Workshop Interactief Voorlezen

VoorleesExpress Deventer

Linda Voortman

Hetty Odenthal

Belang van voorlezen

• Waarom voorlezen?• Hoe voorlezen?• Wat voorlezen?• Wanneer voorlezen?

Waarom voorlezen?

1) Plezier

- Leesbeleving

- Leesmotivatie

2) Kennis

- Technisch lezen

- Begrijpend lezen

- Woordenschat

3) Overige vaardigheden

- Concentratie

- Hoe ziet een boek eruit, hoe sla je een bladzijde om…

Hoe voorlezen?Interactief!

In gesprek met het kind

• Bewust zijn van je eigen taalaanbod.• Stimuleren van de taalproductie van het kind.• Feedback geven op wat het kind zegt.

“Kinderen denken na over wat er gebeurt in het verhaal. Ze brengen onder woorden wat ze beleven bij het verhaal

of wat ze kennen uit eigen ervaringen.”

Tips bij interactief voorlezen

8 april 2023

- Een boek/verhaal uitkiezen- Eigen voorbereiding- Introductie van het verhaal- Het voorlezen zelf- Nabespreking

Wat voorlezen? Welk boek kies ik uit?

8 april 2023

- Houd rekening met de samenstelling van het gezin. Hoe oud zijn de kinderen?

- Heeft het boek identificatiemogelijkheden?- Vertellen de illustraties duidelijk het verhaal? Of is het een

aanwijsprentenboek?- Is de tekst ondersteunend?- Loopt het boek goed af, geen open einde.- Neem af en toe ook een boek op rijm mee. Door rijm en ritme

gaan de kinderen automatisch luisteren.

- Sluit aan bij een thema, dat binnen het gezin speelt. - Houd er rekening mee dat bepaalde thema’s soms niet kunnen.

Homosexualiteit, magie/occulte zaken.

Eigen voorbereiding

- Lees het boek eerst zelf goed door. - Bedenk wat van tevoren om uitleg vraagt en wat u

tijdens het voorlezen door synoniemen kunt verduidelijken.

Introductie van het verhaal bij het gezin

- Kies een knus plekje uit, vraag toestemming aan de ouders om de televisie uit te zetten.

- Vertel iets over het boek voordat u van start gaat. Doe dit bijvoorbeeld aan de hand van de kaft.

- Zorg dat de kinderen het boek en de platen goed kunnen zien.

- Komt regelmatig hetzelfde moeilijke woord terug, leg deze dan alvast uit aan de kinderen.

- Refereer zo mogelijk aan een ervaring of komende gebeurtenis.

Manier van vertellen en voorlezen

- Praat consequent in de tegenwoordige of verleden tijd. Het beste is te vertellen in het hier en nu. Gaat u terug in het verleden, dan kunt u uiteraard prima in de verleden tijd vertellen: “En toen….”

- Praat in hele zinnen en herhaal “krom praten” door een juiste uitspraak, door goede taalvoorbeelden leert een kind goed praten.

- Lees langzaam, articuleer goed en kijk de kinderen regelmatig aan.

- Wissel met stemgebruik, geen stemmetjes, maar wisseling in tempo (vlug/langzaam), klemtoon en intonatie.

- Maak gebruik van non-verbaal gedrag: gezichtsuitdrukkingen en gebarentaal.

Manier van vertellen en voorlezen (vervolg)

- Voor jonge kinderen (onder de drie jaar) is het lastig om naar complete verhalen te luisteren. Vertel het verhaal in uw eigen woorden bij de plaatjes.

- Geef de kinderen gelegenheid te reageren op het verhaal, maar keer daarna terug naar uw verhaal.

- Laat af en toe bewust een stilte vallen om ruimte te geven voor reacties.

- Stel open vragen: wie, wat en waar; maak de vragen steeds moeilijker.

- Vraag op spannende momenten hoe het verhaal verder zou kunnen gaan.

Nabespreking

- Vat na het voorlezen de belangrijkste elementen van het verhaal samen. Zeg niet: “Uit!” beter is: “Dat was het verhaal over Kikker, die bang was dat er spoken en monsters in het bos zaten.”

- Laat de kinderen het verhaal navertellen, gebruik eventueel de platen van het prentenboek om hen hierbij op weg te helpen.

- Leg zo mogelijk een link naar vergelijkbare ervaringen en gebeurtenissen uit het leven van kinderen.

- Ga vanuit aanwijsboeken op zoek naar voorwerpen in de eigen omgeving: de wasmachine, de blikopener.

- Zing eventueel een toepasselijk liedje bij het verhaal.- Herhaal het verhaal tijdens een volgend bezoek.

Wanneer voorlezen?

- Kies een rustig moment van de dag uit. Meestal is dit voor het naar bed gaan van de kinderen.

- Bezoek eens samen met kinderen uit het gezin een voorleeshalfuurtje van de Bibliotheek.

Vragen?

Werken in groepjes van twee!

Aan de hand van de prentenboeken, die u krijgt, bespreekt u opwelke manieren de boeken geschikt zijn voor interactiefvoorlezen. Vragen die u hierbij kunt stellen:1. Is het boek geschikt om aan kinderen van verschillende leeftijden

voor te lezen?2. Is het thema geschikt voor het gezin?3. Kunnen kinderen zich met het verhaal identificeren?4. Wat voor soort boek is het? Aanwijsprentenboek of verhalend?5. Zijn er situaties in het boek, waarbij u het interactief voorlezen

kunt toepassen? Dus waarbij u open vragen kunt stellen, stiltes kunt laten vallen.

Bronnen

http://www.flickr.com/photos/inferis/4352193182/

http://www.flickr.com/photos/inferis/3756269250/

http://www.flickr.com/photos/sanjoselibrary/3866097136/

Interactief Voorlezen, Sardes, Taallijn aanvulling NT2, 2008

http://www.bibliotheekdenhaag.nl/asp/com/

voorleesvogel/voorleestips.asp