Promoties van jonge artsen

3
45 Promoties van jonge artsen In dit nummer zijn de weten- schapsnieuwspagina’s geheel gewijd aan promoties van (jonge) artsen. Voor veel artsen is een promotie een belangrijke stap in hun loopbaan, omdat het de kans op een opleidings- plaats vergroot. De redactie van Med- net maakte een selectie van diverse promoties aan verschillende medische faculteiten in Nederland in de maan- den september en oktober. In een spectrum van basaal medisch tot kli- nisch toepasbare onderwerpen en ver- schillen in het type promotietraject. tekst Patrick Marx Ilse Westerbeek PREBIOTICA UIT WORTELTJES VERMINDEREN INFECTIES BIJ TE VROEG GEBOREN BABY’S Ilse Westerbeek, kinderarts in opleiding in het VU Medisch Centrum, rolde als vanzelf in het onder- zoek. “Als student hielp ik mee aan een promotieonderzoek op de afdeling neonatologie. Terwijl ik hiermee bezig was, werd een nieuw onderzoek opgezet en kreeg ik de vraag of ik hierop wilde pro- moveren.” I n oktober promoveerde Westerbeek op deze Worteltjesstudie waarbij 113 te vroeg geboren baby’s enterale voeding kregen met daarin drie soorten prebiotica (zure en neutrale onverteer- bare oligosachariden). Een van de oligosachariden is oorspronkelijk afkomstig uit een extract van wortelen, vandaar de naam van de studie. De prebiotica stimuleren de groei van een gezonde darm- flora en voorkomen zo overgroei en adhesie van pathogene bacteriën aan de darmwand. De met prebiotica gevoede baby’s kregen minder infecties als gevolg van bacteriën uit de darm. Het onderzoek leverde Westerbeek bijna de jaarprijs van de European Society for Paediatric Research op: “Met vijf andere kandidaten mocht ik een presenta- tie geven. Ik had graag gewonnen maar het feit dat ik uit duizenden abstracts gekozen werd, beschouw ik al als een hele eer.” De kinderarts in spe begeleidt nu studenten die de kinderen uit de worteltjes- studie verder volgen: “Ik heb altijd met veel plezier aan het onderzoek gewerkt, vooral omdat het een klinische studie is. Ik moest veel op de neonatologie- afdeling zijn en had veel contact met de ouders. Vanwege het onderzoek ben ik ook bij de kinde- ren thuis geweest. Daarnaast is er natuurlijk ook het vele werk achter de computer. Onderzoek vergt soms wat discipline, je moet geen onderzoek doen als je dat niet leuk vindt. Nu het promo- tieonderzoek klaar is, merk ik pas hoe waardevol het voor mijn carrière is. Ik kan bijvoorbeeld wetenschappelijke artikelen beter begrijpen en beoordelen omdat ik de statistiek snap”, aldus Westerbeek. De Poolse microbiologe Izabela Rodenhuis- Zybert studeerde in Polen en Engeland en deed haar promotieonderzoek in Nederland. Haar internationale carrière hielp haar erg bij haar werk omdat ze in nieuwe landen steeds nieuwe contacten moest leggen. “Ik heb geen problemen met het rechtsreeks benaderen van nieuwe mensen om ideeën bij hen op te doen. Het is belangrijk om zo een goed net- werk op te bouwen want je kunt je onderzoek niet alleen binnen je eigen groep doen”, aldus Rodenhuis-Zybert. I nmiddels woont Rodenhuis-Zybert in Nederland met haar man die ze in Engeland leerde kennen. Ze promoveerde op de afde- ling microbiologie van de Rijksuniversiteit Groningen op een onderzoek naar het den- gue-virus dat knokkelkoorts veroorzaakt. Een tweede infectie met dengue verloopt vaak ernstiger dan de eerste. Rodenhuis-Zybert ontdekte in celkweken de oorzaak hiervan. Een deel van de na een besmetting nieuw gevormde virussen zijn immatuur en kunnen geen nieuwe cellen infecteren. Het mem- braaneiwit prM voorkomt dit. Na een tweede infectie zullen antilichamen aan prM binden waardoor ook de immature virussen infectieus worden. De microbiologe toonde hetzelfde mechanisme aan bij het verwante West-Nile- virus. Rodenhuis-Zybert: “Nu bekijken we in welke mate het gevonden mechanisme corre- leert met de ernst van de ziekte in patiënten.” Rodenhuis-Zybert promoveerde cum laude, een hele prestatie aan- gezien ze besloot haar proefschrift in het Nederlands te verdedi- gen: “Ik was hierdoor erg gespannen, vooral tijdens het wachten in het zweetkamertje ter- wijl de opponenten overlegden. Nu hoop ik dat mijn cum laude me helpt bij het binnenhalen van een Veni- subsidie.” De microbiologe blijft in Groningen werken. Ze wil een eigen onderzoekslijn beginnen naar infecties met het Chikungunya-virus. Muggen verspreiden ook dit virus, vaak tege- lijk met dengue. Izabela Rodenhuis-Zybert IMMUUNSYSTEEM VERERGERT DENGUE INFECTIES

Transcript of Promoties van jonge artsen

Page 1: Promoties van jonge artsen

  45 

Promoties van jonge artsenIn dit nummer zijn de weten-schapsnieuwspagina’s geheel gewijd aan promoties van (jonge) artsen. Voor veel artsen is een promotie een belangrijke stap in hun loopbaan, omdat het de kans op een opleidings-plaats vergroot. De redactie van Med-net maakte een selectie van diverse promoties aan verschillende medische faculteiten in Nederland in de maan-den september en oktober. In een spectrum van basaal medisch tot kli-nisch toepasbare onderwerpen en ver-schillen in het type promotietraject.

tekst Patrick Marx

Ilse WesterbeekPrebIotIca uIt worteltjes VermINDereN INfectIes bIj te Vroeg geboreN baby’s

Ilse westerbeek, kinderarts in opleiding in het Vu medisch centrum, rolde als vanzelf in het onder-zoek. “als student hielp ik mee aan een promotieonderzoek op de afdeling neonatologie. terwijl ik hiermee bezig was, werd een nieuw onderzoek opgezet en kreeg ik de vraag of ik hierop wilde pro-moveren.”

In oktober promoveerde Westerbeek op deze Worteltjesstudie waarbij 113 te vroeg geboren baby’s enterale voeding kregen met daarin drie soorten prebiotica (zure en neutrale onverteer-

bare oligosachariden). Een van de oligosachariden is oorspronkelijk afkomstig uit een extract van wortelen, vandaar de naam van de studie. De prebiotica stimuleren de groei van een gezonde darm-flora en voorkomen zo overgroei en adhesie van pathogene bacteriën aan de darmwand. De met

prebiotica gevoede baby’s kregen minder infecties als gevolg van bacteriën uit de darm.Het onderzoek leverde Westerbeek bijna de jaarprijs van de European Society for Paediatric Research op: “Met vijf andere kandidaten mocht ik een presenta-tie geven. Ik had graag gewonnen maar het feit dat ik uit duizenden abstracts gekozen werd, beschouw ik al als een hele eer.” De kinderarts in spe begeleidt nu studenten die de kinderen uit de worteltjes-studie verder volgen: “Ik heb altijd met veel plezier aan het onderzoek gewerkt, vooral omdat het een klinische studie is. Ik moest veel op de neonatologie-

afdeling zijn en had veel contact met de ouders. Vanwege het onderzoek ben ik ook bij de kinde-ren thuis geweest. Daarnaast is er natuurlijk ook het vele werk achter de computer. Onderzoek vergt soms wat discipline, je moet geen onderzoek doen als je dat niet leuk vindt. Nu het promo-tieonderzoek klaar is, merk ik pas hoe waardevol het voor mijn carrière is. Ik kan bijvoorbeeld wetenschappelijke artikelen beter begrijpen en beoordelen omdat ik de statistiek snap”, aldus Westerbeek.

De Poolse microbiologe Izabela rodenhuis-Zybert studeerde in Polen en engeland en deed haar promotieonderzoek in Nederland. Haar internationale carrière hielp haar erg bij haar werk omdat ze in nieuwe landen steeds nieuwe contacten moest leggen. “Ik heb geen problemen met het rechtsreeks benaderen van nieuwe mensen om ideeën bij hen op te doen. Het is belangrijk om zo een goed net-werk op te bouwen want je kunt je onderzoek niet alleen binnen je eigen groep doen”, aldus rodenhuis-Zybert.

Inmiddels woont Rodenhuis-Zybert in Nederland met haar man die ze in Engeland

leerde kennen. Ze promoveerde op de afde-ling microbiologie van de Rijksuniversiteit

Groningen op een onderzoek naar het den-gue-virus dat knokkelkoorts veroorzaakt. Een tweede infectie met dengue verloopt vaak ernstiger dan de eerste. Rodenhuis-Zybert ontdekte in celkweken de oorzaak hiervan. Een deel van de na een besmetting nieuw gevormde virussen zijn immatuur en kunnen geen nieuwe cellen infecteren. Het mem-braaneiwit prM voorkomt dit. Na een tweede infectie zullen antilichamen aan prM binden waardoor ook de immature virussen infectieus worden. De microbiologe toonde hetzelfde mechanisme aan bij het verwante West-Nile-virus. Rodenhuis-Zybert: “Nu bekijken we in welke mate het gevonden mechanisme corre-leert met de ernst van de ziekte in patiënten.”Rodenhuis-Zybert promoveerde cum laude,

een hele prestatie aan-gezien ze besloot haar proefschrift in het Nederlands te verdedi-gen: “Ik was hierdoor erg gespannen, vooral tijdens het wachten in het zweetkamertje ter-wijl de opponenten overlegden. Nu hoop ik dat mijn cum laude me helpt bij het binnenhalen van een Veni-subsidie.”De microbiologe blijft in Groningen werken. Ze wil een eigen onderzoekslijn beginnen naar infecties met het Chikungunya-virus. Muggen verspreiden ook dit virus, vaak tege-lijk met dengue.

Izabela Rodenhuis-ZybertImmuuNsysteem Verergert DeNgue INfectIes

Page 2: Promoties van jonge artsen

46  mednet 11i2011

aan de universiteit utrecht onderzocht klinisch geriater en klinisch farmacoloog wilma Knol parkinsonisme geïnduceerd door het antipsychoticum haloperidol bij demente ouderen. Ze combineerde haar promotieonderzoek met werken in de tergooiziekenhuizen in blaricum en Hil-versum.

De bijwerking parkinsonisme is ruim 50 jaar bekend. Nog steeds is onbe-

grepen waarom sommige ouderen gevoe-liger voor de bijwerking zijn. Dit geeft vol-gens Knol aan dat er binnen de geriatrie een kloof bestaat tussen klinisch hande-len en de erbij horende wetenschappe-lijke ondersteuning: “Wetenschappelijk onderzoek sluit de populatie kwetsbare ouderen vaak uit. In de praktijk kunnen we daarom vaak niet uit de voeten met de resultaten van onderzoek dat gedaan is in

een jongere of minder kwetsbare popula-tie. Het dichten van die kloof was voor mij de motivatie voor mijn promotieonder-zoek.”Knol: “Wetenschappelijk onderzoek houdt er onvoldoende rekening mee dat het welbevinden voor ouderen belangrijker is dan het verlengen van de levensduur. We inventariseerden het welbevinden door familieleden en verpleegkundigen te vra-gen de patiënten te observeren. Zo ont-dekten we dat de mensen die parkinso-nisme krijgen als gevolg van antipsychotica een mindere kwaliteit van leven ervaren.”De plasmaconcentratie van haloperidol in het bloed bleek niet gecorreleerd met het optreden van parkinsonisme. Knol vond een genetische variatie die vrouwen moge-lijk beschermt tegen het optreden van de bijwerking. “Alles wijst erop dat de beschik-

baarheid en verdeling van haloperidol in de hersenen anders is bij de personen die par-kinsonisme ontwikkelen. In een volgend onderzoek willen we daarom liquor afne-men bij patiënten die voor een operatie een ruggenprik krijgen. Zo integreren we onderzoek met de klinische praktijk om zo de ouderen zo min mogelijk te belasten.”Knol gaat door met haar onderzoek: “Ook perifere ziekenhuizen kunnen goed wetenschappelijk onderzoek bedrijven. De Tergooizieken-huizen richten een Leerhuis in om het doen van onder-zoek te ondersteu-nen. Het zoeken naar tijd en financi-ele middelen blijft helaas een lastige zaak.”

Wilma KnolParKINsoNIsme Door aNtIPsycHotIca bIj DemeNte ouDereN

een promotieonderzoek kan de weg vrijmaken voor een carrière in (inter)nationale werkgroepen. Het overkwam dermatoloog in opleiding mandy schram. Ze promoveerde onlangs op haar onderzoek naar atopisch eczeem in het amc. De belangrijkste aanbeveling die ze in haar proefschrift doet, is een oproep tot harmonisatie van het onderzoek naar atopisch eczeem.

Schram werkt inmiddels mee in de internationale HOME-groep (Harmonizing Outcome Measures for Eczema): “Nu zijn er veel

diagnostische criteria en uitkomstmaten die het vergelijken van trials lastig maken. Met HOME zoeken we een breed gedragen harmonisatie van uitkomst-maten voor trials. De uitkomstmaten moeten daarmee voor iedereen hetzelfde zijn, waar-aan elke onderzoeksgroep natuurlijk zelf ele-menten kan toevoegen. We werken er nu aan om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.”Dichter bij huis werkt Schram in de werk-

groep off-label-geneesmiddelen van de Nederlandse vereniging voor Dermatologie en Venereologie. Tijdens een gerandomi-seerde studie bij patiënten met ernstig atopisch eczeem toonde ze aan dat gebruik van methotrexaat en azathioprine veilig en zinvol is. Met dit onderzoek haalde Schram het nieuws op het Amerikaanse Doctors Channel. “Aanvankelijk wilden we een trial met efalizumab doen. In de week dat ik een review over off-label-gebruik van dit middel voor publi-catie wilde insturen, haalde de fabrikant efalizumab van de markt. Hierdoor kon ook de trial niet doorgaan. Dat was erg pijnlijk voor ons en leverde wekenlange vertraging van mijn onderzoek op.”Voorlopig blijft Schram bezig met de harmonisatie van trials bij atopisch eczeem en het onderzoek naar off-label-gebruik van medicijnen voor de ziekte: “De vervolgstudie van de methotrexaat- en azathioprine-trial loopt nog, we willen ook de langetermijneffecten van beide middelen vaststellen. Of ik dit werk mijn hele carrière blijf doen, weet ik niet, misschien vind ik over een tijdje onderzoek naar iets anders leuker.”

Mandy Schrammeer sameNwerKINg bIj oNDerZoeK Naar atoPIscH ecZeem

Page 3: Promoties van jonge artsen

  47 

Merlijn HuttemanfluoresceNtIe maaKt tumorweefsel tIjDeNs oPeratIe ZIcHtbaar

merlijn Hutteman studeerde eerst cognitieve kunstma-tige intelligentie voordat hij in leiden aan zijn genees-kundeopleiding begon. “Na mijn eerste studie kriebelde er iets in me om met patiënten te gaan werken. Van het begin af aan had de chirurgie mijn interesse”, aldus merlijn Hutteman.

Nog tijdens zijn studie startte hij zijn promotieonderzoek

naar image guided surgery. Hier-bij kleuren fluorescerende stoffen weefsels die vervolgens met een speciale camera zichtbaar wor-den. De stoffen fluoresceren met een golflengte die tussen die van rood en infrarood licht in zit. Weefsels zijn tot een centimeter transparant voor deze straling waardoor een kijkje in de diepte mogelijk is. “Bij de Harvard Medical School in Boston werkte ik ruim anderhalf jaar aan het bouwen van de fluorescentieca-mera die we daarna voor het onderzoek in Leiden gebruikten.”Hutteman toonde aan dat de fluorescerende stof indo-cyanine groen bij schildwachtklieroperaties vergelijk-baar resultaten laat zien bij het lokaliseren van de tumor als de gebruikelijke radioactieve markers, mits de patiënt niet te dik is. Ook bij vulva-, cervix- en borstkan-keroperaties doet de beeldvormende techniek goed dienst. Bij proefdieren liet Hutteman zien dat de methode werkt met weefselspecifieke fluorescerende antilicha-men. De antilichamen maken specifiek tumoren of zenuwweefsel zichtbaar. De eerste klinische test, naar de veiligheid van de fluorescerende antilichamen, staat op het punt te beginnen.De jonge doctor promoveerde cum laude op zijn onder-zoek: “Het was een verrassing dat dit gebeurde. Ach-teraf denk ik dat iemand per ongeluk wel eens iets liet doorschemeren maar dat heb ik toen niet zo begrepen.” Hoewel hij nu bezig is met zijn coschappen, laat zijn onderzoek Hutteman niet los: “Ik blijf eraan verbonden. Mijn ambitie ligt zowel bij het klinische werk als oncolo-gisch chirurg als bij het onderzoek.” Een academische carrière ligt voor Hutteman daarom het meest voor de hand.

Maaike BerbéestralINgsscHaDe oVerleVeN met VItamINe eN HormooN

onderzoek naar methoden om bestraling door een nucleaire ramp of aanslag te overleven, is géén alle-daags onderwerp voor een radiotherapeut in opleiding. De maastrichtse promovenda maaike berbée toog voor haar promotie naar de Division of radiation Health van de amerikaanse university of arkansas:

Berbée: “Mijn collega’s keken raar op toen ze over het onderwerp hoorden, het staat immers ver van de

radiotherapie af. De ramp in Fukushima maakte het onderzoek relevanter waardoor mensen zich er meer bij kunnen voorstellen.” De vitamine E-variant gamma-tocotriënol is een zeer sterke oxidant die geïoniseerde stoffen wegvangt. Bij de bestraalde muizen stimuleert de vitamine het herstel van het beenmerg en de stra-lingsgeïnduceerde darmschade. Ook vermindert het de oxidatieve stress in de bloedvaten. Gamma-tocotriënol beschermt de cofactor BH4 tegen beschadiging door straling. Juist deze cofactor is essentieel voor de wer-king van het enzym NO-synthetase en het voorkomen van extra oxidatieve stress.Het tweede medicijn, een variant van het hormoon somatostatine SOM230, helpt bij het in stand houden van de darmbarrière doordat het de excretie van pancreas sappen remt. Het middel werkt zolang de muis het binnen 48 uur na de bestraling krijgt. Volgens Berbée beschermt SOM230 waarschijnlijk alleen de darm en niet de tumor en is de stof daarmee een kandi-daat voor het voorkomen van stralingsschade na radio-therapie.”Het is niet uitgesloten dat gamma-tocotriënol ook de tumor beschermt. Het middel blijft daarom nog voorbe-houden voor gebruik bij nucleaire rampen: “Je moet het voor de blootstelling innemen en het is daarom geschikt voor mensen die een significant risico op stralingsschade hebben, bijvoorbeeld mensen die na een ramp op gaan

ruimen”, aldus de onderzoeker.Vorig jaar leverde haar onderzoek Berbée de Amerikaanse Radiation Research Editors’ Award op. Hoe-wel ze graag bij het onderzoek betrokken wil blijven, werkt ze, ondanks het succes liever niet meer in de VS: “Ik heb het erg naar mijn zin in Nederland.”