Rabbit Time! Herfst editie september 2014

52
RabbitTime! 1

description

Rabbit Time! Een informatief e-Magazine voor konijnenliefhebbers over het houden van konijnen. In deze editie komen aan bod: Lignocellulose, Traanbuisjes bij konijnen, Je konijn overleden - en dan?, Raskonijnen: deel 1, Nieuwe strip: Bunny Habbits, onze vaste rubrieken en nog veel meer.

Transcript of Rabbit Time! Herfst editie september 2014

Page 1: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

1

Page 2: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

2

Coverbeeld: T.Dibbits & B.Dibbits

Herfst

De zomer glijdt langzaamaan voorbij om plaats te maken voor de herfst. Van deze overgang kan ik erg genieten. Ik wandel dan graag door het heerlijk zoetgeurende bos, op zoek naar hazelnoten die je nu al op de grond kunt vinden. Het groene loof maakt plaats voor het bruin, rood en geel die de bomen en struiken omtoveren tot prachtig gekleurde paletten.

Van nieuw naar oud, van leven naar de dood. Ook dat hoort bij het leven, het sterven. In deze editie besteden wij aandacht aan wat je kunt doen wanneer je konijn komt te overlijden. Een onderwerp waar we niet graag mee te maken hebben, maar dat soms onvermijdbaar is. Hoe ga je om met het sterven van je konijn? Begraaf je het of laat je je konijn cremeren? In het artikel “Over de regenboogbrug” gaan wij daar wat dieper op in.

Naast dit serieuze onderwerp hebben we natuurlijk nog meer boeiende onderwerpen en ook onze vaste rubrieken. Dit keer hebben wij ook een leuk waar gebeurd verhaal.

Ik wens jullie voor deze editie weer heel veel leesplezier. Heleen Mulder

Inhoudsopgave

Voorwoord.................................................3

Traanbuisjes bij konijnen........................4/6

Gedicht......................................................7

Je konijn overleden - en dan?..............8/13

Boekenkast.........................................14/15

Raskonijnen: deel 1............................16/23

Gadgets..............................................24/25

Hoe woont jouw konijn?.....................26/28

Waargebeurd verhaal..............................29

Lignocellulose.....................................30/37

Panel..................................................38/39

Ingezonden foto’s...............................40/41

Marjon Jasker: Communiceren..........42/45

Creatief...............................................46/47

Bunny Habbits....................................48/49

Kareltje Konijn.........................................50

Colofon....................................................51

Foto

: San

ne G

rieks

poor

Page 3: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

3

Coverbeeld: T.Dibbits & B.Dibbits

Herfst

De zomer glijdt langzaamaan voorbij om plaats te maken voor de herfst. Van deze overgang kan ik erg genieten. Ik wandel dan graag door het heerlijk zoetgeurende bos, op zoek naar hazelnoten die je nu al op de grond kunt vinden. Het groene loof maakt plaats voor het bruin, rood en geel die de bomen en struiken omtoveren tot prachtig gekleurde paletten.

Van nieuw naar oud, van leven naar de dood. Ook dat hoort bij het leven, het sterven. In deze editie besteden wij aandacht aan wat je kunt doen wanneer je konijn komt te overlijden. Een onderwerp waar we niet graag mee te maken hebben, maar dat soms onvermijdbaar is. Hoe ga je om met het sterven van je konijn? Begraaf je het of laat je je konijn cremeren? In het artikel “Over de regenboogbrug” gaan wij daar wat dieper op in.

Naast dit serieuze onderwerp hebben we natuurlijk nog meer boeiende onderwerpen en ook onze vaste rubrieken. Dit keer hebben wij ook een leuk waar gebeurd verhaal.

Ik wens jullie voor deze editie weer heel veel leesplezier. Heleen Mulder

Inhoudsopgave

Voorwoord.................................................3

Traanbuisjes bij konijnen........................4/6

Gedicht......................................................7

Je konijn overleden - en dan?..............8/13

Boekenkast.........................................14/15

Raskonijnen: deel 1............................16/23

Gadgets..............................................24/25

Hoe woont jouw konijn?.....................26/28

Waargebeurd verhaal..............................29

Lignocellulose.....................................30/37

Panel..................................................38/39

Ingezonden foto’s...............................40/41

Marjon Jasker: Communiceren..........42/45

Creatief...............................................46/47

Bunny Habbits....................................48/49

Kareltje Konijn.........................................50

Colofon....................................................51

Foto

: San

ne G

rieks

poor

Page 4: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

4

TRAANOOGJES BIJ KONIJNENIedereen komt wel eens bij de dierenarts met zijn of haar konijn voor inentingen en controle. We hopen dat onze konijnen zo lang mogelijk gezond blijven, maar soms hebben ze terugkerende klachten of is er iets anders waardoor je met je dier naar de dierenarts gaat. In deze rubriek vertelt een konijneneigenaar waarom hij of zij bij de dierenarts terecht kwam. Daarna geeft de dierenarts meer informatie over de aandoening, de mogelijke oorzaken en de behandelmogelijkheden.

Deze keer vertelt Heleen Mulder over het traanoogje van haar konijn Bobbie, waarvan de oorzaak in het traanbuisje lag. Dierenarts Drs. D.V. Rijnbergen-Rhebergen van Diergezondheidscentrum Boven-Veluwe licht de aandoening, oorzaken en behandeling toe.

Bobbie’s traanoogje

Bobbie is een vrolijke, lieve en aanhalige ram van ongeveer acht jaar, die nu zo’n drie jaar bij mij woont. Samen met Roosje loopt hij lekker los in de tuin, en ze kunnen eventueel ook door het kattenluik naar binnen.

Heel af en toe heeft Bobbie een traanoogje. In het begin was zijn oogje soms een beetje nat, maar dat ging vanzelf weer over. Het leek mij niets om me zorgen over te maken. Misschien had hij gewoon een vuiltje in zijn oog gekregen? Maar het traanoogje bleef terugkomen, het werd erger, en het duurde steeds langer voordat het overging. Het oogwit was ook een beetje rood, dus haalde ik homeopathische oogdruppeltjes in de hoop dat die zouden helpen.

Naar de dierenarts

Na Bobbie onderzocht te hebben, stelde mijn dierenarts voor om zijn traanbuisje te laten spoelen. Bobbie moest daarvoor dan wel even onder narcose, wat ik altijd best spannend vind. Maar ik wilde natuurlijk graag dat hij van zijn traanoog verlost zou worden, dus maakte ik een afspraak. Toen ik hem vervolgens weer ging ophalen, bleek echter dat Bobbie’s traanbuisje stuk was. Hier kan helaas niets aan gedaan worden, dus zal Bobbie met zijn traanoogje moeten leren leven.

Heleen Mulder

Oogdruppeltjes

In eerste instantie ging dat goed, en herstelde het oog. Iedere keer dat Bobbie een traanoogje had, gebruikte ik dan ook deze druppeltjes. Alleen hadden ze op een gegeven moment steeds minder effect, en werd de vacht onder zijn oogje helemaal nat. Het hielp om de vacht droog te wrijven met een doekje, maar een half jaar later ging het weer mis. Er zat toen ook af en toe wat witte drab in zijn ooghoek. Dit zou op een probleem met de kiezen kunnen wijzen, maar toen ik zag dat het oogwit vuurrood was, besloot ik toch maar om naar de dierenarts te gaan.

Traanogen bij het konijn

Regelmatig zien we binnen de dierenartsenpraktijk konijnen met wat wittige korstjes rondom de ogen, met daaronder een wat rode, geïrriteerde huid. Dit probleem wordt bijna altijd veroorzaakt door een verstopte traanbuis. De traanbuis is het afvoerkanaal voor traanvocht, en loopt van de ooghoek naar de neusholte. Zolang de traanbuis goed doorloopt, is er geen probleem. Er zijn echter een aantal redenen waardoor de traanbuis (snel) verstopt kan raken en problemen kan gaan geven, voornamelijk door de manier waarop deze is aangelegd. De traanbuis loopt beiderzijds van de ooghoek naar de neusholte, eerst in het slijmvlies, maar verderop door een smal kanaal in de schedel. Ter hoogte van de wortelpunt van de bovensnijtanden maakt de traanbuis een vrij scherpe bocht. Op dit punt kunnen dan ook problemen ontstaan.

Oorzaken verstopte traanbuis

De meest voorkomende oorzaken van een verstopte traanbuis zijn:• Een ophoping van ingedroogd traanvocht;• Een ontsteking van de traanbuis met pus in de traanbuis. Meestal is de traanbuis dan al langere tijd verstopt, en ontstaat daar vervolgens een ontsteking in;• Kies- of tandwortelproblemen. Door de veranderingen aan het schedelbot die hierdoor ontstaan, kan de traanbuis dichtgedrukt worden. Dit is een lastiger probleem omdat het vaak niet helemaal goed meer is op te lossen.

Page 5: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

5

TRAANOOGJES BIJ KONIJNENIedereen komt wel eens bij de dierenarts met zijn of haar konijn voor inentingen en controle. We hopen dat onze konijnen zo lang mogelijk gezond blijven, maar soms hebben ze terugkerende klachten of is er iets anders waardoor je met je dier naar de dierenarts gaat. In deze rubriek vertelt een konijneneigenaar waarom hij of zij bij de dierenarts terecht kwam. Daarna geeft de dierenarts meer informatie over de aandoening, de mogelijke oorzaken en de behandelmogelijkheden.

Deze keer vertelt Heleen Mulder over het traanoogje van haar konijn Bobbie, waarvan de oorzaak in het traanbuisje lag. Dierenarts Drs. D.V. Rijnbergen-Rhebergen van Diergezondheidscentrum Boven-Veluwe licht de aandoening, oorzaken en behandeling toe.

Bobbie’s traanoogje

Bobbie is een vrolijke, lieve en aanhalige ram van ongeveer acht jaar, die nu zo’n drie jaar bij mij woont. Samen met Roosje loopt hij lekker los in de tuin, en ze kunnen eventueel ook door het kattenluik naar binnen.

Heel af en toe heeft Bobbie een traanoogje. In het begin was zijn oogje soms een beetje nat, maar dat ging vanzelf weer over. Het leek mij niets om me zorgen over te maken. Misschien had hij gewoon een vuiltje in zijn oog gekregen? Maar het traanoogje bleef terugkomen, het werd erger, en het duurde steeds langer voordat het overging. Het oogwit was ook een beetje rood, dus haalde ik homeopathische oogdruppeltjes in de hoop dat die zouden helpen.

Naar de dierenarts

Na Bobbie onderzocht te hebben, stelde mijn dierenarts voor om zijn traanbuisje te laten spoelen. Bobbie moest daarvoor dan wel even onder narcose, wat ik altijd best spannend vind. Maar ik wilde natuurlijk graag dat hij van zijn traanoog verlost zou worden, dus maakte ik een afspraak. Toen ik hem vervolgens weer ging ophalen, bleek echter dat Bobbie’s traanbuisje stuk was. Hier kan helaas niets aan gedaan worden, dus zal Bobbie met zijn traanoogje moeten leren leven.

Heleen Mulder

Oogdruppeltjes

In eerste instantie ging dat goed, en herstelde het oog. Iedere keer dat Bobbie een traanoogje had, gebruikte ik dan ook deze druppeltjes. Alleen hadden ze op een gegeven moment steeds minder effect, en werd de vacht onder zijn oogje helemaal nat. Het hielp om de vacht droog te wrijven met een doekje, maar een half jaar later ging het weer mis. Er zat toen ook af en toe wat witte drab in zijn ooghoek. Dit zou op een probleem met de kiezen kunnen wijzen, maar toen ik zag dat het oogwit vuurrood was, besloot ik toch maar om naar de dierenarts te gaan.

Traanogen bij het konijn

Regelmatig zien we binnen de dierenartsenpraktijk konijnen met wat wittige korstjes rondom de ogen, met daaronder een wat rode, geïrriteerde huid. Dit probleem wordt bijna altijd veroorzaakt door een verstopte traanbuis. De traanbuis is het afvoerkanaal voor traanvocht, en loopt van de ooghoek naar de neusholte. Zolang de traanbuis goed doorloopt, is er geen probleem. Er zijn echter een aantal redenen waardoor de traanbuis (snel) verstopt kan raken en problemen kan gaan geven, voornamelijk door de manier waarop deze is aangelegd. De traanbuis loopt beiderzijds van de ooghoek naar de neusholte, eerst in het slijmvlies, maar verderop door een smal kanaal in de schedel. Ter hoogte van de wortelpunt van de bovensnijtanden maakt de traanbuis een vrij scherpe bocht. Op dit punt kunnen dan ook problemen ontstaan.

Oorzaken verstopte traanbuis

De meest voorkomende oorzaken van een verstopte traanbuis zijn:• Een ophoping van ingedroogd traanvocht;• Een ontsteking van de traanbuis met pus in de traanbuis. Meestal is de traanbuis dan al langere tijd verstopt, en ontstaat daar vervolgens een ontsteking in;• Kies- of tandwortelproblemen. Door de veranderingen aan het schedelbot die hierdoor ontstaan, kan de traanbuis dichtgedrukt worden. Dit is een lastiger probleem omdat het vaak niet helemaal goed meer is op te lossen.

Page 6: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

6

De behandeling

Of en hoe een traanbuisverstopping is op te lossen, hangt af van de oorzaak van het probleem. In eerste instantie zal geprobeerd worden de traanbuis door te spoelen/spuiten. Hiervoor moet een canule – een heel dun, flexibel buisje – in de traanbuis ingebracht worden, waarna de traanbuis doorgespoeld wordt met een zoutoplossing. Dit kan in sommige gevallen bij een wakker konijn gedaan worden, met een plaatselijke verdoving in het oog. Bij een wild konijn of bij een moeilijker door te spoelen traanbuis is een algehele narcose noodzakelijk.

Doorspoelen en nakijken

Onder algehele narcose kan de traanbuis goed worden uitgespoeld. Als dit is gelukt, kan de gebogen canule verder in de traanbuis worden ingebracht, tot in het kanaal in de schedel. Als dit kanaal gevonden is, kan de traanbuis met meer druk worden doorgespoeld. Ook kan het gebit nu goed worden nagekeken, eventueel gecombineerd met röntgenfoto’s om de tand- en kieswortels goed te beoordelen. Afhankelijk van de aard van de problemen kan gelijk een behandeling van de tanden of kiezen worden uitgevoerd.

Omdat de traanbuis van het oog naar de neus toe steeds smaller wordt, is het doorspoelen niet altijd makkelijk. Als de uitgang van de traanbuis in de neus te lokaliseren is, is het soms makkelijker om de inhoud van de traanbuis “terug” te spoelen naar het oog. Of dit mogelijk is, hangt erg af van het formaat van het konijn en de beschikbare apparatuur bij de dierenarts.

Nabehandeling

De nabehandeling van het doorspoelen van de traanbuis gebeurt met oogdruppels met antibioticum en ontstekingsremming, in moeilijke gevallen gecombineerd met pijnstilling. In sommige gevallen is behandeling niet mogelijk, zullen de problemen blijven en is het nodig om regelmatig te behandelen om complicaties te voorkomen.

Drs. D.V. Rijnbergen-Rhebergen, Diergezondheidscentrum Boven-Veluwe

dgcbovenveluwe.nl

Foto’s: Drs. D.V. Rijnbergen-Rhebergen, Heleen Mulder

dag Snuf

we hadden je een naam gegeven een geslacht had je al

door ziekte huppelde je in zwart licht iets deed jouw ogen dicht

’s avonds laat, in het donker niemand hield je pootje vast vertrok je zonder afscheid

we legden jou samen met het restant van je voer

in een eenvoudig kistje een beetje stro van je hok en je speeltjes

gingen er ook bij

we maakten een gat in de tuin om je te begraven

zeiden vaarwel en wensten je goede reis onze kinderen zongen droevig

je kist is dicht het laatste licht

is nu voorgoed verdwenen

toen je bij ons kwam wonen hebben we je Snuf genoemd

een korte naam vol symboliek want Dieudonné was te lang,

te katholiek

tot besluit hebben we je naam op een kruisje geschreven

voor boven de grond om te weten waar je was gebleven

dag Snuf goeie reis man

Frans Kapteijns

Page 7: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

7

dag Snuf

we hadden je een naam gegeven een geslacht had je al

door ziekte huppelde je in zwart licht iets deed jouw ogen dicht

’s avonds laat, in het donker niemand hield je pootje vast vertrok je zonder afscheid

we legden jou samen met het restant van je voer

in een eenvoudig kistje een beetje stro van je hok en je speeltjes

gingen er ook bij

we maakten een gat in de tuin om je te begraven

zeiden vaarwel en wensten je goede reis onze kinderen zongen droevig

je kist is dicht het laatste licht

is nu voorgoed verdwenen

toen je bij ons kwam wonen hebben we je Snuf genoemd

een korte naam vol symboliek want Dieudonné was te lang,

te katholiek

tot besluit hebben we je naam op een kruisje geschreven

voor boven de grond om te weten waar je was gebleven

dag Snuf goeie reis man

Frans Kapteijns

Page 8: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

8

Over de Regenboogbrug

Je konijn overleden – en dan?

Je staat er liever niet bij stil. Maar het gebeurt een keer: je konijnenvriendje ‘gaat over de regenboogbrug’. Hij of zij ‘houdt op met rennen’, zoals de Britse schrijver Richard Adams het in zijn indrukwekkende konijnenroman ‘Waterschapsheuvel’ verwoordt. Door ziekte, ongeval of ouderdom. Een moeilijk moment. Soms ook moeilijk is de vraag: Hoe nemen we afscheid? Welke mogelijkheden staan de konijneneigenaar ter beschikking? Wat mag, wat kan en wat niet? Hieronder worden verschillende opties besproken

Konijnwaardig

Een wild konijn dat het einde voelt naderen, zondert zich af en zoekt een rustig plekje bovengronds op. In de meeste gevallen kunnen onze tamme konijnen dit niet. Vaak is het zelfs zo dat we zelf de beslissing moeten nemen ons maatje te laten ‘inslapen’, om het een zinloze lijdensweg te besparen. Een beslissing die, hoe hartverscheurend ook, toch een klein beetje troost biedt: niemand wil immers machteloos toekijken hoe zijn lieveling wegkwijnt.Konijnen zijn even kwetsbaar als taai. Een ziek konijn kan er heel slecht aan toe zijn, maar toch weer opkrabbelen. Sleutelwoord hierbij is ‘pijnbestrijding’. Een konijn met pijn raakt gedeprimeerd en zal de moed opgeven. Pijnmedicatie kan hem net dat duwtje in de rug geven het vol te houden. Toch kan er een moment komen dat je beseft: dit is geen konijnwaardig leven meer. Dan is euthanasie een optie. Dit kan in de dierenkliniek of bij je thuis. Dat laatste is voor het konijn wellicht prettiger; je bespaart het dier een reis in een mandje, en het wachten in een wachtkamer met de (bedreigende) geuren en geluiden van

honden en katten. Maar de kosten zijn hoger omdat de dierenarts hiervoor ook een ‘visite’ in rekening zal brengen.

Euthanasie - hoe gaat dat in z’n werk?

De dierenarts zal het konijn eerst een injectie geven, meestal in de bilspier, met een narcose-middel. Na tien tot vijftien minuten zal het konijn buiten bewustzijn raken. Het neemt geen prik-kels uit de omgeving meer waar, voelt niets en de spieren ontspannen geheel. Hoe rustiger het konijn en de omgeving, hoe beter dit proces zal verlopen. Als het konijn onder narcose is, zal de dierenarts een tweede injectie toedienen, in de buikholte, het hart of, bij grote konijnen, soms in een bloedvat in het oor. Het konijn merkt hier niets van. Deze tweede injectie zorgt ervoor dat het hartje ophoudt met kloppen. Daarna kunnen er nog wat spiertrillingen optreden. Om er ze-ker van te zijn dat het konijn is overleden zal de dierenarts met de stethoscoop het hartje beluis-teren en vaak ook de oogbol zachtjes aanraken om de oogreflex te controleren. Komt er geen reactie en is het hartje stil, dan is het konijn overleden.

Page 9: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

9

Over de Regenboogbrug

Je konijn overleden – en dan?

Je staat er liever niet bij stil. Maar het gebeurt een keer: je konijnenvriendje ‘gaat over de regenboogbrug’. Hij of zij ‘houdt op met rennen’, zoals de Britse schrijver Richard Adams het in zijn indrukwekkende konijnenroman ‘Waterschapsheuvel’ verwoordt. Door ziekte, ongeval of ouderdom. Een moeilijk moment. Soms ook moeilijk is de vraag: Hoe nemen we afscheid? Welke mogelijkheden staan de konijneneigenaar ter beschikking? Wat mag, wat kan en wat niet? Hieronder worden verschillende opties besproken

Konijnwaardig

Een wild konijn dat het einde voelt naderen, zondert zich af en zoekt een rustig plekje bovengronds op. In de meeste gevallen kunnen onze tamme konijnen dit niet. Vaak is het zelfs zo dat we zelf de beslissing moeten nemen ons maatje te laten ‘inslapen’, om het een zinloze lijdensweg te besparen. Een beslissing die, hoe hartverscheurend ook, toch een klein beetje troost biedt: niemand wil immers machteloos toekijken hoe zijn lieveling wegkwijnt.Konijnen zijn even kwetsbaar als taai. Een ziek konijn kan er heel slecht aan toe zijn, maar toch weer opkrabbelen. Sleutelwoord hierbij is ‘pijnbestrijding’. Een konijn met pijn raakt gedeprimeerd en zal de moed opgeven. Pijnmedicatie kan hem net dat duwtje in de rug geven het vol te houden. Toch kan er een moment komen dat je beseft: dit is geen konijnwaardig leven meer. Dan is euthanasie een optie. Dit kan in de dierenkliniek of bij je thuis. Dat laatste is voor het konijn wellicht prettiger; je bespaart het dier een reis in een mandje, en het wachten in een wachtkamer met de (bedreigende) geuren en geluiden van

honden en katten. Maar de kosten zijn hoger omdat de dierenarts hiervoor ook een ‘visite’ in rekening zal brengen.

Euthanasie - hoe gaat dat in z’n werk?

De dierenarts zal het konijn eerst een injectie geven, meestal in de bilspier, met een narcose-middel. Na tien tot vijftien minuten zal het konijn buiten bewustzijn raken. Het neemt geen prik-kels uit de omgeving meer waar, voelt niets en de spieren ontspannen geheel. Hoe rustiger het konijn en de omgeving, hoe beter dit proces zal verlopen. Als het konijn onder narcose is, zal de dierenarts een tweede injectie toedienen, in de buikholte, het hart of, bij grote konijnen, soms in een bloedvat in het oor. Het konijn merkt hier niets van. Deze tweede injectie zorgt ervoor dat het hartje ophoudt met kloppen. Daarna kunnen er nog wat spiertrillingen optreden. Om er ze-ker van te zijn dat het konijn is overleden zal de dierenarts met de stethoscoop het hartje beluis-teren en vaak ook de oogbol zachtjes aanraken om de oogreflex te controleren. Komt er geen reactie en is het hartje stil, dan is het konijn overleden.

Spirit

Afscheid

Het definitieve van dat moment komt hard aan. Het verlies van een geliefd huisdier kan behoorlijk aangrijpend zijn. Vriendschap met een dier is heel puur, waardevol en onvervangbaar. Vaak kunnen we het niet eens omschrijven; wél delen veel mensen de ervaring dat ze met dat éne dier ‘iets heel speciaals’ hadden. Als het dan komt te overlijden, is het net alsof er een klein stukje van onszelf ‘meesterft’. Een passend afscheid kan het leed iets verzachten. Ook voor kinderen is het belangrijk afscheid te kunnen nemen van hun vriendje. Een klein ritueel – een afscheids-briefje schrijven of tekening maken of een kaarsje branden – kan helpen bij het verwerken van het verlies. Op internet zijn diverse mogelijkheden te vinden om je konijn te herdenken, bijvoorbeeld door middel van een foto, gedichtje en/of naar eigen wens aan te passen rouwkaart. Als het konijn samenleefde met een konijnenpartner, wordt soms geadviseerd deze aan het overleden konijn te laten snuffelen bij wijze van afscheid. Anderen menen dat dit geen zin heeft, omdat een konijn dit niet begrijpt. Hierin mag ieder zijn eigen hart volgen.

Dan komt onvermijdelijk de vraag: wat te doen met het stoffelijk overschot?Er zijn verschillende opties:

1. Begraven in eigen tuin

De wetgeving staat tegenwoordig toe dat gezelschapsdieren in de eigen tuin of op eigen grond mogen worden begraven. Er zijn echter wel voorwaarden aan verbonden: - Het dier mag niet aan een op mensen overdraagbare ziekte (zoönose) zijn gestorven. - Het huis en de tuin moeten in eigendom zijn, en de woning mag dus geen huurhuis zijn.- Er moet voldoende ruimte zijn.- Het grafje moet minimaal 75 cm diep zijn, om opgraven door andere dieren te voorkomen en zo de risico’s voor volksgezondheid, diergezondheid en milieu tot een minimum te beperken.- Het lichaampje mag niet in plastic of ander niet-afbreekbaar materiaal gewikkeld in de aarde worden gelegd. Natuurlijk materiaal heeft de voorkeur. Denk bijvoorbeeld aan een bedje

en ‘dekentje’ van mooi gerangschikte (herfst-)bladeren, zachte lentetwijgjes van de wilg, of een mandje van onbewerkt riet gevuld met hooi. Kinderen kunnen worden aangemoedigd om bloemen of ander natuurlijk materiaal uit de tuin toe te voegen. Er zijn ook biologisch afbreekbare kartonnen begraafkistjes verkrijgbaar, evenals kartonnen doosjes waarop getekend en geschreven kan worden om die zo een persoonlijk tintje te geven. Ook bestaan er volledig afbreekbare, zachte cocons van wolvilt met ritssluiting in verschillende kleuren voor een zachte laatste rustplaats.

Belangrijk bij het begraven in eigen tuin is om het lichaampje tijdig in de doos, mand, cocon of het grafje te leggen. Een halfuur tot een uur na overlijden zal het namelijk hard, stijf en koud worden. Dit komt door een chemisch proces in de spieren. Het is dan niet meer mogelijk om het in een andere houding te leggen.

Page 10: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

10

Het grafje Veel eigenaren zullen de plek van het grafje willen markeren. Dit kan bijvoorbeeld met een tegel, gedenksteen of een mooie (bloeiende) plant. Het praktische voordeel hiervan is bovendien dat een hovenier bij tuinwerkzaamheden niet per ongeluk het grafje schendt. Afhankelijk van de grondsoort, het vochtgehalte en de temperatuur duurt het enkele maanden voordat de zachte weefsels geheel zijn vergaan. In zandgrond gaat dit bijvoorbeeld sneller dan in kleigrond. Maar het duurt wel enkele jaren voordat ook het skelet volledig is verdwenen. Begraven in bos, duin of park is officieel niet toegestaan, tenzij de grondeigenaar hiervoor toestemming heeft gegeven.

2. Begraven op een dierenbegraafplaats

Een dierenbegraafplaats lijkt wel een beetje op een mensenbegraafplaats. Vaak is het een mooi, rustig gelegen parkje waar overleden huisdieren, van hamster tot grote hond, een laatste rustplaats kunnen krijgen. Ook is er een ontvangstruimte en een ruimte waarin, indien gewenst, rustig afscheid kan worden genomen van het opgebaarde dier. Dieren kunnen worden begraven in een kist, rieten mand met deksel of in een eigen dekentje. Meestal is er ook een ruime keus uit gedenkstenen die kunnen worden voorzien van een inscriptie. Sommige dierenbegraafplaatsen hebben een speciale urntuin of –wand waarin urnen met de as van een gecremeerd huisdier een mooi plekje kunnen krijgen, of een strooiveldje waarop de as uitgestrooid kan worden. Er zijn ook dierenbegraafplaatsen die over een crematorium beschikken.

De kosten van begraven

Overleden dieren worden individueel begraven. Soms kan gekozen worden voor een ‘familiegraf’, voor meerdere huisdieren van één eigenaar. Dierenbegraafplaatsen bieden vaak een uitgebreid pakket mogelijkheden aan om

Dierenbegraafplaats Vennenberg, Dalfsen

aan de wensen van de eigenaar tegemoet te komen. Hier hangt uiteraard wel een prijskaartje aan. Behalve de kosten voor de teraardebestelling worden er ook kosten voor grafhuur in rekening gebracht. Deze grafhuur varieert per begraafplaats: sommige hanteren een termijn van één jaar met de mogelijkheid tot

Page 11: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

11

Het grafje Veel eigenaren zullen de plek van het grafje willen markeren. Dit kan bijvoorbeeld met een tegel, gedenksteen of een mooie (bloeiende) plant. Het praktische voordeel hiervan is bovendien dat een hovenier bij tuinwerkzaamheden niet per ongeluk het grafje schendt. Afhankelijk van de grondsoort, het vochtgehalte en de temperatuur duurt het enkele maanden voordat de zachte weefsels geheel zijn vergaan. In zandgrond gaat dit bijvoorbeeld sneller dan in kleigrond. Maar het duurt wel enkele jaren voordat ook het skelet volledig is verdwenen. Begraven in bos, duin of park is officieel niet toegestaan, tenzij de grondeigenaar hiervoor toestemming heeft gegeven.

2. Begraven op een dierenbegraafplaats

Een dierenbegraafplaats lijkt wel een beetje op een mensenbegraafplaats. Vaak is het een mooi, rustig gelegen parkje waar overleden huisdieren, van hamster tot grote hond, een laatste rustplaats kunnen krijgen. Ook is er een ontvangstruimte en een ruimte waarin, indien gewenst, rustig afscheid kan worden genomen van het opgebaarde dier. Dieren kunnen worden begraven in een kist, rieten mand met deksel of in een eigen dekentje. Meestal is er ook een ruime keus uit gedenkstenen die kunnen worden voorzien van een inscriptie. Sommige dierenbegraafplaatsen hebben een speciale urntuin of –wand waarin urnen met de as van een gecremeerd huisdier een mooi plekje kunnen krijgen, of een strooiveldje waarop de as uitgestrooid kan worden. Er zijn ook dierenbegraafplaatsen die over een crematorium beschikken.

De kosten van begraven

Overleden dieren worden individueel begraven. Soms kan gekozen worden voor een ‘familiegraf’, voor meerdere huisdieren van één eigenaar. Dierenbegraafplaatsen bieden vaak een uitgebreid pakket mogelijkheden aan om

Dierenbegraafplaats Vennenberg, Dalfsen

aan de wensen van de eigenaar tegemoet te komen. Hier hangt uiteraard wel een prijskaartje aan. Behalve de kosten voor de teraardebestelling worden er ook kosten voor grafhuur in rekening gebracht. Deze grafhuur varieert per begraafplaats: sommige hanteren een termijn van één jaar met de mogelijkheid tot

3. Cremeren

Bij een crematie wordt het stoffelijk overschot in een oven verbrand. Het is niet zo dat er in de oven een vuur wordt gestookt, maar door de zeer hoge temperatuur in de oven – zo’n 800 graden Celcius – vindt ‘spontaan’ zelfontbranding van het overschot plaats. Vrijwel alle dierencrematoria maken grofweg onderscheid tussen collectief of individueel cremeren. Bij een collectieve crematie worden er meerdere dieren tegelijk gecremeerd (naast elkaar). De gezamenlijke as wordt ofwel uitgestrooid op een speciaal daarvoor bestemd ‘strooiveld’ of afgevoerd naar het gemeentedepot. Bij een individuele crematie wordt het overschot apart gecremeerd en de as apart opgevangen. Na gemiddeld twee dagen kan de eigenaar de as terugkrijgen in een asbus of strooiblikje.

verlenging, andere gaan uit van minimaal twee tot zelfs vijf jaar. De tarieven kunnen verschillen voor een dwergras of een groot ras. Sommige begraafplaatsen baseren het tarief op het gewicht van het dier en berekenen een prijs per kilogram. Voor het begraven van een konijn van gemiddelde grootte liggen de tarieven ongeveer tussen de € 62,- en € 100,- inclusief één jaar grafhuur. Soms zijn kosten voor grafonderhoud hierbij inbegrepen, soms niet. Vervoer van het stoffelijk overschot vanaf de dierenkliniek of het thuisadres wordt veelal apart berekend. Je kunt je huisdier natuurlijk ook zelf brengen. Kortom, het is belangrijk je goed te laten informeren, omdat er nogal wat onderlinge verschillen zijn.

Bestemming van de as

De as kan worden bewaard in een urn of ashouder, of kan worden verwerkt in een assieraad. Van de as kan ook een diamant worden gemaakt. De urn kan worden bijgezet in een urnentuin of urnengalerij, of kan worden meegenomen naar huis en een plekje krijgen in bijvoorbeeld een huisaltaartje of gedenkkastje met een mooie foto en/of een waxinelichtje.Uitstrooien van de as is ook mogelijk. Dit kan op een strooiveldje op het terrein van een dierencrematorium. Ook veel dierenbegraafplaatsen hebben zo’n strooiveldje. Sommige aan de kust gelegen dierencrematoria bieden de mogelijkheid de as over zee te laten uitstrooien. De eigen tuin is natuurlijk ook eenoptie. Uitstrooien op een willekeurige plek is uitsluitend toegestaan met toestemming van de grondeigenaar. De hoeveelheid as die overblijft na crematie van een konijn van gemiddelde grootte bedraagt ongeveer één deciliter.

De kosten van cremeren

Een individuele crematie is arbeidsintensiever, waardoor de kosten hoger zullen zijn. De prijzen variëren van € 35,- voor een collectieve crematie tot € 100,- voor een individuele crematie (excl. urn e.d.). Ook hierbij is het belangrijk je goed te laten informeren, omdat elk crematorium eigen richtlijnen hanteert.

4. Destructie

Als een dier is geëuthanaseerd in de dierenkliniek en de eigenaar ziet af van begraven of cremeren, is er altijd de mogelijkheid het in de dierenkliniek achter te laten. Dit kan overigens ook als het dier thuis

Assieraden

Page 12: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

12

Wettelijke procedure

In de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren is vastgelegd dat gemeenten verplicht zijn dierlijk materiaal dat niet geschikt is voor consumptie, te vernietigen. Zulk materiaal zou immers gevaar kunnen opleveren voor de volksgezondheid of zou dierziekten kunnen verspreiden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan dieren die op een boerderij zijn gestorven of in het verkeer verongelukt wild. Maar ook eigenaren van overleden gezelschapsdieren kunnen aankloppen bij de gemeente, die hen zal verwijzen naar het juiste depot. Daar wordt al het dierlijk materiaal tijdelijk opgeslagen in containers, die regelmatig worden opgehaald door een destructiebedrijf.

5. Dierdonorcodicil In samenwerking met de Universiteit Utrecht heeft Stichting Proefdiervrij in 2011 het ‘dierdonorcodicil’ in het leven geroepen. Hiermee kunnen eigenaren hun overleden huisdier doneren voor onderwijsdoeleinden, zodat dierenartsen in opleiding kennis kunnen opdoen over de anatomie en zich kunnen bekwamen in bijvoorbeeld operatietechnieken. Tot 2013 werden hier speciaal proefdieren voor gefokt en gedood. Het dierdonorcodicil is inmiddels zo’n succes dat proefdieren gelukkig niet meer nodig zijn en er uitsluitend nog dieren met een dierdonorcodicil worden gebruikt. Huisdiereigenaren in de regio Utrecht,

Strooiveldje

is overleden. Het dier wordt dan tijdelijk in een vrieskist bewaard. De dierenkliniek zorgt er vervolgens tegen een relatief lage vergoeding voor dat het overleden dier volgens de wettelijke richtlijnen wordt afgevoerd om (uiteindelijk) te worden verbrand. Dit is een goedkope en voor sommigen de ‘gemakkelijkste’ optie. Toch is het belangrijk te weten wat er precies met het stoffelijk overschot gebeurt.

Op www.watisdestructie.nl staat duidelijk hoe destructie in zijn werk gaat. Het komt erop neer dat kadavers gezamenlijk fabrieksmatig worden vermalen in grote shredders, waarna het materiaal wordt gepasteuriseerd en gesteriliseerd. Vervolgens wordt het ingedampt, gedroogd en gescheiden in diermeel en vetten. Deze worden ten slotte als brandstof gebruikt, meestal voor energieopwekking. Destructie is dus duidelijk iets anders dan (massa-)crematie.

Page 13: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

13

Wettelijke procedure

In de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren is vastgelegd dat gemeenten verplicht zijn dierlijk materiaal dat niet geschikt is voor consumptie, te vernietigen. Zulk materiaal zou immers gevaar kunnen opleveren voor de volksgezondheid of zou dierziekten kunnen verspreiden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan dieren die op een boerderij zijn gestorven of in het verkeer verongelukt wild. Maar ook eigenaren van overleden gezelschapsdieren kunnen aankloppen bij de gemeente, die hen zal verwijzen naar het juiste depot. Daar wordt al het dierlijk materiaal tijdelijk opgeslagen in containers, die regelmatig worden opgehaald door een destructiebedrijf.

5. Dierdonorcodicil In samenwerking met de Universiteit Utrecht heeft Stichting Proefdiervrij in 2011 het ‘dierdonorcodicil’ in het leven geroepen. Hiermee kunnen eigenaren hun overleden huisdier doneren voor onderwijsdoeleinden, zodat dierenartsen in opleiding kennis kunnen opdoen over de anatomie en zich kunnen bekwamen in bijvoorbeeld operatietechnieken. Tot 2013 werden hier speciaal proefdieren voor gefokt en gedood. Het dierdonorcodicil is inmiddels zo’n succes dat proefdieren gelukkig niet meer nodig zijn en er uitsluitend nog dieren met een dierdonorcodicil worden gebruikt. Huisdiereigenaren in de regio Utrecht,

Strooiveldje

is overleden. Het dier wordt dan tijdelijk in een vrieskist bewaard. De dierenkliniek zorgt er vervolgens tegen een relatief lage vergoeding voor dat het overleden dier volgens de wettelijke richtlijnen wordt afgevoerd om (uiteindelijk) te worden verbrand. Dit is een goedkope en voor sommigen de ‘gemakkelijkste’ optie. Toch is het belangrijk te weten wat er precies met het stoffelijk overschot gebeurt.

Op www.watisdestructie.nl staat duidelijk hoe destructie in zijn werk gaat. Het komt erop neer dat kadavers gezamenlijk fabrieksmatig worden vermalen in grote shredders, waarna het materiaal wordt gepasteuriseerd en gesteriliseerd. Vervolgens wordt het ingedampt, gedroogd en gescheiden in diermeel en vetten. Deze worden ten slotte als brandstof gebruikt, meestal voor energieopwekking. Destructie is dus duidelijk iets anders dan (massa-)crematie.

6. Opzetten

Men kan een overleden huisdier ook laten opzetten door een preparateur. Hierbij worden alleen de huid met vacht en, afhankelijk van de gekozen techniek, de schedel en de beenderen van de poten gebruikt, samen ongeveer 10% van het dier. De overige 90% gaat naar de destructie of kan alsnog worden begraven of gecremeerd. De huid wordt eerst gereinigd, gelooid en geconserveerd om bederf tegen te gaan. Vervolgens wordt die om een model van (meestal) kunststof bevestigd, en worden de ogen vervangen door glazen exemplaren.

De kosten van opzetten

Het prepareren van huisdieren vereist veel kennis en vakmanschap. Het is immers heel moeilijk het geprepareerde dier precies de oogopslag te geven die de eigenaar zich herinnert. Om die reden kunnen de kosten voor huisdieren soms hoger uitvallen dan die voor wilde dieren. Belangrijk is dan ook om een stel goede foto’s van het dier, inclusief een close-up van de kop, beschikbaar te hebben, zodat de preparateur zich een zo goed mogelijk beeld kan vormen.De richtprijs voor het laten opzetten van een konijn is ongeveer € 225,-, maar de kosten kunnen per preparateur verschillen. Meer informatie is verkrijgbaar via www.prepareren.nl Op deze website is ook een lijst te vinden van aangesloten erkende preparateurs.

binnen een straal van 35 km van de Universiteit Utrecht, kunnen via één van de 44 bij het project aangesloten dierenklinieken kostenloos aan dit project meedoen. Voor vervoer naar de universiteit wordt gezorgd. Eigenaren buiten die regio die hun overleden huisdier willen doneren, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Proefdiervrij, die dan de benodigde informatie zal verstrekken. Zij zullen echter zelf hun dier naar de Universiteit Utrecht moeten brengen. Na gebruik in de practica van de universiteit gaan de dieren naar de destructie.Meer informatie hierover is te verkrijgen via Stichting Proefdiervrij.

Een nieuw maatje?

Niet alleen wij mensen voelen het verlies. Wanneer het overleden konijn samenleefde met een partner, zal de achtergebleven partner zijn of haar maatje erg missen. De beste manier om dit gemis goed te maken is om snel een nieuw maatje te zoeken. Het heeft niet veel zin hier wekenlang mee te wachten, want de achterblijver zal het gemis dan alleen maar sterker voelen. Een goede plaats om een nieuw konijnenmaatje te vinden is in één van de vele konijnenopvangcentra. Hier ben je in de regel verzekerd van goed advies en begeleiding bij het koppelen. Een aantal centra valt onder het beheer van de Dierenbescherming, en andere worden gerund door particulieren. Wie googlet op ‘konijnenopvang’ vindt er vast wel één in de buurt. Een goede fokker is natuurlijk ook een prima optie.

Auteur: Karen de Graaff

Bronnen: - Dierenartsenpraktijk Rozenburg-Zuidland- Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Ministerie van EZ)- Dierenbegraafplaats Vennenberg- watisdestructie.nl- Stichting Proefdiervrij- Nederlandse Vereniging van Preparateurs- Tekening: Roosje ~ Rosalie

Page 14: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

14

Page 15: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

15

Page 16: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

16

RaskonijnenWaarom het ene ras het andere niet is

Deel 1 basiskennis

In Nederland zijn door de Kleindier Liefhebbers Nederland (KLN) 52 konijnenrassen erkend. Rabbit Time! gaat aandacht besteden aan raskonijnen, met name de minst voorkomende. Om te begrijpen wat een ras is en hoe KLN onderscheid maakt tussen de rassen, volgt nu een uitleg hierover. Hierdoor zijn de aankomende artikelen beter te begrijpen.

Van het wilde konijn naar het gedomesticeerde konijn

Een ras is een variatie op een soort. Bij konijnen zijn dus de rassen die wij kennen een variant op het wilde konijn. Door de domesticatie staan ze daar echter zeer ver vandaan qua gedrag en leefwijze. Tussen de rassen onder elkaar en hun wilde voorouder is genetisch gezien amper verschil. Eeuwen geleden is men konijnen in gevangenschap gaan houden voor het vlees en de pels. De mens selecteerde en kruiste konijnen die het meest aan zijn behoeften voldeden. Hierdoor ontstond langzaam een verschil tussen het wilde konijn en gekweekte konijnen. Door de behoefte aan vlees en huiden ontstond er handel over land en zee. Zodoende werden konijnen in veel landen gehouden door konijnenhouders. Door hun selectie en fokkeuzes ontstonden er verschillen. Naast de keuzes voor de behoeftes (pels en vlees) zijn mooi en bijzonder ook een menselijke factor. Men had affiniteit met mooi ogende dieren. In gevangenschap werden naast bijzonderekleuren en bijvoorbeeld grootte, dieren geboren die in uiterlijk sterk afweken van hun ouders en nestgenoten. Dit noemt men mutaties.

Het verschil tussen genetische modificatie, modificatie en mutatie

Omdat de mens een mens is en smaak heeft, werden konijnen die er bijzonder uitzagen behouden. Hier hebben we het in de oudheid vooral over kleurveranderingen ten opzichte van de wildkleur, grootte en oorstand. Om een hangoor als voorbeeld te nemen: het gen of genen die verantwoordelijk zijn voor de oorstand kreeg een verandering wat die oorstand veranderde. Het eerste konijn had niet, wat we nu kennen, volledig langs het hoofd hangende oren. De verandering op het gen dat een mutatie is, werd onder invloed van modificatie verder ontwikkeld en genetisch vastgelegd. Angora- en Rexbeharing zijn duidelijke voorbeelden van een muterend gen of genen die verantwoordelijk zijn voor de pelsontwikkeling. Het eerste langharige konijn uit een van oorsprong wild konijn had niet de haarlengte en samenstelling van haren zoals we die nu kennen. Vrijwel alle kleuren zijn

Page 17: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

17

zogenaamde verliesmutaties. Het woord ‘verlies’ is hierbij wel verwarrend want er komt iets anders in het uiterlijk voor in de plaats. Met verliesmutaties wat kleur aangaat, wordt bedoeld dat er door spontane veranderingen in een deel van een gen of door een spontane interactie van een gen met een ander gen een gedeelte van of de gehele kleurontwikkeling wordt onderdrukt. Dit kunnen veranderingen zijn in kleur van konijngrijs (de basis - of oerkleur) naar zwart of iets heel anders: een tekening zoals de Pappilion- en Lotharingertekening. De mutatie(s) zorgen ervoor dat de aanmaak en transport van de kleurstoffen anders werken.

Bij genetische modificatie ligt niet een mutatie ten grondslag aan een ras maar alleen menselijke fok- en selectiekeuzes. De meeste rassen zijn ontstaan door deze genetische modificatie: de grootte van de Vlaamse Reus, de kleine gestalte van de kleurdwerg. Door de genetische modificatie ontstaat er na vele generaties een unieke genetische code die hoort bij dat ras. Het Voskonijn is een zeer goed voorbeeld van genetische modificatie. Deze bijzondere haarstructuur vindt men alleen bij dit ras. Gaat men de oorspronkelijke stamdieren van dit ras opnieuw kruisen dan krijgt men wellicht na twee generaties een konijn met een verlengde pels maar niet de andere unieke kenmerken die bij die Vospelsstructuur horen. Net als het lichaam staan ook gezondheid, karakter, moedereigenschappen, immuunsysteem e.d. onder invloed van modificatie.

Kleindier Liefhebbers Nederland (KLN) is één van de twee officiële bonden voor kleindieren waar het raskonijn onder valt. De andere bond is alleen voor sierduiven. KLN overkoepelt alle 300 plaatselijke verenigingen en de 21 speciaalclubs voor konijnen. KLN is samen met 27 andere landen lid van de Europese Entente (EE), voluit: Entente Europëenne d’Aviculture et de Cuniculture. Een fokker staat bij de plaatselijke vereniging ingeschreven als fokker met een fokkersnummer. Met dat fokkersnummer kan een fokker deelnemen aan tentoonstellingen en raskonijnen naar wens laten merken (tatoeëren) door een afgevaardigde van de plaatselijke vereniging. KLN faciliteert en ondersteunt op vele vlakken de plaatselijke verenigingen, speciaalclubs en fokkers met verschillende taken.

Samengevat: - Een mutatie is een spontane genetische verandering; - een modificatie betekent fokkeuze en selectie;- genetische modificatie is het door fokkeuze en selectie vastleggen van een unieke genetische code.

Kleindier Liefhebbers Nederland

RaskonijnenWaarom het ene ras het andere niet is

Deel 1 basiskennis

In Nederland zijn door de Kleindier Liefhebbers Nederland (KLN) 52 konijnenrassen erkend. Rabbit Time! gaat aandacht besteden aan raskonijnen, met name de minst voorkomende. Om te begrijpen wat een ras is en hoe KLN onderscheid maakt tussen de rassen, volgt nu een uitleg hierover. Hierdoor zijn de aankomende artikelen beter te begrijpen.

Van het wilde konijn naar het gedomesticeerde konijn

Een ras is een variatie op een soort. Bij konijnen zijn dus de rassen die wij kennen een variant op het wilde konijn. Door de domesticatie staan ze daar echter zeer ver vandaan qua gedrag en leefwijze. Tussen de rassen onder elkaar en hun wilde voorouder is genetisch gezien amper verschil. Eeuwen geleden is men konijnen in gevangenschap gaan houden voor het vlees en de pels. De mens selecteerde en kruiste konijnen die het meest aan zijn behoeften voldeden. Hierdoor ontstond langzaam een verschil tussen het wilde konijn en gekweekte konijnen. Door de behoefte aan vlees en huiden ontstond er handel over land en zee. Zodoende werden konijnen in veel landen gehouden door konijnenhouders. Door hun selectie en fokkeuzes ontstonden er verschillen. Naast de keuzes voor de behoeftes (pels en vlees) zijn mooi en bijzonder ook een menselijke factor. Men had affiniteit met mooi ogende dieren. In gevangenschap werden naast bijzonderekleuren en bijvoorbeeld grootte, dieren geboren die in uiterlijk sterk afweken van hun ouders en nestgenoten. Dit noemt men mutaties.

Het verschil tussen genetische modificatie, modificatie en mutatie

Omdat de mens een mens is en smaak heeft, werden konijnen die er bijzonder uitzagen behouden. Hier hebben we het in de oudheid vooral over kleurveranderingen ten opzichte van de wildkleur, grootte en oorstand. Om een hangoor als voorbeeld te nemen: het gen of genen die verantwoordelijk zijn voor de oorstand kreeg een verandering wat die oorstand veranderde. Het eerste konijn had niet, wat we nu kennen, volledig langs het hoofd hangende oren. De verandering op het gen dat een mutatie is, werd onder invloed van modificatie verder ontwikkeld en genetisch vastgelegd. Angora- en Rexbeharing zijn duidelijke voorbeelden van een muterend gen of genen die verantwoordelijk zijn voor de pelsontwikkeling. Het eerste langharige konijn uit een van oorsprong wild konijn had niet de haarlengte en samenstelling van haren zoals we die nu kennen. Vrijwel alle kleuren zijn

Page 18: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

18

Verschil tussen stamboom en standaardomschrijving

Verschillende diersoorten zoals hond, kat en paard hebben een stamboom. Uiteraard hebben deze soorten een rasbeschrijving waaraan de dieren minimaal behoren te voldoen om onder dat ras te vallen. Dieren met een stamboom hebben altijd ouders met een stamboom. Het maakt niet uit of het dier maar net voldoende de rasbeschrijving benadert of een topper is. Alle nakomelingen krijgen dus een stamboom ongeacht hun benadering van de rasomschrijving. Het kan dus voorkomen dat een dier dat onder een ras valt helemaal geen topvoorbeeld van het ras is. Het voordeel van een officieel stamboomcertificaat is dat de voorouders bekend zijn en mogelijke predicaten, zoals een premie bij een paard, hierop vermeld staan.

KLN werkt niet met een stamboom maar met een rasstandaard. Een rasstandaard is gedetailleerder dan een rasomschrijving met een stamboomcertificaat en kan daarom meer vertellen over een individueel dier. Bij een tentoonstelling schrijft de keurmeester een beoordelingskaart met predicaat voor elk konijn dat deelneemt. Dit predicaat is vrij gedetailleerd en een vrij accurate indicatie hoe goed dat konijn de rastandaard benadert. Meer dan één predicaat geeft meer betrouwbaarheid want de beoordeling is ook afhankelijk van leeftijd en seizoen.

Elk konijnenras is ondergebracht in één van de zeven hoofdgroepen en vijf type-omschrijvingen waarna het ras weer verder opgesplitst wordt in zeven posities. De konijnenstandaard is een boek met algemene bepalingen en omschrijvingen die gelden voor alle rassen. In dat boek staan alle rassen met hun rasomschrijving gedetailleerd beschreven. Naast alle rasstandaarden staat er een lijst in met alle rassen op volgorde, rasindeling op grootte, een tabel waarin de rassen zijn onderverdeeld in de hoofdgroepen, omschrijving algemene lichaamsbouw en type, geslachtskenmerken, beschrijving van de ruglijn, oor- en beenstand, beschrijving van de lichaamsconditie en verzorging, beschrijving van de pels, ogen, nagels en snorharen, algemene zware fouten, ziekten, voorwaarden van de deelname aan de tentoonstelling en beschrijving van de kleuren. Dus naast de individuele rasstandaard zijn bovenstaande onderdelen ook nog van toepassing. Met al deze details is bij konijnen dus voor een rasstandaard gekozen in plaats van een stamboom.

De rasstandaard voor konijnen is een dik boek met 357 pagina’s. Een gedeelte hierin zijn algemene bepalingen die gelden voor alle rassen. Afgebeeld: de algemene omschrijving kleuren van nagels en ogen en een omschrijving van de irissen.

Wat is een ras?

Rassen onderscheiden zich van elkaar doordat ze duidelijk verschillen in uiterlijk. Elk ras moet tenminste drie duidelijk onderscheidende kenmerken hebben van andere rassen. Daarbij lijken de dieren binnen een ras sterk op elkaar doordat ze dezelfde uiterlijke kenmerken hebben. Net als bij planten en bloemen determineren we ook dierlijke exemplaren van een soort om te bepalen tot welk ras deze behoren. Het verschil bij dieren is dat rassen of raslozen onderling kunnen verparen en daardoor niet te definiëren zijn tot een erkend ras. Bij dieren hebben we dus ook rasloze exemplaren. Voor konijnen hebben we een soortgelijk determinatieplan als bij planten. Dit is simpel omschreven een afvinklijst. Alleen is het niet zo simpel. Het is niet voor niets dat een konijnenkeurmeester minimaal acht jaar studeert om bevoegd te zijn om alle konijnenrassen te keuren. Anno 2014 zijn in Nederland 52 konijnenrassen erkend met

daarbij enkele subrassen. Een subras is een variëteit op een bestaand “hoofdras” maar door een bepaald kenmerk valt onder een andere groep. In de Nederlandse konijnenstandaard staat een lijst met alle rassen en hun subrassen.

De rasstandaard heeft een ringband met losse vellen. Elk jaar adviseert de Standaard Commissie voor konijnen (CIE) aan het hoofdbestuur van de KLNverbeteringen voor de standaard. Daarnaast is één van de kerntaken van de CIE het beoordelen en adviseren of een nieuw aangeboden “ras” door een fokker toegelaten wordt, dan wel tijdelijk of definitief, aan de konijnenstandaard. Het hoofdbestuur beslist uiteindelijk of de adviezen van de CIE doorgevoerd worden. Elk nieuw jaar is er een pakketje beschik-baar met aanvullingen op de rasstandaard. De oude bladzijdes worden verwijderd en de nieuwe komen er voor in de plaats. Hierdoor zijn de keur-meester en fokker altijd op de hoogte van de laatste bepalingen.

De Vosdwerg is het jongste definitief erkende ras (januari 2014). In dat elfde jaar heeft de Nederlandse Hangoordwerg een tijdelijke erkenning gekregen van twee jaar. Na die twee jaar wordt opnieuw beoordeeld of het ras definitief toegelaten wordt tot de standaard.

Page 19: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

19

Verschil tussen stamboom en standaardomschrijving

Verschillende diersoorten zoals hond, kat en paard hebben een stamboom. Uiteraard hebben deze soorten een rasbeschrijving waaraan de dieren minimaal behoren te voldoen om onder dat ras te vallen. Dieren met een stamboom hebben altijd ouders met een stamboom. Het maakt niet uit of het dier maar net voldoende de rasbeschrijving benadert of een topper is. Alle nakomelingen krijgen dus een stamboom ongeacht hun benadering van de rasomschrijving. Het kan dus voorkomen dat een dier dat onder een ras valt helemaal geen topvoorbeeld van het ras is. Het voordeel van een officieel stamboomcertificaat is dat de voorouders bekend zijn en mogelijke predicaten, zoals een premie bij een paard, hierop vermeld staan.

KLN werkt niet met een stamboom maar met een rasstandaard. Een rasstandaard is gedetailleerder dan een rasomschrijving met een stamboomcertificaat en kan daarom meer vertellen over een individueel dier. Bij een tentoonstelling schrijft de keurmeester een beoordelingskaart met predicaat voor elk konijn dat deelneemt. Dit predicaat is vrij gedetailleerd en een vrij accurate indicatie hoe goed dat konijn de rastandaard benadert. Meer dan één predicaat geeft meer betrouwbaarheid want de beoordeling is ook afhankelijk van leeftijd en seizoen.

Elk konijnenras is ondergebracht in één van de zeven hoofdgroepen en vijf type-omschrijvingen waarna het ras weer verder opgesplitst wordt in zeven posities. De konijnenstandaard is een boek met algemene bepalingen en omschrijvingen die gelden voor alle rassen. In dat boek staan alle rassen met hun rasomschrijving gedetailleerd beschreven. Naast alle rasstandaarden staat er een lijst in met alle rassen op volgorde, rasindeling op grootte, een tabel waarin de rassen zijn onderverdeeld in de hoofdgroepen, omschrijving algemene lichaamsbouw en type, geslachtskenmerken, beschrijving van de ruglijn, oor- en beenstand, beschrijving van de lichaamsconditie en verzorging, beschrijving van de pels, ogen, nagels en snorharen, algemene zware fouten, ziekten, voorwaarden van de deelname aan de tentoonstelling en beschrijving van de kleuren. Dus naast de individuele rasstandaard zijn bovenstaande onderdelen ook nog van toepassing. Met al deze details is bij konijnen dus voor een rasstandaard gekozen in plaats van een stamboom.

De rasstandaard voor konijnen is een dik boek met 357 pagina’s. Een gedeelte hierin zijn algemene bepalingen die gelden voor alle rassen. Afgebeeld: de algemene omschrijving kleuren van nagels en ogen en een omschrijving van de irissen.

Wat is een ras?

Rassen onderscheiden zich van elkaar doordat ze duidelijk verschillen in uiterlijk. Elk ras moet tenminste drie duidelijk onderscheidende kenmerken hebben van andere rassen. Daarbij lijken de dieren binnen een ras sterk op elkaar doordat ze dezelfde uiterlijke kenmerken hebben. Net als bij planten en bloemen determineren we ook dierlijke exemplaren van een soort om te bepalen tot welk ras deze behoren. Het verschil bij dieren is dat rassen of raslozen onderling kunnen verparen en daardoor niet te definiëren zijn tot een erkend ras. Bij dieren hebben we dus ook rasloze exemplaren. Voor konijnen hebben we een soortgelijk determinatieplan als bij planten. Dit is simpel omschreven een afvinklijst. Alleen is het niet zo simpel. Het is niet voor niets dat een konijnenkeurmeester minimaal acht jaar studeert om bevoegd te zijn om alle konijnenrassen te keuren. Anno 2014 zijn in Nederland 52 konijnenrassen erkend met

daarbij enkele subrassen. Een subras is een variëteit op een bestaand “hoofdras” maar door een bepaald kenmerk valt onder een andere groep. In de Nederlandse konijnenstandaard staat een lijst met alle rassen en hun subrassen.

De rasstandaard heeft een ringband met losse vellen. Elk jaar adviseert de Standaard Commissie voor konijnen (CIE) aan het hoofdbestuur van de KLNverbeteringen voor de standaard. Daarnaast is één van de kerntaken van de CIE het beoordelen en adviseren of een nieuw aangeboden “ras” door een fokker toegelaten wordt, dan wel tijdelijk of definitief, aan de konijnenstandaard. Het hoofdbestuur beslist uiteindelijk of de adviezen van de CIE doorgevoerd worden. Elk nieuw jaar is er een pakketje beschik-baar met aanvullingen op de rasstandaard. De oude bladzijdes worden verwijderd en de nieuwe komen er voor in de plaats. Hierdoor zijn de keur-meester en fokker altijd op de hoogte van de laatste bepalingen.

De Vosdwerg is het jongste definitief erkende ras (januari 2014). In dat elfde jaar heeft de Nederlandse Hangoordwerg een tijdelijke erkenning gekregen van twee jaar. Na die twee jaar wordt opnieuw beoordeeld of het ras definitief toegelaten wordt tot de standaard.

Page 20: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

20

De groepen, types en posities

Voor het determineren zijn er zeven hoofdgroepen: 1.Kleur, 2. Tekening, 3. Verzilvering/Pareling, 4. Kleurpatroon/uitmonstering, 5. Wit, 6. Hangoren, 7. Bijzondere Haarstructuur.

Bij een groep hoort een bepaalde vaststaande positie indeling. De volgende posities zijn voor alle rassen gelijk: 1.Gewicht, 2.Type bouw, benen en stelling, kop en oren, 3.Pels: pelslengte, pelsdichtheid, pelsstructuur en pelsconditie 7.Lichaamsconditie en verzorging.Dat wil zeggen dat het aantal punten en de minimale voorwaarden gelijk zijn bij alle rassen. Echter in positie 2.Type bouw en stelling wordt nog een onderscheid gemaakt tussen alle rassen op het typegroep waarin een bepaald ras behoort. De overige posities 4 t/m 6 zijn afhankelijk van in welke groep een ras zich bevindt en is specifiek voor een ras. Deze posities zijn dus rasgebonden.

In positie 2 worden het type, bouw en stelling omschreven. Dit geeft een totaalbeeld hoe het

Zoals op de afbeelding te zien is met de tabel uit de standaard, zijn er in 1 groep een aantal rassen ondergebracht. Een subras kan in een andere groep zijn ondergebracht dan het originele ras, zie als voorbeeld de Vlaamse Reus 1a uit groep 1 en de witte Vlaamse Reus 1b uit groep 5. Voor het determineren is het bepalen van de groep de eerste stap. Hierna weet men hoe de positie indeling is en welke punten er per positie geven mogen worden.

konijn eruit ziet. Een onderdeel hiervan is het type. Met het type wordt bedoeld het totale beeld dat men ziet en tevens de onderlinge verhouding van de lichaamsonderdelen. Simpel omschreven als de lengte van het lichaam. Iedereen begrijpt dat een Pool een andere lichaamslengte heeft dan een Belgische Haas. Om rassen verder te determineren wordt dus ook gekeken naar het type. Er zijn vijf typegroepen: A.Gestrekt type, B.Matig gestrekt type, C.Gedrongen type, D.Geblokt type en E.Specifiek of gestrekt type.

Links afgebeeld: De vijf typegroepenbij raskonijnen.

Bij positie 2 in de standaard van elk ras staat beschreven tot welk type dat rasbehoort.

Deel twee gaat over de populaire en minst populaire rassen. Met feiten over hoeveel

raskonijnen van welke rassen er nu werkelijk per jaar geboren worden en de verschillen in aantal per jaar.

Page 21: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

21

De groepen, types en posities

Voor het determineren zijn er zeven hoofdgroepen: 1.Kleur, 2. Tekening, 3. Verzilvering/Pareling, 4. Kleurpatroon/uitmonstering, 5. Wit, 6. Hangoren, 7. Bijzondere Haarstructuur.

Bij een groep hoort een bepaalde vaststaande positie indeling. De volgende posities zijn voor alle rassen gelijk: 1.Gewicht, 2.Type bouw, benen en stelling, kop en oren, 3.Pels: pelslengte, pelsdichtheid, pelsstructuur en pelsconditie 7.Lichaamsconditie en verzorging.Dat wil zeggen dat het aantal punten en de minimale voorwaarden gelijk zijn bij alle rassen. Echter in positie 2.Type bouw en stelling wordt nog een onderscheid gemaakt tussen alle rassen op het typegroep waarin een bepaald ras behoort. De overige posities 4 t/m 6 zijn afhankelijk van in welke groep een ras zich bevindt en is specifiek voor een ras. Deze posities zijn dus rasgebonden.

In positie 2 worden het type, bouw en stelling omschreven. Dit geeft een totaalbeeld hoe het

Zoals op de afbeelding te zien is met de tabel uit de standaard, zijn er in 1 groep een aantal rassen ondergebracht. Een subras kan in een andere groep zijn ondergebracht dan het originele ras, zie als voorbeeld de Vlaamse Reus 1a uit groep 1 en de witte Vlaamse Reus 1b uit groep 5. Voor het determineren is het bepalen van de groep de eerste stap. Hierna weet men hoe de positie indeling is en welke punten er per positie geven mogen worden.

konijn eruit ziet. Een onderdeel hiervan is het type. Met het type wordt bedoeld het totale beeld dat men ziet en tevens de onderlinge verhouding van de lichaamsonderdelen. Simpel omschreven als de lengte van het lichaam. Iedereen begrijpt dat een Pool een andere lichaamslengte heeft dan een Belgische Haas. Om rassen verder te determineren wordt dus ook gekeken naar het type. Er zijn vijf typegroepen: A.Gestrekt type, B.Matig gestrekt type, C.Gedrongen type, D.Geblokt type en E.Specifiek of gestrekt type.

Links afgebeeld: De vijf typegroepenbij raskonijnen.

Bij positie 2 in de standaard van elk ras staat beschreven tot welk type dat rasbehoort.

Deel twee gaat over de populaire en minst populaire rassen. Met feiten over hoeveel

raskonijnen van welke rassen er nu werkelijk per jaar geboren worden en de verschillen in aantal per jaar.

Deze rassenlijst is volledig te downloaden op onze website

www.rabbittime.nl

Page 22: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

22

Blz.319g t/m 319j 48f. Vosdwerg, kleurHet land van oorsprong is Duitsland. Is in Nederland erkend in 2014Genetische symbolen voor bruin:

abCDEl (Int) ABcDgv(Duits) abCDEl ABcDgvPuntenschaal Groep 7. Bijzondere haarstructuurVosdwerg, kleur

1. GewichtHet gewicht is 1000 tot 1600 g.Puntenschaal voor het gewicht:

Voorbeeld officiële KLN rasstandaard van de Vosdwerg

Rasnaam + plaats in boek + genetische codes voor de kleur.

Vermelding van groep en rasnaam

Een tabel met de zeven posities met hun indeling en aantal punten per positie of onderdeel. Positie 1+2+3+7 zijn voor alle rassen gelijk. De andere posities zijn afhankelijk van de groep waarin het raskonijn is in onderverdeeld.

Minimaal en maximaal gewicht voor dit ras.

Puntenschaal voor gewicht

Het aantal punten voor positie 2+3 is voor alle rassen gelijk. Rasgebonden omschrijvingen kunnen verschillen.

Bij dit ras staat pels: dichtheid en lengte op positie 4. Bij een ander ras kan hier iets anders staan zoals oren en kop.

Bij positie 5+6 wordt hier verwezen naar de algemene omschrijving van de kleur bruin. In het boek staan alle kleuren omschreven.

Een belangrijke positie is het onderdeel 7. Een eigenaar kan flink gestraft worden als het konijn slecht verzorgd is en/of een slechte conditie heeft. Bij aftrekpunten ziet men dit ook in de andere posities terug.

De lichte en zware fouten zijn een leidraad voor de fokker en keurmeester waar zij op moetletten om de rasstandaard te volgen.

Page 23: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

23

Blz.319g t/m 319j 48f. Vosdwerg, kleurHet land van oorsprong is Duitsland. Is in Nederland erkend in 2014Genetische symbolen voor bruin:

abCDEl (Int) ABcDgv(Duits) abCDEl ABcDgvPuntenschaal Groep 7. Bijzondere haarstructuurVosdwerg, kleur

1. GewichtHet gewicht is 1000 tot 1600 g.Puntenschaal voor het gewicht:

Voorbeeld officiële KLN rasstandaard van de Vosdwerg

Rasnaam + plaats in boek + genetische codes voor de kleur.

Vermelding van groep en rasnaam

Een tabel met de zeven posities met hun indeling en aantal punten per positie of onderdeel. Positie 1+2+3+7 zijn voor alle rassen gelijk. De andere posities zijn afhankelijk van de groep waarin het raskonijn is in onderverdeeld.

Minimaal en maximaal gewicht voor dit ras.

Puntenschaal voor gewicht

Het aantal punten voor positie 2+3 is voor alle rassen gelijk. Rasgebonden omschrijvingen kunnen verschillen.

Bij dit ras staat pels: dichtheid en lengte op positie 4. Bij een ander ras kan hier iets anders staan zoals oren en kop.

Bij positie 5+6 wordt hier verwezen naar de algemene omschrijving van de kleur bruin. In het boek staan alle kleuren omschreven.

Een belangrijke positie is het onderdeel 7. Een eigenaar kan flink gestraft worden als het konijn slecht verzorgd is en/of een slechte conditie heeft. Bij aftrekpunten ziet men dit ook in de andere posities terug.

De lichte en zware fouten zijn een leidraad voor de fokker en keurmeester waar zij op moetletten om de rasstandaard te volgen.

2. Type, bouw en stelling Het type is gedrongen (typegroep C) met weinig hals. De bouw is breed in voor- en achterhand met fraaie afrondingen. De benen zijn recht en niet lang. Het ras is middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. De kop is krachtig ontwikkeld en is breed in snuit, kaken, wangen en voorhoofd. De oren zijn stevig van structuur met goed afgeronde oortoppen, zijn goed behaard en worden V-vormig tot nauwsluitend gedragen. De oorlengte bedraagt 5 – 7 cm, ideaal is 6 cm. Het geheel in harmonie met het lichaam.

3. Pels: structuur en conditieDe dek- en grannenharen zijn aan de basis enigszins fijn, worden in het bovenste gedeelte aanmerkelijk dikker en eindigen in een fijne punt. Het onderhaar mag niet golvend zijn en geen wollig aanzien geven. De dek- en grannenharen van de pels moeten stevig zijn. De pels van de Vosdwerg wordt op normale wijze (zien en voelen) beoordeeld. Pelsconditie: zie het algemene gedeelte.

4. Pels: dichtheid en lengteDe pels moet zeer rijk aan onderhaar zijn om de dek- en grannenharen te steunen, zodat deze niet plat op het lichaam komen te liggen. De pels heeft een lengte van 3.5 – 5.5 cm, en wordt bepaald door de lengte van de grannenharen. De beharing op kop, oren en benen is aanmerkelijk korter dan op het lichaam, echter iets langer dan bij een normaalhaarras. De beharing van de borst en buik is regelmatig en is iets korter van lengte dan op het dek, echter wel duidelijk langer dan bij een normaalhaarras.

5. Dek-en buikkleur Het ras is erkend in de kleur bruin. Voor de beschrijving van de kleur zie het algemene gedeelte. Door de lengte van de pels is de kleur minder intens dan bij een normaalhaarras.

6. Tussen-en grondkleurZie algemene gedeelte

7. Lichaamsconditie en verzorgingZie het algemene gedeelte.

Lichte foutenGeringe afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Iets weinig grannenharen. Iets slappe pels. Onderhaar iets minder strak. Iets klitvorming. Iets weinig onderhaar. Pels iets ongelijk van lengte. Zie verder lichte fouten in het algemene gedeelte.

Zware foutenGrote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Te slappe dek- en grannenharen. Te sterk gegolfd onderhaar, waardoor een te wolachtig karakter ontstaat. Te veel klitten. Het aanwezig zijn van oorpluimen. Te weinig onderhaar. Te lange pels. Te korte pels. Pels te ongelijk van lengte.Zie verder zware fouten in het algemene gedeelte.

Tekst en foto’s: T.DibbitsMet medewerking van: Dhr T. Oomen, dhr. G. Glastra secretaris KLN hoofdbestuur.Bron: Konijnenstandaard Nederland 2007 ISBN:978-90-6289-616-2Afbeeldingen inhoud standaard zijn auteurrechtelijk beschermd en in dit artikel letterlijk geplaatst met toestemming van de KLN.

Page 24: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

24

.

IPTS PLASTIC SNACKBAL RODINO. Laat je konijntjes moeite doen voor hun brokkjes of snoepjes met deze leuke snackbal. Voor € 4,95 bij drdknaagdierwinkel.nl

7

COW BUNNY. Dit schattige konijntje is gemaakt van porselein en met de hand beschilderd. Formaat: 14 x 12 x 17 cm. Voor € 39,95 bij hetvaraantje.nl

8

SUCK UK KONIJNENLAMP NACHTLAMPJE. Verjaag het donker met dit lieve kleine konijntje met een lichtgevend staartje. Voor € 79,95 bij bestelkado.nl Prijs is per stuk.

9

LEUKE

KERBL AGILITY KONIJNENHINDERNIS. Afmetingen: 62 x 33 x 34 cm. Spronghoogte verstelbaar. Verschillende sprongtypes mogelijk. Leuk voor beginners. Voor € 41,29 bij agradi.nl

6

FLESHOUDER KONIJN. Dit schattige (wijn)fleshouder konijntje zal goed voor je (wijn)fles zorgen. Gemaakt van metaal. Afmeting: 26 x 13,5 x 23 cm. Voor € 19,50 bij leukedecoraties.nl

2

JACK RABBIT HEADPHONE SPLITTER. Door in elke “oor“ oordopjes te pluggen kun je samen muziek op je mobiel luisteren. Voor € 9,38 bij suck.uk.com

3

WORTEL STAPELSPEL. (JENGA VARIANT) Probeer zo behendig mogelijk de wortels één voor één uit de stapel te halen. Voor € 27,95 bij verrassenddesign.nl

4

WANDHAAKJE THE ZOO KONIJN ZWART. Hang tijdens regenachtige dagen je regenjas te drogen aan dit leuke haakje. Voor € 9,95 bij presentsathome.nl

5

KARLIE RODY BRAIN TRAIN BOARD SMALL. Daag je konijn uit om iets te doen voor zijn eten! Afmetingen 30 x 15 cm. Ideaal beginners spelletje voor je konijn. Voor € 6,79 bij bunnybunch.nl

1

6

7

3

1

2

4

5

8 9

€ = Duurste gadget

Page 25: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

25

.

IPTS PLASTIC SNACKBAL RODINO. Laat je konijntjes moeite doen voor hun brokkjes of snoepjes met deze leuke snackbal. Voor € 4,95 bij drdknaagdierwinkel.nl

7

COW BUNNY. Dit schattige konijntje is gemaakt van porselein en met de hand beschilderd. Formaat: 14 x 12 x 17 cm. Voor € 39,95 bij hetvaraantje.nl

8

SUCK UK KONIJNENLAMP NACHTLAMPJE. Verjaag het donker met dit lieve kleine konijntje met een lichtgevend staartje. Voor € 79,95 bij bestelkado.nl Prijs is per stuk.

9

LEUKE

KERBL AGILITY KONIJNENHINDERNIS. Afmetingen: 62 x 33 x 34 cm. Spronghoogte verstelbaar. Verschillende sprongtypes mogelijk. Leuk voor beginners. Voor € 41,29 bij agradi.nl

6

FLESHOUDER KONIJN. Dit schattige (wijn)fleshouder konijntje zal goed voor je (wijn)fles zorgen. Gemaakt van metaal. Afmeting: 26 x 13,5 x 23 cm. Voor € 19,50 bij leukedecoraties.nl

2

JACK RABBIT HEADPHONE SPLITTER. Door in elke “oor“ oordopjes te pluggen kun je samen muziek op je mobiel luisteren. Voor € 9,38 bij suck.uk.com

3

WORTEL STAPELSPEL. (JENGA VARIANT) Probeer zo behendig mogelijk de wortels één voor één uit de stapel te halen. Voor € 27,95 bij verrassenddesign.nl

4

WANDHAAKJE THE ZOO KONIJN ZWART. Hang tijdens regenachtige dagen je regenjas te drogen aan dit leuke haakje. Voor € 9,95 bij presentsathome.nl

5

KARLIE RODY BRAIN TRAIN BOARD SMALL. Daag je konijn uit om iets te doen voor zijn eten! Afmetingen 30 x 15 cm. Ideaal beginners spelletje voor je konijn. Voor € 6,79 bij bunnybunch.nl

1

6

7

3

1

2

4

5

8 9

€ = Duurste gadget

Page 26: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

26

Zij verteld er het volgende over:

oveel baasjes,

zoveel manieren om konijnen te huisvesten.

Er zijn zo veel mogelijkheden: binnen of buiten, los of in een hok

of ren. In deze rubriek laat een van onze lezers ons zien hoe zijn/haar konijn

woont. Deze editie geeft Marjolein Nijhof ons een kijkje in de binnenruimtes van

Tommy, Blossem, Tedje en Yari.

Konijn EénIk ben altijd gek op dieren geweest. Op een dag kreeg ik opeens in mijn hoofd dat er in ons huis en in mijn hart nog een plekje over was voor nóg een dier. Na wat nare ervaringen heb ik besloten geen konijn meer van de dierenwinkel te kopen. Ik ging op zoek op Marktplaats en was een tijdje advertenties aan het bekijken, tot ik zo’n ongelofelijk schattig, klein wollig oranje konijntje zag. Tot mijn grote verbazing bleek het adres ook nog niet heel ver weg te zijn van waar wij wonen. Nadat manlief de advertentie ook had gezien en eigenlijk ook wel moest concluderen dat het inderdaad een schattig konijntje was om te zien, heb ik meteen dezelfde avond gebeld en een kijkafspraak gemaakt. Manlief wilde het konijntje eerst gezien hebben en dan beslissen, maar zodra ik het konijntje in het echt had gezien was ik verkocht. Ik ben druk bezig geweest met het bedenken van een naam en die is geworden: Tommy, een Teddy dwergkonijn.

Wat ik niet wist is dat de mensen waar Tommy vandaag komt, ongelooflijk toegewijd zijn. Tommy is een langharig konijntje. Mij werd heel goed en duidelijk voorgedaan hoe je zo’n beestje moet kammen. Ze lieten ons ook niet gaan voordat ze er zelf vertrouwen in hadden dat het kammen goed zou gaan. Thuis aangekomen merkten we dat mijn andere dieren dat kleine wezentje reuze interessant vonden. Zelfs mijn terriër vond het super leuk. Tommy bleek een super lief en aanhankelijk konijntje. Hij is gek op snoepjes en vindt puzzels doen ook erg leuk.

Maar daar bleef het niet bij...Omdat wij ons hooi, stro en voer bij Tommy’s fokker kochten, kwamen we daar regelmatig. Tommy was ondertussen een paar maandjes oud en we waren, samen met hem, even op de koffie bij de fokker (die vindt het leuk om te zien hoe konijnen die bij hem vandaan komen zich ontwikkelen). Tot mijn verbazing zag ik daar een grijs gekleurd konijntje. Omdat de fokker alleen witte en oranje Teddy’s fokt, wekte dat mijn interesse. Ik zei tegen mijn man dat ik alléén even wilde kijken. Maar toen het hok werd geopend en ik het kleintje in mijn handen kreeg,

was het al gebeurd: ik was verliefd geworden. Ik keek mijn man aan en kreeg ‘toestemming’. Omdat het kleintje nog te jong was moesten we nog een tijdje wachten vóór we het konden meenemen. Mijn man bedacht de naam Blossem. Zij is een kruising Teddy dwerg x Leeuwenkop.

Na een aantal weken mochten we Blossem ophalen. Thuis had Tommy direct aandacht voor de kleine Blossem. Maar hij was net gecastreerd en zij was nog te jong om gekoppeld te worden. Toen het eindelijk mocht heb ik hen samen gezet en het was meteen liefde op het eerste gezicht. De koppeling was duidelijk geslaagd. Ik merkte wel al gauw dat een voedster minder aanhankelijk is dan een rammetje. Ze weet echt duidelijk wat ze wel en niet wil en ze wil absoluut niet veel opgepakt worden. Ze bleek ook gek te zijn op lekkere dingen.

Weer verliefd Een aantal maanden later ging ik een winterjas kopen voor mijn man en liep ik een beetje rond in de winkel. Bij de dierenafdeling zag ik een klein zwart dwerg-konijntje en ik was op slag verliefd.

Tommy (links) en Blossem (rechts) lopen

van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat rond in de

huiskamer.

“”

Hoe woont jouw konijn?

Page 27: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

27

Zij verteld er het volgende over:

oveel baasjes,

zoveel manieren om konijnen te huisvesten.

Er zijn zo veel mogelijkheden: binnen of buiten, los of in een hok

of ren. In deze rubriek laat een van onze lezers ons zien hoe zijn/haar konijn

woont. Deze editie geeft Marjolein Nijhof ons een kijkje in de binnenruimtes van

Tommy, Blossem, Tedje en Yari.

Konijn EénIk ben altijd gek op dieren geweest. Op een dag kreeg ik opeens in mijn hoofd dat er in ons huis en in mijn hart nog een plekje over was voor nóg een dier. Na wat nare ervaringen heb ik besloten geen konijn meer van de dierenwinkel te kopen. Ik ging op zoek op Marktplaats en was een tijdje advertenties aan het bekijken, tot ik zo’n ongelofelijk schattig, klein wollig oranje konijntje zag. Tot mijn grote verbazing bleek het adres ook nog niet heel ver weg te zijn van waar wij wonen. Nadat manlief de advertentie ook had gezien en eigenlijk ook wel moest concluderen dat het inderdaad een schattig konijntje was om te zien, heb ik meteen dezelfde avond gebeld en een kijkafspraak gemaakt. Manlief wilde het konijntje eerst gezien hebben en dan beslissen, maar zodra ik het konijntje in het echt had gezien was ik verkocht. Ik ben druk bezig geweest met het bedenken van een naam en die is geworden: Tommy, een Teddy dwergkonijn.

Wat ik niet wist is dat de mensen waar Tommy vandaag komt, ongelooflijk toegewijd zijn. Tommy is een langharig konijntje. Mij werd heel goed en duidelijk voorgedaan hoe je zo’n beestje moet kammen. Ze lieten ons ook niet gaan voordat ze er zelf vertrouwen in hadden dat het kammen goed zou gaan. Thuis aangekomen merkten we dat mijn andere dieren dat kleine wezentje reuze interessant vonden. Zelfs mijn terriër vond het super leuk. Tommy bleek een super lief en aanhankelijk konijntje. Hij is gek op snoepjes en vindt puzzels doen ook erg leuk.

Maar daar bleef het niet bij...Omdat wij ons hooi, stro en voer bij Tommy’s fokker kochten, kwamen we daar regelmatig. Tommy was ondertussen een paar maandjes oud en we waren, samen met hem, even op de koffie bij de fokker (die vindt het leuk om te zien hoe konijnen die bij hem vandaan komen zich ontwikkelen). Tot mijn verbazing zag ik daar een grijs gekleurd konijntje. Omdat de fokker alleen witte en oranje Teddy’s fokt, wekte dat mijn interesse. Ik zei tegen mijn man dat ik alléén even wilde kijken. Maar toen het hok werd geopend en ik het kleintje in mijn handen kreeg,

was het al gebeurd: ik was verliefd geworden. Ik keek mijn man aan en kreeg ‘toestemming’. Omdat het kleintje nog te jong was moesten we nog een tijdje wachten vóór we het konden meenemen. Mijn man bedacht de naam Blossem. Zij is een kruising Teddy dwerg x Leeuwenkop.

Na een aantal weken mochten we Blossem ophalen. Thuis had Tommy direct aandacht voor de kleine Blossem. Maar hij was net gecastreerd en zij was nog te jong om gekoppeld te worden. Toen het eindelijk mocht heb ik hen samen gezet en het was meteen liefde op het eerste gezicht. De koppeling was duidelijk geslaagd. Ik merkte wel al gauw dat een voedster minder aanhankelijk is dan een rammetje. Ze weet echt duidelijk wat ze wel en niet wil en ze wil absoluut niet veel opgepakt worden. Ze bleek ook gek te zijn op lekkere dingen.

Weer verliefd Een aantal maanden later ging ik een winterjas kopen voor mijn man en liep ik een beetje rond in de winkel. Bij de dierenafdeling zag ik een klein zwart dwerg-konijntje en ik was op slag verliefd.

Tommy (links) en Blossem (rechts) lopen

van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat rond in de

huiskamer.

“”

Hoe woont jouw konijn?

Page 28: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

28

Ik heb mezelf de hele tijd

voorgehouden het beestje niet te kopen

omdat ik genoeg dieren heb en geen

konijn in een winkel wilde kopen. Maar bij de

kassa zei ik dat ik haar toch wilde hebben.

Thuis lag mijn man niets vermoedend op de

bank te slapen. Ik heb hem voorzichtig wakker gemaakt

en gezegd dat ik iets had gekocht. Hij opende de doos

en er sprong in paniek een klein zwart konijntje uit. Snel hebben

we haar een kooi gegeven. Ze gaat door het leven met de

naam Teddy, maar we noemen haar Tedje. Nadat ze een tijdje

gekregen had om te wennen, heb ik haar voor-gesteld aan ons koppeltje,

maar het koppeltje dacht er toch anders over. Nadat ik het een poos had

aangekeken, besloot ik dat de koppeling niet was gelukt.

En toen kwam nummer vier!

Omdat ik het zielig vond dat Tedje alleen zat, heb ik mijn man overgehaald

er een vriendje voor haar bij te nemen. Dit vriendje werd Yari, ook een Teddy dwergkonijn

van dezelfde fokker. Nadat Yari groot genoeg was heb ik Tedje en Yari aan elkaar gekoppeld

en het is een superleuk koppeltje. Waar Tedje gaat, gaat Yari. Omdat Tedje geen goede

socialisatie heeft gehad, was ze wat banger en wantrouwender naar mensen. Maar nu ze een

vriendje heeft, is ze erg veranderd en erg nieuwsgierig geworden. En wat ik niet had verwacht:

zij is de slimste van de konijnen wat betreft de puzzelspelletjes.

Tommy en Blossem lopen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat rond in de huiskamer. Als wij naar bed gaan,

doe ik in het ‘dubbeldekker’-binnenhok. Tedje en Yari lopen 24 uur per dag los in hun ren. Dit omdat het een

heleboel stress bij Tedje veroorzaakte als je haar in het hok wilde doen. Nu we niet meer achter haar aan zitten om haar

te vangen, komt ze veel meer los. Bij het gaas hebben Tedje en Yari contact met Tommy en Blossem.

Yari (links) & Tedje (rechts) lopen 24 uur per dag los

in hun ren.

“”

Page 29: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

29

Ik heb mezelf de hele tijd

voorgehouden het beestje niet te kopen

omdat ik genoeg dieren heb en geen

konijn in een winkel wilde kopen. Maar bij de

kassa zei ik dat ik haar toch wilde hebben.

Thuis lag mijn man niets vermoedend op de

bank te slapen. Ik heb hem voorzichtig wakker gemaakt

en gezegd dat ik iets had gekocht. Hij opende de doos

en er sprong in paniek een klein zwart konijntje uit. Snel hebben

we haar een kooi gegeven. Ze gaat door het leven met de

naam Teddy, maar we noemen haar Tedje. Nadat ze een tijdje

gekregen had om te wennen, heb ik haar voor-gesteld aan ons koppeltje,

maar het koppeltje dacht er toch anders over. Nadat ik het een poos had

aangekeken, besloot ik dat de koppeling niet was gelukt.

En toen kwam nummer vier!

Omdat ik het zielig vond dat Tedje alleen zat, heb ik mijn man overgehaald

er een vriendje voor haar bij te nemen. Dit vriendje werd Yari, ook een Teddy dwergkonijn

van dezelfde fokker. Nadat Yari groot genoeg was heb ik Tedje en Yari aan elkaar gekoppeld

en het is een superleuk koppeltje. Waar Tedje gaat, gaat Yari. Omdat Tedje geen goede

socialisatie heeft gehad, was ze wat banger en wantrouwender naar mensen. Maar nu ze een

vriendje heeft, is ze erg veranderd en erg nieuwsgierig geworden. En wat ik niet had verwacht:

zij is de slimste van de konijnen wat betreft de puzzelspelletjes.

Tommy en Blossem lopen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat rond in de huiskamer. Als wij naar bed gaan,

doe ik in het ‘dubbeldekker’-binnenhok. Tedje en Yari lopen 24 uur per dag los in hun ren. Dit omdat het een

heleboel stress bij Tedje veroorzaakte als je haar in het hok wilde doen. Nu we niet meer achter haar aan zitten om haar

te vangen, komt ze veel meer los. Bij het gaas hebben Tedje en Yari contact met Tommy en Blossem.

Yari (links) & Tedje (rechts) lopen 24 uur per dag los

in hun ren.

“”

FLIP

Foto & Tekst: Karen de GraaffWater vector: made by Freepik.com

PATS!’ klinkt in het holst van de nacht. ‘PATS... PATS!.... PÁTS!!’‘Flip, zeker,’ mompelen we slaapdronken, doelend op ons huiskonijn Flip, dat zo nu en dan graag de boel op stelten zet met nachtelijk achterpootgestamp. ‘PATS... PATS!... PATS!.... PÁTS!!’ ‘Kappen, Flip!’Maar hoe scherp ook Flips gehoor, dát hoort ie niet. We liggen immers boven en hij woont, samen met zijn vriendinnetje, in de huiskamer.Als het gepats na een minuut of wat nog steeds niet verstomt, wordt het ons te gortig. Zo lang achter elkaar heeft ie nog nooit gepatst.‘Inbrekers?’‘Zullen we gaan kijken?’‘Zó doe je ook geen oog dicht.’We stommelen de trap af. ‘PATS!!’ klinkt opnieuw uit het konijnenverblijf. Maar geen inbreker te bekennen.‘Kalm maar, Flip, alles is oké.’Maar Flip is het daar niet mee eens: ‘PÁTS!!!’Dan dringt een zacht ‘tik... tik... tik... tik...’ tot ons door. Het lijkt uit de keuken te komen. Staat de kraan open? Nee, daar komt het geluid niet vandaan. Het komt van het aquarium! Gauw, het licht aan. Oei! Het aquarium is lek! Het is al half leeg, eronder ligt een grote plas. We tillen het deksel op. Fout! Een golf water gutst naar buiten. Het deksel hield de glasplaten nog bij elkaar. Nu zakt één van de platen scheef. Het gevolg: een waterballet!‘Vlug, vlug, red de vissen!’ In allerijl wordt het noodaquarium in stelling gebracht.

Met de pollepel worden de goudvissen één voor één overgebracht. Net op het nippertje! Ze overleven het alle vijf. Het aquarium niet, dat kan bij het grof vuil.‘Pfff, stel je voor dat Flip geen alarm had geslagen (letterlijk)! Dan was het hele aquarium leeggelopen zonder dat we er iets van hadden gemerkt. En waren alle vissen....’ Ik maak m’n zin niet af. De keuken wordt gedweild. Flip wordt uitvoerig bedankt met een uitgebreide aaisessie en een knapperig blad andijvie. Hoe een koe een haas vangt blijft een raadsel, maar hoe één konijn vijf goudvissen redde mag iedereen weten!

Chapeau, Flip!

redt de goudvissen

Page 30: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

30

Iedere konijnenliefhebber heeft er weleens van gehoord of erover gelezen, de onverteerbare vezel. Steeds komt naar voren dat die onverteerbare vezels erg belangrijk zijn voor de spijsvertering van het konijn. Maar wat is nu eigenlijk een onverteerbare vezel en waarom is die zo belangrijk?

Ruwe celstof bestaat uit lignine, cellulose en een deel van de hemicellulose. Lignine is houtstof en bevind zich tussen de cellen en in de celwanden bij houtvormende platendelen en is verantwoordelijk voor de houtvorming.Deze houtstof geeft vorm aan bladeren, stengels, takken en stammen, beschermt en is essentieel voor de watervoorziening en de koolstofomloop. Simpel gezien is lignocellulose een bindmiddel dat cellulose en hemicellulose aan elkaar koppelt. Een vergelijking kan gemaakt worden met gewapend beton waarbij het staal de cellulose is en het beton de lignine. Naast cellulose en hemicellulose is lignocellulose dus een belangrijk onderdeel van plantaardig materiaal.

Lignocellulose bestaat uit 55% ruwvezel en 25 tot 30% lignine. Lignocellulose, anders dan o.a. cellulose en hemicellulose, is geen koolhydraat (suiker) maar sterk daaraan verwant en onverteerbaar voor de meeste organismen. Enkel een paar schimmels en andere soorten verteren lignocellulose. Na het sterven van plantmateriaal is lignocellulose het laatste dat vergaat.

De onverteerbare vezelLignocellulose

Page 31: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

31

Iedere konijnenliefhebber heeft er weleens van gehoord of erover gelezen, de onverteerbare vezel. Steeds komt naar voren dat die onverteerbare vezels erg belangrijk zijn voor de spijsvertering van het konijn. Maar wat is nu eigenlijk een onverteerbare vezel en waarom is die zo belangrijk?

Ruwe celstof bestaat uit lignine, cellulose en een deel van de hemicellulose. Lignine is houtstof en bevind zich tussen de cellen en in de celwanden bij houtvormende platendelen en is verantwoordelijk voor de houtvorming.Deze houtstof geeft vorm aan bladeren, stengels, takken en stammen, beschermt en is essentieel voor de watervoorziening en de koolstofomloop. Simpel gezien is lignocellulose een bindmiddel dat cellulose en hemicellulose aan elkaar koppelt. Een vergelijking kan gemaakt worden met gewapend beton waarbij het staal de cellulose is en het beton de lignine. Naast cellulose en hemicellulose is lignocellulose dus een belangrijk onderdeel van plantaardig materiaal.

Lignocellulose bestaat uit 55% ruwvezel en 25 tot 30% lignine. Lignocellulose, anders dan o.a. cellulose en hemicellulose, is geen koolhydraat (suiker) maar sterk daaraan verwant en onverteerbaar voor de meeste organismen. Enkel een paar schimmels en andere soorten verteren lignocellulose. Na het sterven van plantmateriaal is lignocellulose het laatste dat vergaat.

De onverteerbare vezelLignocellulose

Hoe sterker en dus houtiger het gewas, hoe meer lignocellulose. Een massieve, sterke boom heeft veel lignocellulose. Jong kort gras met veel groen blad en een slappe stengel heeft minder lignocellulose dan bijvoorbeeld uitgegroeid gras met lange en stevige stengels met een rijpe halm. Hoe houtiger het gewas, hoe meer lignocellulose en cellulose, hoe minder suiker en eiwit. Duidelijk is nu dat groenten en onkruiden minder lignocellulose en cellulose bevatten dan een boom.

Dit is duidelijk te zien bij de decoratieve, transparante herfstbladeren waarbij het blad is vergaan maar de nerven gemaakt van lignocellulose nog bestaan. Uit elkaar gevallen lignocellulose vormt humus op de bodem. Zwammen en schimmels gebruiken dood hout waar lignine in aanwezig is als voedingsbodem.

Page 32: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

32

De onverteerbare vezel in voeding

Natuurlijke voeding uit de leefomgeving van een wild konijn in onbewerkte vorm heeft vezels die vooral bestaan uit lignocellulose met een zeer hoog gehalte aan ruwe celstof. Het percentage cellulose in hout is tussen de 40 en 50%, lignine tussen de 20 en 30% en hemicellulose tussen de 15 en 30%. Naaldhout heeft een hoger gehalte lignine en een lager gehalte aan hemicellulose dan loofhout. Ter vergelijking de volgende gehaltes ligninecellulose; zonnebloempitschil 22%, graskuil 18%, maisstro 18%, tarwestro 16,%, maïs 6%, bietenpulp 2%.

Waarom belangrijk?

Naast de conditie van het gebit is een goede voeding essentieel voor het maag-darmstelsel van het konijn. Het belangrijkste deel van de spijsvertering vind plaats in de blindedarm. De blindedarm vormt ongeveer de helft van het maag-darmstelsel. Hier wordt 2/3 van alle vezels afgebroken door bacteriën en enzymen. De energie die hierbij vrijkomt vormt 40% van de totale gevraagde lichaamsenergie van het konijn.

Het verlagen van de ligninecellulose/cellulo-segehalte heeft een mindere voedselinname en groei tot gevolg en een vermeerdering van ziekte en sterfte. In vergelijking met dieren die een hogere inname van lignocellulose/cellulose krijgen is de passagesnelheid in de darmen vertraagd en is de vertering van de droge stof iets minder. Voeding met weinig vezel kan aangevuld worden met zetmeelhoudende ingrediënten wat de voedselopname en groei bevordert, alleen heeft dit als nadeel een grote toename van maag- en darmstoornissen. Het totaal aantal vezels van lignocellulose en cellulose wordt aangegeven in ADF (Acid-De-tergent Fibre), dit geeft echter niet aan wat de verhouding is tussen ligninecellulose en

cellulose. ADL (Acid Detergent Lignin) is een afkorting voor het aandeel ligninecellulose in de voeding. NDF (Neutral Detergent Fiber) is het totaal aan alle celwanden in een voedermiddel met uitzondering van pectine. NDF bestaat uit o.a. hemicellulose, cellulose en lignine .Uit onderzoek komt naar voren dat niet het ADF-gehalte maar de verhouding van lignine en cellulose (ADL-ADF) belangrijk is voor het (opgroeiende) konijn. Een minimale inname van lignine (>5 gr/p.d middenras) gaat samen met een verhoogde voedselopname tesamen met een sterke vermindering van ziekte en sterfte. Een verhoudeing van cellulose en lignine van 2:1 is ideaal.

Hiermee is aangetoond dat lignine een belangrijkere rol speelt dan cellulose dan eerder gedacht voor de gezondheid van (opgroeiende) konijnen. Lignine heeft een gunstig effect op de blindedarm omdat dit de snelheid van de passage beïnvloedt, waardoor er een betere fermentatie plaatsvindt.

De samenstelling van bacteriën in de blindedarm is afhankelijk van het opgenomen voer. Eenmaal per dag wordt de inhoud van de blindedarm geleegd waarbij zachte keutels worden uitgescheiden. Deze blindedarmkeutels

Page 33: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

33

De onverteerbare vezel in voeding

Natuurlijke voeding uit de leefomgeving van een wild konijn in onbewerkte vorm heeft vezels die vooral bestaan uit lignocellulose met een zeer hoog gehalte aan ruwe celstof. Het percentage cellulose in hout is tussen de 40 en 50%, lignine tussen de 20 en 30% en hemicellulose tussen de 15 en 30%. Naaldhout heeft een hoger gehalte lignine en een lager gehalte aan hemicellulose dan loofhout. Ter vergelijking de volgende gehaltes ligninecellulose; zonnebloempitschil 22%, graskuil 18%, maisstro 18%, tarwestro 16,%, maïs 6%, bietenpulp 2%.

Waarom belangrijk?

Naast de conditie van het gebit is een goede voeding essentieel voor het maag-darmstelsel van het konijn. Het belangrijkste deel van de spijsvertering vind plaats in de blindedarm. De blindedarm vormt ongeveer de helft van het maag-darmstelsel. Hier wordt 2/3 van alle vezels afgebroken door bacteriën en enzymen. De energie die hierbij vrijkomt vormt 40% van de totale gevraagde lichaamsenergie van het konijn.

Het verlagen van de ligninecellulose/cellulo-segehalte heeft een mindere voedselinname en groei tot gevolg en een vermeerdering van ziekte en sterfte. In vergelijking met dieren die een hogere inname van lignocellulose/cellulose krijgen is de passagesnelheid in de darmen vertraagd en is de vertering van de droge stof iets minder. Voeding met weinig vezel kan aangevuld worden met zetmeelhoudende ingrediënten wat de voedselopname en groei bevordert, alleen heeft dit als nadeel een grote toename van maag- en darmstoornissen. Het totaal aantal vezels van lignocellulose en cellulose wordt aangegeven in ADF (Acid-De-tergent Fibre), dit geeft echter niet aan wat de verhouding is tussen ligninecellulose en

cellulose. ADL (Acid Detergent Lignin) is een afkorting voor het aandeel ligninecellulose in de voeding. NDF (Neutral Detergent Fiber) is het totaal aan alle celwanden in een voedermiddel met uitzondering van pectine. NDF bestaat uit o.a. hemicellulose, cellulose en lignine .Uit onderzoek komt naar voren dat niet het ADF-gehalte maar de verhouding van lignine en cellulose (ADL-ADF) belangrijk is voor het (opgroeiende) konijn. Een minimale inname van lignine (>5 gr/p.d middenras) gaat samen met een verhoogde voedselopname tesamen met een sterke vermindering van ziekte en sterfte. Een verhoudeing van cellulose en lignine van 2:1 is ideaal.

Hiermee is aangetoond dat lignine een belangrijkere rol speelt dan cellulose dan eerder gedacht voor de gezondheid van (opgroeiende) konijnen. Lignine heeft een gunstig effect op de blindedarm omdat dit de snelheid van de passage beïnvloedt, waardoor er een betere fermentatie plaatsvindt.

De samenstelling van bacteriën in de blindedarm is afhankelijk van het opgenomen voer. Eenmaal per dag wordt de inhoud van de blindedarm geleegd waarbij zachte keutels worden uitgescheiden. Deze blindedarmkeutels

Een juiste voeding met een specifieke balans tussen de afbreekbare en niet-afbreekbare voedingsvezels van een goede kwaliteit waarvan ligninecellulose in ratio is met cellulose

Het verminderen van ingrediënten met een hoog zetmeelgehalte en verhogen van het gehalte aan afbreekbare (inuline en pectine) en niet-afbreekbare voedingsvezels afgeleid van lignine zal door een betere darmfloraontwikkeling in het maag-darmkanaal een vermindering geven van spijsverteringspro-blemen. Sterfte bij dieren die geïnfecteerd zijn met een virus of bacterie zal sterk verminderen bij de juiste verhouding vezels en een hoger ligninecellulose en een goed ontwikkelde blindedarm

worden direct vanuit de anus door het konijn opgegeten (caecotrofie) en opnieuw in de maag verteerd. Deze keutels zijn de belangrijkste bron van eiwitten en vitamine B en K.De ontwikkeling van het spijsverteringskanaal is grotendeels erfelijk vastgelegd maar ook sterk afhankelijk van het soort voer tijdens de opgroeifase. Het werkproces van de bacteriën bij het verwerken van de voeding in de blindedarm heeft invloed op de gezondheid van de darm en de weerstand tegen infecties. Buiten de verhouding lignocellulose/cellulose is ook de grootte van de ligninevezel belangrijk; een kleiner deeltje blijft langer in de blindedarm wat gunstig is voor de fermentatie van andere vezels en daarmee ook voor de bacterieflora. Lignocellulose in het konijnenrantsoen geeft een groei aan melkzuur- en boterzuurbacteriën, stabiliseert de bacteriën in de darm en zorgt voor een optimale darmperistaltiek en passagesnelheid van voedsel. Wetenschappelijk onderzoek toont duidelijk aan dat de onverteerbare lignocellulose in de juiste hoeveelheid, grootte en in ratio met cellulose de gezondheid verbetert doordat de blindedarm dan optimaal. Als een konijn te weinig ruwvezel binnenkrijgt en blootgesteld wordt aan stress en ziekteverwekkers, kunnen er maag-darmstoornissen optreden.

is zeer belangrijk voor de ontwikkeling van de blindedarm en daarmee dus ook de gezondheid en werking van de blindedarm op volwassen leeftijd. Stressfactoren zoals dracht, zoogperiode, infecties, vachtwissel, shows e.d. vragen veel lichaamsenergie.

De blindedarm levert, zoals eerder gelezen, veel energie. Vraagt het lichaam te veel energie, dan gaan organen en processen minder goed functioneren en ontstaat er een disbalans in het lichaam.

Een goed ontwikkelde blindedarm met een juiste hoeveelheid en samenwerking van bacteriën en enzymen kan de gevraagde lichaamsenergie leveren. Daarnaast onderdrukt dit de groei van ongewenste bacteriën wat ziekte voorkomt. Een normaal ontwikkelde blindedarm kan beter het voedsel verwerken wat de groei van het lichaam ten goede komt

Page 34: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

34

In de praktijk

Wij wensen voor konijnen een gezond leven. Welzijn begint naast erfelijkheid bij een gezonde bouw en optimale ontwikkeling en werking van de ingewanden. Hiervoor is een gezonde start nodig die al begint in de buik van de moeder. De moederdieren behoren een zeer goede lichaamsconditie te hebben met een optimale gezondheid. Voordat een konijn een goede moeder kan zijn, moet zij dus in haar eigen jonge leven gezond zijn opgegroeid. Hierboven hebben we kunnen lezen dat de ontwikkeling van de blindedarm essentieel is

Een wild konijn

Een wild konijn krijgt niet één of tweemaal per dag zijn brokken aangeboden; zijn dag bestaat voor een groot deel uit het zoeken naar en kauwen van de voeding. Het is een beetje het kip-en-ei verhaal, maar aannemelijk is dat de constante groei van de tanden een evolutionair gevolg is omdat het konijn veel hard materiaal eet waarvan de tanden slijten. De spijsvertering en de constante groei van de tanden en kiezen van het konijn zijn geheel aangepast aan de moeilijk verteerbare cellulose en ligninecellulose. Een in het wild levend konijn heeft een voorkeur voor jong en mals voedsel van planten en onkruiden, graan, blad, hout en schors. Met name houtige gewassen hebben de voorkeur. Hiernaast staan boomvruchten zoals dennenappels, sparappels, eikels en bessen ook op het menu. Het eerste dat jonge konijnen buiten de moedermelk binnenkrijgen is het verzamelde nestmateriaal en gewassen die dicht bij het hol groeien met een relatief hoog gehalte moeilijk verteerbare vezel. Dit is belangrijk omdat het spijsverteringskanaal nog niet volledig is ontwikkeld, met name de blindedarm.

Deze uitgang van een zeer groot konijnenhol komt uit op een grasweide. Het hol is omgeven door dennenbomen, eikenbomen en Amerikaanse vogelkers. Op de heuvel zijn veel grote dennenappels te vinden met knaagsporen en graafsporen naar wortels van ontkiemde eikels, grassen en zaden.

voor de gezondheid, groei, conditie, immuniteit en productiviteit. Naast de juiste hoeveelheid en verhouding van verteerbare en onverteerbare vezels zijn andere componenten zoals het milieu waarin het konijn leeft, verzorging/hanteren, watervoorziening en totale voeding belangrijk voor de algehele gezondheidstoestand. Het grote verschil tussen in gevangenschap levende konijnen en dieren die in het wild leven is de tijd die besteed wordt aan eten, de vrije keuze en de samenstelling van de voeding en dan vooral het aanbod van lignocellulose.

Page 35: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

35

In de praktijk

Wij wensen voor konijnen een gezond leven. Welzijn begint naast erfelijkheid bij een gezonde bouw en optimale ontwikkeling en werking van de ingewanden. Hiervoor is een gezonde start nodig die al begint in de buik van de moeder. De moederdieren behoren een zeer goede lichaamsconditie te hebben met een optimale gezondheid. Voordat een konijn een goede moeder kan zijn, moet zij dus in haar eigen jonge leven gezond zijn opgegroeid. Hierboven hebben we kunnen lezen dat de ontwikkeling van de blindedarm essentieel is

Een wild konijn

Een wild konijn krijgt niet één of tweemaal per dag zijn brokken aangeboden; zijn dag bestaat voor een groot deel uit het zoeken naar en kauwen van de voeding. Het is een beetje het kip-en-ei verhaal, maar aannemelijk is dat de constante groei van de tanden een evolutionair gevolg is omdat het konijn veel hard materiaal eet waarvan de tanden slijten. De spijsvertering en de constante groei van de tanden en kiezen van het konijn zijn geheel aangepast aan de moeilijk verteerbare cellulose en ligninecellulose. Een in het wild levend konijn heeft een voorkeur voor jong en mals voedsel van planten en onkruiden, graan, blad, hout en schors. Met name houtige gewassen hebben de voorkeur. Hiernaast staan boomvruchten zoals dennenappels, sparappels, eikels en bessen ook op het menu. Het eerste dat jonge konijnen buiten de moedermelk binnenkrijgen is het verzamelde nestmateriaal en gewassen die dicht bij het hol groeien met een relatief hoog gehalte moeilijk verteerbare vezel. Dit is belangrijk omdat het spijsverteringskanaal nog niet volledig is ontwikkeld, met name de blindedarm.

Deze uitgang van een zeer groot konijnenhol komt uit op een grasweide. Het hol is omgeven door dennenbomen, eikenbomen en Amerikaanse vogelkers. Op de heuvel zijn veel grote dennenappels te vinden met knaagsporen en graafsporen naar wortels van ontkiemde eikels, grassen en zaden.

voor de gezondheid, groei, conditie, immuniteit en productiviteit. Naast de juiste hoeveelheid en verhouding van verteerbare en onverteerbare vezels zijn andere componenten zoals het milieu waarin het konijn leeft, verzorging/hanteren, watervoorziening en totale voeding belangrijk voor de algehele gezondheidstoestand. Het grote verschil tussen in gevangenschap levende konijnen en dieren die in het wild leven is de tijd die besteed wordt aan eten, de vrije keuze en de samenstelling van de voeding en dan vooral het aanbod van lignocellulose.

Commerciële voeding

Het gehalte aan ligninecellulose of onverteerbare celwandbestanddelen (ADL en ADF) in de konijnenbrokken van de bekende fabrikanten wordt tot nu toe niet beschreven op het ingrediëntenetiket. Wij lezen het totale ruwe-celstofgehalte maar weten niet wat de verhouding is en het aandeel van lignocellulose. Theoretisch zouden de brokken die er nu zijn met de juiste leefomstandigheden voldoende moeten zijn voor een gezond konijn. Feit is dat een aantal eigenaren toe moet kijken hoe hun dieren lijden aan maag- en darmziektes en/of een slechte immuniteit hebben.

Links: gemengde konijnenvoeding met ingredienten in orginele vorm. Midden: Persbrok met daarin de Eubiotische Lignocellulose. Rechts de Eubiotische Lignocellulose voor verwerking in de pers-brok.

Deze eigenaren kunnen de problemen mogelijk verminderen of zelfs voorkomen door naast een goede fokkeuze en leefomstandigheden, het ligninecelluose-aanbod te verhogen. Dit kan door het zoeken naar een brok die voor deze groep dieren passender is of door het toevoegen van beter hooi en stro of andere bronnen van vezels. Voor landbouwhuisdieren, runderen, varkens en pluimvee maar ook voor konijnen is er sinds enkele jaren een Eubiotische lignocellulose voorhanden die gemengd kan worden door de persbrok. Een eubiotische lignocellulose is een mix van afbreekbare (pectine insuline) en niet-afbreekbare (cellulose lignine) vezeldelen gewonnen uit bomen met speciale kenmerken. Elk deeltje bevat dus zowel afbreekbare als niet-afbreekbare vezels. Deze combinatie werkt volgens de fabrikant beter dan een combinatie van de twee vezelsoorten in twee deeltjes. Een kleiner deel blijft korter in de maag en dunne darm waardoor de fermentatie plaatsvindt in de dikke darm en blindedarm. Dit bevordert de groei van boterzuurbacteriën en melkzuur, wat een positief effect heeft op de darmgezondheid.

Page 36: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

36

Zelf geven

Naast het altijd ruim verstrekken van kwalitatief goed hooi en/of stro kan, zoals een aantal eigenaren al doet, extra (vers) houtig materiaal of andere vezelbronnen gegeven worden wat een positief effect heeft. Ook het langdurig knagen en kauwen moet niet worden onderschat, omdat dit zorgt voor meer speeksel en andere lichaamssappen. Daarnaast heeft het konijn een constant aanbod aan ruwvezel als men dagelijks voldoende vers hooi en/of stro geeft. In het wild is het konijn maar ook een knaagdier vele uren zoet met het zoeken naar voeding en het kauwen daar-aan. Dit nabootsen bij het in gevangenschap levend konijn is uitstekend voor de spijsvertering, conditie van het gebit en stimulatie van natuurlijk gedrag. Naast langstengelig hooi en stro heeft het geven van takken, bladeren en ander materiaal een positief effect op de algehele gezondheidstoestand van de dieren. Beukenbladeren, -takken en -twijgen maar ook die van de eik en wilg vinden konijnen erg lekker en deze zijn voor de eigenaar redelijke makkelijk te verkrijgen.

Afbeelding boven: Zowel verse als gedroogde bladeren zijn een bron van ruwe vezels. Afbeelding onder: Naast hooi zijn/is stelen/stro van groene haver, luzerne, groene tarwe en peterselie een mooie aanvulling op het rantsoen.

Page 37: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

37

Zelf geven

Naast het altijd ruim verstrekken van kwalitatief goed hooi en/of stro kan, zoals een aantal eigenaren al doet, extra (vers) houtig materiaal of andere vezelbronnen gegeven worden wat een positief effect heeft. Ook het langdurig knagen en kauwen moet niet worden onderschat, omdat dit zorgt voor meer speeksel en andere lichaamssappen. Daarnaast heeft het konijn een constant aanbod aan ruwvezel als men dagelijks voldoende vers hooi en/of stro geeft. In het wild is het konijn maar ook een knaagdier vele uren zoet met het zoeken naar voeding en het kauwen daar-aan. Dit nabootsen bij het in gevangenschap levend konijn is uitstekend voor de spijsvertering, conditie van het gebit en stimulatie van natuurlijk gedrag. Naast langstengelig hooi en stro heeft het geven van takken, bladeren en ander materiaal een positief effect op de algehele gezondheidstoestand van de dieren. Beukenbladeren, -takken en -twijgen maar ook die van de eik en wilg vinden konijnen erg lekker en deze zijn voor de eigenaar redelijke makkelijk te verkrijgen.

Afbeelding boven: Zowel verse als gedroogde bladeren zijn een bron van ruwe vezels. Afbeelding onder: Naast hooi zijn/is stelen/stro van groene haver, luzerne, groene tarwe en peterselie een mooie aanvulling op het rantsoen.

Controleer of de producten onbespoten zijn (pesticiden) en vrij van schimmels en ongedierte, eventueel kan er gewassen worden met water en natuurazijn. Luzerne (klaverfamilie) bevat ook veel lignocellulose maar bevat ook meer eiwit en calcium en een voor een konijn ongunstige calcium/fosfor-verhouding, namelijk 5:1 i.p.v. 2:1. Dit laatste kan verbeterd worden door naast de luzerne een graan te geven. Luzerne kan in de juiste verhouding een mooi aanvullend product zijn voor zogende en opgroeiende dieren. Net zoals caviaeigenaren die veel groenvoer geven aan hun dieren, zou een konijneneigenaar ook beter kunnen voorzien in de behoefte van het konijn door niet enkel brokken te geven met beperkt hooi. Door de oorzaak van maag- en darmziektes (mede) te vinden in de voeding kan het probleem mogelijk verminderen of zelfs verholpen worden. Essentieel voor een gezond konijn is een balans in alle leef componenten zoals voeding maar zeer zeker ook waterkwaliteit, behuizing (oppervlakte, bodembedekking, ventilatie etc), hygiëne, fokkeuze, stimuleren natuurlijk gedrag en relatie tussen mens en dier. De eigenaar kan de proef op de som nemen door jonge dieren die net buiten het nest beginnen te lopen, naast ruim hooi en stro, bovenstaande gewassen te geven en zelf te ervaren dat dit een positief effect heeft op de gezondheid van de jonge dieren.

Voorgaande nesten van deze Rexdwerg voedster hadden op een leeftijd van 3 weken enterocolitis en zijn allen gestorven ondanks behandeling met medicatie. Dit nest heeft vanaf de leeftijd van 2 weken een aanbod van takken, bladeren, bloeiende grassen en paardensteken gekregen en alle zeven jongen zijn zonder preventieve antibiotica gezond door de vroege jeugd gekomen.

Tekst en foto’s: T. Dibbits, voor het Kleindier Magazine KLN, herschreven voor Rabbit Time!Met medewerking van prof A.Beynen, J. Strijk, T.Heiwegen, E.Verhees, L.Meeuwissen, fabrikanten konijnenvoeders, Productschap Diervoeding,Bronnen; J. Garcia, R. Carabano and J. C. de Blas J Anim Sci 1999. 77:898-905.T. Gidenne1†, P. Arveux and O. Madec Animal Science 2001, 73: 97-104. De Molenaar nr.3 27 februari 2009. Wageningen UR Livestock Research rapport 316. FeedMix vol 17 nr 5, 2009. BOERDERIJ 96 no. 2 (12 oktober 2010). V-focus augustus 2007. J.Bidlack, M.Malone, and R.Benson University of Central Oklahoma Volume 72-1992. Virginia state University publication 418-012. Braz. J. vet. Res. anim. Sci., São Paulo, v. 43, n.3, p. 400-407, 2006. The nutrition of the rabbit C.d.Blas, J.Wiseman 1998.Virginia Polytechnic Institute and State University, Virginia State University, and the U.S. Department of Agriculture cooperating. Alan L. Grant, Dean, College of Agriculture and Life Sciences; Edwin J. Jones, Director, Virginia Cooperative Extension, Virginia Tech, Blacksburg; Jewel E. Hairston, Administrator, 1890 Extension Program, Virginia State, Petersburg.

~lees ook het artikel Stro uit de editie van maart 2014 voor meer informatie over ruwvezel~

Page 38: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

38

PanelVRAGEN?

1 Is het mogelijk dat konijnen ergens allergisch voor zijn? Een van mijn konijnen moet namelijk soms niezen. Hij heeft van de dierenarts al

antibiotica gekregen, maar die helpen niet. Verder is hij fit: hij eet, drinkt, rent en springt! Het is echt een heel vrolijk en gek konijn. Nu vraag ik me dus af of hij misschien ergens allergisch voor is. Ik ben benieuwd!

~ Esther Wijma en Cashew & Fien

Elk dier kan allergisch zijn, maar het kan ook last hebben van stof dat de luchtwegen prikkelt. Een konijn zit in een hok natuurlijk met zijn neus heel dicht bovenop materialen, zoals hooi en houtkrullen. Ook kunnen sommige rassen, zoals kleurdwergjes, een snotterend geluid maken dat vanuit de keel komt, maar dat ligt aan de bouw van de kop en keel. In deze gevallen helpen antibiotica niet.

~ Bieneke Meek

2 Ik breng soms een bezoek aan een konijnenheuvel, waar ik best veel kleine uitgegraven kuiltjes zie met een hoopje keutels daarnaast. Waarom

maken konijnen deze kuiltjes en waarom liggen er keutels bij?

~ Tineke de Bruin

Het mooie aan zo’n heuvel is dat konijnen er lekker in kunnen graven. Van nature graven konijnen graag om een hol te maken of om bijvoorbeeld voedsel te zoeken. Vooral in de voortplantingsperiode wordt er veel gegraven, en het zijn vaker de vrouwtjes dan de mannetjes die dit doen. Het kan zijn dat de konijnen veel keutels naast het kuiltje doen om deze plek te markeren. Vaak zijn deze keutels glanzender dan de keutels die door het hele verblijf te vinden zijn, en liggen ze echt op een hoopje. Het is natuurlijk ook mogelijk dat de kuiltjes favoriete ligplekken zijn, omdat het zand daarin lekker koel is. Als een konijn daar veel in de buurt zit, liggen er ook veel keutels verspreid om het kuiltje heen.

Heb jij een vraag voor één van onze panelleden? Stuur die dan naar: [email protected], en vermeld erbij voor welk panellid je vraag bestemd is. Uit de vragen kiezen we er per panellid één uit, die gepubliceerd en beantwoord zal worden in de daar-opvolgende editie van Rabbit Time!. Je krijgt van ons bericht wanneer je vraag is uitgekozen.

Konijnen markeren niet alleen met keutels, maar ook door urine te sproeien en met hun kinklier over de plek te vegen. Als je erop let, zie je dat gedrag misschien ook bij de konijnenheuvel.

~ Eline Teygeler

3 Ik hoorde laatst iets over een ‘dubbele dwerg’ en een ‘non dwerg’. Ik heb hier nog nooit van gehoord! Wat zijn dit?

~ Iris van Erkel

De termen ‘dubbele dwerg’ en ‘non dwerg’ worden gebruikt bij het fokken van dwergkonijnen. Om een dwergkonijn te fokken heb je een gen nodig dat hem zo klein maakt, oftewel het dwerg gen. Elk dwergkonijn heeft dit gen één keer. Als je twee dwergkonijnen, die dus allebei één normaal gen en één dwerg gen hebben, laat paren, is theoretisch 50% van de nakomelingen een dwerg, 25% een non dwerg en 25% een dubbele dwerg. De term non dwerg zegt het eigenlijk al: deze konijnen bezitten het dwerg gen niet, en worden normale konijnen, die groter dan hun ouders zijn. De dubbele dwergen hebben het gen juist twee keer, waardoor ze niet levensvatbaar zijn. Bij geboorte zijn ze ongeveer de helft kleiner dan normaal, en hebben ze een apart kopje met puntoortjes en een wat misvormd achterlijfje. Ze missen de zuigreflex, zodat ze over het algemeen binnen drie dagen overlijden. Een enkele uitzondering wordt ouder, maar volwassen worden ze nooit.

~ Mireille Schuijt

Bieneke MeekDierenarts

Eline TeygelerGedragsdeskundige

Mireille SchuijtFokker

We hebben allemaal wel eens dat we ons afvragen waarom ons konijn een bepaalt gedrag vertoont. Zouden we niet heel graag willen weten wat er in hun koppie omgaat? Konijnen zijn prooidieren die niet snel laten merken dat ze ziek zijn, en vaak als je wat merkt,zijn ze al behoorlijk ziek. Konden ze maar praten, konijnen maken weinig geluiden om te communiceren en hun lichaamstaal is niet voor ieder konijnenbaasje even duidelijk, dat maakt het soms lastig om je konijn goed te begrijpen, maar andersom begrijpt jouw konijn je ook vaak niet. Daarom hebben wij een panel samengesteld om vragen te beantwoorden die betrekking hebben op het houden van je konijn.

Page 39: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

39

PanelVRAGEN?

1 Is het mogelijk dat konijnen ergens allergisch voor zijn? Een van mijn konijnen moet namelijk soms niezen. Hij heeft van de dierenarts al

antibiotica gekregen, maar die helpen niet. Verder is hij fit: hij eet, drinkt, rent en springt! Het is echt een heel vrolijk en gek konijn. Nu vraag ik me dus af of hij misschien ergens allergisch voor is. Ik ben benieuwd!

~ Esther Wijma en Cashew & Fien

Elk dier kan allergisch zijn, maar het kan ook last hebben van stof dat de luchtwegen prikkelt. Een konijn zit in een hok natuurlijk met zijn neus heel dicht bovenop materialen, zoals hooi en houtkrullen. Ook kunnen sommige rassen, zoals kleurdwergjes, een snotterend geluid maken dat vanuit de keel komt, maar dat ligt aan de bouw van de kop en keel. In deze gevallen helpen antibiotica niet.

~ Bieneke Meek

2 Ik breng soms een bezoek aan een konijnenheuvel, waar ik best veel kleine uitgegraven kuiltjes zie met een hoopje keutels daarnaast. Waarom

maken konijnen deze kuiltjes en waarom liggen er keutels bij?

~ Tineke de Bruin

Het mooie aan zo’n heuvel is dat konijnen er lekker in kunnen graven. Van nature graven konijnen graag om een hol te maken of om bijvoorbeeld voedsel te zoeken. Vooral in de voortplantingsperiode wordt er veel gegraven, en het zijn vaker de vrouwtjes dan de mannetjes die dit doen. Het kan zijn dat de konijnen veel keutels naast het kuiltje doen om deze plek te markeren. Vaak zijn deze keutels glanzender dan de keutels die door het hele verblijf te vinden zijn, en liggen ze echt op een hoopje. Het is natuurlijk ook mogelijk dat de kuiltjes favoriete ligplekken zijn, omdat het zand daarin lekker koel is. Als een konijn daar veel in de buurt zit, liggen er ook veel keutels verspreid om het kuiltje heen.

Heb jij een vraag voor één van onze panelleden? Stuur die dan naar: [email protected], en vermeld erbij voor welk panellid je vraag bestemd is. Uit de vragen kiezen we er per panellid één uit, die gepubliceerd en beantwoord zal worden in de daar-opvolgende editie van Rabbit Time!. Je krijgt van ons bericht wanneer je vraag is uitgekozen.

Konijnen markeren niet alleen met keutels, maar ook door urine te sproeien en met hun kinklier over de plek te vegen. Als je erop let, zie je dat gedrag misschien ook bij de konijnenheuvel.

~ Eline Teygeler

3 Ik hoorde laatst iets over een ‘dubbele dwerg’ en een ‘non dwerg’. Ik heb hier nog nooit van gehoord! Wat zijn dit?

~ Iris van Erkel

De termen ‘dubbele dwerg’ en ‘non dwerg’ worden gebruikt bij het fokken van dwergkonijnen. Om een dwergkonijn te fokken heb je een gen nodig dat hem zo klein maakt, oftewel het dwerg gen. Elk dwergkonijn heeft dit gen één keer. Als je twee dwergkonijnen, die dus allebei één normaal gen en één dwerg gen hebben, laat paren, is theoretisch 50% van de nakomelingen een dwerg, 25% een non dwerg en 25% een dubbele dwerg. De term non dwerg zegt het eigenlijk al: deze konijnen bezitten het dwerg gen niet, en worden normale konijnen, die groter dan hun ouders zijn. De dubbele dwergen hebben het gen juist twee keer, waardoor ze niet levensvatbaar zijn. Bij geboorte zijn ze ongeveer de helft kleiner dan normaal, en hebben ze een apart kopje met puntoortjes en een wat misvormd achterlijfje. Ze missen de zuigreflex, zodat ze over het algemeen binnen drie dagen overlijden. Een enkele uitzondering wordt ouder, maar volwassen worden ze nooit.

~ Mireille Schuijt

Bieneke MeekDierenarts

Eline TeygelerGedragsdeskundige

Mireille SchuijtFokker

We hebben allemaal wel eens dat we ons afvragen waarom ons konijn een bepaalt gedrag vertoont. Zouden we niet heel graag willen weten wat er in hun koppie omgaat? Konijnen zijn prooidieren die niet snel laten merken dat ze ziek zijn, en vaak als je wat merkt,zijn ze al behoorlijk ziek. Konden ze maar praten, konijnen maken weinig geluiden om te communiceren en hun lichaamstaal is niet voor ieder konijnenbaasje even duidelijk, dat maakt het soms lastig om je konijn goed te begrijpen, maar andersom begrijpt jouw konijn je ook vaak niet. Daarom hebben wij een panel samengesteld om vragen te beantwoorden die betrekking hebben op het houden van je konijn.

Page 40: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

40

Page 41: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

41

Page 42: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

42

Zo is dit met mij ook het geval geweest. Ik voelde me wel altijd al heel erg verbonden met alles hier op aarde, of dit nu een struik was, een mier of zelfs een houten wasknijper. Toch, als ik al eens dacht iets op te pikken van een dier, hield ik mezelf voor dat dit mijn eigen gedachtes zijn die er een verhaaltje van aan het maken waren en wuifde het dus net zo hard weer weg als het gekomen was.

Had ik maar meer gelet op mijn eigen intuïtieZo herinner ik me de jaren 90 nog. Ik woonde toen bij het Veerse Meer in Zeeland, waar veel konijnen myxomatose hadden. Als ik daar dan aan het wandelen was, zag ik regelmatig een ziek konijn zitten.Telkens leek het net of het konijn mij om hulp vroeg, maar op dat moment dacht ik altijd dat die gedachtes van mijzelf afkwamen. Ik vond het immers zo zielig dat de konijnen zo ziek waren dat ik dacht dat ik zelf om hulp vroeg in de vorm van: “help dit arme dier toch om een einde aan zijn of haar lijden te maken, zorg er toch voor dat het konijn geen makkelijke prooi is”, enzovoorts, enzovoorts. Nu weet ik dat het toch de zieke konijnen zelf waren die mij om hulp vroegen.

Eerst cursus in dierencommunicatieZoals ik in de editie juni jl. schreef, wilde ik onze eigen honden beter kunnen helpen en kwam

ik op een gegeven moment op de website van Mieke Zomer van de Zomerhof terecht. Al snel besloot ik de cursus “De Brontaal van de Dieren” te gaan volgen. Dit is een 4 daagse cursus, bestaande uit twee keer twee dagen. Daarna heb je nog de mogelijkheid om begeleid te oefenen.

Wat komt er bij kijkenGaandeweg kwam ik er achter dat er meer bij komt kijken dan alleen maar communiceren met dieren, vooral als je wilt gaan communiceren met dieren die hulp nodig hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld maar aan een verwaarloosd konijn, of een konijn dat op het punt staat de aarde te verlaten. Maar ook als je met je eigen konijn(en) wilt gaan communiceren, doe je er verstandig aan om een cursus te volgen waarbij je niet alleen leert communiceren, maar waar je ook leert jezelf af te schermen, met entiteiten (een energie van iets dat op aarde bestaan heeft, dit kan een mens zijn geweest, maar zeker ook een dier) leert om te gaan, maar vooral ook leert je eigen rust te vinden en leert jezelf steeds weer goed te aarden.Regelmatig communiceer ik met konijnen die mij afdrukken uit hun vorige leven(s) laat ‘zien’ of ‘voelen’. Meestal zijn dit konijnen die telkens weer als prooidier hebben geleefd. Je kunt je voorstellen dat het niet fijn is om te ‘zien’ hoe het konijn aan zijn of haar einde is gekomen. Je moet zeker leren hiermee om te gaan.

Communiceren met konijnen kan

iedereen leren~Dierentolk Marjon Jasker~

Ja, je leest het goed, iedereen kan het leren of eigenlijk nog beter gezegd; iedereen kan communiceren met dieren, alleen hebben de meeste mensen dit op de een of andere manier weer verleerd en zul je doorgaans iemand nodig hebben die je kan leren je deze gave weer eigen te maken.

Page 43: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

43

Zo is dit met mij ook het geval geweest. Ik voelde me wel altijd al heel erg verbonden met alles hier op aarde, of dit nu een struik was, een mier of zelfs een houten wasknijper. Toch, als ik al eens dacht iets op te pikken van een dier, hield ik mezelf voor dat dit mijn eigen gedachtes zijn die er een verhaaltje van aan het maken waren en wuifde het dus net zo hard weer weg als het gekomen was.

Had ik maar meer gelet op mijn eigen intuïtieZo herinner ik me de jaren 90 nog. Ik woonde toen bij het Veerse Meer in Zeeland, waar veel konijnen myxomatose hadden. Als ik daar dan aan het wandelen was, zag ik regelmatig een ziek konijn zitten.Telkens leek het net of het konijn mij om hulp vroeg, maar op dat moment dacht ik altijd dat die gedachtes van mijzelf afkwamen. Ik vond het immers zo zielig dat de konijnen zo ziek waren dat ik dacht dat ik zelf om hulp vroeg in de vorm van: “help dit arme dier toch om een einde aan zijn of haar lijden te maken, zorg er toch voor dat het konijn geen makkelijke prooi is”, enzovoorts, enzovoorts. Nu weet ik dat het toch de zieke konijnen zelf waren die mij om hulp vroegen.

Eerst cursus in dierencommunicatieZoals ik in de editie juni jl. schreef, wilde ik onze eigen honden beter kunnen helpen en kwam

ik op een gegeven moment op de website van Mieke Zomer van de Zomerhof terecht. Al snel besloot ik de cursus “De Brontaal van de Dieren” te gaan volgen. Dit is een 4 daagse cursus, bestaande uit twee keer twee dagen. Daarna heb je nog de mogelijkheid om begeleid te oefenen.

Wat komt er bij kijkenGaandeweg kwam ik er achter dat er meer bij komt kijken dan alleen maar communiceren met dieren, vooral als je wilt gaan communiceren met dieren die hulp nodig hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld maar aan een verwaarloosd konijn, of een konijn dat op het punt staat de aarde te verlaten. Maar ook als je met je eigen konijn(en) wilt gaan communiceren, doe je er verstandig aan om een cursus te volgen waarbij je niet alleen leert communiceren, maar waar je ook leert jezelf af te schermen, met entiteiten (een energie van iets dat op aarde bestaan heeft, dit kan een mens zijn geweest, maar zeker ook een dier) leert om te gaan, maar vooral ook leert je eigen rust te vinden en leert jezelf steeds weer goed te aarden.Regelmatig communiceer ik met konijnen die mij afdrukken uit hun vorige leven(s) laat ‘zien’ of ‘voelen’. Meestal zijn dit konijnen die telkens weer als prooidier hebben geleefd. Je kunt je voorstellen dat het niet fijn is om te ‘zien’ hoe het konijn aan zijn of haar einde is gekomen. Je moet zeker leren hiermee om te gaan.

Communiceren met konijnen kan

iedereen leren~Dierentolk Marjon Jasker~

Ja, je leest het goed, iedereen kan het leren of eigenlijk nog beter gezegd; iedereen kan communiceren met dieren, alleen hebben de meeste mensen dit op de een of andere manier weer verleerd en zul je doorgaans iemand nodig hebben die je kan leren je deze gave weer eigen te maken.

Page 44: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

44

VoorbereidingEerst moet je ervoor zorgen dat je rustig bent, gedachteloos eigenlijk: geen verleden, geen toekomst, geen zorgen, je denkt dan nergens aan. Soms moet ik gaan mediteren om dit te bereiken en heel soms lukt het ook zo.Zelf vraag ik altijd hulp aan mijn gidsen (mensen of dieren uit het geestenrijk die personen op aarde helpen). Als het voor mij goed voelt, ga ik naar de alfastaat, (alfa hersengolven). Dit is de staat waarin je je bewust wordt van je eigen onbewuste vermogens. Dieren zijn constant in de alfastaat.

Contact makenAls je de alfastaat bereikt hebt, kun je contact gaan zoeken met het dier waarmee je wilt gaan communiceren. Zelf nodig ik het dier dan liefdevol uit om contact met me te maken en vertel ik aan het dier wie ik ben. Soms visualiseer ik een beeld van mijzelf. Meestal is het contact zeer spontaan, af en toe moet ik er meer moeite voor doen. Héél af en toe krijg ik geen contact en probeer ik het de dag erna weer.

CommunicerenAls ik contact heb, leg ik uit waarom ik contact heb gezocht en vraag ik aan het dier of hij of zij het goed vindt als we daar over gaan communiceren. Wanneer we klaar zijn met communiceren bedank ik het desbetreffende dier, ook bedank ik mijn gidsen en het Universum. De verbinding tussen het dier en mij verbreek ik heel duidelijk, zodat we naderhand geen last meer hebben van elkaars energie. Nadat de verbinding verbroken is, zorg ik dat ik terug kom in de betastaat; dit is de staat waar wij mensen meestal in zitten.

Eerste communicatie op afstandMijn ‘oefendier’ was een hond. Super spannend vond ik het, nu ga ik dus ECHT communiceren met een dier. Het was geweldig om te doen, vooral toen ik naderhand hoorde hoeveel ik goed had. Zo kreeg ik meteen een beeld binnen van hoe de woonkamer er uit zag en wat het lievelingsplekje van deze hond was. Wat ik verder heel leuk vond is hoe enthousiast de hond vertelde over de uitstapjes die ze maakt met het paard dat ook bij haar verzorgster hoort. De hond was spontaan en helemaal vol begrip dat het de allereerste keer

was dat ik bewust communiceerde met een dier. Het leek er zelfs op dat de hond mij er mee hielp. Tegelijkertijd werden mij wel de ogen geopend: ik had dus al die jaren dat ik dacht verhaaltjes te hebben verzonnen als ik bij dieren in de buurt was daadwerkelijk signalen, beelden, geluiden en gevoelens van de desbetreffende dieren zelf opgepikt, alleen wist ik er niets mee te doen.

VervolgcursussenToen wilde ik natuurlijk nog meer leren en ben ik de cursus Telepathie gaan volgen. Immers, het communiceren met dieren gebeurt op telepathische wijze. Daarna heb ik de cursus The Live Connection gevolgd. Daar leerde ik hoe ik op locatie met een dier kan communiceren. Eerst communiceerde ik namelijk alleen nog maar via een foto met dieren. De laatste cursus die ik heb gevolgd was Life Time Healing. Dit is een behandelmethode die bestaat uit meerdere behandelingen waarbij je vastzittende blokkades bij het dier weg probeert te halen. Dit doe je onder andere door middel van het geven van energie, het aanbrengen van een beschermlaag, trauma helpen verwerken, enzovoorts.

Er wordt teruggewerkt van het heden naar het verleden. Bij iedere behandeling wordt een periode behandeld, denk hierbij bijvoorbeeld aan een dierenartsbezoek, het overlijden van een maatje, mishandeling of een trauma tijdens de geboorte.

Behandeling van een konijnHet allereerste dier die ik mocht behandelen tijdens de cursus Life Time Healing was een konijn. “Jee” dacht ik nog, “Moet dat? Ik ben bang voor konijnen en nu moet ik gaan communiceren met én een behandeling geven aan een konijn? Als dat maar goed gaat”. Nou, en of het goed ging. Het lieve konijn was zo begripvol en geduldig, hij stelde mij zelfs op de een of andere manier gerust! Zo ben ik gaan ontdekken wat voor een liefdevolle, zachtaardige en intelligente dieren konijnen zijn, zulke bijzondere persoonlijkheden.

Verliefd op konijnen gewordenDe meeste konijnen zijn gezellige kletskousen. Ze weten doorgaans heel duidelijk te vertellen wat eraan schort, mocht zich een probleem

voordoen. Ook zijn konijnen van nature erg nieuwsgierig, maar kunnen niet alles plaatsen. Veel mensen vinden de meeste situaties zo vanzelfsprekend, maar voor een konijn zijn veel geluiden, bewegingen en geuren helemaal niet zo vanzelfsprekend. Denk bijvoorbeeld maar aan een vliegtuig dat dagelijks overvliegt. Tijdens een van mijn sessies vroeg hetdesbetreffende konijn aan mij of ik haar kon vertellen wat voor een vogel toch steeds over haar heen vloog. Dit bleek dus een vliegtuigje te zijn.Telkens als ik aan het communiceren ben met een konijn valt het me op dat ze zo graag veel willen weten: “Wat is dat geluid daar in de verte?” Sproeier van de buren die het gras nat maakt. “Wat zijn buren?” Mensen die naast je wonen. “Waar komt dat bromgeluid vandaan?” Koelkast die aanspringt.En zo krijg ik vaak vragen van het konijn, altijd even lief. Je kunt niet anders dan verliefd worden op deze lieverds, zo onschuldig en zo zachtaardig.

Gastauteur en foto’s: Marjon Jasker

Page 45: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

45

VoorbereidingEerst moet je ervoor zorgen dat je rustig bent, gedachteloos eigenlijk: geen verleden, geen toekomst, geen zorgen, je denkt dan nergens aan. Soms moet ik gaan mediteren om dit te bereiken en heel soms lukt het ook zo.Zelf vraag ik altijd hulp aan mijn gidsen (mensen of dieren uit het geestenrijk die personen op aarde helpen). Als het voor mij goed voelt, ga ik naar de alfastaat, (alfa hersengolven). Dit is de staat waarin je je bewust wordt van je eigen onbewuste vermogens. Dieren zijn constant in de alfastaat.

Contact makenAls je de alfastaat bereikt hebt, kun je contact gaan zoeken met het dier waarmee je wilt gaan communiceren. Zelf nodig ik het dier dan liefdevol uit om contact met me te maken en vertel ik aan het dier wie ik ben. Soms visualiseer ik een beeld van mijzelf. Meestal is het contact zeer spontaan, af en toe moet ik er meer moeite voor doen. Héél af en toe krijg ik geen contact en probeer ik het de dag erna weer.

CommunicerenAls ik contact heb, leg ik uit waarom ik contact heb gezocht en vraag ik aan het dier of hij of zij het goed vindt als we daar over gaan communiceren. Wanneer we klaar zijn met communiceren bedank ik het desbetreffende dier, ook bedank ik mijn gidsen en het Universum. De verbinding tussen het dier en mij verbreek ik heel duidelijk, zodat we naderhand geen last meer hebben van elkaars energie. Nadat de verbinding verbroken is, zorg ik dat ik terug kom in de betastaat; dit is de staat waar wij mensen meestal in zitten.

Eerste communicatie op afstandMijn ‘oefendier’ was een hond. Super spannend vond ik het, nu ga ik dus ECHT communiceren met een dier. Het was geweldig om te doen, vooral toen ik naderhand hoorde hoeveel ik goed had. Zo kreeg ik meteen een beeld binnen van hoe de woonkamer er uit zag en wat het lievelingsplekje van deze hond was. Wat ik verder heel leuk vond is hoe enthousiast de hond vertelde over de uitstapjes die ze maakt met het paard dat ook bij haar verzorgster hoort. De hond was spontaan en helemaal vol begrip dat het de allereerste keer

was dat ik bewust communiceerde met een dier. Het leek er zelfs op dat de hond mij er mee hielp. Tegelijkertijd werden mij wel de ogen geopend: ik had dus al die jaren dat ik dacht verhaaltjes te hebben verzonnen als ik bij dieren in de buurt was daadwerkelijk signalen, beelden, geluiden en gevoelens van de desbetreffende dieren zelf opgepikt, alleen wist ik er niets mee te doen.

VervolgcursussenToen wilde ik natuurlijk nog meer leren en ben ik de cursus Telepathie gaan volgen. Immers, het communiceren met dieren gebeurt op telepathische wijze. Daarna heb ik de cursus The Live Connection gevolgd. Daar leerde ik hoe ik op locatie met een dier kan communiceren. Eerst communiceerde ik namelijk alleen nog maar via een foto met dieren. De laatste cursus die ik heb gevolgd was Life Time Healing. Dit is een behandelmethode die bestaat uit meerdere behandelingen waarbij je vastzittende blokkades bij het dier weg probeert te halen. Dit doe je onder andere door middel van het geven van energie, het aanbrengen van een beschermlaag, trauma helpen verwerken, enzovoorts.

Er wordt teruggewerkt van het heden naar het verleden. Bij iedere behandeling wordt een periode behandeld, denk hierbij bijvoorbeeld aan een dierenartsbezoek, het overlijden van een maatje, mishandeling of een trauma tijdens de geboorte.

Behandeling van een konijnHet allereerste dier die ik mocht behandelen tijdens de cursus Life Time Healing was een konijn. “Jee” dacht ik nog, “Moet dat? Ik ben bang voor konijnen en nu moet ik gaan communiceren met én een behandeling geven aan een konijn? Als dat maar goed gaat”. Nou, en of het goed ging. Het lieve konijn was zo begripvol en geduldig, hij stelde mij zelfs op de een of andere manier gerust! Zo ben ik gaan ontdekken wat voor een liefdevolle, zachtaardige en intelligente dieren konijnen zijn, zulke bijzondere persoonlijkheden.

Verliefd op konijnen gewordenDe meeste konijnen zijn gezellige kletskousen. Ze weten doorgaans heel duidelijk te vertellen wat eraan schort, mocht zich een probleem

voordoen. Ook zijn konijnen van nature erg nieuwsgierig, maar kunnen niet alles plaatsen. Veel mensen vinden de meeste situaties zo vanzelfsprekend, maar voor een konijn zijn veel geluiden, bewegingen en geuren helemaal niet zo vanzelfsprekend. Denk bijvoorbeeld maar aan een vliegtuig dat dagelijks overvliegt. Tijdens een van mijn sessies vroeg hetdesbetreffende konijn aan mij of ik haar kon vertellen wat voor een vogel toch steeds over haar heen vloog. Dit bleek dus een vliegtuigje te zijn.Telkens als ik aan het communiceren ben met een konijn valt het me op dat ze zo graag veel willen weten: “Wat is dat geluid daar in de verte?” Sproeier van de buren die het gras nat maakt. “Wat zijn buren?” Mensen die naast je wonen. “Waar komt dat bromgeluid vandaan?” Koelkast die aanspringt.En zo krijg ik vaak vragen van het konijn, altijd even lief. Je kunt niet anders dan verliefd worden op deze lieverds, zo onschuldig en zo zachtaardig.

Gastauteur en foto’s: Marjon Jasker

Page 46: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

46

Speld de patroontjes op het vilt en knip ze uit zonder naad.

Naai met kleine steekjes het snuitje, de oogjes en de binnenkanten van de oren vast op het hoofd.

Zet daarna met een steekje in het midden de tandjes vast. Zo lijken het ineens twee tandjes.

Borduur het neusje en de oogjes met een zwart draadje. Voor de oogjes kun je ook twee kleine zwarte kraaltjes gebruiken.

Dan de snorharen... Deze kun je prima maken met flossdraad. Steek de draad van voor naar achter door het snuitje, maar laat ongeveer 4cm van het draadje hangen. Maak aan de achterkant een klein knoopje, steek dan de draad weer naar voren en knip de draad af. Knip de draadjes niet te kort, als je

DIT HEB JE NODIG:

• Vilt in verschillende kleurtjes• Naaigaren

• Vulwatten. (fiberfill)• Evt. kleine zwarte kraaltjes

• Flossdraad• Kleine ringetjes

•Sleutelring of musketonhaakje

1STAP

2STAP

3STAP

4STAP

5STAP

alle snorharen hebt gemaakt kun je ze op de juiste lengte knippen.

Nu kun je de voor en achterkant van het konijn aan elkaar zetten. Doe dit ook weer met kleine steekjes, maar laat een klein stukje open voor de vulling.

Gebruik niet teveel vulwatten, het hoofdje moet een beetje plat blijven. Is het hoofdje naar je zin, naai dan het laatste stukje dicht.

De sleutel-/tashanger is bijna klaar. Je kunt er nu een sleutelring aan bevestigen, of een klein musketonhaakje, net wat je het leukste vindt.

Maak met een dikke naald een gaatje in één van de oren en maak de ring of zet het haakje vast met een klein ringetje.

Je sleutel-/tashanger is nu klaar, maar je kunt hem natuurlijk verder afmaken zoals je zelf wilt. Met een strik, of een hoedje. Of je maakt er een worteltje bij van vilt. Maar je kunt natuurlijk ook een heel ander konijntje maken, bijvoorbeeld met behulp van de patroontjes uit de RabbitTime!-editie van lente 2014.

Het patroon is te vinden op de website van

RabbitTime!

6STAP

8STAP

9STAP

10STA

P7STAP

Laat je fantasie de vrije loop en maak er iets leuks van!

Heel veel plezier!

~ Audrey

Maak zelf een leuke sleutelhangerTekst & Foto door Audrey Fail-Bos

Page 47: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

47

Speld de patroontjes op het vilt en knip ze uit zonder naad.

Naai met kleine steekjes het snuitje, de oogjes en de binnenkanten van de oren vast op het hoofd.

Zet daarna met een steekje in het midden de tandjes vast. Zo lijken het ineens twee tandjes.

Borduur het neusje en de oogjes met een zwart draadje. Voor de oogjes kun je ook twee kleine zwarte kraaltjes gebruiken.

Dan de snorharen... Deze kun je prima maken met flossdraad. Steek de draad van voor naar achter door het snuitje, maar laat ongeveer 4cm van het draadje hangen. Maak aan de achterkant een klein knoopje, steek dan de draad weer naar voren en knip de draad af. Knip de draadjes niet te kort, als je

DIT HEB JE NODIG:

• Vilt in verschillende kleurtjes• Naaigaren

• Vulwatten. (fiberfill)• Evt. kleine zwarte kraaltjes

• Flossdraad• Kleine ringetjes

•Sleutelring of musketonhaakje

1STAP

2STAP

3STAP

4STAP

5STAP

alle snorharen hebt gemaakt kun je ze op de juiste lengte knippen.

Nu kun je de voor en achterkant van het konijn aan elkaar zetten. Doe dit ook weer met kleine steekjes, maar laat een klein stukje open voor de vulling.

Gebruik niet teveel vulwatten, het hoofdje moet een beetje plat blijven. Is het hoofdje naar je zin, naai dan het laatste stukje dicht.

De sleutel-/tashanger is bijna klaar. Je kunt er nu een sleutelring aan bevestigen, of een klein musketonhaakje, net wat je het leukste vindt.

Maak met een dikke naald een gaatje in één van de oren en maak de ring of zet het haakje vast met een klein ringetje.

Je sleutel-/tashanger is nu klaar, maar je kunt hem natuurlijk verder afmaken zoals je zelf wilt. Met een strik, of een hoedje. Of je maakt er een worteltje bij van vilt. Maar je kunt natuurlijk ook een heel ander konijntje maken, bijvoorbeeld met behulp van de patroontjes uit de RabbitTime!-editie van lente 2014.

Het patroon is te vinden op de website van

RabbitTime!

6STAP

8STAP

9STAP

10STA

P

7STAP

Laat je fantasie de vrije loop en maak er iets leuks van!

Heel veel plezier!

~ Audrey

Maak zelf een leuke sleutelhangerTekst & Foto door Audrey Fail-Bos

Page 48: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

48

Mijn naam is Nikki de Wals, 27 jaar, zowel baas als bediende van twee konijnen Miepje en Chappy. Miepje is een angoramix en komt uit asiel Goofy. Chappy heb ik bij een oud-collega opgehaald nadat zijn vriendinnetje was overleden. Al jaren maak ik illustraties en stripjes over konijnen en cavia’s, vaak vanuit de eigen ervaringen die ik met ze heb.

Sinds een jaar maak ik de strip Bunny Habbits, gebaseerd op de avonturen en streken van Miep en Chappy.Het idee kwam uit een bepaalde frustratie, maar toch ook herkenbaarheid, die ik vind bij andere konijnenliefhebbers op het internet. Mensen denken vaak dat konijnen wat suffe huisdieren zijn voor kinderen, maar niks is minder waar. Ze kunnen je hele huis overhoop halen en er dan nog trots op zijn ook. Juist die typische konijnen gewoonten probeer ik vast te leggen in de stripjes.

Ik hou van korte, kleine stripjes die je op elke moment en op elke plek kunt lezen, zoals De Zelfmoordkonijntjes, Cats are Weird and More Observations en alles van illustrator Floor de Goede.

Al mijn stripjes en illustratie plaats ik op Instagram, samen met foto’s en filmpjes van Chappy en Miepje (twobunniesandahamster).

Ik werk fulltime als grafisch vormgever bij T-Xchange, een kennisinstituut voor Serious Gaming op de Universiteit van Twente. Daar ben ik verantwoordelijk voor de visuele aspecten van diverse games, zoals bijvoorbeeld gasolution. Daarnaast ben ik ook een Gamer en Youtuber, wat inhoud dat ik filmpjes van spelletjes maak, deze van commentaar voorzie en vervolgens op youtube plaats (Agroteraplays).

Mijn naam is Nikki de Wals, 27 jaar, zowel baas als bediende van twee konijnen Miepje en Chappy. Miepje is een angoramix en komt uit asiel Goofy. Chappy heb ik bij een oud-collega opgehaald nadat zijn vriendinnetje was overleden. Al jaren maak ik illustraties en stripjes over konijnen en cavia’s, vaak vanuit de eigen ervaringen die ik met ze heb.

Sinds een jaar maak ik de strip Bunny Habbits, gebaseerd op de avonturen en streken van Miep en Chappy. Het idee kwam uit een bepaalde frustratie, maar toch ook herkenbaarheid, die ik vind bij andere konijnenliefhebbers op het internet. Mensen denken vaak dat konijnen wat suffe huisdieren zijn voor kinderen, maar niets is minder waar. Ze kunnen je hele huis overhoop halen en er dan nog trots op zijn ook. Juist die typische konijnen gewoonten probeer ik vast te leggen in de stripjes.

Ik hou van korte, kleine stripjes die je op elk moment en op elke plek kunt lezen, zoals ‘De Zelfmoordkonijntjes’, ‘Cats are Weird and More Observations’ en alles van illustrator Floor de Goede.

Al mijn stripjes en illustratie plaats ik op Instagram, samen met foto’s en filmpjes van Chappy en Miepje (twobunniesandahamster).

Ik werk fulltime als grafisch vormgever bij T-Xchange, een kennisinstituut voor Serious Gaming op de Universiteit van Twente. Daar ben ik verantwoordelijk voor de visuele aspecten van diverse games, zoals bijvoorbeeld Gasolution. Daarnaast ben ik ook een gamer en YouTuber, wat inhoudt dat ik filmpjes van spelletjes maak, deze van commentaar voorzie en vervolgens op YouTube plaats (Agroteraplays).

Page 49: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

49

Mijn naam is Nikki de Wals, 27 jaar, zowel baas als bediende van twee konijnen Miepje en Chappy. Miepje is een angoramix en komt uit asiel Goofy. Chappy heb ik bij een oud-collega opgehaald nadat zijn vriendinnetje was overleden. Al jaren maak ik illustraties en stripjes over konijnen en cavia’s, vaak vanuit de eigen ervaringen die ik met ze heb.

Sinds een jaar maak ik de strip Bunny Habbits, gebaseerd op de avonturen en streken van Miep en Chappy.Het idee kwam uit een bepaalde frustratie, maar toch ook herkenbaarheid, die ik vind bij andere konijnenliefhebbers op het internet. Mensen denken vaak dat konijnen wat suffe huisdieren zijn voor kinderen, maar niks is minder waar. Ze kunnen je hele huis overhoop halen en er dan nog trots op zijn ook. Juist die typische konijnen gewoonten probeer ik vast te leggen in de stripjes.

Ik hou van korte, kleine stripjes die je op elke moment en op elke plek kunt lezen, zoals De Zelfmoordkonijntjes, Cats are Weird and More Observations en alles van illustrator Floor de Goede.

Al mijn stripjes en illustratie plaats ik op Instagram, samen met foto’s en filmpjes van Chappy en Miepje (twobunniesandahamster).

Ik werk fulltime als grafisch vormgever bij T-Xchange, een kennisinstituut voor Serious Gaming op de Universiteit van Twente. Daar ben ik verantwoordelijk voor de visuele aspecten van diverse games, zoals bijvoorbeeld gasolution. Daarnaast ben ik ook een Gamer en Youtuber, wat inhoud dat ik filmpjes van spelletjes maak, deze van commentaar voorzie en vervolgens op youtube plaats (Agroteraplays).

Mijn naam is Nikki de Wals, 27 jaar, zowel baas als bediende van twee konijnen Miepje en Chappy. Miepje is een angoramix en komt uit asiel Goofy. Chappy heb ik bij een oud-collega opgehaald nadat zijn vriendinnetje was overleden. Al jaren maak ik illustraties en stripjes over konijnen en cavia’s, vaak vanuit de eigen ervaringen die ik met ze heb.

Sinds een jaar maak ik de strip Bunny Habbits, gebaseerd op de avonturen en streken van Miep en Chappy. Het idee kwam uit een bepaalde frustratie, maar toch ook herkenbaarheid, die ik vind bij andere konijnenliefhebbers op het internet. Mensen denken vaak dat konijnen wat suffe huisdieren zijn voor kinderen, maar niets is minder waar. Ze kunnen je hele huis overhoop halen en er dan nog trots op zijn ook. Juist die typische konijnen gewoonten probeer ik vast te leggen in de stripjes.

Ik hou van korte, kleine stripjes die je op elk moment en op elke plek kunt lezen, zoals ‘De Zelfmoordkonijntjes’, ‘Cats are Weird and More Observations’ en alles van illustrator Floor de Goede.

Al mijn stripjes en illustratie plaats ik op Instagram, samen met foto’s en filmpjes van Chappy en Miepje (twobunniesandahamster).

Ik werk fulltime als grafisch vormgever bij T-Xchange, een kennisinstituut voor Serious Gaming op de Universiteit van Twente. Daar ben ik verantwoordelijk voor de visuele aspecten van diverse games, zoals bijvoorbeeld Gasolution. Daarnaast ben ik ook een gamer en YouTuber, wat inhoudt dat ik filmpjes van spelletjes maak, deze van commentaar voorzie en vervolgens op YouTube plaats (Agroteraplays).

Page 50: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

50

Herfst

Het is feest in het bos! Zoveel kleuren aan de bomen: rood, geel, bruin en nog een beetje groen. Het is herfst!Kareltje kijkt zijn ogen uit…. Wauw, wat mooi!De zon schijnt vandaag. De kleuren schitteren in de zon.Blij huppelt Kareltje door de bladeren die al op de grond liggen. Een dik tapijt vol prachtige kleuren. Het knispert, het kraakt onder zijn pootjes en oh… het ruikt ook zo heerlijk fris!Opeens hoort Kareltje geknor en gesnuif. Wat is dat nou weer?Er zit iets tussen de struiken en de bladeren. Maar wat?Dan ziet Kareltje een spits snuitje tussen de struiken. ‘Ah, ben jij het Stekeltje! Wat maak jij toch altijd een lawaai als je eet,’ zegt Kareltje.Stekeltje is een egel, Kareltje komt hem vaak tegen in het bos.Stekeltje komt uit de struiken en strijkt zijn stekels.‘Ach Kareltje,’ zegt Stekeltje, ‘nog even en ik ga de hele winter slapen, dus nu moet ik veel eten. Als ik te weinig eet, overleef ik de winter niet.’‘Ja, dat is zo… jullie egels gaan lekker slapen als het koud wordt. Goh, kon ik maar zo lang slapen, lijkt mij heerlijk,’ zegt Kareltje.‘Tja, dat slapen is wel fijn,’ antwoordt Stekeltje, ‘maar in de herfst moet ik heel veel eten en dat is best moeilijk. Mijn buik zit nu heel erg vol.. Ik sta bijna op knappen. En zie je hoe dik ik al ben?’Kareltje bekijkt Stekeltje eens goed en zegt: ‘Jemig ja, wat ben jij dik zeg! Haha, bolle Stekeltje, dat ben je!’‘Ja, lach jij maar Kareltje,’ zegt Stekeltje. ‘Na de winter ben ik heel erg slank en dan ben jij de dikste van ons twee.’‘Oké, je hebt gelijk,’ reageert Kareltje. ‘Eigenlijk is die winterslaap van jou een fijne afslankkuur. Gratis en voor niets.Slaap lekker straks Stekeltje, we zien elkaar in de lente weer!’Kareltje huppelt weg en Stekeltje verdwijnt weer in de struiken, op zoek naar eten.

Page 51: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

51

Colofon

Rabbit Time! e-magazine is een uitgave van Rabbit Time!

Postadres:Dennenweg 148084 HN ‘t HardeTelefoon: 06- 81172168

Website:www.rabbittime.nl

Hoofdredactie:Heleen Mulder

Redactie:

Tamara Dibbits Art Director/ Bestuurslid

Inge van WindenFotograaf

Elise VerheuvelVormgever

Jurgen de Haas Vormgever

Sef CoppersPZ/ secretarieel/ Bestuurslid

Annemarie van den HeuvelHoofdredigent

Lonneke BehrSchrijvend redacteur

Karin van PuffelenRedigent/ schrijvend redacteur

Karen de Graaff Redigent/ schrijvend redacteur

Marcel van der Heyden Wetenschapper/ Bioloog

Cynthia ten Bras Mediabewerker

Audrey Fial-BosCreatief redacteur Met dank aan:

Drs. D.V. Rijnbergen-Rhebergen, Kleindier Liefhebbers Nederland, Dhr. T. Oomen, G. Glastra, Roosje~Rosalie, Eline Teygeler, Bieneke Meek, Mireille Schuijt, Esther Wijma, Tineke de Bruin, Iris van Erkel, Marjolein Nijhof,Prof. A. Beynen, J. Strijk, T. Heiwegen, E. Verhees,L. Meeuwissen, Marjon Jasker, Marco Verbaant, Els Hermans, Laura Hofstede, Tamara van der Linden,Sanne Griekspoor, Nikki Wals, Frans Kapteijns.

Algemene informatie:Voor algemene informatie kunt u mailen naar: [email protected]

Inzendingen:Voor het insturen van verhalen, anekdotes kunt u mailen naar: [email protected] Foto’s kunnen ingestuurd worden naar:[email protected]

Voor de disclaimer verwijzen we u naar: www.rabbittime.nl

Foto

: San

ne G

rieks

poor

Page 52: Rabbit Time! Herfst editie september 2014

RabbitTime!

52