Pthunie mrt 2015

32
De drive van Mechteld Jansen Magazine van de Protestantse eologische Universiteit jaargang 9 | nummer 1 | maart 2015 Oosterse orthodoxie als bron van inspiratie eo Boer over de opschuivende praktijk van euthanasie

description

 

Transcript of Pthunie mrt 2015

Page 1: Pthunie mrt 2015

De drive van Mechteld

Jansen

Magazine van de Protestantse Theologische Universiteitjaargang 9 | nummer 1 | maart 2015

Oosterseorthodoxie

als bron vaninspiratie

Theo Boer over de opschuivende

praktijk van euthanasie

Page 2: Pthunie mrt 2015

Master Voorlichtingsdagen Amsterdam en Groningen

Meer informatie en inschrijving: www.pthu.nl

Amsterdam

vrijdag 20 maart vanaf 16.00 uur

Groningen

vrijdag 27 maartvanaf 15.00 uur Op beide locaties is aansluitend een gezellige borrel waar je je vragen kunt stellen aan diverse docenten en de studentendecanen.

Onze master in AmsterdamIn Amsterdam bieden wij de opleiding Gemeentepredikant aan, die opleidt tot gemeentepredikant in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Deze opleiding is zowel in voltijd als in deeltijd (zaterdag opleiding) te volgen.

Onze masters in GroningenIn Groningen kun je kiezen voor de opleiding Gemeentepredikant of de opleiding Predikant - Geestelijk Verzorger. Beide varianten worden in voltijd aangeboden. Daarnaast wordt in Gronin-gen de eenjarige masteropleiding Theology (in depth) in voltijd aangeboden.

Master Voorlichting

Page 3: Pthunie mrt 2015

Klaas Spronk, hoofdredacteur

‘We gaanvrolijkverder’

MijlpaalIemand had het bijgehouden: dit is het vijfentwintigste nummer van PThUnie. Het werd gebracht als een indrukwekkende mijlpaal. Het was ook meer dan ik had gedacht. Aan de andere kant geneer ik me er ook een beetje voor. Ruim acht jaar zijn we nu bezig. Onze universiteit is nog iets ouder. Maar wat zijn we nog jong vergeleken met al die andere theologische instituten en periodieken. Het is misschien typisch voor theologen om ontzag te hebben voor ouderdom. We hebben groot respect voor tradities. Dat is in onze tijd niet meer vanzelfsprekend. Nu ik toch aan het omkijken ben, moet ik namelijk ook constateren dat er in de afgelopen tijd een aantal oude en eerbiedwaardige theologische faculteiten zijn opgedoekt. Datzelfde lot was vele theologische tijdschriften beschoren. Dat was allemaal al gaande toen de PThU en de PThUnie in 2007 van start gingen. Het heeft zich daarna doorgezet en lijkt voorlopig nog niet te stoppen.Dat mag de pret van ons bescheiden jubileum echter niet drukken. We gaan vrolijk verder. Het blijft een genoegen om via dit fraai vorm gegeven tijdschrift iets te laten zien van wat ons als theologen bezig houdt en vooral ook inspireert. Hoe men theologie bij alle ernst van het bestaan ook bedrijft als een vrolijke wetenschap valt te lezen in het interview met onze nieuwe rector, Mechteld Jansen. Theologie is niet alleen iets van het verleden maar vooral ook betrokken op de vragen waar de huidige samenleving ons voor stelt. Daar zijn we opbouwend-kritisch mee bezig. Zie bijvoorbeeld de indringende vragen van Theo Boer bij de Nederlandse euthanasiepraktijk. Soms worden vanuit de theologie juist ook nieuwe vragen opgeroepen. Lees er het interview met Heleen Zorgdrager maar op na. Dan wordt ook duidelijk dat wij willen leren van een andere dan onze westerse benadering van de dingen. Al dit soort zaken leveren mooi werk op in onderzoek en onderwijs. Met gepaste trots doen we er u verslag van. Er zit leven in onze theologie. Op naar de vijftig!

Master Voorlichtingsdagen Amsterdam en Groningen

Meer informatie en inschrijving: www.pthu.nl

Amsterdam

vrijdag 20 maart vanaf 16.00 uur

Groningen

vrijdag 27 maartvanaf 15.00 uur Op beide locaties is aansluitend een gezellige borrel waar je je vragen kunt stellen aan diverse docenten en de studentendecanen.

Onze master in AmsterdamIn Amsterdam bieden wij de opleiding Gemeentepredikant aan, die opleidt tot gemeentepredikant in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Deze opleiding is zowel in voltijd als in deeltijd (zaterdag opleiding) te volgen.

Onze masters in GroningenIn Groningen kun je kiezen voor de opleiding Gemeentepredikant of de opleiding Predikant - Geestelijk Verzorger. Beide varianten worden in voltijd aangeboden. Daarnaast wordt in Gronin-gen de eenjarige masteropleiding Theology (in depth) in voltijd aangeboden.

Master Voorlichting

PThUnie 3

Page 4: Pthunie mrt 2015

6

‘Als theoloog moet je genereus zijn: wat ik weet, dat

mag een ander ook weten’

Mechteld Jansen

4 PThUnie

inhoudjaargang 9 | nummer 1 | maart 2015

06 Publicaties & promoties

09 Tegenwoordige tijd

10 In gesprek met Mechteld Jansen

14 Enkeltje Groningen - Amsterdam

15 De stelling: Pieter Vos

16 Nieuws

17 Interview Heleen Zorgdrager

20 Dagboek Pastorale training

22 Theo Boer over

Toetsingscommissie

25 Voltooid verleden tijd

26 De permanente predikant

31 Agenda

32 Openbaring

17

Page 5: Pthunie mrt 2015

15

20

‘Behandel het leven allereerst alsof dit het enige is

dat wij hebben’

Theo Boer

22

PThUnie 5

&colofonPThUnie is een magazine dat drie keer per jaar verschijnt. Het blad is met name bedoeld voor predikanten in de PKN en

het wordt ook toegezonden aan studenten, medewerkers en relaties van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU).

Het magazine wordt uitgegeven door de PThU. Redactie Jodien van Ark, Theo Boer, Caspar Dullemond (eindredacteur),

Henk de Roest, Elsbeth Romeijn (adviseur), Klaas Spronk (hoofdredacteur). Redactieadres Postbus 7161, 1007 MC,

Amsterdam, 088 3371 866, [email protected] Vormgeving Venessa Oudhoff Realisatie www.borrias.nl

Fotografie Beeldbalie, Brian Elings, Niek Stam, Jan Jans, Henk Visscher, Jaap van Werkhoven, ISSN-nummer 1876-9233.

10

Page 6: Pthunie mrt 2015

6 PThUnie

Een tastbare band met God Promotie Ilonka Terlouw (15 januari)

Evangelischen hebben naar eigen zeggen een ‘persoonlijke relatie met Jezus’. Maar wat betekent dit eigenlijk? Ilonka Terlouw deed empirisch onderzoek naar dit ‘geleefde geloof ‘ onder evangelische leden van protestantse kerken, wat resulteerde in een proefschrift getiteld Real Faith. Performativity and Materiality in the Personal Relationship with Jesus of Evangelical Protestants. Op 15 januari promoveerde ze aan de PThU Groningen.

Uit het empirische onderzoek blijkt dat het hebben van een relatie met Jezus betekent dat gelovigen echt contact met God hebben en echte vrede ervaren. Terlouw gebruikt het begrip ‘performativiteit’ om aan te tonen dat de relatie met Jezus een werkelijkheid is die tot stand komt in het beoefenen van communicatieve geloofspraktijken. Gelovigen zingen niet over God en lezen niet over God in de Bijbel, maar bidden of zingen tot God en lezen Gods Woord. Het begrip ‘materialiteit’ gebruikt ze om te laten zien wijst erop dat de relatie met God voor deze gelovigen een tastbare realiteit is: ‘God praat met hen op een aanwijsbare manier door de tastbare tekenen die hij hen geeft.’

Ilonka Terlouw (1980) studeerde Theologie aan de Universiteit van Utrecht. Sinds 2007 werkte ze als promovendus bij prof. dr. F. G. Immink aan de Protestantse Theologische Universiteit. Daarnaast gaat ze regelmatig voor in kerkdiensten, spreekt ze op (jeugd)conferenties en werkte ze mee aan verschillende populair christelijke publicaties, waaronder Geloven in seks (2010), Dagelijks Vers (2014), en de Vrouwenbijbel (verwacht 2015)

Albert C. Geljon en Riemer Roukema (red.), Violence in Ancient Christianity: Victims and Perpetrators. Supplements to Vigiliae Christianiae 125. Leiden: Brill 2014, 252 pp., € 1040,-

In oktober 2011 hield de Stichting voor Oudchristelijke Studiën een tweedaags congres over het thema: ‘Geweld in het oude christendom. Slachtoffers en daders’. De lezingen gingen over de vraag hoe christenen in de eerste eeuwen omgingen met geweld. Eerst werd dat geweld hun voornamelijk aangedaan door de Romeinse overheid, die hen van tijd tot tijd vervolgde. Nadat keizer Constantijn in 313 de kant van de christenen had gekozen en zij zelf toegang hadden gekregen tot de macht, hebben zij zelf ook geweld gebruikt tegenover ‘ketters’, joden en vijandelijke volken. In dit boek zijn tien van de lezingen gepubliceerd. De bijdragen bevatten twee overzichtsartikelen over de eerste eeuwen en diverse studies over afzonderlijke personen: Eusebius van Caesarea’s visie op Constantijn, de politiek van keizer Julianus ‘de Afvallige’, het beleid van de bisschoppen Augustinus en Cyrillus van Alexandrië, en Priscillianus van Avila, de eerste van wie bekend is dat hij als ketter met instemming van de kerk om het leven is gebracht. Andere studies handelen over de relaties tussen joden en christenen, de taal die de kerk ontwikkelde voor het brandmerken van ketters, en de vraag hoe christenen in die eeuwen Jezus’ woorden over liefde en gebed voor vijand- en hebben opgevat en al dan niet hebben gepraktiseerd. Dit boek laat zien hoe christenen in hun begintijd zijn omgegaan met iets dat nog steeds actueel is: religieus geweld.

Page 7: Pthunie mrt 2015

PThUnie 7

Renée van Riessen en Onno Zijlstra (red.), Wat bezielt Kierkegaard? Zeven essays over een dwarse denker. Budel: Damon 2014. 144 pp., € 16,90

In 2013 vond aan de PThU een symposium plaats ter gelegenheid van de 200ste geboortedag van Søren Kierkegaard. Wat bezielt Kierkegaard? bevat essays gebaseerd op dit symposium van de hand van Desiree Berendsen, Rob Compaijen, Udo Doedens, Willem Jan Otten, Renée van Riessen (inleiding), Karl Verstrynge, Pieter Vos en Onno Zijlstra. In het prettig uitgevoerde boekje gaan de auteurs in op Kierkegaards schrijverschap, zijn actualiteit, zijn ethiek, de vreemde offerbereidheid van Abraham, en het centrale begrip ‘de enkeling’. Zo gaat Willem Jan Otten, aan de hand van Kierkegaards Vrees en beven, de wijdverbreide mening te lijf dat monotheïstische religies wereldwijd veroorzakers zijn van ellende en terreur. Zodoende legt men de oorzaak van het kwaad buiten zichzelf – een idee dat haaks staat op Kierkegaards visie op Abraham en het mysterie van de kruisdood van Christus. Mirjam Windrich schrijft over Wat bezielt Kierkegaard? op ZinWeb: ‘Een aanbevelenswaardig werkje (...). Zowel voor kenners als niet-kenners is dit een bundel die aanzet tot verder denken over de thema’s die erin centraal staan: de enkeling, het offer en het schrijverschap.’ Thomas Heij noteert in iFilosofie: ‘De essays (...) zorgen ervoor dat je zin krijgt om zelf in de werken van Kierkegaard te duiken.’

Gijsbert van den Brink en Harro M. Höpfl (red.), Calvinism and the Making of the European Mind. Leiden: Brill 2014. viii + 266 pp., €55,-

Het calvinisme neemt een belangrijke plaats in onder de formatieve krachten die de Europese cultuur gemaakt hebben tot wat ze is. In deze bundel, die teruggaat op een door de European Science Foundation (ESF) gefinancierd congres, werpen religiehistorici en theologen hun licht op de vraag welke sporen van een calvinistisch ethos ook nu nog in Europa herkenbaar zijn. Hoe heeft het calvinistisch ethos (of breder dat van de gereformeerde traditie) ons economisch denken en onze economische praktijken gevormd? Hoe staat het in dit verband vandaag met de wetenschappelijke papieren van de fameuze Weber-these? Wat heeft de calvinistische levenshouding betekend voor onze visie op religieuze tolerantie? Heeft het de democratie bevorderd of juist niet? Heeft het remmend ingewerkt op de ontwikkeling van moderne wetenschapsbeoefening, of was het daarin juist een stimulerende kracht? In het algemeen: wat voor culturele transformaties heeft de specifiek gereformeerde spiritualiteit teweeg gebracht? Zoals te verwachten blijken de antwoorden op dit soort vragen genuanceerder dan vaak gedacht wordt. Juist dat maakt deze bundel verrassend en verdiepend.

Page 8: Pthunie mrt 2015

8 PThUnie

Publicaties &promoties

A. Houtman, E. van Staalduine-Sulman en H.-M. Kirn (red.), A Jewish Targum in a Christian World. Leiden: Brill 2014, 252 pp., € 104.-

Wat deed een Joodse Aramese Bijbelvertaling in middeleeuws Europa? Waarom handhaafden Europese Joden een vertaling in een taal die al lang niet meer niet hun moedertaal was? En wat zagen christenen in deze vertalingen? Deze en meer vragen komen aan de orde in het boek A Jewish Targum in a Christian World, dat vorig jaar verscheen als afsluiting van een vijfjarig NWO-project van de PThU. Veertien artikelen zijn geclusterd in drie thematische blokken: (1) Het gebruik en de functie van de Targoem binnen Europese joodse gemeenschappen; (2) Het drukken en vertalen van de Targoem door christelijke geleerden in de zestiende eeuw, met of zonder hulp van Joodse deskundigen, ten behoeve van christelijk Europa; (3) Targoem en christendom: voor welke doeleinden gebruikten middeleeuwse en vroegmoderne christenen de Targoem? Er wordt in de zoektocht naar het beoogde gebruik van de teksten ook uitgebreid aandacht besteed aan allerlei uiterlijke kenmerken van de handschriften en de oudste edities van de Targoems, zoals de combinatie met andere teksten en commentaren, de lay-out, en opmerkingen in de marges. Het boek is bedoeld voor een lezerspubliek van specialisten op het gebied van middeleeuws en vroegmodern Jodendom en christendom, handschriften en vroege drukken en de receptie van de Hebreeuwse Bijbel en Joodse interpretatie.

Marcel Barnard, Johan Cilliers en Cas Wepener, Worship in the network culture: Fields and methods, concepts and metaphors. Liturgia Condenda 27.Leuven: Peeters 2014, vi + 415 pp., € 64,-

Worship omvat een breed veld van liturgisch rituele praktijken, van de eredienst op zondagmorgen in een gevestigde kerk in Amsterdam tot een dienst in een African Indigenous Church diep in de Eastern Cape in Zuid Afrika, een christelijk ritueel op het internet of een culturele ritueel-symbolische praktijk in een museum of in multimedia. Solide en traditionele begrippen voldoen niet om dit vloeibare veld te onderzoeken. Dit boek benadert liturgisch ritueel vanuit een ander perspectief dan het traditionele. Het eerste deel verkent het veld van Liturgical Ritual Studies. Het tweede deel zet een eerste stap richting conceptualisering en verkent het ‘sensitizing concept’ liminaliteit. In deel drie worden verschillende aspecten van het veld uitgewerkt in zes dubbelperspectieven: bricolage/ particularity, language/silence, image/sound, embodiment/performance, play/function, time/ space. Deel vier evalueert de weg die het boek tot dan toe is gegaan vanuit de twee theologische concepten die gereformeerde liturgie kenmerken: sacrament/word en prayer/worship.

Page 9: Pthunie mrt 2015

Tegenwoordige tijd column

Frits de Lange

PThUnie 09

Valorisatie

Zo wordt valorisatie gedefinieerd: ‘Het proces van

waardecreatie uit kennis, door kennis geschikt en/of

beschikbaar te maken voor economische en

maatschappelijke benutting en geschikt te maken voor

vertaling in concurrerende producten, diensten,

processen en nieuwe bedrijvigheid.’ Wat moeten we in

de theologie daarmee? Kritische geesten spreken over

‘de hbo-isering van de universiteit’, een ‘uitverkoop van

de academie aan BV Nederland’. Waar blijft het l ‘art

pour l’ art van zuiver wetenschappelijk onderzoek?

Alsof alle kennis zich zomaar laat vermarkten. Alsof je

God moet verkopen.

Toch is het de moeite waard de handschoen op te

nemen en de ruimte te nemen in beeld te brengen hoe

de theologie maatschappelijk van betekenis is. Wat zijn

goede ‘indicatoren’ die dat in kaart kunnen brengen?

Valorisatie, zegt de VSNU, betekent dat je in je

onderzoek je richt op Samenwerking, Mensen en

Resultaten. Welnu, de PThU heeft een natuurlijke

partner in kerken en geloofsgemeenschappen. Er wordt

intensief samengewerkt met onderwijs- en

zorgorganisaties. We leveren daarmee een bijdrage aan

de levens- en geloofsoriëntatie van grote groepen

mensen. En resultaten? We schrijven wetenschappelijke

publicaties, maar leveren ook advies, schrijven in de

krant, geven lezingen en cursussen.

We dóen al heel veel aan valorisatie dus. Maar het kan

slimmer, alerter, zichtbaarder – dat is ook wel waar. Het

vraagt wel om een behoorlijke vertaalslag. De theologie

heeft nu eenmaal meer met preken dan met patenten.

Frits de Lange is hoogleraar Ethiek aan de vestiging Groningen van de PThU.

Ineens was het er, het toverwoord ‘valorisatie’. Al een poos doet het

aan universiteiten de ronde, maar nu wordt het menens: valorisatie

wordt vanaf 2015 één van de criteria waaraan het wetenschappelijk

onderzoek wordt getoetst. Nog steeds is kwaliteit van belang, en ook

wordt bekeken of er muziek in je onderzoeksprogramma zit

(viability). Maar het onzalige productiviteitscriterium is verdwenen en

ingeruild voor dat van de maatschappelijke relevantie.

Page 10: Pthunie mrt 2015

10 PThUnie

Wilde u altijd al missioloog

worden?

‘Vroeger wilde ik onderwijzeres

worden. Een onderwijzeres met een

Morris Mini. Zo moest het zijn. Heel

exact. Ik had zo’n ideaalbeeld dat ik

mijn kennis met mensen zou delen.

En dat dan op een onafhankelijke

manier - daar zal die auto wel voor

staan. Maar missioloog? Ik kom uit

een vrij groot gereformeerd gezin,

waar veel gedebatteerd werd. Op

school werd ik helemaal

ondergedompeld in de kennis van

de Bijbel. Vanaf het begin heeft die

mij ontzettend geïntrigeerd. Maar te

gemakkelijke antwoorden riepen

ook verzet bij mij op. Ooit ging er

bij ons op school een jongetje dood

en direct na die afkondiging werd

gezegd: “Veilig in Jezus’ armen.”

Als kind haakte ik daar al helemaal

bij af. Ik kan achteraf ook wel

zeggen dat het prachtig is. Als

bepaalde taalsoort kan het prachtig

zijn, maar toen voelde ik een enorm

verzet. Het werkte ook als een

trigger: waarom vind ik iets niet

goed klinken en iets anders wel?

Dus ging ik theologie studeren. En

ik merkte dat de meest spannende

vragen voor mij op het terrein van

de missiologie lagen. Wat gebeurt

er op de grensvlakken van mensen

die verschillende religies aanhangen,

die verschillende economische en

sociale achtergronden hebben, die

diep van elkaar verschillen en elkaar

in deze globaliserende wereld toch

ontmoeten? Hoe kun je daar nu

theologisch meer vat op krijgen?

Hoe wordt daarin een

heilsboodschap verwoord? Mag je

daar ook mensen in uitnodigen?

Hoe klinkt dat dan? En waar willen

mensen voor uitgenodigd worden?’

Ik heb het gevoel dat u in uw

werk graag insteekt op de

actualiteit. Heeft dat te maken

met het vakgebied of met uw

persoon?

‘Beide, denk ik. Ik geloof dat het

vakgebied daarom ook goed bij mij

past. Er zit bij mij een drive om te

laten zien hoe relevant theologie is.

Dat theologie niet alleen maar

aansluit bij de mooie dingen van het

leven, maar ook bij de lastige,

spannende nare dingen die zich in

ontmoetingen tussen mensen

voortdurend afspelen. Ik wil laten

zien dat theologie daarin iets kan

bijdragen. Theologie kan verschillen

uitleggen en soms overbruggen,

maar wijst ook radicaal je eigen

misrepresentaties af. Een voorbeeld.

Als we het hebben over mensen in

het zuidelijke deel van de wereld,

Mechteld Jansen

De drive om te laten zienhoe relevant theologie is ”PThU krijgt eerste vrouwelijke rector”, meldden de kranten afgelopen najaar. En daar viel

geen speld tussen te krijgen. Maar Mechteld Jansen, die op 11 december enthousiast aan de

slag ging, is vooral ook een nieuwe rector. Zij is niet afkomstig van een van de drie opleidingen

die in 2007 samen de Protestantse Theologische Universiteit vormden: ze kwam er pas een jaar

later in dienst. Onbelast door het verleden maakte ze een - voor universitaire begrippen -

bliksemcarrière van bijzonder hoogleraar en UD naar hoogleraar Missiologie naar rector en

voorzitter van het college van bestuur. Hoog tijd voor een nadere kennismaking.

‘Als theoloog moet je genereus zijn: wat ik weet, dat mag een ander ook weten’

tekst: Caspar Dullemond | foto’s: Jaap van Werkhoven en Brian Elings

Page 11: Pthunie mrt 2015

PThUnie 11

Hoogleraar Missiologie Mechteld Jansen (Harderwijk, 1960) studeerde theologie aan de

Vrije Universiteit. Ze was predikant in Wageningen en in Kameroen en promoveerde in 2002

op Talen naar God, een studie naar de Franse filosoof Paul Ricoeur. Zij werkte als universitair

docent aan de VU en kwam in 2008 in dienst van de kort daarvoor opgerichte Protestantse

Theologische Universiteit. Op 11 december 2014 volgde ze prof.dr. Gerrit Immink op als

rector en voorzitter van het college van bestuur van de PThU. Caspar Dullemond is free

lance journalist en eindredacteur van PThUnie.

dan weten we dat het arme mensen

zijn met wie we mededogen

moeten hebben. Natuurlijk klopt dat

voor een deel: er moet hulp zijn van

de een naar de ander. Maar

tegelijkertijd... Toen ik in de kerk

van Kameroen werkte, was er een

dame die mij theologisch heel erg

heeft beïnvloed. Niemand hier kent

haar, ze is ook helemaal geen

wetenschapper. Ze had negen

dochters, maar nooit een zoon

gebaard. Om die reden was ze door

haar man aan de kant gezet. Twee

schoenen had ze, eentje met een

hoge hak en eentje zonder, waarop

ze altijd naar de kerkelijke

vergaderingen kwam. En ze sprak

daar verzoenende woorden, in een

wereld waar mannen en vrouwen

elkaar eigenlijk nooit ontmoetten.

Ook in de kerk zaten ze gescheiden.

Zij was als ouderling een van de

weinigen die, vanuit haar

levenswijsheid en vanuit bijbelse

bronnen, verzoenende woorden

sprak richting de mannen van haar

kerk. Zij kon mij laten zien hoe er

zinnig over God te spreken valt. Ik

heb theologisch heel veel van haar

geleerd.’

Nu bent u rector. U moet de

randvoorwaarden scheppen

waardoor uw collega’s goede

wetenschappers kunnen zijn. En

zelf gaat u op dat punt een

beetje stilstaan...

‘Ja. Dat vind ik wel een aderlating.

Ik zal nog een aantal promoties

begeleiden, maar college geven lukt

niet meer. En ik zal op het gebied

van publicaties de lat niet hoog

kunnen leggen. Ik kan mee blijven

lezen in mijn vakgebied. Ik blijf op

de hoogte, maar meer niet.’

Is het een offer om rector te

worden?

De drive om te laten zienhoe relevant theologie is

‘Vroom-progressief - dat past bij mij’

‘Ik loop niet onder een enorme

takkenbos te zeulen hoor. Het is een

klein offer, met vreugde gebracht. Ik

heb wel het besef dat ik minder

gemakkelijk dan voorheen zomaar voor

de vuist weg iets kan roepen. Ik ben

iemand die zich nogal spontaan uit.

Maar nu zal ik me steeds afvragen: is dit

iets waarin ik de PThU kan meenemen,

kan representeren, kan uitdagen? Het

risico is dat het vlak wordt. Dat wil ik

voorkomen.’

U bent altijd vrij duidelijk in uw

uitspraken geweest, en toch lijkt u

aanvaardbaar voor brede

stromingen in de kerk en op de

universiteit.

‘Ik denk dat dat inderdaad zo is. En daar

ben ik ook blij mee. Dat ik een soort

Page 12: Pthunie mrt 2015

12 PThUnie

Mechteld Jansen

tefal-laagje om mij heen heb

gesmeed tegen allerlei etiketten. We

zijn wel eens wat te stringent in onze

categoriseringen van elkaar. Daarom

combineer ik graag zaken, als

persoon maar ook theologisch, die

niet altijd zo gewoon zijn.

Bijvoorbeeld als ik zeg dat ik

“vroom-progressief” ben. Die combi

past bij mij. Ik probeer zo’n etiket vrij

ingewikkeld te maken, maar zonder

dat er gezegd kan worden:

je hebt geen profiel.’

Een duidelijke opstelling

hebt u de komende tijd

ook nodig in de discussie

rond het theologisch

onderzoek. Betekent het rapport

van de verkenningscommissie van

de KNAW, dat dit voorjaar

verschijnt, nieuwe onrust voor de

PThU?

‘Dat zal wel een beetje meevallen. Ik

verwacht van het KNAW-rapport een

soort richtingwijzer. Het is een nieuwe

poging om tot verdere integratie te

komen op het veld van theologie- en

religieonderzoek. En dat is ook prima,

want dat onderzoek is inderdaad

nogal verbrokkeld. In Nederland zijn

veel kleine instituten, die zelden tot

grotere onderzoeksmatige projecten

komen. Het lijkt me goed dat er meer

gaat worden samengewerkt. Kun jij

aanvullen wat ik aan het onderzoeken

ben? Zullen we samen iets moois

gaan maken? Dat zijn goede vragen

om te stellen. Het gebeurt wel, maar

nog niet genoeg. Dat de commissie

dergelijke geluiden richting minister

zal laten horen, komt niet als een

verrassing. Waar ik wel waakzaam

over ben, is dat theologie en

religiewetenschappen ieder hun eigen

gewicht hebben en disciplinaire

eigenheid. Ze hebben elkaar nodig en

ze kunnen elkaar versterken, maar je

kunt nooit het een tot het ander

reduceren. Als theologen kijken we

van binnenuit. We weten van de

bronnen van de religie. En we zijn

betrokken bij geloof en kerk. Dat is

ons bestaansrecht.’

Meer dan de helft van de

theologiestudenten van

Nederland zit bij de PThU. Toch zit

er geen vertegenwoordiger van

de PThU in die

verkenningscommissie.

‘Dat vonden wij ook heel raar. En dat

hebben wij ook aangekaart bij de

commissie. We vonden het vreemd

dat de commissie al was

samengesteld voordat hij aan ons

werd gepresenteerd. Er zitten

uitstekende mensen in die commissie,

alleen zijn het voor ons niet per se de

meest herkenbare.’

Wat doet de PThU om relevant te

blijven in een krimpende

theologische wereld?

‘We zijn momenteel aan het bekijken

hoe de theologie-afgestudeerde anno

2025 eruit moet zien. Wat is het

‘Een vrouw in Kameroen liet mij zien hoe er zinnig over God te spreken valt.’

Page 13: Pthunie mrt 2015

PThUnie 13

academische en het beroeps-profiel

van de afgestudeerde die we over

tien jaar willen afleveren? We maken

ons - net als de verkenningscommissie

- zorgen over dat kleine groepje

theologen dat we in Nederland met

z’n allen aan het opleiden zijn. Waar

gaan die terecht komen? In de kerk?

Misschien willen we wel niet dat alle

theologen in de kerk terecht komen.

Misschien zijn er kansen op de grens

van kerk en maatschappij. Kansen

voor de ethicus. Kansen voor de

filosofische theoloog die goed

doorwrocht is in een thema als

vergeving. Kansen voor de theoloog

die niet terugdeinst voor

ondernemerschap. Hebben we dat als

PThU in huis? Als je je dat gaat

voorstellen... 2025 is helemaal niet zo

ver weg. Dan hebben we het over

middelbare scholieren die over een

paar jaar beginnen met hun studie.

Welke theoloog met een Morris Mini

wil jij in 2025 zijn? Dat is de vraag die

we aan jonge mensen willen stellen.’

Gaat het beroepsveld radicaal

veranderen?

‘Wie gaat er naar jou vragen als

theoloog? Het antwoord op die vraag

is nu al een stuk minder

vanzelfsprekend dan tien of twintig

jaar geleden. Maar ik denk dat er in

2025 nog steeds theologen nodig

zijn, academisch gevormde,

herkenbare mannen en vrouwen, die

er zijn voor de intellectuele elite, voor

het volk en voor de zich steeds

vormende kerk. Theologen die ook in

letterlijke zin voorgangers zijn.’

Maar autoriteit - van politici,

artsen, de pers, en ook van

dominees - wordt steeds

moeilijker geaccepteerd.

‘Dat val ik bij. Maar tegelijk is er ook

behoefte aan nieuw leiderschap. En

daarin zijn theologen vaak helemaal

niet zulke gekke figuren. Ik zeg ook

vaak tegen onze huidige studenten:

jullie zijn de theologen voor jullie

eigen generatie. Jullie moeten niet

naar ons kijken. Kijken hoe jullie

leiderschap voor jullie eigen generatie

op je kunnen nemen. Daarmee

bedoel ik niet alleen geestelijk,

spiritueel leiderschap, maar ook het

duiden van de wereld. Duiding doe je

nooit in het luchtledige, maar met de

Schriften en de traditie, ja, met de

mislukkingen en successen van het

hele christendom in je hand. Als

theoloog moet je genereus zijn: wat

ik weet, dat mag een ander ook

weten. Dat is je opdracht. En ik zie

zoveel leuke jonge theologen die dat

ook doen. Die op plekken waar niks

meer is, toch maar weer aan de slag

gaan. Die gewoon eigenwijs zijn en

zeggen: het is goed dat ik hier ben.

Die zeggen: het is goed dat hier een

theoloog rondloopt, die deze wijk,

deze situatie, deze vragen hier oppakt

en duidt. Dat is een zelfbewuste

houding die heel lang weg is

geweest.’

‘Jonge theologen hebben een zelfbewuste houding die lang is weggeweest.’

Page 14: Pthunie mrt 2015

WISSELCOLUMN

Op 28 januari 2015 hield de Faculteit Godgeleerdheid een academische gedachtenis van collega Henk Vroom. Hij overleed net een jaar geleden en zou op die dag zeventig jaar zijn geworden. Een collega/vriend, zijn eerste promovendus en zijn dochter voerden het woord en een portret werd onthuld. Enkele maanden daarvoor hebben we een andere collega geëerd die toen negentig werd. Bij die gelegenheid presenteerde de jubilaris Harry Kuitert zijn nieuwste boek met een voor hem karakteristieke titel De kerk als constructiefout. Een oudere collega die nog bij hem college had gelopen schetste zijn profiel. Jongere collega’s die hem niet persoonlijk hadden gekend gingen kritisch met hem in gesprek. De jubilaris genoot ervan.

Vroom en Kuitert waren twee sterk gezichtsbepalende figuren van de Faculteit Godgeleerdheid. We vinden het belangrijk om te markeren en gedenken wat zij hebben betekend voor de faculteit. Ik vind geen betere woorden dan dat kerkelijk taalgebruik: zij zijn ons voorgegaan. In academische arbeid, maar vooral ook in vernieuwing van denken en praktijken.

Wat me het meest bij blijft van die activiteiten zijn de volle zalen met generaties oud studenten en oud collega’s. Ook zij zijn ons voorgegaan. Ze laten met hun aanwezigheid zien hoe zeer ze zich nog betrokken weten bij wat gebeurt op de faculteit. Te midden van alle hectiek en veranderingen is in de Nederlandse academische wereld het besef gegroeid dat alumni relaties belangrijk zijn. Dat zal ook blijken uit de driedaagse ‘Religie doet er toe’ van 2-4 maart. Samen met de PThU Amsterdam doen we zo aan maatschappelijke profilering. De eerste dag zal in het teken staan van rouwen en rituelen in een seculiere tijd. We reflecteren op nieuwe theorieën en ontwikkelingen. En we laten alumni aan het woord die nieuwe praktijken hebben ontwikkeld. We koppelen aan de dag bewust een bijeenkomst voor de alumni. Nieuwe maatschappelijke profilering doen we samen met onze oud-studenten en medewerkers. .

Eddy Van der Borght

Zij die ons zijn voorgegaan

Prof.dr. Eddy Van der Borght (vice-decaan van de faculteit

Godgeleerdheid van de VU en portefeuillehouder Onderzoek) en prof.dr.

Kocku von Stuckrad (decaan van de faculteit Godgeleerdheid en

Godsdienst wetenschap en hoogleraar Religiewetenschap aan de RUG)

verzorgen afwisselend een column in dit blad. Dit keer is het woord aan

Eddy van der Borght.

EnkeltjeAmsterdam Groningen

14 PThUnie

Page 15: Pthunie mrt 2015

DE STELLING‘De angst voor moralisme en wetticisme belemmert ten onrechte de bezinning op en het gesprek over een verantwoordelijke levensstijl binnen de kerken.’ .

De stelling van Herman vat ik zo op dat een praktijk als diaconaat niet losgemaakt kan worden van de

vraag wat voor gemeenschap de kerk eigenlijk is. Dat vind ik een belangrijk punt. Ik denk dat een

gesprek over een ‘verantwoordelijke levensstijl’ niet zonder een gedeeld verhaal kan.

Herman geeft een genuanceerd beeld van wat kerken in

de participatiesamenleving te doen staat. Ze zetten zich

vanuit hun eigen motivatie in voor mensen die hulp

nodig hebben. Ze doen dat tegelijk kritisch, bijvoorbeeld

met veel aandacht voor de eigen levensverhalen van

mensen. Mijn vraag is: wat houdt die eigen motivatie

van kerken nu precies in?

Ik ben het met Herman eens dat angst voor moralisme

en wetticisme het gesprek over levensstijl en

verantwoordelijkheid ten onrechte belemmert. Veel

gelovigen zijn terecht blij dat ze verlost zijn van een

voorgeschreven, beknellende christelijke moraal. Maar

door die vrijheid is er op het gebied van de levensstijl

tegelijk verlegenheid en vrijblijvendheid ontstaan. Is er

nog wel een gemeenschappelijke levenspraktijk in de

kerk? En waar zou die uit voort moeten komen?

Ik denk dat ook een direct appel op de maatschappelijke

verantwoordelijkheid van kerkleden het risico loopt al

snel weer moralistisch te worden. Nodig is dat de

motivatie op een dieper niveau wordt aangesproken: op

het niveau van de persoon en de morele vorming. De

Pieter Vos reageert op de stelling van Herman Noordegraaf:

Pieter Vos geeft de stelling ‘Liturgie is geen cultus naast de ethiek, maar zelf

ethiek.’

door aan prof.dr. Marcel Barnard, hoogleraar

Liturgiewetenschap aan de vestiging Amsterdam.

kerk is de gemeenschap waar je moreel gevormd wordt

door het verhaal van Christus. Dat klinkt hooggestemd,

maar krijgt vorm in betekenisvolle gezamenlijke

praktijken die uit dat verhaal voortkomen. Daarbij is de

kernpraktijk volgens mij de liturgie. In lofprijzing en

klacht, verkondiging en zegening, breken en delen

wordt de kerk gevormd tot een gemeenschap van

vergeving, gastvrijheid, vrede en gerechtigheid. Aan de

praxis van de liturgie ontspringt een welbepaalde

ethiek.

PThUnie 15

Page 16: Pthunie mrt 2015

Korte nieuwsberichten

Instituut voor Rituele en LiturgischeStudies verhuist naar PThUHet Instituut voor Rituele en Liturgische Studies (IRiLiS) is per 1 januari 2015 verhuisd van Tilburg University (TiU) naar de PThU in Amsterdam. Prof.dr. Marcel Barnard is de nieuwe wetenschappelijk directeur. Dr. Mirella Klomp wordt coördinator van het instituut. Voormalig directeur prof. dr. Paul Post volgt Barnard op als bestuursvoorzitter. Aanleiding voor de verhuizing is – ruim 22 jaar na de oprichting van het instituut – de overname van het penvoerderschap van IRiLiS door de PThU.

IRiLiS is een platform voor innovatief onderzoek op het gebied van rituele en liturgische studies. Vanuit de overtuiging dat ritueel en liturgie complexe en samenhangende onderzoeksobjecten zijn, staat het instituut voor explorerend onderzoek dat contextueel van karakter is en in nauwe samenhang met andere (sub)disciplines wordt uitgevoerd. IRiLiS coördineert, stimuleert en internationaliseert onderzoek in het veld van rituele en liturgische studies. Het verzorgt daartoe publicaties – waaronder vier eigen wetenschappelijke en vakspecifieke series – en organiseert bijeenkomsten voor zowel een specialistisch als een breder publiek. De samenwerkende academische participanten in IRiLiS zijn Tilburg School of Humanities; Instituut voor Thanatologie, Radboud Universiteit Nijmegen; Instituut voor Christelijk Cultuur Erfgoed, Rijks-universiteit Groningen en de Protestantse Theologische Universiteit. Niet-academische partners zijn priorij Sint-Catharinadal en Onze Lieve Vrouwe Abdij te Oosterhout.

Docenten gecertificeerd Dat de wetenschappers van de PThU ook goede docenten zijn, werd tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van de universi-teit, op 8 januari in Groningen, nog eens bevestigd. Een deel van de universitair docenten en hoogleraren nam de afgelopen anderhalf jaar deel aan een BKO (basis kwalificatie onderwijs), ter verdere professionalisering van de didactische vaardigheden.De BKO is een bewijs van didactische bekwaamheid op het gebied van het ontwerpen (inclusief toetsen) en uitvoeren van onderwijs van voldoende academisch niveau. Binnen het BKO-traject van de PThU, dat in samenwerking met het onder-wijscentrum van de VU werd samengesteld, was ook ruimte voor persoonlijke ontwikkel-punten van medewerkers. Dr. Ciska Stark, directeur onderwijs van de PThU, mocht de certificaten uitreiken. En daar hoorde natuurlijk een bosje bloemen bij.

16 PThUnie

Page 17: Pthunie mrt 2015

PThUnie 17

tekst: Caspar Dullemond | foto’s: Niek Stam en Brian Elings

‘Deel krijgen

aan het goddelijke

leven’

Tijdens haar inaugurele rede, op 30 oktober j.l. in Amsterdam,

hield Heleen Zorgdrager een opvallend pleidooi voor theosis (‘vergoddelijking’),

een theologisch concept dat een centrale rol speelt in de oosters-orthodoxe theologie, maar in

de protestantse traditie met enig wantrouwen wordt bekeken. In dit interview legt de nieuwe hoogleraar Systematische Theologie nader uit

wat theosis inhoudt en wat de betekenis ervan kan zijn voor de kerk.

Page 18: Pthunie mrt 2015

18 PThUnie

Wat betekent theosis?

‘Theosis is een begrip dat je in bijna alle

religieuze tradities vindt. In de protestantse

traditie komt het in de buurt van de

heiligingsleer. Theosis betekent vergod-

delijking, maar dat is nogal een lastig be-

grip. Het suggereert dat je god wordt of

goddelijke kwaliteiten krijgt. Terwijl het - in

bijbelse termen - gaat om adoptie. Als ge-

lovige word je geadopteerd. Je wordt door

God betrokken in de werkelijkheid van het

nieuwe leven. Dat word je nooit alleen,

maar in gemeenschap. Dus de roeping gaat

niet uit naar jou om god te worden, maar

naar de hele mensheid, de hele kosmos,

om deel te krijgen aan het goddelijke leven.

Het gaat erom dat je belichaamde bestaan

omgevormd wordt, getransfigureerd wordt.

Alles wat materieel is, je hele gewone,

‘natuurlijke’ menselijkheid, komt daar in

mee, op zo’n manier dat het optimaal past

in de bedoelingen van de Schepper. In de

protestantse theologie is dat een wat on-

derontwikkeld gebied. We hebben het wel

over het nieuwe leven, maar hoe ziet dat

er dan uit? Waaruit blijkt dat dan? Welke

oefeningen, praktijken zijn er om verder te

groeien in dat nieuwe leven? Dat vinden

protestanten altijd wat ingewikkeld, want

eigenlijk kun je niet echt bijdragen aan je

verlossing.’

In de oosters-orthodoxe kerken gaan

ze daar gemakkelijker mee om?

‘Theosis is daar een samenspel van wat de

mens als schepsel heeft meegekregen en

wat er aan goddelijke genade bij komt.

Orthodoxen zeggen veel onbevangener: ja,

natuurlijk werken we aan onze verlossing

mee. In onze ontvankelijkheid. In onze

geloofspraktijken. In ons omzien naar de

naaste. Het hele leven is onderdeel van die

omvorming.’

U hebt tien jaar in de Oekraïne ge-

werkt. Wat heeft dat voor invloed

gehad op uw eigen theologische ont-

wikkeling?

‘Ik kan wel zeggen dat het me spiritueel

en theologisch gevormd heeft. Ik heb er

ervaren dat spiritualiteit en gemeenschap

een noodzakelijke ondergrond zijn voor het

werken aan goede en rechtvaardige ver-

houdingen in de samenleving.’

Is dat dan niet altijd zo in de kerk?

‘Het verschil is dat de oosters-orthodoxe

spiritualiteit zich uit in allerlei praktijken

die het dagelijkse leven doordringen. Wij

hebben ook wel praktijken: we gaan naar

de kerk, we doen een gebed voor het eten.

Maar de praktijken daar zijn veel zichtbaar-

der. Gelovigen slaan een kruisje als ze voor-

bij een kerk komen, ze knielen midden op

een plein voor een Mariabeeld, ze gaan op

pelgrimage naar heiligdommen, ze brengen

gezegend brood en water mee voor hun

familie, ze heiligen de tijd met vasten. Spi-

ritualiteit is daar niet alleen een innerlijke

beleving, het beïnvloedt je hele mens zijn.

Daar komt bij dat de liturgie niet zo verbaal

is ingesteld. Het doet niet in eerste plaats

appel op de ratio, maar op gevoel en de

zintuigen: het aanraken, het zien, het rui-

ken. In de oosters-orthodoxe kerken komt

de inspiratie vanuit de overgave, met name

vanuit het gebed. Een biddende houding

is heel belangrijk. Het is een theologie die

al heel lang meegaat en ook wel telkens

bij de tijd gebracht wordt, maar wel vanuit

het idee dat theologie ergens wortelt in de

eeuwigheid en nu ook geen laatste woor-

den zal spreken. Ik zie in Oost-Europa een

taaie spiritualiteit. Het hoeft allemaal niet

morgen of overmorgen opgelost te zijn.

Wat mensen aan programma’s maken en

plannen, dat is maar relatief. De mensen

‘Oost-Europa kent een taaie spiritualiteit’

Page 19: Pthunie mrt 2015

PThUnie 19

vertrouwen zich toe aan een voorzienig-

heid. Dat kan tot berusting leiden en tot

een houding van onderwerping aan de

autoriteiten, ook aan kerkelijk gezag. Maar

wat ik met name bij de Oekraïense kerken

zie, en ook op de universiteit, is dat die

houding wel degelijk wordt omgezet in

sociale verantwoordelijkheid: dit is onze

plaats, hier zijn wij geroepen. Ze houden

vertrouwen, al is de politieke realiteit van

dit moment om wanhopig van te worden.

Ze weten: onze kerk heeft al zoveel slagen

gehad er zijn al zoveel slachtoffers gevallen.

En dat heeft ons ook niet klein gekregen.’

Voor iemand die uit een activitische

protestantse traditie komt, is dat nogal

een andere wereld.

‘Dat botst ja. Niet alleen hoe langzaam

alles gaat, maar ook hoe patriarchaal alles

nog steeds is. Dat ook vrouwen met grote

kwaliteiten nauwelijks een rol van betekenis

kunnen vervullen. Hier is actie nodig, denk

ik dan, hier moet je een programma voor

maken. Maar ik merk ook bij de vrouwen

een zelfde volharding. We zijn er wel dege-

lijk mee bezig, zeggen ze, maar het hoeft

niet morgen allemaal voor elkaar te zijn.

Natuurlijk kijk ik daar met mijn feministi-

sche blik kritisch naar. Maar ik haal uit de

oosters-orthodoxe traditie ook motieven en

geloofskernen die heel vruchtbaar kunnen

werken voor rechtvaardige genderverhou-

dingen - al werkt dat daar in de praktijk

niet per se zo uit. Ik zie in het motief van

theosis dat je als mens bent bedoeld om

actief deel te nemen aan het goddelijke

leven. Daar zit een openheid en dynamiek

in die alle opgelegde patronen van man- of

vrouw-zijn doorbreekt. Zoals ik het in mijn

oratie zei: ‘Gods verlangen dat boven hok-

jes en namen uitgaat krijgt de lead.’ Voor

minder doen we het niet.

Hoe wilt u hier invulling aan gaan

geven?

‘Ik wil dit onderzoeksproject de komende

jaren meer betrekken op concrete vraag-

stukken, zoals seksualiteit. Hoe kan een

nieuwe visie op heiliging behulpzaam zijn

om over seksualiteit te spreken? Seksualiteit

wordt bij de theologie doorgaans behan-

deld onder de scheppingsleer en daar blijft

het zo’n beetje bij. Maar je zou het ook

meer sacramenteel kunnen benaderen,

vanuit de Eucharistie, waar de gemeen-

schap met God in de liturgie het meest

intens is. Het Avondmaal is centrum van de

eenheid met Christus. Zou de eucharistie

als context kunnen helpen kwesties rond

seksuele relaties tussen mensen op een

nieuwe manier te doordenken?’

In uw inaugurele rede had u het heel

specifiek over de positie van transgen-

ders binnen de kerk.

‘Dat wordt een andere case study: de le-

vensverhalen van transgenders en de theo-

logische betekenissen die daarin te vinden

zijn. Wat kan de kerk betekenen voor trans-

genders die uit de kast komen? Kan de

kerk een ondersteunend netwerk zijn als ze

de transitie naar hun doelgeslacht maken,

als ze uiterlijk de man of vrouw worden die

ze zich altijd al voelden? Heeft de kerk ri-

tuelen om deze mensen onder hun nieuwe

naam, hun eigen naam, te ontvangen in de

gemeenschap? Er wordt moeilijk tegenaan

gekeken, vanwege de onbekendheid. Maar

als iemand weet wat het betekent om in

dit leven op te staan uit de dood naar een

nieuw leven, dan is het wel de transgender

persoon. Hij of zij heeft de kerk en de theo-

logie wel het een en ander te vertellen.’

‘Wat kan de kerk betekenen voor transgenders die uit de kast komen?’

‘Spiritualiteit en gemeenschap zijn een noodzakelijke ondergrond voor het werken aan goede en

rechtvaardige verhoudingen in de samenleving’

Heleen Zorgdrager (Franeker, 1959) studeerde in 1985 af aan de Theologische Universiteit Kampen. Ze werkte

als studentenpredikant in Leiden en gemeentepredikant in Leersum. In 2003 promoveerde ze bij prof.dr. Ger-

rit Neven. Vanaf 2005 was ze programmamanager Zending voor Midden- en Oost-Europa voor Kerk in Actie.

Daarnaast doceerde ze aan de Katholieke Universiteit van Lviv (Oekraïne). In 2010 werd ze universitair docent

Dogmatiek aan de PThU, een benoeming die in 2014 werd omgezet in een hoogleraarschap Systematische

Theologie (met bijzondere aandacht voor Genderstudies). Ze werkt aan de vestiging Amsterdam.

Page 20: Pthunie mrt 2015

weekdagboek

Naam:

Lieke Weima

Studie:

Masteropleiding Predikantschap Locatie:

Amsterdam

Verslag datum:

oktober, november 2014

Lieke Weima is masterstudent aan de PThU, vestiging Amsterdam, richting Gemeentepredikant. Een van de eerste cursussen van deze master is de Pastorale Training, een drieweekse cursus waarbij studenten de eerste stappen zetten op het terrein van pastoraat. Lieke volgde deze cursus afgelopen herfst. Voor PThUnie doet ze verslag van wat ze tijdens de training zoal is tegengekomen. Lieke heeft ook een weblog: www.rijmgedachten.blogspot.nl. Maandag 20 oktober De Pastorale Training begint voor mij ontspannen. Omdat Hydepark in puin ligt, zullen we voor de seminariedagen niet in Doorn maar in het Protestants Landelijk Dienstencentrum in Utrecht verblijven. En laat ik daar nou net vlakbij wonen! Een kwartiertje voor aanvang stap ik op de fiets. Ik heb er zin in om na drie theoretische bachelorjaren nu eindelijk eens de praktijk in te gaan. Deze week mogen we in onze stagegemeente zelfstandig pastorale gesprekken gaan voeren. Maar eerst zijn er twee seminariedagen om ons een beetje voor te bereiden. Colleges gesprekstechniek, oefeningen met groepscommunicatie, de bespreking van onze eigen levensloop en rollenspellen rijgen zich aaneen. Boeiend, intensief en bij vlagen irritant: je komt jezelf flink tegen!

Donderdag 23 oktober Ik ben in lange tijd niet zo zenuwachtig geweest als nu, op de drempel van mijn eerste pastorale gesprek. Hup, aanbellen maar. Een kordate vrouw van in de tachtig doet open, en eenmaal binnen ben ik zo intensief bezig met het verloop van het gesprek dat mijn zenuwen al snel verdwijnen. Ik vind het heel bijzonder dat deze vrouw iets van haar levensverhaal wil delen, terwijl ze mij toch nauwelijks kent – een openheid die ik de komende weken bij veel meer gesprekspartners zal tegenkomen.

Zaterdag 25 oktober In het kader van ‘exposure’ brengen we met de helft van de groep het weekend door op het terrein van Bartimeüs in Doorn, een instelling voor mensen met zowel een visuele als een verstandelijke beperking. Mij treft vooral de grote rol die muziek speelt in het leven van veel van deze mensen. Van K3 tot Huub Oosterhuis: met bijna alle bewoners die ik spreek, gaat het wel even over muziek. ’s Avonds is er een meezingconcert door een koor uit een naburig dorp. We helpen bij het schenken van koffie en thee en bij het halen en brengen van de bewoners. Op het programma staan ‘Wat de toekomst brengen moge’, ‘Groot is uw trouw, o Heer’, ‘Scheepke onder Jezus’ hoede’, en zo nog heel wat liederen uit de oude doos.

20 PThUnie

Page 21: Pthunie mrt 2015

PThUnie 21

Pastorale trainingVoor mij als vrijzinnige twintiger is het niet bepaald mijn favoriete muziek, maar ik zing met plezier mee wanneer ik zie hoe sterk veel bewoners erdoor geraakt worden. We lachen om de spontane enthousiaste opmerkingen die de bewoners tussen de liederen door maken, maar bij een enkeling zie ik ook verdriet. Deze muziek van vroeger kan hen natuurlijk ook herinneren aan mensen van vroeger en een ‘thuis’ dat er niet meer is Woensdag 29 oktober Tussen de pastorale gesprekken door heb ik vandaag een lunchafspraak met de predikant van mijn stagegemeente. Aan tafel in de pastorie bespreken we alle bezoeken die ik tot nu toe heb afgelegd. Heel fijn als er iemand met ervaring op die manier ‘meekijkt’! Met haar tips kan ik weer verder aan de slag.

Vrijdag 31 oktober iVandaag heb ik geen gesprekken gepland. Dat geeft me mooi even de tijd om een begin te maken met de stapel gespreksverslagen die we moeten schrijven…

Zondag 2 november In de katholieke kerk viert men vandaag Allerzielen. Omdat deze traditie veel bekender is dan de protestantse ‘Eeuwigheidszondag’ eind november (en zeker in het overwegend katholieke dorp waar ik stage loop) worden ook in mijn stagegemeente vandaag de doden herdacht. Het is een indrukwekkende viering. De gesprekken bij de koffie maken me attent op de pastorale waarde van zulke kleine, spontane momenten. Juist na zo’n dienst als vanmorgen hebben mensen behoefte aan een luisterend oor, en bovendien: in een paar minuten kan soms gezegd worden wat in een uur niet lukt.

Woensdag 5 november De man bij wie ik vanmorgen langs zou gaan, blijkt onze afspraak totaal vergeten te zijn. Onverrichter zake keer ik dus terug naar het ‘kerkenraadshuisje’, een van de arbeidershuisjes in het rijtje naast de kerk dat in het bezit van de kerk is en dezer dagen als mijn uitvalsbasis dient. In de plaatselijke supermarkt kom ik een van de gemeenteleden tegen: ‘Hoi Lieke, aan ’t werk?’ Het is leuk om te merken dat de mensen me al een beetje beginnen te kennen. Na een spontane ontmoeting met de ‘buurman’ van de kerk, die me binnen nodigt in zijn huis waar minstens twintig oude klokken door elkaar heen tikken, heb ik ’s middags nog een gesprek met een jonge moeder. Enkele weken geleden hield ze haar dochtertje ten doop. Zowel de ‘buurman’ als de jonge moeder ‘doen niet zoveel aan de kerk’, maar ik merk dat ik de gesprekken met hen minstens zo zinvol vind als de andere gesprekken die ik heb gevoerd. Vrijdag 7 november Na de laatste twee seminariedagen ronden we vanmiddag de training af. Alleen nog de kapelviering, en dan wacht elders in Utrecht een lieve vriendin met thee en koekjes. Hmmm!

Page 22: Pthunie mrt 2015

Vanouds is euthanasie in Nederland een belangrijk thema. Nederland was

het eerste land dat actieve levensbeëindiging op verzoek formaliseerde en

wettelijk regelde. België volgde in 2002 en lijkt inmiddels Nederland voorbij

te streven met ‘kindereuthanasie’ en met de omstreden (bijna-)euthanasie

op de tbs-er Frank van den Bleeken. Ook in Oregon, Washington en Zwit-

serland bestaat de mogelijkheid van een geassisteerde dood, maar in al deze

landen moet de patiënt terminaal ziek zijn en moet hij zelf (met hulp) zijn

leven beëindigen. Veel navolging heeft het Nederlandse voorbeeld nog niet

gevonden.

In 2005 werd ik uitgenodigd om deel uit te maken van een Regionale Toet-

singscommissie Euthanasie. Zo’n commissie, waarvan er vijf zijn, bestaat uit

een jurist, een arts en een ethicus en beoordeelt achteraf of een euthanasie

voldoet aan de wettelijke criteria. Hoewel ik geen voorstander van euthana-

sie was, was ik van mening dat de Nederlandse oplossing een werkbaar en

respectvol compromis is in een verdeeld politiek landschap. Toen ik aantrad

was de euthanasiewet ruim drie jaar in werking. Het ging voornamelijk om

zogeheten traditionele euthanasiegevallen - euthanasie door huisartsen bij

terminaal zieke mensen. Een onderzoek uit 2006 liet zien dat het aantal

euthanasieën dalende was en de meldingsbereidheid bij artsen toenam.

Samen met collega’s en politici van links tot rechts constateerde ik dat de

euthanasiewet, in combinatie met de toetsingsprocedure, een stabiele en

transparante praktijk garandeert.

De ontwikkelingen die zich sinds 2007 aftekenen, zagen dan ook weinigen

aankomen. De cijfers gingen omhoog - inmiddels is het aantal euthana-

siegevallen met ruim 250% gestegen - en de stijging blijft doorgaan. Be-

halve dat de euthanasieaantallen bij kanker sterk stegen, ging de focus ook

in toenemende mate liggen op aandoeningen waarbij patiënten maanden,

jaren en soms zelfs decennia te leven zouden hebben: dementie, psychi-

atrisch lijden, gestapelde ouderdomsklachten, angst voor afhankelijkheid

en verpleeghuiszorg. Er kwamen nóg baanbrekender gevallen in beeld:

euthanasie bij twee partners tegelijk (de zogenoemde duo-euthanasie),

Ethicus in een Toetsingscommissie Euthanasie In de jaren 2005-2014 was PThU-

ethicus Theo Boer ethicus-lid van

één van de Regionale

Toetsingscommissies Euthanasie. In

september nam hij afscheid

vanwege zijn nieuwe deeltijdse

hoogleraarschap ‘Ethiek van de

zorg’ (de ‘Lindeboom-leerstoel’) aan

de Theologische Universiteit

Kampen.

Tekst: Theo Boer

22 PThUnie

Page 23: Pthunie mrt 2015

euthanasie bij iemand met autisme, euthanasie bij een anderszins

gezonde patiënt met blindheid, en recentelijk de in de media breed

uitgemeten casus ‘Tinnitus’. Dit laatste geval betreft een vrouw van

47 jaar met twee jonge kinderen die ondraaglijk leed onder continue

oorsuizingen. Belangrijk was het ontstaan van de Levenseindekliniek

in 2012. Patiënten bij wie hun eigen arts euthanasie in dit geval een

brug te ver vond, kloppen sindsdien bij honderden aan bij de

Levenseindekliniek. Hoewel ook de Levenseindekliniek vele mensen

naar huis stuurt, legt men daar de euthanasiewet ruimer uit dan de

meeste van hun collega-artsen. Je hoeft geen arts-patiëntrelatie te

hebben om euthanasie te krijgen, vaak zijn enkele gesprekken ge-

noeg. Dikwijls gaat het om mensen met een ruime levensverwach-

ting, en euthanasie is bij hen geen onderdeel van een breder palet

van zorg.

Kun je nu deze ontwikkelingen op grond van de euthanasiewet

verbieden? De meeste experts zijn het eens dat de wetgever destijds

vooral de traditionele euthanasiegevallen op het oog had. Maar de

wetgever verzuimde om dat in concrete criteria neer te leggen. Des

te meer verantwoordelijkheid hebben de Toetsingscommissies, zou

je zeggen. Maar die hebben, toenemend tot mijn verdriet, de wet

voornamelijk marginaal uitgelegd: ‘Alles wat zij niet uitdrukkelijk

verbiedt, mag.’ De vraag naar de gevolgen van een ‘zorgvuldig’ voor

toekomstige gevallen speelt maar zelden een rol bij de bepaling van

het oordeel. Dit terwijl die oordelen wel degelijk een nieuwe realiteit

scheppen: snel genoeg vindt een baanbrekend geval via het jaarver-

slag van de commissies ingang in het verwachtingspatroon

van een groter publiek, daarbij geholpen door exegeten van

euthanasievereniging NVVE. Het resultaat is dat euthanasie

in plaats van een laatste redmiddel inmiddels voor velen een

voorkeursstatus heeft. Nieuw is dat dat in het afgelopen

jaar in toenemende mate openlijke wrevel oproept bij art-

sen (zie een recente enquête bij artsenorganisatie KNMG)

en bijvoorbeeld columnisten en krantenredacties. Minister

Schippers maakte eind januari 2015 in een brief duidelijk

dat euthanasie geen recht is en ook geen normaal medisch

handelen. Daar komt bij dat de Toetsingscommissies in de

afgelopen maanden verschillende baanbrekende gevallen

onzorgvuldig hebben verklaard. Dit zijn wat mij betreft

verheugende correcties. De Wet beschouwt euthanasie als

noodmaatregel als alle andere opties zijn uitgeput. Sterfe-

lijkheid, kwetsbaarheid, verval, eenzaamheid en hopeloos-

heid worden in bepaalde circuits te gemakkelijk overdekt

met de mantel van de snelle en geregisseerde dood. Hoewel

aan de acceptatie van euthanasie ook theologen hun steen-

tje hebben bijgedragen, meen ik op basis van Bonhoeffer en

Luther dat we anno 2015 gebaat zouden zijn bij een meer

seculiere benadering: stel de dood niet voor als een reis naar

het beloofde land en behandel het leven allereerst alsof dit

het enige is dat wij hebben.

‘Euthanasie is voor velen niet langer een laatste redmiddel, maar heeft een voorkeurstatus gekregen’

PThUnie 23

Page 24: Pthunie mrt 2015

Studiedagen 2015

Ontmoet Israëlvoor predikanten en voorgangers

Kijk voor meer informatie en aanmelden op christenenvoorisrael.nl/studiedagen of bel 033 24 588 24.

25 maart, Nijkerk | Ds. Sj. Van der ZeeThema: Heschel, de profeten

3 juni, Nijkerk | Rabbijn Chaim EisenThema: Het koninkrijk der hemelen, een Joods begrip

9 september | excursie naar Joods Antwerpen met o.a. rabbijn Jacob Friedrich

11 november, Nijkerk | dr. Mark KinzerThema: de roeping van Israël en de roeping van de volken

Zij is maar een hartslag bij ons vandaan.

*

Deze vrouw leeft in Oekraïne, nog niet eens 1.600 kilometer vanaf Utrecht. Ze leeft in een garage want haar huis is ingestort. In haar leven kent ze eenzaamheid, armoede en pijn. Daarnaast is ze vaak ziek en voelt zij zich alleen zonder haar familie.

Naastenliefde kent geen grenzen, helpen is een kwestie van het hart. Help ons mee om de mensen te dienen in Oost-Europa en ze de liefde van God te tonen én door te geven.*Maak uw gift over op rekening: NL84 INGB 0000 0088 87 t.n.v. stichting Hulp Oost-Europa te Barneveld. Of online via www.hulpoosteuropa.nl

Ik wil niet alleen een goede jaarrekening.

Ik wil het hele jaar door goed advies.

Administratieve dienstverlening en belastingadvies

Samenstellen van jaarrekeningen

Fiscale aangiften voor particulieren en predikanten

Fruitstraat 46

4041 AJ Kesteren

Postbus 48

4040 DA Kesteren

t. 0488 - 48 42 88

f. 0488 - 48 41 13

e. [email protected]

i. www.verkerkadviseurs.nl

Page 25: Pthunie mrt 2015

Voltooid verleden tijd column

Ciska Stark

Dr. Ciska Stark is universitair docent Homiletiek aan de vestiging Amsterdam en directeur Onderwijs van de PThU.

Bij ons thuis hingen vroeger enkele wandborden op de schoorsteen.

Het meest prominent was door de Societé Ceramique te Maastricht

gebakken bord met de tekst ‘Herrijzend Nederland’ en een heraut te

paard die in het licht van de opgaande zon een vaandel met

hakenkruis vertrapt. Op de rand stond: ‘naar Vrede en Welvaart’. Het

bord had in de huiselijke kring een bijnaam: ‘Zelfrijzend Nederland’.

Flauw natuurlijk, maar het kwam vast voort uit een wat protestantse

ambivalente omgang met symbolen en memorabilia: goed dat ze er

zijn, maar het moet ook weer niet al te heilig worden. Afstoffen

deden we echter extra voorzichtig.

De andere drie tinnen borden van oplopende grootte waren in

zekere zin producten van het herrijzende tijdperk naar vrede en

welvaart. Er stond een Nederlandse vlag met koe op en de

vermelding ‘5 jaar eerste klas melk’. Bescheiden trofeeën van

beroepstrots, uitgereikt door de Coöperatieve Zuivelvereniging aan

boeren die continue kwaliteit leverden. Uit de tijd dat niemand nog

zei: doe ons liever een hogere prijs in plaats van prullaria.

De melkbordjes weerspiegelden de opkomst van de kwaliteits-

controle. Aanvankelijk ging dat nogal amateuristisch. De

coöperatieve zuivelfabriek gaf bij de lege melkbussen tevens een

rekje reageerbuisjes mee die gevuld moesten worden met nog

lauwwarme koeienmelk. Een fraudegevoelig systeem, want de

boeren bepaalden zelf wat zij aanleverden. Later werd de controle

strenger. Wie dus zo’n bordje had, of zelfs drie, voldeed aan alle

criteria en mocht dat met bescheiden trots in de woonkamer

tonen. Inmiddels is Herrijzend Nederland een samenleving waarin

de houdbaarheid van vrede en welvaart onder druk staat. Het is

ook een samenleving waarin elk product, van frikandel tot

onderwijs, aan permanente kwaliteitscontrole onderworpen is. Ook

aan de PThU vullen we voortdurend reageerbuisjes met het beste

van onze onderwijsrapportages, publicaties en scripties. We gaan

voor excellentie, want eerste klas is allang achterhaald. De melk is

inmiddels schoner dan ooit tevoren. En misschien wel lekkerder.

Maar ik denk af en toe even terug aan de bevindingen van de

boeren. Toen de onafhankelijke controle ingevoerd werd, bleken de

resultaten vrijwel hetzelfde als toen de coöperatieve boeren het zelf

deden. Het had iets te maken met vertrouwen. En met ambitie

voor vrede en welvaart. Misschien kunnen we die bordjes nog eens

afstoffen.

Memorabele kwaliteit

PThUnie 25

Page 26: Pthunie mrt 2015

26 PThUnie

Cursusaanbod PThU in het kader van de Permanente Educatie

Het is een druk bestaan als predikant. De eredienst vraagt veel aandacht, en natuurlijk is er altijd van alles te regelen en te vergaderen. ‘Het pastoraat schiet er nogal eens bij in’, zegt drs. Trudy Struijs, docent beroepsvorming aan de PThU: ‘Voor een crisissituatie komen predikanten wel in actie, maar aandachtspastoraat is gemakkelijk weg te strepen uit de agenda.’ Veel predikanten zeggen dan ook dat ze onvoldoende aan het pastoraat toe komen, weet Struijs: ‘Ook kwalitatief en methodisch heeft het pastoraat eraan te lijden.. Het wordt iets als: “Ik ga nog even bij iemand langs.’’ Die automatische piloot is onbevredigend, vinden predikanten ook zelf.’

De intensieve training Klinische Pastorale Vorming (KPV) van de PThU leert

predikanten op een kritische manier naar de eigen communicatie te kijken. En

dat komt in de eerste plaats hun pastorale kwaliteiten ten goede, maar raakt

ook aan het andere predikantswerk. En nee, zegt Struijs, het is niet zo dat het

pastoraat dan meer tijd gaat kosten: ‘Integendeel, je wordt doelgerichter en

gaat er effectiever mee om. Bijvoorbeeld door op inhoud en in tijd een

contract af te sluiten. En daarna bouw je het contact ook weer af. Dat vraagt

lef.’

De KPV-training gaat gepaard met een stevige vorm van zelfonderzoek. ‘Als je

vijf jaar of langer aan het werk bent, ontstaan er patronen die je van jezelf niet

ziet. Daar krijg je - van ons en je collega’s - feed back op’, belooft Struijs. Is het

confronterend? ‘Je moet wel enige draagkracht hebben. Dat heeft niet

iedereen, of in ieder geval niet op ieder moment. Daarom werken we met een

drempelprocedure: kun je het behappen?’ De training bestaat al tientallen

jaren, maar wordt steeds noodzakelijker, merkt Struijs: ‘Anders dan vroeger

heb je als predikant geen vanzelfsprekende status of rol meer. Naast je ambt

en je beroep komt er veel op je persoon aan... Je moet authentiek en

geloofwaardig zijn.’

De training duurt lang en is relatief duur. Wat krijg je daar als gemeente voor

terug? Struijs: ‘Een predikant die zelfbewuster is en kritischer kijkt naar zijn of

haar werk. Die het eigen geloofs- en levensverhaal duidelijker verbindt met

zijn of haar functioneren.’ Het is de moeite echt waard, belooft ze: ‘Al na een

paar weken krijg je vanuit de gemeente de reactie: “Ik kan merken dat je de

training doet”.’

Kosten: 7800,- | Inschrijven voor 13 maart

KPV: een effectievereen betere pastor zijn

Page 27: Pthunie mrt 2015

PThUnie 27

Cursusaanbod PThU in het kader van de Permanente Educatie

Een frisse blik op de gelijkenissen van Jezus

In het NWO-onderzoek dat Merz samen met collega’s uit Utrecht

en Tilburg verricht, worden de gelijkenissen van Jezus bekeken in

samenhang met de rabbijnse parabels uit die tijd. ‘Dat werd eerder

ook wel gedaan, maar dan met als uitgangspunt dat de parabels

van Christus esthetisch waardevoller waren. Dat was een beetje

een denigrerende houding’, vertelt Merz: ‘Je mocht ze wel

interpreteren, maar niet vergelijken met andere parabels.’ In het

moderne onderzoek wordt de parabel bekeken als een genre dat

door veel joodse leraren uit die tijd gebruikt werd: ‘Plots,

metaforen en karakters komen steeds weer terug. Die rabijnse

parabels helpen je om de pointe te zien.’ Waarom gebruikte Jezus

deze stijlfiguur? ‘De parabel werd gebruikt om iedereen te laten

participeren. Elke toehoorder moest het verhaal kunnen begrijpen.

Dan kun je ook andere verhaalvormen gebruiken, exempla

bijvoorbeeld, maar dat doet Jezus veel minder. Het aardige van de

parabel is dat zij de toehoorder een zekere vrijheid laat tot eigen

invulling.’

Een aardig voorbeeld van de thematische overeenkomsten en

verschillen tussen de parabels van Jezus en die van de rabbijnen is

het verhaal van de arbeiders in de wijngaard, vertelt Merz: ‘Bij de

rabbijnen heb je twee extreme posities in de uitwerking. In de

eerste positie werken de arbeiders die later beginnen in die korte

tijd dubbel zo hard, waardoor ze recht hebben op evenveel geld

als degenen die langer gewerkt hebben. In de tweede positie

wordt het goede werkgeverschap benadrukt: de arbeiders krijgen

geld dat ze eigenlijk niet verdiend hebben. De boodschap is dan:

Israël heeft gezondigd, maar God vergeeft. De versie van Jezus zit

daar ergens tussenin. Daar gaat het er meer om dat mensen

elkaar niet de maat moeten nemen.’

Zo vertrouwd als de gelijkenissen zijn, voor de moderne lezer zijn

ze niet zonder problemen. Merz: ‘Sommige parabels gebruiken

het beeld van een slaveneigenaar. Is de slaveneigenaar dan God?

Dat is een belangijke hermeneutische vraag, ook voor een

predikant. Wat kun je in je preek met een verhaal waarin God als

een slaveneigenaar wordt verbeeld? Je kunt natuurlijk zeggen: die

Godsbeelden horen bij die tijd. Maar wat moeten we er dan nu

mee?’

Tussen de vier evangeliën zijn grote verschillen in de manier

waarop de parabels worden verteld, zegt Merz: ‘Ze leggen

allemaal andere accenten. De slavenparabels zijn bij Matteüs veel

geweldadiger dan bij Lucas. En Lucas is een grote pedagoog. Hij

vertelt bij sommige gelijkenissen al meteen wat ze betekenen. Zo

zegt hij bij het begin van de gelijkenis van de weduwe dat het er

om gaat dat we blijven bidden. Maar het is eigenlijk een verhaal

over gerechtigheid. Lucas, zou je kunnen zeggen, gebruikt deze

uitleg om het verhaal bij voorbaat te temmen.’

Kosten: 405,- | Inschrijven voor 27 maart

Van de verloren zoon tot de barmhartige Samaritaan - de gelijkenissen van Jezus behoren tot de bekendste stukken van de Bijbel. Wat voor spannends of interessants valt daar in de preek nog over te zeggen? Heel wat, vindt prof.dr. Annette Merz, hoogleraar Nieuwe Testament aan de vestiging Groningen. In haar PAO-cursus ‘De parabels van Jezus’ leren de deelnemers een hele andere kant van deze overbekende verhalen kennen.

Groningen, 11 mei en 15 juni

Page 28: Pthunie mrt 2015

28 PThUnie

Het PAO-aanbod voor komend jaar staat inmiddels op de website!

Aanbidden moslims en christenen dezelfde God? Voor moslims is het antwoord duidelijk: ja. ‘Maar ook Luther en Thomas van Aquino hadden die vraag zonder meer positief beantwoord’, zegt dr. Gé Speelman, universitair docent godsdienst wetenschappen aan de vestiging Amsterdam. Tegenwoordig is dat antwoord voor christenen minder vanzelfsprekend.

Speelman geeft half juni een tweedaagse PAO-cursus rond de vraag hoe christenen in het geloofsgesprek met moslims zowel helder kunnen zijn over de eigen identiteit als respectvol tegenover het geloof van de ander. Centraal staat het boek Allah, het antwoord van een christen, van de Kroatische theoloog Miroslav Volf. Speelman: ‘Hij stelt de vraag hoe er verzoening mogelijk is tussen mensen van verschillende religies, maar niet vanuit een relativistisch idee. Volf zegt nadrukkelijk niet dat we allemaal hetzelfde geloven. Christenen en moslims hebben deels andere opvattingen over God. Dat neemt niet weg dat ze dezelfde God aanbiddden, de enige God die bestaat.’ Volf geeft mogelijkheden om een werkelijk gesprek op gang te brengen, aldus Speelman: ‘Als je echt praat over de inrichting van de samenleving bijvoorbeeld, dan kan dat niet zonder theologische vragen over en weer. En daarvoor is het nodig dat je je verdiept in de religie van de ander. Het is moeilijk om een vloertje te leggen onder een gesprek als je de religie van de ander niet serieus neemt, door te zeggen dat de God die hij of zij aanbidt een afgod is.’

De dialoog met moslims heeft de laatste jaren een ander karakter gekregen, is de ervaring van Speelman: ‘Vroeger was een kwestie van lief zijn voor elkaar, lief zijn voor de vreemdeling. Nu moslims meer deel uitmaken van onze samenleving is het gesprek in zekere zin gelijkwaardiger. Maar ook moeilijker: het debat is extremer dan voorheen.’ De cursus is met name bedoeld voor predikanten die werken op plekken waar veel moslims wonen, of in gemeenten waar via de zending contact is met moslimlanden. Kosten 550,- | Inschrijven voor 1 mei

Dezelfde God?

De Permanente Educatie van predikanten en kerkelijk werkers stoelt op de gedachte dat professionals in staat zijn om zelf te zien waarin zij bijscholing nodig hebben. Theoretisch klopt dat en idealiter zouden we dat allemaal moeten kunnen. In de praktijk blijkt het echter lastiger dan het ideaal zou doen geloven. Hoe weet je immers wat je nodig hebt? Soms stuit je op evidente tekortkomingen. Dan is het duidelijk. Vaker echter lukken de dingen best redelijk. En als het ene niet zo goed gaat, dan kun je altijd nog je interesse naar een andere kant sturen. Het werk is tenslotte zo divers dat je je niet hoeft te concentreren op waar je minder goed in bent. Bovendien herken je pas waar je behoefte aan had op het moment dat je er mee in aanraking komt. Wie kent niet die ervaring: ‘Dit is wat ik zocht, maar ik wist het niet!’, waarbij het licht pas achteraf opging? Het maken van een eigen scholingsplan zal daarom steeds samengaan met letten op wat er aangeboden wordt door onder andere de PThU. Sinds de kerstdagen is het nieuwe aanbod voor 2015-2016 op de website voor iedereen te zien. Het is een divers aanbod, met zowel nieuwe als oude mogelijkheden. Grote projecten, zoals een KPV-training of een Israëlreis, wisselen af met kleinere cursussen van twee studiepunten, die de basis van ons programma vormen. Er doorheen bladeren zal u op tal van gedachten kunnen brengen. Bovenaan het overzicht staat nog een klein regeltje: ‘Informatie over andere cursusvormen en uitleg van de codes en afkortingen vindt u in deze toelichting.’ Als u daar doorklikt blijkt dit kleine regeltje zomaar de poort te vormen tot een wereld van alternatieve mogelijkheden. Ook dat kan u op gedachten brengen. Wij kunnen u daarom gewoon veel plezier wensen met het plannen van uw mogelijkheden om (samen met anderen) bij te leren!

Theo Witkamp, coördinator Postacademisch onderwijs PThU

Utrecht, 15 en 16 juni

Een eigen scholingsplan

Page 29: Pthunie mrt 2015

PThUnie 29

Voor het complete cursusaanbod , aanmelden en meer informatie, kijk op www.pthu.nl/pao

greep uit het aanbod

START

28MEI

Hoe verkondigen we Gods rechtvaardigheid?Dat God liefde is, vormt in de kerk en daarbuiten geen punt van discussie. Hoe deze God van liefde ook

rechtvaardig is, wordt in verkondiging en gebed echter lang niet altijd uitgesproken. Aan het eind van deze

cursus beseft u welke aspecten liefde en van Gods rechtvaardigheid u in uw verkondiging, bewust of onbewust,

presenteert en welke niet, en bent u in staat daarop theologisch te reflecteren. Docent: prof.dr. J. Muis.

Groningen en Amsterdam | Kosten 405,- | Inschrijven voor 10 april resp. 24 april

START

26MEI

Werken aan rouwDe theorievorming op het gebied van rouwverwerking blijft zich ontwikkelen. Deze cursus is erop gericht uw

kennis en vaardigheden op dit terrein te vernieuwen en verbeteren. Er worden colleges gegeven over de

ontwikkelingen in de rouwtheorie na Kübler-Ross, over theologische aspecten van rouw en over de pastorale

begeleiding. Docenten: dr. R.J. de Vries en dr. L.T. Witkamp.

Utrecht (Dienstencentrum) | Kosten € 550,- | Inschrijven voor 10 april

START

18MEI

De relevantie van Afrikaanse theologie Veruit de meeste christenen wonen inmiddels op het zuidelijk halfrond (met name in Afrika), maar van het

theologiseren van die meerderheid dringt maar weinig tot ons door. Dat is jammer, omdat in de Afrikaanse

theologie hoogst relevante thema’s aan de orde komen. Deze cursus biedt een introductie in deze theologie en

behandelt thema’s als identiteit, vertaalbaarheid en hermeneutiek. Docent: dr. H.M. van den Bosch. Groningen en Amsterdam | Kosten € 405,- | ECTS: 2 | Inschrijven voor 3 april resp. 17 april

START

19MEI

De kerk als oefenplaats voor christelijk leven?Volgens de spraakmakende Amerikaanse theoloog Stanley Hauerwas is de kerk oefenplaats voor christelijk leven. In

de gemeenschap leer je je eigen leven plaatsen in het verhaal van God met de mens. Je oefent samen in christelijke

deugden als geduld en hoop, vooral in de liturgie. Het avondmaal vieren wordt in Hauwerwas’ denken een

statement met politieke consequenties. Zien we onze eigen gemeente als oefenplaats? Of is dat totaal niet reëel?

Docenten: dr. E.P. Schaafsma en dr. P.H. Vos.

Amsterdam | Kosten € 405,- | ECTS: 2 | Inschrijven voor 3 april

Kwetsbaarheid en vergankelijkheid bij Maarten Luther Tijdens deze cursus bestuderen we de omgang met sterven en dood in de tijd van de Reformatie. Daarbij

besteden we achtereenvolgens aandacht aan de historische context van de ‘kunst van het sterven’ en de

bijhorende beeldtradities in de Late Middeleeuwen, aan de theologische analyse van de Luther-tekst in de

context van de Reformatie, en aan de mogelijke betekenis van Luthers gedachten voor de hedendaagse praktijk

van preek, catechese en zielzorg. Docent: prof.dr. H.-M. Kirn.

Groningen | Kosten 405,- | Inschrijven voor 24 april

START

8JUNI

Page 30: Pthunie mrt 2015

Cruciaal

Een cruciaal moment: Jezus’ kruisiging en opstan-ding. Alle gangbare ideeën over dood en leven,straf en vrijspraak, tijd en eeuwigheid worden ophun kop gezet.

Maar waarom moest Jezus zosterven? Wat is de impact ervanvoor ons nu? In Cruciaal gevenzes auteurs woorden aan een gebeurtenis die even gruwelijkals vreugdevol is: Henk Bakker, Erik Borgman, Hans Burger, Keesvan der Kooi, Willem Ouweneelen Maarten Wisse.

Elk zoomt in op een ander aspect van de kruisiging,zoals dat van de genoegdoening, maar ook dat vande bevrijding en de verlossing. Een prettig leesbaarboek, waardoor je je nog meer gaat verwonderenover het geheim van dit verbijsterende gebeuren.

Buijten & Schipperheijn Motiefwww.buijten.nl – in de boekwinkel – 112 p., €13,50

PTH NAW Cruciaal_Opmaak 1 03-02-15 14:31 Pagina 1

Uw gemeente en Operatie MobilisatieOperatie Mobilisatie helpt uw gemeente bij de verspreiding van het evangelie door

sprekers, het uitzenden van zendingswerkers, concerten, kinderwerk en thema-avonden.

Maak uw gemeente zendingsbewust

• Sprekers en bijbelse toerusting• Kinderwerk en trainingen voor (jong)volwassenen• Uitzenden van korte of lange termijn werkers

Vraag de brochure aan via [email protected] of bel naar 0527 615 601

Bond van Nederlandse Predikantenberoepsvereniging en pleitbezorger voor

predikanten uit alle kerken

Behartigt collectieve en individuele belangen enbevordert de solidariteit in het predikantschap

als roeping en beroep

JAARLIJKSEPREDIKANTENDAG

voor leden en gasten

onder het thema

‘TUSSEN BEVLOGENHEIDEN BURNOUT’

op 14 april in Nijkerk

C. Houtmanstraat 2 • 3572 LV Utrecht • [email protected] • www.predikanten.nl

30 PThUnie

Page 31: Pthunie mrt 2015

Voor aanmelden en meer informatie op www.pthu.nl/agenda

Studiedag Ter Schegget-stichtingStudiedag rond de intellectuele nalatenschap van de theoloog Bert ter Schegget (1927 - 2001). De locatie is de vestiging Amsterdam van de PThU.

16/4/2015

PThUnie 31

20/5/2015 lezing prof. Mwaura De jaarlijkse Hendrik Kraemer-lezing wordt ditmaal uitgesproken door prof.dr. Philomena Mwaura uit Kenya. Aanvang 15.00 uur bij de PThU in Amsterdam.

31/5/2015Lezing prof. Yassif ‘Storytelling and Meaning: Theory and Practice of Narrative Variants in Religious Texts’. Dat is het onderwerp van deze lezing van prof. Eli Yassif, auteur van o.m. The Hebrew Folktale. Aanvang 20.00 uur bij de PThU in Amsterdam.

Noordmans studiedagJaarlijkse studiedag naar aanleiding van het werk van de theoloog Oepke Noordmans (1871-1956). De dag vindt plaats bij de vestiging Amsterdam van de PThU.

Afscheid Bert de LeedeMini-symposium en receptie ter gelegenheid van het afscheid van dr. Bert de Leede, senior docent en onderzoeker aan de PThU en voorheen rector van het seminarium. De bijeenkomst vindt plaats in de Thomaskerk in Amsterdam.

19/6/2015

18/6/2015

Page 32: Pthunie mrt 2015

Het is de droom van elke archeoloog. In 2013 stuitte een jonge Amerikaanse stu-

dent bij de opgraving van een synagoge uit de vijde eeuw in Huqoq (vlak bij het meer van Galilea)

onverwacht op een kleurrijk kunstvoorwerp. Toen hij het zand voorzichtig weggeborsteld had, zag hij een een mozaïek met een man die een poort op zijn rug

droeg: Simson. Een stukje verderop was nog zijn gordel en een stukje van zijn rode mantel te zien.

Al heel lang houd ik mij bezig met het boek Rechters. Dat zijn mooie, beeldende verhalen. Je kunt je er veel bij voorstellen. Ze zijn ook een inspiratiebron geweest

voor kunstenaars de eeuwen door. Boeiend om naar te kijken. Maar kom je oog in oog te staan

met zo’n sprekende afbeelding, opgedolven uit het land waar het zich afspeelt, dan

is dat pas echt een openbaring.

Klaas Spronk