PUM Magazine voorjaar 2012

15
Magazine voorjaar 2012 EL SALVADOR land van (on)mogelijkheden Het Gesprek met Kathleen Ferrier thema LEREN! Voor de klas in BENIN Business Link bezoek uit Kazachstan En ook... uitslag enquête PUM Magazine

description

PUM Magazine voorjaar 2012

Transcript of PUM Magazine voorjaar 2012

Page 1: PUM Magazine voorjaar 2012

Magazinevoorjaar 2012

EL SALVADORland van (on)mogelijkheden

Het Gesprekmet Kathleen Ferrier

thema

LEREN!

Voor de klas in BENINBusiness Link

bezoek uitKazachstan

En ook...

uitslag enquête PUM Magazine

Page 2: PUM Magazine voorjaar 2012

6

PUM Magazine is een uitgave van PUM Netherlands

senior experts en verschijnt vier keer per jaar.

PUM is sinds zijn oprichting in 1978 uitgegroeid

tot Europa’s grootste ‘uitzendbureau’ voor de

inzet van professionele vrijwilligers onder het

motto ‘ondernemers voor ondernemers’. PUM

Magazine heeft een oplage van 4500 exemplaren

en wordt verspreid onder experts, stafvrijwilligers

en relaties van PUM. Hieronder vallen sponsors,

Nederlandse ambassades, bedrijfsleven, media en

andere geïnteresseerden.

ProductiePUM Marketing en Communicatie redactieadres: [email protected]

HoofdredacteurKarin Jensma

RedactieClaudia Berdowski, Dénise ten Bokum, Gabriëlle ten Bokkel Huinink, Leo Enthoven, Grisella Indemans, Karin Overtoom, Pim van Rooijen, Frank Steverink, Ans Tromp, Karin Verhaak, Froukje Wattel, Frank van Weezel

Ontwerp en illustratieI DON/T BUY ITwww.idontbuyit.biz

FotografieBert Drenth, Johannes Odé, Jeroen Poortvliet, privébezit

DrukAndo, Den Haag

Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haagt 070 349 05 55f 070 349 05 [email protected]

Volg ons op:

InhoudColofon

Bezoek uitKazachstan

4Het Gesprek metKathleen Ferrier

Achtergrond

Hogeschool Esperanza, Benin

El Salvador, land van(on)mogelijkheden

18

Sponsoring: nieuwe kansen

23

Nieuwe lichting PUMmers

11

Synergie:Woord & Daad

PUM’s expertise in haven Sri Lanka

Advies als toege-voegde waarde

Onze man inCochin, India

Voorwoord

3

LezersonderzoekPUM Magazine

10Nieuw hoofd P&O

9

16

En verder: de rubrieken ‘Post@PUM’ en ‘Veiligheid en gezondheid’

Op missiein Oeganda

2220

12 14

24 26

‘Leren’ - we hebben het allemaal gedaan in onze school- en studietijd en we doen het allemaal nog dagelijks als we geconfronteerd worden met nieuwe ervaringen.

De Dikke Van Dale omschrijft ‘leren’ (en dan bedoel ik dus niet ‘van leer gemaakt’) als: wijzer maken / onderrichten / onderwijs geven / doen inzien / brengen tot / verwerven / studeren / de gewoonte eigen maken. Het woord leren is afgeleid van het Latijnse lira, hetgeen zoveel betekent als ‘een door een ploeg opgeworpen aardrug’. De grondbetekenis is dan ook: volgen van een spoor. U begrijpt inmid-dels dat de schrijver van dit voorwoord een onderwijsachtergrond heeft!

Volgens mij hebben we met bovenstaande omschrijvingen aardig de core business van PUM te pakken! Natuurlijk: PUM heeft een sector Training & Education; daar is het evident. Maar is het niet zo dat PUM-experts eigenlijk bijna altijd op pad gaan om projectaanvragers iets te leren? Om hen op een bepaald gebied wat wijzer te maken? Hen met iets te laten kennismaken wat voor ons al gesneden koek is? Hen op het spoor te brengen van een mogelijke oplossing voor zijn probleem?

Ook de missie van PUM verwoordt dit: zorgen dat zijn senior experts (zijnde professionele vrijwilligers) hun kennis overdragen aan bedrijven en instellingen in het MKB-segment in ontwikkelingslanden en opkomende markten. Staatssecretaris Knapen heeft het onlangs nog eens bevestigd bij zijn bezoek aan PUM: bedrijven in ontwikkelingslanden hebben een groeiende behoefte aan kennis. Die kan prima geleverd worden door Nederlandse bedrijven, kennisinstel-lingen en maatschappelijke organisaties waar de senior experts van PUM hun ervaringen hebben opgedaan. En wat is er mooier dan te constateren dat die ken-nisoverdracht - inderdaad mede door de enthousiaste en inspirerende inspannin-gen van de PUM-experts tijdens de circa 2.000 missies per jaar - bijdraagt aan de zelfredzaamheid van de bezochte bedrijven en dus aan de economische ontwik-keling ter plekke?

In dit PUM Magazine leest u een aantal mooie voorbeelden van zulke PUM-missies, waarbij duidelijk blijkt dat leeraspecten altijd een prominente rol spelen. En leer en lees ook hoe een PUM-expert met nog meer succes zijn advies kan uit-brengen. De leeraspecten zijn er trouwens niet alleen voor de projectaanvragers, maar ook voor de uitgezonden experts en voor PUM als ‘lerende organisatie’.

Ten slotte sluit bovenstaande ook goed aan op de nieuwe koers van Nederland ten opzichte van ontwikkelingslanden, die nog meer focust op zelfredzaamheid en actieve rollen voor het bedrijfsleven. Dit was ook het gespreksonderwerp tijdens de ontmoeting van PUM-CEO Thijs van Praag met CDA Tweede Kamerlid en woordvoerder ontwikkelingssamenwerking Kathleen Ferrier.

Ik hoop dat u met veel plezier leert van de artikelen in dit PUM-magazine!

Frank van WezelPUM-expert, sectorcoördinator Education / Vocational Training

Leereffect

Frank van Wezel introduceert het thema van deze editie van PUM Magazine.

Frank van Wezel heeft altijd in het onderwijs

gezeten. Na zijn universitaire studie (chemie)

volgden perioden als onderzoeker op de universi-

teit, als leraar in het hoger beroepsonderwijs en

als manager/directeur/bestuurder in het hoger-

en middelbaar beroepsonderwijs.

Hij heeft inmiddels vier missies achter de rug en

is sinds de zomer van 2010 Sectorcoördinator

Education/Vocational Training.

Voorwoord

Page 3: PUM Magazine voorjaar 2012

4 PUM Magazine voorjaar 2012 5PUM Magazine voorjaar 2012

Thema Leren Thema Leren

In de donkere dagen voor Kerstmis bezochten twee Kazachen Nederland voor een Business

Link Programma. PUM gastheer Herman van Veen reed met zijn leergierige ondernemers het land door. De ervaren PUM-expert zette 3000 kilometer op zijn teller voor de 22 bedrijfsbezoeken. ‘We hebben twee weken op twee vierkante meter geleefd’ grapten de Kazachen over het volle programma.

‘Onze’ Kazachen vertegenwoordigen een snel groeiend bedrijf dat beveiligingsdiensten levert aan onder meer oliemaatschappijen. Het bedrijf bestaat 9 jaar en telt een staf van 25 mensen. 40 procent van de activiteiten bestaat uit het exploiteren van camerabewaking, verder doet men veel aan brandalarmering (30 procent). De Kazachstaanse econo-mie is van oudsher erg op Russische technologie georiënteerd. Nu willen ze een inhaalslag maken en innoveren. Tijdens het bezoek in december bezochten ze vier soorten bedrijven: installatiebedrijven, zoals het beveiligingsbedrijf in Kazachstan zelf (voor de uitwisseling van innovatieve ideeën en mogelijke samenwerking), leveranciers van security-producten (voor innovatieve oplossingen en mogelijke nieuwe leveranciers), softwarebedrijven (voor mogelijk verbeterde software voor het bedrijf in Kazachstan) en engineering-bedrijven (die innovatieve oplossingen en mogelijke klanten kunnen genereren).

Goede zaken doenPUM-expert en Business Link organisator Herman van Veen bouwde tijdens de intensieve twee weken een prettige relatie op met de Kazachen: ‘We waren bij een leverancier van onder meer videocamera’s. Tijdens het gesprek bleek dat de Kazachstaanse firma een project heeft om camera’s te vervangen door camera's met veel hogere resolutie. Het Nederlandse bedrijf kan deze speciale kwaliteit camera’s leveren. De heren kregen een (dure) camera cadeau om te demonstreren in Kazachstan. Mogelijk levert dit op korte termijn een concrete opdracht

voor dit Nederlandse bedrijf op. Mijn gasten waren zeer tevreden.’ Het lijkt er inderdaad op dat

de Kazachen goede zaken komen doen in Nederland. Bij een andere producent,

die security-systemen en beveiligde afrasteringen en hekwerken levert, vertelden de Kazachen dat ze een aanvraag hadden voor beveiliging van een heel groot terrein middels een beveiligd hekwerk. Herman

van Veen: ‘We zijn dus tot ver in de middag bezig geweest om een

aanvraag voor te bereiden. Ook is mo-gelijk een agentschap van deze firma voor

Kazachstan aan de orde.’

InnovatiekrachtDe bezoekers waren vooral onder de indruk van de in-novatiekracht van de Nederlandse bedrijven. Nederland loopt daar in Europa mee voorop, denken de Kazachen. ‘We kunnen ontzettend veel van jullie leren. Jullie lopen in sommige opzichten jaren op ons voor.’

Naast het drukke bedrijvenprogramma hadden ze ook nog tijd voor wat culturele uitstapjes. Amsterdam viel op vanwege de ongekende vrijheid. Maar hun favoriete plaats was opmerkelijk genoeg Borger in Drenthe, dat gedeeltelijk als thuisbasis fungeerde voor die twee weken.

Hulp, handel en Business LinksHet Business Link Programma van PUM komt voort uit de gedachte dat de contacten die buitenlandse onder-nemers met Nederlandse experts hebben ook kunnen leiden tot investeringen en samenwerking met Neder-landse bedrijven. Voor veel klanten van PUM geldt: ken-nissen zijn soms belangrijker dan kennis.

Vitamine R’ (Relaties) kan wonderen doen voor de bedrijfsresultaten. Relaties met collega-bedrijven voor kennisuitwisseling, maar ook met bedrijven die kunnen dienen als afnemer of leverancier. Steeds vaker halen senior-experts daarom een vertegenwoordiger van een geadviseerd bedrijf naar Nederland om zakelijke con-tacten te leggen. Zij doen dat met steun van het Business Link Programma, een vervolgprogramma van PUM dat ‘hulp’ en ‘handel’ bij elkaar brengt via het creëren van connecties over grenzen heen.

Business links werkenBusiness links ontstaan om verschillende redenen. Meestal betreft het koop of verkoop van goederen of diensten in Nederland. Van de aanschaf van medische apparatuur, papier en persen, tot de export van dames-sjaals, sanitair en tuinderkassen. Een aantal zakenreizen staat in het teken van joint ventures tussen buitenlandse en Nederlandse bedrijven. Wederzijds voordeel is het kernwoord: de beoogde samenwerking helpt niet alleen de aanvrager, maar is ook commercieel aantrekkelijk voor de Nederlandse onderneming. Marktwerking is de drijvende kracht achter business links, die er uiteindelijk toe moeten leiden dat bedrijven zaken met elkaar gaan doen zonder verdere inmenging van PUM.

Tekst: Frank Steverink

Business Link bezoek

uit Kazachstan

3000 kilometer en 22 bedrijfsbezoeken

De groei van Kazachstan Kazachstan laat al enkele jaren sterke economische groei-cijfers zien, met een reële groei van het bruto binnenlands product (BBP) van meer dan 9 procent voor de jaren 2001 tot en met 2005 en van 10,5 procent in 2006. Voor eind 2006 bereikte het BBP een waarde van ongeveer 56.7 mil-jard euro; per hoofd van de bevolking is dit ongeveer 3600 euro*. Maar de economische groei wordt in zeer sterke mate aangedreven door hoge olieprijzen, stijgende olieproductie en de grote toestroom van buitenlandse investeringen in de olie- en gassector. Grote investeringen in andere sectoren zijn nodig om het land minder afhankelijk te maken van de internationale olieprijs.

Door de economische groei neemt de werkgelegenheid jaarlijks toe. Kazachstan is vrij sterk getroffen door de wereld-wijde recessie van 2007-2009. Desondanks blijft het land het meest welvarende land in Centraal-Azië. Nederland is de grootste buitenlandse investeerder in Kazachstan en heeft zodoende een goede naamsbekendheid en reputatie. Zowel de import als de export van goederen is in 2004 explosief gestegen. De resultaten van de laatste jaren tonen aan dat Kazachstan vele kansen biedt voor buitenlandse ondernemers, óók voor het Nederlandse MKB.

* bron: Wikipedia

'onder de indruk van de Nederlandse innovatiekracht'

De Kazachen in gezelschap van (v.l.n.r.) expert Herman van Veen, Project Officer

Maribel Monge Perez en Business Link coördinator Fred van der Eik.

Page 4: PUM Magazine voorjaar 2012

6 PUM Magazine voorjaar 2012 7PUM Magazine voorjaar 2012

Het gesprek

Maar we hebben al gezegd dat we nog een paar jaar doorgaan, omdat het jarenlange trajecten betreft en sommige projecten later gestart zijn. Maar wat het vervolg moet worden is even de vraag.

Kathleen Ferrier: In welke sectoren wordt het hoger beroepsonderwijs ondersteund?

Thijs van Praag: Heel wisselend. Een opleiding in de landbouw, in de horeca een aantal, opleidingen voor automonteurs, echt van alles, in feite waar het bedrijfs-leven het hardste schreeuwt. We proberen naast het verbeteren van het beroepsonderwijs nauwe banden te smeden met het bedrijfsleven daar, maar ook met Nederlandse HBO-opleidingen hier. Die kunnen aan het einde van het traject onze rol overnemen. Veel Neder-landse onderwijsinstellingen zijn zeer geïnteresseerd in internationalisering en contacten over de grens.

Kathleen Ferrier: Ik vind het belangrijk, nu we onderwijs loslaten als speerpunt in ontwikkelingssamenwerking, dat we dit beroepsonderwijs wel laten doorgaan. Ik maak me wel zorgen over de manier waarop we basis onderwijs afbouwen. Laten we alles wat we opgebouwd hebben de afgelopen decennia nu ineens uit onze han-den vallen? Hoe kunnen we wat we hebben opgebouwd laten voortleven? Als we ineens stoppen, dan heb je over vijf jaar de situatie dat er niets meer van over is.

Thijs van Praag: Kapitaalvernietiging!

Kathleen Ferrier: Precies, dat woord heb ik ook gebruikt. Plus dat je degenen die altijd maar beweren dat ontwik-kelingssamenwerking geld in een bodemloze put stop-pen is weer een argument geeft. Want over vijf jaar zie je niet wat we daar gedaan hebben. Daarom is afstem-ming tussen donoren zo belangrijk. We stoppen met onderwijs, gezondheidszorg, maar volgens mij hebben heel veel donoren dit soort beslissingen genomen, zon-der overleg vooraf. Dus ik vind dat dat gecoördineerd moet gebeuren. Als iedereen uit het onderwijs weggaat, dan hebben we allemaal kapitaalvernietiging begaan.

Thijs van Praag: U komt in die landen. Daar is donor-overleg. Werkt dat?

Kathleen Ferrier: Nee dat werkt dus helaas niet. Want er is in die landen donoroverleg, maar wie moet er over-leggen? Op zijn minst zouden de Europese donoren moeten overleggen, maar in de praktijk gebeurt dat niet of te weinig. Terwijl ik gedacht zou hebben: bouw pas een sector af, neem pas het besluit, als je afgestemd

hebt met anderen. Een voorbeeld: in Bolivia zou Canada het overnemen. Maar Canada zei: nee dat doen we niet. In het debat over uitfasering hebben we ons als Kamer behoorlijk pittig opgesteld en gezegd dat we daar als Kamer wel goed van op de hoogte willen blijven. Want anders doen we precies wat u zegt: kapitaalvernietiging. Wat je vaak ziet bij nieuwe trends, zoals nu met private sectorontwikkeling, is dat er heel veel enthousiasme voor is. En ook heel veel geld om dat te stimuleren, dus ik heb daar alle vertrouwen in, dat loopt wel. Iedereen vindt dat heel interessant en leuk. Maar het gaat er juist om ook op die platgetreden paden, waar iedereen een beetje genoeg van heeft, wel door te zetten. Eigen-lijk precies hetzelfde als in Uruzgan; daar zijn we ook te vroeg weggegaan. Net op het moment dat dingen daar echt hadden kunnen bestendigen.

Thijs van Praag: Maar is dat niet inherent aan ontwik-kelingssamenwerking? We zitten in cycli met allerlei modussen, politici die vier jaren zitten: lange termijn ontwikkelingen duren veel langer.

Kathleen Ferrier: Ja en daarom moet je vooraf goed af-spreken wat je van elkaar verwacht en duidelijk maken dat hulp eindig is. Dat is ook een van de dingen die ik sterk bepleit: van meet af aan in de ontvangende landen duidelijk maken dat het tijdelijk is. Wij gaan weer weg. We gaan weg als dat en dat bereikt is, of na zoveel jaar. Doet er niet toe hoeveel, zolang er maar duidelijkheid is.

Thijs van Praag: Maar dat zou dus per land lokaal moeten zijn, of in Europees verband.

Kathleen Ferrier: Of in donorverband, OESO-verband, China begint ook mee te doen. Al zijn zij natuurlijk geen OESO-land en willen ze dat ook niet worden. Brazilië begint ook mee te doen. Dus het is veel breder dan al-leen Europa. Maar als je niet afstemt, tja. De mode is nu bedrijfsleven.

Thijs van Praag: En na een tijdje dus ook weer afgelopen…

Kathleen Ferrier: Dat kan ik u verzekeren, want zo gaat het met heel veel dingen. Landen merken al die grillen. Gelukkig is de wereld al lang niet meer zo, dat landen zich aanpassen aan wat hier bij de donoren de mode is. Landen zijn nu kritischer, zeggen: ik ga wel naar China, of ergens anders heen. Ik hoef jouw modegril niet, zoek het lekker zelf uit. Die mentaliteit is er al op veel plek-ken. Dat verandert gelukkig wel.

Het gesprek

6 PUM Magazine voorjaar 2012

In gesprek met Kathleen Ferrierk

Thijs van Praag: Het thema van dit PUM Magazine is leren. In 2005 heeft u het initiatief genomen voor een motie over verbetering van beroepsonderwijs in ontwikke-lingslanden. Daarin stond in een van de laatste zinnen: betrek vooral PUM erbij. Dat leidde uiteindelijk in 2009 tot VEHICLE: Vocational Education for Higher Categories and Levels, u welbekend…

Kathleen Ferrier: Ja dat is me natuurlijk heel bekend. Hoe draait het programma nu?

Thijs van Praag: Ik ben heel enthousiast over wat het neerzet. In vrijwel alle 33 voormalige partnerlanden zijn we actief met VEHICLE. In trajecten van meerdere jaren adviseren we beroepsopleidingen, zodat het onderwijs afgestudeerden aflevert waar het bedrijfsleven echt iets aan heeft. Kernpunt is dat er een structurele band komt tussen bedrijfsleven en de school die hoger beroeps-onderwijs aanbiedt. We zijn nu bezig met een midterm review. Eind dit jaar loopt het programma formeel af.

Fotografie: Jeroen Poortvliet

Kathleen Ferrier zit sinds 2002 voor het CDA in de Tweede Kamer en is daar woordvoerder voor

ontwikkelingssamenwerking. Thijs van Praag sprak met haar over PUM’s hoger beroepsonderwijs-

programma VEHICLE, waarvan Kathleen Ferrier krachtig pleitbezorger was, over oud en nieuw

in ontwikkelingssamenwerking en falend donoroverleg. En over kapitaalvernietiging en rekening

houden met een snel veranderende wereld.

Page 5: PUM Magazine voorjaar 2012

8 PUM Magazine voorjaar 2012 9PUM Magazine voorjaar 2012

Het gesprek

Thijs van Praag: Tegenwoordig zijn er zo veel donoren dat landen kunnen kiezen en als ze landen willen uitspelen tegen elkaar dan kan dat, wat natuurlijk ook veel gebeurt.

Kathleen Ferrier: Natuurlijk en onderschat ook de remit-tances niet, het geld dat terug naar het moederland wordt gestuurd door migranten. Dat is natuurlijk wel privaat geld, maar het leidt tot interessante ontwik-kelingen. Die machtspositie van de donoren is aan het veranderen. Ten aanzien van de grillen, de modes, dat is alleen maar goed.

Thijs van Praag: We proberen als PUM al sinds 2007 met organisaties als SNV, ICCO en bijvoorbeeld Cordaid samen te werken op het gebied van economische ont-wikkeling. We hebben 3.000 experts, ‘zware jongens’ uit het bedrijfsleven beschikbaar voor ‘drie keer niks’ om in te schakelen voor trajecten. Toch blijft het stil. Ik kan me voorstellen dat dat donoroverleg ook stroef verloopt. Samenwerking ligt niet voor de hand binnen het systeem zoals het is opgezet. Je krijgt subsidie of je doet een pro-jectvoorstel – je moet voldoen aan de criteria – en als de subsidie binnen is, ga je aan de slag. Dat is inherent aan zelf doen.

Kathleen Ferrier: Maar wat dat betreft vind ik dat de me-definancieringsorganisaties enorm aan het veranderen zijn, omdat zij ook steeds minder afhankelijk willen zijn van overheidsgeld.

Ik zie dat ze veel meer op zoek gaan naar andere partners om krachten te bundelen en met name ICCO zet echt heel erg in op veel meer samenwerking met het bedrijfs-leven. Ik vind ook dat daar vernieuwingskansen zitten. Wij noemen het in mijn fractie: de gouden pyramide: samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, weten-schappen en NGO’s. Als je die vier bij elkaar hebt, en je ziet dat al op verschillende plekken gebeuren, dan kun je echt een belangrijke meerwaarde betekenen voor een land. Je ziet het al op verschillende terreinen. Op het gebied van gezondheidszorg, hiv/aids, heb je hele goede voorbeelden. Maar ook in landbouw en water, en Wageningen is natuurlijk een trekker op dat gebied, in Brazilië en Chili, daar zie je wel die samenwerking. TNO trouwens ook, die doet steeds meer op watergebied en zoekt contact met NGO’s en om lokaal dingen van de grond te krijgen.

Thijs van Praag: Uw roots liggen in Suriname. Hoe ziet u de relatie tussen dat land en ons land nu?

Kathleen Ferrier: Zakelijk en betrokken en meer dan dat kan het ook niet zijn op dit moment. Ik vind dat wel een goede lijn, je hebt te maken met twee samenlevingen die ontzettend met elkaar vervlochten zijn. Die betrok-kenheid is er, of je het leuk vindt of niet en ik denk dat de komende jaren de kracht van die relatie echt moet liggen in het contact tussen die samenlevingen.

Thijs van Praag: Hoe ziet u de toekomst van ontwikke-lingssamenwerking?

Kathleen Ferrier: Op alle plekken waar ik geweest ben buiten Europa, Latijns-Amerika, Afrika, ontmoet ik zeer geïrriteerde mensen op alle niveau’s in die samenlevingen die zeggen: waar is Europa mee bezig? Get your act together. Waar is het leiderschap? Waarom kunnen jullie het niet eens worden over jullie munt? Wat is daar aan de hand? Europa wordt volstrekt irrele-vant, als jullie zo doorgaan. En er is hier nog steeds een soort superioriteitsgevoel van ‘ze hebben ons nodig’. Dat is heel hard aan het aflopen. Voor wij het weten hebben zij 6% economische groei.

Ik vind het belangrijk dat het beleid gemoderniseerd wordt. Wat mij betreft is een kern daarin de coherentie van het beleid. Je ziet nu toch vaak dat we met de ene hand iets geven en met de andere arm een veelvoud daarvan terugnemen. Denk aan handelsbarrières, land-bouwsubsidies. We zijn op de goede weg, maar er moet nog veel meer samenhang komen. Duurzaamheid, voor mij een prioriteit, als we daar geen oog voor hebben, is het allemaal kapitaalvernietiging, dat is echt urgent. De antwoorden die wij hebben passen niet meer bij de vragen van vandaag. En het gaat nu in een stroomver-snelling. Met nieuwe actoren, zoals China. Voormalige ontwikkelingslanden transformeren zelf tot donoren, zoals China en Brazilië. Europa wordt minder belang-rijk. Door de financieel-economsiche crisis moeten er prioriteiten gesteld worden, scherpe keuzes gemaakt. Ik vind dat we te weinig rekening houden met een snel veranderende wereld. En dat we ontwikkelingssamen-werking ook vanuit een zeer welbegrepen eigenbelang doen.

Actueel

8 PUM Magazine voorjaar 2012

‘Waar is Europa mee bezig?

Get your act together!’

Verder professionaliseren — met nieuw hoofd P&O

Met Rens van Gelder (55) als Adjunct-directeur/Hoofd Personeel & Organisatie heeft PUM een door de wol geverfde personeelsman binnengehaald. Een kennismaking met degene die vanaf november vorig jaar de personeelscepter zwaait bij PUM.

Rens van Gelder is behalve perso-neelsman ook iemand met brede ervaring op management- en marke-tinggebied. En misschien nog belang-rijker is zijn kennis en ervaring op het gebied van internationale samen-werking, opgedaan bij SNV, Memisa/

Cordaid en het ministerie van Buitenlandse Zaken. De laatste jaren bekleedde hij managementfuncties in de zakelijke dienstverlening.

Waarom PUM? ‘Vanwege mijn betrokkenheid bij Internationale Sa-menwerking. Met hoe je in deze tijd institutioneel en individueel onderneemt in een internationale context. Daar hoort gepast realisme bij. In mijn vakgebied ligt dat exact zo. Ik heb een sterke verbintenis opgebouwd met bedrijfsvoering en de positionering van HR.

Dan gaat het om grenzen en mogelijkheden verken-nen en vooral: goed werkgeverschap. HRM bij PUM is uitdagend, omdat je te maken hebt met vaste staf en (staf)vrijwilligers. Dus je organisatie rondom HRM moet daarop ingericht zijn en je moet flexibiliteit en duide-lijkheid bieden. De andere uitdaging - een belangrijke reden waarom ik voor PUM heb gekozen – is dat PUM meerdere unique selling points heeft die van groot belang zijn in een omgeving die gaandeweg kritischer wordt.’

PUM-energie‘Ik werk hier nu een aantal maanden en ervaar dage-lijks de sterke motivatie bij de vaste staf en de vrijwilli-gers. Een kritisch-professionele omgeving waarbij ik me heel goed voel. Vooral omdat de PUMmers door doen en laten een volstrekt ander beeld tonen van oudere werknemers dan het algemene beeld van senioren in Nederland, die steeds jonger oud verklaard worden. PUM kan als tegenwicht zo een boek schrijven over de energie die we hier in huis hebben, zonder pathetisch gedoe over leeftijd versus inzetbaarheid.’

Tekst: Pim van Rooijen

Nieuwe subsidieronde pakt goed uit voor PUMEind augustus 2011 diende PUM een subsidieaanvraag in bij het ministerie van Buitenlandse Zaken ter grootte van €49,5 miljoen voor de periode 2012-2015.

Het ministerie heeft bij beschikking van 19 december 2011 voor 2012-2015 een subsidie van €46,3 miljoen toegekend aan PUM. Er heeft dus een (beperkte) korting op de gebudgetteerde aantallen missies en Business Links plaatsgevonden die in geld gemeten €3,2 miljoen bedraagt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het wegvallen van de subsidie van EL&I* voor een groot deel via een hogere bijdrage (subsidie) gecompenseerd, maar dus niet geheel (zoals in de subsidieaanvraag was verwerkt).

Gezien het huidige politieke krachtenveld en de financiële crisis is PUM uitermate verheugd over deze toekenning.

Wij zien hierin een bevestiging van ons goede programma en een stevig fundament voor de komende periode.Dat neemt niet weg dat het zoeken - en op korte termijn vinden - van andere financieringsbronnen dan de overheid een uiterst belangrijke opdracht is die PUM zichzelf heeft opgelegd.

Hans Luursema Adjunct-directeur/Hoofd Financiën & Operaties

‘ik ervaar dagelijks de sterke motivatie’

* Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Page 6: PUM Magazine voorjaar 2012

10 PUM Magazine voorjaar 2012 11PUM Magazine voorjaar 2012

Actueel

Nieuwe lichting

Elk kwartaal ontvangt PUM

nieuwe experts voor een

introductiedag. We stellen

een aantal nieuwe gezichten

aan u voor.

Actueel

11PUM Magazine voorjaar 2012

André Bostelaar (64) werkte in de levensmiddelenretail. Zijn laatste werkgever was Sperwer. Zijn expertise is manage-ment, marketing en bedrijfskunde. Toen hij begin 2011 stopte met werken schreef hij zich in bij PUM. Sindsdien heeft hij drie missies gedaan in Turkije, Armenië en Surina-me. In Turkije ontmoette hij een ondernemer met een aantal

supermarkten die niet rendabel waren. Samen met de eigenaar werd alles ‘doorgekamd’. Een van de drie winkels werd gesloten. Ze bedachten hoe de eigenaar zich kon onderscheiden en ‘pimpten’ de overige twee op. In Armenië wilde een supermarktondernemer advies over inrichting en promotie. En in Suriname bezocht hij een verliesgevende megasuper-markt van een Chinese familie. Er werkten zeven familieleden in de back office en vrijwel niemand in de front office. Het management was slecht, er was een schromelijk gebrek aan marketing. Er werd een uitgebreid verbeteringsprogramma over de volle breedte opgesteld. André Bostelaar: ‘Soms zijn vreemde ogen nodig om echte verandering te bewerkstelligen.

Wilma Louw (55) werkte dertig jaar als makelaar/taxateur in haar eigen makelaardij. Nu de zaak overge-

dragen is aan twee zoons en een compagnon valt ze nog af en toe in. Via een collega hoorde ze van PUM en het idee buiten Nederland iets te doen met haar kennis sprak haar aan. ‘De makelaardij heeft niet stil-gestaan. In dertig jaar zijn er veel ontwikkelingen geweest op gebied van automatisering en presentatie. Het is een veelzijdig vak met mar-ketingtechnische kanten en onder-nemerschap, zaken die ook in een andere context nuttig kunnen zijn.’ Wilma Louw wilde altijd iets met ontwikkelingshulp doen. ‘Ik ben ooit begonnen met een opleiding verpleegkundige. Die combinatie van willen helpen en een commerciële kant komt, denk ik, ook terug in mijn keuze voor PUM.’

Ria Doolaard-Mee-kers (58)werkte lang in het onderwijs en heeft daarbij ongeveer

alles gedaan en meegemaakt: training, coaching, PR, voorlichting, Marketing & Communicatie, events, management, fusies, verhuizin-gen en openingen. ‘Via de Rotary hoorde ik over PUM, waarbij je met je expertise in het buitenland aan de slag kunt.’ Ze heeft twee missies achter de rug voor een beroepsop-leiding voor toerisme op Zanzibar, in het kader van het VEHICLE-programma. Augustus 2011 was de oriëntatiemissie, dat betrof vooral gesprekken met stakeholders over de wensen en verwachtingen van het bedrijfsleven op het gebied van toerisme-onderwijs. Ze is inmid-dels terug van haar tweede missie: ‘De school is ontstaan uit een soort hotel, de mensen die daar werkten werden automatisch leraar, maar misten didactische kwaliteiten. Er is nog een hoop te doen.’

Lezersonderzoek PUM Magazine

levert waardevolle input

Begin januari vroeg de redactie van PUM Magazine alle PUM-experts en stafvrijwilligers deel te nemen aan een lezersonderzoek. De redactie was benieuwd naar de mening van de lezers over de inhoud, vorm-geving en leesbaarheid. Ruim 800 experts (van de 3200, een mooie score!) gaven hieraan gehoor en vulden de enquête in. Inmiddels zijn de resultaten geanalyseerd en de conclusies getrokken. Een over-duidelijke meerderheid van 78 procent beoordeelde PUM Magazine als ‘goed’, met gemiddeld een 7,35. Men is over het algemeen tevreden over de onder-werpen die aan bod komen en er werden bovendien veel interessante suggesties geopperd.

Meer cijfersLezers willen meer statistieken en cijfers zien. Er zijn al statistieken en gegevens te vinden op PUMnet. Bijvoorbeeld bij ‘Mijn PUM’ (bij ‘sectoren’ of ‘landen en regio’s’), kunt u zien hoeveel missies er de afgelopen jaren in welke sectoren, landen en regio’s plaatsvonden. Ook onder ‘Over PUM’ (bij PUM in cijfers) vindt u meer informatie. Toch zullen wij hier meer aandacht aan gaan besteden in PUM Magazine.

Positieve verhalenEen ander punt dat vaak terugkwam was dat de missie-verhalen van experts in PUM Magazine voornamelijk positief zijn. De redactie zou meer aandacht moeten besteden aan missies die anders verlopen dan beoogd. Redacteur Frank Steverink: ‘Daarvoor hebben we de rubriek Leren uit ervaring. Maar blijkbaar is er behoefte aan meer verhalen over minder geslaagde missies. Dus de redactie zal naar manieren zoeken om naast de positieve kant meer aandacht te besteden aan de negatieve aspecten.'

VormgevingDe stijl, lay-out, illustraties en cover van PUM Magazine vallen bij de meeste respondenten in de smaak. Wel werden we erop geattendeerd dat de verschillende kleuren en het gekozen lettertype de leesbaarheid niet altijd ten goede komt. Dit is waardevolle input waarmee we in de komende uitgaven van PUM Magazine zeker rekening zullen houden.

Glossy stijl?De stijl van PUM Magazine ervaren sommige respon-denten als glossy en duur. Iets wat zij in deze tijd van bezuinigingen niet te rechtvaardigen vinden. Karin Jensma, hoofd Marketing & Communicatie: ‘De kosten van het papier zijn niet hoger dan van een ander soort, minder glossy papier. We hebben juist gekozen voor dit glanzende papier vanwege de uitstraling.’

Online nieuwsbriefTot slot vroegen wij uw mening over het lanceren van een online PUM nieuwsbrief. Hierop reageerde de meer-derheid van de respondenten positief. Wel met de kant-tekening dat de nieuwsbrief vooral kort en bondig moet zijn, eventueel met doorverwijzingen naar de website. We gaan hiermee aan de slag en houden rekening met alle nuttige adviezen en tips voor de inhoud van de online nieuwsbrief.

De conclusieDe redactie is heel tevreden met de uitkomst van het lezersonderzoek. We hechten veel waarde aan de posi-tieve opmerkingen, maar ook de kritische opmerkingen en de vele waardevolle suggesties zijn heel welkom. Wij zullen ons uiterste best doen om een passende invulling te geven aan de wensen en ideeën van de lezers. Nogmaals hartelijk bedankt voor uw medewerking!

Alle resultaten kunt u vinden op PUMnet (bij Publicaties/ PUM Magazine/ Lezersonderzoek PUM Magazine).

Niet weggooien!Wist u dat een flink aantal PUM-experts PUM Magazine doorgeeft aan anderen? Zo bereiken we een nog groter publiek en vergroten we de naamsbekendheid van PUM. Dus voordat u uw exemplaar van PUM Magazine bij het oud papier gooit: bedenk dat u er wellicht iemand anders blij mee kunt maken!

tekst: Gabriëlle ten Bokkel Huinink tekst: Frank Steverink

Geert Klaassen (65) is landbouwkundige, met als specia-lisatie landbouwtechniek en onderwijs. Hij is sinds 1973 actief in ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw, onderwijs en techniek. Voor verschillende werkgevers bezocht hij meer dan veertig landen. Zijn laatste werkgever

was Kerk in Actie/ICCO. Daarvoor werkte hij onder meer voor het ministerie van Landbouw en het Internationaal Centrum in Wageningen, voor een gezamen-lijk project van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Landbouw. Hij hield zich bezig met onderwijs: het opzetten en begeleiden van landbouw-praktijkinstellingen en -scholen en curriculumontwikkeling. Geert Klaassen: ‘Dat betekent werken met machines, apparatuur, heel praktisch en op alle niveau’s, van zaaizaadtechniek en machinegebruik tot universitair onderwijs.’ Toen PUM Geert Klaassen benaderde voor het opzetten en begeleiden van een landbouwpraktijkschool in Ghana, moest hij dat vanwege een verhuizing voorbij laten gaan. Hij kijkt uit naar een volgende kans.

Page 7: PUM Magazine voorjaar 2012

Thema Leren Thema Leren

Tekst: Mariken Stolk | Foto's: Johannes Odé

Hogeschool Esperanza,

Benin— opleiden van ondernemers is in ieders belang —

‘we maken dankbaar gebruik van de expertise die PUM ons kan bieden’

Ik studeerde eerst biochemie in Canada. Maar dat viel tegen. Mijn vader vertelde me over deze nieuwe studie in Benin. Het lijkt me geweldig om een eigen bedrijf als weddingplanner te starten. En met deze studie doe ik de juiste kennis op om daar daadwerkelijk mee te begin-nen. Ik oefen nu al in de praktijk met het opzetten van een bedrijf, want we werken samen met andere stu-denten aan praktijkcases in het starten van een bedrijf. Hoe schrijf je een goed bedrijfsplan, waar moet je aan denken, hoe houd je de administratie op orde? Dat soort praktische zaken leer je hier.’

Polyvalent en praktischChérifatou Salami, 19 jaar oud, vult aan: ‘Op de univer-siteiten wordt er onderwijs gegeven in één specialisme, wij zijn juist polyvalent. Op universiteiten wordt er

bovendien geen les gegeven in ondernemerschap, hier wel. Ook doen we veel praktijkervaring op, door stages te lopen bij bedrijven, door de bedrijvendagen en door de cases die we in groepjes uit moeten werken. Ik ben erg blij met mijn keuze voor deze studie. Het brengt mijn droom, het starten van een eigen bedrijf in tuin-bouw, veel dichterbij.’ Chérifatou volgt de bachelor in algemeen ondernemerschap, en zit in het tweede jaar. ‘Ik heb gekozen voor de algemene richting, want daar kun je alle kanten mee op. Ondernemerschap in horeca en toerisme is ook interessant, maar veel specifieker.’Datzelfde geldt voor Ben Ahmed Moussa, 24 jaar oud. ‘Ik vind algemeen ondernemerschap een interessante studie omdat het me ondersteunt in het zelfstandig zijn. Door het opstarten van mijn eigen bedrijf word ik onafhankelijk. Ik studeerde informatica in Ghana. Op vakantie bij mijn ouders ontdekte ik het bestaan van deze nieuwe studie en ik besloot over te stappen. Deze studie helpt me mijn praktische kennis te vergroten. Ik wil uiteindelijk mijn eigen bedrijfje oprichten en microchips produceren en verkopen waarmee gestolen auto’s kunnen worden opgespoord.’ Net als de ande-ren vindt Ben Ahmed het een voordeel dat de lessen zo praktisch zijn ingericht.

‘Ik heb al een eigen bedrijfje in het wassen van auto’s en het leuke is dat ik problemen die ik daarbij ervaar tijdens de lessen kan inbrengen als business case.’

Beurzen en geldschietersDe opleiding Esperanza is nog onbekend in Benin en is veel duurder dan een publieke universiteit.Pierre d’ Alcantara Zocli: ‘Vorig jaar hebben we een verlies van 5000 euro gedraaid. Dus totdat we voldoende studenten hebben om onszelf te bedruipen, steek ik er zelf geld in. Bedrijven zijn nog niet erg geneigd om bij te dragen. Zij vinden dat onderwijs een zaak is van de overheid. Maar wij proberen ze ervan te overtuigen dat het voor hen voordelen biedt als er goed opgeleide ondernemers op de markt komen. Er zijn al (voornamelijk internationale) bedrijven die beurzen beschikbaar stellen

voor studenten. Zoals Air France, Societé Génerale, Mexx en het Nederlandse bedrijf Vlisco, die onlangs twee beurzen instelde. En ook een aantal ambassades (waaronder de Nederlandse) financiert beurzen.’De studenten die we gesproken hebben, krijgen geen beurs, hun ouders betalen de opleiding. Zij hebben alle drie de wens om uiteindelijk de masteropleiding af te ronden. Hariane: ‘Ik start eerst met mijn bedrijfje, zodat ik van de inkomsten mijn masteropleiding kan betalen. Ik wil niet meer afhankelijk zijn van mijn ouders voor mijn studiekosten.’ Deze drie studenten hebben het ge-luk van redelijk welvarende ouders, die de studiekosten kunnen betalen. Ben Ahmed: ‘Maar mijn ouders moeten er wel hard voor werken, ze werken bij de overheid, en mijn vader heeft daarnaast ook nog een eigen bedrijf om wat meer inkomsten te genereren. Hoe eerder ik dus voor mijn eigen inkomsten kan zorgen, hoe beter!’

*Onderwijsprogramma VEHICLE Naast missies voor marktrelevant beroepsonderwijs

voert PUM een speciaal programma in 33 landen. Dat programma luistert naar de naam VEHICLE:

"Vocational Education for Higher Categories and Levels."

Twee jaar geleden startte een unieke hogeschool voor ondernemers in Cotonou, de grootste stad van Benin in West-Afrika. Inmiddels studeren er 35 studenten, met de ambitie om na hun stu-die een eigen onderneming te beginnen. PUM leverde een bijdrage middels het VEHICLE*-programma. PUM Magazine sprak met oprichter Pierre d’ Alcantara Zocli, het hoofd opleiding en met enkele studenten.

‘Er was een lange aanlooptijd nodig voordat de hogeschool voor ondernemers in 2010 van start kon gaan,’ vertelt Pierre d’ Alcantara Zocli. Hij is de oprichter van de Ecole Supérieur de l’Entrepreneuriat et de la Prosperité en hij gaf haar de naam Esperanza. ‘Wij zijn de eerste hogere be-roepsopleiding voor ondernemers in Franstalig Afrika. We willen aanstaande ondernemers een beroepsopleiding geven die duidelijk aansluit op de behoefte van de lokale markt. En we willen ze voldoende perspectief geven om eigen ondernemingen te starten. De Nederlandse ambassade wees ons op het bestaan van PUM en het VEHICLE-programma. Het blijkt dat onze opleiding goed aansluit bij de doelstellingen van het VEHICLE-programma, we maken dankbaar gebruik van de expertise die ze ons kunnen bieden. We hebben al verschillende nuttige missies gehad van PUM-experts Ronald Elte en Hennie van den Nieuwenhof.’ Docenten wervenBij het starten van een nieuwe opleiding zijn natuurlijk ook docenten nodig. Hoe heeft Pierre dat aangepakt? ‘Die heb ik vooral gezocht in het bedrijfsleven, met name jongeren die in het buitenland al een studie ondernemer-schap hebben gevolgd. Eén van hen is Tania Attiba, zij heeft gestudeerd aan een Franse universiteit op Ile de Maurice. Zij is nu hoofd van het opleidingsprogramma. Via haar oud-studiegenoten hebben we docenten en vrijwilligers kunnen werven voor de opleiding.

We hebben nu 20 docenten in dienst, 20 procent daarvan is universitair opgeleid als docent en 80 procent komt uit het bedrijfsleven.’

Tania Attiba heeft het lesprogramma geschreven. ‘Ik heb nauw samengewerkt met Ronald Elte van PUM. Hij heeft me goed geholpen om het lesprogramma te verbeteren. Hij gaf tips voor verbeteringen in de admi-nistratie en het beheren en plannen van het lesprogramma. Ook het bezoek van Hennie van den Nieuwenhof was erg nuttig. Aangezien de meeste docenten die hier werken wel veel ervaring hebben in ondernemersschap, maar geen pedagogische kennis hebben, was daar nog wel een slag te slaan. Hennie heeft geholpen met het opstellen van een pedagogisch programma. De mensen van PUM komen elk jaar zo’n tien dagen. Voor dit jaar staat er weer een bezoek van Ronald gepland. Ook krijgen we hulp van het Belgische Ex-change (de zusterorganisatie van PUM), op het gebied van strategie: waar zet je je marketing op in, hoe trek je studenten, dat soort vragen.’

ToekomstplannenDe opleiding is gestart met 9 studenten. Momenteel volgen 35 studenten een opleiding op Esperanza.Tania Attiba: ‘We hebben nu twee opleidingen, een ba-chelor in algemeen ondernemerschap en een bachelor in ondernemerschap in horeca en toerisme. Volgend jaar beginnen we in september met de masteropleidingen voor deze twee richtingen.’ Tijdens het PUM-bezoek krijgt een groep studenten Spaanse les en in een ander lokaal zitten de eerstejaars studenten op computers te werken. We spreken met een tweedejaars student en twee studenten uit het eerste jaar. Eerstejaars Hariane Zakkiyadh is 19 jaar en volgt een bachelor in algemeen ondernemerschap. ‘Ik ben met deze opleiding begonnen omdat ik er tijdens mijn eerdere studie achterkwam dat ik het liefst een eigen onderneming wil starten.

13PUM Magazine voorjaar 201212 PUM Magazine voorjaar 2012

Page 8: PUM Magazine voorjaar 2012

14 PUM Magazine voorjaar 2012 15PUM Magazine voorjaar 2012

Thema Leren Thema Leren

Vrijdagmorgen 25 november 2011. Uit de luid-

sprekers schalt het volkslied van El Salvador.

De minister van gezondheidszorg, Dra Maria

Isabel Rodriguez, is zojuist gearriveerd en staat

met andere officials vooraan in de zaal. Met de

hand op het hart neuriën ze mee. Een verslag

van PUM-experts Luc van Berkestijn en Fons

Mathot.

Het is de opening van het tweedaagse congres, georganiseerd door de in februari opgerichte

huisartsenvereniging in San Salvador. Hun doelstelling is om Family Medicine in dit land op de kaart te zetten. Wij zijn bij dit historische moment aanwezig om vanuit PUM Nederland een bescheiden bijdrage te leveren. De voorgeschiedenis van dit PUM-project ligt in de contacten die PUM-expert Pim van den Bosch in 2008 heeft gelegd met een kleine groep enthousiaste Salvadoriaanse huisartsen. Onze opdracht nu is, naast voordrachten tijdens het congres, de deuren te openen voor het con-cept huisartsgeneeskunde bij de diverse spelers in het

veld van de gezondheidszorg in El Salvador. Met onze gastheer Samuel Henriquez en zijn collega´s bestaat al contact sinds vorig jaar. Toen brachten zij een bezoek aan Nedeland om bij ons te zien wat de positie van de huisarts is binnen ons gezondheidszorgsysteem.

Family MedicineIn de dagen rond het congres vinden bezoeken plaats aan de Minister van Volksgezondheid, de Decaan van de Medische Faculteit en het Collegio Medico (te verge-lijken met onze artsenvereniging KNMG). De intentie van deze bezoeken is deuren openen voor het bestuur van AMEFAES (Association Medicina Familiar El Salvador), de huisartsenvereniging van El Salvador. Het belang van Family Medicine dringt op deze wijze door tot de verschillende stakeholders.

Voor ons beiden wordt het een ontdekkingsreis door on-bekend gebied. Er zijn veel plichtplegingen. De diverse instituties presenteren vooral hun eigen plannen. We nemen glossy rapporten in ontvangst. Meestal is er alleen aan het einde van de ontmoeting gelegenheid voor onze Salvadoriaanse collega’ s om hun plannen toe te lichten. Maar het is een begin. De deuren bij de diverse instanties staan op een kier. Het doet ons denken aan de situatie in Nederland in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Ook bij ons is het een moeizaam proces van erkenning geweest. De specialisten in El Salvador zien Family Medicine voorlopig helaas nog als een overbodige loot aan de medische stam en ook als een bedreiging.

Oorlogstrauma’sDe maatschappelijke context van onze Salvadoriaanse collega´s is echter totaal verschillend. El Salvador is een getraumatiseerd land sinds de bloedige burgeroorlog die eind tachtiger jaren aan ruim 70.000 mensen het

PUM-experts maken zich sterk voor huisartsgeneeskunde

leven heeft gekost. Het blijft een verdeeld en verscheurd land. Met een groot verschil tussen rijk en arm, en tussen de oudere en jongere generatie artsen. De upperclass leeft in fraaie villa´s in ommuurde enclaves. De armen moeten het doen met bouwsels van golfplaten. En de gewone man in de straat is letterlijk zijn leven niet zeker. Dagelijks vinden er door bendes zo´n vijftien moorden plaats. We lezen daarover in de krant die iedere ochtend in ons hotelletje op de ontbijttafel ligt. Na zes uur, als het donker is, zie je niemand meer op straat. De angst regeert. Verlammend voor elk initiatief tot verandering.

Toegang tot zorgVan de totale bevolking heeft slechts 15 procent via hun verzekering toegang tot moderne en complete gezondheidszorg. De rest moet het doen met de zeer basale zorg die van staatswege wordt geleverd. De ‘staats’-dokters gaan ´s middags naar hun private practice omdat ze van het overheidssalaris van $900 (lokale dollars) per maand niet kunnen leven. Maar toch is er hoop. Over het hele land zijn zogenoemde ECO´s (Equipo Comunitario de Salud) opgericht. Een soort eerste lijnsposten waar pas afgestudeerde basisarsten werken zonder vooraf een opleiding in eerstelijnszorg te hebben gevolgd. Hier ligt de kans voor goede, post-academisch opgeleide huisartsen om de zorg te verbeteren. Dit is een van de speerpunten van AMEFAES. Wij bezoeken de praktijken. Er valt nog veel te verbeteren. De basale hulpmiddelen voor lichamelijk onderzoek ontbreken vaak. Je zou iedere collega hier een NHG*-tas willen geven met het benodige instrumentarium.

Diagnostiche laboratoriumtesten mogen niet door de basisartsen worden aangevraagd. De artsen mogen slechts een zeer beperkt repertoire aan medicijnen voor-schrijven. Eigenlijk doet de arts in een ECO door deze belemmeringen het werk dat bij ons gedaan wordt door een praktijkverpleegkundige. Dit is precies waarom onze gastheren een huisartsopleiding willen; een soort eerherstel voor het beroep van arts, waarvan diagnostiek en therapie de kernactiviteiten zijn.

Opleiding huisartsgeneeskundeDe medische faculteit kent sinds 2004 formeel de opleiding tot Family Medicine. Het is een opleiding van drie jaar naar Cubaans model. We krijgen hierover een prachtige presentatie, compleet met modules en competenties.

Maar de werkelijkheid is helaas anders. De residents (arts-assistenten) dienen als werkkrachten in het ziekenhuis in plaats van in de ECO’s. Ze moeten zieken-huisdiensten draaien. Alleen op zaterdagen vindt er een vorm van onderwijs plaats. Ook Nederland kende in het begin van de opleiding de spanning tussen productief werken en onderwijs genieten. Wij hebben er veertig jaar over gedaan om tot een goed curriculum voor huis-artsgeneeskunde te komen.

Een pril beginHoe zal zich de post-academische huisartsopleiding in El Salvador ontwikkelen, in dit zo gefragmenteerde gezondheidszorgsysteem dat wemelt van de tegenge-stelde belangen? Zal moderne gezondheidszorg van hoge kwaliteit ook toegankelijk worden voor de lagere sociale klassen? Het antwoord is niet te geven. Een ding is zeker. Er zijn Salvadoriaanse idealisten zoals onze collega-gastheren die een prille start gemaakt hebben. Dit eerste congres droeg de ambitieuze titel Health Reform: Development of Primary Care and prospective position of Family Medicine. Het is een nog teer plantje dat gekoesterd moet worden. Vóór het congres telde AMEFAES 34 leden, erna 44. Een bescheiden groei dus. Zij verdienen onze steun. Aan de minister van gezond-heidszorg zal het niet liggen: ‘I follow AMEFAES.’

Twee weken later verlaten we El Salvador met een voor-zichtig optimisme. Is een eerstelijns gezondheidszorg met de huisarts als spil dan toch mogelijk in dit land? Wij willen dit proces graag volgen, in eerste instantie via e-mails met de Board. Eventueel volgt er in november van dit of volgend jaar nog een vervolgmissie, afhankelijk van de soort hulp die gevraagd wordt.

Tekst: Luc van Berkestijn en Fons Mathot

'Je zou iedere collega hier het benodigde instrumentarium willen geven'

Een verslag van een on-

gebruikelijke PUM-missie.

Dankzij uitzending door

PUM hebben twee experts

meerwaarde gegeven aan

een tweedaags congres in de vorm van bijdragen aan het congres,

bijscholing in kleine groepen en het deuren openen voor samen-

werking met de instanties op het gebied van gezondheidszorg.

*Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)

Page 9: PUM Magazine voorjaar 2012

16 PUM Magazine voorjaar 2012 17PUM Magazine voorjaar 2012

Thema Leren

De meeste PUM-projecten duren niet langer dan twee weken. Behalve als het gaat

om noodhulp na rampen, of om de VEHICLE-projecten voor ondersteuning van be-

roepsonderwijs. Zo werkt PUM in Haïti, sinds de aardbeving. En in Sri Lanka sinds

de tsunami van 2004. PUM leverde expertise bij de aanleg van een nieuwe vissershaven,

boven de hoofdstad Colombo in Sri Lanka. Expert Theo Dekker over een bijzonder

project dat begon in 2006 en in 2011 eindigde.

heo Dekkers expertise is veelzijdig. Hij studeerde levensmiddelentechnologie en kwam via Unilever,

Mölnlycke en DSM terecht bij Zeehaven IJmuiden N.V., toen net geprivatiseerd. Daar was hij zo’n 14 jaar direc-teur. Hij heeft altijd managementposities bekleed en het maakt volgens hem niet zoveel uit in welke branche je dat doet: ‘Er moet links meer geld binnenkomen dan er rechts uitgaat.’

HavenaanlegTheo Dekker: ‘Het was een megaproject: de aanleg van een totaal nieuwe haven net boven Colombo, de hoofd-stad. Het project werd onder andere gefinancierd door een programma van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat duurzame investeringsprojecten in infrastruc-tuur in ontwikkelingslanden ondersteunt. De haven zou qua output zo efficiënt mogelijk moeten zijn, maar er moest ook een kwaliteitsslag gemaakt worden om vanuit de haven ook visexportactiviteiten mogelijk te maken. Er lag een plan, gemaakt door een bouwgroep in Nederland. Men heeft veel verstand van bouwen, maar niet echt van de logistiek van vissershavens.’ Daarvoor was de expertise van Theo Dekker nodig. ‘Het begon met een eerste missie van twee weken. We hebben het dan over 2006.’ De PUM-expert bekeek het bouwplan van de bouwgroep kritisch.

Eerst sprak hij met allerlei mensen en bezocht hij veel havens in Sri Lanka. Zo zag hij ook voorbeelden van hoe het niet moest: een haven gebouwd door Japanners, waarbij de entree in de branding was gebouwd, zodat er geen schip naar binnen kon.

AanpassingenDe voormalige havendirecteur concludeerde dat er een lokale markt was, bediend door hele kleine vissers-schepen. En er was een hele kleine exportmarkt. Theo Dekker realiseerde zich dat de haven moest aansluiten bij de ontwikkeling van de mensen daar. ‘De stap van hele kleinschalige vangst naar export was te groot, dan weet je dat het niet werkt. Ik heb (buiten PUM) ervaring in Oman opgedaan, waar men een grote veiling bouwde met alles er omheen. Dat heeft nooit gewerkt. Dat waren die mensen niet gewend.’ De belangrijkste vraag die naar boven kwam na zijn eerste missie: ‘Hoe kunnen we voort-borduren op wat we hebben? En niet te grote stappen ineens maken, want dat werkt niet.’ Theo Dekker kwam met het voorstel het havenontwerp aan te passen om beide markten te ondersteunen. Aan de noordkant is de haven geschikt voor kleine vissersboten. Die kant heeft ook beduidend minder koelfaciliteiten. De zuidkant werd klaargemaakt voor grotere schepen.

Thema Leren

‘Niet te grote stappen ineens maken, dat werkt niet’

ier kwamen faciliteiten voor export en allerlei voor-zieningen zodat de vis zo snel mogelijk uit het schip

de koeling in kan. ‘We hebben het zuidelijk deel uitge-diept tot min zes meter voor die kleine bootjes,’ vertelt Theo Dekker. ‘We hebben de sleephelling veranderd in een liftinstallatie en de koelcellen gewijzigd. De hele lay-out aan de zuidkant is veranderd.’ Kortom, vergeleken met het oorspronkelijke plan is er het nodige gewijzigd.

Werkgelegenheid en milieuDe haven is gebouwd om de overbelaste haven van het nabijgelegen Negombo te ontlasten. Bovendien is er een kanaal waar veel vissersboten afmeerden. Om milieure-denen was dit ongewenst. De nieuwe haven zal ook hier soelaas gaan bieden. De nieuwe haven levert uiteindelijk directe werkgelegenheid op voor 80 mensen en met alle aanverwante activiteiten kun je dat met een factor drie vermenigvuldigen. Daarnaast zijn er zo’n 1500 vissers, op 450 boten, die gebruik gaan maken van de nieuwe haven. Er is bij het ontwerp van de haven ook gedacht aan duurzaamheidaspecten. Zo wordt het visafval ge-bruikt voor veevoer.

Opleiden van het managementAfgelopen jaar heeft de PUM-expert zijn energie vooral gericht op het instrueren van het management, met name op het omschrijven van taken en bevoegdheden. ‘Ik ben er in totaal zes keer geweest, het laatst in novem-ber vorig jaar,’ zegt Theo Dekker. ‘Toen zag het er goed uit, maar was de haven nog niet operationeel. Een van de afspraken vooraf was dat we een manual zouden achterlaten voor de werkwijze in de haven. En dat we voor de medewerkers daar een opleiding zouden verzor-gen. Er zijn allerlei functieomschrijvingen en procedures opgesteld, over onderhoud, inspecties, behandeling van klachten, inkoop enzovoort.’

De uitdaging was de medewerkers uit te leggen wat de essentie van de organisatie is. Theo Dekker: ‘Zo’n boot komt binnenvaren en moet vis lossen die naar de consu-ment gaat. De vissers vertrekken weer om vis te vangen. Al het andere is ondersteuning om dat primaire proces te faciliteren. We hebben dat eerst uitgelegd aan de managers van de nieuwgebouwde haven. Iedere ochtend hebben we een paar uur met ze gesproken, in een kleine groep. Omdat de helft geen Engels sprak, had dat wel wat voeten in aarde.’

Uiteindelijk is er een training georganiseerd in de vorm van een driedaags symposium waaraan ook de haven-managers van andere havens op Sri Lanka deelnamen. De PUM-expert heeft nog steeds contact met de Sri Lankezen, misschien moet er nog een laatste follow-up missie komen, denkt hij: ‘je moet de energie van de afge-lopen jaren rendement geven.’

Voor Theo Dekker was dit zijn laatste missie voor PUM. Binnenkort wordt hij zeventig en dan komt er een einde aan zijn vrijwilligerswerk voor PUM.

Financiering en organisatie: De haven is grotendeels gefinancierd door de Britse HSBC bank die 30 miljoen – van de €45 miljoen - voor zijn rekening nam. 10 miljoen kwam van de tsunami-gelden die na de ramp beschik-baar werden gesteld voor wederopbouw van het zwaar getroffen eiland.

De Nederlandse bijdrage kwam van het ORET-programma: een programma van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat duurzame investeringsprojecten in infrastruc-tuur in ontwikkelingslanden ondersteunt. Het programma wordt in opdracht van het ministerie uitgevoerd door ORET.nl, een consortium van PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. en Ecorys Nederland B.V. Met het ORET-geld werd de rente en aflossing voor tien jaar veiliggesteld.

PUM werd voor dit project benaderd door FMO, de Neder-landse ontwikkelingsbank voor opkomende economieën en ontwikkelingslanden. FMO is een van de samenwer-kingspartners van PUM, en in voorkomende gevallen levert PUM expertise in projecten van de bank.

Tekst: Frank Steverink

Page 10: PUM Magazine voorjaar 2012

18 PUM Magazine voorjaar 2012 19PUM Magazine voorjaar 2012

Leren uit ervaring Leren uit ervaring

PUMmers beschikken over een schat aan expertise en ervaring. Ze delen de passie anderen hiervan volop te laten profiteren. Die elementen zijn onmisbaar als basis voor PUM-missies. Is dat voldoende voor een expert om in den vreemde te slagen? ‘Nee’, zegt Kees Wisman. Hij kan het weten. Hij was als adviesdeskundige actief in binnen- en buitenland en werkte een kleine dertig jaar bij trainings- en adviesbureau Schouten & Nelissen. Vol overtuiging: ‘Succesvol adviseren kun je leren.’

Bij verreweg de meeste PUM-missies deugen de adviezen van Nederlandse experts. Er is zelden een speld tussen te krijgen. Toch blijven in een aantal gevallen de ge-wenste verbeteringen geheel of gedeeltelijk uit. Jammer voor de PUM-experts, maar vooral voor het bedrijf of de organisatie waar hij of zij naartoe reisde met als doel oplossingen te zoeken voor gesignaleerde problemen.PUM-experts zijn meer dan vakkundig en ervaren. Hun instelling is positief, hun bereidwilligheid is groot om de hulpvragende partij de helpende hand te bieden. Maar kennis, ervaring en goede bedoelingen zijn nog steeds geen garantie voor geslaagde missies. Kees Wisman praat bevlogen over het onderwerp. Zijn suggesties voor verbeteringen zijn talrijk. ‘Veel mensen doen het van nature prima,’ steekt hij relativerend van wal. ‘En ik beschik niet over een doos met trucs. Ik help mensen hun eigen vaardigheden aan te boren. Soms stuiten adviseurs ter plekke op problemen en dan is het jammer als die het bereiken van het beoogde doel in de weg staan.’

Toegevoegde waarde moet landen‘Adviseren is het leveren van toegevoegde waarde. Altijd. Die moet als het ware bij betrokkenen landen, zodat die het advies overnemen en in de praktijk brengen,’ ver-telt hij. Veel mensen vergeten dat, niet uit onwil, maar uit onwetendheid.

Ex-ondernemers hebben soms de neiging om te zeggen: ’als je het niet begrijpt, zal ik het nog eens uitleggen’. Een enkeling meent zelfs: ’ik weet hoe het hoort en jullie moeten goed luisteren en gewoon doen wat ik zeg’. Of ze zien gesprekspartners als lui of dom, of allebei. Een dergelijke houding duidt op eenrichtingsverkeer en dat is nou juist niet de bedoeling. Niet tegen mensen zeg-gen hoe ze iets moeten doen, maar met mensen hun problemen bespreken. Beter is het om de open vraag te stellen ’waarmee kan ik je helpen?’ Anders bestaat het risico dat zij een adviseur ervaren als iemand die niet wil samenwerken, terwijl die adviseur daar een andere kijk op heeft.

Er moet interactie ontstaanTussen de expert en de andere partij moet interactie ontstaan. Op die manier groeit een wederkerige relatie die onontbeerlijk is voor de het succesvol overdragen van kennis door de expert en voor het absorberen, het accep-teren en uitvoeren van adviezen door de vragende partij.

Kees Wisman: ‘Vertrouwen speelt een cruciale rol. Als je gesprekspartner iets niet snapt, niet nog eens uitleggen en nog eens en nog eens. Achterhaal welke onderdelen de ander begrijpt en welke brokstukken niet, en waarom

niet, waar het misgaat in de communicatie.’ Samenwerken werkt het beste, daarvan is hij overtuigd. Door het stellen van een retorische vraag komt hij met een simpel voorbeeld: ‘Hoe los je thuis een probleem op? Daar kom je samen uit. Zo moet een PUM-expert zijn advieswerk ook zien. Die komt als dienstverlener bij een bedrijf over de vloer. Probeer het krachtenveld te doorgronden waarin de andere partij moet functioneren. Voeg je naar dat krachtenveld. Toon respect. Presenteer je niet als degene die wel even komt vertellen hoe het moet. Informeer naar de beweegredenen waarom zaken op een bepaalde manier gebeuren.

‘Eenrichtingsverkeer is niet de bedoeling’

Adviesdeskundige Kees Wisman:

’Adviseren is toegevoegde waarde leveren, altijd’

Tekst: Leo Enthoven

Wees zonder vooroordelen nieuwsgierig, stel vragen, en schort je oordeel op. Laat mensen in hun waarde door cultuur- en geloofsverschillen, die vaak groot zijn, te eerbiedigen. Weet bepaalde zaken te relativeren. Humor op zijn tijd is daarbij een prima hulpmiddel.’

Instelling en werkwijzeZijn de instelling en werkwijze van de PUM-expert be-palend voor het succes van een missie? ‘Zijn doel moet zijn van een probleem een gezamenlijk probleem te maken, om partner te zijn,’ aldus Wisman. ‘Daarna kan hij de eigen expertise in stelling brengen om gezamen-lijk toe te werken naar een oplossing. Dat is zijn meer-waarde waar ik in het begin van sprak. De vragen: wat doe ik hier? voor wie? waarom? laten zich dan positief beantwoorden.’ Vanzelfsprekend ligt niet alles exclusief op het bordje van de adviseur. Het adviestraject begint met een helder geformuleerde probleemstelling en hulpvraag. Mede door taalproblemen schort het daar een enkele keer aan. Daarnaast is het belangrijk de we-derzijdse verwachtingen zo concreet mogelijk in kaart te brengen. Soms zijn die bij een van de partijen – of bij beiden – niet realistisch.’

Kijk naar jezelfDe kern van zijn boodschap is dat deels verkeerd gedrag van de adviseur, ondanks diens prima intenties, het implementeren van oplossingen bij de klant in de weg kan staan. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Geen enkele PUM-expert wil dat. Kees Wisman gedecideerd: ‘Niemand gaat op pad om de boel te verzieken, dat is duidelijk. Maar het kan geen kwaad naar eigen gedra-gingen te kijken. Expertise is onontbeerlijk, maar niet genoeg. Naast deskundigheid van de adviseur gaat het om het helder benoemen van problemen en het formuleren van gewenste en realistische oplossingen. Inhoud en interactie vormen sleutelbegrippen. Advi-seurs moeten zich daarbij niet boven of onder hun klant opstellen, maar zich als gelijkwaardige inleven in zijn situatie. Het maakt niet uit of je met de hoogste baas of met de loopjongen van doen hebt. Hoe meer je sámen doet, hoe béter de uitkomsten.'

InlevenKees Wisman: ‘Probeer je in te leven in het gezichtspunt van de ander. Die doet een beroep op jouw kennis.

Jij weet hoe het moet. De essentie is dat je jouw kennis op de juiste manier inzet voor die ander. Dat wordt alleen een succes als die ander er het nut van inziet. Het is de taak van de adviseur hem daarvan te overtuigen.’

Glimlachend: ‘Eigenwijze mensen zijn het leukst om mee te werken, want die dagen je uit tot nog grotere betrokkenheid en duidelijkheid. In elk geval, hoe meer mensen jóu toelaten, hoe beter de resultaten van je advieswerk.’

Koppel terug vanuit eigen ervaring en deskundigheid. Nooit jij-bakken.Werk aan een ontspannen sfeer, laat de inhoud af en toe even rusten, wees sociaal, informeer naar het welzijn van familieleden. Dat bevordert de sfeer van onderling vertrouwen. Nederlanders kunnen direct zijn, wat buitenlanders wel eens als bot ervaren.Stimuleer mensen om zelf bijdragen te leveren aan mogelijke oplossingen.Creëer draagvlak voor oplossingen. Het is verreweg het effectiefst als die door de hele organisatie gedragen worden.Accepteer dat je op weerstand stuit. Veranderprocessen zijn lastig, mensen veranderen niet gemakkelijk, want ze verliezen daarbij hun routines. Je bent effectiever als je hun vertrouwen hebt gewonnen en als je bedoelingen zuiver zijn.Overlaad mensen niet met te veel informatie tegelijker-tijd. Doseer. Controleer regelmatig of ze het begrepen hebben.Blijf de onafhankelijke denker, houd een zekere afstand, bewaar de helikopterview, laat je niet meeslepen.Wees flexibel, geef af en toe een beetje toe als dat het proces verder helpt.Draai niet om de waarheid heen, wees niet bang om te verwoorden wat je ziet. Wees niet beducht voor dompers.

Oplossin

g

Solucion

‘Expertise is onontbeerlijk, maar niet genoeg’

Page 11: PUM Magazine voorjaar 2012

20 PUM Magazine voorjaar 2012 21PUM Magazine voorjaar 2012

Achtergrond

Uitzendbureau in Suriname

Achtergrond

Tekst: Frank Steverink | Foto: Bert Drenth

Landencoördinator Jur Georgius is sinds 2002 vrijwilliger bij PUM en ‘doet’ Suriname al zo’n drie

jaar. Vandaag is hij bij PUM voor een debriefinggesprek met energiespecialist en PUM-expert Wim Vijfwinkel. Deze expert adviseert momenteel een natuurresort in de Surinaamse binnenlanden over energiezuiniger ope-reren. Gaan ze over op zonnecollectoren? Is een ander ‘frisse lucht’ systeem een optie, dat zo’n 80% minder energie gebruikt? En wat is de terugverdientijd van die investeringen? Het resort ligt op een uur vliegen van luchthaven ‘Zorg en Hoop’ in hoofdstad Paramaribo. De eigenaar van het resort wil investeren, maar vooraf wil hij weten waaraan hij begint.

Meer groene projecten‘Groene energie’-projecten zoals deze zien experts steeds vaker bij PUM. Onlangs werd een duikresort voor de kust van Kalimantan geadviseerd over de mogelijk-heden om dieselgeneratoren te vervangen door zonnecol-lectoren, onder meer voor de energievoorziening van de

diepvriezers van het resortrestaurant. De expert bracht de ondernemer in contact met Kamworks, een door Nederlanders opgericht bedrijf in Cambodja, gespeciali-seerd in duurzame energieoplossingen.Wim Vijfwinkel heeft inmiddels ook contact opgenomen met de expert die het duikresort adviseerde, om er zeker van te zijn dat ze niets over het hoofd zien.

Wegens succes beëindigd…Een langdurig contact met een plastic- en waspoeder-producent in Paramaribo kwam onlangs ten einde. Wegens succes. Het bedrijf is inmiddels zo gegroeid dat het niet meer aan de selectiecriteria van PUM voldoet. Het werd door meerdere experts vanaf 1996 ondersteund. In eerste instantie ging het om verbetering van het formulering- en productieproces voor waspoeders (ondersteuning door zeep- en receptuurdeskundigen) en van het productieproces van plastic flessen (onder-steuning door extrusiedeskundigen). Deze ondersteuning resulteerde onder andere in aanpassingen in de productie-

processen, verhoging van de productiviteit en de intro-ductie van een aantal nieuwe producten. Na een brand, die een van de productiehallen verwoestte, vroeg het bedrijf weer advies aan PUM bij het herinrichten van de nieuwe fabriek, met speciale aandacht voor arbeidsom-standigheden, milieu en veiligheidseisen.

Suriname zit op mij te wachten, Nederland nietEen bijzondere aanvraag kwam van een uitzendbureau in Suriname. In hun bestand van ingeschreven werk-zoekenden kwamen ze een grote groep jonge mensen tegen die de aansluiting missen op de arbeidsmarkt. De onderneemster woonde eerder in Nederland en stond, toen zij ons land verliet, in het Algemeen Dagblad met de kop: ‘Suriname zit op mij te wachten. Nederland niet.’ Ze zegt daarin veel geleerd te hebben in Nederland, onder meer kritische vragen stellen en initiatief nemen. Inmiddels is haar uitzendbureau marktleider in Suriname. De onderneemster diende een aanvraag voor support in bij PUM.

Maatschappelijk verantwoord ondernemenPUM-expert Bert Drenth maakte kennis met haar en in-ventariseerde het probleem. Het uitzendbureau heeft op 11.000 ingeschrevenen een groep van 5000 ingeschre-venen die ‘op redelijk grote afstand van de arbeidsmarkt’ staan. Het gaat om te weinig ontwikkelde competenties of een afgebroken opleiding. Tegelijkertijd zoeken Suri-naamse werkgevers mensen en trekt de economie aan.

‘meerwaarde van de PUM-missies transparant krijgen’

Bert Drenth ging netwerken en legde zijn oor te luisteren. Al snel kreeg het project vorm en een naam. Er wordt een pilot opgezet waarbij deelnemers en bedrijven maximaal zes maanden met elkaar aan de slag gaan. De deelnemers werken vier dagen per week en besteden een dag aan persoonlijke competentieontwikkeling. Er volgt samen-werking met het Nederlandse uitzendbureau Olympia en met de brancheorganisatie, de Algemene Bond voor Uit-zendbureaus (ABU), die hebben toegezegd een stageplaats te zullen verzorgen. ‘Dit is een voorbeeld van maatschap-pelijk verantwoord ondernemen’, zegt Bert Drenth, ‘en er kan kostendekkend gewerkt en op termijn ook winst gemaakt worden.’

Frisdrankproducent breidt uitPUM-expert Hans Schirmer adviseerde een frisdrankpro-ducent in Suriname die zijn productie drastisch wilde verhogen met het oog op export, vooral naar Brazilië, en door toename van het ecotoerisme.

Ze wilden daarom een nieuwe waterbron in gebruik nemen waarvoor een waterzuiveringsinstallatie nodig

was. De PUM-expert kwam met de technische specifi-caties voor de te installeren filters en de te gebruiken inhoud daarvan. En met aanvullende adviezen hoe het bedrijf efficiënter en winstgevender kon opereren. Zo kon de capaciteit van de bestaande membraanin-stallatie eenvoudig met 15% verhoogd worden door het doseren van polymeren. Inmiddels heeft het bedrijf in Nederland voor een kleine €20.000 aan ‘multimediafil-termateriaal’ aangeschaft om de filters te vullen.

The bottom lineHet afgelopen jaar is het streefgetal van 20 missies voor Suriname ruim overtroffen naar 28 missies. Voor dit jaar staat de planning op ongeveer 30 missies. Jur Georgius stelde onlangs een nieuwe lokale vertegen-woordiger aan, zodat Suriname er nu twee heeft. Beiden zijn verbonden aan de Surinaamse werkgevers-organisatie en zodoende well-connected. Jur Georgius houdt bij wanneer een expert aangeeft dat hij iets verdiend heeft voor het bedrijf. Zo heeft de eer-der genoemde wasmiddelproducent na aanleiding van de laatste missie van Pieter Rouwette €60.000 extra omzet gegenereerd. Bovendien werd er de afgelopen jaren voor een half miljoen € aan apparatuur in Neder-land ingekocht. Een supermarkt in Suriname gaat na realisering van de adviezen van PUM-expert Andre Bos-telaar een omzetstijging van 20% boeken. Ben Suidman adviseerde een groothandel in drukkerij artikelen die in vier jaar een omzetverdubbeling gaat realiseren.

‘Het is belangrijk om de meerwaarde van de PUM-missies transparant te krijgen,’ aldus de landencoördinator. Daarom vraagt hij bij zijn debriefinggesprekken standaard naar eventueel verminderde CO2-uitstoot en inkoop bij het Nederlandse bedrijfsleven. ‘Het is belangrijk dat er commitment is bij onze klanten. Ik ben blij dat we ken-nis delen en geen geld weggeven. Ik ben er erg voor dat een bedrijf, na de eerste gratis missie, een bijdrage van €700,- betaalt. Als je iets gratis weggeeft, waardeert men het veel minder.’

Op de vraag naar zijn favoriete project in Suriname komt Jur Georgius na even denken met het voorbeeld van een bedrijf dat drinkwater bottlet. Het bedrijf was erg tevreden en heeft het rapport van PUM-expert Koos Cremer aan een lokale consultant gegeven voor verdere implementatie. Jur Georgius: ‘Het beste wat mij als Lan-dencoördinator is overkomen. PUM complementair aan het lokale bedrijfsleven. PUM (voorlopig) overbodig.’

Met Jur Georgius, landencoördinator Suriname, bekijken we een aantal recente PUM-projecten in

Suriname. ‘Suriname is een fantastisch land! Die mening wordt ook gedeeld door alle experts.

Een vriendelijke en bovenal zeer gastvrije bevolking en de ondernemers daar zijn blij dat we er

zijn en kennis willen brengen en delen. Het enthousiasme van deze ondernemers is echt inspirerend.’

PUM Parelsinspirerende projecten met Surinaamse ondernemers

Page 12: PUM Magazine voorjaar 2012

22 PUM Magazine voorjaar 2012 23PUM Magazine voorjaar 2012

Nog niet zo lang geleden gaf de voormalige Amerikaanse president Bill Clinton zijn visie op politica Sarah Palin. Volgens Clinton gaat het bij Sarah Palin niet om wat ze zegt, maar meer om hoe ze het zegt. Clinton noemde deze manier van spreken free of facts, letterlijk vertaald: vrij van feiten. Clinton, een goed ontwikkeld en intel-ligent man, stoorde zich aan het gebrek aan kennis van deze vrouw. En dat niet alleen. Dat zij haar gebrek aan kennis zo goed weet te verbloemen, en daarom zeer geloofwaardig overkomt, is hem een doorn in het oog.

Inmiddels bezigen nogal wat politici de zogenaamde free of facts-methode. Het lijkt bijna een voorwaarde te worden om überhaupt een van de verkiesbare plaatsen te bemachtigen. De methode begint vaste voet aan de grond te krijgen in de samenleving. Politici komen te pas en te onpas opdraven in de meest populaire tele-visieprogramma’s. Het lijkt een niet te stuiten opmars van populisme.

Waar zijn ze gebleven, de gezagsdragers en alom geres-pecteerde politici die van het bestaan van welk televi-sieprogramma dan ook niets afwisten?

Zij waren dag en nacht in touw met het bestuderen van belangrijke beleidsstukken, teneinde weloverwogen beslissingen te kunnen nemen. Zonder twijfel waren zij uitgekozen omdat ze kennis van zaken hadden. Dat was een voorwaarde. Wars van populisme waren ze en niemand die zich bekommerde over de ietwat slonzige pakken van Den Uyl of de te zware baard van Lubbers.

Politici die nu het vak moeten leren worden gepimpt, om het maar eens populair te zeggen. Stel je een wil-lekeurige politicus voor als pop. Ontdoe hem van zijn saaie pak, stuur hem naar de kapper, geef hem medi-atrainingen en een paar goede oneliners mee. Voordat je het weet zit hij in de Tweede Kamer. Natuurlijk in een pak dat goed kleurt bij het paarse stoeltje.

Karin Verhaak-Kersten

PUM-expert Karin Verhaak-Kersten is sinds 1980 werkzaam in de journalistiek.

Zij werkt als freelance journalist in binnen- en buitenland en was mede-eigenaar

en hoofdredacteur van Peel en Maas uitgevers, uitgever van vijf nieuwsbladen in

Noordoost-Brabant. Sinds 2006 staat ze ingeschreven bij PUM. Onlangs debuteerde

ze met haar bundel ,,Blote Schoenen”, te bestellen bij Bol.com of via de boekhandels.

Gepimpt!

Synergie Achtergrond

Woord en Daad is één van de organisaties waarmee PUM samenwerkt. W&D is een ontwikkelingsorgani-satie, opgericht in 1973, ‘die mensen verbindt over de hele wereld in hun strijd tegen armoede, vanuit Bijbels perspectief’. Hiermee wil W&D een bijdrage leveren aan duurzame verandering in Nederland en wereldwijd. W&D kent verschillende programma’s: basisvoorzie-ningen en noodhulp, onderwijs, arbeid en inkomen (vaktraining, opzetten van bedrijven) en bedrijfsontwik-keling. De uitvoering van de programma’s verloopt via lokale christelijke partnerorganisaties in Afrika, Azië en Midden- en Zuid-Amerika. Voor het programma Bedrijfsontwikkeling richt Woord & Daad zich, net als PUM, op versterking van de private sector ontwikkeling. De focus ligt daarbij op versterking van productieve bedrijven.

Samen ondersteunenW&D verstrekt financiering (leningen/equity) en daaraan gekoppeld (financiering van) technische ondersteuning.

Enkele voorbeelden zijn: een koffie- en cacaoketen en groenteteelt in Nicaragua, koffie en pluimveeketen in Haïti en vleesverwerking in Ethiopië. In Oeganda is W&D, samen met andere Nederlandse ondernemers, medeaandeelhouder in een agrarisch loonbedrijf. Maarten van Middelkoop, manager bedrijfsontwikkeling: ‘We kijken kritisch naar een business plan. Als er geen markt is, is het kapitaalvernietiging om te financieren. We richten ons onder andere sterk op agribusiness (verwerking) en op boeren, farming entrepreneurship. De synergie tussen W&D en PUM bestaat eruit dat PUM benaderd wordt als er behoefte is aan technische ondersteuning bij projecten. Omgekeerd kloppen PUM-experts aan bij Woord & Daad als er behoefte is aan financiering bij de geadviseerde bedrijven. .

Synergie: Woord & Daad

Column

Bedrijven zoeken manieren om hun MVO-beleid* con-creet in te vullen. Zo willen ze betrokkenheid van hun personeel stimuleren (people), hun keten duurzamer maken (planet) en dat alles laten aansluiten bij de eigen core business (profit). Het is lastig om dat zelf te organi-seren en er zijn weinig organisaties die daarbij kunnen helpen. PUM speelt daarop in met een sponsorprogram-ma dat aan de bedrijfswensen tegemoet komt.

Concreet biedt PUM Nederlandse bedrijven de kans om sponsor te worden van een PUM-sector. Daarmee finan-ciëren zij projecten in die sector. In de loop van de tijd ontstaat er dan een exclusief netwerk van sponsors dat effectieve en duurzame ondernemingszin stimuleert in ontwikkelingslanden en opkomende economieën.

Betrokken, gemotiveerde werknemers Sponsors kunnen hun eigen mensen (50-plussers) inschrijven als PUM-expert. De ervaring leert dat werk-nemers van die leeftijd de opleidingstrajecten in een bedrijf vaak al volledig doorlopen hebben. Manieren om juist die groep te blijven motiveren zijn schaars, maar door als PUM-expert op pad te gaan, hervinden zij vaak hun motivatie. Ze komen terug met nieuwe energie die ook hun omgeving stimuleert. Overigens gelden voor medewerkers van sponsors dezelfde criteria als voor mensen die zich op individuele basis aanmelden bij PUM. Eenmaal ingeschreven krijgen ze bij de selectie voor een missie geen voorkeursbehandeling. De keuze voor de juiste expert blijft aan de sectorcoördinator. Ook voor jongere medewerkers biedt PUM mogelijkhe-den. Door een klant van PUM te ‘adopteren’ kan een sponsor jongere medewerkers bijvoorbeeld inzetten bij implementatietrajecten.

Echt MVOSponsors willen MVO echt onderdeel maken van hun bedrijfsfilosofie. Door samenwerking met PUM kan een sponsor die filosofie ook extern uitdragen. Sponsorschap biedt namelijk ook communicatiekansen, bijvoorbeeld via P+, vakblad voor de MVO-praktijk en mediapartner van PUM. En dat werkt ook de andere kant op. Bedrij-ven zullen PUM in hun PR vaker noemen, waardoor de naamsbekendheid van PUM kan groeien. Ook commer-cieel kan samenwerking met PUM interessant zijn voor sponsors. Zo zal PUM bij het bezoek van PUM-klanten aan Nederland altijd kijken of er een bezoek aan de sponsor kan plaatsvinden. Dit kan uitmonden in interes-sante handelsrelaties.

Experts van de toekomstVoor PUM is samenwerking met bedrijven bovendien interessant omdat het een manier is om PUM-experts te werven in sectoren waarin we een tekort hebben. Denk bijvoorbeeld aan de sectoren houtbewerking of horeca. Verder is het een mogelijkheid om actief te communi-ceren met nog werkende experts. Om het sponsorpro-gramma handen en voeten te geven en tot een succes te maken, is er op de afdeling Marketing & Communicatie een nieuwe functie gecreëerd: Coördinator Bedrijfsspon-soring.

Lotte Coosen, tot voor kort Project Officer bij PUM, greep haar kans, solliciteerde en kreeg de baan. Lotte Coosen: ‘Ik ben de eerste weken bezig geweest met het in kaart

brengen van mogelijke sponsors. We hebben inmiddels de eerste gesprek-ken gevoerd en de reacties zijn bemoedigend. Het is geweldig om te zien hoe de (staf)vrijwilligers mee-denken en meewerken. Vanuit alle sectoren komen ze met interessante contacten. Ze hebben me meteen

goed aan het werk gezet!’

Tekst: Karin JensmaTekst: Frank Steverink

In tijden van slinkende budgetten voor ontwikkelingshulp, bieden sponsorgelden PUM een alternatieve financierings-

bron. Daarom zoekt PUM met een nieuw sponsorprogramma meer samenwerking met Nederlandse bedrijven.

Dit programma biedt bedrijven een uitgelezen mogelijkheid voor concrete invulling van hun MVO-beleid.

Sponsoring: nieuwe kansen voor Nederlandse bedrijven én PUM!

PUM helpt bedrijven bij invullen MVO-beleid

personeel stimuleren, de keten

duurzamer maken

* maatschappelijk verantwoord ondernemen

Page 13: PUM Magazine voorjaar 2012

24 PUM Magazine voorjaar 2012 25PUM Magazine voorjaar 2012

Veiligheid & Gezondheid

Hoe gevaarlijk zijn

Guatemala en El Salvador??

— Bedenkingen en nuances —

Paul Laurijssens is ruim drie jaar landencoördinator Guatemala en El Salvador. Hij weet dat sommige experts (of hun partners) bedenkingen krijgen bij het lezen van de reisadviezen (van het ministerie voor Buitenlandse Zaken) voor beide landen. Daarin staat dat men bepaal-de streken en wegen beter kan vermijden. Maar hij kan vrijwel altijd in een goed briefinggesprek een nuancering van de gevaren aanbrengen. Verreweg het grootste deel van de experts keert heel enthousiast terug van de mis-sie en is vol lof over de ontvangst bij de bedrijven en de hartelijkheid van de bevolking. ‘Bij het begin van elke briefing vertel ik over de onveilige aspecten van het land, maar ook dat - als men zich aan bepaalde regels houdt - de risico’s goed hanteerbaar zijn.Ga niet zelf op stap, lopend of met openbaar vervoer. Het lokale bedrijf zorgt voor transport van en naar het werk en gaat meestal met je eten. Als je een taxi nodig hebt, bestel hem dan via je hotel en laat dezelfde chauffeur je weer terugbrengen. Ga nooit alleen pinnen, maar zorg dat er iemand van je bedrijf bij is.’

OngerustNiet iedereen houdt zich aan die aanbevelingen. Paul Laurijssens: ‘Een expert wilde in het weekend met lokaal vervoer naar de kust. Hij kwam niet terug op de afge-sproken tijd. Het bedrijf informeerde zeer ongerust de lokale vertegenwoordiger en stond op het punt de politie in te schakelen toen de expert even later kwam aanzetten.Hij had een andere, latere bus genomen.

Resultaat: een ongeruste opdrachtgever en een boze lokale vertegenwoordiger. Een andere expert wilde per se ’s avonds gaan joggen. Al snel ontdekte hij dat je dat beter niet kunt doen in een donkere achterbuurt. De vol-gende dag werd hij zelfs door de politie teruggestuurd.’

Een veilig gevoelPaul Laurijssens deed als expert vier missies in Midden-Amerika. Hij bezocht als landencoördinator vijf keer Guatemala en El Salvador en reisde daar veel rond.Hij vertelt graag over de lokale ondernemers die zo vol lof zijn over het PUM-programma en trots de resulta-ten tonen van de adviezen van onze experts. ‘Je ziet wel overal de gewapende wachten, dat is kennelijk nodig, maar het geeft toch een veiliger gevoel als je met de lokale man of vrouw ergens naar toe loopt.’ Het devies blijft: vraag altijd aan de lokale ondernemer en PUM-vertegenwoordiger wat wel of niet verantwoord is; hij zal je goed adviseren want hij kent de situatie en voelt zich verantwoordelijk voor je.

Thuisfront

‘PUM biedt me de kans iets terug te geven’

Tekst: Frank SteverinkTekst: Roel Vlemmings

Afgelopen mei kreeg ik een e-mail van een vriendin die het Nederlandse business support office in Hyderabad runt. Of ik ene Piet Hein de Wit zou willen ontmoeten tijdens zijn bezoek aan Cochin. Hij zocht hulp bij het vinden van lokale contacten. Maar natuurlijk. Daarmee begon een nieuw avontuur in mijn leven.

Mijn eerste aanraking met India was Indiase postzegels, die er opmerkelijk vies uitzagen. Als kind leek het me een vies en vreemd land. De openluchtcrematie van Rajiv Gandhi op televisie hielp ook niet. Groeiende inte-resse voor cultuur en reizen veranderde dat en ik reisde in 1996 een maand door India. Een echte life changer. India was inderdaad vreemd en best vaak vies, maar ook prachtig, kleurrijk, met vriendelijke mensen, schit-terende architectuur, eten met je vingers, onbekende geuren, fascinerende gewoonten en rituelen. Ik wilde er graag weer heen. Tijdens het afronden van mijn infor-maticastudie leerde ik een Amerikaanse Indiër met een softwarebedrijf in Cochin kennen. Het plan was een jaar te gaan. Dat is nu veertien jaar geleden. Een Indiase schone kruiste mijn pad, we trouwden hier in 2000 en ik begon samen met drie vrienden uit de VS een eigen softwarebedrijf in Cochin.

Een prachtig conceptMet Piet Hein klikte het meteen. Onder het genot van een beef fry vertelde hij als landencoördinator India voor PUM een nieuwe lokale vertegenwoordiger te zoeken. Ik had nog nooit van PUM gehoord, maar het prachtige concept sprak me meteen aan. Ik beloofde iemand te vinden. Twee dagen later mailde ik Piet Hein. Of ik het ook zelf mocht doen? Maar natuurlijk. Ik twij-felde wel. Had ik de contacten, de tijd? Kon ik dit? Het was heel wat anders dan software. Piet Hein moe-digde me aan. Probeer het, lukt het niet, dan zien we wel.

Samen hebben we in negen maanden tien projecten ge-realiseerd in Kerala. Fantastisch om te zien hoe blij de bedrijven in Kerala met de PUM-experts zijn, en hoeveel respect ze tonen voor hun ervaring. De godfather van mijn bedrijf, noemde de eigenaar een expert die hem drie keer bezocht. Hij zei dat het succes van zijn bedrijf voor een groot deel aan hem danken was. Een directeur vertelde verbaasd te zijn hoe snel de expert begreep hoe zijn bedrijf in elkaar stak. De experts zijn stuk voor stuk geweldig. Zo veel passie voor het delen van ervaring.

Het andere IndiaIn Nederland spreekt men tegenwoordig vaak over het "rijke” India. Terecht, maar wie hier woont, ziet ook de andere kant. Het overgrote deel van de bevolking werkt ontzettend hard, twaalf uur of meer per dag, zes dagen per week, voor een uiterst karig bestaan. Stimulering van het midden- en klein bedrijf helpt de zorgwekkende klassenverschillen te reduceren. Precies waar de kracht van PUM ligt. Wel is de doelstelling aangepast, we rich-ten ons nu mede op samenwerkingsverbanden creëren tussen bedrijven in Kerala en Nederland. Ik zie daarin heel veel potentie. Ik ben al veertien jaar te gast in India en heb ontzettend veel aan mijn verblijf hier te danken. PUM biedt me de kans iets terug te geven. Kan het mooier?

ONZE MANin

COCHIN india

'de risico’s zijn goed hanteerbaar als men zich aan bepaalde regels houdt'

Guatemala en El Salvador hebben de naam on-

veilig te zijn. Ze hebben te maken met de naweeën

van een burgeroorlog, maffia-achtige bendes met

afpersingpraktijken, moorden in het afrekencircuit

en drugsbendes. Toch heeft PUM een goedlopend

programma in beide landen met in de afgelopen

drie jaar zo’n 150 missies. Vrijwel alle experts

keerden met een voldaan gevoel terug.

Roel Vlemmings, PUM vertegenwoordiger in Cochin, India. ?? ???

Page 14: PUM Magazine voorjaar 2012

26 PUM Magazine voorjaar 2012

Input

Dit is geen uitgesproken suc-cesverhaal. Aangezien mijn ervaringen niet uniek zijn en we als experts meer in soortgelijke situaties terechtkomen, deel ik graag de ervaringen van mijn Oeganda-missie. Een verhaal van grote idealen, tegenslagen en vastberadenheid.

'PUM vroeg mij of ik op missie wilde naar Oeganda. Een school voor beroepsonderwijs vroeg hulp bij het ontwik-kelen van een strategisch plan. Om de school naar een volgend niveau te tillen, op weg naar een Top Technisch instituut voor Oeganda en Oost-Afrika. Mijn Afrika-ervaring heeft me geleerd dat de zaken soms mooier worden voorgesteld dan ze zijn. Dat de ambities groot zijn, maar men geen idee heeft hoe die hooggestelde doelen te bereiken. En toch, met dat in mijn achterhoofd, heb ik me beide bezoeken weer laten verrassen door wat ik aantrof.

Geen schoolEr was geen school. Er was een leerwerkplaats voor timmeren en een voor elektrotechniek. Tenminste, daar had het wat van weg. Van de afdeling elektrotechniek heb ik nooit een beeld gekregen, hoewel ‘mijn’ kantoortje naast de werkplaats elektrotechniek was. Ik heb er zelden een leerling gezien, noch praktijkleerkrachten of docenten. De spullen die er stonden waren oud, kapot en zaten onder het stof van de timmerwerkplaats. Als ik vroeg waar iedereen was, waren ze naar klussen in het stadje.

BonnetjesTijdens mijn eerste missie hebben we ons helemaal ge-richt op de financiën. Calculeren van kosten, bijhouden van

de in- en uitgaven, professionalisering van de werkregi-stratie. Ik bouwde een eenvoudig boekhoudprogramma voor ze in Excel, zodat ze de tools hadden om een slag te maken. Aan iets van leerlingenregistratie, het omschrijven van de vereiste kwalificaties of lesprogram-ma’s zijn we niet toegekomen.

Aan het eind van de eerste missie gingen we met de auto op weg naar het vliegveld. Tanken. Toen ik vroeg: ‘waarom staan we al tien minuten bij dit benzinestation?’ Was het antwoord: ‘we willen uw lessen meteen in de praktijk brengen en hebben een bonnetje gevraagd voor de kosten...’ Zelfs als ze willen is het niet gemakkelijk!

Toch een vervolgmissieVoor een vervolgmissie had ik in het eindverslag een paar voorwaarden gesteld, waaronder: de financiën op orde en mij op de hoogte houden van de vorderingen. Dat deden ze. Binnen een half jaar kwam er een verzoek voor een tweede missie. Alles wees erop dat ze de adviezen van mijn eerste bezoek goed hadden uitgevoerd, zelfs meer dan dat. Bij de tweede missie wilden zij de focus op ICT leggen, met name de hardwarekant. Hun rede-nering was: in Oeganda wil iedereen achter de computer, en daar is lesaanbod genoeg voor. Maar wij willen systeembeheerders opleiden die de hardwareproblemen kunnen oplossen als computers, printers en mobieltjes vastlopen of kapot gaan.

VastberadenNa de eerste euforie bleek echter dat van de tien com-puters er slechts twee werkten, dat ze geen geld hadden voor een internetverbinding en dat er nog niets was gebeurd om daadwerkelijk een opleiding (met inhoud) te kunnen aanbieden. We zijn toch aan de slag gegaan, inclusief alle voetangels zoals gebrek aan computers, stroomuitval (werk kwijt, want niet opgeslagen!) en een weerbarstig hoofd educatie. Waarom toch doorgaan? Eerlijk gezegd heb ik wel momenten gehad waarop ik dacht: is dit niet te elementair? Ja, er zijn nog een hele-boel stappen te zetten, maar hun vastberadenheid om er te komen, motiveerde mij door te gaan.'

‘Er was geen school’

op missie in Oeganda

Tekst: Nan van der Storm

‘Als je iedere dag een klein beetje

verbetert, gebeuren er uiteindelijk

grote dingen.’ John Wooden, beroemd basket-

balcoach van weleer

Nan van der Storm is expert in de sector Training & Education - Vocational education. Ze schrijft over haar laatste missie.

26 PUM Magazine voorjaar 2012 Hebt u een mening, suggestie of anekdote die u wilt delen met andere PUMmers?

Stuur uw mail voor publicatie naar [email protected]

Uw mening

Hoewel ik intussen, vanwege mijn leeftijd, echt defi-nitief afgeserveerd ben als PUM-expert en PUM door

bezuinigingsmaatregelen veel minder actief is in Oost-Europa, wil ik graag iets vertellen over mijn vervolgactivi-teiten voor ziekenhuizen in Vinnitsia in Oekraïne.

De afgelopen periode was ik druk doende ziekenhuis- en zorggoederen te verzamelen voor het ‘Central District Hospital’ in Vinnitsia. Dat overkwam mij min of meer omdat anderen- in vervolg op het bezoek dat twee zie-kenhuisdirecteuren in het kader van een business link aan hen hadden gebracht - waren begonnen om die goederen voor mij te verzamelen, eigenlijk zonder dat met mij af te stemmen. Zij hadden voorlopige opslag-ruimte en de hoeveelheid goederen groeide aardig. Toen werd ik vrij abrupt overvallen door de mededeling dat die tijdelijke opslag ophield. Ik ben erin geslaagd alles onder te brengen in - en gratis getransporteerd te krijgen naar - een grote loods in Houthalen, België, ca. 35 kilometer onder Eindhoven. Daarna groeide de hoeveelheid goede-ren verder en kwam ik in contact met een pas gepensio-neerde vrachtwagenchauffeur, die veel op het Oostblok had gereden. Dat deed hij de laatste jaren nog steeds als vrijwilliger voor ladingen naar Roemeense kindertehuizen. Hij wilde, samen met een maat, ook wel helpen met een transport naar mijn ziekenhuis in Vinnitsia.

Zodoende hebben we in oktober vorig jaar een enorme, tot de nok afgeladen, vrachtwagen met goederen naar Oekraïne gebracht. Maar niet zonder drie drama’s: het in orde maken van alle benodigde papieren (met de Oekraïense vertalingen daarvan), het verkrijgen van voldoende sponsors,

en het passeren van de Pools- Oekraïense grens. Het eerste (de papieren) is goed gelukt. De grens pas-seren lukte ook, maar dat was zo moeilijk dat ik daar-voor nu de aandacht heb gevraagd van de Poolse en Oekraïense ambassadeur in Nederland. De sponsoring is onvoldoende gelukt, zodat ikzelf een aardig bedrag heb opgehoest. En de Oekraïners zelf hebben ook 1000 euro in de transportkosten bijgedragen.

Inmiddels heb ik de “Stichting Aleksandr, ziekenhuison-dersteuning Vinnitsia” opgericht voor een of meerdere volgende goederentransporten en verdere projecten. De oprichtingsakte is op 4 januari jl. gepasseerd. Zo’n stichting blijkt een stuk handiger voor het verkrijgen van sponsoring en/of subsidies, en ook voor de documenten die nodig zijn voor het transport. Een volgend transport plannen we voor september 2012.

Sander Kreukniet

Voor de toekomst staan gepland: een volgend goederentrans-port naar Vinnitsia in september a.s., stages bij Nederlandse ziekenhuizen voor een tweetal jonge Oekraïense chirurgen en het aanschaffen, opknappen en uitrusten van een goede tweedehands ambulance voor het Central District Hospital in Vinnitsia. ([email protected])

P O S T@ P U M . N L

27PUM Magazine voorjaar 2012

We reden met de eigen auto achter de vrachtwagen aan.

Op de foto: ons transport bij een douanekantoor in Jaroslaw,

niet ver van de Pools-Oekraïense grens, tijdens een langdurig

oponthoud, veroorzaakt door geklier van de Poolse douaniers.

Page 15: PUM Magazine voorjaar 2012

Landenfocus

Altijd in contact

Er zijn momenten dat een vrijwilliger contact wil hebben met PUM. De vaste staf is tijdens kantooruren bereikbaar voor vragen rond een

missie. Voor vragen over een land of een sector kunt u terecht bij de landen- en sectorcoördinatoren. Zij zijn doorgaans niet op het PUM

kantoor aanwezig. U kunt contact met hen opnemen via het algemene e-mailadres van PUM, [email protected].

PUM komt overal

Frans Veen is sinds 2006 bij PUM. Voordat hij stopte met werken was hij directeur van een softwarebedrijf en werkte en woonde hij jarenlang in Azië. Bij PUM deed hij een aantal missies op ICT-gebied. In juni 2009 werd hij landencoördi-nator voor Thailand en Sri Lanka.

‘Thailand is een sterk opkomende economie, met grote regionale verschillen,’ vertelt Frans Veen. ‘Het meer agra-risch en toeristisch georiënteerde noorden en oosten zijn aanzienlijk minder welvarend dan de regio’s rond Bangkok en Chonburi, die veel meer geïndustrialiseerd zijn. Thailand is populair bij experts.

De mensen zijn vriendelijk en het klimaat is aangenaam, bovendien hebben de meeste projecten een uitdagend niveau. Ook in Thailand is goede communicatie de basis voor een succesvolle missie en een niet al te directe aan-pak is te prefereren. De tijd nemen om eerst een relatie op te bouwen is belangrijk. Eerst vrienden worden en geduldig blijven als niet alles aan de verwachtingen voldoet.

Thai vinden het meestal heel prettig en aangenaam als de PUM-expert een vrolijk en opgewekt persoon is waar-mee en waarom je kunt lachen. Zij vinden dat veel - zo niet alles - sanoek moet verlopen: plezierig, vrolijk, licht, niet zwaar, serieus, tobberig.’

In 2011 realiseerde PUM 26 missies in Thailand. Frans Veen stuurt als landencoördinator de PUM-vertegenwoor-digers aan om meer projecten in de maakindustrie te werven, zoals bijvoorbeeld de sectoren Food & Beverages Production en Chemical & Synthetic Material. Dit naast de voor Thailand belangrijke sectoren als Agriculture & Horticulture en Tourisme & Hotels.

Thailand

Waar bent u geweest?De redactie zoekt foto’s van experts op bijzondere plekken in de wereld. Het leukste is als u er zelf met de PUM vlag op staat. Stuur uw foto naar [email protected].

Kees Winter (68) ging op missie naar El Salvador. Hij bezocht daar vijf banketbak-kerijen, op uitnodiging van een bran-chevereniging. ‘Ze hadden onder meer problemen met invriezen met kleurstoffen in de slagroom.’ Een van de bedrijven bleek een oude bekende. ‘Mijn allereerste project in 2002 was in El Salvador, ook bij een banketbakker.

Toen ik er weer was, herkende ik het eerst helemaal niet. Het was veel groter gewor-den. Dat is toch leuk, na 10 jaar!’ Via PUM deed de expert 28 projecten in onder meer Moldavië, Rusland, Oekraïne, Macedonië, Tunesië, Albanië, Thailand, Ghana, Mongolië, Algerije en Eritrea.

Tekst: Frank Steverink

LAOS

THAILAND

CAM-BODJA

VIETNAM

‘sanoek in Thailand’