Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig...

32
Het ABC van het Zo zelfstandig mogelijk wonen Programma Thuisgeven in Gelderland

Transcript of Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig...

Page 1: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het

Zo zelfstandig mogelijk wonen

Programma Thuisgeven in Gelderland

Page 2: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Inhoud

Voorwoord 1

A De gemeente 3

1 De Doorzonscan in Lochem

‘Het was werkelijk een eyeopener’ 4

2 De Quik Scan Domotica (beleid) in Gendt

‘Houd de regie in eigen hand’ 6

3 Evaluatie in Doetinchem

‘Waar gaat het nou eigenlijk om?’ 8

B De wijk 11

4 Quick Scan Domotica (uitvoering) in Apeldoorn

‘Gesloten bolwerk is niet van deze tijd’ 12

5 Onderzoek naar bewoners in Culemborg

‘Een rampwijk? Bleek niets van’ 14

6 Onderzoek naar bewoners in Arnhem

‘Luisteren moeten we, heel goed luisteren’ 16

7 Evaluatie in Didam

‘We wisten het zélf maar amper’ 18

C De bewoner 21

8 De Domoticatoets in West Maas en Waal

‘Doe de voorlichting mondeling, persoonlijk’ 22

9 De Huistest in Heumen en Elburg

‘Zoiets moet je een jaar volhouden’ 24

10 Callcenter met verpleegkundigen

‘Wij gaan uit van alle mogelijke vragen’ 26

1 1 Koepel: helder profi el verbetert inbreng vraagkant

‘Weet wat je aan ouderen voorlegt’ 28

Meer informatie, colofon 30

Page 3: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen1

Als ik érgens de behoefte toe voel na het

doornemen van dit ‘ABC…’, dan is het in

de eerste plaats dit: mijn waardering uit-

spreken voor de inzet en het enthousiasme

waarmee onze partners aan de slag zijn.

Ik ben er opnieuw van onder de indruk

geraakt, te meer omdat uit de verhalen

blijkt hoe lastig de materie soms is, en hoe

complex en broos processen kunnen zijn.

Het siert de vertegenwoordigers van

de partijen verder dat ze openhartig zijn

geweest, zich kwetsbaar hebben opgesteld.

Het zijn voorwaarden voor wat we binnen

het programma ‘Thuisgeven in Gelderland’

beogen met brochures als deze: anderen

in Gelderland de gelegenheid bieden om te

leren en te refl ecteren.

We hebben in deze brochure een

over zicht willen geven van alle ideeën

en ontwikkelingen die samenhangen met

‘zo zelfstandig mogelijk wonen’. Het draagt

bij aan de missie van ons programma:

‘mensen kiezen zelf hoe ze willen wonen’.

Dan moet er wel wat te kiezen zijn. Je moet

naar een geschikte woning kunnen ver -

huizen of je huis geschikt kunnen maken

om er langer te kunnen blijven. Wat de

laatste optie betreft: uit menig verhaal in

deze brochure blijkt dat je met kleine

aanpassingen weer heel wat jaren vooruit

kunt. Zo bezien is het verhaal ineens

simpel, een abc’tje.

We kunnen moeilijk om de demo gra-

fi sche noodzaak heen: de ver grijzing.

VoorwoordHet ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

We dienen het aanpassen van bestaande

woningen te stimuleren, anders komen we

straks geschikte woningen te kort. In dit

‘ABC…’ leest u hoe dat stimuleren gebeurt.

U komt verhalen tegen uit de werelden

van wonen, welzijn en zorg. Ze pogen zo

veel mogelijk één wereld te worden, omdat

alleen dan mensen langer zelfstandig

kunnen blijven. De brochure voert u langs

‘instrumenten’ die partijen inzetten om het

zover te brengen. Bij elk instrument leest u

over ervaringen uit de praktijk: wat werkt

wel, wat werkt niet en waarom eigenlijk?

‘Het ABC voor het zo zelfstandig

mogelijk wonen’ gaat van ‘De gemeente’

(deel A) via ‘De wijk’ (deel B) naar een

afsluitend deel op het individuele schaal-

niveau: ‘De bewoner’ (deel C). Binnen dat

deel is het laatste hoofdstuk ingeruimd voor

de belangenbehartiger van de ouderen in

Gelderland. Een dergelijk slotakkoord ligt

voor de hand, omdat het centraal stellen

van de vraag uitgangspunt is van het

programma ‘Thuisgeven in Gelderland’.

Nog eens de missie van het programma:

‘mensen kiezen zelf hoe ze willen wonen’.

Deze brochure heeft me handvatten gegeven

om het werken aan die missie verder in te

vullen. Ik hoop dat u net zo geïnspireerd

raakt door dit ‘ABC…’ als ik.

Hans Esmeijer

Gedeputeerde voor zorg en welzijn

Hans Esmeijer

Page 4: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen2

‘We konden compleet verzanden in vraagstukken als

hoe multifunctioneel is multifunctioneel?’

Page 5: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen3

A De gemeente

Waar in de gemeente staan de woningen die zich zo laten aanpassen dat ze langer

geschikt blijven voor de bewoners? In het eerste hoofdstuk van dit deel een gemeente die

de Doorzonscan inzette om daar achter te komen.

Dan een zorgpartij die de Quick Scan Domotica liet doen uitmondend in een visie op wonen,

zorg en techniek. Ook handig voor gemeenten en corporaties trouwens die behoefte voelen

aan beleidsuitgangspunten voor het ‘opplussen’.

Ten slotte het verhaal van een gemeente die een beetje klaar is met woonservicegebieden.

Althans, met woonservicegebieden volgens het boekje. Het roer gaat er om.

Page 6: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen4

lochem, woensdag 13 januari 2010 – De Doorzonscan heeft Lochem iets verteld over de

woningvoorraad, en meer dan dat. ‘Sindsdien weten we waar we moeten zijn met nieuwe

voorzieningen voor ouderen.’

1 ‘Het was werkelijk een eyeopener’Doorzonscan: aanknopingspunten op meer terreinen

Het instrument…

De Doorzonscan

De Doorzonscan is een excellpro-

gramma op een cd’tje waarmee

gemeenten en corporaties kunnen

achterhalen welke eengezinswo-

ningen binnen hun voorraad met

aanpassingen geschikt te maken

zijn (‘opplussen’) voor ouderen en

mensen met een beperking.

De resultaten van de scan,

adreslijsten, kunnen op een kaart

worden weergegeven. Ook kun-

nen ze gekoppeld worden aan

bevolkingsgegevens, waardoor

je op de kaart in één oogopslag

ziet in hoeverre ouderen al in de

potentieel juiste huizen wonen.

De scan combineert gemak-

kelijk te verzamelen kenmerken

van woningen (omdat ze in

gemeentelijke administraties

voorkomen) met de ‘eisen’ voor

een potentieel geschikte woning:

bad- en slaapkamer moeten op

dezelfde verdieping liggen en

dienen een minimale afmeting

te hebben: slaapkamer 2,9 x 4,1

meter; bad kamer 1,8 x 2,0 meter.

Bureau Laagland’advies heeft de

scan ontwikkeld, in opdracht van

onder meer de provincie. Tachtig

procent van de Gelderse gemeenten

heeft inmiddels gebruik gemaakt

van de scan. Kosten: 250 euro.

Lochem maakt in 2006 gebruik van de

Doorzonscan, maar het verhaal begint

enkele jaren eerder. Dan doet bureau

Laagland’advies de Achterhoekse plaats

geregeld aan, om te sparren met mensen

van de gemeente, zoekende nog hoe zo’n

scan het best in elkaar kan steken.

De vraag die Lochems ambtenaar stedelijk

gebied Frits Wits nog het meest bijstaat

van de sessies, is: wanneer is een woning

geschikt om op te plussen? Wits: “Waar

trek je de grens? Uiteindelijk is besloten

om het vooroorlogs woningaanbod te laten

schieten; te verouderd. Ook de bouw van

net na de oorlog verviel. De breedte van de

voor- en achtergevel is in woningen uit de

jaren vijftig vaak minder dan zes meter; te

klein om boven een natte cel te maken.”

Natte cel is jargon voor een douche-

ruimte of badkamer. Wits ziet die als een

van de belangrijkste punten om een woning

levensbestendig te laten zijn. De andere:

een slipvrije vloer in de badkamer, een

tweede toilet en een makkelijke entree

naar de woning. Voor die laatste moet in

nogal wat gevallen een licht hellingbaantje

richting voordeur aangelegd worden.

In 2006 is het zover. De scan is klaar

en Lochem is een van de eerste gemeenten

waar de nieuwe methode beproefd wordt.

Laagland’advies loopt technisch personeel

van de gemeente af, op zoek naar allerlei

databestanden die nodig zijn als input

(zie kader links).

Wits over de uiteindelijke uitkomst:

“Die was werkelijk een eyeopener voor

ons. We bleken over zeer veel potentieel

geschikte woningen te beschikken. Nu zijn

we een gemeente met tachtig procent eigen

woningbezit, dus was het misschien ook

wel te verwachten. Maar toch, nu zagen we

het ineens voor ons, op een kaart.”

Door een koppeling met het

adressenbestand naar leeftijd van

inwoners, leerde de kaart Wits en collega’s

nog iets anders: waar in de gemeente de

ouderen zich ophielden. “Sindsdien weten

we waar we moeten zijn met zorg- en

welzijnsvoorzieningen voor ouderen,

en waar dat amper zin heeft.”

Wits werkt voor ruimtelijke

ontwikkeling. Is het resultaat van de

scan gedeeld met andere gemeentelijke

afdelingen? “De eerlijkheid gebiedt me te

zeggen dat wij er pas later bij zijn gekomen.

Het helpen ontwikkelen van de scan vloeide

voort uit het ‘Masterplan wonen, welzijn

en zorg’, en dat was al eerder ontwikkeld.

Door welzijn. Het antwoord op de vraag van

zojuist is derhalve: ja.”

Het oog viel al snel op een wijk in

Lochem, volgens de scanuitkomst rijk

“Uiteindelijk is besloten om het vooroorlogs

woningaanbod te laten schieten; te verouderd.”

Frits Wits

Page 7: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen5

… toegepast op

Lochem

Lochem telt ruim 33.000

in woners. De gemeente telt

negen kernen, waarvan Lochem

veruit de grootste is. Uit de

Doorzonscan kwam dat bijna een

kwart van de woningvoorraad

geschikt te maken is voor mensen

op leeftijd: ruim 3.000 van de in

totaal 13.500 huizen in Lochem.

Een kleine 2.000 woningen

bleken al op orde. Op basis van

de scan, waaruit ook bleek waar

met de minste energie de meeste

winst te behalen zou zijn, draaide

in 2006 een pilot opplussen in

een van de wijken in Lochem.

Binnenkort is er weer één, dan

in een kern met 1.700 huizen.

aan opplus-potentie. Alle 55-plussers

van de wijk, honderd huishoudens in

totaal, werden uitgenodigd voor een

voorlichtingsbijeenkomst. Uiteindelijk

resulteerde de actie in tien woningen

tot verbeteringen. Wits spreekt van

een matige respons, ook gezien de

subsidiemogelijkheid op de helft van de

kosten.

Lochem probeert het binnenkort nog

eens, dan in Eefde, een kleine, agrarische

kern. “Daar is een zeer actieve dorpsraad,

vermoedelijk geeft dat een ander beeld. Dit

verhaal gaat in belangrijke mate om pr,

om promotie, om mond-tot-mondreclame.

‘Heb je al gehoord? De buurvrouw laat een

tweede trapleuning monteren, dat wil ik

ook wel.’ Op die manier.”

Op grond van de bevindingen in Eefde

wil Wits de gemeenteraad het voorstel

doen sommige aanpassingen structureel

van subsidie te voorzien. “Maar dan moet

ik met een doortimmerd verhaal komen,

weten wat wel en wat niet werkt. Daar kan

ik de ervaringen uit beide pilots goed bij

gebruiken.”

Ten slotte een persoonlijke refl ectie op

de vraag: wanneer ben je oud? “Je bent zo

oud zoals je je voelt. Bij dit type project

wordt steeds de ondergrens van 55 jaar

aangehouden, maar ik bijvoorbeeld ben

ouder. En ik denk: donder op met je

opplussen, daar heb ik toch helemaal

niet de leeftijd nog niet voor?! Neem 65

als grens.” Lachend, refererend aan de

pensioendiscussie: “Zal nu wel 67 worden

trouwens.”

Van de andere kant, stelt Wits, gaan

tussen je 55e en 65e vaak de kinderen het

huis uit en komen de eerste kleinkinderen.

“Dé tijd dus om het huis na al die jaren

nog eens één keer goed aan te pakken.

Een uitgelezen periode om op te plussen.”

“Ik ben ouder dan 55, maar denk: donder op met je

opplussen, daar heb ik toch helemaal niet de leeftijd

nog niet voor?!”

“Bij opplussen gaat het om mond-tot-mond-

reclame. De buurvrouw laat een tweede trap-

leuning monteren, wil ik ook wel. Op die manier.”

Page 8: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen6

gendt, vrijdag 8 januari 2010 – Een zorgpartij die begint te refl ecteren op de toekomst, doet

er goed aan de techniek in eerste instantie compleet buiten beschouwing te laten. Eerst

koers bepalen, dan de regie nemen. En de regie houden.

2 ‘Houd de regie in eigen hand’ Adviesbureau: eerst een visie op zorg, dan de techniek

Het instrument…

Quik Scan Domotica

(beleidsontwikkeling)

Wat is het? Een geschreven visie

van een professioneel bureau

op mogelijke domotica-toepas-

singen, gebaseerd op expliciet

gemaakte uitgangspunten voor

de relatie wonen, zorg, welzijn.

Kan uitgevoerd worden op het

schaalniveau van een gemeente,

maar ook voor een corporatie,

welzijnsorganisatie of – zoals in

dit geval – een zorgpartij.

Kosten: 4.000 euro, bijdrage

provincie 2.000 euro.

Marjolein Delsing kent ze, de voorbeelden

van misplaatste techniek. Een alarmknop

rechts bij het binnenkomen van het toilet

bijvoorbeeld, exáct op de plaats waar velen

de lichtknop verwachten. Niet echt handig

voor mensen wier verstandelijke vermogens

minder zijn geworden, door Alzheimer

bijvoorbeeld.

En als mensen zich al niet vergissen in

die eerste schakelaar: aan de wand achter

de wc-pot hangt in menig verpleeghuis

een trekkoord, als tweede mogelijkheid om

alarm te slaan, maar dat dan weer op een

plek waar ouderen lang gewend waren aan

een metalen koordje, om het toilet door te

trekken.

Gevolg van beide fi jne stukjes

techniek op het kleinste kamertje in

huis: verzorgenden die om de haverklap

‘opgeschrikt’ worden door een melding die

vals blijkt. Je vraagt je af: hoe reageren ze

daar na verloop van tijd op? En als het dan

een keer wel menens is…?

Moet helemaal anders, kán ook anders,

meent Delsing, een verpleegkundige

die gedurende haar werk in de wijk en

psychiatrie steeds meer gefascineerd raakte

door technische innovatie en twee jaar

geleden een adviesbureau begon: Hesticare.

Delsing betoogt dat ‘actieve’ alarmering

in het geval van dementerenden sowieso

geen goed plan is. “Op een alarm moeten

drukken, kan bij mensen die enkel

lichamelijk iets mankeren. Voor hen is

het helder of is het in elk geval duidelijk te

maken. Mensen met dementie begrijpen er

helemaal niets van, en dat leer je ze ook niet

meer. Pak voor hen bewegingssensoren,

waarmee in de toiletten, de gang of welke

ruimte dan ook licht automatisch aanfl oept

wanneer iemand die kant op komt.”

Ander punt is dat veel instellingen in de

zorg zich afhankelijk hebben gemaakt van

één leverancier. “Die vraagt dan rustig 700

à 800 euro voor een extra bewegingsensor,

terwijl die ook voor 50 à 100 euro op de markt

is ”, zegt Delsing. “Alleen is dat meestal

geen optie, omdat enkel be wegingssensoren

van de leverancier op de infrastructuur

werken die hij zelf heeft aangelegd.”

Het kwaad is in feite al geschied.

In een eerder stadium, bij het oriënteren op

een nieuwe technische infrastructuur, had

als eis gesteld moeten worden dat die kan

communiceren met apparaten van welke

makelij of leverancier dan ook. Delsing:

“Zorg dat je techniek werkt volgens het

IP-protocol van internet. Dan kun je op

afstand bijvoorbeeld een deur openen,

mocht dat nodig zijn.”

Delsing hamert op aandacht voor

de allereerste fase, wanneer de eerste

“Op een alarm drukken? Mensen met dementie

begrijpen daar niets van, en dat leer je ze ook

niet meer.”

Marjolein Delsing

Page 9: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen7

… toegepast op

Zorgcomplex St. Jozef

St. Jozef is een zorgpartij en

tevens de naam van het complex

dat een dezer dagen voor haar

wordt opgeleverd, in Gendt. Het

bestaat uit vijf afdelingen: drie

voor mensen met psychische

problematiek, twee voor mensen

met een lichamelijke aandoe-

ning. Op elke afdeling wonen zes

mensen. Er is dagbesteding voor

ouderen en de thuiszorg houdt er

kantoor. Het zorgcomplex zit op

de begane grond van het Hof van

Breunissen, een multifunc tioneel

complex in het centrum van

Gendt, dat samen met een corpo-

ratie is gerealiseerd. Op de etages

zijn appartementen gebouwd.

De komst van het zorgcentrum

en een ‘Kulturhus’ verderop moet

het tij in Gendt gaan keren.

De voorbije jaren verdwenen de

politiepost, de bank, het post-

kantoor en een fi liaal van een

grote textielketen.

Gendt is met 7.000 inwoners

een van de grote kernen van

de Lingewaard (45.000). De

gemeente wil dit jaar met een

plan komen waarin per kern

staat wat er nodig is, niet alleen

aan voorzieningen, ook aan

woningbouw. Het moet tot

betere afwegingen leiden.

gedachten over de toekomst opkomen:

“Begin eens, helemaal los van techniek,

na te denken over vragen als: hoe wil ik

zorg leveren, hoe kleinschalig moet dat

zijn, wat wil ik met de doelgroep? Met

de antwoorden op zulke vragen bepaal je

uiteindelijk je koers en vanaf dat moment

mag je de regie, inclusief de regie over de

techniek, je niet meer af laten nemen.”

Het zijn voorbeelden van kwesties die eind

2008 aan de orde kwamen in haar korte

gesprekjes – ‘een stuk of zeven’ – met de

directeur van St. Jozef, een zorgorganisatie

die in Gendt een nieuw zorgcentrum wilde

realiseren. “We zijn aan een visie op de zorg

gaan werken. In dat geval wilde de directeur

toekomstig bewoners zo veel mogelijk

vrijheid geven, maar hen tegelijkertijd

privacy en veiligheid bieden.”

Iedere cliënt beschikt ook in het nieuwe

St. Jozef weer over een eigen kamer. “Toch

is daarmee de privacy niet gegarandeerd”,

zegt Delsing: “Bewoners kropen ’s nachts

wel eens bij een ander in bed, tot afschuw

van de laatste, die zich onveilig en in de

privacy aangetast voelde, een fenomeen

dat tot het verleden moest gaan behoren.”

Het was voor St. Jozef een belangrijk

overweging om te kiezen voor ‘tags’:

zendertjes van een halve vierkante

centimeter groot, verwerkt in een

polsbandje, die een bewoner enkel toegang

verschaft tot de goede kamer: zijn kamer.

De eerste afdelingen gingen onlangs

open en de eerste bewoners namen er

hun intrek. Op de drie afdelingen voor

mensen met psychische problematiek

– vaak dementie –, zijn camera’s komen te

hangen; de twee afdelingen voor mensen

met een lichamelijke aandoening, eveneens

eenheden voor zes personen, zijn voorzien

van alarmknoppen.

Met alle apparatuur is zeker ’s nachts

minder zorg nodig; nachtrondes gaan

tot het verleden behoren. “Verzorgenden

moeten daar aan wennen. Ze moeten gaan

durven vertrouwen op de techniek. Je zult

daar veel aandacht voor moeten hebben.”

Delsing trof in Gendt een ‘moderne

directeur’ aan, die er al eerder blijk van gaf

open te staan voor zorginnovatie:

St. Jozef realiseerde ‘videocare’, waarmee

bewoners die nog thuis wonen via hun tv

contact hebben met huisartsen en andere

hulpverleners.

De Hesticare-adviseur vertelt dat met

het schrijven van de zorgvisie voor St. Jozef

32 uur gemoeid was, het aantal uur dat

staat voor de Quick Scan Domotica. “Wat

de scan inhoudt? Het is geen plan dat je

doorloopt of zo, er staan ook helemaal geen

aanwijzingen over op papier. Je bent er vrij

in. Je moet als adviesbureau samen met de

klant tot een visie komen, dat is het.”

“Bewoners kropen ’s nachts wel eens bij een ander

in bed, tot afschuw van de laatste, die zich onveilig

en in de privacy aangetast voelde.”

“Wat de scan inhoudt? Daar staan helemaal

geen aanwijzingen over op papier. Je moet als

adviesbureau samen met de klant tot een visie

komen, dat is het.”

Page 10: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen8

doetinchem, woensdag 6 januari 2010 – Op enig moment was wethouder Otwin

van Dijk de oeverloze discussies over multifunctionele centra beu. Hij wil nog best

woonservicegebieden realiseren, maar dan over een andere boeg. Terug naar de basis.

3 ‘Waar gaat het nou eigenlijk om?’Weerzin tegen woonservicegebied volgens het boekje

Het ‘instrument’…

Evaluatie

Evaluatie als instrument bestaat

in dit verband niet als zodanig,

vandaar de aanhalingstekens.

Hier is bedoeld dat het goed is

om van tijd tot tijd te refl ecteren

op beleid en de resultaten ervan:

zitten we op de goede weg, en zo

het antwoord op die vraag ‘nee’

of ‘kan beter’ luidt: hoe moet het

dan wel?

Toen Otwin van Dijk vijf jaar geleden

wethouder in Doetinchem werd, trof

hij een ‘zeer omvangrijk en ambitieus’

boekwerk aan dat zijn voorganger had

achtergelaten. Het plan handelde over

woonservicegebieden. Er bestond

daarnaast een checklist van enkele A4’s

met elementen waaraan zo’n wijk zou

moeten voldoen om er woonservicegebied

tegen te kunnen zeggen, tot in de

vierkante meters gespecifi ceerd.

Uit het begin van zijn periode

herinnert Van Dijk zich oeverloze

discussies, vooral over het fenomeen

multifunctioneel centrum (mfc), dat als

hart moest gaan functioneren van elke

tot woonservicegebied getransformeerde

wijk. Van Dijk: “We konden compleet

verzanden in vraagstukken als ‘wie betaalt

het mfc?’ en ‘hoe multifunctioneel is

multifunctioneel?’.”

Doetinchem heeft een begin gemaakt

met twee woonservicegebieden en

werkt aan plannen voor drie andere.

“En die worden prachtig, daarover

geen misverstand.” Maar of het de weg

is die andere delen van de gemeente

moeten gaan…? Van Dijk: “Uiteindelijk

geloofde ik het wel. Als we op die voet waren

verdergegaan, was in 2040 misschien de helft

van onze wijken op orde geweest, let wel:

wanneer de vergrijzing alweer op zijn retour

is dus.”

De weerzin tegen woonservicegebieden

volgens het boekje wordt de wethouder

ingegeven door hun moeizame

totstandkoming, nog eens extra lastig

gemaakt door de ingevoerde marktwerking

in de zorg – ‘moeten we zo snel mogelijk van

af’ – en de fi nanciële krapte waar overheden

en corporaties in toenemende mate mee te

maken krijgen.

Maar belangrijker nog vindt Van Dijk

de notie dat een woonservicegebied ook

‘minder ingewikkeld, minder instrumenteel

ingestoken en minder in de fysieke hoek’

gerealiseerd kan worden.

“Want waar gaat het nou eigenlijk om?”,

vraagt de PvdA-wethouder bijna retorisch.

“Om drie simpele dingen: mensen moeten

thuis zorg op afroep kunnen krijgen, ze

moeten fatsoenlijk wonen, bijvoorbeeld door

huizen op te plussen, en ze moeten ’s ochtends

zin hebben om het bed uit te komen, omdat

er een mooi welzijnsaanbod is, waardoor ze

elkaar ontmoeten.”

“We konden compleet verzanden in vraagstukken

als ‘hoe multifunctioneel is multifunctioneel?’.”

“Als we op de oude voet waren verdergegaan,

was in 2040 misschien de helft van onze wijken

op orde geweest.”

Otwin van Dijk

Page 11: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen9

… toegepast op

Doetinchem

Doetinchem is een gemeente

in de Achterhoek, krap 60.000

inwoners groot. De gemeente

bestaat uit de stad Doetinchem

en een aantal kernen eromheen.

De voorbije jaren is een begin

gemaakt met de bouw van twee

woonservicegebieden, voor drie

andere zijn plannen in ontwikke-

ling, en min of meer worden het

allemaal woonservicegebieden

‘volgens het boekje’. Daarnaast

begint Doetinchem dit jaar in een

van de wijken een pilot, waarmee

een compleet ander woonservice-

gebied van de grond moet komen,

via een ander traject ook.

“Doe je dat, dan heb je helemaal

geen mfc nodig. Ontmoeten kan ook

prima in de buurthuizen en buurtkamers

die we hier in de wijken en dorpen hebben.

Er hoeft helemaal geen restaurant te zijn,

waarvan de exploitatie trouwens altijd

weer tot hoofdbrekens leidt, omdat het

half-intra- en half-extramuraal is. Je kunt

ontmoetingen ook stimuleren door in een

wijk een bibliotheek onder te brengen.

Of een apotheek.”

Doetinchem (60.000 inwoners)

gaat het in de wijk Overstegen over een

andere boeg gooien. “Dat wordt een pilot

en pilots zijn interessant, omdat ze je

de gelegenheid bieden om buiten de

bestaande werkelijkheid van ingewikkelde

regelgeving om te werken. De AWBZ

spreekt over lichte, matige en zwaardere

participatieve beperkingen. Daar is voor

gewone stervelingen geen touw aan vast

te knopen. En dan heb ik het slechts over

één wet.”

Van Dijk legt uit dat in Overstegen de

gemeente, de corporatie, diverse zorg- en

welzijnspartijen geld in één pot stoppen

en naar de burger toe als één team gaan

opereren, alsof er geen belangen zijn.

“Het moet voorkómen dat een bewoner ’s

ochtends iemand over de vloer krijgt om te

poetsen, dan iemand om de steunkousen

aan te trekken, een uur later een

wijkverpleegkundige van weer een andere

organisatie die een injectie komt toedienen

en aan het eind van de middag nog eventjes

de woonadviseur.”

Doetinchem heeft volgens Van Dijk

de toegang tot de zorg al ‘ontkokerd’,

Overstegen gaat over de uitvoering ervan.

Hoe hebben de zorgpartijen, die elkaar

sinds de marktwerking doorgaans het

licht in de ogen niet gunnen, gereageerd?

“Laaiend enthousiast. Weet je wat het is?

Die willen ook gewoon mensen helpen,

hoor.” De wethouder verwacht dat de pilot

een grotere tevredenheid laat zien, zowel

onder cliënten als medewerkers, en dat het

bovendien kostenbesparend zal blijken te

zijn. “De truc is: je moet meer aan welzijn

doen, dan bespaar je. Want zorg is duurder

dan welzijn.”

Eén ding nog. Voor Van Dijk staat vast

dat de gemeente de regie moet nemen en

houden. “Als je niet meestuurt, gebeurt het

gewoon niet.”

“Mensen moeten ’s ochtends zin hebben om het bed

uit te komen, omdat er een mooi welzijnsaanbod is.”

Woonservicegebied

Een woonservicegebied oogt

als een gewone wijk, maar

functioneert op bijzondere

wijze. Partijen op het gebied van

wonen, welzijn en zorg werken

samen aan voorzieningen, waar-

door in zo’n wijk ook ouderen

en mensen met een beperking

kunnen wonen. Het geeft hen

keuzevrijheid, indachtig de

missie: ‘mensen kiezen zelf hoe

ze willen wonen’.

Zie ook:

www.woonservicegebied.nl

Page 12: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen10

‘Een techniek kan er op de tekentafel mooi uitzien,

maar in de praktijk werkt die soms wel, soms niet.’

Page 13: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen11

B De wijk

Stel je bent zorgpartij en overweegt domotica. Hoe pak je dat aan? In het eerste hoofdstuk

van dit deel een servicefl at die de Quick Scan Domotica inzette, ook handig voor gemeenten

en corporaties trouwens.

In de volgende twee hoofdstukken voorbeelden van onderzoek in de wijk, in beide gevallen

uitgevoerd door een welzijnsorganisatie voor ouderen, in beide gevallen om de wensen van

bewoners te achterhalen.

Ten slotte het verhaal over een woonservicegebied waar volop in domotica werd

geïnvesteerd. Er is dermate veel geleerd en er wordt nog altijd dermate veel ervaring

opgedaan dat het gebied nu een landelijke ‘proeftuin’ is geworden.

Page 14: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen12

apeldoorn, woensdag 6 januari 2010 – Gegrepen door een Spaans verhaal over computers

en ouderen, liet een servicefl at in Apeldoorn zich adviseren over woontechnologie. Met als

uiteindelijk doel om mensen elkaar meer te laten ontmoeten.

4 ‘Gesloten bolwerk is niet van deze tijd’Servicefl at wil ontmoeting bevorderen, ook met de wijk

Het instrument…

Quick Scan Domotica

(uitvoering)

Wat is het? Een geschreven advies

van een professioneel bureau over

mogelijke domotica-toepassin-

gen. De scan kan handig zijn bij

aanvang van een concreet project,

in een wijk, dorp of – in het

voorbeeld hier – een servicefl at.

Kosten: 4.000 euro.

Subsidie provincie: 2.000 euro.

Renate Havik is directeur van servicefl at

Lindenhove in Apeldoorn. Ruim een jaar

geleden raakte ze geïnspireerd door een

verhaal dat ze schuin tegenover hoorde, in

schouwburg Orpheus, waar de provincie de

jaarlijkse manifestatie van het programma

‘Thuisgeven in Gelderland’ hield. Het was

een vrouw die het verhaal deed.

Havik: “Zij vertelde over een project

in Spanje, in Extramadura. Daar zaten

ouderen altijd maar buiten, op bankjes. Er

is voor hen een centrum met pc’s ingericht,

zodat ze iets omhanden hadden, iets

konden leren ook. Het was meteen ook een

sociaal gebeuren.”

Dat is iets voor ons, dacht Havik

meteen: wij hebben ook veel ouderen in

huis (zie kader rechts) en we hebben op

de bovenste verdieping een recreatiezaal

waar mooi cursus gegeven kan worden als

we er laptops neerzetten. Ze knoopte nog

dezelfde bijeenkomst een gesprekje aan

met iemand van de provincie. Die zei dat

er subsidie mogelijk was op de ‘Quick Scan

Domotica’, een professioneel advies over de

mogelijkheden van thuistechnologie, het

andere woord voor domotica.

Het bestuur van Lindenhove bracht

in om ook een ICT-infrastructuur naar de

appartementen aan leggen, tot aan de

meterkast. Wat de bewoners vervolgens

precies in hun appartement wilden

hebben, moesten ze zelf maar beslissen.

En een video-intercom voor bezoek dat zich

beneden meldt, zou ook handig zijn.

Havik zag zo’n laatste installatie bij

een collega-servicefl at in Berg en Dal.

“Prachtig”, zegt ze: “Kom je binnen, zie

je meteen een groot beeldscherm waar je

maar één letter hoeft in te toetsen om alle

namen met die beginletter tevoorschijn te

toveren. Zo’n touchscreen willen we straks

trouwens ook op de computers in onze

recreatieruimte.”

De Quick Scan Domotica voor

Lindenhove ligt er sinds kort. Het rapport

is gemaakt door bureau Wenq, een bureau

waarover Havik in Berg en Dal hoorde, en

dat vervolgens door de provincie gescreend

en goed bevonden werd. Mensen van Wenq

namen de situatie in Lindenhove op en

voerden enkele gesprekken met Havik, het

bestuur en een enkele bewoner.

De directeur citeert de rij prijsindicaties

exclusief btw uit het rapport: netwerk,

afhankelijk van het type 38.000 of 65.000

euro; internetcafé 5.000 euro; video-

intercom 114.000 euro; toegangskaartlezer

550 euro per stuk; branddetectie 5.000 euro;

persoonsalarmering 140 euro per persoon.

Havik is tevreden met het rapport, wil

nog wel de nodige uitleg over de techniek

“Prachtig, zo’n video-intercom. Toets je een

letter in, komen alle namen met die beginletter

tevoorschijn.”

Renate Havik

Page 15: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen13

… toegepast op

Lindenhove

Lindenhove is de naam van

een servicefl at in Apeldoorn,

met twaalf verdiepingen, 230

bewoners in 180 appartementen,

alle koop. Dertig procent van

de bewoners is jong: mensen

van rond de twintig. Daarnaast

wonen er veelal mensen op

leeftijd, onder wie nogal wat met

gebreken. Iemand die sterk hulp-

behoevend raakt, bijvoorbeeld

door een zwaardere vorm van

dementie, moet omzien naar

een woonvorm elders.

en dan is het aan het bestuur en later de

bewoners om te besluiten wat te doen. “We

gaan een plan van aanpak maken. Helder

is dat gezien de bedragen niet alles tegelijk

kan. Ik vermoed dat in eerste instantie

gekozen wordt voor de video-intercom en

een computerhoek in de recreatiezaal.”

Het valt haar op hoe technisch het

verhaal is geworden. “Terwijl het mijn

bedoeling toch vooral was om mensen

elkaar te laten ontmoeten, zoals in

Spanje. Dat doel moeten we vooral

niet uit het oog verliezen. Ook voor het

krijgen van een extra subsidie van 50.000

euro is dat goed trouwens, want voor

de provincie is domotica helemaal geen

nieuw verhaal meer. Allerlei mensen die

elkaar ontmoeten; dát vindt de provincie

innovatief.”

Havik pakt er een krantenknipsel

bij. ‘Studenten helpen bewoners met

computerproblemen’, luidt de kop. Een

abonnement op ‘seniorweb’ kost 8 euro

per jaar, voorfi etsen 7,50 euro, een half

uur werk 9 euro. “Die studenten zouden

misschien ook de lessen kunnen geven”,

oppert Havik. “Dan krijg je interactie tussen

oud en jong.”

Jongeren die ‘zo maar’ de fl at in komen

en de lift naar de twaalfde pakken? Ook dat

idee zal de bewonersraad moeten passeren.

Havik: “Servicefl ats zijn van oudsher

gesloten bolwerken. Maar dat is niet meer

van deze tijd. We hebben hier in huis al een

consultatiepost waar ook ouderen uit de

buurt terechtkunnen. Goede zaak.”

“Domotica is voor de provincie helemaal geen

nieuw verhaal meer. Mensen die elkaar ontmoeten;

dát vindt de provincie innovatief.’”

Page 16: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen14

culemborg, donderdag 7 januari 2010 – Culemborg deed vier onderzoeken naar de

behoeften van oudere bewoners. Met af en toe verrassende resultaten. “Wij vermoedden

dat bewoners de buurt een rampwijk zouden vinden. Bleek niets van.”

5 ‘Een rampwijk? Bleek niets van’Onderzoek onder bewoners levert verrassingen op

Het instrument…

Onderzoek

Culemborg liet een eerste onder-

zoek onder ouderen doen in het

noordoostelijk deel van de stad.

Omdat het door vrijwilligers werd

uitgevoerd, konden de kosten be-

perkt blijven: 1.500 euro. Daarna

volgden nog drie onderzoeken,

uitgevoerd door professionals:

twee in de twee andere delen van

de stad, en eentje onder Marokka-

nen. Ze kosten 9.500 euro per stuk.

De voorbereidingen voor woonservicecen-

trum BonVie in Culemborg-Zuid waren

al op gang gekomen, toen in een ander

verband een stichting voor ouderen en

gehandicapten aan de bel trok. Zou het

niet verstandig zijn om inwoners van

Culemborg te betrekken bij plannen op het

gebied van wonen, zorg en welzijn?

Er werd besloten tot een grootschalig

onderzoek onder 80-plussers in het

noordoostelijk deel van de stad.

Het was de Stichting Welzijn Ouderen

Culemborg (SWOC) die het onderzoek liet

uitvoeren. De stichting zette twintig van

zijn vrijwilligers in, die vooraf werden

geschoold door een interviewdeskundige.

Ze gingen na een huis-aan-huis verspreide

brief bij bewoners op bezoek, om hun

wensen en behoeften te inventariseren.

Vele 80-plussers deden mee, en wanneer

ze op dreef raakten kon een bezoek best op

een zit van enkele uren uitdraaien. Een

hbo-stagiair verwerkte de gegevens in een

rapport, als afstudeeropdracht.

“Er kwamen leuke, nuttige resultaten

uit”, zegt Dieke Frantzen, toen SWOC-

directeur. “Mensen gaven aan heel prettig

te wonen. Dat was opmerkelijk, want

er waren net zeven tasjesroven geweest,

waardoor wij de verwachting hadden dat

bewoners de buurt als rampwijk zouden

ervaren. Bleek niets van. Mensen waren

vertrouwd met hun sociale omgeving,

koesterden die.”

Het roept ogenblikkelijk de vraag op of je dan

wel een complex als BonVie moet bouwen (zie

kader rechts). Kun je mensen niet beter laten

waar ze al wonen, en zorg en welzijn bij ze

aan huis leveren? Frantzen is de eerste om te

verklaren dat er voor- en nadelen verbonden

zijn aan een woonservicecentrum. Vooral de

gang ernaartoe en de eerste tijd op de nieuwe

stek blijkt niet zelden een beproeving voor

bewoners.

Anderzijds zijn er voordelen: de mensen

zijn van alle gemak en diensten voorzien,

‘alles’ zit bij ze in het appartement of om

de hoek, ook wanneer ze iets beginnen te

mankeren. De praktijk leert dat na verloop

van tijd nagenoeg iedereen gewend raakt aan

het nieuwe onderkomen.

Een laatste punt is dat er een voldoende

aantal mensen nodig is om de investeringen

te kunnen doen. Frantzen, sinds vorig jaar

zelfstandig adviseur en in die hoedanigheid

nog betrokken bij Culemborg, haalt

een verhaal aan uit de wijk Parijsch. Er

laaide verzet op onder bewoners van een

appartementencomplex, waarvan de

gemeenschappelijke ruimte met de komst

van BonVie zou worden opgedoekt. Frantzen:

“Mensen zeiden: ‘Als dat gebeurt, kom ik

niet meer’, terwijl BonVie maar tweehonderd

meter verderop zou komen te liggen.”

Maar gemeente en de andere partijen

zetten door: welzijn op twee plekken zo dicht

bij elkaar was onzin en de nieuwe locatie zou

minder draaien als de eerste geopend bleef.

Dieke Frantzen

De Checklist

De ‘Checklist voor het woonser-

vicegebied’ bevat de kwaliteiten

van een woonservicegebied op

orde, zoals ‘Veiligheid’, ‘Passie’,

‘Visie’, ‘Presentatie’, ‘Wegwijzer’

en ‘Borging’. De checklist is er

ook als waaier, handig om er op

gezette tijden bij te pakken: vanaf

de prilste ideeën tot jaren na

realisatie van een woonservicege-

bied. Niet bedoeld als blauwdruk,

wel als bron van inspiratie.

Zie: www.woonservicegebied.nl

Page 17: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen15

… toegepast op

Parijsch, BonVie

Parijsch is de naam van een wijk

van Culemborg (27.000 inwo-

ners), het zuidelijk deel van de

stad. In die wijk, waar 9.000

wonen, is in 2008 na een traject

van zes jaar BonVie geopend.

Het bestaat uit twee gebouwen:

‘Centre’ en ‘Ville’. Op de begane

grond van Centre zitten diensten

als de corporatie, de welzijns-

stichting, een kinderopvang, een

consultatiebureau, een restau-

rant, een dagopvang voor oude-

ren en een RIBW-post. Tezamen

vormen ze het ‘wijksteunpunt’

en zijn ze een stichting begon-

nen, waarin de samenwerking

geformaliseerd is. BonVie telt 87

appartementen en ‘doelgroepen’

wonen er door elkaar heen. De

meeste bewoners zijn mensen

zonder beperking, van wie

sommigen op leeftijd. Daar-

naast wonen er mensen onder

RIBW-begeleiding en mensen met

een beperking. Er is 24-uurszorg

beschikbaar.

Frantzen: “En iedereen is gewoon naar

BonVie gekomen, hoor. Maar het laat zien

hoe groot de weerstand kan zijn.”

Terug naar het onderzoek onder

ouderen. Ze gaven naast hun tevredenheid

aan het ’s avonds donker op straat te

vinden, wat ze angstig maakte. Er kwam

extra verlichting. Van een seniorencomplex

bleek de toegangsdeur ’s nachts niet te

openen vanuit de appartementen, wat

vooral lastig was voor hulpverleners.

Het werd verholpen.

Geïnteresseerd door het resultaat van de

min of meer toevallig geïnitieerde studie,

besloten gemeente en corporatie drie andere

onderzoeken te fi nancieren, waaronder

één onder Marokkanen – in het geval van

Culemborg veelal Berbers –, en een andere

in de wijk Parijsch. Frantzen: “Bij de

Marokkanen is gekozen voor de 45-plussers,

omdat die op jonge leeftijd al veel gelijkenis

vertonen met autochtone ouderen:

versleten heupen en zo, gevolg van het vele

harde werken.”

Eyeopener uit de studie was dat de

gemeentepagina met daarop ook informatie

over woningaanbod en -toewijzing niet

besteed was aan de meeste Marokkanen;

ze kunnen geen Nederlands lezen. De op-

drachtgevers van het onderzoek besloten

daarom enkele ‘tupperwarepartys’ te

houden, om de informatie alsnog aan

de man te brengen.

Ten slotte de studie onder ouderen in

Parijsch. Die heeft ertoe geleid dat stoepen

en wegen geëgaliseerd werden, om goed

naar het winkelcentrum te kunnen komen.

Bewoners gaven verder aan elkaar meer te

willen ontmoeten, in elkaars gezelschap

te willen eten ook. BonVie ging in die

behoefte voorzien.

Mensen wilden ook een viskraam, maar

dat kon niet omdat er al een viswinkel zat in het

winkelcentrum.

De voormalig SWOC-directeur spreekt van

een ‘zeer hoog ambitieniveau’ waarmee partijen

in Parijsch aan de slag zijn geweest. Nu moet

de stap gemaakt worden naar de wijk toe,

opdat wijk en centrum meer één worden. Een

van de acties is het contact met het medisch

centrum in de wijk intensiveren, opdat er ‘in

de preventieve sfeer’ gezamenlijk richting wijk

wordt geopereerd.

Onlangs hebben de BonVie-partners de

‘checklist voor het woonservicegebied’ er nog

eens bijgenomen, bij wijze van evaluatie.

Frantzen: “Al pratende bleek dat we het op de

onderdelen Passie en Visie geweldig hebben

gedaan en nog altijd doen.”

Het onderdeel Wegwijzer scoorde onder maats,

ook al worden de bewoners sinds kort goed

verwezen door betaalde krachten. Mensen uit

de wijk weten simpelweg niet dat BonVie de

verwijsfunctie in huis heeft, sterker: partijen

weten zelf amper dat het zo zou moeten werken.

Een laatste ongemak betreft de fi nanciën.

Eigenlijk, stelt Frantzen, zou je besparingen

in de AWBZ gecompenseerd moeten krijgen

in WMO-geld. Als voorbeeld geeft ze de zes

mensen met niet-aangeboren hersenletsel die

in BonVie wonen. Van hen zijn er sindsdien

twee ontzettend opgeknapt. Dat scheelt in zorg

en daarmee in declaraties aan het zorgkantoor.

“Dan zou je dat eigenlijk terug moeten zien

in bijdragen aan iets wat hard nodig is: het

stimuleren van ontmoeting. Maar dat kan niet.

Het voelt als gestraft worden voor goed gedrag.”

“Besparingen op zorg zie je niet terug in meer geld

voor ontmoeting. Het voelt als gestraft worden voor

goed gedrag.’”

Page 18: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen16

arnhem, donderdag 7 januari 2010 – Mede op basis van onderzoek stak een geïntegreerd

welzijnsteam in Arnhem-Zuid een programma voor wijkbewoners in elkaar. Het begon met

een misser. ‘We moeten naar de mensen luisteren, heel goed luisteren.’

6 ‘Luisteren moeten we, heel goed luisteren’Welzijnsstichting inventariseerde behoeften en wensen

Het instrument…

Onderzoek

Wat zijn de wensen en behoeften

van mensen in de wijk? Om daar

achter te komen deed de Stich-

ting Welzijn Ouderen Arnhem

in de aanloop naar twee nieuwe

woonzorgcentra onderzoek onder

150 bewoners. Onder hen zowel

mensen van de verzorgingshuizen

die gesloopt gingen worden, als

mensen die gewoon in de wijk

wonen. De resultaten werden

meegenomen in het nieuwe

programma dat de welzijns-

stichting in elkaar stak, samen

met de zorgpartij.

Zeer arbeidsintensief. Zo bestempelt Jan

Jacobs de studie naar wensen en behoeften

van inwoners in de wijk Malburgen,

Arnhem-Zuid.

De inventarisatie werd gedaan in de

aanloop naar de nieuwe voorzieningen

waaronder twee woonzorgcentra die

Malburgen kreeg (zie kader rechts), en die

vorig najaar offi cieel geopend werden,

eentje ervan door de koningin.

Zo’n 150 mensen werden geraadpleegd

tijdens het onderzoek. Onder hen bewoners

van de twee verzorgingshuizen die kwamen

te vervallen; zij werden vooral groepsgewijs

bevraagd. Bij zeventig tot tachtig anderen,

die gewoon nog in hun huis woonden,

belden ouderenwerkers en stagiaires van de

Stichting Welzijn Ouderen Arnhem (SWOA)

aan.

Jacobs, manager voor locaties waar

SWOA samenwerkt met andere partijen:

“De mensen die opendeden, bleken

vaak onderzoeksmoe. De gemeente, de

corporatie, allerlei partijen waren al bij

ze aan de deur geweest. Dat heb je in een

Vogelaarwijk.”

Maar de studie leverde resultaat op. Bij

sommige bewoners bleek de kelder vochtig

of klemde een deur, waarop de corporatie

werd ingeschakeld; anderen kampten

met ‘enkelvoudige’ dan wel ‘meervoudige’

problemen, bijvoorbeeld in de relationele

sfeer, zaken die werden opgepakt door

SWOA-ouderenwerkers en -adviseurs of er

werd doorverwezen naar hulpverleners.

Ten slotte was er een groep mensen die

om activiteiten verlegen zat. Jacobs: “Kon

van alles zijn: kaarten, bingo, handwerk en

andere creatieve zaken, iets op de computer

leren ook. Toen de nieuwe gebouwen

eenmaal open waren, hebben we iedereen

er uitgenodigd voor een kop koffi e, gekeken

of ze nog altijd dezelfde verlangens hadden.

Dat bleek voor het grootste deel het geval;

enkelen waren elders iets gaan doen.”

In de woonzorgcentra Malburgenstaete

en Eilandstaete werkt SWOA intensief samen

met zorgpartij Pleyade. Er is per locatie

een ‘geïntegreerd’ welzijnsteam, waar

beide organisaties een of enkele betaalde

krachten voor leveren. Zo’n team organiseert

dagelijkse ontmoetingen en geregeld een

evenement, een mix van al langer bestaande

en nieuwe activiteiten, de laatste deels geënt

op de uitkomsten van het onderzoek.

Twee culturen moesten samengaan, die

van de zorg en welzijn, en dat valt soms niet

mee. Zo weigerden de twee handwerkclubs

van de oude zorglocaties en die van de SWOA

om hun activiteit tegelijkertijd in dezelfde

ruimte te doen. Maar door ze meteen achter

elkaar te plannen, kwamen ze elkaar tegen

en raakten ze geïnteresseerd in elkaars

kunststukjes. Inmiddels zijn ze toch één.

De manager heeft wel eens de indruk

dat een deel van het verschil in cultuur zit

in de bejegening van de cliënt. Mensen uit

de verzorgingshuizen zijn eraan gewend

Jan Jacobs

Page 19: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen17

… toegepast op

Malburgen-Oost, Arnhem

In de wijk Malburgen-Oost in

Arnhem-Zuid wonen 12.500

mensen. Het is een deel van de

‘Vogelaarwijk’, waar een jaar

geleden twee woonzorgcentra

werden geopend: Malburgstaete

en Eilandstaete. Bij elkaar tellen

ze 96 appartementen. Dat zijn

er beduidend minder dan de 280

eenheden van de twee inmiddels

gesloopte verzorgingshuizen.

Tegelijkertijd is de populatie

bewoners ‘zwaarder’ geworden:

mensen die het op zichzelf wonen

echt niet meer redden. Malburg-

staete en Eilandstaete komen

voort uit het Masterplan Arnhem-

Zuid dat zeven partijen in 2001

tekenden. Ze kwamen overeen

om wonen, zorg en welzijn over

een andere boeg te gooien, onder

meer door ‘woonzorgzones’ te

maken: de buurten waarin de

twee staetes liggen.

dat veel voor ze gedaan wordt, bij SWOA

wordt het initiatief al snel bij de bezoekers

gelegd. “Ik was eens bij een gezamenlijk

dansevenement en zag de Pleyade-

bezoekers vooral toekijken. Pleyade-mensen

verzekerden me dat het een uitzondering

was en al helemaal niet de bedoeling. Deels

is het begrijpelijk trouwens: hun doelgroep

is gemiddeld genomen ouder dan die

van ons.”

Ander punt is de interactie met de

wijk. Die is nog volstrekt onvoldoende,

oordeelt Jacobs, een opvatting die door

Pleyade wordt gedeeld. De zorgorganisatie

schatte onlangs ruwweg dat een kwart

van de deelnemers aan de activiteiten van

Eilandstaete buurtbewoner is.

Jacobs heeft hoop op verbetering,

heeft er redenen toe. Pleyade is het nooit

gewend geweest om een complex deels vrij

te geven aan derden, was ook nergens voor

nodig, maar denkt daar recentelijk anders

over. Dat is Jacobs – die de aanvankelijke

weerstand begrijpt –, een lief ding waard

geweest. Zijn organisatie is welhaast

afhankelijk van de mogelijkheid om

bijvoorbeeld ’s avonds activiteiten te

houden, juist voor de wijkbewoner die

overdag andere dingen heeft.

Andere opsteker is dat het restaurant,

een enorme, stijlvol ingerichte ruimte,

tussen de maaltijden voor activiteiten

gebruikt gaat worden. Ook onlangs

besloten. Het zal meer reuring geven en

het beeld van de bezoeker in positieve zin

veranderen, vermoedt Jacobs. “Want hoe

krijg je jonge mensen uit de wijk binnen,

als die een zaal zien waarin ouderen de hele

dag zitten te zitten? En voor die laatsten is

het ook leuk om hen te ontmoeten.”

Het zou prachtig zijn als er ’s avonds

ook gegeten kon worden. Maar dat stuit

vooralsnog op personele problemen, en

vrijwilligers mogen de keuken – al is het dan

een open keuken –, niet in op grond van de

voedsel- en warenwet. “Wel mooi is dat de

kok van Eilandstaete laatst een Marokkaanse

maaltijd bereid heeft.”

Waarmee weer een ander punt is

aangesneden: de wijk bestaat voor 40 procent

uit migranten. Jacobs: “En hoe bereik je die?

Door hun maaltijden, door met ze te eten. Die

voorziening hadden we nooit. Maar ja, nu

hebben we hem nog niet.”

Jacobs ziet de interactie al licht toenemen,

schrijft dat toe aan evenementen, zoals

de opening met de koningin, de Dag van

de Ouderen, de Burendag, die laatste met

kinderactiviteiten. “Bij de bingo waren laatst

vijftig mensen van buiten. Tevreden? Nee, je

moet hoger zitten, veel hoger, ook bij andere

activiteiten.”

Ten slotte een les. Toen de twee staetes

openden, hebben Pleyade en SWOA alles uit de

kast getrokken. Tien weken aan een stuk. De

gebouwen stonden bol van de activiteit, er was

dans en expressie uit alle windrichtingen. Er

kwam geen hond.

Jacobs: “De drang om op dat moment

vooral íets te doen was zo groot dat we er geen

weerstand aan konden bieden. Helemaal fout.

Je moet naar de mensen luisteren: wat willen

ze eigenlijk? Het is ook in essentie wat wij

moeten doen en dan ook steeds meer doen:

niet de zoveelste activiteit organiseren, maar

outreachend werken, naar de mensen toe.

Naar de vraag luisteren, heel goed luisteren.”

“Hoe krijg je jonge mensen uit de wijk binnen, als

die een zaal zien waarin ouderen de hele dag zitten

te zitten?”

Page 20: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen18

didam, maandag 11 januari 2010 – Meulenvelden kende klankbordgroepen van toekomstige

bewoners, die op enig moment een proefwoning konden bezoeken. Maar er zit een grens

aan het betrekken van eindgebruikers. “We wisten zélf amper waar we aan begonnen.”

7 ‘We wisten het zélf maar amper’De grens aan het betrekken van eindgebruikers

Het instrument…

Evaluatie

Leren van fouten, kijken hoe het

beter of anders kan. Het lijkt

welhaast een tweede natuur

van partijen in Didam. Allerlei

trajecten zijn in gang gezet:

scholing, voorlichting, moni-

toring, onderzoek ook. En nu is

het woonservicegebied ook nog

proeftuin geworden van de lande-

lijke Stuurgroep Experimenten

Volkshuisvesting.

Aan voorbeelden geen gebrek. Paul Kivit

schudt, al pratende over domotica in

Meulenvelden, het ene na het andere

gebrek uit de mouw: toegangsdeuren op een

dementieafdeling die ineens openvlogen;

bezoekers die maar op zoek bleven naar

een bellenbord, de video-intercom

met touchscreen hardnekkig mijdend;

klachtenregens van bewoners over het

omhoog bewegen van de zonneschermen,

enkel bedoeld om glazenwassers hun

werk te laten doen; alarmontvangers van

verzorgenden die uitvielen door een defect

aan een transformator.

Kivit is ‘manager klant & markt’

bij wooncorporatie Laris. Hij verklaart

‘spookmeldingen’ en andere incidenten

met domotica in de voorbije jaren uit

de ‘ongekende snelheid’ waarmee

woonservicegebied Meulenvelden (zie

kader rechts) tot stand is gebracht, uit

een gebrek aan ervaring ook, waaruit

de initiatiefnemers – Laris en zorgpartij

Diafaan – destijds moesten putten.

Maar voor het overige vermoedt Kivit

dat het er bij hoort, bij de introductie van

nieuwe techniek: af en toe een probleem.

Het is welhaast onvermijdelijk, meent hij,

en heeft alles te maken met verhouding

tussen mens en techniek, waarbij de eerste

simpelweg moet wennen aan de laatste.

“Toen de eerste mobieltjes kwamen, wilden

de meeste mensen er helemaal niets van

weten. Moet je nu eens zien. Dezelfde

refl ex onder collega’s hier als je een nieuw

mailprogramma zou willen invoeren. Hoeft

voor mij niet hoor, roepen ze dan in koor: het

huidige functioneert nog best. Maar zo kom je

dus nergens.”

Bij het werken aan de plannen voor

Meulenvelden stond Laris en Diafaan voor

ogen dat techniek bewoners in staat zou

stellen om langer zelfstandig te wonen.

Plus dat domotica voor de twee organisaties

kostenbesparend zou zijn. “Voor ons geldt dat

nog niet. Aan de kant van de zorg zie je dat er

al met minder personeel nachtdienst wordt

gedraaid.”

Op grond van het lonkend perspectief voor

zowel bewoners als Laris en Diafaan, maakten

de twee laatstgenoemde de ‘strategische

keuze’ om voluit voor techniek te gaan:

er werd een basisinfrastructuur door alle

nieuwe complexen heen aan gelegd, waarbij

vervolgens per appartement mogelijk is om

in meer of mindere mate domotica aan te

brengen, afhankelijk van de behoefte bij de

zorgpartij en de wensen van de bewoners.

Er zijn klankbordgroepen van toekom-

stig bewoners geweest en ze konden op enig

moment een proefwoning bezoeken, maar in

zijn algemeenheid gesproken ziet Kivit weinig

brood in het betrekken van eindgebruikers.

Ze kunnen nauwelijks overzien welke keuzes

voorliggen – ‘we wisten zélf maar amper

waar we aan begonnen’ – en zijn vooral

geïnteresseerd in houden wat ze kennen

en de korte termijn. “Met alle respect: de

Paul Kivit

Page 21: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen19

… toegepast op

Meulenvelden

Meulenvelden is de naam van

het woonservicegebied in Didam

(17.000 inwoners). Tegen het

dorpshart aan werden in 2003

117 appartementen opgeleverd, op

een terrein waar altijd een school

en een klooster hadden gestaan.

In 2007 kwamen daar nog eens

drie gebouwen met in totaal 220

eenheden bij, waaronder klein-

schalig wonen voor bijzondere

groepen, toen als resultaat van

een project waarin ook zorg

en welzijn zat. Er kwamen ook

winkels, een restaurant, een

internetcafé, een kinderopvang

en een fi lmhuis.

ouderenbond begon over het kopje koffi e.

Dat zou in elk geval niet duurder mogen

worden. Nou vráág ik je.” Hij refereert

nog eens aan het fi ctieve voorbeeld met

zijn collega’s. “Die moet je gewoon voor

een voldongen feit stellen, het andere

mailprogramma van de pc halen. Ze

moeten geen alternatief hebben, anders

stappen de meeste mensen echt niet over.”

Laris zette op grond van de ervaringen

in Didam elders andere, deels nieuwere

technieken in. In de complexen in Giesbeek

en Zeddam zijn de appartementen van

touchscreens voorzien, schermpjes waarop

de woonorganisatie boodschappen kan

achterlaten: met een kleur of symbool

aangeven bijvoorbeeld dat de glazenwasser

bezig is aan zijn ronde. Scheelt een

klachtenregen.

Wat Meulenvelden betreft, is het

een kwestie van blijven sleutelen aan de

techniek, het optimaliseren ervan, en

wanneer ze eenmaal goed werken en er

voldoende vertrouwen is bij bewoners en

medewerkers een tandje bijzetten; zaken

realiseren die nog niet operationeel zijn,

zoals cameratoezicht voor zorg op afstand.

Kivit onderstreept het belang van

vertrouwen winnen, ook onder en via

familieleden van mensen met dementie

bijvoorbeeld. “Want jongere mensen

begrijpen het allemaal beter.”

Om bewoners van Meulenvelden weg wijs

te maken, werden ze vaker geïnformeerd,

tijdens ‘koffi e- en theebijeenkomsten’.

Moet je blijven herhalen, meent Kivit.

“Een ander deel van het leren loopt via de

verzorgenden. We hebben contacten met de

Hogeschool Arnhem Nijmegen, opdat er al in

de opleiding meer aandacht voor komt.”

Door de schat aan ervaring is Meulen velden

een van de proeftuinen woonservice gebieden

van de landelijke Stuurgroep Experimenten

Volkshuis vesting, de enige in Gelderland. In

Didam is een ‘Field Lab’ neergestreken, van

waaruit toepassingen in Meulenvelden worden

gevolgd en andere technieken worden getest.

Kivit: “Want een techniek kan er op de

tekentafel mooi uitzien, maar in de praktijk

werkt die soms wel, soms niet.”

Tot slot iets wat minder direct met techniek

te maken heeft. Een bewoner van Meulenvel-

den claimde in een brief aan Laris in zijn

woongenot te zijn aangetast, door geschreeuw

dat hij ’s nachts hoorde, afkomstig van een

verpleegafdeling. De man is gewezen op de

missie van het woonservicecentrum: mensen

met en zonder gebreken onder één dak laten

wonen. “Bovendien zal ook hij in de toekomst

mogelijk een beroep moeten doen op de

verpleegvoorziening, dus dan zijn de rollen

omgekeerd. Het heeft ertoe geleid dat we

bewoners expliciet vertellen waar ze voor

kiezen als ze bij ons komen wonen.”

Het was toeval dat Meulenvelden neerstreek

in het centrum van het dorp; daar kwam een

enorme lap grond vrij. Maar de manager raadt

iedereen die aan een woonzorgcentrum gaat

beginnen, aan vooral dat te doen. “We zitten

vlakbij alle voorzieningen, kregen daardoor

snel de loop erin. Mensen komen hier om

dezelfde reden graag wonen, ook al is het dan

op een appartement waarvoor ze een woning

met tuin achter zich hebben gelaten. Vergeet

niet dat dit de eerste gestapelde bouw in Didam

is, voor zo’n plaats een enorme stap.”

Nog een succesnummer: “Zorg voor kinder-

opvang. Levert geweldig veel interactie op

tussen jong en oud.”

“De ouderenbond begon over de prijs van het kopje

koffi e. Nou vráág ik je.”

Page 22: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen20

‘Al zouden maar drie van de twintig mensen met een woon-

advies hun woning aanpassen, dan zou dat al prachtig zijn.’

Page 23: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen21

C De bewoner

In de eerste twee hoofdstukken van dit deel aandacht voor een toets en een test, die

iedereen met internet kan doorlopen om aan een ‘woonadvies-op-maat’ te komen. Om ook

ouderen zo ver te brengen zijn scholieren en woonadviseurs ingezet.

In het hoofdstuk daarna een initiatief voor mensen met vragen over wonen. Ze kunnen een

callcenter bellen en daar zo waar antwoord krijgen. Omdat er heuse verpleegkundigen aan

de andere kant van de lijn zitten.

Ten slotte het woord aan de bewoner, in de vorm van de belangenbehartiger van ouderen.

Een brandende vraag ligt voor: hoe kom je aan een inbreng van senioren waar je iets

aan hebt?

Page 24: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen22

west maas en waal, maandag 11 januari 2010 – Zeker de oudere senioren moet je mondeling

op het spoor brengen van de Domoticatoets. Dat blijkt uit een onderzoek in de gemeente

West Maas en Waal.

8 ‘Doe de voorlichting mondeling, persoonlijk’Studie: breng Domoticatoets bij de oudsten onder de aandacht

Het instrument…

De Domoticatoets

De Domoticatoets is sinds 2008

door iedereen te raadplegen op in -

ternet, via www.domoticatoets.nl.

De toets laat bezoekers van de

site door het stellen van vragen

nagaan of aanpassingen en

techniek hen meer gemak, luxe of

comfort opleveren in huis. En zo

ja, wat er aan producten op de

markt is. De Domoticatoets

focust op potentiële wensen en

behoeften van de bezoeker en laat

in het midden of iets zou moeten.

De toets is breed opgezet, met

vier thema’s: veiligheid, gemak,

gezondheid en communicatie.

Bij veiligheid komen onder meer

verlichting en alarmering aan

bod, bij gemak de zonwering en

het tweede toilet, bij gezondheid

het op afstand laten monitoren

ervan en bij communiceren ten

slotte ‘seniorenmobieltjes’, gratis

bellen en digitale tv.

TNO ontwikkelde de toets, in

opdracht van de provincie. Die

werkt aan een aanpassing van de

toets, mede op basis van de be-

vindingen in West Maas en Waal.

Een kleine 40 procent van de mensen heeft

hulp nodig bij meer dan drie vragen. Voor

17 procent is het na afl oop van de toets

niet duidelijker wat domotica is. Voor 30

procent is, nu ze de toets gemaakt hebben,

domotica niet nuttiger geworden. En voor

bij bijna de helft van de mensen is het de

vraag of ze iets gaan aanschaff en of een

aanpassing aan de woning laten doen.

Het zijn resultaten van een onderzoek

naar de site www.domoticatoets.nl, in 2008

gehouden onder ruim vijftig 55-plussers in

de gemeente West Maas en Waal.

Dezelfde resultaten laten zich ook

positief beschrijven. Dan klinkt het zo.

Ruim 60 procent van de mensen had bij

minder dan drie vragen hulp nodig, twaalf

personen lukte dat bijna of helemaal zonder

hulp van iemand anders. Voor 37 procent

van de ouderen is het na afl oop van de toets

duidelijker wat domotica inhoudt, voor nog

eens 45 procent zelfs bijzonder duidelijk.

Voor 30 procent is, nu ze de toets gemaakt

hebben, domotica er nuttiger op geworden.

Ruim de helft van de mensen denkt iets

aan techniek te gaan aanschaff en of een

aanpassing aan de woning laten doen.

Maar voor professionals is de

belangrijkste conclusie mogelijk deze:

mensen laten de site van de Domoticatoets

links liggen als er geen aandacht voor

is geweest, bijvoorbeeld tijdens een

bijeenkomst voor senioren.

Die les komt van Josien Cobben,

projectleider domoticazorg binnen ZZG

zorggroep. En ze acht hem vooral van

toepassing op het oudere segment binnen

de groep 55-plussers, paradoxaal genoeg de

groep die er het meest behoefte aan lijkt te

hebben. “Want de jonge oudere komt toch

wel aan informatie over de mogelijkheden

van woontechnologie, door bladen als 55-

Plus, beursbezoek of via internet.”

Cobben begeleidde het onderzoek

in West Maas en Waal, waarbij ook de

gemeente, een seniorenorganisatie en

partijen uit de woon-, zorg- en welzijnshoek

betrokken waren. Aanleiding was de keuze

van nogal wat inwoners om eenmaal op

leeftijd gekomen, te verhuizen naar het

grootste kerkdorp, omdat het allerlei

voorzieningen heeft die uit de andere

dorpen verdwenen waren. Zijn die

mensen met domotica te verleiden om te

blijven zitten waar ze wonen, en kan de

Domoticatoets daar een hulpmiddel bij zijn?

Ja, antwoordt Cobben op de laatste

vraag, maar dan toch onder een aantal

voorwaarden. Vooral: je moet mensen bij

de hand nemen, er tijdens een bijeenkomst

over vertellen. “Dan reageren ze enthousiast

en zijn ze erg geïnteresseerd. Maar een

folder over de toets, die je tijdens zulke

bijeenkomsten op een tafel ziet liggen

om in te kijken of mee te nemen, wordt

amper ingezien. Voorlichting kan dus het

beste op mondelinge, persoonlijke wijze

geschieden.”

Josien Cobben

Page 25: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen23

… toegepast op

West Maas en Waal

ZZG zorgroep heeft onder 55-plus-

sers in de gemeente West Maas

en Waal onderzoek gedaan naar

de Domoticatoets. De belangrijk-

ste bevinding voor professionals

is de wetenschap dat ouderen de

toets niet of nauwelijks lijken te

raadplegen als die niet goed bij

hen geïn troduceerd wordt.

Dan een praktisch punt. In het onderzoek

in West Maas en Waal bleek tweederde

van de respondenten geen computer met

internetverbinding te hebben. Dan houdt

het snel op. Voor het onderzoek was het

geen probleem; dat werd uitgevoerd

door drie leerlingen van de middelbare

school, die met een laptop met draadloze

internetverbinding bij de mensen langs-

gingen. “Dat vonden de scholieren

trouwens hartstikke leuk om te doen.

Ze kenden eigenlijk alleen hun oma of opa

als oudere. Als partijen elders zoiets zouden

willen doen, zouden ze altijd moeten

informeren bij scholen, zeker nu iedereen

maatschappelijke stages moet gaan lopen.

Bovendien: zo kweek je belangstelling voor

de zorg, waar we zeker straks mensen tekort

komen.”

Volgend punt is het ontbreken van de

printer, want het is zeker voor ouderen

prettig om het resultaat op de toets zwart op

wit te hebben. De studenten hadden geen

printer bij zich, maar hadden – natuurlijk

– de handigheid het rapportje op te slaan

en nadien elders te printen, waardoor de

geïnterviewden het alsnog in handen kregen.

Ander opvallend gegeven: de makers

van de toets stellen dat met het doorlopen

van de toets een kwartier gemoeid is,

maar slechts een van de ouderen slaagde

er in dat binnen het half uur te doen; drie

mensen waren er zelfs langer dan 1,5 uur

mee druk. Eerlijk is eerlijk: dat is inclusief

het invullen van de vragenlijst voor het

onderzoek. Die bevatte ongeveer 20 vragen.

Cobben noemt de toets alles bij elkaar

genomen ‘prima’, en ziet er voor partijen

ook een middel in om te kijken hoe

goed ouderen geïnformeerd zijn, wat er

onder hen leeft en speelt. Een andere

aanbeveling richting gemeenten en

welzijnsorganisaties, die doorgaans weten

wat er leeft en speelt onder ouderen, was

om de toets goed onder de aandacht te

brengen.

Dat laatste brengt de projectleider

domoticazorg op een andere factor van

belang. “Je moet een actieve seniorenclub

hebben. Die heeft West Maas en Waal, met

bijeenkomsten over allerlei onderwerpen.

Maar in een gemeente verderop bijvoorbeeld

wordt dat helemaal niet gedaan.”

ZZG zorggroep van Cobben blijft

ontwikkelingen rond de toets volgen, maar

wat meer op afstand. Haar organisatie

initieerde het onderzoek in West Maas

en Waal, met het idee om diensten voor

zelfstandig en veilig wonen beter af te

stemmen met de andere partijen. Door

de marktwerking is dat niet langer een

vanzelfsprekendheid meer, hoewel in

kleinere projecten nog wel eens samen met

de een of andere partij wordt opgetrokken.

“Verder adviseren wij bewoners nog

altijd over domotica, maar we richten

ons verder op het ondersteunen van

zorgtechniek: het automatisch aanbieden

van medicatie en videocontact tussen

zorgverleners en de patiënt bijvoorbeeld.

De Domoticatoets bestrijkt veel méér

thema’s en leidt vaak tot aanbevelingen die

je tegenwoordig gewoon bij de bouwmarkt

koopt. Automatische verlichting bijvoor-

beeld. Goede zaak, begrijp me goed, maar

niet langer onze business.”

“De toets leidt vaak tot aanbevelingen die je

tegenwoordig gewoon bij de bouwmarkt koopt.

Goede zaak, maar niet langer onze business.”

Domotica

Domotica heeft ‘slimme’ huis-

automatisering als synoniem.

Beide termen worden steeds

vaker vervangen door een ander,

breder begrip dat de lading beter

dekt: thuistechnologie. Het gaat

om toepassingen als automa-

tische verlichting, bewegings-

sensoren, video-intercom, dwaal-

detectie en online contact tussen

bewoner en zorgverlener.

Naast thuistechnologie zijn er

meer fysieke aanpassingen aan

de woning te plegen, zoals: een

tweede trapleuning, een tweede

toilet, zorgen voor een ruim toe-

gankelijke slaap- en bad kamer.

Dit soort zaken valt onder de

noemer ‘opplussen’.

Het moge duidelijk zijn dat met

beide – thuistechnologie én aan-

passingen – de zelfstandigheid

van bewoners te bevorderen is.

Page 26: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen24

heumen / elburg, donderdag 7 en vrijdag 8 januari 2010 – Heumen en Elburg plaatsten vorig

jaar de Huistest in de eigen webomgeving. Woonadviseurs brachten het opplussen verder

onder de aandacht.

9 ‘Zoiets moet je een jaar volhouden’Pilots: langer draaien om Huistest te kunnen beoordelen

Het instrument…

De Huistest

‘Zijn de drempels van de buiten-

deuren laag genoeg?’, ‘Kunt u de

kranen zonder veel inspanning

bedienen?’ en ‘Is er een toilet op

de verdieping waar u slaapt?’

Het zijn voorbeelden van

vragen uit de Huistest, een

vragenlijst op internet waarmee

iedereen met een computer en

verbinding kan inventariseren

met welke aanpassingen zijn

woning te verbeteren is, en wat

het ongeveer kost. De test kost

volgens de makers 10 minuten

tijd. Zie huistest.nl.

De provincie gaat de Huistest

aanschaffen en nog dit jaar koste-

loos aanbieden aan gemeenten in

Gelderland.

Anderhalf jaar geleden meldde de gemeente

Heumen zich bij de provincie. Ze wilde

als een van de vijf pilots dienen om meer

aandacht te geven aan het aanpassen van

de bestaande woningvoorraad.

“Want”, zegt Andrea Kuijpers: “Gemeenten

en corporaties staarden zich maar blind

op nieuwbouw. Maar uiteindelijk levert

die onvoldoende op, gezien de vergrijzing

die eraan zit te komen. Je zult iets aan de

bestaande voorraad moeten doen, zodat

mensen die op leeftijd komen er langer

kunnen blijven wonen.”

Kuijpers ging namens Spectrum als

projectbegeleider aan de slag in Heumen.

In haar tijd bij een corporatie had ze al het

idee opgedaan langs welke weg gewerkt

zou moeten worden: niet van bovenaf,

maar zoveel mogelijk met bewoners zelf.

Bovendien wist ze op grond van dezelfde

ervaring dat kleine stappen veel zouden

betekenen. “Met een of enkele kleine

aanpassingen in huis kun je vaak heel wat

jaartjes vooruit.”

Met die bagage op zak nam ze zitting

in een Heumense werkgroep waarin

verder de corporatie, een zorgpartij, een

welzijnstichting en hun gezamenlijke

loket vertegenwoordigd waren. Bovendien

waren de ouderenbond en burgeradviesraad

afgevaardigd, om inbreng van de bewoners

te garanderen.

De werkgroep stelde zich ten doel

om Heumenaren bewust te maken van

de mogelijkheid om hun huizen met

aanpassingen te verbeteren. Er werd

een communicatieplan met vier stappen

opgesteld, met voor elke stap gepreciseerd

welke zintuigen van de potentiële

‘opplussers’ aangesproken werden, in de

overtuiging dat communicatie succesvoller

is naarmate het hele spectrum wordt

bestreken. Kuijpers: “We onderscheidden

zien, horen en ervaren. Voorbeeld van dat

laatste is de modelwoning die tegen het

einde van het traject werd geopend.”

Hoofdmoot van de Heumense

aanpak, die het voorbije najaar begon

met een bijeenkomst in de pilotwijk,

betreft het inzetten van zes zogenoemde

woonadviseurs: vrijwilligers die na een

korte training door een ouderenadviseur en

WMO-consulent huisbezoeken afl egden,

bij bewoners die na een bijeenkomst in de

wijk interesse hadden getoond. Tijdens de

training werden de adviseurs erop gewezen

“Gemeenten en corporaties staarden zich maar

blind op nieuwbouw. Maar die levert uiteindelijk

onvoldoende op.”

“Met een of enkele kleine aanpassingen in huis kun

je vaak heel wat jaartjes vooruit.”

Andrea Kuijpers

Opplussen

Opplussen is jargon voor het

verbeteren van de woning met

een of enkele aanpassingen,

met als doel er langer te kunnen

blijven wonen.

Page 27: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen25

… toegepast op

Heumen en Elburg

Op de site van de gemeente

Heumen staat sinds een half jaar

de Huistest. De site maakt deel

uit van het ‘opplus’-project ‘Wij

blijven hier wonen’. Ruim 50

inwoners van Heumen doorliepen

de test. Onduidelijk bleef of ze

het advies printten. De ervaring

in Heumen is dat de belangstel-

ling voor de site wegebt, als op

andere wijze geen aandacht voor

‘opplussen’ is, bijvoorbeeld met

een bijeenkomst of een verhaal in

de krant.

In Elburg werd de test tot

‘Gemakstest’ omgedoopt.

Hij kreeg er een plekje op

www.gewoongemak.nl, waar

die 68 keer werd bezocht. In de

helft van de gevallen leidde dat

tot een advies per post. Ook hier

de ervaring dat bewoners verleid

moeten worden om de test te

doen. Een uitgebreide mailing

voor de kerst om vooral nog een

kijkje te nemen (de huurperiode

liep op zijn eind), leverde zelfs

helemaal geen hits op.

Nog even over het aantal huis-

bezoeken van ‘woonadviseurs’,

een traject parallel aan de Huis-

test, met eenzelfde doel: mensen

bewust maken van de mogelijk-

heden. In Heumen konden 20 van

die bezoeken worden afgelegd,

Elburg houdt het op eenzelfde

aantal.

dat bewoners niet per defi nitie geholpen

zijn met een oplossing in de woonsfeer.

Kuijpers: “De ouderenadviseur stond

stil bij het niet-pluisgevoel: dat ergens

meer aan de hand lijkt dan het ontbreken

van een tweede trapleuning. Dementie

bijvoorbeeld. Zij raadde de woonadviseurs

aan om bewoners in die gevallen te

verwijzen naar haarzelf of het WMO-loket,

of om de zorg- en welzijnspartij op de

situatie te attenderen: ga eens een kijkje

nemen bij die meneer. Dat laatste trouwens

alleen met toestemming van de bewoner.”

Parallel aan de actie met woonadviseurs

zette Heumen de ‘Huistest’ op zijn site,

voor alle inwoners van de gemeente.

De test vormde tevens de basis voor de

vragen waarmee de woonadviseurs langs

de bewoners gingen. Daarna maakten ze

er een rapport van, dat ze de bewoners

toestuurden.

In Elburg werd een vergelijkbaar traject

afgelegd: ook daar woonadviseurs, ook

daar provinciale pilot sinds 1,5 jaar, ook

daar de Huistest. Verschil met Heumen: er

werd in de communicatie naar bewoners

een onderscheid naar leeftijd gemaakt.

De categorieën 55-65, 65-75 en 75-plus

werden in mailings, brochures en op

antwoordkaarten apart bediend, de oudste

groep werd ook nog eens nagebeld, om te

kijken of ze de informatie ontvangen en

begrepen had.

Zelfstandig adviseur Sabine Verkroost

over de reden van het splitsen naar leeftijd:

“Bij mensen boven de 75 kun je over beugels

in de toilet beginnen, maar bij 55-plussers

sla je daar de plank volledig mee mis. Bij

hen moet je vooral niet zwaar of zorgelijk

doen, maar spreken in termen van gemak

en comfort.”

Ander verschil is dat Elburg niet enkel

een wijk deed, maar ook twee dorpen van de

gemeente. Verkroost over de belronde onder

75-plussers daar: “Ze zeiden niets te hoeven,

werden al geholpen door hun omgeving. Het

heeft me gesterkt in de idee dat opplussen

maatwerk is; niet iets dat je voor een

hele gemeente op dezelfde manier kunt

aanpakken, laat staan voor het hele land.”

Hoe bezien de dames adviseurs de resultaten

(zie kader op deze pagina). Voor beiden is het

prematuur er iets over te zeggen, de evaluaties

volgen nog, waarna de gemeenten zullen

besluiten hoe verder te gaan. Maar toch.

Kuijpers: “Al zouden maar drie van de twintig

mensen met een woonadvies hun woning

aanpassen, dan zou dat al prachtig zijn.”

Verkroost: “In Elburg zijn we 2,5 maand

bezig, inclusief de decembermaand die voor

iedereen druk is. Wat zeggen de resultaten

dan precies? Zoiets moet je minimaal een jaar

volhouden om goede conclusies te kunnen

trekken.”

De knop móet op een of andere wijze om te

krijgen zijn bij de mensen. “Want het is toch

gek: wanneer de kinderen het huis uit gaan,

wordt een van de slaapkamers hobbykamer.

Wanneer er kleinkinderen komen, komt er

een traphek. Maar wanneer we ouder worden,

doen we ineens niets, terwijl opplussen om

vergelijkbare aanpassingen gaat.”

“Al zouden maar drie van de twintig mensen met

een woonadvies hun woning aanpassen, dan zou

dat al prachtig zijn.”

Page 28: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen26

utrecht, vrijdag 8 januari 2010 – Het zal een verademing zijn voor de beller: een callcenter

waar je te woord wordt gestaan door een verpleegkundige in plaats van een jongere die een

centje bijverdient. Voor al uw vragen over wonen en techniek. Of over zorg en welzijn.

10 ‘Wij gaan uit van alle mogelijke vragen’In voorbereiding: callcenter met verpleegkundigen

Een beetje auto is tegenwoordig op afstand

te ontgrendelen. En als je wilt, kan dat

zonder op de sleutel te drukken. Door een

zender en ontvanger weet de auto dat jij

eraan komt, hij kan zelfs de motor voor je

starten. Binnen blijkt op het dashboard

controle-informatie over allerlei systemen

aangefl oept. Er is allerlei communicatie

mogelijk, inclusief – inderdaad – het

bepalen van de route met een navigator.

Mario Kieft zet dit beeld neer om vervolgens

op te merken: “Waarom kan dat in

een auto allemaal wel en kan er in een

woning helemaal niets? Het is toch niet te

geloven?”

Hij chargeert. Ook huizen hebben deels

geautomatiseerde systemen. Denk aan

de cv-installatie, het computernetwerk,

de elektriciteit. Maar: dat zijn systemen

die grotendeels los van elkaar opereren en

bijeengenomen leggen ze het compleet af

tegen het gemaksniveau van de moderne

auto. Zo bezien overdrijft Kieft geenszins.

Waarom lopen huizen zo achter? Kieft:

“Mensen wéten simpelweg niet wat er

mogelijk is. En wat er aan techniek op de

markt is, is veel te duur voor particulieren,

omdat het meestal gemaakt is voor

grootschalig gebruik, in intramurale

setting: een alarmoproepsysteem voor

een verpleeghuis bijvoorbeeld.”

In beide zaken – onwetendheid en prijs

– wil Kieft verandering brengen. Daarom

is hij met twee partners Trivici begonnen,

een stichting die het ontwikkelen

en verspreiden van ‘domotica’ ofwel

thuistechnologie wil bevorderen. Om te

beginnen in Gelderland, waar de provincie

een ton subsidie over heeft voor het

initiatief. “Maar”, zegt Kieft: “Uiteindelijk

willen we natuurlijk het hele land

bedienen.”

Wat houdt Trivici’s plan in? De stichting

wil een callcenter opzetten waar iedereen

met vragen over wonen terecht kan. Trivici

kiest bewust voor wonen in brede zin,

waarbij zelfs zorg- en welzijnsaspecten aan

de orde kunnen zijn.

Kieft: “We gaan uit van alle mogelijke

functionele vragen. Bijvoorbeeld: ik voel me

onveilig in huis, wat kan ik doen…?”

Het is een voorbeeld van een vraag die

niet per defi nitie tot techniek leidt. Kieft:

“Bij zo’n vraag is het zaak om precies uit te

zoeken waar die onveiligheid in schuilt. Het

kan best zijn dat zo iemand geholpen is bij

“Waarom al die techniek wel in je auto en in je

woning helemaal niets? Het is toch niet te geloven?”

“Mensen wéten simpelweg niet wat er mogelijk is.

En wat er aan techniek op de markt is, is veel te

duur.”

Mario Kieft

Page 29: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen27

Praktijkcentrum

Thuistechnologie

De stichting Trivici wil over 1,5

jaar het ‘Praktijkcentrum Thuis-

technologie’ gerealiseerd hebben.

Dat bestaat onder meer uit een

callcenter waar verpleegkundigen

binnenkomende telefoontjes

beantwoorden. Trivici kiest

bewust voor hen, omdat zij door

hun praktijkervaring de kunst

van het ‘dóórvragen’ verstaan.

Achter de vraag van een beller kan

een probleem op het gebied van

zorg en welzijn schuilgaan; het is

zaak die boven tafel te krijgen in

een gesprek en dan goed door te

verwijzen. Het callcenter wordt

daartoe uitgerust met de sociale

kaart van Gelderland, die Trivici

aanvult met lokale aanbieders

van elektronica en installateurs.

Dat laatste voor het geval de

vraag wél over wonen gaat en

richting techniek zou moeten

leiden.

Trivici opent daarnaast een

interactief platform op internet,

bedoeld voor professionals en

particulieren, die al weten dat

ze techniek moeten hebben, en

de alternatieven op een rij willen

krijgen. Ook daartoe zet Trivici

een databank op. De stichting

test technieken zelf of laat ze

testen op allerlei criteria.

meer contact met anderen, of dat er sprake

is van psychische problematiek.”

Het maakt twee dingen onontbeerlijk,

en die maken dan ook deel uit van het plan.

Eén: Trivici wil aanbieders van elektronica

en installateurs toevoegen aan de sociale

kaart voor wonen, zorg en welzijn in

Gelderland. Twee: de medewerkers van

het callcenter die de vragen op zich krijgen

afgevuurd en met de vernieuwde sociale

kaart moeten kunnen doorverwijzen, zijn

geen jongeren die een centje bijverdienen:

het zijn verpleegkundigen die het klappen

van de zweep kennen, en gewend zijn om

dóór te vragen, in jargon: te zoeken naar de

vraag achter de vraag.

Tegelijkertijd zijn ze kort geschoold in

techniek, mocht de ‘vraagboom’ die kant op

leiden. Ze weten wat er plaatselijk op markt

is aan bedrijven voor thuistechnologie,

omdat Trivici ook daar een databank

van wil opzetten. De stichting test

technieken daartoe zelf of laat ze testen

op allerlei criteria, waarvan misschien

als belangrijkste dat een techniek ‘open

source’ is, waartoe fabrikanten ‘de bron-

codes’ moeten prijsgeven. Want open-

source-techniek laat zich probleemloos en

doorgaans kosteloos aantakken op andere

techniek, probleemloos uitbreiden ook.

“Vergelijk het met de pc waarop tegen-

woordig allerlei apparatuur is aan te

sluiten, je camera bijvoorbeeld. Het is plug

and play. Werkt volgens hetzelfde principe.”

Open source wordt vaak verward met

‘open standaard’, merkt Kieft. “Dat laatste

gaat over de infrastructuur, internet

bijvoorbeeld, dat draait op IP-protocollen.

Is óók van belang, maar onvoldoende,

want veel op internet is helemaal

niet open, denk aan zwaar beveiligde

boekhoudprogramma’s.”

Het callcenter krijgt een tweede lijn:

techneuten om vragen te beantwoorden die

de verpleegkundigen boven de pet gaan.

Verder begint Trivici op internet een

platform, nadrukkelijk bedoeld voor

mensen die al weten dat ze techniek

moeten hebben en informatie willen over

de alternatieven. Kieft vermoedt dat de

bezoekers ervan vaker jongere mensen

zullen zijn. “Verder is het bedoeld voor

professionals, mensen in de wereld van

wonen, zorg en welzijn.”

Wie gaat het allemaal betalen?

Trivici denkt geld op te gaan halen bij

zorgverzekeraars en zorgpartijen, en wel

met informatie over welke consumenten

in welke plaatsen aan welke techniek

behoeften hebben; informatie op basis

waarvan die partijen kunnen besparen.

Verder kunnen fabrikanten die door de

selectie van Trivici heenkomen, adverteren

op de site. “Naarmate er meer bezoekers

komen op die site, wordt het steeds

interessanter om dat te doen.”

Kieft hoopt dat de site uitgroeit tot

een soort ‘funda’, tot de startpagina van

thuistechnologie. Wanneer is alles klaar?

“We zijn twee maanden geleden begonnen,

met het ontwikkelen. Het gaat in modules.

De eerste zal over een maand of drie af zijn.

Ik verwacht dat halverwege volgend jaar

alles er is.”

“Open source wordt vaak verward met open

standaard. Dat laatste is óók van belang,

maar onvoldoende.”

Page 30: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen28

bemmel, maandag 17 januari 2010 – De SBOG noemt ouderen erbij betrekken ‘essentieel

voor het welslagen van projecten’ en ‘een structuur die vanzelfsprekend moet zijn’. Maar

er zit een grens aan. ‘Als je vraagt: willen jullie domotica, zul je vaak horen: doe maar niet.

Daar heb je dus niets aan.’

11 ‘Weet wat je aan ouderen voorlegt’Koepel: helder profi el verbetert inbreng vraagkant

De Samenwerkende Bonden van Ouderen

in Gelderland (SBOG) heeft het tij mee.

De koepelorganisatie werkt met een

begroting van 3 ton, voornamelijk subsidie

van de provincie, drie maal zo veel als

een jaar of tien terug. En waar eerder drie

medewerkers de betaalde staf vormden,

beschikt de bond nu over zes parttimers,

inclusief secretariële ondersteuning.

“We kunnen meer en doen dus ook

meer”, stelt SBOG-directeur Eufride Klein

Rouweler vast. Ze schrijft de groei van haar

organisatie in belangrijke mate toe aan

de wens van de grootste subsidiënt – de

provincie – om ‘de vraag centraal’ te stellen,

met andere woorden: om te opereren met

en vanuit de burger, of die nu bewoner

of afnemer van diensten is. “Als er meer

vraaggericht gewerkt moet worden, wordt

bijna vanzelf onze kant op gekeken. Wíj

zitten continu met de vragers om tafel.”

Met Klein Rouweler zijn bevindingen

uit deze brochure doorgenomen voor

zover ze betrekking hadden op bewoners

of cliënten. Meest prangend wellicht is

de vraag hoe ouderen te bereiken zijn. De

pilots met het ‘opplussen’ in het algemeen

en de Domoticatoets en de Huistest in

het bijzonder laten zien dat dat heel wat

vraagt. Klein Rouweler herkent het punt.

“De resultaten daar bevestigen wat wij

tegenkomen. Bewustwording, in dit geval

van de mogelijkheid om ergens langer

te blijven wonen door je woning aan te

passen, is niet makkelijk. Mensen denken

er nauwelijks over na. Ik kan het je nog

sterker vertellen: wij hebben leden die er wél

over nadenken, doordat ze werken aan dat

vraagstuk, maar toch zeggen: ‘voor mezelf

zie ik wel: komt tijd, komt raad’. Maar ja,

dan komt vaak het moment dat het te laat

is en ze hals over kop naar een verpleeghuis

moeten. Overigens zijn er ook mensen die

wel anticiperen om hun leeftijd.”

Waarom zijn mensen zo moeilijk te

porren? De SBOG-directeur: “Ik weet het niet

precies. Ik vermoed dat het te maken heeft

met angst, met het simpelweg niet willen

zien dat de tijd is gekomen om iets aan je

woningsituatie te doen.”

Er speelt nog iets anders. Volgens Klein

Rouweler zegt de term domotica veel ouderen

niets, het synoniem – woontechnologie

– is al beter te begrijpen, maar staat nog

altijd ver van ze af. “En dan bedoel ik niet de

mensen in een woonzorgcomplex, waar vaak

van alles aan techniek is. Maar mensen die

nog gewoon thuis wonen, lezen zelden iets

over opplussen in de krant, zien er amper

iets over op tv. Misschien zou een Postbus-

51-spotje helpen, maar ja: dan moet de

overheid daar geld voor over hebben.”

Bepleit Klein Rouweler daarmee dat het

beter is om het stimuleren van opplussen in

de ban te doen? Geenszins, ze onderstreept

de noodzaak ervan. En uit de studie naar de

Eufride Klein Rouweler

Page 31: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen29

SBOG

SBOG staat voor de Samenwer-

kende Bonden van Ouderen in

Gelderland. De koepelorganisatie

is de belangenbehartiger van

ouderen, een samenwerking

tussen drie ouderenbonden in

Gelderland ook: KBO, ANBO

en PCOB. In totaal hebben de

drie bonden 220 afdelingen en

70.000 leden, 10 procent van het

aantal 65-plussers in Gelder-

land, onder wie 240 vrijwillige

ouderen adviseurs. De SBOG

heeft alle voor ouderen relevante

onder werpen onderbracht in vier

thema’s. ‘Wonen’ is er één van.

Domoticatoets bijvoorbeeld kwam óók dat

ruim de helft van de mensen nadien zegt

iets aan techniek te gaan aanschaff en of

een aanpassing aan de woning te willen

laten doen. Natuurlijk is het afwachten

of ze de woorden vervolgens in daden

omzetten, maar alleen de uitspraak in die

richting al is een uitkomst om niet al te

lichtzinnig over te doen. Alleen, zegt de

SBOG-directeur: dezelfde studie laat zien

welke inspanning het kost om ouderen

zover te brengen. “Uit veel onderzoek blijkt

dat ze vaak pas na enkele gesprekken over

de brug komen. Met een folder alleen bereik

je ze niet.”

Klein Rouweler wijst op het ‘preventief

huisbezoek’ dat in menig gemeente wordt

afgelegd, bij iedereen die 75 is geworden.

“Onze vrijwillige ouderenadviseurs doen

dat ook. Ik hoor ze vaak zeggen dat mensen

tijdens hun bezoek alles spuien, blij zijn dat

er iemand langs komt aan wie ze alles weer

eens kunnen vertellen. Zo’n adviseur gaat

dan vaak nog eens een keer langs, en als

de behoefte er lijkt te zijn met het aanbod

om de eerste keer samen naar een activiteit

te gaan. Het kost met andere woorden veel

moeite om iemand uit zijn isolement te

halen.”

Tegelijkertijd is de opbrengst groter dan

het verminderen van eenzaamheid alleen.

Klein Rouweler:”Zulke acties leveren ons

een beeld op van wat er leeft onder de

mensen. Het heeft in nogal wat gemeenten

tot meerdere WMO-loketten geleid. Is die

functie maar op één plek in de gemeente,

dan is dat voor menig oudere veel te ver

weg.”

Dan de inhoudelijke inbreng van

ouderen. Is die van voldoende kwaliteit?

Kunnen senioren wel tegenspel bieden

aan professionals van woon-, welzijns- en

zorgpartijen, die dag in dag uit werken aan

strategieën en projecten?

Klein Rouweler: “Niveau is er niet altijd

inderdaad. Wij zetten in op dat punt, door

adviseurs tweemaal per jaar te scholen.

We overwegen nu bijvoorbeeld een cursus

onderhandelen.”

Deze brochure bevat volgens de SBOG-directeur

goede pogingen om ouderen erbij te betrekken,

iets wat ze ‘essentieel voor het welslagen

van projecten’ noemt en ‘een structuur die

vanzelfsprekend moet zijn’. Tegelijkertijd zit

er een grens aan. Sommige zaken hoef je niet

voor te leggen. Ze geeft een voorbeeld. “Als

je vraagt: willen jullie domotica, zul je vaak

horen: doe maar niet, veel te duur, veel te

ingewikkeld. Daar heb je dus niets aan. Van

belang is weer wel om ouderen te vragen welke

technieken hen handig lijken; zij moeten ze

gaan gebruiken.”

Weet wat je ouderen voorlegt, luidt derhalve

de tip van Klein Rouweler. Nog eentje: “Aan

een zaal ouderen vragen wie er zin heeft om

zitting te nemen in een projectgroep en dan

kiezen voor degene die als eerste zijn vinger

opsteekt, is vaak vragen om moeilijkheden.”

Haar suggestie: verbeter de vraagkant door met

een ‘helder profi el’ te werven. “Zeg hoeveel tijd

ermee gemoeid is, dat je presentie verwacht

en ook dat iemand vooraf de stukken leest. De

mensen die dan de vinger opsteken, zijn vaak

degenen die plezier hebben in het meedenken,

die tussenresultaten checken bij hun

achterban en die begrijpen dat er ook andere

belangen in het spel zijn.”

“Uit veel onderzoek blijkt dat ouderen vaak pas na

enkele gesprekken over de brug komen. Met een

folder alleen bereik je ze niet.”

Page 32: Programma Thuisgeven in Gelderland - Langer zelfstandig wonenleidraadlangerzelfstandigwonen.nl/wp-content/uploads/2016/05/PG-A… · 6 Het ABC van het zo zelfstandig mogelijk wonen

Provincie Gelderland

Markt 11

Postbus 9090

6800 GX Arnhem

T (026) 359 90 00

www.gelderland.nl

Meer informatie

Programmasecretariaat Thuisgeven in Gelderland

T (026) 359 93 12

[email protected]

www.gelderland.nl/kennispleinthuisgeven

www.woonservicegebied.nl

www.domoticatoets.nl

Colofon

Deze uitgave is een product van het Programma Thuisgeven in Gelderland van de

provincie Gelderland.

Tekst: Han Oomen, Nijmegen

Grafi sche vormgeving: Kees de Bruijn, Giesbeek

Fotografi e: Dick Brouwers, Arnhem

William Moore, Nijmegen

Studio Seesing Fotografi e, Doetinchem

Druk: Provincie Gelderland

Februari 2010