Queen bee 22

42
Queen Bee: Melissa Miel Hoofdstuk 22

Transcript of Queen bee 22

Queen Bee: Melissa Miel Hoofdstuk 22

Het leven is zwaar als moeder van een drieling. Hoewel Melissa al één en ander heeft meegemaakt wat het aantal kinderen betreft, ondervindt ze dat iedere dag opnieuw.

Wat ze ook van plan is te gaan doen, er is altijd wel één van haar kinderen die nood heeft aan een knuffel, een flesje of een schone luier.

Al werkt het wel als bezigheidstherapie om niet voortdurend met haar gedachten bij haar verleden te zijn, en bij al die kinderen voor wie zijn gefaald had als moeder. Heel af en toe krijgt ze nog eens telefoon van één van haar kinderen, en iedere keer voelt ze zich weer zo mislukt als moeder…

En niet te vergeten wordt ze ook nog eens extra vermoeid door de baby in haar buik. Een – onverwacht – vierde kindje van haar en Robbie.

Robbie, die een superpapa blijkt te zijn voor de drieling! Vanaf het moment dat hij thuiskomt van zijn werk, staat hij mee klaar om voor zijn drie wondertjes te zorgen.

Hij is degene die hen naar hun bedjes brengt of op het potje zet als Melissa weer eens uitgeteld in bed ligt, hij is degene die verwoede pogingen doet om zijn kinderen te leren lopen en praten, en die hen met liefde overlaadt.

En alsof dat nog niet genoeg is, zorgt hij er ook nog eens voor dat het hele huis er netjes bij ligt en dat er iedere dag een behoorlijke maaltijd op tafel staat.

Het is moeilijk om toe te geven, maar… eigenlijk zou Melissa zich momenteel geen raad weten zonder alles wat hij voor haar en de kinderen doet…

En dat is dan ook de reden waarom ze probeert zich minder te verzetten telkens wanneer Robbie zich ‘s avonds in de zetel laat zakken en haar tegen zich aantrekt.

Na alles wat hij voor haar heeft gedaan en doet, verdient hij toch wel wat meer dan gezucht en rollende ogen?

Maar toch zijn er die dagen waarop Melissa het beu is om de hele tijd het brave vriendinnetje te spelen dat niets liever wil dan in de armen van haar vriend liggen.

Wanneer Robbie ‘s ochtends vroeg naar zijn werk vertrekt, negeert ze voor de verandering zijn lieve woordjes en zoen op haar voorhoofd, maar blijft ze doen alsof ze slaapt.

“Pfff, het is leuk als er voor je gezorgd wordt, maar teveel is teveel. En hij wordt me net iets té overbeschermend!”

Ze trekt haar losse zwangerschapsjurk aan, en loopt naar het turntoestel: “Hoog tijd dat ik nog eens wat lichaamspunten haal voor een volgende promotie, straks ben ik zó vaak niet meer naar m’n werk geweest dat ik geen conditie meer heb!”

“Jij geeft me wel een schop als je vindt dat ik te hard werk hé, kleine?”

Met de nodige rustpauzes tussendoor werkt Melissa de hele dag aan haar conditie. Ze gaat er zelfs zo in op, dat ze Robbie amper hoort thuiskomen…

“En wààr denk jij mee bezig te zijn?!”, vraagt die op onvriendelijke toon, wanneer hij merkt dat Melissa geen aanstalten maakt om weer rechtop te gaan zitten.

“Heb je dan echt geen enkel idee hoe schadelijk dit kan zijn voor ons ongeboren kindje? Een vrouw in jouw toestand zou moeten rusten, in plaats van zich zo in te spannen!”

“Excuseer?”, nu heeft ook Melissa het even helemaal gehad met vriendelijk doen, “Ik mag óók wel eens iets anders dan enkel in de zetel liggen en rusten hoor!”

“Het is nog altijd míjn buik, míjn baby, en jawel, ook míjn leven! Dat je niet snapt dat ik ook wel eens behoefte heb aan een beetje afleiding…”

“Mama, papa? Nie roepe, ruzie nie leuk!”

Zonder dat één van hen beiden het heeft gemerkt, is de kleine Lis achter Robbie aan gekropen, en kijkt ze nu met een bezorgd gezichtje naar hen op.

Onmiddellijk wordt de blik op Robbie’s gezicht weer wat zachter, en hij tilt zijn dochtertje op: “Het is al goed liefje, mama en papa stoppen al met ruziemaken. Zullen we eens een leuk verhaaltje gaan lezen?”

“En jij,” zegt hij met een waarschuwende blik tegen Melissa, “Jij gaat nu rusten, want ik denk dat de baby al wel inspanningen genoeg heeft gedaan vandaag!”

“Veel beter,” hoort Melissa hem even later nog zeggen, terwijl hij met Lis op de arm voorbij loopt.

En ergens weet ze ook wel dat hij gelijk heeft, maar vandaag moést ze gewoon even ontladen…

“Melissa?”, fluistert Robbie wanneer hij een paar uur later naast haar in bed komt liggen, “Ben je nog kwaad op mij?”

Even moet de slaapdronken Melissa haar gedachten op een rijtje zetten en zich herinneren wat er die dag ook weer gebeurd is.

Na een diepe zucht – van vermoeidheid of van ergernis, dat weet ze zelf eigenlijk niet – weet ze uit te brengen: “Natuurlijk niet!”

“Het is gewoon… mijn ouders zijn er al niet voor mij, ik heb amper vrienden… jij, onze drieling en de baby zijn de enige die ik nog heb, en ik wil niet dat er iemand van jullie ook maar iets overkomt, snap je?”

“Dat begrijp ik helemaal, Robbie,” kreunt Melissa, die nu een paar steken in haar onderbuik begint te voelen, “En ben jij dan ook niet meer kwaad op mij?”

“Maar natuurlijk niet, liefje. Ik was vooral erg geschrokken, maar ik ben nooit kwaad op je geweest!”

“Mooi zo,” antwoordt Melissa terwijl ze met een van de pijn vertrokken gezicht uit bed stapt, “Want ik denk dat ik je steun best wel kan gebruiken bij de bevalling!”

“Bevalling? Bedoel je… dat de baby er nu aankomt?”, vraagt Robbie, die intussen al half sliep.

“Dat lijkt met inderdaad de definitie van het woord ‘bevalling’ te zijn, ja!”, kreunt Melissa, terwijl ze haar handen om haar pijnlijke buik slaat.

“O nee, daar kan ik dus écht niet tegen…”, hoort ze Robbie mompelen.

“Dan zal ik het dus weer eens allemaal alleen moeten doen…”

“Maar oefening baart kunst, zo blijkt!”, lacht Melissa even later opgelucht, “Moet je kijken, wat een prachtig meisje ben jij, mijn kleine Fran!”

Bij gebrek aan Robbie om hun nieuwe dochtertje vast te houden – hij is intussen naar boven gelopen om de drieling te kalmeren (en ook om zelf niet bij de bevalling te moeten zijn) – legt ze de kleine Fran even op de grond: “Ik had kunnen weten dat het er weer meer dan eentje zou zijn!”

“Hallo daar, kleine meid!”, lacht ze even later naar haar jongste dochter, “Wel, mijn genen zijn blijkbaar dominant, want net als je zusje heb je mijn huidskleur, blauwe ogen en blonde haar!”

“En gelukkig had ik al rekening gehouden met een tweeling, want zo heb ik meteen ook bedacht dat we jou Sam gaan noemen!”

Maar ook Sam krijgt even een plekje op de grond…

“Nee… ik ben dol op kinderen, maar alsjeblieft niet wéér een drieling…”

“En ik mag hopen dat jij voorlopig de laatste bent!”, praat ze quasi-bestraffend tegen het derde meisje, “Gelukkig heb jij de huidskleur van je vader, anders zou ik nog gaan denken dat hij er helemaal niks mee te maken heeft!”

“Nu alleen nog een naam bedenken, want eerlijk gezegd had ik niet gerekend op nóg eens drie kleintjes…”

“Wat vindt je van Fran?”, vraagt Robbie, die intussen de kamer is binnengekomen en voorzichtig Flo optilt.

“Fran? Dat vind ik wel leuk bedacht ja, past goed bij de namen van haar zusjes!”, antwoordt Melissa, uitgeput van de driedubbele bevalling.

Terwijl Robbie meteen begint te ratelen over dat zij nu maar in bed moet kruipen en hij wel voor de kleintjes (en de grootjes) zal zorgen, staart Melissa half-wanhopig voor zich uit.

En ik was van plan hem de deur te wijzen zodra Fem, Lis en Mats kinderen zijn…

Maar zés kinderen, waarvan drie baby’s… nee, dat kan ik hem echt niet aandoen…

TOT DE VOLGENDE KEER!!!

Die arme Melissa, nu zit ze nog tot de kindertijd van de jongste drieling aan Robbie vast… Maar laten we het van de positieve kant bekijken: ze heeft nog nooit op zo’n korte tijd zes kinderen gehad, dus kan ze hem des te sneller aan de kant schuiven :pNu ga ik eerst maar eens bij één van mijn andere families spelen, mijn vingers jeuken zo’n beetje om de Filosjes (PU) nog eens te bezoeken ;) Tot een volgende update?