Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en...

25
Sint - Jan JAARVERSLAG 2016 PSYCHIATRISCH CENTRUM VZW EEKLO

Transcript of Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en...

Page 1: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

Sint-Jan

jaarverslag 2016

P s y c h i at r i s c h c e n t r u m

VZW EEKLO

Page 2: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

Sint-JanP s y c h i at r i s c h c e n t r u m

VZW EEKLO

jaarverslag 2016

Page 3: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

We hebben 2016 reeds geruime tijd achter ons gelaten en willen graag nog even stilstaan bij de verwezenlijkingen van het afgelopen jaar. Het is onmogelijk om alle aspecten van de werking, cruciaal voor onze opdracht, in een jaarverslag uit de doeken te doen. We kozen enkele accen-ten die het jaar gekleurd hebben maar weten dat dit slechts een bloemlezing kan zijn van alle inspanningen die geleverd zijn. Het was een jaar dat door velen als intens is aangevoeld.

Het beleid voor de komende jaren werd gewikt en gewogen. De gevoerde analyses en bespre-kingen hebben geleid tot een aantal keuzes in ons strategisch beleid die bepalend zullen zijn voor de toekomst van dit ziekenhuis. er werden veel projecten opgestart om inhoudelijk klaar te zijn voor wat patiënten en verwijzers van ons mogen verwachten: een professioneel antwoord op hun vragen, samen met hen en het ruimere netwerk, zoekend naar de zorg en behandeling die ze nodig hebben.

We weten dat de veranderingen waar we voor staan enkel kunnen gerealiseerd worden indien er op alle niveaus voldoende draagvlak gecre-eerd wordt. Dit start met een goede communi-catiecultuur. We hebben aandachtig geluisterd naar alle partijen bij het tot stand komen van de doelstellingen. er wordt ook meer ingezet op het informeren van medewerkers over onze projec-ten zodat ze betrokken wordt bij de richting waar-in onze organisatie gaat. Onze leidinggevenden hebben in deze dynamiek een cruciale rol. We willen hen dan ook ondersteunen in deze op-dracht. Dit gebeurt o.a. door middel van een le-rend netwerk en voldoende kansen tot vorming.

er zijn veel inspanningen geleverd binnen de af-delingen om de inhoudelijke werking verder uit te bouwen. De kern van onze functie zit in de di-recte patiëntenzorg. Het blijft een uitdaging om als organisatie een werking te organiseren die voldoet aan alle kwalitatieve verwachtingen en die door de patiënt aangevoeld wordt als een antwoord op zijn hulpvraag. Daarom besteden we ook voldoende aandacht aan de therapeu-

tische programma’s die geboden worden op de verschillende afdelingen. De Herstelvisie en participatie zijn niet meer weg te denken uit de geestelijke gezondheidszorg. Ondanks het feit dat slechts één afdeling deze aspecten in zijn naam draagt, staan we er op dat deze in de to-tale werking voelbaar zijn.

Het is een vanzelfsprekendheid dat de geboden zorg veilig en kwalitatief moet zijn. er zijn vele ont-wikkelingen op het vlak van de farmaceutische behandeling, patiëntenrechten, dossiervorming, zorgcommunicatie ,suïcide- en agressiepreven-tie. Deze zaken staan terecht op de voorgrond en we eisen hierin alles van onszelf om daarin de hoogste standaarden na te streven. Medewer-kers nemen hierin een cruciale rol op als trekker of referentiepersoon. We merken dat dit de sleu-tel is tot een succesvolle implementatie.

De ondersteunende diensten scheppen de noodzakelijke voorwaarden waarbinnen we ons werk kunnen doen. er is dan ook voldoende ge-investeerd in onze infrastructuur, IT en andere dienstverlening om hierin volledig klaar te staan voor de standaarden van morgen.

Het directieteam. Marc vanhauwenhuyse

algemeen directeur Dr andré vereecken

Hoofdgeneesheer Frederiek Dumarey

Therapeutisch directeur Koen lefevre

verpleegkundig directeur

Voorwoord inhoud

2 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 3

Voorwoord 2Inhoudsopgave 31. Beleid 4

1.1. StrategischmanagementinhetPZSint-JanEeklo 4

1.2. Deskundigeenbevlogenmedewerkersen

leidinggevenden 4

1.3. VTOBeleid–enkelecijfers 6

1.4. Mentaleveerkrachtenstress 7

2. Therapeutischeprogramma’s 82.1. DeKliniekvoorOpnameenBehandelingvan

volwassenen en de Kliniek voor angst-,

stemmings-, aanpassings- en Persoonlijkheids-

stoornissen. 8

2.2. DeKliniekvoorOpnameenBehandelingvan

Ouderen 12

2.3. DeSP-kliniek 12

2.4. DeKliniekvoorDubbeldiagnose 14

2.5. DeKliniekvoorHerstelgerichteZorg 15

3. Herstelvisieenparticipatie 173.1. TransVORM:eengrensoverschrijdendcreatief

project 17

3.2. FamilieparticipatieopdeSP-kliniek:implementatie

vanderolvandewettelijkvertegenwoordiger 17

3.3. EenparticipatiefpalliatiefbeleidopdeSP-kliniek 17

3.4. DepatiëntenraadindeKliniekvoor

HerstelgerichteZorg 18

3.5. SamenwerkingmethetWijkcentrumDeKring: 18

3.6. HetplatformHerstelgerichteVisieMeetjesland 18

3.7. TheaterprojectKunstacademieEeklo2016–2017

insamenwerkingmethetPZSint-JanEekloen

WijkcentrumDeKring 20

3.8. ActiviteitenSimiles2016 20

4. Veiligeenkwaliteitsvollezorg 244.1. AgressiepreventieinhetPZSint-JanEeklo. 24

4.2. Suïcidepreventie:regionaalnetwerkeventen

preventieinhetPZSint-JanEeklo 25

4.3. Incidentanalysesalsgroeimogelijkheid 27

4.4. DeontwikkelingvaneenElektronisch

PatiëntendossierinhetPZSint-JanEeklo:zorg,

transmuralecommunicatieentechnologie 28

4.5. Kwaliteitbevorderendoordeontwikkelingvan

eeninterneauditmethodiek 30

4.6. Kwaliteitsthema:farmaceutischeanamnese 30

4.7. Transmuralezorgcommunicatietenaanzien

vanwoonzorgcentra 31

4.8. Kwaliteitsthemamondelingeenschriftelijke

communicatie: de probleeminventarisatie

opdeSP-kliniek 31

4.9. Kwaliteitsthema:mondelingeenschriftelijke

communicatie op de Kliniek voor Herstelgerichte

Zorg:hetbehandelplan 32

4.10.VlaamsIndicatorenproject:VIP² 32

5. Ondersteunendediensteneninvesteringen 345.1. Oazis 34

5.2. WittekassaAchtkanter 34

5.3. RenovatieSociowoningen 34

5.4. InvesteringenIT 34

5.5. PZSint-JanEekloverlengtSMILEY 35

6. PZSint-JanEeklo2016:eenjaarincijfers366.1 Aantalopnames 37

6.2 Aantalrechtstreekseopnames 37

6.3 Geslacht 38

6.4 Leeftijdpatiënten 38

6.5 Opnamegeplandsinds 39

6.6 Leefmilieuvooropname 39

6.7 PrimairediagnoseasI 40

6.8 PrimairediagnoseasII 40

6.9 Verblijfsduur 41

6.10Wijzevanontslag 41

6.11 Veiligheidsmanagementsysteem 42

6.12 Personeel 43

Page 4: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

4 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 5

ander waardoor het begrip vergroot en de samenwerking

en communicatie bevorderd wordt.

team = samenwerken + doel

veranderingen in een werking geven leidinggevenden

vaak kopzorgen. Het is een kunst om het overzicht te be-

waren en alle processen goed te begeleiden tot een opti-

maal resultaat. We kregen opleiding in het gebruik van het

team-doelmatigheidsmodel waar aan de hand van 4 doel-

matigheidsgebieden een analyse en aanpak geformuleerd

wordt. Deze gebieden zijn doelen, rollen, procedures en

interpersoonlijke relaties. Hierbij is het van belang te weten

dat het systeem als een soort ‘waterval’ wordt gezien waar-

bij men eerst de doelen duidelijk moet krijgen vooraleer

het gaat over de rollen en de procedures. Interpersoonlijke

relaties worden dan als het sluitstuk beschouwd. Wanneer

er bv. een probleem lijkt te zijn in het domein van de in-

terpersoonlijke relaties, dan is de kans groot dat dit voort

komt uit één van de andere doelmatigheidsgebieden. er

wordt soms veel aandacht besteed aan een onderling con-

flictterwijlditgelinktisaaneenonduidelijkeroldefiniëring

binnen het team. Het fundament waarop deze methodiek

is gebouwd stelt dat een goede voorbereiding waarbij alle

medewerkers betrokken worden en alle elementen expli-

ciet gemaakt worden de implementatie van veranderingen

veel makkelijker maakt.

Communicatie

Medewerkers beter informeren is de basis om hen actief te

betrekken bij een organisatie. De nieuwsbrief die we nieuw

leven inbliezen, werd opgezet in dialoog met alle partijen.

Op niveau van directie staan we meer stil bij een vroegtijdi-

ge communicatie van alle doelstellingen die we uitwerken

en de visie die erachter zit. leidinggevenden en medewer-

kers schrijven bijdragen over hun werking en hun functie

zodat we de kleinschaligheid van onze organisatie kunnen

benutten door een goede kennis van elkaar en elkaars wer-

king. De nieuwsbrief wordt gesmaakt en geeft iedereen zin

om dit verder uit te werken.

Het interdienstenoverleg als brug tussen alle dien-

sten en functies binnen de patiëntenzorg

De bevlogenheidsmeting gaf aan dat we als organisatie

moeten blijven inzetten op alle vormen van communi-

catie. Het interdienstenoverleg (IDO) leek een logische

keuze om onder de loep te worden genomen. Iedereen

moet dit overleg actief kunnen benutten om binnen het

geheel van het ziekenhuis de vragen en antwoorden te

formuleren die nodig zijn om samen te werken rond onze

doelstelling. We zijn veel actiever alle leden expliciet

gaan bevragen naar de cruciale thema’s die onderling

aan bod moeten komen. Het is ondertussen een auto-

matisme geworden om deze bevraging op elk overleg

te hernemen. Wanneer een thema is aangehaald op het

IDO, wordt er bovendien stilgestaan bij de voorbereiding

van dit thema vóór het geagendeerd wordt. Dit leidt tot

een sterkere betrokkenheid van alle partijen en een in-

houdelijke verdieping.

vergadercultuur met de grote C

Op het lerend netwerk werden een 3-tal vormingsmo-

menten georganiseerd over efficiënt vergaderen. Een

leidinggevende die zich bijgeschoold had en gepassi-

oneerdraaktedooreenconstructieveenefficiëntever-

gadercultuur nam het op zich om haar collega’s mee

in het bad te trekken. De voorwaarden voor een goede

vergadering werden besproken en omgezet in concrete

tips en methodieken. Hieruit bleek hoe belangrijk een

goede voorbereiding is en dat je als leidinggevende een

actieve rol moet spelen om te slagen in je opzet, name-

lijk een overleg dat door alle partijen als zinvol, duidelijk

en doelgericht ervaren wordt. er werd ook een evaluatie

gemaakt van de gezamenlijke overlegmomenten. Hierbij

werd een aantal tips onmiddellijk in de praktijk gebracht.

De vergaderagenda van het interdienstenoverleg wordt

nu strikter getimed, de doelstelling van de bespreking

moet vooraf duidelijk geformuleerd worden en we ein-

digen met duidelijke conclusies en vragen die op de vol-

gende bespreking worden hernomen.

1. Beleid

1.1. Strategisch management in het PZ Sint-Jan eekloOm het strategisch beleid voor de komende jaren van het

PsychiatrischZiekenhuisuit te tekenen,werdereind2015

beslist om een sWOT analyse uit te voeren. De leden van de

RaadvanBestuur,hetdirectiecomité,debehandelendeart-

sen en stafmedewerkers werden gevraagd om een enquête

in te vullen die peilde naar de sterktes, zwaktes, opportuni-

teiten en bedreigingen op alle domeinen van het eFQM mo-

del. aansluitend werden ook de coördinatieteams gevraagd

om ook adviezen te geven in mogelijke actiepunten.

In de eerste maanden van 2016 werden alle resultaten ver-

werkt in een discussienota, die ten gronde werd besproken

tussen de directie en de behandelende artsen. De stafme-

dewerkers en de coördinatieteams van de klinieken vervol-

ledigden de analyse tot op niveau van de werkvloer. Dit alles

resulteerde in een beleidsplan waarin de grote thema’s voor

de komende jaren verwerkt zijn.

De grote uitdagingen voor de komende jaren zijn:

1) We streven naar deskundige en bevlogen medewerkers

2) We ondersteunen de continuïteit en coördinatie van

zorg door middel van mondelinge en schriftelijke com-

municatie

3) Implementatie van een actief opname- en ontslagbeleid

4) We bieden veilige zorg

5) We implementeren een indicatorenbeleid

6)Webiedeneenkwalitatiefmedisch–therapeutischbe-

leid

7) We werken herstelgericht met aandacht voor patiënten-

en familieparticipatie

8) We houden de automatisatie veilig en performant

9) De performantie en kwaliteit in logistiek, ondersteunen-

de processen worden geoptimaliseerd.

10) We blijven de sector verkennen op zoek naar (klinisch)

operationelesamenwerking.Weprofilerenonshierbijals

netwerkorganisatie in functie van de continuïteit van zorg.

1.2. Deskundige en bevlogen medewerkers en leidinggevenden

De rol van een leidinggevende binnen de zorg is aan ver-

andering onderhevig. De verwachtingen zijn hoog en het

takenpakket evolueert mee. De specialisatie in de zorg, het

intensieve karakter van een behandeling op de derde lijn, de

samenwerking met andere diensten, de inzet op expertise en

samenwerking binnen een multidisciplinair team, alsook de

reorganisaties in de sector kleuren sterk deze omwenteling.

We willen onze leidinggevenden voldoende ondersteunen

en bouwden een lerend netwerk uit. We komen maandelijks

samen om te leren van elkaar en moeilijkheden te spiegelen

aan goede voorbeelden. Hierbij geven we een opsomming

van de meest in het oog springende initiatieven uit 2016.

Bevlogenheid

uit de bevlogenheidsmeting die eind 2015 werd afgeno-

men, bleek dat inzetten op de onderlinge communicatie en

groeikansen voor medewerkers cruciaal is om medewerkers

geëngageerd en gepassioneerd te houden. Deze aspecten

vormden dan ook de basis van de actiepunten die hieronder

beschreven zijn. De ondersteuning van onze leidinggeven-

den werd sterk gekleurd door deze keuze. naast het verzor-

gen van de communicatie werd er veel aandacht besteed

aan het creëren van een draagvlak door de expertise aan te

spreken die aanwezig is bij onze medewerkers. Dit doen we

door referentieopdrachten te geven aan medewerkers op

basis van interesse en expertise.

Ken je persoonlijke stijl

leidinggevenden worden aangemoedigd om hun eigen

persoonlijke stijl te ontwikkelen. Hierbij is zelfkennis van be-

lang. De DIsc-methode is een manier om inzicht te krijgen

in deze persoonlijke stijl en in hoe we handelen in bepaalde

omstandigheden.Heteneprofielishierbijnietbeterdanhet

andere, iedere stijl heeft sterktes en valkuilen. De leiding-

gevenden hebben op basis van een vragenlijst hun eigen

stijl in kaart gebracht en onderling besproken. Het was een

ingangspoort om meer inzicht te krijgen in onszelf en de

Page 5: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

7

1.3.5 verhouding interne – externe vorming

als ziekenhuis kunnen medewerkers vormingsaanvragen

doen voor externe vormingen buiten het ziekenhuis, maar

ook investerenwij inhetgevenvan internevormingen.Zo

vonden in 2016 verschillende grote opleidingsinitiatieven

voor grote groepen medewerkers plaats in ons ziekenhuis.

De grootste waren de opleidingen rond:

1) BasicLifeSupport (EHBO)voorzorgkundigenenpara-

medici, alsook voor verpleegkundigen die in 2015 deze

opleiding niet hadden gevolgd.

2) Omgaan met agressie voor volledige teams van bepaal-

de afdelingen. Deze reeks zal in 2017 ook voor andere

afdelingen worden verder gezet.

3) Brandopleidinginallegebouweninonsziekenhuisvoor

de mensen die op dat moment aanwezig waren.

Intern 645 79%

Extern 175 21%

1.4. Mentale veerkracht en stress

Op donderdag 4 oktober 2016 gaf Michael Portzky, op

uitnodiging van ons ethisch comité “spes et Fides” een

bijzonder interessante lezing over de relatie tussen men-

tale veerkracht en stress. Bijzonder interessant omdat

zijn bevindingen niet alleen van toepassing zijn op onze

psychiatrische populatie (die meestal gekenmerkt wor-

den door een lage veerkracht), maar ook op onszelf als

hulpverleners.Mentaleveerkrachtwordtgedefinieerdals

een persoonlijkheidskenmerk dat ons in staat stelt om de

negatieveeffectenvanstresstemodererenenonzemo-

gelijkheden tot adaptatie te vergroten. De manier waarop

we ons een weg banen door negatieve gebeurtenissen,

verliessituaties, burn-out, stress op het werk of thuis, etc.,

wordt bepaald door onze veerkracht. uit wetenschappelijk

onderzoek blijkt dat een lage veerkracht samengaat met

depressie, burn-out, absenteïsme, geheugen- en concen-

tratieklachten, alsook tal van (psycho)somatische aandoe-

ningen. Maar zelfs mensen met een hoge veerkracht kun-

nen crashen. vandaar dat Portzky ook aandacht besteedt

aan wat hij “palliatieve activiteiten” noemt, dat zijn ontspan-

nende en dus stress reducerende activiteiten waarmee

we onze balans in evenwicht trachten te houden. Hij maakt

hierin een onderscheid tussen positieve (bv. wandelen,

fietsen,lezen,…)ennegatieve(bv.middelenmisbruik)ont-

spannende activiteiten. en wat blijkt: de aanwezigheid van

deze laatste destructieve activiteiten gaat bijna altijd hand

in hand met een lage veerkracht.

Mondelinge en schriftelijke communicatie

Één van de thema’s die op het interdienstenoverleg door

alle hoofdverpleegkundigen naar voor gebracht werd, betrof

de wijziging in de zorgcommunicatie. De mondelinge over-

legmomenten zoals de overdracht en de teambespreking

steunen op de schriftelijke verslaggeving in het dossier. De

evolutie naar een ePD (elektronisch patiëntendossier) met

een procesgestuurd multidisciplinair behandelplan heeft

ook een impact op de mondelinge communicatie. Deze

gemeenschappelijke zoektocht resulteerde in de opstart

van een kwaliteitsproject waarbij afdelingen vanuit hun ei-

gen werking het gebruik van het ePD en de organisatie van

de mondelinge overlegmomenten analyseerden en hier-

omtrent doelstellingen formuleerden. Het doelmatigheids-

model werd toegepast omdat de vaak ogenschijnlijk een-

voudige wijzigingen steeds complexere aspecten met zich

meebrengen.

aanwezige kennis benutten

De bevlogenheidsmeting gaf aan dat medewerkers willen

betrokken worden in het vorm geven van de afdelingswer-

kingeninhetbeleiddatgevoerdwordt.Zemoetenboven-

dien de ruimte krijgen om hun kennis en kunde ten volle in

te zetten in de patiëntenzorg. Hiertoe kiezen we steeds meer

voor referentieopdrachten waarbij medewerkers hun kennis

kunnen inzetten ten aanzien van de beleidsvoering op een

afdeling en de ondersteuning van hun collega’s. verder in

het jaarverslag lichten we ook de methodiek van interne au-

dits toe waarbij er samen met medewerkers gezocht wordt

naar kwaliteitsverbetering.

1.3 vtO Beleid – enkele cijfers

1.3.1 totaal

In 2016 werden er in totaal 820 vormingen gevolgd.

1.3.2 aantal vormingsuren

In 2016 hebben onze medewerkers alles bij elkaar 2239

uren vorming gevolgd. Dit komt neer op ongeveer 295

werkdagen.

1.3.3 aantal personen die een opleiding volgden

Aantalpersonenmetopleiding 276

Totaalpersoneelsleden 300

Percentage 92%

1.3.4 verhouding formele – informele vorming

Wij maken een onderscheid tussen gevolgde formele en in-

formele vormingen. Met informele vormingen bedoelen we

vormingsactiviteiten die rechtstreeks betrekking hebben op

het werk, zoals bijvoorbeeld intervisies. Onder formele vor-

mingen verstaan we vormingsactiviteiten van minimum 45

minuten en/of vormingsopdrachten buiten de structurele

overlegmomenten.

Aantalformelevormingen 557 68%

Aantalinformelevormingen 263 32%

6 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016

68%

32%

79%

21%

Page 6: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

8 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 9

- De functie van volgtherapeut wordt geïntroduceerd en

uitgewerkt.

Gedifferentieerd therapieprogramma

De bedoeling is om het bestaande therapie-aanbod beter

af te stemmen op de verschillende behoeften, hulpvragen

en problematieken van de huidige patiëntenpopulatie.

er worden 3 doelgroepen van elkaar onderscheiden op

basis van:

- de aard en ernst van psychiatrische of mentale stoornis

- de eigenheid van de hulpbehoefte en -vraag

De 3 programma’s of “doelgroepen” zijn:

1. Opname

2.Begeleiding

3.Behandeling

Deze 3 programma’s komen in feite overeen met de 3

grote functies in de psychiatrische hulpverlening. In elke

therapie of behandeling zitten crisisaspecten, zorgende,

begeleidendeenspecifiekbehandelendeaspecten.Eris

geen strikt onderscheid tussen al deze elementen. In de

praktijk zien we niettemin dat bij de meeste patiënten één

of twee aspecten overwegen.

We proberen dus de aard van de therapie af te stemmen

op de aard en ernst van de problematieken. Het verschil

zit vaak in het soort methodieken die men inzet (bv. ver-

baal of non-verbaal, groep of individuele aandacht, enz),

welke energie, motivatie, verandermogelijkheid of welk

niveau men van de patiënt kan of mag verwachten. uit-

eindelijk is het doel om op maat of niveau van de patiënt

te kunnen werken.

volgtherapeut

elke patiënt krijgt een therapeut toegewezen, een “volg-

therapeut” naar analogie met het systeem van de volg-

verpleegkundige. De volgtherapeut zal in overleg gaan

met de patiënt over zijn/haar therapieprogramma, tra-

ject, evolutie, evaluatie therapeutisch proces, enz. er

wordt bekeken en geëvalueerd welke therapieën en ac-

tiviteiten meest tegemoet komen aan de problematiek,

de vraag en de noden van de patiënt.

2. Therapeutische programma’s

De therapeutische programma’s op de verschillende

klinieken worden systematisch geëvalueerd. Nieuwe

kennis ontwikkelt zich, doelgroepen zijn aan veran-

deringonderhevigendezorgwordt intensiever. Indit

hoofdstukbiedenweeenoverzichtvandeevolutiesin

detherapeutischeprogramma’sin2016alsookvande

contextwaarbinnenditheeftplaatsgevonden.

2.1. De Kliniek voor Opname en Be-handeling van volwassenen en de Kliniek voor angst-, Stemmings-, aanpassings- en Persoonlijkheids-stoornissen.

Het therapieprogramma werd over beide afdelingen

heen geëvalueerd. Dit resulteerde in een nieuwe struc-

tuur en een nieuwe werking. Het therapieprogramma

wordt overkoepelend georganiseerd, patiënten op beide

afdelingen worden geïndiceerd in het programma op ba-

sis van doelgroep en fase van behandeling. De vernieu-

wing van het therapieprogramma is te kaderen binnen

een nieuwe kijk op hoe we patiënten opvolgen, begelei-

den en behandelen.

er zijn twee belangrijke veranderingen:

- Een meer gedifferentieerd therapieprogramma waarbij

we een onderscheid maken tussen doelgroepen. Patiën-

ten zullen aan één van die doelgroepen toegewezen wor-

den zodat dit leidt tot een passend therapeutisch aanbod.

naam afdeling: Kliniek voor Opname en Behande-

ling van Volwassenen

Contactgegevens: tel. 09-376.97.11

Doelgroep: volwassenen die intensieve zorg, veilig-

heid en toezicht vragen omwille van hun acute psychi-

atrische toestandsbeeld (suïcidaliteit, acute psychoti-

sche problematiek, ontwenning).

referentiekaders: integratief psychotherapeutisch

kader, vraaggestuurd vanuit diverse invalshoeken

steunend op een hoofdmodel (cognitief gedrags-

therapeutisch), integrerende verpleegkunde,

presentietheorie.

Behandelende psychiaters: dr. Ph. Rombaut

(beleidsarts), dr. A. Vereecken, dr. P. De Wolf

naam afdeling: Kliniek voor Angst-, Stemmings-,

Aanpassings- en Persoonlijkheidsproblemen (ASAP)

Contactgegevens: tel. 09-376.97.11

Doelgroep: patiënten met een angst-, stemmings-,

aanpassings- of persoonlijkheidsstoornis.

referentiekaders: cognitieve gedragstherapie,

vraaggestuurd vanuit diverse invalshoeken steu-

nend op een hoofdmodel (cognitief gedragsthera-

peutisch), integrerende verpleegkunde, presentie-

theorie.

Behandelende psychiaters: dr. Ph. Rombaut (be-

leidsarts), dr. A. Vereecken, Dr. P. De Wolf

Page 7: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

1110 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016

Programma 1 : OPnaMe

Het “opname”programma is een aanbod van therapieën

en activiteiten dat de specifieke, moeilijke situatie van

een opname, van het opgenomen zijn van de patiënt ter

harte neemt.

Met opname bedoelen we de eerste periode van op-

vang, ontvangst en observatie van de patiënt die in crisis

is, of die om andere redenen van noodzaak of urgentie

voor het eerst aangemeld en opgenomen wordt, of her-

opgenomenwordt (bv. detoxificatie, time-out, aanmel-

ding of doorverwijzing, enz.)

Deze patiënten verblijven in een setting van verhoogd

toezicht, of verhoogde zorg (verhoogde aandacht, nabij-

heid, controle en veiligheid)

De therapeutische activiteiten in dit programma zijn een-

voudig en laagdrempelig, zorgend, contact- en relatie-

opbouwend,sterkaffectief-communicatiefengerichtop:

- kennismaken, onthaal, contact maken en houden, con-

tact en vertrouwen herstellen

- ontvangst en begrip van persoonlijk verhaal en proble-

men

- begrijpen, erkennen en expliciteren van behoeften,

vragen, verwachtingen

- scheppen en verduidelijken van kader en structuur van

ziekenhuis- en afdelingswerking, opname en behan-

delwerking, therapeutisch proces, enz.

- opmaken van persoonlijk bilan

- probleemexploratie en hulpvraagformulering

- observatie ifv diagnostiek, indicatiestelling, oriëntering

- dagelijkse leefroutine en structuur herstellen, even-

wicht tussen rust en activiteit herstellen, bevorderen

van een gezonde leefwijze (beweging, voeding), enz.

- zorg en rust

- pre-therapie: moraliseren, motiveren, positief (her)ka-

deren, enz.

Programma 2 BegeleiDing

Indegeestelijkegezondheidszorgen specifieker inde

residentiëlepsychiatrietreffenwepatiëntenmeternsti-

ge, langdurige en complexe problematieken. We onder-

scheiden twee grote groepen:

- een groep patiënten met e.P.a. (ernstige psychiatrische

aandoening)

- een grote kwetsbare groep met langdurende psychi-

atrische of psychische problematiek, maar veelal van

niet-psychotische aard

Hetprogramma“Begeleiding”helptdepatiëntinhetle-

ren omgaan met beperkingen en verlies (o.a. t.g.v. psychi-

atrische problematiek) en het leren benutten van aanwe-

zige mogelijkheden.

Dezedefinitievanbegeleidingkadert inde “herstelge-

richte visie”.

Het hoofddoel is herstel, integratie en participatie, d.w.z.

een verbeterd of gestabiliseerd interpersoonlijk en soci-

aal functioneren alsook een betere levenskwaliteit.

Het uitgangspunt is de mogelijkheid om te leren en te

werkennaareendoelofmeerderedoelentoe.Begelei-

ding wordt opgevat als een leerproces of een ontwik-

kelingsproces, dat langdurig is, maar niettemin met een

doel en een eindpunt.

Het leidende principe is de onderhandeling tussen pati-

ent en begeleider/therapeut, het gezamenlijk opstellen

en proberen realiseren van gewenste en haalbare doe-

len die voor de patiënt voldoende betekenis- en succes-

vol zijn in zijn/haar persoonlijke groei en ontwikkeling (bv.

op vlak van autonomie, vaardigheden, levensstijl, enz.).

Begeleiding is tenvolleeenzorgopmaat,eencombi-

natie van twee tegenstrijdige elementen: acceptatie en

verandering. De begeleiding moet op zoek gaan naar het

voor de patiënt juiste evenwicht tussen “overvraging” en

“onderstimulatie”, tussen aanpassing van de patiënt en

aanpassing van de begeleider/omgeving.

Therapieën in dit programma zijn voornamelijk suppor-

tief van aard: ik-versterking, opdoen van succeservarin-

gen, ondersteunen en onderhandelen naar gezamen-

lijk opgestelde en overeengekomen doelen, zij-aan-zij,

schouder-aan-schouder samen werken, coachen, leren,

trainen, enz.

Programma 3: BeHanDeling

Behandelinginstriktezinbeoogtdevolledigeenduur-

zame genezing van een stoornis of ziekte. een behande-

ling streeft ernaar om de stoornis zo volledig mogelijk op

teheffenendestoornisindetoekomsttevoorkomen.

Patiënten die in aanmerking komen voor de behan-

delingsgroep situeren zich binnen de doelgroep met

angst-, stemmings-, aanpassings- en Persoonlijkheids-

stoornissen (asaP) en verslavingsproblemen.

een behandeling vertrekt altijd vanuit een indicatie. Om

deel te nemen aan de therapieën van de behandelgroep

zijn volgende indicaties vereist:

- een therapeutische vraag van de patiënt: duidelijke

motivatie of bereidheid tot behandeling

- gerichtwerkenrondeenspecifiekementalestoornis,

psychologische of psychosociale problematiek of the-

matiek

In een behandeling wordt meestal tegelijk op twee spo-

ren gewerkt:

- gefocuste interventies en methodieken streven naar

een directe vermindering en reductie van klachten en

symptomen: afvijlen van scherpe klinische randjes van

de stoornis, onder (zelf)controle krijgen van klachten

en symptomen.

- andere gerichte interventies en methodieken streven

naar een blijvende innerlijke en structurele verande-

ring: aanpakken van de oorzaken die psychologisch

van aard zijn, d.w.z. te maken hebben met de persoon

van de patiënt, zijn persoonlijkheid, ofwel zijn verhou-

ding met zichzelf, anderen en omgeving/context.

acceptance and Commitment therapy

wordt uitgewerkt in de programma’s

acT is de afkorting voor acceptance and commitment

Therapy en is een nieuwe therapievorm binnen de ge-

dragstherapie. Het is een wetenschappelijk onderbouwd

behandelingsmodel voor een brede waaier aan psychi-

sche klachten, zoals allerlei angsten en fobieën, stress,

burn-out, depressieve klachten, cvs, pijn, verslaving,

eetstoornissen, minderwaardigheids- en schuldgevoe-

lens,…

Het doel van acT is dat je een waardevol leven leidt, dat

je leeft op een manier die strookt met wat belangrijk voor

je is en waar je energie van krijgt. acT is interessant voor

eenieder die daaraan wil werken. Of je nu psychische

klachten hebt of niet, zelf hulpverlener bent of niet. acT

helpt je als je bewust wil leven en meer uit het leven wil

halen dan je nu doet. als je je dromen wil waarmaken zal

je natuurlijk op ongemak stuiten, op vervelende gedach-

ten en moeilijke gevoelens. acT reikt hulpmiddelen en

technieken aan om met dat ongemak om te gaan. Om

een gezonde afstand te nemen van gedachten en om

niet meer opgeslorpt te worden door onaangename

emoties en lichaamsgewaarwordingen. Het heeft veel

te bieden op vlak van werken rond waarden (wat wil ik

nu feitelijk in mijn leven?) en bijhorende gedragsveran-

dering.

Mindfulness is een belangrijk onderdeel van acT, maar

wordt op een andere manier gebracht dan in de tradi-

tionele mindfulnesscursus. een belangrijk verschil tus-

sen acT en een mindfulnesscursus is dat acT veel meer

technieken gebruikt dan enkel de mindfulnessmeditatie

om de mindfulnessvaardigheden onder de knie te krij-

gen. er wordt gewerkt met metaforen, verhalen, beelden

en ervaringsgerichte oefeningen die je leren in het hier

en nu te leven, bewust te zijn van je innerlijke gedachten

–engevoelswereldendaarnietopeenongezondema-

nier door opgeslorpt te worden. een belangrijke meer-

waarde van acT ligt in de nadruk op waarden.

Tekening uit project TransvOrM (zie pag. 17)

Page 8: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

12 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 13

naam afdeling: Kliniek voor Opname en Behande-

ling van Ouderen (OBO).

Contactgegevens: tel. 09-376.97.11

Doelgroep: ouderen met een niet-organische psy-

chiatrische problematiek (beginnende dementie,

pathologische rouw, angst- en paniekstoornissen,

stemmingsstoornissen, psychotische problema-

tiek, middelenproblematiek,…). Ouderen met een

organische problematiek enkel met revalidatie- en

resocialisatiemogelijkheden. Er zijn een aantal te-

genindicaties namelijk een Korsakov-beeld zonder

revalidatiemogelijkheden, een matig tot ernstige

dementiële problematiek en een niet-aangeboren

hersentrauma (NAH).

referentiekaders: neurowetenschappelijk model

ondersteund door cognitieve en interpersoonlijke

psychotherapie, integrerende verpleegkunde, pre-

sentietheorie .

Behandelende psychiaters: dr. I. Huybrechts (be-

leidsarts), dr. A. Vereecken

naam afdeling: SP-kliniek

Contactgegevens: tel. 09-376.97.11

Doelgroep: psychogeriatrische zorgvragers met

psycho-organische en neurodegeneratieve aan-

doeningen met geassocieerde gedragsproblemen.

Er zijn een aantal tegenindicaties wat betreft het

syndroom van Korsakov, NAH-patiënten en zwaar

zorgafhankelijke personen.

referentiekaders: neurowetenschappelijk model

ondersteund door cognitieve en interpersoonlijke

psychotherapie, integrerende verpleegkunde, pre-

sentietheorie.

Behandelende psychiaters: dr. I. Huybrechts (be-

leidsarts), dr. A. Vereecken

Beweging bij ouderen met cognitieve problemen

Bewegenspeelteenbelangrijkerolinhetlevenvanou-

deren met dementie waar cognitieve problemen op de

voorgrond treden.

Onze doelgroep hecht zelf veel belang aan voldoende

beweging. Het is een behoefte die ze vaak zelf benoe-

men. Meerdere onderzoeken tonen aan dat bewegen

eengunstigeffectheeft,hetzoudekansopcognitieve

problemen verminderen en de evolutie van het demen-

tieproces vertragen. Beweging verbetert het denkver-

mogen en de uitvoering van dagdagelijkse activiteiten.

Daarnaast is het een zeer belangrijke factor in het kader

van valpreventie bij ouderen waarbij het valrisico sterk af-

neemt naarmate men meer actief is.

In het therapieprogramma is er veel aandacht voor be-

wegingsactiviteiten.

Iedere weekdag wordt er in de voormiddag een bewe-

gingsactiviteit aangeboden door de therapeuten. Daar-

naast wordt er minimaal een 2-tal uur beweging gecom-

bineerd met spel.

De bewegingsactiviteiten zijn divers:

- Danstherapie: dit gebeurt zowel rechtstaand als zittend

op gevarieerde muziek. Maandelijks wordt er ook een

dansnamiddag georganiseerd.

- gebruik van verschillende materialen zoals zandzakjes,

gewichten,lakens,…:hierdoorwordtdeactiviteitgeva-

rieerd. Zowel complexe als eenvoudige gymnastiek-

oefeningen komen aan bod.

- gebruik van youtube: de mensen doen bewegingsoe-

feningen na die op het tv-scherm verschijnen. Op die

manier worden de patiënten extra zintuiglijk geprikkeld

en cognitief gestimuleerd.

- Balsporten:eenspelletjevoetbalbuitenindezomerop

het grasveld wordt steeds hartelijk onthaald.

- Beweging in combinatie met verschillende spelacti-

viteiten zoals volksspelen, ringwerpen, darts, bowling,

petanque, de Wii spelconsole etc.

- Wandelingen: deze zijn populair aangezien onze afdeling

beveiligd is. Mensen genieten hierdoor nog meer van het

buiten zijn. Wij proberen zoveel mogelijk bewegingsacti-

viteiten buiten aan te bieden, vaak doen we elke morgen

een ochtendwandeling. uit onderzoek blijkt dat de extra

zuurstof buiten, de cognitieve achteruitgang vertraagt.

- Bewegingsparcours:verschillendeoefeningenworden

aangeboden rond de patio. Dit zijn zowel spierverster-

kende oefeningen als lenigheidsoefeningen.

- Hetkinélokaalmetfitnesstoestellen:naastonzeafde-

ling bevindt zich het kinélokaal. Hier krijgen de pati-

entendekansomonderbegeleidingtefietsenopde

hometrainerofstepper.Zekunnenhierookzitfietsen

(actief en passief) of roeien op de roeibank.

2.2. De Kliniek voor Opname en Behandeling van Ouderen

Op H1 is de populatie erg verschillend en de leeftijd varieert

sterk. We stellen ook vast dat ouderen nood hebben aan

beweging. elk jaar lanceren we in april de week van de val-

preventie. Hier wordt steeds de nadruk gelegd op het blijven

bewegen. Dit is van belang omdat het de verouderingspro-

cessen afremt, de vitaliteit en gezondheid positief beïnvloedt

en het geeft een positief gevoel. Het laat de patiënten sa-

menkomen en stilstaan bij wat ze belangrijk vinden en het

reduceert het valrisico. Dit hadden onze patiënten goed be-

grepen en van daaruit kwam dan ook hun eigen vraag om

aan de slag te gaan met bewegingsactiviteiten.

In ons therapieprogramma zat een sessie beweging onder

de vorm van zitdansen, maar dit werd verder uitgebreid met

het gebruik van de WII en een nieuwe bewegingsactiviteit

met de roepnaam “rust roest”. voor de opstart van deze ac-

tiviteitenwerdeerstgeluisterdnaardepatiënten.Zowerder

vooropgesteld dat begeleide wandelingen geen must zijn,

maar dat er vooral nood was aan bewegingsactiviteiten in

groep. samen met de kinesitherapeut en bewegingsthera-

peut werd een kader ontwikkeld voor meer bewegingsacti-

viteiten in het programma.

De bewegingsactiviteit “rust roest” is steeds op dezelfde

manier opgebouwd en vindt plaats in groep. We waren oor-

spronkelijk gestart met ‘aerobics’, maar dit is ondertussen

veel meer geworden. na elke activiteit wordt er met de pati-

enteneenevaluatieopgemaakt.Zowerdhetactiviteitenaan-

bodsteedsruimer.Zozijnerde‘aerobicssessies’,opyoga

geïnspireerde bewegingsoefeningen, valpreventie oefenin-

gen, kracht- en lenigheidsoefeningen, parcours, parachute,

bewegingsactiviteitenmetdebal,….Wemerkendatdebe-

wegingsactiviteiten het goed doen en positief beoordeeld

worden. Het betrekken van de patiënten bij het uitbouwen

van dit aanbod heeft zeker een groot aandeel in dit succes.

2.3. De SP-kliniek

Page 9: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

1514 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016

2.4. De Kliniek voor Dubbeldiagnose

De Kliniek voor Dubbeldiagnose heeft een vernieuwde wer-

king. Het vroegere fasesysteem werd verlaten en kent nu

een vast verloop. er wordt dus een duidelijke onverander-

lijke structuur gecreëerd. De keuze werd gemaakt om de

duur van de behandeling strikt af te bakenen. een maximum

van6maandenbehandelingstaatvast.Binnendezestruc-

tuur werd ook geopteerd om de uitgangsmogelijkheden in

een trager tempo op te bouwen om tegemoet te komen

aan de eerste precaire therapeutische fase waarin men een

volledige middelenabstinentie installeert. Het therapiepro-

gramma krijgt hierbinnen een “verplicht” karakter. Het accent

komt voornamelijk te liggen op het maximaal ontmoeten van

de patiënt. er is voornamelijk gewerkt rond het therapiepro-

gramma.

De patiënt kent eerst een observatieperiode. Tijdens deze

eerste periode in de behandeling krijgen alle patiënten een

algemeen programma waarbij ze diverse therapieën leren

kennen. Therapeuten krijgen in deze fase een zicht op hoe

elke patiënt met de dynamieken in de groep omgaat en hoe

hij/zij zich tot het medium verhoudt na deze eerste periode

is er een overleg tussen een therapeut en de patiënt waarin

de patiënt zijn eigen interesses en bedenkingen kenbaar

maakt. Dit wordt door de therapeut besproken op het team.

Eenspecifiekprogrammawordtopgesteldvoordepatiënt

vanuit een therapeutischevisie.Bepaaldepatiënten zullen

eerder ondersteunend benaderd worden, anderen worden

aangespoord om diepgaand introspectief te werken. Door-

heen de behandeling kunnen steeds wijzigingen aan het

programma aangebracht worden na teamoverleg. De pati-

ent heeft zelf inspraak in zijn programma, daarnaast kan het

team ook zelf beslissingen nemen en hiermee naar de pati-

ent stappen. Het hele programma bestaat erin zoveel moge-

lijk klinisch materiaal te verzamelen (herhalingspatronen, co-

pingmechanismen,weerstanden,overdrachtsfenomenen,…).

De patiënt zal dus zowel zelfgekozen, als algemene en spe-

cifieketherapieblokkenhebben.Erblijftduseensterkeca-

susgebonden werking bestaan maar daarnaast ontstaat er

nu een meer groepsgerichte werking.

Ook buiten het therapieprogramma wordt het idee van

patiënten participatie meegenomen. Patiënten worden

uitgenodigd door hun volgverpleegkundigen om een

teamvoorbereiding te maken. De hulpvraag wordt steeds

geherformuleerd en geactualiseerd. De impact van de afge-

bakende duur van de behandeling zal binnenkort zijn eerste

evaluatie kennen.

2.5. De Kliniek voor Herstelgerichte Zorg vanuit de herstelvisie ontstaan er voortdurend initiatieven

die het therapeutisch programma van de Kliniek voor Her-

stelgerichteZorgvormgeven.Wesommendemeestinhet

oog springende voor 2016 op.

- een maandelijkse patiëntenraad die meedenkt over de

afdeling en voorstellen en adviezen formuleert.

- Patiënten gaven een toelichting omtrent het aanbod op

de afdeling aan hulpverleners uit velzeke.

- In sommige programmaonderdelen worden patiënten

gestimuleerd de eigen expertise uit ervaring te benoe-

men naar medepatiënten (bvb Work In Progress, Herval-

preventie,…).

- Het opstarten van “miniteams” (evolutiebesprekingen

met team en patiënt) om de betrokkenheid in de eigen

behandeling te vergroten.

- er werd een spiegelgesprek georganiseerd waar patiën-

ten met elkaar en in aanwezigheid van het team konden

spreken over hun ervaringen met de “miniteams”.

- samenwerking met het cliëntenbureau. er zijn diverse be-

zoeken georganiseerd aan het cliëntenbureau door pati-

enten. een ervaringsdeskundige van dit bureau bracht op

deKliniekvoorHerstelgerichteZorgzijnherstelverhaal.

In 2017 is het de bedoeling deze initiatieven verder uit te

werken en meer een beroep te doen op ervaringsdeskun-

digheid. Het is de bedoeling dat het Platform Herstelgerich-

te visie Meetjesland hierover meedenkt en dit initiatief mee

ondersteunt (zie toelichting verder).

naam afdeling: Kliniek voor Dubbeldiagnose

Contactgegevens: 09)376.97.11

Doelgroep: (jong)volwassenen met een psychiatri-

sche problematiek in combinatie met middelenmis-

bruik of -afhankelijkheid, waarbij het stadium van

fysieke ontwenning voorbij is.

referentiekaders: vraaggestuurd vanuit diverse

invalshoeken (o.a. integrerende verpleegkunde,

presentietheorie) steunend op een hoofdmodel

(psychodynamisch model).

Behandelende psychiater: dr. P. De Wolf

naam afdeling: Kliniek voor Herstelgerichte Zorg (HZ)

Contactgegevens: 09-376.97.11

Doelgroep: volwassenen met een psychiatrische

of psychosociale problematiek die niet in de acute

fase van hun problematiek (vb. acuut middelenmis-

bruik, psychotische decompensatie,…) verkeren.

referentiekaders: rehabilitatie (SRH), integratief

psychotherapeutisch kader met een groepsgericht

karakter, vraaggestuurd vanuit diverse invalshoe-

ken steunend op een hoofdmodel. Integrerende

verpleegkunde, presentietheorie.

Behandelende psychiaters: dr. A. Vereecken (be-

leidsarts), dr. Ph. Rombaut, dr. P. De Wolf

Page 10: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

17

Deherstelvisieenbijhorendeparticipatievanpatiënten

enfamiliekrijgenvorminhetPZSint-JanEeklo.Overalle

kliniekenheenzienweinitiatievenontstaandieditinde

praktijkbrengen.Weparticiperenookaanexternover-

legensamenwerkingsverbandenomdezebewegingin

deruimerecontextinteschrijven,namelijkdevermaat-

schappelijkingvandezorgenhetopbouwenvannet-

werkenomditterealiseren.

3.1. transvOrM: een grensoverschrij-dend creatief project

Het project transvOrM is ontstaan binnen de creatieve

therapie het “ kunstuurtje” in de Kliniek voor Herstelge-

richteZorg.Patiëntennamenhierinhetvoortouwomhet

project op poten te zetten en tot een goed einde te bren-

gen. Het was de bedoeling dat mensen zich door ande-

ren lieten inspireren over de grenzen van de afdelingen

heen en over de grens van patiënt en personeelslid heen.

IedereendieaanhetPZSint-JanEekloverbondenwas,

zowel patiënten als personeel konden deelnemen. er

werd in twee fases een gezamenlijke creatieve opdracht

uitgevoerd. In de eerste fase was het de bedoeling om

een creatief idee op papier te krijgen volgens een aantal

afspraken en in de tweede fase was het de bedoeling om

dat creatief idee door een ongekende persoon te laten

bewerken. De resultaten van deze duo-bewerking wer-

den een aantal maanden tentoongesteld in gebouw K.

3.2. Familie participatie op de SP-kli-niek: implementatie van de rol van de wettelijk vertegenwoordiger

De betrokkenheid van de familie t.a.v. de doelgroep ou-

deren met een cognitieve problematiek is cruciaal. Op de

sP-kliniek wordt de rol van de wettelijk vertegenwoordi-

ger vanuit de rechten van de patiënt gehanteerd om dit

concreet vorm te geven. Bij de eerste teambespreking

na opname worden de volgende zaken bepaald: wilsbe-

kwaamheidof–onbekwaamheid,dewettelijkvertegen-

woordiger, attestmedicatie en het uitgangsniveau. Hierna

volgen systematisch een aantal overlegmomenten met

de wettelijk vertegenwoordiger.

De wettelijk vertegenwoordiger wordt door de volgthe-

rapeut/maatschappelijk werkster uitgenodigd om een

ontmoetingsmoment te voorzien over: rol van de wette-

lijke vertegenwoordiger en volgtherapeut, de zorgcom-

municatie naar woon- en zorgcentra en COZO (online

platform om medische informatie te delen).

na de eerste bespreking, ongeveer drie weken na op-

name, nodigt de volgverpleegkundige samen met de

psycholoog de wettelijk vertegenwoordiger uit om hem

te informeren over de behandeling/doelstellingen op

basis van de hulpvraag en om bijkomende informatie te

vragen.

er wordt een familiegesprek binnen de acht à tien weken

voorzien met de behandelende arts en de maatschappe-

lijk werkster. eénmaal per maand is er een teambespre-

king om de behandeling te evalueren. er wordt gepoogd

steeds een terugkoppeling te voorzien naar de wettelijke

vertegenwoordiger. In 2017 plannen we een tevreden-

heidsbevraging bij de wettelijk vertegenwoordigers.

3.3. een participatief palliatief beleid op de SP-kliniek

Op de sP-kliniek worden we regelmatig geconfronteerd

met patiënten in de laatste levensfase. Het is onze taak

om deze patiënten en hun omgeving te beluisteren en

zo goed mogelijk rekening te houden met hun wensen,

hulpvraag, visie en draagkracht.

Omdat het niet evident is om samen met de patiënt en

zijn context tot een coherente aanpak te komen, heb-

ben we dit vertaald in een duidelijk proces. De patiënt is

namelijk niet altijd in staat om zijn rechten volledig zelf

uit te oefenen. concreet houdt dit in dat we werken met

een beperkingsformulier waarbij we eerst proberen te

achterhalen wat voor de patiënt belangrijk is en wat de

patiënt nog wil of niet wil. We proberen dit af te stem-

16 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016

3. Herstelvisie en participatie

TekeninguitprojectTransVORM

Page 11: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

18 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 19

Mobil team zijn vertegenwoordigd. een eerste opdracht

betreft de conceptuele afbakening, namelijk het verdui-

delijken van deze Herstelvisie op maat van de eigen or-

ganisatie. We doen dit op een tastbare manier door te

kijken naar wat er reeds gerealiseerd wordt bij alle part-

ners, niet altijd onder de noemer “Herstel” of “Participatie”

maar wel vanuit een gedegen visie op zorg, begeleiding

en behandeling. Op basis hiervan zullen we prioritaire

thema’s bepalen voor de eigen afdeling of organisatie

en wordt de verdere uitwerking en implementatie onder-

steund op het platform.

Hierbij geven we een opsomming van de thema’s zoals

ze nu op tafel liggen:

- verandering teweeg brengen in de dagelijkse inter-

acties in de hulpverleningscontext. De relationele

(machts-)balans wijzigen: van professionele experten

t.o.v. passieve patiënten naar twee leden met expertise:

experts door professionaliteit en experts door ervaring.

- stimuleren van de patiëntenparticipatie: “de actieve

deelname van patiënten aan de totstandkoming, de

voortgang en de afronding van de hulpverlening”.

- Ontwikkelen van begrijpelijke co-geproduceerde leer-

programma’s. Professionele en ervaringskennis com-

bineren in een educatief aanbod gericht op herstel van

de deelnemers.

- Organisatiebetrokkenheid t.a.v. herstel verhogen: ma-

nagement en procedures toetsen aan herstelgerichte

principes. cultuur creëren in de organisatie.

- Meerkeuzemogelijkhedennastreven.Bijvoorbeeldhet

toetsen van afdelingsregels/zorgprocessen op vlak

van herstelgerichtheid.

- ervaringsdeskundigheid integreren in de werking. De-

finitie:“Ervaringsdeskundigheidishetvermogenomop

grond van eigen herstelervaring ruimte te maken voor

herstel van anderen”.

- De manier veranderen waarop we aan risico-assess-

ment en -management doen.

- Maximale betrokkenheid van de patiënt bij het hante-

ren van risico’s (shared risk taking, vroegsignalerings-

plan, crisisplan).

- Partnerschap creëren met patiënt / familie / context.

- Klemtoon op het leven voorbij de ziekte. Maatschap-

pelijk, persoonlijk en functioneel herstel naast klinisch

herstel. evolutie van het klassieke medisch model naar

herstelgerichte zorg, waarbij de kwaliteit van het leven

voorop staat.

naast de bovenstaande werkwijze om de herstelgerichte

visie ingang te doen vinden, trachten we via het platform

ook partnerschappen op te bouwen tussen afdelingen/

organisaties, ervaringsdeskundigen/lotgenoten, familie/

context van patiënten/cliënten en relevante partners.

concreet betekent dit bijvoorbeeld samenwerking met

het cliëntenbureau mee ondersteunen (http://clienten-

bureau.be/).

men en bespreekbaar te maken met de wettelijk verte-

genwoordiger van de patiënt. vervolgens wordt dit op

teamniveau besproken.

We voorzien de nodige zorg naar de patiënt toe en ge-

ven de familie ruimte om het proces van dichtbij mee

te maken. Hierbij wordt de familie voldoende begeleid.

respect, de geschiedenis van de patiënt, het ziektebeeld

en de omgevingsfactoren spelen voor ons een grote rol

in de benadering van de palliatieve patiënt en diens om-

geving.

3.4. De patiëntenraad in de Kliniek voor Herstelgerichte Zorg

De patiëntenraad is een constante bron van informatie,

feedback en inspiratie voor het team van de Kliniek voor

HerstelgerichteZorg.Hierbijsommenweslechtsenkele

van de realisaties op van de patiëntenraad in 2016.

- In 2016 werd het werk gerealiseerd dat nu in elke li-

ving en in de inkomhal hangt. Dit werk symboliseert

respectvol omgaan met anderen zonder oordelend te

denken of te veroordelen.

- Het voorstel om in de relaxatieruimte een plaats te cre-

eren waar rust gevonden kan worden door deze ruimte

deels opnieuw in te richten, werd uitgewerkt door de

patiëntenraad en goedgekeurd door directie.

- er werd een bezoek gebracht aan het cliëntenbureau

in gent. er werd stil gestaan bij de begrippen “pati-

entenparticipatie” en “herstel”. De werking van de pa-

tiëntenraad werd voorgesteld. Het goede werk werd

bekrachtigd door ervaringsdeskundigen en nieuwe

ideeën werden opgedaan.

- Het Kernteam (hoofdverpleegkundigen en psycholo-

gen)vandeafdelingHerstelgerichteZorgvanPZSint-

Franciscus velzeke brachten een werkbezoek. Dit om

inspiratie op te doen bij het (her)structureren van hun

afdeling. De patiëntenraad heeft deze mensen ontvan-

gen en de werking voorgesteld. een ontmoeting met

patiënten van velzeke in functie van een verdere uit-

wisseling staat nog op de agenda.

- De patiëntenraad nodigde, via het cliëntenbureau, een

ervaringsdeskundige uit die haar herstelverhaal bracht.

3.5. Samenwerking met het Wijkcentrum De Kring:

Het belang van een laagdrempelig en lokaal initiatief dat

een aanbod op vlak van vrijetijd en ontmoeting voorziet,

wordt door iedereen aangevoeld. Dagelijks komen we

in aanraking met de moeilijkheden die onze doelgroep

ervaart in het zoeken naar een zinvolle invulling binnen

dezetweedomeinen.HetengagementvanhetPZSint-

jan eeklo om te bouwen aan de hulp- en dienstverle-

ning buiten haar muren wordt nu concreet. We vonden

onze eerste partners, namelijk het wijkcentrum De Kring

enBeschutWonenDeWende.DeKring zorgt al jaren

voor een toegankelijke dienstverlening ten aanzien van

een kwetsbare doelgroep. Hun doelstelling om een cen-

trale rol te spelen in het organiseren van ontmoetings-

momenten, het vechten tegen sociale uitsluiting en het

bieden van zinvolle activiteiten is ook de onze. We heb-

ben samen elkaars werking beter leren kennen en het

besluit getrokken om geen nieuw centrum op te richten,

maar wel om een aangepaste werking op te zetten vol-

ledig geïntegreerd in de huidige structuur van De Kring.

Het streefdoel werd geformuleerd, namelijk een laag-

drempelig activiteitenaanbod buiten de muren van het

psychiatrisch ziekenhuis opzetten in samenspraak met

dedoelgroep.HetPZSint-JanEeklobeslisteomsamen

methetBeschutWonenDeWendemedewerkerstede-

tacheren die in De Kring dit aanbod verzorgen. eind 2016

is deze samenwerking ook concreet opgestart met de

uitbouw van het aanbod in De Kring en het voorzien van

een onthaalfunctie.

3.6. Het platform Herstelgerichte visie Meetjesland

eind september 2016 vond de eerste sessie van het nieu-

we platform Herstelgerichte visie Meetjesland plaats. De

vraag naar een dergelijk initiatief kwam vanuit de Kliniek

voorHerstelgerichteZorg.Wemerkendatmeerdereaf-

delingen en partners bezig zijn met thema’s die gelinkt

kunnen worden aan de Herstelvisie (patiëntenparticipa-

tie,rehabilitatie,autonomie,…).Devraagontstondomhier

een platform voor op te richten zodat de geleverde in-

spanningen samen gedragen kunnen worden. We den-

ken hierbij aan alle partners waarmee we samen de zorg,

begeleiding en behandeling in de regio realiseren. Deze

aanpak (regionaal platform) wordt als een sterke metho-

diek voorgesteld op diverse vormingen en congressen

indeGGZ.Vanuit hetbeleidwillenweookhet signaal

geven dat we deze visie genegen zijn en dit initiatief krijgt

dan ook alle steun om te kunnen groeien.

Alle afdelingen en de regionale GGZ-partnerswerden

uitgenodigd en er werden vlot geïnteresseerde mede-

werkers gevonden die iets willen ondernemen op hun

afdeling of in hun organisatie. alle afdelingen van het

PZSint-Jan,BeschutWonenDeWende,hetPVTenhet

Page 12: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

20 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 21

3.7. theaterproject Kunstcademie eeklo 2016 – 2017 in samenwer-king met het PZ Sint-Jan eeklo en Wijkcentrum De Kring

In de afgelopen jaren waren er reeds verschillende initia-

tieven die geleid hebben tot een theaterproject in de Kli-

niek voor Dubbeldiagnose en enkele Workshops “woord

en drama” in samenwerking met de Kunstacademie van

eeklo. De vraag bleef bestaan, vooral vanuit de Kliniek

voor Dubbeldiagnose, en nu is er een nieuw project op

poten gezet. We hebben lessen getrokken uit het verle-

den en we houden rekening met de verwachtingen van

alle partijen. vanuit de directie werd de klemtoon gelegd

op het verplaatsen van een dergelijke opzet naar een

werking buiten de muren van het ziekenhuis. veel pati-

enten gaven echter aan dat een engagement voor een

volledig schooljaar in de academie een te hoge drempel

was. We zijn opnieuw rond de tafel gaan zitten en dank-

zij een creatieve en open aanpak van alle partijen zijn we

geland.

We kwamen tot een gefaseerd aanbod ten aanzien van

depatiëntenvanhetPZSint-JanEekloendebezoekers

van De Kring. In een eerste fase werden er twee kennis-

makingsworkshops georganiseerd, zowel in het zieken-

huis als in De Kring. In een tweede fase hebben we vrij

toegankelijke workshops in de Kunstacademie voorzien.

Deze vinden wekelijks plaats. In een latere fase zal er een

vaste groep geselecteerd worden die zich engageert om

samen naar een toonmoment toe te werken. Het idee dat

nu voor ligt is om dit toonmoment te koppelen aan de

opendeurdag van de Kunstcademie in mei 2017. Het doel

is om op elk moment een uitdaging op maat te creëren

voor onze doelgroep waar voldoende leermogelijkheden

in vervat zitten en die een brug slaan naar het aanbod van

de academie buiten het ziekenhuis.

3.8. activiteiten Similes 2016

HetPZSint-JanEeklobiedteenforumvoordewerking

van similes. Dit vertaalde zich hier in een Praatcafé Psy-

chose dat plaats vindt op de campus van het ziekenhuis.

er werden in 2016 twee avondprogramma’s aangeboden

vanuit het Praatcafé Psychose.

- similes Praatcafé Psychose: een ervaringsdeskundi-

ge aan het woord over het leven met een psychisch

kwetsbaar persoon. lotgenotencontact: “Tussen hoop

en berusten”. elke De groote (educatief medewerk-

ster) en Marnix Willems (vrijwillig medewerker similes).

- similes Praatcafé Psychose: Professor Dirk De Wachter

licht toe: “psychose benaderen vanuit kwetsbaarheids-

model, met nadruk op herstel en belang van familiebe-

trokkenen.”

Page 13: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

2322 PSycHIATRIScH cENTRum Sint-Jan EEKlO JaarverSlag 2016

Page 14: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

24 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 25

4.2. Suïcidepreventie: regionaal netwerkevent en preventie in het PZ Sint-Jan eeklo

netwerkevent Suïcidepreventie

Historiek

In 2002 werd door de toenmalige vlaamse minister van

Welzijn, volksgezondheid en gezin de gezondheidsdoel-

stelling geformuleerd: de sterfte door zelfdoding moet te-

gen 2010 verminderd zijn met 8% t.o.v. 2000. Om hieraan

het hoofd te bieden werd het vlaams actieplan suïcide-

preventie (vas) ontwikkeld. na evaluatie in 2011 werd de

doelstelling bijgestuurd zijnde de sterfte door zelfdoding

moet tegen eind 2020 verminderd zijn met 20% t.o.v. 2000.

Het is vanuit het vas dat begin jaren 2000 ook in het Mee-

tjesland werd gezocht hoe hieraan tegemoet te komen. In

het kader van een overleg m.b.t. het ontslagmanagement

vanuithetPZSint-JanteEeklo,werdopinitiatiefvanhet

centrum geestelijke gezondheidszorg een werkgroep

opgericht, toen nog deWerkgroep Zorgtraject Suïcide-

preventie Meetjesland, inmiddels Werkgroep suïcidepre-

ventie Meetjesland. Deze werkgroep werd samengesteld

met diverse partners uit de verschillende zorgsectoren.

De doelstelling van deze werkgroep was in eerste instan-

tie het vermijden dat personen die een suïcidepoging

hebben ondernomen, opnieuw de wereld worden inge-

stuurd zonder hulpverlening en opvolging,. De vraag was

dus hoe kunnen we personen met een ernstig suïcideri-

sico, die een poging ondernomen hebben en die op van-

daag niet in de hulpverlening terechtkomen, vooralsnog

een begeleiding of behandeling aanbieden en op die ma-

nier aldus preventief werken?

2016

Op donderdag 20 oktober 2016 werd in cc De Herbak-

ker te eeklo een netwerkevent suïcidepreventie georga-

niseerd. Dit was een initiatief vanuit de Werkgroep suïci-

depreventie Meetjesland in samenwerking met de stad

4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg

4.1. agressiepreventie in het PZ Sint-Jan eeklo

In 2016 werd vanuit de “stuurgroep vrijheidsbeperkende

maatregelen en agressiepreventie” een vormingscyclus

betreffendeagressiepreventieopgezet.

Deze opleiding heeft tot doel alle medewerkers in het de-

partement patiëntenzorg een opleiding agressiepreven-

tie aan te bieden. Iedereen moet de processen die schuil

gaan achter de ontwikkeling van agressie(incidenten)

kennen en zodoende er mee voor zorgen dat escalaties

worden vermeden. Dit bij voorkeur door therapeutische

interventies en met zo weinig mogelijk toepassing van

vrijheidsbeperkende of – berovende maatregelen. De

veiligheid van de patiënt en de medewerker dienen hier-

bij maximaal gegarandeerd te blijven. voor het geven van

de opleiding werd een beroep gedaan op dhr. j. cotte-

nie,trainervanuithetPZCaritasteMelle.

De theoretisch module met 2 luiken

1. visie, preventie, verbale en non-verbale agressie-

hantering

In deze module wordt stilgestaan bij het begrip agressie

versus geweld en het gegeven dat deze termen, afhan-

kelijk van de setting waar men is tewerkgesteld, een an-

dere benadering en betekenis kunnen hebben.

In een tweede deel wordt er dieper ingegaan op de oor-

zakelijke en beïnvloedende factoren (omgevingsfacto-

ren,eigenhouding,…)vanagressie.Wanneerweeenzicht

krijgen op deze beïnvloedende factoren kunnen deze

aangepakt worden. Dit is het preventieve luik met aan-

dacht voor de nazorg.

In een laatste deel wordt het crisisontwikkelingsmodel

toegelicht. Dit model toont aan dat agressie opgebouwd

isinverschillendefasen.Elkefasevereisteenspecifieke

interventie. Dit crisisontwikkelingsmodel is een prakti-

sche vertaling van het handboek ‘geweldloze commu-

nicatie’.

2. Bevrijdingstechnieken

Deze technieken hebben als doel het zelfvertrouwen bij

de hulpverlener te verhogen. De nadruk ligt hier op het

rustig blijven. We moeten er eerst en vooral van uitgaan

dat patiënten, ons niet echt pijn willen doen. Deze manier

van denken en handelen komt aan bod binnen de be-

spreking van het crisisontwikkelingsmodel.

Praktische opleiding agressiepreventie

In een tweede fase werd de uitrol van de praktische op-

leiding agressiepreventie georganiseerd. De verpleeg-

enzorgkundigenvandeKliniekvoorOpnameenBehan-

deling van volwassenen volgden deze in het najaar van

2016.

In deze tweedaagse opleidingsmodule wordt een tech-

niek aangeleerd, waarbij men met twee of drie perso-

nen iemand op een humane manier onder controle kan

krijgen en houden. eventueel kan de patiënt naar een

kamer, time-out of afzondering worden gebracht. Het

uitgangspunt van deze techniek is dat veiligheid en hu-

maniteit voor alle partijen centraal staan.

Binnendezevormingwordteveneensstilgestaanbijhet

wettelijk kader rond vrijheidsbeperkende en vrijheidsbe-

rovende maatregelen. Daarnaast wordt de noodzaak van

een protocol uitgelegd om van daaruit over te gaan naar

depraktijk,namelijkhoetefixerenmetalsuitgangspunt:

‘minimalefixatie,maximalebewegingsvrijheid,voldoen-

de veiligheid’.

Het juiste gebruik van de onrustbanden en het inoefenen

staan centraal in deze opleiding.

naast het organiseren van een vorming agressiepreven-

tie en -hantering werden 3 referentieverpleegkundigen

benoemd, deze krijgen een opleiding “Train The Trai-

ner”overagressiepreventie.Zijzullenmee instaanvoor

de implementatie van de visie, richtlijnen en opleiding

agressiepreventie.

Page 15: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

26 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 27

4.3. incidentanalyses als groeimogelijkheid

Bijdeanalysevande incidentendieviahetveiligheids-

managementsysteem (vMs) gemeld worden, maken we

sinds begin 2016 gebruik van een nieuwe analyse me-

thodiek. De incidentanalyse, waarbij telkens de melder,

hoofdverpleegkundige, inhoudelijk expert en stafmede-

werker kwaliteit aanwezig zijn, gebeurt op deze manier

snelenefficiënt,enverlooptinverschillendefasen(figuur).

Bijaanvangwordtsteevastgeduidnaardemelderdathet

de bedoeling is om uit de analyse te leren, dit om de meld-

en leercultuur te promoten. vervolgens geeft de melder

een beschrijving van het incident en kunnen vragen gesteld

worden ter verduidelijking. De inbreng van de expert bestaat

uithetstellenvaneenaantalspecifiekevragenofhetexpli-

citeren van een aantal observaties. Daarna wordt stilgestaan

bij het doel van deze analyse: Waar willen we landen op het

einde van de analyse? vervolgens worden een aantal mo-

gelijke acties overlopen of worden er concrete tips gege-

ven. als conclusie worden de voorstellen naast elkaar gezet

en tevens afgesproken op welke overlegmomenten deze

analyse wordt meegenomen. Tenslotte staan we stil bij de

individuele leerpunten van de deelnemers.

enkele cijfers met betrekking tot incidentmeldingen en

–analyses

In totaal werden in het PZ Sint-Jan Eeklo 205 incidenten

gemeld. verder zien we dat er vooral agressie- en valinci-

denten werden gemeld. In 2016 werden acht incidenten ge-

analyseerd, waarvan vijf agressie incidenten (zie Figuur inci-

dentanalyses 2016). Om de kennis bij onze medewerkers up

to date te houden organiseren we sinds 2016 een opleiding

agressiepreventieen–hantering(Zie4.1).

eeklo. Het event richtte zich tot iedere hulpverlener die

actief betrokken is bij de preventie, de zorg of de behan-

deling van personen met suïcidaliteit. Het doel was de

actuele werking inzake suïcidepreventie in het regionaal

netwerk beter te leren kennen.

Daartoe werd een infostandenmarkt georganiseerd met

standenvanAZAlma,RCGG,CAW,Suïcidepreventiewer-

king Oost-vlaanderen, de sociale politie, het PaKT, uPsIe

gent, logo gezond + en de psychiatrische ziekenhuizen

vanZelzateenEeklo.

Daarnaast was er de mogelijkheid om met elkaar in dia-

loog te gaan rond de volgende stellingen:

- suïciderisico krijgt prioriteit.

- elke hulpverlener moet getraind zijn in het herkennen

van suïcidaliteit.

- Zorgcontinuïteit is essentieel inde zorgvoor suïcidale

personen.

- Ook de hulpverlener kan patiënt worden. er moet een

aanmeldpunt komen voor artsen en andere hulp-

verleners.

Tevens werd tijdens dit event de netwerkkaart suïcidepre-

ventie Meetjesland voorgesteld.

Het betreft een actualisering van de doorverwijskaart zo-

als ze tijdens het symposium in 2012 werd voorgesteld.

Deze kaart, bedoeld voor hulpverleners, verduidelijkt welk

traject de (kandidaat) patiënt kan volgen, teneinde de no-

dige zorg en begeleiding te kunnen krijgen.

sleutelvragen hierbij zijn:

- Is er lichamelijke stabilisatie nodig?

- Is de persoon akkoord met behandeling?

- Is de situatie voldoende veilig?

Daarnaast vermeldt de netwerkkaart alle contactgege-

vens van de actieve zorgpartners met betrekking tot suï-

cidepreventie. Dit initiatief moet bijdragen tot een betere

onderlinge samenwerking.

Stuurgroep suïcidepreventie en vip²

In 2016 nam ons ziekenhuis deel aan het kwaliteitsproject

VIP² (Vlaams indicatorenplatform). Eenvande thema’s in

dit project was suïcidepreventie. In dit project werden 10

indicatoren uitgewerkt, die er moeten toe bijdragen dat de

kwaliteit van zorg en behandeling bij patiënten met die pro-

blematiek verbetert.

Het is in marge van dit project dat de stuurgroep suïcide-

preventie werd opgericht en zijn werkzaamheden startte.

De stuurgroep is multidisciplinair samengesteld. er wordt

actief geparticipeerd door een psychiater, de directie pati-

entenzorg, de stafmedewerker kwaliteit, de stafmedewer-

ker patiëntenzorg, verpleegkundigen van diverse afdelin-

gen, een maatschappelijk werkster, een ergotherapeut en

een psycholoog.

De stuurgroep stelde zich tot doel:

- ontwikkelen van een beleidsvisie en richtlijnen voor zorg

en behandeling van patiënten met suïcidaal gedrag

- evaluatie en desgevallend bijsturen van de bestaande

protocollen inzake suïcidepreventie, zowel voor patiën-

ten in volledige hospitalisatie als in daghospitalisatie

- opvolgen van kwaliteitsindicatoren ter zake

er werd tenminste 1 maal per kwartaal samengekomen.

Om de stuurgroep inhoudelijk voeding te geven werd een

studiegroep suïcidepreventie opgericht. Deze studiegroep

(onder leiding van de stafmedewerker patiëntenzorg) be-

staat uit verpleegkundigen van de diverse afdelingen en

een psycholoog.

De studiegroep toetste de in opbouw zijnde tekst aan de

bestaande actuele nationale en internationale richtlijnen en

de beschikbare wetenschappelijke literatuur.

Op gelijkaardige wijze zullen de bestaande interne proto-

collen worden getoetst en eventueel bijgestuurd.

We beogen de beleidstekst ‘visie en richtlijnen inzake su-

icidepreventie’tefinaliserenenteimplementerenin2017.

Tevens moet dan een eerste aanzet in de organisatie van

vorming kunnen gegeven worden.

Kiezen thema

verwoordenproblemen

inbrengexpert

verwoordendoel

Mogelijkhedenvan aanpak

nabespreking

1 2 3 4 5 6

0

1

2

3

4

5OBO

Incidentanalyse 2016

agressie vallenm edicatieveiligheid

HZ

SP

DD

OBV

Page 16: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

2928 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016

4.4. De ontwikkeling van een elektro-nisch Patiëntendossier in het PZ Sint-Jan eeklo: zorg, transmurale communicatie en technologie

In oktober 2015 stelden 9 ministers van volksgezondheid

de roadmap e-gezondheidsplan voor. Deze roadmap

bundelt 20 actiepunten voor e-gezondheidsdiensten in

ons land. De rode draad in dit plan is meer multidisci-

plinaire samenwerking tussen zorgverleners bewerk-

stelligen (http://www.plan-egezondheid.be/). Het e-ge-

zondheidsplan beoogt een betere kwaliteit van zorg te

realiseren door meer samenwerking en meer gegevens

te delen over de muren van het ziekenhuis heen. als we

op een goede manier meer informatie uitwisselen, dan

worden de patiënten daar beter van. Daarvoor zijn twee

dingen noodzakelijk. Ten eerste, zelf gegevens gestruc-

tureerd opslaan, zodat ze gedeeld kunnen worden. Ten

tweede, werken op een platform om gegevens te kun-

nen delen.

1/ gegevens gestructureerd opslaan

De ontwikkeling van het elektronisch Patiëntendos-

sier (ePD): van regaS Classic naar regaS SaaS

Om te verzekeren dat patiënten op de best mogelijke

manier behandeld en verzorgd worden, is het cruciaal

dat de betrokken zorgprofessionals nauw en goed met

elkaar samenwerken. en daarbij kan een geïntegreerd

elektronisch patiëntendossier helpen: de elektronische

uitwisseling van gegevens laat zorgverleners immers toe

om elkaar snel op de hoogte te brengen van relevante

medische gegevens over de patiënten, van specifieke

behoeften van een patiënt, van toegediende zorgen, en-

zovoort. Om dit doel te realiseren besloot het ziekenhuis

te investeren in optimalisatie van de bestaande software.

In 2016 werd een aanzet gegeven om over te schakelen

van regas classic naar regas saas.

actiepunt 2 van het plan e-gezondheid voorziet in de

opstart van een “accelerator programma” met als doel

als ziekenhuis te komen tot een geïntegreerd patiënten-

dossierdateffectiefwordtgebruikt.Devooropgestelde

datum is vastgelegd eind 2018.

elk ziekenhuis moet daarenboven een intern operatio-

neel IcT-meerjarenplan hebben goedgekeurd en een

beheerstructuur (multidisciplinair coördinatieteam) heb-

ben uitgewerkt om de implementatie, de evaluatie en

de actualisering van dat meerjarenplan te waarborgen.

In 2016 werd dit meerjarenplan en de beheerstruc-

tuuropgezet inhetPZSint-JanEeklo.Naastde interne

structuur wordt samengewerkt met andere actoren in

de geestelijke gezondheidszorg om dit acceleratorpro-

gramma te realiseren. Hiervoor werden stuurgroepen en

werkgroepen opgericht binnen de groep Phillipus neri

enbinnenEpZam-BVL(psychiatrischeziekenhuizenvan

de emmaüs groep, psychiatrische ziekenhuizen van de

BroedersvanLiefdeendepsychiatrischeziekenhuizen

van Diest en rekkem).

Belgian Meaningful Use Criteria

Erisgeenalgemeenaanvaardedefinitievanwateenge-

integreerd ePD nu moet inhouden. Om niet te verzeilen

in semantische discussies wat wel en wat niet tot het ePD

moetbehorenwerdendeBelgianMeaningfulUseCrite-

ria (BMUC)opgesteld.DeBMUCzijneenpuur functio-

nele benadering waar functionaliteiten en de implemen-

tatie ervan wordt vereist. De doelstellingen zijn ambitieus

maar haalbaar voor de ziekenhuizen niettegenstaande

het een behoorlijke financiële en implementatie inves-

tering vergt. De middelen die de overheid in dit kader

voorziet, ondersteunen het ziekenhuis in de realisatie van

deze IcT-acceleratie.

BMUCCRITERIA PSYCHIATRISCHEZIEKENHUIZEN

Criteria Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 1jan.2019

1. Uniekeidentificatieen 80% 90% 98% 98% beschrijving van de patiënt

2. Probleemlijst (actieve en 20% 50% 80% 98% voorbije diagnoses)

3. lijst met allergieën 30% 60% 90% 98%

4. e-geneesmiddelenvoorschrift 80% 90% 95% 98%

5. Interactie tussen geneesmiddelen ja ja ja ja

6. e-toediening van genees- 80% 85% 95% 98% middelen (gelinkt aan e-geneesmiddelenvoorschrift

7. elektronische ontslagbrief 80% 90% 95% 98%

8. registratie van 10% 50% 80% 98% geïnformeerde toestemming

9. Therapiebeperkingscode 10% 50% 80% 98%

10. elektronische communicatie met 80% 90% 95% 98% Hubs en interactie met eHealth

11. Multidisciplinaire registratie 70% 80% 95% 98% en informatie-uitwisseling

12. controle van het interdisciplinaire 60% 70% 95% 98% behandelplan en van de taken van elke discipline via het ePD

13. afzonderingen neen ja ja ja

14. registratie waarnemingen 80% 90% 98% 98%

15. Ondersteuning om resultaten 60% 70% 80% 90% (protocollen) van intern aange- vraagde maar extern uitgevoerde onderzoeken te integreren

Inhoudelijk werd in 2016 een aanvang genomen om de

verschillende criteria uit te werken en te implementeren.

Hierbij werd gekozen te werken met verschillende werk-

groepen:

- Werkgroep artsen: hierin werden volgende thema’s

behandeld

• werkenmeteenelektronischmedischdossier

• E-geneesmiddelenvoorschrift

• interactietussengeneesmiddelen

• elektronischeontslagbrief

• elektronischecommunicatiemetHubseninteractie

met eHealth

- Werkgroep mondelinge en schriftelijke communi-

catie (thema interne audit zie 4.5.): hierin worden de

verwachtingen van de overheid getoetst aan de klini-

sche noden van een afdeling. Deze worden vertaald

in projecten per afdeling die geïmplementeerd wor-

den volgens het sDrPI-model : Fry, Plovnick & rubin

(teamdoelmatigheidsmodel). In deze verschillende

projecten ligt de focus op het multidisciplinair samen-

werken rond de casuïstiek en wordt de verhouding van

de mondelinge en schriftelijke communicatie in deze

samenwerking geëvalueerd en geoptimaliseerd. De

verschillende thema’s die werden behandeld:

• de schriftelijke multidisciplinaire voorbereiding van

een miniteam (patiënt/team ontmoeting) (Kliniek

voor angst-, stemmings-, aanpassings- en Persoon-

lijkheidsstoornissen)

• procesvanprobleeminventarisatie (multidisciplinair)

ter voorbereiding van een eerste teambespreking

(KliniekvoorOpnameenBehandelingVolwassenen

en de sP-kliniek zie 4.8.)

• samenmetdepatiëntkomentoteenbehandelplan

waarin de behandeldoelen en multidisciplinaire in-

terventies zijn beschreven (Kliniek voor Herstelge-

richteZorgzie4.9.,KliniekvoorOpnameenBehan-

deling Ouderen)

• depatiëntbetrekkenindeevaluatievanzijnbehan-

delplan ter voorbereiding van de teambespreking

(Kliniek Dubbeldiagnose)

2/ Werken op een platform om gegevens te delen

Sinds1 juli2016ishetziekenhuisaangeslotenbijCoZo,

het collectief zorgplatform. Het Collaboratief Zorgplat-

form(CoZo)maaktdesnelleenbeveiligdeelektronische

uitwisseling van gezondheidsgegevens mogelijk tussen

zorgverleners (artsen) die de patiënt behandelen. Dit met

respect voor de rechten van de patiënt en mits zijn toe-

stemming (registratie van Informed consent).

gezondheidsgegevens worden in het dossiers bewaard

bij verschillende zorgverleners. CoZo zorgt ervoor dat

onderzoeksresultaten, resultaten van medische beeld-

vorming, operatieverslagen, ontslagbrieven, …. centraal

kunnen worden geconsulteerd door artsen met wie de

patiënt een therapeutische relatie heeft aangegaan.

WatwildezeaansluitingbijCoZoconcreetzeggenvoor

ons ziekenhuis?

- Bij opnamewordt de patiënt geïnformeerd over het

delen van zijn gezondheidsgegevens en zijn wens hier-

over wordt geregistreerd in het patiëntendossier.

- De afspraken over hoe de patiënt bevraagd wordt over

zijn geïnformeerde toestemming is vastgelegd in een

procedure.

- De patiënt wordt eveneens geïnformeerd via de ont-

haalbrochure van het ziekenhuis en een patiëntenfol-

derCoZo.

- De artsen kunnen via regas de medische gegevens

ophetCoZoplatformconsulteren.

- De artsen publiceren, via het ePD regas, binnen de

24u na ontslag van de patiënt de ontslagmedicatie op

CoZo(ookbijintermediairontslag).

- De artsen publiceren de ontslagbrief van de patiënt op

CoZo.

Page 17: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

30 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016

4.5. Kwaliteit bevorderen door de ont-wikkeling van een interne audit methodiek

Uitgangspunt

In 2016 werkte de stuurgroep kwaliteit een plan uit over de

manier waarop we als instelling aan de slag kunnen gaan met

indicatoren. We vertrokken vanuit het idee om medewerkers

meer te betrekken bij het realiseren van een kwaliteitsvolle

dienstverlening op de werkvloer en om dit te gaan opvolgen

door middel van kwaliteitsindicatoren. We willen medewer-

kers enthousiasmeren en hen niet het gevoel geven dat ze

worden gecontroleerd. Dit doen we beter door hen zelf per

thema mee te laten invullen wat kwaliteit is en hoe ze dit

zouden kunnen realiseren, en door vervolgens hen te on-

dersteunen bij de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren. De

methodiek die uiteindelijk door de stuurgroep kwaliteit werd

naar voren geschoven bestaat dus uit het ontwikkelen van

kwaliteitsindicatoren samen met onze medewerkers, waarbij

nadien een interne audit cyclus op de afdeling wordt opge-

start door een kwaliteitsteam.

Kritische succesfactoren

een kritische succesfactor in dit verhaal is het creëren van

een veilig kader. De verwachtingen moeten op voorhand

duidelijk gecommuniceerd worden. een veilig kader omvat

verder een duidelijke omschrijving van de inhoud van de in-

dicator, met daaraan gekoppeld een doelstelling, afspraken

omtrent de communicatie van resultaten en een beschrij-

ving hoe het proces wordt opgevolgd. We zien het ook als

een groeitraject, waarbij de resultaten van de eerste interne

audits binnen het team blijven. een kwaliteitscyclus eindigt

dan in een formele interne audit, waarbij dit ook beleidsmatig

geagendeerd worden.

een andere kritische succesfactor is het nastreven van suc-

cesverhalen. We hebben met de stuurgroep kwaliteit geko-

zen om te starten met thema’s waarin we al een en ander

hebben gerealiseerd. Op die manier is het ook gemakkelijker

voor de medewerkers om kwaliteit te herkennen en te be-

noemen.

Keuze van de thema’s

De voorgestelde thema’s werden door de stuurgroep kwa-

liteit naar voren geschoven: (1) Ontslagmanagement, (2)

Farmaceutischeanamnese, (3)Geneesmiddelenflow,en(4)

schriftelijke en mondelinge communicatie. Toch is het geen

top-down verhaal, omdat medewerkers zelf een invulling

gaan geven wat zij als kwaliteit ervaren. De feedback uit de

eerste audits is in eerste instantie naar de teams zelf gericht.

De directie creëert de voorwaarden waaronder dit kan ge-

beuren.

4.6. Kwaliteitsthema: farmaceutische anamnese Hierboven wordt de interne audit methodiek beschreven die

ontwikkeld werd door de stuurgroep kwaliteit. De tijdelijke

werkgroep voor de farmaceutische anamnese en de ge-

neesmiddelenflowkreegdeopdracht omkwaliteitsindica-

toren te ontwikkelen over deze thema’s. Het project van de

farmaceutische anamnese wil de patiënten nauwer betrek-

kenbijhunmedicamenteuzebehandeling.Bewustomgaan

met medicatie lijkt vanzelfsprekend maar de therapietrouw

moet nauwgezet in kaart worden gebracht aangezien dit een

groteimpactheeftopdeeffectiviteitvandebehandeling.

Het is belangrijk te weten welke medicatie de patiënt nam

voor zijn opname en/of er bijzonderheden te melden zijn

op farmaceutisch vlak. Op basis van de gegevens die ons

door de patiënt, familie en hulpverleners gebracht worden,

kunnen we tijdens de opname de medicamenteuze behan-

deling optimaliseren. vooraleer de patiënt op ontslag gaat

wordt de huidige medicatielijst vergeleken met de lijst van

medicatiebijopname.Zowordthetduidelijkvoordepatiënt

welke medicatie hij verder dient in te nemen en tevens wel-

ke opvolging er dient te gebeuren bij de huisarts. Wat betreft

psychofarmaca kan de patiënt naast psycho-educatie een

aangepaste medicatiefolder meekrijgen.

4.7. transmurale zorgcommunicatie ten aanzien van woonzorgcentra

In 2015 werd het startschot gegeven voor het project “opti-

malisatie van de zorgcommunicatie van en naar het woon-

zorgcentrum”. In 2016 werd de samenwerking rond de stan-

daarden van de zorginhoudelijke communicatie tussen de

woonzorgcentraenhetPZSint-JanEekloformeelvastgelegd.

Hoe wordt dit concreet vertaald op niveau van onze pati-

ent? Hiervoor dienen we te vertrekken bij de start van het

proces. Tijdens de opname wordt er geëvalueerd of onze

patiënt al dan niet in staat is om zelfstandig zijn rechten als

patiëntuitteoefenen.Zijnwettelijkvertegenwoordigerwordt

aangeduid en vervolgens aangesproken onder andere als

brugfiguurvoordeeffectieve inschrijvingvanzijn familielid

in een voorziening, meestal een woonzorgcentrum. Deze

inschrijving wordt schriftelijk bevestigd door het woonzorg-

centrum waarbij de wettelijk vertegenwoordiger toestem-

ming geeft aan het team en het woonzorgcentrum om op

regelmatige basis informatie uit te wisselen. Deze informatie

heeft betrekking tot een aantal algemene gegevens van de

zorgvrager. Daarnaast worden gegevens verstrekt over het

algemeen dagelijks functioneren (hygiënische zorgen, kle-

den, mobiliteit, toiletbezoek, continentie, eten, score Katz

schaal, diagnostisch bilan), het gedrag (status van gedrag

en nachtrust, noodzaak aan beveiligde afdeling), de cognitie

(oriëntatie, korte en lange termijngeheugen, apraxie, afasie,

agnosie, zich duidelijk maken, MMse) en ten slotte over de

status mate waarin de patiënt al dan niet klaar is om op ont-

slag te gaan.

Deze informatie over de zorggraad wordt elke 8 weken ge-

actualiseerd en bezorgd aan de woonzorgcentra.

Met deze werkmethodiek beogen we de wachtlijst- en de

ontslagcommunicatie te standaardiseren, te optimaliseren

endusefficiëntertemaken.Bovendienspelenweopdeze

manier in op de huidige trend en richtlijnen die verschillende

overheidsinstanties naar voren schuiven als het gaat over

communicatie tussen samenwerkende organisaties.

4.8. Kwaliteitsthema mondelinge en schriftelijke communicatie: de probleeminventarisatie op de

SP-kliniek

Het afdelingsbeleidsplan in 2016 van de sP-Kliniek richt

zich op de probleeminventarisatie gedurende de eerste

drie weken van opname. Het is de bedoeling om de verza-

melde gegevens, probleemstellingen en observaties door

de teamleden op het team te laten brengen na drie weken

opname (eerste bespreking) en hieruit een doelstelling te

formuleren op basis van de hulpvraag. Het sDrPI-model

gebruikten we om het afdelingsbeleidsplan op te stellen en

de processen duidelijk te krijgen.

De werkgroep regas (elektronisch Patiënten Dossier) op

de sP-kliniek nam de taak op zich om deze doelstelling te

realiseren. De werkgroep bestaat uit twee verpleegkundi-

gen, een zorgcoach/psycholoog, een zorgkundige, een

therapeut en een hoofdverpleegkundige met de mogelijk-

heid tot ondersteuning door een stafmedewerker. na acht

vergaderingen werd alles in een tijdslijn gezet. De huidige

manier van werken werd gespiegeld aan de nieuwe ver-

wachtingenbetreffendedeprobleeminventarisatie.Hieruit

werd een leidraad gehaald om de verwachtingen duidelijk

te verwoorden naar medewerkers toe en hen op te leiden.

ZOrgKUnDige:Door de werkgroep sta je stil bij de werking en hoe de samenwerking met de collega’s zorgkundigen, verpleegkundigen en therapeuten beter kan verlopen en wie wat kan doen om elkaar te helpen en op deze manier de druk te verlagen.

ZOrgCOaCH:Het geeft houvast aan onze werking en het behandelproces.

verPleegKUnDige:Door de werkgroep sta je extra stil bij de werking en neem je alles minder aan als vanzelfsprekend.

tHeraPeUt:Het geeft een positief beeld van hoe intensief we werken, observeren en screenen in functie van een eerste bespreking

verPleegKUnDige: Fijn dat we inspraak krijgen en overleggen hoe verslagen/opnames efficiënter kunnen gemaakt worden. Het levert een bijdrage aan het werken in teamverband.

HOOFDverPleegKUnDige: De inzet, bereidwilligheid, creativiteit en communicatie zijn fantastisch. merci!

Citaten van de deelnemers van de werkgroep regas

Beperkte

tijdinvestering

succes-

verhaal

veilig

kader

OntSlag-ManageMent

geneeSMiDDelen-FlOW

FarMaCeUtiSCHeanaMneSe

MOnDelinge en SCHriFteliJKe COMMUniCatie

tHeMa’S interne

aUDit 2016

31

Page 18: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

32 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 33

De globale tevredenheid ligt bij psychiatrische zieken-

huizen lager dan het globaal gemiddelde voor alle ggz-

organisaties samen. Deze verschillen zijn volgens het

rapport “Resultaten VIP² GGZ: meting 2016” mogelijk

toe te schrijven aan volgende factoren: zelfbeschikking,

duur en ernst pathologie, beleving van de patiënt. PZ

sint-jan haalde 76,5%, evenveel als de benchmark voor

alle psychiatrische ziekenhuizen samen. net zoals in ons

ziekenhuis zien we over alle psychiatrische ziekenhuizen

heen minder goede scores op items rond informatie en

inspraak.

2/ aanwezigheid suïcidepreventiebeleid

een opname in een psychiatrisch ziekenhuis vormt een

belangrijke risicofactor voor suïcide. Kwaliteit van zorg

betekent ook veilige zorg, zeker ten aanzien van patiën-

tenmeteenverhoogdrisicoopsuïcidaalgedrag.Binnen

de behandeling van onze doelgroepen worden we soms

geconfronteerd met suïcidepogingen en geslaagde su-

icides.Hetbetreffentelkenszeerernstigefeitendievei-

ligheidsrisico’s met zich meebrengen voor medepatiën-

ten,familieledenenhulpverleners.Belangrijkisteweten

dat een suïcidepreventiebeleid nooit het aantal suïcide-

pogingen tot 0 kan herleiden. Het uitgangspunt is wel om

zo goed mogelijk te analyseren wat we doen en waar er

ruimteisvoorverbetering.TervoorbereidingophetVIP²-

bezoek werkte de stuurgroep suïcidepreventiebeleid

een aantal richtlijnen uit. Zowerd afgesproken om ten

minste 8u na opname een sIs-fase (wat staat voor suï-

cide Interventie schema) toe te kennen en te registreren

in het ePD, alsook medewerkers aan te moedigen om

alle suïcidepogingen te melden in het vMs. We streven

er ook naar dat elk suïcide incident geanalyseerd wordt.

VerdervondopdeKliniekvoorObservatieenBehande-

ling van volwassenen een veiligheidsronde plaats waarbij

suïcide faciliterende factoren in kaart werden gebracht.

EengoeduitgebouwdsuïcidepreventiebeleidisalsVIP²-

indicator een eerste belangrijke stap in het voorkomen

van suïcides. Deze indicator brengt in beeld in hoeverre

ons ziekenhuis beschikt over een uitgeschreven suïcide-

preventiebeleid.

HetPsychiatrischZiekenhuisSint-JanEeklohaaldeeen

positieve score op 9 van de 10 items. slechts op één

item scorenwe negatief: identificerenvan situaties die

potentieel suïcide-uitlokkend zijn tijdens de jaarlijkse

veiligheidsronde(s), dit omdat de indicator impliceert dat

de veiligheidsronde op alle afdelingen plaatsvindt. Ook

bij de andere voorzieningen zien we dat jaarlijkse veilig-

heidsrondes vaakst ontbreken.

3/ volledig geneesmidelenvoorschrift

In het medicatieproces zijn er veel stappen die een in-

cident kunnen veroorzaken, één van de eerste is het

opstellen van een geneesmiddelenvoorschrift. een on-

volledig geneesmiddelenvoorschrift laat steeds meer

interpretatie toe waardoor de kans op een incident in

een latere fase van het proces toeneemt. Onze apothe-

ker controleert daarom de indien nodig medicatie op de

aanwezigheid van de posologie en de indicatie (bvb 2 co

daags bij pijn).

InhetkadervanVIP²werdenallevoorschriftenopéén

dag door twee apothekers beoordeeld. sint-jan haalde

een positieve score op alle items, behalve op de elektro-

nische handtekening van de arts. We hebben er goede

hoop op dat in 2017 de voorwaarden voor de elektroni-

sche handtekening zullen gerealiseerd worden. Ook bij

de andere deelnemende organisatie ontbrak de handte-

kening van de arts het vaakst.

viP2 indicator: vollediggeneesmiddelenvoorschrift

handtekening arts

dosis geneesmiddel

frequente geneesmiddel

datum

naam geneesmiddel

sterkte geneesmiddel

naam/ stempel arts

vorm geneesmiddel

geboortedatum

naam patiënt/klever

4.9. Kwaliteitsthema: mondelinge en schriftelijke communicatie op de Kliniek voor Herstelgerichte Zorg: het behandelplan

DeteamledenvandeKliniekvoorHerstelgerichteZorg

zochten in 2016 naar een manier om een overzichtelijk

behandelplan te genereren in het patiëntendossier.

er werd beslist dat in dit behandelplan life-events, hulp-

vraag, doelen die patiënt stelt, geformuleerde acties,

gemaakte afspraken,... dienen te worden vermeld. Het

doel is dat er een werkinstrument ontstaat dat telkens

een actuele leidraad is in de behandeling, dit zowel voor

het team als voor de patiënt. Het parcours van de patiënt

wordt op deze manier voor alle betrokkenen overzichte-

lijker gemaakt.

aannames die hierbij werden geformuleerd:

- Dit behandelplan dient te worden gebruikt als centraal

document ter inleiding van elke bespreking, en zal na

de bespreking worden aangepast indien nodig.

- De patiënt krijgt telkens een afdruk van de laatste ver-

sie.

- Men vindt gemakkelijk en overzichtelijk de essentie

van de behandeling terug.

De uitgangspunten, verwachtingen en haalbaarheid hier-

van werden besproken en onderzocht. Dit werd meege-

nomen in de uitwerking van regas saas (nieuwe versie

elektronisch Patiëntendossier) zodat in 2017 hiermee van

start kan gegaan worden.

4.10. vlaams indicatorenproject: viP²

transparante zorg: resultaten van viP²

In ons jaarverslag 2015 kondigden we met het vlaams

Indicatorenproject voor Patiënten en Professionals, kort-

wegVIP²,deeerstestappen

aan naar externe verant-

woording. Het project werkt

aan een set van specifieke,

sectorbrede en klinisch rele-

vante kwaliteitsindicatoren.

Het doel is tweeërlei: ener-

zijds het verbeteren van de

kwaliteit van de zorg, en anderzijds het verantwoorden

van de verstrekte zorg. Indicatoren drukken in een cijfer

uit wat de kwaliteit van een bepaald onderdeel van het

zorgproces is. Op die manier is ook een vergelijking mo-

gelijk met de resultaten van andere ziekenhuizen en ont-

staat er een goed onderbouwd, relevant en helder zicht

opdekwaliteitvandezorgindeheleGGZ-sector.

Ons ziekenhuis engageerde zich om deel te nemen aan

4 van de 5 indicatoren. We namen niet deel aan de “Inzet

van ervaringsdeskundigen”. voor wat betreft “Tijdig am-

bulant contact na ontslag” namen we deel, maar we ont-

vingen nog geen feedback. Hieronder de resultaten voor

de vlaamse Patiëntenpeiling, suïcidepreventiebeleid en

volledig geneesmiddelenvoorschrift.

1/ vlaamse Patiëntenpeiling

Patiëntgerichtheid is een belangrijk aspect van kwali-

teitsvolle zorg. Het meten van ervaringen van patiënten

is geen doel op zich, maar een middel om verbeteringen

na te streven. Het is de bedoeling dat we met de feed-

back van patiënten aan de slag gaan om de kwaliteit en

efficiëntievanhunzorgverleningteverhogen.Sinds2jaar

gaan we twee keer per jaar de tevredenheid na van onze

patiënten. In 2016 kozen we ervoor om onze meting te

organiseren inhetkadervanVIP².Dedatawerdenper

kliniek geanalyseerd en teruggekoppeld naar teamleden

en patiënten.

De respons is lager dan bij de vorige tevredenheids-

meting, vermoedelijk door de nieuwe vIP2-methodiek

en het feit dat de vorige bevraging dateert van het na-

jaar 2015. Toch namen iets meer dan de helft van onze

patiënten deel. We zien een hoge score op de globale

tevredenheid, een lichte stijging in vergelijking met eind

vorig jaar. De resultaten van de verschillende afdelingen

liggen voor deze meting ook dichter bij elkaar dan bij de

vorige tevredenheidsmeting. Wat betreft de verschil-

lende aspecten van tevredenheid springen drie zaken in

het oog. Ten eerste zien we een hoge score op vlak van

zorg op maat, veilige zorg, deskundige medewerkers, en

therapeutische relatie. Dat laatste is schitterend, gezien

uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat verandering in

therapie voor 30% toe te schrijven is aan de therapeuti-

sche relatie! verder merken we een lage score op vlak

van informeren van patiënten. De helft van de patiënten

geeft aan te weinig informatie gekregen te hebben over

de kosten van de behandeling, medicatie en mogelijke

bijwerkingen, psychische problemen en mogelijke be-

handelingswijzen. Tot slot noteren we een hoge score

wat betreft het respecteren van de privacy door mede-

werkers en het vragen van toestemming aan de patiënt

om informatie te delen met andere hulpverleners, maar

een lagere score op vlak van informatie omtrent de mo-

gelijkheid om andere hulpverlener te kiezen en informa-

tie omtrent recht op een tweede mening.02 04 06 08 0 100

Benchmark PZ, PAAZ & PVT Sint-Jan

Aanwezigheidsuïcidepreventie-beleid

VlaamsePatiëntenpeiling

0 20 40 60 80 100

resultaten viP2

Benchmark PZ Sint-Jan

Page 19: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

34 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 35

accespoints voorzien op de hele campus, om (de snel-

heid van) ons netwerk te garanderen . Deze werken die-

nen ook ter voorbereiding van de lancering van nieuwe

telefoontoestellen en alarmserver in 2017. Deze vernieu-

wing laat ook een meer uitgebreid gebruik van WIFI op

de campus toe.

5.5. PZ Sint-Jan eeklo verlengt SMileY

Op 23 november 2016 werd door mevr. a. couchez van

defirmaA.I.B.Vinçotteeenaudituitgevoerdindegroot-

keuken. Dit met het oog op het verlengen van het sMI-

ley-kwaliteitscertificaat

van het Favv (Federaal

agentschap voor de veilig-

heid van de voedselketen).

Deze audit onderzoekt alle

procedures en processen

inzake voedselveiligheid en

–hygiëne.

Het PZ Sint-Jan Eeklo

kreeg een gunstig rapport

voor al zijn grootkeuken-,

bakkerij- en restaurantac-

tiviteiten. aldus werd op 31

december 2016 het cer-

tificaat en de SMILEY op-

nieuw uitgereikt voor de

duurtijd van 3 jaar, d.w.z. tot

einde 2019. Dit kwaliteits-

keurmerk wordt uitgereikt

door de Certificatie Com-

missie van het Federaal

agentschap voedselveilig-

heid. Het is de hoogst mo-

gelijke kwaliteitserkenning

die een grootkeuken in een

ziekenhuis kan ontvangen.

De erkenning is geldig voor

het totale gamma van

catering activiteiten: pro-

ductie, portionering, bak-

kerij, distributie, externe

toelevering en restaurant.

Per dag distribueert de

keuken van de achtkan-

ter 510 maaltijden. Dit zo-

wel vooronze patiënten

(210) als in het restaurant

(120) en via externe toele-

vering (180).

geleverde maaltijden door de keukenvan de achtkanter (per dag)

Patiënten restaurant externe toelevering

5. Ondersteunende diensten en investeringen

5.1. OazisZoals aangekondigd in het jaarverslag van vorig jaar,

hebbenwein2015devoorbereidingengetroffenvoorde

implementatie van een nieuw softwarepakket. Dit soft-

warepakket staat in voor de facturatie en de registratie

van opnames, ontslagen en mutaties voor patiënten en

bewoners in het Psychiatrisch centrum sint-jan.

Op 5 en 6 januari 2016 werden alle gegevens uit ons oud

softwarepakket overgezet in het nieuwe en waren we

klaar om aan de slag te gaan met Oazis. Ondertussen zijn

we reeds een jaar aan de slag met het programma en

datheeftzijneffectnognietgemist!Devernieuwdeen

eenvoudige interface, de ingebouwde controles en de

opleidingen hebben het foutenpercentage op facturatie

laten dalen!

5.2. Witte kassa achtkanternaar aanleiding van de gewijzigde wetgeving betref-

fendededefinitieendevoorwaardenwaaraaneenge-

registreerd kassasysteem in de horecasector moet vol-

doen, hebben we in ons restaurant de achtkanter een

witte kassa geïnstalleerd. naast de installatie van deze

witte kassa, hebben we ook de moeite gedaan om een

bancontact-toestel te voorzien zodat men nu ook met de

bankkaart kan betalen.

5.3. renovatie SociowoningenDe gebouwen van de unit ‘sociowoningen’ van de Kliniek

voor Herstelgerichte Zorg werden in 2016 opgeknapt.

naast de belangrijke bouwtechnische herstellingen (o.a.

vocht) kregen de gebouwen een nieuw likje verf met

daarbij een accentmuur. Daarnaast werden ook nieuwe

gordijnen gehangen.

5.4. investeringen itOm de automatisatie veilig en performant te houden,

werd in 2016 geïnvesteerd in het vernieuwen van onze IT

–infrastructuur.Concreetwerdenernieuweswitchenen

0

50

100

150

200

250

Page 20: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

3736 PSycHIATRIScH cENTRum Sint-Jan EEKlO JaarverSlag 2016

6. PZ Sint-Jan Eeklo 2016: een jaar in cijfers

net zoals vorig jaar werd bijna de helft van

rechtstreekse opname gerealiseerd op de

KliniekvoorOpnameenBehandelingVolwas-

senen, wat een mooie illustratie is van hun op-

namewerking.

In 2016 waren er in totaal 653 opnames, een

lichte daling in vergelijking met vorig jaar. er

waren 644 ontslagen, een lichte stijging in ver-

gelijking met vorig jaar. als we de laatste 10 jaar

overschouwen, merken we een stijging in aan-

tal opnames en ontslagen van meer dan 40%.

6.1 aantal opnames

6.2 aantal rechtstreekse opnames

klin

iek

aantal rechtstreekse opnames

voor opname enbehandeling ouderen

voor angst-, stemmings-, aanpassingsbehandeling

SP

voor dubbeldiagnose

voor herstelgerichte zorg

voor opname en behande-ling - volwassenen

aa

nta

l pat

iën

ten

Jaar

Opname en ontslag

10

2008 20122006 2010 2014 2015 20152009 20132007 20110

0

200

300

400

500

600

700

37

opname

ontslag

Page 21: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

38 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 39

net zoals vorig jaar zijn er meer mannen opgenomen dan vrouwen.

6.3 geslachtsverdeling

man55%

vrouw45%

2016 in cijfers

20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90-99

6.4 leeftijd patiënten

aa

nta

l pat

iën

ten

leeftijd in jaren

0

50

100

150

200De meeste opnames gebeuren in de leef-

tijdsgroep tussen 30 en 39 jaar. van de op-

genomen patiënten is 22% ouder dan 60

jaar, een lichte stijging in vergelijking met

vorig jaar. net zoals vorig jaar is 13% van de

opgenomen patiënten jonger dan 30 jaar.

Woont alleen

Eigen gezin

Inwonend of samenwonend

Overige

Beschut Wonen

Geen vaste verblijfplaats

Ruim30%vanalleopnamesisgeplandsindsminderdan24uurvoordeeffectieveopname.Ditillustreerteenlaagdrempelige

en snelle opnamewerking die essentieel is voor de opvang en behandeling van mensen met acute psychiatrische problemen. In

vergelijking met vorig jaar zien we wel een daling van bijna 10%.

Het overgrote deel van de opgenomen patiënten (37%) woont alleen. er is ook een grote groep (26%) die woont bij het eigen

gezin.Eenanderdeel(16%)isin-ofsamenwonend.Zesprocentvanonzerechtstreekseopnameskomenuitbeschutwonenen

vier procent heeft geen vaste verblijfplaats. We zien hier ongeveer hetzelfde beeld als vorig jaar.

6.5 toegankelijkheid

6.6 leefmilieu voor de opname

< 24 u33%

> 24 u67%

Page 22: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

40 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 41

2016 in cijfers

6.7 Primaire diagnose as i

6.8 Primaire diagnose as ii

middelengerelateerde stoornis

Stemmingsstoornis

Psychotische stoornis

restcategorie

Aanpassingsstoornis

Angststoornis

Persoonlijkheidsstoornis, afhankelijk

Persoonlijkheidsstoornis, ontwijkend

Persoonlijkheidsstoornis, borderline

Persoonlijkheidsstoornis, theatraal

Zwakbegaafdheid / zwakzinnigheid, licht

net zoals de voorbije jaren vormen middelen gerelateerde stoornissen de grootste groep (40%). Op de tweede plaats zien we

stemmingsstoornissen (34%). Het aantal patiënten met een psychotische stoornis daalde van 12% vorig jaar naar 6% en komt

daarmee terug op het niveau van 2012.

In de lijn met de voorbije jaren heeft meer dan de helft van de patiënten geen diagnose op as II. De meest gestelde diagnose is

net zoals de voorbije jaren de afhankelijke persoonlijkheidsstoornis.

0

50

100

150

200

250

300

2006

2006

2007

2007

2008

2008

2009

2009

2010

2010

2011

2011

2012

2012

2013

2013

2014

2014

2015

2015

2016

2016

aa

nta

l pat

iën

ten

aa

nta

l pat

iën

ten

0

10

20

30

40

50

60

70met wederzijds akkoord

Geëist door betr. zonder akkoord team

Geëist door team zonder akkoord betr.

Niet teruggekeerd

Overige

er gingen 644 patiënten op ontslag in 2016, waarvan er 35% minder dan een maand in ons ziekenhuis verbleven. 62% verliet het

ziekenhuis na minder dan drie maand. slechts 8% van de patiënten hadden een verblijf langer dan een jaar.

Het overgrote deel van de ontslagen (64%) verliep met wederzijdse toestemming tussen de patiënt en het behandelteam. vijftien

procentverkooseenontslagzonderakkoordvanhetbehandelteam.Bijelfprocentvandepatiëntenwerdtotontslagbeslistdoor

het behandelteam, echter zonder akkoord van de patiënt.

6.9 verblijfsduur

1 dag

1 week

1-2 w

eken2-4

weken

4-13 w

eken13

-26 w

eken26-5

2 weken

1-2 ja

ar

> 2 ja

ar

aa

nta

l pat

iën

ten

6.10 Wijze van ontslag

020406080

100120140160180

Page 23: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

42 PsycHIaTrIscH cenTruM Sint-Jan eeKlO JaarverSlag 2016 43

2016 in cijfers

6.11 veiligheidsmanagementsysteem 6.12 Personeel

HetPZSint-JanEeklosteldein2016190,78Ftemedewerkerstewerk.Ditwarener118,94indepatiëntenzorg,68,34inde

logistieke diensten en 3,5 in de nevendiensten.

Hieronder ziet u de verdeling binnen de logistieke diensten.

In 2016 werden over het ganse ziekenhuis 205 incidenten gemeld. Dat is een verdubbeling in vergelijking met 2015.

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

aa

nta

l in

cid

en

tme

ldin

ge

n

Jaar

250

200

150

100

50

0

Personeel (Fte)

Personeel:logistieke diensten(Fte)

0

5

10

15

20

25

algem

ene die

nsten

huishoudelij

ke die

nst

onderhoud

keukente

chnische d

ienst

admin

istra

tieva

kantiejo

bs

2,16

11,48

20,51

7,75

12,8613,27

0,37

118,94

68,34

3,5

Patiëntenzorg

logistieke diensten

Nevendiensten

Page 24: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:
Page 25: Psychiatrisch centrum · Wijkcentrum De Kring 20 3.8. Activiteiten Similes 2016 20 4. Veilige en kwaliteitsvolle zorg 24 4.1. Agressiepreventie in het PZ Sint-Jan Eeklo. 24 4.2. Suïcidepreventie:

Oostveldstraat 19900 EekloTel. 09-376.97.11Fax 09-376.97.49mail: [email protected]: www.psyeeklo.be

Sint-JanP s y c h i at r i s c h c e n t r u m

VZW EEKLO