Pulse PO nr 3
-
Upload
wtk-rovecom -
Category
Documents
-
view
232 -
download
7
description
Transcript of Pulse PO nr 3
www.pulseprimaironderwijs.nl/???????
pulseMagazine voor schoolontwikkeling en kwaliteitszorg
schrijfster
Yvonne keuls
weer even juf Bamberg
nummer 3 • 2010 • Jaargang 2
Minder én effectiever vergaderen
resultaatgericht leiderschaphoe Maak je leraren beter?
een pakkende aanpak voor passend onderwiJs
rekenen door te tekenen
timon Bos (leerkracht groep 5):trots op zijn eigen elo
pulsevoor reacties en Meer inforMatie: www.pulsepriMaironderwijs.nl
Pulse_PO_nr3_2010.indd 1 11-05-2010 16:48:41
Ondernemersweg 2A - 7451 PK Holten - tel 0548 - 363067 - fax 0548 - [email protected] - www.ovaalspeelconcepten.nl
Ovaal speelconceptenOntwerp en inrichting van speelomgevingen
Spelend leren, ontwikkelen & ontmoeten
Buitenruimten gerealiseerd door Ovaal speelconcepten stellen de belevingswereld van het kind centraal.
Onze visie is dat een speelplek véél meer is dan alleen een verzameling klim- en klautertoestellen. Het is een plek om avonturen te beleven, te observeren en vriendjes te ontmoeten.
Ontdek onze unieke productlijnen en vraag onze brochure aan via: www.ovaalspeelconcepten.nl
Pulse_PO_nr3_2010.indd 2 11-05-2010 16:48:45
pulse 3
Voorwoord
www.pulseprimaironderwijs.nl/magazine
Veel van weinigVroeger was alles beter. Een geliefd gezegde bij veel oude rotten in het vak. Men leerde meer en men verstond het
vak beter. Goh, wat waren ze toen toch vreselijk competent! Toch kun je aan het grote aantal onderwijsvernieuwingen
aflezen dat de beleidsmakers nooit tevreden zijn geweest over de gemiddelde schoolprestaties. Toen in 1968 de
Mammoetwet werd ingevoerd en het aantal vakken drastisch werd teruggeschroefd, dachten de vernieuwers van toen
waarschijnlijk ook dat een geringer vakkenpakket het niveau van de overbleven vakken zou opschroeven. Minder vak-
ken zou per definitie meer diepgang betekenen.
Ik ben zo’n Mammoetleerling en als ik terugkijk op mijn ‘schoolcarrière’ ben ik eerlijk gezegd redelijk somber gestemd.
Toen ik ging studeren moest ik constateren dat mijn middelbare-school-wiskunde bij lange na niet voldoende was om
op de universiteit een voortvarende start te maken. Zelfs bij de begrippen functievergelijking en differentiëren ging bij
mij geen enkel licht branden. Een vriendelijke doch zeer twijfelend kijkende professor adviseerde mij toen de ‘basisstof’
nog eens grondig te bestuderen. In de zomer die daarop volgde – in mijn herinnering is de temperatuur toen niet on-
der de dertig graden celcius geweest - worstelde ik me door de elementaire beginselen van de wiskunde. Met succes.
Ik stond zelfs versteld van de eenvoud van de stof en mijn natuurlijke afkeer sloeg om in een gezonde interesse.
Natuurlijk speelden motivatie en concentratie een grote rol, maar nog belangrijker is de reden dat ik
veel beter dan op de middelbare school de verbanden tussen de onderdelen ging zien. Als ik iets
niet begreep ging ik terug of probeerde ik via een andere invalshoek of methodiek de materie te
doorgronden. En als ik er dan nog niet uitkwam was een studievriend die scheikunde studeerde
en meer kaas gegeten had van de exacte vakken, bereid om tegen beloning van een ‘beugel bier’
mij het nog eens haarfijn uit te leggen.
Sinds die tijd ben ik een groot voorstander van ‘geïntegreerd en systematisch onderwijs’.
Geen losse flodders, geen nieuwe level als het niveau eronder nog niet goed verankerd
is. Geen formules uit het hoofd leren als de betekenis ervan niet geduid kan worden.
Geen trucjes en fratsen. diepgang en inzicht in de aangeboden leerstof vind ik een
absolute voorwaarde voor echte waardecreatie. Alleen dan beklijft het bij mij en kan ik
er later nog wat mee.
rekenen ben ik leuk gaan vinden, maar het zal u niet verbazen dat ook taal mijn
interesse heeft. daarbij vind ik bijvoorbeeld het inzicht in de zinsstructuur belang-
rijker dan het sec kunnen aangeven van het onderwerp, de persoonsvorm, het lijdend
voorwerp en bijvoorbeeld het naamwoordelijk gezegde. Zij vormen voor mij geen leerdoe-
len op zich (hoewel dat op veel scholen wel het geval is). Mijn idee: vertel leerlingen al
vanaf de eerste dag waarom ze dat moeten weten. wat kunnen ze ermee? Maak goede
en vooral ook foute zinnen. Alleen zo leer je met zinsdelen toveren. Zo kom je tot de
constatering dat dat zinsdeel op die plaats niet kan staan. ook een goede Nederlandse
zin is nu eenmaal aan bepaalde grammaticale regels gebonden.
Taal wordt pas leuk als je er mee gaat spelen, als je er dieper op ingaat. Als je bouwt
aan een groter geheel dat een klein tekstje of gedicht heet. Laat leerlingen een (digi-
tale) schoolkrant maken en geef ook aan dat niet elk tekstje hetzelfde is. Leer ze koppen
maken en bijschriften. Vertel dat ze ook hun mening mogen uiten in een commentaar of
een column. En ja hoor ‘het weer op school’ hoort er natuurlijk ook bij. ook in het primair
onderwijs geldt voor mij: niet weinig van veel maar veel van weinig. Pas dan leren kinderen
ineens heel erg veel en worden ze een stuk slimmer en competenter dan die ‘oude rotten’.
Frank Stienissen, hoofdredacteur
Pulse_PO_nr3_2010.indd 3 11-05-2010 16:48:52
4 pulse
6
In deze uitgave
18
2240
30
ManageMent & Motivatie 12 schrijfster Yvonne keuls over haar tijd als
lerares Veel van de boeken van Yvonne keuls gaan over het leed dat
jongeren overkomt. haar betrokkenheid bij de jeugd blijkt mede
ingegeven door een kortstondige carrière in het onderwijs.
38 goed voorbeeld doet volgen, over Mentaliteit, effectiviteit en kwaliteit gesproken
meq change staat voor het begeleiden en borgen van de
mentaliteit van het schoolteam (mentality), de effectiviteit in het
realiseren van onderwijsopbrengsten (effectivity) en de kwaliteit
van een onderscheidend onderwijsaanbod (Quality). de kapstok
stelt directies en besturen in staat om alle aspecten van de
schoolorganisatie te volgen.
kwaliteitszorg
24 resultaatgericht leiderschap: leraren beter Maken
in april 2010 ontvingen scholen het onderwijsverslag 2008-2009
van de inspectie van het onderwijs. dit zeer lijvige werk bestaat
uit drie delen: (1) de staat van het onderwijs, (2) het onderwijs in
sectoren en (3) het onderwijs in thema’s. in het derde deel staat
het interessante hoofdstuk ‘de kwaliteit van leraren’. wat heeft de
inspectie te melden?
sociale vaardigheden
44 Minder en effectiever vergaderen, wie durft? goed vergaderen in het onderwijs is geen sinecure. een paar nut-
tige tips om vergaderen (weer) zinvol te maken.
onderwijsontwikkeling
18 co-teaching: een pakkende aanpak voor passend onderwijs
Sinds de jaren negentig probeert de overheid de verwijzingen naar
het s(B)o terug te dringen. volgens het evaluatierapport ‘weer
samen naar school welbeschouwd’ (meijer 2004) is zij daarin
echter onvoldoende geslaagd.
12
Pulse_PO_nr3_2010.indd 4 11-05-2010 16:49:08
pulse 5
INhoud
34
27
30
29
24
22 beter nederlands in het onderwijs: overwin die schaaMte!
camara’s, slaris, leerarenopleiding en treinabbonnement. of
fouten als ‘nieuwe maatregelen ondernemen’ en ‘geld uitbesteden
aan…’. op veel scholen schort er nog heel wat aan het taalniveau
van onderwijsmedewerkers. het wordt tijd dat deze scholen hun
schaamte overwinnen en spijkers met koppen slaan.
40 rekenMethode gericht op Meesterschap. Bazalt en hco introduceren singapore rekenen in nederland, een
methode gebaseerd op de beste elementen van het rekenonder-
wijs in andere landen, waaronder de verenigde staten.
financieel ManageMent
47 financieel nieuws
en verder
6 nieuws 17 waar of niet waar? ‘Begrijpend lezen, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen’
29 onderwijs in stelling gebracht ‘probleemkinderen horen niet thuis in het reguliere onderwijs’
30 tiMon bos benut ict ten volle: groep 5 van cbs het bastion leert spelenderwijs
een weitje met kippen, schapen en pasgeboren lammetjes. dat is
het uitzicht van groep 5 van christelijke Basisschool het Bastion
in klundert (noord-Brabant). Buiten word je als het ware terug-
geworpen in de tijd, binnen word je de toekomst in geslingerd. op
ict-gebied is deze groep zijn tijd namelijk ver vooruit.
34 van basisschool naar begaafdheidsprofiel-school
Basisscholen met een beleid voor hoogbegaafde leerlingen kun-
nen tegenwoordig begaafdheidsprofielschool worden. dit profiel
schrijft niet zozeer voor wat een school moet doen, wel de manier
waarop.
48 producten en diensten 49 training en advies 50 coluMn
912
Pulse_PO_nr3_2010.indd 5 11-05-2010 16:49:14
6 pulse
Promovendus Anniek Vaessen onderzocht
welke processen kinderen in welke fase
van het leren lezen toepassen. hoofdvraag:
verschilt dit per taal, of is leren lezen een
universeel proces, los van de taal die je
leert? Ze richtte zich op kinderen van zeven
tot circa tien jaar. Volgens haar zitten vooral
in de Engelse taal belangrijke inconsisten-
ties. het woord ‘peak’ en het woord
‘break’ schrijf je beiden met
‘ea’, maar je spreekt het heel
anders uit. of denk aan ‘have’
en ‘behave’. Engelse kinderen
doen er drie jaar over om te
leren lezen op
een niveau dat
Nederlandse
kinderen in een
jaar halen. Fins
is daarentegen de meest gelijkmatige taal in
Europa. Alle 23 letters worden in elke situ-
atie hetzelfde uitgesproken. het Nederlands
zit volgens haar een beetje tussen Engels
en Fins in. haar conclusie luidt: terwijl de
hersenactiviteiten die betrokken zijn bij het
leren lezen voor alle talen gelijk zijn, bepaalt
de opbouw van de taal dus hoe snel je dat
lezen onder de knie hebt. het onderzoek
van Vaessen is een van de weinige
wetenschappelijke taalonder-
zoeken die verschillende talen
met elkaar vergelijken.
talen tegen elkaar afgezet Meer en beter
Onderwijs heeft baat bij ICT in de klas
Heeft u nieuws of wilt u uw
mening geven? Ga dan naar
www.pulseprimaironderwijs.nl/
nl/contact
Een unicum. Annette roeters, inspec-
teur-generaal van de onderwijsinspec-
tie, geeft toe dat ‘de kwaliteit van on-
derwijs in hoge mate bepaald wordt
door de kwaliteit en het niveau van de
mensen die er werken.’ Columniste
Aleid Truijens reageerde hier onlangs
in de Volkskrant op met: ‘het gaat
overal beter als de eisen op de leraren-
opleidingen fors omhoog gaan. Goed
uitleggen, zodat kinderen de leerstof
begrijpen en kunnen toepassen, daar
schort het volgens de inspectie bij
veel leraren aan. die overdosis didac-
tiek op de opleidingen werkt dus niet.
Misschien is het probleem vooral dat
je zelf de stof superieur moet beheer-
sen voordat je een kind iets helder
kunt uitleggen. dat lesgeven draait om
zoiets saais als ‘inhoud’, wilde er bij
de opleiders jarenlang niet in. op een
checklist voor universitaire stagiaires
op havo-vwo die mij onder ogen kwam,
zag ik honderden doelen en ijkpunten,
maar ‘beheerst zelf de lesstof’ stond
daar niet bij. Meer academici in het
onderwijs hoeft niet een kwestie van
‘fewer but better’ te zijn, zoals roeters
meent. waarom niet meer én beter? In
landen waar alle leraren, ook
die voor de basisschool,
universitair zijn opgeleid,
zoals Finland en Frank-
rijk, is geen lerarentekort.
In Finland bestaat
een strenge se-
lectie, alleen
de allerbesten
mogen leraar
worden. de
kandidaten
stromen toe.’
Computers in de klas kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan betere leerresultaten
en leraren een aanzienlijke tijdsbesparing opleveren. dat blijkt uit onderzoek van het
Kohnstamm Instituut voor onderzoek naar opvoeding en onderwijs. hoewel het onder-
zoek plaatvond in het middelbaar onderwijs, zijn de resultaten wellicht ook door te trek-
ken naar het primair onderwijs. Tien middelbare scholen experimenteerden twee jaar
lang met uiteenlopende ICT-projecten. Eén van de proeven toonde aan dat scholieren
die wiskundeles krijgen met behulp van ICT, beter presteren dan leeftijdgenoten die op
traditionele wijze les krijgen. ook bleek dat het gebruik van een digitaal schoolbord
bijdraagt aan het plezier van leerlingen in wiskunde. op een andere school oefenden
leerlingen spelling en begrijpend lezen op de computer, onder begeleiding van een
onderwijsassistent. Zij scoorden even goed als leerlingen die taalonderwijs van een
docent kregen. herhaling van het onderzoek be-
vestigde de bevinding dat bij een slimme inzet
van ICT, leerlingen dezelfde leerresultaten kun-
nen behalen met de helft van de docentenuren.
Leraren zelf gaven aan dat zij met
wat hulp van moderne technologie
de leerlingen meer op maat kon-
den bedienen en meer aandacht
konden besteden aan de pro-
blemen van individuele scho-
lieren. ook stelden zij vast
dat leerlingen beter gingen
plannen en beter overzicht
hielden.
docent kregen. herhaling van het onderzoek be
vestigde de bevinding dat bij een slimme inzet
van ICT, leerlingen dezelfde leerresultaten kun
nen behalen met de helft van de docentenuren.
Leraren zelf gaven aan dat zij met
wat hulp van moderne technologie
de leerlingen meer op maat kon
den bedienen en meer aandacht
konden besteden aan de pro
blemen van individuele scho
lieren.
dat leerlingen beter gingen
plannen en beter overzicht
hielden.
Pulse_PO_nr3_2010.indd 6 11-05-2010 16:49:25
pulse 7
NIEuwS
Leerlingen die interactieve lespro-
gramma’s op een computer hebben
gebruikt lezen slechter, blijkt uit onder-
zoek in Engeland. Na het online lezen
van een verhaal kunnen ze zich dat
verhaal niet goed herinneren, omdat
ze werden afgeleid door cartoons en
geluidseffecten.
Kinderen zijn ook geneigd de opval-
lende advertenties als inhoud van de
site te zien en ze klikken er graag op.
uit het onderzoek kwam ook naar
voren dat kinderen van kleurrijke ont-
werpen houden, maar ze willen een-
voudige tekst en navigatie.
Betere opvang buiten schooluren
ICT-Leerlingen zakken voor
leestest
“op basisscholen worden beginners niet
voorzichtig het onderwijs in geloodst. Slechts
één op de tien krijgt een gemakkelijke groep.
op een kwart van de scholen wordt de nieu-
we leraar patsboem voor een combinatieklas
van twee of zelfs drie leerjaren gezet. dat is
vaak uit nood, maar het trekt natuurlijk een
zware wissel,” aldus inspecteur-generaal An-
nette roeters, die pleit voor meer academici
voor de klas. Veel leraren zijn volgens r oeters
onvoldoende opgeleid en toegerust om de
zware taak van leerkracht te vervullen.
de Taskforce Kinderopvang/onderwijs pleit voor integrale centra waar kinderen van
nul tot twaalf jaar de hele dag worden opgevangen en onderwezen. ook moeten ze er
kunnen sporten, muziekles krijgen en er moet jeugdzorg aanwezig zijn. In de taskforce
hebben de vakbonden FNV en CNV, de belangenverenigingen voor de kinderopvang
en het basisonderwijs en MKB-Nederland zitting. Volgens de stuurgroep is het veld
van kinderopvang, peuterspeelzalen, onderwijs en verenigingsleven nu te versnipperd,
waardoor het geen rustige basis kan bieden voor kinderen. Ze vindt dat het roer om
moet. In Nederland gaan ruim 800.000 kinderen naar de kinderopvang zoals kin-
derdagverblijf, buitenschoolse opvang, gastouders en peuterspeelzaal. de opvoeding
nemen de instellingen voor een deel van de ouders over. Ze hebben een belangrijke
rol in het wegwerken van taalachterstan-
den. “daarom is het van essentieel
belang dat de medewerkers goed
zijn opgeleid. Een deel zou eigenlijk
een hogere opleiding moeten volgen
dan nu het geval is”, stellen
de onderzoekers. Volgens
het Centraal Planbureau
(CPB), die de plannen heeft
doorgerekend, zijn de voorstel-
len van de taskforce kostenneu-
traal uit te voeren.
waarom doen meisjes het beter
dan jongens? Eveline Crone en
Maurits van der Molen, beiden hoogleraar
ontwikkelingspsychologie over het feit dat
het taal- en planningsvermogen en de in-
tegratie van sommige functies bij meisjes
gemiddeld sneller rijpt. “Leren gebeurt
niet nadat de hersenen voltooid zijn, maar
gebeurt vooral ook tijdens de groei en rij-
ping van de hersenen in interactie met de
omgeving. Juist dat tempo en die interactie
met de omgeving verschillen bij jongens en
meisjes. Nu worden jongens echter teveel
en te vroeg aangesproken op talige expres-
sie. Zij ontwikkelen anticipatie en plannings-
vaardigheden later, hun kwaliteiten komen
minder aan bod, hun natuurlijke aanlegfac-
toren (durf, fantasie, fysiek onderzoeken)
lijken minder relevant en hun perspectief
is onduidelijker geworden”, aldus de twee
professoren in de Volkskrant.
hoe moeten we dan wel met jongens om-
gaan? Jelle Jolles, neuropsycholoog, over
de werking van het brein en het aanbieden
van gedifferentieerd onderwijs: “opval-
lend is dat in het onderwijs weinig variatie
in leermethoden bestaat, terwijl bekend is
dat niet iedereen zich op dezelfde manier
ontwikkelt. op de meeste scholen wordt bij-
voorbeeld één rekenmethode gehanteerd.
Als een leerling het met die methode niet
voor elkaar krijgt de tafels uit het hoofd te
leren, hoeft het geen slecht lerend kind te
zijn, maar moet hem een andere manier
worden aangereikt. Er zijn meerdere manie-
ren waarop informatie wordt verwerkt. dat
kan volgens een ‘talige’ strategie maar ook
volgens meer complex visuele informatiever-
werking. het is essentieel dat de leerkracht
meerdere methoden mag gebruiken, om te
kunnen inspelen op individuele verschillen
tussen leerlingen in ontwikkeling en aanleg.
Niet alleen tussen jongens en meisjes maar
ook op onderlinge verschillen binnen die
groepen, die vaak net zo groot zijn.”
uITGesprOken
Patsboem voor een combinatieklas
”
“de schoolbesturen in Amsterdam leggen zich niet zo maar neer bij de hogere eisen die het nieuwe college wil stellen. Ze willen hun eigen crite-ria opstellen. In het programakkoord van PvdA, GroenLinks en VVd wor-den de normen die voormalig wet-houder Lodewijk Asscher vorig jaar introduceerde nog eens herhaald. Zo moeten scholen een gemiddelde Cito-score van 534 halen en moet een kwart naar havo of vwo gaan. Maar de schoolbesturen zien niets in deze zogeheten Asscher-norm. Ze houden vast aan een bijzin in het akkoord, waarin staat dat er in overleg met de schoolbesturen een andere norm voor de kwaliteit komt. die gaan uit van wat leerlingen op de middelbare school moeten weten en redeneren vandaar uit terug naar de eisen die voor de basisschool moeten gelden. Volgens rené Peeters, voorzitter van het Breed overleg primair onderwijs Amsterdam, is de Asschernorm van tafel gegaan na overleg met toenmalig staatssecretaris Sharon dijksma. Asscher eist echter dat alle scholen bepaalde prestaties halen, ongeacht de herkomst en ach-tergrond van de leerlingen. de school-besturen vinden dat daar wel rekening mee gehouden moet worden. wordt vervolgd.
Pulse_PO_nr3_2010.indd 7 11-05-2010 16:49:27
KWALITEITSZORG IN HET PRIMAIR ONDERWIJS
www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven
Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43
9400 AA Assen[e] [email protected]
Willen = Kunnen = DoenKwaliteitszorg in het Primair Onderwijs
Kwaliteitszorg is niets nieuws. Scholen en leraren zorgden al voor kwaliteit lang voordat het woord
kwaliteitszorg bestond. Het zorgen voor kwaliteit, het streven naar goed onderwijs zit schoolleiders
en leraren in het bloed. Maar het plegen van systematische kwaliteitszorg is verre van eenvoudig.
Het lukt veel scholen niet om hun kwaliteitszorg te integreren in de dagelijkse werkzaamheden om zo
gestructureerd te werken aan de verbetering van hun kwaliteit.
Willen=Kunnen=Doen. Kwaliteitszorg in het primair onderwijs (2009) wil schoolleiders en leraren
daarom aanwijzingen geven om hun kwaliteitszorg op een praktische wijze vorm te geven. Dit boek
geeft antwoord op twee vragen: wat wordt er van scholen verwacht en hoe krijgt een school dit voor
elkaar? Het gaat niet om ingewikkelde zaken, eerder om willen, om een bepaalde mentale instelling.
Schoolleiders die echt werk willen maken van kwaliteitszorg zullen hierin slagen (kunnen). Dit boek
ondersteunt hen bij het denken en doen, en helpt hen om ideeën over kwaliteitszorg in actie(s) om te
zetten (doen).
Kijk op www.pulseprimaironderwijs.nl hoe u gratis onderdelen
uit dit boek kunt downloaden.
Cees Bos
2009. 292 p. € 49,75
ISBN 978 90 232 4593 3
Pulse_PO_nr3_2010.indd 8 11-05-2010 16:49:30
pulse 9
NIEuwS
de grootste kleuter-klas van Vlaanderen
Chaos rondom schoolsubsidies
Vrij Nederland-redacteur Margalith Kleijwegt, auteur van het boek
‘onzichtbare ouders, de buurt van Mohammed B.’ over zorgleerlingen:
“Gooi de protocollen overboord en ga naar de ouders toe. Geen overlegjes op
school óver het probleemkind. Maar thuis aanbellen, dat is het enige dat werkt.”
Cultuur in lesprogramma
Thuis aanbellen
Achter de horizon is het gras niet
altijd groener. Basisschool de Spoele
in Lokeren heeft de grootste peuter-
klas van Vlaanderen. Sinds kort telt
de klas 43 kinderen van drie jaar en
binnenkort komen er nog zes bij. het
klaslokaal is te klein en inmiddels
doet ook de hal dienst als klaslokaal.
de kinderen hebben wel twee juffen:
juf Cindy en juf roos. de school ligt
in een nieuwe verkaveling met veel
jonge gezinnen. Vorig jaar konden
de peuters nog over twee klassen
gesplitst worden. “Nu niet meer, want
de ruimte ontbreekt daarvoor”, legt
directrice Vanja Colson uit.
Scholen zijn boos om de chaos en formulierendrift rondom het aanvragen van subsi-
dies. Vooral het feit dat het rijk in de Staatscourant onlangs een aanvraagmogelijkheid
bekendmaakte waarvan de sluitingsdatum al verlopen is, heeft enorme wrevel gewekt
bij de Besturenraad. Bijna drie miljoen euro blijft daardoor bij het rijk op de plank liggen.
In de Staatscourant van 19 april verscheen de mogelijkheid voor basis- en middelbare
scholen om geld aan te vragen om de internationale oriëntatie en samenwerking te
stimuleren. hiervoor is voor het komende schooljaar 2,9 miljoen euro beschikbaar. de
aanvraag waarvoor een enorme hoeveelheid gege-
vens moeten worden ingevuld, moet echter voor
15 april binnen zijn. Al eerder bleek uit onderzoek
onder schoolleiders dat tachtig procent van de
schooldirecteuren in het dagelijks werk belem-
merd wordt door ‘verantwoordingslast’ bij deze
zogenoemde doelsubsidies.
de gemeente hilversum gaat dit jaar en in 2011 extra investeren in cultuureducatie voor
het primair onderwijs. het aanbod gaat beter aansluiten op de vraag van scholen. Zij krijgen
gratis ondersteuning bij het opstellen van een cultuureducatiebeleidsplan. “Ik hoop dat we
het met deze maatregelen voor basisscholen extra aantrekkelijk en makkelijk maken om
cultuur in het lesprogramma op te nemen,” zegt wethouder Erik Boog van cultuur. “het is
belangrijk dat kinderen al vroeg kennis maken met kunst.” Cultuureducatie is het toegan-
kelijk en begrijpelijk maken van kunst en cultuur voor leerlingen in het basis- en speciaal
onderwijs. de bedoeling is dat leerlingen in hun schoolloopbaan op lokaal niveau en dus
in de eigen omgeving, met alle kunstdisciplines in aanraking komen. Kijk voor de volledige
cultuurnota op www.hilversum.nl/passievoorcultuur
Verslechtering van het onderwijs-
systeem en politieke spanningen
hebben geleid tot ernstige leraren-
tekorten in Zimbabwe. omdat de
staat de onderwijzers niet meer kan
betalen, dreigt een ware exodus. de
voorzitter van de Zimbabwaanse
lerarenvakbond Chicowore meldde
op de onlangs gehouden jaarverga-
dering dat reeds 35 procent van de
vacatures in het basisonderwijs niet
vervuld kon worden. hij sprak zijn
bezorgdheid uit over de almaar krim-
pende budgetten. werd in 1980 nog
6 uS dollar per leerling toegewezen,
in 2009 was dit bedrag gedaald
tot 0,70 uS dollar. In de stedelijke
gebieden is er een leerboek op tien
leerlingen. op het platteland is er
slechts een tekstboek beschikbaar
voor iedere veertig leerlingen.
onderwijssysteem in Zimbabwe wankelt
eersT Denken, DAn DOen
BuITenLAnD
iervoor is voor het komende schooljaar 2,9 miljoen euro beschikbaar. de
aanvraag waarvoor een enorme hoeveelheid gege-
15 april binnen zijn. Al eerder bleek uit onderzoek
Vrij Nederland-redacteur Margalith Kleijwegt, auteur van het boek
Meer aandacht voor gezondheid op basis-
scholen zorgt voor gezonder gedrag, betere
schoolprestaties en minder vroegtijdige
schoolverlaters. dat stellen het rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu (rIVM) en
de Po-raad begin mei bij de aanbieding
van de handleiding Gezonde School aan
minister André rouvoet (Jeugd en Gezin).
Voor de handleiding is onderzoek gedaan
door het rIVM en TNo. hieruit blijkt dat
aandacht voor gezondheid structureel moet
zijn en niet alleen een keertje in een les
moet worden aangeboden. ook zijn aanpas-
singen van het schoolgebouw en de omge-
ving nodig.
‘ gezonde school’ goed voor schoolprestat ies
Pulse_PO_nr3_2010.indd 9 11-05-2010 16:49:32
NIEUW VERSCHENEN...
www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven
Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43
9400 AA Assen[e] [email protected]
Onderzoekvaardig in onderwijs
Onderzoekvaardig in Onderwijs is een 12-stappenplan voor het doen van praktijkonderzoek (practice based evidence)
in het primair en voortgezet onderwijs.
Een goede leerkracht heeft een onderzoekende houding. Om maximaal resultaat uit je leerlingen te halen, zet je deze
houding om in goed onderzoek. Een goede onderzoeker word je niet zomaar. Het boek Onderzoekvaardig in Onderwijs
helpt op een heldere manier iedere student/leerkracht onderzoekvaardig te worden. Onderzoek is een cyclisch proces
waarbij de onderzoeker steeds een lijn legt tussen theorie en praktijk en vice versa. Om het proces op een heldere,
overzichtelijke manier aan te bieden, gaan we uit van een 12-stappenplan. Het hangt van de situatie van de student/
leerkracht af bij welke stap hij begint en eindigt. In de inleiding vind je suggesties hoe je met het boek kunt werken.
Anna Gerritsma, Henkjan
de Haan, Irmgard den
Hollander, Matthias
Mitzschke, Ydwine van
der Veen
2010. 124 p. € 16,95
ISBN 978 90 232 4629 9
KONINKLIJKE VAN GORCUM
www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven
Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43
9400 AA Assen[e] [email protected]
Leren van Innoveren Wat en hoe leren docenten van het innoveren van het eigen onderwijs?
De kwaliteit van onderwijs is van groot maatschappelijk belang. Onderwijs ontwikkeling kan niet alleen aan politici
en bestuurders worden overgelaten. De betrokkenheid van docenten is het fundament van iedere geslaagde
onderwijsinnovatie.
In de studie Leren van Innoveren gaan Wietske Miedema en Martin Stam in op de vraag hoe docenten zelf vorm
kunnen geven aan onderwijsinnovaties binnen hun school. Op basis van vier uitgebreide gevalstudies in vmbo en hbo,
laten ze de hindernissen en successen zien. Er blijkt een nauw verband te bestaan tussen het leren van individuele
docenten, het leren van de teams waarmee zij de onderwijsvernieuwing uitvoeren en het leren van de organisatie. In
een geslaagde onderwijsinnovatie is er aandacht voor alle drie de niveaus.
Leren van Innoveren is interessant voor ieder die in wetenschap en onderwijs betrokken is bij onderwijsvernieuwingen
en belangstelling heeft voor het leren van docenten.
Wietske Miedema,
Martin Stam
2e druk. 2010.
445 p. € 54,00
ISBN 978 90 232 4475 2
Pulse_PO_nr3_2010.indd 10 11-05-2010 16:49:34
pulse 11
NIEuwS
door onderwijs slimmer te organiseren
en het onderwijspersoneel meer ruimte te
geven, kunnen we veel meer uit ons onder-
wijs halen dan we nu doen. dat schrijft het
Netwerk onderwijsinnovatie in een advies
aan minister rouvoet en staatssecretaris
Van Bijsterveldt van onderwijs. Volgens het
netwerk is verhoging van de productiviteit
van onderwijs nodig om alle talenten van
leerlingen maximaal te ontwikkelen en het
aankomende lerarentekort op te vangen.
of nu wordt besloten te bezuinigen of te
investeren in onderwijs, tijd en middelen
moeten in ieder geval beter en slimmer
worden besteed, stelt het Netwerk onder-
wijsinnovatie in zijn advies. het netwerk
doet verschillende voorstellen om het
onderwijs effectiever te organiseren. de
aanbevelingen zijn verdeeld in vier clusters:
1. ruimte aan de professional: docenten,
managers en onderwijsassistenten moeten
de ruimte krijgen hun professionaliteit
maximaal in te zetten. 2. Beter scholen
en opleiden: zorg dat de professionals
zich kunnen blijven ontwikkelen. 3. Meten
is weten en verantwoorden: de doelen
moeten helder zijn en beter meten van
resultaat is noodzakelijk. 4. Beter presteren
is beter belonen: bij ruimte voor profes-
sionaliteit past verantwoordelijkheid nemen
voor resultaten en belonen naar rato van
deze prestaties.
onderwi Js sl immer or ganiseren
Ideeën om lerarentekort terug te dringen
Makkelijker ge-zegd dan gedaan
Meedoen om bij te blijven
ICT en digitaal leren, regionale videolessen en anders organiseren van het onderwijs-
proces staan centraal in de winnende innovatieconcepten voor de aanpak van het lera-
rentekort. SEr-voorzitter rinnooy Kan heeft begin april de meest kansrijke concepten
van het project InnovatieImpuls onderwijs bekend gemaakt. uiteindelijk zijn 44 innova-
tieconcepten ingediend, waarvan er zeven zijn geselecteerd. de Torenuil in IJsselstein
introduceert een ander organisatieprincipe in het primair onderwijs, Slim Fit. In plaats
van een leerkracht met een jaargroep, wordt in Slim Fit een unit met zeventig tot negen-
tig leerlingen de nieuwe eenheid waar ICT en digitaal leren optimaal benut worden. In
een unit werkt een gedifferentieerd team medewerkers en leerkrachten. de winnende
scholen krijgen een financiële bijdrage om hun concept te realiseren.
de schoolbesturen in Amsterdam
leggen zich niet zo maar neer bij de
hogere eisen die het nieuwe college
wil stellen. Ze willen hun eigen cri-
teria opstellen.
In het programakkoord van PvdA,
GroenLinks en VVd worden de
normen die voormalig wethouder
Lodewijk Asscher vorig jaar intro-
duceerde nog eens herhaald. Zo
moeten scholen een gemiddelde
Cito-score van 534 halen en moet
een kwart naar havo of vwo gaan.
Maar de schoolbesturen zien niets
in deze zogeheten Asscher-norm.
Ze houden vast aan een bijzin in
het akkoord, waarin staat dat er in
overleg met de schoolbesturen een
andere norm voor de kwaliteit komt.
die gaan uit van wat leerlingen op
de middelbare school moeten weten
en redeneren vandaar uit terug naar
de eisen die voor de basisschool
moeten gelden.
Volgens rené Peeters, voorzitter
van het Breed overleg primair on-
derwijs Amsterdam, is de Asscher-
norm van tafel gegaan na overleg
met toenmalig staatssecretaris
S haron dijksma. Asscher eist echter
dat alle scholen bepaalde prestaties
halen, ongeacht de herkomst en
achtergrond van de leerlingen. de
schoolbesturen vinden dat daar wel
rekening mee gehouden moet wor-
den. wordt vervolgd.
‘door mee te doen raken leerkrachten op de hoogte van de snel wisselende rages,
het taalgebruik (Breezertaal), de voortdurende stroom nieuwe ICT-tools, de wereld van
de games en de soms grote zichtbare verschillen in waarden en normen tussen leef-
tijdsgroepen en culturen. door zich in te leven en te werken in de ICT-cultuur ontstaat
een gevoel van wederzijds respect en waardering en wordt het voor leerkrachten ook
duidelijker waar hun rol ligt. Naast een emotionele rol, die tot beter begrip, waardering
en respect kan leiden krijgen leerkrachten al meelevend ook steeds meer zicht op hun
professionele mogelijke inbreng. waar liggen kansen in het vernieuwde leerproces,
waar kun je de relatie met schoolse vaardigheden leggen en hoe verhouden de nieuwe
tools en technieken zich tot de kerndoelen en eindtermen’, aldus John Bronkhorst in
ICT-Nieuws over de noodzaak voor leraren om te weten wat er speelt in de wereld van
leerlingen.
DIGITAAL kAn HeT ALLeMAAL
NIEUW VERSCHENEN...
www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven
Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43
9400 AA Assen[e] [email protected]
Onderzoekvaardig in onderwijs
Onderzoekvaardig in Onderwijs is een 12-stappenplan voor het doen van praktijkonderzoek (practice based evidence)
in het primair en voortgezet onderwijs.
Een goede leerkracht heeft een onderzoekende houding. Om maximaal resultaat uit je leerlingen te halen, zet je deze
houding om in goed onderzoek. Een goede onderzoeker word je niet zomaar. Het boek Onderzoekvaardig in Onderwijs
helpt op een heldere manier iedere student/leerkracht onderzoekvaardig te worden. Onderzoek is een cyclisch proces
waarbij de onderzoeker steeds een lijn legt tussen theorie en praktijk en vice versa. Om het proces op een heldere,
overzichtelijke manier aan te bieden, gaan we uit van een 12-stappenplan. Het hangt van de situatie van de student/
leerkracht af bij welke stap hij begint en eindigt. In de inleiding vind je suggesties hoe je met het boek kunt werken.
Anna Gerritsma, Henkjan
de Haan, Irmgard den
Hollander, Matthias
Mitzschke, Ydwine van
der Veen
2010. 124 p. € 16,95
ISBN 978 90 232 4629 9
KONINKLIJKE VAN GORCUM
www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven
Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nlof bel 0592 37 95 56
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43
9400 AA Assen[e] [email protected]
Leren van Innoveren Wat en hoe leren docenten van het innoveren van het eigen onderwijs?
De kwaliteit van onderwijs is van groot maatschappelijk belang. Onderwijs ontwikkeling kan niet alleen aan politici
en bestuurders worden overgelaten. De betrokkenheid van docenten is het fundament van iedere geslaagde
onderwijsinnovatie.
In de studie Leren van Innoveren gaan Wietske Miedema en Martin Stam in op de vraag hoe docenten zelf vorm
kunnen geven aan onderwijsinnovaties binnen hun school. Op basis van vier uitgebreide gevalstudies in vmbo en hbo,
laten ze de hindernissen en successen zien. Er blijkt een nauw verband te bestaan tussen het leren van individuele
docenten, het leren van de teams waarmee zij de onderwijsvernieuwing uitvoeren en het leren van de organisatie. In
een geslaagde onderwijsinnovatie is er aandacht voor alle drie de niveaus.
Leren van Innoveren is interessant voor ieder die in wetenschap en onderwijs betrokken is bij onderwijsvernieuwingen
en belangstelling heeft voor het leren van docenten.
Wietske Miedema,
Martin Stam
2e druk. 2010.
445 p. € 54,00
ISBN 978 90 232 4475 2
Pulse_PO_nr3_2010.indd 11 11-05-2010 16:49:36
12 pulse
tekst: martin van rooij foto: mark cohn
“Ik heb de kinderen heel veel lesstof laten zingen. Daardoor onthielden ze die beter.”
Pulse_PO_nr3_2010.indd 12 11-05-2010 16:49:46
pulse 13
MANAGEMENT & MoTIVATIE
juf baMberg Maakte indrukIn de sociale romans van Yvonne Keuls zijn de hoofdpersonen in wezen sterke figuren, die desondanks in een ellendige situatie terechtkomen. Veel van haar boeken gaan over het leed dat jongeren overkomt. Keuls’ betrok-kenheid bij de jeugd is mede ingegeven door een kortstondige carrière in het onderwijs.
tekst: martin van rooij foto: mark cohn
Schrijfster Yvonne Keuls werkte twee jaar als leer-
kracht in het basisonderwijs. Niet heel lang, maar lang
genoeg om belangrijke ervaringen op te doen. “om
eerlijk te zijn: het was niet mijn roeping. Ik speelde
toneel en zat altijd in de schouwburg, dus ik wilde
dolgraag naar de toneelschool. Mijn moeder hield dat
echter tegen. Ze zag het niet zitten en in die tijd – dit
speelde in 1950 – deed je wat je moeder zei.”
Bomvolle klas
het werd dus de kweekschool en in 1953 begint ze
als onderwijzeres in de zesde klas. Na de Tweede
wereldoorlog is er sprake van een geboortegolf. op de
lagere scholen is dat duidelijk te merken: de klassen
zitten overvol. Zelf staat Keuls voor een klas met maar
liefst 53 leerlingen. “Gedifferentieerd onderwijs was er
nog niet, alle kinderen gingen naar de lagere school.
In mijn klas zaten onder anderen een meisje dat blind
was en twee jongetjes met een verstand van nul. die
zaten de hele dag met blokken te spelen.”
ondanks die overvolle klas weet ze orde te houden.
“Je moet nooit gaan schreeuwen en niet met hoge
stem gaan praten; daar worden kinderen onrustig van.
Ik praatte zachtjes maar ik articuleerde duidelijk. Zo
dwong ik de kinderen als het ware stil te zijn.”
piano
de helen Parkhurstschool* in de Baambruggestraat
in den haag was een nieuwe school in een vernieu-
wingsbuurt. “Er woonden veel gezinnen uit de oude
Schilderswijk, die was afgebroken. de kinderen waren
een beetje ontheemd; ik heb geprobeerd een sfeer te
creëren waarin ze zich thuis voelden.”
Vol overgave stort Keuls zich op haar taak. Een van
de zaken die ze op zich neemt, is het schrijven van
lesstof. “In de jaren na de oorlog was er een groot
tekort aan boeken. Ik moest daarom mijn eigen lesstof
schrijven. dat was leerzaam. het was ook een leuke
school, met een bijzondere onderwijsvisie en bevlogen
leerkrachten. En alles kon. Ik weet nog dat ik voor
vijftig gulden een piano heb gekocht. die is toen mijn
klaslokaal in getakeld. hij stond midden in het lokaal;
de kinderen zaten eromheen. Ik heb de kinderen heel
veel lesstof laten zingen. daardoor onthielden ze die
beter. Muziek speelde sowieso een belangrijke rol in
mijn pedagogische aanpak. Ik schreef op die school
mijn eerste musical. die voerden we met de leerlingen
uit, eerst in de eigen aula en later op allerlei plaatsen
in den haag. de kinderen vonden het leuk om te doen
en die voorstellingen trokken veel publiek.”
Diepe indruk
Als het gaat om ‘rijk’ onderwijs is de visie van een rec-
tor of schoolhoofd doorslaggevend, aldus Keuls. “Later
werkte ik aan een lyceum. de rector van die school
bood me de ruimte om dramalessen te verzorgen, bui-
ten de reguliere lestijden. we speelden onder meer ‘de
koopman van Venetië’, in het Engels. de aanpak was
heel breed. de kinderen acteerden niet alleen, ik liet hen
ook in eigen woorden vertellen wat de essentie van het
verhaal was of liet hen er een verhaal over vertellen.
ook improviseerden we veel. heerlijk was dat.”
Schrijfster Yvonne Keuls over haar tijd als lerares
Pulse_PO_nr3_2010.indd 13 11-05-2010 16:49:46
14 pulse
de lessen maakten diepe indruk op de kinderen.
“Jaren later zat ik eens boeken te signeren toen
op een gegeven moment de hoofdrolspeler uit de
musical voor mijn neus stond. “dag juf Bamberg”, zei
hij. Bamberg, dat is mijn meisjesnaam. Gelijktijdig en
spontaan zetten wij toen het refrein in van het lied
dat hij in die musical zong. de mensen in die winkel
keken raar op. Ze lachten en applaudisseerden. hij
vertelde me dat dat jaar bij mij in de klas het belang-
rijkste jaar uit zijn leven was. Als ik me goed herinner,
was zijn vader tijdens de oorlog gefusilleerd. hij
had het thuis niet makkelijk – en dat gold voor meer
kinderen uit mijn klas.”
Keuls heeft haar draai gevonden, ook al had het
onderwijs niet haar voorkeur. Toch komt na twee jaar
een einde aan haar onderwijscarrière. “Ik was ge-
trouwd en in die tijd mocht een getrouwde vrouw niet
in overheidsdienst werken. Ik wist echter van niks.
Toen ik na de bruiloft weer op school kwam, stond er
al een ander voor de klas.”
Loverboys avant la lettre
In haar boeken kent Keuls een prominente rol toe aan
jongeren en aan de problemen en het leed waarmee
zij te maken krijgen. In de roman ‘Jan rap en z’n maat’
belanden de hoofdpersonen in een ellendige situatie.
het boek is gebaseerd op de ervaringen die Keuls
opdeed in een opvangcentrum voor jongeren. ‘de
moeder van david S.’ gaat over een gezin waarvan de
oudste zoon verslaafd is aan drugs. ook in ‘het ver-
rotte leven van Floortje Bloem’ speelt de drugsproble-
matiek een rol. dit boek gaat over een heroïnehoertje
dat bang is in het gekkenhuis terecht te komen. het is
geschreven in 1982 en heeft nog niets aan zeggings-
kracht ingeboet. de problematiek rond loverboys wordt
in dit boek al beschreven. het boek is intussen al 25
keer herdrukt.
Keuls kruipt helemaal in de materie, vertelt ze. “Voor
‘Floortje Bloem’ heb ik anderhalf jaar lang met heroï-
nehoertjes in rotterdam opgetrokken. ook ’s nachts.
Tijdens zo’n periode schrijf ik overigens niet. Ik maak
ook geen aantekeningen. Als ik denk dat ik voldoende
stof heb, gaat alles in een pot. Ik vermeng alle ervarin-
gen en indrukken, zodat niemand zich in een van de
personages kan herkennen en doe er nog wat dingen
van mezelf bij. Vervolgens laat ik het als het ware in
mijn hoofd marineren. daarna neem ik een jaar lang
geen lezingen aan en ga ik schrijven. dat doe ik be-
hoorlijk gedisciplineerd. Voor tienen ga ik naar boven
en daar schrijf ik dan tot half drie. dan ben ik leeg en
moe. ’s Avonds lees ik dan door wat ik overdag heb
geschreven.”
Yvonne keuls: jeugd als inspiratiebron
Yvonne keuls (1931) komt op zevenjarige leeftijd naar nederland. Al op jonge
leeftijd begint ze te schrijven. korte verhaaltjes over gebeurtenissen die indruk
op haar maken en haar ontroeren. keuls verzorgt sinds 1967 lezingen op
scholen en in boekhandels en bibliotheken. Daar groeit haar interesse voor de
problemen van jongeren, die onderwerp zijn van haar succesvolle boeken als
in Het verrotte leven van Floortje Bloem en De moeder van David s. In 1977
verschijnt het boek Jan rap en z’n maat. Haar eigen bewerking ervan tot een
toneelstuk wordt een groot succes; het stuk wordt in tien talen vertaald en in
vijfentwintig grote theaters in europa gespeeld. een jaar later krijgt het de prijs
der kritiek van de nederlandse theatercritici.
Al veertig jaar lang is Yvonne keuls een veel gelezen en geprezen auteur. Van
haar roman Mevrouw mijn moeder zijn meer dan 300.000 exemplaren ver-
kocht. Het boek werd bekroond met de Trouw publieksprijs 1999. In 2001 ver-
scheen haar ontroerende levensverhaal Madame k. Van Indisch kind tot Haagse
dame, dat direct na verschijnen een bestseller werd.
Kijk voor een uitgebreide biografie en bibliografie op www.yvonnekeuls.nl
Pulse_PO_nr3_2010.indd 14 11-05-2010 16:49:53
pulse 15
MANAGEMENT & MoTIVATIE
Aan haar eigen lagere school bewaart Keuls weinig
goede herinneringen. “Ik ben geboren in de toenma-
lige Indische stad Batavia en had les bij de nonnen
daar. Ik was een lastig kind, althans voor hen. Creatief.
ongedurig. Ik was vaak snel klaar en ging dan niet
netjes met de armen over elkaar zitten. Zuster ursulina
was streng gaf me af en toe flink slaag.”
Andere aspecten aan het leven daar waren juist prettig
en vormden haar. “Mijn moeder was een Indische en
was een soort volksvertelster. Ze kon echt prachtig
verhalen vertellen. Verder was ik daar graag in de vrije
natuur. Alles wat zich daar aan me aanbood, heeft
bijgedragen aan mijn vorming als schrijfster.”
uittreksels van internet
Van het huidige onderwijs heeft de haagse schrijfster
geen hoge pet op. “Allereerst heb ik er moeite mee
dat de score van de Cito-toets zo bepalend is voor de
schoolkeuze van kinderen. Verder wordt er steeds min-
der gelezen. Veel kinderen lezen alleen maar uittreksels
die op internet staan en zelden een heel boek. Ik denk
ook dat er onvoldoende goede leraren zijn. daarmee
bedoel ik mensen die de kinderen weten te boeien,
maar bovendien de kinderen en hun thuissituatie ook
enigszins kennen. Praat niet alleen,
luister ook.”
haar kleinkinderen zitten inmiddels allen op het voort-
gezet onderwijs. “Ze wonen allemaal hier vlakbij en
slapen geregeld bij mij in huis. het eerste wat ze doen
als ze ’s ochtends opstaan, is op internet kijken of de
lessen wel doorgaan. ongelooflijk, zoveel lessen als er
uitvallen!”
het perspectief voor iemand die klaar is met het vmbo
– of liever: het gebrek daaraan – is Keuls een doorn
in het oog. “Er zou iets moeten komen voor kinderen
die vmbo hebben afgerond en niet weten wat ze
willen. Een soort voorbereidingsjaar op de havo, want
de stap van vmbo naar havo is voor veel kinderen te
groot. Als kinderen nu klaar zijn met het vmbo en niet
weten welke mbo-opleiding ze willen volgen omdat ze
nog geen richting hebben gekozen, gaan ze een soort
tussenjaar in: trajectbegeleiding. Ze krijgen dan Ne-
derlands en Engels en nog wat vakken, maar het helpt
hen geen steek verder bij het bepalen van hun keuze.
die kinderen hebben geen doel, raken gedeprimeerd
en gaan spijbelen, hun ouders raken wanhopig. daar
zou een oplossing voor moeten komen.”
* Helen Parkhurst stond aan de wieg van het Daltononderwijs en was
onder meer in de leer bij en assistente van Maria Montessori, bedenkster
van het Montessorionderwijs.
Pulse_PO_nr3_2010.indd 15 11-05-2010 16:49:57
www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven
Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nl/talent
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43
9400 AA Assen[e] [email protected]
Tijdschrift Talent, over hoogbegaafde kinderen, richt zich op begeleiders (leerkrachten en leerlingbegeleiders)
en ouders van hoogbegaafde kinderen. Talent verschijnt iedere twee maanden en is het enige onafhankelijke
tijdschrift over hoogbegaafdheid. Onlangs is Talent volledig vernieuwd. Met een vernieuwde frisse vormgeving
en inhoud is het tijdschrift nog meer toegespitst op het hoogbegaafde kind. Bovendien heeft Talent nu een
eigen website, www.tijdschrift-talent.nl. Talent wordt gemaakt door een onafhankelijke redactie, een team
van inhoudelijk deskundigen en gerenommeerde journalisten. Dat levert een blad op dat is gestoeld op
inhoudelijke kennis in een aantrekkelijke, journalistieke verpakking.
O V E R H O O G B E G A A F D E K I N D E R E NO V E R H O O G B E G A A F D E K I N D E R E N
6 nummers per jaar
abonnement 53,25
instellingen 61,00
studenten 41,00
Leden Bekina,
Choochem, HBBK, HINT,
Mensa, Pharos 46,25
ISSN: 1388 - 1809
www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven
Meer informatie en online bestellen: www.tijdschriftzone.nl
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43
9400 AA Assen[e] [email protected]
ZONE is een tijdschrift vóór en over Ontwikkelingsgericht Onderwijs in de basisschool, het speciaal onderwijs
en in de voorschoolse periode. ZONE biedt:
● artikelen uit de praktijk
● besprekingen van actuele beleidsthema’s
● direct toepasbare ideeën voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs
● forum voor ontwikkelingsgerichte werkers (aan theorie en praktijk)
● eigen website www.tijdschriftzone.nl met vele extra’s
4 nummers per jaar
abonnement 28,25
instellingen 47,90
studenten 22,00
ISSN: 1569 - 6952
Pulse_PO_nr3_2010.indd 16 11-05-2010 16:49:59
pulse 17
Waar of niet waar?‘begrijpend lezen, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen’
In groep drie beginnen kinderen vaak voorzichtig met leren lezen, voor velen een grote uitdaging. Vaak
wordt al een jaar later, in groep 4, van de kinderen verwacht dat ze het technisch lezen zo goed onder
de knie hebben dat ze ook begrijpend kunnen lezen. Is dat niet wat snel?
wetenschappers, leerkrachten en onderwijsadviseurs voeren al jaren discussie over wat nu de ideale leeftijd is om te
beginnen met begrijpend lezen. Velen zijn van mening dat groep 4 inderdaad wat snel is om met begrijpend lezen te
starten, omdat het aanleren van begrijpend leesstrategieën pas zin heeft als kinderen in staat zijn vlot een tekst door
te lezen. onder hen zijn ook onderwijsadviseur Joop Stoeldraijer en specialist Kees Vernooy. Zij pleiten ervoor om pas
een jaar later, in groep vijf, voorzichtig met begrijpend leesonderwijs te beginnen.
Toch zijn er ook veel scholen die het belang van vroegtijdig beginnen met
begrijpend lezen onderschrijven. Zij worden in hun opvatting gesteund
door Paul van den Broek, hoogleraar cognitieve en neurobiologische
achtergronden van leren en doceren aan de universiteit Leiden. In
het onderwijsblad zegt hij dat begrijpend lezen niet pas na het
technische lezen hoeft te worden aangeboden, maar dat hier veel
eerder mee kan worden begonnen. Barbara Linsen (Artevelde-
hogeschool Gent) en Saskia Timmermans (K. u. Leuven) zijn dat
met hem eens. In ‘Lang zullen ze lezen! Begrijpend lezen in het
eerste leerjaar (groep 3)’ stellen zij dat het voor de motivatie van de
kinderen noodzakelijk is om zo hen zo snel mogelijk teksten te laten
begrijpen. “de teleurstelling is groot wanneer kinderen merken
dat ze eerst de kaap van het technisch lezen moeten nemen,
voordat ze kunnen begrijpen wat ze lezen en hier ook echt
plezier aan beleven. wanneer de aantrekkingskracht
van het leren lezen na enkele weken leesonderwijs
voorbij is, haken sommige kinderen af.”
Zeker voor leerlingen met een leesachter-
stand is het volgens Linsen en Timmermans
geen goed idee om hen al te lang in
de fase van het geïsoleerde technisch
leesproces te houden. Immers, hoe
minder deze leerlingen het nut van
lezen ervaren, hoe minder ze de be-
hoefte zullen hebben om dit onder de
knie te krijgen.
Hoe denkt uw school over de beginleef-
tijd van begrijpend leesonderwijs? Laat
het ons weten op www.pulseprimairon-
derwijs.nl/mijnschool
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven
Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nl/talent
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43
9400 AA Assen[e] [email protected]
Tijdschrift Talent, over hoogbegaafde kinderen, richt zich op begeleiders (leerkrachten en leerlingbegeleiders)
en ouders van hoogbegaafde kinderen. Talent verschijnt iedere twee maanden en is het enige onafhankelijke
tijdschrift over hoogbegaafdheid. Onlangs is Talent volledig vernieuwd. Met een vernieuwde frisse vormgeving
en inhoud is het tijdschrift nog meer toegespitst op het hoogbegaafde kind. Bovendien heeft Talent nu een
eigen website, www.tijdschrift-talent.nl. Talent wordt gemaakt door een onafhankelijke redactie, een team
van inhoudelijk deskundigen en gerenommeerde journalisten. Dat levert een blad op dat is gestoeld op
inhoudelijke kennis in een aantrekkelijke, journalistieke verpakking.
O V E R H O O G B E G A A F D E K I N D E R E NO V E R H O O G B E G A A F D E K I N D E R E N
6 nummers per jaar
abonnement 53,25
instellingen 61,00
studenten 41,00
Leden Bekina,
Choochem, HBBK, HINT,
Mensa, Pharos 46,25
ISSN: 1388 - 1809
www.vangorcum.nl/nieuwsbrief altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven
Meer informatie en online bestellen: www.tijdschriftzone.nl
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43
9400 AA Assen[e] [email protected]
ZONE is een tijdschrift vóór en over Ontwikkelingsgericht Onderwijs in de basisschool, het speciaal onderwijs
en in de voorschoolse periode. ZONE biedt:
● artikelen uit de praktijk
● besprekingen van actuele beleidsthema’s
● direct toepasbare ideeën voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs
● forum voor ontwikkelingsgerichte werkers (aan theorie en praktijk)
● eigen website www.tijdschriftzone.nl met vele extra’s
4 nummers per jaar
abonnement 28,25
instellingen 47,90
studenten 22,00
ISSN: 1569 - 6952
Pulse_PO_nr3_2010.indd 17 11-05-2010 16:50:03
18 pulse
tekst: ???
Co-teaching: een pakkende aanpak voor passend onderwijsSinds de jaren negentig probeert de overheid de verwijzingen naar het S(B)o terug te dringen. Volgens het evaluatierapport ‘weer Samen naar School welbe-schouwd’ (Meijer 2004) is zij daarin onvoldoende geslaagd. het adaptief ver-mogen van de leraar is in al die jaren onvoldoende versterkt om alle leerlingen binnen het reguliere onderwijs te kunnen behouden.
In de Nieuwe Koers Passend onderwijs
stelde staatssecretaris dijksma eind vorig
jaar dat de leraar in het primaire proces
nog te weinig betrokken is. Passend
onderwijs zal volgens haar vooral op de
werkvloer gestalte moeten krijgen. Sandra
Koot (APS) is als trainer/consultant nauw
betrokken bij het verbeteren van het on-
derwijsproces aan rugzakleerlingen. haar
praktische aanpak waarbij het handelings-
reportoire van de leraar centraal staat, blijkt
zowel voor de lgf-leerling als de reguliere
leerling succesvol.
“de scholen zijn er weliswaar in geslaagd
om het verwijzingspercentage naar het
SBo terug te dringen, maar tegelijkertijd
is het percentage leerlingen dat extra zorg
behoeft gestegen. het lijkt wel of er sprake
is van communicerende vaten. Leerlingen
met gedragsproblemen vormen nu de
grootste uitdaging voor de leraren”, stelt
Koot. “Alleen adviseren en begeleiden is
niet toereikend. Er moet meer gebeuren
om leraren in staat te stellen om te gaan
met verschillen tussen leerlingen. daarvoor
moeten zij terug kunnen vallen op collega’s
en deskundigen die de leraar assisteren bij
het vinden van oplossingen. het gaat niet
alleen om het vergroten van kennis, maar
ook om uitbreiding van het handelingsre-
pertoire en attitudeverandering. Alleen dan
maakt Passend onderwijs een echte kans.
de co-teacher kan hierbij een belangrijke
rol spelen.”
Vergroten handelingsrepertoire
Als het om passend onderwijs gaat, is er
de afgelopen jaren volgens Koot heel veel
tijd gaan zitten in bestuurlijk overleg. “Maar
dat heeft de leraar niet veel geholpen”,
zegt ze. “het beleid is onvoldoende geland
op de werkvloer. overigens blijkt dit ook
uit het evaluatierapport van de commis-
sie Lambrechts. Als ambulant begeleider
merkte ik dat leraren de handelingsadvie-
zen over bijvoorbeeld autisme wel zinvol
vonden, maar dat deze adviezen hen geen
concrete handvatten boden. Ze bleven met
vragen zitten als ‘hoe moet ik het doen?’.
Als er een escalatie was geweest met een
zorgleerling, dan bleek dat er altijd reactief
gehandeld werd en maar zelden preven-
tief. hoe had men dit probleem kunnen
voorkomen? de leraar voelde zich hande-
lingsverlegen op het moment dat zich een
escalatie voordeed.”
Koot heeft in 2009 onderzoek gedaan naar
manieren om het handelingsrepertoire van
leraren te vergroten. uit dit onderzoek blijkt
dat er vier werkwijzen zijn die gezamenlijk
een positief effect hebben op het verster-
ken van het adaptief vermogen van de
leraar: co-teaching, coöperatief werken,
heterogeen groeperen en effectief klassen-
en gedragsmanagement.
“daarmee ben ik aan de slag gegaan om
het handelingsrepertoire van de leraar te
verbeteren, zodat er wel degelijk sprake is
sandra koot (aps)trainer/coach
Pulse_PO_nr3_2010.indd 18 11-05-2010 16:50:08
pulse 19
oNdErwIJSoNTwIKKELING
Vergroten handelingsrepertoire
attitudeverandering
Goed klassenmanagement en cooperatief werken blijken een preventieve werking te hebben ten
aanzien van gedragsproblemen.
..
Pulse_PO_nr3_2010.indd 19 11-05-2010 16:50:11
20 pulse
tekst: ???
van een structurele en preventieve aanpak.
In mijn onderzoek heb ik als co-teacher
met vijf leraren gewerkt aan het versterken
van hun adaptief vermogen. Altijd werkte
ik vraaggericht: de hulpvragen van de
leraar waren steeds het uitgangspunt. Met
mijn alternatieve gedragsinterventies bood
ik telkens mijn oplossingen aan hen aan.
de leraar heeft mij die dingen zien doen
en heeft ze over kunnen nemen in ver-
gelijkbare situaties. Achteraf evalueerden
we het handelen van de leraar. hierdoor
ontstond een perfecte reflectie op het
eigen handelen.”
Heterogene groepen
de deelnemende scholen waren verschil-
lend qua grootte en qua niveau van leerlin-
genzorg. In alle klassen zaten wel één of
meer leerlingen met een indicatie cluster 4.
In elke klas binnen het onderzoek zijn hete-
rogene groepen samengesteld uit zwakke,
sterke en gemiddelde leerlingen. In die
heterogene groep liet Koot de leerlingen
coöperatief werken. Koot: “de leerlingen
leren van elkaar en de instructielijntjes zijn
heel kort. Korter dan wanneer de leraar dat
zelf moet doen. Bovendien versterkt deze
manier van werken het sociaal-emotionele
klimaat in de klas. Kinderen corrigeren
elkaar heel goed als bepaald gedrag bin-
nen de groep als storend wordt ervaren.
En dat blijkt vaak veel effectiever te zijn
dan wanneer de leraar dit doet. Ieder
groepslid kreeg van mij een taak. Iemand
was taakbewaarder van de opdracht,
iemand bewaakte de tijd of het materiaal
en iemand schreef. Allemaal waren ze dus
tegelijkertijd in actie. Coöperatief werken
en heterogeen groeperen versterken elkaar
zeer positief. Er is dan sprake van optimaal
leren.”
Koot benadrukt dat er te allen tijde sprake
moet zijn van een goed klasse- en ge-
dragsmanagement door de leraar. Als een
leraar om kwart voor negen moet begin-
nen, dat doet hij er volgens Koot verstan-
dig aan om op die tijd bij de deur te staan.
Tevens moet hij ervoor zorgen dat de
materialen klaarstaan. Koot: “het zijn heel
basale zaken. Als hij tussentijds de deur uit
moet om te gaan kopiëren, verstoort dat
vergroten handelingsrepertoire
sandra koot onderzocht de effectiviteit van coöperatief
leren en co-teaching.
Op leerling-niveau laten alle leerlingen een grotere be-
trokkenheid zien. Coöperatief werken werkt preventief
op gedragsproblemen: de groep corrigeert zelf storend
gedrag. Bijna alle leraren geven aan dat hun groep po-
sitief verandert, er ontstaat een verbeterd klassenkli-
maat. Leerlingen geven dit ook aan in hun eigen eva-
luaties. De lgf-leerlingen zijn meer betrokken en doen
en passant sociale en coöperatieve vaardigheden op.
Zelfs de leerlingen met autisme spectrum stoornissen
zijn meer betrokken, zelden staan zij langs de zijlijn.
Op leraarniveau ligt het grootste winstpunt in klassen-
en gedragsmanagement. De leraren gaan over van een
controlerende naar een stimulerende rol. De leerlingen
worden onafhankelijker waardoor de leraar meer tijd
heeft om leerlingen extra te begeleiden. In heterogene
groepen zijn de leerlingen uitstekend in staat elkaar
aan te vullen in instructie en werken. Alle leraren geven
aan voorbeelden van leraargedrag van de co-teacher
over te nemen.
Op schoolniveau zorgden drie van de vijf leraren voor
de transfer. Zij waren zo enthousiast dat ze hun colle-
ga’s motiveerden ook coöperatief werken in te voeren.
De leraren die deelnamen aan het onderzoek namen
hierin zelf de rol van co-teacher op zich.
‘Wat goed is voor kinderen met speciale behoeften, is goed voor alle leerlingen’
het proces. de kans is groot dat bij terug-
komst de klas zeer rumoerig en onrustig
is. Maak ook op het bord duidelijk wat het
programma van de dag is. het zijn geen
hemelbestormende dingen. Toch zie ik dat
veel leraren hierop stuk lopen.”
onder gedragsmanagement verstaat Koot
ook hoe leerlingen met elkaar om moeten
gaan. wat zijn de regels en wat gebeurt er
als ze deze regels niet naleven? Koot: “Je
kunt niet duidelijk genoeg zijn. Een leraar
moet als een huis voor de groep staan en
mag niet afwijken van de regels die hij van
te voren heeft afgesproken, anders wordt
hij de speelbal van de klas. Je moet het
op een aardige, maar zeer stevige manier
brengen. de groep moet het idee hebben
van ‘ojee, hier ontkomen we niet aan’. Je
moet niet zeggen: ‘Zouden jullie alsjeblieft
stil willen zijn’. het moet stil zijn.”
Gedragsverandering
Koot wil met haar vorm van co-teaching
ook daadwerkelijk een gedragsverande-
ring in handelingsvaardigheid bij de leraar
teweeg brengen. Ze is bijzonder te spreken
Pulse_PO_nr3_2010.indd 20 11-05-2010 16:50:17
pulse 21
www.pulseprimaironderwijs.nl/onderwijsontwikkeling
oNdErwIJSoNTwIKKELING
Train-de-trainer
co-teaching
Ziet u voor uzelf of
uw collega’s kansen
in deze vorm van
leraarbegeleiding en
loopbaanontwikke-
ling? Kent u leraren
die het in hun mars
hebben om collega’s
in de groep te
begeleiden? Sandra
Koot heeft bij APS
een train-de-trainer
traject ontwikkeld
om excellente lera-
ren op te leiden tot
co-teacher. Voor
meer informatie:
06-55137735
over de reacties van de leraren. “Alle
leraren zijn erg enthousiast en drie van de
vijf gecoachte leraren gaan nu zelf ook als
co-teacher coöperatief werken introduce-
ren bij collega’s.
‘wat goed is voor kinderen met speciale
behoeften, is goed voor alle leerlingen’,
stelt Meijer in zijn onderzoeksrapport uit
2004. Koot onderschrijft deze conclusie.
Met de hiervoor beschreven werkwijze
kunnen de opbrengsten van Passend
onderwijs veel verder reiken dan de
doelgroep van leerlingen ‘met specifieke
onderwijsbehoeften’. Alle leerlingen
profiteren van de nieuwe werkwijzen
in de klas. de focus van de ambulante
begeleiding verschuift van de leerling naar
de leraar. Koot: “Als ambulant begeleider
optimaliseer ik de begeleiding rondom
de rugzakleerling. de leraar gaat over
een groter en beter handelingsrepertoire
beschikken, daarmee borg ik iets waarmee
zowel de rugzakleerling als de reguliere
leerling gebaat is. Als je de focus legt op
alleen de rugzakleerling dan moet je de
procedure telkens en in volgende groepen
herhalen. Als we alleen naar de lgf-leerling
kijken, maken we misschien een time-
outplekje of een apart werkschrift waarin
een overzicht van taken en de werktijden
staan, maar dat verandert in essentie de
leraar niet. Leerkrachtcoaching vind ik veel
effectiever.”
Conclusie
de conclusies zijn wat Koot betreft helder.
Volgens haar is co-teaching aantoonbaar
effectief gebleken. uit de analyse van de
competentieprofielen van deze leraren
blijkt een duidelijke groei. ook observaties
van derden laten een duidelijke vooruit-
gang zien in de adaptiviteit van de leraar.
Goed klassenmanagement en coöperatief
werken blijken een preventieve werking te
hebben ten aanzien van gedragsproble-
men. Co-teaching versterkt de leraar: han-
delingsadviezen worden direct toegepast,
de leraar groeit verder in vaardigheden en
ervaart de mogelijkheden van alternatieve
interventies op gedragsproblemen. ook de
deelnemende leraren gaven aan veel beter
in staat te zijn te differentiëren in hun klas,
beter in te kunnen gaan op de verschillen
in onderwijsbehoeften van de leerlingen en
beter in staat te zijn goede interventies te
plegen op leerlinggedrag.
Co-teaching stelt wel specifieke eisen aan
de begeleider. hij moet beschikken over de
competenties, vaardigheden en attitudes
van een excellente leraar.
Pulse_PO_nr3_2010.indd 21 11-05-2010 16:50:22
22 pulse
Beter nederlands in het onderwijs
overwin die schaaMteCamara’s, slaris, leerarenopleiding en treinabbonnement. of fouten als ‘nieuwe maatregelen ondernemen’ en ‘geld uitbesteden aan…’. op veel scholen schort er nog heel wat aan het taalniveau van allochtone én autochtone onderwijsmedewerkers. het wordt tijd dat deze scholen hun schaamte overwinnen en spijkers met koppen slaan.
Een docent Nederlands die de Neder-
landse taal onvoldoende beheerst. of een
allochtone leraar die door zijn onvoldoen-
de taalniveau niet op ouders, collega’s en
leidinggevenden durft af te stappen. In het
primair en voortgezet onderwijs werken
veel onderwijsmedewerkers die de Neder-
landse taal niet goed genoeg beheersen,
terwijl dit in het onderwijs cruciaal is.
“Vergeet niet dat de meeste docenten
de pabo hebben doorlopen en dus een
hbo-diploma op zak hebben,” valt Esther
Simon, commercieel directeur van TopTaal,
met de deur in huis. “wij vonden het dan
ook opmerkelijk dat in deze beroepsgroep
zoveel grammatica-, spel- en stijlfouten
worden gemaakt.”
Taboe
het is nog vaak een taboe voor scholen
om ervoor uit te komen dat het taalniveau
van hun onderwijsmedewerkers onvol-
doende is. Volgens Esther Simon is het
de hoogste tijd om deze taboes te
doorbreken. “het niet goed beheer-
sen van de Nederlandse taal speelt
niet alleen in het onderwijs. het
is echt een maatschappelijk pro-
bleem, dat gelukkig steeds meer
wordt onderkend. In de media
wordt steeds meer aandacht
besteed aan de slechte taal-
beheersing in Nederland. het
probleem wordt door steeds
meer mensen en instanties
onder ogen gezien. we
hopen dat hierdoor de
taboesfeer verdwijnt en
mensen bewust voor
bijscholing kiezen. dit
komt de kwaliteit van
het onderwijs absoluut
ten goede. Een school
waarin iedereen elkaar
goed begrijpt, is een
effectieve school.”
Taaltraining
Inmiddels heb-
ben enkele
Pulse_PO_nr3_2010.indd 22 11-05-2010 16:50:28
pulse 23
www.pulseprimaironderwijs.nl/taal
oNdErwIJSoNTwIKKELING
pioniers hun maatregelen getroffen om
het Nederlands van onder andere hun do-
centen, onderwijsassistenten, conciërges,
receptiemedewerkers en kantinepersoneel
te verbeteren. Een aantal scholen is zeer
actief als het gaat om het verbeteren van
het taalniveau. Afgelopen jaar rondde een
aantal docenten en ondersteunend perso-
neel een taaltraining Nederlands af.
Na een blik op de profielenlijst van de
docenten die aan de training hebben
deelgenomen, valt op dat het aantal al-
lochtone én het aantal autochtone onder-
wijsmedewerkers die behoefte hebben
aan bijscholing, niet voor elkaar onder-
doen. Volgens een docent die op dit mo-
ment een aantal trainingen voor TopTaal
verzorgt, zit er echter wel verschil in de
fouten die door beide ‘groepen’ wor-
den gemaakt en dus ook in de training
die hen wordt aangeboden: “Allochtone
onderwijsmedewerkers gebruiken vaak
verkeerde woordgeslachten, lidwoorden
en vaste voorzetsels en nemen daardoor
vaak deel aan de basistraining schrijven.
ook heeft deze groep behoefte aan een
training spreekvaardigheid. Autochtone
onderwijsmedewerkers daarentegen ma-
ken meer congruentie- en stijlfouten bij
het schrijven van teksten. ook maken zij
meer fouten in – wat wij noemen – vaste
combinaties. ‘Geld uitbesteden aan…’,
‘nieuwe maatregelen ondernemen’ en
‘een begin maken om…’ zijn hier goede
voorbeelden van.”
Onderwijskwaliteit
ook op dit moment volgt een aantal
docenten een training om hun taalniveau
te verhogen. Scholen zorgen er op deze
manier voor dat hun medewerkers zelfver-
zekerder zijn en daardoor beter communi-
ceren met collega’s, leerlingen en ouders.
Bovendien kunnen docenten na het volgen
van de trainingen adequater lesmateriaal
schrijven en zijn ze beter in staat om een
tekst te analyseren. Leerkrachten staan
zelfverzekerder voor de klas, wat ook een
beter taalonderwijs op de pabo
Leraren vormen de belangrijkste schakel in het verbeteren van het taalonderwijs. Het
is echter gebleken dat het taalniveau van toekomstige leraren vaak nog onvoldoende
is. In 2006 zakte bijvoorbeeld tweederde (!) van alle studenten voor de toets die nét
iets boven het eindniveau van de basisschool lag. en dat terwijl studenten die de pabo
doorlopen een hbo-diploma krijgen uitgereikt! Hierdoor komt de kwaliteit van het taal-
onderwijs behoorlijk in gevaar.
naar aanleiding van deze resultaten heeft de HBO-raad dan ook bijspijkercursussen
nederlands opgezet. Op de pabo’s worden nu bovendien strengere eisen gesteld aan
de studenten. Zij moeten voortaan in het eerste jaar onder andere deelnemen aan een
taaltoets. Als zij niet slagen voor deze toets, mogen de studenten hun opleiding niet
vervolgen. Verder kunnen studenten extra taalonderwijs krijgen en wordt het taalon-
derwijs op de lerarenopleidingen verbeterd.
positief effect heeft op de leerprestaties
van de leerlingen. “Voorwaarde voor een
geslaagde training is wel dat scholen de
training goed communiceren naar hun
medewerkers,” benadrukt Esther Simon.
“Geef hen niet het gevoel dat ze bijge-
schoold dienen te worden omdat ze te
kort schieten, maar leg de medewerkers
uit dat ze investeren in zichzelf en in
de school. Met het verbeteren van het
taalniveau werk je constructief aan het
verbeteren van de onderwijskwaliteit.”
de taaltrainingen voor docenten en
ondersteunend personeel worden uit-
gevoerd door TopTaal, instituut voor de
Nederlandse taal. TopTaal verzorgt sinds
2008 nascholingen Beter Nederlands in
het onderwijs. de nascholing richt zich
op docenten en onderwijsondersteunend
personeel in het voortgezet onderwijs,
het middelbaar beroepsonderwijs en het
basisonderwijs. Voor meer informatie,
www.toptaal.nl
‘Met het verbeteren van het taalniveau werk je con-structief aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit.’
Pulse_PO_nr3_2010.indd 23 11-05-2010 16:50:29
24 pulse
tekst: cees Bos
Resultaatgericht leiderschap: leraren beter Maken In april 2010 ontvingen scholen ‘de staat van het onderwijs’ (het onderwijs-verslag 2008-2009) van de Inspectie van het onderwijs. dit zeer lijvige werk - een soort telefoonboek - bestaat uit drie delen: (1) de staat van het onderwijs, (2) het onderwijs in sectoren en (3) het onderwijs in thema’s. In het derde deel staat het interessante hoofdstuk ‘de kwaliteit van leraren’. wat heeft de inspectie te melden?
Goede leraren zijn doorslaggevend voor
goed onderwijs. daarom observeert de
inspectie bij haar schoolbezoeken een
aantal lessen aan de hand van indicatoren
die betrekking hebben op het lesgeven.
Kijkpunten zijn bijvoorbeeld:
(zie ook tabel 1)
•Hetgebruikvandeleertijd
•Detaakgerichtheidvandeleerlingen
•Debetrokkenheidvandeleerlingen
•Dekwaliteitvandeuitleg
•Deafstemmingbijdeinstructie
•Deafstemmingbijdeverwerking
opvallend genoeg gebeurt dit niet om
uiteindelijk de leraar te beoordelen, maar
om te komen tot een kwaliteitsoordeel over
de school. Voor het oordeel over de school
geldt dat een indicator voldoende is, als
minimaal driekwart van de leraren een
voldoende krijgt. In de rapportages van de
inspectie staan daarom meestal zinnen als:
‘de school kan het niveau van de instructie
nog aanzienlijk verbeteren’. Feitelijk gaat
het echter niet om de school, maar om de
leraren. Immers: de school geeft geen les,
geeft geen instructie en zorgt niet voor
afstemming.
door de beslisregel (als driekwart
voldoende scoort, krijgt de school een
voldoende), kunnen goede leraren de
mindere (onvoldoende) prestatie van hun
collega’s of van één collega compenseren.
of zelfs maskeren. Als er op een school
met tien leraren vijf worden geobserveerd,
dan krijgt de school een voldoende als er
vier (van de vijf) hun werk goed doen. die
ene leraar blijft min of meer onzichtbaar.
de school geeft goed instructie… Vergelijk
dat eens met hoe een leraar werkt. hij
beoordeelt de prestatie van twintig leerlin-
gen en constateert dat zestien leerlingen
goed werk leveren (wat iets meer is dan
driekwart). daarom krijgen ze alle twintig
een voldoende: de klas heeft een goede
prestatie geleverd. Geen leraar die het zo
aanpakt!
het is daarom terecht, dat de inspectie
zich momenteel bezint op haar rol en
werkwijze. Men speelt sterk met de ge-
dachte om meer expliciet dan nu het geval
is een oordeel te geven over de kwaliteit
Efficiënt gebruik van de leertijd 92%
Taakgerichte werksfeer 89%
Leerlingen zijn actief betrokken 88%
Systematisch volgen van de vorderingen 87%
duidelijke uitleg 82%
Afstemming bij de instructie 59%
Afstemming bij de verwerking 63%
Dit betekent:
- 1 van de 10 leraren maakt geen efficiënt gebruik van de leertijd
- 2 van de 10 leraren geven geen duidelijke uitleg
- 4 van de 10 leraren hebben moeite met afstemming bij de instructie
- 4 van de 10 leraren hebben moeite met afstemming bij de verwerking
Indicator Leraren met een voldoende
tabel 1, de kwaliteit van de leraren
Pulse_PO_nr3_2010.indd 24 11-05-2010 16:50:30
pulse 25
KwALITEITSZorG
en de professionaliteit van de leraar. Gelet
op de wat-kant van een beoordeling lijkt
zoiets niet lastig. Analoog aan de zeven
vastgestelde bekwaamheidseisen (zie tabel
2) zou het een taak van de inspectie kun-
nen zijn om een uitspraak te doen over:
1. de lesgevende competenties
2. het functioneren in de school als teamlid
3. de gerichtheid op ontwikkeling en verbe-
tering
het is dan allereerst nodig om de drie aan-
dachtsvelden te voorzien van indicatoren:
wat is goed lesgeven? welke criteria be-
palen het functioneren als teamlid? En wat
verwacht je van leraren in relatie tot hun
ontwikkeling en verbetering? het antwoord
op de gestelde vragen kan geformuleerd
worden in een specifiek toetsingskader.
Niet al te ingewikkeld.
Beoordeling
Lastiger is de hoe-kant van een ‘meer
expliciete beoordeling’. hoe je grip krijgt
op de kwaliteit van het lesgeven is geen
probleem: ‘erfasse die Situation’. En dat
gebeurt al: de inspectie observeert immers
lessen. Maar: hoe constateer je – als in-
specteur – of iemand goed functioneert als
teamlid? En hoe stel je vast, dat een leraar
voldoende gericht is op de eigen ontwikke-
ling en verbetering?
de sleutel ligt vermoedelijk bij de school-
leider. dat wordt duidelijk als we de werk-
zaamheden van een leraar vergelijken met
die van een directeur. Een leraar heeft een
klas, een groep. Een leraar weet wat de
leerlingen moeten kunnen en daarop richt
hij zijn hele programma en alle activiteiten.
Een directeur heeft een team. In een eerder
artikel (zie Medewerkers ontwikkelen in
Pulse Po 2-2010) wees ik er al op, dat
directies veelal maar een heel diffuus beeld
hebben van wat leraren moeten kunnen en
doen, van wat ze van leraren verwachten.
Laat staan, dat ze programmagericht en
onvermoeibaar werken aan de ontwikkeling
van hun leraren (dat is toch hun eigen ver-
antwoordelijkheid – het zijn professionals).
daar zit dus een eerste verschil tussen
schoolleiders en leraren.
Maar er is meer. Een juf weet precies waar-
in een kind goed is en waarin niet. Sterker
nog: ze weet dat van ieder kind en houdt
dat bij in haar klassenmap. hoe zit dat met
schoolleiders? weten die waarin leraar A
goed is? weten die wat er aan mankeert
bij leraar B? Een juf beschikt over bijvoor-
beeld een Cito-uitslag (een groepsuitdraai)
en kan daarop precies
zien hoe de leer-
lingen func-
tioneren. En
omdat ze niet
helemaal afhan-
kelijk wil zijn van
de genormeerde
toetsen, gebruikt
ze ook methode-
gebonden toetsen en
observatielijsten. hoe
dan ook: ze kent haar pap-
penheimers door en door.
En dat niet alleen door haar
leerlingvolgsysteem. hoe zit
dat met een schoolleider? heeft
hij zwart-op-wit hoe zijn leraren
functioneren? heeft hij – net als
de juf – een groepsuitdraai, een
teamoverzicht? heeft hij een leraar-
volgsysteem? het zou toch niet zo’n
gek idee zijn om als schoolleider in
beeld te brengen hoe de individuele
leraren functioneren, gelet op hun les-
geven, hun opstelling als teamlid en hun
aandacht voor ontwikkeling en verbete-
ring? waarom zou je dat overlaten aan de
Inspectie van het onderwijs?
excellent zicht
In de derde plaats is het ook van
belang om vast te stellen waarom
een juf zo’n excellent zicht heeft (wil heb-
ben) op de prestaties van haar leerlingen.
Ze volgt de prestaties en de ontwikkeling
van de leerlingen niet om met ze af te
rekenen. Ze doet dat om ze helpen als dat
nodig is, ze doet dat om ze te ondersteu-
nen, om ze de juiste feedback te geven.
dat zou ook het uitgangspunt van een
schoolleider moeten zijn: ik weet wat mijn
leraren moeten kunnen. Ik werk er dan ook
zeer hard aan om ze dat te laten realiseren.
Ik heb in beeld wie wat wel en niet kan, ik
weet wie goed is in X en wie Y maar niet
bij leraar B? Een juf beschikt over bijvoor-
beeld een Cito-uitslag (een groepsuitdraai)
en kan daarop precies
zien hoe de leer-
omdat ze niet
helemaal afhan-
kelijk wil zijn van
de genormeerde
toetsen, gebruikt
ze ook methode-
gebonden toetsen en
observatielijsten. hoe
dan ook: ze kent haar pap-
penheimers door en door.
En dat niet alleen door haar
leerlingvolgsysteem. hoe zit
dat met een schoolleider? heeft
hij zwart-op-wit hoe zijn leraren
functioneren? heeft hij – net als
de juf – een groepsuitdraai, een
teamoverzicht? heeft hij een leraar-
volgsysteem? het zou toch niet zo’n
gek idee zijn om als schoolleider in
beeld te brengen hoe de individuele
leraren functioneren, gelet op hun les-
geven, hun opstelling als teamlid en hun
aandacht voor ontwikkeling en verbete-
aarom zou je dat overlaten aan de
Inspectie van het onderwijs?
xcellent zicht
In de derde plaats is het ook van
belang om vast te stellen waarom
een juf zo’n excellent zicht heeft (wil heb-
ben) op de prestaties van haar leerlingen.
Ze volgt de prestaties en de ontwikkeling
van de leerlingen niet om met ze af te
rekenen. Ze doet dat om ze helpen als dat
Pulse_PO_nr3_2010.indd 25 11-05-2010 16:50:34
26 pulse
tekst: ???
KwALITEITSZorG
www.pulseprimaironderwijs.nl/kwaliteitszorg
1 Interpersoonlijk competent competentie m.b.t. het lesgeven
2 Pedagogisch competent competentie m.b.t. het lesgeven
3 Vakinhoudelijk en didactisch competent competentie m.b.t. het lesgeven
4 organisatorisch competent competentie m.b.t. het lesgeven
5 Competent in samenwerken met de collega’s functioneren als teamlid
6 Competent in het samenwerken met de omgeving functioneren als teamlid
7 Competent in reflectie en ontwikkeling ontwikkeling en verbetering
tabel 2, de bekwaamheidseisen
Leraren AG HJ HB IvdT rvM HvH rr
LesGeVen
1 Geven van directe instructie + +/- + +/- + ++ ++
2 Zorgen voor taakgerichtheid ++ - ++ +/- + + +
3 Aandacht voor automatiseren +/- - +++ - +/- +++ -
4 Afstemming bij instructie + - ++ +/- + -- +
5 Afstemming bij verwerking + - ++ +/- + - +/-
6 Etc.
BerOepsHOuDInG
1 Kan met anderen samenwerken + +/- ++ +/- + ++ +
2 handelt conform afspraken + + ++ + - + +
3 Etc.
prOFessIOnALIserInG
1 Is gericht op het experiment +/- - + + + + -
2 houdt een bekwaamheidsdossier bij +/- - +++ + + - +/-
3 Etc.
in de vingers krijgt. En: waar mogelijk on-
dersteun ik ze om steeds beter te worden,
zodat ze ‘steeds beter’ de doelen van de
school kunnen realiseren. Sterker nog: het
is de kerntaak van een schoolleider om
zich (resultaat)gericht bezig te houden met
de ontwikkeling van zijn leraren. En dat kan
pas als hij (1) goed weet wat ze moeten
doen en als hij (2) een sterkte/zwakte-
analyse heeft opgesteld. dan pas kun je
doelgericht werken aan het verbeteren van
de kwaliteit van je leraren.
In ‘de staat van het onderwijs, 2010’ staat:
‘op een basisschool waar leraren niet al-
lemaal over dezelfde mate van professiona-
liteit beschikken, lopen leerlingen vanzelf-
sprekend meer kans op slecht presteren dan
op een school waar dat wel het geval is.
het is in eerste instantie een taak voor de
schoolleider om de kwaliteit van het didac-
tisch handelen te bewaken en waar nodig te
verbeteren en zo goed mogelijk te waar-
borgen dat alle leerlingen goed onderwijs
krijgen. op veel basisscholen is er op dit
gebied nog het nodige werk aan de winkel.’
wat is mijn voorstel? Bepaal eerst zorgvul-
dig (met uw team) wat u verstaat onder
goed didactisch handelen (goede school-
leiders hebben kennis van…), waaraan u
denkt bij ‘goed’ functioneren als teamlid, en
wat u zich voorstelt bij ‘gewenste profes-
sionalisering’. Bedenk dan strategieën
om te borgen, dat uw team hoogfrequent
met deze zienswijzen in aanraking komt.
ontwerp daarna een overzicht van leraren
en ‘eisen’ (tabel 3). dat kan in categorieën:
lesgeven, functioneren als teamlid en profes-
sionalisering (binnenkort op wMK-Po).
Een inventarisatie van het team maakt al
snel helder wie ondersteuning nodig heeft
(hJ, zie tabel 3) en wie ondersteuning kan
geven (hB, zie tabel 2). Als u zo te werk
gaat, handelt u pro-actief. u hoeft dan een
oordeel van de inspectie niet af te wach-
ten. u weet zelf al lang wat er goed gaat
en wat er aan mankeert. En u heeft al lang
maatregelen getroffen. want het sleutelen
aan de kwaliteit van leraren moeten we
niet doen omdat de inspectie dat belangrijk
vindt, maar omdat het van doorslaggevend
belang is voor het leren van leerlingen. uw
leerlingen moeten er eigenlijk vanuit kunnen
gaan, dat u beschikt over een leraarvolgsys-
teem en dat u op basis van die gegevens de
juiste dingen doet.
tabel 3, een leraarvolgsysteem (lesgeven)
Pulse_PO_nr3_2010.indd 26 11-05-2010 16:50:36
pulse 27
www.pulseprimaironderwijs.nl/kwaliteitszorg
nieuw op wMkeen lvs voor de competentie-ontwikkeling van de leerlingen
Als gebruiker van WMk kunt u beschikken over een module om de competentie-ontwikkeling van uw leer-
lingen te scoren en te volgen. uniek is, dat de leerling en zijn ouders – als partners in leren – betrokken
worden bij zowel het scoren als het gericht werken aan samen gekozen en uitgewerkte verbeterdoelen
De competenties
de PoP-module in wMK is uitgebreid met een persoonlijk
ontwikkelplan voor leerlingen. de kern van het PoP wordt
gevormd door een twaalftal competentielijstjes:
•Omgangmetdeleraar
•Omgangmetandereleerlingen
•Gedrag
•Persoonlijkekwaliteiten
•Werkhouding
•Metacognitievevaardigheden
•Zelfkennis
•Communicatievevaardigheden
•OmgangmetICT
•Taalleesonderwijs
•Rekenenenwiskunde
•Deschoolvakken
Modificeren
de leraar (schoolleiding) bepaalt in de ontwerpmodule
welke competenties opgenomen worden in het PoP van
de leerling. desgewenst voegt de leraar (schoolleiding)
groepsspecifieke competenties en criteria toe. daarna
scoort de leraar de leerling op de criteria die horen bij de
competentie.
scoren
Met behulp van eigen (leerling)codes kunnen de leerlingen
ook zichzelf scoren en zich laten scoren door hun ouders
(met behulp van de oudercodes). dat maakt wMK uniek:
ook de ouders kunnen hun kind scoren met betrekking tot
sociaal-emotionele factoren.
de leerling kan daarna beschikken over een overzicht van
de scores van:
1. de leraar
2. de leerling zelf
3. Zijn ouders
op basis van de gemiddelde scores maakt de leerling een
verbeterplan: waar wil de leerling (samen met de leraar,
en samen met de ouders) aandacht aan gaan besteden?
Zowel de leraar als de ouders hebben zicht op het verbeter-
plan dat de leerling heeft gemaakt en op de activiteiten die
ondernomen worden. Ze kunnen de leerling daarop bevragen
en tevens kunnen ze hem motiveren, stimuleren en uitdagen.
rapportages
Zowel de leraar, de leerling als de ouder kan een compleet
rapport downloaden. het rapport geeft via scoretabellen en
grafieken inzicht in de scores per competentie, de scores
per criterium en de gemaakte verbeterplannen. de leraar kan
samen met de ouders en/of samen met het kind het rapport
bespreken.
een groepsoverzicht
de leraar kan ten slotte beschikken over een groepsoverzicht.
het groepsoverzicht geeft de namen van de leerlingen, de
scores per competentie en de omzetting in een letter (A
t/m E, met ieder een eigen kleur: er wordt zelfs onderscheid
gemaakt tussen
bijvoorbeeld hoog A en laag
A etc.) de kleuren en de
letters zijn afhankelijk van de
gestelde normen. op basis
van de invulling van het toe-
gevoegde analyseformulier
bespreekt de leraar de scores
en de analyse (en de con-
clusies) met de IB-er.
hij kan daarna
op basis van
de scores en
de bespre-
king met de
IB-er een
groepsplan
of individuele
handelings-
plannen
opstellen.
Pulse_PO_nr3_2010.indd 27 11-05-2010 16:50:37
1
W e r k e n m e t k w a l i t e i t
Nieuw: vierde editie WMK-PO
Nieuw: WMK-BM voor boven- schools management
Gebaseerd op het meest recente toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs (2009)
Postbus 43 - 9400 AA Assen[t] 0592 379 571 - [e] [email protected]
www.vangorcum.nl
Bent u gebruiker van de online editie van WMK? Dan heeft u automatisch gratis toegang tot de nieuwe vierde editie. Uiteraard met behoud van al uw gegevens.
Bekijk alle informatie op www.wmkpo.nl
Bekijk alle informatie op www.wmkbm.nl
De voordelen van WMK:
• Volledig aan te passen aan eigen wensen en situatie
• Online werken: overal en altijd de nieuwste versie
• Voldoet aan de eisen die de overheid stelt
• Koppeling met Integraal Personeelsbeleid
• Ondersteuning en begeleiding op maat
Kwaliteitszorg en Integraal Personeelsbeleid voor het Primair Onderwijs
Pulse_PO_nr3_2010.indd 28 11-05-2010 16:50:39
pulse 29
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
Onderwijs in stelling gebracht‘probleemkinderen horen niet thuis in het reguliere onderwijs’
Veel basisschoolleraren vinden dat hun klas lijdt onder de aanwezigheid van kinderen met een gedrags-
stoornis of leerprobleem in de klas. Dat blijkt uit een enquête van tv-programma rondom 10 en vak-
bond CnV Onderwijs onder meer dan 2300 werknemers in het basisonderwijs.
SP-Kamerlid Manja Smits: “het ‘passende onderwijs’ past alleen op de begroting van de regering, maar niet op scholen
en niet in klassen. Kwetsbare kinderen worden de dupe; zij krijgen niet de aandacht die ze verdienen.” Tot vreugde van de
SP heeft de discussie rondom passend onderwijs de Tweede Kamer nog niet gehaald, het demissionaire kabinet laat deze
discussie over aan de nieuwe regering. dat betekent dat de geplande bezuinigingen op het speciaal onderwijs voorlopig
niet doorgaan. Smits: “dit is goed nieuws voor leraren en leerlingen, want passend onderwijs kwam neer op knellend
onderwijs.”
uit het onderzoek van rondom 10 en CVN onderwijs blijkt dat het gros van de onderwijzers tussen de een en vijf leerlin-
gen met problemen als Adhd, dyslexie en autisme in de klas heeft. Van de deelnemers vindt 62 procent het een goede
ontwikkeling dat deze kinderen een ‘etiket’ krijgen wegens een probleem of stoornis. Vier op de vijf docenten vindt dat ‘la-
belkinderen’ tot extra werkdruk leiden. “het is een strijd om die extra aandacht voor een of twee kinderen niet ten koste te
laten gaan van de rest van de groep”, aldus een van de respondenten. “Je moet keuzes maken, anders wordt de werkdruk
wel heel hoog,” reageert een ander.
ruim een derde van de leraren (37 procent) blijkt zo veel probleemkinderen in de klas te hebben dat hun werk er onder
lijdt. Met name de opleiding blijkt een probleem: die bereidt onderwijspersoneel volgens bijna tweederde van de onder-
vraagden (63 procent) onvoldoende voor op de omgang met probleemleerlingen. Al eerder bleek uit een onderzoek van
de radboud universiteit dat leraren vinden dat ze onvoldoende zijn opgeleid voor passend onderwijs.
In de diverse media lopen de discussies hoog op. Enkele reacties van leerkrachten en ouders: ‘Geef het speciaal onderwijs
weer een plek en laat die idiote indicatiecommissies voor het speciaal onderwijs naar het belang van alle kinderen kijken’.
‘Labels plakken komt ouders vaak goed uit. Er is een naam en daar moet maar naar gehandeld worden.’ ‘onze zoon heeft
ASS en Adhd. wij hebben zelf voor speciaal onderwijs gekozen omdat het via regulier onderwijs niet lukte.’ ‘Eerst moeten
de voorwaarden geschapen worden om passend onderwijs mogelijk te maken’. ‘onze zoon is autist. Nu ziet hij dagelijks
de juiste voorbeelden om zich heen en leren ‘gewone’ kinderen hoe ze met een autist om moeten gaan. Iedereen blij.’ ‘In
vergelijking met onze buurlanden hebben wij veel grotere klassen, veel minder onderwijsondersteunend personeel die de
leerkracht bij kan staan en zijn de klaslokalen het kleinst. Zolang deze punten niet aangepakt worden
zal passend onderwijs op een fiasco uitlopen voor zowel leerkracht als kind en daarmee ook voor
de ouders.’ ‘Er is te lang gedacht dat iedereen in staat is kinderen les te geven. dit is dus niet zo.
Leraarschap is een vak dat zeer specifieke menselijke eigenschappen vereist en daar bovenop
een goede vakkennis.’ ‘Elk kind vaart wel bij persoonlijke aandacht van de leraar en
heeft daar ook in gelijke mate recht op. Maar in ons onderwijs krijgen buitenspo-
rige kinderen veel meer individuele aandacht dan ‘gemiddelde’ kinderen.’
Hoe denkt u over probleemkinderen in de klas? Laat het ons weten op
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool, dan komen we hier zo snel mogelijk
op terug.
1
W e r k e n m e t k w a l i t e i t
Nieuw: vierde editie WMK-PO
Nieuw: WMK-BM voor boven- schools management
Gebaseerd op het meest recente toezichtkader van de Inspectie van het Onderwijs (2009)
Postbus 43 - 9400 AA Assen[t] 0592 379 571 - [e] [email protected]
www.vangorcum.nl
Bent u gebruiker van de online editie van WMK? Dan heeft u automatisch gratis toegang tot de nieuwe vierde editie. Uiteraard met behoud van al uw gegevens.
Bekijk alle informatie op www.wmkpo.nl
Bekijk alle informatie op www.wmkbm.nl
De voordelen van WMK:
• Volledig aan te passen aan eigen wensen en situatie
• Online werken: overal en altijd de nieuwste versie
• Voldoet aan de eisen die de overheid stelt
• Koppeling met Integraal Personeelsbeleid
• Ondersteuning en begeleiding op maat
Kwaliteitszorg en Integraal Personeelsbeleid voor het Primair Onderwijs
Pulse_PO_nr3_2010.indd 29 11-05-2010 16:50:42
30 pulse
tekst: martin van rooij
tiMon bos benut ict ten volle
Groep 5 van CBs Het Bastion leert spelenderwijs
Een uitbundig bloesemende boom en een weitje met kip-pen, schapen en pasgeboren lammetjes. dat is het uitzicht van groep 5 van Christelijke Basisschool het Bastion in Klundert (Noord-Brabant). Buiten word je als het ware te-ruggeworpen in de tijd, binnen word je de toekomst in ge-slingerd. op ICT-gebied is deze groep zijn tijd ver vooruit.
Pulse_PO_nr3_2010.indd 30 11-05-2010 16:50:56
pulse 31
SChooL IN BEwEGING
Pulse_PO_nr3_2010.indd 31 11-05-2010 16:51:03
32 pulse
het als een spelletje. Je kunt ook variëren.
Nu ‘speelt’ ieder voor zichzelf tegen de
rest, maar ik zou ook de jongens tegen de
meisjes kunnen laten spelen. Kijken wie er
het beste is. of de drie beste rekenaars
uit onze groep 5 tegen drie willekeurige
leerlingen uit groep 6.”
rekenen wordt volgens Bos leuk als je
het praktisch nut ervan ervaart. daarom
ontwikkelde hij een programmaatje waarin
het hele arsenaal aan mogelijkheden de
revue passeert: ‘friettent’ (zie kader). Bos:
“Kinderen moeten eerst een menukaart
samenstellen, compleet met prijzen. dan
gaat de friettent open en komen er klanten,
die uiteenlopende bestellingen doen.
Vervolgens moeten ze uitrekenen wat de
bestelling kost en hoeveel wisselgeld de
klant terugkrijgt. Zo gaat de lesstof leven.”
Onderwijs op maat
digitalisering van (reken)onderwijs heeft
allerlei voordelen, vindt Bos. “Allereerst: ik
hoef de resultaten niet na te kijken. dat
doet het systeem en dat scheelt veel tijd.
daarnaast kan ik precies zien hoe snel
en hoe goed een kind is. daar pas ik mijn
lesstof op aan. Ieder kind krijgt de lesstof
die het nodig heeft.” opnieuw geeft hij een
voorbeeld. “Ik heb mijn groep opgedeeld in
drie subgroepen: in feite de slimmerds, de
kinderen die goed mee kunnen komen en
de kinderen die wat meer moeite hebben
met de stof en het tempo. die drie groepen
krijgen lesstof op maat, dus echt gediffe-
rentieerd onderwijs. dat is – als je eenmaal
de stof hebt gedigitaliseerd – eigenlijk
een fluitje van een cent. Ik kan met behulp
van rapportages namelijk precies zien met
welke stof ze moeite hebben. dat betekent
dat ik dat bewuste kind een specifiek werk-
blad kan sturen om die stof te herhalen. Ik
kan ook instellen bij hoeveel fouten een kind
een oefening moet herhalen en hoe lang het
over de opgave mag doen. Van een kind
dat heel goed kan leren verwacht ik minder
fouten en een hogere snelheid dan van een
kind dat er moeite mee heeft.”
het lokaal van Timon Bos en zijn groep
5 staat vol met pc’s. Ieder kind heeft zijn
eigen computer en vervult een onmisbare
rol in de onderwijskundige aanpak die Bos
vol enthousiasme hanteert.
Bos, 24 lentes jong, is een energieke
jongeman met een passie voor onderwijs
en ICT. “dat begon al op de middelbare
school in Etten-Leur. Ik zat in een ICT-plus-
klas, samen met vier andere kinderen. Een
docent maakte ons na schooltijd wegwijs
in de mogelijkheden van ICT. Ik vond het
prachtig. we deden onder meer mee aan
ThinkQuest, een jaarlijkse wedstrijd voor
teams met kinderen van 10 tot 19 jaar die
een website bouwen. Echt heel leuk. Ik heb
daar veel aan zelfstudie gedaan. Na de PA
ben ik software engineering gaan studeren,
maar dat was minder leuk dan ik dacht.”
Legotrein
Bos koos voor het leraarschap en stu-
deerde aan de PA in dordrecht. Vervolgens
ging hij stagelopen op het Bastion in Klun-
dert. daar ontwikkelde hij een leerzaam
spel voor kinderen uit groep 5. “het idee
ontstond toen ik onder de douche stond. Ik
schreef een eenvoudige programmeertaal
in het Nederlands waarmee kinderen een
legotreintje konden besturen. Ze konden
een commando schrijven om hem te laten
rijden, te sturen en te laten stoppen. Ik
verdeelde de klas in een paar groepen. Zo
bouwde ik een wedstrijdelement in. de
groep die de opdrachten het best uitvoer-
de, kreeg de meeste legostenen om hun
trein verder uit te breiden. Ze vonden het
schitterend. Ze hadden het gevoel de hele
tijd te spelen, maar ondertussen leerden ze
hartstikke veel.”
klassikale wedstrijd keersommen
maken
Bos had de smaak te pakken. hij zag tal
van mogelijkheden om met behulp van
ICT het onderwijs te verrijken en leuker te
maken. om zijn woorden te onderstrepen
pakt hij er een rekenmethode bij en slaat
een bladzijde open. “Als ik de kinderen
deze opgave van twintig keersommen laat
maken, doen ze daar vijf tot tien minuten
over. Laat ik ze dit soort sommen via de pc
maken, dan maken ze er veel meer. Som-
mige kinderen maken in vijf minuten tijd
wel tweehonderd sommen.”
dan volgt een kleine demonstratie. Bos
stuurt vanaf zijn pc aan alle kinderen in
zijn klas de betreffende opgave. de kinde-
ren ontvangen de opdracht op hun pc, be-
studeren hem en gaan vervolgens als een
bezetene zitten typen. Ze maken er een
sport van de snelste en de beste te zijn.
hun resultaten worden meteen getoond op
het digibord, voor in de klas. Je ziet direct
hoe het werk vordert, wie de koplopers
zijn en wie wat meer moeite hebben
met het tempo. “het is een eenvoudige
digitalisering van de keersommenopgave
die past bij deze rekenmethode”, aldus
Bos. “Gewoon gebouwd in Excel. Ik heb
het alleen wat opgeleukt met een plaatje
van een raceauto. Lang niet alle kinderen
zijn dol op keersommen, maar ik breng
Pulse_PO_nr3_2010.indd 32 11-05-2010 16:51:05
pulse 33
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
SChooL IN BEwEGING
Meer informatie
Timon Bos (24) werkt drie da-
gen per week als leerkracht op
CBs Het Bastion in klundert.
Twee dagen per week is hij in
de weer om ICT-hulp te bieden
aan andere scholen van stichting
De Waarden (zie www.stichting-
dewaarden.nl), waartoe CBs Het
Bastion ook behoort. Daarnaast
geeft Bos ook regelmatig presen-
taties, workshops en cursussen
voor leerkrachten en ICT-ers.
Timon Bos heeft een paar film-
pjes op internet gezet om zijn
methode inzichtelijk te maken.
Ga naar www.youtube.com en
zoek op ‘keersommen met ex-
cel’. Het filmpje dat u vindt door
te zoeken op ‘Leren met excel’
geeft een (ietwat chaotische) in-
druk van ‘friettent’.
Meer weten over de mogelijk-
heden van ICT op school? neem
contact op met Timon Bos:
Digitale steunbetuiging
de gedigitaliseerde werkbladen houdt
Bos niet voor zichzelf. Ze staan namelijk
op internet en zijn te benaderen via www.
mijnklas.net. op deze site zijn ook de voor-
delen van zijn site uitgelegd. die uiteenzet-
ting was niet aan dovemansoren gericht,
want inmiddels maken zo’n achthonderd
scholen gebruik van zijn site. “dat heb ik
trouwens in economisch opzicht niet heel
handig aangepakt”, erkent de bevlogen
docent. “Ik heb het weggegeven. Ik ben
nu trouwens bezig aan een uitgebreidere
tweede versie: ELLo 2 (Elektronische
Leeromgeving 2, zie www.ello2.net). dat
rol ik uit, samen met de Stichting owG
(onderwijs werkgroep, zie www.owg.nl).
Scholen kunnen zich erop abonneren. het
kost € 69,00 per klas per jaar.”
de webbased applicatie biedt nog meer,
vertelt Bos. “Er zit onder meer een eenvou-
dig systeem in om een website te bouwen,
met meerdere personen. het ene groepje
maakt de ene pagina, de andere een andere
pagina en later voegen we die dan samen
tot één website. ook kunnen we elkaar via
mijn systeem berichten sturen. Een tijdje
terug overleed de vader van een van de
kinderen. Ze kreeg toen heel veel bericht-
jes van haar klasgenootjes, die haar steun
wensten. Kennelijk is dat dan makkelijker
dan om dat persoonlijk te zeggen. hoe dan
ook: dat meisje was er blij mee. En haar
moeder waardeerde het ook heel erg dat de
klasgenootjes zo hadden gereageerd.”
omdat kinderen thuis via internet bij de
werkbladen kunnen komen, kunnen ze
thuis oefenen. “de ouders hebben dus
ook inzage in de stof waar we mee bezig
zijn. Ik kan hun zelfs toegang geven tot de
resultaten van hun kind, als ik dat wil. Kin-
deren en ouders kunnen thuis ook samen
achter de pc gaan zitten om te oefenen.
ICT kan dus bijdragen aan een grotere
ouderbetrokkenheid.”
Tot zover de voordelen. Zitten er geen nade-
len aan? Schrijven de kinderen bijvoorbeeld
nog wel eens? Bos: “Ja hoor, bijvoorbeeld
in de werkboeken voor de zaakvakken.
daarnaast werken we nog gewoon met onze
schrijfmethode.”
En het typen? Leren kinderen niet verkeerd te
typen? Bos: “de kinderen krijgen gedurende
het schooljaar een typecursus. Maar met tien
vingers blind leren typen kost tijd, die ergens
anders vandaan gehaald moet worden.
daarom typen veel kinderen helaas nog met
twee vingers.”
Zou je ook taalwerkboeken kunnen digitalise-
ren? Bos antwoord bevestigend en wijst op
nog een manier om met behulp van ICT aan
taalonderwijs te doen. hij toont een stem-
kastje dat zijn klas bij wijze van proef een
tijdlang mag gebruiken. Vervolgens zet hij
zich achter zijn toetsenbord en maakt hij een
meerkeuzevraag aan, die hij verstuurt naar
het digibord. daarop verschijnt: “hoe laat
ging jij gisteravond naar bed?” daaronder
staan vier antwoorden: A (‘Meteen na Sesam-
straat’), B (‘om 19:00 uur’), C (‘om 20:00
uur’) en d (‘Nog later’). Vervolgens mogen
de kinderen via hun stemkastje antwoorden.
Je ziet meteen wie er al heeft gereageerd
en wie nog niet. Eén kind blijkt al direct na
Sesamstraat naar bed te zijn gegaan. Bos wil
weten wie. hij voert een paar handelingen
uit en tovert vervolgens op het digibord wie
dat antwoord gaf. ‘Meester’; hij zelf dus. “Ik
was gisteravond doodmoe van het lesgeven”,
zegt hij tegen de lachende leerlingen.
Tot slot: hoe zit het met het onderwijs in
groep 6? Gaat het onderwijs dan op de-
zelfde voet verder? “helaas”, verzucht Bos.
“In groep 6 is het weer ‘business as usual’.
dat heeft met allerlei factoren te maken. Ik
ben beter thuis in ICT dan mijn collega’s.
het heeft ook te maken met kosten. de
pc’s in mijn klas zijn gekregen van een
hogeschool. Gevolg is wel dat ze soms
niet vooruit te branden zijn. dus rust alle
lokalen maar eens uit met nieuwe pc’s…”
waarschijnlijk heeft het ook een beetje met
koudwatervrees te maken, vermoedt hij.
“Soms zeggen collega’s: ‘Maar jij hebt ook
je hele lokaal vol met computers staan, dan
gaat het vanzelf.’ dat vind ik geen sterk
argument. ook met een paar pc’s kun je al
leuke dingen doen, bijvoorbeeld door er de
klassenagenda op te zetten. Je moet het
ook een beetje willen.”
‘Ik kan precies zien hoe snel en hoe goed een kind is. Daar pas ik de lesstof op aan.’
Pulse_PO_nr3_2010.indd 33 11-05-2010 16:51:05
34 pulse
tekst: marrigje de Bok
Van basisschool naarbegaafdheids -profielschool
Pulse_PO_nr3_2010.indd 34 11-05-2010 16:51:11
pulse 35
hooGBEGAAFdhEId
Basisscholen met een beleid voor hoogbegaafde leerlingen kunnen tegenwoor-dig begaafdheidsprofielschool worden. dit profiel schrijft niet zozeer voor wat een school moet doen, maar wel de manier waarop. “wij geven al jaren aange-past onderwijs aan deze leerlingen. Maar nu hebben we de erkenning.”
Voor scholen die extra aandacht aan
hoogbegaafde leerlingen willen geven, is
van alles mogelijk. Een plusklas op school,
of bovenschools voor meerdere scholen in
de omgeving, extra vakken zoals Spaans,
filosofie of ICT. Projecten over thema’s die
in de gewone les niet aan bod komen,
zoals ruimtevaart, architectuur of vulkanen.
of met de hele groep iets maken, waarbij
meerdere disciplines aan de orde komen:
een poppentheater bijvoorbeeld en dan
zelf de teksten schrijven, de poppen ma-
ken, muziek er bij zoeken én het stuk zelf
opvoeren.
Scholen die hoogbegaafdheid als speciali-
satie willen hebben, kunnen besluiten om
het begaafdheisprofiel aan te nemen. In
opdracht van oC&w heeft ‘CPS onder-
wijsontwikkeling en advies’ dat profiel
gedefinieerd en een eerste lichting scholen
begeleid naar het behalen van het beno-
digde certificaat. Negen basisscholen zijn
sinds mei 2009 officieel begaafdheidspro-
fielschool. Een school die deze naam mag
voeren staat garant voor structureel goed
onderwijs en begeleiding aan hoogbegaaf-
de leerlingen.
Certificaat
de katholieke basisschool ’t Kiemveld in
het Brabantse dorp den dungen heeft
al tien jaar een plusgroep. Marij Persons,
leerkracht en voorheen intern begeleider,
laat de leerlingen creatieve projecten doen
waarmee ze leren plannen, samenwerken
en evalueren.
de school is een van de negen eerste
begaafdheidsprofielscholen. “het halen van
het certificaat is flink wat werk en kost veel
tijd voor een school”, zegt Persons. de
procedure van CPS neemt ongeveer twee
jaar in beslag. “het begon met het invullen
van het zelfbeoordelingsinstrument van
CPS. daarmee hebben we ons beleid en
onze activiteiten in kaart gebracht. Aan de
hand daarvan stelde CPS met ons een plan
op met actiepunten. dat was een goede
leidraad.” Als de school een tijd aan dat
plan heeft gewerkt, komt de visitatiecom-
missie langs. die bestaat uit twee mede-
werkers van CPS, één leerkracht van een
andere school en één extern deskundige.
“Een dag lang, met een heel vol rooster”,
herinnert Persons zich. “Ze praten met de
directie, met leerkrachten en intern bege-
leiders en met ouders. En niet te vergeten
met de leerlingen. Met al die gesprekken
toetsen ze ons beleid en onze aanpak.”
de dag wordt afgesloten met een eerste
evaluatie, later volgt de beslissing of de
school het certificaat krijgt.
Toekenning van het certificaat gaat samen
met aanbevelingen voor verbeterpunten.
Persons: “het is de bedoeling dat een
school zich blijft ontwikkelen. wij moesten
meer contact met de ouders en met het
voortgezet onderwijs onderhouden, dat
zijn we ook gaan doen. En ze vonden dat
we inhoudelijk ver waren, maar dat we
ons beleid duidelijker moesten vastleggen.
het ging voor onze school vooral om de
borging van de kwaliteit.”
dat het beleid onder de loep is genomen
en vastgelegd, merkt Persons direct op de
werkvloer. “de leerkrachten zijn zich meer
bewust van wat we doen. het compacten
en verrijken, het signaleren en toetsen van
deze leerlingen, de besprekingen ervan
in het team, het is allemaal ‘normaal’ en
structureel geworden.”
directeur Els raaijmakers is blij met het
resultaat. “Volgens onze missie geven wij
aandacht aan élk kind, daarom hadden
we al lang aandacht voor deze kinderen.
Nu hebben we onze aanpak geprofes-
sionaliseerd en we krijgen er erkenning
voor.” Extra geld krijgt een school er niet
mee, nieuwe leerlingen in het geval van ’t
Kiemveld evenmin. “het is ook zeker niet
onze bedoeling hiermee te concurreren,”
benadrukt raaijmakers. “In tegendeel, we
willen andere scholen laten profiteren van
wat we geleerd hebben.” dat krijgen de
begaafdheidsprofielscholen ook nadrukke-
lijk als opdracht mee: kennis en expertise
uit te dragen en te delen.
Landelijk netwerk
’t Kiemveld kreeg het certificaat voor één
jaar vanwege een geplande fusie. Als nieu-
we school zullen ze het certificaat opnieuw
moeten behalen. Normaal gesproken is het
certificaat drie jaar geldig. heeft de school
eenmaal de naam verdiend, dan moet zij
blijven rapporteren over de vorderingen en
krijgt ze in de loop van de tijd nogmaals de
visitatiecommissie op bezoek. CPS houdt
de vinger aan de pols en begeleidt nieuwe
scholen naar het halen van het certificaat.
uiteindelijk moet er een landelijk netwerk
van begaafdheidsprofielscholen ontstaan.
dat betekent echter niet dat elke school
die actief is in het ontwikkelen van onder-
wijs aan hoogbegaafden ook profielschool
zou moeten worden.
willeke rol van basisschool ’t Palet in
diemen, nam al veertien jaar geleden een
klein groepje leerlingen apart. “Toen was
er nog helemaal niets op gebied van hoog-
begaafdheid,” vertelt ze. “deze leerlingen
Pulse_PO_nr3_2010.indd 35 11-05-2010 16:51:13
Compleet systeem voor de identificatie en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen uit groep 1 tot en met 8
DHHDigitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid
N
S
W OS
NNN
SS
WWWWWWWW OS
WWWW
Met de online editie van het succesvolle Digitaal Handelingspro-tocol Hoogbegaafdheid (DHH) kan een compleet handelingsplan voor de leerlingbegeleiding en evaluatie worden gemaakt. DHH biedt daarvoor allerlei handige hulpmiddelen.
Het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdeheid:
is online beschikbaar, overal en altijd de meest actuele versie biedt een compleet systeem: signalering, diagnostiek, begeleiding en evaluatie geeft met handige hulpmiddelen richting aan al het handelen met betrekking tot hoogbegaafdheid (didiactisch en pedagogisch) richtlijnen voor compacten voor alle vakken en methoden speciale aandacht voor kleuters
Meer informatie en bestelmogelijkheden vindt u op :
www.dhh-po.nl
Digitaal handelingsprotocol
DHH-advertentie.indd 1 25-03-2010 16:23:37 Pulse_PO_nr3_2010.indd 36 11-05-2010 16:51:16
pulse 37
www.pulseprimaironderwijs.nl/hoogbegaafdheid
hooGBEGAAFdhEId
functioneerden niet goed en ik ben eens
gaan kijken waar dat aan lag. uitdagender
werk en minder instructie bleek al snel te
werken.” het groepje werd groter, rol kreeg
er meer tijd voor en schoolde zich bij. het
groepje groeide het uit tot een hele ochtend
plusgroep. rol was de eerste in Nederland
die een plusgroep opzette. Ze doet pro-
jecten met de leerlingen waarbij veel meer
dan alleen de cognitieve ontwikkeling aan
bod komt. “Leerlingen werken hier aan hun
zelfbeeld, ze leren juist dat ze soms iets niet
kunnen, ze leren organiseren en plannen.”
Maatwerk
CPS heeft ’t Palet gevraagd om mee te
doen aan het project van de begaafdheids-
profielscholen. “het nadeel voor ons was
dat we volgens bepaalde regels moesten
werken. we zouden ook scholing moeten
volgen, terwijl ik zelf al trainingen aan ande-
ren gaf. we zouden haast opnieuw moeten
beginnen en we hadden al zoveel opge-
bouwd, op onze manier. we hadden een
goed beleid en we zagen dat wat we deden
goed werkte.” rol benadrukt dat dat niet wil
zeggen dat ze tegen het project zijn. “wie
weet sluiten we ons nog eens aan, maar tot
nu toe kwam het niet uit.”
Voor de erkenning was het ook niet nodig.
’t Palet heeft een naam als specialist in
hoogbegaafdheid en rol zelf ook. ouders,
leerkrachten en andere scholen weten de
school zeker te vinden. ’t Palet heeft een
voortrekkersrol binnen het bestuur, Stichting
openbaar onderwijs Primair, waar vijf
scholen onder vallen. rol is projectbegelei-
der hoogbegaafdheid en helpt de andere
scholen met het ontwikkelen van beleid en
het opzetten van plusklassen. Ze schoolt
ook de leerkrachten bij. “die functie zouden
we ook kunnen hebben binnen de grotere
samenwerkingsverbanden, maar dat is heel
pril, dat moeten we nog ontwikkelen.”
In de regeling Passend onderwijs is het im-
mers de bedoeling dat scholen maatwerk
gaan leveren voor alle leerlingen, dus ook
voor hoogbegaafden. Binnen elk samen-
werkingsverband van ‘weer Samen Naar
School’ (wSNS) zou er een school moeten
zijn die de expertise heeft om de hoogbe-
gaafde leerlingen te bedienen. dat zouden
begaafdheidsprofielschool
Ook basisscholen kunnen nu begaafdheidsprofielschool worden. Het pro-
fiel bestond al enige jaren voor het voortgezet onderwijs. er zijn momen-
teel twintig middelbare begaafdheidsprofielscholen.
In 2006 startte het christelijk pedagogisch studiecentrum (Cps) een pro-
ject voor begaafdheidsprofielscholen in het primair onderwijs. samen met
een flink aantal scholen onderzocht het Cps aan welke criteria een school
zou moeten voldoen om de naam te krijgen. negen scholen doorliepen
vervolgens een traject en behaalden het certificaat. De scholen krijgen
geen extra geld uit het project. Het ontwikkelen van het beleid, de scho-
ling en lesuren van de leerkrachten bekostigen ze zelf.
Zowel voor het voortgezet onderwijs als voor het primair onderwijs moet
er een landelijk netwerk van begaafdheidsprofielscholen komen.
‘Leerlingen werken hier aan hun zelfbeeld, ze leren juist dat ze soms iets niet kunnen, ze leren organiseren en plannen.’
heel goed de begaafheidsprofielscholen
kunnen zijn. het project heeft dan ook als
belangrijk streven om binnen veel van de
samenwerkingsverbanden een begaafd-
heidsprofielschool te hebben. Maar ook
andere scholen met een speciaal beleid en
een plusgroep, zoals ’t Palet in diemen,
zouden die rol kunnen vervullen.
Compleet systeem voor de identificatie en begeleiding van hoogbegaafde leerlingen uit groep 1 tot en met 8
DHHDigitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid
N
S
W OS
NNN
SS
WWWWWWWW OS
WWWW
Met de online editie van het succesvolle Digitaal Handelingspro-tocol Hoogbegaafdheid (DHH) kan een compleet handelingsplan voor de leerlingbegeleiding en evaluatie worden gemaakt. DHH biedt daarvoor allerlei handige hulpmiddelen.
Het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdeheid:
is online beschikbaar, overal en altijd de meest actuele versie biedt een compleet systeem: signalering, diagnostiek, begeleiding en evaluatie geeft met handige hulpmiddelen richting aan al het handelen met betrekking tot hoogbegaafdheid (didiactisch en pedagogisch) richtlijnen voor compacten voor alle vakken en methoden speciale aandacht voor kleuters
Meer informatie en bestelmogelijkheden vindt u op :
www.dhh-po.nl
Digitaal handelingsprotocol
DHH-advertentie.indd 1 25-03-2010 16:23:37 Pulse_PO_nr3_2010.indd 37 11-05-2010 16:51:23
38 pulse
Over mentaliteit, effectiviteit en kwaliteit gesproken
goed voorbeeld doet volgenMCdonald’s is het handelsmerk voor de ‘snelle hap’. Meq Change daarente-gen is het handelsmerk voor een diepgaande en verantwoorde begeleiding van veranderingsprocessen in de school.
hoe denkt u over uw schoolorganisatie? waarin bent
u in geïnteresseerd? waarin investeert u uw tijd? wat
raakt u het meest? de mentaliteit van de medewer-
kers, de effectiviteit van de organisatie om onder-
wijsopbrengsten te realiseren, de kwaliteit van uw
onderwijsaanbod of de samenhang tussen elk van die
aspecten? Meq Change presenteert een matrix waarin
alle aspecten die een rol spelen in uw schoolontwik-
kelingsproces in beeld worden gebracht en met elkaar
in verband worden gebracht. Meq Change staat voor
het begeleiden en borgen van de mentaliteit van het
schoolteam (Mentality), de effectiviteit in het realiseren
van onderwijsopbrengsten (Effectivity) en de kwaliteit
van een onderscheidend onderwijsaanbod (Quality).
de ontwerper en bedenker van de matrix, Peter
V erschoor, ontwikkelde de ‘Meq Change matrix’. hier-
mee wilde hij scholen een overzichtelijk analyse-instru-
ment bieden waarmee ze alle processen in de school
op natuurlijke wijze met elkaar in verband konden
brengen. Een kapstok voor directies en besturen om
alle aspecten van de schoolorganisatie te volgen.
de drie resultaatgebieden worden vertaald naar de
persoonlijke dimensies. of dit nu het leiding geven aan
processen in één school betreft of op bovenschoolsni-
veau aan een groep van scholen.
de matrix is een goede onderlegger voor alle onder-
wijskundige organisatieprocessen. of het nu gaat over
het plannen van functioneringsgesprekken, persoon-
lijke ontwikkelingsplannen, kwaliteitszorginstrumenten,
cultuurveranderingsprocessen of de totale zorg op
bovenschools niveau.
Vijf vragen aan Peter Verschoor om zicht te krijgen op
de mogelijkheden van de matrix.
1. Waarom ontwikkelde u Meq Change?
willekeurig wat voor organisatie je voor ogen hebt,
naar mijn mening hebben ze alle aandacht (of zou-
den dat moeten hebben) voor de cultuur (mentali-
teit van hun medewerkers), de structuur (de effec-
tiviteit van de medewerkers in hun functioneren) en
het aanbod (de kwaliteit van de school). op basis
van deze drie aspecten, wilde ik een integrale aan-
pak ontwikkelen waarmee je op relatief eenvoudige
wijze de sterke en zwakke kanten van een school
helder kunt krijgen. Met behulp van de matrix kun
je complexe problemen vereenvoudigen en terug
brengen naar de basisessenties. Veranderingspro-
cessen worden daardoor beter beheersbaar en de
kans op succesvolle implementatie is veel groter.
2. Waarin onderscheidt de matrix zich in relatie
tot andere ontwikkelingsmodellen?
Naast dat het een eenvoudig analyse instrument
is, steken wij erop in dat de mentaliteit van de
betrokken mensen ook daadwerkelijk verandert in
het proces. Anderen borgen op papier waarbij on-
voldoende aandacht is voor gedragsverandering op
de werkvloer. wij realiseren duurzame verandering
door de mentaliteit (motivatie en betrokkenheid)
mee te nemen. dit wordt zichtbaar in de cultuur
van de organisatie.
3. Wie heeft het meeste baat met een derge-
lijke matrix?
de verantwoordelijke personen in de organisatie.
4. kunt u een praktisch voorbeeld geven van
een school die baat had bij het hanteren van
dit model?
Een school met een negatief imago had in de
afgelopen jaren behoorlijk wat geld en energie
gestoken om hun naam op te vijzelen. Toch leverde
tekst: paul de kloe
Pulse_PO_nr3_2010.indd 38 11-05-2010 16:51:50
pulse 39
MANAGEMENT & MoTIVATIE
resultaat
Meq Change staat borg voor een kwalitatief betere
school met een veranderingsgezinde, professionele
mentaliteit. Door commitment en ‘selfmanagement’
ontstaat een proces van continue kwaliteitsverbete-
ring. De op de behoeften van de mensen afgestemde
aanpak geeft ‘wij-gevoel’ en teamspirit.
www.pulseprimaironderwijs.nl/onderwijsontwikeling
Cultuur
Teambuilding
Motivatie Coach
Visie/ doelstelling
Identiteit
productiviteit Ontwikkeling
Competenties
Organisatie
effectiviteit
kwaliteit
Leiding
individu
Mentaliteit
organisatie-matrixdat niet meer leerlingen op. Met behulp van de
Meq matrix verbreedde het team haar inzicht in het
communicatieprobleem. het probleem zat ‘m niet
zo zeer in de communicatiemiddelen, maar meer in
het niet-effectief communiceren met hun omgeving
(effectiviteit) en voorts in het negatieve beeld dat
zijzelf hadden van hun school en dat onbewust
uitstraalden (mentaliteit). dit vormde de eerste
stap naar een resultaatgerichte verbetering van de
communicatie door eigen gedrag daarin mee te
nemen en de communicatieacties zodanig over het
schooljaar in te plannen dat de doelgroepen op
het juiste moment geïnformeerd worden, met meer
kans op positieve reacties en aanmeldingen.
5. Welke begeleiding kunnen scholen verwach-
ten, die gebruik willen maken van de matrix?
Waar kunnen ze meer informatie vinden?
Volledige maatwerk ondersteuning, waarbij de Meq
Change adviseurs zich opstellen als partners, die
zich vereenzelvigen met uw problemen en samen
met u tot oplossingen komen. Meer informatie? Zie
de website www.meqchange.nl. Hier kan men ook
contact opnemen met Meq Change.
Pulse_PO_nr3_2010.indd 39 11-05-2010 16:52:02
40 pulse
???????????
Bazalt en HCO introduceren singapore rekenen in nederland
rekenMethodegericht op
Meesterschaphet rommelt in het rekenonderwijs. Experts ruziën over de juiste aanpak. uitgevers komen met vernieuwde me-thoden waarin meestal van alle opvattingen wat wordt meegenomen. Voor de leraar is het nauwelijks nog te volgen. daar bovenop komt het verwijt dat de rekenpres-taties achteruit gaan.
Pulse_PO_nr3_2010.indd 40 11-05-2010 16:52:10
pulse 41
oNdErwIJSoNTwIKKELING
ofschoon deskundigen soms twijfelen aan de betrouw-
baarheid van de gegevens omdat ze vinden dat de
data niet te vergelijken zijn, blijkt uit het internationale
TIMSS-onderzoek dat Nederland sinds 2003 van de
43 onderzochte landen gezakt is van de vierde naar
de negende plaats. Vooral Aziatische landen doen het
goed. de ranglijst wordt aangevoerd door hongkong,
Singapore, Taiwan en Japan. opvallende stijgers zijn de
Verenigde Staten, Letland, Australië en vooral Engeland.
waar Nederland jarenlang een vrij onbedreigde positie
bovenin de top bekleedde, worden de prestaties door
steeds meer landen geëvenaard en voorbijgestreefd.
Beste elementen
Vooral de prestaties in Singapore spreken tot de
verbeelding. In 1982 introduceerde dit kleine en toen
nog zeer jonge staatje een nieuwe rekenmethode:
Singapore rekenen. de methode is gebaseerd op de
beste elementen van het rekenonderwijs in andere
landen, ook de internationale research naar effectief
rekenonderwijs is meegenomen. het gevolg was dat
de Singaporese leerlingen op de wereldranglijst al
snel stegen naar de eerste plaats. deze uitstekende
prestaties door de Singaporese leerlingen trok de
aandacht van beleidsmakers in landen als Australië en
de Verenigde Staten. En niet zonder resultaat: deze
landen scoren inmiddels veel beter.
de educatieve adviesbureaus Bazalt en hCo hebben
onlangs de Singapore-aanpak in Nederland geïntro-
duceerd. Zij komen zowel met een bewerking van de
Singapore-rekenmethode als met een scholing voor
leraren. In de scholing tot SG rekenprofessional leren
leerkrachten de bestanddelen van de speciale rekendi-
dactiek kennen. Zij kunnen die vervolgens toepassen in
hun eigen rekenonderwijs (ook als ze met een gewone
Nederlandse rekenmethode werken. de methode
is - onder de naam rekenwonders - afgestemd op de
Nederlandse kerndoelen. In augustus is het complete
materiaal voor groep 3 en 4 en het materiaal van groep
7 beschikbaar, het materiaal voor groep 1 en 2 is in ok-
tober beschikbaar. Van groep 5 en volgende verschijnt
het materiaal in het volgende schooljaar.
effectief
wat maakt Singapore rekenen zo anders en zo ef-
fectief? rekenwonders maakt consequent gebruik van
illustraties, waardoor leerlingen eerst op een visuele
manier naar problemen kijken voordat ze naar het ab-
scholing sg professional
singapore rekenen is gebaseerd op twee pijlers: veel aandacht
voor (1) getalbegrip en getalspositie en (2) de visualisatieme-
thode (als uitwerking van de 3 dimensionaal - 2 dimensionaal
- Mentaal aanpak). Zowel de methodeboekjes als de didactische
aanpak zijn ontwikkeld om leerlingen te helpen hun kennis van
wiskundige concepten te vergroten. De focus ligt op het wiskun-
dig redeneren en logisch denken. Leerlingen worden gestimu-
leerd om rekenopgaven te visualiseren en hun hoofdrekenvaar-
digheden te vergroten. Het is van groot belang dat leerkrachten
zich deze manier van rekenen eigen maken. Zij zijn immers zelf
aan andere oplossingsmethoden gewend. Doordat alles conse-
quent op dezelfde aanpak gebaseerd is, is het in betrekkelijk
korte tijd mogelijk de essenties van de singapore-didactiek te
begrijpen én te kunnen uitleggen.
De 3-2-M aanpak
Deze aanpak brengt leerlingen op een betekenisvolle wijze in
aanraking met rekenen en helpt hen om de stap van concreet
naar abstract rekenen te maken. Met deze aanpak leren leerlin-
gen wiskundige concepten begrijpen voordat ze de bijbehorende
‘regels’ of formuleringen aangeleerd krijgen. De aanpak bestaat
uit een aantal stadia:
- een concreet (3 dimensionaal) stadium: ‘doen’ - leerlingen ma-
ken aan de hand manipuleerbaar materiaal kennis met wiskun-
dige concepten.
- een visueel (2 dimensionaal) stadium: ‘zien’ - leerlingen krij-
gen rekenopgaven gepresenteerd in de vorm van afbeeldingen
en leren om zelf rekenopgaven schematisch tekenend weer te
geven (non-verbale representatie).
- een abstract Mentaal stadium: wanneer leerlingen de aange-
leerde concepten beheersen, gaan ze verder naar de mentale
fase, waarin alleen getallen en symbolen worden gebruikt. De
leerlingen lossen nu een en ander zonder hulpmiddelen of
schema’s innerlijk op.
Pulse_PO_nr3_2010.indd 41 11-05-2010 16:52:11
T (0118) 480880 I www.bazalt.nlT (070) 4482828 I www.hco.nl
In deze scholing leert elke leerkracht de geheimen kennen van de Singapore rekendidactiek. De geschoolde SG RekenProfessional kan de didactiek toepassen als aanvulling op elke rekenmethode.
De bestanddelen:systematisch ontwikkelen van getalbegrip en getalspositie •modeltekenen als aanpak voor de leerlingen om een rekenopgave zowel in kaart te kunnen brengen •als op te kunnen lossen aandacht voor begrijpen en weergeven van de opdracht, voor er met het oplossen begonnen wordt.•
In minder dan 20 uur de belangrijkste strategieën kennen van deze rekenaanpak. Met praktische follow-up bij het toepassen in de groep.
de Nederlandse bewerking van de internationaal volop geprezen Singapore •rekenaanpak;
met rekenboeken voor de leerling waarin heel de instructie van de •leerkracht is opgenomen;
concentrisch opbouw van kennis, inzicht en vaardigheden, waarin maar •een onderwerp tegelijk aan de orde komt;
waar gewerkt wordt met een bijzonder effectieve didactiek, die leerkrachten •zich snel eigen kunnen maken en die ervoor zorgt dat ze hun methode meer sturen dan volgen;
waar coöperatieve leerstrategieën goed worden ingezet;•
waar op basis van opgebouwd conceptueel begrip en oefenen beheersing •tot stand komt die – op de juiste wijze toegepast – leidt tot hogere leeropbrengsten.
SG RekenProfessional - de scholing
RekenWonders - de methode
www.singaporerekenen.nl
Meer weten? Ga naar:
of neem contact op met:
Pulse_PO_nr3_2010.indd 42 11-05-2010 16:52:13
pulse 43
oNdErwIJSoNTwIKKELING
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
stracte niveau gaan. ook onderscheidend is de consis-
tente focus op het oplossen van problemen, waarbij de
oplossingsstrategieën zeer gefaseerd worden aangebo-
den. Er is ook veel aandacht voor verhaalsommen om
diverse wiskunde onderwerpen aan elkaar te verbinden.
Een ander belangrijk verschil tussen Singapore reke-
nen en de gangbare rekenmethoden in Nederland is
het feit dat in deze methode de nadruk wordt gelegd
op het concept ‘meesterschap’. Elk jaar komt slechts
een beperkt aantal onderwerpen aan bod. hierdoor
beklijven de onderwerpen veel beter en ontstaat de
mogelijkheid dieper op de stof in te gaan. Veel metho-
den hebben de neiging om tientallen onderwerpen per
jaar te behandelen, wat resulteert in een leeromgeving
die weliswaar breed is, maar weinig diepgang kent.
rekenwonders bouwt elk jaar een laag op en bouwt
voort op wat eerder geleerd is. Als een leerling vast
komt te zitten, zal een leraar terug gaan naar een vorig
niveau, totdat de leerling de essentie van de stof be-
grijpt. het programma is heel precies en het vergt van
de leerkracht echt inzicht in de lesmethode.
de uitgekiende didactische strategieën zijn structureel
opgenomen in de Singapore-rekenboeken. het reken-
boek van de leerlingen laat precies zien wat de leraar
aan het uitleggen is en biedt vervolgens wat activiteiten
voor begeleid oefenen van het geleerde. de werkboeken
en hulpmaterialen zijn bedoeld voor het verder ontwik-
kelen van aangeleerde vaardigheden. Ze bevatten een
grote verscheidenheid aan opgaven en leerlingen moeten
gebruik maken van de nieuw verworven vaardigheden
om de opgaven te kunnen oplossen.
de aanpak kent een ‘gelaagde’ opbouw van concepten
die voortborduren op eerder onderwezen concepten. wat
geleerd is, hoeft niet opnieuw onderwezen te worden.
Alle concepten worden in volgende leerjaren uitgebouwd
en behandeld op een hoger niveau. op die manier krijgen
leerlingen de stof goed onder de knie. de nadruk ligt niet
op het uit het hoofd leren, maar op het ontwikkelen van
denkvaardigheden en op het effectief reflecteren over
de eigen denkprocessen. om te kunnen differentiëren
is er een apart ‘extra’ boek voor verrijking en voor extra
oefenstof. Er zijn ook bijpassende testboekjes.
Onderzoek
Met name in de Verenigde Staten is onderzoek gedaan
naar de effectiviteit van de Singapore-methode. de con-
clusie is dat de methode een belangrijke bijdrage kan
leveren aan de kwaliteit van het rekenonderwijs. Toch
geldt er wel en belangrijke kanttekening. de methode
teken-rekenmodel
Het strookmodel is een specifieke variant van algemene teken-
modellen die gehanteerd kunnen worden om rekenproblemen
op te lossen. Het succes van het strookmodel schuilt voorname-
lijk in het feit dat de singapore-aanpak leerlingen deze aanpak
consistent en zeer gestructureerd aanleert. Leerlingen weten
zodoende welk model ze kunnen tekenen. Dit is een groot voor-
deel, zeker gezien het feit dat het strookmodel ingezet kan bij
het oplossen van velerlei rekenproblemen, waaronder opgaven
waaraan verhoudingen, deel-geheelsommen, breuken en ver-
gelijkingen ten grondslag liggen.
Voorbeeld:
een bakkersbedrijf maakte
300 taarten. Daarvan werd
3/4 verkocht aan bakke-
rijen in de buurt. 1/3 van
wat overbleef werd later
door klanten opgehaald.
Hoeveel taarten bleven er
die dag over?
Het strookmodel maakt gegevens visueel en brengt orde aan in de
informatie die de leerling wordt gepresenteerd. Het communiceert
hierdoor grafisch met de leerling en laat zien hoe die informatie
gebruikt dient te worden om een probleem op te lossen.
300
?
is alleen succesvol als leraren voldoende vertrouwd zijn
met de nieuwe didactische strategieën. Scholen die
alleen met de Singapore-boekjes werken, zien geen
of slechts een geringe vooruitgang van de rekenpres-
taties. Scholen waar de leraren getraind worden in de
Singapore-rekendidactiek boeken een behoorlijke tot
erg grote toename van de rekenprestaties van hun
leerlingen. Meer informatie: www.bazalt.nl, www.hco.nl,
www.marshallcavendish.com/education, www.greatsour-
ce.com/singaporemath en www.singaporemath.com
T (0118) 480880 I www.bazalt.nlT (070) 4482828 I www.hco.nl
In deze scholing leert elke leerkracht de geheimen kennen van de Singapore rekendidactiek. De geschoolde SG RekenProfessional kan de didactiek toepassen als aanvulling op elke rekenmethode.
De bestanddelen:systematisch ontwikkelen van getalbegrip en getalspositie •modeltekenen als aanpak voor de leerlingen om een rekenopgave zowel in kaart te kunnen brengen •als op te kunnen lossen aandacht voor begrijpen en weergeven van de opdracht, voor er met het oplossen begonnen wordt.•
In minder dan 20 uur de belangrijkste strategieën kennen van deze rekenaanpak. Met praktische follow-up bij het toepassen in de groep.
de Nederlandse bewerking van de internationaal volop geprezen Singapore •rekenaanpak;
met rekenboeken voor de leerling waarin heel de instructie van de •leerkracht is opgenomen;
concentrisch opbouw van kennis, inzicht en vaardigheden, waarin maar •een onderwerp tegelijk aan de orde komt;
waar gewerkt wordt met een bijzonder effectieve didactiek, die leerkrachten •zich snel eigen kunnen maken en die ervoor zorgt dat ze hun methode meer sturen dan volgen;
waar coöperatieve leerstrategieën goed worden ingezet;•
waar op basis van opgebouwd conceptueel begrip en oefenen beheersing •tot stand komt die – op de juiste wijze toegepast – leidt tot hogere leeropbrengsten.
SG RekenProfessional - de scholing
RekenWonders - de methode
www.singaporerekenen.nl
Meer weten? Ga naar:
of neem contact op met:
Pulse_PO_nr3_2010.indd 43 11-05-2010 16:52:14
44 pulse
Het kan heel eenvoudig. Wie durft?
Minder en effectiever vergaderenop katholieke basisschool de duiventil in hoorn weten ze het inmiddels hoe het moet, want daar is het vergaderen anderhalf jaar geleden afgeschaft. Schooldirecteur Jaap Muurling, reeds twintig jaar actief in deze functie, had er schoon genoeg van. Teveel rompslomp en te weinig effectieve inzet van de beschikbare mensen en middelen. Nou ja, het overleg is niet afgeschaft, het plenair vergaderen is afgeschaft. Te vaak kwam het voor dat het gros van de leerkrachten er voor spek en bonen bijzat.
Muurling heeft de oplossing gevonden in
‘miniteams’: kleine, kortdurende overlegjes
over een concreet thema. directeur en
leerkrachten roemen de voordelen: de be-
trokkenheid van de leerkrachten is groter
en ze tonen meer initiatief. Er zijn geen
notulen na afloop, wel wordt een actie- of
besluitenlijst gemaakt.
Goed vergaderen in het onderwijs is geen
sinecure. hoe het komt is niet echt onder-
zocht, maar veel leerkrachten blijken de
elementaire gedragsregels van het verga-
deren aan hun laars te lappen. het volgen
van de agenda is een groot probleem, net
als het accepteren dat ze niet allemaal
voorzitter kunnen zijn, laat staan dat ze
dulden dat ze niet overal over mee mogen
beslissen.
ofschoon vrijwel iedereen, zowel leerkrach-
ten als ‘gewone’ werknemers, vindt dat
er teveel vergaderd wordt (minimaal een
kwart van onze tijd besteden we aan ver-
gaderen) gaat toch iedereen trouw naar de
vergaderingen toe. Niet doen! Stop ermee.
Maak zoals Muurling zegt functionele mini-
teams. doe eens gek. Ga staand vergade-
ren. Ga buiten op een bankje zitten en zeg
dat het overleg maar een kwartiertje mag
duren. Je zult zien dat het lukt. Vergader
ook eens zonder agenda. dat stimuleert de
creativiteit, inzet en betrokkenheid van de
deelnemers. Stop na vijf minuten als blijkt
dat er niets te melden of te bespreken is.
dat gaat natuurlijk allemaal veel makkelijker
als er geen uitgebreide convocatie (wat
een woord!) aan vooraf is gegaan.
nog een paar nuttige tips:
•Nuttigzijnvergaderingenominformatie
uit te wisselen, problemen op te lossen,
beslissingen te nemen en feedback te
geven. Niet nuttig zijn vergaderingen
om orders te geven of standpunten naar
voren te brengen. Bedenk daarom vooraf
het doel van de vergadering aan de hand
van vragen als: waarom is deze verga-
dering gepland? wat wil ik of willen wij
met deze vergadering bereiken? wat zou
er gebeuren als we deze vergadering
niet houden?
•Vergaderingenkunnengebruiktwor-
den voor informatievoorziening, maar
dit hoeft niet altijd de meest efficiënte
manier te zijn. overdracht van informatie
kan ook – en mogelijk nog beter – via
diverse andere wegen gebeuren.
• Besefdatnietiedereenopde(hele)
vergadering aanwezig hoeft te zijn. Laat
iedereen zelf bepalen of het nuttig voor
hem/haar is.
•Ombesluitentenemen
is een aantal van 5-7
personen werkbaar,
met meer dan acht
personen wordt
het lastig.
• Slaalshet
even kan
standaard
agenda-
punten
over als:
naar aan-
leiding van
het verslag,
rondvraag en
w.V.T.T.K.. Vaak lok-
ken deze punten
langdurige ver-
handelingen en
Pulse_PO_nr3_2010.indd 44 11-05-2010 16:52:19
pulse 45
SoCIALE VAArdIGhEdEN
discussies uit. Mochten de onderwerpen
belangrijk genoeg zijn, zet ze dan weer
op de agenda.
• Zorgvoordoelstellingenvooraf(zodat
eenieder zich goed kan voorbereiden)
en presenteer concrete actiepunten en
conclusies aan het eind. Bijvoorbeeld op
de flipover.
•Geefnooitlouterinformatieterkennis-
neming. wees duidelijk. wat voor actie
moet er op worden ondernomen. wordt
het stuk behandeld? hoe moet iedereen
zich voorbereiden?
•Heelmoeilijk,maarbewaakdestruc-
tuur van de vergadering ‘als het ware
als een doel op zich’. Goede voorzitters
zijn niet altijd even vriendelijk, maar wel
heel duidelijk. Soms zelfs een beetje
kort door de bocht. hun doel komt niet
per definitie overeen met de belangen
van de deelnemers. Zij moeten ervoor
zorgen dat de onderwerpen in volgorde
van belangrijkheid worden behandeld en
dat iedereen aan bod komt.
•Vergadernietlangeranderhalfuur.Het
is bewezen dat de aandacht dan heel
erg verslapt.
•Nietiedereenhoeftoverigensaanhet
woord te komen. Als vrijwel iedereen het
met elkaar eens is, kan alleen de ‘tegen-
stemmer’ gevraagd worden om te rea-
geren. durf als voorzitter het initiatief te
nemen voor deze overlegvorm te kiezen.
• Zorgvooreenslagvaardigeeninspire-
rende vergadercultuur. wissel discussies
af met andere gespreksvormen. Een pre-
sentatie (van de belangrijkste standpun-
ten) door een van de aanwezigen werkt
vaak prima.
• Kieseensvooreenanderelocatie,een
andere voorzitter, een andere tijd of een
andere inleider (vooral sprekers die niet
vaak op de voorgrond treden zijn hier
zeer geschikt voor).
•Geefiedereendemogelijkheidzijnzegje
te doen. Echter, niet iedere medewer-
ker spreekt zich makkelijk uit. de
meningen van bepaalde personen
kunnen overheersen en die van
andere personen blijven onderbe-
licht. om meningen te peilen, ideeën
te verzamelen, e.d. kunnen ook
andere methoden worden
ingezet. Meningen of
ideeën kunnen bijvoorbeeld
vooraf per email gepeild
worden.
•Letalsvoorzittervooral
op de lichaamstaal van de
deelnemers. Zijn ze nog alert?
Zijn er personen die graag wat willen
zeggen, maar er niet goed tussen
komen? Is men boos?
Teveel vergaderen is e' e' n van de meest gehoorde klachten in het onderwijs
overbelasting
‘Vergaderingen leveren een sub-
stantiële bijdrage aan de (over)
belasting van leraren en school-
leiders. schoolleiders besteden
vaak de helft of meer van hun
werktijd aan vergaderen. ‘niets
aan de hand, dat is hun werk’,
kan men zeggen. Maar wat te
denken van het feit dat tal van
leraren tenminste een derde van
hun werktijd buiten de lesuren
doorbrengen in werkgroepen,
projectgroepen, commissies, ver-
gaderingen van klasseleraren,
medezeggenschapsraden en der-
gelijke? Al dit samenzijn kost niet
alleen veel tijd, maar ook veel
energie. slagvaardiger en doel-
matiger vergaderen kan helpen
overbelasting en demotivatie in
het onderwijs terug te dringen.’
Fragment uit het artikel van Wilbert de
Vree dat eerder verschenen is in het
VVO Magazine.
•InAmerikazeergebruikelijkmaarinNe-
derland als ‘middel’ misschien wel wat te
weinig ingezet: zorg voor een ontspan-
nen, energieke sfeer. Een Amerikaans
citaat: ‘onderschat nooit de kracht van
eten tijdens een vergadering. Voedsel
verlicht de sfeer, het zorgt er voor dat
mensen zich comfortabel voelen en
wekt positieve energie op. Samen eten
versterkt de teamgedachte.’
www.pulseprimaironderwijs.nl/socialevaardigheden
Pulse_PO_nr3_2010.indd 45 11-05-2010 16:52:23
Volgens Bartjens...Blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen op het gebied van reken-wiskunde-onderwijs op de basisschool en abonneer u nu op Volgens Bartjens...!
Volgens Bartjens… is het
verenigingsvakblad van de
NVORWO.
Meer informatie vindt u
op www.nvorwo.nl.
Stuur deze bon in en profiteer van een aantrekkelijke kennismakingskorting!
Volgens Bartjens... is het enige tijdschrift voor reken-en wiskunde-onderwijs in de basisschool. Het tijdschrift is een informatie- en inspiratiebron voor de praktijk in de basisschool. Leden van Volgens Bartjens... krijgen naast 5 nummers per jaar, volledig toegang tot www.volgens-bartjens.nl. Deze website vormt een waardevolle aanvulling op het tijdschrift. U vindt er onder andere antwoorden op de puzzels uit het tijdschrift, u kunt er artikelen opzoeken en ervaringen uitwisselen.
Volgens Bartjens... biedt:Ideeën voor rekenlessen• Lesmateriaal• Praktijktips en lesverslagen• Didactische vernieuwingen • Puzzels en spelletjes voor leerlingen•
tijdschrift voor reken-wiskunde-onderwijs
JA, ik maak gebruik van deze kennismakingskorting en ontvang als basisschool Volgens Bartjens... het eerste jaar voor maar d 45,- (normale prijs d 51,50)
Het abonnement geldt tot wederopzegging. Voor het abonnementsgeld ontvangt u een factuur.
Stuur deze bon in een ongefrankeerde envelop naar:Koninklijke Van Gorcum BV - AbonnementenadministratieAntwoordnummer 3 - 9400 VB Assen
VolgensVolgens Bartjens... Bartjens...VolgensVolgens Bartjens...VolgensVolgens
is het enige tijdschrift voor reken-en wiskunde-is het enige tijdschrift voor reken-en wiskunde-onderwijs in de basisschool. Het tijdschrift is een informatie- en onderwijs in de basisschool. Het tijdschrift is een informatie- en
voor reken-wiskunde-onderwijs voor reken-wiskunde-onderwijs
School
Naam dhr. / mevr.
Adres
Postcode/ Plaats
E-mail e-mail nieuwsbrief? ja / nee
Nu met aantrekkelijke kennismakingskorting!
Pulse_PO_nr3_2010.indd 46 11-05-2010 16:52:24
pulse 47
FINANCIEEL MANAGEMENT
Basisscholen geven rijksgeld niet goed uit
Scholen moeten onterecht ontvangen gelden terugbetalen
Meer geld voor onderwijs
Basisscholen besteden geld dat ze van het
rijk krijgen aan schoolgebouwen. Sinds
2006 mag dat niet meer, maar scholen
krijgen van de gemeente niet altijd het
geld dat ze nodig menen te hebben. dat
heeft minister André rouvoet (onderwijs)
geschreven aan de Tweede Kamer. Scholen
geven de helft van het rijksgeld uit aan
huisvesting van schoolbesturen, een kwart
gaat naar nieuwbouw en nog eens een
kwart naar verbouwingen. uit onderzoek
van de Inspectie van het onderwijs is
gebleken dat in 2006 basisscholen 28
miljoen in huisvesting staken, in 2007 was
dat ruim 32 miljoen. Van die investeringen
kwam zestig procent uit de bekostiging
door het rijk. Scholen mogen dit geld
alleen maar uitgeven aan personeel en
lesmateriaal, maar het ministerie kondigde
al eerder aan niet meteen geld terug te
gaan vragen. Volgens de wet moeten
gemeenten zorgen voor adequate huisves-
ting, maar het is nog maar de vraag of de
regels die de gemeenten hanteren daarin
wel voorzien. daar komt nog eens bij dat
gemeenten een bedrag van 330 miljoen
euro dat is bedoeld voor schoolgebouwen
op de plank laten liggen. het ministerie
van Binnenlandse Zaken is nog aan het
uitzoeken hoe dit komt.
Scholen die door eigen fouten te veel
subsidie hebben ontvangen, moeten
het geld terugbetalen. dat zei demis-
sionair minister André rouvoet (on-
derwijs) in een reactie op het jaar-
verslag van de onderwijsinspectie,
dat begin april is verschenen. daarin
staat dat basisscholen 28 miljoen
euro ten onrechte hebben ontvan-
gen, omdat ze bijvoorbeeld meer
leerlingen opgaven dan er werkelijk
waren. In de meeste gevallen (26
miljoen euro) hadden de scholen te
veel leerlinggewicht aan de kinderen
‘gehangen’. Ze krijgen namelijk extra
geld voor een kind van laagopgeleide
ouders. het resterende bedrag was
voor de onjuiste aantallen. de scho-
len werden eerder al per brief hierop
geattendeerd. Nu gaat er opnieuw
een brief uit. het aantal fouten is
verdubbeld ten opzichte van een jaar
eerder, meldde de inspectie. In 2008
ging het om ruim vijftien miljoen euro
dat te veel is uitgekeerd. uit de ge-
gevens blijkt dat besturen van meer
dan tien scholen het beter doen dan
besturen die aan minder scholen lei-
ding geven.
het Innovatieplatform, een denktank onder aanvoering van premier Jan Peter
Balkenende, wil dat de komende jaren fors meer geld wordt gestoken in onderwijs en
onderzoek. dat bedrag moet geleidelijk oplopen tot er in 2020 zo’n zes miljard euro
per jaar meer beschikbaar is. dit staat in een rapport, dat onlangs is gepresenteerd.
het platform vindt dat Nederland de ambitie moet hebben om
tot de top vijf van de wereld te behoren als het gaat om de
kenniseconomie. op een ranglijst, die de concurrentiekracht van
landen weergeeft, is Nederland vorig jaar gedaald van een acht-
ste naar een tiende plaats. Voorzitter Alexander rinnooy Kan van
de Sociaal-Economische raad maakt deel uit van de werkgroep.
hij vindt dat de staatsschuld gesaneerd moet worden zonder te
bezuinigen op de ‘motor van de economie’, dus ‘niet op onder-
wijs, kennis, onderzoek en innovatie’.
Leraren in het basisonderwijs moeten nog erg wennen aan de veranderingen in de
salarisschalen. Volgens Eddy oudshoorn, lid van de GMr van Conexus in Nijmegen
(een groep van bijna 30 scholen), is het vooral zaak dat goed gecommuniceerd
wordt waarom de ene persoon wel in een hogere schaal valt en de andere persoon
niet. In het basisonderwijs wordt geaccepteerd dat directeuren een hoger salaris
ontvangen. door de invoering van de functiemix, een afspraak tussen vakbonden en
ministerie, komt er echter meer geld beschikbaar. dat geld kan worden ingezet om
op bijna elke basisschool een of meer leerkrachten naar een hogere schaal te laten
doorstromen. het gevolg is dat de ene leraar in schaal LA valt en de ander in LB.
Volgens oudshoorn moeten de criteria helder zijn. wie er langer werkt hoeft niet per
se een hoger salaris te krijgen. Voor meer informatie, www.profnews.nl
Functiemix roept vragen op
Volgens Bartjens...Blijf op de hoogte van alle ontwikkelingen op het gebied van reken-wiskunde-onderwijs op de basisschool en abonneer u nu op Volgens Bartjens...!
Volgens Bartjens… is het
verenigingsvakblad van de
NVORWO.
Meer informatie vindt u
op www.nvorwo.nl.
Stuur deze bon in en profiteer van een aantrekkelijke kennismakingskorting!
Volgens Bartjens... is het enige tijdschrift voor reken-en wiskunde-onderwijs in de basisschool. Het tijdschrift is een informatie- en inspiratiebron voor de praktijk in de basisschool. Leden van Volgens Bartjens... krijgen naast 5 nummers per jaar, volledig toegang tot www.volgens-bartjens.nl. Deze website vormt een waardevolle aanvulling op het tijdschrift. U vindt er onder andere antwoorden op de puzzels uit het tijdschrift, u kunt er artikelen opzoeken en ervaringen uitwisselen.
Volgens Bartjens... biedt:Ideeën voor rekenlessen• Lesmateriaal• Praktijktips en lesverslagen• Didactische vernieuwingen • Puzzels en spelletjes voor leerlingen•
tijdschrift voor reken-wiskunde-onderwijs
JA, ik maak gebruik van deze kennismakingskorting en ontvang als basisschool Volgens Bartjens... het eerste jaar voor maar d 45,- (normale prijs d 51,50)
Het abonnement geldt tot wederopzegging. Voor het abonnementsgeld ontvangt u een factuur.
Stuur deze bon in een ongefrankeerde envelop naar:Koninklijke Van Gorcum BV - AbonnementenadministratieAntwoordnummer 3 - 9400 VB Assen
School
Naam dhr. / mevr.
Adres
Postcode/ Plaats
E-mail e-mail nieuwsbrief? ja / nee
Nu met aantrekkelijke kennismakingskorting!
Pulse_PO_nr3_2010.indd 47 11-05-2010 16:52:26
48 pulse
ProduCTEN EN dIENSTEN
het nieuwe werken staat synoniem voor in-
novatieve manieren van werken, werkvormen
die organisaties nieuwe kansen bieden om
zich te onderscheiden. Tegelijkertijd is er
nog weinig concreet bewijs dat deze nieuwe
werkvormen ook daadwerkelijk vruchten af-
werpen. Belangrijke vragen rond betekenis,
nut en noodzaak van het nieuwe werken ble-
ven tot voor kort onbeantwoord. Betrouwba-
re informatie over de impact van het nieuwe
werken op de bedrijfsvoering en de concrete
bijdrage aan het bedrijfsresultaat ontbrak.
daarin brengt dit boek nu verandering.
Auteurs: Ruurd Baane, Patrick Houtkamp en
Marcel Knotter
ISBN: 9789023245858
Prijs: € 29,75
Vrouwelijk talent werkt…
HeT nIeuWe Werken
de Brede School Toolkit is een praktisch hulpmiddel voor de coördinator om Brede
Schoolactiviteiten te structureren. de cd-rom bevat verschillende formulieren die
gebruikt kunnen worden bij de organisatie van activiteiten. de Toolkit bestaat uit for-
mulieren die ondersteuning bieden bij absentie/ongevallen, beoordeling/evaluatie,
formaliteiten en lesvoorbereiding. Alle formulieren zijn in PdF en als worddocument
beschikbaar, zodat u ze kunt aanpassen aan uw eigen situatie. de Toolkit is bedoeld
om ideeën op te doen en handvatten te geven en is vooral handig voor scholen die
op zoek zijn naar een organisatorisch kader voor de Brede School.
wordt in Nederland het talent van vrouwen voldoende benut? waar doen zich nog obstakels voor,
waar kan het beter? En hoe kunnen we, in een wereld van competitie en nadruk op individuele pres-
taties, het werk van mannen en vrouwen zo organiseren dat er tijd blijft voor ouderschap, zorg en
een leven naast het werk?
Man-vrouwverhoudingen zijn in transitie. Nederland bevindt zich ergens tussen traditionaliteit en moder-
niteit: een moderne samenleving, maar met een nog onmiskenbare patriarchale onderstroom. om de
economische groei ook in de toekomst mogelijk te maken kunnen we (vrouwelijk) talent niet laten lopen.
Maar hoe staat het met de realiteit van alledag? Een optimaal gebruik van vrouwelijk talent kent nog
een aantal obstakels. op het niveau van de samenleving als geheel, binnen arbeidsorganisaties, bin-
nen huishoudens en binnen mindsets en attituden van personen. dit boek wil zich niet tot analyses
beperken, maar geeft aan het eind van ieder hoofdstuk praktische adviezen hoe het beter kan.
Auteur: Anneke van Doorne-Huiskes
ISBN : 9789023246398
Prijs: € 26,75
Basisbegrippen wis- en natuurkunde verbazingwekkend eenvoudig uitgelegd
het Verre oosten en zeker landen als Singapore timmeren stevig aan de weg als het
gaat om innovatieve leermiddelen. Zo heeft AmazingEdu, producent van wereldwijd
toegepaste simulatiesoftware, onlangs een programma op de markt gebracht voor
de vakken wis- en natuurkunde. Vanaf 9 jaar kunnen leerlingen met de interactieve
oefeningen aan de slag. Meer dan duizend animaties maken theorie en praktijk stap
voor stap duidelijk. onderzoek heeft uitgewezen dat
leerlingen hierdoor een positieve attitude ontwikkelen
ten aanzien van de exacte vakken. hoewel het pro-
gramma nu nog alleen in het Engels verkrijgbaar is, zal
er tegen het einde van het jaar een complete Neder-
landse versie beschikbaar zijn. de bestanden zijn te
downloaden via de site van de onderwijswerkGroep.
Voor meer informatie, www.owg.nl
CeD Groep brengt Brede school Toolkit op de markt
Pulse_PO_nr3_2010.indd 48 11-05-2010 16:52:28
pulse 49
TrAINING & AdVIES
kinderen leren zingend een
vreemde taal!Goed onderwijs, goed bestuur: dilemma’s bij implementatie
hoe geeft u vorm aan effectief lees-
onderwijs in groep 3 en hoe voorkomt
u leesuitval? Met deze cursus krijgt u
handvatten om zelf in de praktijk ef-
fectief uw leesonderwijs in groep 3 te
verbeteren. de cursus is gerelateerd
aan de inhoud van nieuwe Proto-
col Leesproblemen en dyslexie voor
groep 3. de cursus start in september.
Inschrijven is mogelijk tot 12 augustus.
Voor meer informatie: Tineke Bordewijk,
e-mail: [email protected]
Coördinator jonge kind in het primair onderwijs
Hoe verbeter ik mijn aanvankelijk
technisch leesonderwijs?
Groep 1 tot 5, maar ook leerlingen in de
bovenbouw leren op een speelse ma-
nier de basisvaardigheden Engels, Frans,
Spaans, duits óf Italiaans met de songs,
raps, drama en rhymes van The Language
Factory. Volgens de samenstellers kunnen
leerkrachten deze methode probleemloos
inpassen in hun dagelijkse planning. Leer-
lingen leren de taal begrijpen door de oe-
fening, herhaling en bewegingen. ook ont-
wikkelen zij ‘als vanzelf’ de juiste uitspraak.
op de werkbladen (handboek en op cd-
rom) komen vanaf groep 4 ook lezen en
schrijven aan bod. www.schoolsupport.nl
In 2010 wordt de nieuwe wet ‘Goed
onderwijs, goed bestuur’ van kracht.
deze wet heeft gevolgen voor de
praktijk van toezicht houden en
besturen in het primair en voortge-
zet onderwijs. welk bestuursmo-
del scholen ook kiezen, de nieuwe
wet roept veel vraagtekens op. CPS
biedt de conferentie ‘Governance:
Goed bestuur, goed onderwijs’ aan
om besturen te ondersteunen bij de
dilemma’s waarvoor ze gesteld wor-
den. Er is speciale aandacht voor de
invulling van de rol van de (intern)
toezichthouder. dit congres wil ken-
nis en inzicht bieden op de meest
voorkomende vragen rondom de
nieuwe wetgeving, de wijze waarop
modellen vormgegeven kunnen wor-
den en de manier waarop er in de
praktijk mee gewerkt kan worden. de
conferentie is bedoeld voor leiding-
gevenden en besturen in het primair
en voortgezet onderwijs. datum: 15
juni 2010. Locatie: Amersfoort. Voor
meer informatie, [email protected]
de opleiding heeft als doel de deskundigheid in het omgaan met jonge kinderen
te verbeteren, met name als het gaat om achterstanden. Een extra impuls voor de
pedagogisch didactische inrichting van de onderbouw, zo mogelijk in aansluiting op
de voorschoolse periode. de opleiding Coördinator Jonge Kind/VVE wil ertoe bijdra-
gen dat coördinatoren onderbouw niet alleen zorg kunnen dragen voor de verbetering
van het onderwijs in de eigen school, maar dat zij ook in staat zijn verbindingen en
contacten te leggen naar het peuterspeelzaalwerk. Afhankelijk van de aanmelding wor-
den de cursussen aangeboden in Leiden (hogeschool Leiden) of rotterdam (Pabo
Thomas More). de data zijn in overleg met de betrokkenen. Voor meer informatie,
AgendaDatum naam Doelgroep prijs plaats Informatie
15 juni Amersfoort www.cps.nl
16 juni utrecht www.poraad.nl
18 juni utrecht www.co-actief.nl
3 sept Leerkrachten € 159,- Ede www.kijkenenkiezen.nl
8 sept rotterdam www.cedgroep.nl
Conferentie ‘Governance:
Goed bestuur, goed onderwijs’
Congres harmonisatie
voorschoolse voorzieningen
Trainingsdag ‘Laat je lichaam
spreken’
Basistraining Kijken en Kiezen
Conferentie opbrengstgericht
werken
Leidinggevenden en besturen in het
primair en voortgezet onderwijs
o.a. schoolbesturen, managers in de
kinderopvang, directies basisonderwijs
Iedereen die zijn non-verbale
communicatie wil verbeteren
o.a. leerkrachten, intern begeleiders en
schoolleiders in het primair onderwijs
particulier € 225,-/
zakelijk € 375,-
Pulse_PO_nr3_2010.indd 49 11-05-2010 16:52:29
50 pulse
CoLuMN
Daar kom je nu mee!
CoLuMN
klant·vrien·de·lijk: rekening houdend met, inspelend op de wensen van de klant
zelf·re·flec·tie: het nadenken over het eigen doen en laten
Toch wel handig, zo’n abonnement op de digitale Van dale. Even inloggen en je
weet hoe het zit. En dat voor slechts vier euro per maand. Bovendien wordt het
woordenboek doorlopend geactualiseerd. En het leuke is: je kunt je ook abonne-
ren op Nederlands-Engels, Engels-Nederlands en ga zo maar door. Misschien een
tip voor juf Koosje?
heb ik er belang bij reclame te maken voor de digitale dikke? Geenszins,
alhoewel… Als ik me niet vergis, heeft de gemiddelde Nederlander een actieve
woordenschat van ongeveer tweeduizend woorden. ‘Klantvriendelijk’ en ‘zelfre-
flectie’ maken daar vast niet bij iedereen deel van uit, al zou je verwachten dat
mensen in het onderwijs een ruimere vocabulaire hebben dan Jan met de pet.
Maar juf Koosje – een fictieve naam, dat zult u begrijpen – kent de betekenis van
deze beide woorden niet of – waarschijnlijker – wil ze niet kennen.
Een meisje uit groep acht stort zich thuis op haar huiswerk Engels. haar moeder
werpt een vluchtige blik op de opdracht en ontwaart een fout. Ze kijkt wat beter en
wat blijkt? Nog een. Lichte ergernis maakt zich van haar meester. ’s Avonds, als haar
man thuis is, gaan ze er samen eens goed voor zitten. de kleine opgave blijkt maar
liefst tien fouten te bevatten. dit is niet best. ’s ochtends voor het naar school gaan,
krijgt dochterlief het verzoek juf Koosje te attenderen op de fouten in de opgaven.
“Maar”, zo drukt haar moeder haar op het hart, “doe je verhaal niet in je eentje. Ga
met een paar kinderen naar de juf toe en zeg dat jullie allemaal hebben gemerkt dat
er veel fouten in de opdracht staan. want anders ben jíj straks de gebeten hond.”
Zo gezegd, zo gedaan. Juf Koosje hoort van de kritiek. wordt zij vervolgens over-
mand door gevoelens van deemoed (nederige onderworpenheid, aldus Van dale)?
Gaat ze door het stof en put ze zich uit in verontschuldigingen? Allerminst. Ze bijt
het meisje toe: “daar kom je nú mee, net voor het proefwerk!” Later blijkt dat de
opdracht al voor het derde jaar wordt gebruikt. Niemand die de fouten opmerkte.
drie jaar op rij zette de school de kinderen van groep 8 op het verkeerde pad.
uiteindelijk kwam er toch nog iets uit de mond van juf Koosje dat het midden hield
tussen een excuus en een verklaring. het had te maken met de spellingscontrole.
die deed het niet omdat de tekst in tabellen stond.
Zoiets.
Als de leerkracht moet worden gecorrigeerd
door de leerling, zijn we ver verwijderd van
goed onderwijs. Er zit maar één ding op: de
stof beheersen en boven de materie staan.
dus misschien dus toch maar weer terug,
de schoolbanken in…?
Colofonpulse primair OnderwijsMagazine voor schoolont-wikkeling en kwaliteitszorg verschijnt zes maal per jaar en wordt in een oplage van x exemplaren gratis verspreid onder basisschooldirecteuren en bovenschoolse managers in Nederland.
uITGeVerKoninklijke Van GorcumPostbus 43, 9400 AA AssenT. 0592 - 379 571F. 0592 - 379 552E. [email protected]. www.vangorcum.nl
reDACTIeFrank Stienissen (hoofdredactie), Lieke van Zuilekom, Anne Mieke de Groot, Martin van rooij Stienissen Media Postbus 325550 AAValkenswaardT. 040 - 207 11 66F. 040 - 207 11 60E. [email protected]
AAn DIT nuMMer WerkTen Mee:Cees Bos, Marrigje de Bok, Paul de Kloe en Sandra Koot
ArT DIreCTOr/VOrMGeVerSacha Vercoelendana van Veen
FOTOGrAFIeStienissen Media
ADVerTenTIe-expLOITATIeAcquire Media, ZwolleT. 038 - 460 63 84F. 038 - 460 63 [email protected]
DrukKoninklijke Van Gorcum
©2010, Koninklijke van Gorcum, AssenAlle auteursrechten ten aanzien van de inhoud van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden.
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
Martin van Rooij
WAT IS JEMJEM gaat vooral over mensen. Mensen die iets bijzonders hebben met het onderwijs, die betrokken zijn.
Leerkrachten met passie voor kinderen en school. Jij bent JEM, samen met alle andere ju� en en meesters
van Nederland. JEM gaat over jullie talenten en hobby’s, jullie vriendschappen en liefdes. JEM besteedt aandacht aan dat wat jullie
belangrijk vinden, wat jullie drijft en wat jullie interessant vinden. JEM gaat over die dingen die het onderwijsvak zo ontzettend leuk
maken, maar ook wel eens lastig. Serieuze onderwerpen gaan we niet uit de weg. En, JEM is nooit belerend, wel informatief.
JEM laat de vrouw en de man zien achter de leerkracht.
‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk voor het zinken van de Titanic’
Ouders geven hun mening
Groep 9 zinvol?
FILOSOFEREN KUN JE LEREN
‘ Van slavenblues tot housemuziek’
Meester Jon van den Elsen is een van de Hippe Gasten
InfobesitasEEN NIEUWE ZIEKTE?
EN OOK NOG: DE LEUKSTE SPEELTUINEN | SCHIP AHOI! | NAAR BUITEN MET DE KLAS
voorlees-verhalen!
PAGINA’S16EXTRA!
INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS| NR 4 | ADVIESPRIJS €5,95 |
| NR
4 | JA
AR
GA
NG
1 | | F
ILOS
OF
ER
EN
KU
N JE
LE
RE
N | JO
N V
AN
DE
N E
LS
EN
, VA
N H
IPP
E G
AS
TE
N | IN
FO
BE
SIT
AS
, EE
N N
IEU
WE
ZIE
KT
E? | G
RO
EP
9 Z
INV
OL? | A
DV
IES
PR
IJS €
5,9
5 |
www.jemmagazine.nl
voor het zinken van de Titanic’‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk voor het zinken van de Titanic’‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk
Ouders geven hun mening
Groep 9 zinvol?
‘ Van slavenblues tot housemuziek’
Meester Jon van den Elsen is een van de Hippe Gasten
InfobesitasEEN NIEUWE ZIEKTE?
EN OOK NOG:
voorlees-verhalen!verhalen!verhalen!
PAGINA’S161616voorlees-16voorlees-16EXTRA! EXTRA! EXTRA!
INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS| NR 4 | ADVIESPRIJS €5,95 |
www.jemmagazine.nl
JM04P01COVER DEF.indd 1 27-04-2010 09:33:51
Naam Voornaam
Adres
Postcode Woonplaats
Geboortedatum M VTelefoon
E-mailadres
De JEM nieuwsbrief zal regelmatig verschijnen in de toekomst. Je ontvangt ook af en toe leuke extra’s en aanbiedingen (max. 1 per maand).
Ja, ik ontvang graag de gratis JEM nieuwsbrief! Mijn e-mailadres heb ik hierboven ingevuld.
Ik wil van Tall in Media BV, haar partners en zorgvuldig geselecteerde bedrijven informatie en interessante aanbiedingen ontvangen via e-mail.
Ik machtig JEM het abonnementsgeld automatisch van mijn rekening af te schrijven. Mijn bank- of gironummer is:
[ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ]
Ik wacht met betalen op een acceptgiro (voor betaling met acceptgiro wordt € 2,- administratiekosten in rekening gebracht).
Handtekening
Deze aanbieding is geldig tot 31-10-2010. Prijswijzigingen voorbehouden. Het jaarabon-nement is tot wederopzegging. Zie voor de abonnementsvoorwaarden en informatie over persoonsgegevens en leveringsvoorwaarden www.jemmagazine.nl.
30% KORTING!
INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS
Aarzel niet, kies nu voor een abonnement! JE ONTVANGT JEM ZES KEER IN DE BUS VOOR MAAR € 24,-! (NORMAAL € 30,-)
ABONNEREN KAN OP 3 MANIEREN: SURF NAAR WWW.JEMMAGAZINE.NL/ABONNEREN OF BEL ONZE LEZERSSERVICE OP 088 22 66 670
(DAGELIJKS VAN 9.00 TOT 17.00 UUR) OF GEBRUIK DE BON OP DEZE PAGINA
JA, IK WIL EEN JAARABONNEMENT OP JEM EN BETAAL HET EERSTE JAAR SLECHTS €24,- VOOR 6 NUMMERS.
✁
VOOR
€ 24,-
STUUR DEZE BON IN EEN OPEN ENVELOP NAAR: JEM, ANTWOORDNUMMER 10702, 5600 WB EINDHOVEN
JEM gaat vooral over mensen. Mensen die iets bijzonders hebben met het onderwijs, die betrokken zijn.
Leerkrachten met passie voor kinderen en school. Jij bent JEM, samen met alle andere ju� en en meesters
positief, eigentijds, betrokken,
echt … en een tikkeltje
eigenwijs!
6X
Ad_JEM4_Pulse.indd 1 06-05-2010 07:48:15 Pulse_PO_nr3_2010.indd 50 11-05-2010 16:52:35
WAT IS JEMJEM gaat vooral over mensen. Mensen die iets bijzonders hebben met het onderwijs, die betrokken zijn.
Leerkrachten met passie voor kinderen en school. Jij bent JEM, samen met alle andere ju� en en meesters
van Nederland. JEM gaat over jullie talenten en hobby’s, jullie vriendschappen en liefdes. JEM besteedt aandacht aan dat wat jullie
belangrijk vinden, wat jullie drijft en wat jullie interessant vinden. JEM gaat over die dingen die het onderwijsvak zo ontzettend leuk
maken, maar ook wel eens lastig. Serieuze onderwerpen gaan we niet uit de weg. En, JEM is nooit belerend, wel informatief.
JEM laat de vrouw en de man zien achter de leerkracht.
‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk voor het zinken van de Titanic’
Ouders geven hun mening
Groep 9 zinvol?
FILOSOFEREN KUN JE LEREN
‘ Van slavenblues tot housemuziek’
Meester Jon van den Elsen is een van de Hippe Gasten
InfobesitasEEN NIEUWE ZIEKTE?
EN OOK NOG: DE LEUKSTE SPEELTUINEN | SCHIP AHOI! | NAAR BUITEN MET DE KLAS
voorlees-verhalen!
PAGINA’S16EXTRA!
INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS| NR 4 | ADVIESPRIJS €5,95 |
| NR
4 | JA
AR
GA
NG
1 | | F
ILOS
OF
ER
EN
KU
N JE
LE
RE
N | JO
N V
AN
DE
N E
LS
EN
, VA
N H
IPP
E G
AS
TE
N | IN
FO
BE
SIT
AS
, EE
N N
IEU
WE
ZIE
KT
E? | G
RO
EP
9 Z
INV
OL? | A
DV
IES
PR
IJS €
5,9
5 |
www.jemmagazine.nl
voor het zinken van de Titanic’‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk voor het zinken van de Titanic’‘ Wie was eigenlijk verantwoordelijk
Ouders geven hun mening
Groep 9 zinvol?
‘ Van slavenblues tot housemuziek’
Meester Jon van den Elsen is een van de Hippe Gasten
InfobesitasEEN NIEUWE ZIEKTE?
EN OOK NOG:
voorlees-verhalen!verhalen!verhalen!
PAGINA’S161616voorlees-16voorlees-16EXTRA! EXTRA! EXTRA!
INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS| NR 4 | ADVIESPRIJS €5,95 |
www.jemmagazine.nl
JM04P01COVER DEF.indd 1 27-04-2010 09:33:51
Naam Voornaam
Adres
Postcode Woonplaats
Geboortedatum M VTelefoon
E-mailadres
De JEM nieuwsbrief zal regelmatig verschijnen in de toekomst. Je ontvangt ook af en toe leuke extra’s en aanbiedingen (max. 1 per maand).
Ja, ik ontvang graag de gratis JEM nieuwsbrief! Mijn e-mailadres heb ik hierboven ingevuld. Ik wil van Tall in Media BV, haar partners en zorgvuldig geselecteerde bedrijven informatie en interessante aanbiedingen ontvangen via e-mail.
Ik machtig JEM het abonnementsgeld automatisch van mijn rekening af te schrijven. Mijn bank- of gironummer is:
[ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ] [ ]
Ik wacht met betalen op een acceptgiro (voor betaling met acceptgiro wordt € 2,- administratiekosten in rekening gebracht).
Handtekening
Deze aanbieding is geldig tot 31-10-2010. Prijswijzigingen voorbehouden. Het jaarabon-nement is tot wederopzegging. Zie voor de abonnementsvoorwaarden en informatie over persoonsgegevens en leveringsvoorwaarden www.jemmagazine.nl.
30% KORTING!
INSPIRATIE VOOR JUFFEN EN MEESTERS
Aarzel niet, kies nu voor een abonnement! JE ONTVANGT JEM ZES KEER IN DE BUS VOOR MAAR € 24,-! (NORMAAL € 30,-)
ABONNEREN KAN OP 3 MANIEREN: SURF NAAR WWW.JEMMAGAZINE.NL/ABONNEREN OF BEL ONZE LEZERSSERVICE OP 088 22 66 670
(DAGELIJKS VAN 9.00 TOT 17.00 UUR) OF GEBRUIK DE BON OP DEZE PAGINA
JA, IK WIL EEN JAARABONNEMENT OP JEM EN BETAAL HET EERSTE JAAR SLECHTS €24,- VOOR 6 NUMMERS.
✁
VOOR
€ 24,-
STUUR DEZE BON IN EEN OPEN ENVELOP NAAR: JEM, ANTWOORDNUMMER 10702, 5600 WB EINDHOVEN
JEM gaat vooral over mensen. Mensen die iets bijzonders hebben met het onderwijs, die betrokken zijn.
Leerkrachten met passie voor kinderen en school. Jij bent JEM, samen met alle andere ju� en en meesters
positief, eigentijds, betrokken,
echt … en een tikkeltje
eigenwijs!
6X
Ad_JEM4_Pulse.indd 1 06-05-2010 07:48:15 Pulse_PO_nr3_2010.indd 51 11-05-2010 16:52:38
Download gratis onderdelen uit het nieuwe boek ‘Willen=Kunnen=Doen,
Kwaliteiteitszorg in het Primair Onderwijs’ van Cees Bos (auteur van
WMK). Ga naar www.pulseprimaironderwijs.nl
Ga naar:
www.pulseprimaironderwijs.nlPostbus 43
9400 AA Assen
[t] +31(0)592 379 571
[f] +31(0)592 379 552
www.pulseprimaironderwijs.nl
Pulse Primair Onderwijs is een uniek een platform voor kwaliteitszorg en schoolontwikkeling. Naast een gratis magazine bestaat het platform uit een website en digitale nieuwsbrieven.
Download gratis onderdelen van het boek.Ga naar www.pulseprimaironderwijs.nl
Het lukt veel scholen niet om hun kwaliteitszorg te integreren in de dagelijkse
werkzaamheden om zo gestructureerd te werken aan de verbetering van
hun kwaliteit. Willen=Kunnen=Doen. Kwaliteitszorg in het primair onderwijs (2009) geeft aanwijzingen om hun kwaliteitszorg op een praktische wijze
vorm te geven. Het ondersteunt bij het denken en doen, en helpt hen om
ideeën over kwaliteitszorg in actie(s) om te zetten (doen).
Download gratis als lezer van Pulse Magazine
advertentie.indd 1 26-03-2010 08:58:22
Pulse_PO_nr3_2010.indd 52 11-05-2010 16:52:40