Pulse nr 6 2010
-
Upload
wtk-rovecom -
Category
Documents
-
view
235 -
download
0
description
Transcript of Pulse nr 6 2010
www.pulseprimaironderwijs.nl/???????
pulse
Jan Siebelink
over de magie tussen
leerkracht en leerling
NUMMER 6 • 2010 • JAARGANG 2
PeTer TeiTler over orDe oP SCHool
Opbrengstgericht werken volgens Rikus Renting
van zwakke naar STerke SCHool
In 11 stappen
SoCial meDia in HeT baSiSonDerwiJS
TeaCHerS CHannel Samen wijzer op weg
CeeS boS:‘Maakt u uw visie waar?’
pulsevoor reaCTieS en meer inFormaTie: www.PulSePrimaironDerwiJS.nl
magazine voor SCHoolonTwikkeling en kwaliTeiTSzorg
Pulse_PO_nr6_2010.indd 1 30-11-10 16:41
Ik wizwijs voor een hogere Cito-score
Mark, leerkracht groep 8
Breng leren tot leven
Voor meer informatie kijk op de site: www.wizwijs.nl
Dé rekenmethode!
B06
0967
64
Pulse_PO_nr6_2010.indd 2 30-11-10 16:41
Pulse 3
vooRWooRD
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
Spieken mag, spieken moetals docent riep ik vaak: ‘Jongens, er moet meer gespiekt worden.’ algehele verontwaardiging was meestal mijn deel.
toch was er altijd wel een bijdehante jongen die riep: ‘nou, dan heb ik het al die tijd nog niet zo slecht gedaan,
meneer! eigenlijk moet ik er nog een punt bijkrijgen.’ De deceptie was meestal groot als ik zei: ‘Het geldt voor alle
situaties, behalve voor de toetsen. Je mag zoveel als je wilt spieken tijdens de voorbereiding, in de klas, als je samen-
werkt met anderen, als je thuis aan het werk bent, noem maar op.’ voor alle vakken propageerde ik het rechtmatig of
slinks verkrijgen van informatie. Het maakte me niet zoveel uit hoe ze aan de informatie kwamen. als ze er maar wijzer
van werden.
Deze houding heb ik ook na mij actieve schoolcarrière volgehouden. overal gris ik informatie vandaan. Legaal en soms
ook illegaal. er wordt immers zoveel geschreven en gepubliceerd. Bijna elke dag lees ik wel een artikel of onder-
zoeksrapport waarvan ik denk: ‘goh, daar zit toch wel iets aardigs in’. Soms zijn ze zelfs voorzien van tips en tools
die meteen toe te passen zijn. er zijn prachtige studies gedaan naar lees- en rekenvaardigheid,
naar motiveren, naar orde houden in de klas, naar het effect van social media in het onderwijs,
naar rekenen met het digibord, naar de zin van het vak engels in het basisonderwijs, naar
opbrengstgericht leren, naar goed leiderschap, naar adequaat fi nancieel management, naar
ouderbetrokkenheid. noem maar op.
gebundelde kennis waar u van kunt en eigenlijk ook moet profi teren. op basis daarvan
kunt u uw eigen plan trekken en het onderwijsproces verder vormgeven. Uiteraard
proberen we u met Pulse Primair onderwijs te voorzien van goede en praktische
informatie, maar waar ik u ook op wil attenderen is, de nationale onderwijs
tentoonstelling die begin volgend jaar van 25 tot en met 29 januari gehouden
wordt. ik ben op de perspresentatie geweest en was onder de indruk van de
betrokkenheid en inventiviteit van de organisatoren. er is zelfs een heuse not-
academie ingericht met prima sprekers, stuk voor stuk mensen die het onder-
wijs een warm hart toedragen. naast natuurlijk de vijfhonderd standhouders die
allemaal hun best doen om u van hun ‘fantastische’ product te overtuigen.
nee, ga er niet alleen heen, neem als het even kan het hele team mee. voor
één persoon is de beurs veel te groot om in een dag te doen. Bereid u
bovendien goed voor en selecteer van tevoren de partijen die u wilt bezoe-
ken. Laat u bijpraten, doe nieuwe ideeën op, verlekker u aan die prachtige
nieuwe producten. om het aan te schaffen, maar als u even krap bij kas zit,
te huren, te kopiëren, of heel goed in u op te nemen en er zelf een draai aan te
geven. Spieken dus. Want wie niet spiekt, moet alles zelf verzinnen en dat lijkt mij
niet de meest effi ciënte leerstrategie.
ik ontmoet u graag in Utrecht.
Frank Stienissen, hoofdredacteur
Pulse_PO_nr6_2010.indd 3 30-11-10 16:41
4 Pulse
14
In deze uitgave
2326
19
managemenT & moTivaTie 8 Jan Siebelink: ‘er moeT magie ziJn TuSSen leraar
en leerling’ Romanschrijver Jan Siebelink was werkzaam als leraar, totdat hij
het schrijversvak ontdekte. In de zeven jaar dat de romancier
lesgaf, profi leerde hij zich als een gepassioneerd en eigenzinnig
onderwijzer.
iCT
23 ninTenDogame zeT kinDeren aan ToT lezen Spelend leren binnen handbereik.
24 SoCial meDia in HeT baSiSonDerwiJS Hoe Twitter en Hyves de klas insluipen.
kwaliTeiTSzorg
26 CeeS boS: ‘maakT u uw viSie waar?’ Welke indicatoren zijn van belang bij kwaliteitszorg?
FinanCieel managemenT
16 Hoe arm iS miJn SCHoolbeSTuur? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om op een zinvolle
manier van gedachten te wisselen over de fi nanciële mogelijkhe-
den van een school?
onDerwiJSmarkeTing
32 maak van een oPen Dag een SuCCeSvolle Dag Welke instrumenten kan een school inzetten om leerlingen te
werven?
onDerwiJSonTwikkeling
29 onDerwiJS oP maaT in De bovenbouw Over ontwikkelingsgericht onderwijs. Hoe kan een leerkracht een
interessant thema opbouwen waarin óók de onderwijsdoelen en
inhouden ruimschoots aan bod komen?
41 rikuS renTing (PCou): ‘De belangriJkSTe FaCTor in HeT onDerwiJS iS De leraar.’
“Hard werken alleen is niet genoeg, je moet weten waarom en
waaráán je zo hard werkt.”
46 onDerwiJS moeT DoelgeriCHTer werken Verslag van een kennis- en ontmoetingsdag met als doel: werken
aan een gemeenschappelijk denk- en werkkader om de onderwijs-
kwaliteit en opbrengsten te verbeteren.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 4 30-11-10 16:41
Pulse 5
inHoUD
41
38
32
52
CommuniCaTie
20 De vriJHeiD van De wolven iS De DooD van De SCHaPen
Docent, schrijver en psychotherapeut Peter Teitler over orde
houden in de klas én op school.
22 De verleiDing van HeT Puberbrein Yvonne van Sark over infobesitas en informatie-educatie.
en verDer
6 nieuwS 13 Column marTin van rooiJ 14 TeaCHerS CHannel: Samen wiJzer oP weg 19 leraar van HeT Jaar: maTHiJS Ter bork 34 SCHool in beweging: baSiSSCHool De kameleon in weerT Schooldirecteur Esther Nabben vertelt over het kritische rapport
van de Onderwijsinspectie en het predicaat zwak dat de school
van de inspectie kreeg. Hoe probeert zij het tij te keren?
38 De ruimTe alS vierDe PeDagoog Een mooi schoolgebouw ontwerpen, dat kunnen veel architecten.
Maar zelden spreken de architecten met scholen over de pedago-
gische elementen.
52 ProDuCTen en DienSTen 53 Training en aDvieS 54 leveranCierSgiDS 58 Column wim menke
34
58
Pulse_PO_nr6_2010.indd 5 30-11-10 16:41
6 Pulse
Verlies conciërges ten koste van lesgeven
Pesterij of discriminatie?
‘Leraar praat te vaak over hoofd leerling heen’
Klassen groter door bezuinigingen
Heeft u nieuws of wilt u uw
mening geven? Ga dan naar
www.pulseprimaironderwijs.nl/
nl/contact
op bijna alle basisscholen in amster-
dam komt discriminatie voor. tenmin-
ste, zo ervaren leerlingen en ouders
dat. Leraren en directeuren van de
scholen doen incidenten daarentegen
vaak af als pesten, blijkt uit een rap-
port van onderzoeksbureau eduquality
in opdracht van de gemeente amster-
dam. De onderzoekers keken naar de
ervaringen van 22 scholen, met tien
procent van het totaal een dwarsdoor-
snede van het amsterdamse basison-
derwijs.
Het onderzoeksrapport ‘Discrimine-
ren is pesten met wie je echt bent!’
beveelt aan meer aandacht aan
diversiteit te besteden én om anti-
discriminatie een plek te geven in het
schoolplan. Het rapport is inmiddels
besproken met de schoolbesturen. De
scholen hebben toegezegd met de
bevindingen aan de slag te gaan. Het
rapport is te downloaden op www.
eduquality.com
in een onderzoek van de SP stelt
58 procent van de ondervraagde
directeuren van basisscholen dat de
klassen groter zijn geworden door
de miljoenenbezuinigingen in het
basisonderwijs. 92 procent van de
schoolleiders denkt dat door die
bezuinigingen de kwaliteit van het
onderwijs zal worden aangetast. Dit
zijn de belangrijkste uitkomsten van
het onderzoek dat SP-Kamerlid man-
ja Smits deed onder 151 school-
leiders van basisscholen. vorig jaar
beloofde de regering dat de bezui-
nigingen terecht zouden komen bij
management en bestuur. Die belofte
lijkt niet te worden waargemaakt.
in 2010 is een eerste bezuiniging
van 38 miljoen euro doorgevoerd.
voor 2011 staat een bezuiniging
van 90 miljoen euro ingeboekt.
Leerlingen in het basis- en voortgezet
onderwijs begrijpen de uitleg van de
leerstof door hun leraar vaak niet. Dit komt
vooral doordat de leerlingen niet vertrouwd
zijn met de ‘schooltaal’ van hun leraar, die
teveel afwijkt van het alledaagse taalge-
bruik van de leerlingen. Hierdoor blijven
de prestaties van de leerlingen achter,
waardoor hun slagingskans kleiner wordt.
Dat zeggen taalwetenschappers Peter
Broeder en mia Stokman, verbonden aan
het Departement Cultuurstudies van de
Universiteit van tilburg.
Het probleem met luisteren, begrijpen
en doorgronden doet zich volgens de
onderzoekers vooral voor in meertalige
klassen waarvan meer dan de helft van de
leerlingen het nederlands niet als moeder-
taal heeft.
apeldoorn raakt dertig conciërges met gesubsidieerde iD-banen kwijt. van hen
werken er 26 op basisscholen, de overige vier zijn werkzaam bij andere instanties.
De gemeentelijke subsidie aan de overkoepelende scholen-
organisaties PCBo (protestants-christelijk onderwijs) en
Leerplein 055 (openbaar) loopt eind 2011 af. niettemin
hebben de onderwijsbesturen alvast besloten de dienst-
verbanden van de conciërges per 1 augustus volgend
jaar te ontbinden.
eén van de scholen die zijn conciërge verliest, is De
marke aan het Holtrichtersveld in De maten. Waarne-
mend directeur gerda Hogenberg tegenover De Stentor:
“De vele klussen die de conciërge nu nog doet, zoals
toezicht houden op het schoolplein en op het schoon-
houden van de toiletten en kleine reparaties, moeten de
25 onderwijskrachten straks zelf verrichten. Dat gaat
zonder meer ten koste van het lesgeven.”
Klassen groter
De gemeentelijke subsidie aan de overkoepelende scholen-
organisaties PCBo (protestants-christelijk onderwijs) en
Leerplein 055 (openbaar) loopt eind 2011 af. niettemin
hebben de onderwijsbesturen alvast besloten de dienst-
eén van de scholen die zijn conciërge verliest, is De
marke aan het Holtrichtersveld in De maten. Waarne-
mend directeur gerda Hogenberg tegenover De Stentor:
“De vele klussen die de conciërge nu nog doet, zoals
toezicht houden op het schoolplein en op het schoon-
houden van de toiletten en kleine reparaties, moeten de
25 onderwijskrachten straks zelf verrichten. Dat gaat
van 90 miljoen euro ingeboekt.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 6 30-11-10 16:41
Pulse 7
nieUWS
in de leer bij de kinderartsLeerkrachten in het basisonderwijs gaan steeds vaker in de
leer bij kinderartsen en andere medisch specialisten. Zij krijgen
bijscholing over de zorg voor leerlingen met lichamelijke of psy-
chische problemen. Dat meldde het medische opleidingsinstituut
mark two, dat de lessen aanbiedt.
De cursussen moeten docenten beter voorbereiden op de taken
die zij erbij krijgen als in 2012 het passend onderwijs wordt inge-
voerd. Zij moeten dan zorgen voor extra begeleiding van leerlin-
gen die door fysieke of psychische ongemakken moeilijk meeko-
men, maar vinden zichzelf daarvoor vaak onvoldoende deskundig.
tijdens de lessen wordt aandacht besteed aan gedragsproblemen
die voortkomen uit aDHD (hyperactiviteit) en autisme, maar ook
aan symptomen van angst en depressie. een oogarts geeft uitleg
over leerproblemen als gevolg van slechte ogen. ook is er aan-
dacht voor vage klachten die leiden tot veel schoolverzuim.
Het is de bedoeling dat leerkrachten problemen beter en sneller
leren herkennen. Daardoor kunnen zorgleerlingen eerder de hulp
krijgen die zij nodig hebben.
een aantal basisscholen krijgt volgend jaar
de kans om als proef de lesuren fl exibe-
ler over het schooljaar te verdelen, en zo
bijvoorbeeld ook tijdens de zomerperiode
les te gaan geven. minister marja van
Bijsterveldt maakte dat begin november
bekend in de tweede Kamer, tijdens de
bespreking van de onderwijsbegroting voor
volgend jaar. De minister wil naar modern
basisonderwijs, dat past bij de wensen van
moderne gezinnen.
NIEUWE METHODE ENGELS MOT IVEERT EN BESPAART T I JD
PROEF MET FLEX IBELE LEST I JDEN
Straattaal bedreiging voor goed onderwijs
Niveau Friese les onder de maat
Het onderwijs in het vak Fries op basisscholen en in
het voortgezet onderwijs is nog altijd onder de maat.
Scholen besteden er meer aandacht aan dan vijf jaar
geleden, maar in het niveau van de lessen is nog altijd
weinig verbetering te zien. Dat constateert de inspec-
tie voor het onderwijs eind november in haar rapport.
Scholen nemen onderwijs in het Fries amper serieus.
er zijn weinig bevoegde leerkrachten, een fl ink deel
van de Friese scholen geeft alleen Fries omdat het
moet. De motivatie van leerlingen en ouders is laag,
zeggen directeuren. geen enkele schooldirecteur
denkt dat ouders meer verwachten van de school.
om de belangrijkste basisvaardigheden engels te leren heeft Holmwood’s een nieuwe lesmethode ontwikkeld voor het basisonderwijs. Het
resultaat: een unieke combinatie van materiaal voor interactie in de les en oefenmateriaal voor thuis. in de les kan gebruik worden gemaakt
van het gReat StUFF! magazine, dat vier keer per jaar verschijnt. De artikelen zijn geschreven voor leerlingen in de bovenbouw van de
basisschool en zijn uitstekend geschikt voor interactie in de les. Bij elk artikel is een ‘woor-
denlijst’ opgenomen om de woordenschat te vergroten. met behulp van de online module
kunnen deze woorden worden getoetst. Bovendien zijn aan ieder artikel oefeningen
toegevoegd die online door de leerlingen kunnen worden gemaakt. Dat betekent vrijwel
geen correctiewerk voor de leerkracht. De methode bevat een groot aantal korte video’s
met vragen die de leerling zowel op school als thuis kan maken. na het afronden van de
kijk- en luisteroefening krijgt de leerling direct zijn cijfer te zien. met de ‘Resultsmanager’
kan de leerkracht heel eenvoudig de vorderingen per leerling in beeld krijgen. De methode
zal worden gepresenteerd tijdens de not 2011. Voor meer informatie, www.holmwoods.eu.
leer bij kinderartsen en andere medisch specialisten. Zij krijgen
bijscholing over de zorg voor leerlingen met lichamelijke of psy-
chische problemen. Dat meldde het medische opleidingsinstituut
mark two, dat de lessen aanbiedt.
De cursussen moeten docenten beter voorbereiden op de taken
die zij erbij krijgen als in 2012 het passend onderwijs wordt inge-
voerd. Zij moeten dan zorgen voor extra begeleiding van leerlin-
gen die door fysieke of psychische ongemakken moeilijk meeko-
men, maar vinden zichzelf daarvoor vaak onvoldoende deskundig.
tijdens de lessen wordt aandacht besteed aan gedragsproblemen
die voortkomen uit aDHD (hyperactiviteit) en autisme, maar ook
aan symptomen van angst en depressie. een oogarts geeft uitleg
goed onderwijs
Bijna 75 procent
van de ne-
derlanders
vindt dat het
gebruik van
straattaal in
de schoolklas
verboden moet worden.
Ruim de helft ziet straat-
taal als een bedreiging voor goed
onderwijs. Dat blijkt uit een onderzoek van de nederlandse
taalunie, onder duizend nederlandssprekenden in nederland,
vlaanderen en Suriname. Hoe denkt u hierover? Laat het ons
weten via [email protected]
Pulse_PO_nr6_2010.indd 7 30-11-10 16:41
8 Pulse
‘er moeT magie ziJn TuSSen leraar en leerling’
Jan Siebelink:
Foto: Keke Keukelaar
Romanschrijver Jan Siebelink was werkzaam als leraar, totdat hij het schrijversvak ontdekte. in de zeven jaar dat de romancier lesgaf, pro-fi leerde hij zich als een gepassioneerd en eigenzinnig onderwijzer.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 8 30-11-10 16:41
Pulse 9
management & motivatie
Foto: Keke Keukelaar
Waarom koos u ervoor onderwijzer te worden?
Het was de beste keuze. toen ik op school zat, keek ik enorm
tegen de leraar op: als je leraar was, dan was je echt iets. maar een
jongen uit mijn milieu hoorde het niet te worden. toen ik op school
zat, had je een ander systeem. De kinderen van artsen en mensen
die veel geld verdienden zaten vooraan. Die gingen naar arnhem,
naar de middelbare en hogere school. Dat stond gewoon vast. De rij
in het midden – waar ik zat – was bestemd voor de ulo. in de rij te-
gen de kastwand zaten de armere kinderen. Die kregen de laagste
vorm. Dat systeem is snel erna opgeheven. Het was grievend.
Uw vader was bloemist, was het de bedoeling dat u zijn vak
zou voortzetten?
Het was in ieder geval niet de bedoeling dat ik hoog werd op-
geleid. ik was een timide en bescheiden jongetje maar wilde wel
verder leren, was ambitieus. ik ging stapelen. na de ulo kon ik
door naar de pabo, ik haalde mijn akte Frans en mo-a en mo-B,
zodat ik kon lesgeven. Daarna ben ik nog naar Leiden gegaan
voor een doctoraalstudie en ben ik bijna gepromoveerd. maar
toen kwam het schrijven.
Dat was belangrijker dan studeren?
Ja, omdat ik voelde dat wat ik mee had meegemaakt verteld
moest worden. omdat ik mijn jeugd op deze manier zelf kon
vormgeven, bood het troost.
Vond u het leuk, lesgeven?
Jazeker. ik was rond de twintig toen ik mijn eerste baan kreeg, op
een schooltje in Laag Soeren. ik viel in voor een juffrouw die ziek
was en kreeg meteen de leiding over de klassen één, twee en
drie. We zaten in één kleine ruimte, met van die hoge ramen. De
school had maar twee lokalen, in het andere zat het hoofd met
klas vier tot zes. al met al duurde dat maar een paar maanden,
maar het was heel bijzonder.
Waarom?
Het was de volmaakte vorm van gedifferentieerd onderwijs. al die
niveauverschillen, ik leerde kinderen uit groep één de beginse-
len van taal en rekenen en schakelde vervolgens over naar de
vaardigheden voor de hogere groepen. Het feit alleen al dat de
leerlingen leerden zelfstandig bezig te zijn. ik vertelde aan de ene
groep terwijl de andere groep zelfstandig werkte. Het was een
klassikaal verbond.
Werkt dat, zoveel verschil in één groep?
Ja. ik ben voor differentiatie. Later kreeg je ook de ongedeelde
brugklas, met alle niveaus bij elkaar. Prima, het samengaan van
verschillen maakt dat je samen leert. maar natuurlijk heb je
daar wel een goede onderwijzer voor nodig, één die met passie
en hartstocht de klas kan leiden en onderwijzen. De docent is
diegene die moet vertellen, die moet aanleren, die zich volledig
moet inzetten voor de leerlingen. ikzelf had dat. Dat brengt wel
emoties mee. ik verdroeg het niet als iemand lastig werd.
Hoe reageerde u dan op lastige leerlingen?
ik kon ontzettend kwaad worden als iemand het bijvoorbeeld in
zijn hoofd haalden om in zijn tas te rommelen terwijl ik aan het
praten was, of een tentamen verziekte.
Geen ongewoon gedrag voor kinderen
maar ik accepteerde dat niet. ik gaf aan die jongens – het waren
vaak jongens – ook les buiten school om. ik kon er echt niet
tegen als ik dan bij het tentamen merkte dat ze helemaal niets
gelezen of gedaan hadden. ik werd dan woest, zei dan meteen:
donder maar op, jij hebt een één. ik had een goede band met
mijn leerlingen en voelde het denk ik als een soort bedrog. Dat ik
me had ingezet en zij niets deden... nee.
Een van uw leefregels is dat er magie moet zijn
en dat geldt zeker voor het onderwijs. er moet magie ontstaan
tussen leraar en leerling, vergelijkbaar met de magie tussen
schrijver en lezer. er moet iets ontstaan waardoor een lezer ge-
interesseerd raakt in die vrouw of man die ik beschrijf. Dat geldt
voor een klas ook, je moet als leraar een soort tovenaar zijn die
zorgt dat de leerlingen geboeid en betoverd raken.
Hoe doe je dat, leerlingen betoveren?
alle kinderen zijn in wezen leergierig en voelen aan hoe een do-
cent is. Je moet als docent kijken waarop ze reageren. Klassikaal
lesgeven en vertellen over de wereld. ga eens met ze naar de
bibliotheek. Leer ze wat ze moeten lezen. Wij hadden een flinke
boekenlijst. ik kom leerlingen van toen nog vaak tegen. Zij zijn nu
‘Er is altijd iemand nodig die doceert, die aanwijst en aanleert. Als je niet weet waarin je moet zoeken, zoek je er niet naar. Zo is het met lezen, maar ook met het onderwijs’
Pulse_PO_nr6_2010.indd 9 30-11-10 16:41
Je brein groeit op het speelplein!
Doe de scan
op Speelbrein.nl
en win een
sport- en speeldag
met Jochem
van Gelder!
Je brein groeit op het speelplein!
op Speelbrein.nl
en win een
sport- en speeldag
met Jochem
van Gelder!
Het Speelbrein van kinderen is de verzamelnaam voor vijf belangrijke competenties die kinderen spelenderwijs ontwikkelen: fysiek, sociaal, cognitief, emotioneel en creatief. Het Speelbrein is ook een nieuwe visie op de inrichting van speelpleinen. Op www.speelbrein.nl vindt u alles over dit concept, de competenties én de manier waarop u ze op uw eigen plein kunt verwerken.
Maak van uw plein een Speelbrein-plein, wij denken graag met u mee!KOMPAN / KOMPAN Play Institute | Schimminck 13, 5301 KR Zaltbommel | Tel. 0418 - 681468 | Fax 0418 - 681499 | E-mail [email protected]
Arbo AdviesCentrum Primair Onderwijs
Bel 045 - 579 81 81
of mail naar [email protected]
ArboAdvies-Centrum PO
Voor deskundig advies op het gebied van arbeidsomstandigheden
7095/ARC
Pulse_PO_nr6_2010.indd 10 30-11-10 16:41
Pulse 11
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
management & motivatie
vaak getrouwd, hebben een baan, maar hebben het dan nog over
die literatuurlijst en de lessen van toen.
Waarom zijn die zo memorabel?
ik zei bijvoorbeeld tegen een meisje: lees jij nou eens madame
de Bovary, dat is echt iets voor jou. en dan was dat ook zo. Kijk,
er zullen altijd lieden zijn die lezen, maar er is altijd iemand nodig
die doceert, die aanwijst en aanleert. als je niet weet waarin je
moet zoeken, zoek je er niet naar. Zo is het met lezen, maar ook
met het onderwijs.
Hoe bedoelt u dat?
ik bedoel dat een docent de aanwijzer is. ik ben echt tegen
dat minimalistische. geen leerling die nu nog van voltaire heeft
gehoord, terwijl het een prachtig verhaal is dat nog weinig aan
kracht verloren heeft. in essentie verandert er namelijk niets. ook
nu is het zinvol om te praten over haat en jaloezie tussen leerlin-
gen. ik deed dat en las het klassikaal, besprak het. en ik eiste van
mijn leerlingen dat ze me vertelden over hun eigen bevindingen.
In hoeverre lijkt u op Marc Cordesius, die in uw boek Suez-
kade een natuurtalent in lesgeven bleek?
nou, Cordesius gaat dood dus erg autobiografisch is het niet.
maar in het boek komen wel elementen terug. Cordesius heeft
net zoals ik een eigen lokaal dat hij zelf inricht. ik deed dat als
docent Frans ook, zat op het terrein in een eigen lokaal. mijn
zoon heeft er zelfs nog muurschilderingen gemaakt.
Gezellig
Heel gezellig. ik was wel de enige leraar die weigerde te wis-
selen, ik had alles wat ik nodig had daar. ook de boeken. De
leerlingen kwamen naar mij toe. eigenlijk had ik een soort status
aparte, ik was het Bonaire van het onderwijs.
U had een eigen eiland?
maar daar was niet iedereen het mee eens hoor. ik kwam op een
gegeven moment ook niet meer in de lerarenkamer.
Ruzie?
Laten we het erop houden dat er een conflict was tussen mij en
de school. De rector was het niet eens met mijn manieren, maar
moest het toelaten. er was geen reden mij te ontslaan. mijn sco-
res op de eindtesten waren heel goed.
Hoe komt u toch van dat timide jongetje naar die recalci-
trante docent?
ik ging mijn stekels opzetten. naarmate ik verder kwam in mijn
opleiding en het onderwijs zag ik teveel dingen waar ik het niet mee
Jan Siebelink in het kort
Wie: Jan Geurt Siebelink, geboren op 13 februari 1938
in Velp en getrouwd met onderwijzeres en vertaalster
Gerda van der Haas. Hij is vader van drie kinderen en
opa van zes kleinkinderen.
Was: leraar van groepen één tot en met drie op een
kleine basisschool in Dieren en docent Frans op het
Marnixcollege te Ede. Eind jaren tachtig kiest hij voor
het schrijversvak.
Leeft: volgens vijf leefregels die neerkomen op: wees
redelijk, leven is verleidingskunst, er moet magie zijn,
beweeg en memento mori (overdenk en besef).
Schreef: meer dan dertig essays en romans, waaronder
drie boeken over het onderwijs (Suezkade, De laatste
schooldag, Een lust voor het oog). De roman ‘De herfst
zal schitterend zijn’ betekent zijn doorbraak. In 2005
wint Siebelink de AKO literatuurprijs met de roman
‘Knielen op een bed vol violen’, over de rol van het
protestantse genootschap waartoe zijn vader behoor-
de. Ook schreef Siebelink verschillende essays over
Franse schrijvers die hij ontmoette. Deze verschijnen
gebundeld in februari 2011, ter ere van de Boeken-
week en het thema: het geschreven portret.
eens was. Die vergadercultuur bijvoorbeeld. totale onzinnigheid.
Waren we drie weken bezig, moesten we weer twee dagen tot vijf
uur vergaderen.
Hoe moet het dan wel?
terug naar het oude systeem. Dat zie je langzaam al gebeuren. van
mijn part gooien ze die hele managementlaag eruit. onderwijsma-
nagers in mooie pakken zijn echt volslagen onzin. op school horen
docenten en een conrector. Die moet zelf ook lesgeven, minimaal
twee uur in de week. Dan is die band met de leerlingen er ten-
minste. een rector die alleen om economische redenen rector is,
is ridicuul. Scholen mogen kleiner, zodat leerlingen zich weer thuis
voelen. en de macht moet terug naar de docent. als hij lesgeeft
gaat de deur dicht. Bam. Komt niemand meer in. Het lokaal is heilig,
daar moet niet zomaar iedereen naar binnen lopen.
Dat is nogal wat
Ja hè? ik snap ook niet dat ze mij niet hebben gepolst om minis-
ter van onderwijs te worden. maar goed, misschien ben ik maar
een oude man die terugkijkt.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 11 30-11-10 16:41
Ondernemersweg 2A - 7451 PK Holten - tel 0548 - 363067 - fax 0548 - [email protected] - www.ovaalspeelconcepten.nl
Ovaal speelconceptenOntwerp en inrichting van speelomgevingen
Spelend leren, ontwikkelen & ontmoeten
Buitenruimten gerealiseerd door Ovaal speelconcepten stellen de belevingswereld van het kind centraal.
Onze visie is dat een speelplek véél meer is dan alleen een verzameling klim- en klautertoestellen. Het is een plek om avonturen te beleven, te observeren en vriendjes te ontmoeten.
Ontdek onze unieke productlijnen en vraag onze brochure aan via: www.ovaalspeelconcepten.nl
Pulse_PO_nr6_2010.indd 12 30-11-10 16:41
Pulse 13
CoLUmn
ZomertijdTweemaal per jaar is het prijs: op de laatste zondag van maart en de laatste zondag van oktober. En
naarmate ik ouder word, lijk ik er meer last van te hebben. Waarvan? Van het verzetten van de klok.
Overdag kan ik mijn draai niet vinden en voel ik me moe. Lig ik eenmaal in bed, kan ik niet slapen. Al
met al ben ik al gauw een dag of zeven van de leg, in tegenstelling trouwens tot onze kippen. Die heb-
ben nergens last van en passen zich moeiteloos aan. Gaat de zon al om half zes op, dan gaan ze om
half zes uit de veren. Gaat de zon pas om kwart voor negen op, dan slapen ze uit. In de winter zijn hun
dagen kort, in de zomer lang.
mijn dochters zijn nog net iets te jong om te kunnen spreken van typische pubers met bijbehorend onbegrijpelijk
gedrag, zoals ’s ochtends naar bed gaan en ’s middags opstaan. gedrag waarvoor trouwens een plausibele verklaring
blijkt te zijn. Het heeft namelijk niks te maken met vermeende luiheid of algehele desinteresse, maar met de ontwik-
keling van hun biologische klok. Die tikt niet alleen onverbiddelijk voor vrouwen die de dertig gepasseerd zijn en geen
vaste partner hebben, maar voor ons allen.
adolescenten worden vaak nachtuilen, ook als ze het daarvoor nooit waren, aldus martha merrow, hoogleraar aan de
Rijksuniversiteit groningen. Ze vindt dat scholen hier wel wat meer rekening mee zouden kunnen houden, bijvoorbeeld
door de schooldag later te laten beginnen. Ze pleit ervoor te studeren op de tijden dat we daar het ontvankelijkst voor
zijn. Je zou dit kunnen doortrekken naar het basisonderwijs. is. Leren, onthouden en presteren gaat ons het beste af
tussen 10.00 en 12.00 uur en tussen 14.30 en 16.30 uur. Dat zijn kennelijk de beste momenten om te werken aan
cognitieve vakken. op de andere tijden kun je beter gymmen of tekenen.
Pubers hebben het makkelijk. als de klok wordt verzet en ze voelen zich moe, zien ze er geen been in een keer een
college over te slaan. voor kinderen in de basisschoolleeftijd ligt dat anders. moe of niet, ze moeten naar school. ik
kan me nog een hartstochtelijk pleidooi van een ouder herinneren om de zomertijd af te schaffen. ‘mijn jonge kinderen
zijn een week lang niet te genieten!’, schreef hij in de krant. ik snapte hem wel. Jonge kinderen leven niet op de klok,
maar op het licht. Zijn ze nog volop aan het spelen, moeten ze al naar bed. mondje dicht en slapen. ik zou het ook niet
snappen.
De klok is amper teruggezet en ik verlang al weer naar de zomertijd. een van
mijn favoriete bezigheden is ’s avonds laat met een glaasje
wijn op het terras kijken naar het kippenhok. als
de duisternis invalt, vinden de dames het
een voor een prima geweest en zoeken
ze het nachthok op. De laatste die op
stok gaat, ben ik zelf.
Martin van Rooij
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
Pulse_PO_nr6_2010.indd 13 30-11-10 16:41
14 Pulse
Ruim twee jaar geleden nam een groot aantal onderwijsadviesdiensten, waaronder eDventure, HCo, RPCZ-Bazalt en giralis, de Hogeschool Utrecht, Klassetv, aPS, uitgever thiememeulenhoff en automatiseerder Cross avenue een bijzonder initiatief: teachers tv. Het voornemen tot een gezamenlijke webbased database met relevante video’s voor onderwijsprofessionals was geboren. nadat de uitgeverijen Koninklijke van gorcum, Cantal en estede zich anderhalf jaar geleden aansloten met een uitgebreide bibliotheek met webbased e-learning en een digitaal bekwaamheidsdossier, breidde dit ini-tiatief zich uit tot een waar platform voor het onderwijs: teachers Channel. Logisch dat de samenwerking gezocht werd met uitstekende initiatieven als Leraar24 (SBL, Kennisnet, ntR (teleac) en Ruud de moor centrum) en edu-rep (Kennisnet). Deze samenwerking in teachers Channel tussen gerenom-meerde bedrijven en overheidsinstellingen mag uniek genoemd worden.
Unieke samenwerking biedt betrouwbaar overzicht van informatie- en adviesmogelijkheden
Teachers Channel:Samen wiJzer oP weg
Kloof verkleinen
nadat de markt voor schoolbegeleiding in
2006 is vrijgegeven, bestaat er geen ge-
dwongen winkelnering meer voor de scho-
len/leerkrachten. er ontstond een grote
behoefte aan ‘evidence based’ informatie.
Daarnaast werd de wet Bio (Beroepen in
ontwikkeling) van kracht, waarbij iedere
leerkracht verplicht is te werken aan zijn/
haar PoP (Persoonlijk ontwikkel Plan) en
verplicht is een eigen dossier bij te hou-
den. Reden genoeg om de handen ineen te
slaan om de kloof tussen de kennisvragen
en -behoeften van het onderwijs en de
kennisproductie door uitgevers, adviesdien-
sten, onderzoekers en kennisinstituten te
verkleinen.
Het aanbod van informatie is enorm
versnipperd. in een kleine honderd
verschillende databases moet de
onderwijsprofessional (student, leraar,
schoolleiding, (bovenschools) ma-
nagement en adviseurs) zoeken
om de relevante informatie te
vinden. en soms is de informatie
zelfs niet eens digitaal beschik-
baar. voor de onderwijsprofessio-
nal is hierdoor een doolhof aan
informatie(bronnen) ontstaan.
een ondoenlijke klus door
het tijdrovende karakter.
Daarnaast neemt de
complexiteit van het werken
in het onderwijs toe. Het
wetenschappelijk taalgebruik
in onderwijsdossiers is vaak te
moeilijk om in de praktijk toe te
passen, internet en technologie
Pulse_PO_nr6_2010.indd 14 30-11-10 16:41
Pulse 15
spelen een steeds belangrijkere rol in het
onderwijs en er is grote behoefte om de
status van de beroepen in het onderwijs te
verhogen, alsook de professionele kwaliteit
van onderwijsgevenden.
Toegankelijkheid en bekwaamheid
vergroten
met de introductie van teachers Chan-
nel lijkt een goede stap in de richting te
worden gedaan om deze informatie op
een eenvoudige, concrete en betrouwbare
manier te ontsluiten. Het gaat daarbij
in eerste instantie vooral om ontsluiting
van relevante informatie voor de onder-
wijsprofessional in het primair onderwijs.
tijdens de not van 25-29 januari in het
Jaarbeurscomplex, wordt het startschot
gegeven. en dit is nog maar het begin van
een uitgebreid programma.
teachers Channel maakt gebruik van de
nieuwste technologie. Hierdoor kunnen
de databases van alle partners worden
samengevoegd en ontstaat een van de
meest uitgebreide databases
in het primair onderwijs. niet
alleen gratis beschikbare informa-
tie wordt getoond, maar er bestaat
ook een mogelijkheid tot een abonnement
voor toegang tot een enorme hoeveelheid
professionaliseringsinformatie, die normaal-
gesproken niet zomaar toegankelijk is. ook
kan de onderwijsprofessional beschikken
over een gratis basisbekwaamheidsdos-
sier (met o.a. een PoP) en biedt teachers
Channel de mogelijkheid tot uitbreiding van
dit dossier met uitgebreide assessment- en
feedbackmogelijkheden (180° en 360°).
een bijzondere functionaliteit is de moge-
lijkheid van het opslaan van alle persoonlijk
geraadpleegde data (video’s, artikelen,
e-boeken, online trainingen etc.). Dit vormt
direct een basis voor de presentatie van de
professionele ontwikkeling van de onder-
wijsprofessional.
Ambities kenbaar maken
De ambities van teachers Channel reiken
nog verder. ook het vo-, mbo- en hbo-
onderwijs behoren tot het wensenlijstje
van teachers Channel. De pabo wordt in
de eerste helft van 2011 direct al bediend
met de integratie van de webbased biblio-
theek en leeromgeving van Koninklijke
van gorcum, Sherpa-pro. Het idee is een
doorgaande lijn voor bekwaamheidsdos-
siervorming van student tot professional in
het onderwijs.
Door een heldere navigatiestructuur is de
informatie in teachers Channel eenvoudig
missie van Teachers ChannelTeachers Channel is het leidende
interactieve (content)platform
voor/van het onderwijs dat een
groot aantal technologieën ge-
bruikt om:
•dekwaliteitvanhetonderwijs
te verbeteren;
•deprofessionelekwaliteitvan
onderwijsgevenden te verho-
gen;
•destatusvandeberoepenin
het onderwijs te verhogen.
te vinden. een persoonlijke profielpagina
per gebruiker maakt het bijblijven op
specifieke interesses erg gemakkelijk.
en de mogelijkheid tot het aangeven van
schoolthema’s, geeft directies de mogelijk-
heid deze direct onder de aandacht van
alle betrokkenen te plaatsen.
Specialisten raadplegen
Het platform teachers Channel biedt
daarnaast vakinhoudelijke scholing en
informatie door specialisten, waaronder
gerenommeerde onderwijsadviesdiensten,
waardoor het organiseren van begeleiding
en follow-up door de partnerorganisaties
mogelijk is. actuele onderwijsontwikkelin-
gen kunnen gevolgd worden, waaronder
een nationale katalysator voor alle profes-
sionele scholingsactiviteiten. Het platform
geeft direct en eenvoudig aandacht aan
bewezen (evidence based) innovatie
in lesgeven en de lespraktijk. Leraren,
schoolleiders en besturen kunnen hun
‘best practice’ delen en kunnen zich identi-
ficeren met de dagelijkse onderwijspraktijk.
Het biedt ook de mogelijkheid tot individu-
ele docentendossiers om de persoonlijke
beroepskwalificaties te registreren. Het
geeft toegang tot specifieke beroepsscho-
ling thuis en/of bij de onderwijsinstelling.
Kortom: teachers Channel biedt betrouw-
bare informatie, die makkelijk toegankelijk
en continu beschikbaar is voor professio-
nals in het onderwijs.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 15 30-11-10 16:41
16 Pulse
Tekst: Frank Mullaart en Rick de Wit
‘Hebben we daar geld voor?’ een vraag waar iedereen binnen een school vroeg of laat mee te maken krijgt. om op een zinvolle manier met het schoolbestuur of de algemeen directeur van gedachten te kunnen wisselen over financiële mogelijkheden moet aan een paar voorwaarden worden voldaan. Ze komen in dit artikel aan de orde.
Hoe arm iS miJn SCHoolbeSTuur?
onze rekenmethode voldoet niet en we
willen hem daarom eerder vervangen dan
we dachten. in ons Schoolplan hebben
we opgenomen dat we de brede school
nu echt gaan vormgeven. We zullen daar
dit schooljaar dus veel extra tijd en geld
in steken. We krijgen een nieuw school-
gebouw, maar juist die ene ruimte die
voor ons zo belangrijk is, wordt niet door
de gemeente betaald. Zomaar een aantal
voorbeelden waarbij iedere schooldirecteur
en zijn team te maken krijgt met de vraag
‘Hebben wij daar geld voor?’. vaak leeft
er bij schooldirecteuren, leerkrachten en
ook ouders het idee dat het schoolbestuur
zwemt in het geld, maar krijgt de directeur
nul op het rekest. Hoe krijg je inzicht in de
financiële situatie van een school?
Weten hoe het werkt
in de eerste plaats gaat het om kennis
op hoofdlijnen van financiële principes en
werkwijzen. Hoe zitten de begroting van
het schoolbestuur en mijn school in el-
kaar? Hoe worden in onze organisatie de
beschikbare middelen verdeeld? Wanneer
komen uitgaven die ik doe in mijn jaar-
lijkse exploitatie terecht? Wanneer is er
sprake van investeringen die tot jaarlijkse
afschrijvingslasten leiden?
in principe zal elke onderwijsorganisatie
streven naar een sluitende begroting,
winst maken is niet nodig. als de reserves
te laag zijn, moet er minder uitgegeven
worden dan er binnenkomt om de reser-
ves weer op een aanvaardbaar minimum-
niveau te brengen. als er vrij besteedbare
reserves zijn, kan een organisatie zich
één of enkele jaren permitteren verlies te
lijden.
Financieel management op orde
ten tweede mag de schooldirecteur ver-
wachten dat het financieel management in
zijn organisatie op orde is en dat hij of zij
het in de eigen school ook op orde heeft.
goed financieel management begint met
een goede begroting. niet alleen voor het
komende jaar maar ook meerjarig. ook
voor de schooldirecteuren zelf ligt hier
een belangrijke taak. op iedere school
wordt tegenwoordig wel een begroting
opgesteld, maar een link naar bijvoorbeeld
Pulse_PO_nr6_2010.indd 16 30-11-10 16:41
Pulse 17
www.pulseprimaironderwijs.nl/financieelmanagement
FinanCieeL management
het Schoolplan wordt nog maar weinig
gelegd. Hierbij gaat het om de vraag hoe
de beleidsvoornemens de bestedingen de
komende jaren gaan beïnvloeden.
vervolgens moet lopende het kalenderjaar
de uitputting (welk deel van mijn begro-
ting heb ik al besteed?) gevolgd worden.
Hierbij doen zich in de praktijk een aantal
problemen voor. Soms krijgt de schooldi-
recteur financiële overzichten die alleen
door financieel deskundigen doorgrond
kunnen worden. Dan mag de directeur
vragen om begrijpelijke informatie. Soms
neemt de directeur niet de moeite om
de (al dan niet via internet) beschikbare
informatie op te zoeken en te beoordelen.
Dan moet de directeur zichzelf verma-
nend toespreken.
Hoe beter de kwaliteit van het financieel
management, hoe ‘rijker’ de organisatie.
Beoordeling van de hoogte van het
vermogen
in de derde plaats is inzicht in de finan-
ciële positie van het schoolbestuur van
belang. als er vrij besteedbare reserves
zijn, is er sprake van een heel andere
situatie dan wanneer de reserve eigenlijk
al te laag is om normale bedrijfsrisico’s op
te vangen. De vermogenspositie van een
schoolbestuur goed beoordelen is echter
knap ingewikkeld. De website ‘Hoe rijk
is mijn schoolbestuur?’ van enkele jaren
geleden toonde aan dat al snel heel on-
genuanceerde beeldvorming kan ontstaan.
Dat blijkt ook uit een voorbeeld uit de
privésfeer. veel mensen hebben een eigen
huis. Boekhoudkundig gezien is de waar-
de van je huis vermogen. Hierdoor zullen
dus veel mensen een groot vermogen
hebben. is men daardoor rijk? een groot
deel van dat vermogen zit in bakstenen
en kan dus niet gebruikt worden om een
nieuwe auto aan te schaffen.
om te beoordelen of een schoolbestuur
(te) rijk is, wordt tot dusver gebruik
gemaakt van allerlei kengetallen. een
kengetal is meestal een verhoudingsgetal
dat een snelle indruk geeft van een (in dit
geval) boekhoudkundige waarde. Zo zijn
er kengetallen die wat zeggen over de
hoogte van het vermogen: bijvoorbeeld
het weerstandsvermogen, de solvabili-
teit en de kapitalisatiefactor. Het laatste
begrip is in 2009 geïntroduceerd door de
Commissie Don die onderzoek deed naar
de vermogenspositie van schoolbesturen.
De kapitalisatiefactor wordt sindsdien
door bijvoorbeeld de onderwijsinspectie
gebruikt. een te hoge kapitalisatiefactor
kan duiden op het onvoldoende inzet-
ten van gelden die bestemd zijn voor het
onderwijs. inmiddels is de inspectie met
honderden schoolbesturen met een hoge
kapitalisatiefactor in gesprek. Daaruit blijkt
overigens dat in een aanzienlijk aantal
gevallen de kapitalisatiefactor wel hoog
is, maar dat van het oppotten van mid-
delen helemaal geen sprake is. Soms is
de risicoreserve zelfs te laag. Kengetallen
zeggen dus ook lang niet alles.
Arm of rijk?
Hoe kan men dan wel een indruk krijgen
hoe ‘rijk’ het schoolbestuur is? om dit te
beoordelen moet gekeken worden naar de
hoogte van het vermogen en de zaken die
er mee gedekt moeten worden. Je hebt
in de eerste plaats vermogen nodig om
onverwachte tegenvallers op te vangen.
een onderwijsorganisatie loopt, net als
iedere andere organisatie, bepaalde
risico’s. voorbeelden hiervan zijn on-
verwachte dalingen in leerlingenaantal,
arbeidsconflicten, het moeten inhuren
van interim personeel of het plotseling
wegvallen van subsidies. voor een deel
kunnen deze risico’s afgedekt worden
door organisatorische maatregelen te
nemen of een verzekering af te sluiten.
voor een deel zullen deze risico’s echter
alleen afgedekt kunnen worden door er
een spaarpotje voor aan te houden. De
ene organisatie loopt trouwens veel meer
risico’s dan de andere en zal dus ook
hogere reserves aan moeten houden. Hoe
beter het financieel management en het
personeelsbeleid in de organisatie zijn,
des te minder middelen er aangehouden
hoeven te worden voor financiële lijken in
de kast of voor het financieel afhandelen
van arbeidsconflicten.
ten tweede bestaat het vermogen voor
een deel uit bezittingen die op de scholen
staan, bijvoorbeeld meubilair, iCt-appa-
ratuur en leermethoden. een school die
dat allemaal gloednieuw heeft is heel rijk,
maar het vermogen zit vrijwel helemaal in
die bezittingen (materiële vaste activa).
er zijn weinig vuistregels, maar wel een
aantal modellen en onderzoeken beschik-
baar die leren hoe je organisatiespecifiek
het benodigde vermogen kunt bepalen.
afhankelijk van de behoefte kan er op
die manier globaal of heel nauwkeurig in
kaart worden gebracht hoeveel vermogen
er nodig is en hoe dit zich verhoudt met
het thans aanwezige vermogen. als we
zo’n berekening maken voor een school-
bestuur ontstaat er veel meer begrip.
De vraag hoe rijk de school of het school-
bestuur is, kan dus niet zomaar beant-
woord worden. maar de schooldirecteur
mag wel verwachten dat in een toelich-
ting bij de begroting en de jaarrekening
dergelijke analyses in begrijpelijke vorm
gemaakt worden. Het kan dus best voor-
komen dat de vraag ‘Hebben we geld?’
met nee beantwoord wordt. ‘Weten we
niet’ is geen acceptabel antwoord!
Frank Mullaart en Rick de Wit zijn
werkzaam bij Infinite Financieel.
Frank Mullaart houdt op vrijdag 28
januari om 14.00 uur op de NOT de
lezing ‘Hoe arm is mijn schoolbe-
stuur? Waarom grip op de financiën
niet moeilijk, maar wel zeldzaam is’.
Infinite Financieel helpt onderwijs-
organisaties hun financieel manage-
ment en de bedrijfsvoering verder te
verbeteren.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 17 30-11-10 16:41
SpelenderwijS naar een oploSSingScholopoly
Met het spel Scholopoly krijgt het schoolteam
inzicht in de bouwstenen van het omgaan met
onderwijsbehoeften van leerlingen.
Scholopoly geeft aan waar het echt om gaat: het
werk in het primaire proces.
Wil je meewerken aan de vormgeving van je
eigen werksituatie?
www.seminarium.hu.nl
schoolontwikkelingstrajecten Scholopoly
HU_FC_90x280_seminarium.indd 1 21-10-10 14:53
Wilt u het onderwijs op uw school zelf vormgeven? Wilt u uw lessen afstem-men op de verschillen tussen leerlingen? Zoekt u een praktisch en concreet hulpmiddel? U vindt het in deze nieuwe uitgave in de reeks Wat werkt op school.
De kunst en wetenschap van het lesgeven
“Het is goed te beseffen dat geen
enkel onderzoek oplossingen biedt
voor alle leerlingen in elke situatie en
dat dezelfde gedragingen door twee
verschillende leraren in een andere
volgorde en op een andere manier
toegepast kunnen worden, met even
goede resultaten.” R.J. marzano
Robert J. marzano is internationaal dé
expert als het gaat om de toepassing
van feiten uit de onderwijsresearch
met de onderwijspraktijk van iedere
dag. in zijn nieuwste boek De kunst en wetenschap van het
lesgeven richt hij zich rechtstreeks tot de leraar.
Het is de kunst en het ambachtelijke vakmanschap van elke school
en elke leraar om uit door de wetenschap aangedragen kansrijke
aanpakken de juiste keuze te maken. Wat past bij deze school,
deze groep leerlingen, deze leraar, en hoe bepaal je dat? De kunst
en wetenschap van het lesgeven biedt hiervoor een raamwerk,
speciaal voor de leraar die aan een nieuwe les gaat beginnen, die
een nieuw thema of project gaat opstarten. Dat gaat aan de hand
van 10 vragen met veel tips en oplossingen erbij.
meer weten over de kunst en wetenschap van het lesgeven?
•Kijkopwww.watwerktopschool.nl
•BezoekdeBazalt-HCOstandtijdensdeNOT2011(E040
in hal 8)
•MelduaanvoordegratisworkshoptijdensdeNOT2011,
vrijdag 28 januari, 11.30-12.15 uur
Wat werkt op school is een gezamenlijk project van:
BazaltHCOOnderwijsAdviesFontys Fydes
Licentiepartners:
timpaan onderwijs advies en Consultancy
iJsselgroep
aBC onderwijsadviseurs
Voor alle leraren en docenten die werken met kinderen
tussen 4 en 18 jaar!
Pulse_PO_nr6_2010.indd 18 30-11-10 16:41
Pulse 19
Hij wil graag het gesprek aan gaan met ministers en mensen die daadwerkelijk besluiten nemen over het onderwijs. Hij heeft namelijk nog wel wat ideeën over hoe het onderwijs nog beter zou kunnen en is niet bang daarover te discussiëren. Dat zegt mathijs ter Bork (28), leraar op jenaplanschool ’t Broekhoes in Balinge, die in oktober gekozen werd tot leraar van het jaar 2010, in de categorie basisonderwijs.
Leraar van het jaar maTHiJS Ter bork:TroTS en ambiTieuS
inteRvieW
“eigenlijk wist ik pas van de nominatie toen
ik al naar de volgende ronde was”, zegt de
kersverse leraar van het jaar. De directrice
van ’t Broekhoes had hem stilletjes geno-
mineerd, samen met zijn zes collega’s. Zij
mobiliseerden – buiten ter Bork om – ook
alle ouders en kinderen en vroegen hen
op ter Bork te stemmen. Pas toen heel
zeker was dat ter Bork bij de finalisten zat,
verklapte de directrice de actie. “ik moest
gaan zitten en kreeg een cadeau. ik had
echt zoiets van: wat is dit nou? Heb ik een
jubileum gemist?” Dat bleek niet het geval
en krap een paar weken later won ter Bork
de titel Leraar van het jaar. Die past hem,
ondanks de verbazing, prima. “ik denk dat
het verschil is dat ik mijn stem laat horen.
ik denk na over het nut en het voordeel
voor de kinderen.”
Één van de eerste vragen die ter Bork
stelde was: leuk, die titel, maar wat kun
je daar dan mee? Precies wat hij wilde,
zo bleek. Het komende jaar mag ter Bork
zijn stem laten horen op verschillende
onderwijsbijeenkomsten, debatten en
symposia. Het eerste kamerdebat heeft de
jonge docent er al opzitten. “Dan moet je
toch vooral reageren op stellingen, terwijl
ik graag ook mijn mening wil geven. maar
dat is niet erg, want tussendoor kun je toch
redelijk je punt maken.” ter Bork wil zich
vooral hard maken voor de pedagogische
kant van het onderwijs. Creatieve vak-
ken worden nogal onderbelicht, vindt de
docent. “en er is in het onderwijs nu zoveel
aandacht voor wat de leerlingen allemaal
niet kunnen. Loopt een zogeheten zwakke
leerling achter in een vak waar hij of zij
toevallig niet goed in is, dan moet er met-
een een behandelingsplan komen en moet
het vak vier of vijf keer per dag geoefend
worden. Ze worden doodgegooid met wat
ze niet kunnen. natuurlijk moet je er extra
aandacht aan besteden, maar soms gaat
het echt te ver.” ter Bork twijfelt ook aan
de werkzaamheid van al dat trainen. “Leer-
lingen die goed zijn in techniek, muziek of
tekenen moet je de kans geven zichzelf
daarin te ontwikkelen. Je kunt ook in één
vak excelleren.”
ter Bork heeft zin in het jaar, maar heeft
voor de toekomst nog geen vastomlijnd
plan. “ik vind het contact met de leerlingen
en ouders veel te leuk. Word je directeur
dan vermindert dat contact en dat zou ik
erg jammer vinden. nee, voorlopig blijf ik
lekker even leraar.”
Pulse_PO_nr6_2010.indd 19 30-11-10 16:41
20 Pulse
Het oplossen van probleemgedrag in het onderwijs is volgens Peter teitler, auteur van het boek ‘Lessen in orde’ eigenlijk heel simpel. “Het is belangrijk dat docenten op één lijn zitten.” teitler schreef zijn boek naar aanleiding van zijn ervaringen als docent in het voorgezet onderwijs én als psychotherapeut voor kinderen in de puberleeftijd. Dat het boek in een belangrijke behoefte voorziet, blijkt wel uit de gedrukte oplage (ca. 14.000 exemplaren). en het eind van het succes lijkt nog niet in zicht. ook voor leerkrachten in het basisonderwijs bevat het boek tal van handige tips en tools om de neuzen van de leerlingen en de leerkrachten dezelfde kant op te laten wijzen. op de not is Peter teitler een van de keynote-sprekers op de not-academie.
‘De vriJHeiD van De wolven iS De DooD van De SCHaPen’
Peter Teitler over het succes van zijn boek ‘Lessen in orde’
Pulse_PO_nr6_2010.indd 20 30-11-10 16:41
Pulse 21
CommUniCatie
Peter Teitler over het succes van zijn boek ‘Lessen in orde’ “als docent zie je nog wel eens wat”, ant-
woordt teitler op de vraag waar hij de inspi-
ratie voor het schrijven van het boek vandaan
haalt. “net als andere docenten kwam ik ook
in aanraking met probleemgedrag van leer-
lingen. ik ging op zoek naar literatuur over
het onderwerp, maar wat ik daarbij vooral
tegenkwam was dat de aandacht lag op het
gedrag van de leerlingen. niet zozeer op wat
een docent of een docententeam moet doen
om probleemgedrag te voorkomen. ook zei-
den collega-docenten tegen mij: pak ze maar
eens fl ink aan, die ordeverstoorders. Deze
tips waren in mijn ogen veel te algemeen en
werkten dus niet. naast docent ben ik ook
psychotherapeut voor pubers en het was mij
al eens opgevallen dat bij probleemgedrag
van jongeren de ouders vaak niet op een lijn
zitten. om een voorbeeld te geven: als moe-
der zegt dat het kind om half acht thuis moet
zijn en vader zegt dat half negen ook goed
is, dan is de kans groot dat het kind pas om
half tien thuis komt.”
Eeuwenoud
volgens teitler wordt er in de opleiding van
leerkrachten veel te weinig aandacht aan dit
nijpende onderwerp besteed. “terwijl de pro-
blemen sinds Plato en Socrates al bestaan.
in de jaren zeventig was orde houden een
vies woord. nog steeds hoor ik docenten
zeggen dat ze geen dictators willen zijn.
maar daar gaat het helemaal niet om. orde
houden in de klas betekent alleen maar dat
je als docent de regie hebt. orde houden is
een noodzakelijk voorwaarde om goed les
te kunnen geven. in mijn presentaties houd
ik de leerkrachten altijd voor dat de vrijheid
van de wolven, de dood van de schapen
betekent. als docent moet je ervoor zorgen
dat het gedrag van de kinderen die zich
soms niet zo sociaal gedragen, niet ten koste
gaat van de lieve, aardige kinderen in de klas.
met andere woorden: de docent is degene
die ervoor moet zorgen dat de wolven
wolven kunnen zijn, die hebben per slot van
rekening ook eten nodig, maar hij bepaalt
zelf wanneer hij ze voert en wat hij ze geeft.
Daarmee voorkomt hij dat ze de schapen te
grazen nemen. Zo zorgt hij voor een veilig
klimaat in de klas en een veilig klimaat is een
belangrijke voorwaarde voor iedereen om
goed te kunnen leren.”
Hoewel teitler zich vooral gefocust heeft op
het voorgezet onderwijs, zijn de uitgangs-
punten van het boek universeel en kunnen
ze evengoed voor het basisonderwijs gelden.
“Hoe eerder leerlingen daarmee in aanraking
komen, hoe beter het natuurlijk is. Laat ik
een voorbeeld geven. als docent a zegt dat
eten en drinken wel is toegestaan in de klas
en docent B zegt dat het niet mag, dan krijgt
docent B te maken met een boze leerling.
ik noem het de ‘perverse triade’ als een
docent een coalitie aangaat met één of meer
leerlingen. Dat leidt onherroepelijk tot pro-
blemen. De oplossing is ervoor te zorgen dat
docenten op één lijn zitten. anders gezegd:
dat ze voorspelbaar gedrag vertonen naar
de jongeren toe. in het voortgezet onderwijs
hebben leerlingen natuurlijk te maken met
heel veel leraren en structuren. in het basis-
onderwijs minder, maar ook hier moet je over
de jaren heen, op het schoolplein, in de aula
en zeker als je met meer leerkrachten voor
de groep staat dezelfde regels hanteren.
De meeste leerlingen kunnen uitstekend met
uiteenlopende regels omgaan, maar een stuk
of drie niet. voordat je het weet bepalen zij
de sfeer in de klas.”
Pedagogisch klimaat
teitler weet uit ervaring dat veel docenten
van zichzelf vinden dat ze het goed doen.
“aanvankelijk reageren ze allemaal enthou-
siast op mijn verhaal, maar als ik dan vertel
dat ze hun ‘goede’ gedrag soms aan moeten
passen ten behoeve van hun collega’s, dan
zie je wel eens wegtrekken. Dan staan we
soms lijnrecht tegenover elkaar. meestal
krijg ik ze uiteindelijk wel mee en zien ze de
voordelen er ook wel van in. met mijn aard-
rijkskundige achtergrond praat ik graag over
het pedagogische klimaat in de klas. terwijl
docenten het hebben over het ‘pedagogische
weer in hun klas’. Het pedagogische klimaat
strekt zich uit over een groter gebied en over
een aantal jaren. als een leraar zegt: ‘Ja maar,
Voor meer informatie: ‘Lessen in Orde’,
uitgeverij Coutinho, www.coutinho.nl.
bij mij in de klas’, dan heeft hij het weer
over het weer bij hem in de klas. Waar ik
naar streef op een school is dat het klimaat
verbetert. natuurlijk is het fi jn dat bij jou in
de klas de zon schijnt, maar het is nog veel
fi jner als het klimaat op school verbetert.
Dat gaat niet van de ene op de andere dag.
Doorgaans heb ik drie jaar nodig om zo’n
klimaatsverandering te realiseren. Het is toch
een hele cultuurschok, soms. en als ik een
school verlaat dan hoor ik vaak: ‘Wat er is
gebeurd, weten we niet, maar we zijn veel
meer een eenheid, een team en we stemmen
ons handelen veel beter op elkaar af dan
voor die tijd’.” een prettige bijkomstigheid is
volgens teitler ook dat de leerresultaten er
bij gebaat zijn. De scholen die hij begeleidt
stijgen vaak van zeer zwak, naar zwak, naar
voldoende en goed.
‘Lessen in orde’ biedt leerkrachten een me-
thode voor het creëren van een stimulerend
werkklimaat. De methodiek is op vier niveaus
uitgewerkt: op het niveau van de klas, van
de school, van de individuele leraar en van
de individuele leerling. De leerkracht krijgt
tal van concrete instrumenten aangereikt om
orde te houden en adequaat in te grijpen bij
ordeverstoringen. Speciale aandacht besteedt
het boek aan de groep ‘zorgleerlingen’. in
de komende edities van Pulse zal teitler een
aantal concrete voorbeelden geven van hoe
het niet en hoe het wel moet.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 21 30-11-10 16:41
22 Pulse
De verleiDing van HeT Puberbrein
CommUniCatie
met de komst van nieuwe media krijgen jong en oud een stortvloed aan informatie te verwerken. Het aanbod van nieuws, filmpjes, online spelletjes, sociale netwerken en andere informatietoepassingen voor de computer én de mobiele telefoon is eindeloos. onze jongeren, onze di-gital natives, zien vaak door de bomen het bos niet meer. Het is tijd voor informatie-educatie.
Yvonne van Sark is mede-eigenaar van YoungWorks, Bureau voor
Jongerencommunicatie en schreef samen met Huub nelis het
boek ‘Puberbrein binnenstebuiten’. tijdens de not verzorgt ze
een seminar over infobesitas. “Het puberbrein is erg gevoelig
voor verleidingen. Jongeren zijn continu op zoek naar de laatste
nieuwtjes en de nieuwste filmpjes. Ze weten precies waar de
leuke dingen plaatsvinden en waar en met wie hun vrienden op
elk moment zijn. maar aan het ‘up-to-date’ zijn, zit een keerzijde.
Sociale netwerksites nemen zoveel tijd in beslag, dat het huiswerk
opzij wordt geschoven. in de klas wordt niet meer geconcentreerd
gewerkt omdat de smsjes en tweets blijven binnenstromen. en dan
hebben we het nog niet eens over de leerproblemen die hierdoor
kunnen optreden.”
De groep jongeren die werkelijk last heeft van infobesitas, die
zichtbaar lijdt aan concentratieverlies of slaapstoornissen, is erg
klein. maar we staan pas aan het begin van de digitale revo-
lutie. “De informatiestroom die onze jongeren overspoelt zal
alleen maar groter worden. Het is aan ons om jongeren daarin
te begeleiden. vergelijk het maar met een grote pot met snoep.
De verleiding om te blijven snoepen met zo’n pot voor je neus is
groot. maar je weet dat je misselijk zal worden als je blijft eten en
dat snoepen voor het eten of voor het slapengaan niet verstandig
is. Hoe we dat weten? Het wordt ons meegegeven in onze op-
voeding, er wordt over gepraat. Zo zou het ook met de oneindige
informatiestroom moeten gaan. Jongeren moet geleerd worden
informatie te selecteren: wat is voor mij belangrijk? en misschien
nog wel belangrijker: wanneer is het genoeg?”
van Sarks boodschap tijdens de not is dan ook dat leraren zich
niet pessimistisch moeten opstellen. “neem geen negatieve hou-
ding aan tegen de internetrevolutie, maar verdiep je in de informa-
tiestroom en de belevingswereld van de jeugd. vraag je leerlingen
wat de informatietsunami met hen doet en ga samen op zoek naar
oplossingen. Leer hen hoe ze informatie moeten filteren. Leg uit
dat ze prioriteiten moeten stellen en ondersteun hen bij het maken
van een goede dagindeling.”
De seminar over infobesitas staat gepland voor 27 januari om
11.00 uur. voor meer informatie, www.youngworks.nl.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 22 30-11-10 16:41
Pulse 23
iCt
ninTenDogame zeTkinDeren aan ToT lezenSerious gaming in plaats van serious games. volgens ineke verheul van advies-bureau game on passen commerciële games als the Sims heel goed binnen het lesprogramma. Belangrijk daarbij is wel dat de game aansluit op het vooraf geformuleerde leerdoel. verheul presenteert haar visie donderdag 27 januari tijdens de not-academie in de Jaarbeurs in Utrecht.
verheuls aanpak lijkt voor de hand te lig-
gen: “maak gebruik van boeiende spellen
die al voorhanden zijn. Dat is effectiever en
vooral een stuk goedkoper.” De effectivi-
teit zit ‘m volgens de onderzoekster in de
aantrekkelijkheid van commerciële games.
“Die spellen motiveren een gamer om op
het puntje van zijn stoel te blijven zitten.
Dat is wat je als leerkracht wilt; lesstof die
aantrekkelijk genoeg is om leerlingen in
de ban te houden. Serious gaming heeft
die kracht. Serious games zijn vaak saai
en motiveren niet, onder andere omdat de
ontwerpers zich focussen op de inhoud.
Bovendien zijn ze niet realistisch genoeg.”
voor basisschoolleerlingen bijvoorbeeld
is the Sims een leerzaam computerspel
voor verschillende leerdoelen. “in the Sims
draait het om karakters. Je kunt die perso-
nen heel gelukkig maken door dure spullen
voor hen te kopen. Het spel kan leerlingen
iets bijbrengen over kapitalisme of duur-
zaamheid. Je kunt kinderen de opdracht
geven om zo min mogelijk aan te schaffen,
zodat de figuren bijvoorbeeld de afwas met
de hand moeten doen. Zodoende sparen
ze geld voor andere doeleinden.”
De leerlingen zullen deze leermethode on-
getwijfeld toejuichen. gamen onder school-
tijd. Wie wil dat nou niet? verheul wijst er
op dat voor de leerkracht een grote rol is
weggelegd. “De onderwijzer organiseert
de bespreking eromheen. Leerlingen krij-
gen de ruimte om op te gaan in het spel,
maar de leraar moet zorgen dat ze ook pas
op de plaats maken om te leren. Het is aan
de leerkracht om een goede middenweg
te vinden en om momenten van reflectie in
te lassen.”
in groot-Brittanië is meer ervaring met het
spelen van commerciële games binnen
de muren van het klaslokaal. in nederland
staat dit concept nog in de kinderschoe-
nen. “Schoolorganisaties zien de kosten
vaak als een obstakel, maar ik probeer
hen uit te leggen dat dat helemaal niet
hoeft. voor driehonderd euro kun je twintig
computers voorzien van een aansprekende
game.”
verheul haalt een voorbeeld aan van een
school in Schotland waar leesonderwijs
gestimuleerd werd met een nintendogame.
De kinderen moesten hierbij puppy’s trai-
nen en speelden onderlinge wedstrijden.
“om de wedstrijden te winnen, was het be-
langrijk dat zij veel over honden lazen. Die
boeken waren in het klaslokaal aanwezig
en werden stukgelezen.”
verheul noemt zich game-makelaar en
helpt leerkrachten in hun zoektocht naar de
juiste game. Zie www.game-ondd.nl.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 23 30-11-10 16:41
24 Pulse
De mogelijkheden van social media zijn eindeloos. Steeds meer leraren zien de voordelen van communiceren en het uitwisselen van lesmateriaal, tips en tools.
Tekst: Menno van Hasselt en Dieter Möckelmann
Social mediain HeT baSiSonDerwiJS
Juf Anita
Juf anita Bracke (@anitabracke) is leer-
kracht van groep 3. anita gebruikt twitter
om in contact te komen met andere leer-
krachten. elke ochtend wenst ze haar
collega’s in de teamkamer een goede
morgen. Hetzelfde doet ze met haar
146 volgers op twitter.
Basisschool theo thijssen in Wad-
dinxveen wijst via twitter ouders op
het bestaan van oude schoolfoto’s
en hoe ze multimedia in de groepen
toepassen.
adil akmouni, leerling van groep 8
houdt voor de school een weblog
bij. Daarop plaatst hij discussies
over onder ande-
re de Cito-eind-
toets. Deze blog
koppelt hij aan
twitter waar hij de
discussie aangaat
met leerkrachten
en adviseurs.
Zomaar drie
voorbeelden
van personen
of scholen die
social media
gebruiken om in
contact te komen
met collega’s of an-
dere geïnteresseerden.
Social media
Social media is de engelse benaming
voor online platforms waar de gebruikers,
met geen of weinig tussenkomst van een
professionele redactie, de inhoud verzor-
gen. er is sprake van interactie en dialoog
tussen de gebruikers onderling. Hierbij
kun je denken aan het uitwisselen van
lesvoorbeelden, geschikte links of bruik-
bare beeldmaterialen. maar ook aan het
laagdrempelig communiceren met ouders.
Social media staat dus voor ‘media die je
in staat stelt je onderwijs aantrekkelijker te
maken door het gemakkelijk en snel uitwis-
selen van informatie en kennis met een
grote groep mensen’.
Voordeel?
net zoals juf anita, de theo thijssenschool
en adil zijn er steeds meer leerkrachten,
schoolleiders, onderwijsexperts en scholen
die sociale media gebruiken om kennis uit
te wisselen. Wat beweegt ze om te kiezen
voor deze manier? een aantal voordelen
van social media op een rijtje: social media
is voor iedereen en overal toegankelijk.
Wie zich aanmeldt mag meedoen. Het
Pulse_PO_nr6_2010.indd 24 30-11-10 16:41
Pulse 25
LinkedIn (www.linkedin.com)
Je eigen Cv online met daaraan gekop-
peld de mogelijkheid om deel te nemen
aan een groep met betrekking tot jouw
interesse om daar kennis te delen. een
populaire groep is de groep ‘onderwijs
2.0’.
Yurls (www.yurls.nl)
een verzameling van links rond een
bepaald thema. er zijn Yurls met betrek-
king tot taal, rekenen, feesten, didactiek,
schoolleiding, et cetera. iedereen kan
een yurl aanmaken en deze delen met
collega’s. handig voor leerkrachten die
een digibord hebben. Kijk eens op
http://overzicht.yurls.net.
Wordpress (www.wordpress.org)
een tool waarmee je je eigen teksten kunt
maken, publiceren en delen met bijvoor-
beeld, leerlingen, ouders of collega’s.
Bijvoorbeeld: http://onderwijs21.word-
press.com.
Tot slot
iCt is een middel. Social media ook. al-
leen door zelf te proberen, geef je jezelf
de kans om te ervaren waarvan het een
middel kan zijn. Wij kunnen niet voorspel-
len wat er over een paar jaar zal worden
ontwikkeld. maar wel weten we dat we
aan de vooravond staan van een totaal
ander manier van het delen van informatie
en kennis. Zo is dit artikel tot stand geko-
men, met behulp van tips die via twitter
en Linkedin zijn verzameld. Wij hopen
jullie op één van de sociale netwerken te
ontmoeten!
www.pulseprimaironderwijs.nl/ict
iCt
maakt niet uit van welke soort onderwijs je
komt, hoeveel werkervaring hebt of welke
functie je bekleedt. iedereen communiceert
met elkaar en dat zorgt voor verrassende
verbindingen zoals een groep 8 leerling die
een onderwijsadviseur adviseert.
Wanneer veel mensen samen commu-
niceren, is ook de aanwezige kennis en
ervaring groot. een goed voorbeeld is
de community’s van De Digischool. Daar
wisselen ruim 170.000 leden van groep 1
t/m groep 8 lessen, verwerkingsmateriaal
en onderwijskundige tips met elkaar uit.
omdat steeds meer informatie online
beschikbaar is, wordt de noodzaak tot
het vindbaar maken van informatie steeds
groter. Social media stelt een leerkracht in
staat om kennis te vinden, slim op te slaan
en te gebruiken zonder ingewikkelde soft-
wareprogramma’s te hoeven gebruiken.
tegenover deze voordelen staan natuurlijk
ook nadelen. er is een overdaad aan kennis
beschikbaar, vaak meer dan je nodig hebt.
Je bent afhankelijk van een internetverbin-
ding en het is niet altijd controleerbaar of
de kennis juist is. om er maar een paar te
noemen.
Status
Het gebruik van social media kost tijd. Wat
je er voor terug krijgt is een hoop informa-
tie. Kennis wanneer dat jou uitkomt. maar
mensen die social media actief gebruiken
krijgen nog wat anders, en dat is status.
Binnen de social media wordt bereidwil-
ligheid om te delen beloond met compli-
mentjes en aanbevelingen. Wie veel kennis
deelt, krijgt er dus waardering voor terug
en dat is vaak een betere motivator dan
een beloning in geld.
een voorbeeld hiervan is marcel Kesselring
(@marathonkeje). marcel is directeur van
basisschool aloysius is maasland. marcel
deelt de kennis die hij verzamelt op zijn
website Schoolplein Winkwaves via twitter.
Zo verbindt hij zijn eigen sociale netwerk
met een ander sociaal platform.
Geven en nemen
Het feit dat het fenomeen social media
zo populair is, betekent nog niet dat je er
gebruik van moet maken. Dat is de charme
van social media: je beslist zelf of je wilt
deelnemen of niet, of je iemand volgt of
niet of dat je iemand als online vriend
ontvolgt. Social media is zo in trek omdat
zo veel mensen bereid zijn informatie te
geven. Zijn er daarvan voldoende, dan
komen ook de mensen die willen halen aan
hun trekken. vind je zinvolle informatie,
dan kom je vaker. vind je weinig, dan kom
je niet. en dat bepaal je zelf.
maar dat betekent niet dat je als profes-
sionele leerkracht kunt denken dat social
media een hype is die wel weer over zal
gaan. Het gebruik van sociale platforms zal
alleen maar toenemen en meer en meer
mensen aan elkaar verbinden. Scholen
onderling, waar ook ter wereld. maar ook
leerkrachten aan leerlingen zoals adil.
Voorbeelden
een aantal sociale platforms die in het
onderwijs worden gebruikt op een rijtje:
Twitter (www.twitter.com)
Uitwisselen van korte boodschappen
van 140 tekens aan de mensen die jouw
volgen of het ontvangen van berichten van
mensen die jij volgt.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 25 30-11-10 16:41
26 Pulse
Tekst: ???
maakT u uw viSie waar?
Tekst: ???
26 Pulse
Tekst: Cees Bos
Scholen moeten ervoor zorgen, dat hun
kwaliteitszorg voldoet aan een zevental
indicatoren (zie afbeelding 1). een school
kan daarnaast beoordeeld worden op de
volgende aanvullende indicatoren:
1 De schoolleiding stuurt de kwaliteitszorg
aan.
2 De kwaliteitszorg is verbonden met de
visie op het onderwijsleerproces.
3 De schoolleiding zorgt voor een profes-
sionele cultuur.
4 Bij de zorg voor kwaliteit zijn personeel,
directie, leerlingen, ouders en bestuur
betrokken.
in dit artikel ga ik in op de tweede aanvul-
lende indicator: hoe zorg je ervoor, dat de
kwaliteitszorg verbonden is met de visie op
het onderwijsleerproces?
Kwaliteitszorg (Deming)
om de indicator beter te kunnen begrijpen
is het nodig om te weten wat er bedoeld
wordt met (a) kwaliteitszorg en (b) onder-
wijsleerproces. Dat lijkt eenvoudiger dan
het is. eerst ‘kwaliteitszorg’. vrijwel ieder-
een denkt dan direct aan William edwards
Deming. Hij liet de wereld kennismaken
met de zogenaamde Shewhart-cyclus, een
model van denken dat uitgaat van de vol-
gende stappen: je begint met een ontwerp,
maakt vervolgens een product, verkoopt
het en test het op de serviceafdeling. De
testresultaten worden gebruikt om verbe-
teringen aan te brengen. in kernwoorden:
ontwerpen – produceren – verkopen –
testen – aanpassen. of – meer bekend – in
termen van Deming (zie afbeelding 2):
1 to plan
2 to do
3 to check
4 to act
Het is opvallend, dat de fase ‘to plan’ on-
der meer inhoudt het ontwikkelen van een
missie en een visie. Het formuleren van
een visie is daarmee sowieso een onder-
deel geworden van de kwaliteitszorg.
Kwaliteitszorg (Juran)
een andere grootheid op het gebied van
kwaliteitszorg is de in nederland wat min-
der bekende Joseph m. Juran. Hij onder-
scheidt – in tegenstelling tot Deming – drie
fasen voor kwaliteitszorg. Samen worden
ze de Juran-trilogie genoemd:
1 Kwaliteitsplanning
2 Kwaliteitsbeheersing
3 Kwaliteitsverbetering
De drie fasen lijken zeer sterk op de
Deming-stappen: to plan, to check en to
act. Kwaliteitsplanning omvat een aantal
universele uitgangspunten, namelijk:
• Stelvastwiedeklantis.
• Steldebehoeftenvandeklantvast.
•Ontwikkeleenproductdatinspeeltop
de klantbehoeften.
•Ontwikkelprocessendieleidentothet
gewenste product.
• Laatdeproductieafdelinghetproduct
produceren.
Kwaliteitszorg en de visie op het onderwijsproces
Het toezichtkader primair onderwijs (2009) van de inspectie van het onderwijs beschrijft het waarderingskader waarin de kwaliteitsaspecten zijn opgenomen die de inspectie beoordeelt bij het toezicht op de scholen. ieder aspect is uitge-werkt in indicatoren. een belangrijk kwaliteitsaspect is kwaliteitszorg.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 26 30-11-10 16:41
Pulse 27
KWaLiteitSZoRg
De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.
1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie
2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen
3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces
4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten
5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces
6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit
7 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving
afbeelding 1, indicatoren kwaliteitszorg (Toezichtkader, 2009)
afbeelding 3afbeelding 3
Control
Defi ne
Measure
Analyse
Improve
Act
Plan
Do
check
Het is niet al te ingewikkeld om ook hier
de conclusie te trekken, dat het ontwik-
kelen van een visie (wat wil de klant?) een
onderdeel is van de kwaliteitszorg.
Kwaliteitszorg (vertaald)
in nederland hebben velen nagedacht over
de vertaling van de Deming- en Juranfasen.
meestal gaat het dan om varianten op de
volgende vragen en uitspraken:
1 Wat beloof je?
2 Doen wat je belooft
3 Doe je (goed) wat je belooft?
4 Wat kan er beter?
5 verbeteringen uitvoeren
op basis van deze shortliners zou je tot
een nieuw soort Deming-cirkel kunnen
komen (zie afbeelding 3) beschrijf je
kwaliteit (defi ne), meet regelmatig of je de
gewenste kwaliteit in voldoende mate rea-
liseert (measure), analyseer en waardeer
de uitkomsten (analyze), stel verbeteringen
vast en voer ze uit (improve) en evalueer
of het gelukt is om de verbeteringen te
implementeren (control).
Onderwijsleerproces
ik herhaal nog even de indicator die hier
centraal staat: de kwaliteitszorg is verbon-
den met de visie op het onderwijsleer-
proces. nu helder is wat kwaliteitszorg
inhoudt, is het goed om het woord ‘onder-
wijsleerproces’ nader te beschouwen. een
eerste gedachte is dat het hier zal gaan om
lesgeven, maar dat is niet helemaal correct.
Het toezichtkader maakt duidelijk wat we
moeten verstaan onder ‘onderwijsleerpro-
ces’. Het gaat daarbij om de aspecten: (1)
aanbod, (2) tijd, (3) schoolklimaat, (4)
didactisch handelen en (5) afstemming. op
deze vijf aspecten moet een school dus
een visie vaststellen (to plan) en daarna
overgaan op doen (to do), beoordelen (to
check) en verbeteren (to act). of in termen
van Juran: eerst een visie defi niëren, daarna
bepalen of je die visie in voldoende mate
waarmaakt en tenslotte verbeteren. Dat lijkt
allemaal eenvoudig, maar in de praktijk is
dat lastig. Hoe beoordeel je precies of je je
visie waarmaakt?
Visie Kwaliteitszorg
Scholen kunnen gemakkelijker voldoen
aan de inspectie-eis als ze een tussen-
stapje maken. Ze stellen eerst hun visie op
bijvoorbeeld didactisch handelen vast (en
die komt dan in het schoolplan te staan),
maar ze vertalen direct daarna hun visie in
concrete en meetbare (of merkbare) indi-
catoren. met andere woorden: ze ontwer-
pen op basis van hun visie (op didactisch
handelen) een competentielijstje (of
kwaliteitskaart)‘Didactisch Handelen’. Het
is daarna veel eenvoudiger om de indicato-
ren te beoordelen dan de meer prozaïsche
schoolplanteksten (visie). Kortom: je kunt
pas de visie van de school koppelen aan je
kwaliteitszorg als je er eerst voor zorgt dat
je je visie omzet in indicatoren. Het school-
plan zou daarom niet alleen de visie(s) op
diverse aspecten moeten bevatten, maar
ook (en vooral) de afgeleide indicatoren.
Die kunnen immers veel beter systematisch
en regelmatig beoordeeld worden door
bijvoorbeeld het team en de directie.
Ten slotte
gelet op het toezichtkader is het nodig om
de Deming-cirkel uit te breiden. De fase
to plan houdt in het vaststellen van een
missie en een visie en deze te vertalen in
indicatoren. De fase to check omvat het
regelmatig beoordelen van de indicatoren
en het analyseren en waarderen van de
uitkomsten. op grond van de beoordeling
worden de noodzakelijke verbeteringen
vastgesteld en uitgevoerd (to act). Wat ik
mis, is de fase die je kunt koppelen aan
‘het afl eggen van verantwoording’ (zie
afbeelding 1, de zesde indicator). met wat
fantasie kom je al snel op: to plan, to do,
to check, to act en to respond. Juist in een
tijd waarin het begrip verantwoording vaak
centraal staat, mag deze fase niet ontbre-
ken in een kwaliteitszorgcirkel.
Drs. C.H. (Cees) Bos, [email protected]
afbeelding 2
www.pulseprimaironderwijs.nl/kwaliteitszorg
Pulse_PO_nr6_2010.indd 27 30-11-10 16:41
Blijf groeien!professionaliseer jezelf, het team, de school
Opbrengstgericht aan de slag met:• taal/lezen• sociale competentie en gedrag• rekenen
www.cedgroep.nl/not bezoek ons op de NOT Hal 7 C26
Adv-Pulse_11-10_DEF:Adv-vo-docentenagenda-03_09 25-11-10 16:42 Pagina 1
www.coutinho.nlu i t g e v e r ij
c o u t i n h o C
Lessen in orde biedt leraren een methode voor het creëren van een stimulerend
ISBN 978 90 469 0123 6Actienummer: 901-83713
Lessen in ordeHandboek voor de onderwijspraktijk door Peter Teitler
werkklimaat. Leerlingen leren immers het best in een veilige, plezierige omgeving.
Lessen in orde met:- Concrete instrumenten om orde te houden;- Praktische tips over hoe in te grijpen bij ordeverstoringen;- Handvatten voor een gezamenlijke aanpak binnen de school;- Aandacht voor zorgleerlingen en het sturen van groepsprocessen.
Tegen inlevering van deze advertentie bij de boek-handel betaalt u slechts € 25,00 in plaats van € 28,50 voor het boek Lessen in orde. De actie is geldig vanaf 14 december 2010 tot en met 5 februari 2011.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 28 30-11-10 16:41
Pulse 29
ontWiKKeLingSgeRiCHt onDeRWiJS
in ontwikkelingsgericht onderwijs worden leerdoelen en leerlijnen, in de context van be-tekenisvolle activiteiten, in de klas opgebouwd. in die activiteiten komen persoonlijke zingeving en ‘de agenda’ van de leerkracht samen. Dat is voor de leerkracht de context waarin hij mee kan doen en resultaatgericht kan werken. Daar is meesterschap voor nodig! Lorien de Koning, nascholer en onderwijsontwikkelaar bij De activiteit (landelijk centrum voor ontwik-kelingsgericht onderwijs) onderzoekt samen met meester Bas van groep 8 hoe hij een voor de leerlingen interessant thema kan opbouwen waarin óók de onderwijsdoelen en inhouden van groep 8 ruimschoots aan bod komen.
onDerwiJS oP maaTin De bovenbouw
‘De wereld’
meester Bas kiest voor het thema ‘De
wereld’. Dit thema lijkt hem interessant
voor zijn groep en hij kan veel doelen en
inhouden kwijt. na de opstartweek van
zijn thema blijken de leerlingen echter nog
helemaal niet enthousiast. Ze stellen geen
onderzoeksvragen, maken geen plannen
en brengen ook geen boeken of spullen
mee.
Wat nu? Samen gaan we onderzoeken
hoe we het thema bij kunnen sturen zodat
de leerlingen wel betrokken raken en met
meester Bas gaan werken aan het behalen
van de onderwijsdoelen en inhouden.
Themakeuze en betekenisverlening
Wat waren Bas zijn overwegingen ge-
weest om voor het thema ‘De wereld’
te kiezen? Bas geeft aan dat hij dit wel
een mooi breed onderwerp vond. alle
kinderen kunnen wel iets bedenken
binnen deze context wat ze interes-
sant vinden. Daarnaast kan hij heel veel
doelen en inhouden van groep 8 kwijt
in dit thema: de landen en continenten,
topografie en kaartvaardigheden, het
onderdeel gebergten, klimaten, bedrijvig-
heid, culturen, vegetaties, bodemstoffen
en flora en fauna. toch lukt het niet om de
leerlingen warm te krijgen. Het onderwerp
moet namelijk nog actueel worden voor
de leerlingen. Dan kunnen ze ‘aanhaken’.
Samen met Bas speur ik de krant en de
internetnieuwspagina’s af naar actuele
kwesties die nu spelen in de wereld. We
komen onder andere de kabinetsformatie
tegen, de mijnwerkers in Chili, het afval in
napels, de drugsoorlog in mexico en de
uitreiking van de nobelprijs voor de vrede
aan de Chinese dissident Liu Xiaobo. Stuk
voor stuk interessante kwesties die de
leerlingen van Bas wellicht zullen aanspre-
ken. Bas kiest ervoor om te gaan werken
vanuit de spannende kwestie rondom de
mijnwerkers die al dagen opgesloten zit-
ten onder de grond in de Chileense mijn.
Dit omdat Bas al leerlingen uit zijn groep
over dit onderwerp onderling heeft horen
praten en omdat het al enkele dagen in
de media wordt gevolgd. Het ziet er naar
uit dat dit onderwerp dus nog wel even
actueel blijft. ook ziet Bas nog steeds
volop kansen om zijn onderwijsdoelen en
inhouden aan dit onderwerp te verbinden.
De startactiviteiten
om ervoor te zorgen dat Bas en zijn
leerlingen zich volop op het thema kun-
nen oriënteren, ontwerpen we een aantal
start-activiteiten. Het is de bedoeling dat
de startactiviteiten bepaalde denkproces-
sen op gang gaan brengen; ze creëren
Tekst: Lorien de Koning
Pulse_PO_nr6_2010.indd 29 30-11-10 16:41
30 Pulse
een gezamenlijke basis. De leerlingen
leren over de inhoud, maar ook leren ze
specifi eke sociale en cognitieve vaardig-
heden en strategieën te hanteren en te
ontwikkelen (Pompert, 2004). om deze
processen op gang te brengen moeten,
de startactiviteiten aan een aantal voor-
waarden voldoen:
•Zezijnuitdagend.
•Zeroepennieuwevragenop.
•Zemakenzichtbaaroverwelkekennis
& vaardigheden de groep al beschikt.
•Onderlinghebbenzeeenbepaalde
dynamiek & samenhang.
•Zebelichtennieuweperspectievenop
de gekozen inhouden.
•Zezijnvakoverstijgend.
•Kinderengaanzichactieforiënterenop
de nieuwe inhouden.
•Kinderenoriëntereninwisselende
samenstellingen.
De groep gaat door middel van deze
startactiviteiten de aanwezige kennis en
ervaringen rondom het nieuwe onderwerp
ordenen in woordvelden en teksten. ook
gaat men zich richten op nieuwe bronnen
en worden de nieuwe elementen hierin
geaccentueerd. nu wordt helder wat
de groep graag beter zou willen weten,
kunnen en leren om de actuele kwestie
beter te snappen. Leerlingen maken dit
helder door gerichte onderzoeksvragen te
stellen en hier een onderzoeksplan aan te
verbinden.
Eigen ervaringen aanboren
meester Bas besluit om met de startacti-
viteiten dicht bij de leerlingen te starten.
Hij laat een foto van het magazijn zien en
vertelt dat hij hierin onlangs nog even in
opgesloten zat. Hij wilde even snel wat
papier pakken, had het licht niet aange-
daan en voordat hij het wist had iemand
de deur dicht gedaan. meester Bas was
er van geschrokken en had meteen hard
geroepen. De deur was al snel weer
open gegaan. toen herinnerde hij zich
ook dat hij dit vroeger ook al eens had
meegemaakt maar dat was minder fi jn
afgelopen. Hij moest in het zwembad
naar de wc. Had de deur op slot gedraaid
en kreeg hem daarna niet meer open. Pas
na twintig minuten hadden zijn vader en
moeder het in de gaten. De badmeester
moest er aan te pas komen. en uiteindelijk
werd hij met behulp van een schroeven-
draaier bevrijd.
Deze ervaringen maken veel los bij de
leerlingen, zij hebben ook wel eens zoiets
meegemaakt. iedereen krijgt de kans om
zijn ervaringen eerst even helemaal te
ordenen en op te schrijven in een tekstje.
Daarna vertellen de leerlingen in tweetal-
len aan elkaar wat ze wel eens hebben
meegemaakt. vervolgens worden de span-
nendste ervaringen met de hele groep
gedeeld.
Komen tot vragen én iets produceren
De volgende dag komt meester Bas weer
met een foto de groep in. Dit keer van
de Chileense mijnwerkers. Zij zitten ook
opgesloten. Deze foto maakt veel reacties
los. Bijna iedereen heeft er wel iets over
gehoord. eerst brengen ze met de groep
middels woordvelden in beeld wat ze er
al van weten. Dit roept natuurlijk ook veel
meningsverschillen en vragen op. gelukkig
heeft meester Bas gezorgd voor verschil-
lende krantenartikeltjes over het mijnon-
nieuwsuitzending over de
mijnwerkers
De mijn:
•Watiseennueigenlijkpre-
cies een mijn?
•Hoemaakjeeenmijn?
•Watdoenzeindemijn?
•Wathalenzeuitdemijn?
• Welkesoortenmijnenzijner?
•Wanneermoetenmijnen
dicht?
•Wiewordterrijkvande
mijnen?
•Waarzijnerindewereldnog
meer mijnen?
Chili:
•WaarligtChili?
•Waaromzijnermijnen
in Chili?
• Zijnermeermijnenin
Chili? Welke?
• KanChilihetprobleem
zelf oplossen?
Leven onder de grond:
•Hoelangkaneenmensonderdegrondleven?
•Waaromishetdaarzowarm?
•Waarvankunjeziekwordenonderdegrond?
•Watkrijgenzeonderdegrondteetenente
drinken?
•Welkedierenlevenzoveronderdegrond?
Hoe overleven zij?
Het ongeluk:
•Watiserpreciesgebeurd?
•Hoekaneenmijninstorten?
•Waaromzatenaldiemannenonderdegrond?
•Hoekanhetdatdemijnwerkersnogleven?
• Iszo´nongelukergensandersweleenseerdergebeurd?
Pulse_PO_nr6_2010.indd 30 30-11-10 16:41
Pulse 31
www.pulseprimaironderwijs.nl/ontwikkelingsgerichtonderwijs
ontWiKKeLingSgeRiCHt onDeRWiJS
geluk. in kleine groepjes gaan de leer-
lingen aan de slag om de verschillende
artikelen te lezen. Ze vullen de woordvel-
den aan, beantwoorden sommige vragen
en noteren weer nieuwe vragen. met deze
nieuwevragenkijktdegroep´smiddags
naar een uitzending van het Jeugdjour-
naal. Ze hopen hierdoor weer meer
vragen beantwoord te krijgen. tijdens het
bespreken van de uitzending geven veel
leerlingen aan dat het ze interessant lijkt
om het mijnwerkersongeluk nu eens echt
goed uit te diepen en te onderzoeken.
Ze willen hier graag meer tijd voor. Hier
heeft meester Bas wel oren naar, maar hij
wil nog wel van de groep weten wat het
gezamenlijke doel van dit onderzoek gaat
worden. meester Bas wil namelijk dat het
onderzoek van de leerlingen binnen de
kaders van de sociaal-culturele praktijk
(van oers, 2009) van de groep blijft.
Zo zorgt hij ervoor dat er samenhang
ontstaat in het activiteitenaanbod in de
groep en kan hij de onderzoeksactiviteiten
goed inhoudelijk verdiepen. De groep
besluit dat zij een speciale nieuwsuitzen-
ding gaan maken voor de kinderen van de
groepen 5 – 6 en 7 die meer willen weten
over het mijnwerkersongeluk.
Onderzoek doen t.b.v. de nieuwsuit-
zending
meester Bas en zijn leerlingen gaan alle
vragen uit de startfase over de mijnwer-
kers ordenen: ‘Welke vragen moeten we
eerst onderzoeken om er een goede
nieuwsuitzending van te kunnen maken?’
Ze brengen dit overzichtelijk bij elkaar in
een woordveld: (zie schema links)
nu de opzet helder is, verdelen de leerlin-
gen zich over de verschillende onderzoeks-
groepen. er ontstaan dus vier onderzoeks-
groepen: de mijn, Chili, het ongeluk en
leven onder de grond.
in de kleine onderzoeksgroepen gaan de
leerlingen aan de slag om de subvragen te
beantwoorden. Hiervoor doen ze:
• bronnenonderzoek:doorgebruiktema-
ken van internet en informatieve boeken;
• praktijkonderzoek:eentelefonisch
interview met een medewerker van het
mijnmuseum en
• experimenten:doordesituatiemetde
mijn na te bouwen in een glazen bak.
meester Bas voegt steeds onderwijsdoe-
len en inhouden toe aan de onderzoeken
van de leerlingen. Hij weet immers wat de
belangrijke doelen en inhouden zijn van
groep 8.
De groep is gezamenlijke verantwoordelijk
voor de nieuwsuitzending. Samen maken
ze een opzet van informatie die zeker in de
nieuwsuitzending moet komen. nu wordt
het voor de leerlingen ook belangrijk om te
weten wat de andere onderzoeksgroepjes
te weten zijn gekomen. ook denken ze er-
over na, hoe ze de informatie in beeld gaan
brengen. als alleen iemand in de nieuws-
uitzending alle informatie voorleest kan de
kijker dit onmogelijk allemaal onthouden.
tijdens de gesprekken over de nieuwsuit-
zending is meester Bas erop gefocust of hij
zijn geplande onderwijsdoelen en inhouden
terug hoort: de landen en continenten,
topografie en kaartvaardigheden, het on-
derdeel gebergten, klimaten, bedrijvigheid,
culturen, vegetaties, bodemstoffen en flora
en fauna. meester Bas noteert en regis-
treert de opbrengsten. voor de onderwer-
pen die nog onvoldoende gebruikt worden
door de leerlingen ontwerpt meester Bas
mini-lessen (Pompert, 2004) voor de hele
groep. van deze onderwerpen geeft hij aan
dat ze beter verbonden moeten worden aan
de nieuwsuitzending. Hij wil ze daarin terug
zien. Uiteindelijk zet de groep een prach-
tige nieuwsuitzending in elkaar. Waar mees-
ter Bas met veel plezier naar terug kijkt. Hij
heeft veel specifieke kennis en vaardighe-
den terug gezien. Hier maakt hij notities
van. ook enkele doelen vindt hij minder
goed uit de verf gekomen, hier maakt hij
notities van voor vervolg. naast al deze
specifieke kennis en vaardigheden die dit
thema de leerlingen heeft opgeleverd valt
het meester Bas ook op dat de leerlingen
zo goed met elkaar hebben samengewerkt
en dat iedereen durfde te presenteren in
de nieuwsuitzending. mooi om te horen en
te zien hoe als deze leerlingen hardop zijn
gaan redeneren met feitelijke argumenten
over een actuele kwestie. en dat zijn toch
wel waardevolle opbrengsten van ontwik-
kelingsgericht onderwijs in de bovenbouw
van het basisonderwijs. ‘Kerndoelen plus’
dus!
Lorien de Koning is als onderwijsont-
wikkelaar en nascholer werkzaam bij
De Activiteit, het landelijk centrum
voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs.
Daarnaast is zij leerkracht van groep
5-6 van basisschool De Groote Wielen
in Rosmalen.
Bronnen:- Koning, L. de & Poland, m. (2009). Het activitei-
tenboek. Horeb 2. Handelingsgericht observeren, registreren en evalueren in de bovenbouw. alkmaar: De activiteit.
- oers, B. van (2009). ontwikkelingsgericht werken in de bovenbouw van de basisschool. een theoretische verkenning met het oog op de praktijk. academie voor ontwikkelingsgericht onderwijs.
- Pompert, B. (2004). thema’s en taal. assen: van gorcum.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 31 30-11-10 16:41
32 Pulse
oBS elshof is een kleine buurtschool, vernoemd naar het buurtschap waarin de school opereert. De school heeft drie groepen, een onderbouwgroep, een middenbouwgroep en een bovenbouwgroep. Hoewel de school van oudsher een sterke buurtfunctie heeft, maakt de huidige generatie jonge ouders zich zorgen of er in de kleine groepen voor hun kinderen wel vriendjes van dezelfde leeftijd zullen zijn. omdat er maar zo’n veertien gezinnen met jonge kinderen in het buurtschap zijn, is het voor de school van groot belang dat zij hun weg naar de school weten te vinden. Reden voor directeur Sieny Littink om alle middelen te benutten om deze ouders ken-nis te laten maken met oBS elshof. Ze besluit een open dag te houden.
een SuCCeSvolle oPen Dag
een open dag is een goede manier om di-
rect met de doelgroep in gesprek te komen.
Probleem is echter dat er vaak niemand op
komt dagen. Dat is zonde van alle tijd en
energie die erin is gestoken. oorzaak kan
zijn dat de open dag niet goed is aangekon-
digd of onduidelijkheid over het programma
(het programma is soms niet meer dan dat
de school de hele dag open is). geen won-
der dat het dan niet werkt. als een gezin de
school wil bekijken hoeven zij alleen maar
een afspraak te maken en ze krijgen een
uitgebreide rondleiding en alle aandacht van
de directeur.
om de kans van slagen te vergroten beslo-
ten team en directie om, in samenwerking
met Scholen met Succes, een aantrekkelijk
programma met een uitgewerkt draaiboek te
maken aan de hand van onderstaande tips:
Hoe organiseer je een succesvol
schoolevenement?
Doel bepalen: bepaal hoeveel mensen
je binnen wilt krijgen, bijvoorbeeld tien
(ouders van) 3-jarigen die nog geen relatie
met de school hebben.
Programma vaststellen: maak een com-
pact, aantrekkelijk programma dat circa
anderhalf tot twee uur duurt en waarin
programma-onderdelen voor kinderen en
ouders zijn opgenomen.
Tijd en Locatie: zorg voor een passend
tijdstip op een geschikte datum. en zorg
vervolgens dat de school er goed en
uitnodigend uitziet. Zorg ook dat de school
goed te vinden is (plattegrond op uitnodi-
ging en wegwijzers in de buurt) en goed
bereikbaar is (parkeermogelijkheden voor
auto en fiets).
Promotie/werving: hanteer het 7x7-princi-
pe: de doelgroep dient 7x geconfronteerd
te worden met het evenement (in tijd en
plaats) en liefst ook nog op 7 verschillende
manieren (middelenmix met bijvoorbeeld:
brief, folder, poster, advertentie, krantenar-
tikel, website, aanbeveling door anderen).
ouders als ambassadeur: de eigen ouders
250 jaar OBS Elshof 250 verhalen
OBS Elshof
24 NOVEMBEROPEN DAG
Van 10.15 tot 12.00 uurKom en hoor ons verhaal!
Maak kans op een voorleesverhaal met uw kind in de hoofdrol!
Naam (ouder)
Stop deze bon in de verhalenton
Naam (kind)
E-mail adresTelefoon nummer
Leeftijd (kind)
Adres & woonplaats
Tijdens het programma kunnen de kinderen die dat willen, knutselen in het kleuterlokaal onder
leiding van juf Leny.
Wechterholt 5, 8131 RB Wijhe | Telefoon 0570 - 521830 | E-mail: [email protected]
Pulse_PO_nr6_2010.indd 32 30-11-10 16:41
Pulse 33
www.pulseprimaironderwijs.nl/onderwijsmarketing
onDeRWiJSmaRKeting
van de school spelen een cruciale rol bij
het slagen van de open dag. Wanneer de
school tien tot vijftien ouders weet te mo-
tiveren om elk een gezin met een 3-jarige
(doelgroep) mee te nemen, dan is het doel
al bereikt. De overige media uit de midde-
lenmix zijn nuttig en nodig ter ondersteu-
ning. als het programma aantrekkelijk is,
het doel duidelijk en een groep betrokken
ouders (oR, mR, commissies) door directie
en team gericht worden benaderd en aan-
gesproken, is de kans op succes groot.
Registratie: zorg ervoor dat op de dag
van het evenement alle bezoekers worden
geregistreerd zodat zij nadien nog eens
benaderd kunnen worden. inschrijven is
mogelijk wat al te voortvarend, maar naam
en adres laten invullen moet kunnen. Dat
kan ook op aardige manier, bijvoorbeeld
via gastenboek of via kleurplaatwedstrijd
of andere activiteit waarbij kinderen een
prijsje kunnen winnen. maak veel foto’s
(ook registratie), liefst van elk kind en
plaats die op de website.
Follow up: het is goed om circa twee
weken (niet later) na het evenement nog
iets te laten horen. Dat kan een bedank-
kaartje zijn, of een foto van het evenement
(liefst met het betreffende kind erop) of
een verwijzing naar de website. indien het
evenement tot inschrijvingen heeft geleid
vergeet dan niet om juist deze mensen
goed te blijven informeren over de school
(nieuwsbrief, schoolkrant, uitnodigingen
en wellicht een informatieboekje met
voorbereidingen voor de eerste schooldag
en wat ouder en kind allemaal kunnen
verwachten). Deze mensen zijn bij uitstek
uw ambassadeur en hebben, meer dan
anderen, behoefte aan goede informatie en
goede indrukken waarmee men de eigen
keuze kan bekrachtigen (naar zichzelf en
naar de omgeving).
Invulling van de open dag op OBS
Elshof
omdat verhalen een grote rol spelen in het
buurtschap en op school, wordt als centrale
thema gekozen: 250 jaar oBS elshof, 250
verhalen. in de invulling van de open dag
komen diverse verhalen over de school
aan bod, het verhaal van de directie, een
leerkracht, van ouders en ook van leerlin-
gen. ouders werden uitgenodigd om deze
verhalen van de school te komen beluiste-
ren. in het programma was aandacht voor de
informatiebehoefte van de ouders, maar ook
aan de kinderen werd gedacht. Zij konden
knutselen onder leiding van de kleuterjuf en
werden voorgelezen door de voorleeskampi-
oen van de school. voor de ouders waren er
verhalen van de directeur en een leerkracht,
maar ook ouders van de elshof vertelden
over hun ervaringen. De rondleiding door
de school werd verzorgd door leerlingen
van de leerlingenraad. aan de hand van het
draaiboek werd met het team en leerlingen
toegewerkt naar de open dag, met een klein
budget maar heel veel inzet. en met succes!
Directeur Littink: “We zijn erg tevreden. De
helft van alle ouders in het buurtschap is
gekomen en het programma liep gesmeerd.
ouders hebben kennis kunnen maken met
elkaar en de school. Ze hebben gezien dat
er meer kleine kinderen zijn en dus poten-
tiële vriendjes en vriendinnetjes. ik hoop dit
groepje straks in te kunnen schrijven, daar
ga ik in ieder geval alles aan doen!”
voor meer informatie, Scholen met
Succes, www.scholenmetsucces.nl of
023-5341158
benodigde promotiematerialen obS elshof:
1. Posters (door de leerlingen zelf laten maken) op A3 formaat met vaste
tekst op opvallende plek. Ook adres en contactgegevens noemen!
2. Persbericht, eventueel in de vorm van een verhaal.
3. Nieuwsbrief (extra) over de open dag met uitnodiging (zoals in brief
aan eigen ouders) om mensen uit de straat/buurt mee te nemen om de
school in bedrijf te zien.
4. Advertentie (indien budget) formaten doorgeven aan Scholen met Suc-
ces, zij verzorgen een advertentie in lijn met de uitnodiging.
5. Websitepagina: aankondiging op de website (homepage) van de open
dag met een link naar de PDF van de uitnodiging.
6. Brief aan eigen ouders met uitleg over open dag, uitnodiging om ook
te komen en een gezin(slid) met jonge kinderen uit hun straat/buurt
mee te nemen. Uitnodiging bijvoegen, zodat ze die kunnen uitdelen.
Vraag of ze (per mail of mondeling) willen laten weten of ze komen,
zodat jullie een inschatting kunnen maken hoeveel mensen er komen.
7. Flyer/brief/uitnodiging voor kinderdagverblijf/peuterspeelzaal.
8. Bericht voor buurtlink (en andere regionale nieuwssites en forums).
nodig in de school op de open dag:• Tentoonstelling:verhalenvanOBSElshof
• Kleurplaatenballonnen(attentievoorkinderenbijvertrek)
• Hoekjevoorvoorlezenaankinderen
• Verschillendeopstellingen/plekkenvoordevertellersvandiedag
• Informatiemapjevoorouders
• Koffie/thee/limonadekannenenschalenvoorkoekjes/rozijntje
• Eenopgeruimdeschool!
Pulse_PO_nr6_2010.indd 33 30-11-10 16:41
34 Pulse
SCHooL in BeWeging
eind 2009 bezocht de onderwijsinspectie basisschool De Kameleon in Weert (L). De inspectie kwam tot de conclusie dat de kwaliteit van de school belangrijke tekortkomingen vertoonde en deelde het predicaat zwak uit. “Daar waren we goed ziek van”, zegt esther nabben, directeur van ba-sisschool De Kameleon. Hoewel ze toen pas kort op de school werkzaam was, voelde ze de verslagenheid in het team.
meT HelDere DoelenEsther Nabben, De Kameleon, over opbrengstgericht werken
“er werd elke dag hartstikke hard gewerkt,
de betrokkenheid was top, toch vielen de
eindresultaten tegen. Hoe kon dit gebeu-
ren?” nabben nam samen met enkele
externe onderwijsadviseurs en het school-
team de uitdaging aan om in no time van
een zwakke school weer een sterke school
te maken. Het resultaat mag er zijn.
na het bezoek van de inspectie zijn in
korte tijd diverse acties in gang gezet.
De schoolplanning en de invulling van de
studiedagen zijn aangepast en, wellicht
belangrijker, de leertijden voor taal en
rekenen zijn fors uitgebreid. ook is de
rekeninstructie afgestemd op de verschil-
lende leerstijlen en behoeften van de
leerlingen. “Dat was zeker nodig”, zegt
nabben, “met name op het gebied van
rekenen, wiskunde en begrijpend lezen
vond er onvoldoende afstemming en evalu-
atie plaats. ook de leertijd die we daaraan
besteedden was onvoldoende. De op-
brengsten per leerjaar werden niet goed in
kaart gebracht. er werd te weinig of geen
onderscheid gemaakt tussen de verschil-
lende niveaus van de kinderen.”
nabben benadrukt dat de wil om hard te
werken en het goed te doen zeker aanwe-
zig waren, maar dat enorm veel energie
verloren ging omdat er geen ‘structureel
en professioneel onderwijsmodel’ aan ten
grondslag lag. Uit de analyse die volgde
bleek ook dat de leerlingen over de grote
linie taalzwak waren. nabben: “nu geven
we tien uur taalles en vijf uur rekenen. ook
hebben we de leerkrachten ervan bewust
gemaakt dat je taal altijd gebruikt. ook in
de lessen aardrijkskunde en geschiedenis.
Dat heeft ook enorm geholpen.”
Het was aan nabben om het tij te keren.
Samen met enkele externe onderwijsadvi-
seurs stelde ze in korte tijd een plan van
aanpak op. Het plan bestaat uit een SmaRt
omschreven meerjaren schoolverbeterplan,
een inspectieproof-kwaliteitsinstrument en
een praktische jaarplanner. “Het vakman-
schap van de leerkrachten met al zijn
didactische en pedagogische vaardigheden
hebben we daarin prioriteit gegeven. Het
is immers bewezen dat het vakmanschap
van de leerkracht twee keer meer invloed
op het leren van de kinderen heeft dan de
kwaliteit van de school.” in het plan van
aanpak kwam verder de nadruk te liggen
op een haalbaar en gedegen onderwijs-
programma en op een goede analyse- en
evaluatie-instrumenten om de opbrengsten
te meten en te volgen.
Marzano
in het grootscheepse verandertraject
werd een speciale plaats ingeruimd voor
het gedachtegoed van de amerikaanse
onderwijswetenschapper Robert marzano.
al heel lang probeert marzano een vinger
aan de pols te krijgen als het gaat om
onderwijsverbetering. Hij onderzocht de
onderwijsveranderingen van de afgelopen
35 jaar die daadwerkelijk invloed hebben
gehad op de leerprestaties van leerlingen.
marzano vond elf factoren die van invloed
zijn op de leerprestaties van leerlingen.
een van de elf is bijvoorbeeld de didacti-
sche aanpak van de leraar. als die beter
wordt, stijgen de leerprestaties aantoon-
baar. Door kinderen bijvoorbeeld op de
juiste wijze zelfstandig te laten werken
(individueel, in koppels of in tafelgroepen)
krijgt de leerkracht de mogelijkheid om
extra instructie of begeleiding te geven aan
kinderen die dat nodig hebben. Heldere
doelen stelen en de juiste feedback geven
is volgens marzano een absolute voor-
waarde om goed te scoren. in ‘Wat-als’-
gesprekken en ‘oorzaak-gevolg’- redene-
ringen wordt de denkkracht van kinderen
gestimuleerd en volgens hem is het ook
van groot belang dat de leerkracht de
leerlingen het besef bijbrengt dat inspan-
ning loont.
“enkele jaren geleden ben ik met zijn
onderwijsfilosofie in aanraking gekomen.
Beter scoren
Pulse_PO_nr6_2010.indd 34 30-11-10 16:41
Pulse 35
Door Marzano kwam de focus te liggen op de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen. “Hoe ziet een haalbaar en gedegen programma eruit? Welke doelen wil je bereiken?”
Pulse_PO_nr6_2010.indd 35 30-11-10 16:41
Lespakketover kippen
BEO
ORD
EELD MET EVALUATIE ENQ
UÊTE7,9
GEMIDDELD RAPPORTCIJFER
M
et Ju
f Ei-stein
• dvd• spel (levend ‘Kippenbord’)• leerlingenboekje• docentenhandleiding• poster• bewaarkoff er
Bezoek onze stand 10.E007 op de NOT en bestel het gratis lespakket voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs. De eerste 50 bezoekers die het lespakket bestellen, krijgen een leuke attentie!
Bestellen kan ook via www.kipkiplekker.nl/lespakket
Wizzkip, van kippenweetjes tot kipfiletjes
BEZOEK & BESTEL
780005 adv Pulse 210x297.indd 1 30-11-2010 12:34:39 Pulse_PO_nr6_2010.indd 36 30-11-10 16:41
Pulse 37
Lespakketover kippen
BEO
ORD
EELD MET EVALUATIE ENQ
UÊTE7,9
GEMIDDELD RAPPORTCIJFER
M
et Ju
f Ei-stein
• dvd• spel (levend ‘Kippenbord’)• leerlingenboekje• docentenhandleiding• poster• bewaarkoff er
Bezoek onze stand 10.E007 op de NOT en bestel het gratis lespakket voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs. De eerste 50 bezoekers die het lespakket bestellen, krijgen een leuke attentie!
Bestellen kan ook via www.kipkiplekker.nl/lespakket
Wizzkip, van kippenweetjes tot kipfiletjes
BEZOEK & BESTEL
780005 adv Pulse 210x297.indd 1 30-11-2010 12:34:39
www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
SCHooL in BeWeging
ik was daar meteen erg enthousiast over,
maar was niet in de gelegenheid die in te
voeren. nu deed die gelegenheid zich wel
voor”, vertelt nabben. “eigenlijk wilde ik
eerst het onderwerp meervoudige intel-
ligentie introduceren bij ons op school.
maar de prioriteiten lagen ineens heel
anders. Door marzano kwam de focus te
liggen op de prestaties en ontwikkeling van
de leerlingen. Hoe ziet een haalbaar en
gedegen programma eruit? Welke doelen
wil je bereiken? vorig jaar hebben we ons
gericht op taal en spelling, dit jaar staat
rekenen centraal, we hebben een nieuwe
methode ingevoerd. Die methode stelt
ons in staat om het rekenonderwijs meer
gedifferentieerd aan te bieden. We hebben
verschillende instructieniveaus gemaakt. er
zijn kinderen die meteen kunnen begin-
nen, een tweede, zeg maar de reguliere
groep heeft wat meer instructie nodig en
een derde groep krijgt extra begeleiding.
Daarbij maakt de leraar het verschil. Je kunt
nog zo’n goede methode hebben, maar als
de leraar daar verkeerd mee omgaat, laat
het resultaat te wensen over.”
vooral het expliciet en vooraf stellen van
de leerdoelen, hebben veel aandacht
gekregen in de les. nabben: “Die doe-
len werden voorheen natuurlijk ook wel
geformuleerd, maar waren alleen voor de
leerkracht bekend. De leerlingen werden
er niet of nauwelijks van op de hoogte ge-
steld. nu krijgen alle leerlingen van tevoren
te horen wat ze die les gaan leren. Dat
schept helderheid en structuur.”
Lesbezoeken
in speciale studiedagen en bijeenkomsten
heeft nabben daar met het hele team
uitgebreid bij stilgestaan. Daarna kregen
leerkrachten enkele weken de tijd om
het geleerde in praktijk te brengen. in de
lesbezoeken die daarop volgden werd de
nieuwe aanpak kritisch geëvalueerd en
werden verbeterpunten geformuleerd. Zo
werkte iedere leerkracht heel doelgericht
aan zijn persoonlijke ontwikkeling. nabben:
“aanvankelijk vonden ze zo’n bezoek best
wel spannend. Die druk voelden ze wel. Ze
werden toch weer beoordeeld. maar al snel
zagen ze ook wel in dat het onderwijspro-
ces er sterk bij gebaat is en dat ze zelf
ook nog heel veel konden leren. Zonder
heldere doelen en het geven van goede
feedback is je opbrengst heel diffuus, dan
heb je daar veel minder grip op. maar ook
bewezen effectieve werkvormen bijvoor-
beeld passeerden de revue. ik heb in de
individuele gesprekken heel veel aandacht
besteed aan dat bewustwordingsproces.”
ook de leerlingen hebben gemerkt dat het
onderwijs op school veranderd is. met de
nieuwe didactische aanpak worden ze zich
veel meer bewust van hun eigen ontwikke-
ling. Door ze een eigen verantwoordelijk-
heid te geven kunnen ze veel meer dan
voorheen invloed uitoefenen op hun eigen
leerproces. De rol van de ouders is daarbij
heel belangrijk, vindt nabben: “We hebben
ouders erop gewezen dat ze niet meer
aan hun kinderen moeten vragen wat ze
op school gedaan hebben die dag, maar
wat ze geleerd hebben. ook hun betrok-
kenheid moet veel meer gefocust zijn op
de opbrengsten. Wat moeten hun kinderen
kunnen en kennen.”
Die focus op opbrengstgericht leren is ook
bij de leerkrachten aangeslagen. vooral in
de bouwvergaderingen worden gegevens
uitgewisseld over instructiemethoden en
handelingsplannen. “Je kunt zoveel van el-
kaar leren. iedere leerkracht heeft z’n eigen
specifi eke talenten. Daar kunnen de ande-
ren weer van profi teren. Hoe breid je de
woordenschat van leerlingen uit? Hoe ga
je om met een gecombineerde klas? Hoe
ga je om met coöperatief leren? Bewezen
succesvolle aanpak is niet voor iedereen
meteen toe te passen. Daar heb je soms
hulp bij nodig. als je daarvoor openstaat,
kun je in korte tijd grote sprongen maken.
nog dit jaar wil ik een groot aantal ideeën
van marzano (zie kader) verder invoeren,
ze werken uitstekend, iedereen is enthou-
siast, de resultaten zijn er. Het is nu een
kwestie van doorpakken.”
Marzano onderscheidt elf factoren om tot een succesvolle onderwijsaanpak te komen.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 37 30-11-10 16:41
38 Pulse
een mooi schoolgebouw ontwerpen, dat kunnen veel architecten. maar zelden spreken de architecten met scholen over de pedagogische elementen. Dat kan beter, vinden adamasgroep & Uticon, een groep van huisvestingsadviseurs en projectmanagers. Roelie Buter-Procopiou is senior huisvestingsadviseur bij het bedrijf. Zij vertelt hoe zij pedagogisch inzicht en kennis verweven in ontwerpen van schoolgebouwen.
alS 4e PeDagoogDe ruimte
Waarom combineert u pedagogiek
met bouw?
Het ontwerp van een gebouw is bepa-
lend voor de functionaliteit. Zo werkt het
ook met onderwijsgebouwen: een goed
schoolgebouw moet dienen als katalysator,
moet zorgen voor een omgeving die in
overeenstemming is met de ontwikkelings-
fases van een kind. iedere fase brengt een
kind nieuwe uitdagingen. Het aangaan van
deze uitdagingen is een leerproces en dat
leidt tot het groeien van bepaalde eigen-
schappen als vertrouwen of wantrouwen,
autonomie of twijfel. Het is een spontaan
verloop dat gestimuleerd en ondersteund
kan worden door de omgeving.
Hoe vertaalt zich dat in de ontwerpen?
Het ontwerp van het onderwijsgebouw
moet de ontwikkelingsfasen volgen. Jonge
kinderen hebben behoefte aan stimulering
van hun creativiteit. Dus moet er in de
ruimte iets te ontdekken zijn. Remedial
teaching voor oudere groepen gebeurt nu
vaak in een apart lokaal. Je zou je kun-
nen afvragen hoe verstandig dat is, om
een kind hiervoor weg te halen uit zijn
vertrouwde ruimte. in onze visie fungeert
de latente omgeving als zogeheten vierde
pedagoog: het aanwezige comfort, de
veiligheid, welbehagen welbevinden etc. is
medeverantwoordelijk voor de opvoeding
en didactische waarde en heeft invloed, net
zoals de eerste pedagoog (andere kinde-
ren), de tweede pedagoog (de volwasse-
nen) en de derde pedagoog (de ruimte).
Maar hoe vertaal je pedagogische con-
cepten naar bouwkundige concepten?
Het gaat juist niet alleen om dat bouwkun-
dige concept. De omgeving heeft invloed
op hoe mensen zich voelen. Het gebouw
moet meer zijn dan een verzameling van
ruimten. Het moet functioneren als sfeervol
leerklimaat waar de kinderen zich veilig
kunnen ontwikkelen. vanuit die gedachte
gaan we samenwerken met de deskun-
digen: de kinderen, de pedagogen, de
psychologen, maar ook de vormgevers, de
beheerders en de technici. al deze onder-
wijskundige en technische disciplines staan
het hele proces onder begeleiding van de
omgevingspsycholoog.
Wat doet zo’n team?
Het proces dat zij doorlopen heet desig-
ning down en gaat van de concretisering
van ideeën tot het uiteindelijke gebouw.
We beginnen met de eerste, grootste stap,
proberen de context en ontwikkelingen van
de omgeving vast te leggen. Daarna kijken
we naar visies en ambities en formuleren
we doelstellingen en een missie. Dit resul-
taat wordt verder ontwikkeld tot activitei-
ten en ruimtelijke bouwstenen. Dit wordt
vastgelegd, vertaald in een ontwerpstudio
en leidt uiteindelijk tot het gebouw.
Welke rol speelt de omgevingspsy-
chologie hierin?
omgevingspsychologie houdt zich onder
meer bezig met de wederzijdse invloed
van de gebouwde en natuurlijke omgeving
en het gedrag van de mens daarin. Het
bekijkt en onderzoekt de gebouwde en
natuurlijke omgeving en het gedrag van de
mens daarin. De term healing environments
(omgevingen die helend of rustgevend
werken, red.) komt ervandaan. Die term
is inmiddels ingeburgerd in nederland.
We willen learning environments ook zo
vanzelfsprekend maken.
Dat sluit aan op één van jullie mot-
to’s, de Latijnse spreuk anima sana in
corpore sano, een gezonde geest in
een gezond lichaam
De balans tussen die twee is belangrijk. er
wordt nu nog veel aandacht gegeven aan
lichamelijke gezondheid in scholen, zoals
in het concept Frisse School (bevordering
minder energieverbruik en frisse lucht, red.).
maar de omgeving moet ook inspireren.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 38 30-11-10 16:41
Pulse 39
alS 4e PeDagoog
FaCiLitaiR
Wanneer is een school goed gebouwd?
Dat is een lastige vraag! allereerst moet je
de school beschouwen als een verzameling
van sferen, gebaseerd op het kind en de
ontwikkelingsfasen in plaats van op pure
bouweisen. De klimatologische eisen van
een gebouw zijn bijvoorbeeld gebaseerd
op de gemiddelde lengte voor een volwas-
sene. maar jonge kinderen zijn kleiner,
sommige kruipen nog over de grond.
Wat is dan wel een ideale situatie?
Dat verschilt per school. maar in een
algemene ideale situatie is de school een
veilige plaats, waar elke groepsruimte is
afgestemd op het ontwikkelingsniveau, elk
lokaal er anders uitziet en een eigen sfeer
heeft. Kinderen hebben dat nodig, ze leg-
gen andere links dan volwassenen. als het
schoolgebouw een onveilig gevoel oproept
bij de kinderen, bijvoorbeeld door gebrek
aan licht of omdat het gebouw kraakt, lekt
of ruikt, zullen de kinderen daar niet lang
willen verblijven en gaan ze niet op ontdek-
kingstocht. terwijl kinderen van nature juist
willen ontdekken, binnen en buiten. De
buitenruimte wordt nu meestal helemaal
niet meegenomen in het ontwerp van een
school. op dit gebied is veel onderzoek
naar gedaan door experts, maar er wordt
praktisch niets met deze kennis gedaan.
een gemiste kans.
Hoe creëer je die omgeving?
Door het uitgangspunt en de focus te ver-
leggen naar het kind. ons onderwijssysteem
is klassiek en gebaseerd op controle. Het
dateert uit de tijd van napoleon. Dat zou
anders moeten. Laten we beginnen met de
pedagogische benadering en een krachtig
kindbeeld: kinderen zijn competent, nieuws-
gierig en leergierig. Het aanknopingspunt
voor leerprocessen zou moeten worden:
datgene wat de kinderen bezighoudt en
interesseert vanuit hun omgeving.
Jullie bouwen die omgeving volgens
pedagogische principes, maar ook
volgens de vijf P’s?
Klopt. Succesvol duurzaam bouwen start
met drie P’s van people, planet en profi t:
zorg voor mensen binnen en buiten de
school, zorg voor de gevolgen voor het
leer- en leefmilieu, zorg voor fi nanciële
haalbaarheid. Daar voegen wij twee P’s aan
toe. De eerste is van perceptie: zorg voor
de beleving van gebruikers. De tweede is
van proces: zorg voor verifi eerbare, continue
kwaliteit. Zijn die vijf in overeenstemming
dan komt perceptie dicht bij perfectie, dan
werkt de omgeving als die vierde pedagoog.
Loopt het nu eigenlijk al fout bij het
huidige aanbestedingsproces?
Het huidige aanbestedingsproces is teveel
versnipperd en kan nooit komen tot samen-
hang . Wanneer zit een pedagoog bij een
bouwteam? Wanneer zit een omgevings-
psycholoog bij het ontwikkelen van een
onderwijskundige visie?
Het proces is reactief en zou interac-
tief moeten zijn
een reactief proces verhelpt een symp-
toom. een interactief proces verhelpt het
probleem: er wordt draagvlak gecreëerd
en onderwijshuisvesting is deel van een
breder beleid. verschillen in behoeften van
scholen kunnen op maat, duurzaam en
integraal worden opgelost. Die oplossing
vormt een uitdagende en inspirerende
leeromgeving gebaseerd op ambities en
niet sober en doelmatig gestuurd door
geld. Het is maatwerk en dat verbetert
de leerprestaties en faciliteiten van een
school, ook in tijden van beperkte fi nan-
ciering. Waar eerder het budget bestemd
was voor noodzakelijke investeringen en uit
het gemeentefonds kwam, komt het bij dit
proces uit gewenste investeringen vanuit
duurzame, maatschappelijke investeerders.
Kan dat wel anders?
met het aanbesteden van maatschappelijk
vastgoed ben je verbonden aan strenge
regels. De aanbestedende instantie is vaak
de gemeente en niet de school. Beide
hebben andere belangen. als de opdrach-
ten integraal benaderd worden, worden ze
groot, wat men snel als synoniem van veel
risico’s ziet. om dit te voorkomen probeert
men de opdrachten juist klein te houden,
waardoor ze versnipperd worden. Kinderen,
ouders en docenten zijn de dupe. onze vi-
sie is een gezamenlijke visie. een team van
deskundigen is verantwoordelijk om deze
visie te ontwikkelen en realiseren. Dus geen
verzameling partijen die tegenover elkaar
worden gezet, maar juist met elkaar bouwen
en beslissen, in een afhankelijke positie.
Hoe ziet het schoolgebouw van de
toekomst eruit?
in onderwijsland wordt het kind gelukkig
steeds meer ontdekt. er zijn ook diverse
bewegingen die proberen het kind een cen-
trale plek te geven in hun processen. en hoe
ziet het schoolgebouw van de toekomst er-
uit? Het zal in ieder geval niet eruit zien als
een kenniscentrum want kennis is inmiddels
overal te vinden via internet en tv. ik zie het
schoolgebouw van de toekomst meer als
een ontmoetingspunt. Daar gebeurt meer
dan alleen de kennis overdragen. Pedago-
giek en opvoeding houdt meer in.
Meer info:
www.adamasgroep.nl, 026-4461222 of
www.uticon.nl, 040-2974600
Pulse_PO_nr6_2010.indd 39 30-11-10 16:41
Pulse_PO_nr6_2010.indd 40 30-11-10 16:41
Pulse 41
onDeRWiJSontWiKKeLing
op de kennis- en ontmoetingsdag van de stichting Protestants Christelijke onderwijs Utrecht kijkt Rikus Renting, directeur opleidingen en Kennisontwikkeling, met een glimlach rond. Hij ziet honderden enthousiaste leraren en schooldirectieleden die op hun vakkennis worden aangesproken en die leren hoe zij opbrengstgerichter kunnen werken. Die aanblik doet hem goed. “Hard werken alleen is niet genoeg, je moet weten waarom en waaráán je zo hard werkt.”
‘De belangriJkSTe FaCTor in HeT onDerwiJS iS de leraar’
Pulse_PO_nr6_2010.indd 41 30-11-10 16:41
42 Pulse
Tekst: ???
Deze dag staat in het teken van het
opbrengstbericht werken. Wat houdt
dat precies in?
Laat ik voorop stellen dat opbrengstge-
richt werken niet in de plaats komt van
een pedagogische, veilige omgeving. Die
omgeving is en blijft een absolute voor-
waarde. Daaraan schort het in verreweg de
meeste klassen ook niet. Het gaat om de
manier om een kind in een veilige omge-
ving zichzelf te laten ontwikkelen, maar
daarbij ook doelen te stellen en te meten
of je als docent en school bereikt wat je
hebt gepland. Hard werken is niet genoeg,
je moet weten waaraan je zo hard werkt.
Dat is een bewustwording.
Hoe helpt een kennisdag daarbij?
met de directie hebben we in overleg
de afgelopen twee jaar de nieuwe koers
uitgestippeld. in april van dit jaar is in een
studietweedaagse voor de schoolleiding
gewerkt aan kennis en vaardigheden om dit
nieuwe beleid handen en voeten te geven.
maar, het is de leraar die de uitgestippelde
koers moet gaan varen, hij is de belangrijk-
ste factor in het onderwijs. Hij moet leren
kijken naar de effecten, de opbrengsten van
zijn onderwijs, zijn taal- en rekenlessen en
de resultaten van de kinderen in de klas. Je
moet hen uitdagen en verleiden tot die pro-
fessionele, operationele houding waarin ze
kritisch kijken naar eigen werk. Leerkrachten
zijn vakmensen, gedreven professionals die
voor dit vak gekozen hebben. alleen werken
ze vaak niet doelmatig, onderwijs moet
vooral ‘leuk’ zijn. maar dat is niet de es-
sentie van het onderwijs. opbrengstgericht
werken is vooral: professionalisering.
Maar leraren werken toch heel erg
hard om resultaat te behalen?
ik denk niet dat leraren niet hard genoeg
werken. een deel van de leraren werkt aan
de verkeerde dingen.
Hoe kan dat?
met hun pedagogische competenties zit
het wel snor, maar met betrekking tot de
didactische vaardigheid om lesdoelen te
stellen en te realiseren, daar hebben we
een manco. Het gekke is dat het jonge
kind heel gretig is om te leren lezen, maar
dat een aantal van hen aan het einde van
groep vier de pest heeft aan lezen.
Hoe gaat dat opbrengstgericht wer-
ken dat mankement verhelpen?
Het leert docenten hoe ze planmatiger
kunnen werken, doelen kunnen stellen en
alternatieve leerstrategieën kunnen toepas-
sen. Daarnaast houden we zicht op de
vorderingen van de groepen. We hebben
stichtingsbreed een leerlingvolgsysteem
ingevoerd. alle scholen en alle leerkrach-
ten hebben nu een verplicht toetsmo-
ment met geijkte toetsen. De resultaten
daarvan worden webbased ingevoerd
in Parnassus. Dat programma berekent
de groepsresultaten, die wij naast een
normatief kader leggen. elke groep
wordt zo stelselmatig vergeleken met een
standaard. en als je daar als docent van
afwijkt, dan zeggen we niet: je bent een
slechte docent, maar we gaan wel met je
in gesprek om te kijken waar het aan kan
liggen.
Het ligt dus niet aan de leerlingen dat
de maat afwijkt, maar aan de docent.
als een leerling niet presteert naar wat hij
zou moeten kunnen, dan moet de leraar kij-
ken naar wat hij heeft gedaan en hoe hij een
leerling beter zou kunnen begeleiden. meten
is niet: kijken of de leerling knap of dom is.
Het meten van leerresultaten is primair kijken
naar hoe goed je onderwijs is, in samenhang
met de ontwikkeling van het kind.
Dat vraagt nogal wat van een docent,
een kritische blik op zichzelf en zijn
manier van lesgeven.
en daar is een kennis- en ontmoetingsdag
dus goed voor. ik durf te wedden dat een
goede leraar bereid is naar zichzelf te
kijken. maar er zit ook een tricky kant aan.
als ik als directeur bij jou zie dat jij maar
niet verder komt met die leerlingen en ze
onder de maat blijven presteren en als alle
scholing- en coachingstrajecten uiteindelijk
geen verbeteringen opleveren, dan kan er
een moment komen dat je aan de docent
moet vragen: zit je wel op de juiste plek?
Dat is heel zakelijk: halen je kinderen
stelselmatig lage cijfers, dan mag je
vertrekken.
Dat is ook zo. in Parnassus kunnen we
aan de statistieken zien wat de effecten
zijn. Jaar na jaar. Het verschil is dat we
die nu beter gaan analyseren. Dan zie je
dat er in één klas onder de maat wordt
gepresteerd. in plaats van die cijfers voor
lief te nemen gaan we op zoek naar de
oorzaak. veel docenten zijn bijvoorbeeld
niet op de hoogte van de doorgaande
leerlijn en het curriculum. Het kan bete-
kenen dat wij zeggen: ‘Je hebt te weinig
didactische vaardigheden’. Dan gaan we
daar scholing op zetten. en natuurlijk
moeten we hierin niet doorslaan. Het
risico dat we niet willen lopen, is dat er
te veel nadruk komt te liggen op de toets-
scores. en dat ongewenste werkwijzen
worden gevolgd ten einde de scores er
fraai te laten uitzien.
Stel, er zijn meerdere groepen die
niet functioneren?
Dan zijn de effecten een stuk pijnlijker. ik ken
een school waar zich dit voordeed. een groot
deel van de problemen kwam voort uit te
weinig centrale coördinatie, iedereen werkte
volgens zijn of haar eigen principes. Het gek-
ke is, en dat wil ik nogmaals benadrukken,
zij werkten hard, maar niet gecoördineerd en
niet altijd aan de goede dingen.
En als leraren geen tijd hebben voor
(bij)scholing, zijn daar dan oplossin-
gen voor?
elke leraar heeft in elk geval tien procent
van zijn werktijd beschikbaar voor profes-
sionalisering. Ze moeten concrete doelen
Pulse_PO_nr6_2010.indd 42 30-11-10 16:41
Pulse 43
onDeRWiJSontWiKKeLing
www.pulseprimaironderwijs.nl/onderwijsontwikkeling
stellen. en misschien wat fl exibeler worden.
Zo staat vast dat er twaalf vakantieweken
zijn. Dat betekent twaalf weken zon-
der onderwijs. Waarom zeggen we niet
gewoon: geen twaalf, maar acht of negen
weken vakantie voor leraren. Fulltimers
moeten 1689 uur proppen in veertig
weken. tien procent van die tijd mogen
leraren besteden aan professionalisering.
Heel veel leraren krijgen die tien procent
nu ‘niet vol’, omdat ze helemaal gefocust
zijn op hun primaire proces. Het gaat om
160 uur, waarom vullen we die niet in in
de vakantieweken? Waarom zeggen we
niet gewoon: leraren zijn verplicht tot ‘zo-
mercolleges’ van bijvoorbeeld anderhalve
week.
De leraar naar de zomerschool?
Ja, bijvoorbeeld. De meeste leraren zit-
ten toch al een week van de vakantie
op school. Het gaat om de concentratie.
misschien moeten we wel tegen leraren
zeggen: jij krijgt acht weken vakantie en
mag er vier helemaal vrij invullen. De
andere vier worden verplicht, op basis van
organisatie. Dan krijg je ook geen gedoe in
de lesweken.
Denkt het onderwijs niet teveel in
kaders?
onderwijs is een apart fenomeen, het is
in principe conservatief. Conserverend.
onderwijs is gericht op het behoud van het
systeem en de kennis die er is. een kind,
selecteert, valideert en past de kennis toe
die hem aangeboden wordt. Leraren moe-
ten kijken naar de validiteit van hun kennis
en de maatschappelijke handvatten die ze
bieden. Hoe bereid en vaardig zijn ze om
voortdurend onderzoek te doen naar de
kwaliteit van het eigen werk en de manier
waarop ze het aanbieden?
Dat vraagt nogal wat van ze.
Ja. Dat vraagt veel. Dat moet je niet on-
derschatten. maar je kunt niet zeggen: ze
hebben het zo druk, we nemen met minder
genoegen. Dat doen we niet. maar, als je
het over prestatiegericht leren hebt, moet
je het plaatsen in de context van de situ-
atie. We kijken per school: wat kunnen we
nou elimineren aan obstakels die we kun-
nen vinden om wel tot de beste resultaten
te komen? ik vind – en ik denk dat dit niet
alleen geldt voor Utrecht, maar ook voor
andere gebieden – als je een kind naar
één van onze scholen stuurt, dan krijg je
in de gegeven omstandigheden het beste
onderwijs. Dus je moet de lat hoog leggen.
onderwijswetenschapper michael Fulham
zegt altijd: leg de lat hoog, dan verklein je
de achterstand.
Zit je onder de lat, dan zit je nog
boven het niveau wat je had
Ja, en ik zeg dan als pedagoog: je kunt
hem ook zo hoog leggen dat je hem niet
eens meer ziet. Dat moeten we niet doen.
maar – en daar begonnen we mee – hoe
krijg je leraren zo ver? De praktijk wijst uit
dat leraren best gretig zijn om het verschil
in onderwijs te maken. maar je moet ze
wel uitdagen en om te beginnen waarde-
ren. onlangs gaf ik ook een workshop. ik
zei: neem de beste leraar die je hebt in
gedachten en schrijf op waarom je dat
zo’n goede leraar vindt. vervolgens heb ik
de indicatielijst van de inspectie ernaast
gelegd en ze gevraagd om van die leraar
de scores op alle indicatoren in te vullen. ik
had 35 man in de zaal waarvan 25 zeiden:
wat hier gevraagd wordt, dat weet ik niet
van die leraar. Zo blijkt dat de opvatting
van goed onderwijs gebaseerd is op hele
intuïtieve, vage begrippen.
Zoals?
Sympathie. Dat betekent dat je aardig bent.
maar het zegt niet veel over je bekwaam-
heid als docent, je vermogen om kinderen
goed te leren lezen en rekenen. om een
goede balans tussen pedagogiek en didac-
tiek te verkrijgen, moeten we ook kijken
naar de opbrengsten van het onderwijs.
misschien moeten we juist kijken naar de
opbrengsten om daarmee ook het maat-
schappelijk aanzien van de leraar weer te
verbeteren. Het resultaat van deze aanpak
is dat de leerling, als het allemaal klopt,
een leuke en effectieve schooltijd heeft. en
aan het eind van zijn schoolloopbaan zijn
talenten maximaal heeft kunnen ontwikke-
len. Dan heb je als docent je werk gedaan.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 43 30-11-10 16:41
Bijblijven in het onderwijs is belangrijker dan ooit. En was nog nooit zo makkelijk. Want op Teachers Channel heeft u alle informatie over het onderwijs binnen handbereik: best practice video's assessments achtergrondartikelen cursussen overzicht van lesmateriaal trainingen bekwaamheidsdossier
Bijblijven in het onderwijs was nog nooit zo eenvoudig!
Maak gratis kennis met Teachers Channel! van 25-29 januari op de NOT 2011
Kom naar de EDventure stand (hal 8, stand A040) en maak een maand lang gratis gebruik van Teachers Channel.
Teachers Channel komtmede tot stand door:
Neem alvast een kijkje op www.teacherschannel.nl
Met uw gratis persoonlijke profi el krijgt u een homepage waarop onderwerpen staan die u in-teresseren of die voor uw school belangrijk zijn. Helder, betrouwbaar en actueel, dat is Teachers Channel.
Toegang tot alle informatie via één website
Teachers-Channel.indd 2-3 24-11-2010 12:08:06 Pulse_PO_nr6_2010.indd 44 30-11-10 16:41
Bijblijven in het onderwijs is belangrijker dan ooit. En was nog nooit zo makkelijk. Want op Teachers Channel heeft u alle informatie over het onderwijs binnen handbereik: best practice video's assessments achtergrondartikelen cursussen overzicht van lesmateriaal trainingen bekwaamheidsdossier
Bijblijven in het onderwijs was nog nooit zo eenvoudig!
Maak gratis kennis met Teachers Channel! van 25-29 januari op de NOT 2011
Kom naar de EDventure stand (hal 8, stand A040) en maak een maand lang gratis gebruik van Teachers Channel.
Teachers Channel komtmede tot stand door:
Neem alvast een kijkje op www.teacherschannel.nl
Met uw gratis persoonlijke profi el krijgt u een homepage waarop onderwerpen staan die u in-teresseren of die voor uw school belangrijk zijn. Helder, betrouwbaar en actueel, dat is Teachers Channel.
Toegang tot alle informatie via één website
Teachers-Channel.indd 2-3 24-11-2010 12:08:06 Pulse_PO_nr6_2010.indd 45 30-11-10 16:41
46 Pulse
Tekst: ???
Bijna allemaal zijn ze er, de zevenhonderd docenten, ib’ers en directieleden van de 28 scholen van stichting Protestants Christelijk onderwijs Utrecht (PCoU). op maandag 25 oktober stond de kennis- en ontmoetingsdag op het program-ma. in 32 verschillende workshops en lezingen werd de groep bijgeschoold en getraind. Het doel: werken aan een gemeenschappelijk denk- en werkkader om de onderwijskwaliteit en opbrengsten te verbeteren.
‘onDerwiJS moeT DoelgeriCHTer werken’
Stichting PCOU organiseert kennis- en ontmoetingsdag Opbrengstgericht werken voor eigen scholen
Beter onderwijs met betere resultaten.
een doel waar menig schoolbestuur naar
streeft, maar tevens een doel waar ook
al heel lang aan wordt gewerkt, tot nu
toe met onvoldoende resultaat. ondanks
de introductie van nieuwe methoden en
ondanks de implementatie van nieuwe
inzichten laten de nederlandse prestatie-
cijfers geen schokkende verbeterresultaten
zien. maar deze keer zou dat wel eens an-
ders kunnen lopen, denkt PCoU, dat sinds
2008 steeds nadrukkelijker het opbrengst-
gericht werken ingevoerd heeft. in die
werkwijze staat het aanleren van rekenen
en taal centraal, worden toetsen en resulta-
ten frequent geanalyseerd en geëvalueerd
en wordt van de docent en het bestuur een
kritische houding verwacht. Bestuurslid an-
dre de Jong: “We weten dat die manier van
onderwijs geven werkt. Het is te vroeg om
grote cijfers te noemen, maar op scholen
die er al mee werken zien we significante
verbetering. Dat moet ook. De opdracht die
wij van de overheid hebben meegekregen
is dat we kinderen moeten leren lezen en
rekenen, zodat zij de vaardigheden heb-
ben om de wereld in te gaan. Het is bijna
schandalig te noemen als onderwijs daarin
niet verder schijnt te komen.”
in de studiedag van vandaag staan
verschillende workshops gepland met
titels als: ‘een goede ib’er maakt zichzelf
overbodig’, ‘effectieve instructie’ en uiter-
aard: ‘opbrengstgericht werken’. er worden
harde vragen gesteld aan zowel directie
als docent over effectiviteit, ruggengraat,
passie en vakkennis. Het doel is bewust-
wording. volgens de werkwijze van het op-
brengstgericht werken moet de aandacht
van de docenten namelijk vooral terug naar
de essentie: opbrengsten van het onder-
wijs, in de brede zin van het woord, maar
ook nadrukkelijk met betrekking tot taal en
rekenen. Docenten moeten de progressie
van kinderen frequenter meten en in die
resultaten vooral kritisch willen kijken naar
hun eigen aandeel daarin.
Dat begint met een analyse van toetsre-
sultaten, meent Hans van Dael, partner en
senior adviseur bij BmC. Hij ondersteunt
scholen die meer willen halen uit hun
leraren en is een van de twee keynote
sprekers. iedere bezoeker is verplicht
Pulse_PO_nr6_2010.indd 46 30-11-10 16:41
Pulse 47
wat is opbrengstgericht onderwijs?Volgens Rikus Renting, directeur
Opleidingen en Kennisontwikke-
ling is het eigenlijk niet meer dan
het doelmatig en effectief werken
aan de taal- en rekenvaardigheden
van leerlingen. “Het is het stellen
en monitoren van doelen, het ana-
lyseren en toetsen van resultaten
van leerlingen en docenten. Heel
eenvoudig, maar dat wil zeker niet
zeggen dat het vanzelfsprekend is.
Docenten moeten bijleren, anders
gaan werken, met elkaar overleg-
gen. De nadruk ligt op didactiek en
in mindere mate op pedagogiek.”
onDeRWiJSontWiKKeLing
zijn workshop (‘de leraar in de hoofdrol’,
met een inleiding op het meetsysteem)
vandaag bij te wonen. “ik hoop dus maar
dat ze het goed kunnen volgen en er een
beetje van kunnen genieten”, glimlacht
van Dael. De informatie komt wel over.
van Dael introduceert stapsgewijs een
meetinstrument waarmee hij het pedago-
gisch-didactisch handelen van docenten
op verschillende momenten en niveaus
meet. vooral de schoolleiding zit op het
puntje van de stoel wanneer van Dael een
resultatenschema van taaltoetsen van een
klas laat zien. Hij vraagt de docenten: “is
hier nu voortgang geboekt?” De docenten
gaan in beraad. meerdere leerlingen lezen
op hoog niveau, sommige zijn gestegen in
taalniveau, concluderen zij. Zelfs één van C
naar a! Ja, dus. van Dael knikt en zegt dan:
“Het is inderdaad heel knap dat een leerling
in een jaar zo stijgt, maar dat is één leerling.
Hebben jullie gezien hoeveel leerlingen er
op hetzelfde niveau blijven en dat er ook
iemand daalt? Ben je iets opgeschoten of
heb je het niveau alleen gehandhaafd? ga
je akkoord met een lichte stijging en heb je
erover nagedacht wat jij zou doen met een
leerling die aan het begin van het jaar al ni-
veau a heeft? Hoe zou je zijn vaardigheden
nog kunnen stimuleren?”
ieder kind wil leren, weet De Jong. maar hoe
het leert is aan de school. “Het doel van op-
brengstgericht onderwijs is dat scholen zich
bewust worden van hun methoden en de ef-
fectiviteit ervan. Dat scholen letterlijk vaststel-
len waar hun doelen en knelpunten liggen.”
Heb je dat goed geanalyseerd, dan ontwikkel
je die bewustheid en komt en verbetering
en inzicht vanzelf, denkt De Jong. Binnen
het opbrengstgericht werken geldt: meten
is weten. niet alleen de resultaten van de
leerlingen moeten goed worden doorgespro-
ken en geanalyseerd worden, ook worden
die resultaten gekoppeld aan de werkwijze
van docenten en wordt de samenwerking in
het team uit vergroot. gaat het in groep drie
goed en beginnen diezelfde leerlingen later
in groep vier met een achterstand, dan gaat
er in de vierde iets mis en moet de docent
daarop worden aangesproken. een vrij harde,
zakelijke benadering. De Jong: “natuurlijk
is het niet zo dat een gesprek meteen heel
heftig is. ik ga ervan uit dat het belang van
elke docent bij de kinderen ligt, dus gaan
we vanuit daar kijken waar die tegenvallende
resultaten dan vandaan komen.”
Enthousiaste taalpleiter
“Leren jullie een kind niet lezen, dan is het
later maatschappelijk gehandicapt.” Het
is even over twaalf uur en Kees vernooij,
lector effectief taal- en leesonderwijs,
stuitert van enthousiasme en energie bijna
het podium af. De zaal zit vol, iedereen let
op, luistert, maakt aantekeningen. vernooij
spreekt over het technisch lezen, waar
25 procent van de kinderen moeite mee
heeft. een percentage dat groter is dan
noodzakelijk, zegt vernooij: “een aantal
heeft problemen met lezen omdat het
in ze zit. Dyslexie, laat leren praten, te
vroeg geboren kinderen. maar dat is niet
die 25 procent. Bij veel van hen gaat het
om leesproblemen. en die kan jij, als hun
leraar, oplossen.” veel van de problemen
met lezen worden veroorzaakt door wat
vernooij omschrijft als opbrengstbelem-
merende factoren: geen doelstelling, geen
onderhoud aan methode, geen extra tijd
voor zwakke lezers en geen integrale
aanpak van technisch lezen. Daar moet wat
aan worden gedaan, betoogt vernooij. maar
nog belangrijker is de insteek waarmee de
docenten dat moeten doen, het opbrengst-
gericht leren. met de klemtoon op de ‘e’
zegt vernooij: “ieder kind is nieuwsgierig
en wil leren. Het is dus belangrijk dat jij als
docent je ervan bewust bent of dat wel ge-
beurt! Dat jullie als docent niet denken: wat
Pulse_PO_nr6_2010.indd 47 30-11-10 16:41
48 Pulse
is er verkeerd aan die leerling of aan zijn
achtergrond, maar dat je je gaat afvragen:
waarom léért hij nou niet goed. Dat je bij
het analyseren eerst denkt: wat ontbreekt er
aan de methode of instructie waardoor hij
niet léért.”
De docenten schrijven ijverig mee en ma-
ken notities over het vroegtijdig signaleren
van leerachterstand bij peuters en kleuters.
over de drie groepen lezers in een klas
waarop ze zicht moeten hebben (onafhan-
kelijke groep, instructiegevoelige groep,
afhankelijke groep)en de kenmerken voor
een effectieve leerkracht (onder meer kort
terugblikken op de vorige les en een les-
doel stellen). maar: erg nieuw is het niet. in
de zaal fluistert een docente: “Hoe moet ik
daar nu toch tijd voor vinden?” een goede
vraag: het opbrengstgericht werken vraagt
van docenten niet alleen aandacht voor het
eigen functioneren en de resultaten ervan,
ze moeten ook bijgeschoold worden en
leren hoe die resultaten gelezen, verwerkt
en in hun klaslokaal geïntegreerd kunnen
worden. Sommigen werken op scholen voor
langzaam lerende kinderen, anderen hebben
kinderen in de klas met een stoornis. Het
kost kortom tijd, geld en aandacht om bij
hen het niveau te verbeteren. is dat er wel?
“Ja”, zegt De Jong. “Het is grappig dat je
die school aanhaalt voor moeilijker lerende
kinderen. toevallig is één van die scholen bij
ons aan het werk volgens het opbrengstge-
richt werken. Daar zag je aan de resultaten
dat het zijn vruchten afwerpt. en, inderdaad
zullen sommige docenten of scholen het
moeilijk krijgen wanneer je ze vraagt aan
een soort algemeen niveau te voldoen.”
Doel en didactiek
Het is geen nieuw idee, het opbrengst-
gericht leren. al tientallen jaren willen do-
centen hun leerlingen het beste meegeven
voor later, voor als ze – zoals De Jong zegt
– de grote wereld ingaan. Sommige do-
centen en directeuren zitten al jaren in het
vak en kennen het klappen van de zweep.
voor die groep en voor de groep jonge
leerkrachten die net van de pabo komt kan
deze doelgerichte, meten is weten werk-
wijze wel eens lastig worden. De Jong: “ik
kom uit het bedrijfsleven. in die wereld zijn
analyses en meetmomenten heel gewoon.
Het is standaard. Daar moeten we met het
onderwijs ook naartoe. Dat docenten be-
wuste vakmensen worden of blijven en dat
we aan de leerling het maximale kunnen
bieden. ik heb in andere sectoren ervaren
dat mensen altijd bereid zijn om hun eigen
functioneren onder de loep te nemen. en
je hoeft het ook niet allemaal in je eentje te
doen, het kan ook met elkaar.”
Dat samen leren is vandaag: samen work-
shops volgen. voor bestuurders, schooldi-
recteuren en ib’ers zijn er bijeenkomsten
over leidinggeven, zoals de workshop
van meta Kruger, lecor leiderschap in het
onderwijs aan de academie voor School-
management Penta nova. volgens Kruger
zijn er in elke school veel data voorhan-
den, maar wordt er nauwelijks gebruik van
gemaakt. er zijn teveel managers en te
weinig leiders. Kruger geeft de aanwezi-
gen de opdracht eens te kijken naar de
onderzoekscultuur in eigen organisatie
via vijftien vragen als ‘is het analyseren of
bespreken van cijfers normale routine op
uw school?’ niemand van de aanwezigen
scoort excellent, twee scoren er goed,
de meesten scoren redelijk. in kleine
groepjes wordt vervolgens gesproken
over de eigen scorelijst. “Heel leerzaam”,
vindt Kees mandersloot, directeur de
Baanbreker. “De onderzoekende cultuur is
op onze school hoog, maar de implemen-
tatie van de resultaten daarvan niet zo.”
een tweede directielid: “ik dacht dat ik
als schooldirecteur genoeg gegevens en
faciliteiten bood, maar vraag me nu af of
de docenten dat ook zo zien.”
FeitenWat: Kennis- en ontmoetingsdag
van het Protestants Christelijk On-
derwijs Utrecht (PCOU).
Waarom? De stichting wil alle le-
den, van bestuur tot (vak)docent
bewust maken van opbrengstge-
richt onderwijs. Dat doen ze door
een kennisbrede dag te organise-
ren: workshops en lezingen voor
docenten, ib’ers en vakleerkrach-
ten. Zij moeten zelf kiezen welke
workshops ze volgen.
Wie waren er? Bijna al het on-
derwijspersoneel, ruim negen-
honderd man waaronder vak-
leerkrachten, remedial teachers,
docenten, directie. Ook aanwezig:
een twintigtal sprekers en coa-
ches, directeur Opleidingen en
Kennisontwikkeling Rikus Ren-
ting en het bestuur van PCOU,
bestaande uit Andre de Jong en
Marja Blom. En: de leerlingen van
het Amadeus Lyceum Vleuten, die
soms door de docenten hun nieu-
we lokaal zochten.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 48 30-11-10 16:41
Pulse 49
www.pulseprimaironderwijs.nl/onderwijsontwikkeling
onDeRWiJSontWiKKeLing
Renee, lerares groep drie en vier, basisschool De krullevaar.
Wat vind je van zo een dag?
ik vind het heel leuk om wat meer te leren over opbrengst-
gericht werken. ik luister in de workshops heel veel, probeer
aantekeningen te maken. vooral Kees vernooy vond ik interessant,
zijn ideeën over leesonderwijs spraken me aan. ik ben het niet altijd eens met
wat sprekers of collega’s zeggen, maar dat is niet erg, het leert me ook hoe ik
in dit vak sta. Het is sowieso goed om mijn kennisniveau op peil te houden.
Welk kennisniveau zit je nu volgens jezelf?
ik schat mezelf op een zeven en een half, maar ik ben nog volop in ontwikke-
ling. Dat is het fijne van deze dag, ik geloof in het opbrengstgericht werken en
denk dat we als docenten meer de begeleidende dan de sturende rol krijgen.
Wat vind je daarvan?
Het is vooruitgang. in ons vak moet je kijken naar het belang van de leerling,
ik denk dat we dat we met deze manier van denken al op de goede weg zijn.
Tessa, lerares groep 5, basisschool De baanbreker.Was het leerzaam, de workshop van Bart van Eerd?
ik vond van wel, ik heb geleerd over mijn leerstijl en wat dat
voor uitwerking heeft op mijn vak.
Hoe bedoel je dat?
van eerd zegt dat er vier leerstijlen zijn die met elkaar kunnen
samenwerken en conflicteren. ik ben een kijker, neem eerst waar
voordat ik handel. Kinderen die in de categorie doener vallen kunnen daar best
eens last van hebben, zij ontdekken door dingen zelf uit te vinden.
Wat vind je van opbrengstgericht leren?
ik denk dat het goed is, je wilt als docent toch vooral het beste voor je leerlin-
gen. als dat betekent dat we daarvoor bij moeten leren, dan doe ik dat.
Monika, lerares groep 8, De baanbrekerWat vind je van vandaag?
Het is voor mij een erg leerzame dag. ik vind het prettig dat
we workshops krijgen in een kleinere setting, daar leer ik van
en je kunt met elkaar in discussie. Zo hoor je ook van anderen
hoe zij lesgeven en waar zij tegenaan lopen. De lezing van
Hans van Dael vond ik iets minder interessant.
Waarom?
ik kon het niet direct plaatsen.
Naar welke workshops ben je nog meer geweest?
tja, die van Kees vernooij natuurlijk. en een over opbrengstgericht werken en
deze, over leerstijlen. Heel interessant allemaal, ik dacht toch bij elke work-
shop aan hoe het bij ons op school gaat. en het is ook wel eens leuk om van
een collega van een andere school te horen hoe zij dat dan ervaren.
Docenten in de leer
ook docenten leren samen. De groep die
Bart van eerd aan het eind van de mid-
dag ontvangt gaat leren over hun eigen
leerstijl en de manier waarop zij informatie
opnemen, verwerken en aanbieden. van
eerd: “er bestaan vier leerstijlen: de denker,
doener, toetser en kijker. vandaag gaan we
kijken welke van deze het best bij jullie past
en hoe dat effect heeft op hoe jij lesgeeft.”
De groep blijkt grotendeels te bestaan uit
kijkers, één van de zachtste typeringen.
Wanneer van eerd hen vraagt om bepaalde
eigenschappen van hun les op een post-it
te zetten, hangt het bord vol met kreten als:
ruimte en tijd geven, rust bieden, relaties
aangaan met de leerlingen. maar ook:
luisteren en reflecteren. een deelneemster
merkt op: “Dat is dus best wel lastig. ik ben
volgens van eerd een doener, ik leer door te
oefenen en fouten te maken. Zo geef ik ook
mijn les. maar voor leerlingen met een an-
dere leerstrategie, die liever eerst nadenken
en dan pas handelen, is dat niet de ideale
manier. ik stel aan iedere leerling vaak een
vraag – ook heel moeilijke vragen, en denk:
maak maar een fout. terwijl: zij leren door
eerst te denken. Dan komt de lesstof mis-
schien niet zo goed over.”
met die wetenschap begint het volgens De
Jong. “Dat je jezelf als docent realiseert dat
je naar de les en de manier van lesgeven
moet kijken.” Dat doen we graag, zegt de
laatste groep van van eerd, vlak voordat ze
naar huis gaan na een lange dag. “We heb-
ben echt veel over onszelf geleerd.” is het
doel van opbrengstgericht werken een beetje
duidelijk? “Jazeker,” zegt docente monika.
“maar het belangrijkst is volgens mij dat je je-
zelf realiseert dat je bij moet leren. De kinde-
ren zijn toch het belangrijkste. Dat wordt nog
lastig. van Rutte krijgen we dit jaar natuurlijk
ook minder geld. Dus moet je creatief zijn in
je lessen, investeren in hun kennis zonder dat
je daarbij veel middelen van buitenaf nodig
hebt. Dat is wel een uitdaging. ik denk dat
elk kind op een eigen manier leert en dat je
daar ook aandacht voor moet hebben. een
hele klus, eigenlijk wel.”
Pulse_PO_nr6_2010.indd 49 30-11-10 16:41
PROFESSIONEEL ADVIES OVER:• de implementatie van arbo- en verzuimbeleid op uw school• re-integratie(trajecten) van zieke medewerkers• leeftijdsbewust personeelsbeleid• inrichting arbodienstverlening• RI&E
Van de regioadviseur en re-integratiedeskundige onderwijs krijgt u over deze en aanverwante thema’s professioneel en kosteloos advies. Kijk voor de adviseur in uw regio op www.vfpf.nl of bel het Arbo Adviescentrum PO:
045 - 579 81 81
Wij zijN ervoor U !
7092
AR
C
Molenbuurt 24 Molenstraat 27b
1811 KD Alkmaar 5211 DR ’s-Hertogenbosch072 512 37 61 073 689 49 47 072 512 48 [email protected]
TELEFOON
FAX
INTERNET
ww
w.d
e-ac
tivi
teit
.nl
••• Werken aan Ontwikkelingsgericht Onderwijs ••• Wij ondersteunen:
• Professionals in de voorschoolse educatie • Leerkrachten, directies en schoolteams uit het primair onderwijs • Schoolbesturen
Betekenisvol en actueel onderwijs realiserenvoor elk kind, daar gaat het ons uiteindelijk om.
Zie voor een gedetailleerd overzicht onze website www.de-activiteit.nl
LANDELIJK CENTRUM VOOR ONTWIKKELINGSGERICHT ONDERWIJS
E CTIVITEI
1000-20-8000-8961 AVS 2010-20111000-20-8000-7369 AVS 2009-20101000-20-7000-7818 AVS 2008/2009 000-20-6000-7976 AVS 2007/2008
1000-20-5001-1369 1000-20-4000-7027 AVS
Kleur: warm red1_4_stC5_sk_A.indd 1 28-01-2010 09:23:49
Pulse_PO_nr6_2010.indd 50 30-11-10 16:41
Pulse 51
WmK is een open systeem. Wat betekent dat? op vrijwel alle niveaus kunnen de gebruikers data toevoegen, data wijzigen of data verwijde-ren. Welke kansen biedt dat? een schoolleider die het belangrijk vindt dat zijn team een kwaliteitsvolle directe instructie geeft, kan het thema Directe instructie aan WmK toevoegen. Daarna kan dit thema gevuld
worden met indicatoren. Bijvoorbeeld:
THEMA’S IN WMK TOEVOEGEN
WmK aDveRtoRiaL
Beleidsterrein: Directe Instructie
1 De leraren zorgen voor een goede
(expliciete) voorbereiding.
2 De leraren zorgen voor een terugblik.
3 De leraren zorgen voor een heldere en begrijpelijke in-
structie.
4 De leraren laten de leerlingen de essenties inoefenen.
5 De leraren zorgen voor een gedifferentieerde verwerking.
6 De leerlingen geven feedback op product en proces.
7 De leraren evalueren de les met de leerlingen.
Het is zeer eenvoudig om het beleidsterrein en de bijbeho-
rende indicatoren in WmK te zetten. Klaar? De schoolleider
kan daarna een beoordelingssessie aanmaken en de leraren
zichzelf laten scoren.
De leraren beoordelen zichzelf op een schaal van 1 t/m 4
(onvoldoende tot goed). Zodra de leraar klaar is met scoren
is het mogelijk om
1 De eigen persoonlijke scores uit te printen.
2 een persoonlijk actieplan uit te printen.
3 een totaalrapport te printen (voor de schoolleiding) [geto-
taliseerde scores].
De leraar kan haar scores bespreken met een collega (een
maatje) en samen met haar duo-partner een actieplan opstel-
len. De eigen scores en het actieplan worden opgenomen in
het bekwaamheidsdossier.
Bij de klassenbezoeken wordt geobserveerd of de scores die
de leraar zichzelf heeft gegeven, herkend worden door de
schoolleider of de iB-er. tevens kan gekeken worden of de
leraar werk heeft gemaakt c.q. werk maakt van het actieplan.
tijdens het functioneringsgesprek bespreekt de schoolleiding
met de leraar de scores en de actieplannen. Wat gaat goed?
Wat niet? Waar is hulp en ondersteuning nodig? op deze
manier wordt de kwaliteitszorg van de school gekoppeld aan
het integraal personeelsbeleid.
De mogelijkheid om zelf thema’s toe te voegen in WmK biedt
talloze kansen. U kunt bijvoorbeeld themata uitwerken zoals:
1 De onderwijskundige identiteit van de school (zie het artikel
in dit blad) [omzetten van de visie in een kaart met daarop
meetbare en merkbare indicatoren].
2 Hoogbegaafde leerlingen.
3 Passend onderwijs.
4 Huisvesting.
5 Sociaal-emotionele ontwikkeling.
6 ons schoolconcept.
7 (…).
Het voordeel van het uitwerken van een thema is, dat u direct
de mogelijkheid heeft om e.e.a. te beoordelen. Dat leidt in ieder
geval tot een (school)rapport waarin uw sterke en zwakke kan-
ten staan vermeld. U kunt dan desgewenst verbeteractiviteiten
vaststellen.
Kortom: wilt u een thema dat belangrijk is voor uw school
koppelen aan de kwaliteitszorg, neem dat dan op in (uw)
WmK. na de fase to plan (beschrijven) kunt u overgaan op to
do (doen), to check (beoordelen) en to act (verbeteren).
Pulse_PO_nr6_2010.indd 51 30-11-10 16:41
52 Pulse
Bokabox maakt verkeerslesdidactischer
tijdens de not presenteert creatief
ontwikkelaar van lesmaterialen en
oud-onderwijzeres annet Kooijman
de Bokabox verkeer, een leerzame
leskist met verkeersborden, losse
pictogrammen en betekeniskaarten die
de zintuigen van kinderen prikkelen en
die de verkeerslessen veraangenamen.
Het lesmateriaal is geschikt voor het
basisonderwijs, van eind groep 3 t/m
groep 7. De box is tijdens de not te
bezichtigen in hal 10, stand 10.e59.
van Zijl introduceert de Floortrigger
De Floortrigger, een (semi) perma-
nente kleurenafdruk op een ijzersterke
kunststofondergrond, is door zijn
duurzaamheid en antislip toplaag
uniek te noemen. De Floortrigger is
te gebruiken voor diverse doeleinden;
reclameboodschappen, campagnes en
evenementen, is uitermate geschikt
voor buitengebruik, maar kan ook
binnen prima worden toegepast. De
achterzijde van het materiaal is voor-
zien van een lijmlaag die zorgt voor
hechting aan vrijwel elke ondergrond.
Door gebruik te maken van een
primerlaag onder de afbeelding, is een
lange levensduur gegarandeerd.
De Floortrigger is eenvoudig aan te
brengen op ruwe en gladde opper-
vlakten. Zonder ingewikkeld materiaal
te verwijderen en zonder lijmresten
achter te laten. Het materiaal wordt
beschouwd als bouwafval en kan hier-
door makkelijk worden afgevoerd via
de milieustraat. Voor meer informatie,
www.vanzijl.biz.
in beweging met KompanKinderen verbranden tweederde van de benodigde dage-
lijkse 150 calorieën als zij dertig minuten spelen op de
speelplekken van KomPan iCon. De aanbeveling van de
Wereld gezondheids organisatie (WHo) voor kinderen en
jongeren is minimaal zestig minuten matige lichaamsbeweging per dag. met iCon, draagt
KomPan bij aan de oplossing om kinderen en tieners meer aan lichaamsbeweging te
laten doen – op vrijwillige basis, speels en bij voorkeur samen met vrienden. een recent
onderzoek uitgevoerd door wetenschappers van de University of Southern Denmark, in
opdracht van het KomPan Play institute, toont aan dat kinderen gemiddeld 188 Kcal
verbranden gedurende dertig minuten spelen op speelplekken met KomPan iCon. Kin-
deren van twee scholen hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Zij hebben 30 minuten
vrij gespeeld op de speeltoestellen. De verbruikte calorieën zijn gemeten door de Bio
trainer ii Calorieteller en de resultaten zijn berekend op basis van het lichaamsgewicht
van elk kind. iCon combineert de positieve aspecten van gamen, concentratie, strategie,
vaardigheden en competitie, met de voordelen van vrij buitenspelen. De verschillende
iCon toestellen stimuleren zowel de lichamelijke inspanning als het strategisch denken
van de gebruikers die, alleen of in teams spelen. icon is vrij toegankelijk en kan zonder
toezicht of hulpmiddelen gespeeld worden. voor meer informatie kijk op www.kompan.nl
of vraag het onderzoeksrapport aan via [email protected].
gymles voor iedereenmet een lichamelijke
handicap toch mee-
doen aan de gymles?
Dat kan! De boeken-
serie ‘Krukken geen
bezwaar’ maakt het mogelijk om alle kin-
deren deel te laten nemen. na het succes
van het basisboek is onlangs het spelboek
verschenen. Meer informatie hierover is te
vinden op www.luktut.nl
(On)deugdenom deugden in gedrag van kinderen te le-
ren herkennen, presenteert Uitgeverij aCt
on virtues de kaartenset ‘Deugden voor
kinderen’. De set met 52 vrolijke kaartjes
besteedt aandacht aan eerlijkheid, geduld,
respect en nog veel meer deugden: de
goede eigenschappen die ieder kind in
zich heeft. een kaartenset ter inspiratie
voor bewust ouderschap.
op de kaarten vind je aan de voorkant
foto’s van kinderen in de leeftijd van 0-7
jaar in actie: tim laat behulpzaamheid zien
als hij helpt met pruimen plukken en jam
maken; Lianne toont geduld als ze wortel-
tjes en radijs heeft gezaaid in haar tuintje;
anouk’s gezichtje zit onder de chocolade.
Ze biecht het eerlijk op, dat ze van de
koekjes heeft gesnoept. op de achterkant
staan eenvoudige beschrijvingen van de
eigenschappen, en suggesties hoe je die in
de dagelijkse praktijk kunt inzetten.
‘Deugden voor kinderen’, door annelies
Wiersma, prijs € 19.95. Kijk voor meer
informatie op www.opvoedenmetdeugden.nl
PRoDUCten & DienSten
gymles voor iedereen
Pulse_PO_nr6_2010.indd 52 30-11-10 16:41
Pulse 53
tRaining & aDvieS
Talenten en het brein
op 16 maart 2011 organiseert
onderwijs maak Je Samen haar
jaarlijkse conferentie, dit jaar met
het thema ‘talenten en het brein’.
tijdens de conferentie staan zowel
nieuwe inzichten over de werking van
de hersenen als het bieden van ruimte
voor talenten centraal. De conferentie is
bedoeld voor leerkrachten, directeuren
en ib’ers in het basisonderwijs.
Het programma van deze middag start met
een powerseminar door Yorick Saeijs en martijn Smoors.
Daarnaast is er een breed workshopaanbod, variërend van
onderwerpen als coöperatief leren en verschillen tussen jon-
gens en meisjes tot dyslexie, hoogbegaafdheid en rekenon-
derwijs. Voor meer informatie, www.onderwijsmaakjesamen.nl
Technisch lezen in de middenbouw
De avS, de belangenvereniging voor (aanstaande) schoolleiders
De algemene vereniging Schoolleiders (avS) is de belan-
genvereniging en vakbond voor alle leidinggevenden in het
funderend onderwijs: van adjunct-directeur en middenmanager
tot (bovenschools) directeur. De avS komt op voor de belan-
gen van de beroepsgroep. (aspirant-) leden kunnen bij de avS
Helpdesk terecht als zij vragen hebben over de uitoefening
van hun vak, ontvangen het onderwijsvakblad Kader Primair
en de nieuwsbrief Kadernieuws, kunnen trainingen, advies
of coaching aanvragen, gebruik maken van avS-voordeel en
deelnemen aan avS-bijeenkomsten. Meer informatie: www.avs.
nl/lidworden
op 18 maart 2011 organiseert de avS haar 16de congres.
Lees hierover alles in de bijsluiter bij deze Pulse. Het centrale
thema is ‘verbindend leiderschap’. Het congres biedt een geva-
rieerd programma van workshops lezingen en sessies over di-
verse onderwerpen. Meer informatie: www.avs.nl/congres2011
AgendaDatum Naam Doelgroep Prijs Plaats Informatie
31 jan training effectieve didactiek van de rekenles
Leerkrachten, intern begelei-ders en directeuren
€ 390,- amersfoort www.cpsacademie.nl
14 febr Studiedag technisch lezen in de middenbouw
Leerkrachten van groep 4, 5 en 6, taalcoördinatoren, interne be-geleiders en remedial teachers
€ 390,- amersfoort www.cpsacademie.nl
15, 22 en 29 mrt
Driedaagse cursus effectief Leiderschap in de Brede School
Directeuren en coördinatoren binnen de brede school
€ 2.999,- Utrecht www.sbo.nl
16 mrt Conferentie talenten en het brein
leerkrachten, directeuren en ib’ers
€ 75,- Deurne www.onderwijsmaakjesamen.nl
18 mrt Conferentie talenten en het brein
leerkrachten, directeuren en ib’ers
€ 75,- Deurne www.onderwijsmaakjesamen.nl
18 mrt avS-congres Schoolleiders en bovenschool-se managers
leden: € 230,- niet-leden: € 465,-
nieuwegein www.avs.nl/congres2011
20 apr ‘De verleiding’: samen leren op de basisschool
o.a. leerkrachten, directeuren en schoolbestuurders
--- Utrecht www.lectoraat.nl
vlot technisch kunnen lezen verhoogt de resultaten van het begrij-
pend leesonderwijs. maar hoe bereikt u (hoge) streefdoelen met
uw leerlingen? op welke wijze realiseert u boeiend, uitdagend
en effectief technisch leesonderwijs in uw school? tijdens de
studiedag ‘verbeteren van het technisch lezen in de middenbouw’
krijgt u snel inzicht in de meest recente praktisch relevante kennis
en vaardigheden rond dit thema.
Voor meer informatie, www.cpsacademie.nl
Pulse_PO_nr6_2010.indd 53 30-11-10 16:41
54 Pulse
Auerhaan B.V.
Postbus 22
200 AA Lelystad
T: 0320-286181
F: 0320-286180
www.auerhaan-klimaattechniek.nl
BREEDVELD mobiele wandsystemen
Postbus 60
6650 AB DRUTEN
Bezoekadres:
Rijdt 5A
6631 AN HORSSEN
T: 0487-542888 • F: 0487-542076
[email protected] • www.breedveld.com
auerhaan is al meer dan twintig jaar totaal-
leverancier op het gebied van klimaattech-
niek. ventileren, verwarmen en koelen is de
specialiteit van auerhaan. met name op het
gebied van vraaggestuurde ventilatiesys-
temen voor scholen is auerhaan actief. De
HR WtW-systemen van auerhaan voldoen
aan de normen van iSSo publicatie 89
binnenklimaat scholen. veel klaslokalen in
nederland zijn dan ook voorzien van de
fluisterstille ventilatie-unit van auerhaan.
BReeDveLD mobiele wandsystemen heeft
alle disciplines ten aanzien van ontwerp,
productie en montage onder één dak. Dat
maakt ons flexibel, onafhankelijk en daad-
krachtig. en bovendien veelzijdig. Daarin
zit onze kracht. We creëren omgevingen
die wat te vertellen hebben. onze creativi-
teit voeden we dan ook graag. Dat maakt
wie we zijn. een ambitieuze, volwassen en
creatieve speler in de markt van mobiele
belevingswerelden.
CED-Groep
Postbus 8639
3009 AP Rotterdam
T: 010-4071599
www.cedgroep.nl
De CeD-groep is een landelijk actieve edu-
catieve dienstverlener, met de missie om
een wezenlijke en aantoonbare bijdrage te
leveren aan de ontwikkeling en schoolpres-
taties van kinderen en jongvolwassenen.
als not-for-profit organisatie investeren we
eventuele winst in innovaties, bijvoorbeeld
in de ontwikkeling van nieuwe producten.
met producten als nieuwsbegrip en de
1-zorgroute proberen we onze markt zo
goed mogelijk te bedienen. en met succes!
Uitgeverij Coutinho -
Sterk in pabo-boeken
www.coutinho.nl/pabo
Het pabo-onderwijs staat volop in de
schijnwerpers. Uitgeverij Coutinho biedt
voor de pabo een breed scala aan
studieboeken op het gebied van taal,
natuuronderwijs, didactiek, pedagogiek en
onderwijskunde. Wij zorgen voor betaal-
bare uitgaven, zonder daarvoor conces-
sies te doen aan de kwaliteit van inhoud,
didactiek, vormgeving en uitvoering. of
het nu gaat om boeken, cd’s of digitale
leermiddelen.
De Zuid Vallei remediering
www.remediering.nl
T: 0318-619049
De beste Remediërende materialen op het
gebied van:
- spelling,
- technisch lezen,
- begrijpend lezen,
- rekenen.
De Zuid vallei heeft ze voor u!
onze materialen zijn praktisch, overzichte-
lijk en methode-onafhankelijk.
alle programma’s bevatten duidelijke
instructies en veel kopieerbaar oefenma-
teriaal.
We hebben ook online programma’s voor:
spelling (digi-spelling) en automatiseren
van woordstructuren (interflits).
De Zuid vallei remediering is een onder-
deel van giralis groep.
COSMO is een product van SIKON
Contactpersoon: mw Zoë Geerling
T: 06-10606127
www.sikon.nl
CoSmo staat voor Competenties – ontwik-
keling – Scholing – mobiliteit – opleiding
en is een bekwaamheidsdossier voor
iedereen die werkt in het onderwijs.
CoSmo helpt om de bekwaamheid van uw
medewerkers vast te stellen en te ontwik-
kelen, ondersteunt bij het uitvoeren van
de gesprekkencyclus en stelt u in staat op
resultaat te managen.
Wij komen graag bij u langs voor een
demonstratie van CoSmo of een gesprek
over personeelsbeleid.
Pulse_PO_nr6_2010.indd 54 30-11-10 16:41
Pulse 55
LeveRanCieRSgiDS
KOMPAN B.V.
Schimminck 13
Postbus 2059
5300 CB ZALTBOMMEL
T: 0418-681468
F: 0418-681499
www.KOMPAN.nl
KomPan is ’s werelds grootste specialist in
unieke speeloplossingen. Het is van groot
belang om een speelruimte te creëren die
aantrekkelijk en duurzaam is. KomPan kan
uw speelruimte ontwerpen, plannen, instal-
leren en onderhouden. maar ook de aanleg
van veiligheidsondergronden, groen en
infra kan KomPan voor u verzorgen. Het
resultaat is de best mogelijke speelplek die
overeenkomt met uw budget, voldoet aan
uw wensen en is afgestemd op de behoef-
ten van kinderen.
Graviant educatieve uitgaven
Innovatieweg 3-06
7007 CD Doetinchem
T: 0314-345400
www.graviant.nl
Wij lopen al dertig jaar voorop in het
ontwikkelen en uitgeven van leermiddelen
voor o.a. adhd, autisme, Dyslexie, Dyscal-
culie en Sociale vaardigheden.
Dit alles vanuit de gedachte van het kind.
tijdens de not 2011 zijn wij te vinden in
hal 10 standnummer 10 e053.
Ovaal speelconcepten
Ondernemersweg 2a
7451 PK Holten
T: 0548-363067
F: 0548-363068
ontmoet op de not 2011 ovaal Speel-
concepten, een jonge onderneming gestart
door mensen met jarenlange ervaring in
de speeltoestellenbranche. Wij kijken bij de
inrichting van uw buitenruimte verder dan het
traditionele klim- en klauterwerk en bieden
onderscheidende productlijnen voor (natuur-
lijk) spelen, leren, ontmoeten en observeren.
Wees welkom op onze stand en ontdek onze
gerealiseerde ontwerpen binnen het onder-
wijs, onze speeltoestellen, speelaanleidingen
en creatieve zitoplossingen.
Scholen met Succes
Bezoekadres:
Voorhelmstraat 25 201
2012 ZM Haarlem
Postadres:
Postbus 3386
2001 DJ Haarlem
T: 023-5341158
www.scholenmetsucces.nl
www.twitter.com/scholenmetsuc6
Scholen met Succes is een gespecialiseerd
onderzoek- en communicatiebureau voor
het onderwijs. We helpen scholen met het
verkrijgen van inzicht in hun huidige situatie
en werken samen aan het creëren van een
sterke markpositie. Dit doen we door markt-
onderzoek, tevredenheidpeilingen, ontwik-
kelen van schoolprofielen, ontwikkelen en
uitvoeren van communicatiecampagnes en
het verzorgen van workshops en trainingen.
Seminarium voor Orthopedagogiek
Directie en Staf:
Postbus 14007
3508 SB Utrecht
T: 030-2547378
F: 030-2540349
Het Seminarium voor orthopedagiek van
Hogeschool Utrecht is een landelijk ope-
rerend kennis- en opleidingscentrum voor
leraren en professionele opvoeders, coaches
en hulp- en dienstverleners. Die werken
met jongeren en volwassenen waarvan de
leef- en opvoedingssituatie specialistische
ondersteuning en begeleiding vraagt. De
focus is gericht op het veld van Speciaal
onderwijzen. Kijk voor het meer informatie
op: www.seminarium.hu.nl
Bestuursbureau Vervangingsfonds/
Participatiefonds
Blaak 22
3011 TA Rotterdam
T: 010-2177640
F: 010-2141358
www.vfpf.nl
Het vervangingsfonds betaalt de kosten voor
vervangers die scholen moeten inzetten bij
ziekte of afwezigheid van personeel. Zo blijft
de continuïteit op school gewaarborgd.
Daarnaast levert het vervangingsfonds een
belangrijke bijdrage aan het terugdringen
van het ziekteverzuim en de arbeidsonge-
schiktheid van onderwijspersoneel. Zij helpt
scholen de kwaliteit van hun arbeidsomstan-
digheden en personeelsbeleid te verbeteren.
Bijvoorbeeld met subsidies, scholing of
advies op maat (regioadviseurs). voor meer
informatie, www.vfpf.nl
Pulse_PO_nr6_2010.indd 55 30-11-10 16:41
56 Pulse
LeveRanCieRSgiDS
WVS Onderwijs
Meridiaan 26
2801 DA Gouda
T: 0182-682330
M: 06-10423289
www.wvs-onderwijs.nl
WVS Onderwijs: Gewoon zorgen dat
het beter werkt!
Wij zijn uw professionele partner op het ge-
bied van management en advies binnen het
Po en vo. als interim-directeur zorgen we
voor een grondige analyse en zetten met alle
betrokkenen een duidelijke koers neer.
onze adviesdiensten zijn: coaching, kwali-
teitsmanagement, cultuur- en leiderschapson-
derzoek en advisering bij complexe huisves-
tingszaken (o.a. krimpscenario’s).
Wij leveren maatwerk en zijn resultaatgericht
met gevoel voor de menselijke maat.
Uitgeverij Zwijsen
Hart van Brabantlaan 18
5038 JL Tilburg
T: 013-5838800
F: 013-5838880
www.zwijsen.nl
Zwijsen voor school én thuis
al meer dan 160 jaar maakt Uitgeverij Zwij-
sen lesmethoden voor het basisonderwijs.
We brengen leren tot leven met een rijke
keuze aan materialen. van werkboekjes en
praktische handleidingen tot digibordsoft-
ware, spelletjes en websites. Zwijsen heeft
voor ieder kind leerstof op maat. oók voor
thuis met leerzame spellen en de beste
kinderboeken.
WinSys B.V.
Kromhoutstraat 54a
1976BM IJmuiden
T: 0255-540333
www.winsys.nl
Serverloos werken is één van de zakelijke
oplossingen van WinSys, al beschikbaar
vanaf 98 euro per maand. WinSys heeft ja-
renlange ervaring met terminalserver oplos-
singen voor het (basis)onderwijs, specifi ek
gericht op het doel: effi ciënt hulpmiddel bij
onderwijs aan kinderen. WinSys werkt samen
met Ziggo KPn en UPC en regelt als partner
niet alleen de oplevering van de verbinding,
maar ook bieden wij unieke datadiensten,
zoals cloud oplossingen en serverhosting.
Zoekt u betrouwbare hardware, dan levert
WinSys niet alleen snel, maar ook de hard-
ware die gespecifi ceerd is op uw wensen.
Uitgeverij CantalPostbus 85, 5240 AB RosmalenT: [email protected], www.cantal.nl
CED GroepPostbus 86393009 AP RotterdamT: [email protected]
EDventureVereniging van onderwijsadviesbureausBezuidenhoutseweg 1612594 AG Den HaagT: [email protected], www.edventure.nu
Uitgeverij EsstedeLariestraat 18a, 5473 VL Heeswijk-DintherT: [email protected], www.esstede.nl
Giralis GroepPostbus 34305203 DK Den BoschT: [email protected]
HCO - uw educatieve partnerZandvoortselaan 146, 2554 EM Den Haag T: 070-4482828 [email protected], www.hco.nl
Hogeschool UtrechtOudenoord 340, 3513 EX UtrechtT: [email protected], www.hu.nl
KlasseTVJulianaweg 23, 3603 AP MaarssenT: [email protected], www.klassetv.nl
Koninklijke Van Gorcum BVPostbus 43, 9400 AA AssenT: 0592-379555www.vangorcum.nl, [email protected]
Leraar 24www.leraar24.nl
RPCZPostbus 3514380 AJ VLISSINGENT: [email protected], www.rpcz.nl
Thieme MeulenhoffPostbus 400, 3800 AK AmersfoortT: [email protected]
ParTnerS TeaCHerS CHannel
Pulse_PO_nr6_2010.indd 56 30-11-10 16:41
De Zuid vallei blijft actief als het gaat om het ontwikkelen van nieuwe remediërende materialen. met van gorcum Uitgeverijen gaat de Zuid vallei een intensieve samen-werking aan om u de mogelijkheid te bie-den nog beter gebruik te kunnen maken
van onze expertise.
De Zuid Vallei komt met nieuwe materialen op de
NOT en gaat samenwerken met uitgeverij Van Gorcum!
DIGI-SPELLING is een nieuw digitaal spellings-trainprogramma
voor de zwakke spellers. De eerste modules worden tijdens de
not gepresenteerd. Het programma werkt met duidelijke spel-
lingscategorieën en is methode-onafhankelijk te gebruiken.
SPELLING 1-3 komt in een totaal vernieuwd jasje op de not.
met nieuwe hedendaagse illustraties, en het woordgebruik is
aangepast aan deze tijd.
LEESINTERVENTIEPROGRAMMA heeft een restyling gekre-
gen, aangepast aan de nieuwe avi niveaus.
INTERFLITS wordt met veel succes door veel dyslexiebehan-
delaars gebruikt! Halverwege 2011 is ook INTERFLITS aan de
nieuwe avi niveaus aangepast.
Het vmBo heeft zijn weg gevonden naar de Zuid vallei!
Het programma BEGRIJPEND LEZEN biedt veel steun aan
leeszwakke starters in het vmBo.
ook op rekengebied bundelen wij onze kennis in remediërende
materialen. er zijn veel gebruikers van de DOBBELSTENEN en
het programma AUTOMATISEREN.
Wij bundelen de dagelijkse ervaringen van onze onderwijsadvi-
seurs met de wetenschappelijke kennis van onze ontwikkelaars.
Daarom zijn de producten van de Zuid vallei in de praktijk zo
succesvol.
Zuid vallei is een onderdeel van de giralis groep.
www.remediering.nl
Voor en door het onderwijs
20
11
20
11
Voor en door het onderwijs
PRIM
AIR
OND
ERW
IJS
25-29 januari 2011Jaarbeurs Utrechtwww.not-online.nl
De nieuwste leer- en presentatiemiddelenvoor het primaironderwijs
Registreer nu voor Gratis toegang met
code: 10000776
advNOT-10000776-90x280mm.indd 1 18-11-10 12:05
Pulse_PO_nr6_2010.indd 57 30-11-10 16:41
58 Pulse
CoLUmn
De leerkracht doet er toe
CoLUmn
een open deur uit dezelfde collectie als ‘Roken is slecht voor uw gezondheid’.
toch verdienen veel onderwijskundigen, orthopedagogen, lectoren en andere
doorgestudeerde schoolmeesters en -juffen bakken geld met het verkondigen
van deze simpele, maar ware boodschap. op druk bezochte congressen en
studiedagen knikken schoolleiders zich spontaan een whiplash: ja, de leerkracht
doet er toe. Die boodschap wordt net zo vaak herhaald tot iedereen het weet.
Behalve de leerkracht…
in het afgelopen jaar bezocht ik veel scholen. ik was geïnteresseerd in onder-
wijsconcepten, inrichting van de klaslokalen en indeling van de schoolgebouwen.
met de kennis en ervaringen van andere scholen wilde ik mijn voordeel doen
bij het opzetten van een nieuwe school. tijdens die bezoeken viel mij op, dat
gedurende de lestijden veel personeelsleden actief waren buiten het klaslokaal.
in sommige scholen struikelde ik over de los rond lopende teamleden. allemaal
reuze aardige mensen, die onbeperkt koffie voor me regelden en zich aanbo-
den als begeleider tijdens mijn bezoek. Zelfs wanneer ik benadrukte dat ik een
afspraak had met de directeur, werd mij op het hart gedrukt, dat ‘het écht geen
moeite was. De klas was zelfstandig aan het werk…’. en dus kon de reisleidster
wel even een kwartiertje met me door de school lopen.
na enkele schoolbezoeken herkende ik de tendens. nee, het waren geen iB-ers,
managementleden, conciërges of hulpmoeders, die ik tijdens de lesuren buiten
de klaslokalen aantrof. Het waren leerkrachten, die zich in rijen verdrongen bij
het kopieerapparaat. Het waren leerkrachten die de laatste lesattributen nog
even uit het magazijn moesten halen. Het waren leerkrachten, die even met
de schooltelefoon naar de oppas moesten bellen om het boodschappenlijstje
door te nemen. Soms ook werd er gewoon een gezellig praatje in de gang
gemaakt, een soort weekendkring voor twee personen. in een enkel geval
werden er pogingen gedaan om met de directie te overleggen over de
agenda van de teamvergadering, het taakbeleid of het budget voor
het Sinterklaasfeest. in de meeste gevallen slaagden die pogingen,
hoewel het overleg soms wreed werd verstoord door jengelende
kleuters, op zoek naar hun juf.
De leerkracht doet er toe! Helaas weten veel leerkrachten dat
zelf nog niet. anders zouden ze hun lessen beter voorberei-
den. Zouden ze in de klas zijn om les te geven. Zouden ze
zorgvuldig omgaan met lestijd en instructie.
Het zou ze meer voldoening geven in hun
werk. Hun werk in de klas, met kinderen.
Hun mooie, belangrijke werk.
Wim Menke
ColofonPulse Primair Onderwijsmagazine voor schoolont-wikkeling en kwaliteitszorg verschijnt zes maal per jaar en wordt in een oplage van 8.500 exemplaren gratis verspreid onder basisschooldirecteuren en bovenschoolse managers in nederland.
UITGEVERKoninklijke van gorcumPostbus 43, 9400 aa assent. 0592 - 379 571F. 0592 - 379 552e. [email protected]. www.vangorcum.nl
REDACTIEFrank Stienissen (hoofdredactie), Lieke van Zuilekom, martin van Rooij, ingrid tukkers Stienissen media Postbus 325550 aavalkenswaardt. 040 - 207 11 66F. 040 - 207 11 60e. [email protected]
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE:Joyce van der Bent, Frank mullaart, Rick de Wit, menno van Hasselt, Dieter möckelmann, Cees Bos, Lorien de Koning en Wim menke
ART DIRECTOR/VORMGEVERSacha vercoelenDana van veen
FOTOGRAFIEStienissen media
ADVERTENTIE-ExPLOITATIEacquire media, Zwollet. 038 - 460 63 84F. 038 - 460 63 [email protected]
DRUKKoninklijke van gorcum
©2010, Koninklijke van gorcum, assenalle auteursrechten ten aanzien van de inhoud van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden.www.pulseprimaironderwijs.nl/mijnschool
Taal in beeld laat ’t zien!
Taal in beeld is een succes. Zwijsens nieuwste taalmethode is nog maar net compleet en honder-den scholen zijn al overgestapt. Waarom? Taal in beeld is fris, � exibel en overzichtelijk. Compact, toegankelijk en makkelijk in gebruik. De mogelijk-heden voor zelfstandig leren zijn maximaal. Het voordeel voor u? Veel tijd om leerlingen op maat te begeleiden!
Taal in beeld is helemaal van deze tijd. Met begrijpelijke taal en vooral veel beeld. Computer, digibord en iPod: Taal in beeld gebruikt ze allemaal. Maar alleen als u dit wilt, want alle opdrachten zijn er ook op papier. Zo brengt Taal in beeld taal tot leven.
Meer weten? Ga snel naar www.taalinbeeld.nl.
Breng leren tot leven
B04216505_advertentie_taalinbeeld_pulse.indd 1 12-10-2010 9:07:51 Pulse_PO_nr6_2010.indd 58 30-11-10 16:41
Taal in beeld laat ’t zien!
Taal in beeld is een succes. Zwijsens nieuwste taalmethode is nog maar net compleet en honder-den scholen zijn al overgestapt. Waarom? Taal in beeld is fris, � exibel en overzichtelijk. Compact, toegankelijk en makkelijk in gebruik. De mogelijk-heden voor zelfstandig leren zijn maximaal. Het voordeel voor u? Veel tijd om leerlingen op maat te begeleiden!
Taal in beeld is helemaal van deze tijd. Met begrijpelijke taal en vooral veel beeld. Computer, digibord en iPod: Taal in beeld gebruikt ze allemaal. Maar alleen als u dit wilt, want alle opdrachten zijn er ook op papier. Zo brengt Taal in beeld taal tot leven.
Meer weten? Ga snel naar www.taalinbeeld.nl.
Breng leren tot leven
B04216505_advertentie_taalinbeeld_pulse.indd 1 12-10-2010 9:07:51 Pulse_PO_nr6_2010.indd 59 30-11-10 16:41
M A A K R U I M T E
FUNCTIONEELC R E Ë E R ,
I M P O N E E R , I N S P I R E E R ,
VA R I E E R E N CO M B I N E E R !
P A N E E L W A N D E N / V O U W W A N D E N / G L A S W A N D E N / S C H U I F W A N D E N / S P E C I A L S
D O E L G E R I C H T I N D E L E N
Met de mobiele wandsystemen van BREEDVELD bieden we u een prachtig
pallet aan speelmogelijkheden met licht, ruimtelijke effecten en effi-
ciency. De vouw-, paneel en glaswanden hebben alles in zich om elke
gewenste ruimte-indeling tot een succes te maken. Onderwijsinstituten,
overheid en bedrijfsleven plukken de vruchten van efficiënt ruimte-
gebruik en optimale f lexibiliteit.
T : + 3 1 ( 0 ) 4 8 7 5 4 2 8 8 8 o f E : i n f o @ b r e e d v e l d . c o m www.breedveld.com
Pulse_PO_nr6_2010.indd 60 30-11-10 16:41