Hardware

Hoofdstuk 1

Waar denk jij aan bij hardware?

hardware

……

……

……

……

……

……

Computersysteem

Bestaat uit:Invoerapparatuur

Systeemeenheid

uitvoerapparatuur

5 hoofdgroepen

Supercomputers

Mainframes

Minicomputers

Microcomputers (PC)

Zakcomputers

Wat is tegenwoordig mogelijk?

Even een filmpje

(klik op de play-button in fimpje)

Computer, de basis

invoer verwerking uitvoer

………………………………………

………………………………………

………………………………………

opslag

………………………………………

Bits en bytes

Computer werkt met elektrische schakelingen

Bit: 0 of 1 Met twee bits kun je combinaties

maken:00, 01, 10, 11

BYTE: 8 bits, 256 verschillende combinaties.

Intern geheugen

ROM (Read Only Memory) Gegevens die alleen gelezen kunnen

worden; Wordt gebruikt bij opstarten van computer; Blijft altijd hetzelfde.

RAM (Random Access Memory) Tijdelijke gegevens worden hierop bewaard; Kan veranderd worden; Als de computer uitgaat zijn de gegevens

verloren

Extern geheugen

Gegevens blijven altijd opgeslagen Voorbeelden:

Diskette

Harde schijf

Cd-rom

USB-pen

Centrale verwerkingseenheid

CVE (Processor)Besturing van de computer;Uitvoeren van berekeningen.

VerwerkingssnelheidDe snelheid waarmee gegevens

verwerkt worden.

Enkele onderdelen

Bus Zorgt voor de transport binnen de computer

BIOS Basic Input Output System Zorgt ervoor dat de computer kan opstarten

en de hardware herkend wordt. CMOS

Geheugen waarop systeemgegevens in staan. Bijvoorbeeld welk diskettestation zit in de computer.

Enkele onderdelen

Interface kaartenIn de computer zitten kaarten die

verschillende functies hebben. Hierdoor kan de computer uitgebreid worden.

Poorten

Randapparatuur moeten aan de achterkant van de PC worden aangesloten.

Twee soorten:Parallelle poort (LPT1)

• Stuurt bits tegelijk (‘naast elkaar’)Seriële poort (COM)

• Stuurt bits één voor één (‘achter elkaar’)• Speciale seriële poort is de USB!