PUZZELS © Bijbelverhalen · l t h h i i a i j b w w e h o w c l u e d t m k i j u v s a o l o r a...
Transcript of PUZZELS © Bijbelverhalen · l t h h i i a i j b w w e h o w c l u e d t m k i j u v s a o l o r a...
PUZZELS © Bijbelverhalen.nl
2 Puzzel tekst Hebreeën 11:37
3 Puzzel tekst Openb. 21:6
4 Puzzel tekst Openb. 21:4
5 Puzzel tekst Psalm 1:1
6 Puzzel tekst Psalm 101:7a
7 Puzzel tekst Lucas 6:27
8 Puzzel tekst Psalm 56:4,5
10 Puzzel tekst Psalm 121:1,2
11 Puzzel tekst Genesis 18:18
12 Vogels uit de bijbel
13 Koninkrijk van God
14 Hoe word je gered?
15 Spreukenpuzzel
17 Het kruis is een christelijk symbool
18 Allemaal kinderen van Adam en Eva
19 Een schat in de hemel
20 Gezegend is Hij
21 Een paaspuzzel maken
22 Zendingspuzzel
23 Welke plaatjes horen bij elkaar?
24 Accordeons
25 Bidden – Praten met God
26 Engelen
27 Vragenspel
Puzzelteksten Hebreeën 11:3
Tekstenpuzzel Openbaring 21:6
Puzzeltekst Openbaring 21:4
Tekstenpuzzel Psalm 1:1
Tekstenpuzzel Psalm 101
I G Z U I V E R K N M I
J N I D A A W K E P S A
L E I D S I S G N E T E
N P L T R A A T N S O V
N O O R K A D N E I R V
W E I E L A A I N E T G
T E G N B Z A S E D R I
E G T J I X X M O X X X
T W O N I N G X L O X X
X R G X X W X X X O B X
X E A O I Z Z R F V V X
N X X H O N R E C H T X
BOOSAARDIG HART KENNEN
KWAAD ONRECHT TROTS
VOLMAAKT VRIEND WONING
ZINGEN ZUIVER ZWIJGEN
Zoek de woorden. Schrijf de overgebleven letters hieronder. Zij vormen de tekst Psalm 101:7a
Tekstenpuzzel Lucas 6:27
R H
E D B J E V Z V I J N A N
D A E E N L L I O E F W E E E
S O A G O O E D N V O O B R W
G I E B E J U L D J D L B I E
H A T K K E N Z A E O E E G E
N W E I E N J U A Z E L H L I
E N V G E R A V R U N L F O E
K E N N B K I D S S D V E O O
R A W I E J W U N L L I I E S
W L E C H T B A E O H A L N D
E L E N X X X X A X X E X X X
B O V E N K L E E D B X X N X
X X X K R A C H T J X X X X X
X B L I K X X X I X X X X X X
S P R E K E N B E D A N E G X
BIJBEL DOEN GOED
JEZUS KWAAD LIEFHEBBEN
ONDANKBAAR SPREKEN VLOEKEN
WANG ZONDAARS GENADE
BLIK KRACHT BOVENKLEED
Zoek de woorden. Schrijf de overgebleven letters hieronder. Zij vormen Lucas 6:27
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Tekstenpuzzel Psalm 56
I N M I J N B A N G S T D N T
G E U U R V E R T R O S A E E
U E O W I K O P G O T N N T O
D W N M I E N S W E E O K F V
O R D A Z I K P R L R I O O J
S O N P D W G V E O D V F L E
R T R E O E E K U W I K F E A
N G S T W L I R D K E N E G I
K N I E I U T O V W A T R K N
A N E N R E O N S I T E S R E
V E G T L D I R N G N M I J V
A A S L I C H T T N D G O E E
B I J B E L N x T R A N E N L
T E G E N S T A N D E R S N x
x x x x x x x x x x x V x x x
BIJBEL DANKOFFERS DOOD
GELOFTEN GENADE LEVEN
LICHT OMZWERVINGEN STERVELING
STRUIKELEN TEGENSTANDERS TRANEN
VERTROUWEN VOET
Zoek de woorden. Schrijf de overgebleven letters hieronder. Zij vormen de tekst Psalm 56:4,5
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Tekstenpuzzel Psalm 121:1,2
M I J N H N U L P K N O
M T V A E N N D E H E E
N E R M D I A E H D L E
N E O M E L E A I N E A
E K R A R D E E G N K D
V G E E M A H A E K N A
E T T H M G E P E F A A
L T H H I I A I J B W W
E H O W C L U E D T M K
I J U V S A O L O R A L
L E E K W A W A S D X X
E D N A H R E T H C E R
RECHTERHAND GAAN KOMEN
EEUWIGHEID LEVEN SLAPEN
KWAAD WACHT WANKELEN
SLUIMEREN
Zoek de woorden. Schrijf de overgebleven letters hieronder. Zij vormen de tekst Psalm 121:1,2
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
Tekstenpuzzel Genesis 18:18
A L L E V O L K K E N G
O P A A R D E Z U L I L
H A N D E L E N L T O E
N W E N S E N Z H O G W
E Z E G E N D C T E W O
R E C H T V A A R D I G
R D E N A M L S A B R N
A H A M W A N D T I K E
N E G N I L E M O K A N
H E B H E O M U I T G O
E K O Z G E N X X X X Z
G E H E I M H O U D E N
GEHEIMHOUDEN HANDELEN MACHTIG
GOED RECHTVAARDIG WOLK
NAKOMELINGEN
ZONEN
Zoek de woorden. Schrijf de overgebleven letters hieronder. Zij vormen de tekst Genesis 18:18
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………
(Let op: de letter ij wordt in deze puzzel als twee letters gebruikt.) Oplossing: Horizontaal: 4. gelukkig- 6. vriendelijkheid - 8. naastenliefde- 9. waarheid- 10. blijdschap Vertikaal: 1.vrede- 2. gerechtigheid - 3.kinderen - 5. overvloed – 7. Jezus.
Spreukenpuzzel Zacheüs had niet zo’n ellendig leven gekregen als hij had geluisterd naar de spreuken van koning Salomo. Knip dit blad in stukjes en probeer dan of je de zinnen weer goed kunt leggen. Welke plaatjes horen bij welke tekst?
Spr. 1:10
Mijn zoon
als zondaars je proberen in te palmen
geef er niet aan toe.
Spr. 1:33
Wie naar mij luistert
zal veilig zijn.
Spr. 3:7
Wees niet
eigenzinnig, maar heb ontzag
voor de Heer.
Spr. 3:26
De Heer beschermt je
tegen hinderlagen.
Spr. 4:23.
Waak vooral over je hart,
het is de bron van je leven.
Spr. 28:27.
Wie aan de armen geeft
lijdt nooit
gebrek.
Spr. 11:12.
Wie zijn medemens kleineert
heeft geen verstand.
Spr. 26:27
Wie een kuil graaft voor een ander
valt er zelf in.
Spr. 28:10.
De oprechten vinden
geluk.
*Dit puzzeltje kan individueel gemaakt worden, of met groepen tegen elkaar, klein of uitvergroot. Opgehangen aan wasknijpers op een gespannen lijntje, in speciale doosjes gestopt worden, verstopt en opgezocht worden. Opgeplakt op kunstbloemen of verstopt in oude boeken, achterop een rug gespeld, enz. Er zijn eindeloos veel mogelijkheden. Het is belangrijk dat ze met die spreuken bezig zijn. Je kunt de kinderen ook een boekje laten maken met de teksten erin of een schrift erbij geven, waarin ze wijze raad (levenswijsheid) kunnen opschrijven. Evt. aangevuld met raad van opa, oma, mamma, pappa of de meester op school, of spreekwoorden. Een andere mogelijkheid is om elk stukje op een papieren bloem te plakken en er een ‘boeketje’ van te maken.
Een schat in de hemel
Alle antwoorden voor dit kruiswoordraadsel over je grootste schat staan in Matt. 6:19-21
Horizontaal:
1. Plaats waar je schat moet zijn. 4. Gevoel van blijdschap 6. Plaats waar je niks ziet 8. Schatten uit oesters
Verticaal:
1. pomp van bloed 2. oneindig 3. verlangen 5. een vliegend insect 6. schitterende steen 7. verzamelen
Gezegend is Hij
Lees Matteus 21: 1-11 Vul dan de juiste woorden in. Wat schreeuwde de menigte toen Jezus opging naar Jeruzalem? Het antwoord vind je in de rode vakjes.
1. Wat voor karakter had Jezus? 2. Ergens behoefte aan hebben 3. Een dier dat een last kan dragen 4. Een voorvader van Jezus 5. De mensen verlangden dat Jezus hun … werd 6. Wat gooiden ze voor hem op de grond? 7. Zijn vijanden zeiden: “Wat is dat voor een …”
Wat riepen de mensen, terwijl ze met palmtakken zwaaiden?
Puzzel over de zending Streep alle woorden weg die met zending te maken hebben.
De overgebleven woorden vormen een zin die Jezus zei tegen zijn discipelen.
Evangelie
Behandel
Voorlezen
Anderen
Prediken
Kinderbijbels geven
Zendingsoffer
Kerken bouwen
Kindertehuizen oprichten
Gevangenen bezoeken
Zoals
Iemand helpen
Je
Naar iemands probleem luisteren
Zou
Van Jezus vertellen
Zingen
Verzorgen
Scholen bouwen
Voedsel uitdelen
Willen
Film over Jezus draaien
Mensen leren lezen en schrijven
Bidden
Vliegen om te helpen
Dat
Ze
Brieven schrijven aan gevangenen
Jullie
Een kaartje sturen met een
bemoediging
Over moeilijke paden in de
bergen lopen
Dopen
Duidelijk voor je mening uitkomen
Van lelijke mensen houden
behandelen.
Behandel anderen zoals je zou willen dat ze jullie behandelen.
Welke twee plaatjes horen bij elkaar?
(plaatjes met dank van Christart.com)
1 2 3 4
5 6 7 8
9 10 11 12
13 14 15 16
17 18 19 20
Oplossing: 1-16, 2-13, 3-10, 4-11, 5-9, 6-12, 7-15, 8-14, 17-19, 18-20 www.bijbelclub.info
Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. Fil. 4:4
Welke accordeons horen bij elkaar?
Geef ze dezelfde kleur www.bijbelclub.info
Let op: De letter ij wordt in deze puzzels als twee letters gezien.
Oplossing:
Horizontaal: 2. smeken – 4. gebeden – 7. schietgebedje – 9. danken – 10. zegening – 11. eerbiedig
Vertikaal: 1. lofprijzing – 3. knielbankje – 5. verhoring – 6. nederig – 8. Vader
Oplossing:
Horizontaal:
3. strijders
5. cherubs
8. dienaren
9. aanbidding
10. Gabriël
11. verschijning
Vertikaal:
1. Beschermen
2. Aankondigen
4. vleugels
6. engelen
7. heilig
Vragenspel
1. Zeg mij, de vraag is lang niet gek. Wie had er een wonderlijk bidvertrek? (Jona.) 2. Zeg ons duidelijk en gezwind Wie bad er vurig om een kind? (Hanna.) 3. Zeg ons het antwoord alsjeblieft. Wie werd door zijn vader erg geliefd? (Jozef.) 4. Dit kunt jij ons wel verklaren. Wie er heel goede vrienden waren. (David en Jonathan.) 5. Ik wil dat jij me eens vertelt: Wie heeft zich als een zot eens aangesteld? (David.) 6. Gaat deze vraag soms boven jouw pet? Wie bedroog haar vader met een beeld in bed? (Mikal.) 7. Ik zie het al jij bent niet dom. Wie werd door ongeloof eens stom? (Zacharias.) 8. Dit zal jij vast en zeker weten. Wie eens iemand vreselijk had vergeten. (De schenker.) 9. We blijven steeds maar verder gaan. Wie heeft er veel voor de weduwen gedaan? (Stefanus, of Dorkas.) 10. Ik denk dat je veel in de bijbel leest, als je weet wat een belangrijke maaltijd is geweest. (Avondmaal.) 11. Deze vraag brengt je niet uit het lood. Wie werd door Jezus opgewekt uit de dood? (Lazarus.) 12. We zijn voor geen enkele vraag beducht. Op welke dag schiep God de dieren in het water en in de lucht? (vijfde) 13. Deze vraag weet je vast wel. Wat betekent Betel? (Huis Gods.) 14. Al ben je een kampioen in vergeten, toch weet je wel hoe de twee vrouwen van Elkana heten. (Hanna en Peninna.) 15. Deze vraag is echt om te zuchten Hoe moest Paulus uit Damaskus vluchten? (In een mand.) 16. Het is knap als je het antwoord geeft. Wie hebben de brandende oven overleefd? (Sadrak, Mesak en Abednego.) 17. Je bent de beste uit de klas, als je weet hoe Jakobs naam na Pniël was. (Israël.) 18. Geen moeilijke vraag dit keer. Wie liep er met Jezus op het meer? (Petrus.) 19. Dit heb je zeker wel gelezen. Wie mag die man in de boom wel wezen? (Zacheus.) 20. Even nadenken dan allemaal.Wie spietste men aan zijn eigen paal? (Haman.)