Pulse PO nr 3

52
pulse MAGAZINE VOOR SCHOOLONTWIKKELING EN KWALITEITSZORG SCHRIJFSTER YVONNE KEULS weer even juf Bamberg nummer 3 • 2010 • Jaargang 2 MINDER ÉN EFFECTIEVER VERGADEREN resultaatgericht leiderschap HOE MAAK JE LERAREN BETER? EEN PAKKENDE AANPAK voor passend onderwiJs rekenen door TE TEKENEN timon Bos (leerkracht groep 5): TROTS OP ZIJN EIGEN ELO VOOR REACTIES EN MEER INFORMATIE: WWW.PULSEPRIMAIRONDERWIJS.NL

description

Pulse magazine

Transcript of Pulse PO nr 3

Page 1: Pulse PO nr 3

www.pulseprimaironderwijs.nl/???????

pulseMagazine voor schoolontwikkeling en kwaliteitszorg

schrijfster

Yvonne keuls

weer even juf Bamberg

nummer 3 • 2010 • Jaargang 2

Minder én effectiever vergaderen

resultaatgericht leiderschaphoe Maak je leraren beter?

een pakkende aanpak voor passend onderwiJs

rekenen door te tekenen

timon Bos (leerkracht groep 5):trots op zijn eigen elo

pulsevoor reacties en Meer inforMatie: www.pulsepriMaironderwijs.nl

Pulse_PO_nr3_2010.indd 1 11-05-2010 16:48:41

Page 2: Pulse PO nr 3

Ondernemersweg 2A - 7451 PK Holten - tel 0548 - 363067 - fax 0548 - [email protected] - www.ovaalspeelconcepten.nl

Ovaal speelconceptenOntwerp en inrichting van speelomgevingen

Spelend leren, ontwikkelen & ontmoeten

Buitenruimten gerealiseerd door Ovaal speelconcepten stellen de belevingswereld van het kind centraal.

Onze visie is dat een speelplek véél meer is dan alleen een verzameling klim- en klautertoestellen. Het is een plek om avonturen te beleven, te observeren en vriendjes te ontmoeten.

Ontdek onze unieke productlijnen en vraag onze brochure aan via: www.ovaalspeelconcepten.nl

Pulse_PO_nr3_2010.indd 2 11-05-2010 16:48:45

Page 3: Pulse PO nr 3

pulse 3

Voorwoord

www.pulseprimaironderwijs.nl/magazine

Veel van weinigVroeger was alles beter. Een geliefd gezegde bij veel oude rotten in het vak. Men leerde meer en men verstond het

vak beter. Goh, wat waren ze toen toch vreselijk competent! Toch kun je aan het grote aantal onderwijsvernieuwingen

aflezen dat de beleidsmakers nooit tevreden zijn geweest over de gemiddelde schoolprestaties. Toen in 1968 de

Mammoetwet werd ingevoerd en het aantal vakken drastisch werd teruggeschroefd, dachten de vernieuwers van toen

waarschijnlijk ook dat een geringer vakkenpakket het niveau van de overbleven vakken zou opschroeven. Minder vak-

ken zou per definitie meer diepgang betekenen.

Ik ben zo’n Mammoetleerling en als ik terugkijk op mijn ‘schoolcarrière’ ben ik eerlijk gezegd redelijk somber gestemd.

Toen ik ging studeren moest ik constateren dat mijn middelbare-school-wiskunde bij lange na niet voldoende was om

op de universiteit een voortvarende start te maken. Zelfs bij de begrippen functievergelijking en differentiëren ging bij

mij geen enkel licht branden. Een vriendelijke doch zeer twijfelend kijkende professor adviseerde mij toen de ‘basisstof’

nog eens grondig te bestuderen. In de zomer die daarop volgde – in mijn herinnering is de temperatuur toen niet on-

der de dertig graden celcius geweest - worstelde ik me door de elementaire beginselen van de wiskunde. Met succes.

Ik stond zelfs versteld van de eenvoud van de stof en mijn natuurlijke afkeer sloeg om in een gezonde interesse.

Natuurlijk speelden motivatie en concentratie een grote rol, maar nog belangrijker is de reden dat ik

veel beter dan op de middelbare school de verbanden tussen de onderdelen ging zien. Als ik iets

niet begreep ging ik terug of probeerde ik via een andere invalshoek of methodiek de materie te

doorgronden. En als ik er dan nog niet uitkwam was een studievriend die scheikunde studeerde

en meer kaas gegeten had van de exacte vakken, bereid om tegen beloning van een ‘beugel bier’

mij het nog eens haarfijn uit te leggen.

Sinds die tijd ben ik een groot voorstander van ‘geïntegreerd en systematisch onderwijs’.

Geen losse flodders, geen nieuwe level als het niveau eronder nog niet goed verankerd

is. Geen formules uit het hoofd leren als de betekenis ervan niet geduid kan worden.

Geen trucjes en fratsen. diepgang en inzicht in de aangeboden leerstof vind ik een

absolute voorwaarde voor echte waardecreatie. Alleen dan beklijft het bij mij en kan ik

er later nog wat mee.

rekenen ben ik leuk gaan vinden, maar het zal u niet verbazen dat ook taal mijn

interesse heeft. daarbij vind ik bijvoorbeeld het inzicht in de zinsstructuur belang-

rijker dan het sec kunnen aangeven van het onderwerp, de persoonsvorm, het lijdend

voorwerp en bijvoorbeeld het naamwoordelijk gezegde. Zij vormen voor mij geen leerdoe-

len op zich (hoewel dat op veel scholen wel het geval is). Mijn idee: vertel leerlingen al

vanaf de eerste dag waarom ze dat moeten weten. wat kunnen ze ermee? Maak goede

en vooral ook foute zinnen. Alleen zo leer je met zinsdelen toveren. Zo kom je tot de

constatering dat dat zinsdeel op die plaats niet kan staan. ook een goede Nederlandse

zin is nu eenmaal aan bepaalde grammaticale regels gebonden.

Taal wordt pas leuk als je er mee gaat spelen, als je er dieper op ingaat. Als je bouwt

aan een groter geheel dat een klein tekstje of gedicht heet. Laat leerlingen een (digi-

tale) schoolkrant maken en geef ook aan dat niet elk tekstje hetzelfde is. Leer ze koppen

maken en bijschriften. Vertel dat ze ook hun mening mogen uiten in een commentaar of

een column. En ja hoor ‘het weer op school’ hoort er natuurlijk ook bij. ook in het primair

onderwijs geldt voor mij: niet weinig van veel maar veel van weinig. Pas dan leren kinderen

ineens heel erg veel en worden ze een stuk slimmer en competenter dan die ‘oude rotten’.

Frank Stienissen, hoofdredacteur

Pulse_PO_nr3_2010.indd 3 11-05-2010 16:48:52

Page 4: Pulse PO nr 3

4 pulse

6

In deze uitgave

18

2240

30

ManageMent & Motivatie 12 schrijfster Yvonne keuls over haar tijd als

lerares Veel van de boeken van Yvonne keuls gaan over het leed dat

jongeren overkomt. haar betrokkenheid bij de jeugd blijkt mede

ingegeven door een kortstondige carrière in het onderwijs.

38 goed voorbeeld doet volgen, over Mentaliteit, effectiviteit en kwaliteit gesproken

meq change staat voor het begeleiden en borgen van de

mentaliteit van het schoolteam (mentality), de effectiviteit in het

realiseren van onderwijsopbrengsten (effectivity) en de kwaliteit

van een onderscheidend onderwijsaanbod (Quality). de kapstok

stelt directies en besturen in staat om alle aspecten van de

schoolorganisatie te volgen.

kwaliteitszorg

24 resultaatgericht leiderschap: leraren beter Maken

in april 2010 ontvingen scholen het onderwijsverslag 2008-2009

van de inspectie van het onderwijs. dit zeer lijvige werk bestaat

uit drie delen: (1) de staat van het onderwijs, (2) het onderwijs in

sectoren en (3) het onderwijs in thema’s. in het derde deel staat

het interessante hoofdstuk ‘de kwaliteit van leraren’. wat heeft de

inspectie te melden?

sociale vaardigheden

44 Minder en effectiever vergaderen, wie durft? goed vergaderen in het onderwijs is geen sinecure. een paar nut-

tige tips om vergaderen (weer) zinvol te maken.

onderwijsontwikkeling

18 co-teaching: een pakkende aanpak voor passend onderwijs

Sinds de jaren negentig probeert de overheid de verwijzingen naar

het s(B)o terug te dringen. volgens het evaluatierapport ‘weer

samen naar school welbeschouwd’ (meijer 2004) is zij daarin

echter onvoldoende geslaagd.

12

Pulse_PO_nr3_2010.indd 4 11-05-2010 16:49:08

Page 5: Pulse PO nr 3

pulse 5

INhoud

34

27

30

29

24

22 beter nederlands in het onderwijs: overwin die schaaMte!

camara’s, slaris, leerarenopleiding en treinabbonnement. of

fouten als ‘nieuwe maatregelen ondernemen’ en ‘geld uitbesteden

aan…’. op veel scholen schort er nog heel wat aan het taalniveau

van onderwijsmedewerkers. het wordt tijd dat deze scholen hun

schaamte overwinnen en spijkers met koppen slaan.

40 rekenMethode gericht op Meesterschap. Bazalt en hco introduceren singapore rekenen in nederland, een

methode gebaseerd op de beste elementen van het rekenonder-

wijs in andere landen, waaronder de verenigde staten.

financieel ManageMent

47 financieel nieuws

en verder

6 nieuws 17 waar of niet waar? ‘Begrijpend lezen, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen’

29 onderwijs in stelling gebracht ‘probleemkinderen horen niet thuis in het reguliere onderwijs’

30 tiMon bos benut ict ten volle: groep 5 van cbs het bastion leert spelenderwijs

een weitje met kippen, schapen en pasgeboren lammetjes. dat is

het uitzicht van groep 5 van christelijke Basisschool het Bastion

in klundert (noord-Brabant). Buiten word je als het ware terug-

geworpen in de tijd, binnen word je de toekomst in geslingerd. op

ict-gebied is deze groep zijn tijd namelijk ver vooruit.

34 van basisschool naar begaafdheidsprofiel-school

Basisscholen met een beleid voor hoogbegaafde leerlingen kun-

nen tegenwoordig begaafdheidsprofielschool worden. dit profiel

schrijft niet zozeer voor wat een school moet doen, wel de manier

waarop.

48 producten en diensten 49 training en advies 50 coluMn

912

Pulse_PO_nr3_2010.indd 5 11-05-2010 16:49:14

Page 6: Pulse PO nr 3

6 pulse

Promovendus Anniek Vaessen onderzocht

welke processen kinderen in welke fase

van het leren lezen toepassen. hoofdvraag:

verschilt dit per taal, of is leren lezen een

universeel proces, los van de taal die je

leert? Ze richtte zich op kinderen van zeven

tot circa tien jaar. Volgens haar zitten vooral

in de Engelse taal belangrijke inconsisten-

ties. het woord ‘peak’ en het woord

‘break’ schrijf je beiden met

‘ea’, maar je spreekt het heel

anders uit. of denk aan ‘have’

en ‘behave’. Engelse kinderen

doen er drie jaar over om te

leren lezen op

een niveau dat

Nederlandse

kinderen in een

jaar halen. Fins

is daarentegen de meest gelijkmatige taal in

Europa. Alle 23 letters worden in elke situ-

atie hetzelfde uitgesproken. het Nederlands

zit volgens haar een beetje tussen Engels

en Fins in. haar conclusie luidt: terwijl de

hersenactiviteiten die betrokken zijn bij het

leren lezen voor alle talen gelijk zijn, bepaalt

de opbouw van de taal dus hoe snel je dat

lezen onder de knie hebt. het onderzoek

van Vaessen is een van de weinige

wetenschappelijke taalonder-

zoeken die verschillende talen

met elkaar vergelijken.

talen tegen elkaar afgezet Meer en beter

Onderwijs heeft baat bij ICT in de klas

Heeft u nieuws of wilt u uw

mening geven? Ga dan naar

www.pulseprimaironderwijs.nl/

nl/contact

Een unicum. Annette roeters, inspec-

teur-generaal van de onderwijsinspec-

tie, geeft toe dat ‘de kwaliteit van on-

derwijs in hoge mate bepaald wordt

door de kwaliteit en het niveau van de

mensen die er werken.’ Columniste

Aleid Truijens reageerde hier onlangs

in de Volkskrant op met: ‘het gaat

overal beter als de eisen op de leraren-

opleidingen fors omhoog gaan. Goed

uitleggen, zodat kinderen de leerstof

begrijpen en kunnen toepassen, daar

schort het volgens de inspectie bij

veel leraren aan. die overdosis didac-

tiek op de opleidingen werkt dus niet.

Misschien is het probleem vooral dat

je zelf de stof superieur moet beheer-

sen voordat je een kind iets helder

kunt uitleggen. dat lesgeven draait om

zoiets saais als ‘inhoud’, wilde er bij

de opleiders jarenlang niet in. op een

checklist voor universitaire stagiaires

op havo-vwo die mij onder ogen kwam,

zag ik honderden doelen en ijkpunten,

maar ‘beheerst zelf de lesstof’ stond

daar niet bij. Meer academici in het

onderwijs hoeft niet een kwestie van

‘fewer but better’ te zijn, zoals roeters

meent. waarom niet meer én beter? In

landen waar alle leraren, ook

die voor de basisschool,

universitair zijn opgeleid,

zoals Finland en Frank-

rijk, is geen lerarentekort.

In Finland bestaat

een strenge se-

lectie, alleen

de allerbesten

mogen leraar

worden. de

kandidaten

stromen toe.’

Computers in de klas kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan betere leerresultaten

en leraren een aanzienlijke tijdsbesparing opleveren. dat blijkt uit onderzoek van het

Kohnstamm Instituut voor onderzoek naar opvoeding en onderwijs. hoewel het onder-

zoek plaatvond in het middelbaar onderwijs, zijn de resultaten wellicht ook door te trek-

ken naar het primair onderwijs. Tien middelbare scholen experimenteerden twee jaar

lang met uiteenlopende ICT-projecten. Eén van de proeven toonde aan dat scholieren

die wiskundeles krijgen met behulp van ICT, beter presteren dan leeftijdgenoten die op

traditionele wijze les krijgen. ook bleek dat het gebruik van een digitaal schoolbord

bijdraagt aan het plezier van leerlingen in wiskunde. op een andere school oefenden

leerlingen spelling en begrijpend lezen op de computer, onder begeleiding van een

onderwijsassistent. Zij scoorden even goed als leerlingen die taalonderwijs van een

docent kregen. herhaling van het onderzoek be-

vestigde de bevinding dat bij een slimme inzet

van ICT, leerlingen dezelfde leerresultaten kun-

nen behalen met de helft van de docentenuren.

Leraren zelf gaven aan dat zij met

wat hulp van moderne technologie

de leerlingen meer op maat kon-

den bedienen en meer aandacht

konden besteden aan de pro-

blemen van individuele scho-

lieren. ook stelden zij vast

dat leerlingen beter gingen

plannen en beter overzicht

hielden.

docent kregen. herhaling van het onderzoek be

vestigde de bevinding dat bij een slimme inzet

van ICT, leerlingen dezelfde leerresultaten kun

nen behalen met de helft van de docentenuren.

Leraren zelf gaven aan dat zij met

wat hulp van moderne technologie

de leerlingen meer op maat kon

den bedienen en meer aandacht

konden besteden aan de pro

blemen van individuele scho

lieren.

dat leerlingen beter gingen

plannen en beter overzicht

hielden.

Pulse_PO_nr3_2010.indd 6 11-05-2010 16:49:25

Page 7: Pulse PO nr 3

pulse 7

NIEuwS

Leerlingen die interactieve lespro-

gramma’s op een computer hebben

gebruikt lezen slechter, blijkt uit onder-

zoek in Engeland. Na het online lezen

van een verhaal kunnen ze zich dat

verhaal niet goed herinneren, omdat

ze werden afgeleid door cartoons en

geluidseffecten.

Kinderen zijn ook geneigd de opval-

lende advertenties als inhoud van de

site te zien en ze klikken er graag op.

uit het onderzoek kwam ook naar

voren dat kinderen van kleurrijke ont-

werpen houden, maar ze willen een-

voudige tekst en navigatie.

Betere opvang buiten schooluren

ICT-Leerlingen zakken voor

leestest

“op basisscholen worden beginners niet

voorzichtig het onderwijs in geloodst. Slechts

één op de tien krijgt een gemakkelijke groep.

op een kwart van de scholen wordt de nieu-

we leraar patsboem voor een combinatieklas

van twee of zelfs drie leerjaren gezet. dat is

vaak uit nood, maar het trekt natuurlijk een

zware wissel,” aldus inspecteur-generaal An-

nette roeters, die pleit voor meer academici

voor de klas. Veel leraren zijn volgens r oeters

onvoldoende opgeleid en toegerust om de

zware taak van leerkracht te vervullen.

de Taskforce Kinderopvang/onderwijs pleit voor integrale centra waar kinderen van

nul tot twaalf jaar de hele dag worden opgevangen en onderwezen. ook moeten ze er

kunnen sporten, muziekles krijgen en er moet jeugdzorg aanwezig zijn. In de taskforce

hebben de vakbonden FNV en CNV, de belangenverenigingen voor de kinderopvang

en het basisonderwijs en MKB-Nederland zitting. Volgens de stuurgroep is het veld

van kinderopvang, peuterspeelzalen, onderwijs en verenigingsleven nu te versnipperd,

waardoor het geen rustige basis kan bieden voor kinderen. Ze vindt dat het roer om

moet. In Nederland gaan ruim 800.000 kinderen naar de kinderopvang zoals kin-

derdagverblijf, buitenschoolse opvang, gastouders en peuterspeelzaal. de opvoeding

nemen de instellingen voor een deel van de ouders over. Ze hebben een belangrijke

rol in het wegwerken van taalachterstan-

den. “daarom is het van essentieel

belang dat de medewerkers goed

zijn opgeleid. Een deel zou eigenlijk

een hogere opleiding moeten volgen

dan nu het geval is”, stellen

de onderzoekers. Volgens

het Centraal Planbureau

(CPB), die de plannen heeft

doorgerekend, zijn de voorstel-

len van de taskforce kostenneu-

traal uit te voeren.

waarom doen meisjes het beter

dan jongens? Eveline Crone en

Maurits van der Molen, beiden hoogleraar

ontwikkelingspsychologie over het feit dat

het taal- en planningsvermogen en de in-

tegratie van sommige functies bij meisjes

gemiddeld sneller rijpt. “Leren gebeurt

niet nadat de hersenen voltooid zijn, maar

gebeurt vooral ook tijdens de groei en rij-

ping van de hersenen in interactie met de

omgeving. Juist dat tempo en die interactie

met de omgeving verschillen bij jongens en

meisjes. Nu worden jongens echter teveel

en te vroeg aangesproken op talige expres-

sie. Zij ontwikkelen anticipatie en plannings-

vaardigheden later, hun kwaliteiten komen

minder aan bod, hun natuurlijke aanlegfac-

toren (durf, fantasie, fysiek onderzoeken)

lijken minder relevant en hun perspectief

is onduidelijker geworden”, aldus de twee

professoren in de Volkskrant.

hoe moeten we dan wel met jongens om-

gaan? Jelle Jolles, neuropsycholoog, over

de werking van het brein en het aanbieden

van gedifferentieerd onderwijs: “opval-

lend is dat in het onderwijs weinig variatie

in leermethoden bestaat, terwijl bekend is

dat niet iedereen zich op dezelfde manier

ontwikkelt. op de meeste scholen wordt bij-

voorbeeld één rekenmethode gehanteerd.

Als een leerling het met die methode niet

voor elkaar krijgt de tafels uit het hoofd te

leren, hoeft het geen slecht lerend kind te

zijn, maar moet hem een andere manier

worden aangereikt. Er zijn meerdere manie-

ren waarop informatie wordt verwerkt. dat

kan volgens een ‘talige’ strategie maar ook

volgens meer complex visuele informatiever-

werking. het is essentieel dat de leerkracht

meerdere methoden mag gebruiken, om te

kunnen inspelen op individuele verschillen

tussen leerlingen in ontwikkeling en aanleg.

Niet alleen tussen jongens en meisjes maar

ook op onderlinge verschillen binnen die

groepen, die vaak net zo groot zijn.”

uITGesprOken

Patsboem voor een combinatieklas

“de schoolbesturen in Amsterdam leggen zich niet zo maar neer bij de hogere eisen die het nieuwe college wil stellen. Ze willen hun eigen crite-ria opstellen. In het programakkoord van PvdA, GroenLinks en VVd wor-den de normen die voormalig wet-houder Lodewijk Asscher vorig jaar introduceerde nog eens herhaald. Zo moeten scholen een gemiddelde Cito-score van 534 halen en moet een kwart naar havo of vwo gaan. Maar de schoolbesturen zien niets in deze zogeheten Asscher-norm. Ze houden vast aan een bijzin in het akkoord, waarin staat dat er in overleg met de schoolbesturen een andere norm voor de kwaliteit komt. die gaan uit van wat leerlingen op de middelbare school moeten weten en redeneren vandaar uit terug naar de eisen die voor de basisschool moeten gelden. Volgens rené Peeters, voorzitter van het Breed overleg primair onderwijs Amsterdam, is de Asschernorm van tafel gegaan na overleg met toenmalig staatssecretaris Sharon dijksma. Asscher eist echter dat alle scholen bepaalde prestaties halen, ongeacht de herkomst en ach-tergrond van de leerlingen. de school-besturen vinden dat daar wel rekening mee gehouden moet worden. wordt vervolgd.

Pulse_PO_nr3_2010.indd 7 11-05-2010 16:49:27

Page 8: Pulse PO nr 3

KWALITEITSZORG IN HET PRIMAIR ONDERWIJS

www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven

Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56

Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43

9400 AA Assen[e] [email protected]

Willen = Kunnen = DoenKwaliteitszorg in het Primair Onderwijs

Kwaliteitszorg is niets nieuws. Scholen en leraren zorgden al voor kwaliteit lang voordat het woord

kwaliteitszorg bestond. Het zorgen voor kwaliteit, het streven naar goed onderwijs zit schoolleiders

en leraren in het bloed. Maar het plegen van systematische kwaliteitszorg is verre van eenvoudig.

Het lukt veel scholen niet om hun kwaliteitszorg te integreren in de dagelijkse werkzaamheden om zo

gestructureerd te werken aan de verbetering van hun kwaliteit.

Willen=Kunnen=Doen. Kwaliteitszorg in het primair onderwijs (2009) wil schoolleiders en leraren

daarom aanwijzingen geven om hun kwaliteitszorg op een praktische wijze vorm te geven. Dit boek

geeft antwoord op twee vragen: wat wordt er van scholen verwacht en hoe krijgt een school dit voor

elkaar? Het gaat niet om ingewikkelde zaken, eerder om willen, om een bepaalde mentale instelling.

Schoolleiders die echt werk willen maken van kwaliteitszorg zullen hierin slagen (kunnen). Dit boek

ondersteunt hen bij het denken en doen, en helpt hen om ideeën over kwaliteitszorg in actie(s) om te

zetten (doen).

Kijk op www.pulseprimaironderwijs.nl hoe u gratis onderdelen

uit dit boek kunt downloaden.

Cees Bos

2009. 292 p. € 49,75

ISBN 978 90 232 4593 3

Pulse_PO_nr3_2010.indd 8 11-05-2010 16:49:30

Page 9: Pulse PO nr 3

pulse 9

NIEuwS

de grootste kleuter-klas van Vlaanderen

Chaos rondom schoolsubsidies

Vrij Nederland-redacteur Margalith Kleijwegt, auteur van het boek

‘onzichtbare ouders, de buurt van Mohammed B.’ over zorgleerlingen:

“Gooi de protocollen overboord en ga naar de ouders toe. Geen overlegjes op

school óver het probleemkind. Maar thuis aanbellen, dat is het enige dat werkt.”

Cultuur in lesprogramma

Thuis aanbellen

Achter de horizon is het gras niet

altijd groener. Basisschool de Spoele

in Lokeren heeft de grootste peuter-

klas van Vlaanderen. Sinds kort telt

de klas 43 kinderen van drie jaar en

binnenkort komen er nog zes bij. het

klaslokaal is te klein en inmiddels

doet ook de hal dienst als klaslokaal.

de kinderen hebben wel twee juffen:

juf Cindy en juf roos. de school ligt

in een nieuwe verkaveling met veel

jonge gezinnen. Vorig jaar konden

de peuters nog over twee klassen

gesplitst worden. “Nu niet meer, want

de ruimte ontbreekt daarvoor”, legt

directrice Vanja Colson uit.

Scholen zijn boos om de chaos en formulierendrift rondom het aanvragen van subsi-

dies. Vooral het feit dat het rijk in de Staatscourant onlangs een aanvraagmogelijkheid

bekendmaakte waarvan de sluitingsdatum al verlopen is, heeft enorme wrevel gewekt

bij de Besturenraad. Bijna drie miljoen euro blijft daardoor bij het rijk op de plank liggen.

In de Staatscourant van 19 april verscheen de mogelijkheid voor basis- en middelbare

scholen om geld aan te vragen om de internationale oriëntatie en samenwerking te

stimuleren. hiervoor is voor het komende schooljaar 2,9 miljoen euro beschikbaar. de

aanvraag waarvoor een enorme hoeveelheid gege-

vens moeten worden ingevuld, moet echter voor

15 april binnen zijn. Al eerder bleek uit onderzoek

onder schoolleiders dat tachtig procent van de

schooldirecteuren in het dagelijks werk belem-

merd wordt door ‘verantwoordingslast’ bij deze

zogenoemde doelsubsidies.

de gemeente hilversum gaat dit jaar en in 2011 extra investeren in cultuureducatie voor

het primair onderwijs. het aanbod gaat beter aansluiten op de vraag van scholen. Zij krijgen

gratis ondersteuning bij het opstellen van een cultuureducatiebeleidsplan. “Ik hoop dat we

het met deze maatregelen voor basisscholen extra aantrekkelijk en makkelijk maken om

cultuur in het lesprogramma op te nemen,” zegt wethouder Erik Boog van cultuur. “het is

belangrijk dat kinderen al vroeg kennis maken met kunst.” Cultuureducatie is het toegan-

kelijk en begrijpelijk maken van kunst en cultuur voor leerlingen in het basis- en speciaal

onderwijs. de bedoeling is dat leerlingen in hun schoolloopbaan op lokaal niveau en dus

in de eigen omgeving, met alle kunstdisciplines in aanraking komen. Kijk voor de volledige

cultuurnota op www.hilversum.nl/passievoorcultuur

Verslechtering van het onderwijs-

systeem en politieke spanningen

hebben geleid tot ernstige leraren-

tekorten in Zimbabwe. omdat de

staat de onderwijzers niet meer kan

betalen, dreigt een ware exodus. de

voorzitter van de Zimbabwaanse

lerarenvakbond Chicowore meldde

op de onlangs gehouden jaarverga-

dering dat reeds 35 procent van de

vacatures in het basisonderwijs niet

vervuld kon worden. hij sprak zijn

bezorgdheid uit over de almaar krim-

pende budgetten. werd in 1980 nog

6 uS dollar per leerling toegewezen,

in 2009 was dit bedrag gedaald

tot 0,70 uS dollar. In de stedelijke

gebieden is er een leerboek op tien

leerlingen. op het platteland is er

slechts een tekstboek beschikbaar

voor iedere veertig leerlingen.

onderwijssysteem in Zimbabwe wankelt

eersT Denken, DAn DOen

BuITenLAnD

iervoor is voor het komende schooljaar 2,9 miljoen euro beschikbaar. de

aanvraag waarvoor een enorme hoeveelheid gege-

15 april binnen zijn. Al eerder bleek uit onderzoek

Vrij Nederland-redacteur Margalith Kleijwegt, auteur van het boek

Meer aandacht voor gezondheid op basis-

scholen zorgt voor gezonder gedrag, betere

schoolprestaties en minder vroegtijdige

schoolverlaters. dat stellen het rijksinstituut

voor Volksgezondheid en Milieu (rIVM) en

de Po-raad begin mei bij de aanbieding

van de handleiding Gezonde School aan

minister André rouvoet (Jeugd en Gezin).

Voor de handleiding is onderzoek gedaan

door het rIVM en TNo. hieruit blijkt dat

aandacht voor gezondheid structureel moet

zijn en niet alleen een keertje in een les

moet worden aangeboden. ook zijn aanpas-

singen van het schoolgebouw en de omge-

ving nodig.

‘ gezonde school’ goed voor schoolprestat ies

Pulse_PO_nr3_2010.indd 9 11-05-2010 16:49:32

Page 10: Pulse PO nr 3

NIEUW VERSCHENEN...

www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven

Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56

Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43

9400 AA Assen[e] [email protected]

Onderzoekvaardig in onderwijs

Onderzoekvaardig in Onderwijs is een 12-stappenplan voor het doen van praktijkonderzoek (practice based evidence)

in het primair en voortgezet onderwijs.

Een goede leerkracht heeft een onderzoekende houding. Om maximaal resultaat uit je leerlingen te halen, zet je deze

houding om in goed onderzoek. Een goede onderzoeker word je niet zomaar. Het boek Onderzoekvaardig in Onderwijs

helpt op een heldere manier iedere student/leerkracht onderzoekvaardig te worden. Onderzoek is een cyclisch proces

waarbij de onderzoeker steeds een lijn legt tussen theorie en praktijk en vice versa. Om het proces op een heldere,

overzichtelijke manier aan te bieden, gaan we uit van een 12-stappenplan. Het hangt van de situatie van de student/

leerkracht af bij welke stap hij begint en eindigt. In de inleiding vind je suggesties hoe je met het boek kunt werken.

Anna Gerritsma, Henkjan

de Haan, Irmgard den

Hollander, Matthias

Mitzschke, Ydwine van

der Veen

2010. 124 p. € 16,95

ISBN 978 90 232 4629 9

KONINKLIJKE VAN GORCUM

www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven

Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56

Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43

9400 AA Assen[e] [email protected]

Leren van Innoveren Wat en hoe leren docenten van het innoveren van het eigen onderwijs?

De kwaliteit van onderwijs is van groot maatschappelijk belang. Onderwijs ontwikkeling kan niet alleen aan politici

en bestuurders worden overgelaten. De betrokkenheid van docenten is het fundament van iedere geslaagde

onderwijsinnovatie.

In de studie Leren van Innoveren gaan Wietske Miedema en Martin Stam in op de vraag hoe docenten zelf vorm

kunnen geven aan onderwijsinnovaties binnen hun school. Op basis van vier uitgebreide gevalstudies in vmbo en hbo,

laten ze de hindernissen en successen zien. Er blijkt een nauw verband te bestaan tussen het leren van individuele

docenten, het leren van de teams waarmee zij de onderwijsvernieuwing uitvoeren en het leren van de organisatie. In

een geslaagde onderwijsinnovatie is er aandacht voor alle drie de niveaus.

Leren van Innoveren is interessant voor ieder die in wetenschap en onderwijs betrokken is bij onderwijsvernieuwingen

en belangstelling heeft voor het leren van docenten.

Wietske Miedema,

Martin Stam

2e druk. 2010.

445 p. € 54,00

ISBN 978 90 232 4475 2

Pulse_PO_nr3_2010.indd 10 11-05-2010 16:49:34

Page 11: Pulse PO nr 3

pulse 11

NIEuwS

door onderwijs slimmer te organiseren

en het onderwijspersoneel meer ruimte te

geven, kunnen we veel meer uit ons onder-

wijs halen dan we nu doen. dat schrijft het

Netwerk onderwijsinnovatie in een advies

aan minister rouvoet en staatssecretaris

Van Bijsterveldt van onderwijs. Volgens het

netwerk is verhoging van de productiviteit

van onderwijs nodig om alle talenten van

leerlingen maximaal te ontwikkelen en het

aankomende lerarentekort op te vangen.

of nu wordt besloten te bezuinigen of te

investeren in onderwijs, tijd en middelen

moeten in ieder geval beter en slimmer

worden besteed, stelt het Netwerk onder-

wijsinnovatie in zijn advies. het netwerk

doet verschillende voorstellen om het

onderwijs effectiever te organiseren. de

aanbevelingen zijn verdeeld in vier clusters:

1. ruimte aan de professional: docenten,

managers en onderwijsassistenten moeten

de ruimte krijgen hun professionaliteit

maximaal in te zetten. 2. Beter scholen

en opleiden: zorg dat de professionals

zich kunnen blijven ontwikkelen. 3. Meten

is weten en verantwoorden: de doelen

moeten helder zijn en beter meten van

resultaat is noodzakelijk. 4. Beter presteren

is beter belonen: bij ruimte voor profes-

sionaliteit past verantwoordelijkheid nemen

voor resultaten en belonen naar rato van

deze prestaties.

onderwi Js sl immer or ganiseren

Ideeën om lerarentekort terug te dringen

Makkelijker ge-zegd dan gedaan

Meedoen om bij te blijven

ICT en digitaal leren, regionale videolessen en anders organiseren van het onderwijs-

proces staan centraal in de winnende innovatieconcepten voor de aanpak van het lera-

rentekort. SEr-voorzitter rinnooy Kan heeft begin april de meest kansrijke concepten

van het project InnovatieImpuls onderwijs bekend gemaakt. uiteindelijk zijn 44 innova-

tieconcepten ingediend, waarvan er zeven zijn geselecteerd. de Torenuil in IJsselstein

introduceert een ander organisatieprincipe in het primair onderwijs, Slim Fit. In plaats

van een leerkracht met een jaargroep, wordt in Slim Fit een unit met zeventig tot negen-

tig leerlingen de nieuwe eenheid waar ICT en digitaal leren optimaal benut worden. In

een unit werkt een gedifferentieerd team medewerkers en leerkrachten. de winnende

scholen krijgen een financiële bijdrage om hun concept te realiseren.

de schoolbesturen in Amsterdam

leggen zich niet zo maar neer bij de

hogere eisen die het nieuwe college

wil stellen. Ze willen hun eigen cri-

teria opstellen.

In het programakkoord van PvdA,

GroenLinks en VVd worden de

normen die voormalig wethouder

Lodewijk Asscher vorig jaar intro-

duceerde nog eens herhaald. Zo

moeten scholen een gemiddelde

Cito-score van 534 halen en moet

een kwart naar havo of vwo gaan.

Maar de schoolbesturen zien niets

in deze zogeheten Asscher-norm.

Ze houden vast aan een bijzin in

het akkoord, waarin staat dat er in

overleg met de schoolbesturen een

andere norm voor de kwaliteit komt.

die gaan uit van wat leerlingen op

de middelbare school moeten weten

en redeneren vandaar uit terug naar

de eisen die voor de basisschool

moeten gelden.

Volgens rené Peeters, voorzitter

van het Breed overleg primair on-

derwijs Amsterdam, is de Asscher-

norm van tafel gegaan na overleg

met toenmalig staatssecretaris

S haron dijksma. Asscher eist echter

dat alle scholen bepaalde prestaties

halen, ongeacht de herkomst en

achtergrond van de leerlingen. de

schoolbesturen vinden dat daar wel

rekening mee gehouden moet wor-

den. wordt vervolgd.

‘door mee te doen raken leerkrachten op de hoogte van de snel wisselende rages,

het taalgebruik (Breezertaal), de voortdurende stroom nieuwe ICT-tools, de wereld van

de games en de soms grote zichtbare verschillen in waarden en normen tussen leef-

tijdsgroepen en culturen. door zich in te leven en te werken in de ICT-cultuur ontstaat

een gevoel van wederzijds respect en waardering en wordt het voor leerkrachten ook

duidelijker waar hun rol ligt. Naast een emotionele rol, die tot beter begrip, waardering

en respect kan leiden krijgen leerkrachten al meelevend ook steeds meer zicht op hun

professionele mogelijke inbreng. waar liggen kansen in het vernieuwde leerproces,

waar kun je de relatie met schoolse vaardigheden leggen en hoe verhouden de nieuwe

tools en technieken zich tot de kerndoelen en eindtermen’, aldus John Bronkhorst in

ICT-Nieuws over de noodzaak voor leraren om te weten wat er speelt in de wereld van

leerlingen.

DIGITAAL kAn HeT ALLeMAAL

NIEUW VERSCHENEN...

www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven

Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56

Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43

9400 AA Assen[e] [email protected]

Onderzoekvaardig in onderwijs

Onderzoekvaardig in Onderwijs is een 12-stappenplan voor het doen van praktijkonderzoek (practice based evidence)

in het primair en voortgezet onderwijs.

Een goede leerkracht heeft een onderzoekende houding. Om maximaal resultaat uit je leerlingen te halen, zet je deze

houding om in goed onderzoek. Een goede onderzoeker word je niet zomaar. Het boek Onderzoekvaardig in Onderwijs

helpt op een heldere manier iedere student/leerkracht onderzoekvaardig te worden. Onderzoek is een cyclisch proces

waarbij de onderzoeker steeds een lijn legt tussen theorie en praktijk en vice versa. Om het proces op een heldere,

overzichtelijke manier aan te bieden, gaan we uit van een 12-stappenplan. Het hangt van de situatie van de student/

leerkracht af bij welke stap hij begint en eindigt. In de inleiding vind je suggesties hoe je met het boek kunt werken.

Anna Gerritsma, Henkjan

de Haan, Irmgard den

Hollander, Matthias

Mitzschke, Ydwine van

der Veen

2010. 124 p. € 16,95

ISBN 978 90 232 4629 9

KONINKLIJKE VAN GORCUM

www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven

Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56

Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43

9400 AA Assen[e] [email protected]

Leren van Innoveren Wat en hoe leren docenten van het innoveren van het eigen onderwijs?

De kwaliteit van onderwijs is van groot maatschappelijk belang. Onderwijs ontwikkeling kan niet alleen aan politici

en bestuurders worden overgelaten. De betrokkenheid van docenten is het fundament van iedere geslaagde

onderwijsinnovatie.

In de studie Leren van Innoveren gaan Wietske Miedema en Martin Stam in op de vraag hoe docenten zelf vorm

kunnen geven aan onderwijsinnovaties binnen hun school. Op basis van vier uitgebreide gevalstudies in vmbo en hbo,

laten ze de hindernissen en successen zien. Er blijkt een nauw verband te bestaan tussen het leren van individuele

docenten, het leren van de teams waarmee zij de onderwijsvernieuwing uitvoeren en het leren van de organisatie. In

een geslaagde onderwijsinnovatie is er aandacht voor alle drie de niveaus.

Leren van Innoveren is interessant voor ieder die in wetenschap en onderwijs betrokken is bij onderwijsvernieuwingen

en belangstelling heeft voor het leren van docenten.

Wietske Miedema,

Martin Stam

2e druk. 2010.

445 p. € 54,00

ISBN 978 90 232 4475 2

Pulse_PO_nr3_2010.indd 11 11-05-2010 16:49:36

Page 12: Pulse PO nr 3

12 pulse

tekst: martin van rooij foto: mark cohn

“Ik heb de kinderen heel veel lesstof laten zingen. Daardoor onthielden ze die beter.”

Pulse_PO_nr3_2010.indd 12 11-05-2010 16:49:46

Page 13: Pulse PO nr 3

pulse 13

MANAGEMENT & MoTIVATIE

juf baMberg Maakte indrukIn de sociale romans van Yvonne Keuls zijn de hoofdpersonen in wezen sterke figuren, die desondanks in een ellendige situatie terechtkomen. Veel van haar boeken gaan over het leed dat jongeren overkomt. Keuls’ betrok-kenheid bij de jeugd is mede ingegeven door een kortstondige carrière in het onderwijs.

tekst: martin van rooij foto: mark cohn

Schrijfster Yvonne Keuls werkte twee jaar als leer-

kracht in het basisonderwijs. Niet heel lang, maar lang

genoeg om belangrijke ervaringen op te doen. “om

eerlijk te zijn: het was niet mijn roeping. Ik speelde

toneel en zat altijd in de schouwburg, dus ik wilde

dolgraag naar de toneelschool. Mijn moeder hield dat

echter tegen. Ze zag het niet zitten en in die tijd – dit

speelde in 1950 – deed je wat je moeder zei.”

Bomvolle klas

het werd dus de kweekschool en in 1953 begint ze

als onderwijzeres in de zesde klas. Na de Tweede

wereldoorlog is er sprake van een geboortegolf. op de

lagere scholen is dat duidelijk te merken: de klassen

zitten overvol. Zelf staat Keuls voor een klas met maar

liefst 53 leerlingen. “Gedifferentieerd onderwijs was er

nog niet, alle kinderen gingen naar de lagere school.

In mijn klas zaten onder anderen een meisje dat blind

was en twee jongetjes met een verstand van nul. die

zaten de hele dag met blokken te spelen.”

ondanks die overvolle klas weet ze orde te houden.

“Je moet nooit gaan schreeuwen en niet met hoge

stem gaan praten; daar worden kinderen onrustig van.

Ik praatte zachtjes maar ik articuleerde duidelijk. Zo

dwong ik de kinderen als het ware stil te zijn.”

piano

de helen Parkhurstschool* in de Baambruggestraat

in den haag was een nieuwe school in een vernieu-

wingsbuurt. “Er woonden veel gezinnen uit de oude

Schilderswijk, die was afgebroken. de kinderen waren

een beetje ontheemd; ik heb geprobeerd een sfeer te

creëren waarin ze zich thuis voelden.”

Vol overgave stort Keuls zich op haar taak. Een van

de zaken die ze op zich neemt, is het schrijven van

lesstof. “In de jaren na de oorlog was er een groot

tekort aan boeken. Ik moest daarom mijn eigen lesstof

schrijven. dat was leerzaam. het was ook een leuke

school, met een bijzondere onderwijsvisie en bevlogen

leerkrachten. En alles kon. Ik weet nog dat ik voor

vijftig gulden een piano heb gekocht. die is toen mijn

klaslokaal in getakeld. hij stond midden in het lokaal;

de kinderen zaten eromheen. Ik heb de kinderen heel

veel lesstof laten zingen. daardoor onthielden ze die

beter. Muziek speelde sowieso een belangrijke rol in

mijn pedagogische aanpak. Ik schreef op die school

mijn eerste musical. die voerden we met de leerlingen

uit, eerst in de eigen aula en later op allerlei plaatsen

in den haag. de kinderen vonden het leuk om te doen

en die voorstellingen trokken veel publiek.”

Diepe indruk

Als het gaat om ‘rijk’ onderwijs is de visie van een rec-

tor of schoolhoofd doorslaggevend, aldus Keuls. “Later

werkte ik aan een lyceum. de rector van die school

bood me de ruimte om dramalessen te verzorgen, bui-

ten de reguliere lestijden. we speelden onder meer ‘de

koopman van Venetië’, in het Engels. de aanpak was

heel breed. de kinderen acteerden niet alleen, ik liet hen

ook in eigen woorden vertellen wat de essentie van het

verhaal was of liet hen er een verhaal over vertellen.

ook improviseerden we veel. heerlijk was dat.”

Schrijfster Yvonne Keuls over haar tijd als lerares

Pulse_PO_nr3_2010.indd 13 11-05-2010 16:49:46

Page 14: Pulse PO nr 3

14 pulse

de lessen maakten diepe indruk op de kinderen.

“Jaren later zat ik eens boeken te signeren toen

op een gegeven moment de hoofdrolspeler uit de

musical voor mijn neus stond. “dag juf Bamberg”, zei

hij. Bamberg, dat is mijn meisjesnaam. Gelijktijdig en

spontaan zetten wij toen het refrein in van het lied

dat hij in die musical zong. de mensen in die winkel

keken raar op. Ze lachten en applaudisseerden. hij

vertelde me dat dat jaar bij mij in de klas het belang-

rijkste jaar uit zijn leven was. Als ik me goed herinner,

was zijn vader tijdens de oorlog gefusilleerd. hij

had het thuis niet makkelijk – en dat gold voor meer

kinderen uit mijn klas.”

Keuls heeft haar draai gevonden, ook al had het

onderwijs niet haar voorkeur. Toch komt na twee jaar

een einde aan haar onderwijscarrière. “Ik was ge-

trouwd en in die tijd mocht een getrouwde vrouw niet

in overheidsdienst werken. Ik wist echter van niks.

Toen ik na de bruiloft weer op school kwam, stond er

al een ander voor de klas.”

Loverboys avant la lettre

In haar boeken kent Keuls een prominente rol toe aan

jongeren en aan de problemen en het leed waarmee

zij te maken krijgen. In de roman ‘Jan rap en z’n maat’

belanden de hoofdpersonen in een ellendige situatie.

het boek is gebaseerd op de ervaringen die Keuls

opdeed in een opvangcentrum voor jongeren. ‘de

moeder van david S.’ gaat over een gezin waarvan de

oudste zoon verslaafd is aan drugs. ook in ‘het ver-

rotte leven van Floortje Bloem’ speelt de drugsproble-

matiek een rol. dit boek gaat over een heroïnehoertje

dat bang is in het gekkenhuis terecht te komen. het is

geschreven in 1982 en heeft nog niets aan zeggings-

kracht ingeboet. de problematiek rond loverboys wordt

in dit boek al beschreven. het boek is intussen al 25

keer herdrukt.

Keuls kruipt helemaal in de materie, vertelt ze. “Voor

‘Floortje Bloem’ heb ik anderhalf jaar lang met heroï-

nehoertjes in rotterdam opgetrokken. ook ’s nachts.

Tijdens zo’n periode schrijf ik overigens niet. Ik maak

ook geen aantekeningen. Als ik denk dat ik voldoende

stof heb, gaat alles in een pot. Ik vermeng alle ervarin-

gen en indrukken, zodat niemand zich in een van de

personages kan herkennen en doe er nog wat dingen

van mezelf bij. Vervolgens laat ik het als het ware in

mijn hoofd marineren. daarna neem ik een jaar lang

geen lezingen aan en ga ik schrijven. dat doe ik be-

hoorlijk gedisciplineerd. Voor tienen ga ik naar boven

en daar schrijf ik dan tot half drie. dan ben ik leeg en

moe. ’s Avonds lees ik dan door wat ik overdag heb

geschreven.”

Yvonne keuls: jeugd als inspiratiebron

Yvonne keuls (1931) komt op zevenjarige leeftijd naar nederland. Al op jonge

leeftijd begint ze te schrijven. korte verhaaltjes over gebeurtenissen die indruk

op haar maken en haar ontroeren. keuls verzorgt sinds 1967 lezingen op

scholen en in boekhandels en bibliotheken. Daar groeit haar interesse voor de

problemen van jongeren, die onderwerp zijn van haar succesvolle boeken als

in Het verrotte leven van Floortje Bloem en De moeder van David s. In 1977

verschijnt het boek Jan rap en z’n maat. Haar eigen bewerking ervan tot een

toneelstuk wordt een groot succes; het stuk wordt in tien talen vertaald en in

vijfentwintig grote theaters in europa gespeeld. een jaar later krijgt het de prijs

der kritiek van de nederlandse theatercritici.

Al veertig jaar lang is Yvonne keuls een veel gelezen en geprezen auteur. Van

haar roman Mevrouw mijn moeder zijn meer dan 300.000 exemplaren ver-

kocht. Het boek werd bekroond met de Trouw publieksprijs 1999. In 2001 ver-

scheen haar ontroerende levensverhaal Madame k. Van Indisch kind tot Haagse

dame, dat direct na verschijnen een bestseller werd.

Kijk voor een uitgebreide biografie en bibliografie op www.yvonnekeuls.nl

Pulse_PO_nr3_2010.indd 14 11-05-2010 16:49:53

Page 15: Pulse PO nr 3

pulse 15

MANAGEMENT & MoTIVATIE

Aan haar eigen lagere school bewaart Keuls weinig

goede herinneringen. “Ik ben geboren in de toenma-

lige Indische stad Batavia en had les bij de nonnen

daar. Ik was een lastig kind, althans voor hen. Creatief.

ongedurig. Ik was vaak snel klaar en ging dan niet

netjes met de armen over elkaar zitten. Zuster ursulina

was streng gaf me af en toe flink slaag.”

Andere aspecten aan het leven daar waren juist prettig

en vormden haar. “Mijn moeder was een Indische en

was een soort volksvertelster. Ze kon echt prachtig

verhalen vertellen. Verder was ik daar graag in de vrije

natuur. Alles wat zich daar aan me aanbood, heeft

bijgedragen aan mijn vorming als schrijfster.”

uittreksels van internet

Van het huidige onderwijs heeft de haagse schrijfster

geen hoge pet op. “Allereerst heb ik er moeite mee

dat de score van de Cito-toets zo bepalend is voor de

schoolkeuze van kinderen. Verder wordt er steeds min-

der gelezen. Veel kinderen lezen alleen maar uittreksels

die op internet staan en zelden een heel boek. Ik denk

ook dat er onvoldoende goede leraren zijn. daarmee

bedoel ik mensen die de kinderen weten te boeien,

maar bovendien de kinderen en hun thuissituatie ook

enigszins kennen. Praat niet alleen,

luister ook.”

haar kleinkinderen zitten inmiddels allen op het voort-

gezet onderwijs. “Ze wonen allemaal hier vlakbij en

slapen geregeld bij mij in huis. het eerste wat ze doen

als ze ’s ochtends opstaan, is op internet kijken of de

lessen wel doorgaan. ongelooflijk, zoveel lessen als er

uitvallen!”

het perspectief voor iemand die klaar is met het vmbo

– of liever: het gebrek daaraan – is Keuls een doorn

in het oog. “Er zou iets moeten komen voor kinderen

die vmbo hebben afgerond en niet weten wat ze

willen. Een soort voorbereidingsjaar op de havo, want

de stap van vmbo naar havo is voor veel kinderen te

groot. Als kinderen nu klaar zijn met het vmbo en niet

weten welke mbo-opleiding ze willen volgen omdat ze

nog geen richting hebben gekozen, gaan ze een soort

tussenjaar in: trajectbegeleiding. Ze krijgen dan Ne-

derlands en Engels en nog wat vakken, maar het helpt

hen geen steek verder bij het bepalen van hun keuze.

die kinderen hebben geen doel, raken gedeprimeerd

en gaan spijbelen, hun ouders raken wanhopig. daar

zou een oplossing voor moeten komen.”

* Helen Parkhurst stond aan de wieg van het Daltononderwijs en was

onder meer in de leer bij en assistente van Maria Montessori, bedenkster

van het Montessorionderwijs.

Pulse_PO_nr3_2010.indd 15 11-05-2010 16:49:57

Page 16: Pulse PO nr 3

www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven

Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nl/talent

Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43

9400 AA Assen[e] [email protected]

Tijdschrift Talent, over hoogbegaafde kinderen, richt zich op begeleiders (leerkrachten en leerlingbegeleiders)

en ouders van hoogbegaafde kinderen. Talent verschijnt iedere twee maanden en is het enige onafhankelijke

tijdschrift over hoogbegaafdheid. Onlangs is Talent volledig vernieuwd. Met een vernieuwde frisse vormgeving

en inhoud is het tijdschrift nog meer toegespitst op het hoogbegaafde kind. Bovendien heeft Talent nu een

eigen website, www.tijdschrift-talent.nl. Talent wordt gemaakt door een onafhankelijke redactie, een team

van inhoudelijk deskundigen en gerenommeerde journalisten. Dat levert een blad op dat is gestoeld op

inhoudelijke kennis in een aantrekkelijke, journalistieke verpakking.

O V E R H O O G B E G A A F D E K I N D E R E NO V E R H O O G B E G A A F D E K I N D E R E N

6 nummers per jaar

abonnement 53,25

instellingen 61,00

studenten 41,00

Leden Bekina,

Choochem, HBBK, HINT,

Mensa, Pharos 46,25

ISSN: 1388 - 1809

www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven

Meer informatie en online bestellen: www.tijdschriftzone.nl

Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43

9400 AA Assen[e] [email protected]

ZONE is een tijdschrift vóór en over Ontwikkelingsgericht Onderwijs in de basisschool, het speciaal onderwijs

en in de voorschoolse periode. ZONE biedt:

● artikelen uit de praktijk

● besprekingen van actuele beleidsthema’s

● direct toepasbare ideeën voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs

● forum voor ontwikkelingsgerichte werkers (aan theorie en praktijk)

● eigen website www.tijdschriftzone.nl met vele extra’s

4 nummers per jaar

abonnement 28,25

instellingen 47,90

studenten 22,00

ISSN: 1569 - 6952

Pulse_PO_nr3_2010.indd 16 11-05-2010 16:49:59

Page 17: Pulse PO nr 3

pulse 17

Waar of niet waar?‘begrijpend lezen, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen’

In groep drie beginnen kinderen vaak voorzichtig met leren lezen, voor velen een grote uitdaging. Vaak

wordt al een jaar later, in groep 4, van de kinderen verwacht dat ze het technisch lezen zo goed onder

de knie hebben dat ze ook begrijpend kunnen lezen. Is dat niet wat snel?

wetenschappers, leerkrachten en onderwijsadviseurs voeren al jaren discussie over wat nu de ideale leeftijd is om te

beginnen met begrijpend lezen. Velen zijn van mening dat groep 4 inderdaad wat snel is om met begrijpend lezen te

starten, omdat het aanleren van begrijpend leesstrategieën pas zin heeft als kinderen in staat zijn vlot een tekst door

te lezen. onder hen zijn ook onderwijsadviseur Joop Stoeldraijer en specialist Kees Vernooy. Zij pleiten ervoor om pas

een jaar later, in groep vijf, voorzichtig met begrijpend leesonderwijs te beginnen.

Toch zijn er ook veel scholen die het belang van vroegtijdig beginnen met

begrijpend lezen onderschrijven. Zij worden in hun opvatting gesteund

door Paul van den Broek, hoogleraar cognitieve en neurobiologische

achtergronden van leren en doceren aan de universiteit Leiden. In

het onderwijsblad zegt hij dat begrijpend lezen niet pas na het

technische lezen hoeft te worden aangeboden, maar dat hier veel

eerder mee kan worden begonnen. Barbara Linsen (Artevelde-

hogeschool Gent) en Saskia Timmermans (K. u. Leuven) zijn dat

met hem eens. In ‘Lang zullen ze lezen! Begrijpend lezen in het

eerste leerjaar (groep 3)’ stellen zij dat het voor de motivatie van de

kinderen noodzakelijk is om zo hen zo snel mogelijk teksten te laten

begrijpen. “de teleurstelling is groot wanneer kinderen merken

dat ze eerst de kaap van het technisch lezen moeten nemen,

voordat ze kunnen begrijpen wat ze lezen en hier ook echt

plezier aan beleven. wanneer de aantrekkingskracht

van het leren lezen na enkele weken leesonderwijs

voorbij is, haken sommige kinderen af.”

Zeker voor leerlingen met een leesachter-

stand is het volgens Linsen en Timmermans

geen goed idee om hen al te lang in

de fase van het geïsoleerde technisch

leesproces te houden. Immers, hoe

minder deze leerlingen het nut van

lezen ervaren, hoe minder ze de be-

hoefte zullen hebben om dit onder de

knie te krijgen.

Hoe denkt uw school over de beginleef-

tijd van begrijpend leesonderwijs? Laat

het ons weten op www.pulseprimairon-

derwijs.nl/mijnschool

www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool

www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven

Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nl/talent

Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43

9400 AA Assen[e] [email protected]

Tijdschrift Talent, over hoogbegaafde kinderen, richt zich op begeleiders (leerkrachten en leerlingbegeleiders)

en ouders van hoogbegaafde kinderen. Talent verschijnt iedere twee maanden en is het enige onafhankelijke

tijdschrift over hoogbegaafdheid. Onlangs is Talent volledig vernieuwd. Met een vernieuwde frisse vormgeving

en inhoud is het tijdschrift nog meer toegespitst op het hoogbegaafde kind. Bovendien heeft Talent nu een

eigen website, www.tijdschrift-talent.nl. Talent wordt gemaakt door een onafhankelijke redactie, een team

van inhoudelijk deskundigen en gerenommeerde journalisten. Dat levert een blad op dat is gestoeld op

inhoudelijke kennis in een aantrekkelijke, journalistieke verpakking.

O V E R H O O G B E G A A F D E K I N D E R E NO V E R H O O G B E G A A F D E K I N D E R E N

6 nummers per jaar

abonnement 53,25

instellingen 61,00

studenten 41,00

Leden Bekina,

Choochem, HBBK, HINT,

Mensa, Pharos 46,25

ISSN: 1388 - 1809

www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven

Meer informatie en online bestellen: www.tijdschriftzone.nl

Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43

9400 AA Assen[e] [email protected]

ZONE is een tijdschrift vóór en over Ontwikkelingsgericht Onderwijs in de basisschool, het speciaal onderwijs

en in de voorschoolse periode. ZONE biedt:

● artikelen uit de praktijk

● besprekingen van actuele beleidsthema’s

● direct toepasbare ideeën voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs

● forum voor ontwikkelingsgerichte werkers (aan theorie en praktijk)

● eigen website www.tijdschriftzone.nl met vele extra’s

4 nummers per jaar

abonnement 28,25

instellingen 47,90

studenten 22,00

ISSN: 1569 - 6952

Pulse_PO_nr3_2010.indd 17 11-05-2010 16:50:03

Page 18: Pulse PO nr 3

18 pulse

tekst: ???

Co-teaching: een pakkende aanpak voor passend onderwijsSinds de jaren negentig probeert de overheid de verwijzingen naar het S(B)o terug te dringen. Volgens het evaluatierapport ‘weer Samen naar School welbe-schouwd’ (Meijer 2004) is zij daarin onvoldoende geslaagd. het adaptief ver-mogen van de leraar is in al die jaren onvoldoende versterkt om alle leerlingen binnen het reguliere onderwijs te kunnen behouden.

In de Nieuwe Koers Passend onderwijs

stelde staatssecretaris dijksma eind vorig

jaar dat de leraar in het primaire proces

nog te weinig betrokken is. Passend

onderwijs zal volgens haar vooral op de

werkvloer gestalte moeten krijgen. Sandra

Koot (APS) is als trainer/consultant nauw

betrokken bij het verbeteren van het on-

derwijsproces aan rugzakleerlingen. haar

praktische aanpak waarbij het handelings-

reportoire van de leraar centraal staat, blijkt

zowel voor de lgf-leerling als de reguliere

leerling succesvol.

“de scholen zijn er weliswaar in geslaagd

om het verwijzingspercentage naar het

SBo terug te dringen, maar tegelijkertijd

is het percentage leerlingen dat extra zorg

behoeft gestegen. het lijkt wel of er sprake

is van communicerende vaten. Leerlingen

met gedragsproblemen vormen nu de

grootste uitdaging voor de leraren”, stelt

Koot. “Alleen adviseren en begeleiden is

niet toereikend. Er moet meer gebeuren

om leraren in staat te stellen om te gaan

met verschillen tussen leerlingen. daarvoor

moeten zij terug kunnen vallen op collega’s

en deskundigen die de leraar assisteren bij

het vinden van oplossingen. het gaat niet

alleen om het vergroten van kennis, maar

ook om uitbreiding van het handelingsre-

pertoire en attitudeverandering. Alleen dan

maakt Passend onderwijs een echte kans.

de co-teacher kan hierbij een belangrijke

rol spelen.”

Vergroten handelingsrepertoire

Als het om passend onderwijs gaat, is er

de afgelopen jaren volgens Koot heel veel

tijd gaan zitten in bestuurlijk overleg. “Maar

dat heeft de leraar niet veel geholpen”,

zegt ze. “het beleid is onvoldoende geland

op de werkvloer. overigens blijkt dit ook

uit het evaluatierapport van de commis-

sie Lambrechts. Als ambulant begeleider

merkte ik dat leraren de handelingsadvie-

zen over bijvoorbeeld autisme wel zinvol

vonden, maar dat deze adviezen hen geen

concrete handvatten boden. Ze bleven met

vragen zitten als ‘hoe moet ik het doen?’.

Als er een escalatie was geweest met een

zorgleerling, dan bleek dat er altijd reactief

gehandeld werd en maar zelden preven-

tief. hoe had men dit probleem kunnen

voorkomen? de leraar voelde zich hande-

lingsverlegen op het moment dat zich een

escalatie voordeed.”

Koot heeft in 2009 onderzoek gedaan naar

manieren om het handelingsrepertoire van

leraren te vergroten. uit dit onderzoek blijkt

dat er vier werkwijzen zijn die gezamenlijk

een positief effect hebben op het verster-

ken van het adaptief vermogen van de

leraar: co-teaching, coöperatief werken,

heterogeen groeperen en effectief klassen-

en gedragsmanagement.

“daarmee ben ik aan de slag gegaan om

het handelingsrepertoire van de leraar te

verbeteren, zodat er wel degelijk sprake is

sandra koot (aps)trainer/coach

Pulse_PO_nr3_2010.indd 18 11-05-2010 16:50:08

Page 19: Pulse PO nr 3

pulse 19

oNdErwIJSoNTwIKKELING

Vergroten handelingsrepertoire

attitudeverandering

Goed klassenmanagement en cooperatief werken blijken een preventieve werking te hebben ten

aanzien van gedragsproblemen.

..

Pulse_PO_nr3_2010.indd 19 11-05-2010 16:50:11

Page 20: Pulse PO nr 3

20 pulse

tekst: ???

van een structurele en preventieve aanpak.

In mijn onderzoek heb ik als co-teacher

met vijf leraren gewerkt aan het versterken

van hun adaptief vermogen. Altijd werkte

ik vraaggericht: de hulpvragen van de

leraar waren steeds het uitgangspunt. Met

mijn alternatieve gedragsinterventies bood

ik telkens mijn oplossingen aan hen aan.

de leraar heeft mij die dingen zien doen

en heeft ze over kunnen nemen in ver-

gelijkbare situaties. Achteraf evalueerden

we het handelen van de leraar. hierdoor

ontstond een perfecte reflectie op het

eigen handelen.”

Heterogene groepen

de deelnemende scholen waren verschil-

lend qua grootte en qua niveau van leerlin-

genzorg. In alle klassen zaten wel één of

meer leerlingen met een indicatie cluster 4.

In elke klas binnen het onderzoek zijn hete-

rogene groepen samengesteld uit zwakke,

sterke en gemiddelde leerlingen. In die

heterogene groep liet Koot de leerlingen

coöperatief werken. Koot: “de leerlingen

leren van elkaar en de instructielijntjes zijn

heel kort. Korter dan wanneer de leraar dat

zelf moet doen. Bovendien versterkt deze

manier van werken het sociaal-emotionele

klimaat in de klas. Kinderen corrigeren

elkaar heel goed als bepaald gedrag bin-

nen de groep als storend wordt ervaren.

En dat blijkt vaak veel effectiever te zijn

dan wanneer de leraar dit doet. Ieder

groepslid kreeg van mij een taak. Iemand

was taakbewaarder van de opdracht,

iemand bewaakte de tijd of het materiaal

en iemand schreef. Allemaal waren ze dus

tegelijkertijd in actie. Coöperatief werken

en heterogeen groeperen versterken elkaar

zeer positief. Er is dan sprake van optimaal

leren.”

Koot benadrukt dat er te allen tijde sprake

moet zijn van een goed klasse- en ge-

dragsmanagement door de leraar. Als een

leraar om kwart voor negen moet begin-

nen, dat doet hij er volgens Koot verstan-

dig aan om op die tijd bij de deur te staan.

Tevens moet hij ervoor zorgen dat de

materialen klaarstaan. Koot: “het zijn heel

basale zaken. Als hij tussentijds de deur uit

moet om te gaan kopiëren, verstoort dat

vergroten handelingsrepertoire

sandra koot onderzocht de effectiviteit van coöperatief

leren en co-teaching.

Op leerling-niveau laten alle leerlingen een grotere be-

trokkenheid zien. Coöperatief werken werkt preventief

op gedragsproblemen: de groep corrigeert zelf storend

gedrag. Bijna alle leraren geven aan dat hun groep po-

sitief verandert, er ontstaat een verbeterd klassenkli-

maat. Leerlingen geven dit ook aan in hun eigen eva-

luaties. De lgf-leerlingen zijn meer betrokken en doen

en passant sociale en coöperatieve vaardigheden op.

Zelfs de leerlingen met autisme spectrum stoornissen

zijn meer betrokken, zelden staan zij langs de zijlijn.

Op leraarniveau ligt het grootste winstpunt in klassen-

en gedragsmanagement. De leraren gaan over van een

controlerende naar een stimulerende rol. De leerlingen

worden onafhankelijker waardoor de leraar meer tijd

heeft om leerlingen extra te begeleiden. In heterogene

groepen zijn de leerlingen uitstekend in staat elkaar

aan te vullen in instructie en werken. Alle leraren geven

aan voorbeelden van leraargedrag van de co-teacher

over te nemen.

Op schoolniveau zorgden drie van de vijf leraren voor

de transfer. Zij waren zo enthousiast dat ze hun colle-

ga’s motiveerden ook coöperatief werken in te voeren.

De leraren die deelnamen aan het onderzoek namen

hierin zelf de rol van co-teacher op zich.

‘Wat goed is voor kinderen met speciale behoeften, is goed voor alle leerlingen’

het proces. de kans is groot dat bij terug-

komst de klas zeer rumoerig en onrustig

is. Maak ook op het bord duidelijk wat het

programma van de dag is. het zijn geen

hemelbestormende dingen. Toch zie ik dat

veel leraren hierop stuk lopen.”

onder gedragsmanagement verstaat Koot

ook hoe leerlingen met elkaar om moeten

gaan. wat zijn de regels en wat gebeurt er

als ze deze regels niet naleven? Koot: “Je

kunt niet duidelijk genoeg zijn. Een leraar

moet als een huis voor de groep staan en

mag niet afwijken van de regels die hij van

te voren heeft afgesproken, anders wordt

hij de speelbal van de klas. Je moet het

op een aardige, maar zeer stevige manier

brengen. de groep moet het idee hebben

van ‘ojee, hier ontkomen we niet aan’. Je

moet niet zeggen: ‘Zouden jullie alsjeblieft

stil willen zijn’. het moet stil zijn.”

Gedragsverandering

Koot wil met haar vorm van co-teaching

ook daadwerkelijk een gedragsverande-

ring in handelingsvaardigheid bij de leraar

teweeg brengen. Ze is bijzonder te spreken

Pulse_PO_nr3_2010.indd 20 11-05-2010 16:50:17

Page 21: Pulse PO nr 3

pulse 21

www.pulseprimaironderwijs.nl/onderwijsontwikkeling

oNdErwIJSoNTwIKKELING

Train-de-trainer

co-teaching

Ziet u voor uzelf of

uw collega’s kansen

in deze vorm van

leraarbegeleiding en

loopbaanontwikke-

ling? Kent u leraren

die het in hun mars

hebben om collega’s

in de groep te

begeleiden? Sandra

Koot heeft bij APS

een train-de-trainer

traject ontwikkeld

om excellente lera-

ren op te leiden tot

co-teacher. Voor

meer informatie:

[email protected]

06-55137735

over de reacties van de leraren. “Alle

leraren zijn erg enthousiast en drie van de

vijf gecoachte leraren gaan nu zelf ook als

co-teacher coöperatief werken introduce-

ren bij collega’s.

‘wat goed is voor kinderen met speciale

behoeften, is goed voor alle leerlingen’,

stelt Meijer in zijn onderzoeksrapport uit

2004. Koot onderschrijft deze conclusie.

Met de hiervoor beschreven werkwijze

kunnen de opbrengsten van Passend

onderwijs veel verder reiken dan de

doelgroep van leerlingen ‘met specifieke

onderwijsbehoeften’. Alle leerlingen

profiteren van de nieuwe werkwijzen

in de klas. de focus van de ambulante

begeleiding verschuift van de leerling naar

de leraar. Koot: “Als ambulant begeleider

optimaliseer ik de begeleiding rondom

de rugzakleerling. de leraar gaat over

een groter en beter handelingsrepertoire

beschikken, daarmee borg ik iets waarmee

zowel de rugzakleerling als de reguliere

leerling gebaat is. Als je de focus legt op

alleen de rugzakleerling dan moet je de

procedure telkens en in volgende groepen

herhalen. Als we alleen naar de lgf-leerling

kijken, maken we misschien een time-

outplekje of een apart werkschrift waarin

een overzicht van taken en de werktijden

staan, maar dat verandert in essentie de

leraar niet. Leerkrachtcoaching vind ik veel

effectiever.”

Conclusie

de conclusies zijn wat Koot betreft helder.

Volgens haar is co-teaching aantoonbaar

effectief gebleken. uit de analyse van de

competentieprofielen van deze leraren

blijkt een duidelijke groei. ook observaties

van derden laten een duidelijke vooruit-

gang zien in de adaptiviteit van de leraar.

Goed klassenmanagement en coöperatief

werken blijken een preventieve werking te

hebben ten aanzien van gedragsproble-

men. Co-teaching versterkt de leraar: han-

delingsadviezen worden direct toegepast,

de leraar groeit verder in vaardigheden en

ervaart de mogelijkheden van alternatieve

interventies op gedragsproblemen. ook de

deelnemende leraren gaven aan veel beter

in staat te zijn te differentiëren in hun klas,

beter in te kunnen gaan op de verschillen

in onderwijsbehoeften van de leerlingen en

beter in staat te zijn goede interventies te

plegen op leerlinggedrag.

Co-teaching stelt wel specifieke eisen aan

de begeleider. hij moet beschikken over de

competenties, vaardigheden en attitudes

van een excellente leraar.

Pulse_PO_nr3_2010.indd 21 11-05-2010 16:50:22

Page 22: Pulse PO nr 3

22 pulse

Beter nederlands in het onderwijs

overwin die schaaMteCamara’s, slaris, leerarenopleiding en treinabbonnement. of fouten als ‘nieuwe maatregelen ondernemen’ en ‘geld uitbesteden aan…’. op veel scholen schort er nog heel wat aan het taalniveau van allochtone én autochtone onderwijsmedewerkers. het wordt tijd dat deze scholen hun schaamte overwinnen en spijkers met koppen slaan.

Een docent Nederlands die de Neder-

landse taal onvoldoende beheerst. of een

allochtone leraar die door zijn onvoldoen-

de taalniveau niet op ouders, collega’s en

leidinggevenden durft af te stappen. In het

primair en voortgezet onderwijs werken

veel onderwijsmedewerkers die de Neder-

landse taal niet goed genoeg beheersen,

terwijl dit in het onderwijs cruciaal is.

“Vergeet niet dat de meeste docenten

de pabo hebben doorlopen en dus een

hbo-diploma op zak hebben,” valt Esther

Simon, commercieel directeur van TopTaal,

met de deur in huis. “wij vonden het dan

ook opmerkelijk dat in deze beroepsgroep

zoveel grammatica-, spel- en stijlfouten

worden gemaakt.”

Taboe

het is nog vaak een taboe voor scholen

om ervoor uit te komen dat het taalniveau

van hun onderwijsmedewerkers onvol-

doende is. Volgens Esther Simon is het

de hoogste tijd om deze taboes te

doorbreken. “het niet goed beheer-

sen van de Nederlandse taal speelt

niet alleen in het onderwijs. het

is echt een maatschappelijk pro-

bleem, dat gelukkig steeds meer

wordt onderkend. In de media

wordt steeds meer aandacht

besteed aan de slechte taal-

beheersing in Nederland. het

probleem wordt door steeds

meer mensen en instanties

onder ogen gezien. we

hopen dat hierdoor de

taboesfeer verdwijnt en

mensen bewust voor

bijscholing kiezen. dit

komt de kwaliteit van

het onderwijs absoluut

ten goede. Een school

waarin iedereen elkaar

goed begrijpt, is een

effectieve school.”

Taaltraining

Inmiddels heb-

ben enkele

Pulse_PO_nr3_2010.indd 22 11-05-2010 16:50:28

Page 23: Pulse PO nr 3

pulse 23

www.pulseprimaironderwijs.nl/taal

oNdErwIJSoNTwIKKELING

pioniers hun maatregelen getroffen om

het Nederlands van onder andere hun do-

centen, onderwijsassistenten, conciërges,

receptiemedewerkers en kantinepersoneel

te verbeteren. Een aantal scholen is zeer

actief als het gaat om het verbeteren van

het taalniveau. Afgelopen jaar rondde een

aantal docenten en ondersteunend perso-

neel een taaltraining Nederlands af.

Na een blik op de profielenlijst van de

docenten die aan de training hebben

deelgenomen, valt op dat het aantal al-

lochtone én het aantal autochtone onder-

wijsmedewerkers die behoefte hebben

aan bijscholing, niet voor elkaar onder-

doen. Volgens een docent die op dit mo-

ment een aantal trainingen voor TopTaal

verzorgt, zit er echter wel verschil in de

fouten die door beide ‘groepen’ wor-

den gemaakt en dus ook in de training

die hen wordt aangeboden: “Allochtone

onderwijsmedewerkers gebruiken vaak

verkeerde woordgeslachten, lidwoorden

en vaste voorzetsels en nemen daardoor

vaak deel aan de basistraining schrijven.

ook heeft deze groep behoefte aan een

training spreekvaardigheid. Autochtone

onderwijsmedewerkers daarentegen ma-

ken meer congruentie- en stijlfouten bij

het schrijven van teksten. ook maken zij

meer fouten in – wat wij noemen – vaste

combinaties. ‘Geld uitbesteden aan…’,

‘nieuwe maatregelen ondernemen’ en

‘een begin maken om…’ zijn hier goede

voorbeelden van.”

Onderwijskwaliteit

ook op dit moment volgt een aantal

docenten een training om hun taalniveau

te verhogen. Scholen zorgen er op deze

manier voor dat hun medewerkers zelfver-

zekerder zijn en daardoor beter communi-

ceren met collega’s, leerlingen en ouders.

Bovendien kunnen docenten na het volgen

van de trainingen adequater lesmateriaal

schrijven en zijn ze beter in staat om een

tekst te analyseren. Leerkrachten staan

zelfverzekerder voor de klas, wat ook een

beter taalonderwijs op de pabo

Leraren vormen de belangrijkste schakel in het verbeteren van het taalonderwijs. Het

is echter gebleken dat het taalniveau van toekomstige leraren vaak nog onvoldoende

is. In 2006 zakte bijvoorbeeld tweederde (!) van alle studenten voor de toets die nét

iets boven het eindniveau van de basisschool lag. en dat terwijl studenten die de pabo

doorlopen een hbo-diploma krijgen uitgereikt! Hierdoor komt de kwaliteit van het taal-

onderwijs behoorlijk in gevaar.

naar aanleiding van deze resultaten heeft de HBO-raad dan ook bijspijkercursussen

nederlands opgezet. Op de pabo’s worden nu bovendien strengere eisen gesteld aan

de studenten. Zij moeten voortaan in het eerste jaar onder andere deelnemen aan een

taaltoets. Als zij niet slagen voor deze toets, mogen de studenten hun opleiding niet

vervolgen. Verder kunnen studenten extra taalonderwijs krijgen en wordt het taalon-

derwijs op de lerarenopleidingen verbeterd.

positief effect heeft op de leerprestaties

van de leerlingen. “Voorwaarde voor een

geslaagde training is wel dat scholen de

training goed communiceren naar hun

medewerkers,” benadrukt Esther Simon.

“Geef hen niet het gevoel dat ze bijge-

schoold dienen te worden omdat ze te

kort schieten, maar leg de medewerkers

uit dat ze investeren in zichzelf en in

de school. Met het verbeteren van het

taalniveau werk je constructief aan het

verbeteren van de onderwijskwaliteit.”

de taaltrainingen voor docenten en

ondersteunend personeel worden uit-

gevoerd door TopTaal, instituut voor de

Nederlandse taal. TopTaal verzorgt sinds

2008 nascholingen Beter Nederlands in

het onderwijs. de nascholing richt zich

op docenten en onderwijsondersteunend

personeel in het voortgezet onderwijs,

het middelbaar beroepsonderwijs en het

basisonderwijs. Voor meer informatie,

www.toptaal.nl

‘Met het verbeteren van het taalniveau werk je con-structief aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit.’

Pulse_PO_nr3_2010.indd 23 11-05-2010 16:50:29

Page 24: Pulse PO nr 3

24 pulse

tekst: cees Bos

Resultaatgericht leiderschap: leraren beter Maken In april 2010 ontvingen scholen ‘de staat van het onderwijs’ (het onderwijs-verslag 2008-2009) van de Inspectie van het onderwijs. dit zeer lijvige werk - een soort telefoonboek - bestaat uit drie delen: (1) de staat van het onderwijs, (2) het onderwijs in sectoren en (3) het onderwijs in thema’s. In het derde deel staat het interessante hoofdstuk ‘de kwaliteit van leraren’. wat heeft de inspectie te melden?

Goede leraren zijn doorslaggevend voor

goed onderwijs. daarom observeert de

inspectie bij haar schoolbezoeken een

aantal lessen aan de hand van indicatoren

die betrekking hebben op het lesgeven.

Kijkpunten zijn bijvoorbeeld:

(zie ook tabel 1)

•Hetgebruikvandeleertijd

•Detaakgerichtheidvandeleerlingen

•Debetrokkenheidvandeleerlingen

•Dekwaliteitvandeuitleg

•Deafstemmingbijdeinstructie

•Deafstemmingbijdeverwerking

opvallend genoeg gebeurt dit niet om

uiteindelijk de leraar te beoordelen, maar

om te komen tot een kwaliteitsoordeel over

de school. Voor het oordeel over de school

geldt dat een indicator voldoende is, als

minimaal driekwart van de leraren een

voldoende krijgt. In de rapportages van de

inspectie staan daarom meestal zinnen als:

‘de school kan het niveau van de instructie

nog aanzienlijk verbeteren’. Feitelijk gaat

het echter niet om de school, maar om de

leraren. Immers: de school geeft geen les,

geeft geen instructie en zorgt niet voor

afstemming.

door de beslisregel (als driekwart

voldoende scoort, krijgt de school een

voldoende), kunnen goede leraren de

mindere (onvoldoende) prestatie van hun

collega’s of van één collega compenseren.

of zelfs maskeren. Als er op een school

met tien leraren vijf worden geobserveerd,

dan krijgt de school een voldoende als er

vier (van de vijf) hun werk goed doen. die

ene leraar blijft min of meer onzichtbaar.

de school geeft goed instructie… Vergelijk

dat eens met hoe een leraar werkt. hij

beoordeelt de prestatie van twintig leerlin-

gen en constateert dat zestien leerlingen

goed werk leveren (wat iets meer is dan

driekwart). daarom krijgen ze alle twintig

een voldoende: de klas heeft een goede

prestatie geleverd. Geen leraar die het zo

aanpakt!

het is daarom terecht, dat de inspectie

zich momenteel bezint op haar rol en

werkwijze. Men speelt sterk met de ge-

dachte om meer expliciet dan nu het geval

is een oordeel te geven over de kwaliteit

Efficiënt gebruik van de leertijd 92%

Taakgerichte werksfeer 89%

Leerlingen zijn actief betrokken 88%

Systematisch volgen van de vorderingen 87%

duidelijke uitleg 82%

Afstemming bij de instructie 59%

Afstemming bij de verwerking 63%

Dit betekent:

- 1 van de 10 leraren maakt geen efficiënt gebruik van de leertijd

- 2 van de 10 leraren geven geen duidelijke uitleg

- 4 van de 10 leraren hebben moeite met afstemming bij de instructie

- 4 van de 10 leraren hebben moeite met afstemming bij de verwerking

Indicator Leraren met een voldoende

tabel 1, de kwaliteit van de leraren

Pulse_PO_nr3_2010.indd 24 11-05-2010 16:50:30

Page 25: Pulse PO nr 3

pulse 25

KwALITEITSZorG

en de professionaliteit van de leraar. Gelet

op de wat-kant van een beoordeling lijkt

zoiets niet lastig. Analoog aan de zeven

vastgestelde bekwaamheidseisen (zie tabel

2) zou het een taak van de inspectie kun-

nen zijn om een uitspraak te doen over:

1. de lesgevende competenties

2. het functioneren in de school als teamlid

3. de gerichtheid op ontwikkeling en verbe-

tering

het is dan allereerst nodig om de drie aan-

dachtsvelden te voorzien van indicatoren:

wat is goed lesgeven? welke criteria be-

palen het functioneren als teamlid? En wat

verwacht je van leraren in relatie tot hun

ontwikkeling en verbetering? het antwoord

op de gestelde vragen kan geformuleerd

worden in een specifiek toetsingskader.

Niet al te ingewikkeld.

Beoordeling

Lastiger is de hoe-kant van een ‘meer

expliciete beoordeling’. hoe je grip krijgt

op de kwaliteit van het lesgeven is geen

probleem: ‘erfasse die Situation’. En dat

gebeurt al: de inspectie observeert immers

lessen. Maar: hoe constateer je – als in-

specteur – of iemand goed functioneert als

teamlid? En hoe stel je vast, dat een leraar

voldoende gericht is op de eigen ontwikke-

ling en verbetering?

de sleutel ligt vermoedelijk bij de school-

leider. dat wordt duidelijk als we de werk-

zaamheden van een leraar vergelijken met

die van een directeur. Een leraar heeft een

klas, een groep. Een leraar weet wat de

leerlingen moeten kunnen en daarop richt

hij zijn hele programma en alle activiteiten.

Een directeur heeft een team. In een eerder

artikel (zie Medewerkers ontwikkelen in

Pulse Po 2-2010) wees ik er al op, dat

directies veelal maar een heel diffuus beeld

hebben van wat leraren moeten kunnen en

doen, van wat ze van leraren verwachten.

Laat staan, dat ze programmagericht en

onvermoeibaar werken aan de ontwikkeling

van hun leraren (dat is toch hun eigen ver-

antwoordelijkheid – het zijn professionals).

daar zit dus een eerste verschil tussen

schoolleiders en leraren.

Maar er is meer. Een juf weet precies waar-

in een kind goed is en waarin niet. Sterker

nog: ze weet dat van ieder kind en houdt

dat bij in haar klassenmap. hoe zit dat met

schoolleiders? weten die waarin leraar A

goed is? weten die wat er aan mankeert

bij leraar B? Een juf beschikt over bijvoor-

beeld een Cito-uitslag (een groepsuitdraai)

en kan daarop precies

zien hoe de leer-

lingen func-

tioneren. En

omdat ze niet

helemaal afhan-

kelijk wil zijn van

de genormeerde

toetsen, gebruikt

ze ook methode-

gebonden toetsen en

observatielijsten. hoe

dan ook: ze kent haar pap-

penheimers door en door.

En dat niet alleen door haar

leerlingvolgsysteem. hoe zit

dat met een schoolleider? heeft

hij zwart-op-wit hoe zijn leraren

functioneren? heeft hij – net als

de juf – een groepsuitdraai, een

teamoverzicht? heeft hij een leraar-

volgsysteem? het zou toch niet zo’n

gek idee zijn om als schoolleider in

beeld te brengen hoe de individuele

leraren functioneren, gelet op hun les-

geven, hun opstelling als teamlid en hun

aandacht voor ontwikkeling en verbete-

ring? waarom zou je dat overlaten aan de

Inspectie van het onderwijs?

excellent zicht

In de derde plaats is het ook van

belang om vast te stellen waarom

een juf zo’n excellent zicht heeft (wil heb-

ben) op de prestaties van haar leerlingen.

Ze volgt de prestaties en de ontwikkeling

van de leerlingen niet om met ze af te

rekenen. Ze doet dat om ze helpen als dat

nodig is, ze doet dat om ze te ondersteu-

nen, om ze de juiste feedback te geven.

dat zou ook het uitgangspunt van een

schoolleider moeten zijn: ik weet wat mijn

leraren moeten kunnen. Ik werk er dan ook

zeer hard aan om ze dat te laten realiseren.

Ik heb in beeld wie wat wel en niet kan, ik

weet wie goed is in X en wie Y maar niet

bij leraar B? Een juf beschikt over bijvoor-

beeld een Cito-uitslag (een groepsuitdraai)

en kan daarop precies

zien hoe de leer-

omdat ze niet

helemaal afhan-

kelijk wil zijn van

de genormeerde

toetsen, gebruikt

ze ook methode-

gebonden toetsen en

observatielijsten. hoe

dan ook: ze kent haar pap-

penheimers door en door.

En dat niet alleen door haar

leerlingvolgsysteem. hoe zit

dat met een schoolleider? heeft

hij zwart-op-wit hoe zijn leraren

functioneren? heeft hij – net als

de juf – een groepsuitdraai, een

teamoverzicht? heeft hij een leraar-

volgsysteem? het zou toch niet zo’n

gek idee zijn om als schoolleider in

beeld te brengen hoe de individuele

leraren functioneren, gelet op hun les-

geven, hun opstelling als teamlid en hun

aandacht voor ontwikkeling en verbete-

aarom zou je dat overlaten aan de

Inspectie van het onderwijs?

xcellent zicht

In de derde plaats is het ook van

belang om vast te stellen waarom

een juf zo’n excellent zicht heeft (wil heb-

ben) op de prestaties van haar leerlingen.

Ze volgt de prestaties en de ontwikkeling

van de leerlingen niet om met ze af te

rekenen. Ze doet dat om ze helpen als dat

Pulse_PO_nr3_2010.indd 25 11-05-2010 16:50:34

Page 26: Pulse PO nr 3

26 pulse

tekst: ???

KwALITEITSZorG

www.pulseprimaironderwijs.nl/kwaliteitszorg

1 Interpersoonlijk competent competentie m.b.t. het lesgeven

2 Pedagogisch competent competentie m.b.t. het lesgeven

3 Vakinhoudelijk en didactisch competent competentie m.b.t. het lesgeven

4 organisatorisch competent competentie m.b.t. het lesgeven

5 Competent in samenwerken met de collega’s functioneren als teamlid

6 Competent in het samenwerken met de omgeving functioneren als teamlid

7 Competent in reflectie en ontwikkeling ontwikkeling en verbetering

tabel 2, de bekwaamheidseisen

Leraren AG HJ HB IvdT rvM HvH rr

LesGeVen

1 Geven van directe instructie + +/- + +/- + ++ ++

2 Zorgen voor taakgerichtheid ++ - ++ +/- + + +

3 Aandacht voor automatiseren +/- - +++ - +/- +++ -

4 Afstemming bij instructie + - ++ +/- + -- +

5 Afstemming bij verwerking + - ++ +/- + - +/-

6 Etc.

BerOepsHOuDInG

1 Kan met anderen samenwerken + +/- ++ +/- + ++ +

2 handelt conform afspraken + + ++ + - + +

3 Etc.

prOFessIOnALIserInG

1 Is gericht op het experiment +/- - + + + + -

2 houdt een bekwaamheidsdossier bij +/- - +++ + + - +/-

3 Etc.

in de vingers krijgt. En: waar mogelijk on-

dersteun ik ze om steeds beter te worden,

zodat ze ‘steeds beter’ de doelen van de

school kunnen realiseren. Sterker nog: het

is de kerntaak van een schoolleider om

zich (resultaat)gericht bezig te houden met

de ontwikkeling van zijn leraren. En dat kan

pas als hij (1) goed weet wat ze moeten

doen en als hij (2) een sterkte/zwakte-

analyse heeft opgesteld. dan pas kun je

doelgericht werken aan het verbeteren van

de kwaliteit van je leraren.

In ‘de staat van het onderwijs, 2010’ staat:

‘op een basisschool waar leraren niet al-

lemaal over dezelfde mate van professiona-

liteit beschikken, lopen leerlingen vanzelf-

sprekend meer kans op slecht presteren dan

op een school waar dat wel het geval is.

het is in eerste instantie een taak voor de

schoolleider om de kwaliteit van het didac-

tisch handelen te bewaken en waar nodig te

verbeteren en zo goed mogelijk te waar-

borgen dat alle leerlingen goed onderwijs

krijgen. op veel basisscholen is er op dit

gebied nog het nodige werk aan de winkel.’

wat is mijn voorstel? Bepaal eerst zorgvul-

dig (met uw team) wat u verstaat onder

goed didactisch handelen (goede school-

leiders hebben kennis van…), waaraan u

denkt bij ‘goed’ functioneren als teamlid, en

wat u zich voorstelt bij ‘gewenste profes-

sionalisering’. Bedenk dan strategieën

om te borgen, dat uw team hoogfrequent

met deze zienswijzen in aanraking komt.

ontwerp daarna een overzicht van leraren

en ‘eisen’ (tabel 3). dat kan in categorieën:

lesgeven, functioneren als teamlid en profes-

sionalisering (binnenkort op wMK-Po).

Een inventarisatie van het team maakt al

snel helder wie ondersteuning nodig heeft

(hJ, zie tabel 3) en wie ondersteuning kan

geven (hB, zie tabel 2). Als u zo te werk

gaat, handelt u pro-actief. u hoeft dan een

oordeel van de inspectie niet af te wach-

ten. u weet zelf al lang wat er goed gaat

en wat er aan mankeert. En u heeft al lang

maatregelen getroffen. want het sleutelen

aan de kwaliteit van leraren moeten we

niet doen omdat de inspectie dat belangrijk

vindt, maar omdat het van doorslaggevend

belang is voor het leren van leerlingen. uw

leerlingen moeten er eigenlijk vanuit kunnen

gaan, dat u beschikt over een leraarvolgsys-

teem en dat u op basis van die gegevens de

juiste dingen doet.

tabel 3, een leraarvolgsysteem (lesgeven)

Pulse_PO_nr3_2010.indd 26 11-05-2010 16:50:36

Page 27: Pulse PO nr 3

pulse 27

www.pulseprimaironderwijs.nl/kwaliteitszorg

nieuw op wMkeen lvs voor de competentie-ontwikkeling van de leerlingen

Als gebruiker van WMk kunt u beschikken over een module om de competentie-ontwikkeling van uw leer-

lingen te scoren en te volgen. uniek is, dat de leerling en zijn ouders – als partners in leren – betrokken

worden bij zowel het scoren als het gericht werken aan samen gekozen en uitgewerkte verbeterdoelen

De competenties

de PoP-module in wMK is uitgebreid met een persoonlijk

ontwikkelplan voor leerlingen. de kern van het PoP wordt

gevormd door een twaalftal competentielijstjes:

•Omgangmetdeleraar

•Omgangmetandereleerlingen

•Gedrag

•Persoonlijkekwaliteiten

•Werkhouding

•Metacognitievevaardigheden

•Zelfkennis

•Communicatievevaardigheden

•OmgangmetICT

•Taalleesonderwijs

•Rekenenenwiskunde

•Deschoolvakken

Modificeren

de leraar (schoolleiding) bepaalt in de ontwerpmodule

welke competenties opgenomen worden in het PoP van

de leerling. desgewenst voegt de leraar (schoolleiding)

groepsspecifieke competenties en criteria toe. daarna

scoort de leraar de leerling op de criteria die horen bij de

competentie.

scoren

Met behulp van eigen (leerling)codes kunnen de leerlingen

ook zichzelf scoren en zich laten scoren door hun ouders

(met behulp van de oudercodes). dat maakt wMK uniek:

ook de ouders kunnen hun kind scoren met betrekking tot

sociaal-emotionele factoren.

de leerling kan daarna beschikken over een overzicht van

de scores van:

1. de leraar

2. de leerling zelf

3. Zijn ouders

op basis van de gemiddelde scores maakt de leerling een

verbeterplan: waar wil de leerling (samen met de leraar,

en samen met de ouders) aandacht aan gaan besteden?

Zowel de leraar als de ouders hebben zicht op het verbeter-

plan dat de leerling heeft gemaakt en op de activiteiten die

ondernomen worden. Ze kunnen de leerling daarop bevragen

en tevens kunnen ze hem motiveren, stimuleren en uitdagen.

rapportages

Zowel de leraar, de leerling als de ouder kan een compleet

rapport downloaden. het rapport geeft via scoretabellen en

grafieken inzicht in de scores per competentie, de scores

per criterium en de gemaakte verbeterplannen. de leraar kan

samen met de ouders en/of samen met het kind het rapport

bespreken.

een groepsoverzicht

de leraar kan ten slotte beschikken over een groepsoverzicht.

het groepsoverzicht geeft de namen van de leerlingen, de

scores per competentie en de omzetting in een letter (A

t/m E, met ieder een eigen kleur: er wordt zelfs onderscheid

gemaakt tussen

bijvoorbeeld hoog A en laag

A etc.) de kleuren en de

letters zijn afhankelijk van de

gestelde normen. op basis

van de invulling van het toe-

gevoegde analyseformulier

bespreekt de leraar de scores

en de analyse (en de con-

clusies) met de IB-er.

hij kan daarna

op basis van

de scores en

de bespre-

king met de

IB-er een

groepsplan

of individuele

handelings-

plannen

opstellen.

Pulse_PO_nr3_2010.indd 27 11-05-2010 16:50:37

Page 28: Pulse PO nr 3

1

W e r k e n m e t k w a l i t e i t

Nieuw: vierde editie WMK-PO

Nieuw: WMK-BM voor boven- schools management

Gebaseerd op het meest recente toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs (2009)

Postbus 43 - 9400 AA Assen[t] 0592 379 571 - [e] [email protected]

www.vangorcum.nl

Bent u gebruiker van de online editie van WMK? Dan heeft u automatisch gratis toegang tot de nieuwe vierde editie. Uiteraard met behoud van al uw gegevens.

Bekijk alle informatie op www.wmkpo.nl

Bekijk alle informatie op www.wmkbm.nl

De voordelen van WMK:

• Volledig aan te passen aan eigen wensen en situatie

• Online werken: overal en altijd de nieuwste versie

• Voldoet aan de eisen die de overheid stelt

• Koppeling met Integraal Personeelsbeleid

• Ondersteuning en begeleiding op maat

Kwaliteitszorg en Integraal Personeelsbeleid voor het Primair Onderwijs

Pulse_PO_nr3_2010.indd 28 11-05-2010 16:50:39

Page 29: Pulse PO nr 3

pulse 29

www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool

Onderwijs in stelling gebracht‘probleemkinderen horen niet thuis in het reguliere onderwijs’

Veel basisschoolleraren vinden dat hun klas lijdt onder de aanwezigheid van kinderen met een gedrags-

stoornis of leerprobleem in de klas. Dat blijkt uit een enquête van tv-programma rondom 10 en vak-

bond CnV Onderwijs onder meer dan 2300 werknemers in het basisonderwijs.

SP-Kamerlid Manja Smits: “het ‘passende onderwijs’ past alleen op de begroting van de regering, maar niet op scholen

en niet in klassen. Kwetsbare kinderen worden de dupe; zij krijgen niet de aandacht die ze verdienen.” Tot vreugde van de

SP heeft de discussie rondom passend onderwijs de Tweede Kamer nog niet gehaald, het demissionaire kabinet laat deze

discussie over aan de nieuwe regering. dat betekent dat de geplande bezuinigingen op het speciaal onderwijs voorlopig

niet doorgaan. Smits: “dit is goed nieuws voor leraren en leerlingen, want passend onderwijs kwam neer op knellend

onderwijs.”

uit het onderzoek van rondom 10 en CVN onderwijs blijkt dat het gros van de onderwijzers tussen de een en vijf leerlin-

gen met problemen als Adhd, dyslexie en autisme in de klas heeft. Van de deelnemers vindt 62 procent het een goede

ontwikkeling dat deze kinderen een ‘etiket’ krijgen wegens een probleem of stoornis. Vier op de vijf docenten vindt dat ‘la-

belkinderen’ tot extra werkdruk leiden. “het is een strijd om die extra aandacht voor een of twee kinderen niet ten koste te

laten gaan van de rest van de groep”, aldus een van de respondenten. “Je moet keuzes maken, anders wordt de werkdruk

wel heel hoog,” reageert een ander.

ruim een derde van de leraren (37 procent) blijkt zo veel probleemkinderen in de klas te hebben dat hun werk er onder

lijdt. Met name de opleiding blijkt een probleem: die bereidt onderwijspersoneel volgens bijna tweederde van de onder-

vraagden (63 procent) onvoldoende voor op de omgang met probleemleerlingen. Al eerder bleek uit een onderzoek van

de radboud universiteit dat leraren vinden dat ze onvoldoende zijn opgeleid voor passend onderwijs.

In de diverse media lopen de discussies hoog op. Enkele reacties van leerkrachten en ouders: ‘Geef het speciaal onderwijs

weer een plek en laat die idiote indicatiecommissies voor het speciaal onderwijs naar het belang van alle kinderen kijken’.

‘Labels plakken komt ouders vaak goed uit. Er is een naam en daar moet maar naar gehandeld worden.’ ‘onze zoon heeft

ASS en Adhd. wij hebben zelf voor speciaal onderwijs gekozen omdat het via regulier onderwijs niet lukte.’ ‘Eerst moeten

de voorwaarden geschapen worden om passend onderwijs mogelijk te maken’. ‘onze zoon is autist. Nu ziet hij dagelijks

de juiste voorbeelden om zich heen en leren ‘gewone’ kinderen hoe ze met een autist om moeten gaan. Iedereen blij.’ ‘In

vergelijking met onze buurlanden hebben wij veel grotere klassen, veel minder onderwijsondersteunend personeel die de

leerkracht bij kan staan en zijn de klaslokalen het kleinst. Zolang deze punten niet aangepakt worden

zal passend onderwijs op een fiasco uitlopen voor zowel leerkracht als kind en daarmee ook voor

de ouders.’ ‘Er is te lang gedacht dat iedereen in staat is kinderen les te geven. dit is dus niet zo.

Leraarschap is een vak dat zeer specifieke menselijke eigenschappen vereist en daar bovenop

een goede vakkennis.’ ‘Elk kind vaart wel bij persoonlijke aandacht van de leraar en

heeft daar ook in gelijke mate recht op. Maar in ons onderwijs krijgen buitenspo-

rige kinderen veel meer individuele aandacht dan ‘gemiddelde’ kinderen.’

Hoe denkt u over probleemkinderen in de klas? Laat het ons weten op

www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool, dan komen we hier zo snel mogelijk

op terug.

1

W e r k e n m e t k w a l i t e i t

Nieuw: vierde editie WMK-PO

Nieuw: WMK-BM voor boven- schools management

Gebaseerd op het meest recente toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs (2009)

Postbus 43 - 9400 AA Assen[t] 0592 379 571 - [e] [email protected]

www.vangorcum.nl

Bent u gebruiker van de online editie van WMK? Dan heeft u automatisch gratis toegang tot de nieuwe vierde editie. Uiteraard met behoud van al uw gegevens.

Bekijk alle informatie op www.wmkpo.nl

Bekijk alle informatie op www.wmkbm.nl

De voordelen van WMK:

• Volledig aan te passen aan eigen wensen en situatie

• Online werken: overal en altijd de nieuwste versie

• Voldoet aan de eisen die de overheid stelt

• Koppeling met Integraal Personeelsbeleid

• Ondersteuning en begeleiding op maat

Kwaliteitszorg en Integraal Personeelsbeleid voor het Primair Onderwijs

Pulse_PO_nr3_2010.indd 29 11-05-2010 16:50:42

Page 30: Pulse PO nr 3

30 pulse

tekst: martin van rooij

tiMon bos benut ict ten volle

Groep 5 van CBs Het Bastion leert spelenderwijs

Een uitbundig bloesemende boom en een weitje met kip-pen, schapen en pasgeboren lammetjes. dat is het uitzicht van groep 5 van Christelijke Basisschool het Bastion in Klundert (Noord-Brabant). Buiten word je als het ware te-ruggeworpen in de tijd, binnen word je de toekomst in ge-slingerd. op ICT-gebied is deze groep zijn tijd ver vooruit.

Pulse_PO_nr3_2010.indd 30 11-05-2010 16:50:56

Page 31: Pulse PO nr 3

pulse 31

SChooL IN BEwEGING

Pulse_PO_nr3_2010.indd 31 11-05-2010 16:51:03

Page 32: Pulse PO nr 3

32 pulse

het als een spelletje. Je kunt ook variëren.

Nu ‘speelt’ ieder voor zichzelf tegen de

rest, maar ik zou ook de jongens tegen de

meisjes kunnen laten spelen. Kijken wie er

het beste is. of de drie beste rekenaars

uit onze groep 5 tegen drie willekeurige

leerlingen uit groep 6.”

rekenen wordt volgens Bos leuk als je

het praktisch nut ervan ervaart. daarom

ontwikkelde hij een programmaatje waarin

het hele arsenaal aan mogelijkheden de

revue passeert: ‘friettent’ (zie kader). Bos:

“Kinderen moeten eerst een menukaart

samenstellen, compleet met prijzen. dan

gaat de friettent open en komen er klanten,

die uiteenlopende bestellingen doen.

Vervolgens moeten ze uitrekenen wat de

bestelling kost en hoeveel wisselgeld de

klant terugkrijgt. Zo gaat de lesstof leven.”

Onderwijs op maat

digitalisering van (reken)onderwijs heeft

allerlei voordelen, vindt Bos. “Allereerst: ik

hoef de resultaten niet na te kijken. dat

doet het systeem en dat scheelt veel tijd.

daarnaast kan ik precies zien hoe snel

en hoe goed een kind is. daar pas ik mijn

lesstof op aan. Ieder kind krijgt de lesstof

die het nodig heeft.” opnieuw geeft hij een

voorbeeld. “Ik heb mijn groep opgedeeld in

drie subgroepen: in feite de slimmerds, de

kinderen die goed mee kunnen komen en

de kinderen die wat meer moeite hebben

met de stof en het tempo. die drie groepen

krijgen lesstof op maat, dus echt gediffe-

rentieerd onderwijs. dat is – als je eenmaal

de stof hebt gedigitaliseerd – eigenlijk

een fluitje van een cent. Ik kan met behulp

van rapportages namelijk precies zien met

welke stof ze moeite hebben. dat betekent

dat ik dat bewuste kind een specifiek werk-

blad kan sturen om die stof te herhalen. Ik

kan ook instellen bij hoeveel fouten een kind

een oefening moet herhalen en hoe lang het

over de opgave mag doen. Van een kind

dat heel goed kan leren verwacht ik minder

fouten en een hogere snelheid dan van een

kind dat er moeite mee heeft.”

het lokaal van Timon Bos en zijn groep

5 staat vol met pc’s. Ieder kind heeft zijn

eigen computer en vervult een onmisbare

rol in de onderwijskundige aanpak die Bos

vol enthousiasme hanteert.

Bos, 24 lentes jong, is een energieke

jongeman met een passie voor onderwijs

en ICT. “dat begon al op de middelbare

school in Etten-Leur. Ik zat in een ICT-plus-

klas, samen met vier andere kinderen. Een

docent maakte ons na schooltijd wegwijs

in de mogelijkheden van ICT. Ik vond het

prachtig. we deden onder meer mee aan

ThinkQuest, een jaarlijkse wedstrijd voor

teams met kinderen van 10 tot 19 jaar die

een website bouwen. Echt heel leuk. Ik heb

daar veel aan zelfstudie gedaan. Na de PA

ben ik software engineering gaan studeren,

maar dat was minder leuk dan ik dacht.”

Legotrein

Bos koos voor het leraarschap en stu-

deerde aan de PA in dordrecht. Vervolgens

ging hij stagelopen op het Bastion in Klun-

dert. daar ontwikkelde hij een leerzaam

spel voor kinderen uit groep 5. “het idee

ontstond toen ik onder de douche stond. Ik

schreef een eenvoudige programmeertaal

in het Nederlands waarmee kinderen een

legotreintje konden besturen. Ze konden

een commando schrijven om hem te laten

rijden, te sturen en te laten stoppen. Ik

verdeelde de klas in een paar groepen. Zo

bouwde ik een wedstrijdelement in. de

groep die de opdrachten het best uitvoer-

de, kreeg de meeste legostenen om hun

trein verder uit te breiden. Ze vonden het

schitterend. Ze hadden het gevoel de hele

tijd te spelen, maar ondertussen leerden ze

hartstikke veel.”

klassikale wedstrijd keersommen

maken

Bos had de smaak te pakken. hij zag tal

van mogelijkheden om met behulp van

ICT het onderwijs te verrijken en leuker te

maken. om zijn woorden te onderstrepen

pakt hij er een rekenmethode bij en slaat

een bladzijde open. “Als ik de kinderen

deze opgave van twintig keersommen laat

maken, doen ze daar vijf tot tien minuten

over. Laat ik ze dit soort sommen via de pc

maken, dan maken ze er veel meer. Som-

mige kinderen maken in vijf minuten tijd

wel tweehonderd sommen.”

dan volgt een kleine demonstratie. Bos

stuurt vanaf zijn pc aan alle kinderen in

zijn klas de betreffende opgave. de kinde-

ren ontvangen de opdracht op hun pc, be-

studeren hem en gaan vervolgens als een

bezetene zitten typen. Ze maken er een

sport van de snelste en de beste te zijn.

hun resultaten worden meteen getoond op

het digibord, voor in de klas. Je ziet direct

hoe het werk vordert, wie de koplopers

zijn en wie wat meer moeite hebben

met het tempo. “het is een eenvoudige

digitalisering van de keersommenopgave

die past bij deze rekenmethode”, aldus

Bos. “Gewoon gebouwd in Excel. Ik heb

het alleen wat opgeleukt met een plaatje

van een raceauto. Lang niet alle kinderen

zijn dol op keersommen, maar ik breng

Pulse_PO_nr3_2010.indd 32 11-05-2010 16:51:05

Page 33: Pulse PO nr 3

pulse 33

www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool

SChooL IN BEwEGING

Meer informatie

Timon Bos (24) werkt drie da-

gen per week als leerkracht op

CBs Het Bastion in klundert.

Twee dagen per week is hij in

de weer om ICT-hulp te bieden

aan andere scholen van stichting

De Waarden (zie www.stichting-

dewaarden.nl), waartoe CBs Het

Bastion ook behoort. Daarnaast

geeft Bos ook regelmatig presen-

taties, workshops en cursussen

voor leerkrachten en ICT-ers.

Timon Bos heeft een paar film-

pjes op internet gezet om zijn

methode inzichtelijk te maken.

Ga naar www.youtube.com en

zoek op ‘keersommen met ex-

cel’. Het filmpje dat u vindt door

te zoeken op ‘Leren met excel’

geeft een (ietwat chaotische) in-

druk van ‘friettent’.

Meer weten over de mogelijk-

heden van ICT op school? neem

contact op met Timon Bos:

[email protected]

Digitale steunbetuiging

de gedigitaliseerde werkbladen houdt

Bos niet voor zichzelf. Ze staan namelijk

op internet en zijn te benaderen via www.

mijnklas.net. op deze site zijn ook de voor-

delen van zijn site uitgelegd. die uiteenzet-

ting was niet aan dovemansoren gericht,

want inmiddels maken zo’n achthonderd

scholen gebruik van zijn site. “dat heb ik

trouwens in economisch opzicht niet heel

handig aangepakt”, erkent de bevlogen

docent. “Ik heb het weggegeven. Ik ben

nu trouwens bezig aan een uitgebreidere

tweede versie: ELLo 2 (Elektronische

Leeromgeving 2, zie www.ello2.net). dat

rol ik uit, samen met de Stichting owG

(onderwijs werkgroep, zie www.owg.nl).

Scholen kunnen zich erop abonneren. het

kost € 69,00 per klas per jaar.”

de webbased applicatie biedt nog meer,

vertelt Bos. “Er zit onder meer een eenvou-

dig systeem in om een website te bouwen,

met meerdere personen. het ene groepje

maakt de ene pagina, de andere een andere

pagina en later voegen we die dan samen

tot één website. ook kunnen we elkaar via

mijn systeem berichten sturen. Een tijdje

terug overleed de vader van een van de

kinderen. Ze kreeg toen heel veel bericht-

jes van haar klasgenootjes, die haar steun

wensten. Kennelijk is dat dan makkelijker

dan om dat persoonlijk te zeggen. hoe dan

ook: dat meisje was er blij mee. En haar

moeder waardeerde het ook heel erg dat de

klasgenootjes zo hadden gereageerd.”

omdat kinderen thuis via internet bij de

werkbladen kunnen komen, kunnen ze

thuis oefenen. “de ouders hebben dus

ook inzage in de stof waar we mee bezig

zijn. Ik kan hun zelfs toegang geven tot de

resultaten van hun kind, als ik dat wil. Kin-

deren en ouders kunnen thuis ook samen

achter de pc gaan zitten om te oefenen.

ICT kan dus bijdragen aan een grotere

ouderbetrokkenheid.”

Tot zover de voordelen. Zitten er geen nade-

len aan? Schrijven de kinderen bijvoorbeeld

nog wel eens? Bos: “Ja hoor, bijvoorbeeld

in de werkboeken voor de zaakvakken.

daarnaast werken we nog gewoon met onze

schrijfmethode.”

En het typen? Leren kinderen niet verkeerd te

typen? Bos: “de kinderen krijgen gedurende

het schooljaar een typecursus. Maar met tien

vingers blind leren typen kost tijd, die ergens

anders vandaan gehaald moet worden.

daarom typen veel kinderen helaas nog met

twee vingers.”

Zou je ook taalwerkboeken kunnen digitalise-

ren? Bos antwoord bevestigend en wijst op

nog een manier om met behulp van ICT aan

taalonderwijs te doen. hij toont een stem-

kastje dat zijn klas bij wijze van proef een

tijdlang mag gebruiken. Vervolgens zet hij

zich achter zijn toetsenbord en maakt hij een

meerkeuzevraag aan, die hij verstuurt naar

het digibord. daarop verschijnt: “hoe laat

ging jij gisteravond naar bed?” daaronder

staan vier antwoorden: A (‘Meteen na Sesam-

straat’), B (‘om 19:00 uur’), C (‘om 20:00

uur’) en d (‘Nog later’). Vervolgens mogen

de kinderen via hun stemkastje antwoorden.

Je ziet meteen wie er al heeft gereageerd

en wie nog niet. Eén kind blijkt al direct na

Sesamstraat naar bed te zijn gegaan. Bos wil

weten wie. hij voert een paar handelingen

uit en tovert vervolgens op het digibord wie

dat antwoord gaf. ‘Meester’; hij zelf dus. “Ik

was gisteravond doodmoe van het lesgeven”,

zegt hij tegen de lachende leerlingen.

Tot slot: hoe zit het met het onderwijs in

groep 6? Gaat het onderwijs dan op de-

zelfde voet verder? “helaas”, verzucht Bos.

“In groep 6 is het weer ‘business as usual’.

dat heeft met allerlei factoren te maken. Ik

ben beter thuis in ICT dan mijn collega’s.

het heeft ook te maken met kosten. de

pc’s in mijn klas zijn gekregen van een

hogeschool. Gevolg is wel dat ze soms

niet vooruit te branden zijn. dus rust alle

lokalen maar eens uit met nieuwe pc’s…”

waarschijnlijk heeft het ook een beetje met

koudwatervrees te maken, vermoedt hij.

“Soms zeggen collega’s: ‘Maar jij hebt ook

je hele lokaal vol met computers staan, dan

gaat het vanzelf.’ dat vind ik geen sterk

argument. ook met een paar pc’s kun je al

leuke dingen doen, bijvoorbeeld door er de

klassenagenda op te zetten. Je moet het

ook een beetje willen.”

‘Ik kan precies zien hoe snel en hoe goed een kind is. Daar pas ik de lesstof op aan.’

Pulse_PO_nr3_2010.indd 33 11-05-2010 16:51:05

Page 34: Pulse PO nr 3

34 pulse

tekst: marrigje de Bok

Van basisschool naarbegaafdheids -profielschool

Pulse_PO_nr3_2010.indd 34 11-05-2010 16:51:11

Page 35: Pulse PO nr 3

pulse 35

hooGBEGAAFdhEId

Basisscholen met een beleid voor hoogbegaafde leerlingen kunnen tegenwoor-dig begaafdheidsprofielschool worden. dit profiel schrijft niet zozeer voor wat een school moet doen, maar wel de manier waarop. “wij geven al jaren aange-past onderwijs aan deze leerlingen. Maar nu hebben we de erkenning.”

Voor scholen die extra aandacht aan

hoogbegaafde leerlingen willen geven, is

van alles mogelijk. Een plusklas op school,

of bovenschools voor meerdere scholen in

de omgeving, extra vakken zoals Spaans,

filosofie of ICT. Projecten over thema’s die

in de gewone les niet aan bod komen,

zoals ruimtevaart, architectuur of vulkanen.

of met de hele groep iets maken, waarbij

meerdere disciplines aan de orde komen:

een poppentheater bijvoorbeeld en dan

zelf de teksten schrijven, de poppen ma-

ken, muziek er bij zoeken én het stuk zelf

opvoeren.

Scholen die hoogbegaafdheid als speciali-

satie willen hebben, kunnen besluiten om

het begaafdheisprofiel aan te nemen. In

opdracht van oC&w heeft ‘CPS onder-

wijsontwikkeling en advies’ dat profiel

gedefinieerd en een eerste lichting scholen

begeleid naar het behalen van het beno-

digde certificaat. Negen basisscholen zijn

sinds mei 2009 officieel begaafdheidspro-

fielschool. Een school die deze naam mag

voeren staat garant voor structureel goed

onderwijs en begeleiding aan hoogbegaaf-

de leerlingen.

Certificaat

de katholieke basisschool ’t Kiemveld in

het Brabantse dorp den dungen heeft

al tien jaar een plusgroep. Marij Persons,

leerkracht en voorheen intern begeleider,

laat de leerlingen creatieve projecten doen

waarmee ze leren plannen, samenwerken

en evalueren.

de school is een van de negen eerste

begaafdheidsprofielscholen. “het halen van

het certificaat is flink wat werk en kost veel

tijd voor een school”, zegt Persons. de

procedure van CPS neemt ongeveer twee

jaar in beslag. “het begon met het invullen

van het zelfbeoordelingsinstrument van

CPS. daarmee hebben we ons beleid en

onze activiteiten in kaart gebracht. Aan de

hand daarvan stelde CPS met ons een plan

op met actiepunten. dat was een goede

leidraad.” Als de school een tijd aan dat

plan heeft gewerkt, komt de visitatiecom-

missie langs. die bestaat uit twee mede-

werkers van CPS, één leerkracht van een

andere school en één extern deskundige.

“Een dag lang, met een heel vol rooster”,

herinnert Persons zich. “Ze praten met de

directie, met leerkrachten en intern bege-

leiders en met ouders. En niet te vergeten

met de leerlingen. Met al die gesprekken

toetsen ze ons beleid en onze aanpak.”

de dag wordt afgesloten met een eerste

evaluatie, later volgt de beslissing of de

school het certificaat krijgt.

Toekenning van het certificaat gaat samen

met aanbevelingen voor verbeterpunten.

Persons: “het is de bedoeling dat een

school zich blijft ontwikkelen. wij moesten

meer contact met de ouders en met het

voortgezet onderwijs onderhouden, dat

zijn we ook gaan doen. En ze vonden dat

we inhoudelijk ver waren, maar dat we

ons beleid duidelijker moesten vastleggen.

het ging voor onze school vooral om de

borging van de kwaliteit.”

dat het beleid onder de loep is genomen

en vastgelegd, merkt Persons direct op de

werkvloer. “de leerkrachten zijn zich meer

bewust van wat we doen. het compacten

en verrijken, het signaleren en toetsen van

deze leerlingen, de besprekingen ervan

in het team, het is allemaal ‘normaal’ en

structureel geworden.”

directeur Els raaijmakers is blij met het

resultaat. “Volgens onze missie geven wij

aandacht aan élk kind, daarom hadden

we al lang aandacht voor deze kinderen.

Nu hebben we onze aanpak geprofes-

sionaliseerd en we krijgen er erkenning

voor.” Extra geld krijgt een school er niet

mee, nieuwe leerlingen in het geval van ’t

Kiemveld evenmin. “het is ook zeker niet

onze bedoeling hiermee te concurreren,”

benadrukt raaijmakers. “In tegendeel, we

willen andere scholen laten profiteren van

wat we geleerd hebben.” dat krijgen de

begaafdheidsprofielscholen ook nadrukke-

lijk als opdracht mee: kennis en expertise

uit te dragen en te delen.

Landelijk netwerk

’t Kiemveld kreeg het certificaat voor één

jaar vanwege een geplande fusie. Als nieu-

we school zullen ze het certificaat opnieuw

moeten behalen. Normaal gesproken is het

certificaat drie jaar geldig. heeft de school

eenmaal de naam verdiend, dan moet zij

blijven rapporteren over de vorderingen en

krijgt ze in de loop van de tijd nogmaals de

visitatiecommissie op bezoek. CPS houdt

de vinger aan de pols en begeleidt nieuwe

scholen naar het halen van het certificaat.

uiteindelijk moet er een landelijk netwerk

van begaafdheidsprofielscholen ontstaan.

dat betekent echter niet dat elke school

die actief is in het ontwikkelen van onder-

wijs aan hoogbegaafden ook profielschool

zou moeten worden.

willeke rol van basisschool ’t Palet in

diemen, nam al veertien jaar geleden een

klein groepje leerlingen apart. “Toen was

er nog helemaal niets op gebied van hoog-

begaafdheid,” vertelt ze. “deze leerlingen

Pulse_PO_nr3_2010.indd 35 11-05-2010 16:51:13

Page 36: Pulse PO nr 3

Compleet systeem voor de identificatie en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen uit groep 1 tot en met 8

DHHDigitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid

N

S

W OS

NNN

SS

WWWWWWWW OS

WWWW

Met de online editie van het succesvolle Digitaal Handelingspro-tocol Hoogbegaafdheid (DHH) kan een compleet handelingsplan voor de leerlingbegeleiding en evaluatie worden gemaakt. DHH biedt daarvoor allerlei handige hulpmiddelen.

Het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdeheid:

is online beschikbaar, overal en altijd de meest actuele versie biedt een compleet systeem: signalering, diagnostiek, begeleiding en evaluatie geeft met handige hulpmiddelen richting aan al het handelen met betrekking tot hoogbegaafdheid (didiactisch en pedagogisch) richtlijnen voor compacten voor alle vakken en methoden speciale aandacht voor kleuters

Meer informatie en bestelmogelijkheden vindt u op :

www.dhh-po.nl

Digitaal handelingsprotocol

DHH-advertentie.indd 1 25-03-2010 16:23:37 Pulse_PO_nr3_2010.indd 36 11-05-2010 16:51:16

Page 37: Pulse PO nr 3

pulse 37

www.pulseprimaironderwijs.nl/hoogbegaafdheid

hooGBEGAAFdhEId

functioneerden niet goed en ik ben eens

gaan kijken waar dat aan lag. uitdagender

werk en minder instructie bleek al snel te

werken.” het groepje werd groter, rol kreeg

er meer tijd voor en schoolde zich bij. het

groepje groeide het uit tot een hele ochtend

plusgroep. rol was de eerste in Nederland

die een plusgroep opzette. Ze doet pro-

jecten met de leerlingen waarbij veel meer

dan alleen de cognitieve ontwikkeling aan

bod komt. “Leerlingen werken hier aan hun

zelfbeeld, ze leren juist dat ze soms iets niet

kunnen, ze leren organiseren en plannen.”

Maatwerk

CPS heeft ’t Palet gevraagd om mee te

doen aan het project van de begaafdheids-

profielscholen. “het nadeel voor ons was

dat we volgens bepaalde regels moesten

werken. we zouden ook scholing moeten

volgen, terwijl ik zelf al trainingen aan ande-

ren gaf. we zouden haast opnieuw moeten

beginnen en we hadden al zoveel opge-

bouwd, op onze manier. we hadden een

goed beleid en we zagen dat wat we deden

goed werkte.” rol benadrukt dat dat niet wil

zeggen dat ze tegen het project zijn. “wie

weet sluiten we ons nog eens aan, maar tot

nu toe kwam het niet uit.”

Voor de erkenning was het ook niet nodig.

’t Palet heeft een naam als specialist in

hoogbegaafdheid en rol zelf ook. ouders,

leerkrachten en andere scholen weten de

school zeker te vinden. ’t Palet heeft een

voortrekkersrol binnen het bestuur, Stichting

openbaar onderwijs Primair, waar vijf

scholen onder vallen. rol is projectbegelei-

der hoogbegaafdheid en helpt de andere

scholen met het ontwikkelen van beleid en

het opzetten van plusklassen. Ze schoolt

ook de leerkrachten bij. “die functie zouden

we ook kunnen hebben binnen de grotere

samenwerkingsverbanden, maar dat is heel

pril, dat moeten we nog ontwikkelen.”

In de regeling Passend onderwijs is het im-

mers de bedoeling dat scholen maatwerk

gaan leveren voor alle leerlingen, dus ook

voor hoogbegaafden. Binnen elk samen-

werkingsverband van ‘weer Samen Naar

School’ (wSNS) zou er een school moeten

zijn die de expertise heeft om de hoogbe-

gaafde leerlingen te bedienen. dat zouden

begaafdheidsprofielschool

Ook basisscholen kunnen nu begaafdheidsprofielschool worden. Het pro-

fiel bestond al enige jaren voor het voortgezet onderwijs. er zijn momen-

teel twintig middelbare begaafdheidsprofielscholen.

In 2006 startte het christelijk pedagogisch studiecentrum (Cps) een pro-

ject voor begaafdheidsprofielscholen in het primair onderwijs. samen met

een flink aantal scholen onderzocht het Cps aan welke criteria een school

zou moeten voldoen om de naam te krijgen. negen scholen doorliepen

vervolgens een traject en behaalden het certificaat. De scholen krijgen

geen extra geld uit het project. Het ontwikkelen van het beleid, de scho-

ling en lesuren van de leerkrachten bekostigen ze zelf.

Zowel voor het voortgezet onderwijs als voor het primair onderwijs moet

er een landelijk netwerk van begaafdheidsprofielscholen komen.

‘Leerlingen werken hier aan hun zelfbeeld, ze leren juist dat ze soms iets niet kunnen, ze leren organiseren en plannen.’

heel goed de begaafheidsprofielscholen

kunnen zijn. het project heeft dan ook als

belangrijk streven om binnen veel van de

samenwerkingsverbanden een begaafd-

heidsprofielschool te hebben. Maar ook

andere scholen met een speciaal beleid en

een plusgroep, zoals ’t Palet in diemen,

zouden die rol kunnen vervullen.

Compleet systeem voor de identificatie en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen uit groep 1 tot en met 8

DHHDigitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid

N

S

W OS

NNN

SS

WWWWWWWW OS

WWWW

Met de online editie van het succesvolle Digitaal Handelingspro-tocol Hoogbegaafdheid (DHH) kan een compleet handelingsplan voor de leerlingbegeleiding en evaluatie worden gemaakt. DHH biedt daarvoor allerlei handige hulpmiddelen.

Het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdeheid:

is online beschikbaar, overal en altijd de meest actuele versie biedt een compleet systeem: signalering, diagnostiek, begeleiding en evaluatie geeft met handige hulpmiddelen richting aan al het handelen met betrekking tot hoogbegaafdheid (didiactisch en pedagogisch) richtlijnen voor compacten voor alle vakken en methoden speciale aandacht voor kleuters

Meer informatie en bestelmogelijkheden vindt u op :

www.dhh-po.nl

Digitaal handelingsprotocol

DHH-advertentie.indd 1 25-03-2010 16:23:37 Pulse_PO_nr3_2010.indd 37 11-05-2010 16:51:23

Page 38: Pulse PO nr 3

38 pulse

Over mentaliteit, effectiviteit en kwaliteit gesproken

goed voorbeeld doet volgenMCdonald’s is het handelsmerk voor de ‘snelle hap’. Meq Change daarente-gen is het handelsmerk voor een diepgaande en verantwoorde begeleiding van veranderingsprocessen in de school.

hoe denkt u over uw schoolorganisatie? waarin bent

u in geïnteresseerd? waarin investeert u uw tijd? wat

raakt u het meest? de mentaliteit van de medewer-

kers, de effectiviteit van de organisatie om onder-

wijsopbrengsten te realiseren, de kwaliteit van uw

onderwijsaanbod of de samenhang tussen elk van die

aspecten? Meq Change presenteert een matrix waarin

alle aspecten die een rol spelen in uw schoolontwik-

kelingsproces in beeld worden gebracht en met elkaar

in verband worden gebracht. Meq Change staat voor

het begeleiden en borgen van de mentaliteit van het

schoolteam (Mentality), de effectiviteit in het realiseren

van onderwijsopbrengsten (Effectivity) en de kwaliteit

van een onderscheidend onderwijsaanbod (Quality).

de ontwerper en bedenker van de matrix, Peter

V erschoor, ontwikkelde de ‘Meq Change matrix’. hier-

mee wilde hij scholen een overzichtelijk analyse-instru-

ment bieden waarmee ze alle processen in de school

op natuurlijke wijze met elkaar in verband konden

brengen. Een kapstok voor directies en besturen om

alle aspecten van de schoolorganisatie te volgen.

de drie resultaatgebieden worden vertaald naar de

persoonlijke dimensies. of dit nu het leiding geven aan

processen in één school betreft of op bovenschoolsni-

veau aan een groep van scholen.

de matrix is een goede onderlegger voor alle onder-

wijskundige organisatieprocessen. of het nu gaat over

het plannen van functioneringsgesprekken, persoon-

lijke ontwikkelingsplannen, kwaliteitszorginstrumenten,

cultuurveranderingsprocessen of de totale zorg op

bovenschools niveau.

Vijf vragen aan Peter Verschoor om zicht te krijgen op

de mogelijkheden van de matrix.

1. Waarom ontwikkelde u Meq Change?

willekeurig wat voor organisatie je voor ogen hebt,

naar mijn mening hebben ze alle aandacht (of zou-

den dat moeten hebben) voor de cultuur (mentali-

teit van hun medewerkers), de structuur (de effec-

tiviteit van de medewerkers in hun functioneren) en

het aanbod (de kwaliteit van de school). op basis

van deze drie aspecten, wilde ik een integrale aan-

pak ontwikkelen waarmee je op relatief eenvoudige

wijze de sterke en zwakke kanten van een school

helder kunt krijgen. Met behulp van de matrix kun

je complexe problemen vereenvoudigen en terug

brengen naar de basisessenties. Veranderingspro-

cessen worden daardoor beter beheersbaar en de

kans op succesvolle implementatie is veel groter.

2. Waarin onderscheidt de matrix zich in relatie

tot andere ontwikkelingsmodellen?

Naast dat het een eenvoudig analyse instrument

is, steken wij erop in dat de mentaliteit van de

betrokken mensen ook daadwerkelijk verandert in

het proces. Anderen borgen op papier waarbij on-

voldoende aandacht is voor gedragsverandering op

de werkvloer. wij realiseren duurzame verandering

door de mentaliteit (motivatie en betrokkenheid)

mee te nemen. dit wordt zichtbaar in de cultuur

van de organisatie.

3. Wie heeft het meeste baat met een derge-

lijke matrix?

de verantwoordelijke personen in de organisatie.

4. kunt u een praktisch voorbeeld geven van

een school die baat had bij het hanteren van

dit model?

Een school met een negatief imago had in de

afgelopen jaren behoorlijk wat geld en energie

gestoken om hun naam op te vijzelen. Toch leverde

tekst: paul de kloe

Pulse_PO_nr3_2010.indd 38 11-05-2010 16:51:50

Page 39: Pulse PO nr 3

pulse 39

MANAGEMENT & MoTIVATIE

resultaat

Meq Change staat borg voor een kwalitatief betere

school met een veranderingsgezinde, professionele

mentaliteit. Door commitment en ‘selfmanagement’

ontstaat een proces van continue kwaliteitsverbete-

ring. De op de behoeften van de mensen afgestemde

aanpak geeft ‘wij-gevoel’ en teamspirit.

www.pulseprimaironderwijs.nl/onderwijsontwikeling

Cultuur

Teambuilding

Motivatie Coach

Visie/ doelstelling

Identiteit

productiviteit Ontwikkeling

Competenties

Organisatie

effectiviteit

kwaliteit

Leiding

individu

Mentaliteit

organisatie-matrixdat niet meer leerlingen op. Met behulp van de

Meq matrix verbreedde het team haar inzicht in het

communicatieprobleem. het probleem zat ‘m niet

zo zeer in de communicatiemiddelen, maar meer in

het niet-effectief communiceren met hun omgeving

(effectiviteit) en voorts in het negatieve beeld dat

zijzelf hadden van hun school en dat onbewust

uitstraalden (mentaliteit). dit vormde de eerste

stap naar een resultaatgerichte verbetering van de

communicatie door eigen gedrag daarin mee te

nemen en de communicatieacties zodanig over het

schooljaar in te plannen dat de doelgroepen op

het juiste moment geïnformeerd worden, met meer

kans op positieve reacties en aanmeldingen.

5. Welke begeleiding kunnen scholen verwach-

ten, die gebruik willen maken van de matrix?

Waar kunnen ze meer informatie vinden?

Volledige maatwerk ondersteuning, waarbij de Meq

Change adviseurs zich opstellen als partners, die

zich vereenzelvigen met uw problemen en samen

met u tot oplossingen komen. Meer informatie? Zie

de website www.meqchange.nl. Hier kan men ook

contact opnemen met Meq Change.

Pulse_PO_nr3_2010.indd 39 11-05-2010 16:52:02

Page 40: Pulse PO nr 3

40 pulse

???????????

Bazalt en HCO introduceren singapore rekenen in nederland

rekenMethodegericht op

Meesterschaphet rommelt in het rekenonderwijs. Experts ruziën over de juiste aanpak. uitgevers komen met vernieuwde me-thoden waarin meestal van alle opvattingen wat wordt meegenomen. Voor de leraar is het nauwelijks nog te volgen. daar bovenop komt het verwijt dat de rekenpres-taties achteruit gaan.

Pulse_PO_nr3_2010.indd 40 11-05-2010 16:52:10

Page 41: Pulse PO nr 3

pulse 41

oNdErwIJSoNTwIKKELING

ofschoon deskundigen soms twijfelen aan de betrouw-

baarheid van de gegevens omdat ze vinden dat de

data niet te vergelijken zijn, blijkt uit het internationale

TIMSS-onderzoek dat Nederland sinds 2003 van de

43 onderzochte landen gezakt is van de vierde naar

de negende plaats. Vooral Aziatische landen doen het

goed. de ranglijst wordt aangevoerd door hongkong,

Singapore, Taiwan en Japan. opvallende stijgers zijn de

Verenigde Staten, Letland, Australië en vooral Engeland.

waar Nederland jarenlang een vrij onbedreigde positie

bovenin de top bekleedde, worden de prestaties door

steeds meer landen geëvenaard en voorbijgestreefd.

Beste elementen

Vooral de prestaties in Singapore spreken tot de

verbeelding. In 1982 introduceerde dit kleine en toen

nog zeer jonge staatje een nieuwe rekenmethode:

Singapore rekenen. de methode is gebaseerd op de

beste elementen van het rekenonderwijs in andere

landen, ook de internationale research naar effectief

rekenonderwijs is meegenomen. het gevolg was dat

de Singaporese leerlingen op de wereldranglijst al

snel stegen naar de eerste plaats. deze uitstekende

prestaties door de Singaporese leerlingen trok de

aandacht van beleidsmakers in landen als Australië en

de Verenigde Staten. En niet zonder resultaat: deze

landen scoren inmiddels veel beter.

de educatieve adviesbureaus Bazalt en hCo hebben

onlangs de Singapore-aanpak in Nederland geïntro-

duceerd. Zij komen zowel met een bewerking van de

Singapore-rekenmethode als met een scholing voor

leraren. In de scholing tot SG rekenprofessional leren

leerkrachten de bestanddelen van de speciale rekendi-

dactiek kennen. Zij kunnen die vervolgens toepassen in

hun eigen rekenonderwijs (ook als ze met een gewone

Nederlandse rekenmethode werken. de methode

is - onder de naam rekenwonders - afgestemd op de

Nederlandse kerndoelen. In augustus is het complete

materiaal voor groep 3 en 4 en het materiaal van groep

7 beschikbaar, het materiaal voor groep 1 en 2 is in ok-

tober beschikbaar. Van groep 5 en volgende verschijnt

het materiaal in het volgende schooljaar.

effectief

wat maakt Singapore rekenen zo anders en zo ef-

fectief? rekenwonders maakt consequent gebruik van

illustraties, waardoor leerlingen eerst op een visuele

manier naar problemen kijken voordat ze naar het ab-

scholing sg professional

singapore rekenen is gebaseerd op twee pijlers: veel aandacht

voor (1) getalbegrip en getalspositie en (2) de visualisatieme-

thode (als uitwerking van de 3 dimensionaal - 2 dimensionaal

- Mentaal aanpak). Zowel de methodeboekjes als de didactische

aanpak zijn ontwikkeld om leerlingen te helpen hun kennis van

wiskundige concepten te vergroten. De focus ligt op het wiskun-

dig redeneren en logisch denken. Leerlingen worden gestimu-

leerd om rekenopgaven te visualiseren en hun hoofdrekenvaar-

digheden te vergroten. Het is van groot belang dat leerkrachten

zich deze manier van rekenen eigen maken. Zij zijn immers zelf

aan andere oplossingsmethoden gewend. Doordat alles conse-

quent op dezelfde aanpak gebaseerd is, is het in betrekkelijk

korte tijd mogelijk de essenties van de singapore-didactiek te

begrijpen én te kunnen uitleggen.

De 3-2-M aanpak

Deze aanpak brengt leerlingen op een betekenisvolle wijze in

aanraking met rekenen en helpt hen om de stap van concreet

naar abstract rekenen te maken. Met deze aanpak leren leerlin-

gen wiskundige concepten begrijpen voordat ze de bijbehorende

‘regels’ of formuleringen aangeleerd krijgen. De aanpak bestaat

uit een aantal stadia:

- een concreet (3 dimensionaal) stadium: ‘doen’ - leerlingen ma-

ken aan de hand manipuleerbaar materiaal kennis met wiskun-

dige concepten.

- een visueel (2 dimensionaal) stadium: ‘zien’ - leerlingen krij-

gen rekenopgaven gepresenteerd in de vorm van afbeeldingen

en leren om zelf rekenopgaven schematisch tekenend weer te

geven (non-verbale representatie).

- een abstract Mentaal stadium: wanneer leerlingen de aange-

leerde concepten beheersen, gaan ze verder naar de mentale

fase, waarin alleen getallen en symbolen worden gebruikt. De

leerlingen lossen nu een en ander zonder hulpmiddelen of

schema’s innerlijk op.

Pulse_PO_nr3_2010.indd 41 11-05-2010 16:52:11

Page 42: Pulse PO nr 3

T (0118) 480880 I www.bazalt.nlT (070) 4482828 I www.hco.nl

In deze scholing leert elke leerkracht de geheimen kennen van de Singapore rekendidactiek. De geschoolde SG RekenProfessional kan de didactiek toepassen als aanvulling op elke rekenmethode.

De bestanddelen:systematisch ontwikkelen van getalbegrip en getalspositie •modeltekenen als aanpak voor de leerlingen om een rekenopgave zowel in kaart te kunnen brengen •als op te kunnen lossen aandacht voor begrijpen en weergeven van de opdracht, voor er met het oplossen begonnen wordt.•

In minder dan 20 uur de belangrijkste strategieën kennen van deze rekenaanpak. Met praktische follow-up bij het toepassen in de groep.

de Nederlandse bewerking van de internationaal volop geprezen Singapore •rekenaanpak;

met rekenboeken voor de leerling waarin heel de instructie van de •leerkracht is opgenomen;

concentrisch opbouw van kennis, inzicht en vaardigheden, waarin maar •een onderwerp tegelijk aan de orde komt;

waar gewerkt wordt met een bijzonder effectieve didactiek, die leerkrachten •zich snel eigen kunnen maken en die ervoor zorgt dat ze hun methode meer sturen dan volgen;

waar coöperatieve leerstrategieën goed worden ingezet;•

waar op basis van opgebouwd conceptueel begrip en oefenen beheersing •tot stand komt die – op de juiste wijze toegepast – leidt tot hogere leeropbrengsten.

SG RekenProfessional - de scholing

RekenWonders - de methode

www.singaporerekenen.nl

Meer weten? Ga naar:

of neem contact op met:

Pulse_PO_nr3_2010.indd 42 11-05-2010 16:52:13

Page 43: Pulse PO nr 3

pulse 43

oNdErwIJSoNTwIKKELING

www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool

stracte niveau gaan. ook onderscheidend is de consis-

tente focus op het oplossen van problemen, waarbij de

oplossingsstrategieën zeer gefaseerd worden aangebo-

den. Er is ook veel aandacht voor verhaalsommen om

diverse wiskunde onderwerpen aan elkaar te verbinden.

Een ander belangrijk verschil tussen Singapore reke-

nen en de gangbare rekenmethoden in Nederland is

het feit dat in deze methode de nadruk wordt gelegd

op het concept ‘meesterschap’. Elk jaar komt slechts

een beperkt aantal onderwerpen aan bod. hierdoor

beklijven de onderwerpen veel beter en ontstaat de

mogelijkheid dieper op de stof in te gaan. Veel metho-

den hebben de neiging om tientallen onderwerpen per

jaar te behandelen, wat resulteert in een leeromgeving

die weliswaar breed is, maar weinig diepgang kent.

rekenwonders bouwt elk jaar een laag op en bouwt

voort op wat eerder geleerd is. Als een leerling vast

komt te zitten, zal een leraar terug gaan naar een vorig

niveau, totdat de leerling de essentie van de stof be-

grijpt. het programma is heel precies en het vergt van

de leerkracht echt inzicht in de lesmethode.

de uitgekiende didactische strategieën zijn structureel

opgenomen in de Singapore-rekenboeken. het reken-

boek van de leerlingen laat precies zien wat de leraar

aan het uitleggen is en biedt vervolgens wat activiteiten

voor begeleid oefenen van het geleerde. de werkboeken

en hulpmaterialen zijn bedoeld voor het verder ontwik-

kelen van aangeleerde vaardigheden. Ze bevatten een

grote verscheidenheid aan opgaven en leerlingen moeten

gebruik maken van de nieuw verworven vaardigheden

om de opgaven te kunnen oplossen.

de aanpak kent een ‘gelaagde’ opbouw van concepten

die voortborduren op eerder onderwezen concepten. wat

geleerd is, hoeft niet opnieuw onderwezen te worden.

Alle concepten worden in volgende leerjaren uitgebouwd

en behandeld op een hoger niveau. op die manier krijgen

leerlingen de stof goed onder de knie. de nadruk ligt niet

op het uit het hoofd leren, maar op het ontwikkelen van

denkvaardigheden en op het effectief reflecteren over

de eigen denkprocessen. om te kunnen differentiëren

is er een apart ‘extra’ boek voor verrijking en voor extra

oefenstof. Er zijn ook bijpassende testboekjes.

Onderzoek

Met name in de Verenigde Staten is onderzoek gedaan

naar de effectiviteit van de Singapore-methode. de con-

clusie is dat de methode een belangrijke bijdrage kan

leveren aan de kwaliteit van het rekenonderwijs. Toch

geldt er wel en belangrijke kanttekening. de methode

teken-rekenmodel

Het strookmodel is een specifieke variant van algemene teken-

modellen die gehanteerd kunnen worden om rekenproblemen

op te lossen. Het succes van het strookmodel schuilt voorname-

lijk in het feit dat de singapore-aanpak leerlingen deze aanpak

consistent en zeer gestructureerd aanleert. Leerlingen weten

zodoende welk model ze kunnen tekenen. Dit is een groot voor-

deel, zeker gezien het feit dat het strookmodel ingezet kan bij

het oplossen van velerlei rekenproblemen, waaronder opgaven

waaraan verhoudingen, deel-geheelsommen, breuken en ver-

gelijkingen ten grondslag liggen.

Voorbeeld:

een bakkersbedrijf maakte

300 taarten. Daarvan werd

3/4 verkocht aan bakke-

rijen in de buurt. 1/3 van

wat overbleef werd later

door klanten opgehaald.

Hoeveel taarten bleven er

die dag over?

Het strookmodel maakt gegevens visueel en brengt orde aan in de

informatie die de leerling wordt gepresenteerd. Het communiceert

hierdoor grafisch met de leerling en laat zien hoe die informatie

gebruikt dient te worden om een probleem op te lossen.

300

?

is alleen succesvol als leraren voldoende vertrouwd zijn

met de nieuwe didactische strategieën. Scholen die

alleen met de Singapore-boekjes werken, zien geen

of slechts een geringe vooruitgang van de rekenpres-

taties. Scholen waar de leraren getraind worden in de

Singapore-rekendidactiek boeken een behoorlijke tot

erg grote toename van de rekenprestaties van hun

leerlingen. Meer informatie: www.bazalt.nl, www.hco.nl,

www.marshallcavendish.com/education, www.greatsour-

ce.com/singaporemath en www.singaporemath.com

T (0118) 480880 I www.bazalt.nlT (070) 4482828 I www.hco.nl

In deze scholing leert elke leerkracht de geheimen kennen van de Singapore rekendidactiek. De geschoolde SG RekenProfessional kan de didactiek toepassen als aanvulling op elke rekenmethode.

De bestanddelen:systematisch ontwikkelen van getalbegrip en getalspositie •modeltekenen als aanpak voor de leerlingen om een rekenopgave zowel in kaart te kunnen brengen •als op te kunnen lossen aandacht voor begrijpen en weergeven van de opdracht, voor er met het oplossen begonnen wordt.•

In minder dan 20 uur de belangrijkste strategieën kennen van deze rekenaanpak. Met praktische follow-up bij het toepassen in de groep.

de Nederlandse bewerking van de internationaal volop geprezen Singapore •rekenaanpak;

met rekenboeken voor de leerling waarin heel de instructie van de •leerkracht is opgenomen;

concentrisch opbouw van kennis, inzicht en vaardigheden, waarin maar •een onderwerp tegelijk aan de orde komt;

waar gewerkt wordt met een bijzonder effectieve didactiek, die leerkrachten •zich snel eigen kunnen maken en die ervoor zorgt dat ze hun methode meer sturen dan volgen;

waar coöperatieve leerstrategieën goed worden ingezet;•

waar op basis van opgebouwd conceptueel begrip en oefenen beheersing •tot stand komt die – op de juiste wijze toegepast – leidt tot hogere leeropbrengsten.

SG RekenProfessional - de scholing

RekenWonders - de methode

www.singaporerekenen.nl

Meer weten? Ga naar:

of neem contact op met:

Pulse_PO_nr3_2010.indd 43 11-05-2010 16:52:14

Page 44: Pulse PO nr 3

44 pulse

Het kan heel eenvoudig. Wie durft?

Minder en effectiever vergaderenop katholieke basisschool de duiventil in hoorn weten ze het inmiddels hoe het moet, want daar is het vergaderen anderhalf jaar geleden afgeschaft. Schooldirecteur Jaap Muurling, reeds twintig jaar actief in deze functie, had er schoon genoeg van. Teveel rompslomp en te weinig effectieve inzet van de beschikbare mensen en middelen. Nou ja, het overleg is niet afgeschaft, het plenair vergaderen is afgeschaft. Te vaak kwam het voor dat het gros van de leerkrachten er voor spek en bonen bijzat.

Muurling heeft de oplossing gevonden in

‘miniteams’: kleine, kortdurende overlegjes

over een concreet thema. directeur en

leerkrachten roemen de voordelen: de be-

trokkenheid van de leerkrachten is groter

en ze tonen meer initiatief. Er zijn geen

notulen na afloop, wel wordt een actie- of

besluitenlijst gemaakt.

Goed vergaderen in het onderwijs is geen

sinecure. hoe het komt is niet echt onder-

zocht, maar veel leerkrachten blijken de

elementaire gedragsregels van het verga-

deren aan hun laars te lappen. het volgen

van de agenda is een groot probleem, net

als het accepteren dat ze niet allemaal

voorzitter kunnen zijn, laat staan dat ze

dulden dat ze niet overal over mee mogen

beslissen.

ofschoon vrijwel iedereen, zowel leerkrach-

ten als ‘gewone’ werknemers, vindt dat

er teveel vergaderd wordt (minimaal een

kwart van onze tijd besteden we aan ver-

gaderen) gaat toch iedereen trouw naar de

vergaderingen toe. Niet doen! Stop ermee.

Maak zoals Muurling zegt functionele mini-

teams. doe eens gek. Ga staand vergade-

ren. Ga buiten op een bankje zitten en zeg

dat het overleg maar een kwartiertje mag

duren. Je zult zien dat het lukt. Vergader

ook eens zonder agenda. dat stimuleert de

creativiteit, inzet en betrokkenheid van de

deelnemers. Stop na vijf minuten als blijkt

dat er niets te melden of te bespreken is.

dat gaat natuurlijk allemaal veel makkelijker

als er geen uitgebreide convocatie (wat

een woord!) aan vooraf is gegaan.

nog een paar nuttige tips:

•Nuttigzijnvergaderingenominformatie

uit te wisselen, problemen op te lossen,

beslissingen te nemen en feedback te

geven. Niet nuttig zijn vergaderingen

om orders te geven of standpunten naar

voren te brengen. Bedenk daarom vooraf

het doel van de vergadering aan de hand

van vragen als: waarom is deze verga-

dering gepland? wat wil ik of willen wij

met deze vergadering bereiken? wat zou

er gebeuren als we deze vergadering

niet houden?

•Vergaderingenkunnengebruiktwor-

den voor informatievoorziening, maar

dit hoeft niet altijd de meest efficiënte

manier te zijn. overdracht van informatie

kan ook – en mogelijk nog beter – via

diverse andere wegen gebeuren.

• Besefdatnietiedereenopde(hele)

vergadering aanwezig hoeft te zijn. Laat

iedereen zelf bepalen of het nuttig voor

hem/haar is.

•Ombesluitentenemen

is een aantal van 5-7

personen werkbaar,

met meer dan acht

personen wordt

het lastig.

• Slaalshet

even kan

standaard

agenda-

punten

over als:

naar aan-

leiding van

het verslag,

rondvraag en

w.V.T.T.K.. Vaak lok-

ken deze punten

langdurige ver-

handelingen en

Pulse_PO_nr3_2010.indd 44 11-05-2010 16:52:19

Page 45: Pulse PO nr 3

pulse 45

SoCIALE VAArdIGhEdEN

discussies uit. Mochten de onderwerpen

belangrijk genoeg zijn, zet ze dan weer

op de agenda.

• Zorgvoordoelstellingenvooraf(zodat

eenieder zich goed kan voorbereiden)

en presenteer concrete actiepunten en

conclusies aan het eind. Bijvoorbeeld op

de flipover.

•Geefnooitlouterinformatieterkennis-

neming. wees duidelijk. wat voor actie

moet er op worden ondernomen. wordt

het stuk behandeld? hoe moet iedereen

zich voorbereiden?

•Heelmoeilijk,maarbewaakdestruc-

tuur van de vergadering ‘als het ware

als een doel op zich’. Goede voorzitters

zijn niet altijd even vriendelijk, maar wel

heel duidelijk. Soms zelfs een beetje

kort door de bocht. hun doel komt niet

per definitie overeen met de belangen

van de deelnemers. Zij moeten ervoor

zorgen dat de onderwerpen in volgorde

van belangrijkheid worden behandeld en

dat iedereen aan bod komt.

•Vergadernietlangeranderhalfuur.Het

is bewezen dat de aandacht dan heel

erg verslapt.

•Nietiedereenhoeftoverigensaanhet

woord te komen. Als vrijwel iedereen het

met elkaar eens is, kan alleen de ‘tegen-

stemmer’ gevraagd worden om te rea-

geren. durf als voorzitter het initiatief te

nemen voor deze overlegvorm te kiezen.

• Zorgvooreenslagvaardigeeninspire-

rende vergadercultuur. wissel discussies

af met andere gespreksvormen. Een pre-

sentatie (van de belangrijkste standpun-

ten) door een van de aanwezigen werkt

vaak prima.

• Kieseensvooreenanderelocatie,een

andere voorzitter, een andere tijd of een

andere inleider (vooral sprekers die niet

vaak op de voorgrond treden zijn hier

zeer geschikt voor).

•Geefiedereendemogelijkheidzijnzegje

te doen. Echter, niet iedere medewer-

ker spreekt zich makkelijk uit. de

meningen van bepaalde personen

kunnen overheersen en die van

andere personen blijven onderbe-

licht. om meningen te peilen, ideeën

te verzamelen, e.d. kunnen ook

andere methoden worden

ingezet. Meningen of

ideeën kunnen bijvoorbeeld

vooraf per email gepeild

worden.

•Letalsvoorzittervooral

op de lichaamstaal van de

deelnemers. Zijn ze nog alert?

Zijn er personen die graag wat willen

zeggen, maar er niet goed tussen

komen? Is men boos?

Teveel vergaderen is e' e' n van de meest gehoorde klachten in het onderwijs

overbelasting

‘Vergaderingen leveren een sub-

stantiële bijdrage aan de (over)

belasting van leraren en school-

leiders. schoolleiders besteden

vaak de helft of meer van hun

werktijd aan vergaderen. ‘niets

aan de hand, dat is hun werk’,

kan men zeggen. Maar wat te

denken van het feit dat tal van

leraren tenminste een derde van

hun werktijd buiten de lesuren

doorbrengen in werkgroepen,

projectgroepen, commissies, ver-

gaderingen van klasseleraren,

medezeggenschapsraden en der-

gelijke? Al dit samenzijn kost niet

alleen veel tijd, maar ook veel

energie. slagvaardiger en doel-

matiger vergaderen kan helpen

overbelasting en demotivatie in

het onderwijs terug te dringen.’

Fragment uit het artikel van Wilbert de

Vree dat eerder verschenen is in het

VVO Magazine.

•InAmerikazeergebruikelijkmaarinNe-

derland als ‘middel’ misschien wel wat te

weinig ingezet: zorg voor een ontspan-

nen, energieke sfeer. Een Amerikaans

citaat: ‘onderschat nooit de kracht van

eten tijdens een vergadering. Voedsel

verlicht de sfeer, het zorgt er voor dat

mensen zich comfortabel voelen en

wekt positieve energie op. Samen eten

versterkt de teamgedachte.’

www.pulseprimaironderwijs.nl/socialevaardigheden

Pulse_PO_nr3_2010.indd 45 11-05-2010 16:52:23

Page 46: Pulse PO nr 3

Volgens Bartjens...Blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen op het gebied van reken-wiskunde-onderwijs op de basisschool en abonneer u nu op Volgens Bartjens...!

Volgens Bartjens… is het

verenigingsvakblad van de

NVORWO.

Meer informatie vindt u

op www.nvorwo.nl.

Stuur deze bon in en profiteer van een aantrekkelijke kennismakingskorting!

Volgens Bartjens... is het enige tijdschrift voor reken-en wiskunde-onderwijs in de basisschool. Het tijdschrift is een informatie- en inspiratiebron voor de praktijk in de basisschool. Leden van Volgens Bartjens... krijgen naast 5 nummers per jaar, volledig toegang tot www.volgens-bartjens.nl. Deze website vormt een waardevolle aanvulling op het tijdschrift. U vindt er onder andere antwoorden op de puzzels uit het tijdschrift, u kunt er artikelen opzoeken en ervaringen uitwisselen.

Volgens Bartjens... biedt:Ideeën voor rekenlessen• Lesmateriaal• Praktijktips en lesverslagen• Didactische vernieuwingen • Puzzels en spelletjes voor leerlingen•

tijdschrift voor reken-wiskunde-onderwijs

JA, ik maak gebruik van deze kennismakingskorting en ontvang als basisschool Volgens Bartjens... het eerste jaar voor maar d 45,- (normale prijs d 51,50)

Het abonnement geldt tot wederopzegging. Voor het abonnementsgeld ontvangt u een factuur.

Stuur deze bon in een ongefrankeerde envelop naar:Koninklijke Van Gorcum BV - AbonnementenadministratieAntwoordnummer 3 - 9400 VB Assen

VolgensVolgens Bartjens... Bartjens...VolgensVolgens Bartjens...VolgensVolgens

is het enige tijdschrift voor reken-en wiskunde-is het enige tijdschrift voor reken-en wiskunde-onderwijs in de basisschool. Het tijdschrift is een informatie- en onderwijs in de basisschool. Het tijdschrift is een informatie- en

voor reken-wiskunde-onderwijs voor reken-wiskunde-onderwijs

School

Naam dhr. / mevr.

Adres

Postcode/ Plaats

E-mail e-mail nieuwsbrief? ja / nee

Nu met aantrekkelijke kennismakingskorting!

Pulse_PO_nr3_2010.indd 46 11-05-2010 16:52:24

Page 47: Pulse PO nr 3

pulse 47

FINANCIEEL MANAGEMENT

Basisscholen geven rijksgeld niet goed uit

Scholen moeten onterecht ontvangen gelden terugbetalen

Meer geld voor onderwijs

Basisscholen besteden geld dat ze van het

rijk krijgen aan schoolgebouwen. Sinds

2006 mag dat niet meer, maar scholen

krijgen van de gemeente niet altijd het

geld dat ze nodig menen te hebben. dat

heeft minister André rouvoet (onderwijs)

geschreven aan de Tweede Kamer. Scholen

geven de helft van het rijksgeld uit aan

huisvesting van schoolbesturen, een kwart

gaat naar nieuwbouw en nog eens een

kwart naar verbouwingen. uit onderzoek

van de Inspectie van het onderwijs is

gebleken dat in 2006 basisscholen 28

miljoen in huisvesting staken, in 2007 was

dat ruim 32 miljoen. Van die investeringen

kwam zestig procent uit de bekostiging

door het rijk. Scholen mogen dit geld

alleen maar uitgeven aan personeel en

lesmateriaal, maar het ministerie kondigde

al eerder aan niet meteen geld terug te

gaan vragen. Volgens de wet moeten

gemeenten zorgen voor adequate huisves-

ting, maar het is nog maar de vraag of de

regels die de gemeenten hanteren daarin

wel voorzien. daar komt nog eens bij dat

gemeenten een bedrag van 330 miljoen

euro dat is bedoeld voor schoolgebouwen

op de plank laten liggen. het ministerie

van Binnenlandse Zaken is nog aan het

uitzoeken hoe dit komt.

Scholen die door eigen fouten te veel

subsidie hebben ontvangen, moeten

het geld terugbetalen. dat zei demis-

sionair minister André rouvoet (on-

derwijs) in een reactie op het jaar-

verslag van de onderwijsinspectie,

dat begin april is verschenen. daarin

staat dat basisscholen 28 miljoen

euro ten onrechte hebben ontvan-

gen, omdat ze bijvoorbeeld meer

leerlingen opgaven dan er werkelijk

waren. In de meeste gevallen (26

miljoen euro) hadden de scholen te

veel leerlinggewicht aan de kinderen

‘gehangen’. Ze krijgen namelijk extra

geld voor een kind van laagopgeleide

ouders. het resterende bedrag was

voor de onjuiste aantallen. de scho-

len werden eerder al per brief hierop

geattendeerd. Nu gaat er opnieuw

een brief uit. het aantal fouten is

verdubbeld ten opzichte van een jaar

eerder, meldde de inspectie. In 2008

ging het om ruim vijftien miljoen euro

dat te veel is uitgekeerd. uit de ge-

gevens blijkt dat besturen van meer

dan tien scholen het beter doen dan

besturen die aan minder scholen lei-

ding geven.

het Innovatieplatform, een denktank onder aanvoering van premier Jan Peter

Balkenende, wil dat de komende jaren fors meer geld wordt gestoken in onderwijs en

onderzoek. dat bedrag moet geleidelijk oplopen tot er in 2020 zo’n zes miljard euro

per jaar meer beschikbaar is. dit staat in een rapport, dat onlangs is gepresenteerd.

het platform vindt dat Nederland de ambitie moet hebben om

tot de top vijf van de wereld te behoren als het gaat om de

kenniseconomie. op een ranglijst, die de concurrentiekracht van

landen weergeeft, is Nederland vorig jaar gedaald van een acht-

ste naar een tiende plaats. Voorzitter Alexander rinnooy Kan van

de Sociaal-Economische raad maakt deel uit van de werkgroep.

hij vindt dat de staatsschuld gesaneerd moet worden zonder te

bezuinigen op de ‘motor van de economie’, dus ‘niet op onder-

wijs, kennis, onderzoek en innovatie’.

Leraren in het basisonderwijs moeten nog erg wennen aan de veranderingen in de

salarisschalen. Volgens Eddy oudshoorn, lid van de GMr van Conexus in Nijmegen

(een groep van bijna 30 scholen), is het vooral zaak dat goed gecommuniceerd

wordt waarom de ene persoon wel in een hogere schaal valt en de andere persoon

niet. In het basisonderwijs wordt geaccepteerd dat directeuren een hoger salaris

ontvangen. door de invoering van de functiemix, een afspraak tussen vakbonden en

ministerie, komt er echter meer geld beschikbaar. dat geld kan worden ingezet om

op bijna elke basisschool een of meer leerkrachten naar een hogere schaal te laten

doorstromen. het gevolg is dat de ene leraar in schaal LA valt en de ander in LB.

Volgens oudshoorn moeten de criteria helder zijn. wie er langer werkt hoeft niet per

se een hoger salaris te krijgen. Voor meer informatie, www.profnews.nl

Functiemix roept vragen op

Volgens Bartjens...Blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen op het gebied van reken-wiskunde-onderwijs op de basisschool en abonneer u nu op Volgens Bartjens...!

Volgens Bartjens… is het

verenigingsvakblad van de

NVORWO.

Meer informatie vindt u

op www.nvorwo.nl.

Stuur deze bon in en profiteer van een aantrekkelijke kennismakingskorting!

Volgens Bartjens... is het enige tijdschrift voor reken-en wiskunde-onderwijs in de basisschool. Het tijdschrift is een informatie- en inspiratiebron voor de praktijk in de basisschool. Leden van Volgens Bartjens... krijgen naast 5 nummers per jaar, volledig toegang tot www.volgens-bartjens.nl. Deze website vormt een waardevolle aanvulling op het tijdschrift. U vindt er onder andere antwoorden op de puzzels uit het tijdschrift, u kunt er artikelen opzoeken en ervaringen uitwisselen.

Volgens Bartjens... biedt:Ideeën voor rekenlessen• Lesmateriaal• Praktijktips en lesverslagen• Didactische vernieuwingen • Puzzels en spelletjes voor leerlingen•

tijdschrift voor reken-wiskunde-onderwijs

JA, ik maak gebruik van deze kennismakingskorting en ontvang als basisschool Volgens Bartjens... het eerste jaar voor maar d 45,- (normale prijs d 51,50)

Het abonnement geldt tot wederopzegging. Voor het abonnementsgeld ontvangt u een factuur.

Stuur deze bon in een ongefrankeerde envelop naar:Koninklijke Van Gorcum BV - AbonnementenadministratieAntwoordnummer 3 - 9400 VB Assen

School

Naam dhr. / mevr.

Adres

Postcode/ Plaats

E-mail e-mail nieuwsbrief? ja / nee

Nu met aantrekkelijke kennismakingskorting!

Pulse_PO_nr3_2010.indd 47 11-05-2010 16:52:26

Page 48: Pulse PO nr 3

48 pulse

ProduCTEN EN dIENSTEN

het nieuwe werken staat synoniem voor in-

novatieve manieren van werken, werkvormen

die organisaties nieuwe kansen bieden om

zich te onderscheiden. Tegelijkertijd is er

nog weinig concreet bewijs dat deze nieuwe

werkvormen ook daadwerkelijk vruchten af-

werpen. Belangrijke vragen rond betekenis,

nut en noodzaak van het nieuwe werken ble-

ven tot voor kort onbeantwoord. Betrouwba-

re informatie over de impact van het nieuwe

werken op de bedrijfsvoering en de concrete

bijdrage aan het bedrijfsresultaat ontbrak.

daarin brengt dit boek nu verandering.

Auteurs: Ruurd Baane, Patrick Houtkamp en

Marcel Knotter

ISBN: 9789023245858

Prijs: € 29,75

Vrouwelijk talent werkt…

HeT nIeuWe Werken

de Brede School Toolkit is een praktisch hulpmiddel voor de coördinator om Brede

Schoolactiviteiten te structureren. de cd-rom bevat verschillende formulieren die

gebruikt kunnen worden bij de organisatie van activiteiten. de Toolkit bestaat uit for-

mulieren die ondersteuning bieden bij absentie/ongevallen, beoordeling/evaluatie,

formaliteiten en lesvoorbereiding. Alle formulieren zijn in PdF en als worddocument

beschikbaar, zodat u ze kunt aanpassen aan uw eigen situatie. de Toolkit is bedoeld

om ideeën op te doen en handvatten te geven en is vooral handig voor scholen die

op zoek zijn naar een organisatorisch kader voor de Brede School.

wordt in Nederland het talent van vrouwen voldoende benut? waar doen zich nog obstakels voor,

waar kan het beter? En hoe kunnen we, in een wereld van competitie en nadruk op individuele pres-

taties, het werk van mannen en vrouwen zo organiseren dat er tijd blijft voor ouderschap, zorg en

een leven naast het werk?

Man-vrouwverhoudingen zijn in transitie. Nederland bevindt zich ergens tussen traditionaliteit en moder-

niteit: een moderne samenleving, maar met een nog onmiskenbare patriarchale onderstroom. om de

economische groei ook in de toekomst mogelijk te maken kunnen we (vrouwelijk) talent niet laten lopen.

Maar hoe staat het met de realiteit van alledag? Een optimaal gebruik van vrouwelijk talent kent nog

een aantal obstakels. op het niveau van de samenleving als geheel, binnen arbeidsorganisaties, bin-

nen huishoudens en binnen mindsets en attituden van personen. dit boek wil zich niet tot analyses

beperken, maar geeft aan het eind van ieder hoofdstuk praktische adviezen hoe het beter kan.

Auteur: Anneke van Doorne-Huiskes

ISBN : 9789023246398

Prijs: € 26,75

Basisbegrippen wis- en natuurkunde verbazingwekkend eenvoudig uitgelegd

het Verre oosten en zeker landen als Singapore timmeren stevig aan de weg als het

gaat om innovatieve leermiddelen. Zo heeft AmazingEdu, producent van wereldwijd

toegepaste simulatiesoftware, onlangs een programma op de markt gebracht voor

de vakken wis- en natuurkunde. Vanaf 9 jaar kunnen leerlingen met de interactieve

oefeningen aan de slag. Meer dan duizend animaties maken theorie en praktijk stap

voor stap duidelijk. onderzoek heeft uitgewezen dat

leerlingen hierdoor een positieve attitude ontwikkelen

ten aanzien van de exacte vakken. hoewel het pro-

gramma nu nog alleen in het Engels verkrijgbaar is, zal

er tegen het einde van het jaar een complete Neder-

landse versie beschikbaar zijn. de bestanden zijn te

downloaden via de site van de onderwijswerkGroep.

Voor meer informatie, www.owg.nl

CeD Groep brengt Brede school Toolkit op de markt

Pulse_PO_nr3_2010.indd 48 11-05-2010 16:52:28

Page 49: Pulse PO nr 3

pulse 49

TrAINING & AdVIES

kinderen leren zingend een

vreemde taal!Goed onderwijs, goed bestuur: dilemma’s bij implementatie

hoe geeft u vorm aan effectief lees-

onderwijs in groep 3 en hoe voorkomt

u leesuitval? Met deze cursus krijgt u

handvatten om zelf in de praktijk ef-

fectief uw leesonderwijs in groep 3 te

verbeteren. de cursus is gerelateerd

aan de inhoud van nieuwe Proto-

col Leesproblemen en dyslexie voor

groep 3. de cursus start in september.

Inschrijven is mogelijk tot 12 augustus.

Voor meer informatie: Tineke Bordewijk,

e-mail: [email protected]

Coördinator jonge kind in het primair onderwijs

Hoe verbeter ik mijn aanvankelijk

technisch leesonderwijs?

Groep 1 tot 5, maar ook leerlingen in de

bovenbouw leren op een speelse ma-

nier de basisvaardigheden Engels, Frans,

Spaans, duits óf Italiaans met de songs,

raps, drama en rhymes van The Language

Factory. Volgens de samenstellers kunnen

leerkrachten deze methode probleemloos

inpassen in hun dagelijkse planning. Leer-

lingen leren de taal begrijpen door de oe-

fening, herhaling en bewegingen. ook ont-

wikkelen zij ‘als vanzelf’ de juiste uitspraak.

op de werkbladen (handboek en op cd-

rom) komen vanaf groep 4 ook lezen en

schrijven aan bod. www.schoolsupport.nl

In 2010 wordt de nieuwe wet ‘Goed

onderwijs, goed bestuur’ van kracht.

deze wet heeft gevolgen voor de

praktijk van toezicht houden en

besturen in het primair en voortge-

zet onderwijs. welk bestuursmo-

del scholen ook kiezen, de nieuwe

wet roept veel vraagtekens op. CPS

biedt de conferentie ‘Governance:

Goed bestuur, goed onderwijs’ aan

om besturen te ondersteunen bij de

dilemma’s waarvoor ze gesteld wor-

den. Er is speciale aandacht voor de

invulling van de rol van de (intern)

toezichthouder. dit congres wil ken-

nis en inzicht bieden op de meest

voorkomende vragen rondom de

nieuwe wetgeving, de wijze waarop

modellen vormgegeven kunnen wor-

den en de manier waarop er in de

praktijk mee gewerkt kan worden. de

conferentie is bedoeld voor leiding-

gevenden en besturen in het primair

en voortgezet onderwijs. datum: 15

juni 2010. Locatie: Amersfoort. Voor

meer informatie, [email protected]

de opleiding heeft als doel de deskundigheid in het omgaan met jonge kinderen

te verbeteren, met name als het gaat om achterstanden. Een extra impuls voor de

pedagogisch didactische inrichting van de onderbouw, zo mogelijk in aansluiting op

de voorschoolse periode. de opleiding Coördinator Jonge Kind/VVE wil ertoe bijdra-

gen dat coördinatoren onderbouw niet alleen zorg kunnen dragen voor de verbetering

van het onderwijs in de eigen school, maar dat zij ook in staat zijn verbindingen en

contacten te leggen naar het peuterspeelzaalwerk. Afhankelijk van de aanmelding wor-

den de cursussen aangeboden in Leiden (hogeschool Leiden) of rotterdam (Pabo

Thomas More). de data zijn in overleg met de betrokkenen. Voor meer informatie,

[email protected]

AgendaDatum naam Doelgroep prijs plaats Informatie

15 juni Amersfoort www.cps.nl

16 juni utrecht www.poraad.nl

18 juni utrecht www.co-actief.nl

3 sept Leerkrachten € 159,- Ede www.kijkenenkiezen.nl

8 sept rotterdam www.cedgroep.nl

Conferentie ‘Governance:

Goed bestuur, goed onderwijs’

Congres harmonisatie

voorschoolse voorzieningen

Trainingsdag ‘Laat je lichaam

spreken’

Basistraining Kijken en Kiezen

Conferentie opbrengstgericht

werken

Leidinggevenden en besturen in het

primair en voortgezet onderwijs

o.a. schoolbesturen, managers in de

kinderopvang, directies basisonderwijs

Iedereen die zijn non-verbale

communicatie wil verbeteren

o.a. leerkrachten, intern begeleiders en

schoolleiders in het primair onderwijs

particulier € 225,-/

zakelijk € 375,-

Pulse_PO_nr3_2010.indd 49 11-05-2010 16:52:29

Page 50: Pulse PO nr 3

50 pulse

CoLuMN

Daar kom je nu mee!

CoLuMN

klant·vrien·de·lijk: rekening houdend met, inspelend op de wensen van de klant

zelf·re·flec·tie: het nadenken over het eigen doen en laten

Toch wel handig, zo’n abonnement op de digitale Van dale. Even inloggen en je

weet hoe het zit. En dat voor slechts vier euro per maand. Bovendien wordt het

woordenboek doorlopend geactualiseerd. En het leuke is: je kunt je ook abonne-

ren op Nederlands-Engels, Engels-Nederlands en ga zo maar door. Misschien een

tip voor juf Koosje?

heb ik er belang bij reclame te maken voor de digitale dikke? Geenszins,

alhoewel… Als ik me niet vergis, heeft de gemiddelde Nederlander een actieve

woordenschat van ongeveer tweeduizend woorden. ‘Klantvriendelijk’ en ‘zelfre-

flectie’ maken daar vast niet bij iedereen deel van uit, al zou je verwachten dat

mensen in het onderwijs een ruimere vocabulaire hebben dan Jan met de pet.

Maar juf Koosje – een fictieve naam, dat zult u begrijpen – kent de betekenis van

deze beide woorden niet of – waarschijnlijker – wil ze niet kennen.

Een meisje uit groep acht stort zich thuis op haar huiswerk Engels. haar moeder

werpt een vluchtige blik op de opdracht en ontwaart een fout. Ze kijkt wat beter en

wat blijkt? Nog een. Lichte ergernis maakt zich van haar meester. ’s Avonds, als haar

man thuis is, gaan ze er samen eens goed voor zitten. de kleine opgave blijkt maar

liefst tien fouten te bevatten. dit is niet best. ’s ochtends voor het naar school gaan,

krijgt dochterlief het verzoek juf Koosje te attenderen op de fouten in de opgaven.

“Maar”, zo drukt haar moeder haar op het hart, “doe je verhaal niet in je eentje. Ga

met een paar kinderen naar de juf toe en zeg dat jullie allemaal hebben gemerkt dat

er veel fouten in de opdracht staan. want anders ben jíj straks de gebeten hond.”

Zo gezegd, zo gedaan. Juf Koosje hoort van de kritiek. wordt zij vervolgens over-

mand door gevoelens van deemoed (nederige onderworpenheid, aldus Van dale)?

Gaat ze door het stof en put ze zich uit in verontschuldigingen? Allerminst. Ze bijt

het meisje toe: “daar kom je nú mee, net voor het proefwerk!” Later blijkt dat de

opdracht al voor het derde jaar wordt gebruikt. Niemand die de fouten opmerkte.

drie jaar op rij zette de school de kinderen van groep 8 op het verkeerde pad.

uiteindelijk kwam er toch nog iets uit de mond van juf Koosje dat het midden hield

tussen een excuus en een verklaring. het had te maken met de spellingscontrole.

die deed het niet omdat de tekst in tabellen stond.

Zoiets.

Als de leerkracht moet worden gecorrigeerd

door de leerling, zijn we ver verwijderd van

goed onderwijs. Er zit maar één ding op: de

stof beheersen en boven de materie staan.

dus misschien dus toch maar weer terug,

de schoolbanken in…?

Colofonpulse primair OnderwijsMagazine voor schoolont-wikkeling en kwaliteitszorg verschijnt zes maal per jaar en wordt in een oplage van x exemplaren gratis verspreid onder basisschooldirecteuren en bovenschoolse managers in Nederland.

uITGeVerKoninklijke Van GorcumPostbus 43, 9400 AA AssenT. 0592 - 379 571F. 0592 - 379 552E. [email protected]. www.vangorcum.nl

reDACTIeFrank Stienissen (hoofdredactie), Lieke van Zuilekom, Anne Mieke de Groot, Martin van rooij Stienissen Media Postbus 325550 AAValkenswaardT. 040 - 207 11 66F. 040 - 207 11 60E. [email protected]

AAn DIT nuMMer WerkTen Mee:Cees Bos, Marrigje de Bok, Paul de Kloe en Sandra Koot

ArT DIreCTOr/VOrMGeVerSacha Vercoelendana van Veen

FOTOGrAFIeStienissen Media

ADVerTenTIe-expLOITATIeAcquire Media, ZwolleT. 038 - 460 63 84F. 038 - 460 63 [email protected]

DrukKoninklijke Van Gorcum

©2010, Koninklijke van Gorcum, AssenAlle auteursrechten ten aanzien van de inhoud van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden.

www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool

Martin van Rooij

WAT IS JEMJEM gaat vooral over mensen. Mensen die iets bijzonders hebben met het onderwijs, die betrokken zijn.

Leerkrachten met passie voor kinderen en school. Jij bent JEM, samen met alle andere ju� en en meesters

van Nederland. JEM gaat over jullie talenten en hobby’s, jullie vriendschappen en liefdes. JEM besteedt aandacht aan dat wat jullie

belangrijk vinden, wat jullie drijft en wat jullie interessant vinden. JEM gaat over die dingen die het onderwijsvak zo ontzettend leuk

maken, maar ook wel eens lastig. Serieuze onderwerpen gaan we niet uit de weg. En, JEM is nooit belerend, wel informatief.

JEM laat de vrouw en de man zien achter de leerkracht.

‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk voor het zinken van de Titanic’

Ouders geven hun mening

Groep 9 zinvol?

FILOSOFEREN KUN JE LEREN

‘ Van slavenblues tot housemuziek’

Meester Jon van den Elsen is een van de Hippe Gasten

InfobesitasEEN NIEUWE ZIEKTE?

EN OOK NOG: DE LEUKSTE SPEELTUINEN | SCHIP AHOI! | NAAR BUITEN MET DE KLAS

voorlees-verhalen!

PAGINA’S16EXTRA!

INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS| NR 4 | ADVIESPRIJS €5,95 |

| NR

4 | JA

AR

GA

NG

1 | | F

ILOS

OF

ER

EN

KU

N JE

LE

RE

N | JO

N V

AN

DE

N E

LS

EN

, VA

N H

IPP

E G

AS

TE

N | IN

FO

BE

SIT

AS

, EE

N N

IEU

WE

ZIE

KT

E? | G

RO

EP

9 Z

INV

OL? | A

DV

IES

PR

IJS €

5,9

5 |

www.jemmagazine.nl

voor het zinken van de Titanic’‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk voor het zinken van de Titanic’‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk

Ouders geven hun mening

Groep 9 zinvol?

‘ Van slavenblues tot housemuziek’

Meester Jon van den Elsen is een van de Hippe Gasten

InfobesitasEEN NIEUWE ZIEKTE?

EN OOK NOG:

voorlees-verhalen!verhalen!verhalen!

PAGINA’S161616voorlees-16voorlees-16EXTRA! EXTRA! EXTRA!

INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS| NR 4 | ADVIESPRIJS €5,95 |

www.jemmagazine.nl

JM04P01COVER DEF.indd 1 27-04-2010 09:33:51

Naam Voornaam

Adres

Postcode Woonplaats

Geboortedatum M VTelefoon

E-mailadres

De JEM nieuwsbrief zal regelmatig verschijnen in de toekomst. Je ontvangt ook af en toe leuke extra’s en aanbiedingen (max. 1 per maand).

Ja, ik ontvang graag de gratis JEM nieuwsbrief! Mijn e-mailadres heb ik hierboven ingevuld.

Ik wil van Tall in Media BV, haar partners en zorgvuldig geselecteerde bedrijven informatie en interessante aanbiedingen ontvangen via e-mail.

Ik machtig JEM het abonnementsgeld automatisch van mijn rekening af te schrijven. Mijn bank- of gironummer is:

[ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ]

Ik wacht met betalen op een acceptgiro (voor betaling met acceptgiro wordt € 2,- administratiekosten in rekening gebracht).

Handtekening

Deze aanbieding is geldig tot 31-10-2010. Prijswijzigingen voorbehouden. Het jaarabon-nement is tot wederopzegging. Zie voor de abonnementsvoorwaarden en informatie over persoonsgegevens en leveringsvoorwaarden www.jemmagazine.nl.

30% KORTING!

INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS

Aarzel niet, kies nu voor een abonnement! JE ONTVANGT JEM ZES KEER IN DE BUS VOOR MAAR € 24,-! (NORMAAL € 30,-)

ABONNEREN KAN OP 3 MANIEREN: SURF NAAR WWW.JEMMAGAZINE.NL/ABONNEREN OF BEL ONZE LEZERSSERVICE OP 088 22 66 670

(DAGELIJKS VAN 9.00 TOT 17.00 UUR) OF GEBRUIK DE BON OP DEZE PAGINA

JA, IK WIL EEN JAARABONNEMENT OP JEM EN BETAAL HET EERSTE JAAR SLECHTS €24,- VOOR 6 NUMMERS.

VOOR

€ 24,-

STUUR DEZE BON IN EEN OPEN ENVELOP NAAR: JEM, ANTWOORDNUMMER 10702, 5600 WB EINDHOVEN

JEM gaat vooral over mensen. Mensen die iets bijzonders hebben met het onderwijs, die betrokken zijn.

Leerkrachten met passie voor kinderen en school. Jij bent JEM, samen met alle andere ju� en en meesters

positief, eigentijds, betrokken,

echt … en een tikkeltje

eigenwijs!

6X

Ad_JEM4_Pulse.indd 1 06-05-2010 07:48:15 Pulse_PO_nr3_2010.indd 50 11-05-2010 16:52:35

Page 51: Pulse PO nr 3

WAT IS JEMJEM gaat vooral over mensen. Mensen die iets bijzonders hebben met het onderwijs, die betrokken zijn.

Leerkrachten met passie voor kinderen en school. Jij bent JEM, samen met alle andere ju� en en meesters

van Nederland. JEM gaat over jullie talenten en hobby’s, jullie vriendschappen en liefdes. JEM besteedt aandacht aan dat wat jullie

belangrijk vinden, wat jullie drijft en wat jullie interessant vinden. JEM gaat over die dingen die het onderwijsvak zo ontzettend leuk

maken, maar ook wel eens lastig. Serieuze onderwerpen gaan we niet uit de weg. En, JEM is nooit belerend, wel informatief.

JEM laat de vrouw en de man zien achter de leerkracht.

‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk voor het zinken van de Titanic’

Ouders geven hun mening

Groep 9 zinvol?

FILOSOFEREN KUN JE LEREN

‘ Van slavenblues tot housemuziek’

Meester Jon van den Elsen is een van de Hippe Gasten

InfobesitasEEN NIEUWE ZIEKTE?

EN OOK NOG: DE LEUKSTE SPEELTUINEN | SCHIP AHOI! | NAAR BUITEN MET DE KLAS

voorlees-verhalen!

PAGINA’S16EXTRA!

INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS| NR 4 | ADVIESPRIJS €5,95 |

| NR

4 | JA

AR

GA

NG

1 | | F

ILOS

OF

ER

EN

KU

N JE

LE

RE

N | JO

N V

AN

DE

N E

LS

EN

, VA

N H

IPP

E G

AS

TE

N | IN

FO

BE

SIT

AS

, EE

N N

IEU

WE

ZIE

KT

E? | G

RO

EP

9 Z

INV

OL? | A

DV

IES

PR

IJS €

5,9

5 |

www.jemmagazine.nl

voor het zinken van de Titanic’‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk voor het zinken van de Titanic’‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk

Ouders geven hun mening

Groep 9 zinvol?

‘ Van slavenblues tot housemuziek’

Meester Jon van den Elsen is een van de Hippe Gasten

InfobesitasEEN NIEUWE ZIEKTE?

EN OOK NOG:

voorlees-verhalen!verhalen!verhalen!

PAGINA’S161616voorlees-16voorlees-16EXTRA! EXTRA! EXTRA!

INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS| NR 4 | ADVIESPRIJS €5,95 |

www.jemmagazine.nl

JM04P01COVER DEF.indd 1 27-04-2010 09:33:51

Naam Voornaam

Adres

Postcode Woonplaats

Geboortedatum M VTelefoon

E-mailadres

De JEM nieuwsbrief zal regelmatig verschijnen in de toekomst. Je ontvangt ook af en toe leuke extra’s en aanbiedingen (max. 1 per maand).

Ja, ik ontvang graag de gratis JEM nieuwsbrief! Mijn e-mailadres heb ik hierboven ingevuld. Ik wil van Tall in Media BV, haar partners en zorgvuldig geselecteerde bedrijven informatie en interessante aanbiedingen ontvangen via e-mail.

Ik machtig JEM het abonnementsgeld automatisch van mijn rekening af te schrijven. Mijn bank- of gironummer is:

[ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ]

Ik wacht met betalen op een acceptgiro (voor betaling met acceptgiro wordt € 2,- administratiekosten in rekening gebracht).

Handtekening

Deze aanbieding is geldig tot 31-10-2010. Prijswijzigingen voorbehouden. Het jaarabon-nement is tot wederopzegging. Zie voor de abonnementsvoorwaarden en informatie over persoonsgegevens en leveringsvoorwaarden www.jemmagazine.nl.

30% KORTING!

INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS

Aarzel niet, kies nu voor een abonnement! JE ONTVANGT JEM ZES KEER IN DE BUS VOOR MAAR € 24,-! (NORMAAL € 30,-)

ABONNEREN KAN OP 3 MANIEREN: SURF NAAR WWW.JEMMAGAZINE.NL/ABONNEREN OF BEL ONZE LEZERSSERVICE OP 088 22 66 670

(DAGELIJKS VAN 9.00 TOT 17.00 UUR) OF GEBRUIK DE BON OP DEZE PAGINA

JA, IK WIL EEN JAARABONNEMENT OP JEM EN BETAAL HET EERSTE JAAR SLECHTS €24,- VOOR 6 NUMMERS.

VOOR

€ 24,-

STUUR DEZE BON IN EEN OPEN ENVELOP NAAR: JEM, ANTWOORDNUMMER 10702, 5600 WB EINDHOVEN

JEM gaat vooral over mensen. Mensen die iets bijzonders hebben met het onderwijs, die betrokken zijn.

Leerkrachten met passie voor kinderen en school. Jij bent JEM, samen met alle andere ju� en en meesters

positief, eigentijds, betrokken,

echt … en een tikkeltje

eigenwijs!

6X

Ad_JEM4_Pulse.indd 1 06-05-2010 07:48:15 Pulse_PO_nr3_2010.indd 51 11-05-2010 16:52:38

Page 52: Pulse PO nr 3

Download gratis onderdelen uit het nieuwe boek ‘Willen=Kunnen=Doen,

Kwaliteiteitszorg in het Primair Onderwijs’ van Cees Bos (auteur van

WMK). Ga naar www.pulseprimaironderwijs.nl

Ga naar:

www.pulseprimaironderwijs.nlPostbus 43

9400 AA Assen

[t] +31(0)592 379 571

[f] +31(0)592 379 552

[email protected]

www.pulseprimaironderwijs.nl

Pulse Primair Onderwijs is een uniek een platform voor kwaliteitszorg en schoolontwikkeling. Naast een gratis magazine bestaat het platform uit een website en digitale nieuwsbrieven.

Download gratis onderdelen van het boek.Ga naar www.pulseprimaironderwijs.nl

Het lukt veel scholen niet om hun kwaliteitszorg te integreren in de dagelijkse

werkzaamheden om zo gestructureerd te werken aan de verbetering van

hun kwaliteit. Willen=Kunnen=Doen. Kwaliteitszorg in het primair onderwijs (2009) geeft aanwijzingen om hun kwaliteitszorg op een praktische wijze

vorm te geven. Het ondersteunt bij het denken en doen, en helpt hen om

ideeën over kwaliteitszorg in actie(s) om te zetten (doen).

Download gratis als lezer van Pulse Magazine

advertentie.indd 1 26-03-2010 08:58:22

Pulse_PO_nr3_2010.indd 52 11-05-2010 16:52:40