Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel...

38
De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 1 Profielwerkstuk Pien van Eyken Schooljaar 2017-2018 Docent: A. van Schoor Onderwerp: Studiefinanciering Inhoud Inleiding Planning en tijdsindeling Hoofd- en deelvragen Wat is studiefinanciering en wat is het verschil tussen de basisbeurs en het leenstelsel? Inleiding Geschiedenis van studiefinanciering Basisbeurs voor- en nadelen Leenstelsel voor- en nadelen Conclusie Welke politieke partijen willen de basisbeurs herinvoeren en waarom? Inleiding Analyse verkiezingsprogramma CDA Analyse verkiezingsprogramma Christenunie Conclusie Welke politieke partijen willen het leenstelsel hanteren en waarom? Inleiding Analyse verkiezingsprogramma VVD Analyse verkiezingsprogramma D66 Conclusie Wat is de invloed van het leenstelsel op de Nederlandse student? Inleiding Maandelijkse kostenberekening Interview student oude stelsel Interview student nieuwe stelsel Toegankelijkheid van het onderwijs Gevolgen en toekomstplaatje Vergelijking met het buitenland Wat is de invloed van het leenstelsel op de Nederlandse economie in de toekomst? Inleiding Welvaartsverlies in kennissector Gevolgen en toekomstplaatje Conclusie en antwoord op hoofdvraag Literatuurlijst Websites Logboek

Transcript of Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel...

Page 1: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

1

Profielwerkstuk Pien van Eyken

Schooljaar 2017-2018

Docent: A. van Schoor

Onderwerp: Studiefinanciering

Inhoud

Inleiding

Planning en tijdsindeling

Hoofd- en deelvragen

Wat is studiefinanciering en wat is het verschil tussen de basisbeurs en het leenstelsel?

Inleiding

Geschiedenis van studiefinanciering

Basisbeurs voor- en nadelen

Leenstelsel voor- en nadelen

Conclusie

Welke politieke partijen willen de basisbeurs herinvoeren en waarom?

Inleiding

Analyse verkiezingsprogramma CDA

Analyse verkiezingsprogramma Christenunie

Conclusie

Welke politieke partijen willen het leenstelsel hanteren en waarom?

Inleiding

Analyse verkiezingsprogramma VVD

Analyse verkiezingsprogramma D66

Conclusie

Wat is de invloed van het leenstelsel op de Nederlandse student?

Inleiding

Maandelijkse kostenberekening

Interview student oude stelsel

Interview student nieuwe stelsel

Toegankelijkheid van het onderwijs

Gevolgen en toekomstplaatje

Vergelijking met het buitenland

Wat is de invloed van het leenstelsel op de Nederlandse economie in de toekomst?

Inleiding

Welvaartsverlies in kennissector

Gevolgen en toekomstplaatje

Conclusie en antwoord op hoofdvraag

Literatuurlijst

Websites

Logboek

Page 2: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

2

Woord vooraf Dit werkstuk is gemaakt in de periode mei-oktober 2017. In deze periode na de verkiezingen

van 2017 is er veel gediscussieerd over de formatie van de Tweede Kamer. Op 10 oktober

2017 is de coalitie gevormd door de VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Deze vier partijen zijn

allen geanalyseerd in dit werkstuk. Graag maak ik u erop attent dat tijdens het maken van dit

werkstuk de coalitie nog niet bekend was en dat er om die reden enige speculatie in

verwerkt kan zijn.

Daarbij wil ik graag meedelen dat dit werkstuk vooral is gemaakt vanuit het perspectief van

de Nederlandse student. Niet voor alle Nederlanders zullen de gevolgen van het leenstelsel

op dezelfde manier merkbaar zijn. Om toch een goede mening te kunnen vormen heb ik

besloten me vooral in te leven in de jonge bevolkingsgroep.

Inleiding

Studiefinanciering is een recht dat sinds 1986 is vastgelegd in de Nederlandse wetgeving,

maar al sinds 1815 als vanzelfsprekend wordt beschouwd. In die 200 jaar dat

studiefinanciering al bestaat in ons land, is er een hoop veranderd. Inzoomend op de

afgelopen vijf jaar heeft er al een ingrijpend verschil plaatsgevonden. Of dit een verandering

ten goede van onze economie en de Nederlandse student is geweest, zal in dit

profielwerkstuk nader onderzocht worden.

De toegankelijkheid van het onderwijs is een belangrijk speerpunt binnen het ministerie van

Onderwijs en toch is er sinds 1 januari 2015 sprake van een leenstelsel in plaats van een

basisbeurs. Dit houdt in dat de student binnen 15 jaar het verleende bedrag dient terug te

betalen en dat er op het studentenreisproduct en de eventuele aanvullende beurs na, niets

als gift van de overheid beschouwd kan worden. Mijn hypothese is dat een lening het

onderwijs minder toegankelijk maakt, en ik denk dat talentvolle jongeren in de lagere

inkomensklassen hierdoor benadeeld kunnen worden. Dit vermoeden heb ik omdat

studiebeurzen een tegemoetkoming zijn op de kosten van studenten en dit dus leidt tot een

vermindering van de afweging om niet te gaan studeren om economische redenen.

Toekomstige studenten uit hogere inkomensklassen worden doorgaans financieel gesteund

door hun families, en zien meer voordelen in studeren omdat zij uit hun dagelijks leven de

gevolgen van het profiteren van een hoge opleiding ervaren. Het tegenovergestelde geldt

voor toekomstige studenten uit lagere inkomensklassen, zij hebben dus eerder een negatief

beeld tegenover de kosten van studeren. Als zij hierin door de overheid worden

gecompenseerd telt dit relatief zwaarder mee in de afweging om te gaan studeren.

Wat gebeurt er als de gift van de studiebeurs wordt omgezet in een lening? Hoe beïnvloedt

dit de keuze van de gemiddelde Nederlandse student om wel of niet te gaan studeren en

hoe beïnvloedt dit weer op de lange termijn de welvaart in Nederland? De antwoorden op

onder meer deze vragen wil ik in dit onderzoek aan het licht brengen. Als zijstapje ben ik erg

benieuwd naar de gedachtegang van verschillende politieke stromingen in hun keuze het

leenstelsel te willen hanteren of de basisbeurs te willen herinvoeren. Ook zal er een

vergelijking worden gemaakt met het buitenland. Aan de hand van al deze verschillende

aspecten omtrent studiefinanciering hoop ik een zinnig antwoord te kunnen formuleren over

hoe onderwijs toegankelijk wordt gemaakt en of de keuze van de Tweede Kamer met

betrekking tot studiefinanciering de juiste is geweest.

Page 3: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

3

Planning

V5 en zomervakantie

Wat? Wanneer af?

Hoofdvragen en deelvragen bedenken 14 april

Plan van aanpak 31 mei

Literatuurlijst maken 31 mei

Eerste deelvraag uitwerken 17 juli

Bestuderen verkiezingsprogramma’s 20 juni

Wat? Wanneer af?

2e deelvraag uitwerken 5 september

3e deelvraag uitwerken 15 september

4e deelvraag uitwerken 20 september

5e deelvraag uitwerken 1 oktober

Interviewvragen bedenken 10 september

Interviews houden 15 september

Voorblad maken 1 oktober

Nalezen en optimaliseren 12 oktober

Inleveren 13 oktober

Hoofdvraag

Wat is de invloed van de invoering van het leenstelsel op de Nederlandse economie en de

Nederlandse student?

Deelvragen

Page 4: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

4

1. Wat is studiefinanciering en wat is het verschil tussen de basisbeurs en het

leenstelsel?

2. Welke politieke partijen willen de basisbeurs herinvoeren en waarom?

3. Welke politieke partijen willen het leenstelsel hanteren en waarom?

4. Wat is de invloed van het leenstelsel op de Nederlandse student?

5. Wat is de invloed van het leenstelsel op de Nederlandse economie in de toekomst?

Hoofdstuk 1

Deelvraag: wat is studiefinanciering en wat is het verschil tussen de

basisbeurs en het leenstelsel?

Opbouw:

1. Inleiding

2. Geschiedenis van studiefinanciering

Page 5: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

5

3. Basisbeurs voor- en nadelen

4. Leenstelsel voor- en nadelen

5. Afweging

Inleiding

Ten eerste lijkt het me belangrijk dat er een duidelijk beeld wordt geschetst van wat

studiefinanciering precies inhoudt. Je hebt recht op studiefinanciering als je gaat studeren

aan een universiteit of hogeschool. Het bestaat uit verschillende onderdelen. Zo kun je een

bedrag (maandelijks maximaal 1033,01 euro) bij het DUO lenen. Ook heb je recht op een

studentenreisproduct. Dit is een OV-chipkaart waarbij kan worden gekozen tussen gratis

reizen doordeweeks of in het weekend. Sommige studenten hebben daarnaast nog recht op

een aanvullende beurs. Alleen studenten waarvan de ouders een relatief laag inkomen

hebben komen in aanmerking voor deze beurs. Het idee is namelijk dat de ouders voor een

deel voor de studie betalen, dus als zij in mindere mate in staat zijn deze bijdrage te leveren,

zal de overheid hiervoor compenseren.

Het geleende bedrag ten tijde van de studie moet binnen 35 jaar door de student worden

terugbetaald. Twee jaar na het einde van de studie moet de student beginnen met aflossen.

De rente over de lening moet wel al meteen worden betaald.

Geschiedenis van studiefinanciering

De geschiedenis van studiefinanciering is opgedeeld in vijf periodes. De eerste periode

begint in 1815 met het Organiek Besluit en eindigt met de crisis van de landsbeurzen in

1850. De tweede periode beschrijft de nieuwe instellingen van studiebeursregelingen van

1850 tot 1919. De derde periode behandelt de jaren 1919 tot 1945. Daarna, van 1945 tot

1986, nam het aantal studenten aanzienlijk toe en dit resulteerde zich in de instelling van de

Wet op de Studiefinanciering in 1986. Tot slot gaan we kijken naar de periode tot aan nu,

waarin er veel gediscussieerd wordt over een stelsel gebaseerd op leningen.

Al in 1815 tijdens het bestuur van koning Willem I werden studiebeurzen uitgereikt aan

studenten. In die tijd werd dat nog niet heel democratisch geregeld, aangezien universiteiten

zelf de studenten aandroegen die volgens hen in aanmerking kwamen voor een studiebeurs.

Maar toch, vanaf dat jaar was men het er eigenlijk in elke periode in de geschiedenis over

eens dat studenten financiële steun nodig hebben. Op welke manier dat geregeld werd, is in

de loop der jaren vaak veranderd. Blijkbaar kan er over de ideale manier van

studiefinanciering dus worden gediscussieerd en is er geen vaste, vanzelfsprekende richtlijn

hiervoor. Sinds studiefinanciering in de wetgeving is vastgelegd, is het een discussiepunt in

de politiek. Ik denk dat dat komt doordat het over zeer grote bedragen gaat, in 2017 namelijk

2006 euro aan collegegeld met meer dan 250.000 studenten. Dit alleen al kost de overheid

meer dan 500 miljoen euro. Daar bovenop komt ook nog een aanzienlijk bedrag aan

onkosten, want studenten kunnen hun eventuele woning, reiskosten, boodschappen en

boeken meestal niet alleen met een bijbaantje financieren.

1815-1850

In het Organiek Besluit van 1815 werd het eerste academische rijksbeurzenstelsel

opgesteld. Wat hield dit precies in en wat was de invloed hiervan op de onderwijskansen?

Page 6: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

6

Het is bekend dat het belangrijkste criterium voor het in aanmerking komen van een

studiebeurs in ieder geval niet talent was. In 1828 werd het volgende bericht in de Arnhemse

Courant geplaatst:

'in den regel moet de zoon van hem die tot den middelstand behoort (en hieronder

meen ik te mogen rekenen den boerenstand, den winkelier, den slager, den bakker, den

timmerman, den kleermaker, enz. enz.) niet studeren. Immers deze menschen zijn zeer

dikwijls niet in staat om hunnen kinderen die opvoeding te geven, welke er volstrekt

benoodigd is, om van een middelmatig student een nuttig lid der maatschappij te maken.' 1

Er waren dus wel studiebeurzen, maar deze werden alleen uitgereikt aan kinderen van

welvarende afkomst. De reden van koning Willem I om toch studiebeurzen uit te reiken, was

om jongeren naar opleidingen te trekken die pasten bij zijn politieke bedoelingen. Hij had

voor de centralisatiepolitiek die hij wilde doorvoeren namelijk volksopvoeders nodig zoals

predikanten, priesters, onderwijzers en kunstenaars die van het volk een eenheid konden

maken. Studenten werden gestimuleerd tot het volgen van een studie die zou kunnen leiden

tot een van deze beroepen door middel van een studiebeurs. In 1815 werd dit gegeven

vastgelegd in de wet. Vanaf toen werd ongeveer tien procent van de studenten gefinancierd.

Een studiebeurs was in die tijd een bedrag van 200 gulden, ongeveer een derde van de

jaarlijkse studiekosten. Sommige studenten kregen van hoogleraren een vrijstelling voor het

betalen van collegegeld. In zulke gevallen hoefde de student nog maar de helft van de

jaarlijkse studiekosten te betalen.

De koning merkte dat er veel kritiek was op zijn regeling waarin alleen voor hem

aantrekkelijke studieregelingen werden gefinancierd. Het leidde bij sommige studies tot

teveel belangstelling, waardoor er veel werkloosheid kwam in die sector. Dit was

bijvoorbeeld het geval bij de studie Theologie. Ook doordat veel studiebeurzen niet werden

vergeven aan jongeren die het daadwerkelijk nodig hadden, werden ze tijdelijk afgeschaft

toen Willem I in 1840 aftrad. Tot 1848 werden de beurzen opgeschort. In dat jaar werd er

een nieuwe grondwet vastgelegd door minister Thorbecke. Hij vond dat de overheid

talentvolle jongeren moest helpen bij het bekostigen van de studie.

1850-1919

Vanaf 1848 werd studiefinanciering weer vastgelegd in de wet. Ook gebeurde er in deze

periode veel in de klassensamenleving. Wat gebeurde er met de toegankelijkheid van het

onderwijs onder deze omstandigheden?

In 1848 werden niet meteen de nieuwe studiebeurzen ingevoerd, dit gebeurde pas in 1853.

Eigenlijk werden weer met name de religieuze opleidingen gefinancierd. De religieuze sector

had het namelijk het zwaarst te verduren gehad in de periode zonder studiefinanciering en

om het landsbestuur goedgezind te houden, moest Thorbecke deze studies wel voorrang

geven.

1 Uittreksel van: Pieter Slaman, Wouter Marchand en Ruben Schalk. 'Kansen in het koninkrijk'

Page 7: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

7

In 1876 werd de Hoger Onderwijswet ingesteld. Dit maakte een einde aan de bevoordeling

van theologiestudenten. De beurzen werden bijvoorbeeld veel gelijkmatiger verdeeld over de

verschillende faculteiten. Door dit meer eerlijke systeem konden sommige jongeren

onderwijs volgen dat zonder financiering voor hen nooit mogelijk was geweest. Toch hadden

de universiteiten te weinig voorzieningen om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs

voor de middengroepen aanmerkelijk te vergroten.

1919-1945

Deze periode bracht veel verschillen met zich mee. De modernisering zette namelijk voort,

waardoor men vond dat ook jongeren uit kansarme milieus de kans moesten krijgen om te

kunnen studeren. Het aantal beurzen groeide hiermee. Maar in deze periode heerste ook

veel armoede, aangezien deze het interbellum en de Tweede Wereldoorlog beslaat. Door de

grote crisis kreeg het ambitieus voorgelegde beurzenstelsel niet zijn oorspronkelijke

omvang.

Door de begrotingstekorten van de overheid werd in 1924 een leenstelsel ingesteld, vanuit

de vrees voor toenemende studentenaantallen het onderwijsbudget zouden uithollen. De

beurzen bleven bestaan voor ‘maatschappelijk nuttige functies’. Opnieuw werden met name

de religieuze opleidingen gesteund. De beurzen werden omgezet in een renteloos

voorschot. Dit diende de student terug te betalen tussen het tweede jaar na afstuderen en

de veertigste verjaardag.

Door de opwaartse sociale mobiliteit waren er veel kansen in het onderwijs in deze periode.

Het werd ook steeds gebruikelijker voor vrouwen om een hoge opleiding te volgen. Het

stelsel reikte bovendien ook verder: ook middelbaar onderwijs en beroepsonderwijs konden

nu worden gefinancierd.

1945-1986

In de periode na de Tweede Wereldoorlog was er veel behoefte aan hoogopgeleid technisch

personeel. Daarom werd in 1956 een studietoelage ingevoerd. Deze waren ook bestemd

voor kinderen uit kansarme milieus. De opvatting dat onderwijs niet alleen voor de rijken was

weggelegd werd door steeds meer mensen als vanzelfsprekend beschouwd. De verandering

ten opzichte van voor deze periode was dus niet alleen de vergroting van het stelsel, maar

ook het doel ervan.

De beperkte voorziening die een minderheid van de studenten ondersteunde, werd in deze

periode omgezet naar een uitgebreid stelsel van studiefinanciering. Door democratisering

kregen studenten ook steeds meer medezeggenschap, waardoor de wens voor financiering

heel duidelijk naar voren kwam.

1986-nu

In 1986 vond een van de belangrijkste omwentelingen wat betreft studiefinanciering plaats,

namelijk de Wet op de Studiefinanciering ofwel de invoering van de basisbeurs. Omdat er in

de periode daarvoor een enorme toename van het aantal studenten was geweest en om

hen onafhankelijker van hun ouders te maken, werd een beurs van 600 gulden per maand

ingevoerd die voor elke student boven de 18 beschikbaar was. De waarde hiervan was

Page 8: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

8

ongeveer 300 euro. Niet iedereen was hier echter tevreden over: rijke kinderen werden nog

extra gefinancierd door hun ouders.

In 1991 kregen studenten naast de basisbeurs het ov-studentenreisrecht. In ruil voor het

studentenreisrecht werd de basisbeurs meerdere keren verlaagd. Daar ontstond veel

ontevredenheid over, omdat studenten hun vervoer liever van de beurs betaalden.

Bovendien woog de waarde van de beurs niet meer op tegen de stijgende kosten van het

leven.

In 1993 werd de Tempobeurs ingevoerd, met als doel om zogenaamde spookstudenten te

laten verdwijnen en de studieduur te laten versnellen. Door deze regeling had je recht op

studiefinanciering als je 10 van de 42 studiepunten behaalde. Dit effect bleek later minimaal

te zijn. Daardoor werd dit in 1995 omgezet naar 21 van de 42 studiepunten.

Toch werd er weer een ander systeem ingeschakeld, namelijk de prestatiebeurs uit 1996. Dit

hield in dat de beurs alleen als gift werd beschouwd als aan het einde van het studeren een

diploma werd behaald door de student. Als dit niet zo was, werd de beurs gezien als lening

en moest deze binnen bepaalde tijd worden terugbetaald.

Ook dit stelsel was volgens de overheid nog niet waterdicht. Daarom is er sinds 1 september

2015 sprake van een leenstelsel waardoor de beurs die de student ontvangt niet meer wordt

omgezet in een gift. Het studentenreisrecht bestaat nog wel en er is ook een aanvullende

beurs. Dat houdt in dat je recht hebt op geld van de overheid als je ouders minder dan

46.000 euro bruto per jaar verdienen.

Basisbeurs voordelen

Om tot een oordeel te kunnen komen over wat ik denk dat beter is, de basisbeurs of het

leenstelsel, zal ik eerst de voor- en nadelen van beide stelsels goed op een rijtje moeten

zetten.

Meer dan 80% van de studenten is tegen de afschaffing van de basisbeurs. Dit komt omdat

ze het geld dat ze krijgen van de overheid weer moeten terugbetalen. Het eerste en grootste

voordeel van de basisbeurs is dus dat het bedrag aan studiefinanciering niet terugbetaald

hoeft te worden.

Sommige studenten (zij die voor 1 september een bachelor of master begonnen) ontvangen

nu nog de basisbeurs. Zij krijgen per maand 290,68 euro (uitwonend) of 104,40

(thuiswonend). De gemiddelde kamerprijs voor een studentenkamer is rond de 313 euro, die

met de basisbeurs voorheen bijna helemaal gefinancierd werd. Als alleen aan die

kostenpost al meer dan 300 euro per maand geleend moet worden, is het voor studenten

dus veel minder aantrekkelijk om uit huis te gaan. Dit heeft tot gevolg dat ze veel minder

zelfstandig worden, maar ook dat ze de gezelligheid van het studentenleven in de stad zelf

missen.

Met de basisbeurs is er ook veel meer ruimte voor studenten om tijd aan studie te besteden.

Ze hebben niet per se een bijbaantje nodig, wat fijn is voor de jongeren die erg hard moeten

werken om hun benodigde studiepunten te halen. De basisbeurs zorgt er dus voor dat

studenten meer leren en eerder een diploma halen, wat natuurlijk gunstig is voor de

economie.

Page 9: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

9

Zonder studieschuld begint iemand bovendien zonder zorgen aan zijn of haar carrière. Ze

kiezen eerder voor een baan die ze heel leuk vinden dan de baan die ze het meeste geld

oplevert, omdat ze geen torenhoge schulden hebben.

Basisbeurs nadelen en weerlegging

Zo klinkt het alsof de basisbeurs ideaal is, maar we vergeten in dit plaatje natuurlijk wel dat

het een enorme kostenpost is voor de overheid en hun staatsschuld verhoogt. Zonder

basisbeurs denkt het Ministerie van Financiën zo’n 800 miljoen euro per jaar te besparen.

Maar, het blijft geld uitgeven wat er niet is. Dus eigenlijk verschuift de schuld bij het invoeren

van een leenstelsel van staatsschuld van de overheid, naar persoonlijke schuld van de

student, wat een veel hogere persoonlijke schuld is. En dat terwijl die individu een hoge

bijdrage aan de samenleving levert.

Ook stelde de basisbeurs de laatste jaren niet heel veel meer voor. Hij was al meerdere

keren verlaagd, om de kosten voor de overheid terug te laten lopen. Eigenlijk had je als

student dus al minder aan de basisbeurs dan eerst en heb je met een lening in ieder geval

ten tijde van de studie meer geld ter beschikking.

Leenstelsel voordelen

De voordelen van het leenstelsel vallen natuurlijk een beetje samen met de nadelen van de

basisbeurs. Zo wil het Ministerie van Onderwijs het bespaarde bedrag door de afschaffing

van de basisbeurs (geschat op 800 miljoen euro) gaan investeren in de kwaliteit van het

onderwijs, zodat leerlingen al op jongere leeftijd, namelijk ook al in het basisonderwijs en op

de middelbare school, kunnen profiteren van bekostiging van hun onderwijs.

Ook is de aflossingsperiode langer geworden door de invoering van het leenstelsel. Deze is

van 15 jaar naar 35 jaar verhoogd. Bovendien kan de restschuld worden kwijtgescholden als

blijkt dat je ondanks je studie heel weinig verdient.

Leenstelsel nadelen

De verwachte gemiddelde studieschuld wordt met het leenstelsel minimaal 21.000 euro.

Voorheen was dit 15.000 euro. Deze schuld vormt een hoge drempel voor toekomstige

studenten, zeker degenen die geen bijdrage van hun ouders krijgen. Zij kunnen rekenen op

een hoge studieschuld, wat geen fijn begin is voor een carrière na de studie. Dit zou kunnen

betekenen dat minder mensen gaan studeren en dat er dus minder hoogopgeleide mensen

in Nederland zijn. Dit is nadelig voor de samenleving. Bovendien stelt de overheid dat lenen

voor je studie een investering is in je toekomst omdat studeren samengaat met een goed

salaris, terwijl ze zelf ook op zoek zijn naar hoogopgeleide mensen om in dienst te nemen

en alsnog slechter betalen dan werkgevers van commerciële bedrijven, wat natuurlijk tegen

hun eigen bewering in gaat.

Toekomstige studenten met rijke ouders voelen geen barrière, omdat zij waarschijnlijk een

hoge bijdrage van hun ouders kunnen verwachten en niet of nauwelijks te hoeven gaan

lenen. Dit kan betekenen dat er veel meer kinderen uit rijke gezinnen gaan studeren.

Hierdoor kan de inkomensverdeling heel scheef komen te liggen en de verschillen tussen

arm en rijk dus groter worden, iets wat bijvoorbeeld de Nederlandse politiek al heel lang

Page 10: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

10

probeert tegen te gaan, zeker de socialistische partijen. Dit wekt alvast een vraag op voor

het volgende hoofdstuk: waarom kiezen (socialistische) partijen er alsnog voor om een

leenstelsel in te voeren?

Samenvatting

Het is gebleken dat studiefinanciering al jaren een lastige discussie vormt. Vanaf dat er in

1815 rijksbeurzen werden ingesteld hebben veel veranderingen plaatsgevonden op dit vlak.

Ten eerste heeft onderwijs een heel andere doelstelling gekregen door de jaren heen. In

1815 was het doel van studiefinanciering om banen te creëren die nodig waren voor de

politieke doelstellingen van koning Willem I. Voor het doorvoeren van zijn

centralisatiepolitiek had hij volksopvoeders als kunstenaars, priesters en onderwijzers nodig,

die het volk tot een eenheid konden maken. Dit ‘voortrekken’ van studies is gelukkig erg

veranderd. In 1876, door de invoering van de Hoger Onderwijswet, werden de studiebeurzen

gelijkmatiger verdeeld over de verschillende faculteiten. Deze afname van de ambitie van de

overheid om jongeren door middel van subsidie naar een studie toe te lokken, had een

kleine terugval kort na de Tweede Wereldoorlog. Toen kwam er namelijk een studietoelage

beschikbaar voor technische opleidingen, waar op dat moment grote behoefte aan was.

Inmiddels is studiefinanciering compleet onafhankelijk van opleiding. Het doel ervan is

veranderd naar een manier om zoveel mogelijk mensen te kunnen laten studeren.

Niet alleen het doel, ook de toegankelijkheid van het onderwijs is erg veranderd de

afgelopen 200 jaar. Studeren was in 1815 zeker nog niet voor iedereen weggelegd, het was

alleen bedoeld voor kinderen uit zeer rijke families. Door de invoering van de Hoger

Onderwijswet konden al meer jongeren studeren, maar toch hadden de universiteiten te

weinig voorzieningen om de kansen van de middengroepen te vergroten. Vanaf 1986 is

studiefinanciering met de Wet op Studiefinanciering officieel voor iedereen zo toegankelijk

mogelijk geworden. Deze wet betekende namelijk de invoering van de basisbeurs, die voor

iedereen beschikbaar was. In 2015 is door de overheid besloten deze gift in een lening om

te zetten. Of deze omzetting nadelig is geweest of nog wordt, voor de toegankelijkheid van

het onderwijs, maar ook voor de economie, wordt in dit profielwerkstuk onderzocht.

Conclusie

In dit hoofdstuk heb ik onder andere de voor- en nadelen van zowel de basisbeurs als het

leenstelsel op een rijtje gezet. Omdat de argumenten best wel subjectief zijn en omdat het

leenstelsel pas in 2015 is ingevoerd, kan ik geen conclusie trekken die op feiten is

gebaseerd. Door dit werkstuk te maken vorm ik wel mijn eigen mening over het onderwerp

en maak ik een keuze tussen de basisbeurs en het leenstelsel. Die kunt u lezen in mijn

slotconclusie. Op basis van de gegevens in dit hoofdstuk, kan ik eigenlijk alleen nog maar

het volgende zeggen.

In de 200 jaar dat studiefinanciering nu bestaat, is er een hoop veranderd. Studiefinanciering

heeft het onderwijs toegankelijk gemaakt, het heeft de drempel om te gaan studeren sterk

verminderd of misschien wel weggehaald voor bepaalde bevolkingsgroepen. Voor 2015 was

er een basisbeurs beschikbaar voor elke student. Het geld wat ze hiermee ontvingen

hoefden ze niet terug te betalen. Dit brengt meerdere voordelen met zich mee. Zo heeft de

student meer tijd om te studeren omdat er minder geld verdiend moet worden door middel

van een baantje. Ook gaat hij eerder op kamers omdat daar meer geld beschikbaar voor is.

Bovendien is een kleine studieschuld een fijne start voor een carrière.

Page 11: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

11

De invoering van het leenstelsel lijkt een terugval, na die 200 jaar van progressiviteit in de

toegankelijkheid van het onderwijs. Dit is wel uitgaande van zelfbedachte voor- en nadelen.

Of ik deze mening kan onderbouwen met cijfers en dergelijke andere feiten, gaan we in de

volgende hoofdstukken onderzoeken. Pas dan kan ik beslissen welk stelsel het beste is voor

de student en economie.

Hoofdstuk 2

Deelvraag: Welke politieke partijen willen de basisbeurs herinvoeren en

waarom?

Opbouw:

1. Inleiding

2. Analyse verkiezingsprogramma CDA

3. Analyse verkiezingsprogramma Christenunie

4. Waarom hebben andere partijen niet dezelfde mening?

5. Conclusie

Inleiding

Alle politieke partijen bij elkaar bepalen wat er in een land gebeurt en dus ook hoe de

studiefinanciering geregeld is. Wat opvalt in Nederland is dat alleen de confessionele

partijen (partijen die hun programma en politieke stellingen baseren op hun

geloofsovertuiging) pleiten voor de basisbeurs. In dit hoofdstuk wil ik nader ingaan op die

gedachtegang. Waarom zorgt het geloof voor de overtuiging dat studiefinanciering als een

gift beschouwd moet worden? Op het eerste gezicht lijkt het niet een punt wat besproken

wordt in religieuze geschriften als de Bijbel, dus waar baseren zij dit dan op? Ook ben ik

benieuwd naar de verhoudingen in deze partij tussen de stelling over studiefinanciering en

de kiezers. De doelgroep van confessionele partijen wordt namelijk steeds ouder, terwijl dit

standpunt voor studenten bedoeld is.

Analyse verkiezingsprogramma CDA

Wat voor partij is het CDA?

Page 12: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

12

Het CDA is een conservatief-rechtse partij. Dit betekent dat ze niet per se veranderingen in

het huidige systeem willen doorvoeren en ook geen voorstander zijn van een zeer actieve

overheid. Daarnaast is het CDA een confessionele partij, een partij die zijn politieke

stellingen baseert op geloofsovertuiging.

Wat wil het CDA bereiken op het gebied van studiefinanciering?

Het verkiezingsprogramma van het CDA van 2017 heet ‘keuzes voor een beter Nederland’.

Het onderwijs is een belangrijk onderdeel van dit programma. Hoofdstuk 3.3.8. gaat over het

terugdraaien van het leenstelsel. Het CDA stelt dat het leenstelsel nu al grote consequenties

in het hoger onderwijs heeft veroorzaakt. De grondgedachte van het onderwijs is gelijke

kansen voor iedereen die zijn talenten wil benutten. Het CDA meent dat het leenstelsel

betekent dat er een drempel is ontstaan in het onderwijs, wat heeft veroorzaakt dat

leerlingen van lager opgeleide ouders minder gaan studeren. Dit zorgt ervoor dat de

toegankelijkheid van het onderwijs op het spel staat, volgens hen.

Waarom is dit een typische keuze voor het CDA?

Het CDA heeft een aantal kernwaarden waar je hun stellingen aan kunt herkennen.

- Gespreide verantwoordelijkheid: dit wil zeggen dat het functioneren van de

samenleving niet bij één organisatie ligt, maar dat dit gespreid is. Elke burger heeft

hierbij een grote eigen verantwoordelijkheid, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor

zijn medemens. Ze gaan daarbij uit van een sterk maatschappelijk middenveld om de

‘zwakkere’ individuen op te vangen, zoals bijvoorbeeld vakbonden en goede doelen.

Studenten zijn een minder onafhankelijke bevolkingsgroep. Zij hebben hulp nodig

van dit maatschappelijke middenveld omdat zij nog niet in staat zijn veel geld te

verdienen. Het CDA vindt dat de hoogste verantwoordelijkheid moet liggen bij de

bevolkingsgroep die het beste in staat is om voor anderen te zorgen. De studenten

zijn dat niet, zij moeten juist geholpen worden. Deze kernwaarde is typisch voor het

CDA. Zorgzaam zijn is namelijk een eigenschap die past bij het christendom.

- Gerechtigheid: met deze waarde bedoelt het CDA het principe van rechtvaardigheid.

Dit betekent dat goede daden worden beloond en slechte bestraft. Ze bedoelen er

ook mee dat iedereen het recht heeft zichzelf te ontplooien. Dit past ook bij de term

gerechtigheid, omdat volgens de grondwet iedereen aan elkaar gelijk is en dus ook

iedereen dezelfde kansen zou moeten hebben. Studeren sluit aan bij die

zelfontplooiing waar ze het over hebben. Ze vinden dus dat het rechtvaardig is als

iedereen kan studeren en beschouwen de basisbeurs als middel waarmee dit doel

bereikt kan worden.

- Solidariteit: ook wel naastenliefde. Dit betekent dat je moet zorgen voor de

kwetsbaren van de samenleving. Ouderen bijvoorbeeld worden eerder met zo’n

kwetsbare groep geassocieerd dan studenten. Deze zijn alleen economisch gezien

kwetsbaar. Blijkbaar is dat voor het CDA al reden genoeg om deze groep bij te staan.

Deze kernwaarde past erg goed bij het confessionalisme, een stroming waar het

CDA deel van uitmaakt. Naastenliefde is namelijk een belangrijk onderdeel van de

Bijbel.

- Rentmeesterschap: deze laatste kernwaarde is het minst relevant voor dit

onderzoek. Rentmeesterschap houdt in dat de aarde in leefbare staat moet worden

doorgegeven aan het nageslacht. De enige reden om voor deze waarde studenten te

willen financieren zou kunnen zijn dat studenten door middel van opleiding bewust

kunnen worden gemaakt over hoe de aarde te kunnen beschermen.

Page 13: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

13

Heeft deze keuze invloed gehad op de kiezers?

Hiervoor gaan we kijken naar de uitslagen van de Tweede Kamerverkiezingen in 2012 en

2017. Bij het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) worden de kiezers in

leeftijdscategorieën ingedeeld. Mijn verwachting is dat het percentage kiezers uit de eerste

leeftijdsgroep (18-25) gestegen is in 2017 ten opzichte van 2012. Dit zou kunnen betekenen

dat meer studenten van boven de 18 de stelling van het CDA tegenover studiefinanciering

hebben herkend en (mede)

hierdoor op deze partij hebben

gestemd.

2012 2017

Aantal stemmen 801.620 1.301.796

Aantal zetels 13 19

Percentage NL totaal 8,51 12,38

Verandering t.o.v. vorige verkiezingen NL totaal

45,5%

Percentage 18-24 4 8

Verandering t.o.v. vorige verkiezingen 18-24

100%

Het percentage 18-24 is absoluut gezien ongeveer even hard gestegen als het percentage

Nederland totaal, namelijk ongeveer 4%. Relatief gezien is de stijging in de categorie 18-24

verdubbeld, dit betekent een stijging van 100%. De stijging van Nederland totaal is 45,5%.

Dit betekent dat het CDA in verhouding de meeste populariteit heeft gewonnen bij

studenten.

Lastiger is om te onderzoeken of het daadwerkelijk de mening omtrent studiefinanciering is

geweest die 18 tot 24-jarigen heeft gemotiveerd te stemmen op het CDA. Wat wel bekend is,

is dat het overgrote merendeel van de studenten ontevreden is over het stelsel. De meest

relevante onderwerpen voor een student zijn onderwijs en geldzaken. Studiefinanciering is

van toepassingen op beide onderwerpen en lijkt dus een belangrijke factor te zijn voor het

kiezen voor een bepaalde partij. Daarom kunnen we er vanuit gaan dat de wens van het

Page 14: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

14

CDA om de basisbeurs te herinvoeren een oorzaak is geweest dat er meer 18 tot 24-jarigen

op deze partij gestemd hebben.

Hoe groot is de kans dat het CDA in de coalitie komt van de Tweede Kamerverkiezingen

2017?

Het CDA heeft dit jaar 19 van de 150 zetels behaald tijdens de verkiezingen. Aangezien het

CDA op haar hoogtepunt 54 zetels heeft gehad, is dit aantal niet heel hoog. Toch is de kans

volgens alle peilingen zeer groot dat het CDA in de coalitie komt. Dit komt doordat de

meeste zetels zijn behaald door de centrum-rechtse partijen zoals de VVD en ChristenUnie.

Het feit dat het CDA geen extremistische opvattingen heeft zoals bijvoorbeeld de PVV, zal

ook meespelen als reden waarom veel partijen met het CDA zouden willen of kunnen

samenwerken.

Volgens de website CoalitieChecker komt het CDA voor in elke coalitie van de top 7,

gerangschikt naar verenigbaarheid. Dit laat zien dat de kans zeer groot is dat het CDA in de

coalitie komt.

Hoe groot is de kans dat deze partij iets aan het huidige stelsel gaat doen?

Op 12 september 2017 schreven onder andere de Telegraaf, Elsevier en het NRC dat het

onderwerp studiefinanciering aan bod is gekomen tijdens het formeren. De partijen die nu in

de slotfase van de formatie zijn en hoogstwaarschijnlijk de coalitie zullen gaan vormen zijn

VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Het feit dat de herinvoering al tijdens de formatie wordt

besproken geeft aan dat (een deel van) deze partijen dit een erg belangrijk punt vinden.

Analyse verkiezingsprogramma ChristenUnie

Wat voor partij is de ChristenUnie?

De ChristenUnie is een christelijk-sociale politieke partij. In het politieke spectrum behoren

ze tot het midden. Van oorsprong neigen ze een klein beetje naar links, wat wil zeggen dat

ze bijvoorbeeld het uitgangspunt gelijkheid erg belangrijk vinden. Daarbij zijn ze een

conservatieve partij en dus niet vooruitstrevend in hun manier van denken. De ChristenUnie

heeft bijvoorbeeld moeite met homoseksualiteit. Daarnaast zijn ze een confessionele partij

en baseren hun politieke stellingen dus op hun geloofsovertuigingen.

Wat wil de ChristenUnie bereiken op het gebied van studiefinanciering?

Het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie van 2017-2021 heet ‘Hoopvol realistisch’.

Hoofdstuk 7 hiervan gaat over onderwijs. Ze beginnen meteen over de toegankelijkheid van

het onderwijs en hoe dit is verslechterd met de invoering van het leenstelsel. Ze willen graag

dat iedereen gelijke kansen krijgt in het onderwijs. Ze constateren dat het leenstelsel heeft

gezorgd voor een financiële drempel en een stapeling van schulden.

Buiten het verkiezingsprogramma omschrijft de ChristenUnie over studiefinanciering dat ze

extra geld uit willen trekken voor onderwijs. In plaats van het idee achter het leenstelsel om

geld te besparen door het afschaffen van de basisbeurs en dit in de kwaliteit van het

onderwijs te steken, kiest de ChristenUnie voor allebei. ‘De investeringen in het hoger

onderwijs die voortkwamen uit de introductie van het leenstelsel, worden niet teruggedraaid’. 2

2 https://www.christenunie.nl/standpunt/studiefinanciering

Page 15: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

15

Ze zijn van plan scholen extra middelen te geven voor professionele ontwikkeling binnen

onderwijsteams. Tevens vinden ze het belangrijk dat er genoeg hoogopgeleide mensen zijn

die de economie kunnen versterken. Daarom willen ze onder andere de basisbeurs

herinvoeren. Ook willen ze dat het studentenreisproduct blijft bestaan en dat er een wettelijk

maximum komt op de hoogte van het collegegeld.

Een opmerkelijke stelling is dat ze in ruil voor een bijdrage aan de samenleving bereid zijn

de studieschuld te verlagen. Als voorbeeld geven ze de maatschappelijke dienstplicht.

Waarom is dit een typische keuze voor de ChristenUnie?

Confessionalisme: de CU baseert zijn politieke stellingen op geloofsovertuigingen. In het

geval van deze partij gaat het om het Christendom. Een belangrijk uitgangspunt voor

christenen is opkomen voor de zwakkeren in de samenleving. Dat betekent dat iedereen

gelijke kansen moet krijgen. De financiële drempel die door de invoering van het leenstelsel

sommige studenten belemmert, is dus in strijd met de christelijke kernwaarden.

Conservatisme: zoals eerder benoemd houdt dit in dat de partij niet per se voorstander is

van verandering. Een meer nauwkeurige uitleg is dat er wordt vastgehouden aan oude

waarden; mede omdat het een christelijke partij is. Conservatieven houden van traditie en

studiebeurzen bestaan nu eenmaal al vanaf 1815. In de geschiedenis is studiefinanciering is

er maar een korte tijd sprake geweest van een leenstelsel.Daarom vindt een conservatieve

partij het niet meer dan vanzelfsprekend dat als de basisbeurs al eeuwenlang goed heeft

gefunctioneerd, er geen reden is die af te schaffen. Waarom zou je iets wat goed werkt

veranderen? Dit is een typische vraag voor het conservatisme.

Links georiënteerd: in sociaaleconomisch opzicht is de ChristenUnie linkser dan de andere

confessionele partijen, namelijk het CDA en de SGP. In het politieke spectrum geeft de term

‘links’ aan dat gelijkheid een belangrijk uitgangspunt is. Vaak wordt het geassocieerd met

socialisme. Linkse partijen willen ervoor zorgen dat de inkomens nivelleren en dat het

verschil tussen arm en rijk verkleint. Dat rijke jongeren meer kans hebben om te studeren

dan armere jongeren is ook zo’n verschil. Dit willen linkse partijen dus voorkomen.

Heeft deze keuze een invloed gehad op de kiezers?

Met de uitslagen van de verkiezingen van 2012 en 2017 kan er weer een goede vergelijking

worden gemaakt.

2012 2017

Aantal stemmen 294.586 356.271

Aantal zetels 5 5

Percentage NL totaal 3,13 3,4

Verandering t.o.v. vorige verkiezingen NL totaal

8,6%

Percentage 18-24 1 3

Page 16: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

16

Verandering t.o.v. vorige verkiezingen 18-24

200%

Opvallend is dat de toename in percentage stemmen van heel Nederland niet veel is

veranderd ten opzichte van vorig jaar, maar in de leeftijdscategorie 18-24 is er een

procentuele toename van 200%. Net als bij de uitslagen van het CDA is het natuurlijk niet

zeker of jongeren echt om het standpunt omtrent studiefinanciering op de ChristenUnie

hebben gestemd, maar het is wel een opvallende verandering in kiesgedrag. Zeker ook

omdat de ChristenUnie gezien wordt als een conservatieve partij en jongeren doorgaans op

zeer progressieve partijen stemmen, zoals GroenLinks. Die partij zou als het aan de jonge

stemmers had gelegen, de grootste partij geworden zijn afgelopen verkiezingen.

Hoe groot is de kans dat de ChristenUnie in de coalitie komt van de Tweede

Kamerverkiezingen 2017?

Volgens de CoalitieChecker komt de ChristenUnie zeker niet in alle mogelijke coalities voor,

maar toch is de kans zeer groot omdat hun standpunten op veel gebieden overeenkomen

met die van een aantal grote partijen, zoals de VVD en D66. Tijdens het formeren komt de

combinatie VVD-D66-CDA-ChristenUnie veel ter sprake. De kans dat de ChristenUnie in de

coalitie komt schat ik daarom best hoog in.

Hoe groot is de kans dat deze partij iets aan het huidige stelsel gaat doen?

De basisbeurs moet terug, vindt de ChristenUnie. Ze zijn hier heel duidelijk over en als het

alleen aan hen zou liggen zou het zeker veranderen. In hoeverre ze in staat zullen zijn de

andere partijen mee te krijgen in dit plan, is natuurlijk onzeker. Maar als het CDA en de

ChristenUnie beiden daadwerkelijk in de coalitie komen, is de kans groot dat het ter sprake

komt en dat de andere partijen er ook over zullen nadenken. Ook is bekend dat tijdens het

formeren het onderwerp studiefinanciering en de eventuele herinvoering van de basisbeurs

aan bod zijn geweest.

Waarom hebben andere partijen niet dezelfde mening?

Als je de meningen van het CDA en de ChristenUnie zo hoort, lijkt de basisbeurs een perfect

systeem te zijn. Waarom zouden andere partijen dan kiezen voor het leenstelsel? De meest

plausibele reden hiervoor is dat deze partijen de kwaliteit van het onderwijs belangrijker

vinden. Eigenlijk betekent dit dat ze andere onderwerpen belangrijker vinden dan onderwijs,

want als onderwijs volgens iedereen het meest belangrijk zou zijn, zou er zowel in de

basisbeurs als in de kwaliteit van onderwijs geïnvesteerd worden.

De discussie waar het meeste geld naartoe moet gaan, is heel lastig. Onderwijs, maar ook

bijvoorbeeld, defensie, ontwikkelingshulp, ouderenzorg e.d. zijn noodzakelijk voor het

functioneren voor onze verzorgingsstaat. Het is geen gegeven wat de beste investering is.

Conclusie

Zowel het CDA als de ChristenUnie willen de basisbeurs herinvoeren omdat ze van mening

zijn dat het de toegankelijkheid van het onderwijs heeft verslechterd. Jongeren ervaren het

leenstelsel als financiële drempel en ze zijn bang dat er minder studenten zullen zijn, met

name jongeren die geen financiële steun van hun ouders kunnen verwachten. Zij zullen

namelijk veel moeten lenen en hun carrière met een grote studieschuld moeten beginnen.

Page 17: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

17

Bij deze partijen zie je duidelijk dat ze een grote stijging van jonge kiezers hadden bij de

verkiezingen van 2017 ten opzichte van 2012. De mening van beide partijen op het gebied

van studiefinanciering zou hier heel goed een rol in kunnen spelen.

Het CDA komt hoogstwaarschijnlijk in de coalitie van 2017-2022 en ook de ChristenUnie

maakt een grote kans, wat positief is voor de jongeren die graag een basisbeurs zouden

ontvangen.

Alle politieke partijen verschillen van mening over wat de beste investering is voor het

functioneren van onze staat. Daarom zijn er zoveel discussies over deze situatie.

Hoofdstuk 3

Deelvraag: Welke politieke partijen willen het leenstelsel hanteren en waarom?

Opbouw:

1. Inleiding

2. Analyse verkiezingsprogramma VVD

3. Analyse verkiezingsprogramma D66

4. Waarom juist deze politieke stromingen

5. Waarom kiezen mensen voor dit standpunt bij deze partij?

6. Conclusie

Inleiding

In 2015 werd het leenstelsel ingevoerd. Voor die tijd zijn er veel discussies geweest in de

Tweede Kamer. Bijna alle partijen waren voorstander van het leenstelsel. Ik heb gekozen

om ten eerste de VVD te analyseren, omdat zij in de verkiezingen van 2017 de grootste

partij zijn geworden. Deze partij heeft dus veel invloed op wat er in Nederland gebeurt qua

beleid. Het is interessant om de beweegredenen van zo’n partij te weten zien te komen. Ook

heb ik gekozen om D66 en GroenLinks te analyseren, omdat deze twee partijen een zeer

jonge achterban hebben en toch voor het leenstelsel hebben gekozen, zelfs in de

wetenschap dat jongeren over het algemeen ontevreden zijn over het nieuwe systeem en

graag terug zouden gaan naar de basisbeurs.

In tegenstelling tot het vorige hoofdstuk, waarin duidelijk werd dat de confessionele partijen

voor de basisbeurs pleiten, is er bij deze partijen op het eerste gezicht geen duidelijke

overeenkomst in ideologie. Op basis daarvan is het dus lastig om te zeggen waarom dit hun

keuze is geweest. Wat dan wel de reden is geweest, wordt in dit hoofdstuk onderzocht.

Ik hoop er in dit hoofdstuk achter te komen waarom deze politieke partijen voor het

leenstelsel hebben gekozen. Waarom vinden zij dat studenten, een kwetsbare

bevolkingsgroep, alles wat zij aan geld nodig hebben aan de overheid terug moeten

bepalen? En bestaat de kans dat ze terug zullen komen op hun keuze?

Analyse VVD

Wat voor partij is de VVD?

De VVD staat voor Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Dit is een conservatief-liberale

politieke partij. Het liberalisme is een politieke stroming met als uitgangspunt zoveel mogelijk

vrijheid voor de individu zolang hij de vrijheid van anderen niet beperkt. Liberalen streven

naar een vrije markt waarin de overheid zich terughoudend opstelt. Dat wil zeggen dat ze

veel overlaten aan de burgers en alleen waar nodig ingrijpen.

Page 18: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

18

Wat wil de VVD bereiken op het gebied van studiefinanciering?

Een van de belangrijkste waarden van de VVD is goed onderwijs. In hun

verkiezingsprogramma van 2017-2021 Zeker Nederland is het hoger onderwijs een

veelbesproken onderwerp, maar het leenstelsel of veranderingen hierin wordt niet

besproken. Wat ze wel zeggen is dat ze het erg belangrijk vinden dat Nederland een

ondernemend land is en dat ze ervoor willen zorgen dat Nederland op dat gebied en ook

qua onderwijs, bij de wereldtop blijft horen. Ook zeggen ze het studentenreisproduct te

willen houden. Tevens wordt er kort benoemd dat het geld dat voortkomt uit het

studievoorschot, wordt geïnvesteerd in het hoger onderwijs. ‘Het studievoorschot’ is een wat

meer positieve benaming voor het leenstelsel. Het is bekend dat de partijen tegen het

leenstelsel dit in de kwaliteit van het onderwijs willen investeren, dit bevestigt de VVD door

deze uitspraak.

Een ander opvallend standpunt dat niet direct studiefinanciering betreft maar het wel

beïnvloedt is dat de VVD vindt dat studenten hun eigen tempo moeten kunnen bepalen. Zo

zijn ze voorstander van tussenjaren waarin studenten extra-curriculaire activiteiten kunnen

ondernemen zoals zich inspannen voor een bestuurlijke functie van een

studentenvereniging en dergelijke. Deze studenten mogen een jaar extra gebruik maken van

het leenstelsel. Dit standpunt lijkt ten goede van de student te komen, maar is een minder

goed alternatief dan wat het vorige stelsel bood. Het is bewezen dat studenten meer stress

ervaren door het leenstelsel. Dit komt doordat ze een kleinere schuld opbouwen naarmate

ze eerder klaar zijn met hun studie. Hierdoor voeren ze de druk op van hun studietempo

waardoor ze meer stress ervaren en minder tijd overhouden voor andere dingen.

De VVD wil het leenstelsel behouden. Er wordt niks over gezegd in hun

verkiezingsprogramma, dus zijn ze niet van plan veranderingen door te voeren. Wel willen

ze het studentenreisproduct behouden. Verder zijn er verschillende alternatieven bedacht

ten goede van de student, maar die zijn in mijn ogen minder positief voor de student dan de

basisbeurs.

Waarom is dit een typische keuze voor de VVD?

Een korte samenvatting van de missie en visie van de VVD: de partij wil dat mensen zich

kunnen ontwikkelen en kunnen bloeien. Daar hoort volgens hen bij dat de burger zoveel

mogelijk (financiële) verantwoordelijkheid krijgt. Lenen is een investering in je eigen

toekomst en hoort daarom bij die verantwoordelijkheid. Hierdoor kun je ook de studenten

onderscheiden die extra gemotiveerd zijn en van hun studie hun eerste prioriteit maken.

Daarbij zien ze in dat er meer geld in onderwijs gestoken moet worden en vinden ze de 800

miljoen euro dat vrijkomt met de afschaffing van de basisbeurs de beste besparing om dit

waar te maken.

Heeft deze keuze een invloed gehad op de kiezers?

De VVD heeft ten opzichte van de verkiezingen van 2012 veel zetels verloren tijdens de

verkiezingen van 2017. De kans is klein dat dit alleen komt door hun mening over het

leenstelsel. Omdat ze ook vorige verkiezingen de grootste partij waren, in de coalitie zaten

en de partijleider minister-president was is de partij veel in het nieuwe geweest in de periode

tussen 2012 en 2017. Daardoor worden ze sneller verantwoordelijk gehouden voor al het

slechte nieuws op het gebied van politiek.

Page 19: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

19

2012 2017

Aantal stemmen 2.504.948 2.238.351

Aantal zetels 41 33

Percentage NL totaal 26,58% 21,29%

Verandering t.o.v. vorige verkiezingen NL totaal

+6,09% -5,29%

Percentage 18-24 18% 11%

Verandering t.o.v. vorige verkiezingen 18-24

Hoe groot is de kans dat de VVD in de coalitie komt van de Tweede Kamerverkiezingen

2017?

Die kans is heel groot. De VVD is de grootste partij geworden afgelopen verkiezingen en zit

al heel lang in de coalitie en kan dus goed samenwerken met meerdere partijen. In principe

staat het niet in de wetgeving dat de grootste partij ook echt de minister-president moet

leveren of in de coalitie moet, maar door het aantal zetels gebeurt dit meestal wel. In de

periode dat dit werkstuk wordt gemaakt zijn de partijen al in de slotfase van de formering van

een coalitie waar de VVD deel van uitmaakt.

Hoe groot is de kans dat deze partij iets aan het huidige stelsel gaat doen?

Het staat niet in hun verkiezingsprogramma en is waarschijnlijk geen punt wat ze zelf zullen

aankaarten. Echter heeft de VVD wel vastgesteld dat ze kritisch tegenover het leenstelsel

staan. In 2016 en 2017 zijn er veel negatieve nieuwsberichten geweest over het leenstelsel,

dus het is wel aannemelijk dat als een van de andere coalitiepartijen de herinvoering van de

basisbeurs aankaart, de VVD bereid is hierin mee te gaan.

Analyse D66

Wat voor partij is D66?

D66 staat voor Democraten ‘66. Het jaar 1966 is het jaar waarin D66 is opgericht. Deze

politieke partij is sociaal-liberaal. In het politieke spectrum zitten ze een beetje in het midden,

dus ze zijn niet extreem links of extreem rechts. Voordeel daarvan is dat niemand heel erg

tegen hun ideologie is bij de andere partijen.

Wat wil D66 bereiken op het gebied van studiefinanciering?

D66 is voor het leenstelsel. D66 wil het leenstelsel toegankelijk voor laatbloeiers en voor

mensen die na een aantal jaren werken een tweede kans willen, ook als ze ouder dan dertig

zijn. Ook wil D66 de ov-kaart behouden.

Waarom is dit een typische keuze voor D66?

Dit is eigenlijk helemaal geen typische keuze voor D66. Omdat deze partij onderwijs erg

belangrijk vindt en het vaak op de agenda zet, hebben ze een zeer jonge achterban. Ook

hebben ze het veel over onderwerpen als het milieu en de multiculturele samenleving. Dit

aspect vinden met name jongeren aantrekkelijk. Zij zijn namelijk nog niet bezig met een huis,

Page 20: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

20

gezin en hypotheek en maken zich daarom meer druk om immateriële zaken dan

volwassenen. Juist hierdoor zou je verwachten dat D66 een keuze maakt waar veel

studenten achter zouden staan.

Heeft deze keuze een invloed gehad op de kiezers?

2012 2017

Aantal stemmen 757.091 1.285.819

Aantal zetels 12 19

Percentage NL totaal 8,03% 12,23%

Verandering t.o.v. vorige verkiezingen NL totaal

+1,08% +4,20%

Percentage 18-24 8% 12%

Verandering t.o.v. vorige verkiezingen 18-24

Het aantal kiezers van Nederland totaal is met ongeveer evenveel gestegen als het aantal

kiezers in de leeftijdscategorie 18-24 jaar. Volgens de partij is dat te danken aan de

constructieve rol die ze in het kabinet-Rutte vanuit de oppositie hebben geleverd bij een

aantal moeilijke discussies.

Studentenorganisaties zijn negatief over het leenstelsel. Bijna alle studenten delen hun

mening. Het is echter niet zeker hoe de gemiddelde Nederlander daarover denkt. We

kunnen aannemen dat de leeftijdscategorie 18-24 jaar feller voor de basisbeurs zal pleiten

dan de gemiddelde Nederlander. Toch zijn de stemmen evenredig verdeeld. Het is daarom

niet logisch dat deze toename van deze stemmen gevolg is van de keuze van D66 het

leenstelsel te willen behouden.

Hoe groot is de kans dat D66 in de coalitie komt van de Tweede Kamerverkiezingen 2017?

Deze kans is zeer groot. In de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 is D66 een grote partij

met 19 zetels geworden. Ze hebben meer macht gekregen daardoor en zijn daardoor een

grote kanshebber om in de coalitie te komen. Met deze partij kan namelijk redelijk makkelijk

een meerderheid gevormd worden. Ook zijn ze een zeer gematigde partij in overtuigingen

waardoor ze geen politieke tegenstanders hebben. In oktober 2017 zit D66 samen met VVD,

CDA en ChristenUnie in de slotfase van de formatie en is het bijna zeker dat ze

daadwerkelijk in de coalitie komen.

Hoe groot is de kans dat deze partij iets aan het huidige stelsel gaat doen?

Zelfstandig is deze kans eigenlijk niet aanwezig, want de partij wil het geld dat vrijkomt door

het afschaffen van de basisbeurs (door hen ingeschat op 1 miljard euro) investeren in de

kwaliteit van het Hoger Onderwijs. Ze willen onder andere een intensievere begeleiding van

studenten en meer contacturen. Wellicht dat ze in een coalitie met CDA en ChristenUnie

bereid zijn dit toch te veranderen.

Page 21: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

21

Conclusie

Dit hoofdstuk geeft meer inzicht in de gedachtegang van de partijen die het leenstelsel willen

behouden. Ik heb hier dan ook meer begrip voor gekregen. Ik weet niet in hoeverre kiezers

van deze partijen rekening hebben gehouden met dit standpunt. VVD-stemmers zijn denk ik

meer gefocust op economische zaken, hun achterban bestaat bijvoorbeeld uit relatief veel

ondernemers. Die zijn in mindere mate geïnteresseerd in studiefinanciering. Bij D66, een

partij met een jonge achterban, verwachtte ik dat er meer rekening mee gehouden zou zijn.

Aan de verkiezingsuitslagen te zien lijkt dit echter niet te kloppen. Gemiddeld Nederland

stemt evenveel op deze partij als 18-24 jarigen.

Ik heb me ingelezen in wat deze partijen te zeggen hebben over de voordelen van het

leenstelsel en begrijp deze daardoor ook beter. D66 vindt het bijvoorbeeld erg belangrijk dat

de kwaliteit van het hoger onderwijs wordt verbeterd. Zij willen de 1 miljard die vrijkomt door

de afschaffing van de basisbeurs investeren in die kwaliteit. Dit is zeker een belangrijk

onderdeel van het onderwijs waar aan gedacht moet worden.

Een ander voordeel van het leenstelsel waar geen aandacht aan wordt besteed in de

verkiezingsprogramma’s maar die ik wel ben tegengekomen is het feit dat de student zo zijn

eigen studie betaald en er geen geld wordt gegeven door de gemiddelde belastingbetaler

aan een student die hier in principe misbruik van zou kunnen maken in de situatie van de

basisbeurs.

Deze partijen lijken content te zijn met het leenstelsel en ondanks de negatieve effecten die

tot nu toe door het Centraal Planbureau zijn ondervonden en in het nieuws terecht zijn

gekomen zijn ze niet van plan hier verandering in te brengen. Echter komen ze

hoogstwaarschijnlijk in een coalitie met CDA en ChristenUnie. Deze partijen willen de

basisbeurs herinvoeren en als ze om de tafel gaan zitten met elkaar zou het goed kunnen

dat ze alsnog instemmen. Een alternatief is een verdere verhoging van de aanvullende

beurs. Dit is ook een bevordering van de toegankelijkheid van het onderwijs.

Page 22: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

22

Hoofdstuk 4

Deelvraag: Wat is de invloed van het leenstelsel op de Nederlandse student?

Opbouw

1. Inleiding

2. Kosten en inkomsten gemiddelde student

3. Interview student oude stelsel

4. Interview student nieuwe stelsel

5. Toegankelijkheid van het onderwijs

6. Gevolgen en toekomstplaatje

7. Vergelijking met het buitenland

Inleiding

We hebben tot nu toe vooral heel veel verschillende meningen bekeken. Deze zijn

overwegend negatief, toch zijn er ook een aantal positieve standpunten ten opzichte van het

leenstelsel. Ik verwacht dat dat optimisme in dit hoofdstuk niet aan de orde zal komen. Als er

enkel naar de student gekeken wordt lijkt er geen voordeel aan het leenstelsel te zitten. Die

nadelen zullen in dit hoofdstuk aan bod komen. Mijn hypothese is dan ook dat de student er

met het leenstelsel sterk op achteruit gaat.

Kosten en inkomsten gemiddelde student

Volgens het Nibud is de gemiddelde Nederlandse student per maand €1211,- kwijt aan veel

verschillende kostenposten.

De inkomsten van de gemiddelde student berekenen is wat lastiger. De student is

afhankelijk van verschillende factoren, waar hij in veel gevallen zelf geen invloed op kan

hebben. Bijvoorbeeld de opbrengsten van een bijbaan. Deze kunnen erg uiteenlopen. Niet

iedereen besteedt evenveel tijd aan de studie, waardoor de tijd die overblijft voor een

bijbaan ook kan verschillen. Bovendien verdien je meer naarmate je ouder wordt. Studenten

onder 19 jaar oud verdienen gemiddeld €241,- per maand terwijl studenten boven de 24 jaar

oud gemiddeld €571,- verdienen.

We gaan uit van een 18-jarige omdat dit de leeftijd is waarop de student zal moeten kiezen

of hij wel of niet gaat studeren. Deze studenten verdienen dus gemiddeld €241,- per maand.

Een andere inkomstenbron voor de student is de bijdrage van de ouders. 57% van de

studenten ontvangt een ouderbijdrage en die bedraagt gemiddeld 179 euro. Als de ouders

samen minder dan 45.000 euro op jaarbasis verdienen, heeft de student recht op een

aanvullende beurs. Voor HBO en universiteit kan dit bedrag oplopen tot €387,92. Er wordt

rekening gehouden met de gemiddelde ouderbijdrage van 179 euro, aangezien de overheid

rekening heeft gehouden met de toegankelijkheid van het onderwijs zal de aanvullende

beurs gemiddeld even hoog zijn als de bijdrage die kinderen van hun ouders ontvangen.

Verder zijn er een paar toeslagen van de overheid die op bepaalde mensen van toepassing

zijn zoals de huurtoeslag of de zorgtoeslag. De toeslagen zijn berekend met de gegevens

van de gemiddelde 18-jarige uitwonende student. Aangezien de gemiddelde huurprijs hoger

is dan 414 euro, namelijk 417 euro, heeft de gemiddelde student geen recht op een

huurtoeslag. De zorgtoeslag is gemiddeld 88 euro per maand.

Page 23: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

23

Dan blijft er alsnog 703 euro per maand over om in balans te komen met de uitgaven van

1211 euro. Als een studie vier jaar duurt en elke maand hetzelfde bedrag geleend moet

worden, komt de student uit op een studieschuld van 33.744 euro uit. In werkelijkheid zal de

schuld lager uitvallen, omdat verwacht wordt dat de uitgaven van de student lager zullen zijn

uit angst voor het opbouwen van een schuld. We houden rekening met de berekening van

het CPB. Zij verwachten een toename op de huidige studieschuld van 6000 euro. De huidige

studieschuld bedraagt 15.000 euro. Dit zou betekenen dat de gemiddelde studieschuld

onder het leenstelsel 21.000 euro zal bedragen. 21.000:4(:12)= 437,50 euro.

Hier volgt een schema van de inkomsten en uitgaven van de gemiddelde, 18-jarige,

uitwonende student.

Inkomsten Uitgaven

Bijbaan 241 Huur 417

Bijdrage ouders OF aanvullende beurs

179 Boodschappen 181

Zorgtoeslag 88 Studieboeken en -benodigdheden

58

Lening 437,50 Vervoer 63

Overige inkomsten (teruggaaf van belastingdienst, verkoop van tweedehands spullen, alimentatie)

265,50 Ontspanning 146

Kleding en schoenen 47

Zorgverzekering 106

Telefoon 26

Collegegeld 167

Totaal 1211 Totaal 1211

Het is nog onduidelijk hoeveel er onder het leenstelsel precies geleend wordt en gaat

worden, daarom zijn de inkomsten deels gebaseerd op voorspellingen. De uitgaven zijn

gebaseerd op realistische gegevens van het Nibud en houden dus nog geen rekening met

de gevolgen van het leenstelsel. In de toekomst verwacht ik daarom dat de uitgaven minder

zullen worden en daarmee ook de overige inkomsten die de student in deze berekening nog

nodig heeft om rond te kunnen komen.

Interview student oude stelsel

Dianthe Kooij, 22 jaar, student rechten aan de Universiteit van Leiden

Page 24: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

24

Ben je thuiswonend of uitwonend?

Ik ben uitwonend.

Hoeveel studiefinanciering ontvang je per maand?

Ik ontvang geen studiefinanciering meer. Je hebt recht op drie jaar studiefinanciering en ik

zit nu in het vijfde jaar van mijn studie.

Hoeveel aan extra financiering heb je maandelijks nodig om te kunnen leven? En hoe kom je

hieraan?

Van mijn ouders ontvang ik een maandelijkse toelage van €300 en zij betalen mijn kosten

zoals ziektekostenverzekering, overige verzekeringen, collegegeld (€2000 p/jaar),

telefoonabonnement e.d. Daarnaast werk ik nog één dag per week en daar houd ik

ongeveer €300 per maand aan over.

Denk je dat je leven er anders uit had gezien als je onder het leenstelsel was gekomen?

Ik denk niet dat mijn leven er heel anders uit had gezien als ik onder het huidige leenstelsel

terecht was gekomen. Ik zou niet meer zijn gaan werken want dan zou ik in de knoop komen

met studietijd. Misschien dat ik dan meer geld had geleend bij de overheid of mijn ouders

had gevraagd om een hogere toelage.

Ben je tevreden over je studiefinanciering?

De drie jaar dat ik studiefinanciering ontving was ik tevreden. Het was ongeveer €280 in mijn

tijd en daardoor had ik veel geld over voor leuke dingen en zat ik niet vaak krap bij kas.

Als jij als ervaringsdeskundige nu zou mogen beslissen: hoe zou studiefinanciering in

Nederland er dan uitzien?

Als ik zou mogen beslissen hoe de studiefinanciering in Nederland er uit zou komen te zien,

dan zou ik er nog één extra jaar vastplakken aan het oude stelsel. Dus dan een totaal van

vier jaar aan studiefinanciering. Dit omdat je in drie jaar, indien je nominaal loopt, alleen je

bachelor afrondt. Wil je na je bachelor nog voor een master gaan, dan betaal je dit uit eigen

zak. Echter, moet het ook niet een grote weggeef-show worden met ongelimiteerde

studiefinanciering, daarom dat er toch een stop op zit na vier jaar. Daarna zou je wel geld

mogen lenen, zoals nu ook mag tijdens je studie.

Interview studenten nieuwe stelsel

Thom Dijkslag, 20 jaar, student Aviation Studies aan de Hogeschool van Amsterdam, doet

nu een stage bij Eurocontrol in Maastricht

Hoeveel leen je gemiddeld per maand?

Op dit moment leen ik niets door een ruime stagevergoeding die ik nu geniet. Normaal

gesproken leen ik 100 euro per maand bij.

Ben je uitwonend of thuiswonend?

Dor stage ben ik nu uitwonend in Maastricht.

Ontvang je op het studentenreisproduct na nog andere giften van de overheid op het gebied

van studiefinanciering?

Op het studentenreisproduct na ontvang ik geen giften van de overheid.

Page 25: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

25

Wat zijn voor jou de voordelen van het leenstelsel?

Er zijn voor mij geen voordelen. Ik leen normaal gesproken maar 100 euro bij. Als ik een

basisbeurs had gehad, had dit niet gehoeven.

Wat zijn voor jou de nadelen van het leenstelsel?

Het nadeel is dat ik 100 euro per maand bij mijn ouders leen. Ik leen dit bij mijn ouders

omdat ik niet na studeren met een schuld wil zitten bij de overheid, dit kan namelijk nadelige

consequenties hebben als ik een hypotheek wil afsluiten.

Had je andere keuzes gemaakt als je niet had hoeven lenen? Denk aan woning,

uitgaansleven, werk, enz.

Nee, ik ga 1 keer per week uit en dat vind ik meer dan genoeg.

Als jij als ervaringsdeskundige nu zou mogen beslissen: hoe zou studiefinanciering in

Nederland er dan uitzien?

Het oude stelsel weer terugbrengen, maar wel limiteren tot bijvoorbeeld vier jaar, zodat de

eeuwige student niet constant wordt gespekt door de overheid.

Interview student nieuwe stelsel die NIET leent:

Matthijs Wijling, 18 jaar, eerstejaars student, studeert rechten aan de Universiteit van Leiden

Ben je uitwonend of thuiswonend?

Ik ben thuiswonend, dit omdat Leiden erg dichtbij is en omdat ik nog niet zeker wist dat deze

studie echt bij mij paste. Ik wist dat ik het leuk vond tijdens de open dagen, maar dit betekent

niet dat je het ook een heel leuk jaar blijft vinden.

Maak je gebruik van het studentenreisproduct?

Jazeker, ik reis doordeweeks gratis met het OV.

Had je andere keuzes gemaakt als je een basisbeurs had gekregen? Denk aan woning,

uitgaansleven, werk, enz.

Nee, dat denk ik niet. Ik had het denk ik gebruikt om mijn boeken te kopen. Een woning is

nog niet zo handig omdat ik wellicht volgend jaar ergens anders studeer. Daarnaast is werk

altijd goed, dus dat had mij ook niet beïnvloedt.

Wat is de reden dat je niet aan het lenen bent? Heb je het niet nodig, bang voor

studieschuld, enz.

Als ik en mijn ouders het afwegen tegenover een schuld is een schuld het niet waard om

een lening aan te gaan, zelfs als de rente heel laag is.

Als jij minister-president zou zijn, wat zou je veranderen aan studiefinanciering?

Ik weet niet of ik het zou veranderen omdat ik zelf gelukkig niet zoveel problemen ondervind

aan dit systeem. Ik kan wel begrijpen dat het best een probleem kan zijn voor andere

mensen. Het is in feite toch een reden om niet te gaan studeren, omdat je eindigt met een

torenhoge schuld en een afnemende baanzekerheid. Als de minister-president iets zou

moeten doen is het een hogere baanzekerheid bieden. Ik denk dat dat het grootste

Page 26: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

26

probleem is. Als je ergens moeite en geld in steekt wil je wel graag zeker weten dat je hier

ook rendement uit kunt halen.

Toegankelijkheid van het onderwijs

Zoals in hoofdstuk 1 beschreven, zijn er in het verleden veel ongelijke kansen in het

onderwijs geweest waardoor kinderen uit armere milieus niet in staat waren te studeren. In

de loop der tijd is de situatie voor hen verbeterd en inmiddels zou iedereen feitelijk kunnen

studeren. Zeker met de basisbeurs. In dit stelsel krijgt iedereen evenveel geld van de

overheid. Andere inkomsten krijgen de kinderen uit rijkere milieus doorgaans een bijdrage

van hun ouders en kinderen uit minder bedeelde milieus een aanvullende beurs. Met het

leenstelsel is dat eerste deel van de financiering weggevallen. Dit zou voor allebei de

groepen betekenen dat ze er financieel op achteruit gaan. Op 29 juni 2016 is er een Tweede

Kamerdebat over het leenstelsel gehouden. Uit deze discussie zijn een aantal belangrijke

feiten en cijfer op het gebied van toegankelijkheid naar voren gekomen.

Onderzoek laat echter zien dat het grootste verlies aan studenten komt vanuit de groep

jongeren waarvan de ouders zelf niet gestudeerd hebben. Voor deze jongeren is het

namelijk minder vanzelfsprekend om te studeren. Ze hebben het niet van huis uit

meegekregen. Ook blijkt dat studenten met een functiebeperking of chronische ziekte eerder

afhaken. Deze gevolgen zijn nadelig voor de toegankelijkheid van het onderwijs.

De zogenoemde ‘leenstelselcoalitie’ stelt dat de toegankelijkheid van het onderwijs er niet op

achteruit gaat, omdat de aanvullende beurs omhoog gaat. De ChristenUnie, voorstander van

de basisbeurs, weerlegt dit argument door te constateren dat de studenten met recht op een

aanvullende beurs ondanks de verhoging hiervan er toch op achteruit zijn gegaan. Jasper

van Dijk, woordvoerder SP, stelt: ‘De basisbeurs bedroeg zo'n €13.000 in vier jaar.

Studenten moeten dat geld nu lenen. Het gevolg zien we nu. Het aantal studenten is flink

gedaald, met zo'n 7 a 8%, en bij jongeren uit gezinnen waarin de ouders een lagere

opleiding hebben, gaat het zelfs om 15%.’

In het debat wordt de vraag gesteld: is er een Nederlander die als gevolg van het leenstelsel

niet meer kan studeren? De SP antwoordt als volgt op deze vraag: iedereen kan studeren,

mits hij zich torenhoog in de schulden steekt. Ondanks de lange aflosperiode en het

kwijtschelden van de studieschuld als het inkomen onder het minimuminkomen valt, krijgen

studenten hoe dan ook hogere schulden en dat is een gevaar voor de laagdrempeligheid en

daarmee de toegankelijkheid van het onderwijs. Ook in dit debat blijkt weer dat het lastig is

eenzijdige cijfers toe te kennen aan de gevolgen van het leenstelsel. Toch kunnen alle

aanwezige partijen niet ontkennen dat minder studenten zich inschrijven op universiteiten en

hogescholen.

Gevolgen en toekomstplaatje

Hypotheek

De hypotheek die je met een studieschuld kan afsluiten, is lager. Dit komt omdat de bank

rekening houdt met schulden en ze bank zijn dat de lening niet afbetaald kan worden als er

ook nog een andere lening lopend is. Het volgende rekenvoorbeeld van de ING is hierop

van toepassing: stel je hebt tijdens je studie een schuld opgebouwd van 20.000 euro. Nu

verdien je op jaarbasis 32.400,-. In principe kun je dan een hypotheek afsluiten van

130.000,-. Door je studieschuld neemt dit bedrag echter af. Je kunt dan nog maar voor

Page 27: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

27

115.000 euro lenen. Dit is een negatief gevolg aangezien de hypotheek die afgesloten kan

worden minder hoog is en er dus op andere manieren om aan geld te komen moet worden

gekeken.3

Minder studenten op kamers

In heel Nederland woonden voor de afschaffing van het leenstelsel 42.000 studenten op

kamers. Dit aantal zou volgens het Kences, de instelling van studentenhuisvesting, in 8 jaar

tijd met 13.000 dalen. Nu valt de daling nog mee omdat er nog een heleboel studenten zijn

die nog een basisbeurs ontvangen. Toch zijn er al opvallende verschillen: het percentage

eerstejaars dat op kamers ging was in het studiejaar 2014/2015 nog 28 procent. In het

studiejaar 2015/2016 daalde dat percentage naar 13 procent. Voor de student is dat nadelig

omdat een onderdeel van studeren is dat de student de kans krijgt onafhankelijk te worden.

Bovendien zeggen veel studenten dat ze door de hoge prijzen niet op kamers gaan en

daardoor het gevoel hebben het ‘studentenleven’ en het uitgaan wat daarmee gepaard gaat,

mislopen. Voor de woningmarkt is het echter wel voordelig, aangezien er een groot tekort is

aan studentenwoningen. 4

Meer stress door druk op het studietempo

Studenten ervaren meer stress doordat er meer druk is op het studietempo ten gevolge van

het leenstelsel. Volgens een rapport van het ISO, het Interstedelijk Studenten Overleg, zijn

studenten sowieso gevoeliger voor stress. Ze ervaren druk het beste uit zichzelf te halen.

Door het leenstelsel neemt deze stress op twee manieren toe. Ten eerste de zorg over een

hoge studieschuld, maar ook het tempo wat de student aanneemt door diezelfde zorg,

draagt niet bij aan de mentale gezondheid van de student. 5

Aflossing studieschuld

Met de basisbeurs was de gemiddelde studieschuld 15.000 euro. Door de invoering van het

sociaal leenstelsel neemt de schuld toe. Thuiswonende studenten lopen ongeveer 5000

euro mis door de afschaffing van de basisbeurs en uitwonende studenten ongeveer 13.000

euro. Volgens het CPB zou de studieschuld gemiddeld met 9000 euro toenemen als het

volledige bedrag dat studenten mislopen door de basisbeurs gaan lenen. In realiteit schat

het CPB dat dit bedrag lager zal zijn door een hogere bijdrage van ouders, meer inkomsten

door een bijbaan en lagere consumptieve uitgaven. Ze gaan daardoor uit van een stijging

van de studieschuld van gemiddeld 6000 euro. Dat zou betekenen dat de gemiddelde

studieschuld met het leenstelsel 21.000 euro is.

De aflossingsperiode is voor de student verhoogt van 15 jaar naar 35 jaar. Dat is fijn voor de

student omdat het de druk die een hoge studieschuld met zich meebrengt enigszins

verlaagt. Nadeel is dat veel studenten bijna tot aan hun pensioen met een studieschuld

blijven zitten.

Vergelijking met het buitenland

Duitsland

3 https://www.ing.nl/media/ING_teksten-nieuwe-stufi_tcm162-90434.pdf 4https://www.rtlnieuws.nl/nederland/nog-minder-studenten-gaan-op-kamers-door-leenstelsel 5 https://www.iso.nl/website/wp-content/uploads/2015/01/1415-Sucstress.pdf

Page 28: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

28

In verschillende Europese landen, waaronder ook Duitsland, is er geen sprake van

collegegeld. Dit wordt volledig gedekt door de overheid. Dit zorgt voor een zeer

laagdrempelig onderwijssysteem, omdat er puur aan het volgen van de studie geen kosten

verbonden zijn. De gemiddelde maandelijkse kosten van een Duitse student bedragen 794

euro. Dit scheelt een aanzienlijk bedrag van 417 euro ten aanzien van de kosten van de

Nederlandse student. Onder andere de lage huurprijzen voor studentenkamers in Duitsland

spelen hierbij een rol, maar ook leermateriaal als schoolboeken is er een stuk goedkoper.

Er is in Duitsland ook sprake van een leenstelsel. De student bouwt daar echter minder snel

een hoge studieschuld op dan in Nederland. Dit komt onder andere door de lagere

maandelijkse kosten die afhankelijk zijn van omstandigheden waar we geen grip op hebben.

Wat we wel kunnen leren van Duitsland, is het verlagen of zelfs laten verdwijnen van het

collegegeld.

Op 10 oktober is in het regeerakkoord van de vanaf toen definitieve coalitie vastgesteld dat

het collegegeld in het eerste jaar wordt gehalveerd. Dit is volgens mij een stap in de goede

richting naar het in Duitsland gehanteerde systeem.

Verenigde Staten

In de Verenigde Staten wordt er ook een leenstelsel gehanteerd met slechte voorwaarden

voor de student. De gemiddelde studieschuld in dit land bedroeg in 2012 29.400 dollar (nu

24.878 euro). Een groot deel van de bevolking geeft aan spijt te hebben van studeren omdat

ze nog lang aan een hoge studieschuld vastzitten.

Ook op macro-economisch vlak zijn er negatieve gevolgen van de hoge studieschuld. In

totaal gaat het in 2012 om meer dan 1200 miljard dollar. Er is veel sprake van wanbetaling

waardoor nieuwe studenten steeds meer rente over hun lening moeten betalen. De

afbetalingsperiode is 25 jaar, wat redelijk lang is.

Ik denk dat we van dit land moeten leren dat het doorvoeren van een leenstelsel

desastreuze gevolgen kan hebben voor de economie, maar zeker ook voor de individu.

Meer dan 30% geeft aan spijt te hebben van zijn of haar studie en liever direct was gaan

werken.

Conclusie

Er is nog te weinig bekend over de effecten van het leenstelsel om te zeggen wat precies de

gevolgen per student zullen zijn, maar we kunnen zeker vaststellen dat hij er op achteruit

gaat.

In de gemiddelde kostenberekening van een 18-jarige uitwonende student is zichtbaar dat er

flink bespaard zal moeten worden of heel veel meer geleend moet worden door de student

om rond te kunnen komen.

De gemiddelde studieschuld zal met 6000 euro toenemen naar een schuld van in totaal

21.000 euro. De nadelige gevolgen hiervan zijn onder andere dat minder studenten op

kamers kunnen, dat de student na het afstuderen een lagere hypotheek af kan sluiten, dat er

meer druk komt op het studietempo en dat veel werkenden bijna tot aan hun pensioen een

studieschuld af zullen moeten betalen.

Uit onderzoek blijkt dat met name jongeren waarvan de ouders zelf niet hebben gestudeerd,

snel afhaken in de situatie van het leenstelsel. Dit brengt de toegankelijkheid van het

onderwijs in gevaar. Iedere jongere zou dezelfde kansen moeten krijgen op het gebied van

onderwijs en met de basisbeurs waren die kansen gelijker verdeeld.

Page 29: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

29

In veel Europese landen is er geen collegegeld. Ik vind dat we dit ook in Nederland moeten

doorvoeren. Het scheelt de student 2000 euro per jaar. Dit geld kan hij op andere manieren

uitgeven, waardoor hij veel minder zal hoeven lenen en de studieschuld erg kan afnemen.

Met de halvering van het collegegeld voor het eerste studiejaar zetten we in Nederland al

een stap in de juiste richting.

Hoofdstuk 5

Deelvraag: Wat is de invloed van het leenstelsel op de Nederlandse economie?

Opbouw:

1. Inleiding

2. Welvaartsverlies

3. Gevolgen en toekomstplaatje

4. Vergelijking met het buitenland

Inleiding

De grote vraag die de overheid uiteindelijk aangaat: wat is de invloed van het leenstelsel op

de Nederlandse economie. Van wat we tot nu toe hebben gezien lijkt die invloed niet heel

positief.

Welvaartsverlies

Wat zijn de macro-economische gevolgen van het leenstelsel?

Als we doorgaan met het leenstelsel, zal de welvaart dalen door drie factoren.

Page 30: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

30

Ten eerste betekent de daling van het aantal studenten een slechtere internationale

concurrentiepositie. Zoals we hebben gezien is er bijvoorbeeld in Duitsland een student-

vriendelijk systeem. Daar zal het aantal studenten in ieder geval niet afnemen. Door de

globalisering verdwijnen langzaam de nationale grenzen op het gebied van de economische

wereldmarkt. Dat betekent dat bedrijven tegenwoordig overal werknemers vandaan kunnen

halen. Als er in Nederland weinig hoogopgeleiden zijn, is het voor deze internationale

bedrijven veel aantrekkelijker om werk aan te bieden aan studenten met andere

nationaliteiten. Als er minder Nederlanders werken in multinationals, zullen ook minder van

dit soort bedrijven zich in Nederland vestigen, waardoor er weer minder internationale

handel is en de internationale concurrentiepositie verslechterd. Je merkt dus dat we met een

kleiner aantal hoogopgeleiden in een neerwaartse spiraal terechtkomen.

Ook zorgt de daling van het aantal studenten voor lagere opbrengsten voor de overheid.

Iedere student levert hen namelijk 25.000 euro op. Er is dus een enorme bijdrage aan de

welvaart afkomstig uit de kennissector, die vooral bestaat uit hoogopgeleiden. Het gemis van

hoogopgeleiden bij bedrijven in die kennissector, zal de economische bloei verstoren. Het

welvaartsverlies is afhankelijk van de daling van het aantal studenten, wat nu nog niet met

zekerheid te zeggen is.

Tot slot is er de stijging van de totale studieschuld. In 2012 bedroeg de totale studieschuld

nog 12 miljard, in maart 2017 is dit al opgelopen naar 17,9 miljard euro.

Gevolgen en toekomstplaatje

Mate van aflossing en uitgaven aanvullende beurs

De mate van aflossing komt door de invoering van het leenstelsel onder druk te staan. De

gemiddelde studieschuld stijgt van 15.000 euro naar 21.000 euro. Om deze draagkracht te

verbeteren, is de aflostermijn van 15 jaar verhoogd naar 35 jaar. Toch is er een risico voor

de overheid. Als de student namelijk niet in staat blijkt te zijn zijn studieschuld af te lossen

binnen 35 jaar, wordt de rest van de schuld kwijtgescholden. Ook zorgt de langere

aflostermijn voor hogere uitvoeringskosten. Er zijn namelijk meer debiteuren, terwijls de

maandelijkse termijnbetalingen klein zijn. Dit zorgt ervoor dat de besparing van de overheid

kleiner wordt en dat er dus minder uit kan worden gegeven aan de kwaliteit van het

onderwijs.

Een andere stijgende kostenpost die hetzelfde effect met zich meebrengt is de aanvullende

beurs. Om de toegankelijkheid van het onderwijs te beschermen is de aanvullende beurs

voor studenten waarvan de ouders minder dan 45.000 euro op jaarbasis verdienen,

verhoogd en zal wellicht nog verder verhoogd worden. Hierdoor zal de besparing die begroot

is op 1 miljard euro, lager worden. De effectiviteit van de investering in de kwaliteit van het

onderwijs kan hierdoor in twijfel worden getrokken.

Page 31: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

31

Slot Wat is mijn mening tegenover het leenstelsel na het maken van dit werkstuk? En wat

zijn de gevolgen van deze verandering voor de student en economie?

Opbouw

1. Conclusie

2. Kort antwoord op hoofdvraag

3. Literatuurlijst

4. Logboek

Conclusie

Doordat het leenstelsel pas sinds 2015 is ingevoerd, heb ik een gebrek aan bepaalde cijfers

opgemerkt bij het maken van dit werkstuk. Dit feit bemoeilijkt het maken van een waterdicht

oordeel en ik zal dit daarom ook niet geven. Ik ben dus van mening dat er te weinig bewijzen

zijn op dit moment om definitief te beslissen of we het meest gebaat zijn bij een stelsel met

basisbeurs of een stelsel op basis van leningen. Wel denk ik dat er genoeg feiten en cijfers

zijn die het vormen van een sterke voorkeur mogelijk maken.

Van de studenten is 84% tegen het leenstelsel. Ik denk dat de basisbeurs van 2014, vlak

voor de invoering van het leenstelsel, geen perfect systeem was, maar dat het leenstelsel

het zeker niet beter heeft gemaakt. Uit de cijfers blijkt dat studenten bang zijn voor de

gevolgen van het leenstelsel

Page 32: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

32

Met de basisbeurs was er sprake van een ruil: de student ontving studiefinanciering als gift

mits er een diploma behaald werd. Deze tegenprestatie is voor de overheid niet langer

voldoende, aangezien nu ook de volledige waarde van de financiering die tijdens de studie

ontvangen wordt, aan de overheid terugbetaald moet worden. Dit verbaast mij, omdat hoe

meer hoogopgeleiden er in een land zijn, hoe meer mensen kunnen bijdragen aan de

welvaart.

Het geld dat bespaard wordt door het leenstelsel, wordt in de kwaliteit van het onderwijs

gestoken. Ik betwijfel of dit een positief effect zal hebben. Ruim 80% van de studenten denkt

te moeten gaan werken door de afschaffing van de basisbeurs. Meer dan 70% denkt dat dit

effect zal hebben op de tijd die ze kunnen besteden aan het leren. Uit angst voor een hoge

studieschuld, zullen studenten die moeten lenen meer gaan werken. Dus de kwaliteit van het

onderwijs wordt misschien beter, maar dit betekent niet meteen dat de studenten uiteindelijk

meer weten. Ze hebben simpelweg minder tijd om te studeren. Ik merk persoonlijk ook vaak

dat als ik het druk heb met mijn bijbaan, dat ik het erg lastig vind om dit te combineren met

school. Bovendien werd door de overheid beloofd dat de volledige 1 miljard die bespaard

zou worden door de afschaffing van de basisbeurs, geïnvesteerd zou worden in het

leenstelsel. Dit bedrag zal volgens meerdere onderzoeken lager uitvallen door de verhoging

van de aanvullende beurs.

Ik ben het eens met het feit dat de basisbeurs geen zogenaamd ‘snoepstelsel’ moet zijn

waarin studenten onbeperkt geld krijgen van de overheid, omdat iedereen hier belasting

voor betaalt. Maar als er strengere regels voor de student, bijvoorbeeld over het aantal jaar

dat de basisbeurs kan worden ontvangen, zal de gemiddelde belastingbetaler juist profiteren

van de basisbeurs. Er zijn dan meer studenten die de welvaart in Nederland omhoog kunnen

helpen.

Daarom pleit ik voor de basisbeurs.

Antwoord op hoofdvraag in het kort

Tot slot zal ik concreet en bondig antwoord geven op mijn hoofdvraag. Deze luidt: wat is de

invloed van de invoering van het leenstelsel op de Nederlandse student en de Nederlandse

economie?

Met name de Nederlandse student gaat erop achteruit. Zij moeten naar schatting gemiddeld

6000 euro meer lenen, waardoor er aan het eind van de studie een schuld van ruim 21.000

euro opgebouwd zal zijn. Dit heeft verschillende nadelige gevolgen voor hen. Uit angst voor

een hoge studieschuld zullen minder jongeren gaan studeren, met name jongeren uit

kansarme milieus. Dit brengt de toegankelijkheid van het onderwijs in gevaar.

De invloed op de Nederlandse economie zal, zeker in de beginfase, in mindere mate

merkbaar zijn. Uiteindelijk zal de welvaart afnemen door het mindere aantal aan

hoogopgeleiden. Elke student levert de economie 25.000 euro op.

Voor de Nederlandse belastingbetaler zal er niks veranderen. Het geld wat voorheen in de

basisbeurs werd gestoken, gaat nu naar de kwaliteit van het onderwijs. Hun netto inkomen

zal er dan ook niet op vooruit gaan.

Page 33: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

33

Literatuurlijst

- Politieke partijprogramma’s

- CDA: Keuzes voor een beter Nederland

- Christenunie: Hoopvol Realistisch

- VVD: Zeker Nederland

- D66: Kansen voor iedereen

- Website Rijksoverheid: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/studiefinanciering

- Website DUO: https://www.duo.nl/particulier/

- Boek: Onderwijs mogelijk maken door Wouter Marchand (over de toegankelijkheid

van studiefinanciering door de jaren heen)

- Boek: Kansen in het koninkrijk door Pieter Slaman, Wouter Marchand en Ruben

Schalk

Websites

- https://www.wijzeringeldzaken.nl/op-jezelf/hoe-werkt-studiefinanciering/

- http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/geschiedenis-studiefinanciering/

- http://www.folia.nl/actueel/79537/200-jaar-studiefinanciering-een-lening-of-een-gift

Geraadpleegd op 14 augustus

- http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/geschiedenis-studiefinanciering/ Geraadpleegd

op 14 augustus

- http://www.18ennu.nl/leenstelsel/ Geraadpleegd op 14 augustus

- https://profhoekstra.weblog.tudelft.nl/2013/11/01/waarom-de-basisbeurs-niet-

afgeschaft-moet-worden/ Geraadpleegd op 17 augustus

- https://duo.nl/particulier/student-hbo-of-universiteit/het-oude-stelsel-van-

studiefinanciering.jsp Geraadpleegd op 17 augustus

- http://jij.eenvandaag.nl/uitslagen/onderwijs/51811/studenten_en_scholieren_massaal

_tegen_afschaffen_stufi Geraadpleegd op 17 augustus

- https://www.nrc.nl/nieuws/2014/06/06/studieschuld-stijgt-straks-naar-21-000-euro-

a1424499 Geraadpleegd op 22 augustus

- http://www.bndestem.nl/overig/voors-en-tegens-van-sociaal-leenstelsel~aec74c64/

Geraadpleegd op 22 augustus

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Rechts_(politiek) Geraadpleegd op 29 augustus

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Tweede_Kamerverkiezingen_2017 Geraadpleegd op 5

september

- http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=82095NED&LA=N

L Geraadpleegd op 5 september

- https://nos.nl/artikel/2163382-jong-of-oud-man-of-vrouw-wie-stemde-op-welke-

partij.html Geraadpleegd op 5 september

- https://www.coalitiechecker.nl Geraadpleegd op 11 september

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Christen-Democratisch_Appèl Geraadpleegd op 12

september

- https://www.christenunie.nl/standpunt/studiefinanciering Geraadpleegd op 14

september

- https://www.nibud.nl/consumenten/wat-kost-studeren/ Geraadpleegd op 3 oktober

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Volkspartij_voor_Vrijheid_en_Democratie Geraadpleegd

op 4 oktober

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Democraten_66 Geraadpleegd op 4 oktober

Page 34: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

34

- https://www.voxweb.nl/nieuws/waarom-groenlinks-en-d66-goed-studenten

Geraadpleegd op 5 oktober

- https://www.nrc.nl/nieuws/2017/03/15/kiezer-beloont-d66-voor-constructieve-rol-

7392305-a1550483 Geraadpleegd op 5 oktober

- http://www.laks.nl/uploads/pdf/LAKS%20documenten/onderzoek_wat_weet_jij_over_

het_leenstelsel.pdf Geraadpleegd op 5 oktober

- https://www.nibud.nl/beroepsmatig/verdwijnen-basisbeurs-plaatst-ouders-voor-

dilemma/ Geraadpleegd op 6 oktober

- https://www.ing.nl/media/ING_teksten-nieuwe-stufi_tcm162-90434.pdf Geraadpleegd

op 6 oktober

- https://www.erasmusmagazine.nl/2016/09/16/jonge-student-blijft-vaker-thuiswonen/

Geraadpleegd op 6 oktober

- https://www.iso.nl/website/wp-content/uploads/2015/01/1415-Sucstress.pdf

Geraadpleegd op 6 oktober

- http://www.studereninduitsland.nl/studie-informatie/kosten-en-studiefinanciering

Geraadpleegd op 11 oktober

- https://www.daad.de/deutschland/nach-deutschland/voraussetzungen/en/9198-

financing/ Geraadpleegd op 11 oktober

- http://definancielesite.nl/book/page/753-studiefinanciering-in-de-vs-explosieve/

Geraadpleegd op 11 oktober

- http://www.scienceguide.nl/201210/leenstelsel-klap-voor-economie.aspx

Geraadpleegd op 12 oktober

- https://www.ad.nl/binnenland/studieschuld-blijft-elk-jaar-oplopen-nu-al-17-9-

miljard~a5d1868f/ Geraadpleegd op 12 oktober

Afbeeldingen

- Blz. 11: Bron ANP 2013

Logboek Wat? Aantal minuten Uren cumulatief

13 april Hoofd- en deelvragen bedacht

60 minuten

1 mei Planning gemaakt 60 minuten

31 mei Inlezen over het onderwerp op internet

45 minuten

31 mei Voorlopige literatuurlijst samengesteld

30 minuten

5 juni Doornemen boek ‘Onderwijs mogelijk maken’

60 minuten

Page 35: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

35

12 juni Opzet hoofdstukken formuleren

45 minuten 5

12 juni Inleiding schrijven 60 minuten

18 juni Onderzoek naar en benadering van verantwoordelijken van studiefinanciering binnen het OCW (Feite Hofman)

30 minuten

9 juli Inleiding hoofdstuk 1 geschreven

30 minuten

27 juli Begonnen aan ‘Geschiedenis van studiefinanciering

60 minuten

28 juli Bestuderen boek ‘onderwijs mogelijk maken’

120 minuten

28 juli Bestuderen boek ‘kansen in het koninkrijk’

90 minuten

14 augustus Afschrijven ‘Geschiedenis van studiefinanciering’

150 minuten

17 augustus Voor- en nadelen basisbeurs schrijven

60 minuten

17 augustus Voor- en nadelen leenstelsel schrijven

60 minuten

22 augustus Conclusie hoofdstuk 1

30 minuten

22 augustus Inleiding hoofdstuk 2 45 minuten

22 augustus Doornemen verkiezingsprogramma CDA

15 minuten

26 augustus Begin schrijven analyse CDA

20 minuten

28 augustus Verder met analyse CDA

45 minuten

12 september Verder met analyse CDA

65 minuten

Page 36: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

36

12 september Vragen bedenken interviews

30 minuten

13 september Afmaken analyse CDA

55 minuten

13 september Inlezen verkiezingsprogramma en standpunten ChristenUnie

30 minuten

14 september Schrijven analyse ChristenUnie

120 minuten

18 september Schrijven analyse ChristenUnie

120 minuten

19 september Schrijven conclusie hoofdstuk 2

60 minuten 25

21 september Schrijven inleiding hoofdstuk 3

20 minuten

21 september Mensen benaderen voor interviews

45 minuten

22 september Skype-afspraak interview 1 en uitwerking

60 minuten

23 september Skype-afspraak interview 2 en uitwerking

60 minuten

3 oktober Aantal ideetjes uitgewerkt

90 minuten

3 oktober Skype-afspraak interview 3 en uitwerking

60 minuten

4 oktober Verder gewerkt aan analyse VVD

180 minuten

4 oktober Begonnen met analyse D66

60 minuten

5 oktober Analyse D66 afgemaakt

150 minuten

6 oktober Conclusie H3 60 minuten

6 oktober Inleiding H4 30 minuten

7 oktober Kosten en inkomsten gemiddelde student

90 minuten

Page 37: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

37

7 oktober Analyse Centraal Planbureau gelezen

55 minuten

8 oktober Tweede Kamerdebat gelezen en aantekeningen gemaakt

160 minuten

8 oktober Gevolgen voor studenten uitgezocht en uitgewerkt

200 minuten

9 oktober Kostenplaatje aangepast en afgemaakt

130 minuten

10 oktober Toegankelijkheid onderwijs geschreven op basis van document kamerdebat

170 minuten

11 oktober Vergelijking buitenland hoofdstuk 4

120 minuten

12 oktober Conclusie hoofdstuk 4

45 minuten

12 oktober Hoofdstuk 5 afronden

140 minuten

13 oktober Alles nalezen en verbeteren

130 minuten

13 oktober Woord vooraf geschreven

30 minuten

13 oktober Inleiding bijwerken 30 minuten

13 oktober Slotconclusie 110 minuten

13 oktober Logboek uren uitrekenen, bronnen en literatuurlijst ordenen

40 minuten

Totaal 3855 64,25

Page 38: Profielwerkstuk Pien van Eyken Inhoud Inleiding...De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2 4 1. Wat is

De invloed van de invoering van het leenstelsel Pien van Eyken

op de Nederlandse student en de Nederlandse economie 6V2

38