Rabbijnen over Jesaja 53

44
Messiaanse Commentaren van de Rabbijnen over Jesaja 53 SPREEKT JESAJA 53 OVER ISRAEL OF OVER DE MESSIAS?

Transcript of Rabbijnen over Jesaja 53

Page 1: Rabbijnen over Jesaja 53

Messiaanse Commentaren van de Rabbijnen over

Jesaja 53 SPREEKT JESAJA 53 OVER

ISRAEL OF OVER DE MESSIAS?

Page 2: Rabbijnen over Jesaja 53

Vele Rabbijnen zullen aanvoeren dat Jesaja 53

over Israel gaatLaten we het uitzoeken????

WAT DE RABBIJNSE COMMENTAREN VAN DE OUDE

GESCHRIFTEN TE ZEGGEN HEBBEN OVER HET HOOFDSTUK 53 VAN

JESAJA

Page 3: Rabbijnen over Jesaja 53

Jesaja 52:13-53:12“Zie, mijn knecht zal wijselijk handelen, en hij zal

verhoogd en zeer verheven zijn 14 Gelijk velen zich over hem ontzet hebben: zo misvormd was zijn uiterlijk-geen

mens meer, en zijn voorkomen-hij geleek geen mensenkind; zo zullen vele natiën bij zijn aanblik

ontroeren, koningen den mond sluiten; want wat hun niet verhaald was zien zij, wat zij nooit gehoord hadden

nemen zij waar. Wie heeft geloofd wat ons is verkondigd, en aan wie was de arm des Heren geopenbaard? Hij

schiet voor hem op gelijk een rijsje, en als een wortel uit een dorre grond; hij had geen gedaante noch schoonheid; wij zagen hem aan, maar er was geen gestalte aan hem,

die ons zou behaagd hebben.

  

Page 4: Rabbijnen over Jesaja 53

Veracht en van de mensen verlaten, een man van smarten en gemeenzaam met krankheid, als een voor

wien men het gelaat omhult, veracht, en wij telden hem voor niets.

Voorwaar, hij droeg onze ellenden, en torste onze smarten; maar wij hielden hem voor enen geplaagde, die

door God geslagen en vernederd was. Maar hij is om onze misdaden gewond, en om onze

zonden geslagen; de straf lag op hem, opdat wij vrede zouden hebben, en door zijne wonden zijn wij genezen.

Wij allen dwaalden als schapen; elk keerde zich zijnsweegs; maar de HEER wierp de zonde van ons allen

op hem. Hij was mishandeld, toch deemoedig, en hij deed den mond niet open, als een lam dat ter slachtbank

gevoerd wordt, als een schaap dat voor zijn scheerders stom is

Page 5: Rabbijnen over Jesaja 53

Uit druk en vonnis is hij weggenomen, en wie denkt nog over zijn lot? Want hij is afgesneden uit het land der levenden,

om de wanbedrijven van mijn volk dodelijk getroffen; bij goddelozen werd zijn graf gesteld, bij onderdrukkers zijn grafheuvel, hoewel hij geen geweld had

gepleegd, en er geen bedrog in zijn mond was. Maar de Heer wilde hem alzo verbrijzelen en ellendig doen worden: als

hij zijn leven tot een schuldoffer zal gegeven hebben, en het voornemen des

HEREN zal door zijne hand volvoerd worden.

Page 6: Rabbijnen over Jesaja 53

 Hij zal zijn zaad zien, en in lengte leven, en ’s HEEREN welbehagen zal door zijn

hand gelukken. Van hetgeen hij moeitevol verwierf zal hij laven en

verzadigen; door zijn kennis zal mijn dienaar de schare tot gerechtigheid

leiden, en hun ongerechtigheden torst hij. Dies zal ik hem een deel geven

onder de aanzienlijken, en zal hij met machtigen buit delen, hiervoor dat hij

zich overgaf in den dood, en zich onder de afvalligen liet tellen, terwijl hij

inderdaad veler zonden op zich had genomen en de voorspraak der

afvalligen was.

Page 7: Rabbijnen over Jesaja 53

Jesaja 53 wordt in de synagoge bijna nooit gelezen, zo wordt het ook tijdens de

Haftorah lezingen voortdurend verzuimd. Dit is verbazingwekkend in het licht van

het feit dat de hoofdstukken die Jesaja 53 voorafgaan en die erop volgen wel

gereciteerd worden tijdens deze speciale lezingen . De onderstaande lijst illustreert

dit punt:

Haftorah voor Ekeb - Jesaja 49:14-51:3Haftorah voor Shofetim - Jesaja 51:12-52:12Haftorah voor Noah – Jesaja 54:1-55:5Haftorah voor Sephardi ritual – Jesaja 54:1-10Haftorah voor Hi Tetze – Jesaja 54:1-10Haftorah voor Re’eh – Jesaja 54:11-55:5  

Page 8: Rabbijnen over Jesaja 53

Herbert Lowe, een professor van de Rabbijnse Cambridge Universiteit noteert :

“ Citaten uit het welbekende hoofdstuk 53 van Jesaja zijn zeldzaam in de Rabbijnse literatuur.

Omwille van de christologische interpretatie die door Christenen aan het hoofdstuk gegeven wordt, is het weggelaten uit de reeksen van

profetische lessen (HAFTORAH) voor de Deuteronomium Shabbatten. De weglating is doelbewust en markant.” Schwartz, “Beste

Rabbi,” p.16) 

Het moet ook onder de aandacht gebracht worden dat de Haftorah lezingen in alle

synagogen en tempels over geheel de wereld hetzelfde zijn. 

Page 9: Rabbijnen over Jesaja 53

NOTA OVER JESAJA 53 EN RABBIJN RASHI

Ten einde de voor de hand liggende Christen gevolgtrekkingen te vermijden, verwezen

rabbijnen zoals Rashi ((Rabbi Solomon Izaak, circa 1040-1105 A. D.) naar dit hoofdstuk als

zijnde het lijden van het volk Israël, ondanks het feit dat rabbijnen zoals de grote Maimonides en

Crispin meenden dat het verkeerd was dit op Israël toe te passen. Zij hielden veeleer vast aan het geloof dat dit Schriftgedeelte over de Messias ging. De reden van Rashi’s poging om Israël de

centrale focus van deze passage te maken was te wijten aan zijn onmiskenbare anti -christelijke

neiging, een feit dat hij vrijelijk toegaf:

Page 10: Rabbijnen over Jesaja 53

The Targum

Zie, Mijn Dienstknecht de Messias zal gedijen.

-- Targum ("Targum Jonathan") tot Jesaja 52:13, verschillende edities

( zoals Samson H. Levey, De Messias: Een Arameesche Interpretatie; the

Messiaanse Exegesis van de Targum." Cincinnati: Hebrew Union College,

1974, p. 63).

Page 11: Rabbijnen over Jesaja 53

In de eerste cyclus van de synagoge lezingen.

We weten dat de messiaanse homilies, gebaseerd op de levensloop van Josef ( zijn rol van redder -voorafgegaan door lijden) met gebruik van Jesaja 53 als profetische

portie, in bepaalde oude synagogen die de driejaarlijkse cyclus aanhielden gepredikt werden…

... -- Rav Asher Soloff, " Het drie en vijftigste hoofdstuk van Jesaja volgens de Joodse commentatoren van de

zestiende eeuw “ (Ph.D. Thesis, Drew University, 1967), p. 146.

De toevoeging van 53.4-5 [aan de cyclus van de synagoge lezingen ] was klaarblijkelijk van een

Messiaanse strekking ,omwille van de theorie van een lijdende Messias. Het vroegere gedeelte van de [Haftorah] (52.7ff.) handelde over de verlossing van Israël, en in dit verband werd tijdens het reciteren van de bovenstaande 2 verzen vluchtig gezinspeeld op de beproevingen van de

Messias. - Jacob Mann, De Bijbel zoals Gelezen en Gepredikt in de

Oude Synagoge (NY: Ktav, 1971, © 1940), p. 298.

Page 12: Rabbijnen over Jesaja 53

Babylonische Talmud,Sanhedrin 98b

De Rabbijnen zegden : Zijn naam is “ de melaatse geleerde,” zoals het geschreven

is.

Zeker, hij heeft ons leed en onze kwellingen gedragen; doch wij achten hem een

melaatse, geslagen en vernederd door God. [Isaiah 53:4].

-- Soncino Talmud edition.

Page 13: Rabbijnen over Jesaja 53

Ruth Rabbah 5:6

De vijfde interpretatie [van Ruth 2:14] schrijft het toe aan de Messias.

Kom herwaarts, nader tot Koninklijke staat. En eet van het BROOD verwijst naar het brood

van koningschap; ‘EN DOOP UW STUKJE IN DE AZIJN ‘

-verwijst naar zijn lijden , zoals het gezegd is , Maar hij werd gewond om onze overtredingen.

(Isa. LIII, 5). --Soncino Midrash Rabbah (vol. 8, p. 64).

Page 14: Rabbijnen over Jesaja 53

De Karaite Yefeth ben Ali (10th c.)

En voor mezelf ben ik met Benjamin van Nehawend geneigd, het te bezien als zinspelend op de Messias, met als opening een beschrijving van zijn conditie in ballingschap, van de tijd van zijn geboorte tot aan zijn troonsbestijging; want de profeet begint met te spreken over de plaats van grote eer waar hij zal gezeten zijn en dan gaat hij terug, om alles te verhalen wat hem zal overkomen tijdens de gevangenschap. Zo geeft hij ons twee dingen te verstaan: In de eerste plaats, dat de Messias slechts de hoogste graad van eer zal bereiken na lange en hevige beproevingen; en ten tweede , dat deze beproevingen op hem zullen gezonden worden als een soort van teken, zodat, als hij zichzelf onder het juk van tegenspoed bevindt en zuiver in zijn daden blijft, hij mag weten dat hij de verlangde is …

-- S. R. Driver and A. Neubauer, editors, Het drie en vijftigste hoofdstuk van Jesaja Volgens de Joodse verklaarders (2 volumes;

New York: Ktav, 1969), pp. 19-20. De Engelse vertalingen hier gebruikt zijn genomen uit volume 2. De originele teksten zijn in

volume 1. Cf. Soloff, pp. 107-09.

Page 15: Rabbijnen over Jesaja 53

Nog een verklaring van Yefeth ben Ali:

Met de woorden "zeker, hij heeft onze ziekten gedragen ,," bedoelen ze dat de pijnen en de ziekten die op hem vielen door hen verdient waren, maar dat hij ze droeg in hun plaats ……En hier denk ik dat het nodig is een paar ogenblikken stil te staan om uit te

leggen waarom God maakte dat deze ziekten zich ten voordele van Israël op de Messias hechtten….

De natie verdiende een grotere straf van God dan degene die in werkelijkheid op hen neerkwam , maar omdat ze niet sterk genoeg waren om ze te dragen…. wijst God zijn dienaar aan om hun zonden te dragen en door dit te doen verlicht hij hun straf ,opdat Israël

niet volledig zou uitgeroeid worden.

-- Driver and Neubauer, pp. 23 ff.; Soloff pp. 108-109.

Page 16: Rabbijnen over Jesaja 53

Nog een verklaring van Yefeth ben Ali:

"En de HEER legde op hem de ongerechtigheid van ons allen." De profeet bedoelt hiermee niet

de ongerechtigheid, maar de straf voor ongerechtigheid zoals in de passage,“ Maar

mocht gij zo niet handelen, dan zult gij tegen den Heer gezondigd hebben en uw zonde, die u wel vinden zal, leren kennen. " (Num. xxxii. 23).

-- Driver and Neubauer, p. 26; Soloff p. 109.

Page 17: Rabbijnen over Jesaja 53

Mysteries van R. Shim'on ben Yohai(midrash, datum niet gekend)

En Armilaus zal samen strijden met Messias , de zoon van Efraim, in de Oosten poort. . .; en Messias, de zoon

van Efraim, zal daar sterven, en Israël zal voor hem rouwen. En daarna zal de HEILIGE de Messias aan hen

bekend maken , de zoon van David, die Israël zal willen stenigen, zeggende , Gij spreekt valselijk, de Messias is

reeds geslacht, en er kan (na hem) geen andere Messias opstaan en zo zullen zij hem verachten, zoals het geschreven is, “ Veracht en verlaten van mensen;” maar hij zal zich afkeren en zich voor hen verbergen, in

overeenstemming met de woorden,” Als één die zijn gelaat voor ons verbergt.”

Driver en Neubauer, p. 32, citerend uit de editie van Jellinek, Beth ha-Midrash (1855), part iii. p. 80.

Page 18: Rabbijnen over Jesaja 53

Lekach Tov (11th c. midrash) "En laat zijn [Israël's] koninkrijk

verhoogd worden in de dagen van Messias, van wie het gezegd is, ‘Zie mijn

dienaar zal gedijen, hij zal hoog en verheven zijn en buitengewoon

imposant."

-- Driver en Neubauer, p. 36.

Page 19: Rabbijnen over Jesaja 53

Maimonides, brief aan Yemen (12th c.)

Wat zal de wijze van Messias’ komst zijn, en waar zal de plaats van zijn verschijning zijn?…. En Jesaja spreekt insgelijks over de tijd wanneer hij zal verschijnen, zonder dat zijn

vader, moeder of familie gekend zijn, Hij kwam als scheut voor hem op, als een wortel

uit droge grond, enz. Maar het unieke fenomeen dat zijn manifestatie zal vergezellen

is, dat al de koningen van de aarde in ontzetting zullen vallen voor zijn roem.

Page 20: Rabbijnen over Jesaja 53

-- hun koninkrijken zullen in opschudding zijn en met elkaar zullen ze beramen of ze zich tegen hem zullen verzetten met wapens, of een andere koers zullen aannemen, daarbij in feite hun onvermogen toegevend om met hem te wedijveren, of zijn aanwezigheid te negeren, en zo verbijsterd te staan door de wonderen die ze hem zien doen ,dat ze hun hand op hun mond zullen leggen; met de woorden van Jesaja, zoals hij de manier beschrijft waarop de koningen naar hem zullen luisteren, Bij hem zullen koningen hun mond sluiten, want dat wat hen nog niet verteld was hebben ze gezien, en dat wat ze niet gehoord hadden hebben ze opgemerkt.

-- Driver en Neubauer vol 1: p. 322. Edition is Abraham S. Halkin, ed., Igeret Teman (NY:

American Academy for Jewish Research, 1952). See Soloff pp. 127-128.

Page 21: Rabbijnen over Jesaja 53

Zohar II, 212a (middeleeuwsl)

Er is een paleis in de Hof van Eden genaamd het Paleis van de Zonen van ziekte. Dit paleis gaat de

Messias binnen, en Hij roept elke pijn en elke kastijding van Israël op. Al deze komen en rusten op Hem. En had Hij hun zo niet ontlast door ze op Zich

te nemen, dan was geen mens in staat geweest Israël’s kastijdingen voor hun overtredingen van de

wet te dragen; zoals het geschreven is, “ Zeker, jullie ziekte werd gedragen.”

-- Geciteerd in Driver en Neubauer, pp. 14-15 uit de sectie

"va-yiqqahel". Vertaling van Frydland, Rachmiel, Wat de Rabbijnen weten over de Messias (Cincinnati: Messianic Literature Outreach, 1991), p. 56, n. 27.

Merk op dat deze sectie niet te vinden is in de Soncino editie die zegt dat dit een inlassing is

Page 22: Rabbijnen over Jesaja 53

Nachmanides (R. Moshe ben Nachman) (13th c.)

De juiste visie met betrekking tot deze Parashah is te veronderstellen dat met de frase “ mijn dienaar” geheel Israël bedoeld wordt ……

Als door de Midrash echter een andere opinie wordt aangenomen, die de frase naar de Messias refereert, dan is het voor ons noodzakelijk dit uit te leggen in overeenstemming met de visie die daar gehandhaafd werd. De profeet zegt, “de Messias, de zoon van David waarover de tekst

spreekt, zal nooit overwonnen worden of omkomen door de handen van zijn vijanden”. En

dit toont de tekst duidelijk aan…. En door zijn striemen zijn wij geheeld want de striemen

waarmee hij verbijsterd en in nood gebracht werd zullen ons allen helen; God zal ons vanuit

zijn rechtschapenheid vergeving schenken en we zullen geheeld worden van zowel onze eigen

overtredingen als van de ongerechtigheden van onze vaderen.

Driver and Neubauer, pp. 78 ff.

Page 23: Rabbijnen over Jesaja 53

Yalkut ii: 571 (13th c.)

Wie is U, O grote berg (Zech. iv. 7.) Dit verwijst naar de Koning Messias. En waarom noemt hij hem “ de grote

berg?” Omdat hij groter is dan de aartsvaders zoals het gezegd is, “ Mijn dienaar zal hoog zijn en verheven en

buitengewoon imposant “ Hij zal hoger zijn Abraham…..verheven boven Mozes, ..imposanter dan de

dienende engelen

- Driver and Neubauer, p. 9. Dezelfde passage is te vinden in Midrash Tanhuma van

Genesis (waarschijnlijk 9th c.), ed. John T. Townsend (Hoboken, NJ: Ktav, 1989), p. 166.

Page 24: Rabbijnen over Jesaja 53

Yalkut ii. 620 (13th c.),

In verband met Psalm 2:6 ik trok hem vanuit de kastijdingen… De kastijdingen zijn in drie

delen verdeeld, één voor David en de vaderen, één voor onze eigen generatie en één voor de Koning Messias en dit is wat geschreven staat, “ Hij werd gewond voor onze overtredingen”,

enz.

-- Driver and Neubauer, p. 10.

Page 25: Rabbijnen over Jesaja 53

R. Mosheh KOHEN Ben Crispin (14de.c)In deze parashah gaan de commentatoren akkoord in hun verklaring als zou het hier gaan om Israël in ballingschap, ook al wordt de hele tijd het enkelvoud gebruikt …Aangezien er geen enkele selectievoorwaarde is om dit te doen, waarom zouden we hier dan het woord als collectief interpreteren en daarbij de natuurlijke betekenis van de passage vervormen? Het scheen mij toe dat de deuren voor de letterlijke interpretatie van de parashah voor hun neus werden gesloten en dat zij “zich uitsloofden om de ingang te vinden“daarbij de kennis van onze leraren verzakend en steunend op de “ eigenwijsheid van hun eigen hart “en van hun eigen opinie, ik wens om het te interpreteren in overeenstemming met de lering van onze Rabbijnen van de Koning Messias en ik zal erover waken, voor zover het mij mogelijk is de letterlijke betekenis aan te hangen.

Driver and Neubauer, pp. 99-100.

Page 26: Rabbijnen over Jesaja 53

Nog een commentaar van R. Mosheh Kohen ben Crispin

Als zijn ziel zichzelf tot een zondeoffer maakt, implicerend dat zijn ziel zichzelf als schuldig zal

behandelen, en aldus de straf voor onze zonden en overtredingen

in ontvangst neemt.

- Driver and Neubauer, p. 112.

Page 27: Rabbijnen over Jesaja 53

R. Sh'lomoh Astruc (14th c.)

Mijn dienstknecht zal gedijen, of waarlijk intelligent zijn, want door intelligentie is de

mens werkelijk mens - het is intelligentie die de mens maakt wat hij is. En de profeet noemt de Koning Messias’ mijn dienaar’,

sprekende als één die hem zond. Of hij kan zijn hele volk mijn dienaar noemen, zoals hij

hierboven zegt (lii. 6): als hij spreekt van het volk, dan is de Koning Messias daarin meegerekend; en als hij spreekt van de Koning Messias, dan is het volk daarin omvat met hem. Wat hij dan zegt

is, dat mijn dienaar de Koning Messias zal gedijen.

- Driver and Neubauer, p. 129.

Page 28: Rabbijnen over Jesaja 53

R. Elijah de Vidas (16th c.)

Aangezien de Messias onze ongerechtigheden draagt wat tot resultaat heeft dat Hij gekneusd werd, volgt daarop,

dat eender wie niet wil toegeven dat de Messias zo voor onze ongerechtigheden lijdt, ze zelf moet dragen en zelf het lijden moet

ondergaan.

-- Driver en Neubauer, p. 331.

Page 29: Rabbijnen over Jesaja 53

Rabbi Moshe Alshekh (El-Sheikh) van Sefad (16th c.)

Ik mag hier dan opmerken dat onze Rabbijnen met één stem de opinie aanvaarden en bevestigen dat de

profeet over de Koning Messias spreekt, en dat wijzelf ook dezelfde visie

aankleven.

- Driver en Neubauer, p. 258.

Page 30: Rabbijnen over Jesaja 53

Herz Homberg (18th-19th c.)

Het is een feit , dat het refereert naar de Koning Messias, die in de laatste dagen zal komen , als het de HEER zal behagen Israël te verlossen vanuit de verschillende natiën

van de aarde… Eender wat hij onderging was als gevolg van hun eigen overtreding, de

HEER heeft hem gekozen als een zondeoffer, zoals de zondebok die alle ongerechtigheden

van het huis van Israël droeg.—

Driver en Neubauer, p. 400-401.

Page 31: Rabbijnen over Jesaja 53

De musaf (toegevoegde) dienst voor de Dag van Verzoening, Philips machzor (20th c.)

Onze rechtvaardige gezalfde is van ons weggegaan, ontzetting heeft ons in bezit genomen, en we hebben géén om ons te rechtvaardigen. Hij heeft het juk van onze ongerechtigheden en van onze overtredingen gedragen en hij is gewond voor onze overtreding. Hij heeft onze zonden op zijn schouder gedragen, opdat hij vergeving zou vinden voor onze ongerechtigheden. Wij zullen door zijn wonde geheeld zijn, op de tijd dat de Eeuwige hem ( de Messias) zal scheppen als een nieuwe schepping. O, breng hem op vanuit de kring van de aarde. Richt hem op uit Seir, om ons een tweede keer samen te brengen op de Berg Lebanon, door de hand van Yinnon (Messias) ..

A. Th. Philips, Machzor Leyom Kippur / Gebedboek voor de Dag van Verzoening met Engelse vertaling; Herziene en Uitgebreide Editie (New York: Hebrew Publishing Company, 1931), p. 239. De passage kan ook gevonden worden in, e.g., the 1937 editie. Ook, Driver en Neubauer, p. 399.

[

Page 32: Rabbijnen over Jesaja 53

Soncino Zohar, Shemoth, Sectie 2, Pagina 212a

Wanneer Messias hoort van het zware lijden van Israël in hun verspreiding en van de bozen onder

hen die hun Meester niet zoeken te kennen, weent hij luid omwille van deze bozen onder hen,

zoals het geschreven is: “Maar hij werd gewond omwille van onze

ongerechtigheid, hij werd vergruisd omwille van onze overtredingen ”

(ISA.: LIII, 5).

Jes.53 [ 5] Maar hij ( Messias )werd gewond voor onze overtredingen, hij werd vergruisd voor onze

zonden, de kastijding voor onze vrede was op hem en door zijn strepen zijn wij geheeld.

Page 33: Rabbijnen over Jesaja 53

Soncino Zohar, Shemoth, 2de Sectie, Blz 212 a

De zielen keren dan terug naar hun plaats. De Messias, van zijn kant, komt een bepaalde Hal in

de Tuin van Eden binnen, de Hal van de Gekwelden genaamd. Daar roept hij al de ziekten

en pijnen en het lijden van Israël op, hen aanbiedend zich op hem neer te zetten, wat ze

doen. En ware het niet dat hij zo de last van Israël verlichtte, het op zichzelf nemend, niemand zou

de zware pijnen kunnen dragen die waren uitgemeten voor Israël als boetedoening voor hun

veronachtzaming van de Thora. Dus de Schrift zegt; “Voorzeker onze ziekten heeft hij

gedragen”, etc. (Ibid. LIII, 4).

Page 34: Rabbijnen over Jesaja 53

(Steve Schwarz, “Beste Rabbijn ,” p.15) 

“Aangezien de Christenen Jesaja 53 interpreteren als zijnde een profetie betreffende Jezus, handhaven wij het als een profetie die het volk van Israël

betreft.”

Page 35: Rabbijnen over Jesaja 53

Een Poëet uit de negende eeuw, Eliazer Hakalir

Parafraseert Jesaja 53 in een gebed dat een stuk van de traditionele liturgische gebeden bevat die in sommige Joodse geloofsgemeenschappen op

Yom Kippur ( de Joodse Dag van Verzoening) gereciteerd worden. Het gebed begint: ” Wij zijn samengekrompen in onze miserie, zelfs tot nu! Onze rots is nog niet tot ons gekomen; Messias

onze rechtvaardiging, heeft zich van ons afgekeerd; wij zijn in terreur, en er is niemand om ons te rechtvaardigen! Onze tekortkomingen en het juk van onze overtredingen zal Hij dragen,

want hij werd gewond om onze overtredingen; Hij zal onze zonden op Zijn schouders dragen, opdat

wij vergeving mogen vinden voor onze tekortkomingen; en door Zijn striemen zijn wij

geheeld…

(Baron, Rays of Messiah’s Glory, pp. 225-230)

Page 36: Rabbijnen over Jesaja 53

(Baron, Rays of Messiahs Glory, pp. 225-229)

… Het gewicht van Joodse autoriteiten is overwegend in het voordeel van de Messiaanse

interpretatie van dit hoofdstuk … dat het tot kort geleden bijna universeel door de Joden algemeen aanvaard werd als refererend naar de Messias, is duidelijk zichtbaar in de Targum Jonathan die de

Messias bij name introduceert in chp. LII.13; van de Talmud (Sanhedrin vol. 98b); en van de Zohar...

In feite, tot Rabbi Rashi [Rabbi Solomon Izaak (1040-1105), die beschouwd word als de

grondlegger van de moderne school van Joodse interpretatie ] het op de Joodse volk toepast, was de Messiaanse interpretatie van dit hoofdstuk door

de Joden bijna wereldwijd erkend …

Page 37: Rabbijnen over Jesaja 53

Het verhaal sluit dan af met een citaat uit Jesaja

53:5 “… hij was verwond om onze overtredingen.”

(Patai, The Messiah Texts, p.115)

Page 38: Rabbijnen over Jesaja 53

En, “En de HEER legde op hem de zonde van ons allen.” De profeet bedoelt hiermee niet de ongerechtigheid,

maar de straf voor ongerechtigheid, zoals in the passage,

“Wees zeker dat uw zonde u wel zal vinden.”

(Num. Xxxii. 23) (Ibid., p.26) 

Page 39: Rabbijnen over Jesaja 53

Maimonides zelf bevestigde de messiaanse interpretatie van Jesaja 53

(Ibid., vol.1, p. 322) 

Uiteindelijk wordt in deze Midrash gezinspeeld op het idee dat God de zonden van Israël op

een onschuldige man zou plaatsen: Mozes sprak voor de Ene Heilige, geprezen zij Hij, “ Zal er niet een tijd komen waarop Israël noch een

Tabernakel noch een Tempel zal hebben? Wat zal dan met hen gebeuren( in verband met

verzoening)? Hij antwoordde,’ ‘Ik zal een rechtschapen man uit hun

midden nemen en hem een onderpand voor hen maken, en ik zal verzoening doen over

hun zonden.’

(Midrash on Exodus 35:4) 

Page 40: Rabbijnen over Jesaja 53

 Ibn Kaspi (1280-1340 A.D.),

Een vurige bewonderaar van Maimonides, en "een begaafde fanaticus voor filosofie" (Gratz vii, 340-345), wilde de hele verklarende aantekeningen verwerpen,

hij zei "dat dezen die de sectie van de messias aanhingen, aan de ketters gelegenheid gaven om het te interpreteren als Jezus." Passani maakte bezwaar

tegen het brengen van messias in de tekst en zegt dat “ de Schrift nooit enige andere bedoeling heeft dan de

simpele en natuurlijke bedoeling, een andere veronderstelling zou ons niet toelaten om te

antwoorden op de Epicureans (i.e, de Christenen).

Page 41: Rabbijnen over Jesaja 53

Deze nieuwe interpretatie, het beklemtonen van het lijden van Israël, begon bij Rashi.

Rashi’ autoriteit werd door sommige van zijn volgers naar voor gebracht, zoals Ibn Ezra, J. en D. Kimchi, die na hem

kwamen, maar niemand voor hem. Zijn grote Talmudische studies, die zijn vroegste bezigheid lijken te zijn geweest, suggereerden het niet. In tegendeel, in zijn nota’s op de Talmud volgde hij de oudere traditie. In het

grafische verhaal waarin Joshua ben Levi, waarvan geschreven is dat hij verschillende onderzoeken deed van

Elisha en Shimon ben Yohai over de komst van de Messias, aan hem werd gezegd dat hij de messias zou

vinden, zittend aan de poorten van Rome onder de armen die ziekten droegen. Rashi legt de woorden “ dragers van ziekten “uit, verwijzend naar dit onderdeel van Jesaja. “

Dragers van ziekten”, met andere woorden, geslagen; en hij is ook geslagen, zoals het geschreven is, ‘ En hij was

gewond om onze ongerechtigheden’, en het is geschreven, “ En onze ziekten droeg hij ‘.

Page 42: Rabbijnen over Jesaja 53

ZOHARIn de tijd dat de Heilige wenst te verzoenen

voor de zonden van de wereld, zoals een dokter die, om andere ledematen te sparen, de arm doet bloeden, zo treft hij de arm en

geneest hun hele persoon, zoals het geschreven is, “ Hij was gewond om onze

overtredingen “, enz.

Page 43: Rabbijnen over Jesaja 53

YOSEPH ALBO 

Soms ook, wordt tegenspoed op de rechtschapenen gelegd, niet als een straf, maar

in het belang van een hele natie, zodat het verzoening moge brengen. Dit is omdat de

Almachtige genoegen schept in het behoud van de wereld, en weet dat de rechtschapenen zijn

lijden opgewekt zullen dragen, zonder kritiek op eender wat hij toebedeeld. Daarom brengt hij

lijden op de rechtvaardigen, als een voldoening voor de bozen ( zoniet ) voorbestemd om een

heel volk te treffen, opdat het zo moge afgewend worden. Dit is wat onze rabbijnen bedoelen met

hun gezegde (Moed Katan 28a), "De dood van de rechtvaardigen bewerkt verzoening ".…

Page 44: Rabbijnen over Jesaja 53

Met dank aan Rico Cortes

• De originele presentatie is te vinden op:

• http://www.wisdomintorah.com/powerpoint.htm

• Nederlandse vertaling• S.Van Goethem