PROTOCOL Verhoogde druk

36
PROTOCOL Verhoogde druk HR-VGM 22-12-2016

Transcript of PROTOCOL Verhoogde druk

Page 1: PROTOCOL Verhoogde druk

PROTOCOL Verhoogde druk

HR-VGM 22-12-2016

2

1 Doelstelling

Het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo beschrijft hoe gehandeld moet worden wanneer binnen de UT experimenten uitgevoerd gaan worden bij verhoogde druk dwz druk P gt 05 bar dus absolute druk Pabs gt 15 bar Dit Protocol beoogt een veilige en wettelijk toegestane werkwijze te garanderen door het volgende vast te leggen

opstellingen voor experimenten bij verhoogde druk worden alleen ontworpen en gebouwd door (technisch) bekwame personen

deze opstellingen zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie

deze opstellingen worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentatoren

van het gebruik wordt een logboek bijgehouden

alle drukvaten worden geregistreerd en getest onder begeleiding van de lokale VGMc

voor opstellingen behorend tot Cat III of IV (zie Bijlage C Bepaling categorie volgens PED (Richtlijn Druk apparatuur)) wordt voor aanschafopbouw een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo (Notified Body)

de lokale VGMc zorgt voor advies en begeleiding

Wanneer er sprake is van zeer kleine volumes (V le 01 Liter) en hoge druk is in bijlage J een apart reglement opgenomen

2 Wettelijk kader en regelgeving

Europees

Richtlijn Drukapparatuur (PED 201468EU) deze valt onder de Wet op de gevaarlijke werktuigen (WGW) en de Warenwet (WW)

Nationaal

Arbowet

Besluit drukapparatuur (BDA)

Warenwetbesluit drukapparatuur (WBDA)

De Europese PED is sinds juni 2002 van kracht voor het ontwerp en nieuwbouw van een opstelling terwijl ingebruikname en gebruik nationaal geregeld wordt Uitgangspunt hierbij is dat drukapparatuur voorzien van CE-markering als drukveilig wordt beschouwd

De PED deelt de drukapparaten in in verschillende categorieeumln met toenemend drukrisico en toenemende bemoeienis van een officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen of een TUV In het uiterste geval kan eindcontrole door de NoBo bij de oplevering van een opstelling vereist zijn

Drukapparaten met uitzondering van gascilinders worden tevens verdeeld in de groepen 1 Drukapparaten voor wetenschappelijk onderzoek (WO)dagger 2 Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek

of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Verder stelt de PED conform de Arbowet een risico-analyse verplicht De risicorsquos moeten zoveel mogelijk worden geminimaliseerd en overblijvende risicorsquos zo goed mogelijk beheerst door veiligheidsmaatregelen dit wordt bereikt met de uitvoering van een RIampE

De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht dagger Hiervoor gelden volgens de WGW WW twee bepalingen 1) het toestel onder druk wordt uitsluitend gebruikt voor onderzoek dat gericht is op het verwerven van kennis over apparatuur enof stoffen enof processen 2) het gebruik vindt plaats onder deskundig toezicht ter zake van de onderzoekingen eacuten van toestellen onder druk en van dat gebruik wordt aantekening gehouden Het Stoomwezen heeft bepaald dat de UT hieraan voldoet (Bezoekrapportage dd 11 december 2000 ref 200120129)

3

Uitgangspunten

1 er wordt verder in dit protocol uitgegaan dat er alleen onderzoek plaatsvindt ten behoeve van WO

2 alle in een set-up aanwezige drukvaten appendages en leidingen worden als een onderdeel van het samenstel beschouwd ten behoeve van WO Ook deze onderdelen vallen dus onder de inspectiecontroleherkeuringetc van de lokale VGMc De uitvoerende werkeenheden zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de veilige uitvoering van het onderzoek

3 Gevarenrisicorsquos De gevaren en risicorsquos van verhoogde druk lijken evident Bij het overschrijden van de toegestane ontwerp-druk kunnen diverse gevaren ontstaan Te denken valt oa aan

Rondvliegend materiaal

Schade aan omgeving

Schade aan mensen

Milieuschade

Explosiegevaar

4 Organisatie en uitvoering

Wanneer een nieuw experiment wordt ontworpen cq een nieuwe opstelling wordt gebouwd of wanneer wijzi-gingen worden aangebracht in bestaande experimenten moeten altijd de risicorsquos worden geiumlnventariseerd en beheerst dmv een RIampE Let wel een nieuwe opstelling hoeft niet noodzakelijk opgebouwd te worden uit nieuwe apparatuur bij gebruik van bestaande apparatuur is het van belang dat deze adequaat is voor de toegedachte functie evt kan deze voor gebruik onderworpen worden aan een test (bv persproef igv druk-vaten)

Het stappenplan op de volgende pagina geeft aan hoe gewerkt moet worden bij het ontwerp van een nieuw experiment dit stappenplan geldt in principe altijd maar is toegespitst op experimenten bij verhoogde druk De volgende punten moeten in acht worden genomen

1 Het ontwerp van de opstelling met de bijbehorende veiligheidsmaatregelen en evt afspraken worden beschreven in het rapport op basis van een RIampE

2 Als begeleiding door de lokale VGMc verplicht is moeten deze dmv bovenstaand rapport (in concept) in een vroegtijdig stadium (in elk geval voor aanschaf van drukapparatuur) worden geraadpleegd over de plannen voor het werken met drukapparatuur zij zullen zorgen voor begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces De begeleiding door de lokale VGMc is altijd mogelijk maar niet altijd verplicht De mate van begeleiding is sterk afhankelijk van het type opstelling en de ervaring die betrokken experimentatoren hebben met experimenten onder verhoogde druk en de opbouw van de bijbehorende opstellingen

3 Drukapparatuur moet in overeenstemming met ldquogoed vakmanschaprdquo (zie Bijlage D Essentieumlle Veilig-heidseisen) ontworpen gefabriceerd en voorzien zijn van het juiste toebehoren (reduceertoestel over-drukbeveiliging etc) dit geldt ook voor aanpassingen en wijzigingen Dit moet voor elk drukapparaat schriftelijk aantoonbaar zijn

4 Elk drukvat moet zijn voorzien van een mechanische drukbeveiliging die qua drukniveau en capaciteit afgestemd is op de maximaal toelaatbare werkdruk in de betreffende context zodat ook onder de meest ongunstige omstandigheden de maximaal toelaatbare werkdruk niet wordt overschreden

5 Drukvaten moeten geregistreerd staan bij de lokale VGMc

6 Drukvaten moeten regelmatig gekeurd worden hetzij door het Stoomwezen of andere NoBo hetzij door een HD-technicus Keuring vindt minimaal eens per 4 jaar plaats en altijd voacuteoacuter hergebruik Keuringsrap-porten worden geregistreerd bij de lokale VGMc

7 Nieuwe of gewijzigde drukapparaten samenstellen en opstellingen waarin zich een drukapparaat bevindt dus inclusief appendages als veerveiligheden etc moeten voor ingebruikname ter keuringinspectie aan-geboden worden bij de lokale VGMc Technische handelingen (opbouw aanpassingen wijzigingen be-heer openen van reactoren etc) worden verricht door technisch bekwame personen en moeten schrif-telijk aantoonbaar voldoen aan de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo

8 Alleen adequaat geiumlnstrueerde personen bedienen installaties of opstellingen waarin een drukapparaat is opgenomen op basis van goedgekeurde voorschriften incl bedieningsinstructies etc

4

9 De gebruiker mag de apparatuuropstelling niet blootstellen aan omstandigheden die de oorspronkelijk gestelde eisen overschrijden

NB Contact met de lokale VGMc is verplicht wanneer er experimenten worden gepland waarbij met drukken van

groter dan 05 bar wordt gewerkt Registratie persproef en herkeuring geschieden tevens via de lokale VGMc

5

Stappenplan van ontwerp tot ingebruikname opstelling

Ontwerp opstelling of installatie

Druk le 05 bar

Rie opstelling

(zie sect 4)

Vaststellen

categorie opstellings

Onderdelen

(zie bijlage C)

Alle onderdelen in

categorie l of ll of GVM

Aanschaf etc

(zie sect 5)

Ontwerpgoedkeuring

enOp(laten)stellen interne

EG-verklaring van overeenstemming

(zie sect 4 organisatie en uitvoering

bijlage E)

ja nee

Ingebruikname

opstelling

(zie sect 6)

nee

Min 1 onderdeel

valt in cat

III enof IV

neeVerplichte melding

en begeleiding door

ARBO

(zie sect 4 organisatie en uitvoering)

ja

Eindcontrole

OK

(zie bijlage E sect 3

eindcontrole)

ja

nee

ja

6

5 Aanschaf Drukapparaten en appendages zoals drukbegrenzers (oa veerveiligheden breekplaten) die gebruikt worden op drukapparaten worden aangeschaft via de route bepaald iom de lokale VGMc Dit geldt zowel voor het vervaardigen van drukapparaten door interne diensten als drukapparaten geleverd door externe gecertifi-ceerde leveranciers Alle druk apparatuur moet worden aangeschaft met een CE-merkkeur wanneer dit niet mogelijk is vindt er overleg plaats tussen de lokale VGMc Voor advies omtrent drukbegrenzers kan contact worden opgenomen met de lokale VGMc voordat wordt overgegaan tot aanschaf of laten vervaardigen van drukapparaten voor advies moet de gebruiker gegevens verstrekken over de te gebruiken omstandigheden en stoffen

Van de nieuw aangeschafte of vervaardigde drukapparatuur moeten de volgende documenten beschikbaar zijn

CE-certificaat

Indien dit CE-certificaat niet aanwezig is

technische tekeningen in duplo

sterkteberekeningen

testcertificaat voor afpersdruk

Registratie en testen Registratie van drukvaten is wettelijk verplicht en wordt verzorgd door of via de lokale VGMc Het testen van drukvaten voor ingebruikname gebeurt middels een persproef of een visuele inspectie zie voor nadere informatie Bijlage D (Essentieumlle veiligheidseisen)

Drukvaten worden altijd voor ingebruikname getest en herkeuring vindt minimaal eens per 4 jaar plaats Bij bijzondere omstandigheden bv bij het gebruik van corrosieve stoffen wordt eens per 2 jaar getest tijdens het ontwerp van het proces en de opstelling geeft de lokale VGMc indien nodig het advies tot herkeuring na 2 jaar

Allocatie-eisen voor het gebruik van drukapparaten

Het werken met drukapparaten in laboratoriumzalen is toegestaan mits aan de volgende eisen is voldaan

PmaxV lt 20000 kPaL (= 200 barL) mits Pmax le 1 MPa (= 10 bar) dwz

als het product van de overdruk P in kPa en het volume V in liters kleiner is dan 20000 kPaL (= 200 barL) eacuten de maximaal toegepaste druk Pmax le 1 MPa (= 10 bar) is ongeacht het volume

Als niet aan deze eis voldaan wordt worden de proeven bij voorkeur uitgevoerd in het HDL conform de daar geldende regels In uitzonderingsgevallen kan de Faculteitsdecaan ontheffing van deze eis verlenen (zie hier-voor het Protocol ldquoOntheffingrdquo)

NB het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo is geldig bij P gt 05 bar ongeacht bovenstaande

6 Ingebruikname apparatuur

Bij de bouw van samenstellen met drukapparatuur worden drukbegrenzers (als veerveiligheden) met behulp van speciale HD-testapparatuur op de gewenste afsteldruk door een technisch bekwaam persoon afgesteld volgens de afstelprocedure voor drukbegrenzers zoals beschreven in Bijlage D(Essentieumlle veiligheidseisen) Wanneer de opstelling klaar is voor gebruik wordt deze visueel gecontroleerd door de lokale VGMc Bij deze inspectie zijn altijd de opstellingsverantwoordelijke de ldquobouwerrdquo en de toekomstige experimentator van de opstelling aanwezig De resultaten van de inspectie worden geeumlvalueerd en waar nodig worden knelpunten opgelost in nauwe samenwerking met de opstellingsverantwoordelijke Wanneer eea akkoord is bevonden door de lokale VGMc wordt het voorblad behorende bij de RIampE door hem voor gezien getekend

Van drukapparatuur behorend tot Cat III en IV is het noodzakelijk een overeenstemmingsverklaring op te stellen te ondertekenen en te archiveren (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming)

7

7 Gebruik apparatuur

De apparatuur wordt slechts gebruikt voor de tevoren beoogde processen en wordt niet onderworpen aan hogere temperaturen enof drukken Personen die gebruik maken van de opstelling worden door de opstel-lingsverantwoordelijke voldoende geiumlnstrueerd dit houdt om in dat zij op een veilige wijze gebruik kunnen maken van de opstelling en zich de bijbehorende bedieningsinstructie eigen hebben gemaakt Er wordt een registratie bijgehouden binnen de werkeenheid van de voldoende geiumlnstrueerde personen Van het gebruik dat altijd plaatsvindt conform de gebruiksaanwijzingbedieningsinstructie wordt een logboek bijgehouden door de experimentator

Voor opstellingen die voor een langere periode gebruikt worden wordt een onderhoudsdagger- en inspectieschema opgesteld door de opstellingsverantwoordelijke In dit schema wordt opgenomen welke onderhouds- en in-spectiehandelingen met welke frequentie dienen te worden uitgevoerd Wanneer tijdens het gebruik blijkt dat een onderdeel in de opstelling lekt moet het proces direct gestopt worden het betreffende onderdeel verwij-derd schoongemaakt gecontroleerd en gerepareerd of eventueel vervangen worden

8 Toezicht en verantwoordelijkheid

Diegene die verantwoordelijk is voor de drukapparatuur of het samenstel van drukapparaten (cq de opstel-ling)

neemt in een vroegtijdig stadium contact op met de lokale VGMc voor advies instructie en overleg omtrent de drukapparatuur opstelling

draagt er zorg voor dat het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo wordt gevolgd

voorziet experimentatoren van de nodige instructies en informatie en registreert welke personen bevoegd zijn met de opstelling te werken

draagt zorg voor een adequaat beheer en gebruik van de opstelling zodat mn risicovolle situaties worden vermeden en herkeuring tijdig plaatsvindt

verzorgt en beheert alle documentatie omtrent de opstelling en houdt deze actueel

De VGMc van de Werkeenheid zorgt voor begeleiding van (de voorbereiding van) het onderzoek met name aan de hand van een RIampE Het Hoofd van de Werkeenheid registreert welke technisch bekwame personen aangewezen zijn om voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk uit te voeren en communiceert dit met de lokale VGMc Intern dragen zowel het Hoofd als de VGMc van de Werkeenheid zorg voor het naleven van het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo en voor de periodieke controle van opstellingen en de daarvoor noodzakelijke utilities op doelmatigheid en veiligheid

Degene die drukapparatuur of samenstellen gebruikt of doet gebruiken zorgt ervoor dat die drukapparatuur en samenstellen overeen-komstig het door de fabrikant beoogde gebruik worden gebruikt en gekeurd dagger Degene die drukapparatuur of samenstellen voorhanden heeft aflevert tentoonstelt of gebruikt zorgt ervoor dat die in goede staat van onderhoud verkeren

8

Bijlage A Begrippen definities en afkortingen

Aggregatie toestand de fasetoestand van het medium gas of vloeistof Als de vloeistof bij de maximale toegestane temperatuur een dampdruk heeft van meer dan 05 bar overdruk dan wordt het behandeld als een GAS anders als een VLOEISTOF

Appendages (onder druk staand) voorzieningen met een operationele functie waarvan de omhulling onder druk staat

Autoclaven Drukvaten waarin een chemische reactie kan plaatsvinden en waarbij ten gevolge van deze reactie de druk kan stijgen tot een waarde P gt 500 kPa (5 bar) of waarbij PV gt 10000 kPaL (100 barL)

Cat Categorie

CE Conformiteacute Europeacuteenne

CEOC Confeacutedeacuteration Europeacuteenne drsquoOrganismes de Controcircle

Druk Onder druk P wordt verstaan de druk gerelateerd aan de atmosferische druk dwz de overdruk

Drukapparaten Onder drukapparaten wordt verstaan drukvaten installatieleidingen veiligheidsappen dages en onder druk staande appendages lsquoDrukapparatenrsquo omvat ook de elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen hijsogen etc

Drukvaten Onder een drukvat wordt verstaan een omhulling die ontworpen en vervaardigd is voor stof fen onder druk met inbegrip van de rechtstreeks daarmee verbonden delen tot aan de voorziening voor de aansluiting met andere apparatuur

EG Europese Gemeenschap

Gasfles of gascilinder een meestal cilindrisch metalen drukvat waarvan de waterinhoud meestal 50 L bedraagt en waarin gassen onder een druk P gt 100 kPa (1 bar) kunnen worden vervoerd Het samengeperste gas kan zich als volgt in de gascilinder bevinden

- gasvormig - gasvormig egraven vloeibaar - opgelost

GVM Goed Vakmanschap (PED art 3 lid 3) Ontwerp constructie en beheer volgens nationaal alge meen erkende en geldende eisen en regels van goed vakmanschap (oa lsquoRegels voor toestellen onder druk lsquo cq het ldquoOntwerp drukhoudersbesluitrdquo van het Stoomwezen) In bijlage F van dit Protocol wordt beschreven wat hieronder wordt verstaan De Engelse term voor GVM is SEP

HD Hoge Druk

Installatieleidingen Drukapparaten als onderdelen van een leidingenstelsel die voor de verplaatsing van stoffen dienen wanneer zij zijn verbonden om in een ander onder druk staand systeem te worden geiumlntegreerd Installatieleidingen omvatten met name een pijp of pijpenstelsel buizen fittingen expansie verbindingenslangen of eventueel andere onder druk staande delen Warmtewisselaars bestaande uit pijpen voor het koelen of verhitten van lucht worden gelijkgesteld met installatieleidingen

Maximale werkdruk Pwmax maximale werkdruk waarop de apparatuur gebruikt wordt deze is 10 lager dan de ontwerpdruk Pd

Maximaal toelaatbare druk PS de door de fabrikant aangegeven maximale druk waarvoor de apparatuur ontworpen is (= Pd)) die wordt bepaald op een door hem aangegeven plaats hetzij de aan sluiting van de beveiligings- of veiligheidsinrichtingen hetzij de bovenzijde van de apparatuur of indien dat niet passend is een andere aangegeven plaats

Maximaalminimaal toelaatbare temperatuur TS De maximaleminimale door de fabrikant opgegeven temperatuur waarvoor de apparatuur ontworpen is

MTS Middelbare Technische School

9

NoBo Notified Body

De nominale diameter (DN) een getalsaanduiding voor afmeting gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroef draad worden aangeduid het is een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen de nominale maat wordt aangegeven met DN gevolgd door een getal DN 25 betekend dat de binnendiameter van de leiding 25 mm is

Nominale maat getalsaanduiding voor afmeting

N-WO Niet Wetenschappelijk Onderzoek

Onder druk staande appendages Drukapparaten (voorzieningen) met een operationele functie waar van de omhulling onder druk staat

Ontwerpdruk (engels Design Pressure) Pd is 10 hoger dan de maximale werkdruk van het drukap paraat

PED Pressure Equipment Directive Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) Richtlijn 201468EU

Persdruk Pt is de druk waarop de apparatuur wordt afgeperst

RIampE Risico-Inventarisatie amp -Evaluatie

Samenstellen Verschillende drukapparaten die de fabrikant (bouwer) tot een geiumlntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd

SEP Sound Engineering Practice

Stoom- en Damptoestellen Drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit op een zodanige wijze dat daarin damp onder een hogere druk dan die van de atmosfeer aanwezig kan zijn

TCO Techno Centrum voor Onderwijs en Onderzoek

Veiligheidsappendages Drukapparaten (voorzieningen) voor beveiliging tegen overschrijding van de toegestane drukgrenzen deze omvatten

voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing zoals veiligheidskleppen veerveiligheden breekplaatbeveiligingen gestuurde afblazende drukbeveiligingssystemen (CSPRS)

begrenzingvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen zoals schakelaars die door druk temperatuur of het niveau van de stof in werking treden en met de veiligheid samenhangende meet- controle- en regelvoorzieningen (SRMCR)

Verhoogde druk P gt 05 bar

VGMcdagger Veiligheid Gezondheid amp Milieu contactpersoon (Lokale AMCVCVMrsquoer etc)

Volume Het inwendige volume (in liters) van een ruimte met inbegrip van het volume van tubelures tot de eerste aansluitingen en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige on derdelen in liters

Voorraadvaten Als bij gasflessen maar dan voor inhouden gt 50 L Deze zijn te onderscheiden in

externe (algemene) voorraadvaten uitsluitend als algemene voorraad tbv eacuteeacuten of meerdere opstel-lingen extern opgesteld en dus niet behorend tot die opstelling(en) zelf Deze zijn NoBo plichtig en worden periodiek door een NoBo gekeurd

interne (specifieke) voorraadvaten met een inhoud gt 50 L niet zijnde gasflessen voor eacuteeacuten (of enkele) experiment(en) en integraal deel uitmakend van de betreffende opstelling(en) zelf Deze zijn niet NoBo plichtig worden periodiek door het HDL gekeurd

ldquoDesign Pressurerdquo wordt in de Nederlandse versie van de PED vertaald met ldquoberekeningsdrukrdquo echter de term ldquoontwerpdrukrdquo sluit beter aan bij de werkelijke betekenis dagger De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 2: PROTOCOL Verhoogde druk

2

1 Doelstelling

Het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo beschrijft hoe gehandeld moet worden wanneer binnen de UT experimenten uitgevoerd gaan worden bij verhoogde druk dwz druk P gt 05 bar dus absolute druk Pabs gt 15 bar Dit Protocol beoogt een veilige en wettelijk toegestane werkwijze te garanderen door het volgende vast te leggen

opstellingen voor experimenten bij verhoogde druk worden alleen ontworpen en gebouwd door (technisch) bekwame personen

deze opstellingen zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie

deze opstellingen worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentatoren

van het gebruik wordt een logboek bijgehouden

alle drukvaten worden geregistreerd en getest onder begeleiding van de lokale VGMc

voor opstellingen behorend tot Cat III of IV (zie Bijlage C Bepaling categorie volgens PED (Richtlijn Druk apparatuur)) wordt voor aanschafopbouw een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo (Notified Body)

de lokale VGMc zorgt voor advies en begeleiding

Wanneer er sprake is van zeer kleine volumes (V le 01 Liter) en hoge druk is in bijlage J een apart reglement opgenomen

2 Wettelijk kader en regelgeving

Europees

Richtlijn Drukapparatuur (PED 201468EU) deze valt onder de Wet op de gevaarlijke werktuigen (WGW) en de Warenwet (WW)

Nationaal

Arbowet

Besluit drukapparatuur (BDA)

Warenwetbesluit drukapparatuur (WBDA)

De Europese PED is sinds juni 2002 van kracht voor het ontwerp en nieuwbouw van een opstelling terwijl ingebruikname en gebruik nationaal geregeld wordt Uitgangspunt hierbij is dat drukapparatuur voorzien van CE-markering als drukveilig wordt beschouwd

De PED deelt de drukapparaten in in verschillende categorieeumln met toenemend drukrisico en toenemende bemoeienis van een officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen of een TUV In het uiterste geval kan eindcontrole door de NoBo bij de oplevering van een opstelling vereist zijn

Drukapparaten met uitzondering van gascilinders worden tevens verdeeld in de groepen 1 Drukapparaten voor wetenschappelijk onderzoek (WO)dagger 2 Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek

of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Verder stelt de PED conform de Arbowet een risico-analyse verplicht De risicorsquos moeten zoveel mogelijk worden geminimaliseerd en overblijvende risicorsquos zo goed mogelijk beheerst door veiligheidsmaatregelen dit wordt bereikt met de uitvoering van een RIampE

De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht dagger Hiervoor gelden volgens de WGW WW twee bepalingen 1) het toestel onder druk wordt uitsluitend gebruikt voor onderzoek dat gericht is op het verwerven van kennis over apparatuur enof stoffen enof processen 2) het gebruik vindt plaats onder deskundig toezicht ter zake van de onderzoekingen eacuten van toestellen onder druk en van dat gebruik wordt aantekening gehouden Het Stoomwezen heeft bepaald dat de UT hieraan voldoet (Bezoekrapportage dd 11 december 2000 ref 200120129)

3

Uitgangspunten

1 er wordt verder in dit protocol uitgegaan dat er alleen onderzoek plaatsvindt ten behoeve van WO

2 alle in een set-up aanwezige drukvaten appendages en leidingen worden als een onderdeel van het samenstel beschouwd ten behoeve van WO Ook deze onderdelen vallen dus onder de inspectiecontroleherkeuringetc van de lokale VGMc De uitvoerende werkeenheden zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de veilige uitvoering van het onderzoek

3 Gevarenrisicorsquos De gevaren en risicorsquos van verhoogde druk lijken evident Bij het overschrijden van de toegestane ontwerp-druk kunnen diverse gevaren ontstaan Te denken valt oa aan

Rondvliegend materiaal

Schade aan omgeving

Schade aan mensen

Milieuschade

Explosiegevaar

4 Organisatie en uitvoering

Wanneer een nieuw experiment wordt ontworpen cq een nieuwe opstelling wordt gebouwd of wanneer wijzi-gingen worden aangebracht in bestaande experimenten moeten altijd de risicorsquos worden geiumlnventariseerd en beheerst dmv een RIampE Let wel een nieuwe opstelling hoeft niet noodzakelijk opgebouwd te worden uit nieuwe apparatuur bij gebruik van bestaande apparatuur is het van belang dat deze adequaat is voor de toegedachte functie evt kan deze voor gebruik onderworpen worden aan een test (bv persproef igv druk-vaten)

Het stappenplan op de volgende pagina geeft aan hoe gewerkt moet worden bij het ontwerp van een nieuw experiment dit stappenplan geldt in principe altijd maar is toegespitst op experimenten bij verhoogde druk De volgende punten moeten in acht worden genomen

1 Het ontwerp van de opstelling met de bijbehorende veiligheidsmaatregelen en evt afspraken worden beschreven in het rapport op basis van een RIampE

2 Als begeleiding door de lokale VGMc verplicht is moeten deze dmv bovenstaand rapport (in concept) in een vroegtijdig stadium (in elk geval voor aanschaf van drukapparatuur) worden geraadpleegd over de plannen voor het werken met drukapparatuur zij zullen zorgen voor begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces De begeleiding door de lokale VGMc is altijd mogelijk maar niet altijd verplicht De mate van begeleiding is sterk afhankelijk van het type opstelling en de ervaring die betrokken experimentatoren hebben met experimenten onder verhoogde druk en de opbouw van de bijbehorende opstellingen

3 Drukapparatuur moet in overeenstemming met ldquogoed vakmanschaprdquo (zie Bijlage D Essentieumlle Veilig-heidseisen) ontworpen gefabriceerd en voorzien zijn van het juiste toebehoren (reduceertoestel over-drukbeveiliging etc) dit geldt ook voor aanpassingen en wijzigingen Dit moet voor elk drukapparaat schriftelijk aantoonbaar zijn

4 Elk drukvat moet zijn voorzien van een mechanische drukbeveiliging die qua drukniveau en capaciteit afgestemd is op de maximaal toelaatbare werkdruk in de betreffende context zodat ook onder de meest ongunstige omstandigheden de maximaal toelaatbare werkdruk niet wordt overschreden

5 Drukvaten moeten geregistreerd staan bij de lokale VGMc

6 Drukvaten moeten regelmatig gekeurd worden hetzij door het Stoomwezen of andere NoBo hetzij door een HD-technicus Keuring vindt minimaal eens per 4 jaar plaats en altijd voacuteoacuter hergebruik Keuringsrap-porten worden geregistreerd bij de lokale VGMc

7 Nieuwe of gewijzigde drukapparaten samenstellen en opstellingen waarin zich een drukapparaat bevindt dus inclusief appendages als veerveiligheden etc moeten voor ingebruikname ter keuringinspectie aan-geboden worden bij de lokale VGMc Technische handelingen (opbouw aanpassingen wijzigingen be-heer openen van reactoren etc) worden verricht door technisch bekwame personen en moeten schrif-telijk aantoonbaar voldoen aan de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo

8 Alleen adequaat geiumlnstrueerde personen bedienen installaties of opstellingen waarin een drukapparaat is opgenomen op basis van goedgekeurde voorschriften incl bedieningsinstructies etc

4

9 De gebruiker mag de apparatuuropstelling niet blootstellen aan omstandigheden die de oorspronkelijk gestelde eisen overschrijden

NB Contact met de lokale VGMc is verplicht wanneer er experimenten worden gepland waarbij met drukken van

groter dan 05 bar wordt gewerkt Registratie persproef en herkeuring geschieden tevens via de lokale VGMc

5

Stappenplan van ontwerp tot ingebruikname opstelling

Ontwerp opstelling of installatie

Druk le 05 bar

Rie opstelling

(zie sect 4)

Vaststellen

categorie opstellings

Onderdelen

(zie bijlage C)

Alle onderdelen in

categorie l of ll of GVM

Aanschaf etc

(zie sect 5)

Ontwerpgoedkeuring

enOp(laten)stellen interne

EG-verklaring van overeenstemming

(zie sect 4 organisatie en uitvoering

bijlage E)

ja nee

Ingebruikname

opstelling

(zie sect 6)

nee

Min 1 onderdeel

valt in cat

III enof IV

neeVerplichte melding

en begeleiding door

ARBO

(zie sect 4 organisatie en uitvoering)

ja

Eindcontrole

OK

(zie bijlage E sect 3

eindcontrole)

ja

nee

ja

6

5 Aanschaf Drukapparaten en appendages zoals drukbegrenzers (oa veerveiligheden breekplaten) die gebruikt worden op drukapparaten worden aangeschaft via de route bepaald iom de lokale VGMc Dit geldt zowel voor het vervaardigen van drukapparaten door interne diensten als drukapparaten geleverd door externe gecertifi-ceerde leveranciers Alle druk apparatuur moet worden aangeschaft met een CE-merkkeur wanneer dit niet mogelijk is vindt er overleg plaats tussen de lokale VGMc Voor advies omtrent drukbegrenzers kan contact worden opgenomen met de lokale VGMc voordat wordt overgegaan tot aanschaf of laten vervaardigen van drukapparaten voor advies moet de gebruiker gegevens verstrekken over de te gebruiken omstandigheden en stoffen

Van de nieuw aangeschafte of vervaardigde drukapparatuur moeten de volgende documenten beschikbaar zijn

CE-certificaat

Indien dit CE-certificaat niet aanwezig is

technische tekeningen in duplo

sterkteberekeningen

testcertificaat voor afpersdruk

Registratie en testen Registratie van drukvaten is wettelijk verplicht en wordt verzorgd door of via de lokale VGMc Het testen van drukvaten voor ingebruikname gebeurt middels een persproef of een visuele inspectie zie voor nadere informatie Bijlage D (Essentieumlle veiligheidseisen)

Drukvaten worden altijd voor ingebruikname getest en herkeuring vindt minimaal eens per 4 jaar plaats Bij bijzondere omstandigheden bv bij het gebruik van corrosieve stoffen wordt eens per 2 jaar getest tijdens het ontwerp van het proces en de opstelling geeft de lokale VGMc indien nodig het advies tot herkeuring na 2 jaar

Allocatie-eisen voor het gebruik van drukapparaten

Het werken met drukapparaten in laboratoriumzalen is toegestaan mits aan de volgende eisen is voldaan

PmaxV lt 20000 kPaL (= 200 barL) mits Pmax le 1 MPa (= 10 bar) dwz

als het product van de overdruk P in kPa en het volume V in liters kleiner is dan 20000 kPaL (= 200 barL) eacuten de maximaal toegepaste druk Pmax le 1 MPa (= 10 bar) is ongeacht het volume

Als niet aan deze eis voldaan wordt worden de proeven bij voorkeur uitgevoerd in het HDL conform de daar geldende regels In uitzonderingsgevallen kan de Faculteitsdecaan ontheffing van deze eis verlenen (zie hier-voor het Protocol ldquoOntheffingrdquo)

NB het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo is geldig bij P gt 05 bar ongeacht bovenstaande

6 Ingebruikname apparatuur

Bij de bouw van samenstellen met drukapparatuur worden drukbegrenzers (als veerveiligheden) met behulp van speciale HD-testapparatuur op de gewenste afsteldruk door een technisch bekwaam persoon afgesteld volgens de afstelprocedure voor drukbegrenzers zoals beschreven in Bijlage D(Essentieumlle veiligheidseisen) Wanneer de opstelling klaar is voor gebruik wordt deze visueel gecontroleerd door de lokale VGMc Bij deze inspectie zijn altijd de opstellingsverantwoordelijke de ldquobouwerrdquo en de toekomstige experimentator van de opstelling aanwezig De resultaten van de inspectie worden geeumlvalueerd en waar nodig worden knelpunten opgelost in nauwe samenwerking met de opstellingsverantwoordelijke Wanneer eea akkoord is bevonden door de lokale VGMc wordt het voorblad behorende bij de RIampE door hem voor gezien getekend

Van drukapparatuur behorend tot Cat III en IV is het noodzakelijk een overeenstemmingsverklaring op te stellen te ondertekenen en te archiveren (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming)

7

7 Gebruik apparatuur

De apparatuur wordt slechts gebruikt voor de tevoren beoogde processen en wordt niet onderworpen aan hogere temperaturen enof drukken Personen die gebruik maken van de opstelling worden door de opstel-lingsverantwoordelijke voldoende geiumlnstrueerd dit houdt om in dat zij op een veilige wijze gebruik kunnen maken van de opstelling en zich de bijbehorende bedieningsinstructie eigen hebben gemaakt Er wordt een registratie bijgehouden binnen de werkeenheid van de voldoende geiumlnstrueerde personen Van het gebruik dat altijd plaatsvindt conform de gebruiksaanwijzingbedieningsinstructie wordt een logboek bijgehouden door de experimentator

Voor opstellingen die voor een langere periode gebruikt worden wordt een onderhoudsdagger- en inspectieschema opgesteld door de opstellingsverantwoordelijke In dit schema wordt opgenomen welke onderhouds- en in-spectiehandelingen met welke frequentie dienen te worden uitgevoerd Wanneer tijdens het gebruik blijkt dat een onderdeel in de opstelling lekt moet het proces direct gestopt worden het betreffende onderdeel verwij-derd schoongemaakt gecontroleerd en gerepareerd of eventueel vervangen worden

8 Toezicht en verantwoordelijkheid

Diegene die verantwoordelijk is voor de drukapparatuur of het samenstel van drukapparaten (cq de opstel-ling)

neemt in een vroegtijdig stadium contact op met de lokale VGMc voor advies instructie en overleg omtrent de drukapparatuur opstelling

draagt er zorg voor dat het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo wordt gevolgd

voorziet experimentatoren van de nodige instructies en informatie en registreert welke personen bevoegd zijn met de opstelling te werken

draagt zorg voor een adequaat beheer en gebruik van de opstelling zodat mn risicovolle situaties worden vermeden en herkeuring tijdig plaatsvindt

verzorgt en beheert alle documentatie omtrent de opstelling en houdt deze actueel

De VGMc van de Werkeenheid zorgt voor begeleiding van (de voorbereiding van) het onderzoek met name aan de hand van een RIampE Het Hoofd van de Werkeenheid registreert welke technisch bekwame personen aangewezen zijn om voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk uit te voeren en communiceert dit met de lokale VGMc Intern dragen zowel het Hoofd als de VGMc van de Werkeenheid zorg voor het naleven van het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo en voor de periodieke controle van opstellingen en de daarvoor noodzakelijke utilities op doelmatigheid en veiligheid

Degene die drukapparatuur of samenstellen gebruikt of doet gebruiken zorgt ervoor dat die drukapparatuur en samenstellen overeen-komstig het door de fabrikant beoogde gebruik worden gebruikt en gekeurd dagger Degene die drukapparatuur of samenstellen voorhanden heeft aflevert tentoonstelt of gebruikt zorgt ervoor dat die in goede staat van onderhoud verkeren

8

Bijlage A Begrippen definities en afkortingen

Aggregatie toestand de fasetoestand van het medium gas of vloeistof Als de vloeistof bij de maximale toegestane temperatuur een dampdruk heeft van meer dan 05 bar overdruk dan wordt het behandeld als een GAS anders als een VLOEISTOF

Appendages (onder druk staand) voorzieningen met een operationele functie waarvan de omhulling onder druk staat

Autoclaven Drukvaten waarin een chemische reactie kan plaatsvinden en waarbij ten gevolge van deze reactie de druk kan stijgen tot een waarde P gt 500 kPa (5 bar) of waarbij PV gt 10000 kPaL (100 barL)

Cat Categorie

CE Conformiteacute Europeacuteenne

CEOC Confeacutedeacuteration Europeacuteenne drsquoOrganismes de Controcircle

Druk Onder druk P wordt verstaan de druk gerelateerd aan de atmosferische druk dwz de overdruk

Drukapparaten Onder drukapparaten wordt verstaan drukvaten installatieleidingen veiligheidsappen dages en onder druk staande appendages lsquoDrukapparatenrsquo omvat ook de elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen hijsogen etc

Drukvaten Onder een drukvat wordt verstaan een omhulling die ontworpen en vervaardigd is voor stof fen onder druk met inbegrip van de rechtstreeks daarmee verbonden delen tot aan de voorziening voor de aansluiting met andere apparatuur

EG Europese Gemeenschap

Gasfles of gascilinder een meestal cilindrisch metalen drukvat waarvan de waterinhoud meestal 50 L bedraagt en waarin gassen onder een druk P gt 100 kPa (1 bar) kunnen worden vervoerd Het samengeperste gas kan zich als volgt in de gascilinder bevinden

- gasvormig - gasvormig egraven vloeibaar - opgelost

GVM Goed Vakmanschap (PED art 3 lid 3) Ontwerp constructie en beheer volgens nationaal alge meen erkende en geldende eisen en regels van goed vakmanschap (oa lsquoRegels voor toestellen onder druk lsquo cq het ldquoOntwerp drukhoudersbesluitrdquo van het Stoomwezen) In bijlage F van dit Protocol wordt beschreven wat hieronder wordt verstaan De Engelse term voor GVM is SEP

HD Hoge Druk

Installatieleidingen Drukapparaten als onderdelen van een leidingenstelsel die voor de verplaatsing van stoffen dienen wanneer zij zijn verbonden om in een ander onder druk staand systeem te worden geiumlntegreerd Installatieleidingen omvatten met name een pijp of pijpenstelsel buizen fittingen expansie verbindingenslangen of eventueel andere onder druk staande delen Warmtewisselaars bestaande uit pijpen voor het koelen of verhitten van lucht worden gelijkgesteld met installatieleidingen

Maximale werkdruk Pwmax maximale werkdruk waarop de apparatuur gebruikt wordt deze is 10 lager dan de ontwerpdruk Pd

Maximaal toelaatbare druk PS de door de fabrikant aangegeven maximale druk waarvoor de apparatuur ontworpen is (= Pd)) die wordt bepaald op een door hem aangegeven plaats hetzij de aan sluiting van de beveiligings- of veiligheidsinrichtingen hetzij de bovenzijde van de apparatuur of indien dat niet passend is een andere aangegeven plaats

Maximaalminimaal toelaatbare temperatuur TS De maximaleminimale door de fabrikant opgegeven temperatuur waarvoor de apparatuur ontworpen is

MTS Middelbare Technische School

9

NoBo Notified Body

De nominale diameter (DN) een getalsaanduiding voor afmeting gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroef draad worden aangeduid het is een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen de nominale maat wordt aangegeven met DN gevolgd door een getal DN 25 betekend dat de binnendiameter van de leiding 25 mm is

Nominale maat getalsaanduiding voor afmeting

N-WO Niet Wetenschappelijk Onderzoek

Onder druk staande appendages Drukapparaten (voorzieningen) met een operationele functie waar van de omhulling onder druk staat

Ontwerpdruk (engels Design Pressure) Pd is 10 hoger dan de maximale werkdruk van het drukap paraat

PED Pressure Equipment Directive Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) Richtlijn 201468EU

Persdruk Pt is de druk waarop de apparatuur wordt afgeperst

RIampE Risico-Inventarisatie amp -Evaluatie

Samenstellen Verschillende drukapparaten die de fabrikant (bouwer) tot een geiumlntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd

SEP Sound Engineering Practice

Stoom- en Damptoestellen Drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit op een zodanige wijze dat daarin damp onder een hogere druk dan die van de atmosfeer aanwezig kan zijn

TCO Techno Centrum voor Onderwijs en Onderzoek

Veiligheidsappendages Drukapparaten (voorzieningen) voor beveiliging tegen overschrijding van de toegestane drukgrenzen deze omvatten

voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing zoals veiligheidskleppen veerveiligheden breekplaatbeveiligingen gestuurde afblazende drukbeveiligingssystemen (CSPRS)

begrenzingvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen zoals schakelaars die door druk temperatuur of het niveau van de stof in werking treden en met de veiligheid samenhangende meet- controle- en regelvoorzieningen (SRMCR)

Verhoogde druk P gt 05 bar

VGMcdagger Veiligheid Gezondheid amp Milieu contactpersoon (Lokale AMCVCVMrsquoer etc)

Volume Het inwendige volume (in liters) van een ruimte met inbegrip van het volume van tubelures tot de eerste aansluitingen en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige on derdelen in liters

Voorraadvaten Als bij gasflessen maar dan voor inhouden gt 50 L Deze zijn te onderscheiden in

externe (algemene) voorraadvaten uitsluitend als algemene voorraad tbv eacuteeacuten of meerdere opstel-lingen extern opgesteld en dus niet behorend tot die opstelling(en) zelf Deze zijn NoBo plichtig en worden periodiek door een NoBo gekeurd

interne (specifieke) voorraadvaten met een inhoud gt 50 L niet zijnde gasflessen voor eacuteeacuten (of enkele) experiment(en) en integraal deel uitmakend van de betreffende opstelling(en) zelf Deze zijn niet NoBo plichtig worden periodiek door het HDL gekeurd

ldquoDesign Pressurerdquo wordt in de Nederlandse versie van de PED vertaald met ldquoberekeningsdrukrdquo echter de term ldquoontwerpdrukrdquo sluit beter aan bij de werkelijke betekenis dagger De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 3: PROTOCOL Verhoogde druk

3

Uitgangspunten

1 er wordt verder in dit protocol uitgegaan dat er alleen onderzoek plaatsvindt ten behoeve van WO

2 alle in een set-up aanwezige drukvaten appendages en leidingen worden als een onderdeel van het samenstel beschouwd ten behoeve van WO Ook deze onderdelen vallen dus onder de inspectiecontroleherkeuringetc van de lokale VGMc De uitvoerende werkeenheden zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de veilige uitvoering van het onderzoek

3 Gevarenrisicorsquos De gevaren en risicorsquos van verhoogde druk lijken evident Bij het overschrijden van de toegestane ontwerp-druk kunnen diverse gevaren ontstaan Te denken valt oa aan

Rondvliegend materiaal

Schade aan omgeving

Schade aan mensen

Milieuschade

Explosiegevaar

4 Organisatie en uitvoering

Wanneer een nieuw experiment wordt ontworpen cq een nieuwe opstelling wordt gebouwd of wanneer wijzi-gingen worden aangebracht in bestaande experimenten moeten altijd de risicorsquos worden geiumlnventariseerd en beheerst dmv een RIampE Let wel een nieuwe opstelling hoeft niet noodzakelijk opgebouwd te worden uit nieuwe apparatuur bij gebruik van bestaande apparatuur is het van belang dat deze adequaat is voor de toegedachte functie evt kan deze voor gebruik onderworpen worden aan een test (bv persproef igv druk-vaten)

Het stappenplan op de volgende pagina geeft aan hoe gewerkt moet worden bij het ontwerp van een nieuw experiment dit stappenplan geldt in principe altijd maar is toegespitst op experimenten bij verhoogde druk De volgende punten moeten in acht worden genomen

1 Het ontwerp van de opstelling met de bijbehorende veiligheidsmaatregelen en evt afspraken worden beschreven in het rapport op basis van een RIampE

2 Als begeleiding door de lokale VGMc verplicht is moeten deze dmv bovenstaand rapport (in concept) in een vroegtijdig stadium (in elk geval voor aanschaf van drukapparatuur) worden geraadpleegd over de plannen voor het werken met drukapparatuur zij zullen zorgen voor begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces De begeleiding door de lokale VGMc is altijd mogelijk maar niet altijd verplicht De mate van begeleiding is sterk afhankelijk van het type opstelling en de ervaring die betrokken experimentatoren hebben met experimenten onder verhoogde druk en de opbouw van de bijbehorende opstellingen

3 Drukapparatuur moet in overeenstemming met ldquogoed vakmanschaprdquo (zie Bijlage D Essentieumlle Veilig-heidseisen) ontworpen gefabriceerd en voorzien zijn van het juiste toebehoren (reduceertoestel over-drukbeveiliging etc) dit geldt ook voor aanpassingen en wijzigingen Dit moet voor elk drukapparaat schriftelijk aantoonbaar zijn

4 Elk drukvat moet zijn voorzien van een mechanische drukbeveiliging die qua drukniveau en capaciteit afgestemd is op de maximaal toelaatbare werkdruk in de betreffende context zodat ook onder de meest ongunstige omstandigheden de maximaal toelaatbare werkdruk niet wordt overschreden

5 Drukvaten moeten geregistreerd staan bij de lokale VGMc

6 Drukvaten moeten regelmatig gekeurd worden hetzij door het Stoomwezen of andere NoBo hetzij door een HD-technicus Keuring vindt minimaal eens per 4 jaar plaats en altijd voacuteoacuter hergebruik Keuringsrap-porten worden geregistreerd bij de lokale VGMc

7 Nieuwe of gewijzigde drukapparaten samenstellen en opstellingen waarin zich een drukapparaat bevindt dus inclusief appendages als veerveiligheden etc moeten voor ingebruikname ter keuringinspectie aan-geboden worden bij de lokale VGMc Technische handelingen (opbouw aanpassingen wijzigingen be-heer openen van reactoren etc) worden verricht door technisch bekwame personen en moeten schrif-telijk aantoonbaar voldoen aan de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo

8 Alleen adequaat geiumlnstrueerde personen bedienen installaties of opstellingen waarin een drukapparaat is opgenomen op basis van goedgekeurde voorschriften incl bedieningsinstructies etc

4

9 De gebruiker mag de apparatuuropstelling niet blootstellen aan omstandigheden die de oorspronkelijk gestelde eisen overschrijden

NB Contact met de lokale VGMc is verplicht wanneer er experimenten worden gepland waarbij met drukken van

groter dan 05 bar wordt gewerkt Registratie persproef en herkeuring geschieden tevens via de lokale VGMc

5

Stappenplan van ontwerp tot ingebruikname opstelling

Ontwerp opstelling of installatie

Druk le 05 bar

Rie opstelling

(zie sect 4)

Vaststellen

categorie opstellings

Onderdelen

(zie bijlage C)

Alle onderdelen in

categorie l of ll of GVM

Aanschaf etc

(zie sect 5)

Ontwerpgoedkeuring

enOp(laten)stellen interne

EG-verklaring van overeenstemming

(zie sect 4 organisatie en uitvoering

bijlage E)

ja nee

Ingebruikname

opstelling

(zie sect 6)

nee

Min 1 onderdeel

valt in cat

III enof IV

neeVerplichte melding

en begeleiding door

ARBO

(zie sect 4 organisatie en uitvoering)

ja

Eindcontrole

OK

(zie bijlage E sect 3

eindcontrole)

ja

nee

ja

6

5 Aanschaf Drukapparaten en appendages zoals drukbegrenzers (oa veerveiligheden breekplaten) die gebruikt worden op drukapparaten worden aangeschaft via de route bepaald iom de lokale VGMc Dit geldt zowel voor het vervaardigen van drukapparaten door interne diensten als drukapparaten geleverd door externe gecertifi-ceerde leveranciers Alle druk apparatuur moet worden aangeschaft met een CE-merkkeur wanneer dit niet mogelijk is vindt er overleg plaats tussen de lokale VGMc Voor advies omtrent drukbegrenzers kan contact worden opgenomen met de lokale VGMc voordat wordt overgegaan tot aanschaf of laten vervaardigen van drukapparaten voor advies moet de gebruiker gegevens verstrekken over de te gebruiken omstandigheden en stoffen

Van de nieuw aangeschafte of vervaardigde drukapparatuur moeten de volgende documenten beschikbaar zijn

CE-certificaat

Indien dit CE-certificaat niet aanwezig is

technische tekeningen in duplo

sterkteberekeningen

testcertificaat voor afpersdruk

Registratie en testen Registratie van drukvaten is wettelijk verplicht en wordt verzorgd door of via de lokale VGMc Het testen van drukvaten voor ingebruikname gebeurt middels een persproef of een visuele inspectie zie voor nadere informatie Bijlage D (Essentieumlle veiligheidseisen)

Drukvaten worden altijd voor ingebruikname getest en herkeuring vindt minimaal eens per 4 jaar plaats Bij bijzondere omstandigheden bv bij het gebruik van corrosieve stoffen wordt eens per 2 jaar getest tijdens het ontwerp van het proces en de opstelling geeft de lokale VGMc indien nodig het advies tot herkeuring na 2 jaar

Allocatie-eisen voor het gebruik van drukapparaten

Het werken met drukapparaten in laboratoriumzalen is toegestaan mits aan de volgende eisen is voldaan

PmaxV lt 20000 kPaL (= 200 barL) mits Pmax le 1 MPa (= 10 bar) dwz

als het product van de overdruk P in kPa en het volume V in liters kleiner is dan 20000 kPaL (= 200 barL) eacuten de maximaal toegepaste druk Pmax le 1 MPa (= 10 bar) is ongeacht het volume

Als niet aan deze eis voldaan wordt worden de proeven bij voorkeur uitgevoerd in het HDL conform de daar geldende regels In uitzonderingsgevallen kan de Faculteitsdecaan ontheffing van deze eis verlenen (zie hier-voor het Protocol ldquoOntheffingrdquo)

NB het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo is geldig bij P gt 05 bar ongeacht bovenstaande

6 Ingebruikname apparatuur

Bij de bouw van samenstellen met drukapparatuur worden drukbegrenzers (als veerveiligheden) met behulp van speciale HD-testapparatuur op de gewenste afsteldruk door een technisch bekwaam persoon afgesteld volgens de afstelprocedure voor drukbegrenzers zoals beschreven in Bijlage D(Essentieumlle veiligheidseisen) Wanneer de opstelling klaar is voor gebruik wordt deze visueel gecontroleerd door de lokale VGMc Bij deze inspectie zijn altijd de opstellingsverantwoordelijke de ldquobouwerrdquo en de toekomstige experimentator van de opstelling aanwezig De resultaten van de inspectie worden geeumlvalueerd en waar nodig worden knelpunten opgelost in nauwe samenwerking met de opstellingsverantwoordelijke Wanneer eea akkoord is bevonden door de lokale VGMc wordt het voorblad behorende bij de RIampE door hem voor gezien getekend

Van drukapparatuur behorend tot Cat III en IV is het noodzakelijk een overeenstemmingsverklaring op te stellen te ondertekenen en te archiveren (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming)

7

7 Gebruik apparatuur

De apparatuur wordt slechts gebruikt voor de tevoren beoogde processen en wordt niet onderworpen aan hogere temperaturen enof drukken Personen die gebruik maken van de opstelling worden door de opstel-lingsverantwoordelijke voldoende geiumlnstrueerd dit houdt om in dat zij op een veilige wijze gebruik kunnen maken van de opstelling en zich de bijbehorende bedieningsinstructie eigen hebben gemaakt Er wordt een registratie bijgehouden binnen de werkeenheid van de voldoende geiumlnstrueerde personen Van het gebruik dat altijd plaatsvindt conform de gebruiksaanwijzingbedieningsinstructie wordt een logboek bijgehouden door de experimentator

Voor opstellingen die voor een langere periode gebruikt worden wordt een onderhoudsdagger- en inspectieschema opgesteld door de opstellingsverantwoordelijke In dit schema wordt opgenomen welke onderhouds- en in-spectiehandelingen met welke frequentie dienen te worden uitgevoerd Wanneer tijdens het gebruik blijkt dat een onderdeel in de opstelling lekt moet het proces direct gestopt worden het betreffende onderdeel verwij-derd schoongemaakt gecontroleerd en gerepareerd of eventueel vervangen worden

8 Toezicht en verantwoordelijkheid

Diegene die verantwoordelijk is voor de drukapparatuur of het samenstel van drukapparaten (cq de opstel-ling)

neemt in een vroegtijdig stadium contact op met de lokale VGMc voor advies instructie en overleg omtrent de drukapparatuur opstelling

draagt er zorg voor dat het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo wordt gevolgd

voorziet experimentatoren van de nodige instructies en informatie en registreert welke personen bevoegd zijn met de opstelling te werken

draagt zorg voor een adequaat beheer en gebruik van de opstelling zodat mn risicovolle situaties worden vermeden en herkeuring tijdig plaatsvindt

verzorgt en beheert alle documentatie omtrent de opstelling en houdt deze actueel

De VGMc van de Werkeenheid zorgt voor begeleiding van (de voorbereiding van) het onderzoek met name aan de hand van een RIampE Het Hoofd van de Werkeenheid registreert welke technisch bekwame personen aangewezen zijn om voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk uit te voeren en communiceert dit met de lokale VGMc Intern dragen zowel het Hoofd als de VGMc van de Werkeenheid zorg voor het naleven van het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo en voor de periodieke controle van opstellingen en de daarvoor noodzakelijke utilities op doelmatigheid en veiligheid

Degene die drukapparatuur of samenstellen gebruikt of doet gebruiken zorgt ervoor dat die drukapparatuur en samenstellen overeen-komstig het door de fabrikant beoogde gebruik worden gebruikt en gekeurd dagger Degene die drukapparatuur of samenstellen voorhanden heeft aflevert tentoonstelt of gebruikt zorgt ervoor dat die in goede staat van onderhoud verkeren

8

Bijlage A Begrippen definities en afkortingen

Aggregatie toestand de fasetoestand van het medium gas of vloeistof Als de vloeistof bij de maximale toegestane temperatuur een dampdruk heeft van meer dan 05 bar overdruk dan wordt het behandeld als een GAS anders als een VLOEISTOF

Appendages (onder druk staand) voorzieningen met een operationele functie waarvan de omhulling onder druk staat

Autoclaven Drukvaten waarin een chemische reactie kan plaatsvinden en waarbij ten gevolge van deze reactie de druk kan stijgen tot een waarde P gt 500 kPa (5 bar) of waarbij PV gt 10000 kPaL (100 barL)

Cat Categorie

CE Conformiteacute Europeacuteenne

CEOC Confeacutedeacuteration Europeacuteenne drsquoOrganismes de Controcircle

Druk Onder druk P wordt verstaan de druk gerelateerd aan de atmosferische druk dwz de overdruk

Drukapparaten Onder drukapparaten wordt verstaan drukvaten installatieleidingen veiligheidsappen dages en onder druk staande appendages lsquoDrukapparatenrsquo omvat ook de elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen hijsogen etc

Drukvaten Onder een drukvat wordt verstaan een omhulling die ontworpen en vervaardigd is voor stof fen onder druk met inbegrip van de rechtstreeks daarmee verbonden delen tot aan de voorziening voor de aansluiting met andere apparatuur

EG Europese Gemeenschap

Gasfles of gascilinder een meestal cilindrisch metalen drukvat waarvan de waterinhoud meestal 50 L bedraagt en waarin gassen onder een druk P gt 100 kPa (1 bar) kunnen worden vervoerd Het samengeperste gas kan zich als volgt in de gascilinder bevinden

- gasvormig - gasvormig egraven vloeibaar - opgelost

GVM Goed Vakmanschap (PED art 3 lid 3) Ontwerp constructie en beheer volgens nationaal alge meen erkende en geldende eisen en regels van goed vakmanschap (oa lsquoRegels voor toestellen onder druk lsquo cq het ldquoOntwerp drukhoudersbesluitrdquo van het Stoomwezen) In bijlage F van dit Protocol wordt beschreven wat hieronder wordt verstaan De Engelse term voor GVM is SEP

HD Hoge Druk

Installatieleidingen Drukapparaten als onderdelen van een leidingenstelsel die voor de verplaatsing van stoffen dienen wanneer zij zijn verbonden om in een ander onder druk staand systeem te worden geiumlntegreerd Installatieleidingen omvatten met name een pijp of pijpenstelsel buizen fittingen expansie verbindingenslangen of eventueel andere onder druk staande delen Warmtewisselaars bestaande uit pijpen voor het koelen of verhitten van lucht worden gelijkgesteld met installatieleidingen

Maximale werkdruk Pwmax maximale werkdruk waarop de apparatuur gebruikt wordt deze is 10 lager dan de ontwerpdruk Pd

Maximaal toelaatbare druk PS de door de fabrikant aangegeven maximale druk waarvoor de apparatuur ontworpen is (= Pd)) die wordt bepaald op een door hem aangegeven plaats hetzij de aan sluiting van de beveiligings- of veiligheidsinrichtingen hetzij de bovenzijde van de apparatuur of indien dat niet passend is een andere aangegeven plaats

Maximaalminimaal toelaatbare temperatuur TS De maximaleminimale door de fabrikant opgegeven temperatuur waarvoor de apparatuur ontworpen is

MTS Middelbare Technische School

9

NoBo Notified Body

De nominale diameter (DN) een getalsaanduiding voor afmeting gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroef draad worden aangeduid het is een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen de nominale maat wordt aangegeven met DN gevolgd door een getal DN 25 betekend dat de binnendiameter van de leiding 25 mm is

Nominale maat getalsaanduiding voor afmeting

N-WO Niet Wetenschappelijk Onderzoek

Onder druk staande appendages Drukapparaten (voorzieningen) met een operationele functie waar van de omhulling onder druk staat

Ontwerpdruk (engels Design Pressure) Pd is 10 hoger dan de maximale werkdruk van het drukap paraat

PED Pressure Equipment Directive Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) Richtlijn 201468EU

Persdruk Pt is de druk waarop de apparatuur wordt afgeperst

RIampE Risico-Inventarisatie amp -Evaluatie

Samenstellen Verschillende drukapparaten die de fabrikant (bouwer) tot een geiumlntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd

SEP Sound Engineering Practice

Stoom- en Damptoestellen Drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit op een zodanige wijze dat daarin damp onder een hogere druk dan die van de atmosfeer aanwezig kan zijn

TCO Techno Centrum voor Onderwijs en Onderzoek

Veiligheidsappendages Drukapparaten (voorzieningen) voor beveiliging tegen overschrijding van de toegestane drukgrenzen deze omvatten

voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing zoals veiligheidskleppen veerveiligheden breekplaatbeveiligingen gestuurde afblazende drukbeveiligingssystemen (CSPRS)

begrenzingvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen zoals schakelaars die door druk temperatuur of het niveau van de stof in werking treden en met de veiligheid samenhangende meet- controle- en regelvoorzieningen (SRMCR)

Verhoogde druk P gt 05 bar

VGMcdagger Veiligheid Gezondheid amp Milieu contactpersoon (Lokale AMCVCVMrsquoer etc)

Volume Het inwendige volume (in liters) van een ruimte met inbegrip van het volume van tubelures tot de eerste aansluitingen en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige on derdelen in liters

Voorraadvaten Als bij gasflessen maar dan voor inhouden gt 50 L Deze zijn te onderscheiden in

externe (algemene) voorraadvaten uitsluitend als algemene voorraad tbv eacuteeacuten of meerdere opstel-lingen extern opgesteld en dus niet behorend tot die opstelling(en) zelf Deze zijn NoBo plichtig en worden periodiek door een NoBo gekeurd

interne (specifieke) voorraadvaten met een inhoud gt 50 L niet zijnde gasflessen voor eacuteeacuten (of enkele) experiment(en) en integraal deel uitmakend van de betreffende opstelling(en) zelf Deze zijn niet NoBo plichtig worden periodiek door het HDL gekeurd

ldquoDesign Pressurerdquo wordt in de Nederlandse versie van de PED vertaald met ldquoberekeningsdrukrdquo echter de term ldquoontwerpdrukrdquo sluit beter aan bij de werkelijke betekenis dagger De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 4: PROTOCOL Verhoogde druk

4

9 De gebruiker mag de apparatuuropstelling niet blootstellen aan omstandigheden die de oorspronkelijk gestelde eisen overschrijden

NB Contact met de lokale VGMc is verplicht wanneer er experimenten worden gepland waarbij met drukken van

groter dan 05 bar wordt gewerkt Registratie persproef en herkeuring geschieden tevens via de lokale VGMc

5

Stappenplan van ontwerp tot ingebruikname opstelling

Ontwerp opstelling of installatie

Druk le 05 bar

Rie opstelling

(zie sect 4)

Vaststellen

categorie opstellings

Onderdelen

(zie bijlage C)

Alle onderdelen in

categorie l of ll of GVM

Aanschaf etc

(zie sect 5)

Ontwerpgoedkeuring

enOp(laten)stellen interne

EG-verklaring van overeenstemming

(zie sect 4 organisatie en uitvoering

bijlage E)

ja nee

Ingebruikname

opstelling

(zie sect 6)

nee

Min 1 onderdeel

valt in cat

III enof IV

neeVerplichte melding

en begeleiding door

ARBO

(zie sect 4 organisatie en uitvoering)

ja

Eindcontrole

OK

(zie bijlage E sect 3

eindcontrole)

ja

nee

ja

6

5 Aanschaf Drukapparaten en appendages zoals drukbegrenzers (oa veerveiligheden breekplaten) die gebruikt worden op drukapparaten worden aangeschaft via de route bepaald iom de lokale VGMc Dit geldt zowel voor het vervaardigen van drukapparaten door interne diensten als drukapparaten geleverd door externe gecertifi-ceerde leveranciers Alle druk apparatuur moet worden aangeschaft met een CE-merkkeur wanneer dit niet mogelijk is vindt er overleg plaats tussen de lokale VGMc Voor advies omtrent drukbegrenzers kan contact worden opgenomen met de lokale VGMc voordat wordt overgegaan tot aanschaf of laten vervaardigen van drukapparaten voor advies moet de gebruiker gegevens verstrekken over de te gebruiken omstandigheden en stoffen

Van de nieuw aangeschafte of vervaardigde drukapparatuur moeten de volgende documenten beschikbaar zijn

CE-certificaat

Indien dit CE-certificaat niet aanwezig is

technische tekeningen in duplo

sterkteberekeningen

testcertificaat voor afpersdruk

Registratie en testen Registratie van drukvaten is wettelijk verplicht en wordt verzorgd door of via de lokale VGMc Het testen van drukvaten voor ingebruikname gebeurt middels een persproef of een visuele inspectie zie voor nadere informatie Bijlage D (Essentieumlle veiligheidseisen)

Drukvaten worden altijd voor ingebruikname getest en herkeuring vindt minimaal eens per 4 jaar plaats Bij bijzondere omstandigheden bv bij het gebruik van corrosieve stoffen wordt eens per 2 jaar getest tijdens het ontwerp van het proces en de opstelling geeft de lokale VGMc indien nodig het advies tot herkeuring na 2 jaar

Allocatie-eisen voor het gebruik van drukapparaten

Het werken met drukapparaten in laboratoriumzalen is toegestaan mits aan de volgende eisen is voldaan

PmaxV lt 20000 kPaL (= 200 barL) mits Pmax le 1 MPa (= 10 bar) dwz

als het product van de overdruk P in kPa en het volume V in liters kleiner is dan 20000 kPaL (= 200 barL) eacuten de maximaal toegepaste druk Pmax le 1 MPa (= 10 bar) is ongeacht het volume

Als niet aan deze eis voldaan wordt worden de proeven bij voorkeur uitgevoerd in het HDL conform de daar geldende regels In uitzonderingsgevallen kan de Faculteitsdecaan ontheffing van deze eis verlenen (zie hier-voor het Protocol ldquoOntheffingrdquo)

NB het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo is geldig bij P gt 05 bar ongeacht bovenstaande

6 Ingebruikname apparatuur

Bij de bouw van samenstellen met drukapparatuur worden drukbegrenzers (als veerveiligheden) met behulp van speciale HD-testapparatuur op de gewenste afsteldruk door een technisch bekwaam persoon afgesteld volgens de afstelprocedure voor drukbegrenzers zoals beschreven in Bijlage D(Essentieumlle veiligheidseisen) Wanneer de opstelling klaar is voor gebruik wordt deze visueel gecontroleerd door de lokale VGMc Bij deze inspectie zijn altijd de opstellingsverantwoordelijke de ldquobouwerrdquo en de toekomstige experimentator van de opstelling aanwezig De resultaten van de inspectie worden geeumlvalueerd en waar nodig worden knelpunten opgelost in nauwe samenwerking met de opstellingsverantwoordelijke Wanneer eea akkoord is bevonden door de lokale VGMc wordt het voorblad behorende bij de RIampE door hem voor gezien getekend

Van drukapparatuur behorend tot Cat III en IV is het noodzakelijk een overeenstemmingsverklaring op te stellen te ondertekenen en te archiveren (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming)

7

7 Gebruik apparatuur

De apparatuur wordt slechts gebruikt voor de tevoren beoogde processen en wordt niet onderworpen aan hogere temperaturen enof drukken Personen die gebruik maken van de opstelling worden door de opstel-lingsverantwoordelijke voldoende geiumlnstrueerd dit houdt om in dat zij op een veilige wijze gebruik kunnen maken van de opstelling en zich de bijbehorende bedieningsinstructie eigen hebben gemaakt Er wordt een registratie bijgehouden binnen de werkeenheid van de voldoende geiumlnstrueerde personen Van het gebruik dat altijd plaatsvindt conform de gebruiksaanwijzingbedieningsinstructie wordt een logboek bijgehouden door de experimentator

Voor opstellingen die voor een langere periode gebruikt worden wordt een onderhoudsdagger- en inspectieschema opgesteld door de opstellingsverantwoordelijke In dit schema wordt opgenomen welke onderhouds- en in-spectiehandelingen met welke frequentie dienen te worden uitgevoerd Wanneer tijdens het gebruik blijkt dat een onderdeel in de opstelling lekt moet het proces direct gestopt worden het betreffende onderdeel verwij-derd schoongemaakt gecontroleerd en gerepareerd of eventueel vervangen worden

8 Toezicht en verantwoordelijkheid

Diegene die verantwoordelijk is voor de drukapparatuur of het samenstel van drukapparaten (cq de opstel-ling)

neemt in een vroegtijdig stadium contact op met de lokale VGMc voor advies instructie en overleg omtrent de drukapparatuur opstelling

draagt er zorg voor dat het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo wordt gevolgd

voorziet experimentatoren van de nodige instructies en informatie en registreert welke personen bevoegd zijn met de opstelling te werken

draagt zorg voor een adequaat beheer en gebruik van de opstelling zodat mn risicovolle situaties worden vermeden en herkeuring tijdig plaatsvindt

verzorgt en beheert alle documentatie omtrent de opstelling en houdt deze actueel

De VGMc van de Werkeenheid zorgt voor begeleiding van (de voorbereiding van) het onderzoek met name aan de hand van een RIampE Het Hoofd van de Werkeenheid registreert welke technisch bekwame personen aangewezen zijn om voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk uit te voeren en communiceert dit met de lokale VGMc Intern dragen zowel het Hoofd als de VGMc van de Werkeenheid zorg voor het naleven van het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo en voor de periodieke controle van opstellingen en de daarvoor noodzakelijke utilities op doelmatigheid en veiligheid

Degene die drukapparatuur of samenstellen gebruikt of doet gebruiken zorgt ervoor dat die drukapparatuur en samenstellen overeen-komstig het door de fabrikant beoogde gebruik worden gebruikt en gekeurd dagger Degene die drukapparatuur of samenstellen voorhanden heeft aflevert tentoonstelt of gebruikt zorgt ervoor dat die in goede staat van onderhoud verkeren

8

Bijlage A Begrippen definities en afkortingen

Aggregatie toestand de fasetoestand van het medium gas of vloeistof Als de vloeistof bij de maximale toegestane temperatuur een dampdruk heeft van meer dan 05 bar overdruk dan wordt het behandeld als een GAS anders als een VLOEISTOF

Appendages (onder druk staand) voorzieningen met een operationele functie waarvan de omhulling onder druk staat

Autoclaven Drukvaten waarin een chemische reactie kan plaatsvinden en waarbij ten gevolge van deze reactie de druk kan stijgen tot een waarde P gt 500 kPa (5 bar) of waarbij PV gt 10000 kPaL (100 barL)

Cat Categorie

CE Conformiteacute Europeacuteenne

CEOC Confeacutedeacuteration Europeacuteenne drsquoOrganismes de Controcircle

Druk Onder druk P wordt verstaan de druk gerelateerd aan de atmosferische druk dwz de overdruk

Drukapparaten Onder drukapparaten wordt verstaan drukvaten installatieleidingen veiligheidsappen dages en onder druk staande appendages lsquoDrukapparatenrsquo omvat ook de elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen hijsogen etc

Drukvaten Onder een drukvat wordt verstaan een omhulling die ontworpen en vervaardigd is voor stof fen onder druk met inbegrip van de rechtstreeks daarmee verbonden delen tot aan de voorziening voor de aansluiting met andere apparatuur

EG Europese Gemeenschap

Gasfles of gascilinder een meestal cilindrisch metalen drukvat waarvan de waterinhoud meestal 50 L bedraagt en waarin gassen onder een druk P gt 100 kPa (1 bar) kunnen worden vervoerd Het samengeperste gas kan zich als volgt in de gascilinder bevinden

- gasvormig - gasvormig egraven vloeibaar - opgelost

GVM Goed Vakmanschap (PED art 3 lid 3) Ontwerp constructie en beheer volgens nationaal alge meen erkende en geldende eisen en regels van goed vakmanschap (oa lsquoRegels voor toestellen onder druk lsquo cq het ldquoOntwerp drukhoudersbesluitrdquo van het Stoomwezen) In bijlage F van dit Protocol wordt beschreven wat hieronder wordt verstaan De Engelse term voor GVM is SEP

HD Hoge Druk

Installatieleidingen Drukapparaten als onderdelen van een leidingenstelsel die voor de verplaatsing van stoffen dienen wanneer zij zijn verbonden om in een ander onder druk staand systeem te worden geiumlntegreerd Installatieleidingen omvatten met name een pijp of pijpenstelsel buizen fittingen expansie verbindingenslangen of eventueel andere onder druk staande delen Warmtewisselaars bestaande uit pijpen voor het koelen of verhitten van lucht worden gelijkgesteld met installatieleidingen

Maximale werkdruk Pwmax maximale werkdruk waarop de apparatuur gebruikt wordt deze is 10 lager dan de ontwerpdruk Pd

Maximaal toelaatbare druk PS de door de fabrikant aangegeven maximale druk waarvoor de apparatuur ontworpen is (= Pd)) die wordt bepaald op een door hem aangegeven plaats hetzij de aan sluiting van de beveiligings- of veiligheidsinrichtingen hetzij de bovenzijde van de apparatuur of indien dat niet passend is een andere aangegeven plaats

Maximaalminimaal toelaatbare temperatuur TS De maximaleminimale door de fabrikant opgegeven temperatuur waarvoor de apparatuur ontworpen is

MTS Middelbare Technische School

9

NoBo Notified Body

De nominale diameter (DN) een getalsaanduiding voor afmeting gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroef draad worden aangeduid het is een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen de nominale maat wordt aangegeven met DN gevolgd door een getal DN 25 betekend dat de binnendiameter van de leiding 25 mm is

Nominale maat getalsaanduiding voor afmeting

N-WO Niet Wetenschappelijk Onderzoek

Onder druk staande appendages Drukapparaten (voorzieningen) met een operationele functie waar van de omhulling onder druk staat

Ontwerpdruk (engels Design Pressure) Pd is 10 hoger dan de maximale werkdruk van het drukap paraat

PED Pressure Equipment Directive Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) Richtlijn 201468EU

Persdruk Pt is de druk waarop de apparatuur wordt afgeperst

RIampE Risico-Inventarisatie amp -Evaluatie

Samenstellen Verschillende drukapparaten die de fabrikant (bouwer) tot een geiumlntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd

SEP Sound Engineering Practice

Stoom- en Damptoestellen Drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit op een zodanige wijze dat daarin damp onder een hogere druk dan die van de atmosfeer aanwezig kan zijn

TCO Techno Centrum voor Onderwijs en Onderzoek

Veiligheidsappendages Drukapparaten (voorzieningen) voor beveiliging tegen overschrijding van de toegestane drukgrenzen deze omvatten

voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing zoals veiligheidskleppen veerveiligheden breekplaatbeveiligingen gestuurde afblazende drukbeveiligingssystemen (CSPRS)

begrenzingvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen zoals schakelaars die door druk temperatuur of het niveau van de stof in werking treden en met de veiligheid samenhangende meet- controle- en regelvoorzieningen (SRMCR)

Verhoogde druk P gt 05 bar

VGMcdagger Veiligheid Gezondheid amp Milieu contactpersoon (Lokale AMCVCVMrsquoer etc)

Volume Het inwendige volume (in liters) van een ruimte met inbegrip van het volume van tubelures tot de eerste aansluitingen en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige on derdelen in liters

Voorraadvaten Als bij gasflessen maar dan voor inhouden gt 50 L Deze zijn te onderscheiden in

externe (algemene) voorraadvaten uitsluitend als algemene voorraad tbv eacuteeacuten of meerdere opstel-lingen extern opgesteld en dus niet behorend tot die opstelling(en) zelf Deze zijn NoBo plichtig en worden periodiek door een NoBo gekeurd

interne (specifieke) voorraadvaten met een inhoud gt 50 L niet zijnde gasflessen voor eacuteeacuten (of enkele) experiment(en) en integraal deel uitmakend van de betreffende opstelling(en) zelf Deze zijn niet NoBo plichtig worden periodiek door het HDL gekeurd

ldquoDesign Pressurerdquo wordt in de Nederlandse versie van de PED vertaald met ldquoberekeningsdrukrdquo echter de term ldquoontwerpdrukrdquo sluit beter aan bij de werkelijke betekenis dagger De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 5: PROTOCOL Verhoogde druk

5

Stappenplan van ontwerp tot ingebruikname opstelling

Ontwerp opstelling of installatie

Druk le 05 bar

Rie opstelling

(zie sect 4)

Vaststellen

categorie opstellings

Onderdelen

(zie bijlage C)

Alle onderdelen in

categorie l of ll of GVM

Aanschaf etc

(zie sect 5)

Ontwerpgoedkeuring

enOp(laten)stellen interne

EG-verklaring van overeenstemming

(zie sect 4 organisatie en uitvoering

bijlage E)

ja nee

Ingebruikname

opstelling

(zie sect 6)

nee

Min 1 onderdeel

valt in cat

III enof IV

neeVerplichte melding

en begeleiding door

ARBO

(zie sect 4 organisatie en uitvoering)

ja

Eindcontrole

OK

(zie bijlage E sect 3

eindcontrole)

ja

nee

ja

6

5 Aanschaf Drukapparaten en appendages zoals drukbegrenzers (oa veerveiligheden breekplaten) die gebruikt worden op drukapparaten worden aangeschaft via de route bepaald iom de lokale VGMc Dit geldt zowel voor het vervaardigen van drukapparaten door interne diensten als drukapparaten geleverd door externe gecertifi-ceerde leveranciers Alle druk apparatuur moet worden aangeschaft met een CE-merkkeur wanneer dit niet mogelijk is vindt er overleg plaats tussen de lokale VGMc Voor advies omtrent drukbegrenzers kan contact worden opgenomen met de lokale VGMc voordat wordt overgegaan tot aanschaf of laten vervaardigen van drukapparaten voor advies moet de gebruiker gegevens verstrekken over de te gebruiken omstandigheden en stoffen

Van de nieuw aangeschafte of vervaardigde drukapparatuur moeten de volgende documenten beschikbaar zijn

CE-certificaat

Indien dit CE-certificaat niet aanwezig is

technische tekeningen in duplo

sterkteberekeningen

testcertificaat voor afpersdruk

Registratie en testen Registratie van drukvaten is wettelijk verplicht en wordt verzorgd door of via de lokale VGMc Het testen van drukvaten voor ingebruikname gebeurt middels een persproef of een visuele inspectie zie voor nadere informatie Bijlage D (Essentieumlle veiligheidseisen)

Drukvaten worden altijd voor ingebruikname getest en herkeuring vindt minimaal eens per 4 jaar plaats Bij bijzondere omstandigheden bv bij het gebruik van corrosieve stoffen wordt eens per 2 jaar getest tijdens het ontwerp van het proces en de opstelling geeft de lokale VGMc indien nodig het advies tot herkeuring na 2 jaar

Allocatie-eisen voor het gebruik van drukapparaten

Het werken met drukapparaten in laboratoriumzalen is toegestaan mits aan de volgende eisen is voldaan

PmaxV lt 20000 kPaL (= 200 barL) mits Pmax le 1 MPa (= 10 bar) dwz

als het product van de overdruk P in kPa en het volume V in liters kleiner is dan 20000 kPaL (= 200 barL) eacuten de maximaal toegepaste druk Pmax le 1 MPa (= 10 bar) is ongeacht het volume

Als niet aan deze eis voldaan wordt worden de proeven bij voorkeur uitgevoerd in het HDL conform de daar geldende regels In uitzonderingsgevallen kan de Faculteitsdecaan ontheffing van deze eis verlenen (zie hier-voor het Protocol ldquoOntheffingrdquo)

NB het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo is geldig bij P gt 05 bar ongeacht bovenstaande

6 Ingebruikname apparatuur

Bij de bouw van samenstellen met drukapparatuur worden drukbegrenzers (als veerveiligheden) met behulp van speciale HD-testapparatuur op de gewenste afsteldruk door een technisch bekwaam persoon afgesteld volgens de afstelprocedure voor drukbegrenzers zoals beschreven in Bijlage D(Essentieumlle veiligheidseisen) Wanneer de opstelling klaar is voor gebruik wordt deze visueel gecontroleerd door de lokale VGMc Bij deze inspectie zijn altijd de opstellingsverantwoordelijke de ldquobouwerrdquo en de toekomstige experimentator van de opstelling aanwezig De resultaten van de inspectie worden geeumlvalueerd en waar nodig worden knelpunten opgelost in nauwe samenwerking met de opstellingsverantwoordelijke Wanneer eea akkoord is bevonden door de lokale VGMc wordt het voorblad behorende bij de RIampE door hem voor gezien getekend

Van drukapparatuur behorend tot Cat III en IV is het noodzakelijk een overeenstemmingsverklaring op te stellen te ondertekenen en te archiveren (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming)

7

7 Gebruik apparatuur

De apparatuur wordt slechts gebruikt voor de tevoren beoogde processen en wordt niet onderworpen aan hogere temperaturen enof drukken Personen die gebruik maken van de opstelling worden door de opstel-lingsverantwoordelijke voldoende geiumlnstrueerd dit houdt om in dat zij op een veilige wijze gebruik kunnen maken van de opstelling en zich de bijbehorende bedieningsinstructie eigen hebben gemaakt Er wordt een registratie bijgehouden binnen de werkeenheid van de voldoende geiumlnstrueerde personen Van het gebruik dat altijd plaatsvindt conform de gebruiksaanwijzingbedieningsinstructie wordt een logboek bijgehouden door de experimentator

Voor opstellingen die voor een langere periode gebruikt worden wordt een onderhoudsdagger- en inspectieschema opgesteld door de opstellingsverantwoordelijke In dit schema wordt opgenomen welke onderhouds- en in-spectiehandelingen met welke frequentie dienen te worden uitgevoerd Wanneer tijdens het gebruik blijkt dat een onderdeel in de opstelling lekt moet het proces direct gestopt worden het betreffende onderdeel verwij-derd schoongemaakt gecontroleerd en gerepareerd of eventueel vervangen worden

8 Toezicht en verantwoordelijkheid

Diegene die verantwoordelijk is voor de drukapparatuur of het samenstel van drukapparaten (cq de opstel-ling)

neemt in een vroegtijdig stadium contact op met de lokale VGMc voor advies instructie en overleg omtrent de drukapparatuur opstelling

draagt er zorg voor dat het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo wordt gevolgd

voorziet experimentatoren van de nodige instructies en informatie en registreert welke personen bevoegd zijn met de opstelling te werken

draagt zorg voor een adequaat beheer en gebruik van de opstelling zodat mn risicovolle situaties worden vermeden en herkeuring tijdig plaatsvindt

verzorgt en beheert alle documentatie omtrent de opstelling en houdt deze actueel

De VGMc van de Werkeenheid zorgt voor begeleiding van (de voorbereiding van) het onderzoek met name aan de hand van een RIampE Het Hoofd van de Werkeenheid registreert welke technisch bekwame personen aangewezen zijn om voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk uit te voeren en communiceert dit met de lokale VGMc Intern dragen zowel het Hoofd als de VGMc van de Werkeenheid zorg voor het naleven van het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo en voor de periodieke controle van opstellingen en de daarvoor noodzakelijke utilities op doelmatigheid en veiligheid

Degene die drukapparatuur of samenstellen gebruikt of doet gebruiken zorgt ervoor dat die drukapparatuur en samenstellen overeen-komstig het door de fabrikant beoogde gebruik worden gebruikt en gekeurd dagger Degene die drukapparatuur of samenstellen voorhanden heeft aflevert tentoonstelt of gebruikt zorgt ervoor dat die in goede staat van onderhoud verkeren

8

Bijlage A Begrippen definities en afkortingen

Aggregatie toestand de fasetoestand van het medium gas of vloeistof Als de vloeistof bij de maximale toegestane temperatuur een dampdruk heeft van meer dan 05 bar overdruk dan wordt het behandeld als een GAS anders als een VLOEISTOF

Appendages (onder druk staand) voorzieningen met een operationele functie waarvan de omhulling onder druk staat

Autoclaven Drukvaten waarin een chemische reactie kan plaatsvinden en waarbij ten gevolge van deze reactie de druk kan stijgen tot een waarde P gt 500 kPa (5 bar) of waarbij PV gt 10000 kPaL (100 barL)

Cat Categorie

CE Conformiteacute Europeacuteenne

CEOC Confeacutedeacuteration Europeacuteenne drsquoOrganismes de Controcircle

Druk Onder druk P wordt verstaan de druk gerelateerd aan de atmosferische druk dwz de overdruk

Drukapparaten Onder drukapparaten wordt verstaan drukvaten installatieleidingen veiligheidsappen dages en onder druk staande appendages lsquoDrukapparatenrsquo omvat ook de elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen hijsogen etc

Drukvaten Onder een drukvat wordt verstaan een omhulling die ontworpen en vervaardigd is voor stof fen onder druk met inbegrip van de rechtstreeks daarmee verbonden delen tot aan de voorziening voor de aansluiting met andere apparatuur

EG Europese Gemeenschap

Gasfles of gascilinder een meestal cilindrisch metalen drukvat waarvan de waterinhoud meestal 50 L bedraagt en waarin gassen onder een druk P gt 100 kPa (1 bar) kunnen worden vervoerd Het samengeperste gas kan zich als volgt in de gascilinder bevinden

- gasvormig - gasvormig egraven vloeibaar - opgelost

GVM Goed Vakmanschap (PED art 3 lid 3) Ontwerp constructie en beheer volgens nationaal alge meen erkende en geldende eisen en regels van goed vakmanschap (oa lsquoRegels voor toestellen onder druk lsquo cq het ldquoOntwerp drukhoudersbesluitrdquo van het Stoomwezen) In bijlage F van dit Protocol wordt beschreven wat hieronder wordt verstaan De Engelse term voor GVM is SEP

HD Hoge Druk

Installatieleidingen Drukapparaten als onderdelen van een leidingenstelsel die voor de verplaatsing van stoffen dienen wanneer zij zijn verbonden om in een ander onder druk staand systeem te worden geiumlntegreerd Installatieleidingen omvatten met name een pijp of pijpenstelsel buizen fittingen expansie verbindingenslangen of eventueel andere onder druk staande delen Warmtewisselaars bestaande uit pijpen voor het koelen of verhitten van lucht worden gelijkgesteld met installatieleidingen

Maximale werkdruk Pwmax maximale werkdruk waarop de apparatuur gebruikt wordt deze is 10 lager dan de ontwerpdruk Pd

Maximaal toelaatbare druk PS de door de fabrikant aangegeven maximale druk waarvoor de apparatuur ontworpen is (= Pd)) die wordt bepaald op een door hem aangegeven plaats hetzij de aan sluiting van de beveiligings- of veiligheidsinrichtingen hetzij de bovenzijde van de apparatuur of indien dat niet passend is een andere aangegeven plaats

Maximaalminimaal toelaatbare temperatuur TS De maximaleminimale door de fabrikant opgegeven temperatuur waarvoor de apparatuur ontworpen is

MTS Middelbare Technische School

9

NoBo Notified Body

De nominale diameter (DN) een getalsaanduiding voor afmeting gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroef draad worden aangeduid het is een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen de nominale maat wordt aangegeven met DN gevolgd door een getal DN 25 betekend dat de binnendiameter van de leiding 25 mm is

Nominale maat getalsaanduiding voor afmeting

N-WO Niet Wetenschappelijk Onderzoek

Onder druk staande appendages Drukapparaten (voorzieningen) met een operationele functie waar van de omhulling onder druk staat

Ontwerpdruk (engels Design Pressure) Pd is 10 hoger dan de maximale werkdruk van het drukap paraat

PED Pressure Equipment Directive Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) Richtlijn 201468EU

Persdruk Pt is de druk waarop de apparatuur wordt afgeperst

RIampE Risico-Inventarisatie amp -Evaluatie

Samenstellen Verschillende drukapparaten die de fabrikant (bouwer) tot een geiumlntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd

SEP Sound Engineering Practice

Stoom- en Damptoestellen Drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit op een zodanige wijze dat daarin damp onder een hogere druk dan die van de atmosfeer aanwezig kan zijn

TCO Techno Centrum voor Onderwijs en Onderzoek

Veiligheidsappendages Drukapparaten (voorzieningen) voor beveiliging tegen overschrijding van de toegestane drukgrenzen deze omvatten

voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing zoals veiligheidskleppen veerveiligheden breekplaatbeveiligingen gestuurde afblazende drukbeveiligingssystemen (CSPRS)

begrenzingvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen zoals schakelaars die door druk temperatuur of het niveau van de stof in werking treden en met de veiligheid samenhangende meet- controle- en regelvoorzieningen (SRMCR)

Verhoogde druk P gt 05 bar

VGMcdagger Veiligheid Gezondheid amp Milieu contactpersoon (Lokale AMCVCVMrsquoer etc)

Volume Het inwendige volume (in liters) van een ruimte met inbegrip van het volume van tubelures tot de eerste aansluitingen en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige on derdelen in liters

Voorraadvaten Als bij gasflessen maar dan voor inhouden gt 50 L Deze zijn te onderscheiden in

externe (algemene) voorraadvaten uitsluitend als algemene voorraad tbv eacuteeacuten of meerdere opstel-lingen extern opgesteld en dus niet behorend tot die opstelling(en) zelf Deze zijn NoBo plichtig en worden periodiek door een NoBo gekeurd

interne (specifieke) voorraadvaten met een inhoud gt 50 L niet zijnde gasflessen voor eacuteeacuten (of enkele) experiment(en) en integraal deel uitmakend van de betreffende opstelling(en) zelf Deze zijn niet NoBo plichtig worden periodiek door het HDL gekeurd

ldquoDesign Pressurerdquo wordt in de Nederlandse versie van de PED vertaald met ldquoberekeningsdrukrdquo echter de term ldquoontwerpdrukrdquo sluit beter aan bij de werkelijke betekenis dagger De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 6: PROTOCOL Verhoogde druk

6

5 Aanschaf Drukapparaten en appendages zoals drukbegrenzers (oa veerveiligheden breekplaten) die gebruikt worden op drukapparaten worden aangeschaft via de route bepaald iom de lokale VGMc Dit geldt zowel voor het vervaardigen van drukapparaten door interne diensten als drukapparaten geleverd door externe gecertifi-ceerde leveranciers Alle druk apparatuur moet worden aangeschaft met een CE-merkkeur wanneer dit niet mogelijk is vindt er overleg plaats tussen de lokale VGMc Voor advies omtrent drukbegrenzers kan contact worden opgenomen met de lokale VGMc voordat wordt overgegaan tot aanschaf of laten vervaardigen van drukapparaten voor advies moet de gebruiker gegevens verstrekken over de te gebruiken omstandigheden en stoffen

Van de nieuw aangeschafte of vervaardigde drukapparatuur moeten de volgende documenten beschikbaar zijn

CE-certificaat

Indien dit CE-certificaat niet aanwezig is

technische tekeningen in duplo

sterkteberekeningen

testcertificaat voor afpersdruk

Registratie en testen Registratie van drukvaten is wettelijk verplicht en wordt verzorgd door of via de lokale VGMc Het testen van drukvaten voor ingebruikname gebeurt middels een persproef of een visuele inspectie zie voor nadere informatie Bijlage D (Essentieumlle veiligheidseisen)

Drukvaten worden altijd voor ingebruikname getest en herkeuring vindt minimaal eens per 4 jaar plaats Bij bijzondere omstandigheden bv bij het gebruik van corrosieve stoffen wordt eens per 2 jaar getest tijdens het ontwerp van het proces en de opstelling geeft de lokale VGMc indien nodig het advies tot herkeuring na 2 jaar

Allocatie-eisen voor het gebruik van drukapparaten

Het werken met drukapparaten in laboratoriumzalen is toegestaan mits aan de volgende eisen is voldaan

PmaxV lt 20000 kPaL (= 200 barL) mits Pmax le 1 MPa (= 10 bar) dwz

als het product van de overdruk P in kPa en het volume V in liters kleiner is dan 20000 kPaL (= 200 barL) eacuten de maximaal toegepaste druk Pmax le 1 MPa (= 10 bar) is ongeacht het volume

Als niet aan deze eis voldaan wordt worden de proeven bij voorkeur uitgevoerd in het HDL conform de daar geldende regels In uitzonderingsgevallen kan de Faculteitsdecaan ontheffing van deze eis verlenen (zie hier-voor het Protocol ldquoOntheffingrdquo)

NB het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo is geldig bij P gt 05 bar ongeacht bovenstaande

6 Ingebruikname apparatuur

Bij de bouw van samenstellen met drukapparatuur worden drukbegrenzers (als veerveiligheden) met behulp van speciale HD-testapparatuur op de gewenste afsteldruk door een technisch bekwaam persoon afgesteld volgens de afstelprocedure voor drukbegrenzers zoals beschreven in Bijlage D(Essentieumlle veiligheidseisen) Wanneer de opstelling klaar is voor gebruik wordt deze visueel gecontroleerd door de lokale VGMc Bij deze inspectie zijn altijd de opstellingsverantwoordelijke de ldquobouwerrdquo en de toekomstige experimentator van de opstelling aanwezig De resultaten van de inspectie worden geeumlvalueerd en waar nodig worden knelpunten opgelost in nauwe samenwerking met de opstellingsverantwoordelijke Wanneer eea akkoord is bevonden door de lokale VGMc wordt het voorblad behorende bij de RIampE door hem voor gezien getekend

Van drukapparatuur behorend tot Cat III en IV is het noodzakelijk een overeenstemmingsverklaring op te stellen te ondertekenen en te archiveren (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming)

7

7 Gebruik apparatuur

De apparatuur wordt slechts gebruikt voor de tevoren beoogde processen en wordt niet onderworpen aan hogere temperaturen enof drukken Personen die gebruik maken van de opstelling worden door de opstel-lingsverantwoordelijke voldoende geiumlnstrueerd dit houdt om in dat zij op een veilige wijze gebruik kunnen maken van de opstelling en zich de bijbehorende bedieningsinstructie eigen hebben gemaakt Er wordt een registratie bijgehouden binnen de werkeenheid van de voldoende geiumlnstrueerde personen Van het gebruik dat altijd plaatsvindt conform de gebruiksaanwijzingbedieningsinstructie wordt een logboek bijgehouden door de experimentator

Voor opstellingen die voor een langere periode gebruikt worden wordt een onderhoudsdagger- en inspectieschema opgesteld door de opstellingsverantwoordelijke In dit schema wordt opgenomen welke onderhouds- en in-spectiehandelingen met welke frequentie dienen te worden uitgevoerd Wanneer tijdens het gebruik blijkt dat een onderdeel in de opstelling lekt moet het proces direct gestopt worden het betreffende onderdeel verwij-derd schoongemaakt gecontroleerd en gerepareerd of eventueel vervangen worden

8 Toezicht en verantwoordelijkheid

Diegene die verantwoordelijk is voor de drukapparatuur of het samenstel van drukapparaten (cq de opstel-ling)

neemt in een vroegtijdig stadium contact op met de lokale VGMc voor advies instructie en overleg omtrent de drukapparatuur opstelling

draagt er zorg voor dat het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo wordt gevolgd

voorziet experimentatoren van de nodige instructies en informatie en registreert welke personen bevoegd zijn met de opstelling te werken

draagt zorg voor een adequaat beheer en gebruik van de opstelling zodat mn risicovolle situaties worden vermeden en herkeuring tijdig plaatsvindt

verzorgt en beheert alle documentatie omtrent de opstelling en houdt deze actueel

De VGMc van de Werkeenheid zorgt voor begeleiding van (de voorbereiding van) het onderzoek met name aan de hand van een RIampE Het Hoofd van de Werkeenheid registreert welke technisch bekwame personen aangewezen zijn om voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk uit te voeren en communiceert dit met de lokale VGMc Intern dragen zowel het Hoofd als de VGMc van de Werkeenheid zorg voor het naleven van het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo en voor de periodieke controle van opstellingen en de daarvoor noodzakelijke utilities op doelmatigheid en veiligheid

Degene die drukapparatuur of samenstellen gebruikt of doet gebruiken zorgt ervoor dat die drukapparatuur en samenstellen overeen-komstig het door de fabrikant beoogde gebruik worden gebruikt en gekeurd dagger Degene die drukapparatuur of samenstellen voorhanden heeft aflevert tentoonstelt of gebruikt zorgt ervoor dat die in goede staat van onderhoud verkeren

8

Bijlage A Begrippen definities en afkortingen

Aggregatie toestand de fasetoestand van het medium gas of vloeistof Als de vloeistof bij de maximale toegestane temperatuur een dampdruk heeft van meer dan 05 bar overdruk dan wordt het behandeld als een GAS anders als een VLOEISTOF

Appendages (onder druk staand) voorzieningen met een operationele functie waarvan de omhulling onder druk staat

Autoclaven Drukvaten waarin een chemische reactie kan plaatsvinden en waarbij ten gevolge van deze reactie de druk kan stijgen tot een waarde P gt 500 kPa (5 bar) of waarbij PV gt 10000 kPaL (100 barL)

Cat Categorie

CE Conformiteacute Europeacuteenne

CEOC Confeacutedeacuteration Europeacuteenne drsquoOrganismes de Controcircle

Druk Onder druk P wordt verstaan de druk gerelateerd aan de atmosferische druk dwz de overdruk

Drukapparaten Onder drukapparaten wordt verstaan drukvaten installatieleidingen veiligheidsappen dages en onder druk staande appendages lsquoDrukapparatenrsquo omvat ook de elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen hijsogen etc

Drukvaten Onder een drukvat wordt verstaan een omhulling die ontworpen en vervaardigd is voor stof fen onder druk met inbegrip van de rechtstreeks daarmee verbonden delen tot aan de voorziening voor de aansluiting met andere apparatuur

EG Europese Gemeenschap

Gasfles of gascilinder een meestal cilindrisch metalen drukvat waarvan de waterinhoud meestal 50 L bedraagt en waarin gassen onder een druk P gt 100 kPa (1 bar) kunnen worden vervoerd Het samengeperste gas kan zich als volgt in de gascilinder bevinden

- gasvormig - gasvormig egraven vloeibaar - opgelost

GVM Goed Vakmanschap (PED art 3 lid 3) Ontwerp constructie en beheer volgens nationaal alge meen erkende en geldende eisen en regels van goed vakmanschap (oa lsquoRegels voor toestellen onder druk lsquo cq het ldquoOntwerp drukhoudersbesluitrdquo van het Stoomwezen) In bijlage F van dit Protocol wordt beschreven wat hieronder wordt verstaan De Engelse term voor GVM is SEP

HD Hoge Druk

Installatieleidingen Drukapparaten als onderdelen van een leidingenstelsel die voor de verplaatsing van stoffen dienen wanneer zij zijn verbonden om in een ander onder druk staand systeem te worden geiumlntegreerd Installatieleidingen omvatten met name een pijp of pijpenstelsel buizen fittingen expansie verbindingenslangen of eventueel andere onder druk staande delen Warmtewisselaars bestaande uit pijpen voor het koelen of verhitten van lucht worden gelijkgesteld met installatieleidingen

Maximale werkdruk Pwmax maximale werkdruk waarop de apparatuur gebruikt wordt deze is 10 lager dan de ontwerpdruk Pd

Maximaal toelaatbare druk PS de door de fabrikant aangegeven maximale druk waarvoor de apparatuur ontworpen is (= Pd)) die wordt bepaald op een door hem aangegeven plaats hetzij de aan sluiting van de beveiligings- of veiligheidsinrichtingen hetzij de bovenzijde van de apparatuur of indien dat niet passend is een andere aangegeven plaats

Maximaalminimaal toelaatbare temperatuur TS De maximaleminimale door de fabrikant opgegeven temperatuur waarvoor de apparatuur ontworpen is

MTS Middelbare Technische School

9

NoBo Notified Body

De nominale diameter (DN) een getalsaanduiding voor afmeting gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroef draad worden aangeduid het is een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen de nominale maat wordt aangegeven met DN gevolgd door een getal DN 25 betekend dat de binnendiameter van de leiding 25 mm is

Nominale maat getalsaanduiding voor afmeting

N-WO Niet Wetenschappelijk Onderzoek

Onder druk staande appendages Drukapparaten (voorzieningen) met een operationele functie waar van de omhulling onder druk staat

Ontwerpdruk (engels Design Pressure) Pd is 10 hoger dan de maximale werkdruk van het drukap paraat

PED Pressure Equipment Directive Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) Richtlijn 201468EU

Persdruk Pt is de druk waarop de apparatuur wordt afgeperst

RIampE Risico-Inventarisatie amp -Evaluatie

Samenstellen Verschillende drukapparaten die de fabrikant (bouwer) tot een geiumlntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd

SEP Sound Engineering Practice

Stoom- en Damptoestellen Drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit op een zodanige wijze dat daarin damp onder een hogere druk dan die van de atmosfeer aanwezig kan zijn

TCO Techno Centrum voor Onderwijs en Onderzoek

Veiligheidsappendages Drukapparaten (voorzieningen) voor beveiliging tegen overschrijding van de toegestane drukgrenzen deze omvatten

voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing zoals veiligheidskleppen veerveiligheden breekplaatbeveiligingen gestuurde afblazende drukbeveiligingssystemen (CSPRS)

begrenzingvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen zoals schakelaars die door druk temperatuur of het niveau van de stof in werking treden en met de veiligheid samenhangende meet- controle- en regelvoorzieningen (SRMCR)

Verhoogde druk P gt 05 bar

VGMcdagger Veiligheid Gezondheid amp Milieu contactpersoon (Lokale AMCVCVMrsquoer etc)

Volume Het inwendige volume (in liters) van een ruimte met inbegrip van het volume van tubelures tot de eerste aansluitingen en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige on derdelen in liters

Voorraadvaten Als bij gasflessen maar dan voor inhouden gt 50 L Deze zijn te onderscheiden in

externe (algemene) voorraadvaten uitsluitend als algemene voorraad tbv eacuteeacuten of meerdere opstel-lingen extern opgesteld en dus niet behorend tot die opstelling(en) zelf Deze zijn NoBo plichtig en worden periodiek door een NoBo gekeurd

interne (specifieke) voorraadvaten met een inhoud gt 50 L niet zijnde gasflessen voor eacuteeacuten (of enkele) experiment(en) en integraal deel uitmakend van de betreffende opstelling(en) zelf Deze zijn niet NoBo plichtig worden periodiek door het HDL gekeurd

ldquoDesign Pressurerdquo wordt in de Nederlandse versie van de PED vertaald met ldquoberekeningsdrukrdquo echter de term ldquoontwerpdrukrdquo sluit beter aan bij de werkelijke betekenis dagger De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 7: PROTOCOL Verhoogde druk

7

7 Gebruik apparatuur

De apparatuur wordt slechts gebruikt voor de tevoren beoogde processen en wordt niet onderworpen aan hogere temperaturen enof drukken Personen die gebruik maken van de opstelling worden door de opstel-lingsverantwoordelijke voldoende geiumlnstrueerd dit houdt om in dat zij op een veilige wijze gebruik kunnen maken van de opstelling en zich de bijbehorende bedieningsinstructie eigen hebben gemaakt Er wordt een registratie bijgehouden binnen de werkeenheid van de voldoende geiumlnstrueerde personen Van het gebruik dat altijd plaatsvindt conform de gebruiksaanwijzingbedieningsinstructie wordt een logboek bijgehouden door de experimentator

Voor opstellingen die voor een langere periode gebruikt worden wordt een onderhoudsdagger- en inspectieschema opgesteld door de opstellingsverantwoordelijke In dit schema wordt opgenomen welke onderhouds- en in-spectiehandelingen met welke frequentie dienen te worden uitgevoerd Wanneer tijdens het gebruik blijkt dat een onderdeel in de opstelling lekt moet het proces direct gestopt worden het betreffende onderdeel verwij-derd schoongemaakt gecontroleerd en gerepareerd of eventueel vervangen worden

8 Toezicht en verantwoordelijkheid

Diegene die verantwoordelijk is voor de drukapparatuur of het samenstel van drukapparaten (cq de opstel-ling)

neemt in een vroegtijdig stadium contact op met de lokale VGMc voor advies instructie en overleg omtrent de drukapparatuur opstelling

draagt er zorg voor dat het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo wordt gevolgd

voorziet experimentatoren van de nodige instructies en informatie en registreert welke personen bevoegd zijn met de opstelling te werken

draagt zorg voor een adequaat beheer en gebruik van de opstelling zodat mn risicovolle situaties worden vermeden en herkeuring tijdig plaatsvindt

verzorgt en beheert alle documentatie omtrent de opstelling en houdt deze actueel

De VGMc van de Werkeenheid zorgt voor begeleiding van (de voorbereiding van) het onderzoek met name aan de hand van een RIampE Het Hoofd van de Werkeenheid registreert welke technisch bekwame personen aangewezen zijn om voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk uit te voeren en communiceert dit met de lokale VGMc Intern dragen zowel het Hoofd als de VGMc van de Werkeenheid zorg voor het naleven van het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo en voor de periodieke controle van opstellingen en de daarvoor noodzakelijke utilities op doelmatigheid en veiligheid

Degene die drukapparatuur of samenstellen gebruikt of doet gebruiken zorgt ervoor dat die drukapparatuur en samenstellen overeen-komstig het door de fabrikant beoogde gebruik worden gebruikt en gekeurd dagger Degene die drukapparatuur of samenstellen voorhanden heeft aflevert tentoonstelt of gebruikt zorgt ervoor dat die in goede staat van onderhoud verkeren

8

Bijlage A Begrippen definities en afkortingen

Aggregatie toestand de fasetoestand van het medium gas of vloeistof Als de vloeistof bij de maximale toegestane temperatuur een dampdruk heeft van meer dan 05 bar overdruk dan wordt het behandeld als een GAS anders als een VLOEISTOF

Appendages (onder druk staand) voorzieningen met een operationele functie waarvan de omhulling onder druk staat

Autoclaven Drukvaten waarin een chemische reactie kan plaatsvinden en waarbij ten gevolge van deze reactie de druk kan stijgen tot een waarde P gt 500 kPa (5 bar) of waarbij PV gt 10000 kPaL (100 barL)

Cat Categorie

CE Conformiteacute Europeacuteenne

CEOC Confeacutedeacuteration Europeacuteenne drsquoOrganismes de Controcircle

Druk Onder druk P wordt verstaan de druk gerelateerd aan de atmosferische druk dwz de overdruk

Drukapparaten Onder drukapparaten wordt verstaan drukvaten installatieleidingen veiligheidsappen dages en onder druk staande appendages lsquoDrukapparatenrsquo omvat ook de elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen hijsogen etc

Drukvaten Onder een drukvat wordt verstaan een omhulling die ontworpen en vervaardigd is voor stof fen onder druk met inbegrip van de rechtstreeks daarmee verbonden delen tot aan de voorziening voor de aansluiting met andere apparatuur

EG Europese Gemeenschap

Gasfles of gascilinder een meestal cilindrisch metalen drukvat waarvan de waterinhoud meestal 50 L bedraagt en waarin gassen onder een druk P gt 100 kPa (1 bar) kunnen worden vervoerd Het samengeperste gas kan zich als volgt in de gascilinder bevinden

- gasvormig - gasvormig egraven vloeibaar - opgelost

GVM Goed Vakmanschap (PED art 3 lid 3) Ontwerp constructie en beheer volgens nationaal alge meen erkende en geldende eisen en regels van goed vakmanschap (oa lsquoRegels voor toestellen onder druk lsquo cq het ldquoOntwerp drukhoudersbesluitrdquo van het Stoomwezen) In bijlage F van dit Protocol wordt beschreven wat hieronder wordt verstaan De Engelse term voor GVM is SEP

HD Hoge Druk

Installatieleidingen Drukapparaten als onderdelen van een leidingenstelsel die voor de verplaatsing van stoffen dienen wanneer zij zijn verbonden om in een ander onder druk staand systeem te worden geiumlntegreerd Installatieleidingen omvatten met name een pijp of pijpenstelsel buizen fittingen expansie verbindingenslangen of eventueel andere onder druk staande delen Warmtewisselaars bestaande uit pijpen voor het koelen of verhitten van lucht worden gelijkgesteld met installatieleidingen

Maximale werkdruk Pwmax maximale werkdruk waarop de apparatuur gebruikt wordt deze is 10 lager dan de ontwerpdruk Pd

Maximaal toelaatbare druk PS de door de fabrikant aangegeven maximale druk waarvoor de apparatuur ontworpen is (= Pd)) die wordt bepaald op een door hem aangegeven plaats hetzij de aan sluiting van de beveiligings- of veiligheidsinrichtingen hetzij de bovenzijde van de apparatuur of indien dat niet passend is een andere aangegeven plaats

Maximaalminimaal toelaatbare temperatuur TS De maximaleminimale door de fabrikant opgegeven temperatuur waarvoor de apparatuur ontworpen is

MTS Middelbare Technische School

9

NoBo Notified Body

De nominale diameter (DN) een getalsaanduiding voor afmeting gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroef draad worden aangeduid het is een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen de nominale maat wordt aangegeven met DN gevolgd door een getal DN 25 betekend dat de binnendiameter van de leiding 25 mm is

Nominale maat getalsaanduiding voor afmeting

N-WO Niet Wetenschappelijk Onderzoek

Onder druk staande appendages Drukapparaten (voorzieningen) met een operationele functie waar van de omhulling onder druk staat

Ontwerpdruk (engels Design Pressure) Pd is 10 hoger dan de maximale werkdruk van het drukap paraat

PED Pressure Equipment Directive Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) Richtlijn 201468EU

Persdruk Pt is de druk waarop de apparatuur wordt afgeperst

RIampE Risico-Inventarisatie amp -Evaluatie

Samenstellen Verschillende drukapparaten die de fabrikant (bouwer) tot een geiumlntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd

SEP Sound Engineering Practice

Stoom- en Damptoestellen Drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit op een zodanige wijze dat daarin damp onder een hogere druk dan die van de atmosfeer aanwezig kan zijn

TCO Techno Centrum voor Onderwijs en Onderzoek

Veiligheidsappendages Drukapparaten (voorzieningen) voor beveiliging tegen overschrijding van de toegestane drukgrenzen deze omvatten

voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing zoals veiligheidskleppen veerveiligheden breekplaatbeveiligingen gestuurde afblazende drukbeveiligingssystemen (CSPRS)

begrenzingvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen zoals schakelaars die door druk temperatuur of het niveau van de stof in werking treden en met de veiligheid samenhangende meet- controle- en regelvoorzieningen (SRMCR)

Verhoogde druk P gt 05 bar

VGMcdagger Veiligheid Gezondheid amp Milieu contactpersoon (Lokale AMCVCVMrsquoer etc)

Volume Het inwendige volume (in liters) van een ruimte met inbegrip van het volume van tubelures tot de eerste aansluitingen en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige on derdelen in liters

Voorraadvaten Als bij gasflessen maar dan voor inhouden gt 50 L Deze zijn te onderscheiden in

externe (algemene) voorraadvaten uitsluitend als algemene voorraad tbv eacuteeacuten of meerdere opstel-lingen extern opgesteld en dus niet behorend tot die opstelling(en) zelf Deze zijn NoBo plichtig en worden periodiek door een NoBo gekeurd

interne (specifieke) voorraadvaten met een inhoud gt 50 L niet zijnde gasflessen voor eacuteeacuten (of enkele) experiment(en) en integraal deel uitmakend van de betreffende opstelling(en) zelf Deze zijn niet NoBo plichtig worden periodiek door het HDL gekeurd

ldquoDesign Pressurerdquo wordt in de Nederlandse versie van de PED vertaald met ldquoberekeningsdrukrdquo echter de term ldquoontwerpdrukrdquo sluit beter aan bij de werkelijke betekenis dagger De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 8: PROTOCOL Verhoogde druk

8

Bijlage A Begrippen definities en afkortingen

Aggregatie toestand de fasetoestand van het medium gas of vloeistof Als de vloeistof bij de maximale toegestane temperatuur een dampdruk heeft van meer dan 05 bar overdruk dan wordt het behandeld als een GAS anders als een VLOEISTOF

Appendages (onder druk staand) voorzieningen met een operationele functie waarvan de omhulling onder druk staat

Autoclaven Drukvaten waarin een chemische reactie kan plaatsvinden en waarbij ten gevolge van deze reactie de druk kan stijgen tot een waarde P gt 500 kPa (5 bar) of waarbij PV gt 10000 kPaL (100 barL)

Cat Categorie

CE Conformiteacute Europeacuteenne

CEOC Confeacutedeacuteration Europeacuteenne drsquoOrganismes de Controcircle

Druk Onder druk P wordt verstaan de druk gerelateerd aan de atmosferische druk dwz de overdruk

Drukapparaten Onder drukapparaten wordt verstaan drukvaten installatieleidingen veiligheidsappen dages en onder druk staande appendages lsquoDrukapparatenrsquo omvat ook de elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen hijsogen etc

Drukvaten Onder een drukvat wordt verstaan een omhulling die ontworpen en vervaardigd is voor stof fen onder druk met inbegrip van de rechtstreeks daarmee verbonden delen tot aan de voorziening voor de aansluiting met andere apparatuur

EG Europese Gemeenschap

Gasfles of gascilinder een meestal cilindrisch metalen drukvat waarvan de waterinhoud meestal 50 L bedraagt en waarin gassen onder een druk P gt 100 kPa (1 bar) kunnen worden vervoerd Het samengeperste gas kan zich als volgt in de gascilinder bevinden

- gasvormig - gasvormig egraven vloeibaar - opgelost

GVM Goed Vakmanschap (PED art 3 lid 3) Ontwerp constructie en beheer volgens nationaal alge meen erkende en geldende eisen en regels van goed vakmanschap (oa lsquoRegels voor toestellen onder druk lsquo cq het ldquoOntwerp drukhoudersbesluitrdquo van het Stoomwezen) In bijlage F van dit Protocol wordt beschreven wat hieronder wordt verstaan De Engelse term voor GVM is SEP

HD Hoge Druk

Installatieleidingen Drukapparaten als onderdelen van een leidingenstelsel die voor de verplaatsing van stoffen dienen wanneer zij zijn verbonden om in een ander onder druk staand systeem te worden geiumlntegreerd Installatieleidingen omvatten met name een pijp of pijpenstelsel buizen fittingen expansie verbindingenslangen of eventueel andere onder druk staande delen Warmtewisselaars bestaande uit pijpen voor het koelen of verhitten van lucht worden gelijkgesteld met installatieleidingen

Maximale werkdruk Pwmax maximale werkdruk waarop de apparatuur gebruikt wordt deze is 10 lager dan de ontwerpdruk Pd

Maximaal toelaatbare druk PS de door de fabrikant aangegeven maximale druk waarvoor de apparatuur ontworpen is (= Pd)) die wordt bepaald op een door hem aangegeven plaats hetzij de aan sluiting van de beveiligings- of veiligheidsinrichtingen hetzij de bovenzijde van de apparatuur of indien dat niet passend is een andere aangegeven plaats

Maximaalminimaal toelaatbare temperatuur TS De maximaleminimale door de fabrikant opgegeven temperatuur waarvoor de apparatuur ontworpen is

MTS Middelbare Technische School

9

NoBo Notified Body

De nominale diameter (DN) een getalsaanduiding voor afmeting gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroef draad worden aangeduid het is een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen de nominale maat wordt aangegeven met DN gevolgd door een getal DN 25 betekend dat de binnendiameter van de leiding 25 mm is

Nominale maat getalsaanduiding voor afmeting

N-WO Niet Wetenschappelijk Onderzoek

Onder druk staande appendages Drukapparaten (voorzieningen) met een operationele functie waar van de omhulling onder druk staat

Ontwerpdruk (engels Design Pressure) Pd is 10 hoger dan de maximale werkdruk van het drukap paraat

PED Pressure Equipment Directive Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) Richtlijn 201468EU

Persdruk Pt is de druk waarop de apparatuur wordt afgeperst

RIampE Risico-Inventarisatie amp -Evaluatie

Samenstellen Verschillende drukapparaten die de fabrikant (bouwer) tot een geiumlntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd

SEP Sound Engineering Practice

Stoom- en Damptoestellen Drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit op een zodanige wijze dat daarin damp onder een hogere druk dan die van de atmosfeer aanwezig kan zijn

TCO Techno Centrum voor Onderwijs en Onderzoek

Veiligheidsappendages Drukapparaten (voorzieningen) voor beveiliging tegen overschrijding van de toegestane drukgrenzen deze omvatten

voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing zoals veiligheidskleppen veerveiligheden breekplaatbeveiligingen gestuurde afblazende drukbeveiligingssystemen (CSPRS)

begrenzingvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen zoals schakelaars die door druk temperatuur of het niveau van de stof in werking treden en met de veiligheid samenhangende meet- controle- en regelvoorzieningen (SRMCR)

Verhoogde druk P gt 05 bar

VGMcdagger Veiligheid Gezondheid amp Milieu contactpersoon (Lokale AMCVCVMrsquoer etc)

Volume Het inwendige volume (in liters) van een ruimte met inbegrip van het volume van tubelures tot de eerste aansluitingen en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige on derdelen in liters

Voorraadvaten Als bij gasflessen maar dan voor inhouden gt 50 L Deze zijn te onderscheiden in

externe (algemene) voorraadvaten uitsluitend als algemene voorraad tbv eacuteeacuten of meerdere opstel-lingen extern opgesteld en dus niet behorend tot die opstelling(en) zelf Deze zijn NoBo plichtig en worden periodiek door een NoBo gekeurd

interne (specifieke) voorraadvaten met een inhoud gt 50 L niet zijnde gasflessen voor eacuteeacuten (of enkele) experiment(en) en integraal deel uitmakend van de betreffende opstelling(en) zelf Deze zijn niet NoBo plichtig worden periodiek door het HDL gekeurd

ldquoDesign Pressurerdquo wordt in de Nederlandse versie van de PED vertaald met ldquoberekeningsdrukrdquo echter de term ldquoontwerpdrukrdquo sluit beter aan bij de werkelijke betekenis dagger De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 9: PROTOCOL Verhoogde druk

9

NoBo Notified Body

De nominale diameter (DN) een getalsaanduiding voor afmeting gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroef draad worden aangeduid het is een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen de nominale maat wordt aangegeven met DN gevolgd door een getal DN 25 betekend dat de binnendiameter van de leiding 25 mm is

Nominale maat getalsaanduiding voor afmeting

N-WO Niet Wetenschappelijk Onderzoek

Onder druk staande appendages Drukapparaten (voorzieningen) met een operationele functie waar van de omhulling onder druk staat

Ontwerpdruk (engels Design Pressure) Pd is 10 hoger dan de maximale werkdruk van het drukap paraat

PED Pressure Equipment Directive Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) Richtlijn 201468EU

Persdruk Pt is de druk waarop de apparatuur wordt afgeperst

RIampE Risico-Inventarisatie amp -Evaluatie

Samenstellen Verschillende drukapparaten die de fabrikant (bouwer) tot een geiumlntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd

SEP Sound Engineering Practice

Stoom- en Damptoestellen Drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit op een zodanige wijze dat daarin damp onder een hogere druk dan die van de atmosfeer aanwezig kan zijn

TCO Techno Centrum voor Onderwijs en Onderzoek

Veiligheidsappendages Drukapparaten (voorzieningen) voor beveiliging tegen overschrijding van de toegestane drukgrenzen deze omvatten

voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing zoals veiligheidskleppen veerveiligheden breekplaatbeveiligingen gestuurde afblazende drukbeveiligingssystemen (CSPRS)

begrenzingvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen zoals schakelaars die door druk temperatuur of het niveau van de stof in werking treden en met de veiligheid samenhangende meet- controle- en regelvoorzieningen (SRMCR)

Verhoogde druk P gt 05 bar

VGMcdagger Veiligheid Gezondheid amp Milieu contactpersoon (Lokale AMCVCVMrsquoer etc)

Volume Het inwendige volume (in liters) van een ruimte met inbegrip van het volume van tubelures tot de eerste aansluitingen en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige on derdelen in liters

Voorraadvaten Als bij gasflessen maar dan voor inhouden gt 50 L Deze zijn te onderscheiden in

externe (algemene) voorraadvaten uitsluitend als algemene voorraad tbv eacuteeacuten of meerdere opstel-lingen extern opgesteld en dus niet behorend tot die opstelling(en) zelf Deze zijn NoBo plichtig en worden periodiek door een NoBo gekeurd

interne (specifieke) voorraadvaten met een inhoud gt 50 L niet zijnde gasflessen voor eacuteeacuten (of enkele) experiment(en) en integraal deel uitmakend van de betreffende opstelling(en) zelf Deze zijn niet NoBo plichtig worden periodiek door het HDL gekeurd

ldquoDesign Pressurerdquo wordt in de Nederlandse versie van de PED vertaald met ldquoberekeningsdrukrdquo echter de term ldquoontwerpdrukrdquo sluit beter aan bij de werkelijke betekenis dagger De termen VGMc en VGM-contactpersoon worden in de aanvullende notitie taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van veiligheid gezondheid en milieu (blz 11 en 12) toegelicht

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 10: PROTOCOL Verhoogde druk

10

WGW Wet Gevaarlijke Werktuigen

WO Wetenschappelijk Onderzoek

WW Waren Wet

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 11: PROTOCOL Verhoogde druk

11

Bijlage B Pressure Equipment Directive (PED) De PED is van toepassing voor drukapparaten die aan een druk van meer dan 05 bar worden blootgesteld en voor zover van toepassing elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen zoals flenzen tubelures koppelingen etc Veiligheidsappendages vallen onder de PED omdat zij altijd in Cat IV worden ingedeeld Voor drukvaten leidingen en appendages bestaan uitzonderingen dit is afhankelijk van de cate-gorie-indeling In de doelstelling wordt beschreven voor welke opstellingsonderdelen de PED niet van toepas-sing is

Er zijn dwingende Essentieumlle Veiligheidseisen opgesteld die onderverdeeld worden in algemene en bijzondere eisen (zie Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen) Het doel moet zijn om altijd volgens deze veiligheidseisen te werken ongeacht het type drukapparaat Door te werken volgens het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo alleen apparatuur mn drukvaten en appendages (veerveiligheden breekplaten afsluiters etc) aan te schaffen die voorzien zijn van een CE-keurmerk en daarvan technische documentatie bij te houden eacuten te werken volgens de principes van ldquogoed vakmanschaprdquo wordt in principe aan deze eisen voldaan

Of er aanvullende eisen gelden is afhankelijk van de categorie waarin een drukapparaat valt Er wordt onder-scheid gemaakt in vijf categorieeumln de categorie kan bepaald worden met behulp van Bijlage C Bepaling ca-tegorie volgens PED

Categorie PED Eisen

Artikel 3 lid 3 Goed Vakmanschap

Cat I Interne ontwerpfabricagecontrole dmv EVE Module A

Cat II3) Als Cat I + controlerende taak NoBo 1) tav technische docu-mentatie kwaliteitssysteem en onaangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole Modules A1 D1 E1

Cat III Als Cat II + toetsing van het ontwerp door NoBo 2) + eigen overeenstemmingsverklaring (zie Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming) Modules B1+D B1+F B+E B+C1 H

Cat IV Als Cat III 2) Modules B+D B+F G H1

1) NoBo = Notified Body officieel erkende onafhankelijke derde partij zoals bv Stoomwezen 2) Let op Deze eisen gelden alleen voor drukapparatuur tbv wetenschappelijk onderzoek in alle andere gevallen

gelden voor Cat III en IV aanvullende eisen bv fabricagecontrole keuring voor ingebruikneming en tijdens de ge-bruiksfase dit kan leiden tot volledige bemoeienis van de NoBo

3) Grafiek1 Wanneer er sprake is van het gebruik van onstabiele gassen die op grond van grafiek 1 in categorie I of II zouden vallen moet het desbetreffende drukapparaat in categorie III worden ingedeeld

Het kan van belang zijn om indien mogelijk het proces zodanig aan te passen dat dit tot GVM of Cat I of II behoort omdat dit de minder risicovolle categorieeumln zijn die geen bemoeienis van de NoBo vereisen Opmerking in de grafieken 1 tm 4 (bijlage C) voor drukapparatuurdrukvaten die een inwendig volume kleiner

dan 01 liter bevatten is het niet mogelijk een categorie te bepalen Echter geldt voor dit gebied van 0 tot 01 liter respectievelijk drukbereik 200 500 en 1000 bar het begrip GVM hierbij geldt niet het begrip Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE) zie Bijlage D

Wanneer echter het inwendig volume kleiner dan 01 liter is en het drukbereik groter is dan 200 500 en respectievelijk 1000 bar dan geldt het begrip GVM inclusief het begrip Essentieumlle Veilig-heidseisen (EVE) zie Bijlage D

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 12: PROTOCOL Verhoogde druk

12

Bijlage C Bepaling categorie volgens PED

(volgens Bijlage II van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

De PED maakt onderscheid in twee stofgroepen

Stofgroep 1 gevaarlijke stoffen behorend tot de categorieeumln

ontplofbaar

oxiderend

(licht) ontvlambaar

vergiftig

schadelijk

corrosief

irriterend

Stofgroep 2 overige stoffen In geval van twijfel wordt altijd gekozen voor stofgroep 1

De aggregatietoestand van het medium is van belang aangezien voor gassendampen het drukrisico groter is dan voor vloeistoffen Aangehouden wordt

Gasdamp de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is hoger dan 05 bar overdruk

Vloeistof de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur (TS) is gelijk aan of lager dan 05 bar overdruk

Mbv grafiek A kan bepaald worden tot welke categorie een drukapparaat behoord Afsluiters worden inge-deeld als ldquoInstallatieleidingrdquo wanneer deze als een stuk leiding kunnen worden beschouwd (bv kogelafsluiters vlinderkleppen) maar wanneer het potentieumlle risico duidelijk anders is (bv schuifafsluiters condenspotten vlottervat) worden zij ingedeeld als ldquoDrukvatrdquo In geval van twijfel kunnen beide opties bekeken worden en wordt de hoogste categorie aangehouden

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 13: PROTOCOL Verhoogde druk

13

Protocol verhoogde druk nvt

Vaststellen type drukapparaat

Drukvat Ketel Installatieleiding

Max werkdruk

proces PSgt05

Aggregatie toestand

Volume lt100ml

Stofgroep

Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5

Stofgroep Stofgroep

Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9

Stofgroep

Aggregatie toestand

Vaststellen PS (bar) en volume (liter) Vaststellen PS (bar) en diameter (DN)

Vaststellen GVM(art 3 lid 3) I II III IV mbv bijbehorende tabel

Ja

Nee

Gas Vloeistof Gas Vloeistof

Protocol kleine volumes

Ja

Nee

Grafiek A Stroomschema voor de bepaling categorie drukapparatuur

volgens PED en vervolg werkwijze

Zie bijlage C

Zie bijlage J

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 14: PROTOCOL Verhoogde druk

14

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 15: PROTOCOL Verhoogde druk

15

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 16: PROTOCOL Verhoogde druk

16

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 17: PROTOCOL Verhoogde druk

17

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 18: PROTOCOL Verhoogde druk

18

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 19: PROTOCOL Verhoogde druk

19

Bijlage D Essentieumlle Veiligheidseisen (EVE)

(volgens Bijlage I van de Richtlijn Drukapparatuur 201468EU)

BIJLAGE I ESSENTIEumlLE VEILIGHEIDSEISEN

OPMERKINGEN VOORAF

1 De verplichtingen die voortvloeien uit de essentieumlle veiligheidseisen voor drukapparatuur van deze bijlage gelden tevens voor samenstellen wanneer het overeenkomstige gevaar bestaat

2 De in deze richtlijn vervatte essentieumlle veiligheidseisen zijn dwingend De uit die essentieumlle veiligheidseisen voortvloeiende verplichtingen zijn alleen van toepassing voor zover het overeenkomstige gevaar bij de be-trokken drukapparatuur bestaat wanneer deze op de redelijkerwijs door de fabrikant te verwachten wijze wordt gebruikt

3 De fabrikant heeft de plicht een analyse te maken van de risicorsquos en gevaren om na te gaan welke risicorsquos en gevaren bij zijn apparatuur bestaan ten gevolge van de druk bij het ontwerp en de bouw ervan moet hij vervolgens rekening houden met zijn analyse

4 De essentieumlle veiligheidseisen moeten zodanig worden geiumlnterpreteerd en toegepast dat rekening wordt gehouden met de stand van de techniek en de praktijk op het tijdstip van ontwerp en vervaardiging alsmede met de technische en economische factoren die verenigbaar zijn met een hoog niveau van gezondheidsbe-scherming en veiligheid

1 ALGEMEEN

11 Drukapparatuur moet zodanig worden ontworpen vervaardigd en gecontroleerd en indien van toepas-sing uitgerust en geiumlnstalleerd dat de veiligheid ervan gewaarborgd is indien de apparatuur overeenkomstig de instructies van de fabrikant of onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden in bedrijf wordt gesteld

12 Bij het kiezen van de meest passende oplossingen houdt de fabrikant zich achtereenvolgens aan de onderstaande beginselen

gevaren worden zoveel als redelijkerwijs mogelijk is geeumllimineerd of verkleind

er worden passende beschermingsmaatregelen getroffen tegen gevaren die niet kunnen worden ge-elimineerd

de gebruikers worden indien van toepassing geiumlnformeerd over nog bestaande gevaren en vermeld wordt of het nodig is dat er passende gevaarverminderende maatregelen worden genomen voor de installatie enof het gebruik

13 Wanneer de mogelijkheid tot verkeerd gebruik van de drukapparatuur bekend is of duidelijk is te voorzien moet deze zodanig worden ontworpen dat alle risicorsquos als gevolg van het verkeerd gebruik daarvan wordt voorkomen of moet indien dat niet mogelijk is een passende waarschuwing worden gegeven dat de druk-apparatuur niet op die wijze mag worden gebruikt

2 ONTWERP

21 Algemeen

Drukapparatuur moet op de juiste wijze ontworpen zijn rekening houdend met alle relevante factoren om te waarborgen dat de apparatuur tijdens haar gehele levensduur veilig is

Het ontwerp omvat passende veiligheidscoeumlfficieumlnten die gebaseerd zijn op algemene methoden die erom bekend staan dat zij adequate veiligheidsmarges gebruiken om op samenhangende wijze alle soorten van bezwijken te voorkomen

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 20: PROTOCOL Verhoogde druk

20

22 Ontwerp voor een passende sterkte

221 Drukapparatuur moet worden ontworpen voor belastingen die overeenstemmen met het beoogde ge-bruik en andere redelijkerwijs te verwachten bedrijfsomstandigheden Met de volgende factoren moet in het bijzonder rekening worden gehouden

inwendigeuitwendige druk

omgevings- en gebruikstemperatuur

statische druk en massa van de inhoud onder gebruiks- en beproevingsomstandigheden

belasting ten gevolge van verkeer wind aardbevingen

reactiekrachten en -momenten afkomstig van steunconstructies bevestigingsmiddelen pijpaanslui-tingen enz

corrosie en erosie vermoeiing enz

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

Er moet rekening worden gehouden met verschillende belastingen die zich tegelijkertijd kunnen voordoen afhankelijk van de waarschijnlijkheid van het gelijktijdig optreden daarvan

222 Het ontwerp voor passende sterkte moet zijn gebaseerd op hetzij

in het algemeen een berekeningsmethode zoals beschreven in punt 223 en zo nodig aangevuld met een experimentele ontwerpmethode als beschreven in punt 224

hetzij een experimentele ontwerpmethode zonder berekening zoals beschreven in punt 224 wan-neer het product van de maximaal toelaatbare druk PS met het volume V minder dan 6 000 barl of het product PSDN minder dan 3 000 bar bedraagt

223 Berekeningsmethode

a) Druk en andere belastingsaspecten

De toelaatbare belasting van drukapparatuur moet worden beperkt naar gelang van de bij de verschillende gebruiksomstandigheden redelijkerwijs te voorziene bezwijkmechanismen Daartoe moeten er veiligheids-factoren worden toegepast waarmee alle onzekerheden in verband met de fabricage de werkelijke gebruiks-omstandigheden de belasting de rekenmodellen alsmede de eigenschappen en het gedrag van het materi-aal worden geeumllimineerd

Deze berekeningsmethoden moeten voldoende ruime veiligheidsmarges geven die waar nodig in overeen-stemming zijn met de voorschriften van punt 7

Aan de bovenstaande bepalingen kan worden voldaan door het passend en zo nodig aanvullend of gecom-bineerd gebruik van een van de volgende methoden

ontwerp door middel van formules

ontwerp door middel van analyse

ontwerp door middel van breukmechanica

b) Sterkte

Er moeten passende ontwerpberekeningen worden uitgevoerd om de sterkte van de betrokken drukappara-tuur vast te stellen

Daarbij wordt met name gelet op het volgende

de berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de maximaal toelaatbare druk en moet rekening houden met de statische en de dynamische vloeistofdruk en met het uiteenvallen van instabiele stoffen Wanneer een drukvat bestaat uit afzonderlijke onder druk staande ruimten moeten de scheidings-wanden worden berekend aan de hand van de hoogste druk die in een ruimte kan bestaan en de laagst mogelijke druk in de aangrenzende ruimte

de berekeningstemperaturen moeten geschikte veiligheidsmarges bieden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle mogelijke combinaties van tempera-tuur en druk die zich bij redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden van de apparatuur kunnen voordoen

de maximumspanningen en de piekspanningsconcentraties moeten binnen veilige grenzen worden gehouden

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 21: PROTOCOL Verhoogde druk

21

bij de berekening van het drukhoudend gedeelte dient gebruik te worden gemaakt van de passende op testgegevens gebaseerde materiaaleigenschapswaarden waarbij rekening moet worden gehou-den met de in punt 4 vastgestelde bepalingen en de passende veiligheidsfactoren De in aanmerking te nemen materiaalkarakteristieken omvatten naar gelang van het geval

o rekgrens 02 of in voorkomend geval 10 bij de berekeningstemperatuur o treksterkte o tijdsafhankelijke sterkte dat wil zeggen kruipsterkte o vermoeiingsgegevens o Youngrsquos modulus (elasticiteitsmodulus) o plastische rek o breukenergie bij vervorming o breuktaaiheid

op materiaaleigenschappen moeten passende verbindingsfactoren worden toegepast afhankelijk van bijvoorbeeld de aard van het niet-destructieve onderzoek de eigenschappen van materiaalver-bindingen en de te verwachten gebruiksomstandigheden

het ontwerp moet op passende wijze rekening houden met alle bij het beoogde gebruik van de ap-paratuur redelijkerwijs te verwachten degradatie (bv corrosie kruip vermoeiing) In de instructies bedoeld in punt 34 wordt de aandacht gevestigd op bijzondere elementen van het ontwerp die voor de levensduur van de apparatuur van belang zijn bijvoorbeeld

o voor kruip theoretisch aantal bedrijfsuren bij specifieke temperaturen o voor vermoeiing theoretisch aantal cycli bij specifieke spanningsniveaus o voor corrosie theoretische corrosietoeslag

c) Stabiliteitsaspect

Wanneer de berekende dikte zou leiden tot een ontoereikende stabiliteit van de constructie moeten de nood-zakelijke maatregelen worden genomen om dit te verhelpen waarbij rekening moet worden gehouden met de risicorsquos die bij transport en bediening kunnen ontstaan

224 Experimentele ontwerpmethode

De deugdelijkheid van het ontwerp van de apparatuur kan geheel of gedeeltelijk worden aangetoond door een proefprogramma dat betrekking heeft op een representatief monster van de apparatuur of van de familie van de apparatuur

Het proefprogramma moet voor de uitvoering van de proeven duidelijk worden bepaald en zijn aanvaard door de aangemelde instantie die belast is met de module voor de conformiteitsbeoordeling van het ontwerp in-dien deze bestaat

In dat programma moeten de beproevingsvoorwaarden en de criteria voor aanvaarding en weigering worden bepaald Voacuteoacuter de proeven moeten de waarden van de essentieumlle afmetingen en van de eigenschappen van de samenstellende materialen van de te beproeven apparatuur exact worden bepaald

Indien van toepassing moeten de kritieke zones van de drukapparatuur gedurende de proeven kunnen wor-den geobserveerd met passende instrumenten die de vervormingen en spanningen voldoende nauwkeurig kunnen meten

Het beproevingsprogramma moet het volgende omvatten

a) | een drukweerstandsproef om na te gaan of er bij een druk die een veiligheidsmarge garandeert welke in verhouding tot de maximaal toelaatbare druk is bepaald in de apparatuur geen significant lek of een vervor-ming boven een vastgestelde drempel optreedt Bij het bepalen van de beproevingsdruk wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de onder de beproevingsvoorwaarden gemeten waarden van de geometrische kenmerken en materiaaleigenschappen en de voor het ontwerp toegestane waarden ook moet het verschil tussen de beproevingstemperatuur en de ontwerptemperatuur in de beproevingsdruk worden verdisconteerd

b) indien er risico van kruip of vermoeiing bestaat passende proeven die worden afgestemd op de gebruiks-omstandigheden waarvoor de apparatuur ontworpen is bijvoorbeeld de bedrijfsduur bij gespecificeerde tem-peraturen aantal cycli op de bepaalde spanningsniveaus

c) indien nodig aanvullende proeven betreffende andere bijzondere milieufactoren als bedoeld in punt 221 zoals corrosie uitwendige aantasting

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 22: PROTOCOL Verhoogde druk

22

23 Maatregelen voor veilige bediening en werking

De werking van de drukapparatuur moet zodanig zijn dat redelijkerwijs te verwachten risicorsquos bij gebruik uit-gesloten zijn Indien nodig dient naargelang van het geval bijzondere aandacht te worden besteed aan

de voorzieningen voor het sluiten en openen van de apparatuur

gevaarlijke emissies uit de veiligheidskleppen

de voorzieningen die bij druk of vacuuumlm de fysieke toegang tot de apparatuur onmogelijk maken

oppervlaktetemperaturen rekening houdend met het beoogde gebruik

het uiteenvallen van onstabiele stoffen

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 23: PROTOCOL Verhoogde druk

23

Met name drukapparatuur met afneembare afsluitmiddelen moet voorzien zijn van een automatische of met de hand bediende inrichting waarmee de gebruiker gemakkelijk kan controleren of de apparatuur zonder risico geopend kan worden Indien de drukapparatuur snel geopend kan worden moet deze bovendien voor-zien zijn van een inrichting die het openen onmogelijk maakt zolang de druk of de temperatuur van de stof risico oplevert

24 Inspectiemiddelen

a) Drukapparatuur moet zodanig zijn ontworpen en gebouwd dat alle voor de veiligheid noodzakelijke inspec-ties kunnen worden uitgevoerd

b) Er moeten indien dit ter verzekering van de voortdurende veiligheid van drukapparatuur noodzakelijk is middelen ter beschikking staan waarmee de inwendige staat van de apparatuur kan worden vastgesteld zoals toegangsopeningen tot het inwendige gedeelte van de drukapparatuur zodat de nodige inspecties veilig en ergonomisch kunnen worden uitgevoerd

c) Andere middelen om zeker te stellen dat de drukapparatuur zich in veilige staat bevindt mogen worden toegepast in de volgende situaties

wanneer het apparaat te klein is om fysieke toegang tot het inwendige gedeelte te verlenen

wanneer het openen van de drukapparatuur nadelige gevolgen zou hebben voor de toestand van het inwendige gedeelte

wanneer is aangetoond dat de stof die in de apparatuur aanwezig is niet schadelijk is voor het materiaal waaruit de apparatuur is vervaardigd en een ander proces van inwendige degradatie re-delijkerwijs niet verwacht mag worden

25 Aftap- en ontluchtingsmiddelen

Zo nodig moet drukapparatuur zijn voorzien van toereikende aftap- en ontluchtingsmiddelen teneinde

schadelijke effecten zoals waterslag inzakken ten gevolge van het vacuuumlm corrosie en onbeheerste chemische reacties te voorkomen Alle fasen van het gebruik en de beproeving met name de druk-beproeving moeten in aanmerking worden genomen

reiniging inspectie en onderhoud onder volledig veilige omstandigheden mogelijk te maken

26 Corrosie of andere chemische aantasting

Zo nodig moet de wanddikte worden vergroot of bescherming worden geboden tegen corrosie of enige an-dere chemische aantasting in het licht van het beoogde en redelijkerwijs te voorziene gebruik

27 Slijtage

Wanneer ernstige vormen van erosie of uitschuring kunnen ontstaan moeten toereikende maatregelen wor-den genomen om

dit door een goed ontwerp bijvoorbeeld materiaal met overdikte of het gebruik van voeringen of bekledingsmateriaal tot een minimum te beperken

delen die hiervan het meest te lijden hebben te kunnen vervangen

in de in punt 34 bedoelde instructies de aandacht te vestigen op de maatregelen die nodig zijn voor een voortdurend veilig gebruik

28 Samenstellen

Samenstellen moeten zodanig zijn ontworpen dat

de met elkaar te verbinden delen geschikt zijn en betrouwbaar zijn bij hun gebruiksomstandigheden

alle delen goed op elkaar kunnen aansluiten en op passende wijze kunnen worden gemonteerd

29 Inrichtingen voor vullen en ledigen

Indien van toepassing moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en van de nodige appendages of mon-tagepunten zijn voorzien dat de apparatuur veilig kan worden gevuld en geledigd vooral met betrekking tot risicorsquos zoals

a) bij het vullen

overvulling of overdruk waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de vulverhou-ding en de dampdruk bij de referentietemperatuur

instabiliteit van de drukapparatuur

b) bij het ledigen het ongecontroleerd vrijkomen van de onder druk staande stof

c) bij vullen en ledigen aan risicorsquos onderhevig aansluiten en loskoppelen

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 24: PROTOCOL Verhoogde druk

24

210 Beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen van de drukapparatuur

Wanneer de toelaatbare grenzen onder redelijkerwijs te voorziene omstandigheden kunnen worden over-schreden moet de drukapparatuur zijn uitgerust met passende beveiligingsvoorzieningen dan wel met voor-zieningen voor de montage daarvan tenzij de beveiliging wordt gegarandeerd door andere in het samenstel ingebouwde beveiligingsvoorzieningen

De passende voorziening of de combinatie van passende voorzieningen moet worden bepaald aan de hand van de bijzonderheden van de drukapparatuur of het samenstel en de bedrijfsomstandigheden

De beveiligingsvoorzieningen en de combinaties daarvan omvatten

a) de veiligheidsappendages als omschreven in artikel 2 punt 4

b) naargelang van het geval passende controlevoorzieningen zoals aanwijsinstrumenten enof alarmerings-apparatuur waarmee automatisch of met de hand toereikende maatregelen kunnen worden genomen om de drukapparatuur binnen de toelaatbare grenzen te houden

211 Veiligheidsappendages

2111 De veiligheidsappendages moeten

zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat zij betrouwbaar en geschikt zijn voor het beoogde gebruik en waar toepasselijk rekening houden met de eisen inzake onderhoud en beproeving van de voor-zieningen

onafhankelijk van andere functies zijn tenzij hun veiligheidsfunctie niet door die andere functies be-invloed kan worden

voldoen aan passende ontwerpbeginselen om een geschikte en betrouwbare beveiliging te verkrij-gen Deze beginselen omvatten met name het ruststroombeginsel redundantie verscheidenheid en zelfcontrole

2112 Drukbegrenzers

Drukbegrenzers moeten zodanig zijn ontworpen dat de druk niet blijvend de maximaal toelaatbare druk PS overschrijdt een kortstondige overdruk is echter in het algemeen toegestaan indien van toepassing over-eenkomstig de voorschriften van punt 73

2113 Temperatuurcontrolevoorzieningen

Deze voorzieningen moeten om veiligheidsredenen een toereikende responstijd hebben die in overeenstem-ming is met de meetfunctie

212 Uitwendige brand

Indien nodig moet drukapparatuur zodanig zijn ontworpen en indien van toepassing zijn uitgerust met toe-reikende appendages of voorzieningen voor de montage daarvan dat zij voldoet aan de eisen inzake het beperken van de gevolgen van een uitwendige brand waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan het gebruik waarvoor de apparatuur bestemd is

3 FABRICAGE

31 Fabricageproces

De fabrikant moet ervoor zorgen dat de in de ontwerpfase vastgestelde voorschriften naar behoren worden uitgevoerd onder toepassing van geeumligende technieken en methoden met name voor wat het onderstaande betreft

311 De voorbereiding van onderdelen

De voorbereiding van onderdelen (bv vormen en afkanten) mag geen beschadigingen scheurtjes of veran-deringen van de mechanische eigenschappen veroorzaken die de veiligheid van de drukapparatuur kunnen verminderen

312 Permanente verbindingen

Permanente verbindingen en de daarnaast gelegen zones moeten vrij zijn van inwendige fouten enof opper-vlaktefouten die afbreuk doen aan de veiligheid van de drukapparatuur

De eigenschappen van permanente verbindingen moeten beantwoorden aan de voor de te verbinden mate-rialen gespecificeerde minimumeigenschappen tenzij bij de berekeningen van het ontwerp op specifieke wijze andere overeenkomstige materiaaleigenschapswaarden worden gehanteerd

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 25: PROTOCOL Verhoogde druk

25

Voor drukapparatuur moeten permanente verbindingen van onderdelen die bijdragen tot de drukweerstand van de apparatuur en de rechtstreeks daarmee verbonden onderdelen volgens goedgekeurde uitvoerings-methoden tot stand worden gebracht door personeel dat over de vereiste vakbekwaamheid beschikt

De uitvoeringsmethoden en het personeel worden voor drukapparatuur van de categorieeumln II III en IV goed-gekeurd door een vakkundige derde partij die naar keuze van de fabrikant kan zijn

een aangemelde instantie

een door een lidstaat erkende instelling zoals bepaald in artikel 20

Voor die goedkeuringen verricht de genoemde derde partij de onderzoeken en proeven die in de passende geharmoniseerde normen worden genoemd dan wel gelijkaardige onderzoeken en proeven of laat hij der-gelijke onderzoeken en proeven verrichten

313 Niet-destructieve proeven

Voor drukapparatuur moet het niet-destructieve onderzoek op de permanente verbindingen worden verricht door gekwalificeerd personeel met de vereiste vakbekwaamheid Voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV moet dat personeel zijn goedgekeurd door een vakkundige derde partij die door een lidstaat overeen-komstig artikel 20 is erkend

314 Warmtebehandeling

Wanneer het risico bestaat dat het fabricageproces de materiaaleigenschappen dermate verandert dat de veiligheid van de drukapparatuur gevaar loopt moet in de juiste fase van het fabricageproces een geschikte warmtebehandeling worden toegepast

315 Traceerbaarheid

Er moeten passende procedures worden ingesteld en gehandhaafd om de materialen van de tot de druk-weerstand bijdragende onderdelen vanaf de ontvangst via de productie tot en met de eindcontrole van de vervaardigde drukapparatuur met passende middelen te identificeren

32 Eindbeoordeling

De drukapparatuur moet onderworpen worden aan de hierna beschreven eindbeoordeling

321 Eindinspectie

De drukapparatuur moet worden onderworpen aan een eindinspectie waarbij door visueel onderzoek en controle van de bijbehorende documenten wordt nagegaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan Onderzoeken die tijdens de fabricage zijn verricht kunnen daarbij in aanmerking worden genomen Voor zover de veiligheid het vereist wordt de eindinspectie van binnen en van buiten bij alle delen van de appara-tuur verricht zo nodig gedurende het fabricageproces (bv indien bij de eindinspectie geen visueel onderzoek meer mogelijk is)

322 Beproeving

De eindbeoordeling van drukapparatuur moet een drukweerstandsproef omvatten gewoonlijk een hydrosta-tische persproef bij een druk die indien dat passend is ten minste gelijk is aan de in punt 74 vastgestelde waarde

Voor apparatuur van categorie I die in serie wordt vervaardigd kan deze proef op statistische basis worden verricht

Ingeval de hydrostatische persproef schadelijk of niet mogelijk is kunnen er andere proeven worden toege-past waarvan de waarde is erkend Voor andere proeven dan de hydrostatische persproef moeten voordat deze proeven plaatsvinden aanvullende maatregelen zoals niet-destructief onderzoek of andere gelijkwaar-dige methoden worden getroffen

323 Onderzoek van de veiligheidsvoorzieningen

Voor samenstellen omvat de eindinspectie tevens een onderzoek van de veiligheidsappendages om na te gaan of de in punt 210 bedoelde eisen geheel in acht zijn genomen

33 Markering en etikettering

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 26: PROTOCOL Verhoogde druk

26

Naast de in de artikelen 18 en 19 genoemde CE-markering en de informatie die moet worden verstrekt over-eenkomstig artikel 6 lid 6 en artikel 8 lid 3 moeten de volgende gegevens worden verstrekt

a) voor alle drukapparatuurfabricagejaar

identificatie van de drukapparatuur naar gelang van de aard ervan zoals het type de identificatie van de serie of partij en het fabricagenummer

essentieumlle maximaalminimaal toelaatbare grenswaarden

b) afhankelijk van het type drukapparatuur moet de volgende voor de veilige installatie werking of gebruik en indien van toepassing onderhoud en periodieke inspectie noodzakelijke extra informatie worden ver-strekt

volume V van de drukapparatuur in l

de nominale maat van de leidingen DN

toegepaste persdruk PT in bar en datum van de beproeving

insteldruk van de drukbeveiliging in bar

vermogen van de drukapparatuur in kW

voedingsspanning in V

beoogd gebruik

vulverhouding in kgl

maximumvulmassa in kg

tarramassa in kg

de groep stoffen

c) zo nodig moet op de drukapparatuur een waarschuwing worden aangebracht die de aandacht vestigt op de wijze waarop de drukapparatuur blijkens de ervaring niet mag worden gebruikt

De onder a) b) en c) bedoelde gegevens moeten op de drukapparatuur worden aangebracht of op een daarop stevig bevestigd gegevensplaatje behalve in onderstaande gevallen

waar toepasselijk mag passende documentatie worden gebruikt om herhaalde markering op afzon-derlijke onderdelen voor hetzelfde samenstel bijvoorbeeld installatieleidingonderdelen te voorko-men

bij te kleine drukapparatuur bijvoorbeeld appendages mogen deze gegevens worden gegeven op een etiket dat aan die apparatuur is bevestigd

etiketten of andere geschikte middelen mogen worden gebruikt voor de vulmassa en voor de onder c) bedoelde waarschuwingen mits het etiket leesbaar blijft gedurende de periode die van toepassing is

34 Instructies voor het gebruik

a) | Bij het op de markt aanbieden moet de drukapparatuur voor zover van toepassing vergezeld gaan van een gebruiksaanwijzing bestemd voor de gebruiker met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie omtrent

de montage met inbegrip van de assemblage van verschillende drukapparaten

het in bedrijf stellen

het gebruik

het onderhoud met inbegrip van de controles door de gebruiker

b) De gebruiksaanwijzing moet de informatie bevatten die krachtens punt 33 op de drukapparatuur is aan-gebracht met uitzondering van de identificatie van de serie en moet in voorkomend geval vergezeld gaan van de technische documentatie tekeningen en schematische voorstellingen die nodig zijn voor een goed begrip van die aanwijzingen

c) Indien van toepassing moet de gebruiksaanwijzing tevens de aandacht vestigen op de risicorsquos van verkeerd gebruik overeenkomstig punt 13 en de bijzondere kenmerken van het ontwerp overeenkomstig punt 223

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 27: PROTOCOL Verhoogde druk

27

4 MATERIALEN

Voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen moeten geschikt zijn voor gebruik gedurende de voorziene levensduur tenzij in vervanging is voorzien

Lasmaterialen en andere assemblagematerialen moeten afzonderlijk en na toepassing op passende wijze voldoen aan de desbetreffende voorschriften van punt 41 punt 42 onder a) en punt 43 eerste alinea

41 Materialen voor onder druk staande onderdelen moeten a) bij alle redelijkerwijs te voorziene gebruiks- en proefomstandigheden de geschikte eigenschappen bezit-ten en met name voldoende ductiel en taai zijn De eigenschappen van deze materialen moeten in voorko-mend geval voldoen aan de eisen van punt 75 Bovendien moeten de materialen zorgvuldig worden geko-zen teneinde zo nodig brosse breuk te voorkomen wanneer om bepaalde redenen bros materiaal moet worden gebruikt moeten passende maatregelen worden genomen b) voldoende chemisch bestendig zijn tegen de stof die zich in de drukapparatuur bevindt De chemische en fysische eigenschappen die nodig zijn voor een veilig gebruik mogen tijdens de voorziene levensduur van de apparaten niet noemenswaardig worden aangetast c) geen noemenswaardige veroudering ondergaan d) geschikt zijn voor de te voorziene behandelingsprocedeacutes e) zodanig gekozen zijn dat belangrijke negatieve effecten worden vermeden wanneer onderling verschil-lende materialen met elkaar worden verbonden

42 De fabrikant van de drukapparatuur moet a) de waarden voor de in punt 223 bedoelde berekeningen van het ontwerp alsmede de in punt 41 be-doelde essentieumlle eigenschappen van de materialen en hun toepassing op de juiste wijze aangeven b) de gegevens omtrent de inachtneming van de materiaalvoorschriften van deze richtlijn op een van de volgende wijzen in de technische documentatie opnemen door toepassing van materialen overeenkomstig de geharmoniseerde normen

door toepassing van materialen waarvoor een Europese materiaalgoedkeuring voor drukapparatuur is verleend overeenkomstig artikel 15

door een aparte materiaalbeoordeling c) voor drukapparatuur van de categorieeumln III en IV wordt een specifieke beoordeling van de aparte materi-aalbeoordeling verricht door de aangemelde instantie die belast is met de procedures voor de conformiteits-beoordeling van de drukapparatuur

43 De fabrikant van de apparatuur moet de nodige maatregelen treffen om zich ervan te vergewissen dat het gebruikte materiaal conform is met de voorgeschreven specificaties In het bijzonder moeten er voor alle materialen door de materiaalfabrikant opgestelde documenten worden verkregen waarin deze verklaart dat het materiaal conform is met een gegeven voorschrift | Voor de belangrijkste onder druk staande delen van apparatuur van de categorieeumln II III en IV moet die verklaring een keuringsrapport met keuring op het product zelf zijn Wanneer een materiaalfabrikant een geschikt kwaliteitsborgingssysteem heeft dat door een in de Unie ge-vestigde bevoegde instantie is gecertificeerd en specifiek voor de gebruikte materialen is geverifieerd wor-den de door de fabrikant afgegeven verklaringen geacht conformiteit met de overeenkomstige eisen van dit punt in te houden

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

Naast de van toepassing zijnde voorschriften van de punten 1 tot en met 4 hierboven zijn de volgende voor-schriften van toepassing op de drukapparatuur die onder de punten 5 en 6 valt

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 28: PROTOCOL Verhoogde druk

28

5 BRANDSTOFGESTOOKTE OF ANDERSZINS VERWARMDE DRUKAPPARATUUR WAARBIJ GEVAAR VOOR OVERVERHITTING BESTAAT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1

Tot deze drukapparatuur behoren

stoom- en heetwateropwekkers als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder b) zoals brandstofgestookte stoom- en heetwaterketels oververhitters en herverhitters afgasketels ketels van vuilverbrandings-installaties elektrisch verwarmde ketels van het elektrode- of dompeltype hogedrukpannen als-mede hun appendages en indien van toepassing hun systemen voor de behandeling van het voe-dingswateren voor de brandstoftoevoer

procesverwarmingstoestellen met andere stoffen dan stoom en heet water die onder artikel 4 lid 1 onder a) vallen zoals verhitters voor chemische en andere soortgelijke processen drukapparatuur voor de behandeling van levensmiddelen

Deze drukapparatuur moet zodanig worden berekend ontworpen en gebouwd dat de risicorsquos op aanmerkelijk verminderde sterkte wegens oververhitting worden vermeden of minimaal zijn Met name moet ervoor worden gezorgd dat indien van toepassing

a) passende beveiligingsvoorzieningen worden aangebracht om bedrijfsparameters zoals warmtetoevoer en -afvoer en waar van toepassing het peil van de stof te begrenzen teneinde alle risicorsquos door plaatselijke of algemene oververhitting te voorkomen

b) in monsternemingspunten wordt voorzien wanneer zulks nodig is om de eigenschappen van de stof te beoordelen ten einde risicorsquos met betrekking tot afzettingen enof corrosie te vermijden

c) toereikende voorzieningen worden getroffen om risicorsquos door schade als gevolg van afzettingen te voorko-men

d) voorzieningen worden aangebracht om na uitschakeling te zorgen voor een veilige afvoer van de rest-warmte

e) maatregelen worden getroffen om een gevaarlijke opeenhoping van ontvlambare mengsels van brandbare stoffen en lucht of vlamterugslag te voorkomen

6 INSTALLATIELEIDINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4 LID 1 ONDER c)

Het ontwerp en de bouw moeten zodanig zijn dat

a) het risico van overbelasting door onaanvaardbare vrije beweging of bovenmatige krachten die worden uitgeoefend bijvoorbeeld op flenzen verbindingen balgen of slangen op toereikende wijze wordt beheerst door middel van steunen opsluiting verankering richten en voorspanning

b) wanneer in pijpen voor gasvormige stoffen condensatie kan optreden voorzieningen worden aangebracht voor de afvoer en verwijdering van bezinksel uit de laagste delen om schade door waterslag of corrosie te voorkomen

c) voldoende aandacht wordt besteed aan mogelijke schade door turbulentie en kolkvorming De relevante delen van punt 27 zijn van toepassing

d) voldoende aandacht wordt besteed aan het risico van vermoeiing ten gevolge van trillingen in de pijpen

e) wanneer het gaat om stoffen uit groep I er passende voorzieningen worden getroffen om aftakleidingen die wegens hun afmetingen aanzienlijke risicorsquos met zich brengen af te sluiten

f) het risico van onbedoeld ledigen tot een minimum wordt beperkt op een vast onderdeel van de aftakleiding moet duidelijk worden aangegeven welke stof zich in het systeem bevindt

g) de plaats en route van ondergrondse installatieleidingen ten minste in de technische documentatie is vast-gelegd om veilig onderhoud inspectie en reparatie te vergemakkelijken

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 29: PROTOCOL Verhoogde druk

29

7 BIJZONDERE KWANTITATIEVE EISEN VOOR BEPAALDE DRUKAPPARATUUR

De volgende bepalingen zijn in de regel van toepassing Wanneer zij echter niet worden toegepast oa ingeval materialen niet speciaal vermeld zijn en geen geharmoniseerde normen worden toegepast moet de fabrikant kunnen aantonen dat er passende maatregelen zijn getroffen om een gelijkwaardig algemeen vei-ligheidsniveau te bereiken

De in dit punt vastgelegde bepalingen completeren de essentieumlle veiligheidseisen van de punten 1 tot en met 6 voor de drukapparatuur waarop die punten van toepassing zijn

71 Toelaatbare spanningen

711 Symbolen

Ret rekgrens geeft de waarde aan bij de berekeningstemperatuur van naargelang van het geval

de bovenste vloeigrens voor een materiaal dat een onderste en een bovenste vloeigrens heeft

de conventionele rekgrens 10 voor austenitisch staal en ongelegeerd aluminium

de conventionele rekgrens 02 in de overige gevallen

Rm20 geeft de minimumwaarde aan van de treksterkte bij 20 degC

Rmt geeft de treksterkte aan bij de berekeningstemperatuur

712 De toelaatbare algemene membraanspanning mag bij hoofdzakelijk statische belasting en tempera-turen buiten het gebied waarin significante kruip kan optreden niet hoger zijn dan de kleinste van de volgende waarden naargelang van het gebruikte materiaal

voor ferrietstaal inclusief normaalgegloeid staal (gewalst staal) doch met uitzondering van fijnkor-relstaal en staal dat een speciale warmtebehandeling heeft ondergaan 23 van Ret en 512 van Rm20

voor austenitisch staal o 23 van Ret als de rek na breuk meer dan 30 bedraagt o of als de rek na breuk meer dan 35 bedraagt 56 van Ret en 13 van Rmt

voor ongelegeerd en laaggelegeerd gietstaal 1019 van Ret en 13 van Rm20

voor aluminium 23 van Ret

voor niet-hardbare aluminiumlegering 23 van Ret en 512 van Rm20

72 Verbindingsfactoren

Voor gelaste verbindingen bedraagt de verbindingsfactor maximaal

voor apparatuur waarop destructief en niet-destructief onderzoek wordt verricht om na te gaan of de verbindingen geen noemenswaardige gebreken vertonen 1

voor apparatuur waarop beperkt niet-destructief onderzoek wordt uitgevoerd 085

voor apparatuur die geen ander niet-destructief onderzoek van visuele inspectie ondergaat 07

Zo nodig moet ook rekening worden gehouden met de soort belasting en de mechanisch-technologische eigenschappen van de verbinding

73 Drukbegrenzers met name voor drukvaten

De in punt 2112 genoemde kortstondige overschrijding moet worden begrensd op 10 van de maximaal toelaatbare druk

74 Hydrostatische proefdruk

Voor drukvaten moet de in punt 322 genoemde hydrostatische proefdruk minstens gelijk zijn aan de hoogste van de volgende waarden

de druk die overeenkomt met de maximale gebruiksbelasting die de apparatuur kan weerstaan gelet op de maximaal toelaatbare druk en de maximaal toelaatbare temperatuur vermenigvuldigd met 125

de maximaal toelaatbare druk vermenigvuldigd met 143

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 30: PROTOCOL Verhoogde druk

30

75 Eigenschappen van de materialen

Voor zover geen andere waarden vereist zijn omdat rekening moet worden gehouden met andere criteria wordt staal geacht ductiel genoeg te zijn om te voldoen aan punt 41 onder a) als de rek bij breuk bij een volgens een standaardprocedure verrichte trekproef minstens 14 bedraagt en de breukenergie bij vervor-ming bij een slag op een ISO-proefstaaf met V-kerf minstens gelijk is aan 27 J bij een proeftemperatuur die ten hoogste gelijk is aan 20 degC en niet hoger is dan de laagste voorziene bedrijfstemperatuur

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 31: PROTOCOL Verhoogde druk

31

Bijlage E Interne EG-verklaring van overeenstemming

Deze verklaring is alleen van toepassing voor drukapparatuur behorend tot Cat III en IV

Wij ___________________________________________________________________________________ (naam van ontwerper bouwer en verantwoordelijke van een drukapparaat of samenstel)

______________________________________________________________________________________ (volledig naam adres plaats en land van de organisatie)

verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten

______________________________________________________________________________________ (beschrijving van apparatuur naam type locatie)

______________________________________________________________________________________

in overeenstemming is met de richtlijn Drukapparatuur (201468EU)

vervaardigd is conform de essentieumlle veiligheidseisen

gecontroleerd is conform het Protocol ldquoVerhoogde drukrdquo

het ontwerp van de drukapparatuur het samenstel van drukapparaten eacuten het materiaal waarvan deze vervaardigd is goedgekeurd is door

___________________________________________________________________________________ (volledig naam adres van de erkende aangemelde instantie die de keuring heeft verricht)

___________________________________________________________________________________ (kenmerk rapport van goedkeuring)

De drukapparatuur het samenstel van drukapparaten wordt gebruikt van ____________ tot ____________

Plaats ondertekening _____________________

Datum ondertekening _____________________

Naam ontwerper Naam bouwer Naam verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

Handtekening ontwerper Handtekening bouwer Handtekening verantwoordelijke

_____________________ _____________________ _____________________

doorhalen wat niet van toepassing is de bouwer kan de technisch bekwame persoon zijn die het samenstel heeft opgebouwd of bv degene die het drukvat heeft vervaardigd (bv

van TCO)

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 32: PROTOCOL Verhoogde druk

32

Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)

(Sound Engineering Practice SEP) De UT verstaat onder Goed Vakmanschap (GVM) ofwel Sound Engineering Practice (SEP zoals bedoeld in Art3 lid 3 van de PED het volgende Het hoofd van de Werkeenheid wijst schriftelijk een aantal personen aan die bekwaam geacht worden techni-sche handelingen te verrichten bij werkzaamheden aan drukapparatuur en druksystemen en opstellingen waarbij een minimale middelbare technische opleiding een met goed gevolgde cursus voor fittingmonteur en een aantal jaren ervaring in het werkgebied is vereist deze lijst van personen wordt aangeboden aan het MT van de Faculteit

Toelichting GVM

Wanneer geldt dat

- de ontwerpdruk PS le 10 bara is eacuten - het experiment valt niet in cat I tm IV van de PED

dan zijn bovengenoemde geregistreerde personen gerechtigd de volgende technische handelingen uit te voeren aan drukapparatuur in het kader van Wetenschappelijk Onderzoek (WO)

- mechanische werkzaamheden (incl lassen) - (de-) monteren installeren afregelen - afstellen van veerveiligheden conform A1301 (A1302) RToD

Sterkteberekeningen conform een door een NoBo erkende methode (zoals RToD) zijn tav van bovenge-noemde voorwaarden niet nodig er wordt uitgegaan van een verantwoorde keuze en toepassing van de tech-nicus van de te gebruiken materialen en methoden Wel dient er een tekening te worden gemaakt en overlegd aan de lokale VGMc Let op de mechanische sterkte van dit soort drukapparatuur moet worden getest dmv de afpersproef uitge-voerd door de lokale VGMc conform T0240 RToD Kan aan bovengenoemde voorwaarde niet voldaan worden moet er zowel een ontwerptekening als een RToD-sterkteberekening aan de lokale VGMc worden overlegd Onverlet blijft tevens dat inspecties (her-) keuren afpersen van drukapparatuur en druksystemen en het af-geven en registeren van drukvatnummers alleen door bevoegde personen van de lokale VGMc mogen worden uitgevoerd Bij alle overige gevallen (PSmax gt 10 bar of bij Cat I tm IV) mogen alleen laswerkzaamheden door gecertifi-ceerde lassers (EN-287 EN-288) worden uitgevoerd en dient er altijd contact gezocht te worden met de lokale VGMc zie voor verdere procedure het Protocol Verhoogde Druk Opmerking probeer altijd eerst drukapparatuur te kopen die CE gecertificeerd is voordat overgegaan wordt drukapparatuur in eigen beheer te maken

Lijst van bevoegde personen die gerechtigd zijn aan drukapparatuur een persproef uit te voeren

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 33: PROTOCOL Verhoogde druk

33

Bijlage H WO Voor alle drukapparaten en samenstellen ten behoeve van WO geldt dat deze gefabriceerd moeten worden volgens de eisen van ldquogoed vakmanschaprdquo (zie hiervoor ook Bijlage F Goed vakmanschap (GVM)) Drukapparaten voor WO die vallen binnen de PED zijn na aanschaf niet meer onderhevig aan externe con-troles mits er aan een aantal oa organisatorische maatregelingen is voldaan (zie verder lsquoOrganisatie en uitvoeringrsquo) Voor drukapparatuur behorend tot de hoogste categorieeumln (III en IV) is controle van het ontwerp voacuteoacuter aanschaf door een NoBo verplicht deze controle behelst tevens een materiaalbeoordeling Het betreft hier alleen de losse opstellingsonderdelen het totale samenstel valt buiten de PED mits deze in eigen beheer en voor eigen gebruik volgens ldquogoed vakmanschaprdquo wordt opgebouwd In eigen beheer geproduceerde drukapparaten voor WO en die waarop geen CE-keurmerk is afgegeven vallen gewoon onder de PED varieerend van Art3 lid 3 tm Cat IV drukvolume regiem afhankelijk Alle drukappara-ten en samenstellen moeten voorzien zijn van een gebruiksaanwijzingbedienings-instructie met als belang-rijke onderwerpen montage installatie gebruik en onderhoud Ook moet van het gebruik van drukapparatuur een logboek bij worden gehouden

Niet-WO Drukapparaten niet specifiek voor wetenschappelijk onderzoek (Niet-WO) maar voor herhaald identiek of algemeen gebruik bv bij practica voor service-doeleinden cq utility eacuten veiligheidsappendages

Drukapparaten voor Niet-WO zijn altijd onderworpen aan de regels van de PED (mits P gt 05 bar) veilig-heidsappendages vallen altijd in de hoogste categorie (IV) waardoor een goedkeuring van het ontwerp door de NoBo verplicht is Overigens geldt ook voor veiligheidsappendages het CE-keurmerk als goedkeuring voor het ontwerp in het kader van de PED dus voor veiligheidsappendages met CE-keurmerk is goedkeuring door de NoBo niet noodzakelijk Het CE-keurmerk vervalt direct wanneer aan het oorspronkelijke ontwerpapparaat een verandering is uitgevoerd

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 34: PROTOCOL Verhoogde druk

34

Bijlage I Checklist verkorte weergave van het protocol verhoogde druk Deze checklist is een verkorte weergave van het protocol verhoogde druk en is alleen van toepassing op op-stellingen welke vallen in de categorie Wetenschappelijk Onderzoek (WO) Voor meer details wordt naar het protocol verwezen

Eis Ontwerpfase Categorie

GVM

PS le 10 bar

GVM

PS gt 10 bar

I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidingin-structie

ja ja ja ja ja ja

De ontwerptekening dient ter beoordeling aan de lokale VGMc te worden overlegd

ja ja ja ja ja ja

Sterkteberekening is vereist nee ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee nee ja ja ja ja

Voor aanschafopbouw van de opstelling wordt een ontwerpgoedkeuring aangevraagd bij een NoBo

nee nee nee ja ja ja

Verplichte begeleiding bij het ontwerp van opstelling en proces door de lokale VGMc

nee nee nee nee ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee nee ja ja

Eis Constructiefase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient door een technisch bekwaam persoon te zijn gebouwd ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikname

Categorie

GVM I II III IV

Drukvaten worden geregistreerd door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Drukvaten worden getest door de lokale VGMc ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Controle door een NoBo tav technische documentatie kwaliteitssysteem en on-aangekondigde bezoeken met toezicht op de eindcontrole

nee nee ja ja ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja ja

Eis Ingebruikfase

Categorie

GVM I II III IV

De opstelling dient te zijn voorzien van een bedieningshandleidinginstructie ja ja ja ja ja

De opstelling worden alleen gebruikt door voldoende geiumlnstrueerde experimentato-ren

ja ja ja ja ja

Van het gebruik wordt een logboek bijgehouden ja ja ja ja ja

Veiligheidseisen bijlage D protocol van toepassing (EVE) nee ja ja ja ja

Goedkeuring aangevraagd bij een NoBo bij wijziging van het oorspronkelijk ontwerp nee

nee

ja

ja

ja

Eigen overeenstemmingsverklaring moet worden getekend nee nee nee ja Ja

RIampE Ja ja Ja Ja Ja

Voorbereidende werkzaamheden tav experimenten onder verhoogde druk zoals ontwerp en opbouw van opstellingen mogen alleen onder begeleiding van daarvoor aangewezen personen worden verricht Deze personen moeten minimaal een technische vooropleiding (bij voorkeur MTS-Werktuigbouwkunde of van gelijkwaardig niveau) hebben afgerond eacuten in het bezit van een bewijs van deelname aan een fittingscursus (bv van Swagelok) De opbouw van opstellingen wordt slechts uitgevoerd door deze technici

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 35: PROTOCOL Verhoogde druk

35

Bijlage J Reglement voor hoge druk en kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels In oa de PED Besluit drukapparatuur Praktijkregels voor Drukapparatuur en het protocol Verhoogde Druk wordt ten aanzien van het volume nauwelijks zaken behandeld aangaande een volume kleiner dan 01 liter Het enige wat vermeld is in de zogenaamde blue guide van de PED is dat het gebied PS en Vle 01 onder het begrip GVM valt Hoe dit ingevuld moet worden is aan de gebruiker waarbij wel aan de zorgplicht zoals in de Arbowet is gefor-muleerd moet worden voldaan In het navolgende overzicht zijn drie categorieeumln gedefinieerd met verschillende drukvolume grenzen bij ver-schillende PED tabellen weergegeven In bijlage I staat de Checklist verkorte weergave van het protocol Verhoogde Druk

Hoge druk kleine volumes Invulling GVM regels

Opmerking tav apparatuur in categorie-A dient de gebruiker zelf aan de nodige voorschriften te voldoen de werkeenheid is verantwoordelijk voor de handhaving van de voorschriften Centraal zal bij VGMc geen regi-stratie van het drukvat worden bijgehouden nog vindt daar een afpersproef plaats Dit laatste dient een werk-eenheid zelf uit te (laten) voeren hiervan dient een schriftelijk bewijs te kunnen worden overlegd Wanneer een drukvat langer dan 4 jaar na aanschafvervaardiging ingebruik is cq ingebruik wordt gesteld dient men voor aanvang van de werkzaamheden met dit drukvat contact op te nemen met de lokale VGMc enof de facultaire VGMc

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Page 36: PROTOCOL Verhoogde druk

36

Hoge druk kleine volumes Vle 01 Liter Invulling GVM regels Binnen de categorie ldquoGoed vakmanschaprdquo (GVM) zijn 3 categorieeumln gedefinieerd A Ongevaarlijk (lt4 van PV grens) beperkte procedure B Klein Risico (lt20 van PV grens) iets uitgebreidere procedure C GVM (gt20 PV grens) volledige procedure voor GVM Tabel Vertaling 4 en 20 PV naar BarLiter-grenzen gebaseerd op PED tabellen

Goed Vakmanschap GVM Cat A lt4 grens Cat B gt4 amp lt20 grens Cat C 100 grens

PED GRAFIEK 1 gas groep 1 lt1 BarLiter lt5 BarLiter 25 BarLiter

PED GRAFIEK 2 gas groep 2 lt2 BarLiter lt10 BarLiter 50 BarLiter

PED GRAFIEK 3 vloeib groep 1 lt8 BarLiter lt40 BarLiter 200 BarLiter

PED GRAFIEK 4 vloeib groep 2 lt400 BarLiter lt2000 BarLiter 10000 BarLiter

ontplofbaar (zeer) licht ontvlambaar ontvlambaar (wanneer de maximaal toelaatbare temperatuur hoger ligt dan het vlampunt) (zeer) giftig oxiderend ongevaarlijke gassenvloeistoffen BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN PROCEDURES Cat A GVM Ongevaarlijk mbt drukrisico (lt4 )

1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie van het drukvat verplicht (IDnr) (in werkeenheid) 3) Bijhouden van een logboek (in werkeenheid) 4) Afpersen met water in eigenbeheer (in werkeenheid) 5) Gebruik drukvat niet langer dan 4 jaar verplicht contact opnemen met de VGMc

Cat B GVM Klein risico mbt drukrisico (lt20) 1) RIampE proefopstelling incl handleiding verplicht (in werkeenheid) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Sterkte berekening verplicht (eigen berekeningen toegestaan iom de VGMc) 4) Melding aan de VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening 5) Registratie drukvat verplicht 6) Druktest verplicht (intern via de VGMc) 7) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 8) Logboek bijhouden verplicht 9) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht

Cat C Volledige GVM procedure

1) RIampE proefopstelling en handleiding verplicht (copy naar de facultaire VGMc) 2) Identificatie op het drukvat verplicht (IDnr) 3) Laswerk door gecertificeerde lassers verplicht 4) Sterkte berekening extern verplicht (gespecialiseerd engineering bureau) 5) Melding aan VGMc verplicht RIampE proefopstelling en ontwerptekening verplicht 6) Registratie drukvat bij de VGMc verplicht 7) Druktest bij via de VGMc verplicht 8) Assemblage door geregistreerd technisch bekwaam persoon verplicht 9) Experimentator registratie verplicht 10) Logboek bijhouden verplicht 11) Herkeur via de VGMc iedere 4 jaar verplicht