Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

33
Actualiteiten milieu: implementatie Richtlijn Industriële Emissies 2010/75 Gemeentedag 2013 Eveline Sillevis Smitt Partner overheid en onderneming 5346242

description

Op 6 en 12 maart 2013 vond voor de zesde keer de Gemeentedag van AKD plaats. De dag stond in het teken staat van recente wijzigingen in wet- en regelgeving en andere onderwerpen die de gemeentelijke rechtspraktijk raken. Deze PowerPoint presentatie met als titel: ‘Actualiteiten milieu: implementatie Richtlijn Industriële Emissies 2010/75’ is toen gebruikt. Heeft u vragen? Neem dan contact op met Eveline Sillevis Smitt ([email protected]).

Transcript of Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Page 1: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Actualiteiten milieu: implementatie Richtlijn Industriële Emissies 2010/75

Gemeentedag 2013

Eveline Sillevis Smitt Partner overheid en onderneming 5346242

Page 2: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

2

Te bespreken

1. Doelstelling RIE 2010/75

2. Implementatie in NL recht: hoe

3. Inhoudelijke wijzigingen:

• Wabo/ Wet milieubeheer

• Bor

• Mor

4. Aandachtspunten voor handhavingspraktijk

Page 3: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

1. Doelstelling RIE 2010/75

• Opvolger IPPC-richtlijn 2008/1 (en voorloper 96/61 EG)

• RIE integreert verder ook nog 6 andere Europese richtlijnen:

• 3 titaandioxiderichtlijnen

• De oplosmiddelenrichtlijn

• De Afvalverbrandingsrichtlijn, en

• De richtlijn grote stookinstallaties (of LCP-richtlijn)

• Zie o.m. TK 33197, nr 3 pag 1

• Oogmerk: verduidelijken en vereenvoudigen regels

• Verder terugbrengen industriële emissies

• Betere toepassing BBT door invoering BBT-conclusies

• Grondslag: art 192 lid 1 EU-Werkingsverdrag (derhalve lidstaten mogen verder gaan, mits verenigbaar met EU-Verdrag)

3

Page 4: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Inhoud RIE 2010/75

• Hoofstuk I: gemeenschappelijke bepalingen

• Hoofdstuk II: bepalingen voor de in bijlage I genoemde activiteiten (IPPC-installaties)

• Hoofdstuk III: bijzondere bepalingen betreffende stookinstallaties

• Hoofdstuk IV: bijzondere bepalingen betreffende afvalverbrandingsinstallaties en afvalmeeverbrandingsinstallaties

• Hoofdstuk V: bijzondere bepalingen voor installaties waarin en activiteiten waarbij oplosmiddelen worden gebruikt

• Hoofdstuk VI: bijzondere bepalingen voor installaties die titaandioxide produceren

• Hoofdstuk VII: Comite, overgangsbepalingen en slotbepalingen

4

Page 5: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Belangrijkste wijzigingen RIE voor IPPC-installaties (1) • Bijlage I (aanwijzing IPPC-installaties) is gewijzigd:

• Nog steeds (1) energie industrie, (2) productie van verwerking en metalen, (3) minerale industrie, (4) chemische industrie, (5) afvalbeheer en (6) overige activiteiten

• Zie bij infomil handzaam schematisch overzicht, grosso modo verduidelijkingen en onder afvalbeheer toevoegingen), aantal ook niet lager gerelateerd aan capaciteit per dag (toename ca 5%, 200 tov huidige ca 4000 IPPC-installaties)

• Relevantie voor gemeentelijke praktijk:

• Wabo bevoegd gezag: zie art 2.4 Wabo jo art 3.3 lid 1 Bor: in beginsel gemeente

• Gemeente niet Wabo-bevoegd gezag als GS in bijlage I, onderdeel C Bor aangewezen én IPPC-installatie of BRZO 1999 van toepassing

5

Page 6: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Belangrijkste wijzigingen RIE voor IPPC-installaties (2) • Meer coherente toepassing BTT (definitie art 1.1 Wabo:

ongewijzigd), via BBT-conclusies

• DG-milieu coördineert samen met EU IPPC bureau en instelling TWG (technische werkgroep, richtsnoeren) (art 13 RIE)

• Ontwerp Bref met BBT-conclusies

• EU Commissie stelt BBT-conclusies vast en publiceert deze in alle officiële talen van de Unie (art 13 lid 5 RIE)

• EU Commissie stelt ook Bref document beschikbaar

• Voorbeelden: BBT-conclusies en Bref voor (1) productie van glas en (2) ijzer- en staalproductie

• Zolang geen BBT-conclusies, gelden BBT in Bref als “BBT-conclusies” (art 13 lid 7 RIE)

6

Page 7: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Belangrijkste wijzigingen RIE voor IPPC-installaties (3) • Bevoegd gezag moet emissiegrenswaarden stellen die niet hoger

zijn dan aangegeven in BBT-conclusies (art 15 lid 3 sub a RIE)

• Als afwijkende referentieomstandigheden dan in BBT-conclusie omschreven: additionele monitoring min 1 x p/j om te bezien emissieniveaus niet hoger dan BBT (art 15 lid 3 sub b RIE)

• Minder strenge emissie-eis mag, MITS:

• BBT uit BBT-conclusie zou leiden tot buitensporig hoge kosten, als gevolg van:

• De geografische ligging van de installatie of de lokale milieuomstandigheden of

• Vanwege technische kenmerken installatie (art 14 lid 4 RIE)

• Minder strenge eis rapporteren lid staten aan EU Commissie (art 72 lid 1 RIE)

• Voor 9 mnd vrijstelling van emissie eis tbv testen en gebruik techniek in opkomst mag (art 15 lid 5 RIE)

7

Page 8: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Belangrijkste wijzigingen RIE voor IPPC-installaties (4) • Binnen 4 jaar na officiële bekendmaking BBT-conclusie

aangaande de hoofdactiviteit van een IPPC-installatie, toetst bevoegd gezag vergunningvoorschriften aan BBT-conclusie en past zo nodig vergunningvoorschriften aan

• Op basis van inspectieplannen volgen milieu-inspecties, routinematig en niet-routinematig

• Routinematig minimaal 1x p/j voor IPPC-installaties met grote risico’s en om de 3 jaar voor kleine risico’s, mede gebaseerd op risico, naleefgedrag en deelname aan milieuauditsysteem (art 23 RIE)

• Na elk bezoek binnen 2 mnd verslag aan exploitant; binnen 4 mnd openbaar (art 23 lid 6 RIE) + op toezien dat evt noodzakelijke maatregelen worden genomen

• Definitieve stopzetting: elk risico van verontreiniging voorkomen en bedrijfsterrein in de in art 22 beschreven toestand te brengen (nul- versus eindsituatie onderzoek) (art 11 sub h jo art 22 RIE)

8

Page 9: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

2. Implementatie in Nederland, hoe?

• RIE schrijft voor: implementeren voor 7 januari 2013 (art 80 RIE)

• IPPC-richtlijn 2008/1 niet meer geldig vanaf 7 januari 2014 (art 81 RIE)

• Implementatie per 1 januari 2013 in NL:

• Wijziging Bor en Barim: Stb 2012, 552; inwerkingtreding: 1 januari 2013, zie Stb 2012, 642

• Wijziging Mor, Stc 14 november 2012, nr 21373, per 1 januari 2013

• Wijziging Wabo en Wet milieubeheer (Wm): EK 33 197 A (PM: inwerkingtreding medio 2013 verwacht)

9

Page 10: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

3. Wabo/Wet milieubeheer: EK 33 197 (Wabo, (1)) • Wijziging art 1.1 Wabo: definitie IPPC-installatie re bijlage I RIE

2010/75; nu nog steeds re bijlage I IPPC-richtlijn 2008/1, implicaties voor nieuwe categorieën, mede ivm art 82 lid 2 RIE?

• Toevoeging art 2.30 lid 1 Wabo: ambtshalve wijziging milieuvergunning vanwege “technische mogelijkheden ter bescherming van milieu”, daaronder wordt nu mede verstaan nieuwe of herziene BBT-conclusies ex art 15 lid 5 of 7 RIE (zoals uitgewerkt in art 5.10 Bor, zie volgende sheet)

• Toevoeging art 2.31a lid 1 Wabo: bevoegd gezag mag bij actualiseren milieuvergunning grondslag van de aanvraag verlaten (IPPC en niet IPPC)

• Toevoeging art 2.31a lid 2 Wabo: exploitant verschaft bevoegd gezag desgevraagd gegevens die daarvoor nodig zijn (toegevoegd vanuit TK 33 135) (zie ook art 21 RIE) (IPPC en niet IPPC)

• Exploitant kan daarbij niet langer een beroep doen op “bestaande rechten” (zie art 2.6 Wabo) (idem)

10

Page 11: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Bor: actualisatie vergunningen • Art 5.10 lid 1 Bor: actualiseringplicht voor bevoegd gezag:

binnen 4 jaar na publicatie BBT-conclusies tbv hoofdactiviteit IPPC-installatie bezien:

• Of vergunning(voorschriften) nog voldoen

• Actualiseren

• En daarna controleren of daarna wel voldoet

• Art 5.10 lid 2 Bor (iets aangepast): algemene verplichting (wel of niet IPPC) voor bevoegd gezag actualiseren vergunning (ex art 2.30 lid 1 jo 2.31 lid 1 onder b Wabo: technische mogelijkheden ontwikkeling op gebied milieu), als

• geen BBT-conclusies maar wel belangrijke BBT met beperking van emissies

• Noodzaak om ongevallen te voorkomen, of

• Tbv behalen nieuwe grenswaarden ex art 2.14 lid 1 onder c sub 2 Wabo (luchtkwaliteit en geluid)

• Grondslag aanvraag verlaten mag straks (IPPC en niet-IPPC): 2.31a Wabo, TK 33 135)

11

Page 12: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wabo/Wet milieubeheer: EK 33 197 (Wm, (2)) • Uitbreiding ongewone voorvallen regeling: nieuw art 17.1 lid 2

Wm: expliciete grondslag voor stilleggen inrichting (gaat gelden voor IPPC, niet IPPC of Barim-inrichting), als:

• door ongewoon voorval direct gevaar voor de menselijke gezondheid aanwezig of dreigt, of

• aanmerkelijke gevolgen voor milieu aanwezig of dreigt, en

• door de getroffen of te treffen maatregelen niet aan de vergunningvoorschriften (of 8.40 Wm geldende regels Barim) kan worden voldaan,

• Legt degene die inrichting drijft de inrichting (gedeeltelijk) stil

• Nieuwe redactie 17.3 Wm: bevoegd gezag verplicht exploitant tot treffen maatregelen redelijkerwijs nodig zijn om:

• Gevolgen mens en milieu te beperken

• Herhaling te voorkomen

• Aan voorschriften voldoen

• Zie ook art 8 RIE

12

Page 13: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wabo/Wet milieubeheer: EK 33 197 (Wm, (3)) • Nieuwe titel 17.1B “maatregelen in geval van niet-

nakoming”, in art 17.5e Wm:

• Art 17.1 t/m 17.4 Wm van toepassing met betrekking tot inbreuk op voorschriften anders dan in artt 17.1 t/m 17.4 Wm genoemd

• Dus als gevolg van iets anders dan ongewoon voorval

• Geldt alleen voor zover het gaat om IPPC-activiteiten

• Met verplichting voor exploitant om maatregelen te treffen om er voor te zorgen dat zsm weer aan vergunningvoorschriften (of 8.40 Wm geldende regels zoals Barim) wordt voldaan

• Zie ook art 8 RIE

13

Page 14: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wabo/Wet milieubeheer: EK 33 197 (Wm, (4) • Toevoeging art 19.1b Wm: als omgevingsvergunning

activiteit milieu voor IPPC-installatie onherroepelijk, dan stelt bevoegd gezag afschrift voor eenieder elektronisch beschikbaar (nieuwe actieve openbaarmakingsplicht voor bevoegd gezag IPPC-installaties)

• Art 21.2a Wm: bevoegd gezag verstrekt ministerie I&M info nodig op grond van artt 51, 55 (afval(mee)verbrandings-installaties), 59 (controles emissies uit installaties voor organische oplosmiddelen) en 72 (verslagleggingsverplichting lidstaten) RIE

14

Page 15: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Bor en Mor (1)

• Art 1.1 Bor: Definitie BBT-conclusies: document over conclusies over BBT, vastgesteld overeenkomstig art 13 lid 5 of 7 RIE

• In Bor: lees “gpbv-installaties”, nu “IPPC-installaties”

• Art 5.4 lid 1 Bor: bevoegd gezag houdt bij vergunningverlening rekening met (1) BBT-conclusies (NB: alleen van toepassing bij IPPC-installaties) en (2) in bijlage Mor aangewezen NL infodocumenten over BBT (NeR, PGS, oplegnotities, etc: voor IPPC en niet-IPPC)

• Was voorheen in feite zo bepaald in art 9.2 Mor (nu in art 5.4 lid 1 en 2 Bor)

• Als BBT-conclusies op onderdelen relevant voor niet-IPPC inrichtingen: moet blijken uit NL oplegnotitie

• Bref’s (en BBT-conclusies) niet langer opgenomen in de bijlage bij Mor, worden gepubliceerd door EU commissie (zie Infomil en website Sevilla)

• BBT-conclusies zijn dus gepubliceerde BBT-conclusies of (zolang nog geen BBT-conclusies) BBT in Bref’s

15

Page 16: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Bor en Mor (2)

• Strengere norm dan BBT-conclusies als haalbaar met BBT: kan alleen Minister I&M via NL info doc’s of Barim bepalingen aangegeven (pag 125, NvT Stb 2012, 552) (vergelijk art 14 lid 4 RIE: bevoegd gezag!)

• Strengere normen mogen ook door bevoegd gezag worden gesteld met oog op halen milieukwaliteitsnormen (art 14 lid 4 jo art 18 RIE)

• NL infodocument of Barim voorschriften gelden ook voor niet IPPC-inrichtingen

• Strengere norm dan BBT in NL info doc ook voor IPPC-inrichtingen geaccepteerd: zie ABRvS 23 mei 2012, AB 2013, 15 (level playing field?)

• Minder strengere norm dan in BBT-conclusies (voor IPPC) als buitensporig hoge kosten, als gevolg van

•Geografische ligging installatie

•Lokale milieuomstandigheden, of

•Technische kenmerken installatie (art 5.5 lid 7 Bor)

16

Page 17: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Bor en Mor (3)

• Als geen BBT-conclusie en geen NL infodocument, dan bepaalt bevoegd gezag BBT en houdt rekening met de in art 5.4 lid 4 Bor genoemde aspecten

• Art 5.5 Bor: Monitoring bij doelvoorschriften: bij IPPC verplicht (niet nieuw), echter, monitoring cf BBT-conclusies en NL infodocumenten

• Art 5.9 lid 1 Bor: voorschriften vergunning kunnen max 9 mnd niet gelden tbv techniek in opkomst (IPPC en niet IPPC)

• Art 5.9 lid 2 Bor: Techniek in opkomst: techniek die kan leiden tot gelijk of hoger beschermingsniveau en grotere kostenbesparing

17

Page 18: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Bor en Mor en Barim (4) • Art 5.7 lid 1 sub h Bor: voorschriften bij definitieve

bedrijfsbeëindiging van inrichting (niet-IPPC) of de IPPC-installatie:

• Nadelige gevolgen die de inrichting of de IPPC-installatie voor het terrein heeft veroorzaakt ongedaan te maken of te beperken voor zover nodig om terrein weer geschikt te maken voor een volgende functie

• Vergelijk art 11 sub h RIE: bij definitieve bedrijfsbeëindiging maatregelen:

• Maatregelen treffen om elk risico van verontreiniging te voorkomen, en

• Bedrijfsterrein in staat ex art 22 RIE: verplichting opstellen nul situatie vs eindsituatie + minimaal significante risico’s wegnemen

18

Page 19: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Bor en Mor en Barim (5) • Verplichting aangaande de gesteldheid van de bodem: art 2.11

lid 2 t/m 10 Barim is sinds 1/1/2013 ook van toepassing op IPPC-installatie en type C voor zover hfd 3 Barim-activiteiten (zie art 2.8a lid 1 sub a en b Barim) (Stb 2012, 558)

• Ergo: voor type C, niet IPPC en geen Barim-activiteiten ook nog in vergunning opnemen (bij IPPC daartoe geen noodzaak?)

• Art 2.11 lid 1 Barim: als bodembedreigende activiteit, binnen 3 mnd na oprichting of verandering nulsituatierapport aan bevoegd gezag

• NB: bodembedreigende activiteit = bedrijfsmatige activiteit die gepaard gaat met gebruik, productie of emissie van een bodembedreigende stof (art 1.1 Barim)

• Bodembedreigende stof= stof die de bodem kan verontreinigen als bedoeld in bijlage 2 van deel 3 van de NRB 2012 en andere gevaarlijke stoffen en mengsels die de bodem kunnen verontreinigen

• Als vergunningplicht: art 4.3 lid 2 Mor: verplichting tot overlegging nulsituatie bij aanvraag re art 2.11 lid 1 Barim (NEN 5725 en NEN 5740

19

Page 20: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Bor en Mor en Barim (6) • 2.11 lid 3 Barim: als bodembedreigende activiteit binnen

inrichting verricht wordt binnen 6 mnd na beëindiging van de inrichting of IPPC-installatie of (ondergrondse) opslagtank door exploitant bodemonderzoek verricht

• Saneren terug naar nulsituatie; als geen nulsituatie terug naar achtergrondwaarden Besluit bodemkwaliteit

• Bij IPPC: voor bodem integraal terugvallen op art 2.11 lid 2 t/m 10 Barim?

• Bij niet IPPC, type C: art 2.11 Barim alleen van toepassing voor zover hfd 3 activiteiten binnen inrichting worden verricht

• Onlogisch, geen verklaring in Nota van Toelichting (Stb 2012, 558)

• Blijf alert met formulering voorschriften treffen maatregelen aan einde activiteit/inrichting

• NB: Afdeling accepteerde voorheen dergelijk voorschrift niet als geen verplichting tot nulsituatie was opgenomen in vergunning (ABRvS 9/1/2002, 200001062)

20

Page 21: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Bor en Mor en Barim (7) • Artikel 2.11 Barim lijkt correcte implementatie van art 22 RIE,

met verantwoordelijkheid voor exploitant op laten stellen nulsituatie

• Art 5.7 sub h Bor lijkt verder te reiken dan art 11 sub h en art 22 RIE

• Maatregelen bij bedrijfsbeëindiging ex art 5.7 onder h worden door bevoegd gezag elektronisch voor eenieder ter beschikking gesteld (art 5.7 lid 6 Bor) (IPPC en niet IPPC)

21

Page 22: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Mor (9)

• Nieuw bij art 10.3 lid 3 Mor: in handhavingsbeleid aangaande reguliere controles bij IPPC-installaties opnemen, frequentie:

• afhankelijk van milieurisico’s

• Naleefgedrag exploitant

• Aanwezigheid gecertificeerd milieuzorgsysteem, echter

• tenminste 1x per 3 jaar en maximaal 1x p/j (?)

• Nieuw art 10.3 lid 5 Mor: verplichting uitvoering niet-reguliere (niet-routinematige) controles bij IPPC-installaties:

• voor verlening of verandering van een vergunning

• Als nodig voor onderzoek ernstige klachten

• Als ernstige overtreding: hercontrole na 6 mnd

• Nieuw art 10.3 lid 5 en 6 Mor: na elk controlebezoek van IPPC-installatie:

• Stelt bevoegd gezag verslag op met bevindingen naleving evt nadere maatregelen

• Verslag binnen 2 mnd naar vergunninghouder

• Bevoegd gezag stelt verslag binnen 4 mnd op verzoek voor eenieder beschikbaar (artt 19.3 t/m 19.5 Wm vt) (zie art 23 lid 6 RIE: zegt algemene openbaarmaking)

22

Page 23: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Barim (1)

• Barim is gewijzigd in werking getreden 1 januari 2013

• Implementatie RIE: Stb 2012, 552

• Echter, tegelijkertijd Barim ook aangepast met Stb 2012, 441: • Agrarische activiteiten in Barim

• Onder intrekking van:

• Besluit glastuinbouw,

• Besluit Landbouw milieubeheer,

• Besluit mestbassins milieubeheer,

• Lozingenbesluit bodembescherming,

• Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater en

• Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (zie nu ook art 6.43 Barim)

23

Page 24: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Barim (2)

• Echter, tegelijkertijd Barim ook aangepast met Stb 2012, 558, 3e tranche, tweede fase:

• Nog meer verguningsplichtige activiteiten onder Barim:

• Rubber- en kunststofverwerkende industrie

• Voedingsmiddelen industrie

• Binnen schietbanen en paintballinrichtingen

• Betonindustrie

• Grafische industrie

• Inrichting voor onderhouden, repareren en reinigen spoorwegvoertuigen

• Groot deel van Hfd 4 naar Hfd 3, geldt nu voor type A, B en C (incl. IPPC)

• Per hoofdstuk/paragraaf aangegeven voor welk type inrichting bepalingen gelden

• In paragraaf 3.2.1 Bems opgenomen (de niet grote stookinstallaties), incl. overgangsrecht in paragraaf 6.9

24

Page 25: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen: Barim vanwege RIE, Stb 2012, 552 (3)

• Aanpassing definitie type C-inrichting = vergunningplichtige inrichting (art 1.2 Barim)

• dus IPPC-inrichting vanaf 1 januari 2013 ook type C met deels algemene bepalingen Barim v.t (=toegestaan, zie art 6 en 17 RIE)

• Nader bepaalde bepalingen uit Barim dus ook op IPPC (en niet IPPC, wel vergunningplichtige)-installaties van toepassing, zoals (niet limitatief):

• Meldingsplicht voor zover activiteiten binnen inrichting worden verricht waarop hfd 3 van toepassing is (art 1.9b Barim) + verstrekken info

• Zorgplicht ex art 2.1 Barim voor zover activiteiten binnen inrichting worden verricht waarop hfd 3 van toepassing is

• Afdeling 2.4 bodem, incl art 2.11 (nul- en eindsituatie, muv art 2.11 lid 1 Barim voor IPPC: uitvoeren nulsituatie, zie daarvoor art 4.3 lid 2 Mor: bij aanvraag)

• Hfd III, IV en VI RIE: grote stookinstallaties, afval(mee)-verbrandingsinstallaties, en titaandioxideproductie: in hfd 5 Barim Barim

25

Page 26: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Barim vanwege RIE, Stb 2012, 552: grote stook-installaties (4)

• Grote stookinstallatie: paragraaf 5.1 Barim van toepassing

• Totaal nominaal thermisch ingangsvermogen 50 MW of meer ongeacht brandstoftype (zie definitie art 1.1. lid 1 Barim)

• Als twee of meer stookinstallaties met elk een nominaal thermisch ingangsvermogen van 15 MW of meer, toch grote stookinstallatie:

• Als afgassen via 1 schoorsteen, of

• Dat naar oordeel bevoegd gezag technisch en economisch zo had kunnen zijn

• wel totaal 50 MW of meer (art 5.1 lid 2 Barim, zie ook Stb 2012, 552, pag 101)

26

Page 27: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Barim vanwege RIE, Stb 2012, 552: grote stook-installaties (5)

• Paragraaf 5.1 Barim bevat emissie-eisen

• Overgangstermijn voor bestaande installaties; tot 1 januari 2016 paragraaf 5.1 Barim niet van toepassing op:

• Grote stookinstallatie waarvoor vergunning is verleend voor 1 januari 2013, of

• Waarvoor voor 1 januari 2013 een ontvankelijke aanvraag is ingediende de installatie uiterlijk 1 januari 2014 in gebruik wordt genomen (art 5.14 lid 1 Barim)

• Als in milieuvergunning strengere emissie-grenswaarden dan in paragraaf 5.1 Barim: blijven die strengere eisen gelden (art 5.14 lid 2 Barim)

27

Page 28: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Barim vanwege RIE, Stb 2012, 552: (grote) stook-installaties (6)

• BEES A is tot 1 januari 2016 van toepassing op:

• Grote stookinstallaties waarvoor voor 1 januari 2013 een vergunning is verleend, of

• Waarvoor voor 1 januari 2013 een ontvankelijke aanvraag was ingediend en op uiterlijk 1 januari 2014 in gebruik is genomen

• BEES A vervalt per 1 januari 2016 (zie art IX Stb 2012, 552)

• Bepalingen hfd 5 Barim kunnen dus ook van toepassing zijn op IPPC-installaties (voor toepassingsbereik zie art 5 Barim)

• (NB: Op stookinstallaties met een totaal nominaal ingangsvermogen van minder dan 50 MW is paragraaf 3.2.1 (inparkeren Bems) van toepassing –geen implementatie RIE

28

Page 29: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Wijzigingen Barim overig

• Stb 2012, 558 ook per 1 januari 2013

• Art 1 Barim: afdeling 1.1 is van toepassing op type A, B en C

• Reikwijdte bepaling art 1.4 vereenvoudigd

• Reikwijdte van Barim wordt per paragraaf aangegeven in Barim

• Aantal onderdelen van hfd 4 naar hfd 3 Barim; bepalingen hfd 3 gelden ook voor type C (kunnen nu dus ook IPPC-installaties zijn)

• Bems geïntegreerd in hfd 3 Barim

• Hfd V organische oplosmiddelen RIE: opgenomen in afdeling 2.11 Barim

29

Page 30: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

4. Aandachtspunten voor hand-havingspraktijk • Bijlage I RIE meer IPPC-installaties: let op met bevoegd gezag

ook in kader handhaving

• Bedrijfsbeëindiging en verplichtingen exploitant: goed regelen: bodem enerzijds (art 2.11 Barim) en (overige verplichtingen) in vergunning anderzijds (zie ook art 5.7 lid 1 sub h Bor)

• Bestaan de programmatisch toezicht in Nederland wordt voortgezet; nieuw: niet-routinematige controles voor IPPC-installaties, incl maken verslag en publiceren

• Nog meer actieve openbaarmakingsverplichtigen:

• Vergunning IPPC-installatie elektronisch beschikbaar (IPPC)

• Getroffen maatregelen na sluiting (IPPC en niet IPPC)

• Passieve openbaarmakingsverplichting:

• Verslag van controlebezoek aan IPPC-installatie op verzoek (IPPC; RIE geeft aan: actieve openbaarmaking)

30

Page 31: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Varia handhaving

• Beginselplicht tot handhaving (herstelsanctie): ja;

• Nu ook beginselplicht tot invordering, slechts onder bijzondere omstandigheden kan daarvan (deels) worden afgezien (ABRvS 16 november 2011, LJN BU4554)

• Dwangsom: verbeurde dwangsom voldoen binnen 6 weken nadat zij van rechtswege is verbeurd (art 5:33 Awb)

• Art 5:35 Awb verjaring na 1 jaar na verbeurte

• Beslissing tot invordering (art 5:37 Awb), is appellabel en concentratie rechtsgang (zie art 5:39 Awb)

• Horen art 4:8 Awb vereist? ABRvS 3 oktober 2012, 2012022901/1/A1(enkelvoudig kamer): neen, want uitzondering 4:12 Awb (vaststellen financiële verplichting)

• Aanmaning als niet tijdig voldaan en aanzegging wettelijke rente (art 4:112 Awb)

• Dwangbevel als aan aanmaning geen tijdige tenuitvoerlegging (niet appellabel) (art 4:114 Awb)

• Dwangbevel levert executoriale titel op en wordt betekend door uitvaardiging via deurwaarder (art 4:116 Awb)

31

Page 32: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Varia handhaving

• Oordeel rechter over invorderingsbesluiten?

• Na begunstigingstermijn nog overtredingen

• Door dezelfde (rechts)persoon

• Hoe overtredingen vaststellen?

• Is rapport toezichthouder voldoende of pv nodig?

• Antwoord: er moet voldoende zekerheid zijn over verbeurte

• Ergo: minimaal een precies en controleerbaar toezichtsrapport

• Reden voor matiging? rechtspraak is nog zoekende, vb:

• Legalisatie na begunstigingstermijn

• Later gebleken onmogelijkheid nakoming

• Grotendeels uitvoering aan de last

• Draagkracht overtreder?

• Overtreder moet bijzondere omstandigheden noemen, geen ambtshalve onderzoeksplicht bestuursorgaan

32

Page 33: Presentatie actualiteiten milieu implementatie richtlijn industriële emissies 201075

Vragen?

Dank voor uw aandacht

Eveline Sillevis Smitt

06 53 878 333

[email protected]

33