Presentatie SPA Jeroen Zoeteman
Transcript of Presentatie SPA Jeroen Zoeteman
Opwindingstoestanden in de acute psychiatrie
Jeroen Zoeteman, psychiater/manager
Programma
2
• Vignet: dhr. A.
• ‘Gewone’ opwindingstoestanden
• (Letale/maligne) katatonie
• Maligne neuroleptica syndroom
• Serotonine syndroom
• Opvangmogelijkheden
Casus dhr. A.
3
• 42 jarige man, bekend met bipolaire I st.
• Hij meldt zich spontaan in de kliniek
• Heftige opwindingstoestand met
ongerichte agressie => politie =>
separeer.
• HA: Afgelopen dagen momenten van
niet spreken en ‘stil’ staan.
• Medicatie: Lithium 2dd400mg
Casus A.
4
82185CPK
+Huiddoorbl
90100112120120105Pols
115/
90
130/
90
170/
110
175/
110
170/
110
150/
95
185/
105
195/
115
Bloeddruk
36.336.137.036.835.238,4Temp °C
+Transpir.
++++++++++Katatonie
7654321Opna
me
-1-2Dag
Gewone opwindingstoestanden
5
• Delier met somatische oorzaak
• Drugsintoxicaties/onthoudingen (GHB)
• Paranoïde psychoses i.h.k.v. schizofrenie
• Manische toestanden
• Hysterische aanvallen
• Gewone opwinding: woede, angst,
wraak, etc.
Kan een leek differentiëren?
Onderscheid oorzaak van agitatie
6
AkoestischVisueelHallucinaties
OngestoordGestoordOriëntatie/geheugen
NormaalGedaaldBewustzijn
ContinuFluctuerendBeloop
Schelden/redenatieBeperkt/afwezigSpraak
GerichtOngerichtAgressie
soms+Fysieke versch.
PsychischSomatisch
NB1 Lichamelijk onderzoek is vaak in het begin niet mogelijk
NB2 Uitkleden/poep smeren/masturberen niet specifiek.
GHB intoxicatie
7
C.M. van Rij. Ned Tijdschr Geneeskd 2004 24 april;148(17)
Voorbeeld: GHB onthouding
MS van Noorden NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A1286
8
Richtlijnen voor het gebruik van psychofarmaca
bij de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam
9
In deze richtlijn beperken we ons tot de farmacologische
behandeling van agitatie:
• 1. bij een (onbekende, somatische) aandoening -
niet psychotisch
• 2. bij gebruik of misbruik van middelen
• 3. bij een psychotische stoornis
• 4. bij specifieke groepen en complicerende
aandoeningen
• B. Oele, N. Rozenbroek, W. van der Plaats, P.P. van der Does, W. Tuinebreijer
15-6-2010
Behandeling
10
• Lichamelijk onderzoek, insturen, behandelen naar
onderliggende oorzaak
• Lorazepam 2,5mg po of 2-4mg im (CAVE tolerantie)
• Haldol 5mg/Phenergan 50mg (CAVE cocaïne gebruik
=> aritmie) (CAVE cognitieve achteruitgang) (CAVE
Dystonie)
• Mild: olanzapine 10 mg p.o. òf risperidone 2 mg p.o.
(risperidon is nauwelijks sederend, olanzapine is wel
sederend)
Katatonie
• Cluster van verschillende symptomen.
• Veroorzaakt door uiteenlopende aandoeningen: NIET
alleen psychiatrie!
• Schizofrenie, bipolaire stoornis en intoxicaties
(drugs/medicatie)
• Maar OOK: encephalitis/meningitis, sommige
metabole stoornissen, epilepsie.
11
Katatone symptomen
12
• Opwinding
• Stupor
• Katalepsie
• Mutisme
• Waxy flexibility
• Stereotypie
• Maniërisme
• Echolalie
• Echopraxie
• ‘Posturing’
• Negativisme
• AmbitendentieIn de vele publicaties over katatonie zijn meer dan 40 symptomen beschreven en
deze zijn te verdelen in symptomen gerelateerd aan: (1) motorische verschijnselen;
(2) terugtrekgedrag; (3) opwinding; en (4) bizar, zich herhalend gedrag (Gelenberg
1976).
Maligne/letale katatonie
• Letale of maligne katatonie ontstaat acuut en gaat
gepaard met koorts en autonome instabiliteit.
• Wisselende bloeddruk, wisselend hoge hartslag,
extreme stijfheid, afbraak van spieren, hoge koorts.
• Vaak wordt een verhoogde waarde van
creatininefosfokinase gevonden, een leukocytose en
een verlaagd ijzergehalte.
• Het beeld lijkt erg op het maligne
neurolepticasyndroom en wordt door sommige
auteurs beschouwd als een door antipsychotica
geïnduceerde letale katatonie (Fink & Taylor 2003).
13
3 fases van letale katatonie
14
• De eerste, prodromale fase: labiele stemming,
slaapstoornissen en anorexie.
• De tweede, hyperactieve fase: wisselende extreme
motorische onrust met soms zelfs destructief gedrag
en perioden van bewegingsarmoede en verstarring.
Eventueel kan ook een delirant beeld bestaan met
visuele of auditieve hallucinaties en bizarre wanen.
Karakteristiek is de weigering van voedsel.
• De laatste fase wordt gekenmerkt door stupor,
uitputting en extreme hyperthermie. Het beloop kan
afwijkend zijn; soms zijn de verschillende fasen
moeilijk te herkennen.
Behandeling (letale) katatonie
15
• Benzodiazepine: lorazepam (Temesta) iv
(40% effectief)
• Electro Convulsie Therapie (ECT)
(85% effectief)
• Combinatie
• Zo nodig vocht per infuus, voeding per sonde.
CAVE 1 Klassieke neuroleptica kunnen het beeld
verergeren.
CAVE 2 Snelle herkenning is van levensbelang, omdat na
5 dagen wachten na de eerste symptomen de sterfte
stijgt en de effectiviteit van elektroconvulsietherapie
afneemt.
16
• Ontstaan binnen 10 dagen na het begin van een
behandeling met neuroleptica;
• Hyperthermie (rectale temperatuur > 38°C);
• Symptomen van vegetatieve dysregulatie (met name
hypersalivatie, transpireren, brady- en tachycardieën);
• Extrapiramidale symptomen (met name rigiditeit);
• Bewustzijnsveranderingen (schemertoestanden,
epileptische insulten, delier, coma).
• De frequentie van het MNS onder
neurolepticagebruikers varieert in de literatuur van
0,07 tot 1,4%.
Maligne Neuroleptica Syndroom (MNS)
17
Complicaties
18
• rhabdomyolyse,
• gedissemineerde intravasale stolling
• pulmonale problemen
• infecties
• aritmie
• nierinsufficiëntie
• contracturen
• decubitus
• myocardinfarct.
Therapie
19
• ‘Milde’ MNS (temperatuur < 39,5°C en matige rigiditeit): stoppen
van het neurolepticum, toediening van bromocriptine 5 mg 3 dd.
Levodopa (dopamine-agonisten) en dantroleen (perifere
spierverslapper) kunnen als aanvulling worden gegeven
• Bij een ‘ernstige’ MNS is dantroleen 2-3 mg kg i.v. aangewezen,
tot maximaal 10 mg/kg/24 h. Soms kunnen benzodiazepinen
worden gegeven, doch het effect hiervan is wisselend.
• De toepassing van ECT (veelal bilateraal, soms unilateraal) is
eveneens werkzaam gebleken; de gevaren van aritmie of
hyperkaliëmie maken dat deze therapie vaak als laatste keus
wordt vermeld. Groot voordeel van deze therapie is dat het MNS
verdwijnt en tegelijk het onderliggende psychiatrische
ziektebeeld verbetert.
Verwiel et al. Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:196-9
Serotonine Syndroom
20
• Het serotoninesyndroom ontstaat meestal door medicijnen of drugs die een stimulerende invloed hebben op de serotoninereceptoren. Het beeld kan door de hyperactiviteit, agitatie, koorts en autonome disregulatie lijken op letale katatonie. De specifieke verschijnselen van het serotoninesyndroom passen niet bij katatonie:
• clonus, hyperreflexie en roodheid
21
22
A.M.Zonneveld, Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 13 mei;150(19)
Symptomen
23
• Het serotoninesyndroom gaat gepaard met psychische,
autonome en neurologische stoornissen die acuut optreden
binnen 24 uur na de start van de behandeling met een
serotonerg middel of na een verhoging van de dosis van een
dergelijk middel.
De criteria voor het serotoninesyndroom zijn als volgt:
• er moet een serotonerg middel worden gebruikt
• en er moeten tenminste 3 van de volgende symptomen
optreden:
- gedragsveranderingen, agitatie, myoclonus,
hyperreflexie,transpireren, tremor, rillen, hyperthermie,
hypertensie, diarree of coördinatiestoornissen.
• Daarnaast mag het niet gaan om start van de behandeling met
een antipsychoticum of een verhoging van de dosis daarvan.
• Somatische oorzaak uitgesloten
Behandeling Serotoninesyndroom
24
• De behandeling bestaat uit het staken van het
serotonerg werkend middel. Bij de meeste patiënten
verdwijnen de verschijnselen binnen 24 uur.
• Bij ernstige symptomen kan gestart worden met
symptomatische behandeling zoals toediening van
clonazepam, anticonvulsiva en antihypertensiva en
koelen.
• Er zijn casussen bekend waarbij toediening van 5-HT-
receptorantagonisten, zoals β-blokkers en
methysergide, symptoomvermindering gaf.
Behandeling met propofol en rocuronium op ICU
Differentiaal diagnose agitatie
25
• ‘Gewoon’ delier: wisselend bewustzijn
(dag/nachtritme), visuele hallucinaties,
cognitieve stoornissen
(desorientatie/amnesie)
• Complexe partiële epilepsie en de non-
convulsieve status epilepticus: verloopt
aanvalsgewijs: EEG.
• Katatonie, maligne
neurolepticasyndroom, extrapiramidale
bijwerkingen, de manie, het delier, het
serotoninesyndroom,
26
+Hyperreflexie
+Myoclonus
+Tremor
+++Rhabdomyolyse
+++Rigiditeit
++++Hyperthermie
++/-+/-+Hypertensie
++/-+/-+Tachycardie
++Tachypnoe
++++Transpireren
++++Agressie
++++Bewustzijndal
SSRI etcAntipsychPsychiatrDrugsOorzaak
SSMNSLKEDS
Wat is relatie met EDS?
27
• Er zijn verschillen in oorzaak en symptomen en beloop.
• Maar er zijn ook een hoop overeenkomsten.
• “Final common pathway”???
EDS
MNS
Letale katatonie
Cocaïne
GHB
Serotonine
syndroom
Dood
Maar waar vang je deze mensen op? Samenwerking tussen zorg en veiligheid
28
Belgische docu: “De gestoorde procedure”
29
Belgische psychiater Marc Hermans, beroepsvereniging van psychiaters:
30
• “Verslavingszorg is een deel van de psychiatrie,
maar gewelddadig optreden is geen deel van de
psychiatrie.”
• “Mensen moeten voorbereid zijn op dingen die
kunnen fout lopen wanneer ze die producten
gebruiken. ”
• “Op zekere hoogte is hij verantwoordelijk voor zijn
daden en moet hij verantwoordelijk worden
gehouden.”
• “Op de vraag waar je met zo’n iemand naar toe
moet, heeft de politie, maar ook de psychiatrie geen
antwoord op.”
Raf de Rijcke, RvB Broeders van Liefde
31
• “Wanneer iemand zich agressief,
gedragsgestoord gedraagt, dan kan men
onmogelijk een therapeutische relatie
opstarten.”
Spoedeisende Psychiatrie Onderzoeksruimte (SPOR)
32
Tevreden patiënten…
33
Ontevreden patiënten…
34
Maar steeds minder politie inzet nodig
35
Cliëntbegeleiders
36
Onderzoek Cliëntbelang Amsterdam (CBA)
37
Door ervaringsdeskundigen zijn in 2012 55 patiënten
op de TOA geïnterviewd naar hun ervaringen op de
SPOR en TOA. NB Veelal gedwongen opgenomen!
Toekomst?
38
De Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam is onderdeel van Arkin
en een samenwerkingsverband van Arkin en GGZ inGeest.
Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam+31 (0)20 523 54 33+31 (0)20 590 41 351e Constantijn Huygenstraat 381054 BR Amsterdamwww.spoedeisendepsychiatrieamsterdam.nl
telefoon
fax
adres
internet
40
41
42
43