Procesmaturity Student Informatievoorziening - Theo Bakker

Noordwijkerhout, 19 juni 2015

Theo Bakker, Auke de Jong, Rogier van de Wetering

en Marjan Vernooy

Volwassenheid Studieloopbaanketen

Verbetering van studierendementen door

gebalanceerde procesinterventies

1

4. Hoofdfaseverdieping

3. Hoofdfase basis

2. Propedeuse

Voorlichting

1. Processen en onderlinge samenhang tussen fasen in de studie

2. Informatiesystemen en koppeling van informatiesystemen

3. Gegevens en onderlinge samenhang tussen fasen in de studie

Inschrijving

Studieadvies

Toegang stage, minor

Diploma

F

F

F

F

Initiatief student

Initiatief instelling > studentbegeleiding

1. Voorlichting Jr 1

Jr 2

Jr 3(+4)

Post HBO

Post Academisch

F = formeel proces, gericht op overgang naar de volgende fase

Studentgerichte informatievoorziening - Bedrijfsvoering ondersteund door

ICT die gericht is op het studiesucces van de student

2

4. Hoofdfaseverdieping

3. Hoofdfase voorbereiding

verdieping

2. Propedeuse

Voorlichting

Voorlichting en inschrijving vanuit het perspectief van de student

Inschrijving

Studieadvies

Toegang stage, minor

Diploma

F

F

F

F

Heel veel keuzes

Wat kan

en moet

ik kiezen?

Voorlichting en begeleiding

1. Voorlichting Jr 1

Jr 2

Jr 3(+4)

Vervolgopleiding

F = formeel, procedureel proces gericht op overgang naar de volgende fase – aan regels gebonden

Kennismaking op schoolOpen dag Verkeerde keuze?

Website

Studielink

Collegekaart

Introductie

StudiefinancieringOV-jaarkaartDigiD

Thuis wonen of op kamers? Intakegesprek

Diploma

HAVO/VWO

halen

Dyslexie, etc.Vrienden maken

Wat kan ik worden?

Taal- en

wiskundetoets

Wat wil ik?Wat kan ik?

Bijbaantje of lenen?

Hier of ergens anders?Toegang tot het netwerk

StudiekeuzemarktMeeloopdag

Wat vinden mijn ouders?

Wat zijn de regels? Tutor

Collegegeld

Aanmaning

Versnippering

3

De fasen in de studieloopbaan bieden aanknopingspunten voor een

optimale, individuele studentbegeleiding over organisatie-onderdelen heen

Geïdentificeerd en contact

uitval

aangemeld

toegelaten

afgestudeerdingeschreven

Manage aantallen

Manage kwaliteit

Instroom

AspirantDoorstroom

Student

Uitstroom

Alumnus

Identificeer en

stimuleer de

beste match

Optimaliseer studieresultaat

Identificeer en stuur

studiekwaliteit

Sluit aan bij het

carrièrepad en

persoonlijke doelen

1 2 3 4 5

Voor de poort Prop. Doorstroom Afstuderen Alumnus

© 2015 Deloitte The Netherlands

Opzet van het onderzoek

Uitgangspunten en doelen

4


Uitgangspunten en doelen van het onderzoek

Samenwerking SURF & Deloitte

5 Procesmaturity studieloopbaanketen

Uitgangspunten

• Steeds meer processen in de studieloopbaan van een student worden geformaliseerd,

gedigitaliseerd en geautomatiseerd.

• Deze informatiseringsslag biedt kansen voor het gebruik van informatie ten gunste van

studiesucces van de student en bedrijfsvoering van de instelling.

• Hoe beter processen, systemen en informatie in samenhang ontwikkeld en bestuurd worden, des

te hoger de kans op verhoging van effect, efficiëntie en kwaliteit.

Doelen

• SURF en Deloitte onderzoeken het belang van een volwassen student informatievoorziening en

de verbeterslagen die hierin mogelijk zijn.

• SURF en Deloitte willen het HO ondersteunen bij de inventarisatie en analyse van de huidige

volwassenheid van de informatievoorziening aan docenten en studenten.

Dit onderzoek is uitgevoerd op basis van de NSE

2010-2012 beschikbaar gesteld door Studiekeuze123

(http://www.studiekeuzeinformatie.nl/nse).


Volwassenheid in de bedrijfsvoering is essentieel voor het realiseren van

doelstellingen en het verankeren van verbeterinitiatieven in de organisatie

Volwassenheidsmodel Deloitte


Huidig niveau

Gewenst niveau

Figuur: Business Maturity Model


Fasen in de studieloopbaan bieden aanknopingspunten voor een optimale

onderwijslogistiek. Dit vereist een volwassen en gebalanceerd proces

Studieloopbaanproces Hoger Onderwijs (1/3)

7

uitval

Manage aantallen

Manage kwaliteit

Geïdentificeerd en contact Aangemeld Toegelaten Ingeschreven Afgestudeerd

Instroom

AspirantDoorstroom

Student

Uitstroom

Alumnus

Voor de poort Prop. Doorstroom Afstuderen Alumnus

Identificeer en stimuleer

de beste match


Identificeer en stuur studiekwaliteitSluit aan bij het carrièrepad en

persoonlijke doelen

1 2 3

Uitgangspunten in fasen

Procesmaturity studieloopbaanketen


Kernuitgangspunten voor de studieloopbaan en studentbegeleiding zijn vertaald

naar representatieve en toetsbare procesaspecten op basis van de NSE-database*


8

* Aspecten zijn in

diverse interactieve

sessies getoetst; zie

ook Bijlage I voor

uitgangspunten

data

Uitvoer

Onderwijs-

program-

mering

Student-

begeleiding

Kwaliteits-

zorgLoopbaan-

begeleiding

Geven van

Onderwijs


Identificeer en stuur studiekwaliteit

Sluit aan bij het carrièrepad

en persoonlijke doelen

De inhoud/opzet van

onderwijs, het

toetsings- en

beoordelingsproces

en opleiding van

docenten.

Kwaliteitszorg

binnen de

studieloopbaan en

begeleidingsketen

en het gebruik van

onderwijsevaluaties

Begeleiding door

studieadviseurs,

mentoren, tutoren -

en informatie vanuit

de opleiding

De voorbereiding op

de beroepsloopbaan

van de student.

Inrichting en

planning van de

roostering,

beschikbaar

gestelde faciliteiten

en de studielast.

Onderdeel NSE:

Inhoud/opzet

onderwijs

Toetsing &

beoordeling

Docenten opleiding

Onderdeel NSE:

Gebruik

onderwijsevaluaties

Kwaliteitszorg

Onderdeel NSE:

Informatie vanuit

opleiding

Studiebegeleiding

Onderdeel NSE:

Stages

Voorbereiding op de

beroepsloopbaan

Onderdeel NSE:

Studierooster

Studielast

Studiefaciliteiten


Theorie en visie op studieloopbaan, studentbegeleiding en de centrale

onderzoeksvraag vormen input voor een drietal veronderstellingen


9

“De focus, inzet en

investering op de betreffende

procesaspecten verschilt per

type instelling”

A B C D

3“Studiesucces is afhankelijk

van de mate van

procesvolwassenheid van de gehele

studieloopbaanketen”

Y

X

1 3 5

1

Veronderstelling I Veronderstelling II Veronderstelling III

“De volwassenheid van

de representatieve

procesaspecten is momenteel nog

onvoldoende

evenwichtig vormgegeven”

2

A B C D



Resultaten

Bevindingen data-analyse

10


Analyses tonen voor Universiteiten aan dat er een positief verband bestaat

tussen de mate van volwassenheid van de procesketen en studiesucces

Resultaten WO (1/3) – Relatie procesvolwassenheid, rendement en uitval

11

Regressieanalyse studierendement

en procesvolwassenheid

Regressieanalyse uitval

en procesvolwassenheid


0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

3,00 3,25 3,50 3,75

Maturity

Rendement

Regulier

Technisch

Agricultural

0,01

0,02

0,03

0,04

0,05

3,00 3,25 3,50 3,75

Uitval

Maturity

Agricultural

Technisch

Regulier


In de huidige situatie blijkt dat voor Universiteiten een disbalans bestaat tussen

de vijf procesaspecten van de studieloopbaan- en studentbegeleidingsketen

Resultaten WO (2/3) – Volwassenheid en balans afzonderlijke procesaspecten


2

3

4

5

-27% -30%

LoopbaanbegeleidingGeven van Onderwijs

-36%

StudentbegeleidingKwaliteitszorgUitvoer onderwijsprogrammering

-26% -38%

WO

Good-practice






2

3

4+7%

+13%

StudentbegeleidingGeven van OnderwijsUitvoer onderwijsprogrammering Kwaliteitszorg Loopbaanbegeleiding

+11%

+17%

+6%

Technisch

Breed

Agrarisch


Analyses tonen voor HBO’s aan dat er een positieve relatie bestaat tussen de

mate van volwassenheid van de procesketen en studiesucces

Resultaten HBO (1/4) – Relatie procesvolwassenheid, rendement en uitval

14

Regressieanalyse uitval en procesvolwassenheid


0,05

0,10

0,15

0,20

0,25

3,00 3,25 3,50 3,75 4,00

Uitval

Maturity

0,05

0,10

0,15

0,20

0,25

3,00 3,25 3,50 3,75

Uitval

Maturity

Zonder kleine

hbo’s




Resultaten HBO (2/4) – Relatie procesvolwassenheid, uitval en rendement

15

Regressieanalyse studierendement en procesvolwassenheid


0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

3,00 3,25 3,50 3,75 4,00

Rendem

ent

Maturity

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

3,00 3,25 3,50 3,75 4,00

Maturity

Rendement

Zonder kleine

hbo’s


Ook voor HBO’s blijkt dat in de huidige situatie een disbalans bestaat tussen de

vijf procesaspecten van de studieloopbaan- en studentbegeleidingsketen

Resultaten HBO (3/4) – Volwassenheid en balans afzonderlijke procesaspecten


2

3

4

5

-29%-33%

Studentbegeleiding LoopbaanbegeleidingKwaliteitszorgGeven van Onderwijs

-36%

Uitvoer onderwijsprogrammering

-27%-31%

HBO

Good-practice






2

3

4

+7%

+8%

+5%

Loopbaanbegeleiding

+11%

+7%

Uitvoer onderwijsprogrammering StudentbegeleidingGeven van Onderwijs Kwaliteitszorg

Groot

Klein

Middel


HBO- en WO-scores hebben een vergelijkbaar volwassenheidspatroon;

kwaliteitszorg en studentbegeleiding kunnen in volle breedte worden verbeterd

Resultaten HBO/WO (1/3): Vergelijking tussen WO en HBO scores


2,0

2,5

3,0

3,5

4,0

-12%

-16%

LoopbaanbegeleidingStudentbegeleidingGeven van OnderwijsUitvoer onderwijsprogrammering Kwaliteitszorg

HBO

WO


Resultaten HBO/WO (2/3): Spreiding volwassenheid per fase in de studieloopbaan

De spreiding van volwassenheidsscores binnen de studieloopbaanketen is bij

HO-instellingen het grootst bij het procesaspect ‘Loopbaanbegeleiding’

Procesmaturity studieloopbaanketen19

Uitvoer

Onderwijs-

programmer

ing

Student-

begeleiding

Kwaliteits-

zorgLoopbaan-

begeleiding

Geven van

Onderwijs

2,5

3,0

3,5

4,0

4,5

5,0

<25%

>75%

25% - 75%






De volwassenheid per procesaspect neemt jaarlijks slechts marginaal toe.

Zowel bij WO als het HBO blijft het potentieel voor verbetering aanzienlijk

Resultaten HBO/WO (3/3): Gemiddelde volwassenheid over de jaren heen

20

Meerjarenontwikkeling van volwassenheid procesaspecten HBO Meerjarenontwikkeling van volwassenheid procesaspecten WO


3

3,1

3,2

3,3

3,4

3,5

3,6

3,7

3,8

3,9

4

2010 2011 2012

Sco

re

Jaren

3

3,1

3,2

3,3

3,4

3,5

3,6

3,7

3,8

2010 2011 2012

Sco

re

Jaren


Toetsing

veronderstellingen

21




Toetsing veronderstellingen (1/3)

22




type instelling”

A B C D


van de mate van



Y

X

1 3 5

1



de representatieve


onvoldoende


2

A B C D


Uitkomst:

Deze veronderstelling blijkt te kloppen. Uit analyses blijkt dat instellingen die relatief hoger scoren op

volwassenheid, hoger scores op studiesucces. Omgekeerd evenredig zien we ook dat een hoge mate van

volwassenheid leidt tot lagere uitval.

Verklaring:

Ten eerste is het zo dat de volwassenheid en effectiviteit van het proces wordt bepaald door de balans in

ontwikkeling tussen de verschillende procesaspecten. Hoe beter de balans tussen de 5 procesaspecten, hoe

beter de prestaties, ofwel hoe hoger het rendement en des te lager de uitval.





23




type instelling”

A B C D


van de mate van



Y

X

1 3 5

1



de representatieve


onvoldoende


2

A B C D


Uitkomst:

Deze veronderstelling blijkt te kloppen. Uit analyses blijkt dat zowel HBO’s en Universiteiten gemiddeld

genomen een disbalans kennen op de afzonderlijke procesaspecten. Deze disbalans blijft bestaan indien we

het sample opdelen naar verschillende groottes.

Verklaring:

Zowel HBO’s als Universiteiten hebben zich de afgelopen jaren gefocust bij het maken van investeringen in

de studentinformatievoorzieningen. Dit blijkt uit de scores. Dit lijkt onvoldoende evenwichtig vormgegeven en

in de praktijk uitgerold





24




type instelling”

A B C D


van de mate van



Y

X

1 3 5

1



de representatieve


onvoldoende


2

A B C D


Uitkomst:

Ook deze veronderstelling gaat op. Het klopt dat verschillen in volwassenheids-scores tussen het WO en het

HBO zichtbaar zijn. De verschillen tussen de typen Universiteiten (regulier, technische en agrarisch) en

HBO’s onderling (groot-middel-klein) zijn er ten aanzien van Onderwijsprogrammering en

Loopbaanbegeleiding.

Verklaring:

Accenten in het HBO’s en Universiteiten verschillen. Het HBO is sterker gericht op de beroepspraktijk; het

WO juist op de academische vorming gedurende de studie. Dit komt tot uiting in de scores.


Bijlagen

25


Analyses tonen voor Universiteiten aan dat er een positief verband bestaat

tussen de mate van volwassenheid van de procesketen en studiesucces

Resultaten WO (1/2) – Relatie procesvolwassenheid, rendement en uitval

26

Studierendement en procesvolwassenheid

– De grafiek hiernaast toont de relatie (regressie-

analyse) tussen de mate van volwassenheid

(‘maturity’) en studierendement voor verschillende

‘type’ universiteiten, i.c. I. reguliere en II. technische

Universiteiten. Wageningen heeft een afwijkend

profiel en is apart benoemd

– De relatie is significant en geeft daarmee aan dat

volwassenheid van de studiebegeleiding en

studentinformatievoorziening een positieve impact

heeft op studierendement

Uitval en procesvolwassenheid

– Een vergelijkbare analyse is uitgevoerd voor de mate

van volwassenheid (‘maturity’) en uitval van

studenten

– Ook deze relatie tussen de onafhankelijke variabele

(volwassenheid) en afhankelijke variabele (uitval) is

significant




Noot: grafieken hebben betrekken op meetpunten uit de jaren

2010-2012; zie Bijlage I voor een toelichting op het gebruik van

de data

0,3

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

3,00 3,25 3,50 3,75

Maturity

Rendement

Agricultural

Technisch

Regulier

0,01

0,02

0,03

0,04

0,05

3,00 3,25 3,50 3,75

Uitval

Maturity

Regulier

Technisch

Agricultural





27

Toelichting grafiek

• Gemiddeld genomen lijkt er voor Universiteiten een disbalans

tussen de afzonderlijke procesaspecten te bestaan

• Investeringen zijn gemiddeld genomen primair gedaan op ‘Het

geven van onderwijs’, ‘uitvoer van onderwijsprogrammering’ en

in mindere mate ‘studentbegeleiding’. Met name de

processtappen kwaliteitszorg en loopbaanbegeleiding blijven in

de huidige situatie achter bij de andere procesaspecten; ook ten

opzicht van de good-practice; praktisch gedefinieerd op score 5

• De Universiteiten kunnen prestaties verhogen door de

volwassenheid van de processtappen in de keten beter op

elkaar af te stemmen

Toelichting grafiek

• Indien we voor Universiteiten onderscheid maken tussen

‘regulier’, ‘technisch’ en ‘agrarisch’, zien we een vergelijkbaar

patroon als voor de gemiddelde scores

• De disbalans is aanwezig voor alle drie de groepen

• Het grootste relatieve verschil zien we bij ‘loopbaanbegeleiding’;

hier scoort agrarisch 17% hoger dan de brede Universiteiten

• Daarnaast lopen ook de scores op ‘studentbegeleiding’ en

‘kwaliteitszorg’ uiteen


2

3

4

5

-27% -30%

LoopbaanbegeleidingGeven van

Onderwijs

-36%

StudentbegeleidingKwaliteitszorgUitvoer

onderwijsprogrammering

-26% -38%

WO

Good-practice

2

3

4

+7%

+13%

StudentbegeleidingGeven van OnderwijsUitvoer


Kwaliteitszorg Loopbaanbegeleiding

+11%

+17%

+6%

Technisch

Breed

Agrarisch




Resultaten HBO (1/2) – Relatie procesvolwassenheid, rendement en uitval

28




Studierendement en procesvolwassenheid

– Ook voor de HBO-instellingen is een regressie-

analyse uitgevoerd tussen de onafhankelijke

variabele (volwassenheid) en afhankelijke

variabelen (studierendement, zie grafiek hiernaast

en uitval, zie grafiek rechtsonder). Hierbij is

onderscheid gemaakt tussen een regressieanalyse

met alle HBO’s en één zonder kleine HBO’s

– De relatie tussen volwassenheid en

studierendement is significant

Uitval en procesvolwassenheid

– Een vergelijkbare analyse is uitgevoerd voor de

mate van volwassenheid (‘maturity’) en uitval van

studenten. Ook bij deze analyse zijn twee

afzonderlijke regressies uitgevoerd

– Voor deze relatie tussen ‘volwassenheid’ en ‘uitval

geldt dat deze voor de gehele populatie niet

significant is. Echter, voor middel/grote instellingen,

is deze wel significant

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

3,00 3,25 3,50 3,75 4,00

Rendement

Maturity

0,4

0,5

0,6

0,7

0,8

3,00 3,25 3,50 3,75 4,00

Rendement

Maturity

0,05

0,10

0,15

0,20

0,25

3,00 3,25 3,50 3,75 4,00

Uitval

Maturity

0,05

0,10

0,15

0,20

0,25

3,00 3,25 3,50 3,75

Uitval

Maturity

Zonder kleine hbo’s

Zonder kleine hbo’s






Toelichting grafiek

• Gemiddeld genomen lijkt er voor HBO’s een disbalans tussen

de afzonderlijke procesaspecten te bestaan

• Investeringen zijn gemiddeld genomen primair gedaan op ‘Het

geven van onderwijs’, ‘loopbaanbegeleiding’ en in mindere mate

‘studentbegeleiding’

• Met name de processtap ‘kwaliteitszorg’ blijft bij de HBO’s

achter ten opzichte van de andere procesaspecten; ook ten

opzicht van de good-practice; praktisch gedefinieerd op score 5

• Ook HBO’s kunnen prestaties verhogen door de volwassenheid

van de processtappen in de keten beter op elkaar af te stemmen

Toelichting grafiek

• Indien onderscheid wordt gemaakt tussen ‘grote’, ‘middel grote’

en ‘kleine’ HBO’s, zijn ook voor de HBO’s vergelijkbare patronen

t.o.v. de gemiddelde scores zichtbaar

• Voor elke groep zit er disbalans, ofwel onevenwichtigheid,

tussen de vijf afzonderlijke procesaspecten

• Het grootste relatieve verschil zien we net als bij Universiteiten

ook bij het procesaspect ‘loopbaanbegeleiding’; hier scoren de

kleine HBO’s hoger dan de andere groepen (i.c. 11% hoger dan

grote instellingen)

• Het kleinste relatieve verschil zit bij procesaspecten ‘Geven van

Onderwijs’

2

3

4

5

-29%-33%

Studentbegeleiding LoopbaanbegeleidingKwaliteitszorgGeven van

Onderwijs

-36%

Uitvoer


-27%-31%

HBO

Good-practice

2

3

4+7%

+8%

+5%

Loopbaanbegeleiding

+11%

+7%

Uitvoer


StudentbegeleidingGeven van Onderwijs Kwaliteitszorg

Groot

Klein

Middel


HBO- en WO-scores hebben een vergelijkbaar volwassenheidspatroon;

kwaliteitszorg en studentbegeleiding kunnen in volle breedte worden verbeterd

Resultaten HBO/WO: Vergelijking tussen WO en HBO scores


Vergelijking volwassenheid procesaspecten

– De grafiek hiernaast toont de verschillen tussen

HBO en WO-scores op de procesaspecten

– Vergelijkbare scores zijn te zien op de

procesaspecten ‘kwaliteitszorg’,

‘studentbegeleiding’ en in mindere mate het

‘geven van onderwijs’

– Gemiddeld genomen scoort ‘kwaliteitszorg’ het

minst goed t.o.v. de andere procesaspecten

– De volgende scores op de procesaspecten

lopen uiteen:

• Loopbaanbegeleiding: HBO’s scoren hier

aanzienlijk hoger dan Universiteiten in

volwassenheid

• Uitvoer onderwijsprogrammering: Omgekeerd

geldt hier dat juist Universiteiten weer hoger

scoren ten opzichte van HBO’s

– We zien een scoreverschil van 12% tussen de

‘hoogste’ en ‘laagste’ score op de

procesaspecten bij het HBO en 16% bij het WO

2,0 2,5 3,0 3,5 4,0

Uitvoer onderwijsprogrammering

Studentbegeleiding

-16%

Loopbaanbegeleiding

Geven van Onderwijs

-12%

Kwaliteitszorg

WO

HBO


Resultaten HBO/WO: Spreiding volwassenheid per fase in de studieloopbaan

De spreiding van volwassenheidsscores binnen de studieloopbaanketen is bij

HO-instellingen het grootst bij het procesaspect ‘Loopbaanbegeleiding’

Procesmaturity studieloopbaanketen31

Uitvoer

Onderwijs-

programmer

ing

Student-

begeleiding

Kwaliteits-

zorgLoopbaan-

begeleiding

Geven van

Onderwijs

2,5

3,0

3,5

4,0

4,5

5,0

<25%

>75%

25% - 75%






De volwassenheid per procesaspect neemt jaarlijks slechts marginaal toe.

Zowel bij WO als het HBO blijft het potentieel voor verbetering aanzienlijk

Resultaten HBO/WO: Gemiddelde volwassenheid over de jaren heen

32

Meerjarenontwikkeling HBO

– De grafieken tonen de volwassenheidsontwikkeling

van elk procesaspect voor zowel HBO als WO. Het

HBO scoort het hoogst op Loopbaanbegeleiding.

T.o.v. 2010 is de kwaliteit hiervan iets achteruit

gegaan. De kloof met andere aspecten is groot

– Andere procesaspecten nemen gestaag in

volwassenheid toe. Bij Kwaliteitszorg is de grootste

verbetering mogelijk

Meerjarenontwikkeling WO

– Voor het WO geldt dat alle procesaspecten zich

stapsgewijs verder ontwikkelen

– Ook voor het WO geldt dat er een aanzienlijke kloof

is tussen de hoogste score, Geven van Onderwijs,

en de overige scores. Deze kloof wordt, ondanks een

toename in overige scores, onvoldoende gedicht

Meerjarenontwikkeling van volwassenheid procesaspecten HBO

Meerjarenontwikkeling van volwassenheid procesaspecten WO


Noot: grafieken hebben betrekken op meetpunten uit de jaren

2010-2012; zie Bijlage I voor een toelichting op het gebruik van

de data

3

3,1

3,2

3,3

3,4

3,5

3,6

3,7

3,8

3,9

4

2010 2011 2012

Sco

re

Jaren

Geven van Onderwijs

Kwaliteitszorg

Loopbaanbegeleiding

Studentbegeleiding

Uitvoeronderwijsprogrammering

3

3,1

3,2

3,3

3,4

3,5

3,6

3,7

3,8

2010 2011 2012

Sco

re

Jaren

Deloitte refers to one or more of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, a UK private company limited by guarantee (“DTTL”), its network of member firms, and their related entities.

DTTL and each of its member firms are legally separate and independent entities. DTTL (also referred to as “Deloitte Global”) does not provide services to clients. Please see

www.deloitte.nl/about for a more detailed description of DTTL and its member firms.

Deloitte provides audit, consulting, financial advisory, risk management, tax and related services to public and private clients spanning multiple industries. With a globally

connected network of member firms in more than 150 countries and territories, Deloitte brings world-class capabilities and high-quality service to clients, delivering the insights

they need to address their most complex business challenges. Deloitte’s more than 210,000 professionals are committed to becoming the standard of excellence.

This communication contains general information only, and none of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, its member firms, or their related entities (collectively, the “Deloitte

network”) is, by means of this communication, rendering professional advice or services. No entity in the Deloitte network shall be responsible for any loss whatsoever sustained

by any person who relies on this communication.


Procesmaturity Student Informatievoorziening - Theo Bakker

Education

Transcript of Procesmaturity Student Informatievoorziening - Theo Bakker