Quick Scan mogelijke impact EPR voor textiel - kplusv.nl · 3.3 EPR in Nederland 15 3.4 EPR voor...
Transcript of Quick Scan mogelijke impact EPR voor textiel - kplusv.nl · 3.3 EPR in Nederland 15 3.4 EPR voor...
Quick Scan mogelijke impact EPR voor textiel
Opdrachtgever: Ministerie van IenW
Arnhem, 5 juni 2018 Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha
©KplusV
Quick Scan mogelijke impact EPR voor textiel
Opdrachtgever: Ministerie van IenW Arnhem, 5 juni 2018 Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha
Contactpersoon: Eric Copius Peereboom +31 6 27 08 55 24 [email protected]
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 4
Inhoud
1 Inleiding 5
1.1 Aanleiding, doel en opzet van deze Quick Scan 5
1.2 Ontwikkelingen EPR in het algemeen en voor textiel 5
2 Marktverkenning textiel 8
2.1 De textielketen 8
2.2 Internationale markt voor gebruikt textiel 12
2.3 Bedrijfstextiel 13
3 Kansen en uitdagingen EPR voor textiel 14
3.1 EPR als beleidsinstrument voor recycling 14
3.2 Reeds bestaande EPR-implementaties 14
3.3 EPR in Nederland 15
3.4 EPR voor textiel? 15
3.5 EPR voor textiel in vergelijkend perspectief 16
3.6 Sentiment in de markt tegenover EPR? 17
4 Aanpak en inhoud EPR voor textiel 19
4.1 Basis voor een aanpak voor EPR voor textiel 19
4.2 Inhoudelijke aandachtspunten 21
4.3 Organisatie van EPR voor textiel 28
4.4 Fasering van EPR voor textiel 28
5 Bevindingen en aanbevelingen 30
5.1 Bevindingen 30
5.2 Aanbevelingen 30
Bijlagen
Bijlage 1 Overzicht hoeveelheden im- en export 2016 (bron: CBS) 32
Onze contactgegevens 33
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 5
1.1 Aanleiding, doel en opzet van deze Quick Scan Het ministerie van IenW heeft KplusV gevraagd een Quick Scan uit te voeren
naar de textielketen, in het bijzonder de mogelijke impact van Extended
Producer Responsibility (EPR1) op deze keten.
Doel is daarmee voor het ministerie in een afgebakende korte periode een
inventarisatie uit te voeren en zo feitelijkheden en aandachtspunten te
inventariseren en sentimenten uit de textielketen op een rij te zetten over
wat het instrument EPR zou kunnen betekenen voor het circulair maken van
de textielketen.
Voor het uitvoeren van deze Quick Scan zijn eerdere onderzoeken naar EPR
geraadpleegd en zijn gesprekken gevoerd met enkele
branchevertegenwoordigers uit de textielketen. Aanvullend is gebruik
gemaakt van kennis en ervaringen van een publieke inzamelorganisatie,
alsmede aanwezige kennis en ervaring bij RWS. Samen met analyse en
inzichten van de auteurs heeft dit geleid tot deze Quick Scan.
Eerst wordt daarin de textielketen geschetst. Vervolgens wordt ingegaan op
het instrument EPR en op de kansen en uitdagingen van dit instrument voor
het circulair maken van de textielketen. Tot slot wordt een aanzet gegeven
voor aandachtspunten en mogelijke aanpak voor het ministerie van IenW,
mocht invoering van EPR voor de textielketen worden overwogen.
Het gegeven dat dit een Quick Scan betreft die in een beperkte periode is
uitgevoerd, brengt met zich mee dat er vervolgvragen zullen zijn.
1 In deze Quick Scan gebruiken we de begrippen EPR, Extended Producer Responsibility,
“producentenverantwoordelijkheid” en “uitgebreide producentenverantwoordelijkheid” voor het zelfde concept.
In het laatste hoofdstuk komen de belangrijkste inzichten en deze
vervolgvragen aan de orde.
Focus in deze Quick Scan ligt daarbij op textiel dat wordt gekocht en
afgedankt door consumenten / huishoudens. Wanneer daar informatie over
beschikbaar is, komt bedrijfstextiel aan de orde.
In deze Quick Scan wordt regelmatig een vergelijking gemaakt met de EPR
systemen voor verpakkingen en voor elektronica. Zowel qua hoeveelheden,
het gebruik als de (fijnmazige) distributie en inzameling worden deze ketens
gezien als vergelijkbaar met de keten van textiel bij huishoudens.2
1.2 Ontwikkelingen EPR in het algemeen en voor textiel
Circulaire economie
Rijksoverheid en bedrijfsleven werken samen aan een transitie naar een
circulaire economie. In de circulaire economie bestaat geen afval en worden
grondstoffen steeds opnieuw gebruikt.
• Circulair ontwerpen en preventie van materiaalgebruik zorgt er voor dat
materialen en producten niet in de keten komen.
• Materialen en producten die niet meer als zodanig zijn te gebruiken
kunnen middels recycling weer geschikt worden gemaakt voor een
nieuwe toepassing. Daarmee wordt voorkomen dat zij worden verbrand
of gestort, wat gepaard gaat met de nodige milieuwinst.
2 Verkoop en afdanking van bijvoorbeeld auto’s, autobanden en vlakglas gebeurt in andere hoeveelheden bij een beperkt aantal gespecialiseerde kanalen.
1 Inleiding
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 6
Het verminderen van het gebruik van nieuwe grondstoffen voor textiel maar
ook hergebruik en recycling van textiel bespaart o.a. water, chemicaliën,
landgebruik, organische grondstoffen en fossiele grondstoffen.
EPR als instrument voor circulaire economie
Producentenverantwoordelijkheid is een instrument dat prikkels geeft voor
circulair ontwerpen, preventie van materiaalgebruik, hoogwaardig
hergebruik en hoogwaardige recycling.
Verschillende partijen binnen de Europese Unie, de overheid, branches en
milieuorganisaties spreken over uitbreiding van de producenten-
verantwoordelijkheid als middel om mogelijk een grote bijdrage te leveren
aan de overall recyclingdoelstellingen van producten en materialen.
EPR voor textiel
Over producenten en hun verantwoordelijkheid voor textiel is reeds in
verschillende (overheids)kaders aan de orde geweest.
• Transitieagenda Consumptiegoederen (Grondstoffenakkoord) (2018):
textiel is één van de productgroepen binnen de Transitieagenda
Consumptiegoederen. Textiel is gecategoriseerd als een product met een
(middel)lange omloopcyclus.
− In de Transitieagenda wordt nader onderzoek naar
producentenverantwoordelijkheid aanbevolen. Zoals onderzoek naar
diversificatie van tarieven binnen verwijderingsbijdragen en naar
diversificatie tussen hoogwaardige en laagwaardige(r) vormen van
recycling binnen de recyclingdoelstellingen.
3 IenW heeft in 2016 onderzoek laten doen naar de opties voor toepassing van
producentenverantwoordelijkheid op nieuwe stromen en de mogelijkheden voor versterking van het EPR instrument zelf. Nieuwe stromen die relevant zijn voor Nederland zijn textiel, matrassen, luiers en bouwmaterialen). Producentenverantwoordelijkheid geeft prikkels voor circulair ontwerpen, preventie van materiaalgebruik, hoogwaardig hergebruik en hoogwaardige recycling.
• Rijksbrede programma Circulaire Economie (2016): dit programma, dat
voortbouwt op het VANG-programma, noemt uitbreiding van
producentenverantwoordelijkheid voor textiel (maar ook voor matrassen
en luiers) als interessante mogelijkheid. Volgens het programma, dat
voortbouwt op het VANG-programma, kan dit op vrijwillige basis vanuit
de branche of juist vanuit regelgeving verwezenlijkt worden3. Er zijn
mogelijkheden voor versterking van het EPR instrument zelf én
mogelijkheden voor toepassing van producentenverantwoordelijkheid op
nieuwe stromen.
• Green Deal Duurzame Inzameling Textiel (2012)4: in deze green deal is
veel aandacht voor het sluiten van de kringloop alsmede voor de sociale
aspecten in de textielketen.
• Meer en Betere Recycling (2017): KplusV heeft
producentenverantwoordelijkheid voor stromen als textiel onderzocht in
haar rapport 'Sturingsmodel recyclebaar afval' (2017) opgesteld in
opdracht van Rijkswaterstaat in het kader van de Green Deal 'Meer en
Betere Recycling'. Het rapport schetst welke sturingsinstrumenten er zijn
voor meer en betere recycling van grof huishoudelijk afval, bouw- en
sloopafval en bedrijfsafval. De productstroom textiel heeft in deze
stromen een groot aandeel. Producentenveranwoordelijkheid als
sturingsinstrument kon niet generiek gemodelleerd worden omdat
hiervoor een veelheid aan producten in de consumentenmarkt en de
business-to-businessmarkt in kaart gebracht dient te worden.
4 Betrokken partijen: branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland (BKN), CWB Mitex, Henri Vernooy & Zoon BV, Leger des Heils ReShare BV, Modint, NVRD Koninklijke Vereniging voor Afval-Reinigingsmanagement, Stichting Humana, Stichting Kledinginzameling Charitatieve Instellingen (KICI), Stichting Milieu Centraal, Vereniging Importeurs Verre Oosten (VIVO), Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Textiel (VGT), VHT Vereniging Herwinning Textiel, Wieland Textiles BV.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 7
• Huidige EPR systemen: tevens kan uit de
producentenverantwoordelijkheid voor bijvoorbeeld
verpakkingsmaterialen de lering worden getrokken dat een effectieve
inzet van dit instrument in ieder geval ambitieuze
hergebruiksdoelstellingen vereist, alsmede een 'financiële feedback' van
alle ketenkosten inclusief de kosten van afzet van niet-recyclebaar
materiaal bij gebrek aan afzetkanalen.
• Andere landen: in Frankrijk5 geldt al een stelsel voor
producentenverantwoordelijkheid voor textiel. Op dit moment wordt
door IenW gekeken hoe zij dit geregeld hebben, en wat Nederland daar
eventueel van kan leren. In Scandinavische landen is onderzoek gedaan
naar invoering van EPR voor textiel en de in te zetten
beleidsinstrumenten.
5 Frankrijk heeft EPR geïmplementeerd met terugnametargets op textiel, huishoudlinnen en
schoenen. Producenten/importeurs moeten 50% van de op de markt gebrachte volumes terugnemen. Meer dan 20% van de ingezamelde materialen moet worden gerecycled en meer dan 95% moet worden 'gevaloriseerd' (recycling + energieterugwinning).
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 8
2.1 De textielketen In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen ingegaan op de verschillende
ketenstappen voor textiel en gegevens die hierover bekend zijn. Dit gebeurt
aan de hand van onderstaand figuur6, dat de textielketen schetst van
fabricage tot verwerking en toepassing.
Het is daarbij niet de intentie een volledig sluitende massabalans van de
textielketen op te stellen of cijfers nieuw te onderzoeken. Doel is
ordegroottes uit beschikbare onderzoeken zodanig weer te geven dat dit
houvast geeft voor beleidsbeslissingen rondom textiel.
6 Zoals elk model is ook deze figuur een sterk vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. 7 “Massabalans van in Nederland ingezameld en geïmporteerd textiel”, FFact, 14/11/2014.
2.1.1 Fabricage
• Het merendeel van de in Nederland gebruikte textiel wordt geïmporteerd
uit het buitenland.
• Er zijn voor Nederland geen eenduidige cijfers bekend van de totale
hoeveelheid textiel 'put on market' via producenten en importeurs van
textiel. Textiel wordt geregistreerd in termen van aantal stuks, aantal
paar, hoeveelheid vierkante meter en een 'eenheid onbekend'.
Inzamelaars registreren daarbij in kilogrammen. In bijlage 1 is een
overzicht opgenomen van geïmporteerde en geëxporteerde eenheden
textiel.
• Op basis van FFact onderzoek uit 20147 zou kunnen worden ingeschat dat
er in 2012 sprake was van circa 235 kton afgedankt textiel in Nederland
vanuit huishoudens (90 kton ingezameld plus 145 kton in restafval, circa
13,8 kg per inwoner). In Frankrijk, waar EPR voor textiel is ingevoerd, gaat
het volgens onderzoek van Ernst &Young (EY) uit 20168 om ruim 9 kg per
inwoner. Voor Nederland zou dit (op basis van de Franse cijfers)
betekenen circa 153 kton textiel; een factor 1,5 tussen FFact en EY.
• In Nederland zijn volgens het CBS in 2017 (op basis van
classificatiecodering) circa 2.100 bedrijven werkzaam in de
textielindustrie en 2.175 bedrijven in de kledingindustrie. Waarschijnlijk
is hier deels sprake van overlap in bedrijven.
• Naast spinnerijen (30), weverijen (40), textielverdelingsbedrijven (465) is
het merendeel actief in de categorie 'overige textielproductenindustrie'
(1.570).
• Ten behoeve van de fabricage wordt textiel geïmporteerd. Het betreft
grofweg de volgende aantallen9:
− circa 682 miljoen vierkante meter (met name synthetische of
kunstmatige filamenten, verder weefsels, watten en tapijten);
8 Exploration of the Role of Extended Producer Responsibility for the circular economy in the Netherlands, EY, 27/06/2016.
9 De branche en CBS hanteren verschillende eenheden in haar registratie.
Fabricage
Distributie
Gebruik
AfdankingInzameling
Verwerking
Toepassing
2 Marktverkenning textiel
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 9
− circa 533 miljoen paar (kleding en kledingtoebehoren);
− circa 1,4 miljard stuks (kleding en kledingtoebehoren);
− circa 894 miljoen onbekende eenheden (kleding en
kledingtoebehoren).
• Het aantal importeurs van gebruikt textiel is niet eenduidig. De
Nederlandse Vereniging van Kleding & Textielagenten/-importeurs
(NVKT) telt momenteel 100 leden. Echter, elke organisatie/winkelier kan
besluiten ook zelf gebruikte kleding/textiel te importeren.
2.1.2 Distributie
• Het aantal winkels dat kleding verkoopt in Nederland ligt rond de 9.000;
daarnaast/daarbij zijn er circa 610 winkels die stoffen en textiel
verkopen.
• Naast winkeliers is er nog sprake van circa 2.440 markthandelaren in
textiel en 90 groothandelaren in textielgrondstoffen.
• Naast distributie via fysieke winkels in Nederland, kopen consumenten
veel kleding via Nederlandse en buitenlandse webshops en kopen
consumenten kleding tijdens reizen in het buitenland.
2.1.3 Gebruik en afdanking
• Consumenten danken textiel af na een bepaalde periode van gebruik.
• Er is in toenemende mate sprake van 'fast-fashion': elke 6 weken moet er
een nieuwe collectie in de winkels hangen. De omloopsnelheid van textiel
wordt daardoor groter.
• Bijna 70% van de Nederlanders geeft aan tussen de 5 en ruim 20
ongedragen kledingstukken in de kast te laten hangen. Wordt de kleding
alsnog weggedaan dan is dit omdat het niet meer past (62,7%), omdat
het überhaupt nooit gedragen wordt (54,7%) of omdat de kleding kapot
of versleten is (50,4%)10.
10 Bron: Kien, 2013 11 Bron: Ruigrok NetPanel (2016).
• Onderzoek in 2016 wijst uit dat Nederlanders gemiddeld denken dat een
op de vijf kledingstukken die ze in huis hebben, ongebruikt in de kast
liggen.11
2.1.4 Inzameling
• Gemiddeld wordt landelijk circa 4,2 kg per inwoner ingezameld
(Benchmark huishoudelijk afval, NVRD, peiljaar 2016), omgerekend circa
70 kton. Dit is (deels) inclusief schoeisel.
• Gemiddeld belandt nog 7,9 kg textiel per inwoner in het restafval (totaal
circa 135 kton).
• De kwaliteit van ingezameld textiel gaat achteruit doordat er steeds meer
textiel in de textielbak gaat (door promotie hiervan) in combinatie met
toename van goedkopere kwaliteiten textiel. Ook komt het voor dat uit
gesorteerd materiaal wordt ‘gedumpt’ omdat de afzet van textiel12
steeds moeilijker wordt. Hierdoor neemt de kwaliteit (waarde) van het
origineel ook af.
• De manier van inzamelen verschilt per regio en heeft invloed op de
kwaliteit van het originele textiel. Ondergrondse containers zijn slecht
voor de kwaliteit van textiel. Handlossen van bovengrondse containers is
het beste voor het textiel. Bij inzameling met de BEST-tas is gemiddeld
45% van de inhoud textiel. Gemeenten met DIFTAR hebben een hoger
percentage aan laagwaardig textiel en meer afval in het textiel dan
gemeenten zonder DIFTAR.
• De belangrijke spelers op de inzamelmarkt zijn Leger des Heils, ReShare
en Sympany (beiden zamelen circa 25 kton textiel per jaar in).
12 Geplukt textiel is textiel dat is datgene dat over blijft wanneer ingezameld textiel wordt gesorteerd op de waardevolle stomen, met name herdraagbaar textiel.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 10
2.1.5 Verwerking
• De eerste stap binnen verwerking is sorteren.
• Er is onderscheid te maken in grof sorteren ('cherry-picking' / plukken) op
herdraagbaar textiel en meer fijn sorteren op kleur, maat, seizoen, vezel,
etcetera.
• Fijn sorteren van textiel is een must; zowel voor hergebruik, recycling als
voor transparantie.
• Ongesorteerd (origineel minus A-kwaliteit), geplukt textiel gaat nu veelal
naar Oekraïne (Oost-Europa): 40%-60% wordt dan daar verkocht in
winkels.
• Afgedankt textiel (vooral kleding) dat gescheiden wordt ingezameld,
wordt thans (manueel) gesorteerd in termen van “verkoopbaarheid” voor
verkoop in (Europese) winkels (kringloopwinkels, vintagewinkels) of voor
de exportmarkt (vooral ontwikkelingslanden).
• Bekende spelers op de sorteermarkt zijn: Wieland, Vernooy Textile
Recyclers (SORT) en De Boer Groep. Sorteerders gaan soms partnerships
aan met publieke partijen (bijvoorbeeld SORT met RD4) of
kringloopwinkels.
• De grote 'commerciële' sorteerders importeren ook veel textiel uit het
buitenland om het vervolgens gesorteerd weer af te zetten.
• Niet meer herbruikbare kleding wordt nu weinig gesorteerd op
samenstelling (katoen, polyester, polyester/katoen, etcetera). Dit zou
evenwel de recycling tot grondstoffen faciliteren. Middels de Fibresort-
technologie kunnen inmiddels grote volumes automatisch worden
gesorteerd op type textielvezel.
2.1.6 Recycling en andere toepassing
• Bij de export van het in Nederland ingezamelde textiel bestaat
onduidelijkheid over de verdere verwerking in de keten. In deze landen is
het niet duidelijk welke recyclingresultaten worden gehaald.
Mogelijk komt de uitval van het sorteerproces voor een deel op een
stortplaats terecht.
13 Een fractie bestaand uit zeer kleine textieldeeltjes.
• Afvoerkanalen van reststromen van sortering zijn niet altijd transparant.
Het is veelal onbekend wat de uiteindelijke toepassing van de
uitgesorteerde stromen is (recycling/verbranden/stort/anders).
• Veel textiel komt terecht in de fluff-fractie13 van shredder-installaties en
in RDF/SRF-verbrandingsproducten.
• Textiel dat terecht komt in grofvuil wordt verbrand.
• Bepaalde stromen van afgedankte kleding, in het bijzonder
bedrijfskleding, zoals afgedragen uniformen, beschermkleding die niet
langer voldoet aan veiligheidsnormen, vervuilde kleding, corporate
identity kleding, et cetera mogen omwille van veiligheid, frauduleus
gebruik of eigendomsrecht niet als dusdanig hergebruikt worden en
moeten traceerbaar vernietigd worden.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 11
Figuur 1 Verwerking huishoudelijk textiel en niet-textiele restromen in binnen- en buitenland (bron: FFACT).
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 12
Figuur 2 Hoeveelheden ingezameld en verwerkt huishoudelijk
textiel (bron: FFACT, bewerking KplusV).
2.2 Internationale markt voor gebruikt textiel • Er is sprake van een wereldmarkt voor gebruikt textiel. Nederland is een
belangrijke speler op die markt. Vanuit Nederland vindt veel import en
export van gebruikt textiel plaats. Ook kiezen Nederlandse inzamelaars
vanuit concurrentieoverwegingen er steeds vaker voor om het
ingezamelde textiel buiten Nederland te laten sorteren of nasorteren. In
Oost-Europa en Aziatische landen als China, India en Bangladesh liggen
bijvoorbeeld de arbeidskosten voor sorteren veel lager dan in Nederland.
• In toenemende mate komt de exportmarkt onder druk te staan door
importverboden van tweedehands (herdraagbaar) textiel. Zo wordt
bijvoorbeeld per 01-01-2019 in Rwanda, Uganda en Tanzania een
importverbod van kracht. Dit ter bevordering van de eigen productie plus
verkoop van textiel in deze landen.
• Ook is een relevante ontwikkeling dat steeds meer landen, zeker China,
geen afval meer importeren: Nederland (en andere Europese landen)
moeten zelf hun stromen verwerken omdat andere landen ze niet meer
willen, én omdat we de verwerking in andere landen vaak ook niet meer
willen (arbeid, milieu).
Verwerking in NL binnen textielketen 199kton
Overig niet gescheiden textielafval
Gescheiden inzameling 90 kton
Niet gescheiden inzameling (HH
restafval) 145 kton
Gescheiden inzameling
gemeenten 65 kton
Gescheiden inzameling retailers
Gescheiden inzameling overig
Verwerking in NL buiten textielketen (verbranden):
145 kton
Niet gescheiden inzameling
Import naar textielketen in NL: 109kton
Export / verwerking buiten NL in textielketen 64,3 kotn
Export / verwerking buiten textielketen 0,1 kton
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 13
2.3 Bedrijfstextiel • Bedrijfstextiel is een mix van zeer uiteenlopende producten waarvan een
belangrijke groep kleding is zoals werkkleding, uniformen en
werkhandschoenen, vaak met bedrijfseigen logo’s, speciale kleuren of
design.
• Daarnaast is er een groep van linnen waaronder bedlinnen, tafellinnen,
keukenhanddoeken, badhanddoeken en sanitair textiel zoals
rolhanddoeken, poetsdoeken en handdoeken.
• Een derde groep omvat zeer specifiek textiel waaronder OK-
afdekmateriaal, beschermende kleding zoals kogelwerende vesten en
beschermende pakken tegen chemicaliën of bio-contaminatie; vaak
gelden hier zeer specifieke eisen en moeten een aantal van dergelijke
producten gecertificeerd worden. Zo moet OK-afdekmateriaal steriel zijn
en beschermkledij voldoen aan de normen van toepassing op het domein
waartegen ze beschermen.
• Er wordt circa 1,8 miljoen stuks werk- en bedrijfskleding geïmporteerd;
het merendeel afkomstig uit Europa (1,5 miljoen). Er wordt circa 0,6
miljoen stuks geëxporteerd; ook hier het merendeel binnen Europa (0,5
miljoen stuks). De hoeveelheid put-on-market aan werk- en
bedrijfskleding ligt derhalve ergens tussen 1,2 miljoen(1,8-0,6) en 1,8
miljoen stuks (zie ook bijlage 1).
• De “niet fashion”-producten kunnen in principe gemakkelijker worden
ingezameld bij de grote gebruikers (winkelketens, overheidsbedrijven) of
de eigenaars van de kleding (linnenverhuurders, wasserijen). Deze grote
hoeveelheden van gelijke samenstelling zijn goed te recyclen.
• Andere interessante afvalstromen binnen bedrijfstextiel voor
grondstofrecycling zijn het textielproductie-uitval, restrollen, snijresten
van confectiebedrijven en oude niet-verkoopbare voorraden. Deze
stromen zijn immers niet verontreinigd en veelal van hoge en bekende
kwaliteit.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 14
3.1 EPR als beleidsinstrument voor recycling Extended Producer Responsibility (EPR) is een belangrijk instrument in
afvalbeleid.
• Het houdt – kortweg - in dat het bedrijfsleven (producenten/importeurs)
verantwoordelijkheid draagt voor de opzet, uitvoering en bekostiging van
een inname- en verwerkingsstructuur voor de producten die zij leveren,
inclusief verkoop/vermarkting van gerecyclede producten en materialen.
• Deze producentenverantwoordelijkheid moet bijdragen aan verschillende
recyclingdoelstellingen voor producten en materialen.
Hieronder worden enkele veelgebruikte definities, doelen en vormen van
EPR weergegeven.
Definitie van EPR
• De OECD14 definieert Extended Producer Responsibility (EPR) als:
− een concept waarin fabrikanten en importeurs van producten in
belangrijke mate verantwoordelijk zijn voor de milieu-impact van hun
producten gedurende de productlevenscyclus, inclusief impacts van
selectie van materialen voor die producten eerder in de keten,
impacts van het productieproces van de producent zelf en impacts van
het gebruik en verwijdering van de producten.
− fabrikanten accepteren hun verantwoordelijkheid wanneer ze hun
producten zo ontwerpen dat ze de milieu-impact in de levenscyclus
minimaliseren en ze juridische, fysieke of socio-economische
verantwoordelijkheid accepteren voor milieu-impact die niet door
ontwerp kan worden geëlimineerd.
14 http://www.oecd.org/env/waste/factsheetextendedproducerresponsibility.htm 15 http://www.keepeek.com/Digital-Asset-Management/oecd/environment/extended-producer-
responsibility_9789264189867-en#.WmXJXK9y6xo, paragraaf 2.3
Doelen van EPR
• De OECD onderkent 4 (principiële) doelen15 die beoogd kunnen worden
met de invoeren van EPR:
1. Verminderen van gebruik van (primaire) grondstoffen.
2. Afvalpreventie.
3. Verminderen van milieu-impact van producten.
4. Sluiten van materiaalkringlopen.
Vormen van EPR
• Lindhqvist16 onderkent 5 soorten verantwoordelijkheden van EPR:
1. Financiële verantwoordelijkheid voor de post-consumer fase.
2. Fysieke verantwoordelijkheid voor de post-consumer fase.
3. Informatieverantwoordelijkheid voor de post-consumer fase.
4. Eigenaarschap in de post-consumer fase.
5. Aansprakelijkheid in de post-consumer fase.
3.2 Reeds bestaande EPR-implementaties • Bij veel implementaties van EPR-systemen worden de
verantwoordelijkheden 1 en 2 vaak (in Europa, in Nederland, in andere
landen) toegepast. Dit betekent dat het bedrijfsleven vaak financiële
verantwoordelijkheid en/of fysieke verantwoordelijkheid voor
producten en materialen in de post-consumer fase heeft.
• De verantwoordelijkheden 3 t/m 5 komen vaak wat minder aan de orde,
hoewel bij AEEA (elektronica) wel een informatieverplichting bestaat
over demontage.
• Het eigenaarschap van afval is een bron van (potentieel) conflict bij EPR.
16 https://www.iiiee.lu.se/thomas-lindhqvist
3 Kansen en uitdagingen EPR voor textiel
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 15
3.3 EPR in Nederland Bestaande EPR systemen
In de Europese regelgeving ligt EPR in vast in diverse Richtlijnen, bijvoorbeeld
voor WEEE (electrische en electronische apparatuur- AEEA) en voor
Packaging Waste (verpakkingen). Dat gaat nu over in Europees beleid voor de
Circulaire Economie. Binnen de Europese Commissie en binnen lidstaten
wordt verder gedacht over een traject voor een uniform stelsel van
producentenverantwoordelijkheid tussen een aantal Europese lidstaten en
branches. Belangrijk aspect hierbij is een Europees gelijk speelveld voor
partijen.
In Nederland geldt momenteel al een producentenverantwoordelijkheid voor
de afvalstromen van onder meer autowrakken, autobanden, AEEA en
verpakkingsmateriaal, zoals van glas, drankenkartons en kunststof. Dit op
basis van Europese regelgeving voor recycling.
Voorbeeld: EPR voor verpakkingen
Nederland moet bijvoorbeeld op grond van Europese Verpakkingsafvalrichtlijn
94/62/EG doelstellingen halen voor materiaalhergebruik en nuttige toepassing van
verpakkingsafval. Sinds 1 januari 2006 werd producentenverantwoordelijkheid
vastgelegd in het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton, overgegaan in
het Besluit beheer verpakkingen 2014. Het verpakkende bedrijfsleven is
verantwoordelijk voor de organisatie en kosten van de inzameling en recycling van
hun verpakkingsmaterialen. Basis voor de AMvB is de Wet Milieubeheer.
Producenten of importeurs (die als eerste een van bovenstaande producten
op de Nederlandse markt brengen) kunnen individueel of als collectief een
inname- en verwerkingsstructuur opzetten. In sommige gevallen is
aansluiting bij een collectieve organisatie verplicht.
De producentenverantwoordelijkheid geldt voor producenten of importeurs
die als eerste een product (van bovenstaande soorten) op de Nederlandse
markt brengen.
Producenten en importeurs worden verantwoordelijk gesteld om een
logistiek systeem op te zetten voor het afvalbeheer en ook om de
financiering hiervan te organiseren. Er is sprake van een
ketenverantwoordelijkheid, omdat ook andere schakels in de keten (zoals
gemeenten en winkels) hierbij verantwoordelijkheden hebben.
De producentenverantwoordelijkheid voor deze producten en afvalstromen
heeft geleid tot een georganiseerde inzamelstructuur en tevens tot het
behalen van relatief hoge inzamel- en recyclingcijfers.
Uitbreiding van EPR systemen
Door de resultaten van de producentenverantwoordelijkheid voor deze
producten is het idee nu deze uit te breiden naar nieuwe productgroepen
zoals wegwerpproducten, textiel en meubels.
• Kort gezegd wordt gekeken naar grote stromen consumentenproducten
die nu nog niet voldoende worden ingezameld en gerecycled.
• Er zijn momenteel geen Europese richtlijnen die voor deze nieuwe
productgroepen de invoering van producentenverantwoordelijkheid
afdwingen. Het gaat dus om nationaal (Nederlands) beleid.
3.4 EPR voor textiel? • In de introductie is al genoemd dat producentenverantwoordelijkheid
voor textiel reeds in verschillende (overheids)kaders is besproken. Zoals
de Transitieagenda Consumptiegoederen van het Grondstoffenakkoord,
het Rijksbrede programma Circulaire Economie, de Green Deal Duurzame
Inzameling Textiel (2012).
• Er zijn diverse onderzoeken naar de textielketen gedaan. De noodzaak
om de keten te verduurzamen is duidelijk aanwezig, zowel aan de
productiekant als aan de post-consumer kant.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 16
− Onder andere het Ellen MacArthur Foundation rapport (2017)17
schetst een substantiële, negatieve impact van de textielketen op
langere termijn (2050) als er geen actie wordt ondernomen.
− Het EY rapport (2016) verkent mogelijkheden voor versterking van de
EPR in huidige schema's en kijkt ter inspiratie naar EPR schema's in
Frankrijk (onder andere voor textiel) en België. Ook wordt gekeken
naar uitbreiding van het EPR instrument naar nieuwe stromen (textiel,
matrassen, luiers, bouwmaterialen).
• Er zijn eerste, vrijwillige en relatief vrijblijvende initiatieven geweest,
zoals de Green Deal textielinzameling, waarin alle partijen hebben
geprobeerd samen te werken om de inzameling van textiel te verhogen.
Ook zijn er enkele ketens die zelf een inzameling van textiel zijn gestart
(H&M, C&A). Dat heeft niet geleid tot resultaat, zie ook de Green Deal
rapportage (juni 201618).
• Volgens die rapportage is de onderliggende oorzaak het ketendeficit:
niemand pakt vrijwillig de rekening op van meer inzameling en (meer
transparante) recycling van textiel. Die oorzaak verdwijnt niet uit zichzelf
en neemt bij meer inzameling alleen maar toe.
• Als er werk gemaakt moet worden van verdere verduurzaming van de
textielketen, dan liggen minder vrijblijvende verantwoordelijkheden in de
rede, waarbij een verplichte19 producentenverantwoordelijkheid dan
meer voor de hand ligt. Ook gezien de brede toepassing van dit
instrument in het Nederlandse afvalbeleid.
• Een vergelijking met de situatie met betrekking tot kunststof
verpakkingen ten tijde voor de invoering van het Besluit beheer
verpakkingen en papier en karton in 2006 ligt ook voor de hand. Ook
toen was er eerst sprake van niet-wettelijke inzet (convenanten). Pas na
de invoering van dat Besluit is een substantiële verandering ontstaan.
17 A new textiles economy: redesigning fashion's future, Ellen MacArthur Foundation, 2017. 18 Resultaten en bevindingen verduurzaming textielketen 2012-2015, Juni 2016 19 In het Norden-rapport staan overwegingen waarmee een vrijwillig EPR-systeem zou kunnen
werken, die lijken hier niet zo aan de orde of lijken al bij de green deal niet-effectief te zijn geweest.
• Van die vergelijking zou ook geleerd kunnen worden: het heeft nog 3 jaar
geduurd voordat het systeem van de grond kwam, en door de focus op
en het succes van inzameling zijn er nu problemen om het materiaal
verder door de keten te laten lopen.
• Ook van andere EPR-systemen, zoals voor AEEA, kan geleerd worden: de
invoering was in 1999, de inzameling liep wel gestaag op maar is de
laatste 10 jaar nog serieus gestegen, pas in 2009 kwam er een convenant
met een vergoeding voor alle gemeenten.
• Lastig bij de vergelijking van EPR-schema’s van diverse producten of
tussen diverse landen zijn de verschillen in omvang, structuur,
rapportagepraktijken en consumentengedrag. Ook wordt EPR vaak
geïmplementeerd in samenhang met andere, interacterende
beleidsmaatregelen zoals afvalverboden of verwijderingsbelastingen. Bij
gebrek aan kwantitatieve gegevens is het lastig om de efficiëntie en
effectiviteit van EPR-regelingen te beoordelen.
3.5 EPR voor textiel in vergelijkend perspectief • De hoeveelheid textiel put-on-market (bij huishoudens) van circa
235 kton per jaar ligt onder die van kunststofverpakkingen en AEEA
(beiden iets boven circa 300 kton).
• De Green Deal partijen hebben op basis van onderzoek van (EY) naar de
verwerkingskosten van inzamelaars en sorteerders een aantal scenario’s
doorgerekend. Er is gesteld dat het optreden van een ketendeficit van
€33 miljoen een reëel scenario is bij meer textielinzameling of een
inzakkende marktprijs20. Dit is vergelijkbaar met het deficit in de keten
voor AEEA, het dubbele van (verpakkings-)glas – waarvan het gewicht
ongeveer het dubbele is van textiel - en ongeveer 20% van het deficit in
de kunststofketen.
20 Resultaten en bevindingen verduurzaming textielketen 2012-2015, Juni 2016.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 17
Gebaseerd op indicaties van:
• de eerder genoemde 235 kton put on market bij huishoudens,
• het in de evaluatie van de Green Deal genoemde ketendeficit van
€3321 mln en kosten voor uitvoering van EPR in de ordegrootte van
€ 522 mln,
zouden de kosten per kg. op de markt gebracht textiel zo’n € 38 / 235 =
16,223 ct/kg zijn, wat per kledingstuk bedragen oplevert in ordegroottes van
zo’n 3ct (T-shirt van 200g) of 10ct (trui, zo’n 700g).
Deze vergelijkingen en berekening zijn zeer indicatief, maar de ordegrootte
van zowel het gewicht als het mogelijke kostendeficit bij stijgende inzameling
en verwerking geven wel aan dat een EPR systeem voor textiel qua euro’s en
kilo’s vergelijkbaar zouden zijn met de andere EPR-systemen in Nederland.
3.6 Sentiment in de markt tegenover EPR? Voor de ontwikkeling en implementatie van EPR voor textiel is het sentiment
en draagvlak bij producenten en importeurs onontbeerlijk. De
brancheorganisaties Modint, INretail en VGT zijn gesproken.
• Modint is de brancheorganisatie van de fabrikanten, importeurs, agenten
en groothandelaren in kleding, modeaccessoires, tapijt en
(interieur)textiel. Er zijn ongeveer 400 bedrijven aangesloten. Zij
realiseren jaarlijks een gezamenlijke omzet van € 9 miljard in Nederland.
• INretail is de brancheorganisatie in retail non-food met ruim 5.000 leden
en 16.000 vestigingen in wonen, mode, schoenen en sport. Het betreft
een zeer heterogene markt.
• VGT (Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Textiel) is de
brancheorganisatie van warenhuizen en modeketens in Nederland. Leden
van de VGT zijn warenhuizen, modeketens, webwinkels en aanverwante
ondernemingen.
21 “Resultaten en bevindingen verduurzaming textielketen 2012-2015”, Vereniging Herwinning
Textiel, juni 2016; pagina 13; uitgaande van scenario 5: zo’n 65% inzameling en een slechte markt (veel inzameling zal eerst leiden tot lagere prijzen).
Gezamenlijk vertegenwoordigen zij in Nederland ongeveer 29.000
medewerkers, € 3,5 miljard omzet en 1.000 winkellocaties.
• Er is nog geen sector breed en afgestemd standpunt over EPR voor
textiel. Wel wordt er nagedacht over het stimuleren van de afspraken die
gemaakt zijn in het kader van de Roadmap Circulair Textiel (2017) en de
Transitieagenda Consumptiegoederen (2017). EPR grijpt in op de
producten zelf (niet op de verpakkingen) en dit maakt het spannend.
Binnen de bedrijfstextiel-keten is naar schatting circa 50% reeds bezig
met circulariteit.
• Belangrijk is dat de Roadmap Circulair Textiel en de routes uit de
Transitieagenda aansluiten bij het concept van fashionables. Men erkent
dat er 'weeffouten' in de textielketen aanwezig zijn die gerepareerd
moeten worden langs de lijnen van Convenant en Roadmap Circulair
Textiel.
• Eerder is binnen de branche gekeken naar een EPR systeem met een
garantieregeling voor de inzameling van textiel, zoals men nu ook in
Frankrijk kent (en vergelijkbaar met bijvoorbeeld papier in Nederland).
Hoewel de inzamelaars hier voorstander voor waren was en is bij
producenten geen draagvlak voor een vangnet constructie voor een
garantieprijs van ingezameld textiel voor de inzamel- en sorteersector
gefinancierd door de ‘producenten’.
• Hoewel het sentiment voor invoering van EPR niet eenduidig is, komen
uit de gesprekken wel een aantal beelden en aandachtspunten naar
voren:
− Een idee wat geopperd is om met de opbrengsten van een
tarievensysteem een soort fonds op te zetten van waaruit innovatie
kan worden gestimuleerd (EPR het moet effectief zijn en bijdragen aan
een systeem van hergebruik, doorontwikkeling van vervezel-
technieken, businessmodellen en design voor recycling).
22 Gebaseerd op indicatie € 3 mln kosten uitvoeringsorganisatie (vgl. Nedvang, Wecycle) en € 2 mln kosten campagnes en monitoring.
23 Gemiddeld, zonder gedifferentieerde tarifering. Kosten kunststof verpakkingsmateriaal 2018: 64 ct/kg, glazen verpakkingen: 5,6 ct/kg.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 18
− Aangegeven wordt dat er wel een handelingsperspectief moet zijn als
je tegen verwerkingsproblemen van ingezameld textiel aanloopt (het
mag geen "tussenstop voor verbrandingsoven" worden).
- Hoewel veel productie in buitenland plaatsvindt vindt de aansturing
veelal vanuit EU plaats. Tegelijk keert een deel van de textielproductie
weer terug naar Europa. Er lijken derhalve wel sturingsmogelijkheden
aanwezig.
- Bij EPR hoort een evenwichtig inzamelsysteem. Hoge leges/dure
concessies vanuit Nederlandse gemeenten voor textielinzameling
wordt gezien als marktverstoring. Daarbij ontstaat ook discussie over
het eigenaarschap van het gerecyclede textiel.
- Denk ook na over de "verliezers" van deze transitie (zo verdringt
technologie steeds meer de handpickers). Omscholing en onderwijs is
zeer belangrijk.
- Kijk met de transitieagenda circulair textiel hoe de gaten kunnen
worden gedicht en waar geld voor nodig is. En waarom EPR überhaupt
nodig zou zijn.
- De textielsector is bereid mee te praten over de ontwikkeling van EPR
(hoe effectief doelgericht en financieel behapbaar in te richten en op
te zetten). En of het een Nederlands EPR systeem zou moeten zijn of
een Europees EPR systeem (Europees level playing field). Relevante
partijen die daarbij worden genoemd zijn: Modint, Inretail, VGT, VHT
en eventueel Vivo (import/handel).
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 19
Dit hoofdstuk geeft een eerste schets van een mogelijke aanpak om EPR voor
textiel in te voeren. Daarbij worden een basis voor de aanpak en inhoudelijke
aandachtspunten benoemd, gevolgd door projectmatige aandachtspunten
zoals als organisatie en fasering.
4.1 Basis voor een aanpak voor EPR voor textiel • Een strategie / plan van aanpak voor de invoering van EPR voor textiel in
Nederland kan worden gebaseerd op 3 pijlers:
1. Ervaringen van andere EPR-systemen, zoals kunststof verpakkingen en
AEEA (electronica) in Nederland.
2. Basisbeginselen / uitgangspunten over EPR-systemen, bijvoorbeeld
“Extended producer responsibility - (updated) guidance for efficient
waste management” van de OECD, 2016, en onderzoek naar EPR
systemen en beleidsinstrumenten voor textiel.24
3. De al opgedane kennis en ingerichte organisatie van de textielketen.
24 Zoals in Scandinavische landen, bijvoorbeeld “EPR-systems and new business models Part II:
Policy packages to increase reuse and recycling of textiles in the Nordic region” Nordic Council of Ministers, 2015.
Figuur 3 Drie mogelijke pijlers voor aanpak en inhoud van EPR voor textiel
4.1.1 Basisbeginselen
• De OECD benoemt een aantal basisbeginselen voor EPR-schema's. Zonder
volledig te willen zijn noemen we:
− Ontwerp als incentive voor producenten voor verbetering in de keten.
− Stimuleren van innovatie.
− Helder gedefinieerde verantwoordelijkheden.
− Heldere doelstellingen.
− Een transparant proces en schema.
ontwerp en implementatie van EPR voor
textiel
Ervaringen met andere EPR-
systemen, zoals verpakkingen,
AEEA, ...
Eerdere initiatieven in en
onderzoeken naar de textielketen
Theorie over (implementatie
van) EPR-systemen, bijv. van de OECD
4 Aanpak en inhoud EPR voor textiel
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 20
4.1.2 Opgedane kennis en ervaring in de textielketen
• Er zijn diverse initiatieven en er is inmiddels al veel onderzoek uitgevoerd
naar verduurzaming van de textielketen, nationaal en internationaal. We
noemen:
− Massabalans van in Nederland ingezameld en geïmporteerd textiel
(FFact, 2014).
− Roadmap circulair textiel (2016).
− Convenant duurzaam kleding en textiel (SER, 2016).
− Resultaten en bevindingen verduurzaming textielketen 2012-2015
(Green Deal textielinzameling, 2016).
− Exploration of the Role of Extended Producer Responsibility for the
circular economy in the Netherlands, EY, 2016.
− EPR systems and new business models - Reuse and recycling of textiles
in the Nordic region (Nordic Council of Ministers 2014 (deel I), 2015
(deel II).
− Optimalisatie retourstroom bedrijfskleding Defensie (Texperium/RWS,
2014).
− Circulair bedrijfstextiel (OVAM, 2017).
− Transitieagenda consumptiegoederen (Transitieteam, 2017).
• Het wordt aanbevolen de kennis en ervaringen die ten grondslag liggen
aan bovenstaande initiatieven en onderzoeken mee te nemen in een
meer gedetailleerde verdere uitwerking van EPR voor textiel.
Enkele voorbeelden van relevante kennis en ervaring uit deze onderzoeken:
• Green deal duurzame inzameling textiel – (veel) focus op inzameling.
Opvallend in de Green Deal is dat het doel was de hoeveelheid textiel in
het restafval te verminderen door inzameling te stimuleren. Het sluiten
van de keten staat niet in het doel van de deal zelf. Met die focus op
inzameling ligt de valkuil op de loer die bij kunststof verpakkingen
optreedt: daar is het ketendeficit met EPR bij producenten neergelegd,
heeft de inzameling een boost gekregen, maar heeft de afzet / toepassing
in nieuwe producten geen gelijke trend gehouden. Dat moet nu
gerepareerd worden. Uit diverse stukken blijkt dat er onduidelijkheid is
over de verwerking van textiel, die grotendeels buiten Nederland
plaatsvindt. Als er meer ingezameld gaat worden, gaat dat alleen maar
meer worden. De achterkant van de keten (dan wel de terug levering
naar het begin van de keten) moet dus absoluut aandacht krijgen.
• Vergelijk bij kunststof verpakkingen uit huishoudens: daar is vanuit het
oogpunt op transparantie en zekerheid op recycling het materiaal altijd
binnen de EU, het meeste zelfs vlak bij Nederland, gebleven, ook al was
dat duurder dan export naar China. Wel met een (nog) hoger ketendeficit
als gevolg, maar over die keuze heeft (nu) niemand (meer) twijfels.
• In Scandinavië is onderzoek gedaan naar mogelijke EPR beleidspakketten
en hun impact op hergebruik en recycling van textiel. Er wordt een
onderscheid gemaakt in verplichte EPR-systemen en vrijwillige EPR-
systemen – in combinatie met ondersteunende beleidsinstrumenten.
Beide soorten systemen hebben impact op de inzamelingsfase van
textiel, maar minder impact op de fases voorafgaand aan de
gebruiksfase. Zonder investeringen in sorteer- en recyclingtechnologie zal
het kort termijneffect waarschijnlijk de export zijn van gemengde
gebruikte textielfracties voor sortering buiten Europa. Met name een
verplicht EPR-systeem zal grote stromen gebruikt textiel creëren. De
vrijwillige of verplichte EPR-systemen zijn per definitie exclusief, maar elk
van deze kan en moet vergezeld gaan van aanvullende maatregelen ter
bevordering van alternatieve bedrijfsmodellen zoals leasing,
kledingbibliotheken, wederverkoop van eigen merk, enz. De inzameling
van gebruikt textiel kan worden aangevuld met upstream-maatregelen,
zoals ontwerp voor langere levensduur van producten. Ook is aanvullend
beleid nodig rondom chemische belastingen, recyclingcertificaten en
grondstofprijzen.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 21
4.2 Inhoudelijke aandachtspunten • Inhoudelijk gezien zijn er een aantal elementen die een rol spelen bij de
uitwerking van EPR voor textiel:
− Draagvlak.
− Organisatorisch.
− Juridisch.
− Economisch.
− Financieel.
In de volgende paragrafen worden deze elementen nader beschouwd.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 22
4.2.1 Draagvlak
Onderwerp Aandachtspunt Toelichting
Gedragen visie op de textielketen,
duidelijke noodzaak tot actie.
Allereerst is van belang een heldere en door
iedereen gedragen visie te hebben op de
textielketen voor lange termijn (vgl. EMF: 2050) en
de daarin te nemen maatregelen.
In de Green Deal is hier al een formulering
opgenomen, deze verder te brengen.
Om de neuzen dezelfde kant op te krijgen en
weerstand/belemmeringen weg te nemen.
Visie op EPR in de textielketen, incl.
flankerend beleid / maatregelen.
Ook is een visie nodig hoe EPR helpt dit doel te
bereiken.
Duidelijkheid hoe dit past in het overall beleid, en
ook flankerende maatregelen en regelgeving hierop
aangepast worden (zoals LAP, etc.).
Is o.a. aanbeveling van OECD rapport en Norden rapport.
Niet alleen maatregelen in de post-consumer fase
(afval, inzameling, verwerking), maar ook in de
ontwerp/productiefase zijn nodig.
Op basis van ervaringen met verpakkingen: na RoV I
kwamen onder meer:
• Verduurzamingsplannen.
• Eerste eisen t.a.v. recycled content.
• Gedachten over modulated fees als incentive voor
ecodesign (zie ook EY).
Deze ervaringen en inzichten bij textiel direct meenemen.
Aangezien hier belangrijke impact van de textielketen ligt,
dit direct adresseren. Stel design for durability boven design
for recycling (Norden).
Consultatie bij alle stakeholders Betrek alle stakeholders Als er ingezet wordt op EPR, daar dan ook duidelijk over zijn
(discussie over de inrichting, het ‘hoe’, niet over het ‘wat’).
Evenwicht zoeken tussen consultatie, inspraak en
doorzetten. Meer tijd besteden aan voorbereiding kan
leiden tot snellere en betere implementatie, maar draagt het
risico van vertraging, zeker als er weerstand is bij partijen.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 23
4.2.2 Organisatorisch
Onderwerp Aandachtspunt Toelichting
Rolverdeling Een duidelijke vastlegging van rollen,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden, en hoe
samenwerking wordt geregeld (governance)
Heldere vastlegging van de scope: welke
producenten vallen onder de verantwoordelijkheid
en welke producten.
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden per rol in
evenwicht (partijen moeten ook in staat zijn hun
verantwoordelijkheid na te komen).
All actors principle: iedere speler in de keten, niet alleen de
producent, heeft een verantwoordelijkheid om bij te dragen.
Neem die verantwoordelijkheden op in regelgeving, anders
krijgen sommige partijen de gelegenheid om achterover te
leunen en zo een onderhandelingsvoordeel.
Zie bijvoorbeeld hoe dat is opgelost bij regelgeving AEEA en
rapportageverplichting afvalbedrijven bij verpakkingen.
Stakeholdersoverleg Als doel is dat de textielketen gesloten wordt, dan is
structureel overleg met alle stakeholders in die
keten noodzakelijk. De praktijk wijst ook uit dat hier
behoefte aan is. Dit overleg dient in het organisatie-
ontwerp op te worden genomen.
Voorbeelden: bij verpakkingen bestaat de
begeleidingscommissie raamovereenkomst. Bij AEEA bestaat
de Producenten Raad.
Positionering overheid Partijen uit het veld hebben vaak guidance nodig
vanuit het ministerie omdat wetgeving niet alle
uitvoeringsdilemma’s regelt, terwijl het ministerie
daar juist terughoudend in is: ze wil geen uitvoering
geven aan eigen richtlijnen cq bij beoordeling /
handhaving geconfronteerd worden met eigen
uitvoeringsbeslissingen.
Daarom moet de overheid een duidelijke
positionering en commitment neerzetten, incl. wat
wel en wat niet kan.
• Producentenverantwoordelijkheid betekent niet dat de
overheid niets meer hoeft te doen.
• Het is van belang voor uitvoeringspartijen om
onzekerheden weg te nemen. Sommige instrumenten
vergen veel tijd, inzet en geld om in te richten. De
insteek van de overheid ‘ontwikkel het eerst maar, dan
doen wij daarna wel uitspraak of het voldoet’ geeft veel
onzekerheid, discussie en zo vertraging die voorkomen
zou moeten worden.
• Verder moet de overheid ook in handhavingscapaciteit
voorzien, van producenten (o.a. free riders), maar ook
van andere ketenpartijen (illegale inzameling,
verwerking, export).
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 24
Onderwerp Aandachtspunt Toelichting
Monitoring Hoge(re) targets vergen betere reporting (EY) • Rapportage over resultaten bij EPR systemen is vaak
bron van discussie. Daarom moet zowel de wijze van
monitoring als de organisatie van monitoring goed
worden vastgelegd.
• Goed voorbeeld is het basisdocument monitoring bij
verpakkingen, wat na jaren van discussie rust heeft
gegeven over de monitoring.
• Als er meerdere PRO’s zijn, dan is een clearingorganisatie
nodig. Bijv. NWR bij AEEA.
• Rapportageverplichtingen voor alle ketenpartijen
moeten worden opgenomen in de regelgeving.
Gedragen onderzoek Stakeholders hebben bij het maken van afspraken /
onderhandelingen behoefte aan informatie die door
alle partijen wordt gedragen. De overheid moet
organiseren hoe hier vorm aan wordt gegeven.
Bijvoorbeeld bij verpakkingen heeft het KIDV
(Kennisinstituut Duurzaam Verpakken) veel ervaring
opgedaan met het uitvoeren van onderzoeken met veel
stakeholders. Dit als resultaat van ervaringen tijdens de
eerste Raamovereenkomst.
4.2.3 Juridisch
Onderwerp Aandachtspunt Toelichting
Ontwerp en invoering ‘Besluit
beheer textiel’
Voorbereiding en opstellen van feitelijke
wetsteksten, toelichting, etc.
Ook rekening te houden met (bodem)procedures van
stakeholders, bij verpakkingen hebben die jaren geduurd en
> 1 mln euro gekost. Zowel partijen onderling als tegen de
Staat.
Doelstelling Ligt focus op reductie van restafval, van
hoeveelheden of verhoging van kwaliteit en
circulariteit van de keten?
Denk aan de focus op inzameling bij kunststofverpakkingen
waarbij de verdere keten onderbelicht bleef.
Afstemming flankerende
regelgeving / beleid
Niet alles kan met EPR worden opgelost, er zullen
ook in flankerend beleid maatregelen genomen
moeten worden
Denk aan wet Milieubeheer, LAP, maar ook REACH
(gevaarlijke stoffen) en andere voorschriften t.a.v. kleding,
consumptiegoederen, arbeid, etc.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 25
Onderwerp Aandachtspunt Toelichting
Mededinging Zeker als er 1 PRO is, bijvoorbeeld bij een AVV, dan
moet rekening gehouden worden met mededinging
aspecten.
Europese regelgeving Er is geen Europese richtlijn voor textiel, EPR voor
textiel in Nederland zou een nationale kop op
Europese wetgeving zijn. Notificatie / afstemming
met Brussel zijn van belang.
De kans is reëel dat multinationals die in heel Europa actief
zijn, zich actief tegen EPR in Nederland verweren om te
voorkomen dat dit door Europa wordt overgenomen. Daar
rekening mee te houden bij het juridische aspect.
Handhaving Handhaving op producentenverantwoordelijkheid,
maar ook op verantwoordelijkheden van andere
partijen (bijv. voorkomen van lekstromen, illegale
export, ..)
Zowel handhaafbaarheid (voldoende concrete wetgeving /
richtlijnen) als capaciteit en kennis.
Aanvullende afspraken De ervaring leert dat wetgeving onvoldoende
houvast geeft voor uitvoeringsafspraken tussen
betrokken partijen. Veelal worden daarom nog
aanvullende afspraken gemaakt (bijvoorbeeld
Raamovereenkomst verpakkingen)
Aanvullende afspraken vergen extra tijd en inzet voordat op
uitvoering kan worden overgegaan, ook vanuit de
(rijks)overheid.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 26
4.2.4 Economisch
Onderwerp Aandachtspunt Toelichting
Level playing field Voor producenten is het van belang dat er een level
playing field is, iedereen moet aan hetzelfde regime
worden onderworpen.
Handhaving van free-riders, duidelijke richtlijnen.
Voorkomen / beperken van / regeling voor parallelle import
/ consumentenimport. Europees level playing field.
Vrij verkeer van goederen Een heffing in Nederland kan een belemmering zijn
voor handel binnen de EU.
De effecten en consequenties van maatregelen op vrij
verkeer van goederen binnen de EU analyseren.
Nieuwe marktordening Invoering van EPR betekent verandering van posities
in de textielmarkt (bijvoorbeeld rol inzamelaars),
hier rekening mee te houden / te analyseren.
Hier ligt een belangrijke bron voor wrijving / conflicten /
vertraging, die dan op andere aspecten (juridisch, financieel,
organisatorisch) worden uitgespeeld.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 27
4.2.5 Financieel
Onderwerp Aandachtspunt Toelichting
Heffing vs betalen kosten Mogelijkheden tussen publieke en private heffing en
publieke en private uitvoering (bijvoorbeeld
Denemarken: beide publiek, bij RoV I heffing publiek,
uitvoering privaat, bij AEEA en RoV II heffing én
uitvoering privaat.
• Bij publieke heffing is het complex om geld bij private
uitvoeringsorganisaties te krijgen25.
• Bijv. verpakkingen zie verpakkingsbelasting en stichting
Afvalfonds (RoV I).
• Bij private heffing moet de PRO een titel26 hebben
daarvoor (bijv. AVV27, mededeling).
Profit / non profit Worden er eisen gesteld aan een PRO op het gebied
van kostendekking / winstgevendheid?
Bijvoorbeeld bij verpakkingen wordt uitgegaan van de
laagste maatschappelijke kosten.
Continuïteit Worden er eisen gesteld aan een PRO op het gebied
van financiële continuïteit, bijv. middels een fonds?
Een deel van het textiel zal binnen een korte periode op de
markt komen én afgedankt worden, een deel zal langer bij
consumenten in de kast liggen. Afhankelijk van de
hoeveelheden hierin zal er behoefte zijn aan een soort
reservering voor de oude voorraad (vergelijk wit- en
bruingoed, auto’s versus verpakkingen).
Administratieve lasten Mogelijke invoering van een drempel voor betalen
van tarieven.
Vergelijk de drempel van 50.000 kg bij verpakkingen,
waardoor alleen grotere producenten (wel goed voor het
overgrote deel) geraakt wordt.
Kosten uitvoeringsorganisatie en
andere betrokkenen
Invoering van een EPR-systeem betekent het
inrichten van een uitvoeringsorganisatie, maar ook
coördinatie / ondersteuning / werk bij diverse
overheidsdiensten.
Uitvoeringsorganisaties hebben ordegroottes 5 – 40 mensen
in dienst, indicaties begroting van € 1 mln – € 5 mln,
exclusief kosten van campagnes, audits, etc.
25 Een doelheffing is een belasting waarvan de opbrengsten uitsluitend voor een bepaald doel kunnen worden gebruikt. Het bedrijfsleven zou hiermee zowel aan de financiële component van de
producentenverantwoordelijkheid als aan de registratieverplichting voldoen (via aangifte aan de Belastingdienst). Zoals nu het geval is bij de afvalstoffenheffing. 26 Een erkende en/of gecertificeerde organisatie heeft een wettelijke grondslag. Lidmaatschap van een erkend collectief is voldoende voor uitvoering van wettelijke verplichtingen. In het Besluit
kunnen ook de voorwaarden voor modelovereenkomsten met bedrijven worden opgenomen. Nedvang/Afvalfonds Verpakkingen, Fost Plus (België) en Der Grüne Punkt (Duitsland) zijn voorbeelden van erkende organisaties.
27 De Minister kan een overeenkomst over een verwijderingsbijdrage algemeen verbindend verklaren voor een ieder die dat preparaat, dat product of die stof in Nederland invoert of op de markt brengt. Het verzoek tot AVV kan slechts worden ingediend door “degenen die wat betreft de "gezamenlijke omzet en aantal" een naar het oordeel van de Minister "belangrijke meerderheid" vormen’’. Hierbij kan worden gedacht aan een dekkingsgraad van de gezamenlijke omzet van circa 75%. Papier Recycling Nederland (PRN) is een voorbeeld van een Algemeen Verbindende Verklaring (AVV).
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 28
4.3 Organisatie van EPR voor textiel
4.3.1 Overheid / organisatie IenW
Actor Rol/focus
Ministerie IenW • Coördinatie (kwartiermaker /
projectleider).
• Beleidsvorming en -ondersteuning
• Juridisch: opstellen wetgeving,
afstemming op nationale en
internationale wetgeving, behandeling
reacties (zienswijze, juridische
procedures).
• Management: overleg stakeholders /
escalatie.
RWS • Ondersteuning ministerie IenW.
• Definities, standaarden, eisen aan
monitoring.
Inspectie Leefomgeving &
Transport
• Handhaving
CBS, PBL, CPB. • Onderzoek, gegevens.
• Betreffende partijen bij de implementatiefase te betrekken alsook bij de
uitvoeringsfase. Dus rekening te houden met inzet / capaciteit,
projectmatig en structureel.
4.3.2 Betrokken partijen in de keten
• Deze zijn al deels georganiseerd / bij elkaar in de Green deal
textielinzameling.
• Partijen zijn nodig ten behoeve van consultatie, etc. Te organiseren bij
implementatie van EPR en daarna structureel.
28 Invoering van EPR voor glas, AEEA en kunststofverpakkingen duurde 3-5-10 jaar.
4.4 Fasering van EPR voor textiel Producentenverantwoordelijkheid voor textiel heeft twee fasen die zullen
verschillen in aanpak en betrokkenheid / rol van IenW:
• Invoering (ontwerp, implementatie): intensieve rol vanuit IenW, bij het
ontwerp van het systeem (visie, consultatie/draagvlak).
• Uitvoering: IenW kan meer afstand nemen, mogelijke mediator bij
conflicten tussen stakeholders, werken aan doorontwikkeling van
beleid/systeem.
4.4.1 Schets tijdlijn
• Gebaseerd op ervaringen bij andere EPR-systemen, moet rekening
worden gehouden met een periode tot het wettelijk van kracht worden
van EPR-regelgeving, met een implementatieperiode waarin iedereen in
het systeem z’n nieuwe rol gaat invoeren, met veel turbulentie, en pas
daarna een periode waarin het systeem een relatief stabiele basis heeft,
van waaruit doorgebouwd kan worden28.
Figuur 4 Voorbeeld: producentenverantwoordelijkheid verpakkingen - fasen
• Ter vergelijking: bij verpakkingen heeft de Europese commissie in 2002
actie ondernomen om Nederland de Richtlijn verpakkingsafval in
wetgeving om te zetten. Deze wetgeving is per 2006 in werking getreden.
Vervolgens heeft het tot 2008 geduurd totdat het verpakkende
bedrijfsleven zich zodanig had georganiseerd dat met gemeenten
afspraken gemaakt konden worden, waarna tot en met 2012 een eerste
fase (Raamovereenkomst Verpakkingen 1) liep.
voorbereiding wetgeving / in
werking treding Besluit
(2003 - 2005)
Inrichtingsfase, onderhandelingen,
...
(2006 - 2008)
Uitvoering eerste raamovereenkomst
(2008 - 2012)
Raamovereenkomst verpakkingen II,
aanpassing organisatie, afspraken,
regelgeving (2013 -2017)
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 29
De verpakkingsbelasting was hierbij ook nog eens de enabler. Na die
eerste fase heeft nog een aanzienlijke verandering van het systeem, incl.
aanpassing van het Besluit beheer verpakkingen per 2014,
plaatsgevonden.
• Het lijkt daarom zinvol rekening te houden met in elk geval een aantal
fasen, mogelijk ook met verschillende aanpak / uitgangspunten per fase.
Implementatie Voorbereidingsfase
(ontwerp systeem,
wetgeving)
1 – 3 jaar
Inrichtingsfase 1 – 3 jaar
Eerste uitvoeringsfase
Evaluatie / overgang naar
volgende fase
2 – 4 jaar
‘Going concern’ Volgende uitvoeringsfasen,
doorontwikkeling systeem
4.4.2 Mogelijke verschillen in uitgangspunten per (uitvoerings)fase
• Bij verpakkingen kwam het systeem pas van de grond toen er één
(publieke) inningsorganisatie en (private) uitvoeringsorganisatie kwam,
afgedwongen via de verpakkingsbelasting. Dat maakte het ook mogelijk
alle producenten aan te sluiten. Er is momenteel nog steeds één private
organisatie voor zowel innen als uitvoering.
• Bij AEEA is er met één organisatie gestart, momenteel zijn er meerdere.
• In Duitsland is er bij verpakkingen momenteel een competitiemodel,
maar ook daar is eerst gestart met één organisatie.
• Overweeg een start met één landelijk dekkende PRO, later zou dat
losgelaten kunnen worden.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 30
5.1 Bevindingen
De textielketen (met name bij huishoudens)
1. Er zijn veel cijfers beschikbaar over de textielketen in Nederland. Hoewel die niet leiden tot een complete of sluitende massabalans, zijn de ordegroottes voldoende om een beeld van de keten op te bouwen.
2. De hoeveelheid in Nederland ingezameld textiel is relatief laag, er is nog veel textiel in het restafval.
3. Veel recycling en andere toepassing van in Nederland ingezameld textiel gebeurt in het buitenland. Hier is weinig transparantie over.
4. De hoeveelheden textiel bij huishoudens liggen in vergelijkbare ordegroottes als die van kunststof verpakkingen en elektronisch afval.
5. Volgens analyses van de Ellen MacArthur Foundation zal – zonder gewijzigd beleid - wereldwijd in de komende tientallen jaren de milieu impact van textiel substantieel toenemen.
Extended Producer Responsibility (EPR)
6. EPR is een beleidsinstrument dat internationaal (OESO, Europa) en nationaal bij meerdere afvalstromen wordt ingezet om de milieu-impact van producten te verminderen door onder ander inzameling en recycling te stimuleren dan wel te verplichten.
7. In de afgelopen jaren heeft de invoering van EPR voor bijvoorbeeld verpakkingen en elektronische apparaten gezorgd voor een substantiële toename van inzameling en recycling en voor meer transparantie in de betrokken ketens.
8. Daarbij zijn zeker niet alle problemen in die ketens al opgelost. Inzameling en recycling van kunststof verpakkingsafval kampen met issues op het gebied van kwaliteit, kosten en afzet, bij elektronisch afval zijn bijvoorbeeld lekstromen en illegale export een probleem.
9. Inzet van EPR als instrument kent een lange aanloop en vergt een lange adem.
Aanpak EPR voor textiel
10. In de afgelopen jaren zijn diverse acties ondernomen om meer textiel bij huishoudens in te zamelen. De samenwerking waarin dit gebeurde, met ook de betrokkenheid van producenten en importeurs van textiel, kan gezien worden als een vorm van vrijwillige, zelf genomen producentenverantwoordelijkheid.
11. Deze acties hebben, ook volgens de betrokken ketenpartners, niet tot de beoogde resultaten geleid.
12. Mocht overwogen worden verplichte EPR in te zetten als instrument om de inzameling en recycling van textiel een significante boost te geven, dan kan voor de opzet en invoering hiervan geleerd worden van andere EPR-systemen. Een aantal inhoudelijke en organisatorische aspecten hieruit zijn geïnventariseerd in deze Quick Scan.
13. Aangezien de problematiek ten aanzien van de textielketen wereldwijd speelt, kan een Nederlandse voortrekkersrol kansen geven voor de Nederlandse concurrentiepositie.
5.2 Aanbevelingen
1. Investeer in het ontwerp van een gedegen implementatiestrategie
Implementatie van EPR voor textiel zal een meerjarig traject zijn waarbij
veel gedaan moet worden en stakeholders betrokken zullen zijn. Een
gedegen implementatiestrategie draagt bij aan het helder formuleren
van een visie en het beoogde resultaat en het daar naar toe werken, met
voldoende ruimte voor inbreng vanuit die stakeholders.
5 Bevindingen en aanbevelingen
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 31
2. Onderdeel van de implementatiestrategie is een stakeholderstrategie
EPR is in de afgelopen decennia een instrument gebleken dat veel
teweeg heeft gebracht, maar ook veel tegenstellingen / wrijving met zich
mee bracht. Sommige partijen worden geconfronteerd met extra kosten,
andere zien hun marktpositie in gevaar komen, etc. Daar zijn al veel
onderzoeken naar gedaan.
Bij de implementatie moet worden geprobeerd wrijving zoveel mogelijk
te voorkomen. Men moet er rekening mee houden dat weerstand zal
optreden en anticiperen hoe daar mee om te gaan.
3. Leer van de invoering van andere EPR-systemen
Voor andere product- en materiaalstromen zijn al EPR-systemen
geïmplementeerd. De ervaringen die bij deze implementaties zijn
opgedaan, zijn waardevol om te gebruiken.
4. Voer onderzoeken uit die bijdragen aan deze strategie
Er zijn al veel onderzoeken gedaan naar de textielketen die gebruikt
kunnen worden als input. Initiatieven voor nieuwe onderzoeken zouden
kritisch moeten worden beoordeeld in hoeverre ze nog bijdragen aan
benodigde inzichten.
Wij doen de volgende aanbevelingen voor vervolgonderzoek:
• Vergelijking maken met de gevolgde trajecten voor
producentenverantwoordelijkheid voor andere producten.
• Nader onderzoeken van Europese regelgeving rondom textiel.
• Analyse van de kaders en randvoorwaarden in Nederland voor een
heffingssysteem waarbij de mate van afdwingbaarheid een
belangrijke rol speelt en toepasbaarheid voor de textielketen.
• Analyse van de succesfactoren en nadelen van heffingssystemen van
het verpakkend bedrijfsleven en toepasbaarheid voor de textielketen.
5. Analyseer de positie van bedrijfstextiel
De problematiek ten aanzien van weinig inzameling en recycling lijkt te
liggen bij textiel afkomstig van huishoudens; maatregelen zouden daar
dan op gericht moeten zijn. Als inderdaad de problematiek niet speelt bij
bedrijfstextiel, moet worden bezien of maatregelen textiel als geheel
gaan betreffen, of alleen textiel bij huishoudens.
5 juni 2018. Ons kenmerk 1017339-004/eco/tha/eco/pti 32
Hoeveelheden ingevoerd textiel in 2016 naar goederensoort
Hoeveelheden uitgevoerd textiel in 2016 naar goederensoort
Indicatie hoeveelheden put-on-market / voorraad / verwerking in 2016 in NL
(import minus export)
m2 pa p/st -
50 Zijde 571.000 - - 389.000
51 Wol, fijn haar en grof haar; garen…. 3.136.500 - - 5.064.000
52 Katoen 116.117.500 - - 19.516.500
53 Andere plantaardige textielvezels; … 44.042.000 - - 87.603.500
54 Synthetische of kunstmatige filame… 313.350.000 - - 111.794.000
55 Synthetische of kunstmatige stapel… 75.062.500 - - 82.314.500
56 Watten, volt en gebonden textielvl…. - - - 113.984.500
57 Tapijten 48.381.000 - - -
58 Speciale weefsels; getufte textiel 7.646.000 - - 4.182.500
59 Weefsels, geïmpregneerd, bekleed, … 45.078.000 - - 13.526.000
60 Brei- en haakwerk aan het stuk - - - 28.636.000
61 Kleding en kledingtoebehoren, van…. - 524.867.500 995.179.500 15.816.000
62 Kleding en kledingtoebehoren, ande… - 8.863.500 423.859.500 32.614.500
63 Andere geconfectioneerde artikelen… 28.905.000 - 13.699.500 378.740.500
682.290.000 m2 533.731.000 pa 1.432.738.500 st 894.181.500 nb
Codering goederensoort CBS
Invoer per eenheid
m2 pa p/st -
50 Zijde 241.500 - - 1.500
51 Wol, fijn haar en grof haar; garen…. 1.083.000 - - 3.193.000
52 Katoen 78.733.000 - - 7.201.000
53 Andere plantaardige textielvezels; … 9.193.000 - - 25.558.000
54 Synthetische of kunstmatige filame… 95.892.000 - - 91.978.500
55 Synthetische of kunstmatige stapel… 45.209.000 - - 33.193.000
56 Watten, volt en gebonden textielvl…. - - - 83.428.500
57 Tapijten 202.149.500 - - -
58 Speciale weefsels; getufte textiel 9.817.500 - - 3.956.500
59 Weefsels, geïmpregneerd, bekleed, … 74.467.500 - - 12.569.500
60 Brei- en haakwerk aan het stuk - - - 14.176.000
61 Kleding en kledingtoebehoren, van…. - 295.783.000 509.443.000 9.845.000
62 Kleding en kledingtoebehoren, ande… - 6.975.000 196.409.500 23.260.000
63 Andere geconfectioneerde artikelen… 11.898.500 - 6.019.000 349.612.500
528.684.500 m2 302.758.000 pa 711.871.000 st 657.973.000 nb
Codering goederensoort CBS
Uitvoer per eenheid
m2 pa p/st -
50 Zijde 329.500 - - 387.500
51 Wol, fijn haar en grof haar; garen…. 2.053.500 - - 1.871.000
52 Katoen 37.384.500 - - 12.315.500
53 Andere plantaardige textielvezels; … 34.849.000 - - 62.045.500
54 Synthetische of kunstmatige filame… 217.458.500 - - 19.815.500
55 Synthetische of kunstmatige stapel… 29.853.500 - - 49.121.500
56 Watten, volt en gebonden textielvl…. - - - 30.556.000
57 Tapijten* -153.768.500 - - -
58 Speciale weefsels; getufte textiel* -2.171.500 - - 226.000
59 Weefsels, geïmpregneerd, bekleed, ..* -29.389.500 - - 956.500
60 Brei- en haakwerk aan het stuk - - - 14.460.000
61 Kleding en kledingtoebehoren, van…. - 229.084.500 485.736.500 5.971.000
62 Kleding en kledingtoebehoren, ande… - 1.888.500 227.450.000 9.354.500
63 Andere geconfectioneerde artikelen… 17.006.500 - 7.681.000 29.128.000
338.935.000 m2 230.973.000 pa 720.867.500 st 236.208.500 nb
Legenda:
m2: vierkante meter
pa: aantal paar (bijvoorbeeld sokken, handschoenen)
st: aantal stuks
nb: eenheid niet bekend
* De hoeveelheid export is groter dan de hoeveelheid geïmporteerd. Deze negatieve hoeveelheden zijn niet in de totalen
meegenomen
Codering goederensoort CBS
Put-on-market / voorraad / verwerking in NL (Invoer - uitvoer) per eenheid
Bijlage 1 Overzicht hoeveelheden im- en export 2016 (bron: CBS)
33
KplusV
Thema's
Vestiging Arnhem
Postbus 60055
6800 JB Arnhem
Westervoortsedijk 73
6827 AV Arnhem
T +31 (0)26 355 13 55
Vestiging Amsterdam
Postbus 74744
1070 BS Amsterdam
Science Park 402
1098 XH Amsterdam
T +31 (0)20 669 90 66
I www.kplusv.nl
Onze contactgegevens