PUM Magazine winter 2013

28
winter 2013 Vertegen- woordigers in de schijnwerpers SPECIAL PUM Representative Gemberchips uit Peru Remote sensors: ondernemen in Kosovo Afscheid van Suriname H.K.H. Prinses Beatrix op jubileumconferentie

description

PUM Magazine is een uitgave van PUM Netherlands senior experts. www.pum.nl

Transcript of PUM Magazine winter 2013

Page 1: PUM Magazine winter 2013

winter 2013

Vertegen ­woordigers in de schijnwerpers

Special PUM Representative

Gemberchips uit Peru Remote sensors: ondernemen in Kosovo

Afscheid van Suriname

H.K.H. Prinses Beatrix op jubileumconferentie

Page 2: PUM Magazine winter 2013

4

Inhoudcolofon

PUM Magazine is een uitgave van PUM Netherlands

senior experts. PUM is sinds zijn oprichting in 1978

uitgegroeid tot Europa’s grootste ‘uitzendbureau’

voor de inzet van professionele vrijwilligers onder

het motto ‘ondernemers voor ondernemers’. PUM

Magazine heeft een oplage van 4500 exemplaren

en wordt verspreid onder experts, stafvrijwilligers

en relaties van PUM. Hieronder vallen sponsors,

Nederlandse ambassades, bedrijfsleven, media

en andere geïnteresseerden.

Productie

PUM Marketing en Communicatie

redactieadres: [email protected]

Hoofdredacteur

Karin Jensma

Redactie

Dénise ten Bokum, Sietske Dijkstra,

Grisella Indemans, Ineke Ouwehand,

Karin Overtoom, Frank Steverink,

Ans Tromp, Froukje Wattel

Ontwerp en illustratie

Ontwerpwerk, Den Haag

Fotografie

Dénise ten Bokum, Irene Clarijs,

Claske van de Giessen, Hans Hartjes,

Arenda Oomen, Opmeer Reports

Druk

Ando, Den Haag

PUM Netherlands senior experts

Bezuidenhoutseweg 12

2594 AV Den Haag

t 070 349 05 55

f 070 349 05 90

[email protected]

www.pum.nl

Volg ons op:

22 | PUM Magazine winter 2013 PUM Magazine winter 2013 | 23PUM Magazine winter 2013 | 23

LOPENDE ZAKEN

EnquêteWe beloofden u op de hoogte te houden van de jaarlijkse enquête onder experts die het jaar daarvoor op missie zijn geweest. De enquête is inmiddels gesloten, met een respons van ?? %. We vroegen gericht naar de voortgang bij het geadviseerde bedrijf en naar de handel met Nederland die mogelijk is ontstaan. De antwoorden moeten nog geëvalueerd worden, maar de eerste trends zijn al zichtbaar en die willen we u niet onthouden. Zo heeft meer dan 40% van de respondenten een jaar na de missie nog contact met de opdrachtgever. ‘We benadrukken steeds meer dat de expert in principe voor langere tijd een relatie aangaat met een ondernemer in het buitenland,’ zegt Alex Meerkerk.Bij ruim een kwart van de geadviseerde bedrijven is na afl oop van de missie contact ontstaan tussen de ondernemer en een Nederlands bedrijf.

Wat vindt u van PUM?Daarnaast was er dit jaar een algemene enquête voor alle ingeschreven experts om te inventariseren hoe de dienstverlening en communicatie verbeterd kan worden. Alex Meerkerk: ‘We vroegen onder meer naar de intrinsieke motivatie van experts om vrijwilliger voor PUM te zijn. Daar werd heel duidelijk dat kennis delen en ontwikkelingslanden vooruit helpen er fors uitspringen. Uitspraken als ‘ik reis graag’ of ‘ik houd van avontuur’ scoorden veel lager. Dat is goed, want hierdoor weten we dat onze experts met de goede motieven vertrekken, zodat een succesvol project bij de klant centraal staat. Ook zien we dat experts langer betrokken blijven bij hun arbeidsproces en zelf commercieel actief blijven. Veel experts ‘bouwen af’. In plaats van in één keer met pensioen te gaan, zijn ze nog een tijd ZZP’er. Hierdoor blijft de expertise langer actueel en weten we dat de adviesvaardigheden op een hoog peil staan.’Tweederde van de respondenten doet naast PUM nog ander vrijwilligerswerk en één op de zes experts is lid van een zoge-noemde serviceclub, de meesten van Rotary International en Lions Club. We vroegen ook welke woorden het beste passen bij PUM. Uitschieters daarbij waren ‘praktisch’, ‘behulpzaam’, ‘betrouwbaar’ en ‘respectvol’.

FocusgroepDe antwoorden uit deze enquêtes worden gebruikt om de kwaliteit van de missies verder te verhogen. Dat proces is enige jaren geleden ingezet en dat wordt continu voortgezet. In dat licht houdt PUM ook zogenoemde focusgroepen, waarbij we experts vragen wat er goed gaat en wat beter kan. In ‘leren van ervaring’ (pag. 18-19) lichten we een stukje van de sluier op over de uitkomsten van de focusgroepen van dit jaar. In het volgende PUM Magazine zullen we meer terugkoppelen over de enquêteresultaten en de focusgroeponderzoeken en daarbij ook aangeven wat PUM hiermee gaat doen.

van de respondenten doet naast PUM ook nog ander vrijwilligerswerk

²/3

‘Informatie beter verzameld en gedeeld

enquête over PUM: praktisch, behulpzaam,

betrouwbaar en respectvol’

3814.1007 PUMMagazine Winter 2013_02_WT.indd 23 26-11-13 12:09

Vertegenwoordigers in de schijnwerpers

SPECIAL PUM Representative

Het is wellicht tekenend voor de professionalisering van PUM dat in dit jubileumjaar het eerste Representative Handbook is verschenen. Tot nu toe werden onze vertegenwoordigers (LR’s) aan gestuurd met losse documenten, coaching van de landencoördinator en communicatie met project officers. Hoeveel vertegenwoordigers zijn er, en wat doen ze?

HaïtiSERGIO VALKENBURG

SurinameRENÉ VAN ESSEN

TEKST FRANK STEVERINK FOTOGRAFIE DÉNISE TEN BOKUM, CLASKE VAN DE GIESSEN

In het PUM-jaarbericht 2012 stond de teller op 265 vertegenwoordigers. Onder dit selecte gezelschap bevindt zich een grote variëteit in cultuur, leef-tijd, ervaring en persoonlijkheid. Zo hebben we in Panama en Bolivia twee vertegenwoordigers die zich al een kwart eeuw inzetten. En aan de andere kant van het spectrum zijn met name bij ‘jonge’ PUM-landen, zoals Djibouti en Haïti, onze vertegenwoordigers absoluut van de Facebookgeneratie.Zonder de vertegenwoordiger geen succesvolle missies, zoveel is duidelijk. Een goede vertegenwoordiger beschikt over een uitgebreid netwerk van MKB-bedrijven en is generalist genoeg om de hulpvraag helder te krijgen. Of het nu om polymeren gaat of om peren.

De missie van de vertegenwoordigerUit de enquête die we onlangs weer gehouden hebben (zie pagina 22/23, Lopende Zaken), blijkt dat het voor experts niet altijd duidelijk is wat ze wel of niet mogen verwachten van de vertegenwoordiger.Een vertegenwoordiger is – net als een expert – vrijwilliger, ook al krijgt de vertegenwoordiger wel een vergoeding per uitgevoerd project. Een regelmatig gehoorde klacht van experts is dat ze de vertegenwoordiger niet gezien hebben. Wanneer er wel telefonisch contact is geweest, minimaal twee keer, aan het begin en eind van de missie, is dat ook niet per se nodig. Zolang de expert door de klant

afgehaald wordt van het vliegtuig en er qua verzorging en onderkomen geen klachten zijn, kan het voorkomen dat het contact met de PUM-vertegenwoor-diger beperkt blijft tot telefoontjes. De vertegenwoordiger moet natuurlijk wel zichtbaar zijn als er een probleem is met de communicatie tussen klant en expert en als er een praktisch probleem is. Van de 265 vertegenwoordigers zijn er vertegenwoordiger 35 Nederlander. Wanneer een vertegenwoordiger – om wat voor reden dan ook – in Nederland is en het PUM-kantoor in Den Haag bezoekt, doen we altijd ons best om hem of haar te spreken voor een portret in PUM Magazine. We stellen er in deze special drie aan u voor.

‘Zonder de vertegenwoordiger geen succesvolle missies’

12 | PUM Magazine winter 2013

6

12

16

22

fsc logo

Voorwoord 3

Missie 4

Oog voor detail en voor mensen

Zo bouw je krediet op

Het gesprek 6

Verslag van de jubileumbijeenkomst

op 26 november op de SS Rotterdam

Lopende zaken 9

Missie 10

Gemberchips uit Peru

Special PUM Representative 12

Lokale PUM-vertegenwoordigers in de schijnwerpers

Missie 16

Remote sensors zoeken advies

Ondernemen in Kosovo

Leren van ervaring 18

Missie 20

Ziekenhuis in Nepal en burgemeestersopleiding

in Beetsterzwaag, waar dat allemaal toe kan leiden

Lopende zaken 22

Portret 24

Afscheid van Suriname

Column 25

Post@PUM 27

Landenfocus 28

Algerije

PUM komt overal 28

Page 3: PUM Magazine winter 2013

We zijn halverwege de lopende subsidieperiode 2012-2015. Een goed moment dus om zowel terug als vooruit te kijken en een tussenbalans op te maken.

In november 2012 kwam het nieuwe kabinet Rutte. Het belang van (buitenlandse) handel en ontwikkelingssamenwerking werd onderstreept met een aparte minister voor deze post. PUM past erg goed in het nieuwe beleid Wat de wereld verdient van minister Ploumen. Een positief signaal is daarbij dat onze subsidie in de lopende periode niet wordt gekort. Dat betekent echter geenszins tevreden achterover leunen. Om onze (financiële) toekomst te verzekeren, zijn denk ik, drie zaken van groot belang.

impactmetingEr zijn forse inspanningen gedaan op het terrein van monitoring en effectmeting (impact). Het kunnen aantonen van de effecten van het PUM-programma zal in toenemende mate bepalen in hoeverre de politiek bereid is subsidie te verlenen. De logica aan de basis van de impactmeting wordt ontwikkeld in samenwerking met Wageningen Universiteit, Erasmus Universiteit en CBI. Onze vrijwilligers, met name experts en landen-coördinatoren, vervullen een belangrijke rol bij die impactmeting door het verzamelen van gegevens over omzet, werkgelegenheid en investeringen.

nieuwe financieringsbronnenWe hebben inmiddels nieuwe financiers aan het PUM-programma weten te verbinden, zowel internationale donoren als Nederlandse ondernemingen. Met de Argidius Foundation uit Zwitserland hebben we een grant agreement afgesloten voor drie jaar. Daarvoor voeren wij missies uit in Nicaragua, Honduras en Guatemala. Argidius is inmiddels geïnteresseerd geraakt in onze activiteiten op het gebied van impactmeting. Het contract met bakkerij-ingrediënten producent Zeelandia in Zierikzee hebben wij kunnen verlengen voor een periode van drie jaar en de Rabobank steunt ons met korting op onze buitenlandse transacties. Voor het Nederlandse bedrijfsleven is een nieuw productenportfolio ontwikkeld dat binnenkort gepresenteerd zal worden. Zo hopen we nog meer bedrijven te interesseren voor het PUM-programma.

informatie- en communicatietechnologieOns ICT-systeem wordt vernieuwd. Dat is nodig om te kunnen inspelen op nieuwe behoeften van onze omgeving (financiers) en onszelf. En we nemen de logica van regels en processen fundamenteel onder de loep. Een hele grote inspanning, die neerkomt op de schouders van vele interne collega’s, terwijl de verkoop doorgaat tijdens de verbouwing! Dit zal misschien enig ongemak met zich meebrengen, ik reken op uw begrip hiervoor.

Tot slot wens ik u een fijne kerst en een gezond 2014 en dank ik u bij voorbaat voor uw inzet voor PUM !

Hans Luursema Adjunct-directeur/ Hoofd Financiën en Operaties

voorwoord

Terug en vooruitkijken

PUM Magazine winter 2013 | 3

Page 4: PUM Magazine winter 2013

miSSie in Ecuador

Hans Hartjes kwam januari dit jaar ‘op sollicitatie’ bij PUM en heeft net zijn tweede missie afgerond. Beide missies brachten hem naar Sri Lanka, maar die waren behoorlijk verschillend van karakter. ‘Tussendoor’ organiseerde hij een Business Link, met een fortuinlijk staartje voor de ondernemer van zijn eerste missie. Zijn derde PUM-reis gaat naar Quito, Ecuador.

was er bijvoorbeeld geen afzuigsysteem voor de verfspuiters. Met als gevolg dat hun kleding en hoofd onder de verf kwamen. ‘Dat moet je wel veranderen,’ zei ik. ‘Je product wordt er beter van én het komt de gezondheid van de werknemers ten goede, zodat zij beter kunnen pres-teren.’ Hans Hartjes keurde de kwaliteit van de producten en lichtte de organisatie van de werkvloer en het management-team door. ‘Na een paar dagen heb je een beeld, adviezen voor direct, voor de middellange en lange termijn. Plus een investeringsplan.’

Krediet opbouwen‘Je wordt binnengehaald met een ver-wachtingspatroon. Als Nederlander zijn we erg direct. Niet alleen op de werkvloer, ook in een managementteam. Van een teambespreking hadden ze hier nog nooit gehoord. De baas heeft twee zonen die het later moeten overnemen van hun vader. Maar ze hadden volstrekt geen krediet opgebouwd bij de arbeiders. Ik heb ze verteld dat ze zich als managers moeten gedragen. Dus niet alleen een aktetasje dragen, maar ook uren maken. Om zeven uur ’s morgens beginnen en om acht uur

‘Met zestien begon ik als timmerman. Vanaf mijn dertigste was ik chef werkplaats bij aannemers voor ramen, kozijnen en deuren en de laatste acht jaar was ik leider van de productieafdeling van een timmerfabriek.’ Deze combinatie van praktische ervaring op de werkvloer en leiding geven maakt iemand zoals Hans Hartjes, met bijna vier decennia werkervaring, tot prototype PUM-expert. Maar niet alleen technische expertise en managementtalent bepalen het succes van een missie. Minstens zo belangrijk is het menselijke contact. Weet je mensen voor je te winnen, zodat ze de aan-bevelingen overnemen?

TimmerfabriekVoor zijn eerste missie ging Hans Hartjes naar een timmerfabriek met zestig medewerkers in Negombo, Sri Lanka. Het bedrijf bestond al vijftien jaar en vroeg advies over beter, effectiever en uiteinde-lijk winstgevender produceren. ‘Wat ik aantrof was eigenlijk een grote bende, een paar oude schuren waar mensen op blote voeten liepen. In Nederland hebben we strenge arbo-eisen. Ik heb geprobeerd de ergste dingen ter sprake te brengen. Zo

‘Je moet mensen ook

complimenten geven, dan

zie je ze groeien’

Zo bouw je krediet op

OOG VOOR MeNSeN eN DeTAiL

4 | PUM Magazine winter 2013

TeKST Frank StEvErink | foTografie HanS HartjES

Page 5: PUM Magazine winter 2013

alleen in het enorme restaurant

mee-eTerSover zijn missies heeft Hans Hartjes leuke anekdotes. Zo logeerde hij in negombo in een guesthouse met zes kamers. ‘ik werd ondergebracht in een klein huisje dat los van het hotel stond. Behalve die ene nacht, toen moest ik de suite verlaten voor een pas getrouwd stel! Elke ochtend en elke avond zat ik alleen in het enorme restaurant. afgezien dan van twee kakkerlakken van een centimeter of acht. de ober pakte ze op en gooide ze geroutineerd in de hoek!’

’s avonds pas weg. Niet om vier uur al met je telefoon gaan spelen in de zon. Eerst loop je ‘s morgens een rondje in de fabriek. Met mensen praten, informeren hoe het thuis gaat. Er kan iets gaande zijn waar iemand op het werk mee zit. Zo bouw je krediet op. En je moet mensen complimenten geven: geweldige keukens! Ik ben trots op je. Dan zie je ze groeien. Ik heb een toolboxmeeting voor de tim-merlui geadviseerd. Maar dan niet naar de fabriek gaan om hen als manager iets te leren. Mijn advies was: kom niet in hun koninkrijk, haal de mensen juist naar kantoor. Dan luisteren ze met gespitste oortjes naar een simpele presentatie op een flip-over: dit moet je zus en zo doen.’

Business linkToen bleek dat de adviezen positief uitwerkten, kreeg de missie een vervolg in een business link programma. De onder-nemers uit Sri Lanka zochten afzuigunits, voor het gesignaleerde arboprobleem, en een vierzijdige schaafmachine. Verder zocht men een formaatzaag om panelen te zagen. In totaal een investeringsbedrag van 40.000 euro. In tien dagen bezocht de delegatie twee machinefabrieken en zeven keuken- en meubelfabrieken. ‘Daar hebben ze heel veel gezien.’s Avonds zaten ze helemaal vol nieuwe indrukken. Een probleem was alleen dat vierzijdige schaafmachines vrij zeldzaam zijn. Nu heb ik 23 jaar bij Reinbouw gewerkt, waar in 1989 zo’n machine van Weinig (een begrip in houtbewerkingsindustrie) aangeschaft werd. Kosten: 120.000

‘Manager: draag niet alleen een aktetasje, maar maak ook uren!’

D-mark. Die machine heeft niet veel uren gedraaid. In 1994 ben ik daar wegge-gaan, zou die machine er nog staan?’ Hans Hartjes kwam via de zoon in contact met de heer Reinbouw senior. Niet alleen stond de machine er nog, hij was al lang afgeschreven en niet meer in gebruik. De machine gaat nu als donatie van Reinbouw naar Sri Lanka!

Hans Hartjes is inmiddels terug van een andere missie in Sri Lanka. Dit bedrijf in Colombo is, met 150 medewerkers, veel groter. ’Het ging er veel afstandelijker aan toe. De directeur/eigenaar (63) moet leren loslaten. Hij zit overal bovenop, maar niet op de goede manier.’ Toch heeft de missie een goede ontwikkeling teweeg-gebracht. Alle zwakke plekken zijn aan het licht gekomen en dat is het begin van verbetering.

PUM Magazine winter 2013 | 5

Page 6: PUM Magazine winter 2013

heT geSpreK

26 november 2013 was het dan zover. De feestelijke bijeenkomst in Rotterdam ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van PUM werd een dag die de aanwezigen niet snel zullen vergeten. Voor de circa vierhonderd genodigden op de imposante SS Rotterdam1 kreeg de dag extra cachet door de aanwezigheid van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix. Waar u hier normaal gesproken ‘Het Gesprek’ kunt lezen, maken we deze keer een uitzondering voor het verslag van deze jubileumconferentie.

HeT PUM­jUbiLeUM

Rond drie uur in de middag klinkt de scheepshoorn ten teken dat alle gasten zich naar de conferentie-zaal dienden te begeven. Zonder een officieel gedrukte PUM-badge wordt niemand toegelaten door de beveiliging, iets wat bij een normale half-jaarconferentie niet zo snel zou gebeuren.

15.28 uurMet drie minuten vertraging arriveert Prinses Beatrix en haar gevolg bij de SS Rotterdam, opgewacht door een klein leger persfotografen. Het gezelschap worden hartelijk ontvangen door PUM-voorzitter Bernard Wien-tjes en algemeen directeur Thijs van Praag. De prinses schrijdt, gevolgd door haar hofdame en adjudant en een paar stevige beveiligers die haar geen seconde uit

6 | PUM Magazine winter 2013

opgeTeKend door Frank StEvErink | foTografie irEnE clarijS

Page 7: PUM Magazine winter 2013

het oog verliezen, naar de Queen’s lounge en wordt naar de zaal geleid waar de paneldiscussie zal plaatsvinden. Daar verwelkomen de aanwezigen H.K.H. Prinses Beatrix met een staande ovatie.

Judith Bosch vast in treinOp hetzelfde moment zit Judith Bosch, die na de pauze een talkshow zal presenteren, vast in een trein waar brand uitgebroken was. De trein gaat terug naar Den Haag. Spanning achter de schermen, haalt ze het om op tijd naar de SS Rotterdam te komen?

openingBernard Wientjes opent het officiële gedeelte met een speciaal dankwoord aan de prinses. Vervolgens spreekt Jeroen Roodenburg, ambassadeur Private Sector & Ontwikkelingssamenwerking van het minis-terie van Buitenlandse Zaken. Hij wenst PUM happy anniversary en laat doorschemeren dat PUM ook in de toekomst gesteund zal worden door onze belang-rijkste en grootste sponsor.

het debatThijs van Praag introduceert de gasten die aan het officiële debat deelnemen. Behalve eerder genoemde Jeroen Roodenburg, zijn dat Agnes van Ardenne, voorzitter Productschap Tuinbouw en oud-minister van Ontwikkelingssamenwerking, Nanno Kleiterp, directeur FMO2 en de Amerikaanse Leslie Johnston, directeur C&A Foundation en daarvoor van de Argidius Foundation, beide organisaties zijn interna-tionale sponsors., een internationale PUM-sponsor.

agnes van ardenne complimenteert Jeroen Roodenburg met zijn speech. Volgens haar betekenden de bemoedigende woorden van de ambassadeur dat het ministerie van mening is dat PUM ‘werkt’, al 35 jaar en dat dat de komende 35 jaar ook nog zo zal zijn.

HeT PUM­jUbiLeUM

1 De Rotterdam (V) is een van de bekendste naoorlogse Nederlandse passagiersschepen, in dienst van de Holland-Amerika Lijn. Het maakte tussen 1959 en eind 2000 het laatste decennium mee van de trans-Atlantische lijnvaart en was daarna een succesvol cruiseschip. 13 September 1958 was de Koninklijke doop.

2 De Nederlandse ontwikkelingsbank

PUM Magazine winter 2013 | 7

Page 8: PUM Magazine winter 2013

heT geSpreK

Tegelijkertijd onderkent ze ook de noodzaak tot ver-andering. Met het oog op het financiële fundament en de kansen die het Dutch Good Growth Fund zou kunnen bieden. Maar ook verandering op het gebied van gender: ze pleit voor 30% vrouwelijke experts.

Thijs van praag voegt toe dat we weliswaar weinig vrouwelijke experts hebben, maar dat er veel vrouwelijke onder-nemers zijn waar PUM hele goede ervaringen mee heeft. In Afrika, maar ook in de andere landen waar PUM actief is. Vrouwen investeren 90% van de winst in voedsel en kleding, bij mannen is dat percentage veel lager. Uit de zaal komt de suggestie om meer vrouwelijke coördinatoren aan te stellen. Jan henfling reageert met de opmerking dat het lage percentage vrouwen bij PUM-experts de realiteit van de arbeids-markt van de laatste twintig à dertig jaar reflecteert. Het probleem dat PUM moet oplossen is geen probleem van gender. Belangrijker dan diversiteit is het om de beste experts aan te trekken. Die op merking mag rekenen op applaus van het aloude zogenoemde ‘mannenbolwerk’.

nanno Kleiterp onderstreept het gelijk van Agnes van Ardenne als ze zegt dat geld en kennis samengaan bij private sector ontwikkeling. Maar we zouden nog groter moeten denken als het gaat om bijvoorbeeld het Dutch Good Growth Fund, namelijk een combinatie van kennis, geld en netwerken.

leslie Johnston vult aan dat de C&A Foundation steeds prominenter meer doet dan alleen cheques uitschrijven: ‘we creëren netwerken en plaatsen getalenteerde consultants bij de projecten die we financieel ondersteunen.’

agnes van ardenne onderstreept het belang van ‘een betrouwbare over-heid, van betrouwbare taxichauffeurs tot aan een betrouwbare infrastructuur.’ Dan kan de private sector tot bloei komen. PUM kan daarbij profiteren van nieuwe samenwerkingsverbanden en netwerken om MKB-bedrijven te verbeteren.

81-jarig talentVerschillende andere onderwerpen passeerden de revue. De rol van enabling environments, zoals kamers van koophandel, het belang van ambas-sades, de leeftijdsdiscussie binnen PUM. De 81-jarige Bob Schram steelt de show en krijgt de lachers op zijn hand door te zeggen dat hij nog hard-loopt en aan volleybal doet. En graag wacht op een telefoontje als zijn talent nog gevraagd is.

16.29 uurDan rinkelt er een telefoon in de zaal. Onvermijdelijk en reden tot enige hilariteit. Voormalig PUM- directeur Jan Röben oogst bijval en gelach met zijn opmerking dat van alle senior expert netwerken in Europa alleen de Duitse zusterorganisatie en PUM echt effectief zijn. Het grootste verschil zit hem in de grootte van organisatie en budget, de relevantie van het programma is onbetwist.Hiermee wordt het officiële gedeelte afgesloten. Prinses Beatrix voert persoonlijke gesprekken met de panelleden en een groep geselecteerde stafvrij-willigers. Annelies Kuijpers, Arie Pronk, Coen van Haringen, Mieke Schrijver, Johan van den Berg en Johan Koeslag waren de gelukkigen. Over de gesprekken worden verder geen mededelingen gedaan. Wel meldt eenieder na afloop dat de prinses zeer geïnteresseerd was en goed geïnformeerd. Kortom zoals we haar kennen: een echte vakvrouw.

Talkshow, fotowedstrijd en illusionismeInmiddels is Judith Bosch, na een odyssee met Rand-stadrail en metro, in de buurt aangeland. PUM’s Caspar de Kok loodst haar als ad hoc privé-chauffeur op tijd naar de SS Rotterdam. Na de pauze volgt de talkshow waarbij sectorcoördinator Jan Henfling, project officers Grisella Indemans en Ellen Schraven en expert Domien Bruinsma, geïnterviewd worden. Daarna maakt vermaard fotojournalist Vincent Mentzel (oud-NRC) de prijswinnaars van de PUM-fotowedstrijd bekend (zie ook pagina 9). Als klap op de vuurpijl volgt een optreden van illusionist Jan Reinder. En daarmee komt er een einde aan de jubileumviering van 35 jaar PUM. Op naar de volgende 35!

8 | PUM Magazine winter 2013

Page 9: PUM Magazine winter 2013

lopende zaKen

26 november jongstleden maakte vermaard fotojournalist Vincent Mentzel de prijswinnaars bekend van PUM’s fotowedstrijd. Op basis van internet-stemmen werd een shortlist opgesteld waaruit een jury, bestaande uit Vin-cent Mentzel, Dénise ten Bokum, Karin Jensma en Heather Oortman-Bridge, de winnende foto’s selecteerde.

And the winner is…Uitslag PUM fotowedstrijd

PUM ontbijt met ondernemers

Op 14 november 2013 was het zover, het allereerste PUM business breakfast over ondernemen in ontwikkelingslanden. In de centrale hal van de Malietoren druppelden om half 8 de eerste belangstellenden binnen voor een brown bag breakfast aan picknick-tafels. Toen om acht uur de regen buiten met bakken uit de lucht kwam werd er al volop genetwerkt.

Voorzitter tijdens de ontbijtsessie was Arie Kraaijeveld, oud-bestuurslid van PUM en voorzitter van Nederland Maritiem Land. Hij stelde de deelnemers voor aan Nathalie Olijslager van het ministerie van Buiten-landse Zaken. Zij vertelde over de plannen rond het Dutch Good Growth Fund en wat die voor ondernemers betekenen. Daarna was het de beurt aan Aart van den Bos van Soil & More. Zijn passie voor internationaal ondernemen straalde ervan af, al bleek uit zijn uitspraak ‘ondernemen is één keer meer opstaan dan je bent gevallen’ ook dat het niet altijd rozengeur en maneschijn is.

Beproefd receptDésirée van Gorp van Nijenrode nam de deel-nemers mee naar Bangladesh, een land waar volop kansen liggen voor Nederlandse ondernemers omdat het zakendoen ‘relatief gemakkelijk gaat en men er openstaat voor innovatie’. Jan van Vulpen van Remco Ruim-tebouw, net terug uit Lagos, gaf de zaal ver-volgens een kijkje in zijn dynamische zaken-leven. Thijs van Praag van PUM tenslotte, liet weten dat PUM regelmatig bedrijven uit ont-wikkelingslanden ontvangt en hen koppelt aan geïnteresseerde Nederlandse bedrijven. Een beproefd recept voor handelsrelaties.

Na afloop was er voldoende gelegenheid voor de ruim tachtig deelnemers om bij te praten en te netwerken tot het weer tijd was om aan de normale werkdag te beginnen.

prijswinnaars, van harte gefeliciteerd!We besteden in de komende PUM Magazines aandacht aan hun foto’s en missieverhalen. Alle foto-inzenders bedankt en de redactie van PUM Magazine houdt zich ook in het nieuwe jaar aanbevolen voor goede foto’s van uw missies!

de derde prijs ging naar Lucy Peters.

de hoofdprijs was voor Jan Koeman!

de tweede prijs naar Jan Erftemeijer

1

2 3

PUM Magazine winter 2013 | 9

Rectificatie: In het vorige PUM Magazine zijn de fotocredits weggevallen voor de prachtige foto van het Bhutaanse berggebied. De foto is gemaakt door Frans van den Brand. Excuses, red. PUM Magazine.

Page 10: PUM Magazine winter 2013

Waarom? ‘Omdat PUM altijd werkt op basis van een vraag die een ondernemer in een bepaald land stelt. Dat betekent dat die ondernemer echt met het advies aan de slag wil. Want hij investeert er ook tijd en geld in, hij betaalt het verblijf van de adviseur,’ legt Domien Bruinsma uit. Zijn Peruaanse klant Guillermo Medina Capulian teelt weliswaar al jaren gember, maar toen hij het wilde exporteren, merkte dat hij dat hij kennis te kort kwam. Kennis over de eisen die westerse landen stellen aan de gember. Kennis die ook blijkt te ontbreken op de universiteit in Lima, waar hij samen met PUM’s Domien Bruinsma ging kijken of men hem kon helpen. Domien heeft twee weken de tijd om Guillermo en zijn commercieel directeur Edwin Medrano Medina (een neef) te adviseren over het uitbreiden van de productlijn van het gember-vewerkingsbedrijf.

wat vooraf gingHet idee voor Rainforest Organic is afkom-stig van Norbel Medina Canchari, de zoon van Guillermo. Na zijn studie maakte hij een plan voor de export van gember. Hij verongelukte echter op achtentwintig-jarige leeftijd voordat hij zijn plan kon uitvoeren. Zijn vader en moeder namen het stokje over en openden in 2009 het gemberverwerkingsbedrijf in Pichanaki, in het binnenland van Peru. Directeur en eigenaar Guillermo Medina Capulian realiseerde zich dat hij hulp nodig had van westerse deskundigen om de gember-teelt en -verwerking te laten voldoen aan westerse eisen. Via exportorganisatie Adex kwam hij terecht bij PUM. Guillermo: ‘Wij zijn geen experts op dat gebied, daarom hebben we PUM gevraagd om een expert die het ons kan leren.’ Dus stuurde PUM in 2010 Jan Veltkamp, docent tropische landbouw. Jan hielp

Gemberchips uit Peru

miSSie in PEru

Waarom vraagt een Peruaanse gemberboer advies aan een Nederlandse ingenieur in de levens-middelentechnologie? Weet hij zelf niet genoeg van gember? Is er in Peru niemand die hem kan helpen? PUM stuurde levensmiddelentechnoloog Domien Bruinsma op verzoek van de gember-producent naar Peru.

10 | PUM Magazine winter 2013

TeKST en foTografie oPmEEr rEPortS

Page 11: PUM Magazine winter 2013

Guillermo met het verbeteren van de biologische gemberteelt, door de boeren te leren de grond een aantal jaren rust te geven en er in die tijd planten te laten groeien die de grond verrijken. Daarnaast leerde hij Guillermo en zijn mensen de gember grondiger te reinigen met water dat onder hoge druk staat. Dankzij zijn advies vindt de gemberproductie nu duurzamer plaats, is de gember meer geschikt voor export en hebben de klanten vertrouwen in de kwaliteit van het product. Guillermo: ‘Wij zijn zeer tevreden met de bezoeken van de experts van PUM.’

het vervolgGuillermo en Edwin waren zo tevreden dat ze nogmaals bij PUM aanklopten toen ze bedachten dat ze hun export wilden uitbreiden met gedroogde gemberchips. ‘PUM bezit veel kennis van de buiten-landse markten. PUM-experts kennen de klanten en importeurs in Nederland en andere landen,’ aldus commercieel directeur Edwin.

De gemberchips kunnen ze maken van de stukken gemberwortel die nu te klein zijn voor de export. Maar hoe maken ze de chips? Wat is de meest efficiënte droogmethode? Voldoet het product aan de westerse eisen en hoe komen ze in contact met afnemers? Om de juiste antwoorden op deze vragen te vinden, inventariseert Domien Bruinsma eerst hoe de gember wordt geproduceerd en verwerkt en onderzoekt hij vervolgens de meest geschikte productiemethode. Daarnaast verwerkt hij samen met de werknemers twintig kilo gember tot chips, zodat hij enkele monsters kan meenemen naar Nederland. Daar kunnen de

Domien Bruinsma

‘Het leukste is om met mensen aan de slag te zijn die

zelf hun bedrijfsactiviteiten willen verbeteren’

potentiële afnemers vervolgens testen of de gember voldoet aan de smaakprofielen waarmee ze werken. Het zou toch zonde zijn als Guillermo investeert in een pro-ductielijn voor de chips om er vervolgens achter te komen dat niemand geïnteres-seerd is in zijn product. Of ontdekt dat de investeringen die nodig zijn voor het produceren van de juiste kwaliteit niet opwegen tegen de mogelijke opbrengsten.

de oogst van gember

zeer tevreden met de experts van PUM

Naschrift Hoe het verder gaat met Domien en Guillermo kunt u t.z.t. lezen op pum.nl.

Op PUM.nl kunt u een korte video zien over de gembervewerkers uit Peru.

PUM Magazine winter 2013 | 11

Page 12: PUM Magazine winter 2013

Vertegenwoordigers in de schijnwerpers

Special PUM Representative

Het is wellicht tekenend voor de professionalisering van PUM dat in dit jubileumjaar het eerste Representative Handbook is verschenen. Tot nu toe werden onze vertegenwoordigers (LR’s) aan gestuurd met losse documenten, coaching van de landencoördinator en communicatie met project officers. Hoeveel vertegenwoordigers zijn er, en wat doen ze?

HaïtiSERGIO VALKENBURG

SurinameRENé VAN ESSEN

TeKST Frank StEvErink foTografie déniSE tEn Bokum, claSkE van dE GiESSEn

In het PUM-jaarbericht 2012 stond de teller op 265 vertegenwoordigers. Onder dit selecte gezelschap bevindt zich een grote variëteit in cultuur, leef-tijd, ervaring en persoonlijkheid. Zo hebben we in Panama en Bolivia twee vertegenwoordigers die zich al een kwart eeuw inzetten. En aan de andere kant van het spectrum zijn met name bij ‘jonge’ PUM-landen, zoals Djibouti en Haïti, onze vertegenwoordigers absoluut van de Facebookgeneratie.Zonder de vertegenwoordiger geen succesvolle missies, zoveel is duidelijk. Een goede vertegenwoordiger beschikt over een uitgebreid netwerk van MKB-bedrijven en is generalist genoeg om de hulpvraag helder te krijgen. Of het nu om polymeren gaat of om peren.

de missie van de vertegenwoordigerUit de enquête die we onlangs weer gehouden hebben (zie pagina 22/23, Lopende Zaken), blijkt dat het voor experts niet altijd duidelijk is wat ze wel of niet mogen verwachten van de vertegenwoordiger.Een vertegenwoordiger is – net als een expert – vrijwilliger, ook al krijgt de vertegenwoordiger wel een vergoeding per uitgevoerd project. Een regelmatig gehoorde klacht van experts is dat ze de vertegenwoordiger niet gezien hebben. Wanneer er wel telefonisch contact is geweest, minimaal twee keer, aan het begin en eind van de missie, is dat ook niet per se nodig. Zolang de expert door de klant

afgehaald wordt van het vliegtuig en er qua verzorging en onderkomen geen klachten zijn, kan het voorkomen dat het contact met de PUM-vertegenwoor-diger beperkt blijft tot telefoontjes. De vertegenwoordiger moet natuurlijk wel zichtbaar zijn als er een probleem is met de communicatie tussen klant en expert en als er een praktisch probleem is. Van de 265 vertegenwoordigers zijn er vertegenwoordiger 35 Nederlander. Wanneer een vertegenwoordiger – om wat voor reden dan ook – in Nederland is en het PUM-kantoor in Den Haag bezoekt, doen we altijd ons best om hem of haar te spreken voor een portret in PUM Magazine. We stellen er in deze special drie aan u voor.

‘Zonder de vertegenwoordiger geen succesvolle missies’

12 | PUM Magazine winter 2013

Page 13: PUM Magazine winter 2013

TunesiëLAMIA MAAMER-KEDIDI

SurinameRENé VAN ESSEN

René van Essen is de PUM-vertegen-woordigers in Suriname. Op 21-jarige leeftijd vertrok de geboren Arnhemmer René (‘Ik ben Vitessenaar’) naar Suriname. Na een opleiding aan de cultuurtechnische school (opleiding van de Heidemij¹ ) vroeg de directeur van die opleiding hem in Suriname te komen werken aan polderaanleg. Na allerlei omzwervingen (rijstbouw, bakoven, bananen die je kunt bakken) keerde hij terug naar Nederland, om in 1995 weer naar Suriname te gaan. Na zijn pensioen in 2005 ging hij in 2006 werken als directeur voor de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB). Eind van dit jaar neemt hij daar afscheid. Drie jaar geleden begon René ook voor PUM, daarmee gaat hij nog even door. In de afgelopen drie jaar zijn er ruim tachtig missies gerealiseerd.

een geaccepteerde nederlander‘Ik ben in Suriname een geaccepteerde Nederlander. Mijn vrouw is Surinaamse, mijn kinderen zijn in Suriname geboren. Soms verzorg ik voor het Surinaamse ministerie van Buitenlandse Zaken zelfs presentaties. Surinamers en Nederlan-ders voelen elkaar goed aan, ze kunnen goed met elkaar werken. Het vliegver-keer tussen Nederland en Suriname is waarschijnlijk drukker dan ooit. PUM is de beste ontwikkelingshulp die ooit in Suriname verstrekt is. Technische hulp blijft hangen, daar kun je bedrijven mee verbeteren.

Ik heb weinig projecten gezien waar een missie niet veel opleverde voor het bedrijf. We hebben projecten in alle sectoren gedaan: landbouw, toerisme, bosbouw, dienstverlening, handel. We zijn heel divers bezig.’

1 arcadiS is een nederlandse advies- en ingenieursonderneming (internationaal hoofdkantoor in amsterdam) die zich in de hele wereld bezig houdt met infrastructuur, gebouwde omgeving en milieu. voor 1997 was zij bekend als nederlandsche Heidemaatschappij, Heidemaat-schappij of Heidemij.

‘Surinamers en Nederlanders voelen elkaar goed aan’PUM-vertegenwoordiger in Suriname’

PUM Magazine winter 2013 | 13

Page 14: PUM Magazine winter 2013

Special PUM Representative

HaïtiSERGIO VALKENBURG

De eerste is Sergio Valkenburg, onze man in Haïti. We citeren: ‘Sergio Valkenburg kreeg oorspronkelijk door zijn ouders de naam Sjoerd toebedeeld. Zij konden toen niet vermoeden dat Sjoerd een wereldburger zou worden, die zich wenste in te zetten voor de achtergestelden in ontwikkelinglanden. De naam Sjoerd is voor velen in deze contreien echter onuitspreekbaar, dus werd Sjoerd vanaf z’n 25e in Granada (Nicaragua) waar hij als vrijwilliger bij een educatieve organisatie werkte, Sergio genoemd. Hij deed opleidingen in het toerisme, de logistiek en de bouwwereld. Zijn ervaringen in Latijns- Amerika inspireerden en vormden hem. Een bezoek aan Nederland deed hem inzien dat de glimlach van een mens in nood hem meer voldoening gaf dan een relatief rijk, verzorgd leven in Nederland.’

naar haïtiSergio werkte in Nederland vijf maanden bij het Rode Kruis toen op 12 januari 2010 de dramatische aardbeving in Haïti plaatsvond. Binnen 2 minuten vielen er 230.000 doden en 1.3 miljoen slachtoffers, waarvan er na ruim drie jaar nog steeds zo’n 300.000 in groezelige tentenkampen wonen. Het nieuws en de gruwelijke beelden raakten hem diep en hij vertrok naar Haïti om in het Hôpital Général slacht-offers van de aardbeving te verzorgen. Sergio Valkenburg: ‘Ik ben vier dagen na de aardbeving in 2010 in Haïti terecht-gekomen als vrijwilliger om te helpen in een ziekenhuis. Ik werk hier in de commerciële divisie van een lokaal beton- en bouwbedrijf. Verder vertegen-woordig ik twee Nederlandse bedrijven.’

wat maakt het leven op haïti leuk en wat moeilijk? ‘De cultuur en omgangsvormen, de mentaliteit, zijn vaak moeilijk om mee om te gaan. Het leuke is om toch daar weer een oplossing in te vinden en mensen en het systeem te verbeteren waar je kunt. Bijzonder is de geografische regio, Cuba is dichtbij en de Domini-caanse Republiek is ook goed om je op te laden.’

wat mis je uit nederland? ‘De beleefdheid, de open en spontane manier met mensen omgaan. En zeker oude kaas.’

Kenmerkendste cultuurverschillen? ‘Het Haïtiaans Creools (ook wel Kreyòl) is een grof taaltje, het klinkt alsof je een boom aan het zagen bent, de diep gewortelde religie van een katholiek land met daarbij een stille voodooreligie. Verder is het hier vooral heel erg conser-vatief. De politiek, die nooit echt stabiel is geweest, brengt dagelijks veel onsta-biliteit mee. Wat betreft omgangsvormen: mensen zijn heel kwetsbaar en trots, gerelateerd aan uiteraard hun geschiedenis van onontwikkeldheid. En niet te vergeten het weer: altijd de zon die straalt.’

aan welke kennis van pUm-experts hebben haïtianen behoefte?‘Er is een groot gat tussen hoog op geleide en gewone werkers, de middle managementlaag ontbreekt in elke aspect van het economische leven.’

welke pUm-projecten doe je?‘Het leuke is dat er veel verschillende projecten zijn uit verschillende sectoren. Ik probeer zelf ook ingangen te zoeken via lokale organisaties en via de regering. Via een goede kennis, de secretaris-generaal van het agrarische ministerie, kon ik in contact komen met een paar melkverwerkingsprojecten. Daarbij heeft PUM ook met YUNUS social business goede stappen gemaakt en inmiddels een paar aanvragen kunnen realiseren, zoals het fabriceren van cosmetica met lokale grondstoffen. We adviseren nu ook een social business project in reinigings producten, maar de lijst met klanten is nog veel langer. We hebben al een verffabriek gehad, een bakkerij, een producent van handwerk producten, een filmproductiebedrijf en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het veelzijdige is uiteraard het leuke, het brengt me dichter bij het land en de mensen.’

14 | PUM Magazine winter 2013

Page 15: PUM Magazine winter 2013

TunesiëLAMIA MAAMER-KEDIDI

Europees aan de voorkant, Afrikaans qua werkwijze

Lamia Maamer-Kedidi is sinds zes jaar PUM-vertegenwoordigster in Tunis. De half Nederlandse, half Tunesische Lamia kwam via de Tunesisch- Nederlandse Kamer van Koophandel bij PUM terecht.

‘Tunesië is, in tegenstelling tot wat veel PUM-experts denken, een vooruitstrevend land. De experts die hier komen zijn vaak verrast over hoe ontwikkeld het leven, en ook het bedrijfsleven is in ver-gelijking met andere Afrikaanse landen. Zeker op het eerste gezicht zien bedrijven er erg Europees uit en ook qua opvattingen zijn we meer westers dan experts soms denken. De Tunesische ondernemer is open-minded en heeft een groot aanpassings vermogen. Daarom werkt het PUM-programma hier goed; er zijn grote successen te behalen. Een succesvolle missie is voor mij een missie met één of meer

follow-ups. Dankzij follow-upprojecten zijn verschillende bedrijven er onlangs in geslaagd om producten die ze voorheen moesten importeren, zelf te produceren. Dat gaf een welkome kosten-besparing, en tegelijkertijd is het een goed voorbeeld van de vooruitgang waarnaar we op zoek zijn.’

afrikaanse werkwijzeDoor haar werk voor PUM leert Lamia telkens nieuwe mensen kennen en gebeurt er altijd wel wat nieuws. ‘Het is leuk om te zien hoe de Nederlander en de Tunesiër samenwerken. Meestal verloopt dit zonder problemen, want Tunesiërs zijn over het algemeen vrij modern en goed onderlegd. Wel hebben de Hollandse PUM-experts vaak erg Europese verwachtingen van een advies of een missie. Wat voor hen heel normaal is, kan hier soms heel moeilijk zijn omdat de cultuur en de lokale situatie zo anders zijn. Achter de weliswaar Europese voorkant zit namelijk wel de Afrikaanse manier van werken. En doorallerlei onverwachte toestanden en regels kunnen de dingen hier heel anders gaan, bijvoorbeeld heel erg langzaam en met veel hindernissen.’

Uit de crisisDe grootste valkuilen voor ondernemers in Tunesië hebben te maken met de economische (en politieke) situatie in het land. Tunesië heeft sinds enige jaren last van een grote crisis, die lokale en buitenlandse investeerders lam heeft gelegd en een devaluatie van de lokale munt, de dinar, met zich meegebracht heeft. Veel bedrijven hebben de crisis niet overleefd, en de bedrijven die wél overeind bleven waren genoodzaakt om een deel van de werknemers te ont-slaan. Lamia: ‘Werkloosheid is een groot probleem in Tunesië. De ontwikkelingen in het bedrijfsleven liggen al lange tijd nagenoeg stil. De afgelopen twee jaar is de werkloosheid alsmaar toegenomen, pas sinds kort lijkt de situatie te stag-neren. Ook zijn er enkele ondernemers die weer een heel voorzichtig sprongetje in het diepe wagen en een bedrijfje opstarten. Het vinden van nieuwe PUM-aanvragen gaat sinds kort ook weer iets makkelijker, daaraan merk ook ik dat het, heel langzaam, ietsje beter gaat.’

TeKST SiEtSkE dijkStra

PUM Magazine winter 2013 | 15

Page 16: PUM Magazine winter 2013

‘Ik heb bij Shell gewerkt en daar wordt heel veel met GIS en met remote sensing gewerkt. Zo worden de veranderingen in de bodem door olie- en gasproductie met remote sensing door satellieten gemeten. Tegelijkertijd heb ik ook adviezen gegeven om het bedrijf robuuster te maken. Hoe ze hun businessprocessen kunnen verbeteren bijvoorbeeld. Want als je wilt uitbreiden en de concurrentie wilt aan-gaan in Europa, dan moet je robuust zijn. Vandaag de dag zijn asset management een hot topic. Hoe ga je om met je produc-tiemateriaal en hoe beheer je het? Maar ook risicobeheersing is heel belangrijk. Weet waar de risico’s liggen en deze te beheersen.’Veel geoutsourced werk in Nederland gaat naar India en China, maar omdat de loon-kosten daar steeds meer stijgen, denken de ondernemers uit Kosovo dat ze de service concurrerend kunnen aanbieden. Adriatik Sejdiu: ‘Daarbij zijn we vanuit Nederland binnen twee, drie uur vliegen bereikbaar. We proberen nu ook via EU-subsidies pro-jecten naar ons toe te trekken.’

Business linkTijdens de business link hebben de heren uit Kosovo veel Nederlandse bedrijven bezocht die potentieel geïnteresseerd zijn in de diensten van de PUM-klant. Meteen

miSSie

Ondernemen in Kosovo

Herman van Veen bezocht een bedrijf in de Balkan (Kosovo) en organiseerde als vervolg een business link. Hij raakte onder de indruk van de gedrevenheid van de ondernemers uit Pristina.

‘Hoe kunnen we nieuwe klanten en partners werven?’

Tijdens zijn missie was Herman van Veen al onder de indruk van het technisch vermogen van de onderneming die zich bezighoudt met grafische informatie-systemen (afkorting is GIS en denk aan routeplanners en Google Maps), data-basetoepassingen, remote sensing en ICT oplossingen met GIS. ‘Kosovo is een klein land en wij zoeken nieuwe klanten en partners die bij grote projecten in de Balkan kunnen helpen,’ vertelden Argjent Nela General Manager en Adriatik Sejdiu, Manager GIS bij het bedrijf in Kosovo. ‘Zo proberen we werk naar ons toe te trekken dat andere bedrijven willen outsourcen. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan het bewerken van ‘vuile’ data. Als je dat in Nederland laat doen, wordt dat een duur verhaal. Bij ons liggen de lonen veel lager en we zouden dat dus veel voordeliger kunnen doen. We hebben zeven vaste medewerkers. Verder werken we met con-sultants en freelancers op contractbasis. Zo zijn we flexibel. We hebben mede hierom PUM’s hulp gevraagd. Hoe kunnen we nieuwe klanten en partners werven? Sluit onze technische kennis en expertise aan bij wat in Nederland gangbaar is?’

robuuste concurrentieHerman van Veen heeft het bedrijf over de laatste stand van de techniek geadviseerd.

1 Remote Sensing is het opvangen van door aarde uitgezonden en gereflecteerde stralen, met als doel informatie over de aarde te verkrijgen.

TeKST Frank StEvErink foTografie claSkE van dE GiESSEn

Page 17: PUM Magazine winter 2013

bij terugkeer zullen ze voor twee bedrijven een presentatie maken met een overzicht van de dingen die men zou kunnen doen. Het is belangrijk dat daarbij niet alleen op managersniveau wordt gesproken, maar ook al meteen op technisch niveau. Dat kan tegenwoordig heel makkelijk via Skype. Herman van Veen: ‘Ik vond ze in het begin wat onzeker overkomen. Waren ze wel een goede partner voor Nederlandse bedrijven. Dat was nergens voor nodig en dat heb ik ook gezegd. Jullie zijn een goed bedrijf. Ze voelden zich een beetje klein duimpje in het land van de reuzen.’Twee weken lang werd het gezelschap uit Kosovo meegenomen door de PUM-expert. Ze kregen daarbij ook de hunebedden in Drenthe te zien, en de stad Groningen, en natuurlijk de polders. Wat was hun indruk? Adriatik Sejdiu: ‘Alles is hier schoon en goed georganiseerd. Dat hebben we in Kosovo niet. Professioneel gezien zijn we erg geholpen met de contacten die we hier hebben kunnen leggen. Het moet natuurlijk nog blijken in hoeverre bedrijven uiteindelijk echt geïnteresseerd zijn om met ons te werken. We hebben heel concreet gezocht naar business partners voor een tender die de EU regelmatig uitschrijft.’Herman van Veen is erg te spreken over de lokale vertegenwoordiging van PUM in Kosovo. PUM heeft er twee in Pristina en één in Gjakove. Over zijn contact met de lokale vertegenwoordiger in Pristina: ‘Een erg actieve man.’

mooie chaosEr wonen ongeveer twee miljoen mensen in Kosovo. ‘Het leven daar is niet te verge-lijken met het leven hier,’ aldus Adriatik Sejdiu. ‘Het meest verbaasd was ik over de orde hier en hoe groen het is. Je hoort hier ook veel minder geluid. Bij ons in Kosovo wordt er voortdurend getoeterd, hier heb ik dat maar één keer gehoord.’

En wat verbaasde omgekeerd Herman van Veen het meeste aan het leven in Kosovo? ‘De chaos en inderdaad het lawaai. Maar het is ook een heel mooi land. Het rijden

daar is soms een uitdaging, maar zelf ben ik hardloper en dat kan daar prima. We hebben daar hard gewerkt, maar als ik even tijd had heb ik zeker genoten van de stad, de koffie, de leuke restau-rants.’ Hoe wordt het land geraakt door de crisis? Adriatik Sejdiu lacht: ‘Welke crisis? We hebben de hele tijd crisis. Het raakt ons in zoverre dat veel mensen die tijdens en na de oorlog in Joegoslavië zijn gevlucht, nu vanuit het buitenland geld sturen. En dat bedrag wordt wel minder, nu door de crisis iedereen de broekriem moet aanhalen. ’

KoSovode economie van kosovo is een van de minst ontwikkelde in Europa. Het bruto natio naal product per inwoner bedraagt naar schatting slechts €1565,-. Een belang-rijk deel van de economie bestaat echter uit de informele economie, die niet mee-genomen wordt in dit bnp. Gedurende de jaren negentig heeft kosovo veel te lijden gehad onder het gevoerde economische beleid, de internationale sancties en de vele conflicten. de onduidelijke status van kosovo belemmert de economie. Het is niet eenvoudig om investeringen en leningen aan te trekken.

Pristina, hoofdstad Kosovo

PUM Magazine winter 2013 | 17

Page 18: PUM Magazine winter 2013

leren van ervaring

TeKST Frank StEvErink foTografie arEnda oomEn

PUM focusgroepen

bekende thema’sprobleemstellingen en uien pellen‘Maar het allerbelangrijkste is de probleemstelling,’ vertelt Alex Meerkerk. ‘Dat komt in alle groepen weer terug. Wij willen de aanvraag uiteraard zo goed en duidelijk mogelijk hebben, zodat we weten wat de situatie is en wat er moet gebeuren. Daar doen we zo goed mogelijk ons best voor, maar helemaal zullen we dat nooit kunnen bereiken. Ten eerste omdat de klant soms zelf niet weet wat het probleem is, alleen dat hij een probleem heeft. In dat geval komen we dus juist om te kijken wat precies dat probleem is. Het kan uiteraard ook zijn dat de klant het wel pre-cies weet, maar er lokaal geen kennis over beschik-baar is.’ Ten tweede is er de vertrouwensrelatie. ‘Denk nou niet dat mensen alles op een internetformulier gaan bloot geven’, zegt Alex Meerkerk. ‘Dat doen ze pas als ze jou in de ogen gekeken hebben, als ze een week met je hebben gewerkt en weten wat je kunt. Dan pas komen de echte problemen op tafel. Zoals Thijs (van Praag, red.) dat zo mooi zegt: ‘adviseren is als het pellen van een ui. Van de buitenkant ga je langzaam naar binnen, de werkelijkheid komt pas langzaam op tafel.’

Een organisatie als PUM, met kennis delen als belangrijkste doelstelling, wil zelf natuurlijk ook blijven leren. Daarom houden we eens in de zo veel jaar focusgroepen onderzoek (groepsdiscussies), waarbij experts over bepaalde onderwerpen van gedachten wisselen. Onlangs was er een nieuwe focusgroepsessie. Hier lichten we alvast een tipje van de sluier op.

‘De bekende thema’s kwamen weer voorbij,’ vertelt Alex Meerkerk, hoofd Analyse & Monitoring. Rode draad blijft: probleemstellingen die niet helemaal duidelijk zijn en frustratie dat een PUM-vertegen-woordiger zijn/haar rol niet goed invult. Om bij het laatste te beginnen: veel onbegrip komt door ver-keerde verwachtingen. ‘Verwachtingsmanagement’ is hier de remedie.

verwachtingsmanagementExperts moeten zich realiseren dat de vertegenwoor-diger geen sectorspecialist is, hij is niet inhoudelijk betrokken bij het project. Gezien de vertrouwelijkheid van de informatie staat hij of zij buiten het project. Dezelfde vertegenwoordiger kan immers de volgende dag ook bij de concurrent voor de deur staan. Alleen de klant kan beslissen dat een vertegenwoordiger inhoudelijk bij het project betrokken wordt. In de ‘special’ (pag. 12-15) wordt al aangegeven dat onze vertegenwoordiger niet per se fysiek aanwezig hoeft te zijn. Wel moet er minimaal twee keer telefonisch contact zijn met de expert (aan het begin en einde van de missie, red.) en hij/zij moet natuurlijk wel optreden bij problemen.

alex meerkerk

18 | PUM Magazine winter 2013

Page 19: PUM Magazine winter 2013

ervaringsverhalen te positiefEen interessant punt dat regelmatig in de focus-groepen terugkwam, is dat men de ervaringsverhalen van experts in PUM Magazine erg positief vindt. Dat strookt niet altijd met de eigen ervaringen waar nog wel eens wat mis gaat. Dat hebben we eerder gehoord, namelijk in een lezersonderzoek. De vraag is natuurlijk hoe leuk het is om te lezen dat een missie niet goed verloopt. En hoeveel experts dat graag willen vertellen in ons magazine. De redactie krijgt relatief weinig verhalen binnen van missies die minder goed verlopen. Als we die wel krijgen, en ze een educatief element bevatten, dan is het in principe kopij voor de rubriek ‘leren van ervaring’. We houden ons aanbevolen als u uw verhaal over een missie die minder goed verliep aan ons kwijt wilt!

in het volgende PUM Magazine (voorjaar 2014) koppelen we de resultaten van de focus­groepen uitgebreider terug en melden we wat we met die resultaten gaan doen.

voortraject‘Wat je wel kunt doen is een voortraject, met advies op afstand, waarbij de expert kan sparren met de klant,’ aldus Meerkerk. ‘Dan kan het probleem besproken worden en ontstaat er misschien al iets van een helder beeld. Maar dat kan alleen met klanten die daarvoor openstaan. Het gros zal de expert echt eerst willen zien.’Maar toch: het in kaart brengen van het probleem kan altijd beter. Daarom werkt PUM bijvoorbeeld met sectorsheets, en worden vertegenwoordigers getraind. Alex Meerkerk: ‘Ik denk dat we het al veel beter doen dan tien jaar geleden, maar ook dat het nog veel beter kan.

Focusgroep in actie

PUM Magazine winter 2013 | 19

Page 20: PUM Magazine winter 2013

miSSie

Waar dat allemaal toe kan leiden

Ziekenhuis in Nepal en burgemeestersopleiding in beetsterzwaag

een Nepalees ziekenhuis vroeg PUM om een expert die kon helpen meer te doen en beter te werken met hun beperkte budget. en het bloedtrans ­ fusie proces te beoordelen. Dat lukte wonderwel. in grote gesubsidieerde gezondheidsprojecten gaan soms tientallen miljoenen verloren door bureaucratie en miscommunicatie. Maar de relatief beperkte investering van een PUM­missie zou in dit geval wel eens heel lang kunnen renderen.

Medicus (internist, hematoloog) Johan van der Does was in Nepal aangenaam verrast door de goede staat van het ziekenhuis. ‘In veel landen waar ik geweest ben, zijn de ziekenhuizen toch een beetje viezig. Hier zag ik meteen: het gras is gemaaid, de heg geknipt. Meteen een prettige indruk.’

Wat er voorafging: begin tachtiger jaren werd de heer Shrestha verkozen tot burgemeester van het stadje Dhulikhel in Nepal. Johan van der Does: ‘hij regelde een uitzending naar Nederland, waar een opleiding bestond voor burgemeesters. Hij kwam terecht in Beetsterzwaag. Bij de opleiding hoorde een lijstje van veertien punten die een gemeentebestuur zou kunnen verwezenlijken. Waterleiding?

Riolering? Vuilafvoer? Ziekenhuis? En nog een aantal zaken. Burgemeester Shrestha had veertien keer ‘neen’. Maar in de zestien jaar dat hij het ambt vervulde, kreeg hij heel wat voor elkaar. Een van de vragen was een ziekenhuis. Zijn neef was chirurg en werkte in Oostenrijk. Hij haalde hem weer naar zijn geboortedorp en deze dr. Ram begon een ziekenhuis.

zestien jaar later Johan van der Does: ‘nu, zestien jaar later, is de heer Shrestha voorzitter van het ziekenhuisbestuur en zijn er gezondheids-posten in vele dorpen in de omgeving. Het ziekenhuis is één van de twee univer-siteitsziekenhuizen van de Universiteit van Kathmandu, de medische faculteit leidt artsen op en er is een opleiding

voor fysiotherapeuten, verpleegkundigen, enzovoort.Mijn gastheer was dr. Robin, hartchirurg, die de dag voor mijn vertrek met zijn gehele hartchirurgische team naar Zuid-Korea ging voor verdere opleiding en training.Voor alle specialismen ligt de kwaliteitslat hoog: de westerse normen gelden. Dat kan niet altijd waargemaakt worden, men wil wel maar men kan niet. Het ziekenhuis is voor Nepalese begrippen heel erg schoon, de kleding van de medewerkers is schoon, de apparatuur werkt, er heerst een sfeer van: dit kunnen we echt doen.’

Bloedtransfusies beoordelenHet ziekenhuis vroeg PUM een beoorde-ling te geven van alles wat met bloed-

20 | PUM Magazine winter 2013

TeKST Frank StEvErink foTografie tHinkStock En déniSE tEn Bokum

Page 21: PUM Magazine winter 2013

transfusie te maken heeft. Vooraf had Johan van der Does geregeld dat één persoon ter plaatse zijn contactpersoon en probleemeigenaar zou worden. De ervaring is dat anders te vaak de boel verzandt als de expert eenmaal vertrokken is. ‘Ik had per e-mail aangegeven dat het erg helpt als zij één van de (senior) stafleden als contactpersoon zouden aanwijzen. Dat hebben ze gedaan in de persoon van chirurg dr. Hemanta Bataju. Hij treedt nu op als probleemeigenaar. In de beoordeling kwamen een paar belangrijke zaken aan de orde: één daarvan was het gebrek aan contact tussen de clinici en het laboratorium. De laboratoriumtesten konden sterk verbeterd worden, gedeeltelijk met heel weinig kosten. Een enkele test moet worden toegevoegd om een goede beoordeling van de kwaliteit van bloedtransfusie mogelijk te maken. Dat is het werk voor het komende jaar. In dat jaar zullen we ook een onderzoek opzetten om de huidige toestand goed te documenteren.

Tege lijkertijd wordt een plan gemaakt voor een aantal veranderingen. Dat moet allemaal met een minimum aan kosten, want in dit erg arme land moeten de patiënten zelf de kosten van medische hulp betalen. De overheid functioneert eigenlijk in het geheel niet.¹ Het gehele project wordt opgezet om bloedtransfusie te verbeteren en dit later ook te kunnen bewijzen. Tegelijkertijd is dit een mogelijk-heid om in een arm land goede onder-zoeken te entameren: werk projectmatig en evalueer zowel de inhoud van het onderzoek als het onderzoek zelf. Kunnen we het in een volgend project beter doen, minder tijd verknoeien, meer efficiëntie behalen? Waar de overheid niet de leiding heeft over gezondheidszorg, zal iedere ver-betering uit het veld zelf moeten komen. Dit ziekenhuis heeft de mogelijkheid om die rol op zich te nemen, aanvankelijk met externe steun. Transfusiegeneeskunde zal in de komende jaren verbeteren. Dat is het doel van deze PUM-missie. Ze gaan dat planmatig doen, zodat ze ook de Deming cirkel leren: Plan – Do – Check – Act. En die kunnen ze dan ook op andere gebieden gaan gebruiken.’ De kliniek heeft allerlei hulpposten in dorpen opgezet en bestrijkt op die manier een gebied van een miljoen mensen. Dr. Ram, die het ziekenhuis oprichtte, zorgt in die dorpen ook voor werkgelegenheid en microkrediet.

‘In dit erg arme land moeten patiënten

zelf de medische hulp betalen’

pUm: effectief en persoonlijkJohan van der Does is niet alleen voor PUM actief maar ook voor grote hulp-organisaties. Hij probeerde voor zichzelf uit te leggen waarom PUM ‘86.000 keer effectiever’ is dan grote, internationale hulporganisaties, vertelt hij met een lach. ‘Ik heb projecten voor tientallen miljoenen gezien, waarbij ik me afvroeg: zijn mensen er beter van geworden. Maar ik had dan mijn twijfels.’ Een doorsnee PUM-missie kost een fractie daarvan en heeft de potentie van verrijkende en verstrekkende effecten.Het gesprek komt op het prikblok van Ad van Meeuwen (PUM Magazine winter 2011, nog te lezen op PUM.nl: zie ook pag. 28) als voorbeeld van hoe je met eenvoudige interventies grote resultaten kunt behalen. Johan van der Does weet er nog één: ‘neem een lege twee liter petfles, snijd hem doormidden en draai het bovenste gedeelte met de tuit om en zet het vast in het onderste. De priknaalden kunnen dan ook veilig maar één kant op!’ Johan van der Does weet nog een reden waarom de kleinschalige PUM-missies beter werken dan grootschalige projecten: ‘Als expert houd je vaak persoonlijk contact met een aanvrager. Grote organi-saties zijn veel anoniemer, daar heb je dat niet. En dan is de kans op mislukking ook veel groter.’ Het is een boodschap die in deze tijd van minder is meer past.

1 (Zie acemoglu and robinson: Why nations fail, 2012; zij rangschikken nepal onder de ‘failed states’.).

PUM Magazine winter 2013 | 21

Johan van Der Does

Page 22: PUM Magazine winter 2013

22 | PUM Magazine winter 2013

Een belangrijke manier om resultaten te meten, is een goede debriefing, volgens het vernieuwde formulier. ‘We willen samen resultaat behalen en het vernieuwde debriefingsformulier reflecteert dat,’ aldus Alex Meerkerk, hoofd Analyse & Monitoring. ‘De informatie wordt nu veel beter verzameld en is bovendien beschikbaar voor iedereen die toegang heeft tot het systeem (vaste PUM-staf en stafvrijwilligers, red.). We delen informatie dus veel beter. In de nieuwe debriefingsformulieren vragen we veel meer en de vragen zijn gesteld in het Nederlands. Zoals in de onlangs herziene Leidraad expert op missie staat, gaan we voortaan werken met nulmetingen. Dat maakt het gemakkelijker om op termijn te beoordelen of de adviezen van PUM-experts daad-werkelijk tot concrete successen leiden. Ook kunnen we die dan gemakkelijker kwantificeren.’

meer informatie, meer wetenHet nieuwe formulier is in juni in gebruikgenomen. Veel experts zeggen het binnen een half uur tot een uur ingevuld te hebben. Aangezien de meesten maar één keer per jaar op pad gaan, lijkt dat qua tijdsinvestering een redelijke verhouding. Alex Meerkerk: ‘Bij mij ligt de grens bij een uur. Als het langer is, wordt het te gek. Dan zijn de gegeven antwoorden vaak ook te uitgebreid. Veel van de gevraagde informatie is gewoon uit het rapportverslag te kopiëren. Want ook al zijn de vragen in het Nederlands, de antwoorden mogen best in het Engels zijn.’

lopende zaKen

TeKST Frank StEvErink

Resultaatgericht adviserenIn het vorige PUM Magazine berichtten we u al dat er steeds meer nadruk ligt op het behalen en aantonen van resultaten in ontwikkelingssamenwerking. We schreven toen over PRIME, de samenwerking met CBI, onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR en de Erasmus School of Economics. Maar ook bij PUM zelf wordt er continu gewerkt aan resultaatgericht adviseren en het volgen van deze resultaten.

van de respondenten heeft een jaar na de missie nog contact met de opdrachtgever

40%

van de respondenten vindt dat die naam precies bij de organisatie past.

50%

22 | PUM Magazine winter 2013

Page 23: PUM Magazine winter 2013

PUM Magazine winter 2013 | 23

lopende zaKen

enquêteWe beloofden u op de hoogte te houden van de jaarlijkse enquête onder experts die het jaar daarvoor op missie zijn geweest. De enquête is inmiddels gesloten, met een respons van 67% voor de algemene enquête en 89% voor de project enquête. We vroegen gericht naar de voortgang bij het geadviseerde bedrijf en naar de handel met Nederland die mogelijk is ontstaan. De antwoorden moeten nog geëvalueerd worden, maar de eerste trends zijn al zichtbaar en die willen we u niet onthouden. Zo heeft meer dan 40% van de respondenten een jaar na de missie nog contact met de opdrachtgever. ‘We benadrukken steeds meer dat de expert in principe voor langere tijd een relatie aangaat met een ondernemer in het buitenland,’ zegt Alex Meerkerk.Bij ruim een kwart van de geadviseerde bedrijven is na afloop van de missie contact ontstaan tussen de ondernemer en een Nederlands bedrijf.

wat vindt u van pUm?Daarnaast was er dit jaar een algemene enquête voor alle ingeschreven experts om te inventariseren hoe de dienstverlening en communicatie verbeterd kan worden. Alex Meerkerk: ‘We vroegen onder meer naar de intrinsieke motivatie van experts om vrijwilliger voor PUM te zijn. Daar werd heel duidelijk dat kennis delen en ontwikkelingslanden vooruit helpen er fors uitspringen. Uitspraken als ‘ik reis graag’ of ‘ik houd van avontuur’ scoorden veel lager. Dat is goed, want hierdoor weten we dat onze experts met de goede motieven vertrekken, zodat een succesvol project bij de klant centraal staat. Ook zien we dat experts langer betrokken blijven bij hun arbeidsproces en zelf commercieel actief blijven. Veel experts ‘bouwen af’. In plaats van in één keer met pensioen te gaan, zijn ze nog een tijd ZZP’er. Hierdoor blijft de expertise langer actueel en weten we dat de adviesvaardigheden op een hoog peil staan.’Tweederde van de respondenten doet naast PUM nog ander vrijwilligerswerk en één op de zes experts is lid van een zoge-noemde serviceclub, de meesten van Rotary International en Lions Club. We vroegen ook welke woorden het beste passen bij PUM. Uitschieters daarbij waren ‘praktisch’, ‘behulpzaam’, ‘betrouwbaar’ en ‘respectvol’.

focusgroepDe antwoorden uit deze enquêtes worden gebruikt om de kwaliteit van de missies verder te verhogen. Dat proces is enige jaren geleden ingezet en dat wordt continu voortgezet. In dat licht houdt PUM ook zogenoemde focusgroepen, waarbij we experts vragen wat er goed gaat en wat beter kan. In ‘leren van ervaring’ (pag. 18-19) lichten we een stukje van de sluier op over de uitkomsten van de focusgroepen van dit jaar. In het volgende PUM Magazine zullen we meer terugkoppelen over de enquêteresultaten en de focusgroeponderzoeken en daarbij ook aangeven wat PUM hiermee gaat doen.

van de respondenten doet naast PUM ook nog ander vrijwilligerswerk

²/3

‘Informatie beter verzameld en gedeeld

enquête over PUM: praktisch, behulpzaam,

betrouwbaar en respectvol’

Page 24: PUM Magazine winter 2013

de zogenoemde nulmeting, waarbij een inschatting wordt gemaakt van een aantal basisgetallen (omzet, winst) om later eventuele vooruitgang te kunnen meten, deed deze landencoördinator dat al op eigen houtje. Het geeft aan hoe bevlogen en geïnteresseerd hij is. Jur Georgius: ‘Met het aantal aanvragen gaat het de laatste jaren zeer goed. Dit jaar meer dan ooit. Die toename in projecten geeft wat mij betreft ook het vertrouwen weer dat de bedrijven in Suriname hebben in hun lokale situatie. Wanneer er veel aanvragen komen dan betekent dat er bij het bedrijfsleven vertrouwen is om te investeren. Immers wanneer je als bedrijf een aanvraag indient bij PUM dan heb je van te voren al ingecalculeerd dat de consequentie van het PUM advies mogelijk een investering tot gevolg heeft.’

Suriname heeft een waterhoofd en dat waterhoofd heet overheid. Bijna 60% van de mensen werkt bij de overheid. Het is voor het jonge land dus van levensbelang dat er een goed werkende private sector is. Voor dat doel heeft Jur Georgius zich de afgelopen jaren met hart en ziel ingezet. Een taak die hij overduidelijk met pijn in het hart gaat opgeven en overlaat aan zijn opvolgster.

BevlogenheidJur Georgius komt oorspronkelijk van het platteland en heeft de herkenbare nuchterheid die we van het plattelandsleven kennen. Een pragmatische instel-ling dus, die in Suriname zeer gewaardeerd wordt. In de afgelopen jaren heeft hij, samen met PUM’s ver tegenwoordigers uiteraard, veel success stories mogen melden. Want lang voordat PUM begon met

porTreT

Afscheid van Suriname

Jur Georgius was vijf jaar lang landencoördinator Suriname. Zijn termijn zit erop. Onlangs gaf hij met lokaal vertegen-woordiger René van Essen een presentatie over het land waarvan hij is gaan houden. Ellen Sijm volgt hem op.

Het Suriname team (v.l.n.r.): Jur Georgius, Grisella Indemans en René van Essen

Ellen Sijm

24 | PUM Magazine winter 2013

TeKST Frank StEvErink | foTografie irEnE clarijS

Page 25: PUM Magazine winter 2013

In 2010 werkte ik in Namibië ruim een jaar voor een

Namibische NGO die zich inzet voor de San . De San

vormen helaas ook in Namibië een gemarginaliseerde

groep, net als in buurland Zuid-Afrika. Bosjesman

of Boesman is in het Zuid-Afrikaans een spotnaam,

bijvoorbeeld in uitdrukkingen zoals: ‘hy is soos ’n

Boes man wat opeet wat hy moet saay’ (iemand die

geen voorzorgsmaatregelen treft).

Van dit trotse volk dat leefde van jagen en verzamelen,

zijn velen aan drank geraakt. Veetelende Herero en

Nama verdreven de San uiteindelijk naar de Kalahari

woestijn. Daar valt weinig te jagen. Toeristen kunnen

nu voor veel geld tripjes naar San-nederzettingen

maken om nog eens ‘het nomadenbestaan’ te ervaren.

Onze Namibische NGO is fel gekant tegen deze toeris-

tenpoppenkast, waar de San hun kunstjes moeten

laten zien, en ontwikkelt projecten die de San helpen

beter te integreren in de Namibische samenleving.

Dat is niet eenvoudig, ook al omdat de San inmiddels

gewend zijn geraakt aan de wereldwijde geldkraan

die is opengezet om Afrika te redden. Die geldkraan

belemmert mijns inziens behoorlijk het eigen initiatief.

De meesten denken namelijk dat die kraan wel open

blijft staan.

Mijn verstand zegt dat we verkeerd bezig zijn met deze

aanbodgestuurde initiatieven. Maar mijn gevoel weer-

spreekt dat als ik geconfronteerd word met kinderen die

in treurige nederzettingen rondhangen bij de bar, waar

hun ouders al voor het middaguur beschonken raken.

Kinderen hebben recht op een zorgeloze jeugd die hen

weerbaar maakt voor de toekomst. Ik ben dan ook

blij dat de vraaggestuurde aanpak van PUM daar een

bijdrage aan levert.

ineKe oUwehandpUm-experT en STafvriJwilliger

Boesman

Terugblik‘Wat mij zo aanspreekt in de PUM-aanpak is dat we “vraag” en niet “budget” gestuurd zijn. Ik zeg altijd tegen “mijn” experts tijdens de briefings: PUM heeft geen geld. Gelukkig maar. Houden zo zou ik zeggen. En eerlijk gezegd, het leukste van alles is het bezoek aan het land. Om samen met de vertegenwoordiger ter plekke PUM bekend te maken bij het MKB, “de boer” op, letterlijk en figuurlijk. Heerlijk. Je komt in het hart van de samenleving, daar waar het verdiend wordt. Samen met de klant proberen het probleem proberen op te lossen. Vaak willen de bedrijven te veel. Mijn stelling is dan: laten we beginnen met één, dan twee. In de eerste missie kijken wat er gedaan kan worden en eventueel uitstippelen welke vervolgacties er vervolgens nodig zijn. Een “follow-up” project dus. Maar voor die FU-missie wordt dan wel €700 in rekening gebracht. Ik ben helemaal van het betalen. Niet iedereen binnen PUM denkt daar zo over. Ik heb er eigenlijk twee redenen voor. Het bedrijf moet niet te veel afhankelijk worden van PUM. Zelfredzaamheid staat bij ons hoog in het vaandel, en terecht. De tweede reden is misschien nog wel zo belangrijk. Door een bepaald bedrag te vragen voor de FU-missie, dwing je de klant om er over na te denken dat hij dat bedrag ook aan lokale consultants kan besteden. De vertegen woordigers hebben nu en in het verleden meer dan uitstekend gepresteerd. Zonder hen is het werken in ontwikke-lingslanden nauwelijks mogelijk. Het succes van PUM wordt voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van die vertegenwoordigers. Zij zijn het ook die de PDV´s voorbereiden.’

een laatste pdvGrisella Indemans vergezelde Jur Georgius op zijn laatste PDV (Project Development Visit) naar Suriname. Als project officer heeft ze vier jaar de projecten voor dit land begeleid. Het was haar eerste kennismaking met de voormalige Nederlandse kolonie. ‘Ik vond het een geweldige ervaring!’ zegt Grisella Indemans. ‘We hebben heel veel bedrijven gezien, meer dan ik ooit op een PDV of CTM (Country Team Meeting) heb meegemaakt.’ ( Ze werkt bij PUM sinds 1991, dus dat zegt wel wat.) ‘Het leuke van die bedrijfsbezoeken,’ vertelt ze, ‘was dat de nummers of namen van de projecten nu ineens mensen met gezichten werden. De problemen werden invoelbaar. Mooi ook om te zien hoe de vooruitgang echt waar te nemen is, dankzij het advies van de expert.’ Een prettige ver rassing was de ontmoeting met Cynthia McLeod, schrijfster van het boek ‘Hoe duur was de suiker’ dat onlangs is verfilmd. De auteur geeft rondleidingen over de plantage die Grisella Inde-mans bezocht. ‘Ik ga zeker nog een keer terug’, aldus de enthousiaste project officer.

colUmn

1 de San of Bosjesmannen is een verzamelnaam voor verschillende bevolkingsgroepen in namibië, angola, Botswana en Zuid-afrika. omdat San ‘buitenstaander’ betekent, prefereren velen van deze groep de titel ‘Bosjesman’, hoewel deze term als politiek incorrect wordt beschouwd door westerlingen.

foTografie inEkE ouWEHand

PUM Magazine winter 2013 | 25

Page 26: PUM Magazine winter 2013

26 | PUM Magazine winter 2013

lopende zaKen

TeKST Frank StEvErink foTografie miEkE ScHrijvEr

‘Het was enerverend, heel anders dan een normale PDV (Project Development Visit),’ vertelt Mieke Schrijver. ‘Toen tyfoon Haiyan aan land kwam, was ik in Min-danao, een van de veiligste plekken op dat moment. Daar heb ik weinig gemerkt, er was veel regen, maar nauwelijks wind. In eerste instantie realiseerde niemand zich hoe erg het was. Men dacht aan drie doden. Aangezien er een supertyfoon aangekondigd was, viel dat ogenschijnlijk nog mee. Ik zou eigenlijk naar het oosten van eiland gaan, dat plan heb ik aange-past. Ik ben in Davao gebleven. Zaterdag zou ik naar Bacolod gaan. Alle vluchten waren gecancelled. Eerst maar naar een andere stad. Je moet een beetje improvi-seren, maar ik heb toch nog aardig wat bedrijven bezocht. Iedereen was heel druk bezig met het maken van hulppakketten. Op Mindanao was het nieuws ogenschijn-lijk nog nauwelijks doorgedrongen. Op het vliegveld wel, daar zag je grote tv-schermen. Hele dramatische beelden. Hulp was hard nodig, internationale goederen bleven steken in Cebu City en Manilla.’

hulptransport‘Het laatste weekend hielp ik met een hulptransport naar Noord-Cebu. Het was zo triest om te zien, afschuwelijk. Huizen verwoest. Geen elektriciteit. Geen water.

UPDATE FILIPPIJNEN

Dankbaar in leven te zijnMieke Schrijver, landencoördinator voor de Filippijnen die we in het vorige PUM Magazine al aan het woord lieten, ging van 2 tot 20 november naar ‘haar’ land. Ten tijde van haar bezoek trok op 8 en 9 november tyfoon Haiyan over de archipel. De ambassade belde haar en de andere aanwezige experts of alles goed was. Gelukkig was dat zo. Een update van een enerverend bezoek.

Ik heb zoveel bewondering voor die mensen. Ze sliepen in de open lucht. Een oude vrouw ondersteund door kinderen, zo triest om te zien. Slippers in de modder. Wat hebben wij het dan goed. Mensen in Nederland waren ook heel bezorgd om mij. Het was echter niet zo dat alle eilanden onder water stonden. De eilanden Leyte en Samar werden heel erg getroffen, maar in een stad als Cebu City ging het leven gewoon door. Ze zijn ook heel wat gewend daar. Je hebt er de ene ramp na de andere. Precies een maand geleden was er een aardbeving. Ze blijven lachen en zijn dankbaar dat ze leven.’

hulp in de vorm van expertiseThijs van Praag, algemeen directeur PUM: “Het is verschrikkelijk wat er is gebeurd en we krijgen van vele kanten de vraag of PUM kan helpen. Ik denk zeker dat we wat kunnen doen. We moeten echter uitkijken dat we als schoenmakers niet te ver van onze leest afraken. PUM moet zich niet bemoeien met noodhulp; daar is onze organisatie niet op ingericht. Wel kunnen we in een latere fase experts sturen om bedrijven weer op de been te helpen. In dat verband hebben we in Indonesië en Sri Lanka nuttig werk gedaan na de tsunami in 2004. Echter is een en ander afhankelijk van financiële steun. Bedrijven die plat liggen na een orkaan hebben niets aan een expert alleen, ze moeten ook geld hebben om de zaak weer op te bouwen. De komende tijd zullen we goed contact onderhouden met onze lokale vertegen-woordigers aldaar en verkennen hoe realistisch het is om op de zwaarst getroffen eilanden hulp aan te bieden over enige tijd”.

We kwamen aanrijden, mensen stormden op de auto’s af. We vertelden hen dat ze in een rij moesten gaan staan, anders kun je het niet organiseren. Pakketten werden uitgedeeld aan vrouwen. Eigenlijk waren ze bedoeld voor familie van een van de helpers van onze vertegenwoordiger, maar het hele dorp had eten nodig. En dan gaan ze gewoon keurig in een rij staan en leggen de handen op de schouders van hun voorganger. Blij. Ik ben met wat mensen gaan praten. Ze hadden hele-maal niks meer. Oogsten zijn verwoest, dat was het voedsel voor het dorp. De komenden maanden hebben ze dus ook niks. De hulppakketten die we brachten was een druppel op een gloei-ende plaat.’

veel bewondering‘Afschuwelijk allemaal, maar de mensen waren vooral blij dat ze nog in leven zijn.

Page 27: PUM Magazine winter 2013

poST@pUm

Ik ben, wat goedbetaalde consulenten met enige minachting noemen, een serial volunteer. Ik heb in Afrika, Azië en Oost-Europa gewerkt als VSO’er, PUMmer, en vrijwilliger ter plekke, aanpakkend wat er te doen valt. Thuis werk ik nog geregeld voor VSO Nederland. Ik ken ontwikkelingshulp ook vanuit het perspectief van de con sulent. Ik ben er nogal cynisch over. De mate van succes lijkt vaak omgekeerd evenredig aan de hoeveelheid geld die in een project gepompt wordt.

Heeft u een mening,

suggestie of anek-

dote die u wilt

delen met andere

PUM-experts?

Stuur uw mail naar:

[email protected]

Goed gereedschap, het halve werk?

Waar ik wel grote bewondering voor heb, is wat al die PUMmers en VSO’ers presteren, vaak onder hele zware omstandigheden. Vooral als ze simpele oplossingen vinden waar iedereen mee uit de voeten kan, ook in een land waar aan alles gebrek is. Handige tips, zoals het prikblok van Ad van Meeuwen, beschreven in Prikincidenten: preventie door interventie (PUM Magazine, winter 2011) deel ik altijd op Volzone, de website waar VSO’ers informatie over ‘hun’ land en werk vinden. Dat prikblokje wordt nu ook door veel VSO-artsen en -verpleegsters overal ter wereld gebruikt.

Toch heb ik óók bij wat PUMmers en VSO’ers doen wel eens een vraagtekentje. Werkloosheid is een enorm probleem in de meeste ontwikkelingslanden, het opleidingsniveau is laag tot nihil, goed gereedschap is niet te koop of onbetaal-baar en elektriciteit is een onzekere factor. Elektrisch gereedschap lijkt zo voor de hand liggend in Nederland. Maar in een land waar de kosten om een aantal mensen op te leiden en aan het werk te houden – ook als de stroom uitvalt –

aanzienlijk lager liggen dan de kosten van een fatsoenlijke schroevendraaier (laat staan een elektrische), is dat geen voor de hand liggende keuze. Willen we armoede bestrijden en middenstand ontwikkelen? Dan is een project duurzamer geslaagd en profiteren er meer mensen van als je een aantal mensen met duurzame Nederlandse schroevendraaiers leert omgaan, dan wanneer je één man leert met een elektrische schroevendraaier te werken. Zeker wanneer die niet gerepa-reerd of vervangen kan worden als hij kapot gaat, iets waar je op kunt wachten.

VSO en PUM zijn allebei organisaties die armoede bestrijden door vakmensen uit te zenden. Al die vrijwilligers gaan op pad om het leven van anderen te verbeteren door het overdragen van hun kennis. En dat doen we met succes, ondanks moeilijke omstandigheden, gebrek aan enthousiasme bij de ontvanger en onze eigen misvattingen en vooroordelen. Vaak leren we zelf nog het meest. Ook die kennis kunnen we niet genoeg delen.

Wil van Koningsbrugge

PUM Magazine winter 2013 | 27

Page 28: PUM Magazine winter 2013

ALGeRije• Inwoners:ruim38.000.000;• 23%leeftonderdearmoedegrens;• Brutobinnenlandsproductper

inwoner: $7.600,-. (€ 5.627,42)

landenfocUS

PUM is ongeveer zeven jaar bezig in Algerije, met rond de honderd missies. Vooral de laatste jaren zijn veel PUMmers er actief. Dit jaar haalt de teller ruim 30 missies, voornamelijk in de agrarische

pUm KomT overal

alTiJd in conTacTer zijn momenten dat een vrijwilliger contact wil

hebben met Pum. De vaste staf is tijdens kantoor-

uren bereikbaar voor vragen rond een missie.

voor vragen over een land of een sector kunt u

respectievelijk terecht bij de landen- en sector-

coördinatoren. Zij zijn doorgaans niet op het Pum-

kantoor aanwezig. hun e-mail adressen staan op de

website.

Dankzij ruime gas- en olie-voorraden draait de Algerijnse economie uitstekend. ‘Het is een veilig land, met een booming economie, veel investeringen en veel nieuwbouwprojecten,’ vertelt landencoördinator Henk Dorst. Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor het MKB. ‘Veertig procent redt het op eigen kracht, voor de overige zestig procent kunnen PUM-experts veel betekenen.’

Algerije booming in Noord-Afrika

‘Noodweer, afvoer weggespoeld? Gauw naar PUM1 voor buizen, knietjes en kranen. Er zijn beslist mensen die dat heel goed voor je doen, maar ‘n beetje PUM-expert klust ‘t natuurlijk zelf in elkaar.’ Aldus Jan Röben, algemeen directeur PUM van 2001-2007. De foto is gemaakt tijdens een vakantie in een bouwmarkt in Frankrijk.

Over zijn jaren bij PUM: ‘Het was heel bijzondere ervaring vanuit het bedrijfsleven in een vrijwilligersorganisatie te stappen die professioneel en gestructureerd ontwikkelingshulp biedt. Wat mij trof was hoe door de zakelijke, bedrijfsmatige aanpak experts en stafvrijwilligers buitengewoon effectief konden opereren. Er hing absoluut geen sfeer van houtje-touwtje, liefdewerk, oud papier. Ik heb honderden keren gezien hoe snel het klikte tussen een expert en aanvragers. Ik denk dat helpen een vitaal mkb te bouwen effectiever is dan hen het werk uit handen nemen met waterputten, klinieken en scholen. Als ze dat zelf doen zullen ze er ook trots voor zorgen.Landen zijn veel beter af als ze zichzelf kunnen redden en daarvoor is een vitaal mkb cruciaal. Voor mij waren deze jaren bij PUM een toptijd.’

aandachtsgebieden tuinbouw, veeteelt, zadenteelt, het kweken van dadels en olijven en irrigatieprojecten. Daarnaast vroeg een Algerijnse oogarts of een collega de laatste ontwikkelingen op zijn gebied kon overbrengen. Grasvelden in Algerijnse stadions zijn aangelegd mede op basis van Nederlandse kennis, ingevlogen door PUM. De eigenaar van een matrassen-fabriek riep PUM-hulp in omdat hij zijn opslagmogelijkheden te beperkt vond. De PUM-expert kwam tot een andere conclusie: zijn voorraden waren veel te groot. Dat leidde tot het gezamenlijk ontwikkelen van een efficiëntere produc-tiewijze. Een Nederlandse en een Algerijnse producent van opslagtanks werken dankzij PUM nauw samen. ‘Met behulp van de ambassade proberen we een lokale PUM op te richten, zodat Algerijnse gepensioneerden lokaal startende ondernemers gaan helpen,’ aldus Henk Dorst.

Algerije

Marocco

Spanje

Mali

Libië

TeKST lEo EntHovEn

TeKST Frank StEvErink

1 PUM is ook de naam van een Franse bouwmarkt