PUM Magazine voorjaar 2013

28
lente 2013 Berichten uit een piepjong land SPECIAL Zuid-Soedan Minister en ambassadeurs over 35 jaar PUM Cambodjaanse plaksnoepjes Changing the mindset Bakstenen in Burundi, Rwanda en Congo

description

PUM Magazine voorjaar 2013

Transcript of PUM Magazine voorjaar 2013

Page 1: PUM Magazine voorjaar 2013

lente 2013

Berichten uit een piepjong land

SPECIAL Zuid-Soedan

Minister en ambassadeurs over 35 jaar PUM

Cambodjaanse plaksnoepjes

Changing the mindsetBakstenen in Burundi, Rwanda en Congo

Page 2: PUM Magazine voorjaar 2013

InhoudCOLOFON

PUM Magazine is een uitgave van PUM Netherlands

senior experts. PUM is sinds zijn oprichting in 1978

uitgegroeid tot Europa’s grootste ‘uitzendbureau’

voor de inzet van professionele vrijwilligers onder

het motto ‘ondernemers voor ondernemers’. PUM

Magazine heeft een oplage van 4500 exemplaren

en wordt verspreid onder experts, stafvrijwilligers

en relaties van PUM. Hieronder vallen sponsors,

Nederlandse ambassades, bedrijfsleven, media

en andere geïnteresseerden.

Productie

PUM Marketing en Communicatie

redactieadres: [email protected]

Hoofdredacteur

Karin Jensma

Redactie

Gabriëlle ten Bokkel Huinink – Reichwein,

Sietske Dijkstra, Grisella Indemans,

Ineke Ouwehand, Karin Overtoom,

Frank Steverink, Janneke Vreugdenhil,

Froukje Wattel

Ontwerp en illustratie

Ontwerpwerk, Den Haag

Fotografie

Dénise ten Bokum, Arenda Oomen,

Ineke Ouwehand, Jeroen Pootvliet, privébezit

Druk

Ando, Den Haag

PUM Netherlands senior experts

Bezuidenhoutseweg 12

2594 AV Den Haag

t 070 349 05 55

f 070 349 05 90

[email protected]

www.pum.nl

Volg ons op:

4

6

12

26

20

Voorwoord 3

Missie 4

‘Ze zijn niet doortastend genoeg’

Het gesprek 6

35 jaar PUM

Lopende zaken 9

Thema 10

PUM past monitoring aan

Special Zuid-Soedan 12

BBeBeerricchhtteeennnnn uuuuitt eeeennn piiieeppjoonnng lland

FFaFammmiilliieebbeeeeddrrrijjff vaann 11150 nnnaarr 600 hectaare

KKoKooeeieeennn, bbbbbruuuiiddeeeen eeen ccoonflflfliicteen

OOOnnzzee mmmmmaaann iiinn ZZZZuiidd-SSSooeeddaaan: ‘‘positiieve eenergiie’

‘‘ZZZuuiiddd-SSoooeeeeeddaaanneeeesee vroooouuwween mmakenn

eelelkkaaaaarr nnniieeett aaaf vvvoooor eeeeenn kkoooe’

Missie 16

Cambodjaanse plaksnoepjes

Leren van ervaring 18

Missie 20

Changing the mindset

Lopende zaken 23

Portret 24

Recruitment Team PUM (RCT)

Column 25

Onze man in... 26

Norbert Bart in Honduras

Post@PUM 27

Landenfocus 28

Egypte

PUM komt overal 28

Page 3: PUM Magazine voorjaar 2013

PUM bestaat, zoals u wellicht al van de cover van dit Magazine

begrepen had, 35 jaar. 2013 is daarmee voor ons een jubileumjaar,

waarbij we ook nog eens de 35.000e missie hopen te realiseren.

Dit jaar zullen we daar op verschillende momenten bij stilstaan.

De aftrap vond onlangs plaats in het bijzijn van Lilianne Ploumen,

minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

tijdens een unieke receptie. Ter gelegenheid van de verjaardag van

PUM waren niet alleen de Nederlandse ambassadeurs in de PUM-

landen uitgenodigd. Ook hun buitenlandse counterparts, gezeteld

in Den Haag en Brussel, waren aanwezig. U leest er alles over in

deze uitgave, in Het Gesprek.

Trade, not aid

Wilde in 2006 nog circa vijftig procent van de Nederlandse kiezers

dat meer geld aan ontwikkelingshulp werd uitgegeven, vorig jaar

was dat nog maar 22 procent. Aldus het Nationaal Kiezersonderzoek

2012 van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het feit dat

ontwikkelingssamenwerking nu expliciet gecombineerd wordt met

buitenlandse handel in de nieuwe ministerrol van Lilianne Ploumen,

geeft ook al aan dat er een duidelijk andere wind waait in ons land.

Geld geven ten behoeve van ontwikkeling is niet langer vanzelf-

sprekend, noch heilig. Het nieuwe devies lijkt trade, not aid, waarmee

de tijdsgeest de principes waarop PUM gebouwd werd, gunstig

gezind is. Kennisoverdracht in plaats van geld geven en handels-

kansen niet uit de weg gaan als die zich voordoen, zijn vanaf het

begin vaste uitgangspunten in ons werk geweest.

Kwaliteitsslag

We zullen doorgaan met het al veel eerder ingezette proces om een

kwaliteitsslag te maken in de missies zelf. Ook hierover kunt u in

deze uitgave van PUM Magazine lezen. Zo zal bij het intakeproces

van nieuwe experts nadrukkelijker gekeken worden naar zogenoemde

soft skills, zoals de vaardigheid om succesvol te adviseren in een

onbekende culturele omgeving. U leest er meer over op pagina 23.

Zo blijft PUM een organisatie die niet alleen aan kennisoverdracht

doet, maar die zelf ook blijft leren.

Dit jaar deden we ook mee aan NLdoet, de grootste vrijwilligersactie

van ons land georganiseerd door het Oranje Fonds (zie Lopende

Zaken op pagina 9). In dit Magazine verder natuurlijk zoals altijd

veel verhalen van de ‘werkvloer’ met deze keer extra aandacht voor

Zuid-Soedan. Ik wens u veel leesplezier en we staan zoals altijd

uiteraard graag open voor commentaar, ideeën of uw persoonlijke

mening.

Thijs van Praag

Algemeen directeur PUM Netherlands senior experts

VOORWOORD

Trade, not aid bij PUM-jubileum

PUM Magazine lente 2013 | 3

Page 4: PUM Magazine voorjaar 2013

MISSIE

TEKST FRANK STEVERINK

kwam geen reactie. Het was eigenlijk

een sprong in het diepe. Eenmaal ter

plekke viel het mee. ‘Je moet de rust

hebben om te luisteren, dan wordt

het probleem vanzelf duidelijk.’ Zijn

tolk was een 25-jarige bouwkundig

ingenieur. Hij vroeg haar wat zij

vond van zijn observaties en analyses.

Ze was het met hem eens, vertelde

ze, maar in de mannenwereld die

een bosbouwproject in Zuid-Amerika

nou eenmaal is, is het niet makkelijk

om als vrouw gehoord te worden.

Pieter Naaijen adviseerde de directie

overigens aan het einde van zijn

missie om wel naar haar te luisteren,

omdat ze met haar alle benodigde

expertise eigenlijk al in huis hebben.

De tolk was ook zeer behulpzaam

in het begrijpelijk maken van de

bedrijfscultuur, dacht actief mee,

stelde veel vragen en werd zo een

echte sparring partner.

Pieter Naaijen ging voor zijn eerste missie naar Bolivia om

te adviseren bij een houtverwerkend bosbouwbedrijf. Hij trof

veel goedwillende mensen aan, maar het ontbrak aan echte

ondernemersmentaliteit. ‘Alles komt morgen, of overmorgen,

men wacht rustig op een bestelling die pas over drie weken

komt.’ – Toch kijkt hij tevreden terug op de missie.

Hoe Pieter Naaijen bij PUM kwam,

is een verhaal op zichzelf. Caspar

de Kok, werkzaam op PUM’s IT-

afdeling was met zijn gezin te gast

bij de bed & breakfast (BijCorrie.nl)

van Pieter Naaijen en zijn vrouw

Corrie. Het gesprek kwam op het

naderende pensioen en het feit dat

PUM staat te springen om gedreven

vakmensen in de sector timber

processing (hout verwerking). Pieter,

die nog steeds actief is in zijn eigen

timmerwerkenonderneming, keek op

de PUM-site en raakte snel enthou-

siast. Toen hij werd gevraagd voor een

missie naar Bolivia, hoefde hij niet

lang na te denken. Zuid-Amerika trok

altijd al en zijn dochter heeft drie jaar

in Colombia gewoond.

Sprong in het diepe

De aanvraag van de onderneming

in Bolivia was niet heel erg helder en

op zijn verzoek om meer informatie

‘Respectvol laten inzien dat de aanpak

moest veranderen’

Mañana

Het houtverwerkende bosbouw bedrijf,

dat om PUM-advies vroeg, lag erg

afgelegen, in de rimboe. Na een

binnenlandse vlucht vanaf La Paz

volgde nog een autorit van zes uur

over slechte wegen. Eenmaal aan-

gekomen op de compound bleek dat

er nog helemaal geen hout gezaagd

was. Het project is opgezet met ont-

wikkelingshulp van Denemarken,

Zweden en Nederland. Er staan

prachtige machines, maar ze worden

nog niet gebruikt, omdat er onder-

delen ontbreken. Een motor die

ontbrak, bleek drie weken geleden

besteld en het kon nog wel drie weken

duren voordat die zou komen.

PIETER NAAIJEN

Planning versus manana gevoel in de Boliviaanse bossen

is

4 | PUM Magazine lente 2013

Page 5: PUM Magazine voorjaar 2013

Tijdens zijn missie zag Pieter Naaijen

de manager veranderen in iemand

die zich echt mengde in het proces.

Uiteindelijk bleek daar ook het

echte probleem te liggen. Men

overzag de hele gang van zaken

niet goed en liet zich verrassen door

problemen wanneer die zich aan-

dienden. Het ging vooral om planning

en organisatie, werkvoorbereiding,

leren vooruitdenken in systemen

om een cyclus op gang te brengen.

‘Je kunt, als je in een proces zit,

bepaalde problemen zien aankomen.

De kunst is om de problemen voor

te blijven. Dat is hier zo en dat is

daar niet anders.’ Op een andere com-

pound, waar hij de tweede week was,

bleek men veel verder. Daar werd het

hout dat gehakt was ook al gezaagd.

De manager daar was een echte

leider die, zoals het goede leiders

betaamt, ook goede mensen om zich

heen had verzameld. Pieter Naaijen

hoefde daar veel minder te doen.

De uitdaging voor de expert was om

de manager van de eerste compound,

‘Zou je daar niet eens achteraan

gaan?’ vroeg Pieter Naaijen aan de

manager. De motor moest uit Chili

komen.

De mensen op de compound waren

welwillend en hardwerkend, maar

niet doortastend. Wat vandaag niet

komt, komt morgen. Of overmorgen.

Pieter Naaijen probeerde uit te leggen

dat er zo niet professioneel gewerkt

wordt, dat je zelf achter dingen aan

moet gaan en niet moet afwachten.

Het grote probleem, constateerde

de expert, was het ontbreken van

een goede planning, vooruit denken.

‘Dat zijn ze niet gewend.’ Hij consta-

teerde dat de lokale manager de hele

dag rondliep en belde, maar uitein-

delijk eigenlijk niets zág. Pieter

Naaijen ging met hem wandelen op

het bedrijfsterrein en zorgde ervoor

dat de telefoon op het kantoor bleef.

‘Schrijf je wel eens dingen op?’ vroeg

hij aan de manager. Dat bleek niet

het geval, met als gevolg dat mensen

ook nooit aan hun afspraken werden

gehouden.

Wachten op ontbrekende motor in zaaghal

wiens inzet groot was, respectvol te

laten inzien dat hij zijn aanpak moest

veranderen om resultaten te bereiken.

Uiteindelijk speelde waarschijnlijk

ook mee dat de directie geen echte

bosbouwmensen zijn. ‘In feite was

men niet commercieel genoeg, al is

dat moeilijk in te schatten in twee

en een halve week. Maar de wil om

er iets van te maken is er wel en

ik heb de indruk dat ze het goed

oppakken nu.’

OPROEP

Martin Knoef (Sectorcoördinator timber processing) doet een oproep

aan nieuwe experts om zich

te melden. Kent u mensen

die net als Pieter Naaijen

decennia ervaring hebben in

hout verwerking? Attendeer

ze op onze website (PUM.nl).

Een e-mail sturen kan ook:

[email protected]

PUM Magazine lente 2013 | 5

Page 6: PUM Magazine voorjaar 2013

HET GESPREK

150 genodigden uit binnen- en buitenland

Lilianne Ploumen (r), Thijs van Praag (l)

6 | PUM Magazine lente 2013

Page 7: PUM Magazine voorjaar 2013

Vrijdag 18 januari vond in het bijzijn van Lilianne Ploumen, minister

voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, een unieke

receptie plaats. Ter gelegenheid van de 35e verjaardag van PUM waren de

Nederlandse ambassadeurs in de landen waar PUM actief is uitgenodigd.

En ook hun buitenlandse counterparts gezeteld in Den Haag en Brussel

waren aanwezig. PUM-stafvrijwilligers namen de gelegenheid te baat

om de banden met de diplomatieke vertegenwoordigers aan te halen.

35 JAAR PUM

35 jaar PUM

De ambassadeursreceptie markeert de aftrap

van PUM’s jubileumjaar. PUM’s bestuurs-

voorzitter Bernard Wientjes opende de

bijeenkomst met woorden van dank aan

de aanwezige ambassadeurs uit binnen- en

buitenland. Op de bijeenkomst waren ongeveer

150 genodigden, waarvan de helft ambassa-

deurs uit binnen- en buitenland. Al snel

kwamen zij in contact met elkaar en met

PUM’s landencoördinatoren, waardoor er op

landenniveau uitstekend genetwerkt werd.

In het kader van het jubileum organiseert

PUM het hele jaar door verschillende activiteiten

voor diegenen die hebben bijgedragen aan het

succes van PUM. Zo deden experts, stafvrijwil-

ligers en vaste medewerkers dit jaar mee aan

‘NLdoet’ (zie pagina 23, Lopende Zaken) en zal

er dit jaar een fotowedstrijd gehouden worden.

Minister Lilianne Ploumen stelde in haar

speech dat het bij ontwikkelingssamenwerking

te vaak alleen om geld gaat, terwijl talent en

vaardigheden er net zo toe doen: ‘Too often

development cooperation is reduced to a question

of money. But of course it’s a skills issue too.

Companies and other organisations have plenty

of people with great skills. And those people can

make a real difference in building strong economies

across the globe. In the last 35 years the Netherlands

senior experts Programme, known as PUM, has set

an excellent example in this field.’ Ze benadrukte

dat PUM-experts niet alleen tijdens hun missies

‘het verschil’ maken, maar daarmee ook de

andere programma’s op het gebied van ontwik-

kelingssamenwerking versterken. Ze gaf ook

aan dat PUM in de toekomst steun van de

minister mag verwachten: ‘So, in sum: embassies

and the government will continue to support PUM

in the future.’

‘Aid and trade’

Thijs van Praag, algemeen directeur PUM

besloot het officiële gedeelte van de receptie

met een toespraak waarin hij stelde dat de

combinatie van aid and trade voor PUM niets

nieuws is. Hij bedankte nadrukkelijk de aan-

wezige ambassadeurs, voor wie de bijeenkomst

uiteindelijk georganiseerd werd, en nodigde

iedereen uit te netwerken met elkaar. PUM

heeft al goede contacten met meerdere ambas-

sades, maar: ‘We would love to have that kind

of communication with all foreign embassies.’

In gesprek met de ambassadeurs

TEKST FRANK STEVERINK

MINISTER EN AMBASSADEURS OVER

Ne

the r l a n d s s e n i o r e

xper

ts

De Albanese ambassadeur in

Den Haag Gazmend Barbullushi:

‘De situatie in Albanië is niet slecht. We ver-

keren niet in een recessie. Het afgelopen jaar

hadden we een groeicijfer van 2,8 %. Natuurlijk

voelen we wel wat van de eurocrisis, onze

belangrijkste handelspartners zijn Griekenland

en Italië en die hebben wel grote problemen.

PUM Magazine lente 2013 | 7

Page 8: PUM Magazine voorjaar 2013

HET GESPREK

‘Wat is eigenlijk het verschil met Georgië?

De Nederlandse ambassadeur in Azerbaijan:

‘In Georgië is men erg op Europa gericht en

wil men zich ook in die richting ontwikkelen.

In Azerbaijan vertrouwt men liever op eigen

kracht en wil men zich onafhankelijk opstellen.

In Georgië staat men meer open voor externe

informatie en advisering. In Azerbaijan kijkt

men altijd naar boven: ‘Mag ik een project doen

met die man? In Azerbaijan is men meer gericht

op werkelijke handel en minder op advisering

uit het buitenland. Men voelt zich vaak onzeker

t.o.v. de omgeving of de overheid als het om

externe advisering gaat.’

De Macedonische ambassadeur in

Den Haag Nikola Dimitrov:

‘Ik ben hier nu drie jaar. Voordat ik hier kwam,

was ik bang dat de Nederlandse politiek saai

zou zijn, maar het is juist erg interessant

gebleken. We werken veel samen met onze

Nederlandse collega’s in Skopje. We geven

onder meer een gezamenlijke nieuwsbrief uit.’

De Nederlandse ambassadeur in

Macedonië, Marriët Schuurman, voegt toe:

‘We organiseren binnenkort een bijeenkomst

over PUM. Het is een heel toegankelijk pro-

gramma en de Macedonische ondernemers

hebben veel waardering voor de Nederlandse

kennis. Overigens vormen de Nederlandse

toeristen, 30.000 het afgelopen jaar, de grootste

groep buitenlandse toeristen.’

De ambassadeur van Ecuador, Miguel

Eduardo Calahorrano Camino, is sinds

drie jaar in Den Haag:

‘Ik vind het heerlijk hier, want het is een rustige

stad. En ik heb hier de fiets leren gebruiken!

Dat had ik nooit eerder gedaan. Het fietspaden-

netwerk is echt fantastisch. We promoten dat

nu heel erg in Ecuador. Ik ben erg gecharmeerd

van PUM, juist omdat het zo kleinschalig werkt.

Het heeft een directe impact op het leven van

mensen. In Zuid-Amerika is er veel ongelijkheid

en in de strijd tegen armoede kun je niet om

het MKB heen.’ Koos Kruit, landencoördinator

Ecuador & Panama, vult aan: ‘Deze ambassa-

deur is echt een bondgenoot. Hij denkt mee

en legt onze voorstellen voor aan zijn regering

in Quito.’

We hebben grote verwachtingen van het

toerisme. Lonely Planet heeft ons land op een

lijst van nog te bezoeken landen op nummer 1

gezet. Dit jaar gaat een Nederlands-Turkse

vliegmaatschappij (Corendon, redactie) recht-

streeks op Albanië vliegen. Ze zijn de eerste

West-Europese toeroperator die vakanties in

ons land aanbiedt. Overigens hebben ook

PUM-experts eraan bijgedragen om Albanië

klaar te stomen voor het toerisme.’ In Albanië

zijn het afgelopen jaar 24 missies uitgevoerd.

De Nederlandse ambassadeur in

Azerbeidzjan, Mr. Arjen Uiterlinde:

‘Op de verschillende posten waar ik gestationeerd

ben geweest heb ik altijd te maken gehad

met PUM. Je merkt in landen met een com-

munistische geschiedenis, zoals Azerbaijan,

een zeker wantrouwen tegen buitenlanders.

Inmiddels is de levensstandaard er zo gestegen

dat PUM besloten heeft het programma te

stoppen. Door de olie-inkomsten is er eigenlijk

geld genoeg voorhanden.’

Landencoördinator Henk ten Brinke

(Azerbaijan & Georgia) schuift aan.

Lilianne Ploumen, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

8 | PUM Magazine lente 2013

Page 9: PUM Magazine voorjaar 2013

Argidius Foundation financiert PUM-missies in Latijns- Amerika

Travel Clinic Havenziekenhuishealth care abroad voor experts

PUM Netherlands senior experts en

de Argidius Foundation gaan de

komende drie jaar samenwerken in

Latijns-Amerika. De Foundation

financiert zestig missies bij ten-

minste veertig MKB-ondernemingen.

Het zal daarbij gaan om high

potentials, veelbelovende bedrijven

uit het midden-en kleinbedrijf in

Guatemala, Honduras en Nicaragua.

Alternatieve financiering

De overeenkomst met de Argidius

Foundation is het tweede resultaat van

de nieuwe koers die PUM sinds 2012

volgt, waarbij actief gezocht wordt naar

financieringsbronnen buiten het ministerie

van Buitenlandse Zaken. Naast bedrijfs-

sponsor Koninklijke Zeelandia Groep

(samenwerking sinds mei 2012) heeft

PUM nu ook een institutionele speler aan

zich weten te binden. Op deze manier

hoopt PUM op termijn een kwart van de

begroting te kunnen dekken.

Argidius Foundation

De Argidius Foundation (www.argidius.com)

is een Zwitserse stichting die zich inzet

voor de ontwik keling van duurzame

werkgelegenheid voor armen in ontwik-

kelingslanden. Naast het scheppen van

banen streeft men ernaar bij te dragen aan

zaken als onderwijs, gezondheid en milieu.

De Argidius Foundation is gelieerd aan de

holding van de familie Brenninkmeijer,

eigenaren van de wereldwijde Nederlandse

keten van kledingwarenhuizen C&A.

PUM heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten met

de Travel Clinic, waardoor de senior experts van PUM voor

individuele medische begeleiding terecht kunnen bij de

Travel Clinic van het Havenziekenhuis. PUM heeft deze over-

eenkomst gesloten omdat de Travel Clinic gespecialiseerd is

in behandeling van tropische ziekten en op dit gebied snel

ondersteuning en advies kan bieden.

Jaarlijks gaan er bijna 2.000 PUM-experts op reis voor een

missie. Soms lopen ze daarbij een verhoogd risico op gezond-

heidsproblemen. De Travel Clinic is er voor iedereen die voor

korte of langere tijd naar de (sub)tropen gaat. Als onderdeel

van het Havenziekenhuis heeft de Travel Clinic direct toegang

tot alle reguliere zorg van dit algemene ziekenhuis én de

tropen-verpleegafdelingen, internisten en tropenartsen van

het Havenziekenhuis.

PUM-experts kunnen op eigen kosten gebruik maken van

de know-how en de diensten van de Travel Clinic en het

Haven ziekenhuis, marktleider op het gebied van tropen-

geneeskunde en reizigersziekten. In het kader van het medisch

begeleidingsprogramma ‘Health Care Abroad’ van de Travel

Clinic, kunnen zij voor vertrek informatie inwinnen over gezond-

heidsrisico’s in ontwikkelingslanden en hoe deze te beperken.

Tijdens hun verblijf in het buitenland kunnen zij bovendien

24 uur per dag, zeven dagen per week, contact opnemen met

de Travel Clinic en hulp krijgen van medisch specialisten.

Als experts bij terugkeer uit het buitenland medische

problemen ondervinden, hebben zij direct toegang tot de

Tropenpolikliniek en het Havenziekenhuis. Aan experts die

op reis gaan voor PUM adviseren we het telefoonnummer

van de Travel Clinic mee te nemen. Nieuwe experts zullen

tijdens een introductiebijeenkomst geïnformeerd worden

over de Travel Clinic. Contactinformatie kunt u (online)

terugvinden in de brochure ‘Gezond en veilig op reis’.

Travel Clinic

Haringvliet 72 3011 TG Rotterdam

T 0900 503 40 90 (€ 0,15 p. minuut)

[email protected]

www.travelclinic.com

LOPENDE ZAKEN

TEKST: GABRIËLLE TEN BOKKEL HUININK – REICHWEIN

PUM Magazine lente 2013 | 9

Page 10: PUM Magazine voorjaar 2013

PUM past monitoring aan

Meer meten

Dat geldt ook voor PUM. Idealisme en goede

bedoelingen zijn mooi, maar resultaten die voor

zichzelf spreken zijn beter. Niet iedere missie

leent zich voor het kwantificeerbaar maken

van resultaten, dat zal duidelijk zijn. En het is

ook niet altijd evident dat geboekte resultaten

– omzetgroei, meer winst – direct terug te voeren

zijn op een PUM-missie. Maar: meer meten is

meer weten. Vandaar dat de monitoring van de

projecten aangepast gaat worden. We zetten

de belangrijkste veranderingen op een rij.

Voortgang en kwaliteit meten

Een missie is pas geslaagd als de klant daad-

werkelijk met de aanbevelingen aan de slag

gaat en overgaat tot implementatie. Om de

voortgang te bewaken en het project als een

succes te kunnen bestempelen, willen we in ons

systeem de belangrijkste afspraken met de klant

registeren.

Dat heeft enerzijds te maken met vragen over de effectiviteit

van gegeven hulp en anderzijds met een wereld die in rap tempo

verandert. In ontwikkelende markten zijn er steeds meer rijken en

in traditioneel rijke ontwikkelde naties is er steeds meer armoede.

Omdat ook het draagvlak voor ont wikkelingssamenwerking

afbrokkelt en niet meer vanzelfsprekend is, willen sponsoren

graag zeker weten dat het donorgeld goed besteed wordt.

‘Meer meten is meer weten’

De landen coördinator kan dan bijvoorbeeld

tijdens een bezoek aan het bedrijf een stuk

gemakkelijker de voortgang beoordelen.

U of een andere expert kunt hetzelfde doen

tijdens een vervolgproject. (NB, 50% van de

vervolgmissies wordt door een andere expert

uitgevoerd).

Om voortgang te meten moeten we de begin-

situatie weten. De expert zal een (bescheiden)

0-meting moeten doen en deze vastleggen in

het debriefingformulier. Het gaat hier bijvoor-

beeld om de omzet en het aantal werknemers.

Bij een vervolgproject is dan snel te achterhalen

of er voortgang geboekt is.

We zetten het huidige beleid op het gebied

van kwaliteitsverbetering voort. Om kwaliteit

te kunnen ver beteren moet je weten wat er goed

gaat en wat er niet goed gaat. En belangrijker:

waarom iets niet goed gaat. Daarvoor

is een aantal nieuwe meerkeuze vragen ontwik-

keld waarmee we een geaggregeerd beeld

kunnen krijgen.

10 | PUM Magazine lente 2013

TEKST ALEX MEERKERK

THEMA Analyse & Monitoring

Page 11: PUM Magazine voorjaar 2013

Missierapporten

De missierapporten van de experts bevatten veel

belangrijke informatie. Door een beter kennis-

management proberen we die informatie zo uit

de rapporten te filteren dat deze beschikbaar

wordt voor kennisdeling door andere experts.

Daarom heeft het nieuwe debriefingformulieer

meer open vragen. Het format van het PUM-rap-

port wordt hierop aangepast zodat dubbel werk

wordt voorkomen.

Formulieren aangepast

Alle bestaande formulieren worden aangepast.

Voor de expert gaat het om het debriefingformu-

lier. Het formulier zal net zoveel vragen bevatten

als het oude formulier. Het karakter verandert

echter wel, door meer open vragen en de

0-metingen.

De taal van het formulier taal wordt Nederlands.

Het gemak van invullen voor de experts en de

kwaliteit van de informatie weegt zwaarder

dan het beschikbaar maken voor Engelstaligen.

Een voorbeeld zal standaard in de briefingmap

zitten zodat vooraf duidelijk is wat achteraf

gevraagd wordt.

Wat doen we met de gegevens?

De informatie uit het debriefing formulier wordt

gebruikt voor het debriefinggesprek en dient

als basis voor het verdere verloop van het pro-

ject bij de klant. De informatie wordt verzameld

voor diverse rapportages, voor de sponsoren

bijvoorbeeld, maar ook voor kwaliteits manage-

ment binnen PUM. Denk ook aan land- of

sectorspecifieke rapporten. Deze informatie kan

intern van pas komen bij een sectorbijeenkomst,

maar ook extern voor geïn teresseerde financiers

of Nederlandse bedrijven.

Wanneer?

Op dit moment zijn we bezig met de testfase,

hiervoor is een aantal experts uitgenodigd.

De daadwer kelijke lancering staat gepland voor

later dit voorjaar, in ieder geval voor de zomer.

ENQUÊTERESULTATEN 2011HIGHLIGHTSIn het vorige PUM Magazine vermeldden we al

de enquête die vorig jaar onder ongeveer 1.500

experts gehouden is. In dit nummer leest u de

belangrijkste uitkomsten. Respons was 88%.

Driekwart van de ondervraagde experts heeft

nog contact met het bedrijf dat zij in 2011 hebben

geadviseerd.

Implementatie van aanbevelingen

72% van de geadviseerde bedrijven is aan de slag

gegaan met de aan be velingen van de expert. Bij 23%

van die bedrijven zijn de aanbevelingen al helemaal

of grotendeels geïmplementeerd. Bij de resterende

28% van de bedrijven is 7% niet geïmplementeerd,

en 21% is onbekend/anders.

Bedrijfseconomische prestaties

43% van de experts geeft aan dat het geadviseerde

bedrijf een hogere omzet of winst laat zien dan voor

hun bezoek.

Handelscontacten met Nederland

26% van de missies heeft geresulteerd in handels-

contacten met Nederland. In 75% van de gevallen

gaat het daarbij om de aankoop van goederen en

diensten in Nederland. De totale waarde van de

ontstane handel wordt door de experts geschat op

5 miljoen euro.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)

Een meerderheid van de experts treft geen onaccep-

tabele werksituaties aan. Als zij die toch aantreffen,

in 46 % van de gevallen, dan gaat het om onveilige

of ongezonde arbeids omstandigheden of milieu-

vervuiling.

‘Sponsoren willen zeker weten dat donorgeld goed

besteed wordt’

PUM Magazine lente 2013 | 11

Page 12: PUM Magazine voorjaar 2013

Het PUM-prrogrammma inn Zuid SSoedddaann, dddee jooongggsstee nnnaaatttieee tteeer wwweerrreld,

beginnt langgzaamaan voorm te krijjggeenn. VVVVoorrr deee expppperrrrrtsss dddiiee ooppp mmmissie

gaan en vooor landdencoöördinaator TThheoo SSSinkkke, mmmmaaaaakttttt hhheett ffeeitt ddaat er

nog bbijna ‘nniets’ iis, het lland exxtraaa innteerreeesssaanttt.. PPUUUMM----veeerrrteeeggeennwwwoor-

digerrs en vrrijwilliigers vvertelleen ovvveer hhuuuun eerrvaaarriinngggennnnn.

‘Alles moet nog opgezet worden. Omstandigheden zijn

letterlijk primitief,’ vertelt Theo Sinke. ‘En er is natuurlijk

de dreiging van politieke onlusten. De verdeling van

de olie-inkomsten tussen noord en zuid vormen een

potentiële brandhaard. Niet iedereen is daar gerust op.

Zo hadden we onlangs een aanvraag voor een nieuwe

missie, maar de vrouw van de expert stond het niet toe.

Stel je voor dat de luchthaven van Juba gebombardeerd

wordt? We zullen overigens geen experts sturen als het

niet veilig is, maar een beetje pioniersbloed moet je hier

wel hebben.’

Boutjes en moertjes

Harry Reijngoud werd als expert gevraagd mee te denken

en mee te werken bij de opzet en inrichting van een

garagewerkplaats om trucks en 4x4 auto’s te onder-

houden. Dat is hard nodig want de nieuwe staat moet,

gezien de politieke frictie met Noord-Soedan, alles over de

weg, met trucks, uit het 1.800 kilometer verderop gelegen

Mombasa, halen. Zuid-Soedan is door land ingesloten en

heeft geen watertransport, noch een spoorverbinding.

Dus vrachtvervoer per vliegtuig is het enige, dure, alterna-

tief voor transport over ‘wegen’. Harry Reijngoud: ‘Behalve

in Mombasa en Nairobi zijn er geen service-points voor

trucks. De werkplaats in Juba moet het transport- en

handelsbedrijf helpen beter te functioneren. Het is letterlijk

van levens belang voor deze jonge staat dat ze een goed

transport systeem op poten zetten. Daarbij is deze werk-

plaats een centrale schakel.’

Business Link

De expert is inmiddels tweemaal ter plekke geweest

en heeft actief meegeholpen bij het ontwerp en de

bouw van de werkplaatsgarage. In de tussentijd heeft

Sabit Asholi, vice chairman & managing director van

het Zuid-Soedanese bedrijf, tijdens een Business Link

inten sief rondgekeken bij Nederlandse bedrijven en

ook allerlei apparatuur ten behoeve van de werkplaats

ingekocht. Sabit Asholi, een van de vier eigenaren van

het bedrijf, spreekt overigens vloeiend Nederlands.

Op zijn 18e kwam hij als vluchteling naar Nederland,

hij heeft in Delft gestudeerd en hier tien jaar gewoond.

TEKST FRANK STEVERINK

Theo Sinke met klant in Juba

SPECIAL Zuid-Soedan

Berichten uit een piepjong land

Zuid-Soedan

12 | PUM Magazine lente 2013

Page 13: PUM Magazine voorjaar 2013

Minister Lilianne Ploumen bezoekt de door PUM geadviseerde onderneming in Zuid-Soedan

Harry Reijngoud; ‘De Nederlandse industrie vaart wel bij

deze missie. Alle spullen worden nu ingepakt in containers

en verscheept. Als ze daar gearriveerd zijn, ga ik terug voor

een follow-up missie om de verdere bouw en de inrichting

van de werkplaats te begeleiden. Het gaat dan echt om

de boutjes en moertjes om het geheel in te richten.’

We kunnen hier wat doen

Harry Reijngoud heeft heel zijn leven in de vrachtwagen-

business gewerkt, onder meer voor DAF in het Midden-

Oosten en Afrika: ‘Als je weet hoe je werkplaatsen moet

bouwen en kunt zorgen dat de vrachtwagens op de weg

blijven rijden, is daar goed geld mee te verdienen.’ Hij geniet

duidelijk van het pionieren in Zuid-Soedan: ‘Mensen willen

ontzettend graag, maar er is helemaal niets. Er is geen

straatnaam, geen post, geen water, geen elektriciteit.

De hoofdstad Juba telt zo’n 600.000 inwoners, maar er

zijn ’s avonds misschien vier of vijf restaurants open, die

dan allemaal op hun eigen aggregaat functioneren. De

stad kent geen hoogbouw, overal zijn open markten, men

kookt op hout. Ze hebben intussen wel een eigen munt,

‘James blijkt een ingewerkte ondernemer en

manager te zijn met een duidelijke visie. Hij

had tien jaar in Australië gewoond en gewerkt

om de oorlog te ontvluchten en is twee jaar

geleden terugkomen om zijn land mee te helpen

opbouwen. Zijn bedrijf, al generaties in de

familie, wil hij tot een moderne marktgerichte

onder neming maken. Het bestaat uit een opper-

vlakte van 10.000 hectare, waarvan er nu 150

hectare in cultuur is gebracht. Eind volgend jaar

zal dat 600 hectare moeten zijn volgens de plan-

ning. Over enkele jaren hoopt hij er machines

voor te kunnen aanschaffen. Volgens James gaat

het tien tot vijftien jaar duren tot alles in cultuur

is gebracht. En er zal hoofd zakelijk in eerste

instantie maïs en bonen worden verbouwd.

Adviezen positief ontvangen

De kleine boeren betrekt James ook in de ont-

wikkeling door groepen van twintig boeren

te vormen. Door het aanleggen van proefvelden,

gebruik van veredelde maïs- en bonenzaden en

gebruik van kunstmest kunnen zij hun opbrengst

verdrievoudigen. Er zijn op dit moment al 24 van

die groepen. Ook de verkoop van producten wordt

zoveel mogelijk gezamenlijk gedaan om een

hogere prijs bij de kopers af te dwingen. Ook heeft

hij de bedoeling op termijn een agrarische school

te stichten om mede ook hierdoor de landbouw

op een hoger peil te brengen.

Al gauw bleek dat mijn adviezen het beste

zouden kunnen gaan over hoe de ontwikkeling

van dit bedrijf gestalte te geven. Het is een ont-

wikkelingsproject in fases, waarbij je later ver-

volgadviezen kunt geven. De resultaten van de

adviezen zullen pas op middellange termijn zicht-

baar zijn. Ze zijn positief door James ontvangen

en ik heb goede hoop dat ze resultaat opleveren.

Het is een enorm project, dat zeker kans van

slagen heeft met een manager als James. Ik ben

erg benieuwd hoe het over een paar jaar staat

met de ontwikkeling.’

Familiebedrijf van

150 naar 600 hectare

Jan Haan ging naar Zuid-Soedan

om de lokale landbouw op een

hoger plan te brengen. In zijn missie-

verslag schrijft hij:

de Zuid-Soedanese pond (SSP), doch deze is uit sluitend in

het land verkrijgbaar, cash, tegen US$. Maar je ziet wel

overal ondernemers die zeggen ‘we kunnen hier wat doen’.’

De plannen van de transportonderneming zijn ambitieus.

Men heeft nu zo’n vijftien vrachtwagens en dat moeten er

op termijn vijftig tot honderd worden. De ondernemers in

Juba zijn dolblij met de PUM-expert en zullen voor vervolg-

missies financieel gaan bijdragen.

Naar verwachting is de werkplaats eind april operationeel,

streefdatum voor de officiële opening is 30 april.

PUM Magazine lente 2013 | 13

Page 14: PUM Magazine voorjaar 2013

RUBRIEKNAAM

‘Kort na de onafhankelijkheid was het onduidelijk of PUM

al aan de slag kon in Zuid-Soedan. Het is een land in

opbouw, er zijn weinig gevestigde instituties. Maar Juba

zie ik groeien; er is goed ondernemerschap, goeie spirit.

De infrastructuur groeit stap voor stap, om te beginnen in

Juba. Er worden bedrijven opgericht en de landbouw komt

tot ontwikkeling. Het is duidelijk dat er een grote behoefte is

aan technische expertise. In 2012 hebben we met PUM zes

projecten uitgevoerd en daarbij hebben we het getroffen met

de experts, die stuk voor stuk operationeel heel sterk waren.

Voor vier van de bedrijven zijn er inmiddels follow-up activi-

teiten gaande, dus dat is niet slecht. Zuid-Soedanezen zijn

prima mensen om mee te werken; ze zijn vrij direct, hartelijk

en ze staan open voor kennis. Er heerst in Zuid-Soedan een

hele positieve energie en het is een land met veel potentie,

dus ik verwacht dat we hier nog heel veel kunnen doen.’

Onze man in Zuid-Soedan: ‘positieve energie’Johan de Waard is sinds juli 2011 werkzaam op de Nederlandse

ambassade in Juba, Zuid-Soedan, waar hij zich bezighoudt met land-

bouw, economie, handel en bevordering van de betrokkenheid van

de private sector. Sinds november 2011 is hij vertegenwoor diger voor

PUM in Zuid-Soedan, in nauwe samenwerking met een lokale kracht.

In 2011 deed ik onderzoek naar de conflicten in Jonglei

state (een staat in het Noord-Oosten van Zuid-Soedan)

in opdracht van een hulporganisatie gespecialiseerd in

water en sanitatie. Wanneer zou blijken dat de conflicten

grotendeels veroorzaakt werden door gebrek aan water

in het droge seizoen (een graag gehoorde verklaring in

het kader van de climate change-discussie), dan zou

deze organisatie een mooie rol kunnen spelen in de

oplossing van deze conflicten.

Helaas bleek de werkelijkheid complexer. Het leven van

de stammen in dit gebied speelt zich af rond koeien.

Niet zozeer vanwege de melk of het vlees, maar met

name omdat je er een bruid mee kunt betalen en je

daarmee dus je aanzien in de gemeenschap vergroot.

De conflicten worden niet simpelweg veroorzaakt door

gebrek aan water waardoor de koeien migreren naar een

gebied rondom de Nijl (en dus door andermans gebied

trekken), dat gebeurt namelijk al eeuwen. Het is meer

een combinatie van verschillende factoren. Er zijn

Koeien, bruiden en conflictenJanneke Vreugdenhil, project officer bij PUM, deed

onderzoek in het kader van haar studie Conflict

studies (onderdeel van International Development

Studies) in Wageningen.

bijzonder veel wapens in omloop, en er vindt demobili-

satie plaats. Maar helaas niet bij iedere stam tegelijker-

tijd, wat sommige stammen bijzonder kwetsbaar maakt.

Betalen met koeien

Het traditionele systeem om ruzies bij te leggen en met

koeien betalen als compensatie voor geleden verlies,

is uitgehold door de wapens. Jongeren hebben geen

respect meer voor de oudsten en stamhoofden. Er is een

cyclus van wraak ontstaan, waarbij veel mannen het

leven laten. De prijs van koeien is door de oorlog en

het stelen omhoog gegaan, terwijl het trouwen gewoon

onverminderd doorgaat. De wapens, het gebrek aan

water, gebrek aan respect en dergelijke zijn externe

factoren. De daadwerkelijke vraag naar koeien wordt

echter veroorzaakt door het huwelijk. Het is een econo-

misch systeem, je betaalt dertig koeien, trouwt een

vrouw, krijgt kinderen en wanneer je dochters veertien

jaar zijn (en dus huwbaar) ontvang je weer een stuk of

dertig koeien, waar jij weer een vrouw mee kunt kopen...

SPECIAL Zuid-Soedan

TEKST SIETSKE DIJKSTRA

JOHAN DE WAARD

14 | PUM Magazine lente 2013

Page 15: PUM Magazine voorjaar 2013

Ongetwijfeld gaan er straks ook PUM-experts naar toe.

Die kunnen hun borst natmaken, want Zuid-Soedan is

met geen ander land te vergelijken. Neem het vervoer:

vliegen kan, maar in de regentijd kunnen vliegtuigjes

niet landen op lokale landingsbanen. Dan blijft de

4 wheel drive over, maar er zijn nauwelijks asfaltwegen.

En vaak raken de modderwegen geblokkeerd door

gestrande vracht wagens. Kortom, een uitdagend land

voor vrijwilligers.

Zuid-Soedanese vrouwen zijn zeer strijdbaar heb ik

kunnen vaststellen. De oorlog met Soedan is daaraan

debet. De vaders zijn trouwens zeer gelukkig als hun

dochters bovengemiddeld lang worden. Dan brengen ze

meer koeien op als ze uitgehuwelijkt worden. Hier betaalt

de schoonfamilie aan de familie van de bruid. Helaas is

het voor de vrouwen weer inleveren geblazen als hun man

overlijdt. Dan staat diezelfde schoonfamilie voor de tukul

om haar en haar kinderen eruit te jagen. Je mag dan

terug naar de ouderlijke tukul, of je bent overgeleverd aan

de straat.

Op een dag hoorden we dat er zo’n zeshonderd mensen

gedood waren en duizend mensen gewond raakten tijdens

rellen tussen twee rivaliserende stammen. Ze zouden

bijna 30.000 dieren van elkaar hebben gestolen. Na

de strijd tegen Soedan is er weer tijd om vee van elkaar

te pikken. Ik maakte tijdens een autorit de onvergetelijke

opmerking dat de wereld er wel anders uit zou zien als

vrouwen het voor het zeggen zouden hebben. Die maken

elkaar niet af voor een koe. Mijn Zuid-Soedanese mede-

passagiers sloegen zich van pret op de knieën. ‘Die zijn

nog veel erger. Wee de man die te laf is om wraak te

nemen op de andere stam. Die hoeft niet meer bij z’n

eigen vrouw aan te komen.’ Hoe onnozel kon ik zijn.

En zo werd weer een van mijn overtuigingen aan diggelen

geslagen.

‘Zuid-Soedanese vrouwen maken

elkaar niet af voor een koe’

TEKST INEKE OUWEHAND | FOTOGRAFIE INEKE OUWEHAND

Ineke Ouwehand is expert en stafvrijwilliger

bij PUM en was als vrijwilliger voor VSO in

Zuid-Soedan in juli 2011 toen het land net

onafhankelijk geworden was.

Een uitdagend land voor vrijwilligers

Nederlandse folklore in Afrika

PUM Magazine lente 2013 | 15

Page 16: PUM Magazine voorjaar 2013

MISSIE

Het CV van PUM-expert René van Slooten is lang

en divers maar begint met de School voor

Suikerindustrie Amsterdam, een opleiding die

inmiddels niet meer bestaat. Toch leidde die jong

opgedane kennis hem onlangs naar Phnom Penh.

Hij interviewde een medewerker van de

onder neming die hij adviseerde en voegt er zijn

persoonlijke gedachten aan toe over zijn missie

en het land dat hij bezocht.

Mijn naam is Chea Kesey. Ik ben 23

jaar en groepsleider van de snoepjes-

productie bij ‘Confirel’ in Phnom

Penh, de hoofdstad van Cambodja.

‘Confirel’ maakt producten uit de

palmsuiker die we kopen van boeren

in het binnenland. We maken behalve

fruitsnoepjes ook nog verpakte palm-

suiker. En een andere groep maakt

dranken van palmsuiker, zoals een

paar soorten wijn, een soort whisky

en azijn. In totaal werken er ruim

40 mensen bij ‘Confirel’, ongeveer

evenveel vrouwen als mannen.

Ik ben nog niet getrouwd en ik stu-

deer in de avonduren aan de univer-

siteit van Phnom Penh. Ik studeer

levensmiddelentechnologie en

chemische technologie, en ik hoop

over twee jaar klaar te zijn.

Mijn droom is om uiteindelijk een

eigen bedrijfje te hebben, liefst iets

met water, want goed water is

belangrijk voor iedereen.

PHNOM PENH CAMBODJAPhnom Penh is een levendige en

goed onderhouden miljoenenstad.

Er is veel te zien en je kunt

overal lopen zonder je onveilig te

voelen, ook laat in de avond. De

Cambodjanen zijn vriendelijke

mensen die je graag van dienst

zijn zonder opdringerig te worden.

De boulevard langs de brede rivier

is prachtig met mooie hotels, res-

taurants en palmbomen, wat doet

denken aan de Rivièra. Mijn guest-

house lag ‘maar’ tien kilometer van

het werk, maar dat betekende twee

keer per dag een uur door het spits-

verkeer, waarin auto’s, motorrijders

en motortaxi’s – de toek-toeks –

door elkaar krioelen. Maar het gaat

wonderlijk gedisciplineerd en men

gunt elkaar de schaarse ruimte.

Er wordt nauwelijks getoeterd en ik

heb in twee weken geen ongeluk

gezien. Dé toeristische attracties

van Cambodja zijn de tempels van

Angkor Vath in het noorden van het

land, maar ook in de hoofdstad is

veel te zien, zoals het koninklijk

paleis met de prachtige tuinen, de

Zilveren Pagode en het Nationaal

Museum. De meeste indruk

maakten op mij de nalatenschap

van het onmenselijke regime van

de Rode Khmer, de beruchte ‘Killing

Fields’ vlak buiten de stad en de

S-21 gevangenis in de stad, waarin

duizenden mensen zijn gemarteld

en gedood, waaronder veel kin-

deren. In de vier jaar dat de Rode

Khmer aan de macht was – van

1975 tot 1979 – is ongeveer een

kwart van de bevolking vermoord;

een van de zwartste bladzijden uit

de menselijke geschiedenis.

CHEA KESEYRENÉ VAN SLOOTEN

16 | PUM Magazine lente 2013

TEKST RENÉ VAN SLOOTEN

Page 17: PUM Magazine voorjaar 2013

me goed, want ik heb veel vrijheid en

ik kan gaan waar ik wil op mijn

Honda ‘Dream’. Alleen is het verkeer

heel erg druk en je moet vreselijk goed

opletten. Vooral in het spitsuur krioelt

alles door elkaar.

We hebben problemen met de

snoepjes, want ze worden soms na

een tijdje plakkerig en dan krijg je

ze bijna niet meer uit de doosjes.

We wisten niet wat het was en toen

hebben we PUM om advies gevraagd.

De expert kwam eerst gewoon met

ons meewerken om te zien hoe we het

We maken de snoepjes van verse

vruchten, zoals ananas, mango en

banaan. Die pellen we en dan gaan

ze door een mixer die er moes van

maakt, die we dan indikken in een

grote kookpan en mengen met de

palmsuiker en bindmiddel. Als het

voldoende is ingedikt, laten we de

massa afkoelen en dan kun je het

vormen en snijden en verpakken.

Palmsuiker is een bijzondere suiker

die erg lekker smaakt. De boeren

moeten helemaal naar boven

klimmen in de palmboom en dan bij

de bloemen een snee maken in de

stengels, zodat het suikerhoudende

sap in bamboe emmertjes druppelt

die aan de stengels hangen. Die

emmertjes met sap halen de boeren

twee keer per dag uit de boom en de

vrouwen in het dorp maken er dan

suiker van boven een open vuur. Het

is zwaar werk, want een palmboom is

15 tot 20 meter hoog en een boer kan

per dag zo’n 30 bomen behandelen

die ieder ongeveer één kilo suiker

leveren. Dus voor 30 kilo suiker moet

hij iedere dag zo’n 600 meter omhoog

en weer omlaag klimmen met een

vracht op zijn rug! De palm levert

alleen suiker in de droge tijd, maar

dat is goed want in de natte tijd ver-

bouwt de boer weer rijst, dus zo heeft

hij het hele jaar een inkomen. De

palmbomen worden heel oud, meer

dan 100 jaar, en ze blijven dus voor

meerdere generaties bij dezelfde

familie, hoewel ze gewoon in het

regenwoud staan of in de rijstvelden.

Ik vind het werk bij ‘Confirel’ leuk en

afwisselend en ik kan goed met de

mensen opschieten, maar we hebben

het erg druk en ik ben wel eens bang

dat we het niet op tijd af krijgen.

Ook het leven in Phnom Penh bevalt

HET PROJECT BIJ CONFIREL

Confirel maakt o.a. vruchtensnoepjes van palmsuiker en verse

vruchten. Het probleem was dat de snoepjes kleverig en vochtig

worden en vastplakken in de verpakking en aan de vingers.

De oorzaak zit deels in de palmsuiker zelf, die van nature bestaat

uit een mengsel van verschillende suikers waarvan er enkele

vocht uit de lucht aantrekken. Palmsuiker lijkt een beetje op

de bij ons bekende bruine basterdsuiker, die hetzelfde doet.

Het probleem werd verergerd door dat de verse vruchten en

de palmsuiker gelijktijdig werden in gekookt, waardoor de

palmsuiker ook ging ontleden en carameliseren. Door de suiker

pas op het laatste moment toe te voegen kan dat worden voor-

komen. Het bleek bovendien mogelijk om de kookketel sneller

en op lagere temperatuur te laten werken, waardoor het eind-

product veel beter blijft. Het zal de komende maanden moeten

blijken of de problemen daarmee zijn opgelost, maar zo niet, dan

zijn er nog voldoende mogelijkheden om de snoepjes met een

natuurlijke coating tegen het vocht te beschermen; iets wat veel

Europese snoepfabrikanten ook doen.

deden, dat vonden we wel bijzonder.

En toen heeft hij wat veranderingen

in de receptuur en de werkwijze voor-

gesteld en ook laten zien hoe we de

kookpan anders en sneller kunnen

laten werken, zodat het product beter

wordt en we ook eerder klaar zijn. We

gaan daar nu mee aan de slag en

hopelijk zijn de problemen dan opge-

lost. De expert was erg aardig en we

wilden veel weten over het leven in

Nederland. Hij gaf me een hele leuke

sleutelhanger met een paar kleine

witte klompjes. Die gebruik ik nu voor

de contactsleutel van mijn Honda!

PUM Magazine lente 2013 | 17

Page 18: PUM Magazine voorjaar 2013

LEREN VAN ERVARING

TEKST SIETSKE DIJKSTRA

Als je begrijpt wat ik bedoelHoe zorg je ervoor dat in een totaal andere

cultuur, met andere omgangsvormen, normen

en waarden, je boodschap echt overkomt?

Frank Garten beschrijft in zijn boek ‘Werken

met andere culturen’ de do’s en don’ts van het

werken met vreemde culturen. Jarenlang onder-

handelde hij voor Philips en NXP met mensen

en bedrijven in landen over de hele wereld. Hij

stuitte op tal van cultuurverschillen, die dikwijls

belemmeringen vormden voor de effectiviteit van

de communicatie en zelfs voor het zakendoen.

Met inachtneming van een onvermijdelijke dosis

generalisatie, licht hij een aantal aspecten uit

zijn boek toe, ter inspiratie voor de PUM-expert.

‘Iets dat je over bijna alle Nederlanders kunt

zeggen, is dat we heel direct zijn. Dat is voor ons

een heel normale en ook praktische eigenschap,

maar in onze communicatie met andere culturen

levert dat vaak (onbewust) problemen op.

De meeste andere culturen zijn niet gewend om

direct te zeggen waar het op staat en schrikken

van onze directheid, of erger nog, vatten het

op als een gebrek aan respect.’ Dit geldt bijvoor-

beeld voor veel Aziaten die bescheidenheid en

beleefdheid hoog in het vaandel hebben staan.

In een zakelijk gesprek met de gemiddelde

Aziaat doe je er goed aan om lang om de hete

brij heen te draaien en pas na lange tijd voor-

zichtig ter zake te komen. Hij zal prijs stellen

op een dergelijke houding en zal dáárdoor open

staan voor je boodschap. Niet de inhoud, maar

de context waarin iets gezegd wordt is belangrijk.

Als die context goed is, komt het met de inhoud

ook wel goed. Dit geldt voor heel veel Aziatische

culturen en ook veel culturen daarbuiten.

Nederlandse directheid is dus geen regel,

maar uitzondering.

ARMANDO SOBALVARRO

LOKAAL VERTEGENWOORDIGER VOOR PUM IN GUATEMALA:

‘Ik waarschuw de lokale aanvragers van

PUM-projecten altijd van tevoren voor de

directheid van de expert die vanuit

Nederland gaat komen. In Guatemala zijn

we niet gewend dat iemand direct zegt

waar het op staat. Heel vaak komt zo’n aan-

vrager na afloop van een project naar me

toe en zegt hij dat hij, ondanks mijn waar-

schuwing, toch nog is geschrokken van hoe

direct de expert was. Maar de meeste aan-

vragers kunnen er achteraf hard om lachen.’

De meeste andere culturen zijn niet gewend om

direct te zeggen waar het op staat en schrikken

van onze directheid, of erger nog, vatten het

op als een gebrek aan respect.’

Hoe z

cultu

Al 35 jaar trekken PUM-experts erop uit om hun kennis in verre landen over te brengen. Verre landen met andere culturen, waarin Hollandse nuchterheid vaak ver te zoeken is. Als expert is het niet altijd even makkelijk om je boodschap effectief over te brengen, want door de verschillen in cultuur is het soms moeilijk te zeggen of de bood-schap écht begrepen wordt of niet. Dit kan erg lastig zijn wanneer je probeert een bedrijf te leren kennen of wanneer je tot concrete afspraken wilt komen.

FRANK GARTEN

18 | PUM Magazine lente 2013

Page 19: PUM Magazine voorjaar 2013

In Zuid-Amerika dient niet alleen de context

van de boodschap beleefd te zijn, maar is het

ook erg raadzaam een persoonlijke relatie met

de handelspartner op te bouwen. Vragen hoe het

met hem gaat, met zijn vrouw en kinderen, met

de hond, met de tuinman, het wordt allemaal erg

op prijs gesteld. Daarnaast is het erg gebruikelijk

om uit te spreken hoezeer je de samenwerking

waardeert (het gebruik van superlatieven is

hierbij niet vreemd), en pas dán zou je je voor-

zichtig richting een zakelijk onderwerp kunnen

manoeuvreren. De relatie met je handelspartner

is in Zuid-Amerika heel erg belangrijk. Het

tonen van persoonlijke interesse of het maken

van complimenten die wij nuchtere Hollanders

als zwaar overdreven zouden kunnen zien, wordt

er juist gewaardeerd. Men weet graag met wie

men te maken heeft, en je kunt rustig zeggen

dat het kweken van ‘goodwill’ in Zuid-Amerika

de eerste, belangrijke stap is op weg naar een

goede samenwerking.

De aanpak met fluwelen handschoenen is in veel

landen in Oost-Europa niet nodig. Sterker nog,

een erg bescheiden of toegeeflijke houding wordt

in de ‘macho’ Oost-Europese cultuur mogelijk

niet serieus genomen. Ook is het in Oost-Europa

(en trouwens ook daarbuiten) gangbaar dat de

handelsrelatie buiten de formele sfeer om wordt

bezegeld, bijvoorbeeld in de kroeg met een paar

flessen wodka. Het kan dan zomaar zijn dat een

moeilijke beslissing die op kantoor maar niet wil

vallen, ineens geen enkel probleem meer is.

Frank Garten: ‘Een veel voorkomend verschil

tussen de Nederlandse bedrijfscultuur en die

van andere landen is het verschil in hiërarchie.

In 82% van de landen in de wereld is de afstand

tussen baas en werknemers groter dan in

Nederland. Zo kunnen Nederlanders hun baas

best openlijk tegenspreken of bekritiseren, maar

is dat voor de meeste andere culturen onbegrij-

pelijk, respectloos en bot. Bij ons haalt de baas

rustig zijn eigen koffie en maakt hij een praatje

met zijn medewerkers, uit bescheidenheid en

juist om statusverschil te vermijden. In veel

andere culturen zal dat nooit gebeuren en is

status verschil de normaalste zaak van de wereld.

Een grote machtsafstand zorgt ervoor dat

besluitvorming voor bepaalde culturen overzich-

telijker is dan voor Nederlanders. De baas is

degene die de beslissingen neemt, punt uit.

De andere werknemers hebben ieder hun eigen

taak. Waarschijnlijk verklaart dat dat niet

iedereen altijd even actief aan een vergadering

deelneemt.’

Een voordeel in het geval van grote hiërarchie

is dat aan een PUM-expert heel veel waarde

wordt gehecht. De expert is immers iemand met

erkende kennis, een soort titel, en staat hierdoor

hoog in aanzien. In dat opzicht is het dus niet

nodig om als expert direct to the point te willen

komen, want je toehoorders zullen echt naar je

willen luisteren en nemen daar de tijd voor.

Eén van de belangrijkste tips die Frank Garten

geeft voor het communiceren met andere

culturen, is om je te gedragen als een bescheiden

versie van jezelf en waarde te hechten aan de

relatie die je met je handelspartner opbouwt.

Het is misschien even wennen, maar met veel

geduld en beleefdheid kom je letterlijk… het

verst.

Het boek ‘Werken met andere culturen’ van

Frank Garten is te leen in de PUM Bibliotheek

en te koop in de boekhandel.

ISBN: 978-90-8965-073-3

JAN DE BEER

PUMEXPERT:

‘Ik heb een paar vergaderingen in India

meegemaakt. Dat loopt toch wel wat

anders dan in Nederland. Elk moment gaat

er een mobieltje af, die dan ook gewoon

wordt op genomen (niet opnemen is onbe-

leefd tegenover de beller). De ene helft van

de vergadering is aan het telefoneren, de

andere helft is onderling aan het debat-

teren, en ja de derde helft neemt deel aan

de vergadering! En dat in een mengeling

van Punjabi, Hindi en Indiaas Engels..!’

De aanpak met fluwelen handschoenen is in veel

landen in Oost-Europa niet nodig. landen in Oost-Europ

e gedragen als een bescheiden

versie van jezelf en waarde te hechten aan deh

relatie die je met je handelspartner opbouwt.

PUM Magazine lente 2013 | 19

Page 20: PUM Magazine voorjaar 2013

De gevolgen van het gebruik van

‘te veel hout’ laten zich raden:

ontbossing, erosie, een doodlopend

pad. De Nederlandse overheid

financiert daarom een grensover-

schrijdend project met Burundi,

Rwanda en DRC (Congo). Daarbij

wordt beoogd het houtverbruik en

heraanplant te beheersen. Een lokaal

project ‘Efficiënter produceren van

houtskool’ was in 2010 al met succes

uitgevoerd. Daarbij was het productie-

rendement met eenvoudige ingrepen

in de oventechnieken al met een

factor 2 verbeterd. Ook de steenbakkers

zouden hun houtverbruik terug moeten

kunnen dringen.

Twee PUM-experts, beiden met ver-

stand van keramiek, werden gepolst:

André de Vries, oud-medewerker van

TNO, en Wim Pastoors oud-docent aan

de Fontys Hogeschool. André maakte

daarop een inventarisatie tijdens een

tour door Burundi. Daar zag hij hoe

bakstenen gemaakt werden: van vers

MISSIE

Changing the mindset

Burundi, een van de armste landen ter wereld, is speerpuntland van

Nederland. Het International Fertilization Development Center (IFDC),

onder meer werkzaam in Burundi, zond een noodkreet uit: ‘De steenbak-

kers verbruiken veel te veel hout!’ Of PUM iemand kon sturen? Na een

inventarisatiemissie werd besloten tot een scholingsmissie waarbij een

selectie van steenbakkers en medewerkers uit het onderwijsveld alsmede

beleidsmakers bijgeschoold zou worden met als eerste doelstelling het

houtverbruik terug te dringen.

afgegraven klei, met veel te veel water,

in een eenvoudige metalen mal,

gehurkt op de grond met daarnaast

een ongelijk ‘droogveld’. Op velden

waar individuele steenbakker(tje)s

een lapje grond konden huren en hun

droge stenen konden verkopen aan

de ‘stoker’ die ze opstapelde tot een

zogenaamde veldoven. Het transport

daarvan werd veelal verzorgd door

vrouwen die met een gemiddelde

van 2.000 stenen per dag hun loon

van 1 Burundese franc per steen

ANDRÉ DE VRIESWIM PASTOORS

TEKST EN FOTOGRAFIE ANDRÉ DE VRIES & WIM PASTOORS

20 | PUM Magazine lente 2013

Page 21: PUM Magazine voorjaar 2013

20 personen uit de bedrijfstak,

de overheid en uit het onderwijs. Iedere

groep was gemengd samengesteld uit

deelnemers uit Burundi, Rwanda en

de Democratische Republiek Congo.

In een strak schema van 8 tot 5

bestond de cursus uit presentaties

en workshops, theorie en praktijk.

Wim Pastoors: ‘Het was een genoegen

te kunnen vaststellen dat een groep

van zo’n wisselend niveau (van steen-

bakkers met alleen lagere school

en veel ervaring tot universitair

op geleiden die nauwelijks iets van

steenbakken wisten) met elkaar

vakinhoudelijk konden discussiëren.’

Andre de Vries: ‘Aan het einde van

de cursus mochten de deelnemers een

citaat ontvangen. Ze hadden geleerd

‘elkaars taal te verstaan’ en er mag

van ze verwacht worden dat ze de

opgedane kennis in praktijk brengen

konden verdienen. Aan het einde van

de dag hebben ze dan een euro ver-

diend. Maar hij zag ook ‘echte’ steen-

bakkerijen met tot 100 werkers waar

tot 3 miljoen stenen per seizoen

gemaakt konden worden en waar

soms al vaste ovens met muren voor-

zien waren. Sommige daarvan

maakten ook dakpannen.

In overleg met IFDC en PUM werd

besloten om een cursus te ontwerpen

voor steenbakkers, beleidsmakers en

medewerkers van technische instituten

en uit het onderwijsveld. Naast

technische inhoud zou de cursus

ook elementen moeten bevatten over

organisatie en management van de

productielocatie en het vormen van

coöperaties en federaties.

Uiteindelijk werd de cursus in drie

achtereenvolgende weken gegeven

aan drie groepen van telkens circa

Op 1 juli 1962 werd Burundi als onderdeel van Ruanda-Urundi

onafhankelijk van België. Tussen 1993 en 1999 heeft het

etnische geweld tussen de Hutu en Tutsi stammen honderd-

duizenden vluchtelingen veroorzaakt en ten minste 250.000

doden. Van de bevolking is tweederde Christelijk (67%), overige

religies: Natuurgods diensten 23%, moslim 10%. In 2012 telde

het land ca. 10,5 miljoen inwoners. De afgelopen jaren voerde

PUM er gemiddeld 15 projecten per jaar uit.

Bevolkingsdichtheid 206 /km²

(Één van de dichtstbevolkte landen

in Afrika)

Levensverwachting 42, 47

(UNaids)

Analfabetisme 49 %

BNP/cap, ppp 700 US $

% bevolking met <2 US $/dag 89%

95% van de bevolking doet aan

landbouw

Landbouw is de belangrijkste

economische activiteit in Burundi

1 euro per dag

en die ook verder gaan verspreiden.

Dat gebeurde met dans, geroffel op

tamtams en onder belangstelling van

afgevaardigden van diverse ministeries

en de Nederlandse ambassade. De

minister van Energie en Mijnbouw

woonde zelfs een uur van de cursus bij!’

Léander Petit is PUM’s landencoördi-

nator Burundi. Tijdens een bezoek aan

het IFDC sprak hij met de directeur van

IFDC André de Grootte. Deze liet zich

in een latere e-mail lovend uit over het

project: Ik ben zeer tevreden over het

geleverde werk door PUM. De twee

specialisten hebben een push gegeven

van hoog niveau. Het waren trainingen

die perfect getimed waren in wat wij

hier noemen ‘changing the mindset‘

van armoedige steenbakkerijen naar

professionele bedrijven. Uw experts

waren subliem.

PUM Magazine lente 2013 | 21

Page 22: PUM Magazine voorjaar 2013

Samen bereik je meerWIN-WINSITUATIE VOOR ZOWEL PUM ALS LIONS

LOPENDE ZAKEN

TEKST FRANK STEVERINK

Chris van der Linde is horeca-expert en tegelijkertijd

ook lid van de Lions Club. Tijdens zijn PUM-missies

doet hij altijd indien mogelijk de lokale Lions Club

aan. En soms leidt de synergie tot een concrete meer-

waarde. Zo werd er onlangs in Zambia een micro-

financieringsproject opgezet met hulp van de

Nederlandse Lions in Krimpen a/d IJssel. Inmiddels

krijgt het project een landelijke (Nederlandse)

follow-up bij de Lions.

Chris van der Linde begint met een ontboezeming.

‘Ik ben veel te laat bij PUM gekomen. Dacht dat het

alleen voor academici was, tot ik hoorde ‘Chris, ze

zoeken mensen zoals jij’. Inmiddels heeft hij zeven

missies op zijn naam staan. Tijdens zijn missies

bezoekt hij de lokale Lions club en houdt een verhaal

over PUM en zijn missie ter plaatse. Soms gaan de klant

en lokale vertegenwoordiger mee. Herhaaldelijk leidde

het al tot aanvragen bij de lokale PUM-expert.

Inmiddels heeft een van zijn missies in Kampala,

Oeganda een bijzonder staartje gekregen. Jan van der

Wijngaart is net als Chris Lion-lid in Krimpen aan de

IJssel: ‘Het motto van de Lions is ‘we serve’. De gemeen-

schap ondersteunen waar het niet door de overheid

gedaan wordt. Lions opereert zowel lokaal als inter-

nationaal, voor een lang lopend blindenproject zijn

miljoenen opgehaald voor oogoperaties en medicijnen.

Lokaal organiseert men uitstapjes voor ouden van

dagen of voor kinderen uit arme gezinnen die het

moeilijk hebben.’

Maar Lion-clubleden doen ook veel aan geld inzamelen

voor goede doelen: ‘Voor veel Lions Clubleden is het

belangrijk om te weten wat er gebeurt met het geld dat

ze inzamelen voor een goed doel. Het motiveert als je

weet hoe en waar het precies terechtkomt. We zijn toen

gaan brainstormen. Chris had zijn contacten in het

buitenland en ik heb mijn achtergrond in de financiële

wereld en zo ontstond het idee van microfinanciering.’

Chris van der Linde: ‘Ik heb contact opgenomen met

Kampala en daar was men erg enthousiast. In overleg

met ons is er door de lokale Lions Club daar een micro-

financieringsorganisatie uitgezocht. Het is een lokale

coöperatieve bank, opgericht door een christelijke

organisatie die zich inzet voor mensen met hiv/aids.

Die bank ondersteunen wij.’

Het lijkt een modern sprookje. Inmiddels heeft het

lokale inititatief uit Krimpen aan de IJssel landelijke

‘status’ gekregen. De synergie tussen PUM en Lions

ontstaat vooral door de persoonlijke contacten. Belang-

rijk daarbij is dat men ‘elkaar in de ogen gekeken heeft’.

Bent u ook zowel PUM-expert als Lions-clublid?

De redactie van PUM Magazine is benieuwd

naar uw verhaal. U kunt uw reactie sturen naar

[email protected]. Een aan gepaste versie van dit

verhaal zal in Lion Magazine worden gepubliceerd.

22 | PUM Magazine lente 2013

Page 23: PUM Magazine voorjaar 2013

LOPENDE ZAKEN

Al 35 jaar lang zet PUM zich in om lokale

ondernemingen te laten groeien. In totaal

hebben we bijna 35.000 ondernemers

geadviseerd. Om dit te vieren organiseert

PUM in 2013 een aantal activiteiten. Eén

daarvan is ‘PUM Doet’. Tijdens de grootste

vrijwilligersactie van Nederland (NL Doet)

op 15 maart, deden wij met z’n allen waar

we al 35 jaar goed in zijn: kennis en erva-

ring overdragen. In samenwerking met

partner BiD Network werden 100 business-

plannen van ondernemers in ontwikkelings-

landen aangescherpt door onze experts en

stafvrijwilligers. Op die manier krijgen

zij gemakkelijker toegang tot financiering.

Andere experts en vaste medewerkers

van PUM deden mee aan de door NL Doet

georganiseerde klusactiviteiten.

PUM doet

Culturele sensitiviteit onderdeel van intake aspirant-experts

Vijf jaar geleden zette PUM een nieuwe koers in. We

riepen de groei van het aantal missies een halt toe en

gingen inzetten op kwaliteit. Betere missies in plaats

van meer. Sindsdien werken we continu aan alle

aspecten van kwaliteits verbetering, van scherpere

probleemstellingen bij de klant, tot een meer op maat

gericht advies door de expert. Eén van de aspecten

daarbij is cultuur.

Bewustzijn van culturele verschillen resulteert in

een beter advies

In 2009 nodigden we professor Geert Hofstede uit voor een

lezing. Deze Nederlandse organisatiepsycholoog geniet

internationale bekendheid op het gebied van interculturele

studies. In zijn lezing kwam naar voren dat bewustzijn van

culturele verschillen zorgt voor een beter advies. Natuurlijk

wisten we dat al, maar het was een goed moment om hier

verder mee aan de slag te gaan.

Introductie ‘self assessment’ voor aspirant-experts

Na uitgebreid marktonderzoek en een pilot in 2011 waarbij

ongeveer 150 interviews werden gehouden, hebben we half

februari een ‘self assessment’ geïntroduceerd voor aspirant-

experts. Deze digitale vragenlijst, die is opgezet in samen-

werking met de Rijksuniversiteit Groningen en het Koninklijk

Instituut voor de Tropen (KIT), heeft tot doel vaardigheden in

kaart te brengen die van belang zijn bij het adviseren van

bedrijven in een cultureel onbekende omgeving. De vragenlijst

wordt (op vrijwillige basis, thuis via internet) ingevuld door

aspirant-experts en is een belangrijk ‘handvat’ bij het intake

gesprek. Daarbij wordt dus niet alleen meer gekeken naar

inhoudelijke expertise, maar ook naar ‘soft skills’ waaronder

culturele sensitiviteit.

PUM Magazine lente 2013 | 23

Page 24: PUM Magazine voorjaar 2013

Het recruitmentteam (RCT) bestaat uit zes stafvrijwilligers.

Het RCT adviseert sectorcoördinatoren bij het werven en

selecteren van nieuwe experts, met name als het gaat

om de zogenoemde soft skills – adviesvaardigheden en in -

le vingsvermogen in een andere cultuur. Daarnaast adviseert

het RCT Rens van Gelder, adjunct directeur en hoofd P&O

en de PUM-directie bij het aannemen van nieuwe sector-

en landencoördinatoren.

Zijn jullie het altijd eens?

ES: ‘Ik heb nog niet meegemaakt dat we het onderling in

het team niet eens waren. In ieder geval niet over een

advies over het aannemen van stafvrijwilligers.’

AS: ‘Ik heb het wel eens meegemaakt bij de selectie van

nieuwe experts, in overleg met de sectorcoördinator. Het

gaat dan niet om inhoudelijke expertise, want daar gaat

de sectorcoördinator over. Maar bij mij was er twijfel of

de vrijwilliger – in een andere cultuur – zowel in de directie-

kamer als op de werkvloer goed kon communiceren.

PORTRET

Recruitment Team PUM (RCT)

Ellen Sijm (ES) en Aad Soeteman (AS)

zijn inmiddels vijf jaar vrijwilliger bij

PUM. Beiden hebben nationaal en

inter nationaal hun sporen verdiend

in wat Personeel & Organisatie heet

en tegenwoordig ook wel HR-(Human

Resources)-management. Als staf-

vrijwilliger vervullen ze de functie

van coördinator Recruitment.

Achter v.l.n.r.: Rens van Gelder, Aad Soeteman en Fanny van der Valk. Voor v.l.n.r.: Marja Hendriksen, Ebel van Dijk, Ellen Sijm, Johan Rolf

Wat zijn redenen om iemand als expert negatief te

beoordelen?

ES: ‘Te weinig flexibiliteit, zich niet kunnen inleven.

Onvoldoende coachende vaardigheden. Dat proberen we

bijvoorbeeld in een intakegesprek te testen.’

AS: ‘Ik heb wel eens negatief over iemand moeten adviseren.

Omdat hij een gebrek aan talenkennis had. Maar ook omdat

ik het gevoel kreeg dat hij alleen maar één op één bezig kon

zijn. Mijn advies was dat hij in principe wel op missie kon,

maar dan op heel specifieke missies waar dat expliciet

gevraagd werd. En zo hebben we iemand ook wel eens

gezegd: je expertise is prima, maar ga eerst maar eens een

half jaar goed Engels leren. Dan nodigen we je opnieuw uit.’

Luistervaardigheden, kennis overbrengen, culturen

aanvoelen: kun je dat wel in zo’n korte tijd naar

boven halen?

ES: ‘Dat lukt toch goed ja. Ook omdat we natuurlijk allemaal

die HR-achtergrond hebben. We vragen dan naar voor-

beelden uit persoonlijke ervaring en dan blijkt snel genoeg

of iemand bijvoorbeeld besluitvaardig is of niet. Het komt

overigens ook voor dat een expert niet aangenomen wordt,

omdat de kans dat hij uitgezonden wordt uiteindelijk vrij

klein is. Het heeft dan geen zin verwachtingen te wekken.’

Hoe kijken jullie aan tegen de uitbreiding van de

intake om intercultureel aanpassingsvermogen

specifiek in beeld te brengen?

AS: ‘Het is een nieuw hulpmiddel dat we gaan gebruiken.

Het geeft een goed handvat om het onderwerp ter sprake

te brengen. Voor de duidelijkheid: het vormt slechts een

24 | PUM Magazine lente 2013

TEKST FRANK STEVERINK | FOTOGRAFIE CLASKE VAN DE GIESSEN

Page 25: PUM Magazine voorjaar 2013

‘Ik heb een dienstmededeling: we stoppen met jou als

columnist. We hebben er nu vier jaar opzitten en daar zijn

we ook blij mee geweest, maar het is nu tijd voor iets anders.’

Op mijn vraag wie dan de columns gaat schrijven hoor ik:

‘Iemand van de afdeling communicatie gaat het over-

nemen. Je laatste column kun je volgende week aanleveren.’

Het telefoongesprek is beëindigd.

Regelmatig werd ik door PUMmers bij mij in de streek

aangesproken op mijn columns. Soms spraken we dan

uitgebreid over het onderwerp. Ik kan me herinneren dat

met name de columns over het miserabilisme en het werk

van Moeder Theresa, over Muhammad Yunus, bedenker

van de microkredieten, en de column over het project van

Oscar Niemeyer, Brasilia, de hoofdstad van Brazilië,

regelmatig aanleiding waren voor goede gesprekken.

De organisatie PUM is van dien aard dat er onderwerpen

te over zijn om aandacht aan te besteden in het PUM

Magazine. Sowieso is ontwikkelingssamenwerking als

zodanig vaak onderwerp van discussie. Met de economische-

en bankencrises in zowel Europa als de Verenigde Staten

wordt de noodzaak van hulp aan andere werelddelen fors

ter discussie gesteld. Het geld kan men in eigen land goed

gebruiken. Het geeft geen pas, om het zo maar eens te

zeggen, om geld weg te geven waar de eigen bevolking

soms bedreigend gekort zal worden.

Politiek correcte beslissingen zullen er dienten gevolge genomen

worden en die zullen niet altijd in het voordeel zijn van hulp-

vragende landen. Kortom, er liggen nog genoeg onder werpen

op de plank. Ik wens mijn opvolger veel succes daarmee.

En dan nog een dienstmededeling: onlangs is mijn roman

Blijf liggen jij geplaatst op de longlist (15 titels) voor de

Nieuwe Schrijversprijs. De longlist ontstaat na een selectie

uit 240 titels. De roman is te bestellen bij Bruna.nl en Bol.com

en uiteraard in elke boekhandel.

‘Dit is een dienst-mededeling’

KARIN VERHAAK-KERSTEN

COLUMN

van de onderdelen uit het gesprek. Dit thema is niet

nieuw, maar komt door een vragenlijst vooraf meer

gestructureerd in beeld. En net zoals bij de andere

onderdelen van de intake, bij twijfel geldt: niet

inhalen. We moeten de goeie experts hebben, als er

duidelijke vraagtekens zijn, moet je het niet doen.’

(zie ook ‘Lopende Zaken’ op pagina 23)

Wat zijn de grootste valkuilen, afgezien van

gebrek aan talenkennis?

ES: ‘Het hangt natuurlijk erg van de aard van het

advieswerk af. Bij een kok is het een ander verhaal

dan bij een manager die de grote lijnen van de

bedrijfsvoering in een productiebedrijf moet ver-

beteren. Maar snel kunnen analyseren en aanpas-

singsvermogen zijn voor iedere missie belangrijk.

En je ziet zoiets ook al vrij snel in een gesprek. Hoe

iemand zit. Luistert. Of iemand mee kan gaan in

de vraagstelling.’

AS: ‘De overdracht van expertise is het belangrijkste

criterium. Kan iemand kennis zo overbrengen dat

mensen er ook daadwerkelijk in de praktijk iets mee

gaan doen?’

ES: ‘…In een andere cultuur.’

AS: ‘We polsen of iemand perceptief genoeg is

om uit te vinden of mensen ook daadwerkelijk ‘ja’

bedoelen, als ze ‘ja’ zeggen. Je moet dat met name

in Azië goed kunnen inschatten.’

ES: ‘Precies, we proberen te achterhalen of iemand

beseft dat je in Indonesië nooit direct ‘nee’ moet

zeggen, maar altijd ‘ja- met een omweg’.

Het RCT adviseert daarnaast ook over het

aannemen van stafvrijwilligers. Gelden daar

andere criteria?

ES: ‘We kijken bijvoorbeeld bij landencoördinatoren

naar hun ondernemerschap. We kijken ook hoe ze

hun lokale vertegenwoordigers denken te selecteren

en aan te sturen. Hebben ze daar over nagedacht?’

AS: ‘En zijn de lokale vertegenwoordigers echt gemo-

tiveerd of gaat het ze alleen om de beloning? Daar

praten we dan over. Uiteindelijk gaat het er om dat

we stafvrijwilligers met visie bij PUM willen

betrekken. Stafvrijwilligers die met plezier een

aantal jaren willen meewerken om de doelstellingen

van PUM te bereiken. En het is onze taak, van het

Recruitment team, om voor PUM die stafvrijwilligers

te selecteren.’

De overige RCT-leden Dick Slop en Murielle Klier-van der Pol waren niet aanwezig voor het fotomoment. Irene Clarijs heeft inmiddels het stokje overgenomen van Fanny van der Valk.

NASCHRIFT REDACTIE

De redactie van PUM Magazine wil Karin Verhaak-Kersten hartelijk

danken voor de achttien columns die ze in de afgelopen vijf jaar

geschreven heeft. Het beschreven telefoon gesprek is overigens een

subjectieve impressie en geen objectieve journalistieke weergave.

Karins opvolger is Ineke Ouwehand, expert en stafvrijwilliger.

U kunt alvast een voorproefje van haar lezen op pagina 13.

PUM Magazine lente 2013 | 25

Page 26: PUM Magazine voorjaar 2013

ONZE MAN IN...

TEKST FRANK STEVERINK

Norbert Bart vierde onlangs zijn

25-jarig jubileum als PUM-vertegen-

woordiger in Honduras. Al verruilde

hij 26 jaar geleden zijn geboorteland

(Nederland) voor Zuid-Amerika, van

een accent is geen sprake. ‘Dat je na

een paar jaar je eigen taal niet meer

kunt spreken, daar kan ik me niets bij

voorstellen’ is zijn commentaar.

Norbert begon zijn internationale carrière als

commercieel manager bij een van de grotere

handelshuizen, eerst in Afrika en vervolgens in

Honduras. Toen het handelshuis een paar maal

doorverkocht werd, begon hij voor zichzelf.

Hij zette een houtfabriek op, maar die liep niet.

Uiteindelijk werd hij vertegenwoordiger voor

Agrico pootaardappelen en dat is hij tot de dag

van vandaag. Tussen 1986 en 2005 was hij

tevens honorair consul.

Honduraskenner

Sinds 1987 vertegenwoordigt hij PUM in

Honduras. In de begintijd was er budget voor

niet meer dan drie projecten (tegen 15 in 2015,

red.). Norbert Bart ‘trouwde lokaal’ met een

Hondurees/Mexicaanse. Over het leven in

Honduras zegt hij: ‘Het is een derdewereldland

met alle voor- en nadelen van dien. Je kunt

er met een relatief klein inkomen vrij luxueus

leven’. Het PUM-vertegenwoordigerschap is voor

hem vooral hobby. ‘Ik ken iedereen, iedereen

kent mij. De meeste bedrijven in Honduras

ken ik persoonlijk. PUM is een heel pragmatisch

programma en de adviezen van de experts

werpen ook bijna altijd hun vruchten af. 98

van de 100 keer gaat het goed. Van de drie-

honderd projecten die ik gedaan heb, herinner

ik me maar twee mismatches. De ene was een

restaurant waar het te vies voor woorden was,

in het andere geval wist het bedrijf meer dan

de expert.’

Pragmatisch PUM

Voor kleine bedrijven kunnen verblijfskosten

voor een expert, in Honduras gemiddeld 1.000

(Amerikaanse) dollars voor twee weken, veel

geld zijn. Toch zijn juist die kleine bedrijven

vaak erg geholpen bij de pragmatische PUM-

aanpak. ‘Je kunt vaak achteraf zien dat zo’n

bedrijf hulp gekregen heeft, dat het niet bij

een theoretisch verhaal gebleven is, dat de

expert zich ingeleefd heeft in de lokale cultuur.’

Ondanks zijn affectie voor Honduras staat

Norbert Bart (58) op het punt om ‘langzaam te

gaan afbouwen’. Als je ouder en eventueel hulp-

behoevend wordt, is Nederland toch te verkiezen

boven Honduras. Een terugkeer staat op termijn

op het programma. Maar voorlopig blijft hij nog

even ‘onze man in Honduras’. Financiering voor

PUM-missies voor Honduras is voor de volgende

vier jaar veiliggesteld, mede met dank aan

Argidius (zie Lopende Zaken op pagina 9).

Norbert Bart in Honduras

‘Ik ken iedereen en iedereen kent mij’

26 | PUM Magazine lente 2013

Page 27: PUM Magazine voorjaar 2013

POST@PUM

Heeft u een mening,

suggestie of anek-

dote die u wilt

delen met andere

PUM-experts?

Stuur uw mail naar:

[email protected]

EetgewoontesIeder land kent zo zijn eigen specialiteiten.

Wij, in Nederland, houden speciaal van

boerenkool, stamppot of snert, terwijl men

dat in andere landen helemaal niet kent.

Ook Burkina Faso heeft een specialiteit. Toen ik me voorbereidde op

een avondmaaltijd werd mij van te voren al aangekondigd dat het

vanavond wel smullen zou worden, het traditionele gerecht van dit

land werd geserveerd. Vol verwachting ging ik aan tafel en zag het

gerecht al staan.

Een witte substantie, lijkend op dikke plakken mislukte griesmeel.

Als saus een slijmerig mengsel dat het meeste weg had van diarree

en kots. Ik zag dat mijn Afrikaanse disgenoten dit opschepten en er

smakelijk van aten. Ook ik heb het geprobeerd en, hoewel ik echt

niet kieskeurig ben en eigenlijk alles wel lust, vond ik de smaak nog

erger dan het er uitzag. Na een paar happen, ook om de kok niet te

veel teleur te stellen, ben ik er mee gestopt en heb mijn maag gevuld

met stokbrood en water, altijd nog beter dan niets.

Een paar dagen later werd ik uitgenodigd door mijn tolk om na een

werkdag bij hem thuis te komen eten. Ik nam die uitnodiging aan,

zoals dat hoort. Hij bereidde me alvast voor dat zijn vrouw een

uitgebreid Afrikaans, traditioneel gerecht zou voorbereiden.

Ik hield mijn hart vast, toch niet weer zo’n gerecht? Hoe zou ik dat

met goed fatsoen kunnen weigeren? Met de nodige tegenzin,

die ik absoluut niet mocht laten blijken, schoof ik bij hem aan tafel.

En wel ja, exact hetzelfde gerecht! Ik wilde me niet laten kennen

en ook de gastvrijheid niet verstoren. Dus ik schepte op, ook de saus

die er exact zo uit zag. Ik nam een hap en… heerlijk, wat een fijne

smaak, smullen. Geen enkel probleem en vol waardering heb

ik mij uitgelaten over de culinaire kwaliteiten van de vrouw van

de tolk. Na een wel hele negatieve ervaring kreeg ik toch,

gelukkig maar, een goed gevoel over de Afrikaanse keuken.

Zo zie je maar, niet te gauw oordelen.

Meestal valt het mee.

Ebel van Dijk

Expert en stafvrijwilliger

(Recruitment Team)

PUM Magazine lente 2013 | 27

Page 28: PUM Magazine voorjaar 2013

LANDENFOCUS

Ondanks de Arabische lente en de

onrust die dat met zich meebrengt,

ligt het PUM-werk niet stil. ‘We hebben

het afgelopen jaar veel aanvragen

gehad, veel meer dan de 35 die we als

target hebben. Feit is wel dat niet

iedereen – gezien de onrust op dit

moment – zin heeft om daar naar toe

te gaan. Het komt ook voor dat pro-

jecten niet doorgaan omdat de onder-

nemers er momenteel niet aan willen.’

PUM KOMT OVERAL

‘daar ligt echt een taak voor ons’

Gert Bartelink is recentelijk twee weken

in ‘zijn’ land geweest. Hij had weinig

last van de onrust, ook al zat hij

hemelsbreed een steenworp van het

Tahrirplein in Caïro. ‘Er komen per jaar

een half miljoen afgestudeerden bij die

geen werk hebben. Die mensen willen

de vrijheid die ze gevoeld hebben niet

meer opgeven.’ De projecten die PUM-

experts ter plaatse doen zijn uiteen-

lopend van aard. Gert Bartelink: ‘We

hebben in de houtsector geadviseerd,

in de meubelproductie, bij een fabri-

kant van olijfolie en in een tuinderij.

Ik voel me er absoluut veilig, maar je

hoort wel de hele dag discussies over

politiek. Ik vind het een fantastisch

land en zie er voor PUM ook heel veel

mogelijkheden. Egyptenaren zijn

handelsmensen pur sang. De taal

vormt een barrière, men spreekt

Negen jaar geleden begon ik aan mijn eerste PUM-missie.

Sindsdien heb ik zo’n dertig projecten uitgevoerd waarvan

het merendeel voor bouwkeramiek: bakstenen, ‘holle

blokken’ en dakpannen.

In het begin nam ik meestal een fotoboek over Nederland

mee, als gebaar van waardering voor de gastvrijheid.

Maar daarna kocht ik eens een paar echte klompen en

ontdekte al snel de grote hilariteit bij het aannemen en

aantrekken van die genuine wooden shoes.

Ik vroeg altijd of ik een foto mocht maken van de project-

aanvrager op die klompen. Altijd goed. Spanning gaf het

bij een PDG (président directeur général) van een grote

Algerijnse onderneming. Omdat ik mogelijk problemen

ALTIJD IN CONTACT

Er zijn momenten dat een vrijwilliger contact wil

hebben met PUM. De vaste staf is tijdens kantoor-

uren bereikbaar voor vragen rond een missie.

Voor vragen over een land of een sector kunt u

terecht bij de landen- en sectorcoördinatoren. Zij

zijn doorgaans niet op het PUM kantoor aanwezig.

U kunt contact met hen opnemen via het algemene

e-mailadres van PUM, [email protected].

Gert Bartelink is sinds 2009

landenvertegenwoordiger

voor Egypte.

Turkije

EgypteLibië

Sudan

Egypte

verwachtte had ik de managementteamleden vooraf

gevraagd of dit wel gepast was. Ze gniffelden al bij het

idee, maar vonden het zeker de moeite van het proberen

waard. Bij het geven was de reactie: ‘hoe kom je erbij om

mij wat te geven?’ En hij duwde de tas weg. Toch nieuws-

gierig haalde hij de klompen uit de tas en toen ik om de

tegenprestatie vroeg trok hij met tegenzin de klompen

aan. Na twee foto’s gebaarde hij ‘nou is het wel genoeg

geweest’. Maar gedurende de hele managementteam-

vergadering bleef hij wel met klompen aan, aan de

vergadertafel zitten.

Ruud Schotman

weinig Engels. Op dit moment liggen

de investeringen vanuit het Westen

stil, terwijl China en de Golfstaten er

wel actief zijn. Egypte is toch een

beetje de graanschuur van Europa,

juist nu zouden we niet moeten

aarzelen. Plus het feit dat er zoveel

hoogopgeleiden werkloos rondlopen,

daar ligt echt een taak voor ons.’