Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

21
R A A R.J Se inmcipennincldaan 3 2517 JN Den 1 laag 0 Postbus 61243 C 13 £1 JIJ R 2506 AE Den haag t 070 3106686 fo 7 o 3614727 info,cultuur.n1 www.cuhiiur.nh De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw M. van Bijsterveidt - Vliegenthart Postbus 16375 2500BD Den Haag Datum: 4 mei 2012 Kenmerk: med-2on.o6328/6 Onderwerp: Advies samenvoeging Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties en Stirnuleringsfonds voor de Pers Geachte mevrouw Van Bij sterveidt, Op uw verzoek heeft de raad onderzocht hoe de door het kabinet aangekondigde samenvoeging van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds) en het Stimuleringsfonds voor de Pers het beste gestalte kan krijgen.’ Een consultatieronde in het mediaveld, waaronder uiteraard gesprekken met de beide fondsen, was onderdeel van dit onderzoek. 2 Mede op basis hiervan is de raad tot onderstaand advies gekomen. De raad is voorstander van samenvoeging van de twee fondsen. In voorliggend advies doet hij u hiertoe een aantal aanbevelingen. Het advies begint met deze aanbevelingen; daarna volgen de overwegingen die er aan ten grondslag liggen. Over het nieuwe fonds, de aanbevelingen De kwaliteiten die beide fondsen bezitten, moeten behouden blijven, maar het is noodzakelijk dat het nieuwe fonds meteen van start gaat als een nieuw fonds. De fusie moet aangegrepen worden om juist ook de innovatie op aanpalende en/of overlappende terreinen te stimuleren. Het fonds stimuleert en organiseert, al dan niet in samenwerkingsverband, activiteiten en projecten die mede tot doel 1 Adviesaanvraag sanienvoeging niediafondsen van 30 november 2011, met referentie 325279. Deze is bijgevoegd. 2 Bijlage 1 bevat een overzicht van cle geconsulteerde partijen en personen.

description

Advies samenvoeging Mediafonds en Stimuleringsfonds voor de Pers d.d. 4 mei 2012

Transcript of Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

Page 1: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAA R.J Se inmcipennincldaan 32517 JN Den 1 laag0 Postbus 61243

C 13 £1 JIJ R 2506 AE Den haagt 070 3106686 fo7o3614727info,cultuur.n1www.cuhiiur.nh

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,mevrouw M. van Bijsterveidt - VliegenthartPostbus 163752500BD Den Haag

Datum: 4 mei 2012Kenmerk: med-2on.o6328/6

Onderwerp: Advies samenvoeging Stimuleringsfonds Nederlandse CultureleMediaproducties en Stirnuleringsfonds voor de Pers

Geachte mevrouw Van Bij sterveidt,

Op uw verzoek heeft de raad onderzocht hoe de door het kabinetaangekondigde samenvoeging van het Stimuleringsfonds NederlandseCulturele Mediaproducties (Mediafonds) en het Stimuleringsfonds voor dePers het beste gestalte kan krijgen.’ Een consultatieronde in het mediaveld,waaronder uiteraard gesprekken met de beide fondsen, was onderdeel vandit onderzoek. 2 Mede op basis hiervan is de raad tot onderstaand adviesgekomen.

De raad is voorstander van samenvoeging van de twee fondsen. Invoorliggend advies doet hij u hiertoe een aantal aanbevelingen. Het adviesbegint met deze aanbevelingen; daarna volgen de overwegingen die er aanten grondslag liggen.

Over het nieuwe fonds, de aanbevelingen

• De kwaliteiten die beide fondsen bezitten, moeten behouden blijven,maar het is noodzakelijk dat het nieuwe fonds meteen van start gaatals een nieuw fonds. De fusie moet aangegrepen worden om juist ookde innovatie op aanpalende en/of overlappende terreinen testimuleren.

• Het fonds stimuleert en organiseert, al dan niet insamenwerkingsverband, activiteiten en projecten die mede tot doel

1 Adviesaanvraag sanienvoeging niediafondsen van 30 november 2011, met referentie325279. Deze is bijgevoegd.2 Bijlage 1 bevat een overzicht van cle geconsulteerde partijen en personen.

Page 2: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAA«noCULTUUR

hebben innovatieve journalistieke en culturele producties zeker testellen en te bevorderen, zowel op landelijk als regionaal/lokaalniveau.

1-let nieuwe fonds staat open voor initiatieven van journalisten, dieeen beperkt budget nodig hebben; naast subsidiering, is ookbegeleiding van de subsidieontvanger een belangrijke taak. Met defocus op de beroepsgroep, gaat liet fonds allianties aan met(journalistieke) opleidingen.

• De aanvragen vanuit de journalistiek worden door het fonds op hunjournalistieke waarde beoordeeld, niet op hun inhoud.

• Private partijen kunnen ook een aanvraag indienen bij het nieuwefonds, mits die met liet project voorzien in een belangrijke publiekefunctie.

• De samenvoeging van Mediafonds en Stimuleringsfonds voor de Persis een eerste stap richting een integraal mediafonds. De verschillendefondsen in liet audiovisuele en journalistieke veld, inclusiefeventueel de aanverwante in het kunst- en cultuurveld, dienen wel alnauwe samenwerkingsverbanden aan te gaan. De overheidformuleert hiertoe een heldere opdracht aan de verschillende media-en cultuurfondsen.

• De zorg van de landelijke perssector wordt voor een belangrijk deelweggenomen wanneer de overheid de door hem zelf gecreëerdeobstakels, die de perssector ervaart, opheft. De raad adviseert inieder geval een verlaging van de Btw op online-informatie.

Hieronder volgen nu de constateringen en overwegingen waaropvoorgaande aanbevelingen zijn gebaseerd.

Innovatie

Technologische en maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een nieuwebenadering van media en mediabeleid. Waar mediabeleid (regelgeving enfinanciering) nu vooral gericht is op de publieke omroep dient dit eigenlijkvoor het gehele mediaveld te gelden. Met de convergentie van media doende afscheidingen tussen platforms er namelijk minder toe. Wat er wel toedoet zijn de publieke functies die de overheid (via de fondsen) wilwaarborgen. Een samenvoeging op termijn van meerdere fondsen ligthierom voor de hand.3Gezien de convergentie en de innovaties die alplaatsvinden is de samenvoeging van het Mediafonds en hetStimuleringsfonds voor de Pers een mooie eerste stap.

Hieronder, bij ‘Rol overheid bij stimulering nieuws & informatievoorziening en kunst &cultuur’, gaat de raad verder in op de vorming van een integraal mediafonds.

2

Page 3: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAAinO

CULTUUR

Innovatie die verschillende sectoren beslaat, vindt al plaats dankzijverschillende, meestal jonge, mediaproducenten die volop gebruik makenvan de huidige technologische mogelijkheden. Dankzij digitalisering ensamenwerkingsverbanden tussen verschillende sectoren ontstaan nieuwejournalistieke en artistieke (meng)vorrnen. De VJ-movement, transmediastorytelling, de (on) mogelijkheden van het web en twitter, zijn hier slechtsenkele voorbeelden van. Nieuws en informatie kunnen dus via verschillende- al dan niet crossover - vormen naar de samenleving worden gebracht. Aandit proces gaat veelal experiment en innovatie vooraf. De voorzieningenhiervoor moeten, in het geval publieke functies in het geding zijn, door deoverheid worden gecreëerd. Het nieuw te vormen fonds heeft hier eenbelangrijke taak. De raad is dan ook van mening dat een samenvoeging vande fondsen niet moet leiden tot behoud van louter exact dezelfde functies enverdeling binnen één gebouw. De samenvoeging van de fondsen dientaangegrepen te worden om juist de innovatie op aanpalende en/ofoverlappende terreinen te stimuleren. Vooral op dat vlak zit de winst vandeze stap.

Voordat in detail wordt gesproken over de taken van het nieuwe fonds, gaatde raad kort in op de rol van de overheid bij de ondersteuning van bepaaldepublieke waarden of functies, die media kunnen vervullen.

Mediabeleid op basis van functies

Hoewel niet alle partijen die de raad bij de totstandkoming van dit adviesheeft gesproken nut en noodzaak zien van de samenvoeging van juist enalleen deze fondsen, is men het er in het algemeen over eens dat hetmediabeleid van de overheid zich niet meer op de afzonderlijk mediumtypenmoet richten. Het mediabeleid zou namelijk gericht moeten zijn op defunctie die media hebben. Een samenvoeging van fondsen die zich richtenop publieke waarden in hetzelfde veld, is in een tijd van digitalisering en hetloslaten van platforms en vormen onvermijdelijk.

Nadat de WRR in zijn rapport Focus opfuncties (2005) zes functies vanmedia onderscheidde (nieuwsvoorziening, opinievorming & achtergrond,vermaak, kunst & cultuur, specifieke informatievoorziening, reclame &voorlichting), maakte de Raad voor Cultuur een soortgelijk onderscheid inhet advies De publieke omroep voorbij (2005). De raad onderscheiddedaarin de maatschappelijke functies van media: nieuwsvoorziening,opinievorming & achtergrond en kunst & cultuur. Beide adviesraden warenvan mening dat het overheidsbeleid niet langer gericht moest zijn opmediatypen, maar op mediafuncties die maatschappelijk en politiek hetmeest relevant worden geacht. Uit een risicoanalyse die de WRR in zijnrapport maakte bleek dat de drie functies die de raad onderscheidde hetkwetsbaarst waren.4In een veranderend medialandschap zouden deze

Focus opfiuiicht’s, WRR, Amsterdam University Press, Amsterdam/Den Haag, 2005, p.90e.v.

Page 4: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAA«no

CULTUUR

functies onder druk komen. U schrijft in uw adviesaanvraag dat het daaromnoodzakelijk is dat er fondsen bestaan die, wanneer de functies onder drukkomen, met gericht subsidiëren de risico’s beperken. De raad is het hiervanzelfsprekend mee eens. In De publieke omroep voorbij schreef hij datbovengenoemde maatschappelijke functies - nieuwsvoorziening,opinievorming & achtergrond en kunst & cultuur - via een publiekmediafonds zeker gesteld zouden moeten worden. Dit herhaalde de raad inzijn reactie op de consultatie over de toekomst van de publieke omroep.5Ook hierin pleitte hij voor een mediafonds dat de ad hoc financiering vanbelangrijke, innoverende initiatieven regelt. Hierbij gaat het om initiatievendie private partijen links laten liggen omdat ze commercieel niet interessantof te riskant zijn, maar wel een maatschappelijk belang (kunnen) dienen.Dat geldt met name voor zowel bijzondere culturele, artistieke enjournalistieke producten als voor technologische innovaties dieinvesteringen vergen die te risicovol zijn voor een private onderneming.

Voor een groot deel draagt de overheid al zorg voor bepaaldemaatschappelijke functies via de publieke omroep en het Mediafonds.Daarnaast zijn er natuurlijk nog de verschillende fondsen enkennisinstituten op het gebied van de beeldende kunst, film, letteren,podiumkunsten en de creatieve industrie, die met overheidsgeld instellingenin die sectoren ondersteunen. Dit gebeurt omdat de overheidmaatschappelijk belang toekent aan deze sectoren die niet (alleen) metprivaat geld kunnen bestaan. Ook de perssector ontvangt, vanwege hetmaatschappelijke belang van de sector, via het Stimuleringsfonds voor dePers indirect steun van de overheid. In tegenstelling tot de cultuur- enomroepsector ondersteunt de overheid de perssector verder vrijwel niet.

Gelet op de belangrijke maatschappelijke functies die de pers als waakhondvan de democratie vervult, is overheidsbeleid vooral gericht op hetbehouden en bevorderen van de externe pluriformiteit van een voorheenrelatief statisch medialandschap. Inmiddels is de - private - dagbladpers ineen situatie gekomen waarin investeringen risicovoller zijn dan enkele jarengeleden, voor de komst van internet, voor de komst van gratis kranten, envoor de economische crisis. Bovendien is de afgelopen jaren hetmedialandschap radicaal veranderd: verschillende mediumtypenconvergeren, media commercialiseren en het mediagebruik van burgersverandert. Het huidige medialandschap is veel dynamischer dan voorheenen het is nog moeilijk te voorspellen welke invloed de huidigeontwikkelingen precies zullen hebben op de pluriforiniteit, kwaliteit enonafhankelijkheid van de verschillende media en journalistiek.

Het pers- en omroepbeleid is per traditie vooral gebaseerd op debescherming van de externe pluriformiteit van het medialandschap. Geziende ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van bedrijfsovernames en de

5Toekomstverkenning Landelijke publieke Omroep, 30 maart 2010, kenmerk mcd-2009.05386/7

4

Page 5: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAA

CULTUUR

concurrentie tussen media, zijn de risico’s op dit vlak zeker niet verdwenen.Juist in de huidige dynamiek van media en nieuws- en informatieaanbod isliet van belang dat de overheid nauwlettend toeziet op plekken waar deplu riformi teit, kwaliteit en onafhankelijkheid van nieuws, opinie enachtergrond in liet geding komen. Wanneer deze functies in liet gedrangkomen moet de overheid niet schromen te interveniëren — ook wanneer lietom de perssector gaat. De steun moet dan, naar de mening van de raad, inbeginsel niet bestaan uit generieke steun aan bedrijven, maar uit steun aanproducties en activiteiten. 1-let Stiniuleringsfonds voor de Pers, heeft in deonlangs uitgebrachte notitie ‘Positie kiezen’ al aangegeven dat de steun aannoodlijdende organisaties niet meer de enige pijler is waarop het fondssteunt. Het fonds schrijft: “De vraag vanuit de journalistiek is fundamenteelveranderd en behelst de ondersteuning die we kunnen bieden bij dezoektocht naar nieuwe modellen waarmee de innovativiteit en pluriformiteitin Nederland kan worden gestimuleerd en gewaarborgd. Daarmee is deinnoverende rol van het fonds een belangrijke tweede pijler geworden.”6Deraad ondersteunt dit van harte; het nieuw te vormen fonds dient dezebelangrijke rol ook te vervullen.

De taken van het nieuwe fonds komen verder in het advies aan de orde.Hieronder beschrijft de raad eerst de wijze waarop de overheid zijnzorgplicht ten aanzien van nieuws & informatievoorziening en kunst &cultuur kan vervullen.

Rol overheid bij stimulering nieuws & informatievoorziening enkunst & cultuur

Samenwerking en samengaan van media- en cultuurfondsenVanuit de gedachte van een integraal op functies gebaseerd mediabeleid,heeft de raad in het verleden geadviseerd alle fondsen in het mediaveld op telaten gaan in één mediafonds. Naast de nu samen te voegen fondsen, zoudenook het Nederlands Filmfonds, het CoBO-fonds en het Fonds BijzondereJournalistieke Projecten daarin samen moeten komen. Dit fonds zou alskernopdracht hebben te zorgen voor ontwikkeling en vernieuwing vanmediacontent in welke vorm, voor welke drager dan ook. De raad ziet devoorgenomen samenvoeging tussen Mediafonds en Stimuleringsfonds voorde Pers als een eerste stap richting een dergelijk fonds. Mede omdat er noggeen mediabeleid op basis van functies is en omdat uw adviesaanvraagalleen de samenvoeging van Mediafonds en Stimuleringsfonds voor de Persbetreft, acht de raad een bredere fusie, met andere fondsen, nu nietopportuun. Dit neemt niet weg dat het vanzelfsprekend is wanneer dieverschillende fondsen, inclusief eventueel de aanverwante in het kunst- encultuurveld, zoals bijvoorbeeld het fonds voor de creatieve industrie, wel al(nauwe) samenwerkingsverbanden aangaan.

6 ‘Positie kiezen. (Een koerswijziging voor liet Stimuleringsfonds voor de Pers.)’, april 2012

5

Page 6: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAA

CULTUUR

In zijn artikel Overheid, media en openbaarheid verwoordt Frank van Vreede nieuwe mogelijkheden van journalistiek als volgt: “De ‘objectiviteit’ vande professionele journalistiek ligt primair in haar werkwijze, haaronbevangenheid en onafhankelijkheid, en in haar streven een veelzijdigbeeld van de samenleving te creëren. In het ene geval zal dat neerkomen opeen streven naar een zo genuanceerd en afgewogen interpretatie van degebeurtenissen in de wereld, in het andere op een eigenzinnige, metartistieke middelen gecreëerde en diepsnijdende uitvergroting daarvan,zoals in een auteursfilrn, als een doelbewuste bijdrage aan deveelvormigheid. Maar beide hebben het zelfde doel: de wereld, desamenleving, begrijpelijker en transparanter te maken, voor de burger, deconsument, de bedrijven, de wetenschap.”7 Vanuit de overheid zal eenheldere opdracht moeten komen aan de verschillende media- encultuurfondsen om deze samenwerking te bewerkstelligen. Diesamenwerkingsverbanden kunnen zowel ten goede komen aan deverschillende kunst-, cultuur- en mediasectoren, als aan kwalitatiefhoogwaardige mediaproducti es (van culturele én journalistieke aard!).

Overheidssteun voor de persOverheidsbemoeienis met de pers is een heikel punt. Ondanks dat, ofjuistdaarom, staat buiten kijf dat een goede nieuwsvoorziening, op landelijk,lokaal en regionaal niveau van groot belang is voor de democratie. Met hetStimuleringsfonds voor de Pers probeert de overheid, vanwege hetdemocratisch belang, de pluriformiteit van de pers te handhaven en tebevorderen, voor zover van belang voor de informatie- en opinievorming.Het Stimuleringsfonds voor de Pers constateert in ‘Positie kiezen’ dat hetbegrip pluriformiteit toe is aan herziening: “Waar dit begrip tot nu toe doorhet Stimuleringsfonds vooral werd gebruikt om de verscheidenheid aantitels in onderscheiden nieuwsdragers (kranten, huis-aan-huis bladen, radio,televisie en — later — internet) aan te duiden, is er nu meer dan ooit behoefteaan een kwalitatieve invulling van het begrip; ook al omdat dragers vannieuws en informatie in toenemende mate uit dezelfde bron putten. Het isom die reden zuiverder om te spreken over pluriformiteit van dejournalistiek (ongeacht de drager) dan pluriformiteit van de pers.Pluriformiteit wordt gedefinieerd door ‘kwaliteit, diversiteit/verscheidenheid en onafhankelijkheid’.” De raad is het eens met dezeherziening.

Uit de gesprekken die de raad heeft gevoerd, blijkt dat men zonderuitzondering van mening is dat de effecten van het Stimuleringsfonds voorde Pers op de landelijke perssector gering zijn. De raad is het eens met dedagbiadsector die stelt dat de overheid met belemmerend beleid een wondcreëert die met de aangereikte pleister, i.c. het Stimuleringsfonds voor dePers, niet is te genezen. De overheid zou er beter aan doen de door hem zelfgecreëerde obstakels, die de perssector ervaart, weg te nemen. Die obstakels

‘Overheid, media en openbaarheid’, Frank van Vree, Mediafonds, 2012.

6

Page 7: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAAg O

CLJL UUR

hebben alle te maken met de distributie.8Met name de problemen rondomde gezamenlijke bezorgorganisatie en de hoge Btw op online nieuwskwamen telkens ter sprake.9 Het eerste lijkt inmiddels uit de wereld: de vierNederlandse dagNaddistributiebedrijven hebben een intentieovereenkornstgetekend om uiteindelijk tot één gezamenlijke bezorgorganisatie te komen.Dit is een belangrijke stap; de raad gaat er vanuit dat de voorwaardenwaaronder dit gebeurt op goedkeuring van de NederlandseMededingingsautoriteit kunnen rekenen.

Het tweede obstakel, het Btw-verschil tussen informatie die in drukverschijnt en informatie die online wordt gedistribueerd, is nog wel aan deorde. Met de tijdelijke commissie Innovatie en Toekomst Pers is de raad heteens dat in het domein van het internet een afbakening op basis vandistributiernedium niet langer een optie is. De raad beveelt dan ook aan hetverlaagde Btw-tarief dat van toepassing is op gedrukte informatie, ook telaten gelden voor informatie die online of elektronisch verschijnt.’°

Hoewel de landelijke nieuwspers zegt weinig effect te ondervinden van hetStimuleringsfonds voor de Pers, geldt het tegendeel voor de lokale enregionale nieuwsbladpers. Het fonds biedt deze sector veel mogelijkhedenvoor onderzoek, experiment en innovatie. De budgetten waar de lokale enregionale pers mee werkt sluiten bovendien veel meer aan bij de budgettenvan het fonds. Hierdoor heeft een aanvraag bij het fonds, door delokale/regionale pers, een veel groter effect dan wanneer de landelijkeperssector dat doet.

De regionale nieuwsmedia hebben dus veel baat bij het fonds, tegelijkertijdgeldt ook voor die sector dat de effecten van een huipvaardig fonds niet zijnopgewassen tegen negatieve maatschappelijke (bijv. ontiezing) eneconomische ontwikkelingen (bijv. teruglopende advertentie-inkomsten). Uheeft al kenbaar gemaakt dat u zich zorgen maakt om de journalistiekeverschraling in de regio.” De raad ondersteunt uw voornemen om demediawettelijke belemmeringen voor bundeling van journalistieke krachtenin de regio weg te nemen. Meer specifiek wilt u meer ruimte creëren voor

Uit een overzicht van de European Newspaper Publishers’ Association, blijkt dat dcverschillende Europese overheden, naast steun t.b.v. de pluriformiteit, ook direct of indirectsteun bieden t.b.v cle distributie.9 Daarnaast, zo constateerde de raad, zijn er nog generieke maatregelen die slecht uitpakkenvoor de perssector en meer specifiek voor cle dagbiadsector, zoals de Wet arbeidvreemdelingen, en dan in het bijzonder de ketenaansprakelijkheid die er in is opgenomen, ende Overeenkomst van opdracht. De financiële gevolgen van deze maatregelen voor dedagbiadsector zijn van dien mate, dat een groot deel van de zorg om de perssectorweggenomen kan worden met de aanpassing ervan.‘° De commissie voorzag echter wel afbakeningsproblernen in de uitwerking van eeneventuele maatregel: “Een eventuele wet zal inhoudelijk moeten specificeren en in criteriavastleggen welke diensten op basis van welke overweging in aanmerking komen voor eenlager tarief.” De volgende eclitie, rapport van de tijdelijke commissie Innovatie en ToekomstPers, 2009. Pag. 44“Antwoord op de vragen van de leden Van Dijk en Gesthuizen over ontslagen bij uitgeverijWegener, 12 maart 2012, referentie 385700.

7

Page 8: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAA«noCULTUUR

publiek-private samenwerking tussen (met name) regionale omroep enregionale krant. Deze samenwerkingsruimte, tezamen met de intrekking vande Tijdelijke wet mediaconcentraties’2zijn, naar de mening van de raad,noodzakelijke stappen om de druk voor de pers te verlichten. Een fonds dat(innovatieve) projecten op het terrein van cultuur en journalistiek in deregio ondersteunt blijft evenwel noodzakelijk. Het Mediafonds vervult dezetaak al zeer succesvol. Er zijn meerdere voorbeelden te noemen, maar eenrecent voorbeeld van een project op het terrein van cultuur en journalistiekin de regio is ‘1-lollandse meesters in de 21e eeuw’. Dit samenwerkingsprojectvan vijf regionale omroepen en een aantal beeldende kunst-instellingenkwam tot stand met hulp van het Mediafonds.13Het nieuwe fonds dient deondersteuning van dit soort projecten ook tot zijn taken te rekenen.

De veranderde beroepsgroepDe raad is van mening dat het nieuw te vormen fonds het mediaveld op alleniveaus moet ondersteunen; dus ook op het niveau van de individuelemaker. De journalistieke beroepsgroep is de afgelopen jaren veranderd. Deeconomische omstandigheden hebben er voor gezorgd dat er minderjournalisten in vaste dienst zijn. In 2001 waren nog 4.429

dagbiadjournalisten in vaste dienst; in 2011 bedroeg dat aantal 3.052.’4

Daarbij hebben ook de veranderde technologische mogelijkheden er medeaan bijgedragen dat een nieuw soort journalist ontstaat. Terwijl het aantalzzp’ers in de journalistiek toeneemt, komen van de verschillendeopleidingen (journalistiek, media) journalisten die kennis van het vakhebben opgedaan in een digitale omgeving, zonder de aanwezigheid van de‘ouderwetse’ schotten. Nu de beroepsgroep verandert, dienen ook defondsen waar die mee te maken heeft, daarop te worden ingericht. In deaudiovisuele sector zien we al dat het verschil tussen het kleine en grotescherm steeds meer wegvalt. Inmiddels is er een nieuwe generatie makersdie is opgegroeid en opgeleid in een geconvergeerde mediaomgeving. Voordeze groep hebben grenzen tussen media bij wijze van spreken nooitbestaan. Dat geldt veelal ook voor de grenzen tussen vormen of genres; eenbepaalde inhoud kan in verschillende vormen gepubliceerd worden.

Naast het wegnemen van eerder genoemde belemmeringen, zou hetmediabeleid van de overheid de perssector dan ook vooral ruimte moetenbieden om in te spelen en te reageren op ontwikkelingen en stappen tezetten buiten de eigen grenzen. Zoals gezegd is er tenslotte een groepmakers voor wie het vanzelfsprekend is op deze wijze te werken. De overheidkan (via een fonds) verschillende activiteiten stimuleren: van innovatie en

12 Per 1januari 2011. Met de opheffing hebben uitgevers meer ruimte gekregen om zich alsmultimediaal bedrijf te ontwikkelen.1: Iedere aflevering is een kort geflimd portret van een hedendaagse beeldend kunstenaars inzijn atelier of 01) zijn werkplek. liet project moet uitgroeien tot een serie van circa iooportretten waarin een generatie belangrijke kunstenaars in Nederland wordt vastgelegd.14 In 2011 waren in totaal 4.458 freelancejournalisten ingeschreven bij de Kamer vanKoophandel. In 2001 waren 534 freelance journalisten lid van de NVJ; in 2011 was dattoegenomen tot 1905. (Cijfers van Nederlandse Vereniging van Journalisten en Kamer vanKoophandel.)

8

Page 9: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAAiöO

CULTUUR

crossmediale activiteiten, tot het aanspreken van nieuwe doelgroepen en denieuwsvoorziening voor de regio, bijvoorbeeld in samenwerking met deregionale omroepen. De raad is van mening dat het nieuwe fonds hierbijgebruik kan maken van zowel ervaring die is opgedaan met de extra takenen gelden die het Stimuleringsfonds voor de Pers in het kader van deTijdelijke regeling persinnovatie heeft gekregen, als van de ervaring met destimuleringsregeling Digitale Pioniers. Deze laatste was een regeling voorinnovatieve maatschappelijke internetinitiatieven, en werd van 2002 tot2010 met steun van het ministerie van OCW uitgevoerd door Kennisland.’5Digitale Pioniers bood zowel financiële als inhoudelijke ondersteuning aanmakers en kenmerkte zich door snelle procedures en een selectie opkwaliteit. Met deze werkwijze, in combinatie met relatief kleine bijdragenvan maximaal €32.000, wist Digitale Pioniers een breed publiek te bereiken,en zorgde het ervoor dat veel makers van innovatieve maatschappelijkeinternetinitiatieven profijt hadden van de regeling.16Een dergelijkeonderzoek-stimulerende en ondersteunende taak, met name op het gebiedvan journalistiek, is erbij uitstek een die het nieuwe fonds zou moetenuitvoeren. Het Stimuleringsfonds voor de Pers schrijft in het koersdocument‘Positie kiezen’ al dat het een dergelijke taak voor zichzelf ziet weggelegd.

OmroepbeleidIn tegenstelling tot de perssector, is de betrokkenheid van de overheid bijhet beleid van de publieke omroep (-verenigingen) groot: via hetconcessiebeleidsplan, de omroeperkenningen, de meerjarenbegroting en deprestatieovereenkomst wordt het beleid van de NPO en deomroepverenigingen vastgesteld en beoordeeld. Dat gebeurt mede omdat deoverheid wil dat de publieke omroep zijn publieke opdracht vervult. In eenontschot mediabeleid worden publiek waardevolle functies niet per se(alleen) door de publieke omroep ingevuld, zo meent de raad. Daarom moethet voor de publieke omroep mogelijk zijn allianties aan te gaan met zowelinstellingen en fondsen uit de verschillende sectoren, als met privatepartijen die een bijdrage leveren aan de eerder genoemde functies.

Een mediabeleid gericht op functies en een toegenomen ruimte voor privatepartijen om publiek waardevolle functies te vervullen, betekenen niet dat depublieke omroep versmald kan worden. De raad is geen voorstander van eensmalle of aanvullende publieke Omroep: de publieke omroep moet breedblijven, zonder oog te verliezen voor zijn toegevoegde waarde. Dat gebeurtenerzijds door de specifieke invulling van de publieke functies, en anderzijdsdoor middel van innovatie, originaliteit en creativiteit. De digitaleactiviteiten van de publieke omroepen werken vernieuwing entalentontwikkeling in de hand. In uw brief van 17juni 2011 noemt u depublieke omroep dan ook een ‘kraamkamer van innovatieve ideeën en

‘Zie www.digitalepioniers.nl voor (Ie specifieke aanvraagvoorwaarden.‘ Digitale Pioniers kende gemiddeld drie rondes per jaar. Het programma ondersteunde innegentien rondes en drie edities van de Digitale Pioniers Academie 211 pioniersprojecten metfinanciële steun en coaching.

9

Page 10: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAA

CIJLTUUR

nieuwe technologische ontwikkelingen’ en een ‘aanjager van creatievecompetitie’. De raad is van mening dat, om deze functie te kunnen blijvenvervullen, het wel noodzakelijk is dat de (landelijke en regionale) publiekeomroep gebruik kan maken van verschillende media.

Hieronder beschrijft de raad hoe bovenstaande ontwikkelingen, ideeën enconstateringen zijn beslag krijgen in de taken, de instrumenten en hetwerkveld van het nieuw te vormen fonds.

Het nieuwe fonds

Publiek -privaatMet de samenvoeging tussen de fondsen komen de publieke (omroep) enprivate (pers) sector samen. De eerste tekenen van deze ontmoeting warenvanwege de convergentie van media al zichtbaar. Zo begeeft de publiekeomroep zich door de digitalisering meer en meer op een veld waar ook deprivate (nieuws)bedrijven acteren. Dit zal in de toekomst alleen maarsterker worden. Naar de mening van de raad ondersteunt dit eenmediabeleid dat uit gaat van publiek waardevolle functies die door hetgehele mediaveld — en dus niet hoofdzakelijk door de publiek gefinancierdemedia - ingevuld kunnen worden. Ook private partijen moeten door deoverheid ondersteund kunnen worden als ze publiek belangrijke functieswillen en kunnen vervullen. De raad is dan ook van mening dat het nieuw tevormen fonds open moet staan voor deze partijen, mits die met een projectvoorzien in een belangrijke publieke functie. Uiteraard dient hierbij eenweging gemaakt te worden met het oog op de concurrentieverhoudingen.

TakenIn De Publieke Omroep voorbij heeft de raad geschreven dat eenmediabeleid gebaseerd op functies, niet zonder een integraal publiekmediafonds kan, dat openstaat voor allerlei soorten partijen die via mediaeen publieke functie willen invullen. De raad is het eens met Van Vree dieeen dergelijk fonds en de taken daarvan ook beschrijft in zijn eerdergenoemd artikel. Dit fonds kan naar analogie van andere instellingen op hetgebied van cultuur (en onderwijs en wetenschap) middelen inzetten voor deondersteuning “van experimenten en kwaliteitsverhogende initiatieven, inhet bijzonder op het gebied van multimedialiteit, informatieverzameling,distributie, Organisatie en professionele vernieuwing.”17

Het uitgangspunt is wel dat de kwaliteiten die nu bij beide fondsen zijn,behouden blijven. Niettemin is het noodzakelijk dat het nieuwe fondsmeteen van start gaat als een nieuw fonds. Dat wil zeggen: niet belemmerddoor de oorspronkelijke budgetverdeling van de beide fondsen, from scratchopnieuw de taken en doelstellingen bepalen. Het huidige grootteverschil (inbureau en budget) tussen beide fondsen mag daarbij uiteraard geen rolspelen; het is niet de bedoeling dat de grote de kleine opslokt. Er zal een

‘7’Overheid, media en openbaarheid’, Frank van Vree, Mediafonds, 2012.

10

Page 11: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAAi0

CIJL UUR

goed evenwicht gevonden moeten worden tussen (meestal duurdere)bijdragen aan bijzondere culturele producties en veel kleine bijdragen aanbijzondere innovatieve journalistieke activiteiten.

Het spectrum van het nieuwe fonds beslaat zowel de ondersteuning vanbijzondere culturele producties, zoals bijvoorbeeld drama en documentaire— ook die gericht op kinderen’8,als de ondersteuning van initiatieven in deplaatselijke journalistiek. Een belangrijke taak hierbinnen betreft daarnaasthet stimuleren en organiseren van activiteiten die mede tot doel hebbeninnovatieve journalistieke en culturele producties zeker te stellen en tebevorderen, zowel op landelijk als regionaal/lokaal niveau. Dit kan opverschillende manieren gebeuren. Mediafonds en Stirnuleringsfonds voor dePers organiseren al debatten, symposia en andere activiteiten op het gebiedvan cultuur en journalistiek; het nieuwe fonds zal dit voort moeten zetten.Dat geldt ook voor de uitgave 609 - cultuur en media. Dit maandblad vanhet Mediafonds is een, naar de mening van de raad, uitermate goedingericht platform waarop vrijwel alle genres een plek hebben en waarkruisbestuiving plaatsvindt. Relevante artikelen uit 609 worden bovendienop het weblog De Nieuwe Reporter geplaatst; hier kan ook gereageerdworden op artikelen en is ruimte voor discussie.19T-let nieuwe fonds levert vanzelfsprekend ook financiële bijdragen aan deontwikkeling van media-aanbod van bijzondere journalistieke en cultureleaard. Daarnaast dient het fonds onderzoeks- en innovatieve journalistiekeprojecten te ondersteunen en initiëren, al dan niet insamenwerkingsverband, en waarvoor een beperkt budget nodig is. Met ditlaatste voorkomt het nieuwe fonds dat grote bedrijven/concerns grotehappen nemen uit het budget en blijft er ruimte voor de initiatieven van eengroeiende groep zzp’ers en nieuwe, jonge journalisten. Met de focus op dezenieuwe groepen, zal het nieuwe fonds allianties aangaan met (journalistieke)opleidingen.20

InstrumentariumOver een aantal elementen van het nieuwe fonds, wil de raad zich niet tot indetail uitspreken. Die moeten naar bevind van zaken worden bepaald.Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de subsidievormen (revolving, matching,etc.) die het fonds zal kunnen hanteren. De ervaringen uit de beginperiodezullen benut worden om later te kunnen bepalen in welke mate en op welkewijze de middelen over de taken en steun- en stimuleringsregelingeneventueel anders verdeeld moeten worden. De raad merkt hierbij wel op datde ervaring met financiering en begeleiding die is opgedaan met het project

IS In deze categorie is het Mediafonds al zeer succesvol met Kids & Doc.s, Kind en Kleur enCinema Junior.19 De Nieuwe reporter werkt ook samen met Persinnovatie.nl, een website over innovatie inde perssector van het Stimuleringsfonds voor de pers, aan de productie en publicatie vanartikelen.21) liet Mediafonds werkt bijvoorbeeld al samen met het Sandberg Instituut (dit jaar isonderzoeksjournalistiek het thema van de masterclass). Het Smuleringsfonds voor de Persschrijft in ‘Positie kiezen’ dat het zal onderzoeken of het een stimulerende rol kan spelen hijdc opleidingen journalistiek.

11

Page 12: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAA«no

CULTUUR

Digitale Pioniers gebruikt dient te worden hij het nieuwe fonds. Ditbetekent: open staan voor initiatieven van nieuwe makers, die een beperktbudget nodig hebben; snelle en heldere besluitvorming over detoekenningen; korte 1ijnen met subsidiegever en begeleiding bieden.

Ook de invulling van de Organisatie 5 aan beide fondsen. Het spreekt voorzich dat de diverse expertise van het bureau ook zichtbaar is bij het bestuur.De invulling van de gehele Organisatie moet in lijn zijn met de taken enwerkterreinen van het nieuwe fonds.

De raad adviseert de beoordeling van projecten/initiatieven dooradviescommissies te laten plaatsvinden. Die leggen de preadviezen voor aanhet bestuur die in beginsel de argumentatie van het advies beoordeelt.Uiteraard dienen journalistieke producties niet op hun journalistieke inhoudof perspectief beoordeeld te worden, maar op de kwalitatieve criteria die hetfonds vaststelt. Aanvragen worden beoordeeld op hun journalistieke waarde,niet op hun inhoud. Aigst voor inhoudelijke bemoeienis van de overheidmet journalistieke inhoud is begrijpelijk, maar niet reëel. Ook bij decultuurfondsen geldt het Thorbecke-principe: de overheid stelt middelen terbeschikking, die via fondsen — na een kwaliteitstoets — worden verdeeldover de culturele productiehuizen. Waarom zou een dergelijke constructiebij een nieuw te vormen fonds, dat onder andere journalistieke innovatiestimuleert, niet mogelijk zijn?

Tot slot

Publieke omroep en perssector, op landelijk en regionaal niveau, zijn nietalleen mogelijke opdrachtgevers voor de creatieve en culturele industrie,maar ook potentiële samenwerkingspartners. Voor alle partijen geldt dat zein zwaar weer verkeren. Om de journalistieke kwaliteit en de culturelemediaproducties — van animatie en drama tot documentaire en games - tewaarborgen ligt samenwerking en vernieuwing onder begeleiding van hetnieuwe fonds voor de hand.

De raad stelt zich beschikbaar om te zijner tijd het beleidsplan van hetnieuwe fonds te beoordelen. Tevens licht hij u graag voorliggend advies toeen ziet hij uw reactie erop graag tegemoet.

Joop Daalmeijer Jeroen BartelseVoorzitter Algemeen secretaris

12

Page 13: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

RAAR

CIY&?JUR

Bijlage 1

De geconsulteerde belanghebbenden

Co BO-fonds- Jeanine 1-lage

Commissariaat voor de Media- SandraAerts- Edmund Lauf

Kennisland- Paul Keller

Nederlandse Dagbladpers- Tom Nauta- Frank Volmer- Herman Wolswinkel

Nederlands Filmfonds- Doreen Boonekamp

Nederlandse Nieuwsbladpers- Jan van der Hoeven- Herman Smorenberg

Nederlandse Publieke Omroep- 1-lenk Hagoort- Anne-Lieke Mol- Shula Rijxman

Nederlandse Vereniging van Journalisten- Thomas Bruning- Thom Meens

Onafhankelijke Televisieproducenten- Laurence de Hon- Roei Kooi

Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties- T-lans Maarten van den Brink— Jacob Kohnstamm

Stirnuleringsfonds voor de Pers- Rick van Dijk- Erik van Erp- Wim Noomen- Ram Ramlal- Mir Wermuth- René van Zanten

13

Page 14: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

Ministerie van Onderwijs, Cultuur enWetenschap

> Retouradres Postbus 16375 2500 0) Den Haag

Rijnstraat 50Den HaagPostbus 163752500 OJ Den Haag

Raad voor Cultuur www.rijksoverheid.ni

Postbus 61243 Contactpersoon2506 AE Den Haag AD. Reljnders

T [email protected] 3400

Oereterentie

Datum 30 NOV. 2011 sijlagenAdvesaanvraagBetreft Adviesaanvraag samenvoeging mediafondsen

Geachte Raad,

In mijn brief van 17juni 2011 aan de Tweede Kamer over het mediastelsel’ benIk kort ingegaan op de toekomst van de beide mediafondsen: hetStimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties en hetStimuleringsfonds voor de Pers. Het kabinet constateert dat een herbezinnirig opde inzet en Organisatie van de twee fondsen nodig is, in het licht van deontwikkelingen in het medialandschap.Het kabinet heeft aangekondigd om een voorstel te doen voor samenvoeging vandeze beide fondsen en de inzet ervan op een manier die beter past bij de huidigemaatschappelijke ontwikkelingen in het algemeen en die in het medialandschap inhet bijzonder.

Voorafgaand aan dat voorstel vraag ik uw Raad mij hierover advies uit tebrengen. In de bijlage treft u een nadere concretisering aan van mijnAdviesaanvraag. Een concept daarvan heb ik voorgelegd aan het bestuur vanbeide fondsen. Hun reacties zijn verwerkt in mijn Adviesaanvraag aan uw Raad,met uitzondering van één specifieke reactie van het Stimuleringsfonds voor dePers. Dat betreft de bedenkingen van dit fonds tegen het kabinetsvoornemen ombeide mediafondsen samen te voegen; in plaats daarvan pleit het fonds voorsamenwerking. Daar ben ik het niet mee eens. Ik meen dat eventuele risico’s vansamenvoeging van beide fondsen niet opwegen tegen de synergetische voordelendaarvan. Bovendien is mijn Adviesaanvraag aan uw Raad er juist op gericht omde door het kabinet gewenste samenvoeging van beide mediafondsen zorgvuldigte doen geschieden. Op die manier kunnen eventuele risico’s tijdig wordenonderkend en ondervangen. Daarom houd ik vast aan het kabinetsvoornemen totsamenvoeging van deze twee fondsen.

1 Kamerstukken II, 2010-2011, 32827 nr 1.

Raad .‘oor Cultuur

NGEKOMEN

- EC 2Dî’

Nr

Pagna 1 an S

Page 15: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

Graag ontvang ik uw advies uiterlijk In april 2012. Deze ruime termijn stelt de DatumRaad naar ik hoop in staat om een zorgvuldig advies uit te brengen. Ik ga er vanuit dat u daarbij alle relevante stakeholders zult betrekken: uiteraard het Onze referentieStimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties en het 325279

Stimuleringsfonds voor de Pers, maar ook (koepel)organisatles die actief zijn opde convergerende werkterreinen van beide fondsen, zoals publieke encommerciële omroep, onafhankelijke producenten (OTP), Nederlands UitgeversVerbond (NUV), Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), NederlandseNleuwsbladpers (NNP), Stichting Kennisland en het Commissariaat voor de Media.

Met vçdetiike groet,

de Inister van nderwijs, Cultuur en Wetenschap

Mda van Bijstedt-VNegentha

Pagina 2 van E

Page 16: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

Adviesaanvraag van de minister van Onderwijs, DatumCultuur en Wetenschap aan de Raad voor Cultuur met

-Onze referentiebetrekking tot de voorgenomen samenvoeging van het 325279

Stimuleringsfonds Nederlandse CultureleMediaproducties en het Stimuleringsfonds voor dePers.

1. Inleiding

De doelstelling van het mediabeleid luidt in het kort: Waarborgen van eenonafhankelijk, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig media-aanbod, bestaandeuit radio, televisie, kranten en intemetdiensten, dat toegankelijk en betaalbaar isvoor alle lagen van de bevolking.2Een van de instrumenten om die doelstelling te realiseren is het stimuleren van dekwaliteit en innovatie in de mediasector door middel van subsidies.3Dezesubsidies worden hoofdzakelijk via twee fondsen toegekend: hetStimuleringsfonds voor de Pers en het Stimuleringsfonds Nederlandse CultureleMediaproducties.

Het Stimuleringsfonds voor de Pers is opgericht in 1974. De taak van het fonds ishet handhaven en bevorderen van de pluriformiteit van de pers, voor zover dievan belang is voor de informatie- en opinievorming. Het fonds richt zich vanoudsher op printmedia maar heeft zich de afgelopen jaren ook gericht op interneten innovatie in de pers en journalistiek (art. 8.3 Mediawet).

Het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties is opgericht in 1988en heeft als taak het verstrekken van financiële bijdragen voor de ontwikkeling envervaardiging van media-aanbod van bijzondere Nederlandse culturele aard tenbehoeve van de landelijke en regionale publieke media-instellingen en deWereldomroep (art. 2.125 Mediawet).

In de junibrief over de toekomst van de media4 heeft het kabinet het volgendegeschreven over deze fondsen:

In het mediastelsel blijft er ruimte voor de fondsen. De in de Mediawetvastgelegde fondsen zijn het Stimuleringsfonds Nederlandse CultureleMediaproducties voor de publieke Omroep, en het Stimuleringsfonds voor dePers voor de journalistieke functie. Een herbezinning op de inzet en Organisatievan deze twee fondsen is nodig, in het licht van bovenstaande ontwikkelingen.Het kabinet komt daarom met een voorstel voor samenvoeging van de fondsen

2 Beleldsdoorlichting artikel 15 (Media) van de Rijksbegroting, brief van minister OCW aanTweede Kamer, 10 juni 2010.[let mediabeleid kent een aantal instrumenten, waaronder financiering en wetgeving voorpublieke en commerciële omroep, wetgeving voor distributie van electronische media,financiële steun voor persorganen en aanmoediging van zelfregulerlrig door media. ZieBe)eidsdoorlichting artikel 15 (Media) van de Rijksbegroting, brief van minister OCW aanTweede Kamer, 10juni 2010.Uitwerking Regeerakkoord Onderdeel Media, Kamerstukken II, 2010-2011, 32827 nr 1,17 juni 2011.

Pagina 3 van 8

Page 17: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

en de inzet ervan, op een manier die beter past bij de huidige maatschappelijke Datumontwikkelingen in het algemeen en die in het medialandschap in het bijzonder.Onze referentieDit voornemen van het kabinet vloeit voort uit twee langjarige ontwikkelingen: de 325279

convergentie van twee klassieke mediatypen (omroep en print) en — mede alsgevolg daarvan — een omslag in het denken binnen het mediabeleid vanmediatypen naar mediafuncties.

1.1. Advies WRR (2005)

In 2005 verscheen het WRR advies Focus op functies. Hierin onderscheidt de WRRzes functies die de media in de samenleving vervullen: nieuwsvoorziening,opinievorming & achtergrond, vermaak, kunst & cultuur, specifiekeinformatievoorziening, reclame & voorlichting.5

De WRR pleit er voor dat het mediabeleid zich niet langer richt op deonderscheiden media-typen (omroep, print, internet), maar op stimulering van demedia-functies dle maatschappelijk/politiek het meest relevant worden geacht. Deoverheid moet daarbij optreden als bewaker van zes publieke waarden:pluriformiteit, toegankelijkheid, onafhankelijkheid, sociale samenhang, kwaliteit,persoonlijke levenssfeer.

De WRR heeft de functies en waarden in een overzicht tegen elkaar afgezet.Daarbij is een risicoanalyse gemaakt: per waarde en de daaraan gekoppeldefuncties wordt aangegeven hoe groot het maatschappelijk risico is als hetmedialandschap verandert, zie de onderstaande tabel:

Tabel 1: rïsicoanalyse van het medialandschap in termen van waarden en functiesNieuwsvoorziening Opinievorming Specifieke Kunst Vermaak Reclame?

& achtergrond Informatie & voorlichtingCultuur

Pluriformiteit- - -Toegankelijkheid v’ v’ - ‘.1’.? - -Onafhankelijkheid -.1v’ -.1v’ v’v’ V - VSociale -.1- v’ - -samenhang

Kwaliteit ‘.1v’ ‘1v’ ‘1v’ -.1 -

Persoonlijke - - ‘1 - ‘1levenssfeerLegenda: ‘1V risico -v’ = geen direct risico, wel reden voor aandacht - = geen risico

Bron: WRR (2005) Focus op Functies, p. 92

De WRR voorziet op de functies nieuws, opinie&achtergrond en kunst&cultuurgrote risico’s als het medialandschap verandert.De analyse van de WRR onderstreept het belang van de ondersteuning van dezewaarden door fondsen, om zo de functies voor het medialandschap in stand tehouden. Wanneer door deze ontwikkelingen in de markten de waarden en functiesvan het medialandschap onder druk komen, dan kunnen de fondsen met gerichtsubsidiëren de maatschappelijke risico’s beperken.Dit WRR-advies ligt mede aan de basis van het kabinetsbesluit om de beidefondsen op mediagebied samen te voegen. Het Stimuleringsfonds Nederlandse

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Focus op functies, Den Haag 2005.

Pagina 4 van 8

Page 18: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

Culturele Mediaproducties heeft erop gewezen dat deze ‘risico-analyse’ dateert uit Datum2005 en geeft in overweging dat uw Raad beziet of deze nog actueel is. Ik laat ditover aan het oordeel van uw Raad. Onze reterentje

3252791.2. Adviezen Raad voor Cultuur

In diverse adviezen6 heeft de Raad voor Cultuur gepleit voor het samenvoegenvan fondsen tot een Stimuleringsfonds voor de Media. Dat fonds zou, daar waarde maatschappelijke functies van de media in het geding komen, de mediasectormoeten kunnen ondersteunen. Volgens de Raad zou het moeten gaan omwaardevolle initiatieven op het gebied van nieuws, opinie en achtergrond en vankunst en cultuur.

In zijn reactie op de consultatie over de toekomst van de publieke omroep bepleitde Raad om een mediafonds naast de publieke omroep te vormen, bijvoorbeelduit de huidige fondsen voor pers, omroep en/of film. Dit fonds zou eenmultimediale werkingssfeer moeten hebben en open moeten staan vooraanvragen van zowel non-profit als profit organisaties, inclusief de publiekeomroep. De Raad wil zo inhoudelijke en technologische vernieuwing in de mediastimuleren. Projectsubsidies van een fonds kunnen zich ook richten op deversterking van specifieke functies — zoals journalistiek of cultuur — of opbedrijfsmatige vernieuwing, zoals samenwerking tussen publieke en privatemedia.

2. Werkingssfeer en focus van de fondsen

Het Stimuleringsfonds voor de Pers en het Stimuleringsfonds NederlandseCulturele Mediaproducties richten zich historisch gezien vooral op hetondersteunen van organisaties binnen één type medium. Het medialandschap isechter zo in ontwikkeling dat dit achterhaald lijkt: de journalistiek beperkt zichallang niet meer tot de geschreven pers, maar begeeft zich ook op het internet.Audiovisuele producties worden niet alleen maar via de televisie uitgezonden,maar zijn ook terug te vinden op internet. De twee fondsen hebben hier cieafgelopen jaren beide op ingespeeld door in te zetten op nieuwe platformen: vanpers naar internetjournalistiek en van radio/tv naar e-cultuur, games envideoclips. Het kabinet wil, juist vanwege die convergentie, beide fondsensamenvoegen. Daarbij is van groot belang dat die samenvoeging geen afbreukdoet aan de sterke punten van beide fondsen. Het nieuw te vormen fonds dient inieder geval de huidige taken van beide fondsen voort te zetten.Beide fondsen functioneren op basis van de Mediawet 2008. Zij zijn zelfstandigebestuursorganen, waarop de Kaclerwet zbo’s van toepassing is.7 Ook het nieuwefonds zou als een zbo moeten functioneren, omdat daarmee zoveel mogelijkgewaarborgd wordt dat de taakuitoefening deskundig en onafhankelijk geschiedt.

2.1. Budget van de fondsen

6 Raad voor Cultuur (2005). De publieke omroep voorbij. De nieuwe rol van de overheid inhet publieke mediadomein. Maart 2005. Raad voor Cultuur (2008) Advies Persbeleid, 4augustus 2008. Raad voor Cultuur (2009). Evaluatie Stimuleringsfonds CultureleMediaproducties, 30juni 2009. Reactie Raad voor Cultuur op toekomstverkenning PubliekeOmroep.

Zie resp. artikel 2.126, tweede lid en artikel 8.2, tweede lid, Mediawet 2008.

Pag,na S van 8

Page 19: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

De Mediawet bepaalt dat het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele DatumMediaproducties recht heeft op minimaal een zestiende deel van de afgedrageninkomsten van de Ster van het desbetreffende jaar. De Ster-inkomsten over 2010 Onze reterentiezijn € 214 miljoen. Dit betekent dat minimaal € 13,4 miljoen bestemd kan worden 325279voor de dotatie. De werkelijke dotatie in 2010 was ruim C 4 miljoen hoger (€ 17,7miljoen). Het kabinet is voornemens om de index van 2012 in te houden en debijdrage vanaf 2015 met circa € 1,6 miljoen te verlagen.8De dotatie aan het Stimuleringsfonds voor de Pers bedraagt jaarlijks C 2,3miljoen. Eind 2011 had het fonds een weerstands-vermogen van ca € 1,9 miljoendat tevens kan worden ingezet voor het doel van het fonds.Het budgettair kader tot 2015 voor dit fonds bedraagt € 2,3 miljoen. Het kabinetis voornemens in 2015 een solidariteitskorting van 5°h op te leggen; hierdoorbedraagt het budgettair kader vanaf 2015 € 2,2 miljoen voor dit fonds.9

2.2. Taak en instrumentarium van de fondsen

Het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties heeft tot taak hetverstrekken van financiële bijdragen voor de ontwikkeling en vervaardiging vanmedia-aanbod van bijzondere Nederlandse culturele aard ten behoeve van delandelijke en regionale publieke media-instellingen.’0Het fonds heeft de beschikking over drie instrumenten:- financiële bijdragen voor de ontwikkeling en de vervaardiging van media-aanbodvan bijzondere Nederlandse culturele aard ten behoeve van de landelijke enregionale publieke media-instellingen;- financiële bijdragen voor de samenwerking tussen enerzijds de landelijkepublieke media-instellingen en anderzijds de instellingen op het terrein van decultuur;- stimuleren en organiseren van activiteiten die tot doel hebben de artistiekekwaliteit van media-aanbod te verhogen en het verstrekken van financiëlebijdragen daarvoor.”

Het Stimuleringsfonds voor de Pers heeft tot taak het handhaven en bevorderenvan de pluriformiteit van de pers, voor zover die van belang Is voor de Informatie-en opinievorming.’2Het fonds beschikt over de volgende instrumenten”:- verstrekken van subsidies; dat kan in kredietvorm maar ook als uitkering;

die steun kan verleend worden aan persorganen en journalistieke intemetinformatieproducten;- het (doen) verrichten van onderzoek met betrekking tot het functioneren van depers;- uitvoering van overige taken die hem zijn opgedragen bij of krachtens deMediawet 2008.’

Uitgangspunt van het kabinet is dat de nieuw te vormen entiteit in ieder geval dehuidige taken van beide fondsen overneemt.

8 Uitwerking regeerakkoord onderdeel media, 17 juni 2011. Dit vraagt wetswijziging,waarmee naar schatting 1,5 — 2 jaar gemoeid zal zijn.

Brief van 17juni 2011, Kamerstukken II, 2010-2011,32 827, nr. 1.10 Artikel 2.125 Mediawet 2008.Statuten van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties.12 Artikel 8.3 Mediawet 2008.

13 Artikel 8.3, tweede lid, Mediawet 2008.‘ Bijv. de Innovatieregeling, de regeling voor Jonge Journalisten.

Pa9tna 6 van 8

Page 20: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

Datum2.3. Afbakening met andere fondsen

Onze referentieNaast deze twee fondsen is er nog een aantal fondsen actief op mediaterrein: het 325279COBO fonds en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (Fonds BJP). Dezevallen buiten de reikwijdte van deze adviesaanvraag. Het kabinet heeft beslotenom de samenvoeging van fondsen te beperken tot de twee fondsen, die op basisvan de Mediawet 2008 functioneren.Dat laat uiteraard onverlet dat de nieuwe entiteit kan samenwerken met deandere fondsen op terrein van media en cultuur, zoals het Filmfonds en het Fondsvoor de Creatieve Industrie.

3. Adviesvragen

Gelet op de aankondiging in de juni-brief over samenvoeging van de tweemediafondsen en het bovenstaande kader (taken, budget) in aanmerkingnemend, verzoek ik u om mij van advies te dienen.Uitgangspunt daarbij is dat de huidige taken van beide fondsen overgaan naar hetnieuwe fonds, waarbij — indachtig de eisen van de Kaderwet zbo’s — die taken zodoelmatig en doeltreffend mogelijk uitgevoerd blijven worden.Uw advies dient in ieder geval antwoord te geven op de volgende vragen:

1. Op welke wijze kan het kabinet — gelet op de hiervoor aangegeven kadersen rekening houdend met het accent dat beide fondsen de afgelopenjaren gelegd hebben op kwaliteit en innovatie - het beste vorm geven aanzijn intentie om de functies van nieuws- & informatievoorziening en kunst& cultuur in het Nederlandse medialandschap te stimuleren?Zijn er buitenlandse voorbeelden - binnen de Europese Unie, danweldaarbuiten - van stimulering van deze media-functies, die ter inspiratiekunnen dienen?

2. Op welke wijze kunnen de huidige taken van het Stimuleringsfonds voorde Pers en het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproductiesin de nieuwe entitelt worden ondergebracht? Welke kansen en voordelenbiedt dat ten opzichte van de huidige wijze waarop beide fondsen huntaken uitoefenen?

3. Welk instrumentarium (zie 2.2) is daartoe het meest geschikt?

4. Welke overige taken en instrumenten zou de nieuwe entiteit moetenkrijgen?

5. Op welke wijzen zou het nieuwe fonds zijn budget (zie 2.1) en reservesmoeten verdelen over de diverse taken, instrumenten, steun- enstimuleringsregelingen?Fondsen kunnen budgetten onder verschillende voorwaarden toekennen:matching, revolverend fonds, stimuleringsgeld, financiering (krediet en/ofuitkering) , noodvoorziening. Op welke wijzen zou het nieuw te vormenfonds het budget moeten toekennen?

6. Hoe dient het nieuwe fonds zich te verhouden tot c.q. hoe kan hetsamenwerken met de publieke mediadiensten van de publieke omroep oplokaal, regionaal en landelijk niveau? En hoe tot de activiteiten vancommerciële aanbieders? En hoe tot de andere (cultuur)fondsen?

7. In de periode 2002-2010 is er de stimuleringsregeling Digitale Pioniersgeweest. Welke mogelijkheden ziet de raad om de kennis en ervaring die

Pagina 7 van 8

Page 21: Raad voor Cultuur - advies samenvoeging Mediafonds en Fonds voor de Pers

is opgedaan met maatschappelijke mediaproductie te benutten voor Datuminnovatie en versterking van de journalistieke infrastructuur bij het nieuwte vormen fonds? Onze referentie

3252794. Tenslotte

Bij financiële stimulering van (media)sectoren door de overheid komenEuropeesrechtelijke aspecten aan de orde; ik denk met name aan vragen inzakestaatssteun. Ik verzoek u om hiermee zo goed mogelijk rekening te houden bijhet opstellen van uw advies.

Zowel het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties als hetStimuleringsfonds voor de Pers zijn recentelijk geëvalueerd, respectievelijk in2009 en 2011. Ik geef u graag in overweging om de aanbevelingen van dezeevaluaties te betrekken bij uw advies.

Wellicht ten overvloede wijs ik er op dat mijn directie Media, Letteren enBibliotheken beschikbaar is voor tussentijds overleg en ondersteuning.

Pagina 8 van 8