Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

28
pm onderwijsdag 2011 wat is er te doen? interview met albert verlinde gewapend op zoek naar de don breda tienduizend euro dankzij bleekselderij giftige stoffen in wiet Columns: Eerste jaargang, april 2011 ab bobbink, marije markus & eriC van oevelen #1 uitnodiging onderwijsdag 2011

description

De Onderwijsdag van Avans Hogeschool staat 14 april in het teken van kwaliteit. Op die dag wordt kwaliteit vanuit verschillende invalshoeken belicht. Dit magazine biedt een voorproefje.

Transcript of Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

Page 1: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

pm

onderwijsdag 2011 wat is er te doen?interview met albert verlindegewapend op zoek naar de don bredatienduizend euro dankzij bleekselderijgiftige stoffen in wietColumns:

Eerste jaargang, april 2011

ab bobbink, marije markus & eriC van oevelen

#1

uitn

odig

ing

onde

rwijs

dag

2011

Page 2: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

3Punt Magazine

De onderwijsdag staat 14 april in het teken van kwaliteit. Dit magazine biedt

Avans Hogeschool je aan als voorproefje. Het belooft een mooie dag te worden

waarin de noodzaak van kwaliteit voor het Hoger Onderwijs aandacht krijgt,

voor u als medewerker en voor onze studenten.

Op de Onderwijsdag wordt kwaliteit vanuit verschillende invalshoeken belicht.

CoaChen van kwaliteitwat is jouw kwaliteit?student & kwaliteitaanleg? of hard werken?

kwaliteit & keurmerkbewaken van kwaliteitkwaliteit & avansNieuwsgierig naar het volledig programma? Kijk dan op lic.avans.nl

Veel leesplezier en tot donderdag 14 april 2011,

De organisastie van de Onderwijsdag

Kloof en Kwaliteit

‘Waar gaat dit helemaal over…’ Het was niet een

vraag om verduidelijking van de bestuurder,

maar een vermoeide verzuchting. onbegrepen

voelen en onbegrip. De bestuurder waande zich

onbespied en onbeluisterd. ik zag en hoorde

het en wilde dat ik het niet gehoord had.

Kwaliteit en onbegrip, een onhandige

combinatie, maar onbegrip beïnvloedt wel

kwaliteit. wij hebben het heel diffuus

over kwaliteit op strategisch, tactisch

en operationeel niveau. De student en de

medewerker hebben het over kwaliteit op

een ander niveau dan de bestuurder en

ze begrijpen elkaar niet. ‘waar gaat dit

helemaal over…’

Paul Rüpp probeert in ‘Avans, de beste

vanuit passie en betrokkenheid’ de

kloof te overbruggen tussen medewerker

en bestuurder door te stellen dat het

natuurlijk frustrerend is wanneer een

beamerkar niet op tijd beschikbaar is.

we moeten streven naar een perfecte organisatie in

kleinschalige werkomgevingen.

Dat is een mooie schets, maar de huidige docent klaagt eerder

over een Smartboard dat niet werkt en het licht dat niet uit

kan tijdens het afspelen van een filmpje. De beamerkar bestaat

nauwelijks meer in het bewustzijn van de docent.

Dat klinkt als een flauwe opmerking, maar het is wel de kern van

en symptomatisch voor de grote afstand tussen operationeel en

strategisch niveau binnen avans. De afstand tussen groot zijn

en kleinschaligheid. De kloof die de kwaliteitsbeleving van

iedereen binnen avans bepaalt.

De student maakt zich druk over roosters die niet deugen, de

docent windt zich op over de werkomstandigheden en werkdruk en

het College van Bestuur wil strategisch een sociaal innovatieve

organisatie ontwikkelen ‘waarin medewerkers hun professionaliteit

optimaal inzetten om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling

van de student, het beroep en de regio’.

iedereen vraagt om betere communicatie; de medewerkers en

studenten willen gehoord worden en vragen om betere communicatie,

het CvB streeft naar gesprekken met studenten en medewerkers om

verbinding te vinden. Maar de kloof tussen strategisch denken

en operationalisering lijkt niet te overbruggen.

liz Chermin, directeur van de academie voor Marketing en Business

Management, twitterde naar aanleiding van het thema van de

onderwijsdag 2011: ‘een goede accreditatie is eerder het gevolg

van goede interne marketing dan een kwaliteitskeurmerk’.

ik denk dat ze gelijk heeft en dat een goede accreditatie, een

goede kwaliteit het loon is van goed verkopen van je bedoelingen,

goed communiceren. Kwaliteit is elkaar verstaan en begrijpen.

Het ideaal van avans is: studenten afleveren die onze samenleving

verder helpen. ik voeg daaraan toe dat ik hoop dat ze medemensen

worden die nooit verzuchten ‘Waar gaat dit helemaal over…’,

maar vragen ter verduidelijking stellen en naar de antwoorden

luisteren, zodat ze te weten komen waar het de ander om gaat,

om te weten wat de ander als kwaliteit ervaart.

Ab Bobbink is docent aan de Academie voor Gezondheidszorg

nummer 1Als medewerker kan het je niet ontgaan zijn dat Avans Hogeschool in 2010 door Elsevier en de Keuzegids Hoger Onderwijs is uitgeroepen tot de beste hogeschool van Nederland. Dat is iets om trots te zijn en de nummer 1-positie is dan ook terug te vinden op koffiebekers, briefpapier en grote borden bij Open Dagen.Maar zoals elke succesvolle voetbalcoach en hitzanger je kan vertellen: het is misschien nog wel moeilijker zo’n hoge notering te handhaven dan te bereiken. Mede daarom gaat het College van Bestuur van Avans de komende jaren investeren in kwaliteit. Maar wat is kwaliteit precies? Zijn dat studenten die allemaal negens halen, is dat lesroosters drie weken voor de start van een nieuwe periode bekendmaken, is dat medewerkers ruimte bieden om zichzelf bij te scholen? De Onderwijsdag 2011 staat in het teken van kwaliteit. Door middel van workshops, gastlezingen en een rondgang langs verschillende presentaties kun je als medewerker een beeld krijgen van kwaliteit binnen Avans. Onder andere gastspreker

Albert Verlinde en bestuursvoorzitter Paul Rüpp nemen in dit nummer van PM alvast een voorschot op het begrip kwaliteit. Dat Avans al langer studenten aflevert die betrokkenheid tonen bij de samenleving en op een hoog niveau bezig zijn met projecten kunt je ook terugvinden in deze eerste editie van PM. Dat varieert van een onderzoek naar C02-uitstoot in Brabant tot een film voor en over kinderen met een broertje of zusje dat ernstig ziek is. Deze verhalen waren al eerder in Punt te lezen, maar komen in dit magazine samen.Het is onze intentie om elk jaar, naast de maandelijkse papieren Punt en de dagelijkse berichtgeving op de website een PM te maken met mooie, nieuwe, verhalen die verband houden met het thema van de onderwijsdag. Want over de beste hogeschool van Nederland is genoeg te vertellen.

Arold RoestenburgHoofdredacteur Punt

inhoud:

• onderwijsdag 2011: wat is er te doen?

• Colofon • Column: eriC van oevelen

Column: marije markus

Column: ab bobbink

kwaliteit is ook troep opruimen in de lokalen

Co2 hergebruiken voor bloementeelt

op zoek naar de don

pabo-studenten doen onderzoek op aCademisCh niveau

giftige stoffen in wiet

‘ wij kregen soms ook tranen in onze ogen”

veiligheidsexperts met de voeten in de klei

‘je moet geen gekke dingen doen om je doelgroep te bereiken’

suiker als nieuwe brandstof

van veemarkt tot CongresCentrum

de agrarisChe seCtor automatiseren

3

4

6

8

10

12-13

14

16

18

20

22

24

2627

Foto: Beeldveld/Wilfried Scholtes

2 onderwijsdag 2011

Page 3: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

3Punt Magazine

De onderwijsdag staat 14 april in het teken van kwaliteit. Dit magazine biedt

Avans Hogeschool je aan als voorproefje. Het belooft een mooie dag te worden

waarin de noodzaak van kwaliteit voor het Hoger Onderwijs aandacht krijgt,

voor u als medewerker en voor onze studenten.

Op de Onderwijsdag wordt kwaliteit vanuit verschillende invalshoeken belicht.

CoaChen van kwaliteitwat is jouw kwaliteit?student & kwaliteitaanleg? of hard werken?

kwaliteit & keurmerkbewaken van kwaliteitkwaliteit & avansNieuwsgierig naar het volledig programma? Kijk dan op lic.avans.nl

Veel leesplezier en tot donderdag 14 april 2011,

De organisastie van de Onderwijsdag

Kloof en Kwaliteit

‘Waar gaat dit helemaal over…’ Het was niet een

vraag om verduidelijking van de bestuurder,

maar een vermoeide verzuchting. onbegrepen

voelen en onbegrip. De bestuurder waande zich

onbespied en onbeluisterd. ik zag en hoorde

het en wilde dat ik het niet gehoord had.

Kwaliteit en onbegrip, een onhandige

combinatie, maar onbegrip beïnvloedt wel

kwaliteit. wij hebben het heel diffuus

over kwaliteit op strategisch, tactisch

en operationeel niveau. De student en de

medewerker hebben het over kwaliteit op

een ander niveau dan de bestuurder en

ze begrijpen elkaar niet. ‘waar gaat dit

helemaal over…’

Paul Rüpp probeert in ‘Avans, de beste

vanuit passie en betrokkenheid’ de

kloof te overbruggen tussen medewerker

en bestuurder door te stellen dat het

natuurlijk frustrerend is wanneer een

beamerkar niet op tijd beschikbaar is.

we moeten streven naar een perfecte organisatie in

kleinschalige werkomgevingen.

Dat is een mooie schets, maar de huidige docent klaagt eerder

over een Smartboard dat niet werkt en het licht dat niet uit

kan tijdens het afspelen van een filmpje. De beamerkar bestaat

nauwelijks meer in het bewustzijn van de docent.

Dat klinkt als een flauwe opmerking, maar het is wel de kern van

en symptomatisch voor de grote afstand tussen operationeel en

strategisch niveau binnen avans. De afstand tussen groot zijn

en kleinschaligheid. De kloof die de kwaliteitsbeleving van

iedereen binnen avans bepaalt.

De student maakt zich druk over roosters die niet deugen, de

docent windt zich op over de werkomstandigheden en werkdruk en

het College van Bestuur wil strategisch een sociaal innovatieve

organisatie ontwikkelen ‘waarin medewerkers hun professionaliteit

optimaal inzetten om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling

van de student, het beroep en de regio’.

iedereen vraagt om betere communicatie; de medewerkers en

studenten willen gehoord worden en vragen om betere communicatie,

het CvB streeft naar gesprekken met studenten en medewerkers om

verbinding te vinden. Maar de kloof tussen strategisch denken

en operationalisering lijkt niet te overbruggen.

liz Chermin, directeur van de academie voor Marketing en Business

Management, twitterde naar aanleiding van het thema van de

onderwijsdag 2011: ‘een goede accreditatie is eerder het gevolg

van goede interne marketing dan een kwaliteitskeurmerk’.

ik denk dat ze gelijk heeft en dat een goede accreditatie, een

goede kwaliteit het loon is van goed verkopen van je bedoelingen,

goed communiceren. Kwaliteit is elkaar verstaan en begrijpen.

Het ideaal van avans is: studenten afleveren die onze samenleving

verder helpen. ik voeg daaraan toe dat ik hoop dat ze medemensen

worden die nooit verzuchten ‘Waar gaat dit helemaal over…’,

maar vragen ter verduidelijking stellen en naar de antwoorden

luisteren, zodat ze te weten komen waar het de ander om gaat,

om te weten wat de ander als kwaliteit ervaart.

Ab Bobbink is docent aan de Academie voor Gezondheidszorg

nummer 1Als medewerker kan het je niet ontgaan zijn dat Avans Hogeschool in 2010 door Elsevier en de Keuzegids Hoger Onderwijs is uitgeroepen tot de beste hogeschool van Nederland. Dat is iets om trots te zijn en de nummer 1-positie is dan ook terug te vinden op koffiebekers, briefpapier en grote borden bij Open Dagen.Maar zoals elke succesvolle voetbalcoach en hitzanger je kan vertellen: het is misschien nog wel moeilijker zo’n hoge notering te handhaven dan te bereiken. Mede daarom gaat het College van Bestuur van Avans de komende jaren investeren in kwaliteit. Maar wat is kwaliteit precies? Zijn dat studenten die allemaal negens halen, is dat lesroosters drie weken voor de start van een nieuwe periode bekendmaken, is dat medewerkers ruimte bieden om zichzelf bij te scholen? De Onderwijsdag 2011 staat in het teken van kwaliteit. Door middel van workshops, gastlezingen en een rondgang langs verschillende presentaties kun je als medewerker een beeld krijgen van kwaliteit binnen Avans. Onder andere gastspreker

Albert Verlinde en bestuursvoorzitter Paul Rüpp nemen in dit nummer van PM alvast een voorschot op het begrip kwaliteit. Dat Avans al langer studenten aflevert die betrokkenheid tonen bij de samenleving en op een hoog niveau bezig zijn met projecten kunt je ook terugvinden in deze eerste editie van PM. Dat varieert van een onderzoek naar C02-uitstoot in Brabant tot een film voor en over kinderen met een broertje of zusje dat ernstig ziek is. Deze verhalen waren al eerder in Punt te lezen, maar komen in dit magazine samen.Het is onze intentie om elk jaar, naast de maandelijkse papieren Punt en de dagelijkse berichtgeving op de website een PM te maken met mooie, nieuwe, verhalen die verband houden met het thema van de onderwijsdag. Want over de beste hogeschool van Nederland is genoeg te vertellen.

Arold RoestenburgHoofdredacteur Punt

inhoud:

• onderwijsdag 2011: wat is er te doen?

• Colofon • Column: eriC van oevelen

Column: marije markus

Column: ab bobbink

kwaliteit is ook troep opruimen in de lokalen

Co2 hergebruiken voor bloementeelt

op zoek naar de don

pabo-studenten doen onderzoek op aCademisCh niveau

giftige stoffen in wiet

‘ wij kregen soms ook tranen in onze ogen”

veiligheidsexperts met de voeten in de klei

‘je moet geen gekke dingen doen om je doelgroep te bereiken’

suiker als nieuwe brandstof

van veemarkt tot CongresCentrum

de agrarisChe seCtor automatiseren

3

4

6

8

10

12-13

14

16

18

20

22

24

2627

Foto: Beeldveld/Wilfried Scholtes

2 onderwijsdag 2011

Page 4: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

4 onderwijsdag 2011 5Punt Magazine

w at vindt u van medewerkers die de Onderwijsdag vooral zien als een goed moment

om achterstallige werkzaamheden in te halen?‘Het aantal medewerkers dat de Onderwijsdag bezoekt, is de laatste jaren enorm gestegen. Maar na 14.00 uur zie je inderdaad mensen weggaan. Dat vind ik niet verstandig. Dat is niet de bedoeling. ‘s Middags zie je juist wat we als Avans allemaal presteren. Daar hoor je van op de hoogte te zijn, ook uit respect voor je collega’s!’

Als Avansmedewerker ken je Avans toch al?‘Ik heb zélf gemerkt dat je op de Onderwijsdag ongelooflijk veel informatie kunt krijgen over Avans en waar wij de accenten leggen. Persoonlijk vind ik dat medewerkers niet alleen onderweg moeten zijn van thuis naar werk en terug. Ze moeten onderdeel zijn van de organisatie. Je levert daar zelf een belangrijke bijdrage aan en krijgt er veel voor terug. Betrokkenheid en binding, dat komt ook terug in het nieuwe Meerjarenbeleidsplan. Hoe vaak

zeggen docenten niet tegen hun studenten dat ze eens op een bepaalde plaats moeten gaan kijken? We hechten er veel belang aan dat studenten dat doen. Goed voorbeeld doet goed volgen. Medewerkers die ’s middags niet een kijkje nemen op de Onderwijsdag doen zichzelf en de organisatie te kort.’

Het wordt de tweede Onderwijsdag voor u als bestuursvoorzitter. Waar gaat u op letten?‘Ik ga kijken hoever de organisatie is gekomen ten opzichte van vorig jaar, toen het thema talent was. Talentontwikkeling geldt niet alleen voor de student, maar ook voor de medewerker. Dat is een onderdeel van kwaliteit, het thema van dit jaar. Kwaliteit moet je daarnaast op andere terreinen terugzien. Dat is ook professioneel omgaan met gemaakte afspraken en relaties. Het is maatschappelijke betrokkenheid en je faciliteiten zo op orde hebben als je ze thuis

ook wilt hebben. Dus ook de troep opruimen in lokalen. Het gaat dus niet alleen om het vakmanschap van docenten, het gaat óók om de conciërges en de catering binnen je organisatie en hoe je elkaar kunt helpen en ondersteunen.’

In het nieuwe Meerjarenbeleidsplan wordt gesproken over een Avans keurmerk, maar hoe ga je dat toetsen?‘We gaan onszelf niet keuren. De NVAO accrediteert opleidingen. Je hebt ISO voor organisatieprocessen. De Nationale Studenten Enquête zegt iets over de tevredenheid van studenten. Wat wij doen is onze ambities formulieren. Aangeven waar we binnen een bepaalde tijd willen zijn.’

Zou het niet beter zijn als er een landelijk keurmerk voor hogescholen komt? Dat is toch overzichtelijker voor aankomende studenten?‘Het is niet uitgesloten dat Avans, met onze ambities, een trend zet. Je merkt dat er binnen andere hogescholen en de HBO-raad discussies gevoerd worden over kwaliteit en niveau. Wij gaan het nu doen omdat we een succesvolle hogeschool zijn en willen blijven. Misschien zetten we daarmee wel de landelijke norm. Huidige studenten kunnen moeilijker inschatten of hun opleiding ook de beste is. Dat merken ze pas in de beroepspraktijk. Daarom gaat Avans zich ook meer dan momenteel richten op alumni. Vinden zij een paar jaar na afstuderen nog steeds dat ze een goede opleiding hebben gehad? Ook moeten we werkgevers nog meer betrekken bij het onderwijs, dat doen we al in bijvoorbeeld kenniskringen.’

Zo’n Avans keurmerk klinkt mooi, maar wat te doen met een opleiding die de goede score Avansbreed naar beneden trekt en maar niet beter gaat presteren?‘Ten eerste moet je kijken of je überhaupt kunt stoppen met zo’n opleiding. We hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid in onze regio om mensen op te leiden in een bepaald werkveld. Maar als er alternatieven zijn en de opleiding levert geen rendement op, dan moet je met zo’n opleiding stoppen.’

Maar dan bestaat de kans dat studenten dezelfde opleiding gaan volgen bij een andere hogeschool.

‘In overleg met andere hogescholen komen dat soort dingen al aan de orde. Het is nog aarzelend, er wordt nog geleefd met het idee van concurrentie. Maar uiteindelijk moet je kijken wat de Brabantse samenleving nodig heeft. Soms moet je dan over je eigen schaduw heenstappen.’

Sinds de zomer is het hbo negatief in het nieuws. De diplomafraude bij Inholland heeft het imago van het hoger beroepsonderwijs geen goed gedaan. Zelfs minister-president Rutte heeft in een interview gezegd dat het niveau te laag is. Gaat Avans daarom het niveau verhogen?‘Ik vind dat iedereen die roept dat het hbo van nu niet zoveel voorstelt, zich te weinig verdiept heeft in wat er allemaal binnen het hbo is gebeurd. Veel mensen hebben een verouderd beeld. Het hbo is vanuit een schoolse situatie veel meer een kennisinstituut geworden met een sterk in ontwikkeling zijnde onderzoekspoot die op vele gebieden gelijkwaardig wordt aan die

van de universiteit. Niet wat de fundamentele wetenschap betreft, maar wel waar het gaat over praktijkgericht opleiden en onderzoeken. Daar zit ook de kracht van het hbo.’

Volgens de bestuursvoorzitter is er feitelijk weinig veranderd sinds hij zelf studeerde. Ook toen waren er al geluiden dat het onderwijs niet meer zoveel voorstelde. ‘Het heeft te maken met de onuitroeibare gedachte dat vroeger alles beter was. En met het feit dat iedereen die dat beoordeelt, dat doet vanuit het beeld dat hij heeft van zijn eigen studietijd. Ik betrap mezelf daar ook weleens op. We moeten niet vergeten dat het nu een andere tijd is. Je kunt geen negentiende-eeuws onderwijs geven in de eenentwintigste eeuw. Studenten van nu hebben andere vaardigheden nodig. Maar je moet ook niet teveel vernieuwen. Er zal altijd behoefte blijven aan contacturen met docenten.’

‘kwaliteit is ook t roep opruimen in lokal en’De Onderwijsdag 2011 staat in het teken van kwaliteit. Volgens het Meerjarenbeleidsplan moet Avans een keurmerk worden. Maar wie gaat Avans keuren? ‘Het is niet uitgesloten dat Avans een trend zet’, zegt Paul Rüpp, voorzitter van het College van Bestuur van Avans.

‘�Medewerkers�die�’s�middags�niet�een��kijkje�nemen�op�de�Onderwijsdag��doen�zichzelf�en�de�organisatie�te�kort.’

‘�Je�kunt�geen�negentiende-eeuws�onderwijs�geven�in�de�eenentwintigste�eeuw.’�

‘�Het�is�niet�uitgesloten��dat�Avans�een��trend�zet.’

[Tekst: Arold Roesterburg/niet eerder gepubliceerd]

Foto: Beeldveld/Wilfried Scholtes

Page 5: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

4 onderwijsdag 2011 5Punt Magazine

w at vindt u van medewerkers die de Onderwijsdag vooral zien als een goed moment

om achterstallige werkzaamheden in te halen?‘Het aantal medewerkers dat de Onderwijsdag bezoekt, is de laatste jaren enorm gestegen. Maar na 14.00 uur zie je inderdaad mensen weggaan. Dat vind ik niet verstandig. Dat is niet de bedoeling. ‘s Middags zie je juist wat we als Avans allemaal presteren. Daar hoor je van op de hoogte te zijn, ook uit respect voor je collega’s!’

Als Avansmedewerker ken je Avans toch al?‘Ik heb zélf gemerkt dat je op de Onderwijsdag ongelooflijk veel informatie kunt krijgen over Avans en waar wij de accenten leggen. Persoonlijk vind ik dat medewerkers niet alleen onderweg moeten zijn van thuis naar werk en terug. Ze moeten onderdeel zijn van de organisatie. Je levert daar zelf een belangrijke bijdrage aan en krijgt er veel voor terug. Betrokkenheid en binding, dat komt ook terug in het nieuwe Meerjarenbeleidsplan. Hoe vaak

zeggen docenten niet tegen hun studenten dat ze eens op een bepaalde plaats moeten gaan kijken? We hechten er veel belang aan dat studenten dat doen. Goed voorbeeld doet goed volgen. Medewerkers die ’s middags niet een kijkje nemen op de Onderwijsdag doen zichzelf en de organisatie te kort.’

Het wordt de tweede Onderwijsdag voor u als bestuursvoorzitter. Waar gaat u op letten?‘Ik ga kijken hoever de organisatie is gekomen ten opzichte van vorig jaar, toen het thema talent was. Talentontwikkeling geldt niet alleen voor de student, maar ook voor de medewerker. Dat is een onderdeel van kwaliteit, het thema van dit jaar. Kwaliteit moet je daarnaast op andere terreinen terugzien. Dat is ook professioneel omgaan met gemaakte afspraken en relaties. Het is maatschappelijke betrokkenheid en je faciliteiten zo op orde hebben als je ze thuis

ook wilt hebben. Dus ook de troep opruimen in lokalen. Het gaat dus niet alleen om het vakmanschap van docenten, het gaat óók om de conciërges en de catering binnen je organisatie en hoe je elkaar kunt helpen en ondersteunen.’

In het nieuwe Meerjarenbeleidsplan wordt gesproken over een Avans keurmerk, maar hoe ga je dat toetsen?‘We gaan onszelf niet keuren. De NVAO accrediteert opleidingen. Je hebt ISO voor organisatieprocessen. De Nationale Studenten Enquête zegt iets over de tevredenheid van studenten. Wat wij doen is onze ambities formulieren. Aangeven waar we binnen een bepaalde tijd willen zijn.’

Zou het niet beter zijn als er een landelijk keurmerk voor hogescholen komt? Dat is toch overzichtelijker voor aankomende studenten?‘Het is niet uitgesloten dat Avans, met onze ambities, een trend zet. Je merkt dat er binnen andere hogescholen en de HBO-raad discussies gevoerd worden over kwaliteit en niveau. Wij gaan het nu doen omdat we een succesvolle hogeschool zijn en willen blijven. Misschien zetten we daarmee wel de landelijke norm. Huidige studenten kunnen moeilijker inschatten of hun opleiding ook de beste is. Dat merken ze pas in de beroepspraktijk. Daarom gaat Avans zich ook meer dan momenteel richten op alumni. Vinden zij een paar jaar na afstuderen nog steeds dat ze een goede opleiding hebben gehad? Ook moeten we werkgevers nog meer betrekken bij het onderwijs, dat doen we al in bijvoorbeeld kenniskringen.’

Zo’n Avans keurmerk klinkt mooi, maar wat te doen met een opleiding die de goede score Avansbreed naar beneden trekt en maar niet beter gaat presteren?‘Ten eerste moet je kijken of je überhaupt kunt stoppen met zo’n opleiding. We hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid in onze regio om mensen op te leiden in een bepaald werkveld. Maar als er alternatieven zijn en de opleiding levert geen rendement op, dan moet je met zo’n opleiding stoppen.’

Maar dan bestaat de kans dat studenten dezelfde opleiding gaan volgen bij een andere hogeschool.

‘In overleg met andere hogescholen komen dat soort dingen al aan de orde. Het is nog aarzelend, er wordt nog geleefd met het idee van concurrentie. Maar uiteindelijk moet je kijken wat de Brabantse samenleving nodig heeft. Soms moet je dan over je eigen schaduw heenstappen.’

Sinds de zomer is het hbo negatief in het nieuws. De diplomafraude bij Inholland heeft het imago van het hoger beroepsonderwijs geen goed gedaan. Zelfs minister-president Rutte heeft in een interview gezegd dat het niveau te laag is. Gaat Avans daarom het niveau verhogen?‘Ik vind dat iedereen die roept dat het hbo van nu niet zoveel voorstelt, zich te weinig verdiept heeft in wat er allemaal binnen het hbo is gebeurd. Veel mensen hebben een verouderd beeld. Het hbo is vanuit een schoolse situatie veel meer een kennisinstituut geworden met een sterk in ontwikkeling zijnde onderzoekspoot die op vele gebieden gelijkwaardig wordt aan die

van de universiteit. Niet wat de fundamentele wetenschap betreft, maar wel waar het gaat over praktijkgericht opleiden en onderzoeken. Daar zit ook de kracht van het hbo.’

Volgens de bestuursvoorzitter is er feitelijk weinig veranderd sinds hij zelf studeerde. Ook toen waren er al geluiden dat het onderwijs niet meer zoveel voorstelde. ‘Het heeft te maken met de onuitroeibare gedachte dat vroeger alles beter was. En met het feit dat iedereen die dat beoordeelt, dat doet vanuit het beeld dat hij heeft van zijn eigen studietijd. Ik betrap mezelf daar ook weleens op. We moeten niet vergeten dat het nu een andere tijd is. Je kunt geen negentiende-eeuws onderwijs geven in de eenentwintigste eeuw. Studenten van nu hebben andere vaardigheden nodig. Maar je moet ook niet teveel vernieuwen. Er zal altijd behoefte blijven aan contacturen met docenten.’

‘kwaliteit is ook t roep opruimen in lokal en’De Onderwijsdag 2011 staat in het teken van kwaliteit. Volgens het Meerjarenbeleidsplan moet Avans een keurmerk worden. Maar wie gaat Avans keuren? ‘Het is niet uitgesloten dat Avans een trend zet’, zegt Paul Rüpp, voorzitter van het College van Bestuur van Avans.

‘�Medewerkers�die�’s�middags�niet�een��kijkje�nemen�op�de�Onderwijsdag��doen�zichzelf�en�de�organisatie�te�kort.’

‘�Je�kunt�geen�negentiende-eeuws�onderwijs�geven�in�de�eenentwintigste�eeuw.’�

‘�Het�is�niet�uitgesloten��dat�Avans�een��trend�zet.’

[Tekst: Arold Roesterburg/niet eerder gepubliceerd]

Foto: Beeldveld/Wilfried Scholtes

Page 6: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

6 onderwijsdag 2011 7Punt Magazine

n u is het nog zo dat alle bedrijven emissierechten krijgen. Ze mogen per jaar een bepaalde hoeveelheid

koolstofdioxide (CO2) uitstoten. Gaan ze daar overheen, dan moeten ze bijbetalen. Is het minder, dan kunnen ze die emissierechten verkopen aan andere bedrijven.Die situatie zal geleidelijk aan veranderen. De prijs per ton CO2-uitstoot gaat stijgen en bedrijven mogen niets meer gratis uitstoten. Een hoge uitstoot draagt bij aan de opwarming van de aarde en klimaatverandering.‘Het doel is dat er in 2020 70 procent minder CO2 wordt uitgestoten dan in 1990. De overheid

wordt dus strenger’, zegt Michiel Rutten, vierdejaars Technische Bedrijfskunde. ‘En dan wordt het interessant voor bedrijven om de CO2 niet uit te stoten, maar op een andere manier te gebruiken.’

Vertrouwelijke gegevensIn opdracht van onder andere TNO, Avans en de Technische Universiteit Delft hebben studenten Michiel Rutten en Levi Domenicus in kaart gebracht hoeveel koolstofdioxide er wordt uitgestoten in de regio Brabant en Vlaanderen. ‘Je zit tussen Rotterdam, Antwerpen en Gent in. Daar zit erg veel industrie’, zegt Domenicus.

Niet alleen de hoeveelheid gassen die wordt uitgestoten is belangrijk, maar ook de kwaliteit van de CO2. ‘Met schoon CO2 kun je veel meer doen dan met uitstoot waar ook nog eens zware metalen in zitten’, legt Rutten uit.Die gegevens boven water krijgen bij de diverse bedrijven in de regio, in totaal zo’n 150, was niet altijd makkelijk. ‘Dat zijn vertrouwelijke gegevens’, vertelt Rutten. ‘Die willen bedrijven niet zomaar openbaar maken.’ Maar omdat er zulke grote partijen bij het onderzoek betrokken zijn, is het de afstudeerders wel gelukt.‘Bedrijven weten dat ze in de toekomst iets moeten gaan doen met de CO2-uitstoot. Ze

zijn ermee bezig. Het is ook in hun belang dat er goede alternatieven komen’, zegt Domenicus.

OplossingenNaast de hoeveelheid en de kwaliteit van de uitstoot hebben de studenten ook gezocht naar mogelijke oplossingen voor het CO2-probleem. ‘In het begin dachten we daar heel makkelijk over’, bekent Rutten. ‘Gewoon naast elke fabriek een grote kas en de CO2-uitstoot daarin gebruiken voor de fotosynthese van bloemen. Zo simpel is het natuurlijk niet.’Iets soortgelijks gebeurt in het Westland. Daar zetten tuinders ‘s zomers hun warmtekrachtwisselaar uit die in de winter voor verwarming zorgt en CO2 produceert. En ze gebruiken CO2-uitstoot van Shell voor fotosynthese, het proces waarbij water en CO2 worden omgezet in suikers en zuurstof. ‘Dat is alleen mogelijk met erg schone CO2’, zegt Domenicus.‘Wij denken dat het gebruik van de gassen voor de fotosynthese van algen de toekomst

heeft. Die kunnen op hun beurt dienen als biobrandstof’, zegt Domenicus. Voordeel van het gebruik van algen is dat de CO2 niet schoon hoeft te zijn, algen kunnen veel hebben.‘Er kleven nog wel enkele nadelen aan’, vult Rutten aan. ‘Er is namelijk veel energie nodig om de algen rond te pompen in water. Dat is dus weer niet milieuverantwoord.’

Financieel interessantDat de Nederlandse en Belgische bedrijven in de toekomst iets gaan doen aan de CO2-uitstoot is onvermijdelijk, zeggen beide studenten. ‘Nu kost een ton CO2 uitstoten nog ongeveer 12 euro, de verwachting is dat die kosten na 2012 snel zullen oplopen tot boven de 50 euro. Dan wordt het voor bedrijven financieel interessant iets eraan te gaan doen’, zegt Rutten.De bevindingen van Rutten en Domenicus worden overgenomen door de opdrachtgevers van het onderzoek. ‘Zij gebruiken het voor een technologisch onderzoek. Uiteindelijk zal er een installatie ontworpen worden die het CO2-probleem moet verkleinen’, zegt Rutten.

Foto: Carel Kramer

Om de CO2-uitstoot van Shell in Rotterdam te kunnen gebruiken in de bloementeelt in het Westland, zijn er kilometers leidingen aangelegd. Dat zo’n leidingenstelsel ook in de regio Noord-Brabant en Vlaanderen komt te liggen, is volgens studenten Levi Domenicus en Michiel Rutten onwaarschijnlijk. ‘We moeten anderen manieren vinden om de CO2 te hergebruiken.’

Co2 hergebruiken

voor bloementeelt

Ondernemingen gaan hun CO2-uitstoot pas terugbrengen als het financieel interessant is, concluderen Levi Domenicus en Michiel Rutten, vierdejaarsstudenten Technische Bedrijfskunde in Tilburg. Ze hebben in kaart gebracht hoeveel CO2 er in de regio wordt uitgestoten.

wat zou je volgende keer anders doen?Domenicus: ‘We hebben ons een beetje verkeken op het aantal bedrijven in de regio en de tijd die het kost om al die bedrijven te benaderen. Misschien dat een andere aanpak sneller was geweest.

Wat heb je ervan geleerd?Rutten: ‘Vooral veel over de uitstoot van CO2. Daar wisten we nog bijna niks over. We hebben ons afstuderen gedaan binnen Visser & Smit Hanab op de onderzoeksafdeling en kregen daar veel hulp van de CO2-technoloog.’

[Gepubliceerd 28 mei 2009/Tekst: Arold Roestenburg]

Page 7: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

6 onderwijsdag 2011 7Punt Magazine

n u is het nog zo dat alle bedrijven emissierechten krijgen. Ze mogen per jaar een bepaalde hoeveelheid

koolstofdioxide (CO2) uitstoten. Gaan ze daar overheen, dan moeten ze bijbetalen. Is het minder, dan kunnen ze die emissierechten verkopen aan andere bedrijven.Die situatie zal geleidelijk aan veranderen. De prijs per ton CO2-uitstoot gaat stijgen en bedrijven mogen niets meer gratis uitstoten. Een hoge uitstoot draagt bij aan de opwarming van de aarde en klimaatverandering.‘Het doel is dat er in 2020 70 procent minder CO2 wordt uitgestoten dan in 1990. De overheid

wordt dus strenger’, zegt Michiel Rutten, vierdejaars Technische Bedrijfskunde. ‘En dan wordt het interessant voor bedrijven om de CO2 niet uit te stoten, maar op een andere manier te gebruiken.’

Vertrouwelijke gegevensIn opdracht van onder andere TNO, Avans en de Technische Universiteit Delft hebben studenten Michiel Rutten en Levi Domenicus in kaart gebracht hoeveel koolstofdioxide er wordt uitgestoten in de regio Brabant en Vlaanderen. ‘Je zit tussen Rotterdam, Antwerpen en Gent in. Daar zit erg veel industrie’, zegt Domenicus.

Niet alleen de hoeveelheid gassen die wordt uitgestoten is belangrijk, maar ook de kwaliteit van de CO2. ‘Met schoon CO2 kun je veel meer doen dan met uitstoot waar ook nog eens zware metalen in zitten’, legt Rutten uit.Die gegevens boven water krijgen bij de diverse bedrijven in de regio, in totaal zo’n 150, was niet altijd makkelijk. ‘Dat zijn vertrouwelijke gegevens’, vertelt Rutten. ‘Die willen bedrijven niet zomaar openbaar maken.’ Maar omdat er zulke grote partijen bij het onderzoek betrokken zijn, is het de afstudeerders wel gelukt.‘Bedrijven weten dat ze in de toekomst iets moeten gaan doen met de CO2-uitstoot. Ze

zijn ermee bezig. Het is ook in hun belang dat er goede alternatieven komen’, zegt Domenicus.

OplossingenNaast de hoeveelheid en de kwaliteit van de uitstoot hebben de studenten ook gezocht naar mogelijke oplossingen voor het CO2-probleem. ‘In het begin dachten we daar heel makkelijk over’, bekent Rutten. ‘Gewoon naast elke fabriek een grote kas en de CO2-uitstoot daarin gebruiken voor de fotosynthese van bloemen. Zo simpel is het natuurlijk niet.’Iets soortgelijks gebeurt in het Westland. Daar zetten tuinders ‘s zomers hun warmtekrachtwisselaar uit die in de winter voor verwarming zorgt en CO2 produceert. En ze gebruiken CO2-uitstoot van Shell voor fotosynthese, het proces waarbij water en CO2 worden omgezet in suikers en zuurstof. ‘Dat is alleen mogelijk met erg schone CO2’, zegt Domenicus.‘Wij denken dat het gebruik van de gassen voor de fotosynthese van algen de toekomst

heeft. Die kunnen op hun beurt dienen als biobrandstof’, zegt Domenicus. Voordeel van het gebruik van algen is dat de CO2 niet schoon hoeft te zijn, algen kunnen veel hebben.‘Er kleven nog wel enkele nadelen aan’, vult Rutten aan. ‘Er is namelijk veel energie nodig om de algen rond te pompen in water. Dat is dus weer niet milieuverantwoord.’

Financieel interessantDat de Nederlandse en Belgische bedrijven in de toekomst iets gaan doen aan de CO2-uitstoot is onvermijdelijk, zeggen beide studenten. ‘Nu kost een ton CO2 uitstoten nog ongeveer 12 euro, de verwachting is dat die kosten na 2012 snel zullen oplopen tot boven de 50 euro. Dan wordt het voor bedrijven financieel interessant iets eraan te gaan doen’, zegt Rutten.De bevindingen van Rutten en Domenicus worden overgenomen door de opdrachtgevers van het onderzoek. ‘Zij gebruiken het voor een technologisch onderzoek. Uiteindelijk zal er een installatie ontworpen worden die het CO2-probleem moet verkleinen’, zegt Rutten.

Foto: Carel Kramer

Om de CO2-uitstoot van Shell in Rotterdam te kunnen gebruiken in de bloementeelt in het Westland, zijn er kilometers leidingen aangelegd. Dat zo’n leidingenstelsel ook in de regio Noord-Brabant en Vlaanderen komt te liggen, is volgens studenten Levi Domenicus en Michiel Rutten onwaarschijnlijk. ‘We moeten anderen manieren vinden om de CO2 te hergebruiken.’

Co2 hergebruiken

voor bloementeelt

Ondernemingen gaan hun CO2-uitstoot pas terugbrengen als het financieel interessant is, concluderen Levi Domenicus en Michiel Rutten, vierdejaarsstudenten Technische Bedrijfskunde in Tilburg. Ze hebben in kaart gebracht hoeveel CO2 er in de regio wordt uitgestoten.

wat zou je volgende keer anders doen?Domenicus: ‘We hebben ons een beetje verkeken op het aantal bedrijven in de regio en de tijd die het kost om al die bedrijven te benaderen. Misschien dat een andere aanpak sneller was geweest.

Wat heb je ervan geleerd?Rutten: ‘Vooral veel over de uitstoot van CO2. Daar wisten we nog bijna niks over. We hebben ons afstuderen gedaan binnen Visser & Smit Hanab op de onderzoeksafdeling en kregen daar veel hulp van de CO2-technoloog.’

[Gepubliceerd 28 mei 2009/Tekst: Arold Roestenburg]

Page 8: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

8 onderwijsdag 2011 9Punt Magazine

i n plaats van het gangbare bedrijfsuitje of vrijgezellenfeest kun je je tijdens Jacht naar de Macht onderdompelen in de

criminele wereld. Als een volleerde maffioso struin je Breda af op zoek naar de opperbaas uit de onderwereld: de Don. Schroom daarbij niet om gewillige slachtoffers af te persen en politieke kopstukken te verleiden met smeergeld. Alles kan in het werk worden gesteld om de verblijfplaats van de Don te achterhalen.

AfpersenOké, toegegeven, het klinkt allemaal iets spannender dan het in werkelijkheid is. Maar dit concept kregen negen studenten van de Academie voor Industrie & Informatica

in Den Bosch van evenementenorganisatie Beleef Breda. Aan de studenten de taak om uit te zoeken hoe het technisch in elkaar kon worden gezet. In negen weken tijd vertaalden de mannen het complete concept naar programmeertaal.Groepen die zich nu opgeven voor Jacht naar de Macht worden gewapend de stad in gestuurd - met een plattegrond en gps-telefoon welteverstaan. Ondertussen houdt een spelleider op zijn laptop alle groepen in de gaten. Op de plattegrond die de groepen meekrijgen, staan de locaties van virtuele figuren die kunnen worden afgeperst: ‘De gps-telefoon registreert bijvoorbeeld wanneer je op de locatie van bakker Pietro bent aangekomen. Je krijgt dan automatisch een vraag op het

scherm van je telefoon’, vertelt Timo Leenen, één van de negen studenten. ‘Je perst hem af door de vraag goed te beantwoorden.’

HintBehalve een hint over hoe de Don eruitziet, ontvangt de groep enkele digitale duiten. Eenmaal in het bezit van een zak geld kan de groep overgaan tot het omkopen van personen. Timo: ‘Als je de vraag nu goed beantwoordt, krijg je een hint waar de Don zich ergens bevindt.’De locaties van de personen zijn volgens medestudent Jeroen van Logten niet lukraak gekozen: ‘Als je de pizzabakker moet afpersen, sta je voor een bestaande pizzeria, bij het omkopen van een rechter voor de rechtbank en voor een bezoek aan de generaal moet je

op zoeknaar

de donJagen op virtuele maffiosi kan sinds kort in het spel ‘Jacht naar de Macht’ in de Bredase binnenstad. De ingenieuze maffiagame werd gemaakt door studenten van de Bossche minor Middleware.

naar de legerbasis.’ De ontvangen hints leiden uiteindelijk tot de locatie van de eindbaas. Wie daar als eerste arriveert, het liefste met zoveel mogelijk geld, wint.

ProgrammerenOm het concept te realiseren verdeelden de negen informaticastudenten zich in drie groepen. Eén groep hield zich bezig met de telefoon en hoe je de juiste vragen op het scherm te zien krijgt. Drie studenten richtten zich op alle software voor de laptop van de spelleider. En de laatste groep fabriceerde een database waarin alle gegevens worden bijgehouden. Timo: ‘Neem de gps-telefoon, die moet elke vijf seconden de locatie doorsturen naar het systeem. Daarvoor moet je een

bepaalde code bedenken.’ Programmeren dus. Probleem was alleen dat iedere groep te veel gefocust was op zijn eigen programmeercodes. Timo: ‘We werkten als drie eilandjes. Uiteindelijk was alles niet goed op elkaar afgestemd.’ En dat betekende: testen tot in den treure. Een goed leermoment, aldus Timo. ‘We hadden daar betere afspraken over moeten maken.’Ook van de samenwerking met Beleef Breda staken de studenten het nodige op. ‘Je leert hoe het is om voor een echte klant te werken. Dat gebeurt wel vaker, maar normaal gesproken doen bedrijven niet zoveel met wat je hebt gemaakt. Dat ons product echt in gebruik zou worden genomen, was voor ons motiverend genoeg om alles goed in elkaar te zetten.’

Foto: Beleef Breda

In de binnenstad van Breda gaan Avansstudenten op de testdag van het spel Jacht naar de Macht op zoek naar de Don, gewapend met een plattegrond en gps-telefoon.

hoogtepuntTimo: ‘We hebben in Breda een testdag gehad. Het was geweldig om te zien dat andere mensen het spel leuk vinden en dat het spel, waar je acht weken aan hebt gesleuteld, ook werkt.’

dieptepuntJeroen: ‘We moesten in het begin de technieken nog leren. Programmeren voor een laptop is anders dan voor een mobieltje. Daardoor liepen we de eerste vier weken tegen heel veel problemen aan.’

[Gepubliceerd 20 mei 2010/Tekst: Chiel Timmermans]

Page 9: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

8 onderwijsdag 2011 9Punt Magazine

i n plaats van het gangbare bedrijfsuitje of vrijgezellenfeest kun je je tijdens Jacht naar de Macht onderdompelen in de

criminele wereld. Als een volleerde maffioso struin je Breda af op zoek naar de opperbaas uit de onderwereld: de Don. Schroom daarbij niet om gewillige slachtoffers af te persen en politieke kopstukken te verleiden met smeergeld. Alles kan in het werk worden gesteld om de verblijfplaats van de Don te achterhalen.

AfpersenOké, toegegeven, het klinkt allemaal iets spannender dan het in werkelijkheid is. Maar dit concept kregen negen studenten van de Academie voor Industrie & Informatica

in Den Bosch van evenementenorganisatie Beleef Breda. Aan de studenten de taak om uit te zoeken hoe het technisch in elkaar kon worden gezet. In negen weken tijd vertaalden de mannen het complete concept naar programmeertaal.Groepen die zich nu opgeven voor Jacht naar de Macht worden gewapend de stad in gestuurd - met een plattegrond en gps-telefoon welteverstaan. Ondertussen houdt een spelleider op zijn laptop alle groepen in de gaten. Op de plattegrond die de groepen meekrijgen, staan de locaties van virtuele figuren die kunnen worden afgeperst: ‘De gps-telefoon registreert bijvoorbeeld wanneer je op de locatie van bakker Pietro bent aangekomen. Je krijgt dan automatisch een vraag op het

scherm van je telefoon’, vertelt Timo Leenen, één van de negen studenten. ‘Je perst hem af door de vraag goed te beantwoorden.’

HintBehalve een hint over hoe de Don eruitziet, ontvangt de groep enkele digitale duiten. Eenmaal in het bezit van een zak geld kan de groep overgaan tot het omkopen van personen. Timo: ‘Als je de vraag nu goed beantwoordt, krijg je een hint waar de Don zich ergens bevindt.’De locaties van de personen zijn volgens medestudent Jeroen van Logten niet lukraak gekozen: ‘Als je de pizzabakker moet afpersen, sta je voor een bestaande pizzeria, bij het omkopen van een rechter voor de rechtbank en voor een bezoek aan de generaal moet je

op zoeknaar

de donJagen op virtuele maffiosi kan sinds kort in het spel ‘Jacht naar de Macht’ in de Bredase binnenstad. De ingenieuze maffiagame werd gemaakt door studenten van de Bossche minor Middleware.

naar de legerbasis.’ De ontvangen hints leiden uiteindelijk tot de locatie van de eindbaas. Wie daar als eerste arriveert, het liefste met zoveel mogelijk geld, wint.

ProgrammerenOm het concept te realiseren verdeelden de negen informaticastudenten zich in drie groepen. Eén groep hield zich bezig met de telefoon en hoe je de juiste vragen op het scherm te zien krijgt. Drie studenten richtten zich op alle software voor de laptop van de spelleider. En de laatste groep fabriceerde een database waarin alle gegevens worden bijgehouden. Timo: ‘Neem de gps-telefoon, die moet elke vijf seconden de locatie doorsturen naar het systeem. Daarvoor moet je een

bepaalde code bedenken.’ Programmeren dus. Probleem was alleen dat iedere groep te veel gefocust was op zijn eigen programmeercodes. Timo: ‘We werkten als drie eilandjes. Uiteindelijk was alles niet goed op elkaar afgestemd.’ En dat betekende: testen tot in den treure. Een goed leermoment, aldus Timo. ‘We hadden daar betere afspraken over moeten maken.’Ook van de samenwerking met Beleef Breda staken de studenten het nodige op. ‘Je leert hoe het is om voor een echte klant te werken. Dat gebeurt wel vaker, maar normaal gesproken doen bedrijven niet zoveel met wat je hebt gemaakt. Dat ons product echt in gebruik zou worden genomen, was voor ons motiverend genoeg om alles goed in elkaar te zetten.’

Foto: Beleef Breda

In de binnenstad van Breda gaan Avansstudenten op de testdag van het spel Jacht naar de Macht op zoek naar de Don, gewapend met een plattegrond en gps-telefoon.

hoogtepuntTimo: ‘We hebben in Breda een testdag gehad. Het was geweldig om te zien dat andere mensen het spel leuk vinden en dat het spel, waar je acht weken aan hebt gesleuteld, ook werkt.’

dieptepuntJeroen: ‘We moesten in het begin de technieken nog leren. Programmeren voor een laptop is anders dan voor een mobieltje. Daardoor liepen we de eerste vier weken tegen heel veel problemen aan.’

[Gepubliceerd 20 mei 2010/Tekst: Chiel Timmermans]

Page 10: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

10 onderwijsdag 2011 11Punt Magazine

s tudenten die met hun onder-zoeksproject aankloppen bij basisscholen. Dat lijkt de omge-

keerde wereld. Maar het is wel wat Pabo-studenten van de TOPClass Gedragsspecialist gaan doen. ‘Het is nieuw’, vertelt Pabo-student Moniek Peeters. ‘Wij komen met een vraag en de school kijkt of we het onderzoek mogen uitvoeren.’‘Ik ben benieuwd hoe de scholen gaan reageren’, zegt docent Piet van Meer. ‘Studenten maken zich daar wel zorgen over.’ Maar Van Meer denkt dat dat niet nodig is. Omdat scholen in het speciaal onderwijs nog niet zoveel ervaring hebben met vierdejaars stagiairs, zijn ze makkelijker te benaderen voor studenten, denkt de Pabo-docent. Tijdens een werkvelddag in december hebben de studenten al voorlichting gegeven over hun onderzoeken.Het afgelopen halfjaar werkten ze aan die onderzoeken. Het onderwerp kozen ze zelf uit, dat moest een maatschappelijk probleem zijn. ‘Ieder experiment moet uitgevoerd worden en controleerbaar zijn’, vertelt Van Meer. Het onderwerp van het onderzoek moet dus echt uit de praktijk komen. Na afloop van het experiment moeten de studenten laten zien wat er veranderd is op de school.

VerbondenheidMoniek wist tijdens de eerste bijeenkomst al welke richting ze op wilde met haar onderzoek. ‘Hoe creëer je meer verbondenheid tussen leerlingen onderling? Hoe zorg je ervoor dat ze elkaar beter leren kennen? De formulering is belangrijk, mijn onderzoeksvraag heb ik nog moeten veranderen. Maar daar hadden veel mensen last van.’Die verbondenheid wil Moniek tot stand brengen met filosofielessen. ‘Dan leren kinderen luisteren, ze leren dat er verschillende meningen zijn en ze kunnen elkaars standpunten overnemen. Mijn onderzoek wordt pas echt concreet als ik het kan uitvoeren op een stageschool. Dat lijkt me uitdagend, ik wil kijken of het werkt.’Mede-student Annemiek Vlieger stelt een soortgelijke onderzoeksvraag: hoe zorg je ervoor dat kinderen niet buiten de groep vallen? ‘Vaak heeft het gedrag van de leerkracht daar ook invloed op. Hoe reageer je als leerkracht

op een zeurend kind? Dat wil ik filmen en vervolgens analyseren. Ik betrek het vooral op mezelf. Je als leerkracht in de klas laten filmen, kan heel confronterend zijn.’

Academisch niveauVoor de Pabo-studenten was het doen van onderzoek wel wennen, zeker vanwege het hoge, bijna academische niveau. ‘Alles wat je opschrijft, moet gebaseerd zijn op theorie’, zegt Moniek. ‘Vind je geen bronnen die een uitspraak ondersteunen, dan moet je die schrappen. Dat is anders dan hoe we normaal gesproken werken, dan neem je veel eerder iets voor waar aan en kun je je eigen mening geven.’Voor hun bronnenstudie moesten de studenten veertig boeken of artikelen opvoeren. Die moesten ze met elkaar in verband brengen. ‘Ik zie een groot verschil tussen hoe de studenten in het begin schreven en nu’, zegt Van Meer. ‘Ze zijn voorzichtiger geworden, maar ook

onderzoekender en kritischer. Hun houding is echt veranderd.’‘We hebben anders leren denken’, zegt Pabo-student Jelle Oomen. ‘We hebben geleerd dat je niet alles voor waar mag aannemen.’ Dat is ook het uitgangspunt van Paul Delnooz, lector bij de Pabo en initiator van het onderzoek: ‘Er bestaat geen waarheid.’ Daarom krijgen ze van de lector les in wetenschapsfilosofie en methodologie.

Zelf keuzes makenOok docenten zijn op een andere manier studenten gaan begeleiden. ‘Ze moeten adviezen geven’, zegt Delnooz. ‘Maar de keuze moeten ze overlaten aan de student. Die moet leren dat hij op verschillende manieren naar een vraagstuk kan kijken.’Piet van Meer paste dat direct toe, ook in andere lessen, bij andere studenten. ‘Ze mogen met een alternatief komen, hun eigen idee

inbrengen. We gooien dingen open, kijken samen hoe iets zit, in plaats van dat ik het vertel.’ Het is een omwenteling, maar het is de bedoeling dat studenten straks ook op deze manier met kinderen gaan werken.Doel van de lessen van lector Delnooz is dat studenten innovatieve oplossingen bedenken voor praktische problemen. Het onderzoek van Jelle gaat bijvoorbeeld over het verminderen van conflictsituaties voor autistische kinderen. ‘Die kunnen daar moeilijk mee omgaan. Ik wil ze een truc leren waardoor ze een time-out kunnen nemen vóór het conflict ontstaat. Dat is beter voor hun welbevinden en het zorgt ervoor dat ze niet constant negatieve aandacht krijgen.’Jelle zag het probleem van de autistische kinderen tijdens zijn stage en ging op zoek naar theorie. ‘Wat kun je veranderen? De stoornis niet. Je kunt ze wel leren even tot tien te tellen als er een conflict dreigt te ontstaan.’ Tijdens zijn LIO-stage wil Jelle zijn onderzoek in praktijk brengen.

Grote sprongDocent Van Meer vroeg zich van te voren wel af of iedereen het academische niveau zou halen. ‘Het is maar een enkeling die het niet haalt. De studenten hebben heel hard gewerkt, ze hebben er veel energie in gestopt. Het was nieuw en ze hebben een grote sprong moeten maken. Ondanks alle hobbels willen ze er echt iets van maken.’Van Meer is tevreden over wat de ze bereikt hebben, maar door het drukke programma is veel uiteindelijk niet afgerond. Veel studenten hebben meer dan twee blokken nodig om alles af te krijgen. ‘Het is daardoor lastig om iets te zeggen over de kwaliteit.’De manier van begeleiden, met drie docenten op een groep van dertig studenten, was heel intensief. ‘Zo’n investering is eigenlijk niet reëel’, meent Van Meer. ‘Maar het was een pilot waar we van moeten leren.’

TOPClass-studenten van de Pabo hebben het afgelopen half jaar onderzoek gedaan naar een maatschappelijk vraagstuk. Tijdens hun stage gaan ze het onderzoek zelf uitvoeren op een basisschool.

pabo-studenten doen onderzoek op aCademisCh

niveau

[Tekst: Suzanne Wolters/17 maart 2011 gepubliceerd]

De Pabo-studenten van de TOPClass Gedragsspecialist gaan hun onderzoek uitvoeren op basisscholen in het speciaal onderwijs. De aanpak is nieuw. ‘Wij komen met een vraag en de school kijkt of we het onderzoek mogen uitvoeren.’Foto: Herman Engbers/Hollandse Hoogte

‘��Het�is�maar��een�enkeling�die�het�niet�haalt’

Page 11: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

10 onderwijsdag 2011 11Punt Magazine

s tudenten die met hun onder-zoeksproject aankloppen bij basisscholen. Dat lijkt de omge-

keerde wereld. Maar het is wel wat Pabo-studenten van de TOPClass Gedragsspecialist gaan doen. ‘Het is nieuw’, vertelt Pabo-student Moniek Peeters. ‘Wij komen met een vraag en de school kijkt of we het onderzoek mogen uitvoeren.’‘Ik ben benieuwd hoe de scholen gaan reageren’, zegt docent Piet van Meer. ‘Studenten maken zich daar wel zorgen over.’ Maar Van Meer denkt dat dat niet nodig is. Omdat scholen in het speciaal onderwijs nog niet zoveel ervaring hebben met vierdejaars stagiairs, zijn ze makkelijker te benaderen voor studenten, denkt de Pabo-docent. Tijdens een werkvelddag in december hebben de studenten al voorlichting gegeven over hun onderzoeken.Het afgelopen halfjaar werkten ze aan die onderzoeken. Het onderwerp kozen ze zelf uit, dat moest een maatschappelijk probleem zijn. ‘Ieder experiment moet uitgevoerd worden en controleerbaar zijn’, vertelt Van Meer. Het onderwerp van het onderzoek moet dus echt uit de praktijk komen. Na afloop van het experiment moeten de studenten laten zien wat er veranderd is op de school.

VerbondenheidMoniek wist tijdens de eerste bijeenkomst al welke richting ze op wilde met haar onderzoek. ‘Hoe creëer je meer verbondenheid tussen leerlingen onderling? Hoe zorg je ervoor dat ze elkaar beter leren kennen? De formulering is belangrijk, mijn onderzoeksvraag heb ik nog moeten veranderen. Maar daar hadden veel mensen last van.’Die verbondenheid wil Moniek tot stand brengen met filosofielessen. ‘Dan leren kinderen luisteren, ze leren dat er verschillende meningen zijn en ze kunnen elkaars standpunten overnemen. Mijn onderzoek wordt pas echt concreet als ik het kan uitvoeren op een stageschool. Dat lijkt me uitdagend, ik wil kijken of het werkt.’Mede-student Annemiek Vlieger stelt een soortgelijke onderzoeksvraag: hoe zorg je ervoor dat kinderen niet buiten de groep vallen? ‘Vaak heeft het gedrag van de leerkracht daar ook invloed op. Hoe reageer je als leerkracht

op een zeurend kind? Dat wil ik filmen en vervolgens analyseren. Ik betrek het vooral op mezelf. Je als leerkracht in de klas laten filmen, kan heel confronterend zijn.’

Academisch niveauVoor de Pabo-studenten was het doen van onderzoek wel wennen, zeker vanwege het hoge, bijna academische niveau. ‘Alles wat je opschrijft, moet gebaseerd zijn op theorie’, zegt Moniek. ‘Vind je geen bronnen die een uitspraak ondersteunen, dan moet je die schrappen. Dat is anders dan hoe we normaal gesproken werken, dan neem je veel eerder iets voor waar aan en kun je je eigen mening geven.’Voor hun bronnenstudie moesten de studenten veertig boeken of artikelen opvoeren. Die moesten ze met elkaar in verband brengen. ‘Ik zie een groot verschil tussen hoe de studenten in het begin schreven en nu’, zegt Van Meer. ‘Ze zijn voorzichtiger geworden, maar ook

onderzoekender en kritischer. Hun houding is echt veranderd.’‘We hebben anders leren denken’, zegt Pabo-student Jelle Oomen. ‘We hebben geleerd dat je niet alles voor waar mag aannemen.’ Dat is ook het uitgangspunt van Paul Delnooz, lector bij de Pabo en initiator van het onderzoek: ‘Er bestaat geen waarheid.’ Daarom krijgen ze van de lector les in wetenschapsfilosofie en methodologie.

Zelf keuzes makenOok docenten zijn op een andere manier studenten gaan begeleiden. ‘Ze moeten adviezen geven’, zegt Delnooz. ‘Maar de keuze moeten ze overlaten aan de student. Die moet leren dat hij op verschillende manieren naar een vraagstuk kan kijken.’Piet van Meer paste dat direct toe, ook in andere lessen, bij andere studenten. ‘Ze mogen met een alternatief komen, hun eigen idee

inbrengen. We gooien dingen open, kijken samen hoe iets zit, in plaats van dat ik het vertel.’ Het is een omwenteling, maar het is de bedoeling dat studenten straks ook op deze manier met kinderen gaan werken.Doel van de lessen van lector Delnooz is dat studenten innovatieve oplossingen bedenken voor praktische problemen. Het onderzoek van Jelle gaat bijvoorbeeld over het verminderen van conflictsituaties voor autistische kinderen. ‘Die kunnen daar moeilijk mee omgaan. Ik wil ze een truc leren waardoor ze een time-out kunnen nemen vóór het conflict ontstaat. Dat is beter voor hun welbevinden en het zorgt ervoor dat ze niet constant negatieve aandacht krijgen.’Jelle zag het probleem van de autistische kinderen tijdens zijn stage en ging op zoek naar theorie. ‘Wat kun je veranderen? De stoornis niet. Je kunt ze wel leren even tot tien te tellen als er een conflict dreigt te ontstaan.’ Tijdens zijn LIO-stage wil Jelle zijn onderzoek in praktijk brengen.

Grote sprongDocent Van Meer vroeg zich van te voren wel af of iedereen het academische niveau zou halen. ‘Het is maar een enkeling die het niet haalt. De studenten hebben heel hard gewerkt, ze hebben er veel energie in gestopt. Het was nieuw en ze hebben een grote sprong moeten maken. Ondanks alle hobbels willen ze er echt iets van maken.’Van Meer is tevreden over wat de ze bereikt hebben, maar door het drukke programma is veel uiteindelijk niet afgerond. Veel studenten hebben meer dan twee blokken nodig om alles af te krijgen. ‘Het is daardoor lastig om iets te zeggen over de kwaliteit.’De manier van begeleiden, met drie docenten op een groep van dertig studenten, was heel intensief. ‘Zo’n investering is eigenlijk niet reëel’, meent Van Meer. ‘Maar het was een pilot waar we van moeten leren.’

TOPClass-studenten van de Pabo hebben het afgelopen half jaar onderzoek gedaan naar een maatschappelijk vraagstuk. Tijdens hun stage gaan ze het onderzoek zelf uitvoeren op een basisschool.

pabo-studenten doen onderzoek op aCademisCh

niveau

[Tekst: Suzanne Wolters/17 maart 2011 gepubliceerd]

De Pabo-studenten van de TOPClass Gedragsspecialist gaan hun onderzoek uitvoeren op basisscholen in het speciaal onderwijs. De aanpak is nieuw. ‘Wij komen met een vraag en de school kijkt of we het onderzoek mogen uitvoeren.’Foto: Herman Engbers/Hollandse Hoogte

‘��Het�is�maar��een�enkeling�die�het�niet�haalt’

Page 12: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

13Punt Magazine

PeRSona

toen ik aan het

hbo studeerde

- zo’n 30 jaar

geleden - was ik de

grote vragensteller

van de klas. ik had

ontdekt dat de les

beter te volgen was

als ik niet bleef

zitten met mijn vragen.

Volledig begrijpen was

de enige manier om me

iets eigen te maken. De docent vond het prima,

want die kreeg met iedere vraag een kapstok

om zijn verhaal aan op te hangen. Maar enkele

meiden in de klas vonden me maar een uitslover.

tegenwoordig is internetcommunicatie mijn

werkterrein en daar prijs ik me gelukkig mee.

weinig praktijken kunnen zo evidence based

zijn als het maken van een website. De enorme

groei van het internet en het geld dat er mee

gemoeid is maken dat mogelijk. er ligt een zee

aan onderzoeken, statistieken, kennis, tools en

toepassingen. en met twitter hengel ik ze naar

de oppervlakte.

twitter wordt gemakkelijk afgedaan als het

babbelzieke meisje uit de klas. Die bestaat

ook wel, maar ik volg vooral de wijsneus, die

bereid is om kennis te delen. en ik gebruik de

hashtag #durftevragen nog regelmatig. triviaal,

inhoudelijk en zelfs diepzinnig gaan op twitter

goed samen. Zoals in het echte leven. De boog kan

niet altijd gespannen zijn. Het is onbegrijpelijk

dat er organisaties zijn die twitter willen

verbieden. want het zal model staan voor de

nieuwe e-mail. en de e-mail van nu wordt het

nieuwe postvak.

in Desperate Housewives zijn de hoofdkarakters

archetypen, oermodellen van de vrouw: de

moeder (lynette), de verleidster (Gabrielle),

de neurotica (Bree), het loeder (edie) en het

gansje (Susan). ik vond het eerste seizoen van

de serie humor en drama van de bovenste plank.

in mijn vroege twitterdagen deed ik zelfs een

soort Desperate Housewive libelle-test. Daarmee

kon je achterhalen welke Housewive bij jouw

eigen persoonlijkheid paste. De vragen waren niet

voor mij, eigenlijk. Voor een man was het soms

onmogelijk om ze te beantwoorden. in amerika

is het niet voorstelbaar dat een man een vrouw

als rolmodel zou willen hebben. emancipatorisch

valt daar best nog land te winnen. ik was een

lynette, overigens.

ook op de werkvloer gebruiken we etiketten of

rangschikken we mensen in hokjes. Dat gaat soms

onbewust. Het is ook niet altijd onterecht.

Het wordt pas lastig als we er heilig in gaan

geloven en we van de ander (of onszelf) een

stereotype maken.

Zo rijzen uit het nieuwe Meerjarenbeleidsplan de

omtrekken van de ideale avans medewerker. Maar

die voorstelling is nog niet afgemaakt. Jij en

ik zullen ons er niet snel in herkennen. Het is

one style fits all.

Vanuit de internetwetenschap hebben we daar een

oplossing voor. Persona - het klinkt als de naam

van een verre planeet, maar een persona is bedoeld

als typologie om een klant of doelgroep dichter

bij te brengen en beter herkenbaar te maken. als

we er nu eens in slaagden om te beschrijven welke

soorten mensen in onze organisatie nodig zijn. en

we geven die persona’s een naam, eigenschappen,

een bezigheid, een privéleven, misschien zelfs

een uiterlijk. Dan hebben we het - ik noem maar

wat - over leo, de veiligheidszoeker, die niet

zo houdt van onrust en verandering, maar wel

een constante en betrouwbare bijdrage levert.

of over Stella, de grote ideeënmaakster,wessel,

de mensencoach, Mark, de oplossingsgerichte

manager, thea, de detailbewaakster…

Die persona’s willen we terug vinden in de

mensen van vlees en bloed die werken bij avans

Hogeschool. Het zijn de rolmodellen waar we

ons aan kunnen spiegelen. Maar het zijn ook

de typen waarop het Human Resource Management

wordt afgestemd. want ‘de beste vanuit passie

en betrokkenheid’ is een principe dat van twee

kanten werkt.

Bij mijn volgende functioneringsgesprek gaat het

zo: mijn leidinggevende zegt dat mijn Stella-

factor goed genoeg ontwikkeld is, maar dat mijn

thea de voortgang wel eens belemmert. ik stel

voor dat ik wat meer Mark in de mix ga brengen

en dat ik daar dan graag een passende training

voor wil volgen.

Met zo’n multidimensionaal beeld van mezelf als

werknemer kan ik wel leven.

Eric van Oevelen is medewerker communicatie bij

het Leer- en Innovatiecentrum

Meer over persona’s vind je op http://www.frankwatching.com/archive/2009/04/01/ho

e-personas-en-

user-stories-bijdragen-aan-een-succesvol-designproces/

sprekers, workshops en presentaties. medewerkers hoeven ziCh niet

te vervelen op de onderwijsdag. aCademies en diensten van avans

trekken alles uit de kast om anderen te inspireren. daarnaast is het

een mooi moment om te netwerken met Collega’s.sprekersVan Albert Verlinde tot Karl Dittrich. Aan verscheidenheid van sprekers geen gebrek op

de Onderwijsdag. Waar vorig jaar hockeycoach Marc Lammers de aftrap deed vanaf het

grasveld van voetbalclub Willem II, is het dit jaar de beurt aan RTL Boulevard-presentator

en theaterproducent Albert Verlinde om de link te leggen tussen zijn werk en Avans

Hogeschool.Karl Dittrich, voorzitter van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO),

poneert tijdens de Onderwijsdag een stelling die te maken heeft met kwaliteit en

Avans. Daarna houdt hij een pleidooi waarop het publiek mag reageren. Nicole van

Son, directeur van de Pabo, zal met Dittrich in discussie gaan.’s Middags zal Ben van Schijndel zijn visie op kwaliteit binnen het onderwijs onder de

aandacht brengen. Van Schijndel heeft brede ervaring op het gebied van kwaliteitszorg

en -management in het onderwijs. De samenhang tussen professionele, organisatorische

en relationele kwaliteit is het uitgangspunt van zijn werk. Avanslectoren Jos Gunsing (Mechatronica) en Sjaak Khonraad (Integrale Veiligheid)

vertellen ‘s middags vanuit hun eigen vakgebied over hoe docent en onderzoeker elkaar

kunnen aanvullen.Of dat nog niet genoeg is, heeft de organisatie ook Kees Ahaus weten te strikken. Ahaus

is als hoogleraar verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en staat te boek als een

expert op het gebied van kwaliteitsmanagement.prijzenTijdens de Onderwijsdag wordt traditiegetrouw ook de Innovatieprijs uitgereikt.

Vorig jaar won René Bosma van de Akademie voor Kunst en Vormgeving|St. Joost deze

aanmoedigingsprijs van Avans voor zijn master Animatie. Dit jaar zijn er elf initiatieven

van Avans genomineerd voor de prijs. Op 14 april wordt bekend gemaakt wie Den Bosch

verlaat met de wisselbeker en duizend euro.zelf doenJe zou na zo’n Onderwijsdag suf gepraat naar huis kunnen gaan. Gelukkig kan iedere

medewerker ook actief meedoen met workshops als storytelling, waarin de verhalen

van Avans verzameld worden, situationeel leidinggeven, webcam assessments en talent

voor creativiteit.Ook is het aan te raden om even de benen te strekken en een rondgang te maken

over de Markt; de plek voor vraag en aanbod van informatie binnen en over Avans.

Loop even langs bij de informatiestands van bijvoorbeeld de focusgroepen van het

Meerjarenbeleidsplan, het studentencentrum, het docentencentrum, het stiltegebied

en de lectoraten.

laChenEen oudejaarsconference over de Onderwijsdag, zo kun je het optreden van cabaretier

Mark van de Veerdonk omschrijven. De hele dag loopt de cabaretier rond, luistert hij

mee en volgt hij workshops. Zodat hij de Onderwijsdag kan afsluiten met een conference.

Medewerkers kunnen luisteren onder het genot van een borrel.muziekHet Avans zangkoor zal tijdens de Onderwijsdag zorgen voor een muzikale omlijsting.

Ook verzorgt Jazz Connection, de band met daarin Avansmedewerker Bart Wouters,

een optreden.

[tekst: Arold Roestenburg]

wat is er te doen?

onderwijsdag 2011:

12 onderwijsdag 2011

Colofon

PM is een uitgave van Avans Hogeschool en wordt uitgebracht ter gelegenheid van de Onderwijsdag 2011, die als thema ‘Kwaliteit’ heeft. Een gedeelte van de artikelen is eerder verschenen in hogeschoolkrant Punt.

HoofdredactieArold Roestenburg

EindredactieSuzanne Wolters

VormgevingSeña Ontwerpers Eindhoven

DrukwerkDrukkerij De Bink Leiden

Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden gekopieerd.

Foto: Beeldveld/Wilfried Scholtes

Page 13: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

13Punt Magazine

PeRSona

toen ik aan het

hbo studeerde

- zo’n 30 jaar

geleden - was ik de

grote vragensteller

van de klas. ik had

ontdekt dat de les

beter te volgen was

als ik niet bleef

zitten met mijn vragen.

Volledig begrijpen was

de enige manier om me

iets eigen te maken. De docent vond het prima,

want die kreeg met iedere vraag een kapstok

om zijn verhaal aan op te hangen. Maar enkele

meiden in de klas vonden me maar een uitslover.

tegenwoordig is internetcommunicatie mijn

werkterrein en daar prijs ik me gelukkig mee.

weinig praktijken kunnen zo evidence based

zijn als het maken van een website. De enorme

groei van het internet en het geld dat er mee

gemoeid is maken dat mogelijk. er ligt een zee

aan onderzoeken, statistieken, kennis, tools en

toepassingen. en met twitter hengel ik ze naar

de oppervlakte.

twitter wordt gemakkelijk afgedaan als het

babbelzieke meisje uit de klas. Die bestaat

ook wel, maar ik volg vooral de wijsneus, die

bereid is om kennis te delen. en ik gebruik de

hashtag #durftevragen nog regelmatig. triviaal,

inhoudelijk en zelfs diepzinnig gaan op twitter

goed samen. Zoals in het echte leven. De boog kan

niet altijd gespannen zijn. Het is onbegrijpelijk

dat er organisaties zijn die twitter willen

verbieden. want het zal model staan voor de

nieuwe e-mail. en de e-mail van nu wordt het

nieuwe postvak.

in Desperate Housewives zijn de hoofdkarakters

archetypen, oermodellen van de vrouw: de

moeder (lynette), de verleidster (Gabrielle),

de neurotica (Bree), het loeder (edie) en het

gansje (Susan). ik vond het eerste seizoen van

de serie humor en drama van de bovenste plank.

in mijn vroege twitterdagen deed ik zelfs een

soort Desperate Housewive libelle-test. Daarmee

kon je achterhalen welke Housewive bij jouw

eigen persoonlijkheid paste. De vragen waren niet

voor mij, eigenlijk. Voor een man was het soms

onmogelijk om ze te beantwoorden. in amerika

is het niet voorstelbaar dat een man een vrouw

als rolmodel zou willen hebben. emancipatorisch

valt daar best nog land te winnen. ik was een

lynette, overigens.

ook op de werkvloer gebruiken we etiketten of

rangschikken we mensen in hokjes. Dat gaat soms

onbewust. Het is ook niet altijd onterecht.

Het wordt pas lastig als we er heilig in gaan

geloven en we van de ander (of onszelf) een

stereotype maken.

Zo rijzen uit het nieuwe Meerjarenbeleidsplan de

omtrekken van de ideale avans medewerker. Maar

die voorstelling is nog niet afgemaakt. Jij en

ik zullen ons er niet snel in herkennen. Het is

one style fits all.

Vanuit de internetwetenschap hebben we daar een

oplossing voor. Persona - het klinkt als de naam

van een verre planeet, maar een persona is bedoeld

als typologie om een klant of doelgroep dichter

bij te brengen en beter herkenbaar te maken. als

we er nu eens in slaagden om te beschrijven welke

soorten mensen in onze organisatie nodig zijn. en

we geven die persona’s een naam, eigenschappen,

een bezigheid, een privéleven, misschien zelfs

een uiterlijk. Dan hebben we het - ik noem maar

wat - over leo, de veiligheidszoeker, die niet

zo houdt van onrust en verandering, maar wel

een constante en betrouwbare bijdrage levert.

of over Stella, de grote ideeënmaakster,wessel,

de mensencoach, Mark, de oplossingsgerichte

manager, thea, de detailbewaakster…

Die persona’s willen we terug vinden in de

mensen van vlees en bloed die werken bij avans

Hogeschool. Het zijn de rolmodellen waar we

ons aan kunnen spiegelen. Maar het zijn ook

de typen waarop het Human Resource Management

wordt afgestemd. want ‘de beste vanuit passie

en betrokkenheid’ is een principe dat van twee

kanten werkt.

Bij mijn volgende functioneringsgesprek gaat het

zo: mijn leidinggevende zegt dat mijn Stella-

factor goed genoeg ontwikkeld is, maar dat mijn

thea de voortgang wel eens belemmert. ik stel

voor dat ik wat meer Mark in de mix ga brengen

en dat ik daar dan graag een passende training

voor wil volgen.

Met zo’n multidimensionaal beeld van mezelf als

werknemer kan ik wel leven.

Eric van Oevelen is medewerker communicatie bij

het Leer- en Innovatiecentrum

Meer over persona’s vind je op http://www.frankwatching.com/archive/2009/04/01/ho

e-personas-en-

user-stories-bijdragen-aan-een-succesvol-designproces/

sprekers, workshops en presentaties. medewerkers hoeven ziCh niet

te vervelen op de onderwijsdag. aCademies en diensten van avans

trekken alles uit de kast om anderen te inspireren. daarnaast is het

een mooi moment om te netwerken met Collega’s.sprekersVan Albert Verlinde tot Karl Dittrich. Aan verscheidenheid van sprekers geen gebrek op

de Onderwijsdag. Waar vorig jaar hockeycoach Marc Lammers de aftrap deed vanaf het

grasveld van voetbalclub Willem II, is het dit jaar de beurt aan RTL Boulevard-presentator

en theaterproducent Albert Verlinde om de link te leggen tussen zijn werk en Avans

Hogeschool.Karl Dittrich, voorzitter van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO),

poneert tijdens de Onderwijsdag een stelling die te maken heeft met kwaliteit en

Avans. Daarna houdt hij een pleidooi waarop het publiek mag reageren. Nicole van

Son, directeur van de Pabo, zal met Dittrich in discussie gaan.’s Middags zal Ben van Schijndel zijn visie op kwaliteit binnen het onderwijs onder de

aandacht brengen. Van Schijndel heeft brede ervaring op het gebied van kwaliteitszorg

en -management in het onderwijs. De samenhang tussen professionele, organisatorische

en relationele kwaliteit is het uitgangspunt van zijn werk. Avanslectoren Jos Gunsing (Mechatronica) en Sjaak Khonraad (Integrale Veiligheid)

vertellen ‘s middags vanuit hun eigen vakgebied over hoe docent en onderzoeker elkaar

kunnen aanvullen.Of dat nog niet genoeg is, heeft de organisatie ook Kees Ahaus weten te strikken. Ahaus

is als hoogleraar verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en staat te boek als een

expert op het gebied van kwaliteitsmanagement.prijzenTijdens de Onderwijsdag wordt traditiegetrouw ook de Innovatieprijs uitgereikt.

Vorig jaar won René Bosma van de Akademie voor Kunst en Vormgeving|St. Joost deze

aanmoedigingsprijs van Avans voor zijn master Animatie. Dit jaar zijn er elf initiatieven

van Avans genomineerd voor de prijs. Op 14 april wordt bekend gemaakt wie Den Bosch

verlaat met de wisselbeker en duizend euro.zelf doenJe zou na zo’n Onderwijsdag suf gepraat naar huis kunnen gaan. Gelukkig kan iedere

medewerker ook actief meedoen met workshops als storytelling, waarin de verhalen

van Avans verzameld worden, situationeel leidinggeven, webcam assessments en talent

voor creativiteit.Ook is het aan te raden om even de benen te strekken en een rondgang te maken

over de Markt; de plek voor vraag en aanbod van informatie binnen en over Avans.

Loop even langs bij de informatiestands van bijvoorbeeld de focusgroepen van het

Meerjarenbeleidsplan, het studentencentrum, het docentencentrum, het stiltegebied

en de lectoraten.

laChenEen oudejaarsconference over de Onderwijsdag, zo kun je het optreden van cabaretier

Mark van de Veerdonk omschrijven. De hele dag loopt de cabaretier rond, luistert hij

mee en volgt hij workshops. Zodat hij de Onderwijsdag kan afsluiten met een conference.

Medewerkers kunnen luisteren onder het genot van een borrel.muziekHet Avans zangkoor zal tijdens de Onderwijsdag zorgen voor een muzikale omlijsting.

Ook verzorgt Jazz Connection, de band met daarin Avansmedewerker Bart Wouters,

een optreden.

[tekst: Arold Roestenburg]

wat is er te doen?

onderwijsdag 2011:

12 onderwijsdag 2011

Colofon

PM is een uitgave van Avans Hogeschool en wordt uitgebracht ter gelegenheid van de Onderwijsdag 2011, die als thema ‘Kwaliteit’ heeft. Een gedeelte van de artikelen is eerder verschenen in hogeschoolkrant Punt.

HoofdredactieArold Roestenburg

EindredactieSuzanne Wolters

VormgevingSeña Ontwerpers Eindhoven

DrukwerkDrukkerij De Bink Leiden

Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden gekopieerd.

Foto: Beeldveld/Wilfried Scholtes

Page 14: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

14 onderwijsdag 2011 15Punt Magazine

d at een afstudeerscriptie leidt tot een item in het televisienieuws is best uniek te noemen. Toch

is het niet de media-aandacht waar Ron van Gijn, deeltijdstudent en politieman, het meest blij mee is. ‘Dat collega’s voortaan alleen nog maar in speciale pakken hennepkwekerijen ontruimen, vind ik belangrijker.’Van Gijn heeft, in samenwerking met de Academie voor de Technologie van Gezondheid en Milieu in Breda, aangetoond dat er steeds meer giftige stoffen gebruikt worden voor de teelt van hennep.

OnwelWietteelt is big business. Hoe groter de opbrengst, hoe meer je eraan kunt verdienen. Dat dat gevaar oplevert voor de gezondheid

is voor de telers van ondergeschikt belang. ‘Ik merkte dat steeds meer collega’s onwel werden bij ontruimingen van hennepkwekerijen. Daar moest dus iets achter zitten’, zegt Van Gijn. Op diverse websites is te lezen welke chemische middelen kunnen helpen om de hoeveelheid gekweekte hennep te verhogen. Het laatste onderzoek hiernaar stamt uit 1999. ‘Toen was het percentage giftige stoffen in hennep te verwaarlozen.’‘Ik heb zes monsters, afkomstig uit coffeeshops en van geruimde kwekerijen, laten onderzoeken op het verboden middel Vertimec. Hierin zit abbamectine, een voor de gezondheid erg schadelijke stof.’ Ten opzichte van het onderzoek in ’99 zit er nu 32 procent meer van deze stof in de helft van de monsters. ‘Let wel: er is, in verband met de kosten, onderzoek

gedaan naar één stof. Er zitten waarschijnlijk nog andere chemische stoffen in’, zegt Van Gijn’.

CrimineelVan Gijn weet niet hoe schadelijk de stof is voor de roker. ‘Maar denk eens aan de kinderen in de woning van een teler, de Polen of Slovenen die bij een grote kwekerij de toppen knippen en de politieagenten die kwekerijen ontruimen. Die lopen wel degelijk gevaar. De stof kan net op de planten gespoten zijn. Die ademen mijn collega’s in.’De deeltijdstudent heeft de teelt van wiet steeds crimineler zien worden. ‘Er gaan enorme bedragen in om. 80 Procent van de Nederlandse wiet wordt geëxporteerd. Ik wilde in mijn scriptie onderzoeken of er naast de opiumwet nog andere wetten van toepassing

Met zijn afstudeeronderzoek naar giftige stoffen in hennep heeft Ron van Gijn, deeltijdstudent HBO-Rechten in Tilburg, zelfs het RTL Nieuws gehaald. ‘Criminelen moeten zwaarder worden gestraft.’

zijn op wietteelt. Hoe kunnen we de criminelen zwaarder straffen?’

Strafmaat verzwarenHet gebruik van verboden chemische stoffen kan de strafmaat met een derde verzwaren, zegt Van Gijn. ‘Het kan via de wet op de gewasbescherming. Daar staat niks in over hennep, maar wel over het gebruik van giftige middelen.’‘Ik zeg niet dat alle wiettelers bezig zijn met chemische middelen. Er zijn er ook genoeg met groene vingers die het kweken voor eigen gebruik. Ik pleit voor een gedoogbeleid. Wijs een aantal kwekers aan die volgens de regels hennep telen. Dan weet je ook welke middelen er gebruikt worden. De massaproductie moet gereguleerd worden. Net zoals dat bij de teelt van bijvoorbeeld tomaten gebeurt.’

giftigestoffenin wiet

Bij het ontruimen van een hennepkwekerij, zoals hier op de zolder van een woonhuis in Tilburg, trekken politiemannen en schoonmakers vaak geen beschermende pakken aan. Dat verandert, nu onderzoek van HBO-Rechtenstudent Ron van Gijn heeft aangetoond dat er een grote hoeveelheid giftige stoffen in de wiet kan zitten.

Foto: Dolph Cantrijn/Hollandse Hoogte

onderzoek met een staartjeEline Jurgens en Lucia Neuman, derdejaars-studenten Forensisch Onderzoek in Breda, hebben het meeste analytische werk verricht voor het onderzoek van de zes hennepmonsters.‘We hebben een methode van internet gehaald en die aangepast. Normaal gesproken wordt er gewerkt met monsters van 50 gram. Maar wij hebben met 1 gram wiet gewerkt. Daar had ik ook toestemming voor gevraagd bij de officier van justitie. Ik wilde me goed indekken’, vertelt hun docent Ben de Rooij.Ter vergelijking heeft Lucia Neuman standaarden gemaakt met thee. ‘Dat gedroogde materiaal lijkt het meest op wiet’, vertelt ze. ‘Op die manier konden we een vergelijking maken en hadden we een referentiekader.’De Academie voor de Technologie van Gezondheid en Milieu gaat verder met het henneponderzoek. ‘Het wordt een van de onderwerpen van het lectoraat analysetechnieken in de Life Sciences’, vertelt De Rooij. ‘We gaan waarschijnlijk samenwerken met de Nationale Task Force Hennepbestrijding.’

[Gepubliceerd 4 september 2009/Tekst: Arold Roestenburg]

Page 15: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

14 onderwijsdag 2011 15Punt Magazine

d at een afstudeerscriptie leidt tot een item in het televisienieuws is best uniek te noemen. Toch

is het niet de media-aandacht waar Ron van Gijn, deeltijdstudent en politieman, het meest blij mee is. ‘Dat collega’s voortaan alleen nog maar in speciale pakken hennepkwekerijen ontruimen, vind ik belangrijker.’Van Gijn heeft, in samenwerking met de Academie voor de Technologie van Gezondheid en Milieu in Breda, aangetoond dat er steeds meer giftige stoffen gebruikt worden voor de teelt van hennep.

OnwelWietteelt is big business. Hoe groter de opbrengst, hoe meer je eraan kunt verdienen. Dat dat gevaar oplevert voor de gezondheid

is voor de telers van ondergeschikt belang. ‘Ik merkte dat steeds meer collega’s onwel werden bij ontruimingen van hennepkwekerijen. Daar moest dus iets achter zitten’, zegt Van Gijn. Op diverse websites is te lezen welke chemische middelen kunnen helpen om de hoeveelheid gekweekte hennep te verhogen. Het laatste onderzoek hiernaar stamt uit 1999. ‘Toen was het percentage giftige stoffen in hennep te verwaarlozen.’‘Ik heb zes monsters, afkomstig uit coffeeshops en van geruimde kwekerijen, laten onderzoeken op het verboden middel Vertimec. Hierin zit abbamectine, een voor de gezondheid erg schadelijke stof.’ Ten opzichte van het onderzoek in ’99 zit er nu 32 procent meer van deze stof in de helft van de monsters. ‘Let wel: er is, in verband met de kosten, onderzoek

gedaan naar één stof. Er zitten waarschijnlijk nog andere chemische stoffen in’, zegt Van Gijn’.

CrimineelVan Gijn weet niet hoe schadelijk de stof is voor de roker. ‘Maar denk eens aan de kinderen in de woning van een teler, de Polen of Slovenen die bij een grote kwekerij de toppen knippen en de politieagenten die kwekerijen ontruimen. Die lopen wel degelijk gevaar. De stof kan net op de planten gespoten zijn. Die ademen mijn collega’s in.’De deeltijdstudent heeft de teelt van wiet steeds crimineler zien worden. ‘Er gaan enorme bedragen in om. 80 Procent van de Nederlandse wiet wordt geëxporteerd. Ik wilde in mijn scriptie onderzoeken of er naast de opiumwet nog andere wetten van toepassing

Met zijn afstudeeronderzoek naar giftige stoffen in hennep heeft Ron van Gijn, deeltijdstudent HBO-Rechten in Tilburg, zelfs het RTL Nieuws gehaald. ‘Criminelen moeten zwaarder worden gestraft.’

zijn op wietteelt. Hoe kunnen we de criminelen zwaarder straffen?’

Strafmaat verzwarenHet gebruik van verboden chemische stoffen kan de strafmaat met een derde verzwaren, zegt Van Gijn. ‘Het kan via de wet op de gewasbescherming. Daar staat niks in over hennep, maar wel over het gebruik van giftige middelen.’‘Ik zeg niet dat alle wiettelers bezig zijn met chemische middelen. Er zijn er ook genoeg met groene vingers die het kweken voor eigen gebruik. Ik pleit voor een gedoogbeleid. Wijs een aantal kwekers aan die volgens de regels hennep telen. Dan weet je ook welke middelen er gebruikt worden. De massaproductie moet gereguleerd worden. Net zoals dat bij de teelt van bijvoorbeeld tomaten gebeurt.’

giftigestoffenin wiet

Bij het ontruimen van een hennepkwekerij, zoals hier op de zolder van een woonhuis in Tilburg, trekken politiemannen en schoonmakers vaak geen beschermende pakken aan. Dat verandert, nu onderzoek van HBO-Rechtenstudent Ron van Gijn heeft aangetoond dat er een grote hoeveelheid giftige stoffen in de wiet kan zitten.

Foto: Dolph Cantrijn/Hollandse Hoogte

onderzoek met een staartjeEline Jurgens en Lucia Neuman, derdejaars-studenten Forensisch Onderzoek in Breda, hebben het meeste analytische werk verricht voor het onderzoek van de zes hennepmonsters.‘We hebben een methode van internet gehaald en die aangepast. Normaal gesproken wordt er gewerkt met monsters van 50 gram. Maar wij hebben met 1 gram wiet gewerkt. Daar had ik ook toestemming voor gevraagd bij de officier van justitie. Ik wilde me goed indekken’, vertelt hun docent Ben de Rooij.Ter vergelijking heeft Lucia Neuman standaarden gemaakt met thee. ‘Dat gedroogde materiaal lijkt het meest op wiet’, vertelt ze. ‘Op die manier konden we een vergelijking maken en hadden we een referentiekader.’De Academie voor de Technologie van Gezondheid en Milieu gaat verder met het henneponderzoek. ‘Het wordt een van de onderwerpen van het lectoraat analysetechnieken in de Life Sciences’, vertelt De Rooij. ‘We gaan waarschijnlijk samenwerken met de Nationale Task Force Hennepbestrijding.’

[Gepubliceerd 4 september 2009/Tekst: Arold Roestenburg]

Page 16: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

16 onderwijsdag 2011 17Punt Magazine

‘e r zijn genoeg films en documentaires over kinderen met kanker, maar nog niet vanuit het perspectief van het broertje

of zusje. Vaak worden die vergeten. Mensen vragen hoe het met het zieke kind gaat, maar ze vragen niet naar de andere familieleden’, zeggen documentairemakers Eef Hilgers en Eva Nijsten, derdejaarsstudenten Audiovisuele Vormgeving aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving|St. Joost in Breda. Voor hun minor maakten ze de filmdocumentaire Samen niet alleen.In de film worden twee gezinnen gevolgd waarin een kind kanker heeft. Het ene gezin bestaat uit vader, moeder, Hanneke van zeven

jaar en Karlijn van vijf. Karlijn heeft leukemie en Hanneke vertelt hoe zij dat beleeft. Het andere gezin bestaat uit vader, moeder, Noah van negen en Luca van zeven. Luca heeft eveneens leukemie en Noah vertelt hoe het bij hun thuis gaat. Beide kinderen zijn niet terminaal ziek.

Moeilijke prater Het maken van de film was niet altijd makkelijk. Hanneke is een meisje dat moeilijk kon praten over de ziekte van haar zusje. ‘Ik heb me zelfs afgevraagd of we wel moesten doorgaan met Hanneke, zó moeilijk ging het in het begin. Maar Eef was ervan overtuigd dat we haar niet

moesten loslaten en dat het goed zou komen. Gelukkig zijn we ermee doorgegaan, want het is erg interessant geworden’, zegt Eva.Na een tijd merkten ze aan Hanneke dat ze er beter over kon praten, ook met haar ouders. ‘Natuurlijk is het een beetje arrogant om te denken dat dat door ons komt. Maar ik weet zeker dat onze aanwezigheid een positieve invloed op haar heeft gehad’, vertelt Eef.

Tranen in de ogenVoordat de studenten gingen filmen, zijn ze een aantal keer bij de gezinnen thuis geweest om te praten en te spelen met Hanneke en Noah.

‘wij kregen soms ook tranen in onze ogen’Daardoor kwamen de documentairemakers dichtbij de familie te staan en maakten ze de ziekte van nabij mee. ‘Soms was dat moeilijk. Dan begon Hanneke te huilen, omdat ze bang was dat haar zusje dood zou gaan. En dan kregen wij ook tranen in onze ogen. Daarom was het fijn dat we met z’n tweeën waren. We hebben echt steun aan elkaar gehad.’Noah en Hanneke waren vooral jaloers op hun broertje en zusje omdat zij leuke dingen mochten doen en veel aandacht kregen. Met deze documentaire hopen de studenten dat broertjes en zusjes zich niet meer alleen voelen en dat ze over hun gevoelens gaan praten. Het blijkt namelijk dat kinderen vaak hun mond houden over hoe verdrietig ze zijn. Ook willen Eef en Eva dat ouders meer gaan nadenken over hoe de andere kinderen in het gezin met de situatie omgaan.‘Ik had vroeger een vriendje met kanker en ik wist niet goed hoe ik ermee om moest gaan’, zegt Eef. Dat is ook de reden geweest om de film te maken.

Laatste chemo‘Het was ontzettend bijzonder om door twee onbekende families in huis gehaald te worden. Ze stonden zo voor ons open, ook al ben je in het begin gewoon een vreemde. Je gaat meeleven met de gezinnen en we hebben bijvoorbeeld erg aan Karlijn moeten denken op de dag dat ze haar laatste chemo kreeg. Dat was toch spannend. Het contact dat we met de kinderen en hun ouders hadden, was erg goed. Dat soort contacten maken het vak zo leuk’, vertelt Eva.

Eef en Eva gingen in eerste instantie op zoek naar gezinnen met terminaal zieke kinderen. Maar er reageerden alleen gezinnen waarvan het kind niet terminaal ziek was. Eef: ‘Achteraf gezien zou het voor ons misschien emotioneel te heftig zijn geweest als er een kind zou dood gaan, maar voor de film juist goed, hoe hard dat ook klinkt.’Ruim vier maanden zijn de studenten met de film bezig geweest. Op 24 maart was de première op de kunstacademie in Breda. ‘Dat was echt super! Onze familie en natuurlijk de gezinnen waren erbij aanwezig. We hadden een rode loper neergelegd, zodat we Noah en Hanneke extra in de spotlights konden zetten. Door het maken van de film bleek dat zij die aandacht nog wel eens misten.’

Tijdens de première van de film ‘Samen niet alleen’ van kunststudenten Eva Nijsten (links) en Eef Hilgers werden Hanneke en Noah extra in de spotlights gezet.Foto's: Privé-archief

[Gepubliceerd 20 mei 2010/Tekst: Nikki Ruijs]

hoogtepuntEef en Eva: ‘Het moment dat de film af was en we ‘m aan de ouders van de kinderen lieten zien. Ze waren erg ontroerd en de moeder van Hanneke zei dat we het verhaal van haar dochter zó goed hadden verteld, op een manier waarop Hanneke het zelf nooit had kunnen zeggen. Dat was het grootste compliment dat we konden krijgen.’

dieptepuntEef en Eva: ‘De technische tegenvallers. Bijvoorbeeld na een hele draaidag er achter komen dat er enorme ruis in het interview zit en geen idee hebben waar het vandaan komt. Of na dagen van monteren ineens alles kwijt zijn omdat computers raar beginnen te doen. Op zulke momenten kun je echt wel janken!’

Het is de grootste nachtmerrie voor ouders: je kind krijgt kanker. Alle aandacht gaat naar het zieke kind. Maar hoe is dat voor het broertje of zusje? Twee Avansstudenten maakten vanuit deze invalshoek een documentaire.

Page 17: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

16 onderwijsdag 2011 17Punt Magazine

‘e r zijn genoeg films en documentaires over kinderen met kanker, maar nog niet vanuit het perspectief van het broertje

of zusje. Vaak worden die vergeten. Mensen vragen hoe het met het zieke kind gaat, maar ze vragen niet naar de andere familieleden’, zeggen documentairemakers Eef Hilgers en Eva Nijsten, derdejaarsstudenten Audiovisuele Vormgeving aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving|St. Joost in Breda. Voor hun minor maakten ze de filmdocumentaire Samen niet alleen.In de film worden twee gezinnen gevolgd waarin een kind kanker heeft. Het ene gezin bestaat uit vader, moeder, Hanneke van zeven

jaar en Karlijn van vijf. Karlijn heeft leukemie en Hanneke vertelt hoe zij dat beleeft. Het andere gezin bestaat uit vader, moeder, Noah van negen en Luca van zeven. Luca heeft eveneens leukemie en Noah vertelt hoe het bij hun thuis gaat. Beide kinderen zijn niet terminaal ziek.

Moeilijke prater Het maken van de film was niet altijd makkelijk. Hanneke is een meisje dat moeilijk kon praten over de ziekte van haar zusje. ‘Ik heb me zelfs afgevraagd of we wel moesten doorgaan met Hanneke, zó moeilijk ging het in het begin. Maar Eef was ervan overtuigd dat we haar niet

moesten loslaten en dat het goed zou komen. Gelukkig zijn we ermee doorgegaan, want het is erg interessant geworden’, zegt Eva.Na een tijd merkten ze aan Hanneke dat ze er beter over kon praten, ook met haar ouders. ‘Natuurlijk is het een beetje arrogant om te denken dat dat door ons komt. Maar ik weet zeker dat onze aanwezigheid een positieve invloed op haar heeft gehad’, vertelt Eef.

Tranen in de ogenVoordat de studenten gingen filmen, zijn ze een aantal keer bij de gezinnen thuis geweest om te praten en te spelen met Hanneke en Noah.

‘wij kregen soms ook tranen in onze ogen’Daardoor kwamen de documentairemakers dichtbij de familie te staan en maakten ze de ziekte van nabij mee. ‘Soms was dat moeilijk. Dan begon Hanneke te huilen, omdat ze bang was dat haar zusje dood zou gaan. En dan kregen wij ook tranen in onze ogen. Daarom was het fijn dat we met z’n tweeën waren. We hebben echt steun aan elkaar gehad.’Noah en Hanneke waren vooral jaloers op hun broertje en zusje omdat zij leuke dingen mochten doen en veel aandacht kregen. Met deze documentaire hopen de studenten dat broertjes en zusjes zich niet meer alleen voelen en dat ze over hun gevoelens gaan praten. Het blijkt namelijk dat kinderen vaak hun mond houden over hoe verdrietig ze zijn. Ook willen Eef en Eva dat ouders meer gaan nadenken over hoe de andere kinderen in het gezin met de situatie omgaan.‘Ik had vroeger een vriendje met kanker en ik wist niet goed hoe ik ermee om moest gaan’, zegt Eef. Dat is ook de reden geweest om de film te maken.

Laatste chemo‘Het was ontzettend bijzonder om door twee onbekende families in huis gehaald te worden. Ze stonden zo voor ons open, ook al ben je in het begin gewoon een vreemde. Je gaat meeleven met de gezinnen en we hebben bijvoorbeeld erg aan Karlijn moeten denken op de dag dat ze haar laatste chemo kreeg. Dat was toch spannend. Het contact dat we met de kinderen en hun ouders hadden, was erg goed. Dat soort contacten maken het vak zo leuk’, vertelt Eva.

Eef en Eva gingen in eerste instantie op zoek naar gezinnen met terminaal zieke kinderen. Maar er reageerden alleen gezinnen waarvan het kind niet terminaal ziek was. Eef: ‘Achteraf gezien zou het voor ons misschien emotioneel te heftig zijn geweest als er een kind zou dood gaan, maar voor de film juist goed, hoe hard dat ook klinkt.’Ruim vier maanden zijn de studenten met de film bezig geweest. Op 24 maart was de première op de kunstacademie in Breda. ‘Dat was echt super! Onze familie en natuurlijk de gezinnen waren erbij aanwezig. We hadden een rode loper neergelegd, zodat we Noah en Hanneke extra in de spotlights konden zetten. Door het maken van de film bleek dat zij die aandacht nog wel eens misten.’

Tijdens de première van de film ‘Samen niet alleen’ van kunststudenten Eva Nijsten (links) en Eef Hilgers werden Hanneke en Noah extra in de spotlights gezet.Foto's: Privé-archief

[Gepubliceerd 20 mei 2010/Tekst: Nikki Ruijs]

hoogtepuntEef en Eva: ‘Het moment dat de film af was en we ‘m aan de ouders van de kinderen lieten zien. Ze waren erg ontroerd en de moeder van Hanneke zei dat we het verhaal van haar dochter zó goed hadden verteld, op een manier waarop Hanneke het zelf nooit had kunnen zeggen. Dat was het grootste compliment dat we konden krijgen.’

dieptepuntEef en Eva: ‘De technische tegenvallers. Bijvoorbeeld na een hele draaidag er achter komen dat er enorme ruis in het interview zit en geen idee hebben waar het vandaan komt. Of na dagen van monteren ineens alles kwijt zijn omdat computers raar beginnen te doen. Op zulke momenten kun je echt wel janken!’

Het is de grootste nachtmerrie voor ouders: je kind krijgt kanker. Alle aandacht gaat naar het zieke kind. Maar hoe is dat voor het broertje of zusje? Twee Avansstudenten maakten vanuit deze invalshoek een documentaire.

Page 18: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

18 onderwijsdag 2011 19Punt Magazine

glaswerk op het festivalterrein van het HBO Intro mag komen. Onze studenten worden opgeleid tot veiligheidsexperts, dus zijn bij uitstek geschikt om hierover mee te denken en te assisteren.’ Een aantal studenten werkt als EHBO’ er, maar het gros is ‘sfeerbeheerder’. Ze moeten signaleren, preventief en proactief optreden, ter assistentie van securitybedrijf PPS en de politie.

PleisterTessa Heye heeft middagdienst in Breda als mobiele EHBO’er. Met een professioneel koffertje, gevuld met allerhande verbandjes en pleisters, loopt zij rond op de Haven. Maar er is weinig te doen. ‘Ik heb net één pleister uitgedeeld, omdat iemand daar om vroeg! ’De IV-student vindt het project leuk, maar ziet zichzelf later toch niet in de security- of EHBO-praktijk werken: ‘Wij leren bij IV over terrorisme, massapsychologie, crowd control en gevaarlijke stoffen: de theorie achter veiligheid. Wij gaan later werken bij Interpol

of misschien wordt één van ons in de toekomst wel de eerste Minister van Veiligheid.’Het werken op het HBO Intro Festival is een mooie praktijkoefening, vindt docent Schenkels. ‘Onze studenten gaan in de toekomst beleid maken en veiligheidsplannen schrijven. Maar wij vinden ook dat ze met hun voeten in de klei moeten hebben gestaan. Hoe kun je straks een arboplan opstellen als je zelf nog geen pleister kunt plakken?’

EntreepostStudent Yorick Gerards heeft dienst in de avonduren in Breda. Terwijl de binnenstad volstroomt, bemant Yorick met drie medestudenten de entreepost in de Vismarktstraat. Hij vond het veiligheidsplan schrijven leuk, maar het fysieke deel van het project misschien nog wel leuker. ‘Ik wilde graag bij een entreepost staan. Dat is de grootste uitdaging, want je weet nooit welke onverwachte situaties zich aandienen of wie er op je afstapt.’ Als zaalwacht bij thaiboksgala’s

en judowedstrijden is Yorick wel wat gewend.Maar de avond in Breda verloopt rustig. De sfeerbeheerders kunnen bezoekers niet dwingen hun glaswerk in te leveren of een bepaalde kant op te lopen, dus ze moeten het doen met hun communicatieve vaardigheden. ‘De meeste mensen luisterden wel’, vertelt Yorick na afloop. ‘Maar op een bepaald moment was de Havermarkt té vol en moesten de mensen terug naar de Grote Markt. Toen riep een vrouw dat ze niet naar ons hoefde te luisteren, omdat wij toch geen bevoegdheden hadden. Daardoor weigerden opeens meerdere mensen. Dan baal je.’

TrotsDocent Ad Schenkels is trots op zijn studenten: ‘Beide festivaldagen zijn zonder incidenten verlopen. Vooral de gemeente Breda was erg tevreden en gecharmeerd door ons unieke samenwerkingsproject. We gaan binnenkort met ze praten of de studenten van IV Breda niet vaker bij evenementen ingezet kunnen worden.’

h oe zijn de aanrijtijden en -routes van hulpdiensten? Hoe beweegt een mensenmassa zich? Wat

gebeurt er met mensen als het heel koud is, of juist heel warm? Over dat soort vragen moesten

tweedejaarsstudenten Integrale Veiligheid (IV) in Breda nadenken. Ze schreven mee aan het veiligheidsplan voor het HBO Intro Festival en werden daarnaast ingezet op de festivaldagen.Voor het eerst is een onderwijsproject op deze

manier geïntegreerd in het festival. IV-docent Ad Schenkels: ‘Door gebeurtenissen als in Hoek van Holland en Duisburg zijn de veiligheidseisen voor grootschalige evenementen flink aangescherpt. Een heikel punt is bijvoorbeeld dat er geen

veiligheidsexperts metde voeten in de klei

[Gepubliceerd op 30 september 2010/Tekst: Laura Janssen]

Yorick Gerards (derde van links) met de plastic bekertjes om drank in over

te schenken als mensen glaswerk bij zich hebben. ‘Je weet nooit welke

onverwachte situaties zich aandienen of wie er op je afstapt, dat maakt het leuk.’

Foto's: Beeldveld/Wilfried Scholtes

hoogtepuntYorick: ‘Dat we als studenten een bepaalde verantwoordelijkheid kregen, sprak mij erg aan. Er komt veel kijken bij de organisatie van zo’n groot evenement.’

dieptepuntJeroen: ‘We moesten in het begin de Yorick: ‘Het was lastig dat we als sfeerbeheerders niet veel bevoegdheden hadden, maar toch festivalbezoekers moesten bewegen om iets te doen. Doordat er niet bij elke post politie als back-up aanwezig was, zoals afgesproken, konden wij niet alles reguleren zoals gepland.’

Tienduizend feestvierende mensen in bedwang houden? Een mooie uitdaging. Studenten Integrale Veiligheid in Breda werden ingezet tijdens het HBO Intro Festival in Den Bosch en Breda.

Page 19: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

18 onderwijsdag 2011 19Punt Magazine

glaswerk op het festivalterrein van het HBO Intro mag komen. Onze studenten worden opgeleid tot veiligheidsexperts, dus zijn bij uitstek geschikt om hierover mee te denken en te assisteren.’ Een aantal studenten werkt als EHBO’ er, maar het gros is ‘sfeerbeheerder’. Ze moeten signaleren, preventief en proactief optreden, ter assistentie van securitybedrijf PPS en de politie.

PleisterTessa Heye heeft middagdienst in Breda als mobiele EHBO’er. Met een professioneel koffertje, gevuld met allerhande verbandjes en pleisters, loopt zij rond op de Haven. Maar er is weinig te doen. ‘Ik heb net één pleister uitgedeeld, omdat iemand daar om vroeg! ’De IV-student vindt het project leuk, maar ziet zichzelf later toch niet in de security- of EHBO-praktijk werken: ‘Wij leren bij IV over terrorisme, massapsychologie, crowd control en gevaarlijke stoffen: de theorie achter veiligheid. Wij gaan later werken bij Interpol

of misschien wordt één van ons in de toekomst wel de eerste Minister van Veiligheid.’Het werken op het HBO Intro Festival is een mooie praktijkoefening, vindt docent Schenkels. ‘Onze studenten gaan in de toekomst beleid maken en veiligheidsplannen schrijven. Maar wij vinden ook dat ze met hun voeten in de klei moeten hebben gestaan. Hoe kun je straks een arboplan opstellen als je zelf nog geen pleister kunt plakken?’

EntreepostStudent Yorick Gerards heeft dienst in de avonduren in Breda. Terwijl de binnenstad volstroomt, bemant Yorick met drie medestudenten de entreepost in de Vismarktstraat. Hij vond het veiligheidsplan schrijven leuk, maar het fysieke deel van het project misschien nog wel leuker. ‘Ik wilde graag bij een entreepost staan. Dat is de grootste uitdaging, want je weet nooit welke onverwachte situaties zich aandienen of wie er op je afstapt.’ Als zaalwacht bij thaiboksgala’s

en judowedstrijden is Yorick wel wat gewend.Maar de avond in Breda verloopt rustig. De sfeerbeheerders kunnen bezoekers niet dwingen hun glaswerk in te leveren of een bepaalde kant op te lopen, dus ze moeten het doen met hun communicatieve vaardigheden. ‘De meeste mensen luisterden wel’, vertelt Yorick na afloop. ‘Maar op een bepaald moment was de Havermarkt té vol en moesten de mensen terug naar de Grote Markt. Toen riep een vrouw dat ze niet naar ons hoefde te luisteren, omdat wij toch geen bevoegdheden hadden. Daardoor weigerden opeens meerdere mensen. Dan baal je.’

TrotsDocent Ad Schenkels is trots op zijn studenten: ‘Beide festivaldagen zijn zonder incidenten verlopen. Vooral de gemeente Breda was erg tevreden en gecharmeerd door ons unieke samenwerkingsproject. We gaan binnenkort met ze praten of de studenten van IV Breda niet vaker bij evenementen ingezet kunnen worden.’

h oe zijn de aanrijtijden en -routes van hulpdiensten? Hoe beweegt een mensenmassa zich? Wat

gebeurt er met mensen als het heel koud is, of juist heel warm? Over dat soort vragen moesten

tweedejaarsstudenten Integrale Veiligheid (IV) in Breda nadenken. Ze schreven mee aan het veiligheidsplan voor het HBO Intro Festival en werden daarnaast ingezet op de festivaldagen.Voor het eerst is een onderwijsproject op deze

manier geïntegreerd in het festival. IV-docent Ad Schenkels: ‘Door gebeurtenissen als in Hoek van Holland en Duisburg zijn de veiligheidseisen voor grootschalige evenementen flink aangescherpt. Een heikel punt is bijvoorbeeld dat er geen

veiligheidsexperts metde voeten in de klei

[Gepubliceerd op 30 september 2010/Tekst: Laura Janssen]

Yorick Gerards (derde van links) met de plastic bekertjes om drank in over

te schenken als mensen glaswerk bij zich hebben. ‘Je weet nooit welke

onverwachte situaties zich aandienen of wie er op je afstapt, dat maakt het leuk.’

Foto's: Beeldveld/Wilfried Scholtes

hoogtepuntYorick: ‘Dat we als studenten een bepaalde verantwoordelijkheid kregen, sprak mij erg aan. Er komt veel kijken bij de organisatie van zo’n groot evenement.’

dieptepuntJeroen: ‘We moesten in het begin de Yorick: ‘Het was lastig dat we als sfeerbeheerders niet veel bevoegdheden hadden, maar toch festivalbezoekers moesten bewegen om iets te doen. Doordat er niet bij elke post politie als back-up aanwezig was, zoals afgesproken, konden wij niet alles reguleren zoals gepland.’

Tienduizend feestvierende mensen in bedwang houden? Een mooie uitdaging. Studenten Integrale Veiligheid in Breda werden ingezet tijdens het HBO Intro Festival in Den Bosch en Breda.

Page 20: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

20 onderwijsdag 2011 21Punt Magazine

bij mij komen werken en dat ze na een tijdje salarisverhoging willen, maar dat is natuurlijk niet het doel. Het gaat het niet om geld verdienen. Je moet weten waar je over een paar jaar wilt zijn en bekijken of de keuzes die je maakt je dichter bij dat doel brengen.’

De andere spreker op de Onderwijsdag is Karl Dittrich van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie. Zijn instelling meet de kwaliteit van het hoger onderwijs. Hoe meet u de kwaliteit van uw werk? Kijkt u bijvoorbeeld naar de kijk- of de bezoekerscijfers?

‘Dat ligt eraan wat je wilt bereiken en met welke insteek iets gemaakt is. Bij Boulevard weet ik direct na de uitzending hoe we gescoord hebben. Daar heerst de dagelijkse thermometer van de kijkcijfers. Maar bij theatervoorstellingen zeggen bezoekerscijfers niet altijd alles. Zo maakten wij Als op het leidsplein… met Jos Brink. Die musical werd de hemel ingeprezen, het publiek kreeg je nog niet met een stok het theater in. Dat was een inschattingsfout, maar ik ben toch blij dat we die musical gemaakt hebben. Filmproducent Disney maakt kaskrakers als Pirates of the Carribean, zodat ze af en toe ook een mooie artistieke film kunnen maken.’

En gaat dat ook op voor het onderwijs?

‘Dezelfde vraag kun je inderdaad bij opleidingen stellen: Wil je een opleiding die kwalitatief hoogstaand is, maar slechts een klein aantal mensen bereikt? Of wil je een brede groep bereiken met je opleiding en neem je op de koop toe dat de opleiding kwalitatief iets minder is? Dat is een keuze die Avans moet maken.’

In een interview zei u ooit over V&V Entertainment: ‘We zijn een entertainmentbedrijf en dat moet in alles zitten. Hoe we praten, hoe we ons kleden en hoe we onze feesten organiseren.’ Avans is een onderwijsinstelling. Hoe zorgt een hogeschool dat het imago daarvan doordrenkt is?

‘Ik ben natuurlijk niet ingehuurd om de marketing van de school te doen, maar ik denk dat je vooral terug moet gaan naar de eigenheid van de organisatie. Je moet geen gekke dingen

doen om je doelgroep te bereiken. Avans is een hoger onderwijsinstelling dus dat brengt een bepaald niveau met zich mee. Je kunt beter niet door je knieën gaan door de taal van de jeugd te spreken. Met dat eeuwige klantgericht denken haal je je niveau naar beneden.’

Dat is ook wat Paul Rüpp vindt, de voorzitter van het College van Bestuur. U kent hem nog uit de tijd dat uw man provinciebestuurder was. Is het spreken op Avans een vriendendienst of meer dan dat?

‘Ik krijg wel vaker verzoeken om te spreken, maar om de kwaliteit van mijn leven te bewaken doe ik niet alles. Als een goeie vriend met zo’n leuk voorstel komt, doe ik het graag.’

Veel Avansmedewerkers waren verbaasd dat u komt spreken. Zo werd er gesmeten met termen als kletswous en gluipkop en was één van de reacties: Albert Verlinde, de abjecte roddelnicht die iets komt vertellen over kwaliteit. Slik! Wanneer wordt het HBO eens bevrijd van dit platvloerse amusement en van lui die denken dat het hier een supermarkt is? Wat vindt u daarvan?

‘Die medewerker heeft echt oogkleppen op. Je kunt niet zeggen dat ik een abjecte roddelnicht ben als je kijkt naar alles wat ik bereikt heb met mijn bedrijf. Kwaliteit betekent ook open staan voor andere geluiden. Ik vind dat zo’n opmerking als een boemerang terug gaat naar degene die zo reageert. In het verlengde daarvan komt dat sommige scholen niet willen dat hun studenten bij Boulevard stage lopen. Dat vind ik van zo’n arrogantie. Het is echt kwalijk om jonge mensen in hun ontwikkeling te remmen. Boulevard is voor heel veel mensen een belangrijke nieuwsbron.’

Bij het programma 24 uur met.. van Wilfried de Jong sprak u over het gemis aan erkenning. Voelt de uitnodiging van Avans als een erkenning?

‘Nee hoor. Ik heb het één keer over gebrek aan erkenning gehad en nu denkt iedereen dat ik er heel erg mee zit. Natuurlijk, het gebrek aan waardering raakt me wel. Maar het is niet zo dat ik denk “Hallelujah”, Avans vraagt me om te spreken, ik krijg eindelijk erkenning.’

a lbert Verlinde. De meeste medewerkers kennen hem als presentator van het goed bekeken

tv-programma RTL Boulevard dat vooral luchtige items brengt in de categorie: Wie doet het met wie? Wie is er zwanger? Welke première is er vanavond? Maar veel mensen weten misschien niet dat Verlinde daarnaast een eigen bedrijf runt: V&V entertainment. Dat richt zich voornamelijk op musicals als Grease, Doe maar! en Piaf.

Het bedrijf bestaat sinds 1999 en is na Joop van den Ende de tweede theaterproducent van Nederland. In combinatie met Verlinde’s Brabantse roots vonden de organisatoren van de Onderwijsdag dat genoeg reden hem uit te nodigen als spreker.

Vorig jaar sprak Marc Lammers, de coach die goud won met het hockeydamesteam tijdens de Olympische Spelen van Peking in 2008. Dat verhaal vertaalde hij op een populaire manier

naar Avans, het onderwijs en naar talent, het thema van de Onderwijsdag van vorig jaar. Hoe gaat u dat doen, uw eigen carrière vertalen naar Avans, onderwijs en kwaliteit?

‘Kwaliteit betekent voor mij dat je over onderscheidend vermogen beschikt. Tijdens de Onderwijsdag gebruik ik mijn eigen bedrijf als voorbeeld. Je moet altijd eerst bij jezelf te rade gaan; waar ben je goed in en waar wil je naar toe? Ik heb meegemaakt dat mensen

‘je moet geen gekke dingen doen om je doelgroep te bereiken’

‘���Met�dat�eeuwige�klantgericht�denkenhaal�je�je�niveau�naar�beneden’

‘�Sommige�scholen�willen�niet�dat�studenten�bij�Boulevard�stage�lopen.�Dat�vind�ik�van�zo’n�arrogantie’

Voor of tegen Albert Verlinde? Avans Hogeschool is verdeeld in twee kampen. Zijn aangekondigde verschijning op de Onderwijsdag leverde heftige reacties op. Verlinde reageert in PM: ‘Kwaliteit betekent ook je oogkleppen af kunnen doen.’

[Tekst: Inge Duin/niet eerder gepubliceerd]

Foto: Roy Beusker

Page 21: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

20 onderwijsdag 2011 21Punt Magazine

bij mij komen werken en dat ze na een tijdje salarisverhoging willen, maar dat is natuurlijk niet het doel. Het gaat het niet om geld verdienen. Je moet weten waar je over een paar jaar wilt zijn en bekijken of de keuzes die je maakt je dichter bij dat doel brengen.’

De andere spreker op de Onderwijsdag is Karl Dittrich van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie. Zijn instelling meet de kwaliteit van het hoger onderwijs. Hoe meet u de kwaliteit van uw werk? Kijkt u bijvoorbeeld naar de kijk- of de bezoekerscijfers?

‘Dat ligt eraan wat je wilt bereiken en met welke insteek iets gemaakt is. Bij Boulevard weet ik direct na de uitzending hoe we gescoord hebben. Daar heerst de dagelijkse thermometer van de kijkcijfers. Maar bij theatervoorstellingen zeggen bezoekerscijfers niet altijd alles. Zo maakten wij Als op het leidsplein… met Jos Brink. Die musical werd de hemel ingeprezen, het publiek kreeg je nog niet met een stok het theater in. Dat was een inschattingsfout, maar ik ben toch blij dat we die musical gemaakt hebben. Filmproducent Disney maakt kaskrakers als Pirates of the Carribean, zodat ze af en toe ook een mooie artistieke film kunnen maken.’

En gaat dat ook op voor het onderwijs?

‘Dezelfde vraag kun je inderdaad bij opleidingen stellen: Wil je een opleiding die kwalitatief hoogstaand is, maar slechts een klein aantal mensen bereikt? Of wil je een brede groep bereiken met je opleiding en neem je op de koop toe dat de opleiding kwalitatief iets minder is? Dat is een keuze die Avans moet maken.’

In een interview zei u ooit over V&V Entertainment: ‘We zijn een entertainmentbedrijf en dat moet in alles zitten. Hoe we praten, hoe we ons kleden en hoe we onze feesten organiseren.’ Avans is een onderwijsinstelling. Hoe zorgt een hogeschool dat het imago daarvan doordrenkt is?

‘Ik ben natuurlijk niet ingehuurd om de marketing van de school te doen, maar ik denk dat je vooral terug moet gaan naar de eigenheid van de organisatie. Je moet geen gekke dingen

doen om je doelgroep te bereiken. Avans is een hoger onderwijsinstelling dus dat brengt een bepaald niveau met zich mee. Je kunt beter niet door je knieën gaan door de taal van de jeugd te spreken. Met dat eeuwige klantgericht denken haal je je niveau naar beneden.’

Dat is ook wat Paul Rüpp vindt, de voorzitter van het College van Bestuur. U kent hem nog uit de tijd dat uw man provinciebestuurder was. Is het spreken op Avans een vriendendienst of meer dan dat?

‘Ik krijg wel vaker verzoeken om te spreken, maar om de kwaliteit van mijn leven te bewaken doe ik niet alles. Als een goeie vriend met zo’n leuk voorstel komt, doe ik het graag.’

Veel Avansmedewerkers waren verbaasd dat u komt spreken. Zo werd er gesmeten met termen als kletswous en gluipkop en was één van de reacties: Albert Verlinde, de abjecte roddelnicht die iets komt vertellen over kwaliteit. Slik! Wanneer wordt het HBO eens bevrijd van dit platvloerse amusement en van lui die denken dat het hier een supermarkt is? Wat vindt u daarvan?

‘Die medewerker heeft echt oogkleppen op. Je kunt niet zeggen dat ik een abjecte roddelnicht ben als je kijkt naar alles wat ik bereikt heb met mijn bedrijf. Kwaliteit betekent ook open staan voor andere geluiden. Ik vind dat zo’n opmerking als een boemerang terug gaat naar degene die zo reageert. In het verlengde daarvan komt dat sommige scholen niet willen dat hun studenten bij Boulevard stage lopen. Dat vind ik van zo’n arrogantie. Het is echt kwalijk om jonge mensen in hun ontwikkeling te remmen. Boulevard is voor heel veel mensen een belangrijke nieuwsbron.’

Bij het programma 24 uur met.. van Wilfried de Jong sprak u over het gemis aan erkenning. Voelt de uitnodiging van Avans als een erkenning?

‘Nee hoor. Ik heb het één keer over gebrek aan erkenning gehad en nu denkt iedereen dat ik er heel erg mee zit. Natuurlijk, het gebrek aan waardering raakt me wel. Maar het is niet zo dat ik denk “Hallelujah”, Avans vraagt me om te spreken, ik krijg eindelijk erkenning.’

a lbert Verlinde. De meeste medewerkers kennen hem als presentator van het goed bekeken

tv-programma RTL Boulevard dat vooral luchtige items brengt in de categorie: Wie doet het met wie? Wie is er zwanger? Welke première is er vanavond? Maar veel mensen weten misschien niet dat Verlinde daarnaast een eigen bedrijf runt: V&V entertainment. Dat richt zich voornamelijk op musicals als Grease, Doe maar! en Piaf.

Het bedrijf bestaat sinds 1999 en is na Joop van den Ende de tweede theaterproducent van Nederland. In combinatie met Verlinde’s Brabantse roots vonden de organisatoren van de Onderwijsdag dat genoeg reden hem uit te nodigen als spreker.

Vorig jaar sprak Marc Lammers, de coach die goud won met het hockeydamesteam tijdens de Olympische Spelen van Peking in 2008. Dat verhaal vertaalde hij op een populaire manier

naar Avans, het onderwijs en naar talent, het thema van de Onderwijsdag van vorig jaar. Hoe gaat u dat doen, uw eigen carrière vertalen naar Avans, onderwijs en kwaliteit?

‘Kwaliteit betekent voor mij dat je over onderscheidend vermogen beschikt. Tijdens de Onderwijsdag gebruik ik mijn eigen bedrijf als voorbeeld. Je moet altijd eerst bij jezelf te rade gaan; waar ben je goed in en waar wil je naar toe? Ik heb meegemaakt dat mensen

‘je moet geen gekke dingen doen om je doelgroep te bereiken’

‘���Met�dat�eeuwige�klantgericht�denkenhaal�je�je�niveau�naar�beneden’

‘�Sommige�scholen�willen�niet�dat�studenten�bij�Boulevard�stage�lopen.�Dat�vind�ik�van�zo’n�arrogantie’

Voor of tegen Albert Verlinde? Avans Hogeschool is verdeeld in twee kampen. Zijn aangekondigde verschijning op de Onderwijsdag leverde heftige reacties op. Verlinde reageert in PM: ‘Kwaliteit betekent ook je oogkleppen af kunnen doen.’

[Tekst: Inge Duin/niet eerder gepubliceerd]

Foto: Roy Beusker

Page 22: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

22 onderwijsdag 2011 23Punt Magazine

a ardolie, aardgas en steenkool zijn voorbeelden van fossiele brandstoffen die langzaam

opraken. Toch hebben we energie nodig om de industrie voort te zetten. Daarom zijn onderzoekers in de hele wereld bezig om duurzame alternatieven te bedenken voor fossiele brandstoffen.Student Tim Wilke, vierdejaars Milieukunde en derdejaars Chemische Technologie, is bezig met zijn afstudeerproject bij Suiker Unie en werkt mee aan een bijzonder onderzoek. ‘We zijn bezig om energie op te wekken uit bijproducten van suikerbieten. Dat zijn onderdelen van de suikerbiet die niet gebruikt worden om suiker van te maken, zoals het bietblad, de bietpunt en de bietenpulp. Het is geen afval, want het is erg bruikbaar als veevoer en er kan mest van gemaakt worden.’

Gisten‘Ons plan is om de bijproducten bij elkaar te gooien in een grote ketel en die te laten gisten. Bij dat proces doen bacteriën het werk.’ Daardoor ontstaat gas dat wordt gebruikt om energie op te wekken. ‘Het gaat eigenlijk hetzelfde als met bier. Bier wordt gemaakt van granen, die ze ook laten gisten zodat er alcohol ontstaat.’Het gisten is niet nieuw te noemen, want dat bestaat al eeuwen. Plantenresten vergisten om mest van te maken bestaat ook al lang. Maar vanuit suikerbieten biogas produceren is wél nieuw. ‘Suiker bevat veel koolhydraten en dat maakt het een uitstekend product om energie

uit te halen. De biogas die we daar uit krijgen is duurzaam, omdat suikerbieten plantaardig zijn, altijd blijven groeien en dus niet opraken.’

DrabDe bijproducten van de suikerbiet gaan in een vergister. Daar komt vervolgens biogas en drab uit. De drab die overblijft na het proces wordt digestaat genoemd. Wilke: ‘Ik hou me vooral bezig met deze drab. Daarvan willen we mest maken zodat we geen afval overhouden en de cirkel rond wordt. Ik ben aan het onderzoeken hoe ik van die drab de goede substantie maak, zodat het ‘mestwaardig’ wordt. Ik ben nog niet klaar met mijn onderzoek, maar het lijkt er op dat het mest wordt, door nog een aantal andere bacteriën aan de vergisting toe te voegen.

6.000 huishoudensSuiker Unie is al vijf jaar bezig met het ontwikkelen van de vergister. Dit jaar gaat het bedrijf de machine bouwen. In 2011 moet hij gaan draaien en uiteindelijk aardgas gaan vervangen in huishoudens. Het biogas kan geleverd worden aan het openbaar gasnet.Er gaat per jaar 100.000 ton voeding in de vergister en dat is goed voor 6.000 huishoudens per jaar. Biogas kan ook gebruikt worden om auto’s op te laten rijden. Wilke: ‘Na mijn studie wil ik iets met duurzaamheid blijven doen. Het is mooi om iets nieuws te ontwikkelen dat de wereld op langere termijn helpt. De technische kant van duurzaamheid vind ik het leukst, dus daar wil ik me op richten.’

Koken of autorijden op suiker. Dat klinkt vreemd, maar het is niet onmogelijk. Tim Wilke, student Milieukunde in Breda, onderzoekt de mogelijkheden. ‘Het wordt tijd dat we een duurzame variant vinden voor de schaarse fossiele brandstoffen.’

Tim Wilke, student Milieukunde en Chemische Technologie, probeert tijdens zijn stage bij Suiker Unie mest te maken van suikerdrab.

Foto's: Beeldveld/Wilfried Scholtes

voordelen• Zelf biogas opwekken maakt ons land

minder afhankelijk van het buitenland.• Er is weinig mankracht nodig, want

bacteriën doen het werk.

nadelen• Digestaat mag niet rechtstreeks als mest

op het land gebruikt worden, dus dat moet nog bewerkt worden.

• De aanschaf van een vergister is een kostbare investering, maar omdat het duurzaam is verdien je dat met veel winst terug.

suiker als nieu we brandstof[Gepubliceerd 22 april 2010/

Tekst: Nikki Ruijs]

Page 23: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

22 onderwijsdag 2011 23Punt Magazine

a ardolie, aardgas en steenkool zijn voorbeelden van fossiele brandstoffen die langzaam

opraken. Toch hebben we energie nodig om de industrie voort te zetten. Daarom zijn onderzoekers in de hele wereld bezig om duurzame alternatieven te bedenken voor fossiele brandstoffen.Student Tim Wilke, vierdejaars Milieukunde en derdejaars Chemische Technologie, is bezig met zijn afstudeerproject bij Suiker Unie en werkt mee aan een bijzonder onderzoek. ‘We zijn bezig om energie op te wekken uit bijproducten van suikerbieten. Dat zijn onderdelen van de suikerbiet die niet gebruikt worden om suiker van te maken, zoals het bietblad, de bietpunt en de bietenpulp. Het is geen afval, want het is erg bruikbaar als veevoer en er kan mest van gemaakt worden.’

Gisten‘Ons plan is om de bijproducten bij elkaar te gooien in een grote ketel en die te laten gisten. Bij dat proces doen bacteriën het werk.’ Daardoor ontstaat gas dat wordt gebruikt om energie op te wekken. ‘Het gaat eigenlijk hetzelfde als met bier. Bier wordt gemaakt van granen, die ze ook laten gisten zodat er alcohol ontstaat.’Het gisten is niet nieuw te noemen, want dat bestaat al eeuwen. Plantenresten vergisten om mest van te maken bestaat ook al lang. Maar vanuit suikerbieten biogas produceren is wél nieuw. ‘Suiker bevat veel koolhydraten en dat maakt het een uitstekend product om energie

uit te halen. De biogas die we daar uit krijgen is duurzaam, omdat suikerbieten plantaardig zijn, altijd blijven groeien en dus niet opraken.’

DrabDe bijproducten van de suikerbiet gaan in een vergister. Daar komt vervolgens biogas en drab uit. De drab die overblijft na het proces wordt digestaat genoemd. Wilke: ‘Ik hou me vooral bezig met deze drab. Daarvan willen we mest maken zodat we geen afval overhouden en de cirkel rond wordt. Ik ben aan het onderzoeken hoe ik van die drab de goede substantie maak, zodat het ‘mestwaardig’ wordt. Ik ben nog niet klaar met mijn onderzoek, maar het lijkt er op dat het mest wordt, door nog een aantal andere bacteriën aan de vergisting toe te voegen.

6.000 huishoudensSuiker Unie is al vijf jaar bezig met het ontwikkelen van de vergister. Dit jaar gaat het bedrijf de machine bouwen. In 2011 moet hij gaan draaien en uiteindelijk aardgas gaan vervangen in huishoudens. Het biogas kan geleverd worden aan het openbaar gasnet.Er gaat per jaar 100.000 ton voeding in de vergister en dat is goed voor 6.000 huishoudens per jaar. Biogas kan ook gebruikt worden om auto’s op te laten rijden. Wilke: ‘Na mijn studie wil ik iets met duurzaamheid blijven doen. Het is mooi om iets nieuws te ontwikkelen dat de wereld op langere termijn helpt. De technische kant van duurzaamheid vind ik het leukst, dus daar wil ik me op richten.’

Koken of autorijden op suiker. Dat klinkt vreemd, maar het is niet onmogelijk. Tim Wilke, student Milieukunde in Breda, onderzoekt de mogelijkheden. ‘Het wordt tijd dat we een duurzame variant vinden voor de schaarse fossiele brandstoffen.’

Tim Wilke, student Milieukunde en Chemische Technologie, probeert tijdens zijn stage bij Suiker Unie mest te maken van suikerdrab.

Foto's: Beeldveld/Wilfried Scholtes

voordelen• Zelf biogas opwekken maakt ons land

minder afhankelijk van het buitenland.• Er is weinig mankracht nodig, want

bacteriën doen het werk.

nadelen• Digestaat mag niet rechtstreeks als mest

op het land gebruikt worden, dus dat moet nog bewerkt worden.

• De aanschaf van een vergister is een kostbare investering, maar omdat het duurzaam is verdien je dat met veel winst terug.

suiker als nieu we brandstof[Gepubliceerd 22 april 2010/

Tekst: Nikki Ruijs]

Page 24: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

24 onderwijsdag 2011 25Punt Magazine

d e Onderwijsdag wordt ieder jaar in één van de drie Avanssteden gehouden. Vorig jaar was

de locatie het Willem II-stadion in Tilburg, terwijl eigenlijk Den Bosch aan de beurt was. ‘De bouwtekeningen van congrescentrum 1931 zagen er veelbelovend uit’, vertelt organisator Marije Markus van het Leer- en Innovatiecentrum (LIC). ‘Probleem was echter dat het pas eind 2010 zou openen. We besloten Den Bosch een jaartje over te slaan, zodat we nu in een spiksplinternieuw centrum zitten.’De locatie was al gevonden voordat het thema kwaliteit werd gekozen. Markus: ‘Het valt nu wel mooi samen, want het thema kwaliteit heeft ook raakvlakken met de oude veemarkt.’ Dat begint al als je naar de bouwstijl kijkt. Het gebouw is uitgevoerd in de stijl van de Amsterdamse School en het traditionalisme. Inmiddels staat het gebouw op de monu-mentenlijst. Door die status kon er 15 miljoen euro aan subsidies opgehaald worden, werd het de afgelopen jaren opgeknapt en als congrescentrum in gebruik genomen.‘Je ziet aan alles dat er ondanks de crisisjaren in de vorige eeuw nog veel aandacht en geld in gebouwen werd gestoken’, zegt Ber van Rooij, accountmanager binnendienst van de Brabanthallen.

Het huidige congrescentrum werd in 1931 geopend als de eerste overdekte veemarkt

van Nederland. Iedere woensdag werden hier runderen, schapen, geiten en varkens verhandeld. Op donderdag was de paardenmarkt.‘Het vee stond kont aan kont en er was veel lawaai. Met alle warmte van de beesten had je geen kachel meer nodig’, vertelt Van Rooij, sinds 1987 in dienst bij de Brabanthallen. ‘Tijdens de hoogtijdagen werden hier tienduizend dieren per dag verhandeld. Per dier werd door de handelaren marktgeld betaald. Dat kon oplopen tot ruim 14 gulden voor een volwassen rund, dus het was een lucratieve business.’Als je denkt aan een veemarkt, dan denk je aan knijpen in een koe om het vetgehalte te voelen,

Je kunt het je bijna niet voorstellen wanneer je in

1931 staat, maar tot tien jaar geleden vond hier wekelijks

een veemarkt plaats. Het pas geopende congrescentrum

van de Brabanthallen in Den Bosch heeft een complete

metamorfose ondergaan en is op 14 april het onderkomen

van de Onderwijsdag. ‘Vroeger rook het hier naar

stront en urine, die lucht kreeg je niet weg.’

of aan het onderhandelen over de prijs via handjeklap. Van Rooij: ‘Onder de poten en de oksels kan een handelaar voelen of een koe van goede of mindere kwaliteit is; gespierd of vet.’De veemarkt was een gesloten wereld met veel ongeschreven regels. ‘Als je voor een rund een prijs van 1.000 gulden overeen was gekomen en er werd meer geboden dan was het echt not done om met die andere partij in zee te gaan. Niemand wilde dan nog handel met je drijven.’Wat dat betreft zijn de handelaren te vergelijken met makelaars, maar dan in vee. ‘Op de veemarkt werd niets schriftelijk vastgelegd, alles gebeurde mondeling. Vertrouwen was

erg belangrijk, want pas uren later werd onder het genot van een borreltje in het restaurant afgerekend.’

De Bossche veemarkt werd slechts op twee dagen gehouden, de rest van de week stonden de hallen leeg. Daarom werd al snel begonnen met het organiseren van evenementen. ‘De eerste jaren waren die vooral diergerelateerd, zoals hondententoonstellingen en veekeuringen.’In paasveetentoonstellingen werd de kwaliteit van het slachtvee beoordeeld. Het rund waarvan verwacht werd dat het de beste kwaliteit vlees zou leveren, kreeg een krans

om. Van Rooij: ‘De slager die het beest kocht, maakte daar natuurlijk veel reclame voor in zijn winkel. Want als je hamburgers maakte van dat vlees, zei dat wel iets over de kwaliteit.’Voor de vele andere evenementen werd voornamelijk uitgeweken naar de nieuw bijgebouwde hallen. Het huidige congrescentrum werd al die jaren vooral als veemarkt gebruikt. ‘De vloeren waren bol om de ontlasting weg te laten lopen en in de hal stonden aanbindstangen voor het vee. Die konden wel los, maar dat was een heel gedoe.’Toch werd de hal sporadisch voor evenementen gebruikt, zoals voor examens van de makelaardij. ‘Er waren 5.000 kandidaten, daarom hadden we extra ruimte nodig.’ Maar het stonk er naar stront en urine. ‘Die lucht kreeg je niet weg en hing ook in de andere hallen. Na een tijdje raakte je er echter aan gewend.’

Het aantal evenementen per jaar werd langzamerhand fors uitgebouwd. Zo kwamen er in de jaren zestig ook caravanshows en beurzen bij en was er in 1969 een optreden van de Rolling Stones. Al die jaren bestond de veemarkt naast alle andere evenementen van de Brabanthallen, tot in 2001 het mond-en klauwzeervirus uitbrak. Vanwege het gevaar op epidemieën werd de Bossche veemarkt gesloten.Je zou denken dat de sluiting een ramp was, maar het tegendeel was het geval. ‘Op termijn hadden we er toch mee moeten stoppen, want tijdens een veemarkt staat het hele parkeerterrein vol met wagens, ligt er stro en mest op de grond en staat het vee buiten te zeiken’, vertelt Van Rooij. ‘Dat is niet goed voor de uitstraling van je bedrijf.’ [Inge Duine]

‘�Ondanks�de�crisisjaren�in��de�vorige�eeuw�werd�er�nog�veel�aandacht�en�geld��in�gebouwen�gestoken’

‘�Het�vee�stond�kont�aan�kont�en�er�was�veel�lawaai.�Met�alle�warmte�van�de�beesten�had�je�geen�kachel�meer�nodig’

van veemarkt tot CongresCentrum[Tekst: Inge Duin/

niet eerder gepubliceerd]

Page 25: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

24 onderwijsdag 2011 25Punt Magazine

d e Onderwijsdag wordt ieder jaar in één van de drie Avanssteden gehouden. Vorig jaar was

de locatie het Willem II-stadion in Tilburg, terwijl eigenlijk Den Bosch aan de beurt was. ‘De bouwtekeningen van congrescentrum 1931 zagen er veelbelovend uit’, vertelt organisator Marije Markus van het Leer- en Innovatiecentrum (LIC). ‘Probleem was echter dat het pas eind 2010 zou openen. We besloten Den Bosch een jaartje over te slaan, zodat we nu in een spiksplinternieuw centrum zitten.’De locatie was al gevonden voordat het thema kwaliteit werd gekozen. Markus: ‘Het valt nu wel mooi samen, want het thema kwaliteit heeft ook raakvlakken met de oude veemarkt.’ Dat begint al als je naar de bouwstijl kijkt. Het gebouw is uitgevoerd in de stijl van de Amsterdamse School en het traditionalisme. Inmiddels staat het gebouw op de monu-mentenlijst. Door die status kon er 15 miljoen euro aan subsidies opgehaald worden, werd het de afgelopen jaren opgeknapt en als congrescentrum in gebruik genomen.‘Je ziet aan alles dat er ondanks de crisisjaren in de vorige eeuw nog veel aandacht en geld in gebouwen werd gestoken’, zegt Ber van Rooij, accountmanager binnendienst van de Brabanthallen.

Het huidige congrescentrum werd in 1931 geopend als de eerste overdekte veemarkt

van Nederland. Iedere woensdag werden hier runderen, schapen, geiten en varkens verhandeld. Op donderdag was de paardenmarkt.‘Het vee stond kont aan kont en er was veel lawaai. Met alle warmte van de beesten had je geen kachel meer nodig’, vertelt Van Rooij, sinds 1987 in dienst bij de Brabanthallen. ‘Tijdens de hoogtijdagen werden hier tienduizend dieren per dag verhandeld. Per dier werd door de handelaren marktgeld betaald. Dat kon oplopen tot ruim 14 gulden voor een volwassen rund, dus het was een lucratieve business.’Als je denkt aan een veemarkt, dan denk je aan knijpen in een koe om het vetgehalte te voelen,

Je kunt het je bijna niet voorstellen wanneer je in

1931 staat, maar tot tien jaar geleden vond hier wekelijks

een veemarkt plaats. Het pas geopende congrescentrum

van de Brabanthallen in Den Bosch heeft een complete

metamorfose ondergaan en is op 14 april het onderkomen

van de Onderwijsdag. ‘Vroeger rook het hier naar

stront en urine, die lucht kreeg je niet weg.’

of aan het onderhandelen over de prijs via handjeklap. Van Rooij: ‘Onder de poten en de oksels kan een handelaar voelen of een koe van goede of mindere kwaliteit is; gespierd of vet.’De veemarkt was een gesloten wereld met veel ongeschreven regels. ‘Als je voor een rund een prijs van 1.000 gulden overeen was gekomen en er werd meer geboden dan was het echt not done om met die andere partij in zee te gaan. Niemand wilde dan nog handel met je drijven.’Wat dat betreft zijn de handelaren te vergelijken met makelaars, maar dan in vee. ‘Op de veemarkt werd niets schriftelijk vastgelegd, alles gebeurde mondeling. Vertrouwen was

erg belangrijk, want pas uren later werd onder het genot van een borreltje in het restaurant afgerekend.’

De Bossche veemarkt werd slechts op twee dagen gehouden, de rest van de week stonden de hallen leeg. Daarom werd al snel begonnen met het organiseren van evenementen. ‘De eerste jaren waren die vooral diergerelateerd, zoals hondententoonstellingen en veekeuringen.’In paasveetentoonstellingen werd de kwaliteit van het slachtvee beoordeeld. Het rund waarvan verwacht werd dat het de beste kwaliteit vlees zou leveren, kreeg een krans

om. Van Rooij: ‘De slager die het beest kocht, maakte daar natuurlijk veel reclame voor in zijn winkel. Want als je hamburgers maakte van dat vlees, zei dat wel iets over de kwaliteit.’Voor de vele andere evenementen werd voornamelijk uitgeweken naar de nieuw bijgebouwde hallen. Het huidige congrescentrum werd al die jaren vooral als veemarkt gebruikt. ‘De vloeren waren bol om de ontlasting weg te laten lopen en in de hal stonden aanbindstangen voor het vee. Die konden wel los, maar dat was een heel gedoe.’Toch werd de hal sporadisch voor evenementen gebruikt, zoals voor examens van de makelaardij. ‘Er waren 5.000 kandidaten, daarom hadden we extra ruimte nodig.’ Maar het stonk er naar stront en urine. ‘Die lucht kreeg je niet weg en hing ook in de andere hallen. Na een tijdje raakte je er echter aan gewend.’

Het aantal evenementen per jaar werd langzamerhand fors uitgebouwd. Zo kwamen er in de jaren zestig ook caravanshows en beurzen bij en was er in 1969 een optreden van de Rolling Stones. Al die jaren bestond de veemarkt naast alle andere evenementen van de Brabanthallen, tot in 2001 het mond-en klauwzeervirus uitbrak. Vanwege het gevaar op epidemieën werd de Bossche veemarkt gesloten.Je zou denken dat de sluiting een ramp was, maar het tegendeel was het geval. ‘Op termijn hadden we er toch mee moeten stoppen, want tijdens een veemarkt staat het hele parkeerterrein vol met wagens, ligt er stro en mest op de grond en staat het vee buiten te zeiken’, vertelt Van Rooij. ‘Dat is niet goed voor de uitstraling van je bedrijf.’ [Inge Duine]

‘�Ondanks�de�crisisjaren�in��de�vorige�eeuw�werd�er�nog�veel�aandacht�en�geld��in�gebouwen�gestoken’

‘�Het�vee�stond�kont�aan�kont�en�er�was�veel�lawaai.�Met�alle�warmte�van�de�beesten�had�je�geen�kachel�meer�nodig’

van veemarkt tot CongresCentrum[Tekst: Inge Duin/

niet eerder gepubliceerd]

Page 26: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

26 onderwijsdag 2011 27Punt Magazine

w aarom een oogstmachine voor bleekselderij?‘Toen ik nog op het mbo

zat, had ik een bijbaantje bij een tuinder die bleekselderij kweekte. Dan zit je met tien tot twaalf man met je knieën op het land om de groente op de juiste lengte te snijden. Tijdens het snijden komt er bijtend sap vrij dat blaren op je huid veroorzaakt als het broeierig weer is. Samen met een vriend, Niels de Bont, wilde ik dat proces verbeteren. De machine snijdt

automatisch de bleekselderij op de juiste lengte en al het bijtende sap wordt weggesproeid. Door de machine zijn er nog maar zeven of acht werknemers nodig. En zij hoeven alleen nog de rotte stengels te verwijderen en de groente te verpakken.’

Hoeveel kost zo’n machine?‘Als we een nieuwe machine zouden laten maken, kost die tussen de anderhalf en twee ton. Dat lijkt misschien veel, maar voor boeren valt het

mee. Voor hen is het vooral belangrijk in hoeveel tijd ze zo’n machine kunnen terugverdienen. Omdat ze minder personeel nodig hebben, verdienen ze die investering in twee seizoenen terug.’

Een gat in de markt dus?‘Nou, eigenlijk niet. Daarvoor is de markt te klein. Als er vijf van verkocht worden, is het veel. Misschien dat je er nog vier of vijf kunt aanpassen voor een andere groente, maar meer

de agrarisChe s eCtor automati seren

Op eigen kracht ontwierp Roy Klaren een innovatieve machine om bleekselderij te oogsten. De vierdejaarsstudent Industriële Automatisering in Den Bosch sleepte er meteen een aanmoedigingsprijs van tienduizend euro mee binnen.

Foto: Hans Lebbe / HLP images

Roy Klaren, met recht naast hem Niels de Bont: ‘In de agrarische sector wordt nog zoveel met de hand gedaan wat geautomatiseerd kan worden.’

[Gepubliceerd 7 januari 2010/Tekst: Chiel Timmermans]

ook niet. Voor het geld hadden we deze machine niet hoeven ontwerpen. Ik wilde vooral dat wat ik in mijn hoofd had zitten, werkelijkheid werd. Ik wilde de machine echt bouwen. Een jaar lang heb ik er gemiddeld zo’n twintig uur per week in gestoken. Allemaal in mijn vrije tijd. In geld zou dat tienduizend euro zijn.’

Die heb je dankzij de prijs alsnog verdiend.‘Ja, dat is inderdaad toevallig. We wonnen de Herman Wijffels-aanmoedigingsprijs omdat wij als twee jonge gasten zelf naar klanten toe zijn gestapt. Andere genomineerden hadden bedrijven of instellingen achter zich staan, maar wij moesten alles zelf regelen. En dat naast onze studie. De jury vond dat we daarom wel een steuntje in de rug konden gebruiken.’

Wat ga je met het geld doen?‘Voor ons bedrijf, Atom Engineering, kunnen we nu een website en businesskaartjes laten maken of marktonderzoek laten doen. De machine kan ook nog verder worden ontwikkeld. De bleekselderij moet nu nog worden verpakt, in een kist gestopt en op een pallet geplaatst. Ik ben heel benieuwd of je de bleekselderij ook al in de machine kunt verpakken. En dat je er tegelijkertijd voor zorgt dat de machine geen dertig meter lang wordt.’

Wil je hiermee verder in de toekomst?‘Ik heb nog zoveel ideeën. Als ik bij boeren kom, denk ik soms: “Waar zijn jullie in godsnaam mee bezig?” In de agrarische sector wordt nog zoveel met de hand gedaan wat geautomatiseerd kan worden. Ik wil proberen om de agrarische wereld en de wereld van de automatisering dichter bij elkaar te brengen.’

KeuZeS MaKen

afgelopen juli liep ik nog rond

in een bouwput, congrescentrum

1931 was nog in de maak. Mijn

hakken ruilde ik in voor

bouwvakkerschoenen en er prijkte

een gele bouwhelm op mijn hoofd.

Het was toen nog moeilijk voor

te stellen, maar nu het af is,

blijkt het een goede keuze om

onze onderwijsdag in 1931 te

organiseren.

na de locatiekeuze kwam

de keuze voor het thema;

kwaliteit. en daarna de keuze

voor de sprekers en de verdere

vormgeving van het programma.

De middag zit dit jaar weer

vol keuzemogelijkheden:

workshops, informatiestands

en postersessies. Vorig jaar

mailde iemand me: er was ‘s

middags zoveel keuze dat ik

niet heb gekozen en vooral heb bijgepraat

met collega’s.

Is geen keuze, ook een keuze?

Gelukkig hebben we richtlijnen voor het maken van

de keuzes. Die zijn vooraf vastgesteld en er is

goed over nagedacht. naarmate het programma vordert

worden onze keuzes bekend gemaakt, via twitter en @

avans. en dan mag ik ze verantwoorden. ik vraag me

af hoe bewust het keuzeproces eigenlijk is verlopen.

Bestaat een bewuste rationele keuze?

Volgens frans Meijers niet. als lector van de Haagse

Hogeschool beweert hij dat de geïnformeerde keuze

niet bestaat, keuzes worden intuïtief in een split

second gemaakt. achteraf label je de keuze en ga je

op zoek naar argumenten. De split second-keuze wordt

gevoed door eerder opgedane ervaringen en de waarden

die belangrijk voor je zijn.

welke ervaringen bepalen mijn keuzes eigenlijk?

Mijn eigen ervaringen in de klas, dat ik een hekel

heb aan lang stilzitten en luisteren? Dat ik graag

wil bewegen, proeven, zien en voelen, zodat het me

wat doet? Vertaal ik dit naar mijn keuzes voor de

programmering van de onderwijsdag?

en wat zijn mijn waarden die doorsijpelen? Stel je open

voor wat iedereen te zeggen heeft, stel je oordeel

uit, of beter oordeel niet? een hele ambitieuze, want

oordelen en je positioneren ten opzichte van de ander

is menseigen, leerde ik bij sociale psychologie. Genoeg

stof tot nadenken en het maakt me ook nieuwsgierig want:

Welke keuzes maak jij op de Onderwijsdag?

Marije Markus is organisator van de Onderwijsdag

Foto: Beeldveld/Wilfried Scholtes

Page 27: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011

26 onderwijsdag 2011 27Punt Magazine

w aarom een oogstmachine voor bleekselderij?‘Toen ik nog op het mbo

zat, had ik een bijbaantje bij een tuinder die bleekselderij kweekte. Dan zit je met tien tot twaalf man met je knieën op het land om de groente op de juiste lengte te snijden. Tijdens het snijden komt er bijtend sap vrij dat blaren op je huid veroorzaakt als het broeierig weer is. Samen met een vriend, Niels de Bont, wilde ik dat proces verbeteren. De machine snijdt

automatisch de bleekselderij op de juiste lengte en al het bijtende sap wordt weggesproeid. Door de machine zijn er nog maar zeven of acht werknemers nodig. En zij hoeven alleen nog de rotte stengels te verwijderen en de groente te verpakken.’

Hoeveel kost zo’n machine?‘Als we een nieuwe machine zouden laten maken, kost die tussen de anderhalf en twee ton. Dat lijkt misschien veel, maar voor boeren valt het

mee. Voor hen is het vooral belangrijk in hoeveel tijd ze zo’n machine kunnen terugverdienen. Omdat ze minder personeel nodig hebben, verdienen ze die investering in twee seizoenen terug.’

Een gat in de markt dus?‘Nou, eigenlijk niet. Daarvoor is de markt te klein. Als er vijf van verkocht worden, is het veel. Misschien dat je er nog vier of vijf kunt aanpassen voor een andere groente, maar meer

de agrarisChe s eCtor automati seren

Op eigen kracht ontwierp Roy Klaren een innovatieve machine om bleekselderij te oogsten. De vierdejaarsstudent Industriële Automatisering in Den Bosch sleepte er meteen een aanmoedigingsprijs van tienduizend euro mee binnen.

Foto: Hans Lebbe / HLP images

Roy Klaren, met recht naast hem Niels de Bont: ‘In de agrarische sector wordt nog zoveel met de hand gedaan wat geautomatiseerd kan worden.’

[Gepubliceerd 7 januari 2010/Tekst: Chiel Timmermans]

ook niet. Voor het geld hadden we deze machine niet hoeven ontwerpen. Ik wilde vooral dat wat ik in mijn hoofd had zitten, werkelijkheid werd. Ik wilde de machine echt bouwen. Een jaar lang heb ik er gemiddeld zo’n twintig uur per week in gestoken. Allemaal in mijn vrije tijd. In geld zou dat tienduizend euro zijn.’

Die heb je dankzij de prijs alsnog verdiend.‘Ja, dat is inderdaad toevallig. We wonnen de Herman Wijffels-aanmoedigingsprijs omdat wij als twee jonge gasten zelf naar klanten toe zijn gestapt. Andere genomineerden hadden bedrijven of instellingen achter zich staan, maar wij moesten alles zelf regelen. En dat naast onze studie. De jury vond dat we daarom wel een steuntje in de rug konden gebruiken.’

Wat ga je met het geld doen?‘Voor ons bedrijf, Atom Engineering, kunnen we nu een website en businesskaartjes laten maken of marktonderzoek laten doen. De machine kan ook nog verder worden ontwikkeld. De bleekselderij moet nu nog worden verpakt, in een kist gestopt en op een pallet geplaatst. Ik ben heel benieuwd of je de bleekselderij ook al in de machine kunt verpakken. En dat je er tegelijkertijd voor zorgt dat de machine geen dertig meter lang wordt.’

Wil je hiermee verder in de toekomst?‘Ik heb nog zoveel ideeën. Als ik bij boeren kom, denk ik soms: “Waar zijn jullie in godsnaam mee bezig?” In de agrarische sector wordt nog zoveel met de hand gedaan wat geautomatiseerd kan worden. Ik wil proberen om de agrarische wereld en de wereld van de automatisering dichter bij elkaar te brengen.’

KeuZeS MaKen

afgelopen juli liep ik nog rond

in een bouwput, congrescentrum

1931 was nog in de maak. Mijn

hakken ruilde ik in voor

bouwvakkerschoenen en er prijkte

een gele bouwhelm op mijn hoofd.

Het was toen nog moeilijk voor

te stellen, maar nu het af is,

blijkt het een goede keuze om

onze onderwijsdag in 1931 te

organiseren.

na de locatiekeuze kwam

de keuze voor het thema;

kwaliteit. en daarna de keuze

voor de sprekers en de verdere

vormgeving van het programma.

De middag zit dit jaar weer

vol keuzemogelijkheden:

workshops, informatiestands

en postersessies. Vorig jaar

mailde iemand me: er was ‘s

middags zoveel keuze dat ik

niet heb gekozen en vooral heb bijgepraat

met collega’s.

Is geen keuze, ook een keuze?

Gelukkig hebben we richtlijnen voor het maken van

de keuzes. Die zijn vooraf vastgesteld en er is

goed over nagedacht. naarmate het programma vordert

worden onze keuzes bekend gemaakt, via twitter en @

avans. en dan mag ik ze verantwoorden. ik vraag me

af hoe bewust het keuzeproces eigenlijk is verlopen.

Bestaat een bewuste rationele keuze?

Volgens frans Meijers niet. als lector van de Haagse

Hogeschool beweert hij dat de geïnformeerde keuze

niet bestaat, keuzes worden intuïtief in een split

second gemaakt. achteraf label je de keuze en ga je

op zoek naar argumenten. De split second-keuze wordt

gevoed door eerder opgedane ervaringen en de waarden

die belangrijk voor je zijn.

welke ervaringen bepalen mijn keuzes eigenlijk?

Mijn eigen ervaringen in de klas, dat ik een hekel

heb aan lang stilzitten en luisteren? Dat ik graag

wil bewegen, proeven, zien en voelen, zodat het me

wat doet? Vertaal ik dit naar mijn keuzes voor de

programmering van de onderwijsdag?

en wat zijn mijn waarden die doorsijpelen? Stel je open

voor wat iedereen te zeggen heeft, stel je oordeel

uit, of beter oordeel niet? een hele ambitieuze, want

oordelen en je positioneren ten opzichte van de ander

is menseigen, leerde ik bij sociale psychologie. Genoeg

stof tot nadenken en het maakt me ook nieuwsgierig want:

Welke keuzes maak jij op de Onderwijsdag?

Marije Markus is organisator van de Onderwijsdag

Foto: Beeldveld/Wilfried Scholtes

Page 28: Punt. Magazine 1: Avans Onderwijsdag 2011