Psychiatrische diagnostiek - Allen Frances (leesfragment)
-
Upload
nieuwezijds -
Category
Documents
-
view
365 -
download
0
description
Transcript of Psychiatrische diagnostiek - Allen Frances (leesfragment)
psychiatrische diagnostiekde essentie
Allen Frances
U I T G E V E R I J N I E U W E Z I J D S
Oorspronkelijke titel: Essentials of Psychiatric Diagnosis: Responding tot the Challenge of
dsm-5 (Revised Edition). New York: The Guilford Press, 2013.
Uitgegeven door: Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam
Vertaling: Wouter Scheen, Amsterdam
Redactionele adviezen: Jan Bernard, klinisch psycholoog/psychotherapeut
Zetwerk: Holland Graphics, Amsterdam
Omslag: Studio Jan de Boer, Amsterdam
© 2013, The Guilford Press
© Nederlandse vertaling 2014, Uitgeverij Nieuwezijds
isbn 978 90 5712 400 6
nur 770
Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk van de Fo-
rest Stewardship Council (fsc) mag dragen. Bij dit papier is het zeker dat de productie
niet tot bosvernietiging heeft geleid.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door mid-
del van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wij-
ze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s) noch uitgever
enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolko-
menheden in dit boek.
Inhoud
1 Hoe dit boek te gebruiken 1
DOELGROEP 1
DE STRUCTUUR VAN HET BOEK 2
BEPERKEN VAN DIAGNOSTISCHE INFLATIE EN HET VERMIJDEN VAN HYPES 5
PROBLEMEN MET DE DSM-5 6
Waarschuwingskaders 7
HET DIAGNOSTISCHE INTERVIEW 8
STAPSGEWIJZE DIAGNOSE 15
EEN DOZIJN ALGEMENE TIPS 17
LITERATUUR 18
2 Stoornissen die meestal voor het eerst in de kindertijd of adolescentie worden gediagnosticeerd 21
AANDACHTSTEKORTSTOORNIS MET HYPERACTIVITEIT 21
314.01 | F90.1 Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, overwegend hyperactief-impulsief type 21
314.00 | F90.0 Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, overwegend onoplettendheidstype 21
314.01 | F90.2 Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, gecombineerde type 21
314.9 | F90.9 Niet-gespecificeerde aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit 22
Waarschuwing: ADHD en leeftijd 23
GEDRAGSSTOORNIS EN OPPOSITIONEEL-OPSTANDIGE GEDRAGSSTOORNIS 26
312.81 | F91.1 Gedragsstoornis, type beginnende in de kindertijd 26
312.82 | F91.2 Gedragsstoornis, type beginnende in de adolescentie 26
viii psychi at rische di agnost iek
312.89 | F91.9 Gedragsstoornis, type niet-gespecificeerd begin 26
313.81 | F91.3 Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis 28
312.9 | F90.0 Niet-gespecificeerde gedragsstoornis 30
299.00 | F84.0 AUTISMESPECTRUMSTOORNIS 30
309.21 | F93.0 SEPARATIE-ANGSTSTOORNIS 33
INTELLECTUELE ONTWIKKELINGSSTOORNIS 35
317 | F70 Licht 35
318.0 | F71 Matig 35
318.1 | F72 Ernstig 35
318.2 | F73 Zeer ernstig 35
SPECIFIEKE LEERSTOORNIS 37
315.00 | F81.0 Lezen (in het bijzonder problemen met begrijpend lezen, snelheid of accuraatheid) 37
315.1 | F81.2 Rekenen (in het bijzonder problemen met rekenen, kopiëren van getallen of tekens of het herkennen daarvan) 37
314.2 | F81.81 Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid (in het bijzonder problemen met grammatica, zinsstructuur of organisatie) 37
315.9 | F81.9 Niet-gespecificeerd 37
VOEDINGSSTOORNISSEN 39
307.52 | F98.3 Pica (bij kinderen) 39
307.53 | F98.21 Ruminatiestoornis 39
ZINDELIJKHEIDSSTOORNISSEN 40
307.7 | F98.1 Encopresis 40
307.6 | F98.0 Enuresis 40
3 Depressieve stoornissen 43
DEPRESSIEVE STOORNIS 43
296.21 | F32.0 Depressieve stoornis, eenmalige episode, licht 43
296.22 | F32.1 Depressieve stoornis, eenmalige episode, matig 43
296.23 | F32.2 Depressieve stoornis, eenmalige episode, ernstig zonder psychotische kenmerken 43
296.24 | F32.3 Depressieve stoornis, eenmalige episode, ernstig met psychotische kenmerken 43
296.20 | F32.9 Depressieve stoornis, eenmalige episode, niet-gespecificeerd 43
296.31 | F33.0 Depressieve stoornis, recidiverend, licht 43
296.32 | F33.1 Depressieve stoornis, recidiverend, matig 44
296.33 | F33.2 Depressieve stoornis, recidiverend, ernstig zonder psychotische kenmerken 44
296.34 | F33.3 Depressieve stoornis, recidiverend, ernstig met psychotische kenmerken 44
296.30 | F33.9 Depressieve stoornis, recidiverend, niet-gespecificeerd 44
Inhoud ix
Waarschuwing: groot verdriet versus depressieve stoornis 48
300.4 | F34.1 CHRONISCHE DEPRESSIEVE STOORNIS (DYSTHYMIE) 49
625.4 | N94.3 PREMENSTRUELE DYSFORISCHE STOORNIS 51
DEPRESSIEVE STOORNIS DOOR EEN MIDDEL 52[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
291.89 Door alcohol geïnduceerd 52
292.84 Door ander middel geïnduceerd (vermeld het middel) 52
DEPRESSIEVE STOORNIS DOOR EEN ANDERE SOMATISCHE AANDOENING (VERMELD DE SOMATISCHE AANDOENING) 53
293.83 | F06.31 Met depressieve kenmerken 53
293.83 | F06.32 Met episode die lijkt op een depressieve stoornis 53
293.83 | F06.34 Met gemengde kenmerken 53
311 | F32.9 NIET-GESPECIFICEERDE DEPRESSIEVE STOORNIS 55
296.90 | F39 NIET-GESPECIFICEERDE STEMMINGSSTOORNIS 55
Waarschuwing: disruptieve stemmingsdysregulatiestoornis 55
4 Bipolaire stoornissen 57
296.XX BIPOLAIRE I-STOORNIS 57[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
Vierde-cijfercodes .0x Bipolaire I-stoornis, eenmalige manische episode 57
.40 Bipolaire I-stoornis, laatste episode hypomaan 57
.4x Bipolaire I-stoornis, laatste episode manisch 57
.5x Bipolaire I-stoornis, laatste episode depressief 57
.6x Bipolaire I-stoornis, laatste episode gemengd 57
.7 Bipolaire I-stoornis, laatste episode niet-gespecificeerd 57
Vijfde-cijfercodes .x1 Licht 57
.x2 Matig 57
.x3 Ernstig 57
.x4 Ernstig met psychotische kenmerken 58
.x5 Gedeeltelijk in remissie 58
.x6 Volledig in remissie 58
.x0 Niet-gespecificeerd 58
Waarschuwing: De hype rond bipolaire stoornissen in de kindertijd 61
296.89 | F31.81 BIPOLAIRE II-STOORNIS 63
301.13 | F34.0 CYCLOTHYME STOORNIS 66
BIPOLAIRE STOORNIS DOOR EEN MIDDEL 67[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
291.89 Door alcohol geïnduceerd 67
292.84 Door een ander middel geïnduceerd (vermeld het middel) 67
x psychi at rische di agnost iek
BIPOLAIRE STOORNIS DOOR EEN ANDERE SOMATISCHE AANDOENING (VERMELD DE SOMATISCHE AANDOENING) 68
293.83 | F06.33 Met manische kenmerken 68
293.83 | F06.33 Met episodes die lijken op manische of hypomane episodes 69
293.83 | F06.34 Met gemengde kenmerken 69
296.80 | F31.9 NIET-GESPECIFICEERDE BIPOLAIRE STOORNIS 70
296.90 | F39 NIET-GESPECIFICEERDE STEMMINGSSTOORNIS 70
5 Angststoornissen 71
PANIEKSTOORNIS 71
300.21 | F40.01 Paniekstoornis met agorafobie 71
300.01 | F41.0 Paniekstoornis zonder agorafobie 71
300.22 | F40.0 AGORAFOBIE 74
300.23 | F40.10 SOCIALE-ANGSTSTOORNIS (SOCIALE FOBIE) 77
SPECIFIEKE FOBIE 80
300.29 | F40.218 Dieren 80
300.29 | F40.230 Bloed-injectie-verwonding, Angst voor bloed 80
300.29 | F40.231 Bloed-injectie-verwonding, Angst voor injecties en bloedtransfusies 80
300.29 | F40.233 Bloed-injectie-verwonding, Angst voor verwonding 80
300.29 | F40.232 Bloed-injectie-verwonding, Angst voor overige medische zorg 80
300.29 | F40.228 Natuurlijke omgeving 80
300.29 | F40.248 Bepaalde situaties 80
300.29 | F40.298 Overige 80
300.02 | F41.1 GEGENERALISEERDE ANGSTSTOORNIS 82
Waarschuwing: overdiagnose van de gegeneraliseerde angststoornis 82
293.84 | F06.4 ANGSTSTOORNIS DOOR EEN ANDERE SOMATISCHE AANDOENING (VERMELD DE SOMATISCHE AANDOENING) 84
ANGSTSTOORNIS DOOR EEN MIDDEL 85[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
291.89 Door alcohol geïnduceerd 85
292.89 Door een ander middel geïnduceerd (vermeld het middel) 85
300.00 | F41.9 NIET-GESPECIFICEERDE ANGSTSTOORNIS 86
6 Obsessieve-compulsieve en gerelateerde stoornissen 87
300.3 | F42 OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS 87
300.7 | F45.22 STOORNIS IN DE LICHAAMSBELEVING 92
300.3 | F42 VERZAMELDWANG (HOARDING DISORDER) 94
TICSTOORNISSEN 96
307.23 | F95.2 Stoornis van Gilles de la Tourette 96
Inhoud xi
307.22 | F95.1 Chronische motorische of vocale ticstoornis 96
307.21 | F95.0 Tijdelijke ticstoornis 96
333.3 | G25.61 Ticstoornis door een middel (vermeld het middel) 96
333.3 | G25.69 Ticstoornis door een andere somatische aandoening (vermeld de somatische aandoening) 96
307.20 | F95.9 Niet-gespecificeerde ticstoornis 96
312.39 | F63.3 TRICHOTILLOMANIE 97
292.89 OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS OF EEN GERELATEERDE STOORNIS DOOR EEN MIDDEL 98
[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
294.8 | F06.8 OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS OF EEN GERELATEERDE STOORNIS DOOR EEN SOMATISCHE AANDOENING (VERMELD DE SOMATISCHE AANDOENING) 98
300.00 | F42 NIET-GESPECIFICEERDE OBSESSIEVE-COMPULSIEVE STOORNIS OF GERELATEERDE STOORNIS 99
7 Trauma- en stressgerelateerde stoornissen 101
Niet-gespecificeerde trauma- en stressgerelateerde stoornis 101
309.81 | F43.10 POSTTRAUMATISCHE STRESS-STOORNIS 101
Waarschuwing: de stresspoortwachter 102
308.3 | F43.0 ACUTE STRESS-STOORNIS 104
AANPASSINGSSTOORNIS 104
309.0 | F43.21 Aanpassingsstoornis met depressieve stemming 104
309.24 | F43.22 Aanpassingsstoornis met angst 104
309.28 | F43.23 Aanpassingsstoornis met gemengd angstige en depressieve stemming 104
309.3 | F43.24 Aanpassingsstoornis met verstoring van het gedrag 104
309.4 | F43.25 Aanpassingsstoornis met gemengde verstoring van emoties en gedrag 104
309.9 | F43.20 Niet-gespecificeerde aanpassingsstoornis 104
309.89 | F43.8 NIET-GESPECIFICEERDE TRAUMA- EN STRESSGERELATEERDE STOORNIS 106
8 Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen 107
295.9 | F20.9 SCHIZOFRENIE 107
295.40 | F20.81 SCHIZOFRENIFORME STOORNIS 113
SCHIZOAFFECTIEVE STOORNIS 114
295.70 | F25.0 Bipolaire type 114
295.70 | F25.1 Depressieve type 114
297.1 | F22 WAANSTOORNIS 115
297.3 | F24 GEDEELDE PSYCHOTISCHE STOORNIS (FOLIE À DEUX) 118
xii psychi at rische di agnost iek
298.8 | F23 KORTDURENDE PSYCHOTISCHE STOORNIS 119
PSYCHOTISCHE STOORNIS DOOR EEN MIDDEL 121[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
291.9 Door alcohol geïnduceerd 121
292.9 Door een ander middel geïnduceerd (vermeld het middel) 121
PSYCHOTISCHE STOORNIS DOOR EEN ANDERE SOMATISCHE AANDOENING (VERMELD DE SOMATISCHE AANDOENING) 121
293.81 | F06.2 Met wanen 121
293.82 | F06.0 Met hallucinaties 122
293.89 | F06.1 KATATONE STOORNIS DOOR EEN ANDERE SOMATISCHE AANDOENING (VERMELD DE SOMATISCHE AANDOENING) 122
298.9 | F29 NIET-GESPECIFICEERDE PSYCHOTISCHE STOORNIS 123
Waarschuwing: psychoserisicosyndroom 123
9 Aan middelen gebonden stoornissen en gedragsmatige verslavingen 125
Waarschuwing: misbruik van een middel en afhankelijkheid van een middel 125
AFHANKELIJKHEID VAN EEN MIDDEL 127
303.90 | F10.20 Alcoholafhankelijkheid 127
304.40 | F15.20 Amfetamineafhankelijkheid 127
304.30 | F12.20 Cannabisafhankelijkheid 127
304.20 | F14.20 Cocaïneafhankelijkheid 127
304.30 | F16.20 Hallucinogeenafhankelijkheid 127
304.60 | F18.20 Afhankelijkheid van vluchtige stof 127
304.00 | F11.20 Afhankelijkheid van opioïde 127
304.60 | F16.20 Afhankelijkheid van fencyclidine 127
304.10 | F13.20 Afhankelijkheid van sedativum, hypnoticum of anxiolyticum 127
305.1 | F17.200 Afhankelijkheid van tabak 127
304.80 | F19.20 Afhankelijkheid van verschillende middelen 127
304.90 | F19.20 Afhankelijkheid van een ander (of onbekend) middel (vermeld het middel indien bekend) 127
MISBRUIK VAN EEN MIDDEL 130
305.00 | F10.10 Misbruik van alcohol 130
305.70 | F15.10 Misbruik van amfetamine 130
305.20 | F12.10 Misbruik van cannabis 130
305.60 | F14.10 Misbruik van cocaïne 130
305.30 | F16.10 Misbruik van hallucinogenen 130
305.90 | F18.10 Misbruik van vluchtige stoffen 130
305.50 | F11.10 Misbruik van opioïden 130
305.90 | F16.10 Misbruik van fencyclidine 130
Inhoud xiii
305.40 | F13.10 Misbruik van een sedativum, hypnoticum of anxiolyticum 130
305.90 | F19.10 Misbruik van een ander (of onbekend) middel (vermeld het middel indien bekend) 130
INTOXICATIE DOOR EEN MIDDEL 132[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
303.00 Alcoholintoxicatie 132
305.90 Cafeïne-intoxicatie 132
292.89 Intoxicatie met elk ander middel (vermeld het middel) 132
292.89 Intoxicatie met een ander (of onbekend) middel (vermeld zo mogelijk het middel) 132
ONTHOUDING VAN EEN MIDDEL 133[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
291.81 Onthouding van alcohol 133
292.0 Onthouding van elk ander middel (vermeld het middel) 133
292.0 Onthouding van een ander (of onbekend) middel (vermeld het middel indien bekend) 133
PSYCHISCHE STOORNISSEN DOOR EEN MIDDEL 134
Waarschuwing: pathologisch gokken en andere gedragsmatige verslavingen 135
10 Neurocognitieve stoornissen 137
DELIRIUM 137
293.0 | F05 Delirium door een andere somatische aandoening (vermeld de somatische aandoening) 137
[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
291.0 Door alcohol geïnduceerd 138
292.81 Door een ander middel geïnduceerd (vermeld het middel) 138
780.09 | R41.0 Niet-gespecificeerd delirium 138
PRIMAIRE NEUROCOGNITIEVE STOORNIS (DEMENTIE) 141
290.xx | F01.xx Vasculaire dementie 141
.40 | .51 Met gedragsstoornissen 141
.40 | .50 Zonder gedragsstoornissen 141
294.xx | F02.xx Dementie door een andere somatische aandoening (vermeld de somatische aandoening) 141
.11 | .81 Met gedragsstoornissen 141
.10 | .80 Zonder gedragsstoornissen 141
[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
291.2 Door alcohol geïnduceerd 142
292.82 Door een ander middel geïnduceerd (vermeld het middel) 142
MILDE NEUROCOGNITIEVE STOORNIS 145
Waarschuwing: milde neurocognitieve stoornis 145
294.8 | R41.9 NIET-GESPECIFICEERDE NEUROCOGNITIEVE STOORNIS 147
xiv psychi at rische di agnost iek
11 Persoonlijkheidsstoornissen 149
301.83 | F60.3 Borderline persoonlijkheidsstoornis 150
301.7 | F60.2 Antisociale persoonlijkheidsstoornis 150
301.81 | F60.81 Narcistische persoonlijkheidsstoornis 151
301.50 | F60.4 Theatrale persoonlijkheidsstoornis 151
301.4 | F60.5 Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis 151
301.82 | F60.6 Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis 152
301.6 | F60.7 Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis 152
301.0 | F60.0 Paranoïde persoonlijkheidsstoornis 152
301.20 | F60.1 Schizoïde persoonlijkheidsstoornis 152
301.22 | F21 Schizotypische persoonlijkheidsstoornis 153
310.1 | F07.0 Persoonlijkheidsverandering door een andere somatische aandoening (vermeld de somatische aandoening) 153
301.9 | F60.9 Niet-gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis 153
Waarschuwing: het vermijden van het gebruik van de diagnose niet-gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis 154
Waarschuwing: persoonlijkheidsdimensies in deel 3 van de DSM-5 156
12 Stoornissen in de impulsbeheersing 159
312.31 | F63.0 PATHOLOGISCH GOKKEN 159
Waarschuwing: het concept ‘gedragsmatige verslaving’ 160
312.34 | F63.81 PERIODIEKE EXPLOSIEVE STOORNIS 161
Waarschuwing: diagnose van de periodieke explosieve stoornis 162
312.33 | F63.1 PYROMANIE 162
312.32 | F63.2 KLEPTOMANIE 163
312.30 | F63.9 NIET-GESPECIFICEERDE STOORNIS IN DE IMPULSBEHEERSING 164
Waarschuwing: het vermijden van gerechtelijk gebruik van de niet-gespecificeerde stoornis in de impulsbeheersing 164
13 Eetstoornissen 165
307.1 | F50.00 ANOREXIA NERVOSA 165
307.51 | F50.2 BULIMIA NERVOSA 167
307.51 | F50.8 EETBUISTOORNIS 168
Waarschuwing: eetbuistoornis 169
307.50 | F50.9 NIET-GESPECIFICEERDE EETSTOORNIS 169
Waarschuwing: vermijding/beperking-van-voedselinname-stoornis 169
Inhoud xv
14 Slaap-waakstoornissen 171
780.52 | G47.00 INSOMNIASTOORNIS 171
SLAAP-WAAKSTOORNIS GEBONDEN AAN DE CIRCADIANE RITMIEK 174
307.45 | G47.21 Uitgestelde-slaapfasetype 174
307.45 | G47.22 Slaapfasevervroegingtype 174
307.45 | G47.23 Onregelmatig-slaap-waakritmetype 174
307.45 | G47.24 Niet-24-uurs-slaap-waakritmetype 174
307.45 | G47.26 Ploegendiensttype 174
307.45 | G47.20 Niet-gespecificeerd type 174
780.54 | G47.10 HYPERSOMNOLENTIESTOORNIS 175
780.57 | G47.40 NIET-GESPECIFICEERDE SLAAPAPNEU 176
NON-RAPID EYE MOVEMENT-SLAAPGEDRAGSTOORNIS 177
307.46 | F51.3 Slaapwandeltype 177
307.46 | F51.4 Pavor nocturnus-type 177
307.47 | F51.5 NACHTMERRIES 178
327.42 | G47.52 RAPID EYE MOVEMENT-SLAAPGEDRAGSTOORNIS 179
SLAAP-WAAKSTOORNIS DOOR EEN MIDDEL 179[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
291.82 Door alcohol geïnduceerd 179
292.85 Door een ander middel geïnduceerd (vermeld het middel) 179
327.01 | G47.01 INSOMNIA DOOR EEN ANDERE SOMATISCHE AANDOENING (VERMELD DE SOMATISCHE AANDOENING) 180
327.14 | G47.14 HYPERSOMNIA DOOR EEN ANDERE SOMATISCHE AANDOENING (VERMELD DE SOMATISCHE AANDOENING) 180
780.52 | G47.00 NIET-GESPECIFICEERDE INSOMNIA 180
780.54 | G47.10 NIET-GESPECIFICEERDE HYPERSOMNIA 180
780.59 | G47.9 NIET-GESPECIFICEERDE SLAAP-WAAKSTOORNIS 180
15 Seksuele en genderproblemen 181
GENDERDYSFORIE 182
302.6 | F64.2 Genderdysforie bij kinderen 182
302.85 | F64.1 Genderdysforie bij adolescenten of volwassenen 182
Waarschuwing: genderdysforie 182
SEKSUELE DISFUNCTIES 183
302.71 | F52.0 Seksuele stoornis met verminderd verlangen bij de man 183
302.72 | F52.21 Erectiestoornis 184
302.75 | F52.4 Vroegtijdige ejaculatie 184
302.74 | F52.32 Vertraagde ejaculatie 185
302.72 | F52.22 Seksuele stoornis met verminderd verlangen/seksuele opwindingsstoornis bij de vrouw 186
xvi psychi at rische di agnost iek
302.73 | F52.31 Orgasmestoornis bij de vrouw 187
302.76 | F52.6 Genitale-bekkenpijn/penetratiestoornis 188
SEKSUELE DISFUNCTIE DOOR EEN MIDDEL 189[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
291.89 Door alcohol geïnduceerd 189
292.89 Door een ander middel geïnduceerd (vermeld het middel) 189
SEKSUELE DISFUNCTIE DOOR EEN ANDERE SOMATISCHE AANDOENING (VERMELD DE SOMATISCHE AANDOENING) 190
608.89 | N50.8 Seksuele stoornis door een andere somatische aandoening met verminderd verlangen bij de man 190
607.84 | N52.9 Erectiestoornis door een andere somatische aandoening 190
625.8 | N94.89 Seksuele stoornis met verminderd verlangen/seksuele opwindingsstoornis door een andere somatische aandoening bij de vrouw 190
625.0 | N94.1 Genitale-bekkenpijn/penetratiestoornis door een andere somatische aandoening 190
302.70 | F52.9 Niet-gespecificeerde seksuele disfunctie 191
PARAFIELE STOORNISSEN 192
302.2 | F65.4 Pedofiele stoornis 192
302.4 | F65.2 Exhibitionistische stoornis 192
302.82 | F65.3 Voyeuristische stoornis 192
302.89 | F65.81 Frotteuristische stoornis 192
302.84 | F65.52 Seksueel sadisme stoornis 192
302.83 | F65.51 Seksueel masochisme stoornis 192
302.81 | F65.0 Fetisjistische stoornis 192
302.3 | F65.1 Transvestitistische stoornis 192
302.9 | G65.9 Niet-gespecificeerde parafiele stoornis 192
16 Stoornissen gerelateerd aan lichamelijke symptomen 197
300.82 | F45.1 SOMATISCHE SYMPTOOMSTOORNIS 197
Waarschuwing: vermijd overdiagnose van de somatische symptoomstoornis van de DSM-5 200
CONVERSIESTOORNIS (FUNCTIONELE NEUROLOGISCHE SYMPTOOMSTOORNIS) 201
300.11 | F44.4 Conversiestoornis met motorische symptomen 201
300.11 | F44.6 Conversiestoornis met sensorische symptomen 201
300.11 | F44.5 Conversiestoornis met convulsies 201
300.11 | F44.7 Conversiestoornis met gemengde symptomen 201
316 | F54 PSYCHISCHE FACTOREN DIE DE SOMATISCHE AANDOENING BEÏNVLOEDEN 202
300.19 | F68.10 NAGEBOOTSTE STOORNIS 203
Inhoud xvii
17 Dissociatieve stoornissen 205
Waarschuwing: dissociatieve stoornissen – hype-alarm 205
300.14 | F44.81 DISSOCIATIEVE IDENTITEITSSTOORNIS (MEERVOUDIGE PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS) 206
Waarschuwing: dissociatieve identiteitsstoornis (meervoudige persoonlijkheidsstoornis) 206
300.12 | F44.0 DISSOCIATIEVE AMNESIE 208
Waarschuwing: dissociatieve amnesie 208
300.6 | F48.1 DEPERSONALISATIESTOORNIS/DEREALISATIESTOORNIS 210
300.15 | F44.9 NIET-GESPECIFICEERDE DISSOCIATIEVE STOORNIS 212
18 Codes voor aandoeningen die een reden voor zorg kunnen zijn, maar geen psychische stoornis zijn 213
UITNODIGING: GEBRUIK DEZE CODES ALSJEBLIEFT VAKER 213
RELATIEPROBLEMEN 214
V61.20 | Z62.820 Ouder-kindrelatieprobleem 214
V61.10 | Z63.0 Partnerrelatieprobleem 214
V61.8 | Z62.891 Relatieprobleem tussen de kinderen 214
V62.81 | Z63.9 Niet-gespecificeerd relatieprobleem 214
PROBLEMEN IN VERBAND MET MISBRUIK OF VERWAARLOZING 214[Voor de ICD-10-CM-codes zie bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes]
BEWEGINGSSTOORNISSEN DOOR EEN GENEESMIDDEL TEWEEGGEBRACHT 214
332.1 | G21.11 Neuroleptisch parkinsonisme 214
332.1 | G21.19 Parkinsonisme door overige geneesmiddelen teweeggebracht 214
333.92 | G21.0 Maligne neuroleptisch syndroom 214
333.72 | G24.02 Acute dystonie door geneesmiddelen teweeggebracht 214
333.99 | G25.71 Acute acathisie door geneesmiddelen teweeggebracht 214
333.85 | G24.01 Tardieve dyskinesie 214
333.72 | G24.09 Tardieve dystonie 214
333.99 | G25.71 Tardieve acathisie 214
333.1 | G25.1 Houdingstremor teweeggebracht door geneesmiddelen 215
333.90 | G25.9 Niet-gespecificeerde bewegingsstoornis teweeggebracht door geneesmiddelen 215
ANDERE PROBLEMEN 215
V15.81 | Z91.19 Niet meewerken aan behandeling 215
V65.2 | Z76.5 Simulatie 215
V71.01 | Z72.811 Antisociaal gedrag bij volwassenen 215
V71.02 | Z72.810 Antisociaal gedrag bij een kind of adolescent 215
V62.89 | R41.83 Zwakbegaafdheid 215
780.9 | R41.82 Met de leeftijd samenhangende cognitieve achteruitgang 215
xviii psychi at rische di agnost iek
* De bijlage Van icd-9-cm-codes naar icd-10-cm-codes is via www.nieuwezijds.nl/down-
loads ook online te raadplegen (evenals een alternatieve versie waarin de stoornissen alfa-
betisch geordend zijn). Via deze downloadspagina wordt je ook op de hoogte gehouden van
nieuwe ontwikkelingen rond de icd-codering.
V62.82 | Z63.4 Rouwreactie 215
V62.3 | Z55.9 Studieprobleem 216
V62.2 | Z56.9 Beroepsprobleem 216
V62.89 | Z65.8 Religieus of spiritueel probleem 216
V62.4 | Z60.3 Acculturatieprobleem 216
V62.89 | Z60.0 Levensfaseprobleem 216
995.29 | T43.205 Onthouding van antidepressiva 216
995.20 | T50.905 Overige bijwerkingen van geneesmiddelen 216
Bijlage Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes* 217
Over de ICD-codering 241
Dankwoord 242
Register van stoornissen gerangschikt op symptomen 243
Over de auteur 253
1
Hoe dit boek te gebruiken
Dit boek is een beknopte en gebruiksvriendelijke gids voor het accuraat diagnosticeren en coderen. Het bevat:• een of meer screeningsvragen voor elke stoornis (merk op dat niet
elke psychische stoornis uit de dsm-5 in dit boek wordt behandeld; ik heb er enkele weggelaten die me niet bruikbaar leken);
• duidelijke prototypische beschrijvingen van de psychische stoornis-sen, en niet zozeer complexe en omslachtige stelsels van criteria die vaak genegeerd worden;
• de meest essentiële differentiële diagnoses die bij elke stoornis uit-gesloten moeten worden;
• diagnostische tips – alles wat ik de afgelopen veertig jaar heb ge-leerd van mijn patiënten, het superviseren van studenten en het voorbereiden van de dsm-iii, de dsm-iii-r en de dsm-iv;
• de benodigde icd-9-cm-codes van elke stoornis, en waar mogelijk de icd-10-cm-codes;
• waarschuwingen om diagnostische inflatie en de invloed van diag-nostische hypes tegen te gaan;
• waarschuwingen tegen twijfelachtige aspecten van de dsm-5.
DOELGROEP
Dit boek is bedoeld voor iedereen die belangstelling heeft voor psychia-trische diagnostiek. Beroepsbeoefenaren uit alle disciplines binnen de psychische gezondheidszorg en van alle ervaringsniveaus vinden hier waardevolle tips om hen te helpen bij het bepalen van de juiste diagnoses en codes. Beginnende studenten en stagiaires biedt het een handige,
2 psychi at rische di agnost iek
maar redelijk uitvoerige inleiding op de belangrijkste wetenswaardighe-den rond de psychiatrische diagnostiek. Afstudeerders en clinici in oplei-ding zullen het een waardevol leerboek vinden. Overbezette huisartsen (die 80 procent van de recepten voor psychiatrische medicijnen uitschrij-ven)¹ worden geholpen met het stellen van een accurate diagnose in de beperkte tijd die ze met elke patiënt hebben. Door de wol geverfde clinici gaan er misschien vanuit dat ze alles over diagnostiek weten, maar ik heb gemerkt dat dat bij de meesten toch niet het geval is. Ik heb door het schrijven van dit boek veel geleerd en ik denk dat er veel professionals in de psychische gezondheidszorg zijn die ook veel zullen leren door het te lezen. Ten slotte zijn er de patiënten en hun familieleden, die mede dankzij dit boek beter beslagen ten ijs kunnen komen. Patiënten zijn altijd mijn leraren geweest; het is fijn om ook eens wat terug te kunnen doen. Het schrijven van dit boek was een plezierige bezigheid en ik hoop dat alle lezers het ook met veel genoegen zullen gebruiken.
Twee opmerkingen over het gebruik van persoonlijke voornaam-woorden. Ten eerste gebruik ik weliswaar ‘je’ veelal om naar ‘de cli-nicus’ te verwijzen, maar ik versta daar ook patiënten en hun fami-lieleden onder. Ten tweede probeer ik bij mijn verwijzingen naar ‘de patiënt’ altijd af te wisselen tussen de mannelijke en vrouwelijke vorm, behalve in het geval van specifieke diagnoses waarbij de patiënt in na-genoeg alle gevallen een man of vrouw is.
DE STRUCTUUR VAN HET BOEK
De volgorde van de psychische stoornissen in dit boek verschilt sterk van die in de dsm-5. De ordening is ruwweg gebaseerd op de frequen-tie waarin ze voorkomen in de gemiddelde klinische praktijk en op de belangstelling die clinici en studenten er voor zullen hebben. Daardoor komt de aandacht te liggen op de belangrijkste bomen in het enorme en dichte woud aan psychische stoornissen in de dsm en ligt de nadruk op de interessantste en meest pregnante problemen rond de differentiële diagnose. Een mooie bijkomstigheid is dat het boek de lezer dankzij die structuur meer uitnodigt om van begin tot het eind door te lezen, en niet slechts een droog theorieboek is. De inhoudsopgave geeft de pagina’s waarop elke psychische stoornis wordt behandeld, samen met de bijbehorende icd-cm-codes.
1 Hoe dit boek te gebruiken 3
Elke stoornis vertelt zijn eigen verhaal en vormt een illustratie van de geweldige verscheidenheid aan menselijke gedragingen bij ziekte en gezondheid. Elk hoofdstuk begint met een lijst van de stoornissen die erin aan de orde komen. Binnen de hoofdstukken wordt bij elke stoor-nis die wordt besproken steeds de icd-9-cm-code gegeven (en waar mo-gelijk ook de icd-10-cm-code). De icd-9-cm-code staat steeds in een grijs veld, gevolgd door een verticale streep (|), de icd-10-cm-code staat steeds na die streep, zwart op wit. Alle landen hebben in een internatio-naal verdrag vastgelegd dat ze de International Classification of Diseases (icd) zullen hanteren. De dsm-iv, de Diagnostic and Statistical Manu-al of Mental Disorders, bevatte nog uitsluitend icd-9-cm-codes, maar de dsm-5 bevat zowel icd-9-cm als icd-10-cm-codes [Dit gold ook al voor de Nederlandstalige Beknopte handleiding bij de Diagnostische Cri-teria van de dsm-iv (Swets, 1995)]. Omdat de icd-10-cm-codering veel ingewikkelder is dan die van icd-9-cm, vind je in de inhoud niet bij elke stoornis de icd-10-cm-code, teneinde dit boek beknopt en gebrui-kersvriendelijk te houden. De bijlage Van icd-9-cm-codes naar icd-10-cm-codes (p. 217) geeft meer icd-10-codes en in Over de icd-codering (p. 241) vind je links naar diverse vergelijkings- en conversiewebsites.
Diagnostisch prototype versus criteria van een diagnoseElke beschrijving van een psychische stoornis begint met een scree-ningsvraag en een korte prototypische omschrijving. De dsm-5 is deels zo’n dik boek geworden omdat het reeksen zeer gedetailleerde diag-nostische criteria bevat die elke diagnose definiëren. De introductie van deze werkwijze met de publicatie van de dsm-iii in 1980 was een grote stap voorwaarts in de geschiedenis van de psychiatrie omdat de zorgvuldige toepassing van criteria (in het bijzonder bij onderzoek en in een gerechtelijke context) de betrouwbaarheid sterk kan vergroten. Zonder criteria zou psychiatrisch onderzoek onmogelijk zijn en zou ons onderzoeksgebied zijn geloofwaardigheid verliezen. Maar er zit een addertje onder het gras: het is zo lastig werken met reeksen criteria dat de meeste clinici ze domweg niet gebruiken. Velen van hen zeggen dat ze de criteria wel in hun hoofd hebben zitten, maar ik weet dat dat niet mogelijk is. Er zijn zoveel criteria voor zoveel stoornissen dat je ze onmogelijk kunt onthouden. Ik heb veel ervaren en ogenschijnlijk heel deskundige diagnostici aan een toets onderworpen en bekeken of ze
4 psychi at rische di agnost iek
de specifieke items van de verschillende criteriareeksen paraat hadden. Meestal was dat niet het geval en vaak zijn ze er heel slecht in. Gegeven de grilligheid van het geheugen zou het beter zijn als ze de relevante onderdelen van de dsm zouden opzoeken voor ze een diagnose stellen of als ze een dsm-checklist zouden gebruiken. De meeste clinici doen echter geen van beide.
Daarom doe ik het in dit boek anders. Ik geef geen diagnostische criteria die mensen toch niet onthouden, maar geef een prototypische beschrijving van elke diagnose die de essentie ervan weergeeft, hope-lijk op een wijze die gemakkelijk te onthouden is. Deze ‘prototypische methode’ is handig en handzaam, en bovendien de werkwijze die de meeste clinici toch al toepassen.² Maar ze heeft ook duidelijke beper-kingen. Een nauwkeuriger diagnose (waarbij gebruikgemaakt wordt van expliciete en gedetailleerde diagnostische criteria en misschien ook een semigestructureerd interview) verdient natuurlijk de voorkeur in situaties waarin er meer tijd beschikbaar is en betrouwbaarheid van het grootste belang is – bijvoorbeeld bij onderzoek, in een gerechtelijke procedure, in keuringsonderzoek, in gevallen waarin de diagnose on-duidelijk is of als behandeling op basis van een eerdere diagnose niets heeft opgeleverd.³
Differentiële diagnose en diagnostische tipsNa elke prototypische beschrijving volgt een uitgebreide differentiële diagnose, die een overzicht geeft van de aandoeningen die uitgesloten moeten worden. Dan volgen diagnostische tips die specifiek zijn voor elke diagnose. Als de differentiële diagnose moeilijk is, kun je de meest waarschijnlijke kandidaten die het best lijken te passen bij je patiënt met elkaar vergelijken. Als je niet over voldoende informatie beschikt om een keuze te kunnen maken of als geen van de kandidaten goed past, is het geen probleem om de voorlopige omschrijving ‘niet-gespe-cificeerd’ te gebruiken (zie beneden).
Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes en Over de ICD-codering De bijlage Van icd-9-cm-codes naar icd-10-cm-codes (p. 217) helpt je op een gemakkelijke manier snel icd-9-cm-codes om te zetten in icd-10-cm-codes en geeft waar nodig bijzonderheden over de icd-10-cm-
1 Hoe dit boek te gebruiken 5
codes. In Over de icd-codering (p. 241) vind je de internetadressen van diverse vergelijkings- en conversiewebsites, en een mogelijkheid om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen.
Register van stoornissen op basis van symptomenHet Register van stoornissen op basis van symptomen maakt het moge-lijk om te bepalen welke psychische stoornis je moet overwegen bij elk symptoom van de patiënt. Je kunt dit register gebruiken als je er zeker van wilt zijn dat je geen enkele mogelijkheid mist.
BEPERKEN VAN DIAGNOSTISCHE INFLATIE EN HET VERMIJDEN VAN HYPES
Retrospectieve epidemiologische onderzoeken melden dat 20 procent van de algemene bevolking voldoet aan een gangbare psychiatrische stoornis en dat dat levenslang voor 50 procent geldt.⁴ Prospectieve epi-demiologische onderzoeken verdubbelen deze cijfers en suggereren dat psychische stoornissen nagenoeg alomtegenwoordig zijn.⁵,⁶ Gedurende de afgelopen twintig jaar is er sprake geweest van drie onverwachte hypes op ons vakgebied, die gedeeltelijk zijn veroorzaakt door de dsm-iv: een toename met een factor twintig van het aantal gevallen van de autismespectrumstoornis,⁷ een verdriedubbeling van de aandachts-tekortstoornis met hyperactiviteit (adhd)⁸ en een verdubbeling van het aantal bipolaire stoornissen.⁹ De gevaarlijkste hype is een toename met een factor veertig van het aantal gevallen van bipolaire stoornissen on-der kinderen,¹⁰ die werd bevorderd, niet door de dsm-iv, maar door roekeloze en misleidende marketing van de farmaceutische industrie. 20 procent van de bevolking van de vs¹¹ slikt een psychotroop middel; 7 procent is er aan verslaafd en overdoses met legale middelen veroor-zaken tegenwoordig meer bezoeken aan de afdeling spoedeisende hulp dan overdoses met illegale middelen.¹²,¹³
Ik denk niet dat er sprake is van een echte epidemische toename van psychische stoornissen, maar dat we wel een epidemie aan onzorgvul-dige diagnoses en wat al te gemakzuchtige voorschrijfgewoonten zien. Heel kleine veranderingen in de interpretatie van de definitie van stoor-nissen en in de toepassing van de diagnostische criteria kunnen leiden tot enorme veranderingen in het aantal gemelde gevallen van stoornis-
6 psychi at rische di agnost iek
sen en in het gebruik van medicijnen. Een van de doelstellingen van dit boek is het corrigeren van diagnostische inflatie en het inperken of voorkomen van hypes. Waar dat op zijn plaats is, zal ik waarschuwin-gen en aanbevelingen geven met betrekking tot de wijze waarop ver-meden kan worden dat al te onnauwkeurige diagnoses tot overdiagnose leiden. Een verstandige clinicus is altijd behoedzaam, hij verzet zich tegen hypes en laat zich er niet door meeslepen. Als iedereen ineens de diagnose van de dag blijkt te hebben, dan zullen de meesten van hen die waarschijnlijk niet hebben.
PROBLEMEN MET DE DSM-5
De dsm-5 heeft te kampen met de ongelukkige combinatie van onrealis-tische en nogal opgeblazen ambities, en een onzorgvuldige methodolo-gie.¹⁴ De optimistische gedachte was een paradigmatische vooruitgang in de psychiatrie te realiseren; het trieste resultaat is een handleiding die niet veilig is en wetenschappelijk ook niet goed onderbouwd.¹⁵ Een voorbeeld: er worden drie nieuwe stoornissen geïntroduceerd die zich op de vage grens met normaal gedrag bevinden: eetbuistoornis (Binge-Eating Disorder; bed), milde neurocognitieve stoornis (Mild Neurocognitive Disorder; mnd) en de disruptieve stemmingsdysre-gulatiestoornis (Disruptive Mood Dysregulation Disorder; dmdd). Als deze diagnoses niet terughoudend worden gebruikt, zullen miljoenen in essentie normale mensen ten onrechte zo’n etiket opgeplakt krij-gen, worden onderworpen aan een in potentie schadelijke behandeling en een onnodig stigma krijgen. De dsm-5 heeft ook de eisen voor de diagnose van bestaande stoornissen verlaagd. Zo zijn bijvoorbeeld twee weken van normaal verdriet een depressieve stoornis geworden. De criteria voor adhd bij volwassenen zijn minder strikt geworden, waar-door deze aandoening gemakkelijk verward kan worden met normale afleidbaarheid en de diagnose misbruik van voorgeschreven stimule-rende middelen vergemakkelijkt omwille van prestatieverbetering of recreatief gebruik. De dsm-5 heeft vroeg misbruik van een middel en afhankelijkheid van een middel in het laatste stadium (verslaving) in elkaar geschoven, waardoor de grote verschillen in verloop en behan-delingsbehoeften door elkaar lopen, en er onnodige stigma’s worden gecreëerd.¹⁶
1 Hoe dit boek te gebruiken 7
Geen van deze veranderingen was gebaseerd op een stevig weten-schappelijk fundament; geen ervan is afdoende getoetst; van geen ervan is aangetoond dat ze gerelateerd zijn aan een effectieve behandeling; en ze leiden allemaal tot ernstig verkeerd gebruik. Zo is bijvoorbeeld de disruptieve stemmingsdysregulatiestoornis in de dsm-5 opgenomen, ook al is deze slechts door één onderzoeksgroep onderzocht, geduren-de niet meer dan zes jaar. Een verzoek van 51 ggz-verenigingen waarin stond dat de veranderingen van de dsm-5 door onafhankelijke deskun-digen moeten worden onderworpen aan evidence-based onderzoek, is zonder enige uitleg verworpen.¹⁷ De dsm-5 heeft daarmee de sluisdeur naar een diagnostische inflatie en buitensporig medicijngebruik wijd opengezet.
WaarschuwingskadersIk adviseer om voorzichtig te zijn met de veranderingen die door de DSM-
5 zijn geïntroduceerd en diagnostische inflatie aanmoedigen. Om cli-
nici te helpen met het vermijden van een dergelijke inflatie, heb ik bin-
nen relevante paragrafen waarschuwingskaders met problematische
DSM-5-stoornissen opgenomen. In die kaders leg ik uit waarom ik denk
dat deze specifieke diagnoses alleen bij uitzondering gebruikt mogen wor-
den, als ze al gebruikt moeten worden. Waarschuwingskaders volgen ook
na de prototypische beschrijvingen van diagnoses van de stoornissen die
het snelst verkeerd gediagnosticeerd zullen worden als de verlaagde DSM-
5-drempels gehanteerd worden.
Bedenk dat niet alle symptomen en problemen in het leven veroorzaakt worden door psychische stoornissen en dat ten onrechte gestelde diag-noses extreem schadelijk kunnen zijn voor de betrokkene. In urgente situaties is het altijd veel veiliger en accurater om te onderdiagnosti-ceren dan om te overdiagnosticeren. Het is een kleine moeite om een diagnose toe te voegen als later blijkt dat die op zijn plaats is. Zodra er echter een verkeerde diagnose is gesteld, gaat die een eigen leven leiden en is het erg moeilijk om deze ongedaan te maken. In de rest van dit hoofdstuk geef ik clinici een aantal praktische richtlijnen om tot een accurate diagnose te komen.
WaarschuwingskadersIk adviseer om voorzichtig te zijn met de veranderingen die door de DSM-
5 zijn geïntroduceerd en diagnostische inflatie aanmoedigen. Om cli-
nici te helpen met het vermijden van een dergelijke inflatie, heb ik bin-
nen relevante paragrafen waarschuwingskaders met problematische
DSM-5-stoornissen opgenomen. In die kaders leg ik uit waarom ik denk
dat deze specifieke diagnoses alleen bij uitzondering gebruikt mogen wor-
den, als ze al gebruikt moeten worden. Waarschuwingskaders volgen ook
na de prototypische beschrijvingen van diagnoses van de stoornissen die
het snelst verkeerd gediagnosticeerd zullen worden als de verlaagde DSM-
5-drempels gehanteerd worden.