ProVUssioneel - 2015 - maart

45

Transcript of ProVUssioneel - 2015 - maart

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    3

    Goed nieuws

    Angelika Raths

    Worden jullie ook wel eens wanhopig van alle rampspoed en ellende in het nieuws? Na-tuurlijk, het is er allemaal, maar niemand maakt me wijs dat er geen betere balans te vinden is tussen slecht en goed nieuws. Waarom lezen wij zo weinig over uitvindingen die het leven beter maken, mensen en gedachten die verrijken, constructieve acties, creatieve oplossingen, voorbeelden van burgermoed, best practices voor levenskunst als broodnodig tegenwicht?De wereld is groot, laat ik kijken naar onze eigen biotoop, de HOVUmc. Dat is te over-zien en daar heb ik invloed op.We willen altijd alles beter. Das mooi. Maar ik haal de energie om door te blijven sleu-telen juist uit het plezier over wat er goed gaat. Daarom op deze plek aandacht voor verheugend nieuws.

    We zijn een groeiend en bloeiend bedrijf. Bij ons dreigen geen ontslagen. Integen-deel, we breiden uit en zijn op zoek naar nieuwe stafleden en opleiders. O.a. gaan twee opleiders uit jullie gelederen de stap wagen hun kwaliteiten ook als groepsdocent in te zetten. Welkom Carine (den Boer) en Sjors (Konijn), we zijn er blij mee!Onze orintatiecursussen zitten vol, maar slechts een kleine groep deelnemers gene-reert een nieuwe opleidingsplaats, omdat veel aspiranten ervaren hao-collegas gaan ondersteunen of op gaan volgen (gelukkig). Dus blijf goede huisarts-collegas motiveren (geheel vrijblijvend en kosteloos) deel te nemen aan onze orintatiecursus! Wie dat lukt krijgt van ons een dikke knuffel. Wees niet bang voor ongewenste intimiteit, want dit is letterlijk bedoeld. Onze voorraad kangoeroes (met kleintjes in de buidel) is bijna op.

    Zij worden opgevolgd door een heuse kudde olifanten met jonkies stevig, maar aaibaar, met een dikke huid, maar een gevoelige slurf, grote oren en een uitstekend geheugen.

    'Een groot aantal van de typische gedragspatronen van olifanten wijzen op hoge intelligentie: rouw, leren, zorgen voor ander-mans jongen, mimiek, kunst, spelen, humor, altrusme, het gebruik van werktuigen, medelijden, zelfbewustzijn, geheugen en mogelijk taal.' (Bron: Wikipedia) kortom, mijn gedroomde opleider ;)

    Ondanks hao-krapte hebben we in maart toch alle aios kunnen plaatsen. Sylvia Vlak doet op pagina 40 in dit nummer een poging jullie iets te laten zien van de puzzel die daarbij elke keer opgelost moet worden.

    Jullie werk als opleiders wordt door de aios erg gewaardeerd. Sinds 2004/2005 evalueert het NIVEL om het jaar landelijk onder alle aios en alumni hun tevredenheid over de opleiding. Het rapport De opleiding tot huisarts opnieuw beoordeeld in 2014 (www.nivel.nl) is een goed leesbaar, informatief document.Voor wie niet de tijd heeft het hele stuk te lezen hebben wij enkele tabellen op de vol-gende pagina's gezet en een aantal pagina's op onze website (www.hovumc.nl/hao). Ik licht er enkele punten uit:

    Over de gehele breedte komen VUmc, AMC, Maastricht en Nijmegen als beste uit de bus relatief vaak als hoogste en bijna nooit als laagste (p. 66).

    Wat betreft het aios-oordeel over de kwaliteit van de huisartsopleider halen jullie voor het 3e jaar landelijk de hoogste score. De 1e-jaars-haos staan op een roemvolle 2e plaats (tabel 3.16)! Proficiat!

    Uitmuntende resultaten m.b.t. de frequentie van leermomenten, leergesprekken en opgenomen en nabesproken consulten (tabel 6.10 op pagina 6 van dit blad).

    Landelijk het hoogst scoort HOVUmc op de toegevoegde waarde van het individuele leerplan, het belang van leer- en toetsmomenten voor het formuleren van leerdoelen (samen met Maastricht). Bravo!

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    4

    hao-cordinator

    De tevredenheid van de VU-aios over hun opleiders is absoluut goed nieuws. Wij zijn trots op jullie!

    Op alle instituten worden de 3e-jaars haos op veel onderdelen beter beoordeeld dan de collegas van het 1e jaar (p. 19). Begrijpelijk als je bedenkt dat de beginnende, min-der ervaren hao overal in het 1e jaar wordt ingezet. Doen scholing en ervaring zo veel, of ligt het aan de perceptie van een meer ervaren 3e-jaars-aios? Misschien moeten wij beginners nog gerichter ondersteunen.

    Onze wensen:meer patintencontacten in bijzijn van de hao (tabel 3.9), ook al vinden de aios het voldoende.het item geeft regelmatig feedback vinden wij cruciaal voor onderwijs. Met name voor het 3e jaar zouden wij ons een hogere score wensen. Misschien moeten jullie het alleen maar explicieter maken? Zet m op! Wij gaan kijken wat wij van andere instituten kunnen leren.

    Een verband met het volgende punt is denkbaar (hoewel niet wetenschappelijk aange-toond):

    Jullie beoordelen inhoud en vorm van onze meerdaagse positief. De waardering van de cursussen is met een gemiddelde van 8.25 gestegen t.o.v. het jaar ervoor. Het hoogste cijfer heeft een groep van leergang 2 (Leergesprekken) gegeven met een 8.85, op de voet gevolgd door Seksuologie en Deep Listening met een 8.75. EBM sleepte een 8.6 in de wacht. Het novemberdeel wordt overigens structureel hoger gewaardeerd dan de eerste helft in juni. Is men dan vertrouwder met elkaar? Jullie mogen ervan uitgaan, dat er in alle cursussen over na wordt gedacht, wat we uit jullie evaluaties kunnen leren. In ieder geval blijkt onze opzet van vier samenhangende dagen rond hetzelfde thema en tijdens de vier basisleergangen ook in dezelfde groep een (landelijk unieke) for-mule, die diepgang, intensiteit en persoonlijk leren faciliteert. Dat wordt door zowel deelnemers als docenten zo ervaren. Opkomst en sfeer zijn uitstekend.

    Wij doen ons best deze kwaliteit in 2015 weer te leveren.De keuze binnen leergang 5 is dit jaar alvast groter dan ooit en we hebben maar liefst vier hoogleraren voor jullie kunnen contracteren.

    Dankzij ons strakke beleid en de professionele inspanningen van Samantha vielen de kosten voor de meerdaagse in 2014 nog gunstiger uit dan in 2013. Ze liggen ca. 300.- lager dan zon 6/7 jaar geleden. Door het conferentieoord is voor dit jaar een prijsstijging aangekondigd. Als dit nummer gedrukt is, heeft Samantha vast harde onderhandelingen achter de rug.

    Velen van jullie zijn ook bereid zelf leeractiviteiten te organiseren.Een flink aantal is het peerassessment aangegaan. Ze hebben elkaar in hun praktijk geobserveerd tijdens eigen consulten en een leergesprek. Dat waarderen wij, want het vraagt durf om je zo direct op de vingers te laten kijken. Ik ben benieuwd naar wat het de betrokkenen heeft opgeleverd en hoop daarover in het septembernummer iets te kunnen publiceren.

    Om scherp te blijven evalueren wij veel en structureel: tijdens de meerdaagse en de paralleldagen. Wij nemen met belangstelling kennis van de resultaten van de NIVEL-aios-enqute (lees Nettie's Hoofdzaken) en die van onze HOVU-eigen hao-enqute (zie het stuk van Helle Poulsen elders in dit nummer). Het NIVEL gaat binnenkort ook een landelijke hao-enqute uitzetten.Met zn allen geven we de aios een goed voorbeeld van hoe je professionaliteit bereikt en op peil houdt. Goed nieuws, toch?

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    5

    Highlights NIVEL aios-enqute 2014

    Lees de onderstaande tabellen en geniet van jullie topscore (Bron: NIVEL):

    Hoofdstuk 3: Resultaten

    De opleiding tot huisarts beoordeeld, NIVEL 2014 39

    Begeleiding opleidingspraktijk 1e jaar De begeleiding bij Arts-patint communicatie, Medisch handelen, Professionaliteit en Samenwerken wordt door de aios bij alle opleidingen beoordeeld met een hoog cij-fer, gemiddeld een 8 tot 9. Ook de begeleiding bij Organisatie en Maatschappelijk handelen wordt nog als ruim voldoende beoordeeld. De begeleiding bij Wetenschap en onderwijs scoort gemiddeld het laagst maar zit ook nog rond de 7.

    Tabel 3.24: Gemiddelde antwoord van de aios op de stelling Beoordeel de begeleiding bij het toepassen van de competentiegebieden in het eerste jaar tijdens het onderwijs in de OPLEIDINGSPRAKTIJK met een rapportcijfer van 1-10.

    Meting Variatie 2014 Per instituut in 2014 2014 min. max. AMC VU Gro Lei Maa Nij Rot Utr

    Begeleiding bij arts-patint communicatie

    gemiddeld 8,7 8,5 9,0 8,5 9,0 8,9 8,5 8,6 8,8 8,8 8,6

    N 958 114 116 75 123 105 139 139 147 Begeleiding bij medisch handelen gemiddeld 8,9 8,7 9,1 8,8 9,0 8,9 8,7 8,8 9,0 9,1 8,8

    N 958 114 116 75 123 105 139 139 147

    Begeleiding bij professionaliteit (o.a. balans priv-werk, onderwijs volgen, normen en waarden)

    gemiddeld 8,6 8,4 8,7 8,6 8,7 8,5 8,4 8,5 8,6 8,7 8,6

    N 958 114 116 75 123 105 139 139 147 Begeleiding bij samenwerken (o.a. delegatie, consultatie, verwijzen)

    gemiddeld 8,4 8,2 8,5 8,3 8,5 8,4 8,3 8,2 8,2 8,3 8,3

    N 958 114 116 75 123 105 139 139 147 Begeleiding bij wetenschap en onderwijs (o.a. wetenschappelijke onderbouwing, onderwijs geven)

    gemiddeld 7,3 6,8 7,7 6,8 7,7 7,3 7,1 7,2 7,3 7,4 7,2

    N 958 114 116 75 123 105 139 139 147 Begeleiding bij maatschappelijk handelen (o.a. gezondheidsbevor-dering, wetgeving, kosten)

    gemiddeld 7,5 7,3 7,8 7,3 7,8 7,6 7,4 7,5 7,6 7,7 7,5

    N 958 114 116 75 123 105 139 139 147 Begeleiding bij organisatie (o.a. praktijkmanagement, continuteit, kwaliteitsbewaking)

    gemiddeld 7,7 7,5 7,9 7,6 7,8 7,6 7,7 7,7 7,5 7,9 7,7

    N 958 114 116 75 123 105 139 139 147 Significant hoger gemiddelde 0 0 0 0 0 0 0 0 0

    Gemiddelde 8,2 8,0 8,3 8,0 8,3 8,2 8,0 8,0 8,0 8,3 8,1 Nb: een * geeft eventueel aan of een percentage significant hoger is dan het laagste percentage per meting of per instituut. Kleurcodering: 0-5,0 5,0-6,7 6,7-7,5 7,5-8,0 8,0-10,0

    Samenvatting Rapportcijfer begeleiding bij competentiegebieden van aios 1e jaar: x Gemiddeld een 8,2 in 2014, varirend van een 7,3 tot een 8,9 per item.

    Geen vergelijking met eerdere metingen (nieuwe vraag); Geen significante verschillen tussen instituten; Geen substantile verschillen tussen instituten in het gemiddelde.

    Hoofdstuk 3: Resultaten

    40 De opleiding tot huisarts beoordeeld, NIVEL 2014

    Opleidingspraktijk 3e jaar Voor de meeste competentiegebieden geldt dat deze in de 3e-jaars opleidingspraktijk va-ker in voldoende mate aan bod komen dan in de eerstejaars opleidingspraktijk. De on-derwerpen Maatschappelijk handelen en Organisatie, waarvan in 2011 ongeveer 25% van de aios vond dat deze te weinig aandacht krijgen, geeft in 2014 nog 17% van de aios aan, dat deze onderwerpen te weinig aandacht krijgen. Dat is een significante stijging ten opzichte van 2011. Wel valt op dat wederom de arts-patint communicatie volgens 7% van de aios te veel aandacht krijgt, maar dit verschilt per instituut van 0% tot 18%. Er is geen ander competentiegebied waarvan meer dan 1% van alle aios vindt dat dit te veel aan bod komt.

    Tabel 3.25: Aandeel aios per antwoordcategorie op de vraag In welke mate zijn onderstaande competentiegebieden in het derde jaar tijdens het onderwijs in de OPLEIDINGSPRAKTIJK aan bod geweest?

    Meting Variatie 2014 Per instituut in 2014 2011 2014 min. max. AMC VU Gro Lei Maa Nij Rot Utr

    Arts-patint communicatie % te veel 8 7 0 18 8 3 0 4 7 8 18 2 % voldoende 88 88 73 96 90 94 96 85 93 85 73 96% te weinig 4 5 0 11 3 3 4 11 0 6 9 2

    N 463 337 39 32 24 46 41 62 45 48Medisch handelen % te veel 2 1 0 4 0 0 4 0 0 0 2 0

    % voldoende 87 95 * 89 100 92 100 96 91 98 98 89 98% te weinig 11 4 0 9 8 0 0 9 2 2 9 2

    N 463 337 39 32 24 46 41 62 45 48Professionaliteit (o.a. balans priv-werk, onderwijs volgen, normen en waarden)

    % te veel 2 1 0 4 3 3 0 2 0 0 4 0 % voldoende 90 93 85 98 85 97 92 93 98 89 93 96% te weinig 7 6 0 13 13 0 8 4 2 11 2 4

    N 463 337 39 32 24 46 41 62 45 48Samenwerken (o.a. delegatie, consultatie, verwijzen)

    % te veel 2 1 0 3 3 0 0 2 0 0 2 0 % voldoende 91 93 88 100 90 100 88 96 93 92 96 94% te weinig 7 6 0 13 8 0 13 2 7 8 2 6

    N 463 337 39 32 24 46 41 62 45 48Wetenschap en onderwijs (o.a. wetenschappelijke onderbouwing, onderwijs geven)

    % te veel 2 1 0 3 3 0 0 0 0 2 0 0 % voldoende 76 77 63 84 74 63 75 76 76 84 82 77 % te weinig 23 23 15 38 23 38 25 24 24 15 18 23

    N 463 337 39 32 24 46 41 62 45 48Maatschappelijk handelen (o.a. gezondheidsbevorde-ring, wetgeving, kosten)

    % te veel 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 % voldoende 75 83 * 77 91 77 91 79 85 83 81 89 83% te weinig 24 17 9 23 23 9 21 15 17 19 11 17

    N 463 337 39 32 24 46 41 62 45 48Organisatie (o.a. praktijkmanagement, continuteit, kwaliteitsbewa-king)

    % te veel 2 0 0 3 3 0 0 0 0 0 0 0 % voldoende 75 83 * 69 92 69 91 75 80 83 84 87 92% te weinig 24 17 8 28 28 9 25 20 17 16 13 8

    N 463 337 39 32 24 46 41 62 45 48Significant vaker voldoende 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

    Gemiddelde % voldoende 83 87 82 91 82 91 86 87 89 88 87 91Nb: een * geeft eventueel aan of een percentage significant hoger is dan het laagste percentage per meting of per instituut. De items zijn gesorteerd op het aandeel te weinig voor het eerste jaar. Kleurcodering: 0-50 50-67 67-75 75-80 80-100

    Samenvatting aandacht voor competentiegebieden in 3e jaar: x Gemiddeld 87% voldoende in 2014, varirend van 77% tot 95% per item. Nb: Gemiddeld 7% vindt dat er te veel aandacht wordt besteed aan Arts-patint com-municatie. Voor de andere items is dit maar 0-1%.

    Significante stijging in Medisch handelen, Maatschappelijk handelen en Orga-nisatie in vergelijking met 2011;

    Significante verschillen tussen instituten voor 3 items (3 instituten met 1-2 items); Geen substantile verschillen tussen instituten in het gemiddelde.

    Ook al zijn de verschillen niet significant, jullie halen wel de hoogste gemiddelde score (de 3e-jaars-haos delen de plek met Rotterdam). Jullie beoordelingen liggen op verschillende items het hoogst (1e jaar: APC, begeleiding bij professionaliteit, samenwerking, begeleiding bij wetenschap & onderwijs en maatschappelijk handelen. 3e jaar: medisch handelen, samenwerking en maatschappelijk handelen).

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    6

    Hoofdstuk 3: Resultaten

    24 De opleiding tot huisarts beoordeeld, NIVEL 2014

    Voldoende frequentie van leermomenten in het eerste en derde jaar In 2014 is voor het eerst gevraagd of de frequentie van leermomenten in het eerste en derde jaar als voldoende word beoordeeld door de aios. Op basis van de in de vorige tabel getoonde frequenties blijkt dat deze meestal minder dan n keer per week plaats-vinden. Deze wellicht wat lage frequentie wordt door 87% van de aios echter wel als voldoende beoordeeld. Tabel 3.10: Aandeel aios dat aangeeft of er Voldoende vaak aandacht is voor (A) een leerge-sprek (taakgerichte, persoonsgerichte of procesgerichte gesprekken) met de huisartsopleider, (B) een patintcontact in bijzijn van de huisartsopleider, gevolgd door een nabespreking en (C) van een op video opgenomen consult en dat leidde tot (D) leerpunten (in 1e en 3e leer-jaar) Meting Variatie 2014 Per instituut in 2014 2014 min. max. AMC VU Gro Lei Maa Nij Rot Utr 1e jaar (A): frequentie leergesprek met de huisartsopleider

    voldoende - 91 82 98 * 93 98 * 88 82 84 90 94 * 96 * onvoldoende 9 2 18 7 2 12 18 16 10 6 4

    N 1028 122 127 83 132 112 144 143 157

    1e jaar (B): frequentie patintencontact in bijzijn huisartsopleider

    voldoende 79 65 91 * 74 80 90 77 65 83 * 91 * 75 onvoldoende 21 9 35 26 20 10 23 35 17 9 25

    N 1028 122 127 83 132 112 144 143 157

    1e jaar (C): frequentie opgenomen en nabesproken consult

    voldoende 84 76 88 87 88 80 85 76 86 80 86 onvoldoende 16 12 24 13 12 20 15 24 14 20 14

    N 1028 122 127 83 132 112 144 143 157

    1e jaar (D): frequentie opstellen van leerpunten op basis van nabespreking

    voldoende 81 76 87 78 83 84 76 79 81 87 83 onvoldoende 19 13 24 22 17 16 24 21 19 13 17

    N 1028 122 127 83 132 112 144 143 157

    3e jaar (A): frequentie leergesprek met de huisartsopleider

    voldoende 91 83 98 90 91 83 85 93 91 91 98 onvoldoende 9 2 17 10 9 17 15 7 9 9 2

    N 339 39 32 24 46 41 63 46 48

    3e jaar (B): frequentie patintencontact in bijzijn huisartsopleider

    voldoende 87 83 92 87 88 83 87 88 86 87 92 onvoldoende 13 8 17 13 12 17 13 12 14 13 8

    N 339 39 32 24 46 41 63 46 48

    3e jaar (C): frequentie opgenomen en nabesproken consult

    voldoende 88 79 97 92 97 79 85 83 89 85 92 onvoldoende 12 3 21 8 3 21 15 17 11 15 8

    N 339 39 32 24 46 41 63 46 48

    3e jaar (D): frequentie opstellen van leerpunten op basis van nabespreking

    voldoende 91 83 98 90 91 83 87 98 89 93 92 onvoldoende 9 2 17 10 9 17 13 2 11 7 8

    N 339 39 32 24 46 41 63 46 48

    Significant vaker voldoende 2 0 1 0 0 0 1 2 1 Gemiddelde voldoende 87 83 90 86

    90 84 83 83 87 89 89

    Nb: een * geeft eventueel aan of een percentage significant hoger is dan het laagste percentage per meting of per instituut. Kleurcodering: 0-50 50-67 67-75 75-80 80-100 Samenvatting Voldoende frequentie leermomenten in 1e en 3e leerjaar: Gemiddeld 87% voldoende, varirend van 79% tot 91% per item. Geen vergelijking met voorgaande jaar (nieuwe vraag); Significante verschillen tussen instituten op 2 items in 1e leerjaar; Geen substantile verschillen tussen instituten in gemiddelde.

    Jullie scoren het hoogst van allemaal op de frequentie van leermomenten en de frequentie van opgenomen en nabesproken consulten. Landelijk is in het 1e jaar de frequentie van leergesprekken toegenomen. Onze oplei-ders liggen significant voor. Hulde! Zouden jullie die plek niet ook in het 3e jaar kunnen veroveren?

    VUmc-opleiders scoren landelijk als beste op de volgende opleiderscompetenties (waaronder * significant hoger dan anderen):1e jaar (tabel 3.6, p. 18):

    - Stemt het onderwijs (ow) af op de setting waarin het ow plaatsvindt.- Deelt zijn/haar werktijd zo in dat er ruimte is voor zowel ow als patintenzorg*.- Geeft duidelijke uitleg/verklaring voor zijn/haar meningen, adviezen, handelingen etc*.- Integreert standaarden, richtlijnen en gegevens uit wetenschappelijk onderzoek in het ow.- Geeft duidelijk aan wat ik geacht word te weten en te doen binnen zijn/haar opleidingspraktijk.- Stelt vragen die het leren stimuleren (gelijk aan Nij, Rot en Utr).

    Op n na beste:- Geeft begeleiding bij de uitvoering van klinische en technische vaardigheden (gedeeld met Gro).- Past het ow aan mijn behoefte aan.

    3e jaar (tabel 3.7, p. 20):- Stimuleert mij om zelfstandig te leren.- Creert een goede leeromgeving (gedeeld met Utr).- Onderwijst effectieve communicatieve vaardigheden t.o.v. de patint/familie van de patint*.- Besteedt in het ow aandacht aan de afstemming van zorg en kosten.- Integreert standaarden, richtlijnen en gegevens uit wetenschappelijk onderzoek in het ow.

    Op n na beste:- Geeft duidelijke uitleg/verklaring voor zijn/haar meningen, adviezen, handelingen etc.- Geeft begeleiding bij de uitvoering van klinische en technische vaardigheden (gedeeld met Lei).

    Kijk naar meer informatieve tabellen op onze website onder www.hovumc.nl/hao toetsing & beoordeling

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    digheden ( 75%). Toch vraagt 57% meer aandacht voor het aanleren van technische vaardigheden in het terugkomdagonderwijs en 58% vraagt meer farmacotherapeutisch onderwijs. Leren ze vaardig-heden dan toch onvoldoende van jullie? Deze discre-pantie vraagt mijns inziens om nadere verkenning.

    Acties n.a.v. de aios-enqute Van de sterke punten mogen we vrolijk blijven genieten. Op enkele punten roepen de antwoorden in de enqute vragen op: waarover zijn ontkoppelde aios precies ontevreden? Besteden haos echt weinig aandacht aan zorgkosten en praktijkmanagement of doen jullie er wel veel aan maar label je dat niet dui-delijk? Harry Schleypen en Chris Rietmeijer houden met aios twee focusgroepbijeenkomsten om o.a. op deze punten meer diepgang te bereiken. Daarbij proberen we ook meer zicht te krijgen op de gesig-naleerde kwaliteitsverschillen tussen docenten.De dienstenpost als leeromgeving is aandachtspunt voor de cordinatoren op de posten: Helena van Eijkeren (Amsterdam), Willem Veerman (Twente), Rinel van Beest (Hoorn), Miguel Konijnendijk (Am-stelveen), Ernst Heeneman (Hoofddorp). Samen met hun AMC-collegas en met hulp van Rene Weersma implementeren zij de Leidraad Dienstdoen. De hoofden stellen eisen aan de besteding van de opleidingsgelden op de posten.

    VrijstellingsregelingVanaf 1 januari 2015 doen aios die vrijstelling willen voor een onderdeel van de opleiding al bij de start van hun opleiding een voorlopige aanvraag. Ze ge-ven daarbij aan welke ervaring ze hebben en welke competenties ze daar opgedaan hebben.We geven de vrijstellingsaanvraag aan de eerstejaars hao en vragen deze op te letten in hoeverre de aios deze competenties in de praktijk laat zien. In het 6e-maands voortgangsgesprek vragen we de indruk van de hao: heb jij er vertrouwen in dat deze aios het eindniveau van de opleiding kan behalen met een drie (of zes) maanden kortere opleidingsduur? We vragen je dus je algemene inschatting, je hoeft niet te beoordelen of de aios exact de competenties van de vrijstellingsstage beheerst.Op basis van de voorgaande ervaring plus jouw oordeel en ComBel maand 6, besluit ik om wel of niet een definitief vrijstellingsverzoek naar de RGS te sturen.

    7

    Hoofdzaken

    Nettie Blankenstein

    Graag wil ik alle haos feliciteren met de hoge waar-dering die de aios geven voor jullie bijdrage aan hun opleiding. Zie ook de tabellen op pagina's 5 en 6,In de NIVEL-enqute De opleiding tot huisarts op-nieuw beoordeeld in 2014 geven eerstejaars aios hun hao een 7,9 (landelijk 3e plaats), derdejaars aios geven een 8,1 (hoogste van het land).De leerzaamheid van de opleidingspraktijk scoort hoog in zowel het eerste (8,5) als in het derde jaar (8,4). Hieronder bepreek ik jullie sterke en minder sterke punten en de acties n.a.v. de aios-enqute. Tot slot zeg ik nog iets over de vrijstellingsregeling.

    Ervaringsleren, een sterk puntDe VUmc-haos scoren landelijk het hoogst in fre-quentie van leermomenten en aandacht voor het individuele leerplan van de aios. Jullie gebruiken ook (samen met Maastricht) het meest de leer- en toetsmomenten voor het leerplan van de aios. Onze aios zien ook het vaakst de toegevoegde waarde van hun leerplan (68%).Per week observeert de hao bij bijna de helft van de aios een patintencontact, ook bijna de helft be-spreekt een videoconsult. Bijna alle aios zijn tevre-den met deze frequentie. Jullie begeleiding bij wetenschap en onderwijs krijgt een 7,7, het hoogste cijfer in het land.De aios laten hun leren vooral sturen door praktijk-ervaringen (98%), voortgangsgesprekken met de opleider (90%), en de APC-videotoets.Hierin zien we onze onderwijsvisie terug: de aios leert gestuurd door de eigen ervaringen, de feed-back daarop en de thermometer die opleider en instituut er periodiek in steken om te laten zien welk niveau de aios op dat moment heeft bereikt.

    Minder sterke punten 75% van de VUmc-aios beoordeelt het dienstdoen in de HAP als nuttig, hierin scoren wij landelijk het laagst.Ruim de helft van de ontkoppelde aios is ontevreden over de begeleiding bij hun ontkoppeling. Wel wordt bij de nieuwe koppeling voldoende rekening gehou-den met hun voorkeuren.Hoewel jullie landelijk het hoogst scoren mogen jul-lie van de aios meer aandacht besteden aan maat-schappelijk handelen (met name zorgkosten) en praktijkmanagement.Dan nog een punt dat mij puzzelt: volgens de der-dejaars aios besteden jullie in de praktijk voldoende aandacht aan het aanleren van klinische en techni-sche vaardigheden (78%) en aan diagnostische vaar-

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    8

    Tjof vertelt verder over hoe hij het communicatie-wiel gebruikt: Iedereen vraagt hoe je dat wiel nou moet gebruiken, maar wat mij betreft kan het op allerlei manieren. Ik ken een collega-opleider die op vrijdag een reflectiemoment neemt om terug te den-ken aan consulten die minder goed zijn gegaan die week. Hij pakt daar dan het wiel bij en analyseert het consult, en verdomd zo kraakt hij de noot iedere keer; het wordt hem steeds duidelijk wat er aan de hand was en daar leert hij van. Het communicatiewiel ligt altijd op mijn bureau en mijn aios hebben een link naar het digitale wiel op hun bureaublad. Als mijn aios een video laat zien vindt ze het vaak moeilijk om er een vraag bij te bedenken. Het wiel helpt dan: wat was de context? Wat waren de belangrijke zaken daarin? Wat maakte het mak-kelijk of moeilijk? Als er iets niet goed gaat in het consult helpt het wiel om ook eens te kijken in welk deel van het consult het vooral fout gaat. Het is een mooie checklist van contextfactoren. Alleen al het simpele feit of het een nieuwe klacht betreft of een controleconsult en wat dat betekent voor je communicatie is een eye opener voor de aios. Ik pak het wiel er vaak bij en ik zie dat mijn aios er ook door groeien, zich veel bewuster worden van de context. En hoe je de items uit de MAAS-globaal in dze specifieke context meer of minder nodig hebt. Het wiel geeft ruimte om creatief te zijn!!

    Onderwijsheden Arts-patint communicatie

    Chris Rietmeijer

    Het communicatiewiel draait door!

    We zijn een jaar verder. Hoe gaat het met ons nieuwe curriculum APC? In dit stukje beschrijven we de stand van zaken. Maar eerst even opfrissen: Waar gaat het ook al weer om?In een notendop:Opleiders en aios ervaren vaak een verschil tussen het modelconsult volgens de MAAS-globaal en hoe ze in feite communiceren in de praktijk. Het lande-lijke curriculum APC 2014 geeft handvatten om de patintgerichte communicatievaardigheden uit de MAAS-globaal flexibel in te zetten. Het ene consult is het andere niet!

    Het landelijk curriculum APC 2014 wordt thans op alle huisartsopleidingen gemplementeerd. Bij ons hebben bijna alle opleiders er inmiddels op een paralleldag kennis mee gemaakt.Hoe ver zijn we nu? Wat gebeurt er op de werkvloer? Wordt de opleider er beter van, en vooral: wordt de aios er beter van?

    Opleider Tjof Movig is een early adopter die in 2012 meedeed met de leergang 5 over het nieuwe APC-curriculum; we vroegen hem naar zijn ervarin-gen:

    Die leergang was een openba-ring voor mij. Het communica-tiewiel voelde als een heerlijk systeem waarin alle stukjes op zn plaats vielen. Ik wist altijd wel dat consulten heel verschillend zijn en dat je eigenlijk voor elk type consult een aparte MAAS-globaal zou kunnen maken. Tijdens de leergang rekenden we uit dat je op grond van het com-municatiewiel al meer dan 6000 verschillende combinaties van contextfactoren kunt bedenken. Dat klopte ontzettend goed bij het gevoel dat ik daarover had. Ik communiceer ook verschillend in verschillende consulten en voelde me daar als opleider met het oog op de MAAS-globaal toch altijd een tikkeltje schuldig over. Door dat wiel voel ik me gelegi-timeerd, afwijken mag en dat is juist goed!

    Tjof Movig

    Tot zover Tjof Movig. Veel opleiders delen zijn en-thousiasme over de flexibele contextspecifieke inzet van communicatie. En het roept ook vragen op: hoe zit het nou met de consultvoeringstoets? Gebruiken we de MAAS-globaal nog? Jazeker, de MAAS-globaal geeft de ingredinten voor effectieve, dus patintgerichte, communicatie. Denk aan het verhelderen van de hulpvraag en het advise-ren in een echte dialoog, door gebruik te maken van vaardigheden als het stellen van open vragen, het geven van gevoelsreflecties, samenvattingen, tonen van empathie etc. Dat moet een aios al vroeg in de opleiding op basaal niveau kunnen. En dat toetsen we ook met onze consultvoeringstoets in het eerste jaar.

    Derde herziene druk van Silverman

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    9

    In het nieuwe curriculum APC wordt dit wel de rijbewijstoets genoemd. De term rijbewijs verwijst naar de enigszins kunstmatige situatie waarin je overdreven in je spiegels moet kijken zodat de exa-minator ziet dat je dat op de juiste momenten doet. Zo vragen we de aios om bij 6 maanden een aantal eenvoudige consulten in te leveren waarin hij laat zien dat hij een goed gestructureerd patintgericht consult kan voeren, gebruikmakend van de items uit de MAAS-globaal. Als hij dat heeft laten zien willen we de aios in het vervolg van de opleiding stimuleren om deze com-municatievaardigheden flexibel, contextspecifiek en doelgericht in te zetten. Bij het nabespreken van een consult helpen de volgende vragen daarbij:

    Welk deel van het consult wil je bespreken en waarom?Welke contextfactoren speelden een rol? (medisch inhoudelijk, patint-, artsfactoren)Welke communicatietaken waren van belang? (consultmodel)Wat was je doel?Welke communicatievaardigheden zette je hier- voor in?Hoe effectief was dat?Waren er andere mogelijkheden? Wat zegt de theorie?

    Deze vragen staan op de achterzijde van de papieren versie van het communicatiewiel en in de korte hand-leiding op de webpagina. De voorkant van het wiel toont o.a. de communicatietaken en de verschillende contextfactoren. Voorts herinnert de voorkant aan de theorie over de patintgerichte communicatie.

    Het gaat er bij deze bespreking om dat de aios zich bewust wordt van de context en zijn doelen tijdens het consult. Was zijn communicatie effectief om die doelen te halen? Als dat niet zo was zal de aios graag leren hoe hij effectiever kan zijn. Daar heeft de opleider ideen over en ook de theorie zoals ver-woord in de MAAS-globaal kan dan behulpzaam zijn.

    In de loop van de huisartsopleiding staan steeds ver-schillende themas (medisch inhoudelijke contexten) centraal, denk aan acute zorg, chronische zorg, GGZ, palliatie etc. Het idee is om de aios in een aantal van die contexten met patinten te zien communiceren. Het ziet ernaar uit dat de APC-toets in het derde jaar dan ook meer verspreid over de tijd, langs de verschillende themas plaats zal gaan vinden.

    Dus hoever zijn we nu met dat curriculum APC 2014? We zijn lekker bezig. Dit jaar hopen we de toetsing van APC in het 1e en 3e jaar aan te passen. En we gaan door met aios en opleiders te stimuleren het wiel erbij te pakken en het gesprek over context, doelen en effectieve communicatie te voeren.

    http://www.huisartsopleiding.nl/communicatiewiel

    Met dank aan Jae Klaasen voor de vormgeving van het communicatiewiel en deze interactieve webpa-gina.

    Chris Rietmeijer, namens de werkgroep APC: Simone van den Hil, Barbera van Duijn, Angelika Raths, Rinel van Beest, Tanneke van t Westeinde

    Voorkant communicatiewiel Achterkant communicatiewiel

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    10

    COMO

    Gerda Visser

    Deze ProVU biedt me de mogelijkheid om jullie weer op de hoogte te brengen van wat er binnen de COMO speelt.In de vorige ProVu berichtte ik o.a. over de voort-gangsgesprekken en de feedback vanuit die voort-gangsgesprekken naar het instituut.

    Deze keer een stukje over een kleine maar belang-rijke verschuiving in de werkwijze van onze commis-sie.De meeste van de gesprekken die wij als COMO voeren zijn naar aanleiding van een ontkoppe-ling (standaard) of naar aanleiding van vragen die voortkomen uit de evaluaties van het opleidingsjaar (LEOh, ingevuld door de aios en de evaluaties door de docenten).In beide gevallen zijn er meerdere mensen betrok-ken: hao, aios, docent, teamleider. Elk van hen heeft zich op zijn of haar eigen manier ingezet voor het opleidingstraject. En betrokken betekent vaak ook met veel inzet en betrokkenheid.

    We merken dat het belangrijk is dat we aan het eind van ieder gesprek dat we voeren even stilstaan bij de vraag:zijn er nog losse eindjes bij de hao of zouden die er nog kunnen zijn bij de betrokken docenten en/of aios? Om vervolgens te kijken hoe er waar nodig weer verbinding gemaakt kan worden. Dat kan zijn door toch het gesprek aan te gaan met de persoon in kwestie. Of doordat de hao de COMO toestemming geeft het verslag van het gesprek aan bijv. de docenten te laten lezen.Hierbij is de wens van de hao voor ons altijd leidend: zonder toestemming van de hao delen wij geen informatie uit het gesprek met anderen binnen het instituut.Wat het nut hiervan is? Dat kan bijvoorbeeld zijn dat hao en docent een aantal zaken naar elkaar uitspreken en zo ook uit de weg ruimen. Het kan ook zijn dat een betrokken docent alsnog antwoord krijgt op zijn of haar vraag: hoe heeft de hao tegen mijn rol in dit traject aange-keken? We hopen zo in ieder geval te bereiken dat waar nodig de cirkel alsnog rond gemaakt wordt. Dat is belangrijk, want binnen de opleidingsdriehoek heb-ben we elkaar maar al te vaak nodig!

    Tot slot nog een verandering van personele aard. Carine den Boer is nu al geruime tijd namens de hao-vereniging VU (HAOVU) als adviserend lid aanwezig bij onze vergaderingen. Carine wordt met ingang van 1 maart 2015 docent bij ons instituut. Dat betekent dat de HAOVU op zoek gaat naar iemand anders die haar plaats kan innemen bij de vergaderingen van de COMO.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    11

    Scholingsaanbod 2015

    SPELREGELS MEERDAAGSE (leergang 1 t/m 5)

    Je kunt je alleen inschrijven voor een cursus als je ook in de desbetreffende leergang bent ingedeeld (zie pagina 45).Heb je andere wensen? Neem dan contact op met hao-cordinator Angelika Raths, [email protected] alle logistieke vragen kun je terecht bij Samantha Paijens, [email protected].

    Een cursus duurt vier dagen, te weten twee achtereenvolgende dagen in juni en in novem-ber. De cursus Deep Listening is in juni drie dagen en in november nog een. Uitzondering is de tweedaagse novembermodule voor opleiders die in juni niet deel kunnen nemen.

    Het is aan de docenten te beoordelen of de cursus als voldoende kan worden afgesloten en je doorstroomt naar een volgende leergang. Het doen van aanvullende of compense-rende opdrachten kan tot de mogelijkheden behoren.

    Duo-opleiders zijn altijd beiden welkom; uiteraard worden beiden geacht alle vier de da-gen aanwezig te zijn.

    Inschrijving voor de keuzecursussen van leergang 5 geschiedt in volgorde van binnen-komst.

    Wij proberen zoveel mogelijk de zelfstandige periode van de aios te plannen tijdens de meerdaagse hao-cursussen.

    Kosten en annuleringsregeling: wij sturen twee afzonderlijke facturen. Een factuur na het juni-gedeelte en een factuur na het november-gedeelte van de cursus. Deelnemers aan de novembermodule krijgen n factuur, na november. De kosten zijn inclusief maaltijden en overnachting. Alleen wanneer je minimaal 7 dagen voor aanvang van de cursus aangeeft niet aanwezig te zullen zijn bij de cursus of niet te overnachten, kunnen wij de kosten in mindering brengen op de rekening. Niet genoten maaltijden kunnen wij helaas niet in mindering brengen.

    Als je binnen de termijn van 7 dagen genoodzaakt bent af te zeggen omdat de aois onver-wacht en door overmacht niet in staat is in de praktijk aanwezig te zijn, dan kun je dit aan ons kenbaar maken. Als instituut willen wij dan onderzoeken of een financile regeling getroffen kan worden.

    De landelijke regeling toekenning forfaitaire accrediteringspunten geeft aan dat een huis-artsopleider die een aios opleidt 20 forfaitaire punten ontvangt voor zijn/haar opleidings-activiteiten en het volgen van de scholing. Als hij/zij een deel van het jaar opleidt ont-vangt de opleider naar rato het aantal punten. Per kwartaal worden 5 punten toegekend.De landelijke regeling is na te lezen op de websites van HOVUmc en Huisartsopleiding Nederland.

    Zie voor verdere informatie Regelgeving financile afhandeling meerdaagse cursus-sen op www.hovumc.nl/hao/opleiding opleiders/meerdaagse of vraag Samantha Paijens ([email protected] of 020 444 8238).

    >

    >

    >

    >

    >

    >

    >

    >

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    12

    Het basiscurriculum Leergang 0 t/m 4Basiscurriculum leergang 0 Orintatiecursus

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Aantal deelnemers

    Competenties

    Inhoud cursus

    Themas

    Werkwijze

    ORIENTATIECURSUS

    Erkende huisartsen of opleiders van andere instituten die genteresseerd zijn in het oplei-den van aios aan de HOVUmc.

    Woensdag 2 en donderdag 3 september 2015Maandag 8 en dinsdag 9 februari 2016Woensdag 7 en donderdag 8 september 2016De cursus vindt plaats van 15.00 uur tot 15.00 uur de volgende dag, dus met een over-nachting, in Conferentieoord Zonheuvel in Doorn.Aan de cursus zijn geen kosten verbonden. Verblijfskosten worden enkel in rekening ge-bracht als men later dan een week van tevoren afzegt.

    Angelika Raths en Jolijn de Graaff

    Minimaal 8, maximaal 15

    De opleider 2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende leer-/werkplek3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe3.2 stemt het eigen handelen af met andere betrokkenen bij de ondersteuning van de aios4.1 organiseert personeelsinzet, middelen en informatiestromen zodanig dat er efficint gewerkt en geleerd kan worden4.3 creert binnen zijn/haar organisatie/praktijk draagvlak voor het opleiden van aios 5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren

    Deze geaccrediteerde cursus is een eerste, vrijblijvende orintatie op de rol van huisarts-opleider en het opleiderschap aan de HOVUmc. Een doel van de cursus is dat de belangstellende huisartsen en het instituut na afloop kun-nen besluiten of men met elkaar in zee wil gaan.

    Visie van de HOVUmc ten aanzien van het opleiderschapVerwachtingen en wensen van deelnemers en instituut ten aanzien van de functie van huisartsopleiderWat is specifiek voor de HOVUmc?Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van een opleiderDe competenties van de (beginnende) opleiderVoor- en nadelen van het opleidenPraktische consequenties voor de praktijkvoeringHet leergesprek en de planning ervan Het curriculum voor opleiders bij de HOVUmcOndersteuning van de beginnende opleiderStructurele evaluatie en toetsingWat is waar te vinden op onze website?Het individuele profiel van de opleiderHet opstellen van een leerwerkplan De weg naar erkenning als opleider door de RGSDe koppelingsprocedureKennismaking met en keuze van de passende aiosKiezen voor de HOVUmc?

    Aan de hand van opdrachten en tijdens praktische oefeningen maken de deelnemers ken-nis met de taken en mogelijkheden van het opleiderschap.De deelnemers kunnen ervaring opdoen met de sfeer en de interactieve werkwijze van het instituut. We laten voorbeelden van leergesprekken zien. We geven informatie, bespreken, wisselen uit en gaan praktisch oefenen o.a. met gast-aios. Er is ruim gelegenheid alles aan de orde te stellen dat helpt bij het maken van een wel-overwogen keuze voor het opleiderschap en specifiek aan de huisartsopleiding van het VUmc. Het is de bedoeling dat aan het einde ieders vragen zijn beantwoord.In de pauzes en tijdens de maaltijden is er ruim gelegenheid informeel van gedachten wis-selen.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    13

    Basiscurriculum leergang 0 Startersdagen

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Competenties

    Inhoud cursus

    Themas

    Werkwijze

    STARTERSDAGEN

    Beginnende opleiders die na hun erkenning gekoppeld zijn aan de eerste aios of AMA

    1 juli en 26 augustus 2015, 20 januari en 17 februari 2016

    Simone van den Hil en Gerda Visser

    De opleider0.0 expliciteert en motiveert eigen handelen1.1 draagt zorg voor een veilig opleidingsklimaat en is goed toegankelijk voor aios bij vragen en problemen1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios2.1 realiseert gerichte opleidingsactiviteiten op basis van het opleidingsplan2.2 ondersteunt de aios bij het opstellen van diens individuele opleidingsschema3.2 stemt het eigen handelen af met andere betrokkenen bij de ondersteuning van de aios4.1 organiseert het eigen werk zodanig dat er voldoende tijd en ruimte is voor het opleiden5.1 toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren; toont plezier in het werk als opleider en als huisarts

    Tijdens deze dagen vindt een eerste kennismaking plaats met onderwerpen die bij aan-vang van het opleiden aan de orde komen. De startersdagen zijn vooral een voorbereiding op de komst van de aios. Er wordt een begin gemaakt met het oefenen van de meest basale didactische vaardigheden.

    Kennismaking met hoofd opleidingOrganisatie in de praktijkHet leerwerkplanConsultatie van de aios: hoe doe ik dat?Hoe ziet het eerste jaar eruit? Wat wordt er van mij als opleider verwacht? De website en Blackboard.Rondleiding en kennismaken met ondersteunersLeergesprekken: doel en oefenen themagesprekDocentenronde: hoe gaat dat in zijn werk?Opleiding 'vroeger en nu'Curriculum (rooster) 1e jaarKwaliteit en voortgang van de opleider (COMO: Commissie Ondersteuning en Monitoring Opleiders)Dagrapportage als onderdeel van een leergesprekHet individueel ontwikkelingsplan (IOP) van de haoHao-mentoraatFeedback vragen, geven en ontvangen

    Afwisselend wordt in de grote groep gewerkt (informatieoverdracht en groepsdiscussie) en in kleinere groepen (oefenen van didactische vaardigheden). Zo komen theorie en praktijk telkens aan de orde en krijg je praktische tools voor de eerste weken. Zo komt bijvoor-beeld de opzet van een leergesprek aan de orde, naast het bekijken van een video van een leergesprek tussen hao en aios, zodat je een idee hebt van hoe het kan. Daarnaast oefen je zelf met een dagrapportagebespreking en geef en krijg je feedback. We sluiten natuur-lijk aan bij jullie vragen zodat je aan het eind van de dag beter weet hoe je aan de slag kunt met de voorbereidingen voordat je het jaar start met jouw aios.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    14

    Het basiscurriculum Leergang 0 t/m 4Basiscurriculum leergang 1

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Competenties

    Inhoud cursus

    Themas

    Werkwijze

    DE DUIZENDPOOT

    Beginnende opleiders die de startersdagen hebben gevolgd en de eerste aios of AMA opleiden

    Dinsdag/woensdag 9 en 10 juni, 17 en 19 november

    Groep juni (start aios maart): Ruud van den Berg en Carine den BoerGroep november (start aios september): Jolijn de Graaff en Berend Jansen (hao)

    De opleider 1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat en draagt zorg voor een veilig opleidings- klimaat waarbij de opleider respectvol, reflectief en ondersteunend is naar de aios1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek door gerichte opleidingsacti- viteiten op basis van het opleidingsplan en bewaakt en evalueert proces en resultaat2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding door de aios te ondersteunen bij het opstellen van diens individuele opleidings- schema en bevordert het eigenaarschap van de aios bij diens eigen leerproces2.3 beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties voor de voortgang door leerresultaten terug te koppelen, te beoordelen en de voortgang van het leerproces vast te leggen5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie door inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren door het eigen handelen als opleider te sturen op basis van wetenschap- pelijke inzichten en best practices

    Deze cursus is bedoeld als ondersteuning van haos die op dit moment bezig zijn met hun eerste jaar als opleider. Op de eerste bijeenkomst in juni neem je kennis van het onderwijs aan de huisartsopleiding bij het VUmc en de gebruikte leermiddelen. De beoordelingspro-cedure voor aios met de daarbij behorende evaluatieformulieren wordt besproken. Aan hand van een opname van een eigen consult bespreken we wat we de aios leren over consultvoering en we gaan oefenen met bespreken van de consulten van de aios. Met behulp van een casus gaan we observatie van het lichamelijk onderzoek oefenen. Daarnaast is er aandacht voor de organisatie van de praktijk: hoe stuur ik de patinten-stroom.In november zullen we doorgaan op het thema leergesprekken waarbij we gebruik zullen maken van een scoringslijst, de ALVU. Hiervoor neem je een opname van een leergesprek mee. We gaan oefenen met het geven van lastige feedback en het voeren van een beoor-delingsgesprek.Naar analogie van het individueel ontwikkelingsplan (IOP) van de aios zul je een individu-eel ontwikkelingsplan voor jezelf opstellen: wat wil ik als opleider leren, hoe en wanneer?

    Het individueel ontwikkelingsplan van de aios en de hao.Voortgangskwalificatie en beoordelingsprocedure.Update consultvoering.Kenmerken van: consultbespreking, dagrapportage, consultatie.Werken met de video en directe observatie.Feedback: theorie en vooral oefenen.Leercondities in de eigen praktijk, knelpunten.

    We werken tijdens deze leergang afwisselend in de gehele groep en in kleinere groepen. Wij gaan daarbij uit van jullie werkervaring op dit moment en oefenen zoveel mogelijk met jullie eigen casustiek. Ervaren knelpunten zullen we aan de orde laten komen. Inleiding en nabespreking doen we plenair maar verder oefenen we vooral in kleine groepen. Tijdens het tweede deel in november wordt gewerkt met eigen video-opnames van leergesprek-ken. We sluiten aan bij actuele leerwensen.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    15

    Basiscurriculum leergang 2

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Competenties

    Inhoud cursus

    Themas

    Werkwijze

    LEERGESPREKKEN

    Beginnende opleiders die leergang 1 hebben afgesloten

    Dinsdag/woensdag 9 en 10 juni, 17 en 19 november

    Groep A: Angelika Raths en Monique van den Ende, Wim Christiaans (hao, dag 2 en 3)Groep B: Helle Poulsen en Gerda Visser, Wim Schuurman (hao, dag 2 en 3)Groep C: Miriam Jager en Claar Spierdijk, Gerard de Bruijn (hao, dag 2 en 3)

    De opleider1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat en draagt zorg voor een veilig opleidings- klimaat waarbij de opleider respectvol, reflectief en ondersteunend is naar de aios.1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios.2.1 past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficint toe, hanteert de ver- schillende rollen flexibel en passend bij de leersituatie en bewaakt en evalueert proces en resultaat.2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding.2.3 beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties van de voortgang.4.1 organiseert het eigen werk zodanig dat er voldoende tijd en ruimte is voor opleiden.5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie.5.2 maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback.5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie en kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren.5.4 handelt conform geldende gedrags- en omgangsregels en gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios.

    In deze cursus staan de eigen leervragen van de deelnemers centraal uitgaande van hun ervaringen met de aios tot nu toe. Uitgangspunt zijn de door de haos ervaren hobbels en succeservaringen bij het voeren van leergesprekken. Wat stimuleert de interactie tussen opleider en aios en wat kan de interactie belemmeren? Hoe maak je ruimte voor het leren van de aios? Hoe vind je de goede balans tussen achter-overleunen, luisteren, doorvragen, sturen en je eigen opvattingen als ervaren huisarts en opleider?Aan het einde van de cursus heeft iedere deelnemer het eigen repertoire vergroot en duide-lijke aandachtspunten voor de verdere professionele ontwikkeling als opleider.De deelnemers maken de overgang van beginnend naar gevorderd opleider.

    Plaats en functie van het leergesprekHet verschil tussen verschillende doelen en soorten leergesprekken Basisvaardigheden voor het voeren van leergesprekken, zoals het structureren, doorvra- gen en concretiseren van leervragen. De balans tussen leiden en volgenHet effectieve gebruik van de ALVU als hulpmiddel - een door de HOVUmc in samenwer- king met opleiders ontwikkeld instrument voor de analyse van eigen leergesprekkenDe emotionele reflectieOndersteunen bij het klinisch reflecterenPersoonlijke valkuilenDe Roos van LearyPraktische tips, zoals het geanimeerd bespreken van de ComBeL en andere good practicesHet leergesprekspelHet individueel ontwikkelingsplan van de hao

    Wij gaan in deze cursus uit van de begeleidingservaringen van de deelnemers aan de hand van door de cursisten meegenomen video-opnames van eigen leergesprekken (liefst op USB met VCL formaat). Als het om een consult- of patintenbespreking gaat naar aanleiding van een consult van de aios is het handig, als dit consult ook op video wordt meegenomen.Uitgangspunt is zoveel mogelijk de eigen begeleidingservaring en casustiek. Waar nodig bieden wij aanvullende theorien aan die helpen interactie te analyseren en doelgericht bij te sturen. In november oefenen we ook met een acteur aan de hand van eigen casustiek.We proberen in deze leergang maatwerk te leveren door goed te focussen op individuele leerwensen. Wij werken veel in kleine groepjes met intensieve docent-begeleiding.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    16

    Het basiscurriculum Leergang 0 t/m 4Basiscurriculum leergang 3

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Competenties

    Inhoud cursus

    Themas

    Werkwijze

    EXPEDITIELEIDER

    Gevorderde opleiders die leergang 1 en 2 hebben afgesloten

    Dinsdag/woensdag 9 en 10 juni, 17 en 18 november

    Groep A: Angelique Bongers en Anouk BogersGroep B: Angela Weesie en Willem Feijen

    De opleider 0.0 maakt bewust gebruik van de eigen voorbeeldfunctie en expliciteert en motiveert het eigen handelen1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios1.3 kan omgaan met diversiteit2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie.5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie5.4 gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios

    Opleiden is een proces vergelijkbaar met een expeditie: Je gaat een tijd met elkaar op weg en bent op elkaar aangewezen zonder dat je elkaar van tevoren heel goed kent. Het doel staat vast, maar op de weg ernaartoe kan veel onverwachts gebeuren. Wat zijn je rol-len/taken als expeditieleider? Wanneer stuur je het proces, wanneer ben je volgend? Velen leiden niet alleen op maar doen dat samen met een ander.Wat zijn mogelijke verschillen en hoe ga je daarmee om?Waar en waarom ontstaan schuurplekken tijdens de expeditie opleiden?

    Hoe faseer je de begeleiding? Wat is een goede timing voor je interventies? Waar mag je aankomen en waar misschien (nog) niet? Hoe dichtbij sta je en hoe ver af? In deze cursus staan wij ook stil bij jouw persoon in de rol van opleider. Hoe ziet jouw meetlat eruit? Wat zijn jouw opvattingen, normen, waarden en gewoontes? Welk gedrag van een ander vind jij lastig? Wat als zich een conflict aandient? Wat als het beter is de expedities af te breken?

    Welke inzichten, theorien en tools helpen bij dit alles?

    begeleiden en sturen van een leerproces over een langere periodeleervoorkeuren en het omgaan met de verschillenkernkwaliteiten en allergien diversiteiteigen normen en waardenconflicterende meningen en belangenfeedback geven en ontvangen

    Uitgangspunt van de cursus zijn de persoonlijke ervaringen van de deelnemers tijdens de voorafgaande en lopende begeleidingstrajecten. Het werken aan de eigen doelen staat centraal en bepaalt mede welke theorien ter ondersteuning worden aangeboden. De meeste deelnemers kennen elkaar al uit de eerdere leergangen. Dat maakt het moge-lijk ook persoonlijkere punten ter sprake te brengen. We werken individueel, in twee- of drietallen, in de hele groep, soms in twee subgroepen en mogelijk ook met beide parallelgroepen samen. Wij maken gebruik van voorbereidingsopdrachten en eigen materiaal, theorien en model-len, film- en video-opnames, paneldiscussies, veel praktische oefeningen, zoals rollenspe-len met echte aios.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    17

    Het basiscurriculum Leergang 0 t/m 4Basiscurriculum leergang 4

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Competenties

    Inhoud cursus

    Themas

    Werkwijze

    DOORSTART

    Gevorderde opleiders die leergang 1, 2 en 3 succesvol hebben afgesloten of ervaren oplei-ders die een pas-op-de-plaats willen maken.

    Woensdag/donderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november

    Groep A: Harry Schleypen en Rinel van Beest, Anne Heynen (dag 1 en 3)Groep B: Lotte Kos en Erik Koelma, Gerrit Hagenbeek (dag 1 en 3)

    De opleider0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe4.3 creert binnen zijn organisatie/praktijk draagvlak voor het opleiden van aios5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren als huisarts en als opleider

    In deze leergang willen wij jouw ervaringen met het opleiderschap evalueren en de resulta-ten van deze analyse in een perspectief van de toekomst plaatsen. Hoe was de opleidings-situatie bij de start van jouw opleiderschap? Wat is sindsdien ontwikkeld? Waar bevind jij je nu? Waar wil je naartoe? En wat ga je doen om de kwaliteit van jouw opleiderschap op peil te houden c.q. verder te ontwikkelen (een succesvolle doorstart maken)? Met deze leergang sluit je het verplichte curriculum af. Met de oogst ervan kun je verder invulling geven aan leergang 5.

    Wat hoopte ik dat het opleiderschap me zou brengen? Wat is werkelijkheid geworden en hoe bevalt dat?Wat heb ik inmiddels geleerd/verworven en hoe bevalt dat?Wat heb ik als opleider in huis?Wat zijn mijn persoonlijke kwaliteiten die kenmerkend zijn voor mijn opleiderschap en hoe maak ik daar actief gebruik van ?Waarin zit de pit van het opleiden? Wat geeft energie? Zijn geven en ontvangen in ba- lans? Hoe behoud en/of bewaak ik dat?Waarin wil ik me verder ontwikkelen en hoe pak ik dat aan? (verbinding met het IOP van de hao)

    We introduceren het begrip Kenmerkende Beroepsactiviteiten voor het opleiderschap. We plaatsen de betekenisvolle interventies van de opleider centraal. Met behulp van eigen pre-sentaties van opleidersvaardigheden en daaruit afgeleide oefeningen onderzoeken we de themas, afwisselend plenair en in kleine groepjes. Tussendoor zijn er korte theoretische inleidingen om handvatten te bieden of het geheel in een kader te plaatsen. In juni neemt de hao een video van een leergesprek mee ter toetsing aan de hand van de ALVU.In november wordt de ontwikkeling van de hao getoetst en de voortgang beoordeeld. Dit gebeurt aan de hand van een presentatie over een door hem/haar zelf in juni geformu-leerd leerdoel. We ronden de leergang af met een feedbackronde.

    Bij goed gevolg ontvangen de deelnemers aan het eind van de leergang het certificaat/de bekwaamheidsverklaring van ervaren opleider. Bij onvoldoende prestaties wordt een aanvullende opdracht geformuleerd.

  • Het basiscurriculum Leergang 0 t/m 4Novemberdagen Doorn

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    20

    Keuzecurriculum leergang 5

    ARTS & GENEESKUNDE IN ROMANS EN FILMS

    Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten

    Dinsdag/woensdag 9 en 10 juni, 17 en 19 november

    Prof. dr. Arko Oderwald (VUmc, afdeling Metamedica, Universiteit voor Humanistiek, afde-ling Zorgethiek) en Prof. dr. Henritte van der Horst (VUmc, hoofd afdeling Huisartsge-neeskunde en Ouderengeneeskunde)

    Minimaal 8, maximaal 18

    De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat - draagt zorg voor een veilig opleidingsklimaat waarbij de opleider respectvol, reflec- tief en ondersteunend is naar de aios1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - daagt de aios steeds opnieuw uit tot dialoog - toont empathie1.3 kan omgaan met diversiteit - kan afstemmen op de eigenheid van de aios in culturele, sociale en ethische zin5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - toont plezier in het werk als opleider en als huisarts (specialist) - heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroor- zaakt - identificeert eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren - maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback - stelt door middel van reflectie periodiek de persoonlijke ontwikkelingsbehoefte vast, neemt planmatig deel aan deskundigheidsbevordering en evalueert het effect - neemt deel aan opinievorming en ontwikkeling van nieuwe inzichten op het oplei- dingskundig vakgebied - stuurt het eigen handelen als opleider op basis van wetenschappelijke inzichten en best practices5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie - kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren5.4 handelt conform geldende gedrags- en omgangsregels - gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios

    Vrijwel alle aspecten van de geneeskunde en het dokter-zijn worden beschreven in ro-mans. Soms is dat zijdelings, maar er zijn ook veel romans waarin een aandoening, de arts of ziek-zijn centraal staat. Dergelijke romans kunnen heel goed dienen als uitgangs-punt voor een discussie over allerlei medische, maatschappelijke of ethische vraagstukken in de geneeskunde en voor reflectie op het eigen handelen als arts.Veel van deze romans zijn overigens geschreven door artsen. In deze cursus maken wij daar ook gebruik van.

    In deze cursus bespreken we aan de hand van romans en korte verhalen een aantal medi-sche en maatschappelijke aspecten van de medische praktijk en reflecteren op de eigen ervaringen met deze aspecten. Daarbij besteden we ook aandacht aan de vraag hoe je lite-ratuur in het consult en in de opleidingssituatie kunt gebruiken. Op de laatste dag nemen we twee films als uitgangspunt.

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Aantal deelnemers

    Competenties

    Inhoud cursus

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    21

    Het proces van dokter worden en opleideno.a. aan de hand vanRoman: Samuel Shem: The House of GodSimon Vestdijk: Gedeelten uit de Anton Wachter cyclusRichard Selzer: Gedeelten uit Letters to a young doctor.

    Arts en patinto.a. aan de hand vanKorte verhalen van Michael Bulgakov, William Carlos Williams, Anton Tsechov, Richard Selzer, Oliver Sacks. Roman: Alberto Barrera Tyszka, De verloren patinten van dokter Andrs Miranda

    Morele dilemmas in de medische praktijko.a. aan de hand van:Korte verhalen en fragmenten van o.a. Belcampo, Simon Vestdijk, Michael Bulgakov, Anton TsechovRoman: Willem Jan Otten: Ons mankeert niets.

    Levenseindeo.a. aan de hand van de volgende twee films:Amour The death of Mr. Lazarescu

    In de cursus maken we gebruik van diverse werkvormen.

    We verwachten van iedere deelnemer dat hij/zij op basis van een eigen ervaring een schrijfopdracht uitvoert, die op de laatste dag besproken zal worden. Na een inleiding op de eerste dag bereiden we die schrijfopdracht voor

    Als voorbereiding op de leergang vragen we de deelnemers de romans, korte verhalen, fragmenten en films van te voren te lezen en te bekijken. In subgroepjes van vier tot vijf personen wisselen we de leeservaringen uit en reflecteren we op overeenkomsten en verschillen in die leeservaringen. Daarna volgt steeds een plenaire bespreking, waarin we ook stilstaan bij de vraag wat de leeservaring en het gezamenlijk bespreken ervan oplevert voor het eigen dokter-zijn.

    Op de laatste dag bespreken we de schrijfopdrachten en staan we stil bij de vraag op welke wijze (gedeelten van) de gelezen teksten ook bruikbaar zijn in de opleidingssituatie.

    Themas

    Werkwijze

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    22

    Het basiscurriculum Leergang 0 t/m 4Keuzecurriculum leergang 5

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Aantal deelnemers

    Competenties

    Inhoud cursus

    DAPPERE DOKTERS, DAPPERE OPLEIDERS

    Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten

    Woensdag/donderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november

    Chris Rietmeijer en Bart Meijman, gastdocent Menno de Bree (filosoof)

    Minimaal 8, maximaal 15

    De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - creert een veilige, vertrouwelijke omgeving waarin aios wordt gestimuleerd emoti- oneel en intellectueel uitdagende situaties te bespreken - daagt de aios steeds opnieuw uit tot dialoog2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek - past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficint toe5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - toont plezier in het werk als opleider en als huisarts (specialist)5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren - neemt deel aan opinievorming en ontwikkeling van nieuwe inzichten op het oplei- dingskundig vakgebied

    Het symposium bij het 40-jarig bestaan van onze huisartsopleiding stond in het teken van Optimale Zorg Dappere Dokters. Optimale in plaats van maximale zorg. Dokters die het gesprek daarover durven voeren en naar hun eigen functioneren kijken. Daarbij ging het over de tweede helft van het consult, over adviseren in een echte dialoog, over gedeelde besluitvorming. In deze leergang willen we daar een vervolg aan geven. We zullen dapperheid in een prik-kelend filosofisch perspectief plaatsen; we zullen een aanbod doen aan kennis en vaardig-heden om beter te worden in gedeelde besluitvorming. En we willen graag met jullie als voorhoede groep opleiders verkennen hoe je dit alles in je dagelijkse praktijk kunt inte-greren, en natuurlijk hoe je je aios hierin kunt opleiden. Met de opbrengst van deze leer-gang hopen we in 2016 een onderwijsprogramma over optimale zorg voor alle opleiders te verzorgen.

    Kernwaarden Optimale Zorg Dappere Dokters:'Optimale Zorg - Dappere Dokters' draait om de gunstigste zorg voor de patint waarbij de persoon van de patint belangrijker is dan de ziekte.Dappere dokters gaan in gesprek met de patint over het kiezen van optimale zorg. Deze dokters hebben aandacht voor de betrokkenheid en eigen verantwoordelijkheid van de patint bij de besluitvorming over de behandeling maar schuiven hun professionele verantwoordelijkheid daarmee niet van zich af.Dappere dokters zorgen voor een intensieve samenwerking tussen huisarts, specialist en andere zorgverleners om te komen tot optimale zorg. Hierdoor komen keuzevrijheid voor de patint en kwaliteit van zorg samen, zich uitend in patintgerichtheid, effectivi- teit, veiligheid n doelmatigheid.Een dappere dokter durft kritisch naar zijn eigen persoonlijke functioneren te kijken, naar de standpunten en handelwijzen van zijn beroepsgroep en naar de maatschappe- lijke verantwoordelijkheden van alle artsen.Een dappere dokter laat zich aanspreken op zijn professionaliteit en durft anderen aan te spreken op hun professionaliteithttps://amsterdam.lhv.nl/dappere-dokters-0

    Optimaal en dapper klinkt goed, maar dat gaat niet vanzelf. Dat vraagt niet alleen moed, maar ook kennis en vaardigheden. Kennis over de beperkingen van evidence based medi-cine als je die naar een specifieke patint vertaalt. Kennis over de vele wegen die naar Rome kunnen leiden, naast de standaard weg. Het vraagt aanvullende gespreksvaardigheden om

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    tot echte gedeelde besluitvorming te komen. En de moed om de patint daadwerkelijk te laten meebeslissen, en collegas in de 1e en 2e lijn aan te spreken wanneer je vindt dat de zorg beter kan. Als ervaren huisartsen kunnen we hier nog best wat in leren. Voor aios is het zeker een uitdaging. Je wilt je aios laten zien hoe je met een patint ingewikkelde keuzes bespreekt. Je wilt je aios laten zien hoe je een collega-specialist aanspreekt.

    Optimale zorg in plaats van maximale zorgMoedGedeelde besluitvormingDe beperkingen van Evidence based medicine en protocollaire zorgElkaar als collegas aanspreken; dit stimuleren met onder meer (transmurale) intervisie gebaseerd op praktijkdata, en transmuraal incidenten melden

    De eerste ochtend zal in het teken staan van de principes achter Optimale Zorg, Dappere Dokters, en de projecten die in dit kader lopen. Wat betekent optimale zorg, wat levert het op? Wat kan je eraan doen?Dan maken we een begin met een training in Shared Decision Making ofwel Gedeelde Besluitvorming: Hoe stel je de patint optimaal in staat om zijn persoonlijke voorkeuren in de besluitvorming mee te wegen? Over choice talk, option talk en decision talk.

    In de middag zal filosoof Menno de Bree uitgebreid met ons spreken over Medische Dap-perheid: wat is de dapperheid die bij mij past? Menno de Bree studeerde filosofie, doceert medische ethiek en filosofie aan het UMCG en geeft onder de naam Menno Denkt filosofie-lezingen over alledaagse onderwerpen. Recente lezingen zijn onder andere Over waarom het onmogelijk is om gelukkig te wor-den van je werk (Groninger Nacht van de Filosofie) en Geen menselijke aangelegenheid is veel inspanning waard. Arthur Schopenhauer over geluk, de wil, seks en de armen van geest. (RuG Studium Generale).

    De tweede dag gaan we verder met de training Gedeelde Besluitvorming en staan we stil bij het opleiderschap: hoe laat je jouw aios zien dat protocollair en defensief handelen schadelijk voor de patint kan zijn, zonder dat je hem al zijn zekerheden afneemt? Je wilt je aios daar een ander soort zekerheid voor teruggeven. Hoe ben jij een rolmodel voor je aios?

    Op dag 3 en 4 in november zullen we deze onderwerpen verder uitdiepen en daarnaast aandacht besteden aan het elkaar als collegas aanspreken op professionaliteit.

    23

    Thema's

    Werkwijze

    Dappere dokter bokaal van kunstenaar Ren Kleinveld

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    Luisteren is een basiselement in ons professioneel handelen. We besteden er vele uren per week aan en beschouwen het als een essentile beroepsactiviteit.Toch staan we er zelden bij stil. Binnen al het communicatieonderwijs is maar minimaal aandacht voor dit onderdeel, waarbij niet het spreken centraal staat. Is er dan niets over te zeggen?

    Rosamund Oliver ontwikkelde in de afgelopen tien jaar de training Deep Listening, waaraan inmiddels ruim duizend mensen deelnamen (waaronder diverse opleiders en stafleden van de VU). Zij baseert zich daarbij zowel op haar ervaring als psychotherapeut als op haar uitgebreide studie van mindfulness en compassie.Binnen deze training wordt het eigen luisteren op een praktische manier onderzocht. Niet alleen vaardigheden komen aan de orde, maar met name ook attitudeaspecten: wat moeten we begrijpen om goed te luisteren, hoe blijven we in contact met de ander n

    24

    Het basiscurriculum Leergang 0 t/m 4Keuzecurriculum leergang 5

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Aantal deelnemers

    Competenties

    Inhoud cursus

    DEEP LISTENING: het onuitgesprokene horen

    Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten

    Dinsdag, woensdag n donderdag 9-11 juni, follow-up donderdag 19 november

    Rosamund Oliver (internationaal trainer/psychotherapeut (Reg. UK)), Gert Roos (hao) en dr. Rianne Maill (Huisartsopleiding Utrecht)

    Minimaal 8, maximaal 16

    De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - creert een veilige, vertrouwelijke omgeving waarin aios wordt gestimuleerd emotioneel en intellectueel uitdagende situaties te bespreken - toont empathie1.3 kan omgaan met diversiteit2.1 past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficint toe2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding - daagt uit tot het verleggen van grenzen en bespreekt de haalbaarheid5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroorzaakt5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren - maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    met onszelf, hoe ontwikkelen we veerkracht als luisteraar en hoe kunnen we ons hierin ontwikkelen en onze luistervaardigheid vergroten?

    De cursus kan ook beschreven worden als een brede toepassing van de inmiddels beken-de methode mindfulness, toegespitst op het luisteren.

    In 2014 werd de training aangeboden binnen de meerdaagse voor ervaren opleiders. Hij eindigde als een van de best gewaardeerde cursussen met een gemiddelde score van 8.7

    Eigen ervaringen met luisteren: wat werkt, wat leidt af?De drie basis-skills: presentie, compassie en embodimentVoorwaarden voor goed luisteren, o.a. invloed van de (werk)ruimteOmgaan met storingen bij het luisterenHanteren van grenzenPerspectiefwisseling, je verplaatsen in de ander

    De voertaal tijdens de eerste drie dagen is Engels!Eigen ervaring en inbreng staat centraal. Daarbij gaat het zowel om ervaringen uit de beroepspraktijk als om ervaringen opgedaan tjdens deze cursus.De training is experintieel (= o.b.v experience), dus deelnemers krijgen volop gelegen-heid om te oefenen met de praktijk van deep listening. Focus is om de methode toe te kunnen passen in korte luistercontacten, zoals tijdens het spreekuur en het leergesprek.Daarnaast wordt in de training gebruik gemaakt van korte (interactieve) voordrachten.Gezien het specifieke karakter van deze cursus is er ook dagelijks ruimte voor (geleide) meditaties. Er wordt hiervoor geen enkele ervaring verlangd, wel de bereidheid om enigs-zins out of the box te denken.

    25

    Themas

    Werkwijze

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    26

    Keuzecurriculum leergang 5

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Aantal deelnemers

    Competenties

    Inhoud cursus

    Themas

    Werkwijze

    SEKS, DAT SPREEKT VANZELF

    Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten

    Woensdag/donderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november

    Peter Leusink (huisarts, seksuoloog NVVS), Willemien Avenarius en Joan Boeke (hao)

    Minimaal 8, maximaal 12

    De opleider0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist). Deze is in staat: - klachten te benoemen die een signaal kunnen zijn voor bepaalde seksuele pro- blemen - een gerichte seksuele anamnese af te nemen en de belangrijkste oorzaken in een biopsychosociaal perspectief te plaatsen - eigen waarden en normen t.a.v. seksualiteit te (her)kennen - door te vragen naar de beleving van seksualiteit als dit zinvol is - aan te geven wanneer en hoe een eventuele partner bij diagnostiek en behande- ling betrokken dient te worden - een behandelplan op te stellen - adequaat te kunnen verwijzen2.2 ondersteunt de aios op het terrein van seksuologie bij het formuleren van haalbare leerdoelen en bijbehorend plan van aanpak en daagt uit tot het verleggen van grenzen en bespreekt de haalbaarheid5.1 toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren; heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroorzaakt; identificeert eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie; kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren

    Het trias attitude, kennis en vaardigheden zal de structuur zijn waar de inhoud aan wordt opgehangen. Er wordt stilgestaan bij het belang van seksualiteit ten aanzien van gezond-heid en welzijn en de rol van de huisarts om dit onderwerp bespreekbaar te maken.De belangrijkste seksuele problemen komen aan bod en nieuwe inzichten in de seksuolo-gie worden besproken. Het biopsychosociaal model staat daarin centraal. Er zal geoefend worden in gespreksvoering en er worden aandachtspunten gegeven voor het begeleiden van de aios.

    Welke taakopvattingen over seksuele problematiek hanteert de opleider en hoe werken deze door in het opleiden van de aios? Wanneer en hoe komt het onderwerp ter sprake? Spelen eigen waarden en normen daarin door? Zijn er belemmeringen, waar liggen kansen? Hoe kun je omgaan met erotiserende patinten, herken je eigen erotische overdracht?Erotiek, overdracht in de relatie tussen hao en aiosHoe werkt seks? Circulair in plaats van causaal denken: onderhoudende factoren bij seksueel disfunctio- neren en praktische richtlijnen om dit te doorbrekenAnamnese en/of gesprekIndicaties lichamelijk onderzoekIndicaties verwijzing en naar wieBegeleiden van de aios Er wordt zowel plenair, in subgroepen als individueel gewerkt. Waar het gaat om de attitude van de huisarts zijn het de taakopvattingen als professional die centraal staan. Als een appel wordt gedaan aan persoonlijke ervaringen ten aanzien van seksualiteit zal in eerste instantie gewerkt worden met individuele opdrachten. Ieder bewaakt zijn/haar eigen grenzen. Ieder bepaalt zelf wat wordt gedeeld met anderen. In juni zullen we eerst stilstaan bij deze taakopvattingen. Plenair zal er aandacht zijn voor een update van de seksuologische kennis. De tweede dag oefenen we gespreksvoering. Ie-der krijgt de kans eigen leerdoelen op te stellen voor de vervolgbijeenkomst in november. In november kan videomateriaal van gesprekken met patint en/of aios worden ingebracht en besproken. Op grond van ervaringen in juni bepalen we samen welke themas in november verder worden uitgediept.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    27

    Het basiscurriculum Leergang 0 t/m 4Keuzecurriculum leergang 5

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Locatie

    Competenties

    Inhoud cursus

    Themas

    Werkwijze

    STARclass Spoedzorg in de huisartspraktijk

    Ervaren opleiders uit het hele land die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten

    17 t/m 30 maart16 t/m 19 juni29 september t/m 2 oktober15 t/m 18 decemberDe kosten zijn 600,00 inclusief ontbijt, lunches, 3 diners en 3 overnachtingen.Aanmelding en verdere info zie www.sboh.org

    De STARclass voor huisartsopleiders vindt plaats in Schola Medica, Orteliuslaan 750 te Utrecht (Papendorp) op loopafstand van Domus Medica.De overnachtingen vinden plaats in het Holiday Inn Express, Van Deventerlaan 10 te Utrecht (Papendorp).

    De opleider0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - past het diagnostisch en therapeutisch arsenaal van het vakgebied m.b.t. spoed- eisende zorg evidence based toe - draagt bij aan effectieve intra- en interdisciplinaire samenwerking - past samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe - verwijst doelgericht op basis van actueel inzicht in de expertise van andere zorg- verleners2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig functioneren

    Deze STARclass richt zich op hetgeen kan voorkomen in de huisartspraktijk overdag en tijdens diensten op de HAP. De spoedeisende omstandigheden worden zo realistisch mo-gelijk nagebootst.U wordt getraind in het herkennen van een voor de patint levensbedreigende situatie. Hierbij gaat u methodisch te werk volgens de ABCDE-systematiek. Ook leert u de noodzakelijke levensreddende interventies toe te passen, zowel bij volwas-senen als bij kinderen.Het programma is opgebouwd rond de ABCDE-benadering waarbij de toestand van de pati-ent bepalend is voor de noodzakelijk te nemen beslissingen en uit te voeren handelingen.In de nabespreking wordt de nadruk gelegd op de wijze waarop u als opleider de aios gericht kunt coachen bij de acute casustiek.

    Voorlopig programma:Inleiding in de methodische benadering van ernstig zieke patinten volgens de ABCDE- methodiekTraining basisvaardigheden ABCDE (diverse handgrepen, iv-toegang aanleggen, zuur- stoftoediening)Het acuut bedreigde kindBLS+AED met certificeringOefenscenarios met simulatiepatinten: ademhalingsproblemen, circulatie- en bewust- zijnsstoornissenLichamelijk onderzoek en beleidsbepaling bij patinten met traumas op een HAP met simulatiepatinten

    Het onderwijs is vooral gericht op zelf oefenen in kleine groepjes onder leiding van de deskundige trainers/docenten. De docenten zijn ook betrokken bij de STARtclass voor aios huisartsgeneeskunde.Er wordt veel gewerkt met simulatiepatinten.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    28

    Keuzecurriculum leergang 5

    LEIDEN, NIET LIJDEN!Wie ben ik als leider, wat doe ik en hoe doe ik het?

    Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten

    Woensdag/dinderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november

    Simone van den Hil en Brenda van der Meer (hao), gastdocent prof. dr. Carina Hilders

    Minimaal 8, maximaal 12

    De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - creert een veilige, vertrouwelijke omgeving waarin aios wordt gestimuleerd emoti- oneel en intellectueel uitdagende situaties te bespreken - daagt de aios steeds opnieuw uit tot dialoog - is daadwerkelijk genteresseerd in en gericht op de aios - toont empathie2.2 begeleidt de individuele aios naar zelfsturing in het realiseren van diens opleiding - signaleert ineffectief leergedrag en maakt dit inzichtelijk - daagt uit tot het verleggen van grenzen en bespreekt de haalbaarheid - bevordert het eigenaarschap van de aios bij diens eigen leerproces2.3 beoordeelt resultaten en adviseert over de consequenties voor de voortgang - beoordeelt en legt de voortgang in het leerproces vast3.1 past samenwerkingsvaardigheden gericht toe - zorgt voor een heldere taakverdeling, -afstemming en uitvoering met andere (stage-)opleider(s) en praktijkmedewerkers - identificeert problemen en geeft de aios ondersteuning bij het leren oplossen van (dreigende) conflicten4.1 organiseert personeelsinzet, middelen en informatiestromen zodanig dat er efficint gewerkt en geleerd kan worden5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - toont plezier in het werk als opleider en als huisarts (specialist) - heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroor- zaakt - identificeert eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren - maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie - kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren5.4 handelt conform geldende gedrags- en omgangsregels - gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios

    Door alle ontwikkelingen in de gezondheidszorg en de toenemende complexiteit van zorg wordt medisch leiderschap steeds belangrijker. Aldus Carina Hilders, gynaecoloog en directeur Medische Zaken in het Reinier de Graaf Gasthuis en sinds 1 november bijzonder hoogleraar Medisch Management en Leiderschap.Medisch Leiderschap gaat meer over visie en mensen enthousiasmeren en benvloeden. Management draait vooral om het scheppen van de juiste voorwaarden; organiseren dat er voldoende menskracht en middelen zijn om goede zorg te kunnen leveren. Voor een suc-cesvolle organisatie zijn beide talenten hard nodig! Aldus Richard Schol, aios kindergenees-kunde en bestuurslid van De Jonge Specialist.Lees hierover meer in Medisch Contact nr 51/52 van 18 december 2014.

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Aantal deelnemers

    Competenties

    Inhoud cursus

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    29

    Themas

    Werkwijze

    Aios willen al lang dat er meer aandacht is voor praktijkmanagement en leiderschap in de opleiding. Met dat wat huisartsen al in huis hebben als het gaat om leiderschap en ma-nagement in de praktijk kom je een heel eind. Wellicht moeten we vooral expliciet maken wat er impliciet al gebeurt.

    Een leider is eenieder die zich verantwoordelijk voelt potentieel te zien in mensen en pro-cessen. Op elke plek kun je een leider zijn.

    Na de cursus weet je waarin jij onderscheidend bent als leider.kun je verschillende stijlen van leidinggeven toepassen.weet je welk effect jouw gedrag als leidinggevende heeft op jouw medewerkers.weet je hoe je taken kunt delegeren en hoe je jouw medewerkers kunt stimuleren.ben je in staat positieve en negatieve feedback te geven en te ontvangen.weet je wat je nu doet en waar je meer de nadruk op wilt leggen.ben je beter in staat een aios bij het leren van deze dingen te begeleiden.

    Reflectie op jouw eigen leiderschap, zelfsturing.Reflectie op jouw aanpak als manager.Situationeel leidinggeven.Hoe stuur je je mensen aan (P&O-cyclus, functioneringsgesprekken, beoordelingsge- sprekken, feedbackgesprekken, ontwikkeling medewerkers)?Lastige beoordelingssituaties.Hoe organiseer ik mijn praktijk?Hoe leer je dit aan een aios?

    Naast zelfonderzoek en reflectie wisselen jullie ervaringen uit de praktijk uit. Afwisselend werken we in de hele groep, in kleine groepen en soms individueel. We zetten diverse werkvormen in: theorie over management en leiderschap, opdrachten, experimenten. Met een acteur gaan jullie oefenen met allerlei soorten HRM-gesprekken en lastige situaties.We maken gebruik van voorbereidingsopdrachten en jullie eigen praktijk situaties. Het werken aan jullie eigen doelen staat centraal, vandaar dat we starten met een telefonische intake. Je eindigt de dagen juni met een concreet plan van aanpak, waar we in november weer mee verder gaan.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    30

    Keuzecurriculum leergang 5

    Titel cursus

    Doelgroep

    Cursusdagen

    Docenten

    Aantal deelnemers

    Competenties

    Inhoud cursus

    GENDER DOET ERTOE

    Ervaren opleiders die leergang 1, 2, 3, en 4 hebben afgesloten

    Woensdag/donderdag 10 en 11 juni, 18 en 19 november

    Prof. dr. Toine Lagro-Janssen en dr. Sylvie Lo Fo Wong

    Minimaal 8, maximaal 25

    De opleider 0.0 is rolmodel voor de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de huisarts (specialist) - maakt bewust gebruik van eigen voorbeeldfunctie - expliciteert en motiveert eigen handelen1.1 realiseert een constructief werk-leerklimaat - draagt zorg voor een veilig opleidingsklimaat waarbij de opleider respectvol, reflec- tief en ondersteunend is naar de aios1.2 bouwt een constructieve relatie op met de individuele aios - creert een veilige, vertrouwelijke omgeving waarin aios wordt gestimuleerd emoti- oneel en intellectueel uitdagende situaties te bespreken - is daadwerkelijk genteresseerd in en gericht op de aios - toont empathie1.3 kan omgaan met diversiteit - kan afstemmen op de eigenheid van de aios in culturele, sociale en ethische zin2.1 realiseert een evenwichtige en uitdagende werk-leerplek - maakt een adequate keuze welke didactische werkvorm aansluit bij de ontwikkeling van de aios - past voor de situatie geschikte gesprekstechnieken efficint toe - hanteert de verschillende rollen (expert, coach, beoordelaar) flexibel en passend bij de leersituatie - ondersteunt de aios bij het opstellen van diens individuele opleidingsschema5.1 beschouwt het opleiderschap als een wezenlijk aspect van de eigen professie - toont inspirerend gedrag om te onderwijzen en te leren - gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider - toont plezier in het werk als opleider en als huisarts (specialist) - heeft inzicht in het effect van eigen gedrag en waardoor dit gedrag wordt veroor- zaakt - identificeert eigen valkuilen en gebruikt deze valkuilen als leerinstrument in het opleiden5.2 werkt systematisch en doelgericht aan verbetering van het eigen beroepsmatig func- tioneren - maakt het eigen persoonlijk en professioneel functioneren bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van verkregen feedback - stelt door middel van reflectie periodiek de persoonlijke ontwikkelingsbehoefte vast, neemt planmatig deel aan deskundigheidsbevordering en evalueert het effect - neemt deel aan opinievorming en ontwikkeling van nieuwe inzichten op het oplei- dingskundig vakgebied - stuurt het eigen handelen als opleider op basis van wetenschappelijke inzichten en best practices5.3 bewaakt de balans tussen betrokkenheid en distantie - kan het onderscheid tussen zakelijke en persoonlijke aspecten in het werk adequaat hanteren5.4 handelt conform geldende gedrags- en omgangsregels - gaat integer en zorgvuldig om met eigen invloed op de aios

    Doelen:Het bewust worden van de invloed van sekse en gender in ziekte en gezondheid.Het bewust worden van de invloed van sekse en gender in de (huisartsgeneeskundige) hulpverlening (patint en dokter).Kennis verwerven van sekseverschillen in voorkomen, risicofactoren, presentatie en be- loop van een aantal aandoeningen.Kennis en inzicht verwerven in verschillen is communicatie, presentatie, en in kwetsbare themas bij mannen en vrouwen.Die kennis en inzichten weten toe te passen in de consultvoering.Die kennis en inzichten weten toe te passen als opleider.

  • hao-proVUssioneel - maart 2015

    31

    Sekse en gender ten aanzien van:Communicatie, presentatie en socialisatie;Pijn;Depressie;Partnergeweld bij volwassenen en gevolgen voor kinderen;Het leergesprek en de begeleiding van een aios;Risicofactoren,