Proef domeinbrochure

Studiegids2011-2012

1

Crebonummer:95320

ICT-enmediabeheerderNiveau4

ICT|Sneek

ROCFriesePoort Studiegids2011-2012

2

Voorwoord

Voorjeligtdestudiegidsvandeopleiding ICT-enmediabeheerder. In deze studiegids staat alle informatie over de opleiding die jij gaat volgen. Lees de studiegids goed door. Zo weet je precies wat je tijdens je studie allemaal kunt verwachten en waarop je uiteindelijk beoordeeld wordt.

Het lezen van de studiegids is niet alleen handig voordat je begint aan de opleiding, het is ook verstandig om de studiegids goed te bewaren. Ook tijdens de opleiding kun je er veel antwoorden in vinden op je vragen.

Wij wensen je veel plezier en succes bij deze opleiding.

Team ICT Sneek


1.ROCFriesePoort 4 1.1 Leren bij ROC Friese Poort 5 1.1.1 Missie 5 1.1.2 Competentiegericht Onderwijs 5 1.1.3 Actief leren 5 1.2Belangrijkeinformatie 6

envoorzieningen 1.2.1 ROC Friese Poort 6 1.2.2 Vestiging/opleiding 72.Beroepsbeeld 11 2.1ICT-beheerder 12 2.2Netwerkbeheerder 123.Hoezietjeopleidingeruit 13 3.1Inleiding 14 3.2Kerntakenencompetenties 14 3.2.1 Kerntaken 14 3.2.2 Werkprocessen 14 3.2.3 Competenties 14 3.3Lengteenplanningvan 16

deopleiding 3.3.1 Jaarindeling van de opleiding 16 3.3.2 Jaarplanning van de opleiding 16 3.4Overigevakken 17 3.4.1 Leren Loopbaan en burgerschap 17 3.4.2 Levenbeschouwelijke 17

ontwikkeling (Levo) 3.4.3 Nederlands, Moderne vreemde 17

talen, Rekenen 3.4.4 Beroep en Bewegen 19

4.Toetsenenexamens 20 4.1Dewegnaarhetexamen 21 4.1.1 Projecten en Theorie 21 4.1.2 Studievoortgang 22 4.1.3 Het Persoonlijk Ontwikkelings 22

Plan (POP) 4.1.4 Je eigen portfolio 22 4.2Deexamens 24 4.2.1 Hoe zien de examens er uit? 24 4.2.2 Wanneer ben je geslaagd? 28 4.3Regelsbijhetexamen 295.Beroepspraktijkvorming(BPV) 30 5.1Algemenezaken 31 5.2Opdevestiging 316.Begeleiding 32 6.1Belangrijkemensenbijde 33

begeleiding 6.2Belangrijkenamen 347.Informatie 35 7.1Algemeneinformatie 36 7.2Waarvindikmeerinformatie 36 Bijlage I 37 Bijlage II 38 Bijlage III 39 Bijlage IV 40

3

Inhoudsopgave


4

ROCFriesePoort


5

1.ROCFriesePoortWatvoorschoolisdit?

ROC Friese Poort is een school met MBO-opleidingen (middelbaar beroepsonderwijs). Je kunt er zo’n 150 verschillende studies volgen. Deze opleidingen worden aangeboden in Leeuwarden, Dokkum, Drachten, Sneek en Emmeloord.

1.1LerenbijROCFriesePoort

1.1.1 MissieROC Friese Poort is een christelijke school. We vinden het belangrijk om aandacht te hebben voor jou als persoon. Het gaat bij ROC Friese Poort vooral om het leren en het uitwisselen van kennis en ervaringen. We doen ons best om jou zo goed mogelijk voor te bereiden op het beroep dat jij gekozen hebt. We proberen je ook goed voor te bereiden op jouw rol in de samenleving. We doen dit door steeds te kijken naar wat je al kunt (niveau), wat je wil (ambitie) en waar je goed in bent (talent).

1.1.2 Competentiegericht OnderwijsOmdat het mbo opleidt voor een beroep, vinden wij naast het KENNEN (kennis) ook het KUNNEN (vaardigheden) en de HOUDING erg belangrijk. Dit wordt ook wel ‘competentiegericht onderwijs’ genoemd. Aan de hand van het volgende voorbeeld leggen we uit wat onder competentiegericht leren wordt verstaan.

Ook bij autorijlessen wordt competentiegericht onderwijs toegepast. Om je rijexamen te kunnen halen moet je kennis, vaardigheden, inzicht en houding tegelijk toepassen:- je moet kennis van de verkeersregels hebben.- je moet vaardigheden hebben om de auto goed

te bedienen.- je gebruikt inzicht om goed te reageren op

verschillende verkeerssituaties. Je moet een sociale houding hebben. Je moet rekening houden met alle verkeersdeelnemers. Je moet je houden aan de verkeersregels.

1.1.3 Actief lerenBij ROC Friese Poort kiezen we voor onderwijs dat uitgaat van actief leren. Dit betekent ook dat:• je stap voor stap leert zelfstandig te werken en te

leren. Aan het begin van je opleiding krijg je nog veel begeleiding, later minder;

• jouw ontwikkeling centraal staat. Wat weet je al en wat kan je al. Wat wil je bereiken en hoe snel zou dit kunnen;

• je opgeleid wordt voor een beroep. Bedrijven zoeken mensen die goed kunnen werken (competent zijn). Dit leer je door veel ervaring op te doen in de praktijk. Daarom bestaat de opleiding uit veel praktijk.


6

1.2Belangrijke informatieenvoorzieningen

1.2.1 ROC Friese Poort

Vakantiedagen/JaarplanningVAKANTIEREGELING DEELNEMERS CURSUSJAAR 2011-2012Herfstvakantie 17-10-2011 t/m 21-10-2011 Kerstvakantie 27-12-2011 t/m 06-01-2012 Voorjaarsvakantie 27-02-2012 t/m 02-03-2012 Paasvakantie (incl. Goede Vrijdag)06-04-2012 t/m 09-04-2012 Meivakantie (incl. Koninginnedag en Bevrijdingsdag)28-04-2012 t/m 04-05-2012 Hemelvaart 17-05-2012 t/m 18-05-2012 Pinkstervakantie 28-05-2012 Zomervakantie 16-07-2012 t/m 31-08-2012

Hoe gaan we met elkaar en onze spullen om?Je volgt een beroepsopleiding. Daarom wordt er van jou verwacht dat je je gedraagt zoals dat ook op een werkplek moet.

Bij ROC Friese Poort zijn de volgende punten belangrijk:• Rekening houden met elkaar; • Respect hebben voor elkaar;• Aandacht hebben voor anderen; • Elkaar helpen.

Om ervoor te zorgen dat we inderdaad op die manier met elkaar omgaan, zijn er huisregels gemaakt. De belangrijkste staan hieronder.

Omgaan met elkaar:• Je bent zelf verantwoordelijk voor je

studieresultaten en je studietempo.• Je volgt de lessen en door school georganiseerde

activiteiten.• Je taalgebruik is netjes en ook je gedrag. • Je houdt je aan je afspraken.• Je gedraagt je volgens de veiligheidsafspraken

(zie afdelingsspecifieke huisregels).

Een werkbare omgeving:• In de gebouwen van ROC Friese Poort mag je niet

roken.• Je mag geen alcohol of drugs bij je hebben of

gebruiken.• Computers en het netwerk van de school mag

je alleen gebruiken voor dingen die te maken hebben met je opleiding (zie bijlage I).

• Je gaat voorzichtig om met spullen van een ander en van ROC Friese Poort.

• Je mag geen wapens bij je hebben en gebruiken.

Als je iets steelt of met opzet kapot maakt, moet je zelf de kosten betalen. Als het om iets gaat wat heel ernstig is, mag de school jou zwaarder straffen. Wat voor straf dit is, staat in artikel 14 van jouw onderwijsovereenkomst. De school mag jou in sommige gevallen zelfs van de opleiding sturen.


7

Taalcode FryskOver het gebruik van Fries tijdens de lessen en examens, zijn afspraken gemaakt. Deze afspraken staan in de taalcode Frysk. Deze taalcode kun je opvragen bij je studieloopbaanbegeleider.

InternationaliseringBij ROC Friese Poort kun je buitenlandse ervaring opdoen. ROC Friese Poort vindt het belangrijk dat je ook eens in het buitenland kijkt. Meestal doen deelnemers dit tijdens de BPV (Beroeps Praktijk Vorming). Soms worden er uitwisselingsprojecten georganiseerd met een buitenlandse school.

Veel opleidingen hebben contact met onderwijsinstellingen in Europa (Finland, Italië, Engeland, Ierland, Duitsland, Zweden en Noorwegen).

Wil je graag een BPV in het buitenland doen, neem dan contact op met de BPV-coördinator.

1.2.2 Vestiging/opleiding

Het rooster/lessenDe lesroosters worden geplaatst op http://lesrooster.rocfriesepoort.nl/. Deze kan je dus online overal bekijken. Eventuele roosterwijzigingen worden tevens op deze website geplaatst en op de tv-schermen in het schoolgebouw.

Roosterwijzigingen worden bekendgemaakt op http://lesrooster.rocfriesepoort.nl en via de tv-schermen in school.

ROC Friese Poort Sneek maakt gebruik van rooster-tijden en pauzes, die gelden voor alle opleidingen.

Het rooster1. 08.30 - 09.15 uur2. 09.15 - 10.00 uurPauze: 20 minuten aan het begin of einde van de 3e les3. 11.00 - 11.05 uur4. 11.05 - 11.50 uur5. 11.50 - 12.35 uur6. 12.35 - 13.20 uur7. 13.20 - 14.05 uur8. 14.05 - 14.50 uurPauze: 14.50 - 15.00 uur9. 15.00 - 15.45 uur10. 15.45 - 16.30 uur

Mededelingen Mededelingen zoals roosterwijzigingen e.d. worden vermeld op de tv-schermen die in de school hangen. Daarnaast wordt de ELO (Elektronische Leeromgeving) en/of Groeps-SMS gebruikt als informatiemiddel.

Groeps-SMSGroeps-SMS is een mogelijkheid om korte SMS-berichten te versturen naar groepen of individuele leerlingen. Groep-SMS wordt vooral gebruikt voor roosterwijzigingen.

Meer informatie over de aanmeldingsprocedure kan je bij de opleidingsmanager opvragen.

De elektronische leeromgevingIn je opleiding wordt gebruik gemaakt van de elektronische leeromgeving (ELO). Met behulp van de ELO kun je: • digitaal samenwerken;• opdrachten van de docent lezen en uitwerken; • veel informatie over je opleiding vinden;• bijhouden hoe het gaat met je studie en wat je

resultaten zijn.

Kijk ook eens op: http://elo.rocfriesepoort.nl. Om in te loggen meld je je aan met je leerling-nummer en een wachtwoord. Het wachtwoord kun je krijgen bij je studieloopbaanbegeleider. Meer informatie over het gebruik van de ELO, kun je vragen aan je studieloopbaanbegeleider.


8

KlassenbenamingDe eerstejaars groep van de opleiding ICT- en Mediabeheer zit in klas I401, de tweedejaars zitten in I402, de derdejaars in I403a en de vierdejaars in I404a

Zelfstandig werken in het OLCHet open leercentrum (OLC) is er voor alle deelne-mers van ROC Friese Poort. We noemen dit ook wel het studiecentrum. Je kunt hier zelfstandig werken.

Elke schooldag kun je gebruik maken van het OLC. Ook tijdens tussenuren kun je hier terecht. Je kunt hier werken aan je huiswerk, opdrachten en verslagen.

Wat moet ik doen als ik ziek ben?• Als je ziek bent, meld je je vóór 9.00 uur

telefonisch af bij de receptie (0515) 48 16 00. Ben je jonger dan 18 jaar, dan moeten je ouders/verzorgers je ziek melden.

• Als je stage loopt meld je je af bij het stagebedrijf én bij school.

• Word je tijdens de lessen ziek, dan meld je je af bij je studieloopbaanbegeleider. Indien deze niet aanwezig is meld je je af bij de receptie.

Wat moet ik doen als ik vrij wil hebben?Vrij vragen doe je bij je studieloopbaanbegeleider. Bijvoorbeeld voor de (tand)arts of een bruiloft. Je moet een briefje meenemen met de reden waarom je vrij wilt. Op dit briefje moet je leerling-nummer staan. Ben je jonger dan 18 jaar, dan moeten je ouders/verzorgers hierop een handtekening zetten.

Wil je een lange tijd vrij hebben dan moet je toestemming hebben van je studieloopbaan-begeleider.

Nuttige namen en adressenBezoekadres ROC Friese PoortHarste 4-6, 8602 JX Sneek(0515) 48 16 00

Postadres ROC Friese PoortPostbus 1848600 AD Sneek(0515) 48 16 00

[email protected]


9

DeelnemersraadMeedenken en meebeslissen over nieuwe regels en activiteiten binnen het ROC, bekijken of de bestaande regels wel goed worden uitgevoerd. Dat is in grote lijnen wat de deelnemersraad doet. De deelnemersraad wordt gevormd door deelnemers uit alle vestigingen van ROC Friese Poort. De belangrijkste reden om actief te worden in de deelnemersraad, is dat je op school iets wilt bereiken of omdat het gewoon leuk is. Je moet onderwerpen op de agenda weten te zetten: of het nu gaat over een nieuwe inrichting van de kantine, over aanwezigheid van docenten bij de of over vakkundige begeleiding bij stages. De deelnemersraad en de ondernemingsraad overleggen gezamenlijk minmaal tweemaal per jaar over algemene aangelegenheden over de school en het onderwijs. Daarnaast overlegt het College van Bestuur minimaal tweemaal per jaar met de deelnemersraad over de algemene gang van zaken binnen de school. En gezamenlijk overleggen de deelnemersraad, de ondernemingsraad en het College van Bestuur minimaal eenmaal per jaar. Als deelnemersraad heb je dus jaarlijks ten minste 5 vergaderingen.

Lid worden van de deelnemersraad? Stel je dan kandidaat tijdens de volgende verkiezingen.

OpleidingskostenWanneer je 18 jaar of ouder bent, moet je lesgeld betalen. Dat geld komt echter niet bij school terecht, maar gaat naar de overheid.Voor school moet je boeken en ander lesmateriaal aanschaffen. Wanneer je alles nieuw koopt, ben je in het eerste jaar ongeveer 350 euro kwijt en in het tweede jaar ongeveer 175 euro, het derde jaar 75 euro en in het vierde jaar nog 50 euro. (onder voorbehoud)

OnderWeg‘OnderWeg’ is een informatieblad voor ouders of verzorgers van eerstejaars deelnemers. OnderWeg wordt uitgedeeld in oktober. In het blad staat in ieder geval informatie over:• het onderwijs• de begeleiding• de beroepspraktijkvorming • de voorzieningen voor deelnemers met een

beperking.


10

Verder nogSchoolpas ROC Friese PoortAan het begin van het schooljaar krijg je een school-pas. Met deze pas moet je je elke dag aanmelden en afmelden. Zo wordt bijgehouden of je wel of niet op school bent.

Je moet deze pas ook meenemen als je een examen hebt.

De schoolpas wordt één keer gratis uitgereikt. Wees er dus zuinig op. Zorg dat je de pas altijd bij je hebt.Als je de pas verliest, moet je € 5,- betalen om een nieuwe te krijgen. Ook als de pas beschadigd raakt door jou, moet je € 5,- betalen voor een nieuwe pas. SchoolrestaurantOp de begane grond bevindt zich het deelnemers-restaurant. Het uitgiftebuffet is geopend van 8.00-14.00 uur. En op maandag- en dinsdagavond van 17.00 tot 19.00 uur. Op deze avonden is het mogelijk een warme maaltijd te nuttigen (reservering vooraf noodzakelijk). Er kan betaald worden met contant geld en chipknip. Het zitgedeelte in het restaurant is de gehele dag geopend. In de nabijheid van het restaurant staan diverse automaten met koffie, thee, snoep en frisdrank. De automaten werken alleen met chipknip.

KluisjesOp een aantal plaatsen in het gebouw staan kluisjes voor je persoonlijke eigendommen. Er zijn twee soorten kluisjes; met sleutelslot en met pincode. De kluisjes met sleutelslot zijn in eerste instantie bestemd voor deelnemers Techniek. Mocht je een vaste kluis nodig hebben dan kan je deze aanvragen bij de receptie/servicedesk. De sleutel blijft gedurende je gehele studie voor jou bestemd. Bij verlies van de sleutel zullen de gemaakte kosten in rekening worden gebracht. Ditzelfde geldt voor het niet inleveren van de sleutel na je studie. Deze kluisjes zijn te vinden op de begane grond in de gangen richting de werkplaatsen Bouw-Infra en Werktuigbouwkunde.

Op de verdiepingen staat een aantal kluisjes met pincodeslot. De kluis werkt pas op het moment dat je deze aan hebt gezet (toets “on”). Daarna kun je een viercijferige code intoetsen. Dit is je persoonlijke code en dien je goed te onthouden. Let bij het intoetsen op “meekijkers”! Mocht je de code vergeten zijn, dan kan je dat melden bij de receptie/servicedesk. Je wordt geacht om na afloop van de dag de kluis leeg te maken, zodat deze de volgende dag weer beschikbaar is voor jou of een mededeelnemer.

Een paar keer per jaar worden alle kluisjes gecontroleerd op bezittingen die niet in de school thuis horen.

ReproBij de repro kun je, tegen betaling, terecht voor papier in allerlei kleuren en formaten, het inbinden van werkstukken, het laten maken van kleurenko-pieën, het snijden van papier etc. De repro is geopend van maandag t/m vrijdag van 8.30-12.00 en van 13.00-16.00 uur. Je vindt de repro achter de receptie/servicedesk in de centrale hal.


11

Beroepsbeeld


12

Hoeziethetberoeperuit?

2.1ICT-beheerder

Als ICT-beheerder inventariseer je de behoefte om (onderdelen van) informatie- en mediasystemen te realiseren en te implementeren. Je stelt vast hoe met behulp van ICT in de behoefte kan worden voorzien en maakt functionele en technische ontwerpen. Daarnaast stelt de ICT-beheerder ook de globale planning en een kostenoverzicht op, en bespreekt die met de opdrachtgever of leidinggevende. Zo nodig wordt het ontwerp of de planning aangepast. Daarna voer je de geplande werkzaamheden uit en test het informatie- en mediasysteem grondig. Tevens stelt de ICT-beheerder security- onderhouds- en back-upprocedures op, of past deze aan. Daarbij verzorg je de benodigde documentatie. Ook het opstellen van (gebruikers)handleidingen, het archiveren van documentatie en het geven van instructies aan gebruikers behoort tot het takenpakket. De ICT-beheerder lokaliseert storingen, achterhaalt de oorzaak en verhelpt storingen. Om storingen te voorkomen beheer, beveilig en test je het informatie- en mediasysteem. De ICT-beheerder stelt beheer- en gebruiksprocedures op, onderhoudt deze en ziet toe op de naleving ervan. Ook moet je een inschatting kunnen maken van de gevolgen van innovaties voor het beheer van het informatie- en mediasysteem.

De ICT-beheerder zal in veel gevallen binnen de organisatie ook verantwoordelijk zijn voor het realiseren, het onderhouden en het beheren van telecom-componenten. Die zijn tegenwoordig een onlosmakelijk onderdeel van het informatie- en mediasysteem.

2.2Netwerkbeheerder

Als beginnende netwerkbeheerder werk je bij ICT-dienstverlenende bedrijven of op de eigen ICT-afdeling van andere bedrijven. Ook kan de netwerkbeheerder werkzaam zijn bij bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in data-, transmissie- en telecommunicatiesystemen. Je bent verantwoordelijk voor de technische inrichting van een netwerk. Je bent vooral bezig met het onderhoud, het beheer en de beveiliging van netwerken. Daarnaast moet je een netwerkinfrastructuur kunnen ontwerpen. Een netwerk is het geheel van apparatuur en vaste en draadloze verbindingen waarmee een gebruiker kan communiceren. Afhankelijk van de aard en complexiteit van het netwerk en de organisatie kan de netwerkbeheerder de installatie en implementatie van de netwerkinfrastructuur zelf of met behulp van anderen verzorgen. De netwerkbeheerder werkt vaak in projecten samen met collega’s, maar ook zelfstandig. Je bent verantwoordelijk voor je eigen werkzaamheden. En je hebt vooral een uitvoerende en controlerende rol. Vanuit jou specialisme adviseer je collega’s en opdrachtgevers. De netwerkbeheerder moet daarom goed kunnen communiceren en samenwerken. Het is erg belangrijk dat de netwerkbeheerder goed op de hoogte is van nieuwe ontwikkelingen en innovaties. Je moet je deze snel eigen kunnen maken.

2.Beroepsbeeld


13

Hoezietjeopleidingeruit?


14

Watgaiktijdensmijn studiedoen?

3.1Inleiding

Bij de opleiding ICT- en Mediabeheer kan je in 4 jaar het diploma behalen. Tijdens de opleiding kies je voor een uitstroomrichting ICT-beheerder of netwerkbeheerder. Er zijn mogelijkheden om de opleiding sneller af te ronden.

3.2Kerntakenencompetenties

3.2.1 KerntakenIn het beroep ICT-beheerder/netwerkbeheerder heb je een aantal taken die heel bepalend zijn voor je werk. We noemen dit kerntaken. Een kerntaak is bijvoorbeeld: Ontwikkelen van (onderdelen van) informatiesystemen.

3.2.2 WerkprocessenBij een kerntaak horen handelingen die je goed moet beheersen. Die worden werkprocessen genoemd. Een werkproces is bijvoorbeeld: Vaststellen van de informatiebehoefte.

3.2.3 CompetentiesJe moet werkprocessen goed kunnen uitvoeren. Daarvoor:• heb je kennis nodig,• moet je bepaalde vaardigheden hebben,• moet je inzicht hebben,• wordt van jou een bepaalde houding verwacht.

Al deze punten noemen we competenties.

3.Hoezietjeopleidingeruit


15

ICT-beheerder

Netwerkbeheerder

Kerntaak Werkproces

1. Ontwikkelen van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen

1.1 Stelt de vraag en/of informatiebehoefte van de opdrachtgever vast

1.2 Maakt een functioneel ontwerp

1.3 Maakt een technisch ontwerp

1.4 Maakt een plan van aanpak

1.5 Realiseert een testomgeving

2. Implementeren van (onderdelen van) informatie- of mediasyste-men

2.1 Levert een bijdrage aan het implementatieplan

2.2 Implementeert het informatie- of mediasysteem

2.3 Biedt ondersteuning bij de acceptatietest

2.4 Evalueert de implementatie

3. Beheren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen

3.1 Voorkomt (ver)storingen

3.2 Lokaliseert en verhelpt (ver)storingen

3.3 Behandelt en handelt incidentmeldingen af

3.4 Stelt procedures op en bewaakt deze

3.5 Beveiligt het informatie- of mediasysteem

4. Organiseren van een (bestaande) servicedesk

4.1 Onderhoudt een servicedesk

4.2 Beheert een servicedesk

4.3 Stelt gebruikersinstructies op

Kerntaak Werkproces

1. Ontwikkelen van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen

1.1 Stelt de vraag en/of informatiebehoefte van de opdrachtgever vast

1.2 Maakt een functioneel ontwerp

1.3 Maakt een technisch ontwerp

1.4 Maakt een plan van aanpak

1.5 Realiseert een testomgeving

2. Implementeren van (onderdelen van) informatie- of mediasyste-men

2.1 Levert een bijdrage aan het implementatieplan

2.2 Implementeert het informatie- of mediasysteem

2.3 Biedt ondersteuning bij de acceptatietest

2.4 Evalueert de implementatie

3. Beheren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen

3.1 Voorkomt (ver)storingen

3.2 Lokaliseert en verhelpt (ver)storingen

3.4 Stelt procedures op en bewaakt deze

3.5 Beveiligt het informatie- of mediasysteem


16

3.3Lengteenplanningvandeopleiding

3.3.1 Jaarindeling van de opleiding

3.3.2 Jaarplanning van de opleiding Voor details zie studiewerkwijzer

Belangrijkste competenties

D. Aandacht en begrip tonen

E. Samenwerken en overleggen

H. Overtuigen en beïnvloeden

I. Presenteren

J. Formuleren en rapporteren

K. Vakdeskundigheid toepassen

L. Materialen en middelen inzetten

M. Analyseren

N. Onderzoeken

O. Creëren en innoveren

Q. Plannen en organiseren

R. Op de behoeften en verwachtingen van de “klant” richten

S. Kwaliteit leveren

T. Instructies en procedures opvolgen

V. Met druk en tegenslag omgaan

Leerjaar Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4

1 school school school school/BPV

Periode 5 Periode 6 Periode 7 Periode 8

2 BPV BPV school school


3 school school BPV BPV


4 school school BPV/PvB BPV/PvB


17

3.4Overigevakken

Naast de kennis en vaardigheden die je moet hebben voor je beroep, moet je ook andere onderdelen behalen. Onderdelen die je moet behalen zijn: rekenen, Nederlands en soms een moderne vreemde taal (bijvoorbeeld Engels), LLB (leren, loopbaan en burgerschap) en Levo (Levensbeschouwelijke ontwikkeling).

3.4.1 Leren Loopbaan en burgerschapHet is belangrijk om tijdens je opleiding aandacht te besteden aan Leren, Loopbaan en Burgerschap (LLB). Leren, Loopbaan en Burgerschap gaat over studievaardigheden, je loopbaan en over jouw rol in onze samenleving. Tijdens speciale LLB lessen en projecten wordt aandacht besteed aan deze onderwerpen.

3.4.2 Levenbeschouwelijke ontwikkeling (Levo)Je leeft als mens op de aarde. Waar komen we vandaan? Waarom ben je hier op aarde? Over deze vragen hebben mensen vroeger nagedacht. Dat gebeurt nog steeds. Ook op school willen we hierover met jou nadenken.

3.4.3 Nederlands, Moderne vreemde talen, Rekenen Aan het begin van de opleiding worden instaptoetsen afgenomen waarbij bepaald wordt welke niveaus je hebt. De niveaus heten referentieniveaus. Deze referentieniveaus worden gebruikt in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het MBO zodat je ze met elkaar kunt vergelijken. Op basis van de resultaten krijg je passend onderwijs aangeboden. Omdat je (net als andere vaardigheden) taal en rekenen moet ‘onderhouden’ kan het zijn dat je opnieuw je behaalde niveau moet bewijzen. Aan het einde van elke opleiding moet worden aangetoond (door examens) dat je vereiste niveaus (nog) beheerst. Vrijstelling van examens voor taal en rekenen is niet mogelijk.


18

Overzichten niveausIn de onderstaande overzichten kun je zien welk niveau jij moet beheersen voor de opleiding die je volgt. Wil je nog wat meer weten over wat het niveau precies inhoudt, dan kun je een overzicht vinden op n@tschool: http://elo.rocfriesepoort.nl/ of je kunt het even vragen aan je docent.

Nederlands

Rekenen

Moderne vreemde taal - Engels

Mondelinge taalvaardigheid Lezen Schrijven Begrippenlijst en taalverzorging

3F

2F

1F

Luisteren Lezen Gesprekken voeren

Spreken Schrijven

C2

C1

B2

B1

A2

A1

Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden

3F

2F

1F


19

3.4.4 Beroep en Bewegen Het is gezond om wekelijks minimaal één uur te sporten om je conditie te onderhouden en ter ontspanning. Daarom is in jouw beroepsopleiding Beroep en Bewegen een verplicht onderdeel van LLB (Leren, Loopbaan en Burgerschap) kerntaak 7 vitaal burgerschap. Het is de bedoeling dat je wekelijks 1 klokuur sport. Hierbij gaan we uit van 30 weken. Dertig weken één uur sporten komt overeen met 30 praktijkpunten. Deze praktijkpunten moet je in het eerste schooljaar halen. Dertig praktijkpunten betekent dat je recht hebt op het certificaat, verplicht onderdeel van LLB kerntaak 7.

• Elke week een uur sporten volgens het sportprogramma van ROC Friese Poort Sneek

• Deelnemen aan extra buitenschoolse sportactiviteiten levert extra praktijkpunten op.

• Je komt in aanmerking voor vrijstelling voor een aantal praktijkpunten als je lid bent van een sportvereniging en elke week sport.

• Werk je bij een sportvereniging als trainer, assistent-trainer of coach en je doet dat wekelijks, dan heb je ook recht op een gedeeltelijke vrijstelling.

• Registratie van extra sportpunten gaat via de sportprestatiekaart bij de Stolp.

• Het sportprogramma is in het 1e schooljaar gratis. Je kunt sporten onder begeleiding van eigen sportdocenten bij de Stolp: klimmen, fitness, spinning, badminton, tafeltennis, squashen en overige teamsporten in kleine groepen. Ander mogelijkheden zijn: fitnessen bij de sportschool Life-Style en zwemmen bij zwembad ’t Rak. Je kunt ook sporten bij Basic-Fit in Sneek (uitsluitend met abonnement à € 15,95 per maand. Je betaalt geen inschrijfkosten à € 25,- euro)

• Vanaf het 2e schooljaar is het sporten bij Life-Style en zwembad ‘t Rak niet meer gratis. Voor de kosten zie het B&B sportprogramma 2011/2012.

Zolang je deelnemer bent van ROC Friese Poort Sneek kun je gratis gebruik blijven maken van de sportfaciliteiten bij de Stolp. In het B&B sportprogramma van het schooljaar 2011/2012 staat meer informatie over Beroep en Bewegen.


20

Toetsenenexamens


21

Wanneerzijnertoetsenenexamensenwatmoetikdaarvoordoen?

Wij hebben de studie ICT- en Mediabeheer vormgegeven. Dat betekent dat we vakken en projecten hebben bedacht die elkaar op een logische manier opvolgen. Dit programma wordt besproken in de studiewerkwijzer. Dit document is zeer belangrijk! De studiewerkwijzer bevat de structuur van de opleiding tot ICT- en Mediabeheer. In dit hoofdstuk lees je alles over de opbouw van de studie en de examinering.

4.1Dewegnaarhetexamen

In dit hoofdstuk leggen we uit hoe we de studie aanpakken. Zoals we eerder hebben uitgelegd draait het in de opleiding om het opdoen van een aantal competenties. Je kent de onderdelen van competenties nog uit het voorbeeld van het rijbewijs (blz.3). De competenties bestaan uit kennis, vaardigheden, inzicht en je houding. Elke van deze vier leer je op een andere manier.

• Kennis leer je in de klas van je docent en uit boeken. Je krijgt toetsen om te beoordelen of je de theorie snapt. Op die toetsen moet je minimaal een 6 halen. Haal je dat niet, dan volgt een herkansing.

• De vaardigheden leer je in praktische projecten. Je bouwt bijvoorbeeld een website voor een sportvereniging of installeert een netwerk. Je begeleider en/of opdrachtgever beoordelen je inzet en resultaat.

• Je inzicht en je houding beoordelen we constant. Hoe pak je de opdrachten aan? Doe je goed mee in de klas? Ben je altijd aanwezig bij de lessen? Hoe ga je om met je medestudenten, docenten en werkgevers? Kortom: we bekijken hoe jij je ontwikkeld als ICT- en Mediabeheerder en als mens.

4.1.1 Projecten en TheorieDe meeste studenten beginnen op hetzelfde moment en werken ongeveer in hetzelfde tempo. Je volgt daarom samen hetzelfde programma. Een groot gedeelte van de opleiding zul je zelf aan de slag gaan. We maken de studie graag zo praktisch mogelijk. Je zult daarom veel projecten uitvoeren. Immers, de meeste vaardigheden doe je op als je zelf aan de slag bent.

De onderwerpen van deze projecten hebben te maken met de kerntaken die je op bladzijde 10 kunt vinden. Sommige projecten zul je alleen uitvoeren, anderen doe je samen met een groepje medestudenten. In je baan zul je later ook moeten samenwerken. In een project werk je kortere of langere tijd aan het ontwikkelen van één of meerdere competenties. Alle projecten gezamenlijk geven jou een goed idee van wat het werk van ICT- en Mediabeheerder inhoudt. De projecten worden beoordeeld door je begeleider en als je een externe opdrachtgever hebt, door de opdrachtgever.

Een project zonder kennis is gedoemd om te mislukken. Alle projecten worden daarom ondersteund door theorielessen. Dit zijn klassikale lessen. Dit betekent niet dat je steeds moet luisteren, ook in deze lessen ga je zelf met opdrachten aan de slag. Soms vanuit je werkboek, soms op de computer. De theorielessen worden afgesloten met schriftelijke toetsen.

4.Toetsenenexamens

Theorielessenin de klas

Tussentijdsetoetsen

Examen = Proef van bekwaamheid

Beoordelingvan de docent

Projectmatigwerken


22

4.1.2 StudievoortgangDe docenten van het ICT-team bespreken je voortgang om de 10 weken. Deze gesprekken noemen we deelnemersbespreking. Heb je de toetsen goed gemaakt? Alle projecten op tijd afgerond en is je houding goed? Dan mag je door naar de volgende periode van 10 weken. Heb je veel onvoldoendes gehaald, gespijbeld of op een andere manier niet aan de voorwaarden voldaan? Dan kunnen we je verplichten de periode van 10 weken opnieuw te volgen.

Het schema hieronder laat zien hoe elk jaar verdeeld is in 4 perioden van 10 weken. Er zijn elk jaar dus 3 deelnemersbesprekingen. Je ouders worden na de deelnemersbesprekingen op de hoogte gesteld van je vorderingen! We bieden ze dan de gelegenheid om een gesprek te hebben met je SLB docent. Als alle 6 deelnemersbesprekingen positief zijn afgerond, vinden we dat je klaar bent voor het uiteindelijke examen.

4.1.3 Het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)We proberen om iedereen die bij de afdeling ICT een opleiding volgt, een traject aan te bieden dat zo goed mogelijk bij hem of haar past. Als je bij ons een studie wilt volgen, moet dat bij voorkeur op een manier waar jij je prettig voelt. Daarom vragen we elke deelnemer om een Persoonlijk Ontwikkelings Plan te schrijven, kortweg POP genoemd. In je POP leg je vast wat je al weet en kunt. Daarmee kun je dan vervolgens vaststellen wat je nog moet ontwikkelen en aanleren. Er staat bijvoorbeeld ook in wat je ambities voor de toekomst zijn. Een POP blijft jouw eigendom: in zekere zin gaat het dus om een vertrouwelijk stuk.

Een belangrijk kenmerk van een POP is, dat het kan veranderen. Het is heel goed mogelijk dat je in de loop van de tijd heel anders over bepaalde zaken gaat denken: je kiest bijvoorbeeld voor Detailhandel,

omdat je later als Verkoper aan het werk wilt, maar na verloop van tijd verleg je je grenzen en heb je zelfs plannen om je eigen zaak te beginnen. Dergelijke zaken pas je dan aan in je POP. Een dergelijke aanpassing heeft dan weer gevolgen voor de manier waarop je je opleiding invult.

Het mooiste zou zijn als je alles ook echt op je eigen manier zou kunnen doen. In de praktijk blijkt dat echter heel moeilijk te realiseren. Daarvoor zijn de mogelijkheden binnen de school en vooral ook binnen de BPV-bedrijven te beperkt. Waar we dus naar streven, is een zo goed mogelijke balans: binnen de mogelijkheden die school en BPV hebben, ga je zo veel mogelijk je eigen weg.

Bij het schrijven en aanpassen van je POP word je begeleid door je studieloopbaanbegeleider. Hij of zij voert regelmatig (gemiddeld één keer per onderwijsperiode) met jou een gesprek over de voortgang van de studie. In dat gesprek komt ook telkens je POP aan de orde. Voor het schrijven van de eerste versie van je POP krijg je overigens zelfs workshops aangeboden. Je moet bijvoorbeeld ook een redelijk beeld van je opleiding hebben, wil je wat zinnigs op papier kunnen zetten.

Tot slot, we schreven het al eerder: een POP is een vertrouwelijk document, dus alleen jijzelf en je studieloopbaanbegeleider hebben er inzage in.

4.1.4 Je eigen portfolioTraditioneel is het zo, dat al het werk dat je produceert, op school bewaard wordt. Het is examenmateriaal en dat moet achter slot en grendel blijven. In competentieonderwijs denken we daar echter iets anders over. De eindresultaten, de beoordelingen, leggen we wel vast, maar de uitwerkingen van de projecten die daaraan ten grondslag liggen, blijven jouw eigendom. Je moet ze dus zelf bewaren en zo nodig als bewijs op tafel kunnen leggen. Als we dus op school een beoordeling in je beoordelingslijst hebben bijgeschreven, krijg je je beoordeelde werk terug en moet je het zelf veilig opbergen, omdat er altijd weer naar gevraagd kan worden. Bovendien kun je bijvoorbeeld bepaald materiaal bij een sollicitatie misschien heel goed gebruiken. Zo’n verzameling materiaal dat je voor school geproduceerd hebt, noem je een portfolio.

10 weken

10 weken

10 weken

10 weken

Deelnemersbespreking




23

Een portfolio is dus niets anders dan een verzameling bewijzen. Een compleet portfolio bestaat uit drie onderdelen:1. Wie ben ik?

- je naam- en adresgegevens en eventueel je thuissituatie (dus informatie die ook al in je POP voorkomt).

2. Wat ben ik? - een verslag van je schoolloopbaan, stage- en

werkervaring, je hobby’s en een lijst van ge-volgde workshops.

3. Wat wil ik? - hoe heb je je georiënteerd op je toekomstige

beroep; hoe ben je tot je huidige schoolkeuze gekomen (ook hier is sprake van informatie die deels al in je POP staat).

Wat wil dat nu precies zeggen: ‘een verzameling bewijzen’? In een portfolio worden drie zaken geregistreerd: 1) de vaardigheden en competenties die je gehaald hebt; 2) het ontwikkelingsproces dat je doorloopt (reflectieverslagen); 3) de bewijzen die dit onderbouwen. Deze bewijzen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen:• je moet kunnen aantonen dat de bewijzen ook

werkelijk van jou afkomstig zijn;• de bewijzen moeten een goed beeld geven van

wat je werkelijk weet en kunt;• de bewijzen moeten van recente datum zijn;• de bewijzen moeten duidelijk te maken hebben

met een vaardigheid of competentie waar je tijdens de opleiding aan werkt. Je moet dus selectief zijn in het verzamelen van bewijs;

• de bewijzen mogen geen toevalstreffers zijn: de vaardigheid of competentie moet over een minimale periode aangetoond worden.

• je bewijzen moeten uit verschillende situaties geleverd worden. Hoe meer variatie, des te betrouwbaarder het beeld en des te hoger het opleidingsniveau.

In je portfolio zit dus alles wat je wilt laten meetellen om in aanmerking te komen voor examinering: het zijn dus de bewijzen dat je klaar bent om het examen aan te vragen. Dat laatste wil niet zeggen dat je niet flexibel met je portfolio om zou kunnen gaan. Als je dat wilt, kun je altijd iets wat al in je portfolio zit, vervangen door iets anders wat volgens jou beter is.

Het bijhouden van een portfolio heeft drie belangrijke doelen. In de eerste plaats dient een portfolio om je eigen leerroute te kunnen volgen. Daarmee – en dat is het tweede doel – word je zelf verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Het derde doel is dat je door een portfolio inzicht krijgt in je eigen leerproces: je krijgt in de gaten hoe je hebt geleerd en wordt je bewust van wat er beter kan.

Zorg wel voor een portfolio met een duidelijke structuur. Het moet informatief, overzichtelijk, controleerbaar en dus ook eenvoudig bij te werken en aan te passen zijn. Je moet het later ook mee kunnen nemen naar een kennismakingsgesprek voor een BPV-plaats, een sollicitatie of een toelatingsgesprek voor een vervolgopleiding.


24

4.2Deexamens

4.2.1 Hoe zien de examens er uit?

ExamenplanKwalificatie en code: ICT- en mediabeheer

95320Uitstroomdifferentiatie/code: ICT-beheerder 95321Cohort: 2011Kwalificatiedossier: 2011-2012

Examen-code

Kerntaken en werkprocessen

Inhoud Examen-vorm

Duur Periode Wanneer voldoende

Weging

KT1 KT 1WP 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5

Vaststellen van de informatiebehoefte, opleveren van een ontwerp van (een onderdeel van) een informatiesysteem, opstellen van een plan van aanpak, realiseren van een testomgeving.

PvB Variabel Variabel Alle werk-processen voldoende

100%

KT2 KT 2WP 2.1, 2.2, 2.3, 2.4

Opstellen van een implementatieplan, uitvoeren van een implementatieplan, ondersteuning bieden bij acceptatietests, evalueren van een implementatie


100%

KT3 KT 3WP 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5

Voorkomen van (ver)storingen, lokaliseren en verhelpen van (ver)storingen, behandelen en afhandelen van incidentmeldingen, opstellen en bewaken van procedures


100%

KT4 KT 4 WP 4.1, 4.2, 4.3

Onderhouden van een servicedesk, beheren van een servicedesk, opstellen van gebruikers-instructies


100%

Toelichting:Examenvorm: S = schriftelijk, M = mondeling, V = verslag, P = praktijkDuur: tijdsduur van de mijlpaalperiode en het examenTijdvak: mijlpaalperiode (van het jaar) waarin het examen wordt afgenomenWeging: het gewicht dat aan het examen is toegekend


25

ExamenplanKwalificatie en code: ICT- en mediabeheer

95320Uitstroomdifferentiatie/code: Netwerkbeheerder

95321Cohort: 2011Kwalificatiedossier: 2011-2012

PvB = proeve van bekwaamheid

De proeve van bekwaamheid bestaat uit:• opdrachten• een reflectieverslag • een eindgesprek

Toelichting:Examenvorm: S = schriftelijk, M = mondeling, V = verslag, P = praktijk, PvB = Proeve Van Bekwaamheid,Duur: tijdsduur van de mijlpaalperiode en het examenTijdvak: mijlpaalperiode (van het jaar) waarin het examen wordt afgenomenWeging: het gewicht dat aan het examen is toegekend

Examen-code

Kerntaken en werkprocessen

Inhoud Examen-vorm

Duur Periode Wanneer voldoende

Weging

KT1 KT 1WP 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5

Vaststellen van de informatiebehoefte, opleveren van een ontwerp van (een onderdeel van) een informatiesysteem, opstellen van een plan van aanpak, realiseren van een testomgeving.


100%

KT2 KT 2WP 2.1, 2.2, 2.3, 2.4

Opstellen van een implementatieplan, uitvoeren van een implementatieplan, ondersteuning bieden bij acceptatietests, evalueren van een implementatie.


100%

KT3 KT 3WP 3.1, 3.2, 3.4, 3.5

Voorkomen van (ver)storingen, lokaliseren en verhelpen van (ver)storingen, opstellen en bewaken van procedures.


100%


26

Leren Loopbaan Burgerschap

Examencode Examen vorm Waar gaat het over Wanneer voldoende Duur Wanneer

LLB3ANIV3_4 verslag Je schrijft een verslag over politieke partijen in Nederland. Ook maak je een verslag over de Nederlands staatsvorm en jouw mening daarover.

8 punten (vd 10)+ vorm vodloet aan eisen

180 min. alle periodes

LLB3BNIV3_4 schriftelijkverslag

Je schrijft een brief aan gemeente over een probleemsituatie bij jou in de buurt. Ook maak je een kort verslag over procedures m.b.t. klachtenafhandeling bij gemeente.

8 punten (vd 10)


LLB4NIV3_4 praktijk BPV – je verdiept je in de formele en informele regels binnen jouw BPV-bedrijf en hoe je hier zelf mee omgaat.

20 punten(vd 25)

BPV alle periodes

LLB5NIV3_4 verslag Je maakt een beschrijving van het Nibud en GKB. Ook doe je een marktonderzoek, beoordeel je het marktonderzoek van een medeleerling en geef je een beschrijving van een klachtenprocedure.

8 punten (vd 10) + vorm voldoet aan eisen


LLB6NIV3_4 praktijkverslag

Je voert een maatschappelijke activiteit of stage uit en schrijft hiervan een verslag.

18 punten(van de 20)

n3= 32 uurn4= 42 uur

alle periodes

LLB7NIV3_4 praktijkverslag

Actieprogramma gericht op fitheid en leefstijl + verslag.

14 punten(vd 14)

- alle periodes


27

Examenplan ICE Nederlands 3F (centraal examen luisteren - lezen)Niveau 4

Examenplan Rekenen 3F(centraal examen) Niveau 4

Examencode Examen-onderdeel

Examen-vorm

Waar gaat het over

Wanneer voldoende1

Duur Wanneer

NeGs-3F Mondelinge taalvaardigheid – Gesprekken

M Inhoud, gespreks-vaardigheid, spreekvaardigheid

3F 30 min. Variabel

NeSp-3F Mondelinge taalvaardigheid – Spreken

M Monoloog: opbouw, inhoud, presentatie-vaardigheden

3F 30 min. Variabel

Centraal - Luisteren - Lezen - 3F

Mondelinge taalvaardigheid – Luisteren/ Lezen

LS

Luisteren, zakelijke teksten: informatieve en betogende teksten

Ntb 120 min.

Variabel

NeSch-3F Schrijven, inclusief Begrippenlijst en taalverzorging

S/D Verschillende schrijfopdrachten

3F 60 min. Variabel

Examencode Examen-onderdeel

Examen-vorm

Waar gaat het over

Wanneer voldoende

Duur Wanneer

Centraal-Rekenen-3F

Rekenen S Getallen - Verhoudingen - Meten en Meetkunde - Verbanden

Ntb 90 min. Variabel

Toelichting:Examenvorm: S = schriftelijk, M = mondeling, V = verslag, P = praktijk, PvB = Proeve Van Bekwaamheid,

D = digitaalWanneer: periode van het jaar waarin je het examen krijgt Duur: hoe lang duurt het examenExamencode: de naam van het examen

1 Cesuur is verwerkt in de beoordelingsonderdelen, deelnemer moet op alle onderdelen 3F behalen.


28

Engels

4.2.2 Wanneer ben je geslaagd?Je bent geslaagd als je de volgende examens met een voldoende hebt afgesloten:• Proeven van bekwaamheid,• Nederlandse taal en rekenen• Engels, 3 van de 5 vaardigheden op het vereiste

niveau. • Leren Loopbaan en Burgerschap (LLB)

Examens Nederlands en rekenenCentrale examinering van Nederlands en rekenen vindt voor het eerst plaats in het studiejaar 2013–2014. Je bent voor dit examen geslaagd, indien je:• voor het examen Nederlands en het examen

rekenen (met alle onderliggende domeinen, zoals benoemd in paragraaf 3.4.3) een eindwaardering van ten minste het cijfer 6 dan wel «voldoende» hebt behaald; of

• voor Nederlands of rekenen een eindwaardering van ten minste het cijfer 5 hebt behaald, en voor het andere examen een eindwaardering van ten minste het cijfer 6 dan wel «voldoende» hebt behaald.

Overgangsregeling examens Nederlands en rekenenIndien je examen doet in Nederlands of rekenen, voordat centrale examinering van die onderdelen voor de eerste keer plaatsvindt, heeft de waardering daarvan met een cijfer lager dan 6 dan wel met «onvoldoende» geen gevolgen voor het behalen van het diploma.

Examencode Examen vorm Waar gaat het over Wanneer voldoende

Duur Wanneer

EN1 S lezen B1 75 min. Variabel

EN2 S luisteren B1 45 min. Variabel

EN3 M gesprekken voeren B1 30 min. Variabel

EN4 M spreken A2 30 min. Variabel

EN5 S schrijven B1 75 min. Variabel


29

4.3Regelsbijhetexamen

ROC Friese Poort heeft een examenreglement. Hier staan alle regels in die belangrijk zijn wanneer je een examen met doen. Hieronder staan de belangrijkste regels. Wil je alle regels weten, dan kun je het examenreglement vragen aan je opleidingsmanager. Je kunt het reglement ook vinden op de ELO.• Je bent verplicht om aan de examens van je

opleiding mee te doen. • Als je niet aanwezig bent, heb je één examenkans

gemist.• Voor elk examen heb je twee keer de kans om het

examen over te doen.• Ben je meer dan 15 minuten te laat, dan mag je

niet meer meedoen met het examen• Je mag bij het examen alleen hulpmiddelen

gebruiken, als dit op het examen staat.• Je mobiele telefoon moet je tijdens het examen

uitzetten.• Er zijn een aantal dingen die jij tijdens het

examen niet mag doen, bijvoorbeeld: spieken, hulpmiddelen gebruiken die niet toegestaan zijn en niet luisteren naar de surveillant of examinator. Het kan zijn dat je niet meer mee mag doen aan het examen. De (sub)examencommissie beslist wat voor gevolgen dit heeft.

• De school moet de uitslag van het examen binnen 15 werkdagen schriftelijk bekend maken.

• Je kunt bij de (sub)-examencommissie een vrijstelling (of meer) aanvragen voor een examen. Het formulier dat hier voor nodig is kun je krijgen bij je studieloopbaanbegeleider.

• Als je een beperking hebt (bijv. dyslexie), kan het examen aangepast worden. Informatie hier over kun je krijgen bij je studieloopbaanbegeleider.

• Je mag het examen inzien tot zes maanden na de uitslag van het examen. Je mag de docent ook vragen om uitleg te geven bij de uitslag van het examen.

• Je mag een bezwaar indienen bij de examencommissie als je het niet eens bent met de uitslag van jouw examen. Dit moet je wel doen binnen vijf kalenderdagen na de uitslag.

Belangrijke adressenBezwaarschrift:ROC Friese Poort Handel, ZD, ICT en HorecaAan de voorzitter van de examencommissie Postbus 1848600 AD Sneek Beroepschrift:m.b.t examenreglement artikel 5.1 – 5.3Aan de commissie van Beroep voor de ExamensP/a College van BestuurPostbus 1408900 AC Leeuwarden


30

Beroepspraktijk-vorming(BPV)


31

Wanneergaikopstage?

5.1Algemenezaken

• Binnen de opleiding wordt minimaal 20% van de totale studietijd besteed aan BPV. Gemiddeld komt dit neer op minimaal 10 weken BPV per schooljaar. Sinds 2011 ga je in klas 1 in de laatste periode 2 dagen op BPV. (Beoordeling door het docententeam.

• Je rondt je opleiding altijd af in de praktijk door middel van een PvB (Proeve van Bekwaamheid)

• Voor elke BPV-periode ontvang je een handboek met opdrachten voor de praktijk

• Gedurende de BPV krijg je minimaal 1x per 10 weken een bezoek van een BPV-docent.

5.2Opdevestiging

• BPV Coördinator 1: Dhr. W. Zijlstra [email protected]

• BPV Coördinator 2: Dhr. E. Richartz [email protected]

5.Beroepspraktijkvorming(BPV)


32

Begeleiding


33

Hoewordiktijdens mijnstudiebegeleid?

Nieuwe manieren van leren kom je bij alle ROC’s tegen, maar het is niet overal hetzelfde. Bij ROC Friese Poort leer je stapsgewijs zelfstandig werken en leren. Aan het begin van je opleiding krijg je nog veel begeleiding, later minder. De ene deelnemer kan sneller zelfstandig werken dan de andere, daarom houden we rekening met dat wat jij zelf aan kunt. Vanaf het moment dat jij begint op onze school proberen wij jou zo goed mogelijk te begeleiden en te helpen.

6.1Belangrijkemensenbijdebegeleiding

Je hebt tijdens je opleiding een vaste begeleider, je studieloopbaanbegeleider. Deze persoon kan je helpen bij je opleiding. Er zijn ook nog andere mensen die je hulp kunnen bieden. Hieronder wordt uitgelegd wat er allemaal mogelijk is. Bij welke mensen je terecht kunt en wat zij doen. Zo weet je precies bij wie je moet zijn als je een vraag of probleem hebt. In hoofdstuk 6.2 staan namen van mensen en hun telefoonnummers. Studieloopbaanbegeleider (SLB-er)Je krijgt aan het begin van je opleiding een studieloopbaanbegeleider toegewezen. De studieloopbaanbegeleider kan je helpen met allemaal dingen. Dus zit je met een vraag of heb je een probleem, ga naar je studieloopbaanbegeleider.

Ook als je informatie wilt over jouw studieresultaten, kun je bij de SLB-er terecht.

(Vak)docentEen docent geeft les aan groepen. Soms geeft een docent één vak, soms meerdere vakken. Een docent kan je ook begeleiden tijdens je stage of gewoon tijdens je opleiding.

VertrouwenspersoonEen vertrouwenspersoon is iemand bij wie jij terecht kunt als je vragen hebt die je liever niet met je docent of je studieloopbaanbegeleider wilt bespreken. De vertrouwenspersoon helpt je bij het zoeken naar een oplossing. Denk bijvoorbeeld aan discriminatie, agressie, geweld (op school of thuis) of ongewenste intimiteiten. Je kunt bij de vertrouwenspersoon terecht met alles waardoor jij je opleiding niet goed kunt doen.

BPV-begeleiderDe BPV-begeleider komt van ROC Friese Poort en helpt je bij je BPV. BPV staat voor: ‘beroepspraktijkvorming’). Het woord ‘stage’ komt je misschien meer bekend voor. De BPV-begeleider komt zo nu en dan op bezoek om te kijken of jij het goed doet tijdens je BPV. Ook praat hij met de praktijkbegeleider van je BPV-adres. Voor meer informatie over de BPV kun je kijken in hoofdstuk 5: BPV.

DecaanEen decaan werkt bij Bureau TAB. De decaan weet alles over studiekosten, OV-jaarkaarten, beroepskeuze, vervolgopleidingen en ga zo maar door. Als je naar Bureau TAB gaat, kom je waarschijnlijk wel in contact met een decaan. Je kunt ook rechtstreeks naar een decaan gaan.

6.Begeleiding


34

Bureau TABTAB betekent ‘Traject Advies en Begeleiding (TAB). Hier kun je terecht als je vragen hebt over je opleiding. Misschien twijfel je wel of je de goede opleiding gekozen hebt. Het kan ook zijn dat je extra hulp nodig hebt bij het leren en lezen of je wilt werken aan je zelfvertrouwen. Je kunt zelf naar Bureau TAB toe gaan. Het kan ook zijn dat je studieloopbaanbegeleider je doorverwijst naar Bureau TAB.

Er werken natuurlijk nog veel meer mensen bij ROC Friese Poort. Maar je zult het meest te maken krijgen met de mensen die we hier genoemd hebben.

Hieronder leggen we nog een paar woorden uit, die belangrijk zijn voor jouw studievoortgang. Het zijn dingen die je vaak tegen zal komen tijdens je opleiding.

Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP)Je hebt regelmatig een gesprek met je studieloop-baan begeleider. Bij deze gesprekken maak je afspraken. Deze afspraken schrijf je op in je POP (= persoonlijk ontwikkelingsplan). Bij elk gesprek kijken jullie hoe ver je bent met de gemaakte afspraken.

PortfolioDit is een map waarin jij opdrachten of producten in bewaard die je gemaakt hebt. Vaak schrijf je hier ook iets in over jezelf (wie ben ik), waar je aan werkt, wat je allemaal kan, enz. Zo heb je aan het eind van jouw opleiding een mooi overzicht van waar je allemaal goed in bent.

Deelnemers met een beperkingHet kan zijn dat je door een beperking moeite hebt met het volgen van je opleiding of de BPV. Je kunt dan extra hulp krijgen. Hiervoor kun je het beste naar Bureau TAB gaan. Hier weten ze precies wat er allemaal mogelijk is voor jou. Je kunt ook naar je studieloopbaanbegeleider gaan voor hulp. Hij of zij weet precies waar jij naar toe kunt voor extra hulp.

6.2Belangrijkenamen

Op het publicatiebord in school vind je een overzicht van wanneer de verschillende docenten in principe aanwezig zijn. Hun emailadressen vind je hieronder. Het centrale telefoonnummer van school is (0515) 48 16 00.

VestigingsdirecteurW. [email protected]

OpleidingsmanagerJ. [email protected]

Coördinator BPVW. [email protected]

DecaanS. [email protected]

Onderwijzend personeelL. van der [email protected]

E. [email protected]

H. [email protected]

W. de [email protected]

T. [email protected]

R. [email protected]

H. [email protected]


35

Informatie


36

Watmoetiknogmeer wetenenwaarkanikmeerinformatievinden?

7.1Algemeneinformatie

Verschillende leerwegenEr zijn twee manier om deze opleiding te volgen:1. De Beroeps Opleidende Leerweg (BOL)

Dit is een dagopleiding waar ook BPV gedaan moet worden.

2. De Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) Dit is een deeltijdopleiding; je hebt een baan en gaat daarnaast één dag per week naar school.

OnderwijsovereenkomstMet elke deelnemer wordt een onderwijsovereen-komst afgesloten. Hier staat in wat jouw rechten en plichten zijn. Jij mag ons aanspreken op alles wat in deze onderwijs-overeenkomst staat. Wij mogen jou hier ook op aanspreken.

PraktijkovereenkomstMet elke deelnemer wordt een praktijkovereen-komst afgesloten. Hier staat in wat jouw rechten en plichten zijn als je je BPV doet. Jij mag het bedrijf en de school aanspreken op alles wat in deze overeenkomst staat. Het bedrijf en de school mogen jou hier ook op aanspreken.

7.2Waarvindikmeerinformatie

DocumentHandboek reglementen:• Gedragscode• reglement algemene bepalingen• examenreglement • reglement voor de behandeling van klachten• regeling inzake seksuele intimidatie, discriminatie,

agressie, geweld en ongewenst gedrag• taalcode Frysk• beleid mbt roken, alcohol, drugs, wapens• privacyreglement• onderwijsovereenkomst + reglement• deelnemersstatuut• BPV-overeenkomst• BOL/BBL, inl. reglement• reglement medezeggenschapsraad en bijlagen • reglement medezeggenschapsraad voor de

deelraden

VindplaatsTer inzage bij de opleidingsmanager en de deelnemersadministratie.Het handboek reglementen is ook te vinden in de elektronische leeromgeving N@tschool via de knop informatiebronnen.

7.Informatie


37

Gedragscode computergebruikJe mag alleen computerprogramma’s gebruiken die je nodig hebt voor je opleiding. Deze programma’s zijn toegestaan door de docent of toezichthouder. Waar moet je om denken:• Verander de standaardinstellingen van de soft- en

hardware niet.• Sla geen bestanden op die niet voor de lessen

nodig zijn.• Je mag alleen met toestemming van de docent of

beheerder gebruik maken van internet.• Software mag je niet kopiëren.• Bestanden moet je opslaan in de home- of

projectdirectory van het netwerk.• Eten en drinken doe je buiten de computerruimte. • Je mag de computerruimte in als de docent of

toezichthouder er is.

Ongeoorloofd computergebruikAls je gebruik maakt van computers of het netwerk op een manier die niet mag, gelden de volgende regels:

1. De eerste keer:Je mag niet meer werken met het netwerk. Je moet je melden bij de Servicedesk. Hier wordt jou verteld wat er gebeurt als je weer misbruik maakt van de computer of het netwerk. Je krijgt wel weer toestemming om de computer en het netwerk te gebruiken.

2. De tweede keer:Of bij een zware overtreding: je mag geen gebruik meer maken van het netwerk. Er wordt direct verteld voor hoe lang dit duurt. Je moet je melden bij de Servicedesk. Hier wordt jou verteld wat je moet doen om toch weer het netwerk te mogen gebruiken. Je moet in ieder geval € 15,- betalen voor administratiekosten.

BijlageI


38

Studieduur/SBU

ICT- en mediabeheer Niveau 4 (95320)

BijlageII

1e leerjaar 2e leerjaar 3e leerjaar 4e leerjaar Totaal

School begeleid 986 340 356 311 1993

School onbegeleid 463 420 428 473 1784

Totaal school 1449 760 784 784 3777

BPV begeleid 151 840 816 816 2623

BPV onbegeleid 0

Totaal BPV 151 840 816 816 2623

Totaal SBU (min. 1600 p.jr) 1600 1600 1600 1600 6400

Waarvan begeleid 1137 1180 1172 1127 4616

Waarvan onbegeleid 463 420 428 473 1784

% BPV 41%


39

Examencommissie

Subexamencommissie

BijlageIII

Locatie Friese Poort Economie

Voorzitter Vacature (stafdirecteur onderwijs)

Lid Mevr. Joanke Wiersma (onderwijskundige)

Lid Mevr. José van der Wiel (kwaliteitszorgmedewerker)

Locatie Sneek Handel, ZD, ICT en Horeca

Voorzitter Dhr. Roelof Friso (stafdirecteur organisatie)

Secretaris Mevr. Anja Greven (opleidingsmanager)

Lid Dhr. Peter Wattel (opleidingsmanager)

Lid Dhr. Roelof Frankena (docent)


40

F.1Examenreglement

F.1.1 InleidingHet examenreglement is een verzameling regels, die gaat over procedures en voorschriften rond de totstandkoming, organisatie en beoordeling van examens. Het examenreglement geeft geen inzicht in de inhoud van het examen, deze staan in de examenprogrammering.

F.1.2 Relevante wetsartikelenHet examenreglement vindt zijn basis in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). In dit deel worden wetsartikelen geciteerd of genoemd die direct betrekking hebben op dit reglement.

WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs)Artikel 7.4.81 Het bevoegd gezag zorgt voor en

goede organisatie en kwaliteit van het onderwijsprogramma en de examinering.

2 Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat deelnemers volledig en tijdig worden geïnformeerd over het onderwijsprogramma en de examens.

3 Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat voltijdse beroepsopleidingen aantoonbaar voldoen aan de eisen van artikel 7.2.7, derde lid.

4 Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de instelling beschikt over een deelnemersstatuut waarin de rechten en plichten van de deelnemers zijn opgenomen.

5 De examencommissie stelt regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens het afnemen van de toetsen, het examen of de examenonderdelen.

6 Indien ten aanzien van een beroepsopleiding toepassing is gegeven aan artikel 7.4.4a, dan treedt de examenregeling van de instelling of exameninstelling die de examinering verzorgt in de plaats van de examenregeling van de instelling die het onderwijs verzorgt.

Artikel 7.5.1 e.v.Deze artikelen gaan over de commissie van beroep voor de examens. In dit artikel staat dat de commissie moet worden ingesteld.

Artikel 8.1.1Dit artikel gaat over toelating tot de onderwijsinstelling en de bevoegdheid om al dan niet als onderwijsvolgende gebruik te mogen maken van de examenvoorzieningen.

Artikel 8.1.3Dit artikel gaat over de onderwijsovereenkomst. Deze overeenkomst heeft niet direct met examens te maken. In het reglement wordt echter een enkele keer naar de onderwijsovereenkomst verwezen.

F.1.3 BegrippenlijstAssessmentHet instrument waarmee deelnemers - in de praktijk of op school - kunnen aantonen dat zij de vereiste competenties hebben verworven.

BeoordelaarDegene die verantwoordelijk is voor een correcte beoordeling van het examen.

BeroepProtest tegen een beslissing. Dat protest is gericht tot een instantie die onafhankelijk is van degene die de beslissing genomen heeft.

BeroepspraktijkvormingDat deel van de beroepsopleiding dat in de praktijk van het beroep wordt uitgevoerd. Het kan bestaan uit één of meer praktijkperioden, al dan niet in een reëel dienstverband.

Eén vakmatige eindterm Een beroepstaak is realistisch en herkenbaar in de beroepspraktijk.

Bevoegd gezagHet Bestuur van de Stichting voor Christelijk Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Friesland/Flevoland te Leeuwarden.

BezwaarProtest tegen een beslissing. Dat protest is gericht tot de instantie die de beslissing genomen heeft.

CertificaatEen (door overheid en bedrijfsleven) erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat een met een certificeerbare eenheid

BijlageIVWettelijkevereisten


41

corresponderend deel van een opleiding met goed gevolg is doorlopen.

Competentie Een samenhangend geheel van vaardigheden, kennis, attituden en inzicht, dat een beroepsbeoefenaar nodig heeft om een bij zijn of haar rollen en verantwoordelijkheden passende taak in de praktijk uit te oefenen in overeenstemming met de proces- en producteisen.

College van BestuurEén of meer leden van het College van Bestuur ROC Friese Poort.

Commissie van BeroepDe commissie die het beroep behandelt dat door een kandidaat is ingesteld.

DeelnemerEen deelnemer is een persoon, die zich met het oog op het gebruik van de onderwijsvoorzieningen laat inschrijven bij een onderwijsinstelling.

DiplomaEen (door overheid en bedrijfsleven) erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat met een kwalificatie corresponderende opleiding met goed gevolg is doorlopen.

EducatieEducatie is gericht op het bevorderen van de persoonlijke ontplooiing ten dienste van het maatschappelijk functioneren van volwassenen.

ExamenAlle voorgeschreven examenonderdelen tezamen vormen het examen.

ExamencommissieDe commissie die belast is met verschillende taken rond examinering. Die taken staan in dit reglement vermeld. Het College van Bestuur benoemt de leden.

ExamendeelnemerIemand die deelneemt aan het examen maar niet als onderwijsvolgende is ingeschreven.

ExamenprogrammeringHet gedeelte van de Examenregeling waarin zo concreet mogelijk de examinering wordt omschreven.

ExamenregelingExamenreglement van een instelling tezamen met de examenplannen van een opleiding

EVCErkenning verworven competenties.

HerexamenEen herexamen is de mogelijkheid om op het niveau van een (deel van) een onderwijseenheid een examen opnieuw te maken. De mogelijkheden voor herkansing zijn per opleiding vastgelegd in de Examenregeling.

InschrijvingDe inschrijving van deelnemers, die door het College van Bestuur zijn toegelaten tot de onderwijsinstelling.

KenbaarheidHet principe waarbij iedereen die betrokken is bij examens op tijd alle informatie op toegankelijke wijze ter beschikking heeft.

Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB)Per bedrijfstak of groep van bedrijfstakken is er een Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB). Het bestuur van een Kenniscentrum bestaat uit werkgevers en werknemers of uit vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen.

KerntakenKerntaken omschrijven de essentie van wat een beginnend beroepsbeoefenaar kan bij de start op de arbeidsmarkt. De verrijkte kerntaken staan in het kwalificatiedossier.

KwalificatieEen kwalificatie is een geheel aan kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen, dat voor de uitoefening van een beroep, verdere studie en/of het maatschappelijk functioneren vereist wordt. Kwalificaties zijn primair afgeleid van beroepsprofielen, instroomprofielen van het vervolgonderwijs en maatschappelijke en culturele situaties en worden geformuleerd door de sociale partners.


42

KwalificatieniveauEen aanduiding van het niveau van beroepsuitoefening, gebaseerd op de mate van verantwoordelijkheid, complexiteit en transfer, dat de gediplomeerde heeft bereikt. De WEB onderscheidt 4 kwalificatieniveaus:niveau 1: assistentopleidingniveau 2: basisberoepsopleidingniveau 3: vakopleidingniveau 4: middenkaderopleiding en

specialistenopleiding

LeerwegDe WEB kent twee leerwegen, die tot een zelfde kwalificatie leiden. Het betreft:a) de beroepsbegeleidende leerweg (bbl): de

praktijkcomponent omvat een praktijkdeel van 60% of meer van de studieduur;

b) de beroepsopleidende leerweg (bol): de praktijkcomponent omvat een praktijkdeel van minimaal 20% en minder dan 60% van de studieduur.

Bij het vaststellen van de inhoud bepaalt de minister in welke leerweg of leerwegen de opleiding kan worden verzorgd.

NormeringBeschrijving van de minimale prestatie van een examenkandidaat ten behoeve van de vaststelling of een deelkwalificatie wordt beheerst.

ExamenregelingHet document waarin de belangrijkste kenmerken van de examinering, waaronder inhoud en inrichting, examenplan en examenreglement, worden vastgelegd door het College van Bestuur van de instelling.

OnderwijsovereenkomstEen overeenkomst tussen deelnemer en College van Bestuur, die ten grondslag ligt aan de inschrijving. De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen tussen instelling en deelnemer.

OnderwijsinstellingEen organisatie die bevoegd is certificaten of diploma’s van de landelijke kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs uit te reiken.

Opleiding Een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op het behalen van een diploma.

Portfolio In het portfolio neemt de deelnemer bewijsstukken op die aangeven (bewijzen) dat hij de betreffende beroepstaak uit kan voeren in een bepaalde beroepscontext. Mogelijke bewijsstukken zijn: door de begeleider of praktijkopleider ondertekende documenten waaruit blijkt dat de deelnemer een beroepstaak uitgevoerd heeft volgens de daarvoor geldende criteria, foto’s, reflectieverslagen, brieven, commentaren van collega’s enzovoort.

PraktijkovereenkomstDe praktijkovereenkomst vormt de grondslag voor de beroepspraktijkvorming. De overeenkomst regelt de rechten en verplichtingen van partijen en omvat bepalingen met betrekking tot inhoud, begeleiding en beoordeling.

Praktijkexamen Examen van praktijkvaardigheden in een leer of stagebedrijf of een examencentrum.

Proeve van bekwaamheidHet instrument waarmee deelnemers - in de praktijk of op school - kunnen aantonen dat zij de vereiste competenties hebben verworven.

Studiejaar Een normatief studiejaar bestaat uit veertig weken van elk veertig uren, waaronder begrepen de beroepspraktijkvorming.

Studielast De studielast van elke opleiding wordt uitgedrukt in normatieve studiejaren. De normatieve studielast is de studielast die een deelnemer gemiddeld geacht wordt nodig te hebben om de opleiding te voltooien.

Surveillant Iemand die bij afname van examens toezicht houdt.

Toegang Bevoegdheid tot het afleggen van examens.

Toelating Bevoegdheid tot het volgen van onderwijs.


43

F.1.4 Examenreglement

1. De regeling van de examens

Artikel 1.1BegrippenlijstBij dit reglement horen een begrippenlijst en enkele bijlagen. De begrippenlijst en de bijlagen zijn een onderdeel van het reglement.

Artikel 1.2Toegang en toelatinglid 1: Degenen die aan een onderwijsinstelling als deelnemer zijn toegelaten, hebben toegang tot de examenvoorzieningen. Aan de toegang kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld.lid 2: Als het College van Bestuur de inschrijving voor een bepaalde assistentopleiding of basisberoepsopleiding heeft opgeschort, geschiedt de inschrijving in volgorde van de aanmelding voor de desbetreffende opleiding.lid 3: Degenen die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wensen te worden toegelaten, kunnen zich als examendeelnemer in laten schrijven. Aan die inschrijving zijn de voorwaarden verbonden die door het College van Bestuur zijn vastgesteld.

Artikel 1.3AanwezigheidKandidaten zijn verplicht deel te nemen aan de examens waarvoor zij zijn ingeschreven. Wie door welke reden dan ook verzuimt, heeft een examengelegenheid verspeeld. In gevallen waarin dit artikel niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de voorzitter van de examencommissie. In gevallen van ziekte of overmacht wordt in artikel 2.7 voorzien.

Artikel 1.4Vrijstellingenlid 1: De examencommissie kan op verzoek van de betrokkene op basis van vooropleiding of ervaring, vrijstelling verlenen van het afleggen van een of meer examenonderdelen. De examencommissie baseert zich bij het verlenen van vrijstellingen op de richtlijnen van het College van Bestuur, zoals die in de examenregeling zijn neergelegd. Deelnemers die in het bezit zijn van een certificaat, verkregen op grond van een met succes voltooid

examenonderdeel aan een andere instelling zijn vrijgesteld van het daarmee overeenkomende examenonderdeel.lid 2: De examencommissie kan op verzoek van de betrokkene ervaringsresultaten of studievaardigheden die aan een andere instelling zijn behaald erkennen.

Artikel 1.5ExamenprogrammeringAlle gegevens met betrekking tot de inhoud en organisatie van de examens worden in de examenprogrammering bekend gemaakt. Informatie over de examenprogrammering is te vinden in de examenregeling van de betreffende opleiding.

Artikel 1.6Fraudebepalingenlid 1: De examencommissie kan maatregelen treffen tegen kandidaten die ten aanzien van examinering onregelmatigheden plegen.lid 2: Als onregelmatigheid wordt in ieder geval aangemerkt:• spieken;• het niet opvolgen van instructies van

surveillanten;• het gebruik van niet toegestane hulpmiddelen.

Verder staat het ter beoordeling van de examencommissie om gedragingen, handelingen en dergelijke aan te merken als onregelmatigheid in de zin van dit artikel.

lid 3: Indien kandidaten tegen wie maatregelen zijn getroffen beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep, wordt het College van Bestuur schriftelijk in kennis gesteld van de getroffen maatregelen.lid 4: De maatregelen bedoeld in dit artikel kunnen zijn:• ongeldigheidverklaring van de uitslag van het

betreffende examen;• uitsluiting van (verdere) deelname aan het

betreffende examen.lid 5: Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van personeel van de instelling of van hulpkrachten die door de instelling zijn aangetrokken, hetzij door gedraging hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden maatregelen als bedoeld in lid 4 alleen toegepast voor zover de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor die onregelmatigheid.


44

Artikel 1.7ToezichtDe Inspectie van het Onderwijs houdt namens de minister toezicht op het onderwijs en de examinering. Artikel 1.8UitslagDe (voorlopige) uitslag van elk examenonderdeel wordt door de subexamencommissie binnen vijftien schooldagen na afname van het examenonderdeel bekend gemaakt. Uitslagen worden schriftelijk aan de kandidaten bekend gemaakt. De beoordelaar/assessor kan besluiten van deze termijn af te wijken, en maakt dit voor het examen aan de kandidaten bekend. Ook bij afname van examens door externe instellingen kan van deze termijnen afgeweken worden.

Artikel 1.9Bezwaar/beroepKandidaten kunnen tegen de uitslag van examenonderdelen en tegen maatregelen als bedoeld in artikel 1.6 lid 4 bezwaar aantekenen volgens de regels van Artikel 5.

Artikel 1.10Uitslagregelslid 1: Per Kerntaak/Competentie wordt door de examencommissie vastgesteld of een kandidaat daarvoor geslaagd is of niet. De eindwaardering wordt weergegeven in één van de volgende begrippen:• zwak• onvoldoende• voldoende• goed waarbij een keus kan worden gemaakt uit een 2-, een 3- of een 4-puntsschaal, of in één van de volgende cijfers:

lid 2: Een kandidaat heeft een Kerntaak/Competentie met goed gevolg afgerond indien de eindbeoordeling afgerond een 6 of hoger is, of is uitgedrukt in het begrip ‘voldoende’ of goed.

lid 3: Een kandidaat is geslaagd voor een examen indien alle Kerntaken/Competenties, noodzakelijk voor het behalen van een diploma, zijn behaald.lid 4: Indien gebruik wordt gemaakt van cijfers, worden de deelcijfers van Kerntaken/Competenties vastgesteld op één decimaal. Eindcijfers worden vastgesteld op een heel getal. Bij afronding worden breuken van een half of meer naar boven afgerond en breuken van minder dan een half naar beneden. In geval van afname door externe instellingen kan van deze regeling afgeweken worden.

Artikel 1.11Het herkansen van examensIndien een kandidaat een examen niet met goed gevolg heeft afgerond, heeft de kandidaat het recht een examen twee keer te herkansen, waarbij de kandidaat van de eerstvolgende herkansingsmogelijkheid gebruik moet maken. Dit betekent dat er van bepaalde examens meerdere versies dienen te zijn (afhankelijk van de wijze van examineren).

Artikel 1.12BeroepspraktijkvormingHet bevoegd gezag van de onderwijsinstelling beoordeelt of de betreffende Kerntaken/Competenties zijn behaald. Het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling betrekt het oordeel van het opleidend bedrijf of de opleidende organisatie bij haar beoordeling.

Artikel 1.13Diploma’s e.d.Een diploma wordt uitgereikt aan de kandidaat die geslaagd is voor alle examenonderdelen die bij dat diploma horen. De kandidaat die geslaagd is voor een certificeerbare eenheid en de opleiding beëindigt, ontvangt een certificaat voor de certificeerbare eenheid, voor zover deze benoemd zijn in het Kwalificatiedossier.

Artikel 1.14Onvoorziene omstandighedenIn geval van omstandigheden waarin het reglement niet voorziet, beslist het College van Bestuur in samenspraak met de examencommissie.

109876

= uitmuntend= zeer goed= goed= ruim voldoende= voldoende

54321

= bijna voldoende= onvoldoende= gering= slecht= zeer slecht


45

2. De organisatie van de examens

Artikel 2.1ExamencommissieHet College van Bestuur stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens per organieke eenheid een examencommissie samen, bestaande uit de stafdirecteur onderwijs, onderwijskundige van het cluster, een kwaliteitszorgmedewerker en een extern deskundige. De taken van de examencommissie zijn uitgewerkt in het Handboek Examinering ROC Friese Poort H7.

Artikel 2.2BekendmakingAlle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en vorm van de examens worden in de examenprogrammering bekend gemaakt.

Artikel 2.3Wijze van aanmeldingKandidaten die staan ingeschreven voor een opleidingstraject zijn automatisch aangemeld voor de bijbehorende examens.

Artikel 2.4HulpmiddelenKandidaten worden in de examenprogrammering op de hoogte gebracht van de hulpmiddelen die zij bij de examens mogen gebruiken. Mobiele telefoons/organizers/pda’s/i-modes, zijn niet toegestaan als hulpmiddel bij examens.

Artikel 2.5SurveillantDe examencommissie wijst de surveillant(en) aan.

Artikel 2.6OproepTenminste vijf schooldagen voor de vastgestelde examendatum worden kandidaten op de hoogte gesteld van tijdstip, plaats en examenonderdeel.

Artikel 2.7OvermachtIndien een kandidaat door ziekte of een andere overmacht situatie niet in staat is om aan het examen deel te nemen, geldt de herkansingsregeling. In geval van overmacht beslist het CvB in samenspraak met de (sub)examencommissie.

Artikel 2.8LaatkomersEen kandidaat die te laat komt, kan tot uiterlijk 15 minuten na het verstrekken van de examenopgaven tot het examen worden toegelaten. De eindtijd van het examen is voor een laatkomer gelijk aan die van de overige kandidaten. De examencommissie kan hier van afwijken, maar maakt dit bij de aankondiging van het examen bekend.

Artikel 2.9Afwikkeling van de examineringDe gang van zaken tijdens de examinering is omschreven in het Handboek Examinering ROC Friese Poort.

Artikel 2.10Inzagerecht, bewaartermijn en recht op besprekingWerkstukken van kandidaten worden, indien de aard of omvang van die werkstukken dat toelaat, tezamen met het examen en beoordelingscriteria door het College van Bestuur bewaard. De bewaartermijn bedraagt zes maanden. De termijn gaat in na de einduitslag van de betreffende Kerntaak/Competentie. Gedurende deze periode hebben belanghebbenden recht op inzage en heeft de kandidaat recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling.Na afloop van deze periode komt het materiaal toe aan het College van Bestuur.

Artikel 2.11GeheimhoudingEen ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.


46

Artikel 2.12Afwijkende examineringlid 1: Ten aanzien van specifieke doelgroepen en gehandicapten kan de examencommissie toestaan dat een examen in afwijkende vorm (op andere wijze, plaats of tijdstip) wordt afgenomen (zie bijlage 1 van het examenreglement). De afwijkende vorm moet voldoen aan de technische eisen zoals validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstelling van de afwijkende examenvorm mogen niet anders zijn dan de doelstellingen en het niveau van het oorspronkelijke examen.lid 2: Als een kandidaat op grond van artikel 2.12 lid 1 van het examenreglement een afwijkende examinering wenst, moet hij dat schriftelijk aanvragen bij de betreffende subexamencommissie. Om te kunnen besluiten tot het afwijken van de examenregeling dienen de volgende fasen doorlopen te worden:- De kandidaat informeert Bureau TAB over zijn

verzoek tot afwijkende examinering.- Bureau TAB stelt met de deelnemer een schriftelijk

verzoek op met betrekking tot de afwijkende examinering. Op basis van de verwachting dat de kandidaat op het niveau waarvoor hij wordt opgeleid, naar inhoud en niveau kan functioneren zoals bedoeld is in het kwalificatiedossier, wordt een passende oplossing gezocht in aanpassing qua vorm, plaats of tijdstip. Het verzoek wordt ingediend bij de subexamencommissie. Bij het verzoek wordt een verklaring gevoegd van een arts, psycholoog of orthopedagoog, of een audiologisch/diagnostisch onderzoek van een erkend instituut waaruit blijkt dat de uitvoering op de gewenste wijze noodzakelijk is.

- De subexamencommissie kent de afwijkende examinering toe en legt de verklaring vast in een dossier dat gebruikt en geraadpleegd kan worden. De subexamencommissie verstrekt de kandidaat een schriftelijk bewijs van het besluit van de examencommissie over zijn verzoek.

lid 3: De deelnemer kan een verzoek indienen bij de examencommissie om een verslag van de Beroepspraktijkvorming of afstudeerverslag in het Fries te schrijven. De examencommissie willigt dit verzoek in indien:- een begeleidende docent de Friese taal

voldoende beheerst;- er een regeling getroffen is voor correctie op het

taalgebruik;

- het BPV-bedrijf of externe opdrachtgever hiertegen geen bezwaar heeft;

- er een samenvatting in het Nederlands wordt toegevoegd.

Deelnemer en beoordelaar/assessor kunnen bij mondelinge examens overeenkomen ieder voor zich of beiden het Fries in plaats van het Nederlands te hanteren.

3. De richtlijnen voor de samenstelling van de examens

Artikel 3.1Vaststelling van de examensDe vaststellingscommissie stelt de examens vast.

Artikel 3.2Inhoud en vorm van de examensDe doelen en de vorm van elk examenonderdeel worden tijdig aan de kandidaten bekend gemaakt.

Artikel 3.3CompetentiesHet examen gaat de omvang van de competenties niet te buiten.

Artikel 3.4SpreidingSpreiding van de examenonderdelen over de Kerntaken/Competenties wordt tijdig aan de kandidaten kenbaar gemaakt.

Artikel 3.5MoeilijkheidsgraadElk examenonderdeel dat gebaseerd is op bepaalde Kerntaken/Competenties heeft een zoveel mogelijk vergelijkbare moeilijkheidsgraad als elk volgend examenonderdeel met dezelfde doelen, ongeacht de doelgroep waarvoor dit examenonderdeel bestemd is en ongeacht de vorm waarin dit examenonderdeel gesteld is.

Artikel 3.6DuidelijkExamens zijn, voor wat betreft alle mogelijke aspecten, duidelijk.

Artikel 3.7Duur van examenafnameDe duur van elk examen wordt tijdig bekend gemaakt.


47

4. De richtlijnen voor de beoordeling van de examens

Artikel 4.1ObjectiviteitElke kandidaat wordt objectief beoordeeld.

Artikel 4.2GelijkheidElke kandidaat wordt aan de hand van dezelfde normen op gelijke wijze beoordeeld.

Artikel 4.3BeoordelingscriteriaElke kandidaat wordt beoordeeld aan de hand van normen die vastgelegd zijn in een beoordelingsvoorschrift.

Artikel 4.4DoorzichtigheidKandidaten moeten op de hoogte zijn van de normering die bij de beoordeling gehanteerd wordt.

Artikel 4.5MotiveringBeoordelaars moeten hun beoordeling kunnen motiveren. De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria.

5. Bezwaar en beroep

Artikel 5.1Bezwaar en beroep.Een kandidaat kan tegen een beslissing van de examencommissie of van een beoordelaars/assessor beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Hij heeft ook de mogelijkheid om eerst een bezwaarschrift in te dienen bij de examencommissie van de betreffende opleiding. Tegen de beslissing op het bezwaarschrift kan vervolgens beroep worden aangetekend bij de Commissie van Beroep voor de Examens. (Zie Handboek Reglementen).

Artikel 5.2De bezwaarprocedure.lid 1: Een kandidaat kan tegen een beslissing van de examencommissie of van een beoordelaar/assessor bezwaar aantekenen bij de examencommissie van de betreffende opleiding.

lid 2: De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt vijf volledige kalenderdagen, te rekenen vanaf het moment waarop de examenkandidaat van de beslissing in kennis wordt gesteld.lid 3: Bezwaarschriften worden schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de bevoegde examencommissie. Het moment waarop het bezwaarschrift aan de voorzitter van de examencommissie wordt verzonden, wordt aangemerkt als het moment waarop het bezwaarschrift wordt ingediend.lid 4: Het bezwaarschrift moet voldoen aan de voorwaarden zoals vastgelegd in het reglement Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor de interne commissies voor bezwaar en beroep.lid 5: De examencommissie kan voor de behandeling van het bezwaarschrift een hoorzitting vaststellen, maar is ook bevoegd om het bezwaar schriftelijk af te handelen.lid 6: Tenzij in de voorgaande bepalingen daarvan expliciet is afgeweken, geldt voor de behandeling van ingediende bezwaarschriften het reglement Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor de interne commissies voor bezwaar en beroep, met uitzondering van artikel 2.lid 7: Als de kandidaat het niet eens is met de beslissing op zijn bezwaarschrift, kan hij tegen de uitspraak van de examencommissie beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep voor de Examens.

Artikel 5.3De interne Commissie van Beroep voor de Examens.De interne Commissie van Beroep voor de Examens bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en twee leden. Alle leden worden benoemd door het College van Bestuur van de instelling. In afwijking van artikel 2 lid 2 van het reglement Algemene Bepalingen worden alle leden van deze commissie benoemd voor een periode van drie jaar. Na afloop van deze termijn zijn zij herbenoembaar.

Artikel 5.4De taak van de Commissie van Beroep voor de Examens.De commissie is belast met de beoordeling van beroepschriften tegen beslissingen van de examencommissie of van beoordelaar/assessor ten opzichte van examenkandidaten.


48

Artikel 5.5Bijzondere procedurevoorschriften.lid 1: Beroepschriften worden ingediend bij het College van Bestuur. Na ontvangst worden de beroepschriften voorzien van een dagstempel en onmiddellijk doorgestuurd naar de Commissie van Beroep voor de Examens. Het moment waarop het beroepschrift aan het College van Bestuur wordt verzonden, wordt aangemerkt als het moment waarop het beroepschrift wordt ingediend.lid 2: Het beroepschrift moet voldoen aan de voorwaarden zoals vastgelegd in het reglement Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor de interne commissies voor bezwaar en beroep.lid 3: De termijn waarbinnen een zaak aan de commissie moet worden voorgelegd, de termijn waarbinnen de commissie beslist, de mogelijke inhoud van de beslissing, de personen of organen die een exemplaar van de beslissing moeten ontvangen, de mogelijkheid van een voorlopige voorziening of de mogelijkheid van een herziening van de beslissing van de commissie, zijn geregeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (hoofdstuk 7, titel 5: commissie van beroep voor de examens). lid 4: De leden van de examencommissie en de betrokken beoordelaars/assessoren verstrekken aan de commissie alle inlichtingen die de commissie voor de uitoefening van haar taak noodzakelijk acht. lid 5: Tenzij in de voorgaande artikelen daarvan expliciet is afgeweken, geldt voor de behandeling van ingediende beroepschriften het reglement Algemene Bepalingen dat de instelling hanteert voor de interne commissies voor bezwaar en beroep.

F.1.4.1 Adressen

Bezwaarschrift:

Beroepschrift:m.b.t. Examenreglement artikel 5.1 – 5.3 Aan de Commissie van Beroep voor de Examens P/a College van BestuurPostbus 1408900 AC Leeuwarden

ROC Friese Poort Economie en Dienst-verlening:Aan de voorzitter van de examencommissie Economie en DienstverleningPostbus 1848600 AD Sneek

ROC Friese Poort Techniek en Vormgeving:Aan de voorzitter van de examencommissie: Herman van der WerffPostbus 159200 AA Drachten

ROC Friese Poort Zorg en Welzijn:Aan de voorzitter van de examencommissie: Arjen de JongPostbus 60908902 HB Leeuwarden

ROC Friese Poort UB, UV, TAB, Paspoort, EducatieAan de voorzitter van de examencommissie:Berend OkmaPostbus 1188300 AC Emmeloord


49

Bijlageexamenreglement: Aangepasteexamens

InleidingIn artikel 2.12 van het examenreglement wordt voorzien in de mogelijkheid van afwijkende examinering voor enkele specifieke doelgroepen. Hieronder verstaan we deelnemers met een handicap, langdurig zieken, topsporters en leerlingen die leerstoornissen hebben of last van examenvrees.

In deze bijlage worden de richtlijnen beschreven die ROC Friese Poort hanteert met betrekking tot aangepaste examens voor deze groepen deelnemers.

ROC Friese Poort hanteert de volgende uitgangspunten ten aanzien van aangepaste examinering voor deelnemers met een beperking:1. Opleidingen stellen op verantwoorde wijze vast of een student met een beperking over de in het kwalificatiedossier aangegeven competenties beschikt.2. Aanpassingen mogen er niet toe leiden dat het eindresultaat van de opleiding voor een student met een beperking van minder waarde is dan voor iemand zonder beperking.3. Zolang de aanpassingen voor onderwijs en examens niet strijdig zijn met de uitstroomeisen is er voldoende ruimte voor eventuele aanpassingen.4. De examinering is voor alle deelnemers gelijkwaardig, maar behoeft niet op gelijke wijze plaats te vinden.5. Afspraken met betrekking tot hulpmiddelen, aanpassingen en begeleiding in relatie met het te volgen onderwijs, waaronder de beroepspraktijkvorming en de examinering, moeten worden vastgelegd en gearchiveerd in een dossier dat gebruikt en geraadpleegd kan worden. De gemaakte afspraken met de deelnemer zijn dan in principe geldig gedurende de hele opleiding.6. Gegeven de grote variatie aan beperkingen en de verschillen tussen opleidingen, is het niet doenlijk een vast stramien voor het bepalen van wel of niet toelaatbare aanpassingen te ontwerpen. Aanpassingen zijn altijd maatwerk en verschillen per deelnemer met een beperking. De verantwoordelijkheid voor het toekennen van

aanpassingen ligt bij de subexamencommissie van de opleiding.7. De WEB schrijft niet voor dat aanpassingen van examens voor beroepsopleidingen moeten worden gemeld bij de inspectie van het onderwijs.

Bij het bepalen van mogelijke aanpassingen bij examinering van een student met een beperking, zijn voor de subexamencommissie richtlijnen geformuleerd. Dit is geen uitputtende opsomming en aanvullingen zijn altijd mogelijk. Voor het nader bepalen van de mogelijkheden met betrekking tot aangepaste examinering kan advies worden ingewonnen bij specialisten van Bureau TAB.

RichtlijnenDe richtlijnen ten aanzien van aangepaste examinering zijn gerubriceerd naar:- Aanpassingen in het algemeen- Handicap en chronische ziekte- Leerstoornissen- Examen- en beoordelingsvrees


50

Aanpassingen in het algemeenIn deze paragraaf is een aantal mogelijke aanpassingen in kernwoorden aangegeven.

Handicap en chronische ziekteIn deze paragraaf is een aantal mogelijke aanpassingen opgenomen van de meest voorkomende beperkingen binnen ROC Friese Poort. Het uitgangspunt voor het toekennen van mogelijke aanpassingen is, dat de deelnemer door middel van een verklaring van een deskundige kan aantonen dat er sprake is van een beperking. Adviezen van een deskundige worden (daar waar mogelijk) opgevolgd.

Algemene aanpassingen

Verlenging examentijd.

Gebruik van speciale hulpmiddelen (bv. leesloep, doventolk).

Aanpassing van examendocumenten (bv. braille, grootletterdruk, diskette, geluidsdragers).

Aanpassing van de examenlocatie (bv. aparte ruimte gebruiken, verandering van de inrichting).

Aanpassing van de wijze van examineren (bv. schriftelijk i.p.v. mondeling of vice versa).

Aanpassing van het examenmoment (bv. minder examens op één dag, ander tijdstip).

Computeraanpassingen (apparatuur en programmatuur).

Rekening houden met de Bereikbaarheid, Toegankelijkheid en Bruikbaarheid (BTB) van de examenlocatie (denk aan studenten in een rolstoel, akoestiek gebouw, lichtinval, e.d.).

Extra zorg m.b.t. tijdig informeren over examen-instrumenten, duidelijke mededelingen bij wijzigingen, duidelijkheid in structuur en aanpak in het algemeen.

Assistentie bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL-assistentie) (bv. voor toiletgebruik, klaarleggen en gebruik materiaal).

Visueel

Blind Examenopgaven op diskette aanleveren voor omzetting met bijv. brailleleesregel op de computer.

Rekening houden met omgevingsgeluiden.

Mondeling examen i.p.v. schriftelijk.

Examentijdverlenging.

Slechtziend Examenopgaven aanleveren in grootletterdruk.

Examenopgaven op diskette aanleveren en toets op de computer maken.

Mondeling beoordeling i.p.v. schriftelijk.

Gebruik maken van een leesloep.Rekening houden met lichtinval in examenruimte (wijziging verlichting).


Kleurenblind Nummercodering voor kleuren (bv. rood = 1, blauw = 2, enz).

Auditief

Doof Gebruik maken van een doventolk/audiotolk.

Schriftelijk beoordeling i.p.v. mondeling.


Slechthorend Gebruik maken van soloapparatuur.

Gebruik maken van doventolk/audiotolk.

Schriftelijk beoordeling i.p.v. mondeling.



51

De onderstaande opsomming (categorie: motorisch, chronische ziekte en overigen) is lang niet volledig en dient te worden gezien als voorbeelden uit deze categorieën. Er valt ook niet altijd precies aan te geven welke aanpassing noodzakelijk is. Het betreft altijd maatwerk en gebruik daar waar mogelijk is het advies en de richtlijn die door een specialist, behandelaar en/of deskundige wordt gegeven!

Motorisch (bv. bij lopen, staan, bewegen, fijne motoriek, rugklachten, e.d.)

Stoornis arm-/ handfunctie

Exameninstrument maken op de computer.


Stoornis beenfunctie Aanpassing van de examenlocatie (bv. bij studenten in een rolstoel).

Andere examenopstelling bij praktijkopdrachten.

Rugklachten Aangepast meubilair.

Chronische ziekte (bijv. astma, nieraandoening, diabetes, stofwisselingsziekte, MS, ME, allergie, enz.)

Aandoening luchtwegen

Goede luchtconditie examenruimte.

Nieraandoening Ander examenmoment i.v.m. dialyseren.

Diabetes Tijdens beoordeling eten en/of drinken toestaan.

Chronische vermoeidheid (bijv. bij ME, MS, whiplash)

Rustruimte ter beschikking stellen.

Overige

Autisme Persoonlijke (beoordeling)instructie.

Epilepsie Prikkelarme omgeving

Zie tevens aandachts punten bij examen- en beoordelings-vrees.

Aangeboren hersenletsel/ ADHD/ADD

Prikkelarme omgeving.

Student vooraan in het lokaal laten zitten.

Zie tevens aandachtspunten bij leerstoornissen.

Niet aangeboren hersenletsel

Prikkelarme omgeving.

Zie tevens aandachtspunten bij leerstoornissen.

Psychische problemen (in behandeling geweest)

Nader te bepalen (het betreft altijd maatwerk).

Moeilijk lerend (MLK, LOM)

Nader te bepalen (het betreft altijd maatwerk).

Spraak- en taalproblemen

Examentijdverlenging bij mondeling beoordeling bij (extreem) stotteren.


52

LeerstoornissenIn deze paragraaf zijn mogelijke aanpassingen opgenomen van de twee meest voorkomende leerstoornissen: dyslexie en dyscalculie. Het uitgangspunt voor het toekennen van mogelijke aanpassingen bij deze leerstoornissen is, dat er via de weg van de onderkennende diagnostiek deelonderzoeken zijn afgenomen bij de deelnemer waarin symptomen van leerstoornissen beschreven worden. Voortkomend uit de diagnose kan een advies volgen voor het nemen van bepaalde maatregelen met betrekking tot examinering.

Dyslexie

Examentijdverlenging van 30% - 50%.

Examenopgaven in grootletterdruk.

Examenopgaven op cassettebandje (de zgn. leesmeetmethode).

Gebruik van tekstverwerker (met spellingcontrole).

Spellingfouten niet meerekenen.

Gebruikmaken van oplossingsschema’s/ steunkaarten door de vakdocent verstrekt.

Mondeling i.p.v. schriftelijk (evt. mondelinge herkansing).

Lay-out in lettertype (punt 12) ‘Times New Roman’ (geschikt lettertype voor dyslectici).

Mondelinge toelichting na het schriftelijk examen (recht op nabespreking).

Aanpassing van het examenmoment (niet twee beoordelingen op één dag, geenexamendagen direct op elkaar volgend).

Aparte ruimte gebruiken (evt. opgaven voorlezen in een apart lokaal) (evt. ‘take home’ beoordelingen).

Bij voorkeur geen multiple choice vragen.

Stimulerende houding surveillant: erkenning van de leerstoornis.

Andere maatregelen, samenhangend met de specifieke vorm van dyslexie, zoals vastgelegd in het onderzoeksverslag of maatregelen die zijn vermeld in een psychodiagnostisch onderzoeksverslag van de student.

Dyscalculie

Examentijdverlenging van 30% - 50%.

Opgaven in verzorgde lay-out.

Lay-out in lettertype (punt 12) ‘Times New Roman’.

Opgaven op cassetteband.

Gebruikmaken van oplossingsschema’s/ steunkaarten door de vakdocent verstrekt.

Mondelinge toelichting na het schriftelijk examen.

Aanpassing van het examenmoment (niet twee toetsen op één dag, geen toetsdagen direct op elkaar volgend).

Stimulerende houding surveillant: erkenning van de leerstoornis.

Andere maatregelen, samenhangend met de specifieke vorm van dyscalculie, zoals vastgelegd in het onderzoeksverslag of maatregelen die zijn vermeld in een psychodiagnostisch onderzoeksverslag van de student.

Andere leerstoornissen

Maatregelen, samenhangend met de specifieke vorm van de leerstoornis.


53

Examen- en beoordelingsvreesIn deze paragraaf zijn de mogelijke aanpassingen opgenomen voor studenten met examen- en beoordelingsvrees. Het uitgangspunt voor het toekennen van mogelijke aanpassingen bij examen- en beoordelingsvrees is, dat de deelnemer door middel van een verklaring van een psycho-diagnostisch geschoolde psycholoog, orthopedagoog of een daartoe binnen ROC Friese Poort bevoegde functionaris, kan aantonen dat de diagnose examen- en beoordelingsvrees is gesteld. Voortkomend uit de diagnose kan een advies volgen voor het nemen van bepaalde maatregelen met betrekking tot examinering.

Examen- en beoordelingsvrees


Student mag de beoordeling in een aparte ruimte maken.

Student mag een koptelefoon gebruiken met een rustgevend muziekje.

Er is een speciale surveillant om de student (evt. ook vooraf ) gerust te stellen.

Een exameninstrument in delen afnemen en niet in één keer.

Aanpassing van het examenmoment (niet twee beoordelingen op één dag, geen examendagen direct op elkaar volgend).

Proef domeinbrochure

Documents

Transcript of Proef domeinbrochure