1) In Zuid-Afrika is er even veel geweld tegen vrouwen als in België. (waar of onwaar)

2) Het is niet meer als normaal dat een werkende vrouw in Zuid-Afrika niet meer verdient dan een dollar per dag. (akkoord of niet akkoord)

3) Geweld tegen vrouwen heeft hier dezelfde gevolgen als in Zuid-Afrika. (waar of onwaar)

4) In de landbouwsector werken vooral mannen? (waar of onwaar)

5) In Zuid-Afrika is er een daling in het geweld tegen vrouwen. (waar/onwaar)

6) Geweld tegen vrouwen is overal ter wereld strafbaar. (waar/onwaar)

7) Het is normaal dat mannen schoolgaand zijn en vrouwen thuisblijven om te helpen in het huishouden. (akkoord/niet akkoord)

8) In de politiek moet er een gelijke verdeling zijn tussen man en vrouw. (akkoord/niet akkoord)

9) In de Afrikaanse politiek zijn vrouwen ondervertegenwoordigd. (waar/niet waar)

10) In het oogstseizoen is er geen school omdat de kinderen moeten helpen op het veld. (waar/niet waar)

1) OPDRACHTEN

Puzzel: Knip een foto in stukjes (20 stukjes voor de meisjes en 12 stukjes voor de jongens)

Steek de puzzelstukken van de meisjes in een dichtgekleefde enveloppe.

De jongens krijgen een voorsprong doordat hun puzzelstukken niet in een enveloppe gestoken worden.

2) OPDRACHTEN• Er worden 2 flessen aan het uiteinde van de klas

gezet:

• De meisjes: 3 knikkers met behulp van een koffielepel naar de andere kant van de klas brengen en in een fles de knikkers gooien.• De jongens: 3 knikkers met behulp van een soeplepel

naar de andere kant van de klas brengen en in een fles (met een afgesneden top zodat de opening groter is) de knikkers gooien.• Als de knikker van de lepel valt moeten zowel de

jongens als de meisjes opnieuw beginnen.

3) OPDRACHTEN

Armworstellen tussen jongens en meisjes (ieder gelijk voor de wet)

4) OPDRACHTEN

Eetwedstrijdje:

De meisjes en de jongens krijgen een stuk fruit. 1 persoon van elke groep moet dit stuk fruit zo snel mogelijk opeten. De persoon die het snelste klaar is wint. De meisjes krijgen een mandarijn (het duurt langer om deze te pellen en op te eten). De jongens krijgen een banaan.

1) FILMFilmpje over millenniumdoelstelling 3 :

• De jongens mogen kijken en luisteren naar het filmpje.• De meisjes worden geblinddoekt en mogen enkel luisteren. • Achteraf krijgen ze een vraag over iets wat in het filmpje werd gezegd. Ze krijgen 2 minuten om te overleggen over het antwoord met de rest van hun groep.

2) FILMFilmpje over onderwijs in Zuid -Afrika:

de meisjes moeten achteraan op de grond kijken naar het filmpje de jongens mogen dichtbij zitten op een stoel. Op het beeld komt in het klein welke partij het is dat ze laten zien. Ze moeten na het bekijken van het filmpje zeggen welke partij ze lieten zien.

QUIZ1) Wie was de eerste zwarte president van Zuid-Afrika?

Jacob ZumaNelson Mandela

Baleka Mbete

2) Hoeveel universiteiten heeft Zuid-Afrika? 341721

QUIZ3) Hoeveel vrouwen worden in Zuid-Afrika er op 1 dag vermoord door hun (ex-) partner?

8 4 6

4) In welke volgorde eet Zuid-Afrikaans gezin? Allemaal samen.

Kinderen, ouders. Mannen + zonen, dochters + vrouwen.

QUIZ5) Om de hoeveel uur wordt er een vrouw verkracht in Zuid-Afrika?

om het uur. om de 3 uur. Om de 6 uur.

6) Verander het geslacht in de volgende zin: De vroedvrouw redde de kikvorsman.

De vroedman redde de kikvorsvrouw.de mannelijke vroedvrouw redde de vrouwelijke kikvorsman.

de kikvorsvrouw redde de vroedman.

7) Hoeveel mannen in Zuid-Afrika hebben een verkrachting op hun geweten?

de helft. een kwarteen tiende