een 8 voor een doorstromingsplan? En wat is dan de waarde van een 7?

De volgende werkwijze biedt uitkomst:1 Bepaal welk “budget” beschikbaar is voor

bovengemiddelde maatregelen om de doorstro­ming te bevorderen. Hierbij kan ook gekeken worden tot welk maximale prijsverschil, meer­waarde voor doorstroming nog aan de eigen achterban verantwoord kan worden.

2 Van dit “budget” wordt een deel gereserveerd voor score’s op KPI’s; houdt er rekening mee dat een maximale score op alle KPI’s door één inschrijver hoogst onwaarschijnlijk is.

3 Het resterende “budget” kan aan de kwalitatieve criteria worden toegekend. Het hoogste rapport­cijfer (10) beslaat het maximale budget.

4 Maak een inschatting van welke invulling aan het kwaliteitscriterium beloond wordt met een 10. Schat vervolgens in welke uitvoeringskosten hiermee gepaard gaan. Als de bonus lager is dan de uitvoeringskosten, wordt het voor inschrij­vers minder aantrekkelijk om op dit criterium te scoren. Dit kan aanleiding geven het “budget” te herzien.

5 Voor de overige punten kan het budget naar rato worden gespreid. Hierbij is mede van belang of onvoldoendes als knock­out­criterium gelden.

kenmerk van een aanbesteding op eMVI is het wegen van de aanbiedingen op verschillende factoren. als naast doorstromingscriteria nog andere criteria in de eMVI worden meege-wogen (bijvoorbeeld de planning of een kwaliteitsplan) doet de aanbestedende dienst er verstandig aan zichzelf de volgende vragen te stellen:1 Staat de totale inspanning (op alle fronten) die een

inschrijver moet doen om tot een aanbieding te komen in verhouding tot de omvang van het werk?

2 Staat de totale inspanning die een inschrijver moet doen om te scoren in de EMVI­criteria in verhouding tot de fictieve bonus die hiermee behaald kan worden?

Stap 3: Zorg voor een goede verhouding van de criteria onderling

Aanbestedende diensten doen er verstandig aan om niet teveel criteria in één aanbesteding te hanteren. Het verdient aanbeveling om de aandacht te leggen op de belangrijkste criteria en deze in de EMVI­systematiek te betrekken.

eMVI

Prijs € overige criteria

Doorstroming ...

DoorstromingVerkeerskundige

Indicatoeren

Prestatiecriteria

Planning ...

PlanningInfrastructurele

Indicatoren

kwaliteitscriteria

28 29stappenplan gunnen op doorstroming stappenplan gunnen op doorstroming

Stap 4: Beoordeel de verschillende inschrijvingen op EMVI Stap 5: Veranker de EMVI-criteria in de overeenkomst

Voor de beoordeling van doorstromingscriteria gelden in beginsel dezelfde vereisten als elk ander EMVI-criterium: de beoordeling moet transparant zijn en alle inschrijvers moeten gelijk behandeld worden.

PrestatiecriteriaOmdat de prestatiecriteria en de monetaire waar­de die deze criteria vertegenwoordigen bekend zijn, levert de beoordeling van prestatiecriteria doorgaans niet al teveel hoofdbrekens op. In een excel­sheet kunnen de verschillende KPI’s met prestatie­eenheidswaarde worden opgenomen. De te leveren prestatie van elke inschrijver invul­len volstaat.Van de KPI’s in de bijlage is beschreven hoe deze gemeten of gemodelleerd kunnen worden.Hoewel de beoordeling sec relatief eenvoudig is, blijft voldoende inhoudelijke kennis van belang. De aanbestedende dienst moet inhoudelijk beoordelen of de aangeboden prestatie een reële is. Bij twijfel kan aan de inschrijver een toelichting worden gevraagd. Als binnen de aanbestedende dienst onvoldoende (vak)inhoudelijke kennis met betrekking tot één of meer prestatiecriteria aanwezig is, beveelt de werkgroep aan om een externe deskundige in te schakelen.

kwaliteitscriteriaKwalitatieve criteria worden inhoudelijk beoor­deeld. Het toekennen van rapportcijfers draagt het risico dat door onvoldoende vakinhoudelijke

kennis met een te eenzijdige benadering cijfers worden toebedeeld, die geen recht doen aan de kwaliteit van de aanbieding.Een beoordelingscommissie die kwaliteitscriteria beoordeeld moet dan ook over voldoende vak­inhoudelijke kennis beschikken om de beschreven processen op hun merites te kunnen beoordelen. Het verdient aanbeveling om naast eigen deskun­digheid een extern, onafhankelijk deskundige in de beoordelingscommissie te plaatsen. Dit vergroot de acceptatiegraad onder de inschrijvers aanzienlijk.

toelichting uitslag richting aanbiedersNadat een gunningsbesluit is genomen moet de aanbestedende dienst alle inschrijvers hierover informeren. Op grond van de Europese richtlijnen moet binnen 15 dagen nadat hiertoe een verzoek is gedaan door een betrokkene, de volgende infor­matie worden verstrekt:1 Aan een afgewezen gegadigde of inschrijver,

de reden van de afwijzing;2 Aan iedere inschrijver met een geldige inschrij­

ving, de kenmerken en voordelen van de winnende inschrijving, en de naam van de begunstigde.

Vanuit goed opdrachtgeverschap verdient het aan­beveling niet te wachten tot om deze informatie wordt verzocht. Bij het versturen van het voor­nemen tot gunning kan de betreffende informatie worden meegestuurd.

stap 5: Verankeren in overeenkomstEen EMVI­aanbesteding werkt verder dan alleen de beoordeling bij inschrijving. De kenmerken van een inschrijving, die maken dat juist deze inschrij­ver de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan, moeten ook in praktijk tot uitvoering komen. Als de juiste contractuele verplichtingen voor de opdrachtnemer zijn geformuleerd doet zich de vraag voor wat te doen als de opdrachtnemer tijdens de uitvoering niet kan voldoen aan datgene dat in de aanbieding is toegezegd?

In de huidige praktijk worden de afspraken vast­gelegd in een contract met daaraan gekoppeld een boeteclausule. De boeteclausule wordt toegepast indien de opdrachtnemer tijdens de uitvoering niet voldoet aan datgene dat in de aanbieding is toegezegd, mits de opdrachtnemer hiervoor toe­rekenbaar is. Dit lijkt een duidelijk toepasbare benadering. Echter, over de wijze van de uitvoering van de malusregeling zijn de meningen nogal verdeeld met betrekking tot de toepasbaarheid en de doel­matigheid in de uitvoeringsfase. Komen tot een instrument dat de juiste stimulans kan bewerk­stelligen om het beste product (verminderen van de verkeershinder) te leveren voor de eind­gebruiker, dient het uitgangspunt te zijn. Voor de toepassing van de malusregeling wordt onderscheid gemaakt tussen de direct meetbare prestatiecriteria en de kwaliteitscriteria.

PrestatiecriteriaVoor de direct meetbare prestatiecriteria is een malusregeling in het beginsel eenvoudig. Tijdens de uitvoering kan gemeten worden of de beloofde prestatie wordt waargemaakt. Is dit niet – of gedeeltelijk – het geval, dan wordt een boete opgelegd. De hoogte van de boete dient bij de aan­besteding bekend te zijn. Dit lijkt een eenvoudige beredenering maar levert in de praktijk toch de nodige discussie op. Waar ligt dit aan?

Feitelijk zijn er twee fasen te onderscheiden, de aanbestedingsfase en de uitvoeringsfase. Bij de aanbesteding dient de opdrachtgever te beoorde­len op basis van gelijke uitgangspunten. De fictieve korting op de inschrijfprijs wordt bepaald aan de hand van de prestaties die de inschrijver heeft toegezegd te kunnen uitvoeren. Om te voorkomen dat inschrijvers onterecht voordeel heeft gehad bij de gunning tegenover de andere inschrijvers, wordt de hoogte van de boete tenminste gelijk gesteld aan de fictieve bonus die de inschrijver hiermee kon verdienen bij de aanbesteding.

Voordat een aanbestedende dienst daadwerkelijk overgaat tot het opleggen van een boete, moet worden nagegaan of de tekortkoming wel volledig toerekenbaar is aan de opdrachtnemer. Nadat de aanbesteding is afgerond kunnen zich allerlei situaties voordoen waar de opdrachtnemer bij het opstellen van zijn aanbieding geen rekening mee kon of hoefde te houden. Als dergelijke factoren

30 31stappenplan gunnen op doorstroming stappenplan gunnen op doorstroming

van invloed zijn op het niet (geheel) na kunnen komen van de prestatie door de opdrachtnemer, kan het onverkort opleggen van de boete onrede­lijk zijn. In de uitvoeringspraktijk komt voor dat boetes onverkort worden opgelegd. De concrete tekortkoming van de opdrachtnemer wordt dan niet in het licht geplaatst van de actuele situatie. Deze houding bewerkstelligt dat opdrachtnemers tijdens de uitvoering van het werk geneigd zijn vast te houden aan de contractuele afspraken; beide partijen hebben er echter baat bij om bij gewijzigde randvoorwaarden of later verkregen inzichten in het belang van het project te handelen. Beloofde prestaties bij inschrijving zijn gebaseerd op een aanname over de situatie tijdens de uitvoe­ring. Tijdens de uitvoeringfase kan de situatie buiten anders zijn dan de theoretische aanname uit de aanbesteding. In het geval een veranderde situatie de opdrachtnemer niet toerekenbaar is, kan een boete niet opgelegd worden. Bovendien is dit niet de manier om te komen tot een oplossing die het beste is voor het project c.q. de eindgebruiker. Goed overleg tussen aanbestedende dienst en opdrachtnemer over de concrete afwijkingen van het contract én de gevolgen hiervan voor eventuele boeteclausules is van essentieel belang.

kwaliteitscriteria Voor kwaliteitscriteria is een malusregeling las­tiger te formuleren. In het contract moet in ieder geval verwezen worden naar het document bij inschrijving waarin de kwalitatieve aanpak voor doorstroming is verwoord. Dit bewerkstelligt dat de door de opdrachtnemer beloofde inspanningen op gebied van doorstroming contractueel kunnen worden afgedwongen.

Tijdens de uitvoeringsfase wordt getoetst of de opdrachtnemer zich houdt aan de voorgestelde werkwijze. Het middel wordt geverifieerd, niet het verkeerskundige doel. Zoals in hoofdstuk 3 is aangegeven wordt tijdens de uitvoeringsfase getoetst of de opdrachtnemer zich houdt aan de voorgestelde fasering en de werkwijze. Een bijbehorende boeteregeling kan er uit bestaan dat een boete wordt opgelegd in evenredigheid met de afwijking van de aangeboden procesbe­schrijving. Een plafondbedrag is hierbij op zijn plaats, de opdrachtnemer verkrijgt hiermee de zekerheid dat verstoringen in zijn processen niet tot extreme boetes kunnen leiden. Ook is het mogelijk om, in combinatie met prestatie­criteria inclusief boetes bij niet­nakoming, géén boetes te koppelen aan het kwalitatieve deel. Indien opdrachtnemer geen invulling geeft aan de aangeboden procesbeschrijving leidt dit tot een afwijking; als de opdrachtnemer zijn werk­wijze niet bijstelt leidt dit tot een tekortkoming en stopzetting van de betaaltermijn. Van belang is dat goed gekeken wordt naar de ernst van de tekortkoming voordat hiertoe wordt overgegaan. Ook hier geldt uiteraard dat het de tekortkoming de opdrachtnemer toerekenbaar moet zijn; is dit niet het geval dan is sprake van een veranderde situatie. Het omgaan met een verander(en)de situatie vraagt om een afweging die uitgaat van de geleverde inspanning om te voldoen aan de toegezegde kwaliteit bezien vanuit een nieuwe uitvoeringssituatie.

Bonusregeling tijdens uitvoeringDe boeteclausules zoals hiervoor omschreven zijn van toepassing op die situaties waarin de

opdrachtnemer toerekenbaar niet de aangeboden prestaties waarmaakt. Het is ook denkbaar dat het contract een bonusregeling kent tijdens uitvoering. Zoals in de voorgaande delen beschreven, komt de uitvoeringssituatie niet altijd overeen met de aan­name die tijdens de aanbesteding zijn voorgelegd. Dit heeft gevolgen voor de toepassingen van de boeteclausule maar biedt ook kansen om een beter product te leveren. Een bonusregeling tijdens uit ­ voering kan een goede stimulans zijn voor de opdrachtnemer om blijvend te investeren in een betere kwaliteit dan aangeboden. Toepassen van een bonusregeling tijdens de uitvoering wordt nog minimaal toegepast. Terwijl dit wel kansen biedt aan de markt om te komen met innovaties die ten goede komen voor de eindgebruiker. Het voert buiten de kaders van dit werkdocument om de bonussystematiek verder uit te diepen.

32 33slotbeschouwing55 Slotbeschouwing

Deze handreiking biedt richtlijnen om te komen tot een EMVI beoordeling op

doorstroming. Hierbij zijn met name de ervaringen van Rijkswaterstaat en de

toepassingen van KPI’s in contracten van rijksprojecten getoetst.

slotbeschouwing

Door de vraag te beantwoorden: hoe te gunnen op doorstroming? is een aspect van beperken van hinder bij wegwerkzaamheden belicht. Dit thema verdient een verdere uitkristallisering om te ko­men tot richtlijnen die ingaan op de verschillende type project en contractsvorm in relatie tot de toe­pasbaarheid van kritische prestatie indicatoren in deze. Tijdens de workshop en in de interviews zijn een aantal aandachtspunten aan de orde gekomen

die niet opgenomen zijn in deze handreiking. Dit heeft met name betrekking op de uitvoeringsfase en de wijze van monitoring en het benutten van kansen die zich tijdens de uitvoering voordoen. Het komen tot eenduidige definities en toepassingen is een eerste stap, de vervolgstappen die betrekking hebben op de uitvoeringfase dienen nader onder­zocht te worden.

34 3566 Bijlagen

Bijlagen Bijlagen

De infrastructurele en verkeerskundige Key Performance Indicatoren

zijn afkomstig uit de TNO-rapportage: ‘- Hindervrij Bouwen –

Hoe Beoordeel ik doorstroming binnen EMVI? (2009)’. Voor de

theoretische onderbouwing en modelleerbaarheid van deze

indicatoren wordt verwezen naar de TNO-rapportage.

36 37Bijlagen Bijlagen

• Duur, aantal en lengte van rijstrook­afzetting/vluchtstrookafzetting Deze indicator bepaald de aanwezige capaciteit van de infrastructuur over een bepaalde tijds­periode en lengte. Met andere woorden vermeldt deze indicator de capaciteit van de infrastructuur gedurende de werkzaamheden.

• Duur en aantal afsluitingen van toe­ en afritten Deze indicator heeft invloed op de in te stellen omleidingsroutes en de consequenties voor het verkeer van deze afsluitingen.

• Duur van breedte­, hoogte­ of gewicht­beperkingen Binnen deze indicator wordt gekeken naar mogelijke beperkingen van de beschikbare capaciteit voor breedte, hoogte en/of gewicht, waardoor bepaalde type voertuigen een weg niet kunnen gebruiken. Het percentage vracht­verkeer heeft zeker bij versmalde rijstroken invloed op de doorstroming.

• Duur en beperking van maximale snelheid en inhalen (gekoppeld aan afzettingswijze en longitudinaal alignement (slingers in de weg)) De combinatie van deze factoren bepaald hoe de doorstroming rond wegwerkzaamheden beïnvloed wordt. Immers hoe grote de longitudinale aligne­ment hoe langzamer het verkeer moet rijden om hier doorheen te gaan. Ook de vorm van

6.1 Infrastructurele Key Performance Indicatoren

de afzetting tussen de wegwerkzaamheden en de open rijstro(o)k(en) heeft invloed op de door­stromingssnelheid.

• Beschikbare extra faciliteiten voor hulpdiensten, incident management of omleidingen c.q. vervangende infrastruc-tuur en restcapaciteit van de infrastructuur Deze factoren bepalen hoe flexibel de beschik­bare restcapaciteit is in geval van incidenten en hoe hierop ingespeeld kan worden.

• Uitvoering van werk binnen WerkBare Uren (WBU’s), SLOTs Werkbare uren zijn door RWS vooraf bepaalde periodes (momenten/ tijdstippen) waarop tussen bepaalde begin­ en eindpunten capaciteit aan het wegennet onttrokken kan worden waarbij maximaal hinderklasse 1 kan ontstaan. Het betreft hoofdzakelijk de reguliere (kleine) onderhoudswerken aan de weg. De WBU is ge­neriek en contractonafhankelijk. De periode van werkbare uren worden door de opdrachtgever bepaald, op basis van inten­siteiten en capaciteiten. Als gevolg van bijvoorbeeld slechte weeromstan­digheden of incidenten kan de opdrachtgever de uitvoering van de geplande werkzaamheden binnen de WBU uiteindelijk omwille van de veiligheid en doorstroming toch niet toestaan. Voor SLOTs geldt eenzelfde soort principe. Een SLOT is door RWS bepaalde periode en

locatie waarop capaciteit aan het wegennet mag worden onttrokken, waarbij hinder vanaf hinder­klasse 2 geaccepteerd wordt (bijvoorbeeld een 4­0 systeem). SLOTs zijn bedoeld voor specifieke (grootonderhoud)werken en worden per contract bepaald. SLOTs worden door de opdrachtgever zorgvuldig gepland binnen de landelijke netwerkplanning en tijdig gecommuniceerd met de weggebruiker. Ook kunnen maatregelen in het kader van mobiliteitsmanagement worden uitgevoerd om tot een minimale hinder voor de weggebruiker te komen. Uitloop op de SLOTs kan leiden tot ernstige verkeershinder en verslechtering van de doorstroming.

• Vrijgeven van rijstroken als er niet gewerkt wordt Deze indicator geeft aan hoe een opdrachtnemer flexibel met zijn werkzaamheden omspringt en wat de mogelijkheden zijn om met capaciteit te variëren om de doorstroming te bevorderen. Let wel, het gaat hierbij om geplande variatie van capaciteit gedurende de fasering van de werkzaamheden.

• Versnelde uitvoering t.o.v. plan De versnelling van de uitvoering ten opzichte van de geplande uitvoering en daarmee sneller beschikbaar stellen van infrastructuur heeft ook een positief effect op doorstroming, simpelweg omdat de volledige capaciteit van een weg snel­ler beschikbaar komt.

38 39Bijlagen Bijlagen

worden niet in kaart gebracht, maar er wordt verondersteld dat meer capaciteit beschikbaar stellen gunstig is voor de doorstroming, zeker als dit tijdens drukke uren gebeurt.

• Opvangen incidentele verkeersvraag De opdrachtnemer kan in zijn plan voorzieningen treffen om onverwachte situaties waardoor extra verkeersvraag ontstaat op te vangen. Een voorbeeld hiervan is het stand­by hebben staan van een berger. Als een voertuig strandt in de omgeving van de werkzaamheden, kan het snel worden weggesleept, waardoor de verkeers hinder minimaal is. De verschillende voorzieningen die getroffen worden om de incidentele verkeersvraag op te vangen vormen samen deze, overigens kwalitatieve, indicator.

subcriterium

Veiligheid

Doorstroming

Beeldvorming

Risicobeheersing

aandachtspunt

Weggebruiker / 1

wegwerker

2

Hoodfwegennet 1

(HWN)

2

3

Onderliggend 4

wegennet

(OWN) 5

6

Communicatie 1

2

3

Scenario­ 1

benadering

uitvoeringrisico's

aspect 1

attentiewaarde bij te treffen

maatregelen bij afzettingen*

extra veiligheidsverhogende

maatregelen

reductie capaciteit infrastruc­

tuur (omvang, lengte, duur)

anticiperen op files HWN

doeltreffendheid omleidings­

routes

te veroorzaken hinder op

OWN

anticiperen op files OWN

doeltreffendheid omleidings­

routes

informeren weggebruikers**

afstemming beheerders,

hulpdiensten, omwonenden

en overige belanghebbenden

uitwerking risico­

inventarisatie***

Doelstelling oG

• Zo gering mogelijke nega­

tieve invloed van de uit­

voeringswerkzaamheden

op verkeersveiligheid

• Zo gering mogelijke

beperking van de

verkeersdoorstroming

• Zo gering mogelijk negatief

effect bij optreden risicos

Criterium

1

2

3

4

6.2 Verkeerskundige Key Performance Indicatoren 6.3 Beoordelingstabel Verkeersmanagementplan

• Totale voertuigtijd De totale gesommeerde tijd dat voertuigen op het gehele netwerk aanwezig zijn; de situatie tijdens de werkzaamheden wordt vergeleken met de situatie zonder werkzaamheden. Deze indica­tor heeft als grote voordeel dat alle extra reistijd die de werkzaamheden veroorzaken worden meegenomen, dus ook bijvoorbeeld omrijden.

• Voertuigverliestijd Voertuigverliestijd is het gesommeerde tijd­verlies doordat langzamer wordt gereden dan gewenst. Als de snelheidslimiet op een weg bijvoorbeeld 100 km/u is, en de snelheidsreali­satie 60 km/u, dan ondervinden de van die weg gebruikmakende voertuigen voertuigverliestijd. Als door weggebruikers wordt omgereden om de hinder van de werkzaamheden te vermijden, ondervinden zij in principe geen voertuigverlies­tijd, tenzij dit omrijden ook extra vertragingen veroorzaakt.

• Gemiddelde snelheid De gemiddelde snelheid van voertuigen die de werkzaamheden passeren.

• Gewogen restcapaciteit De restcapaciteit van de weg, uitgedrukt in aan­tal rijstrookkilometers, met daarin gewogen de rijstrookbreedte naar tijd en plaats, en de duur van de afsluiting naar plaats. Voor verwachte uren met grotere verkeersvraag kan een extra weging worden toegepast. De verkeerseffecten

* o.a. zeer goed zichtbare tijdelijke markeringen ** o.a. d.m.v. tekstkarren, bebording etc. *** o.a. anticiperen op calamiteiten / evenementen / uitloop / stagnatie aanvoer asfalt

Met dank aan de deelnemers aan de workshop voor hun bijdrage en de deelnemende organisaties binnen de werkgroep