Praxis 316

16
KLUSWIJZER VERWARMING In deze Kluswijzer wordt stap-voor-stap de installatie van centrale verwarming en vloerverwarming beschreven.

Transcript of Praxis 316

Page 1: Praxis 316

KLUSWIJZER

VERWARMING

In deze Kluswijzer wordt stap-voor-stap de installatie van centrale verwarming

en vloerverwarming beschreven.

Page 2: Praxis 316

STADSVERWARMINGSommige woningen hebben geencentrale verwarmingsinstallatie, maarzijn aangesloten op de stads-verwarming. De warmte voor het ver-warmen van het huis en voor warmwater komt dan, in de vorm van heetwater, via de leidingen van hetwarmtenet tot in de meterkast. Viaeen warmte-afleverset stroomt ditwater, op aanvraag, de woning in. Ineen woning met een aansluiting opde stadsverwarming werkt het plaat-sen van een radiator, een thermo-staat, enzovoorts, net iets anders danin deze Kluswijzer wordt beschreven.Wend je daarom voor nader adviestot je warmteleverancier.

VOORBEREIDEN VAN DE AANLEG VAN CENTRALE VERWARMING

Het aanleggen van centrale verwar-ming begint met het maken van eenplattegrond met daarop de ruimtenwaar je de radiatoren wilt ophangenen waar je de cv-ketel wilt plaatsen.Teken in de ruimten de ramen endeuren in. Teken ook de radiatorenin op de gewenste posities. Plaats deradiatoren bij voorkeur in het koud-ste deel van het vertrek, bijvoorbeeldonder het raam. Plaats in grotereruimten meerdere radiatoren omtocht over de vloer en dwarreling vanstof door luchtcirculatie te beperken.

Geef op de plattegrond ook de loopvan de leidingen aan die nodig zijnvoor de aan- en afvoer van het water.Bereken vervolgens de warmtebe-hoefte per ruimte.

Warmtebehoefte berekenenDe warmtebehoefte per ruimte bere-ken je door het aantal kubiekemeters per ruimte (lengte x breedte xhoogte) te vermenigvuldigen met debenodigde capaciteit.

Rekenvoorbeeld: voor een badkamervan 2 meter lang, 2,5 meter breed en3 meter hoog is de warmtebehoefte2 x 2,5 x 3 = 15 m3 x 93 watt per m3

= 1.395 watt.

De uitkomst per ruimte vermeerderof verminder je vervolgens met

onderstaande percentages:■ ruimte op het noorden: +10%;■ goed geïsoleerd huis: -10%;■ slecht geïsoleerd huis: +15%;■ vrijstaand of hoekhuis: +10%.

Benodigde radiatorenMeet voor iedere te plaatsen radiatorde beschikbare ruimte op. Geef deradiator boven de vloer en onder eenvensterbank 10 cm ruimte. Metbehulp van de maten en de bereken-de warmtebehoefte per ruimte kunje nagaan welke radiator(en) je nodighebt. Bij Praxis vind je handige docu-mentatie met daarin alle maten enbijbehorende capaciteiten van deleverbare radiatoren.

CV-KETELBij een conventioneel centraal ver-warmingssysteem is de cv-ketel decentrale verwarmingsbron in huis. Decv-ketel brandt op gas of olie. Deketel verwarmt geen lucht - zoalskachels - maar water, dat via de aan-voerleidingen naar de radiatorengepompt wordt. De radiatoren staanvervolgens de warmte af aan de luchten het afgekoelde water gaat via deafvoerleiding terug naar de ketel.Een moderne combiketel zorgtbovendien voor warm water uit dekraan in de keuken en de badkamer.Een combiketel is praktisch en effi-ciënt. Er bestaan twee soorten ketels:

Ruimte Gewenste Benodigde tempera- capaciteittuur

Toilet 18°C 70 W per m3

Hal 18°C 70 W per m3

Slaapkamer 18°C 70 W per m3

Keuken 20°C 77 W per m3

Woonkamer 22°C 85 W per m3

Badkamer 24°C 93 W per m3

Voor elke twee graden meer, verhoog je de capaciteit met 10%.

Page 3: Praxis 316

een hoogrendementsketel (HR-ketel)en een verbeterdrendementsketel(VR-ketel). Een HR-ketel is weliswaarduurder in de aanschaf, maar benutde warmte uit de afvoergassen beterdoor de bijzondere warmtewisselaardie in het apparaat zit, waardoor jede meerprijs in de tijd dat de ketelmeegaat (circa 15 jaar) zeker terug-verdient.

Ketelvermogen berekenenOm te berekenen hoeveel ketelver-mogen (kilowatt) je nodig hebt omhet hele huis te verwarmen, tel je dewarmtebehoeften (watt) van alleruimtes bij elkaar op en deel je dezeuitkomst door 1.000 (1 watt is name-lijk 0,001 kilowatt). Als je isolatie-plannen hebt of een uitbouw aan hethuis wilt maken, dien je dit ook meete laten wegen bij de keuze voor eenketel. Tevens spelen stookgedrag,warmwatergebruik en budget eenrol. De ketelprestaties en -kwaliteitenvind je op het Gaskeurlabel op hettoestel. Praxis verkoopt geen ketels.

Ketel plaatsenHet gasbedrijf eist dat een cv-keteldoor een erkende installateur wordtgeplaatst. Deze installateur is name-lijk op de hoogte van alle wettelijkevoorschriften. Als de ketel is geïnstal-leerd, meldt de installateur dit aanhet gasbedrijf. Installeer je de ketel

zelf en er gaat iets mis, dan kan datvoor de verzekering nare gevolgenhebben. Een alternatief is de ketelwel zelf te installeren en daarna hetwerk door een erkende installateurte laten controleren. Als alles in ordeis, stuurt deze de installatiekaart in,waardoor je verzekeringstechnischalsnog gedekt bent.

CENTRALE VERWARMING INSTALLEREN

Voor het aanleggen van een geslotenconventionele cv-installatie heb jenodig (afbeelding 1): ■ cv-ketel;■ dak- of muurdoorvoer met conso-

le naar de buitenlucht voor deaanvoer van lucht ten behoevevan de verbranding en de afvoervan verbrandingsgassen;

■ expansievat voor het opvangenvan drukverschillen bij het opwar-men en afkoelen van de cv-instal-latie;

■ overstortventiel voor het overstor-ten van water bij overdruk;

■ (klok)thermostaat, radiatoren,radiatorkranen, ontluchters;

■ centrale verwarmingsbuizen,(knel)fittingen, pijpbeugels enandere aansluitmaterialen;

■ beluchterkraan voor het (bij)vul-len van de installatie.

In oude huizen kunnen nog open cv-installaties voorkomen die de ver-

TIPSJaarlijkse controle

Laat de cv-ketel tenminste een keer per jaar door een

erkende installateur reinigenen controleren. Door vuil

wordt de verbranding in deketel namelijk minder efficiënt

en kan er zelfs giftige koolmonoxide in de lucht

komen. Brandverzekeringenstellen periodiek onderhoud

aan de cv-ketel trouwens verplicht.

Lezen is besparenLees de gebruiksaanwijzing

van de ketel goed door. In de gebruiksaanwijzingstaan namelijk praktische

besparingstips, bijvoorbeelddat je de ketel in het

voor- en in het najaar hetbeste op een andere

temperatuur kunt instellendan in de winter.

Page 4: Praxis 316

brandingslucht halen uit de ruimtewaar de ketel is geplaatst. Om veilig-heidsredenen mogen deze tegen-woordig niet meer geplaatst worden.

Hierna wordt beschreven waar je bijhet installeren van de cv aan moetdenken.

Ketel ophangenBij het installeren van centrale ver-warming moet als eerste de ketelopgehangen worden. Dit doe je doorde ophangbeugel met daaraan hetbinnenwerk van de ketel, aan demuur te bevestigen. Maak de aan- enafvoerleidingen aan de onderzijdevan de ketel in orde. Koppel hetbedrijfsklare binnenwerk met knelfit-tingen aan deze leidingen (gastoe-voer, cv-aanvoer en -afvoer, warm- enkoudwaterleiding). Doe dit volgensde installatie-instructies van de ketel.Meer informatie over het werkenmet knelfittingen vind je in deKluswijzer Wateraan- & afvoer. Maakook de muur- of dakdoorvoer voorafvoer van rookgassen en aanzuigingvan lucht, en leg een geaard stopcon-tact aan voor de elektrische voedingvan de ketel.

Leidingen aanleggenEen cv-installatie moet op elke ver-dieping waar radiatoren geplaatstworden een hoofdaanvoer- en hoofd-

afvoerleiding hebben. Vanuit dehoofdaanvoerleiding maak je aftak-kingen naar de radiatoren. Vanaf deradiatoren leg je buizen naar dehoofdafvoerleiding. Gebruik voor dehoofdleidingen stalen buizen vanØ 22 mm en voor de aftakkingen sta-len buizen van Ø 15 mm. Houd deaftakkingen kort en maak zo minmogelijk bochten, zodat het water

optimaal kan stromen. Zorg dat debuizen exact op de radiatoren en dehoofdaanvoer- en hoofdafvoerleidingpassen, anders staat er spanning opde leiding, waardoor vervelende tik-of kraakgeluiden ontstaan. Voor hetmaken van koppelingen die in hetzicht blijven, gebruik je knelfittingenvoorzien van nylon knelringen.Koppelingen uit het zicht (in de

1

230V

(klok)thermostaat

radiatorkraan

radiatorkraan

radiator

radiator

afvoerleiding

aanvoerleiding

overstortventiel

expansievatgaskraan

gasleiding

aan-/afvoerpijp

ketelther-mostaat

cv-ketel

circulatie-pomp

Page 5: Praxis 316

muur) moet je solderen. Hoe je moetsolderen, lees je in de KluswijzerSolderen & Lassen. Gebruik bij hetsolderen in ieder geval leidingen vanroodkoper. Voor het vastzetten vanleidingen op de wand gebruik je beu-gels voorzien van kunststof ringen.Plaats de beugels niet te strak om deleidingen in verband met de werkingvan de buizen. Maak om dezelfdereden de gaten in de muur waar debuizen doorheen moeten groter dande diameter van de leiding. Steek,voordat de leiding door de muurwordt gevoerd, ter bescherming, eenmantelbuis door het gat. Werk dedoorvoergaten weg met rozetten.Plaats om de installatie af te kunnentappen, op het laagste punt in hetsysteem een aftapkraan. Doe dit ineen leiding of aan een radiator.

Expansievat monterenAls het water in de cv-installatiewarm wordt, zet het uit. Dit betekentdat de druk in de cv-installatie vari-eert. Om de drukverschillen op tevangen, moet er een expansievat inde cv-installatie worden opgenomen.Bevestig het expansievat met eenconsole of met een T-stuk en een kortleidingdeel aan de afvoerleiding (ookwel retourleiding genoemd), netonder of naast de ketel. Plaats in denabijheid van het expansievat hetoverstortventiel met daaraan een

stuk pvc afvoerleiding voor de afvoervan het water.

Plaatradiator bevestigen en aansluiten (afbeelding 2)Plaatradiatoren zijn in diverse hoog-te- en breedtematen verkrijgbaar,met of zonder convectorribben.Convectorribben zitten tussen of ach-ter de panelen en zorgen voor extrawarmte-afgifte. Een radiator op dewand bevestig je met radiatorbeu-gels. Bepaal de plaatsen waar de

radiatorbeugels moeten komen enteken deze af op de muur. Plaats debeugels met behulp van keilboutenof pluggen en houtdraadbouten enhang de radiator aan de beugels.Zorg bij het ophangen voor 5 cmruimte tussen de muur en de radiatorvoor luchtcirculatie. Sluit de radiator-kraan (verkrijgbaar in diverse model-len) aan op de radiator en de knel-koppeling voor de afvoerleiding.Wikkel bij beide, voor installatie,teflontape om de schroefdraad om

2

1 aanvoerleiding2 afvoerleiding3 buisbeugels

4 T-stuk5 knelkoppeling6 radiatorkraan7 radiatorconsole8 radiator9 radiatorstop met ontluchter10 aftapkraan11 radiator zijbeugel

1 2

3

4

45

6

11

8

9

10

7 7

11

5

Page 6: Praxis 316

een waterdichte verbinding te maken(afbeelding 3). Monteer, indien nodig,ook de radiatorstop met ontluchteren de aftapkraan op de radiator. Sluit de radiator met behulp vanknelfittingen en stukken leiding aanop de aan- en afvoerleiding van decv-installatie. In sommige gevallen zalje een leiding moeten buigen metbehulp van een buigtang (raadpleegde Kluswijzer Wateraan- & afvoervoor het werken met een buigtang).Leidingen kort je in met een pijpen-snijder. Vijl daarna met een ronde vijlde bramen weg. Breng bij aansluitingvan het leidingdeel tussen de aan-voerleiding en de radiatorkraan eersteen moer en een knelring aan.Voorzie de schroefdraad aan de radi-atorzijde weer van teflontape (afbeel-ding 3). Schuif de leiding in het huis

van de radiatorkraan en draai demoer met de hand aan. Pak tweesteeksleutels en draai de moer vast.Verbind het andere uiteinde van hetleidingdeel aan het T-stuk in de aan-voerleiding. Sluit vervolgens het lei-dingdeel tussen de radiator en deafvoerleiding aan.

Als alle onderdelen goed zijn aange-sloten, kun je de installatie gaan vul-len met water. Doe dit zoals omschre-ven in het hoofdstuk Cv-installatie(bij)vullen.

Bestaande plaatradiator vervangenAls je een bestaande radiator wiltvervangen, ga je als volgt te werk:■ schakel de cv-installatie uit door

de stekker uit het stopcontact te

halen en laat de cv-ketel afkoelen(<40°C);

■ draai alle radiatorkranen openvan de radiatoren die op dezelfdeverdieping hangen of hoger dande radiator die je wilt vervangen;

■ sluit de vulslang aan op de vul- ofaftapkraan in de cv-installatie.Draai met een steeksleutel dekraan open en laat het systeemleeglopen totdat de radiator dieje wilt vervangen leeg is. Dit kunje controleren door de aansluitingvan de radiator op de afvoerlei-ding los te draaien en te kijken ofer nog water uitkomt. Vang altijdhet water dat uit het systeemkomt op. Je mag dit water lozenop de riolering. Sluit, als hetsysteem leeg is, de kraan;

■ draai vervolgens de knelfittingenvan de aan- en afvoerleiding vande te vervangen radiator los,evenals de radiatorophangbeu-gels, zodat je de radiator kuntverwijderen;

■ plaats de nieuwe radiator zoalsbeschreven onder het hoofdstukPlaatradiator bevestigen en aan-sluiten.

TIPKleurtje

Om het aanzicht van de aan- en afvoerleidingen van

de radiator te verfraaien, kun je deze wit verven met

radiatorlak. Als je een andere kleurwilt, kun je ook gewone

alkyd- of acrylverf gebruiken.niet zo! maar zo!

3

Page 7: Praxis 316

Kamerthermostaat monterenEen kamerthermostaat regelt de tem-peratuur in de woning op basis vande temperatuur in de woonkamer.Als de temperatuur in de woonkamerlager wordt dan de waarde die op dekamerthermostaat is ingesteld, danschakelt de kamerthermostaat debrander van de ketel in. Als de radia-toren de ruimte weer op de ingestel-de temperatuur hebben gebracht,schakelt de kamerthermostaat debrander van de ketel uit. Naast handgeschakelde kamerther-mostaten bestaan er diverse klokther-mostaten die de brander van de ketelautomatisch een stookprogrammalaten afwerken. De keuze voor eenbepaalde thermostaat, is afhankelijkvan de wensen die je hebt op hetgebied van comfort, energiebespa-ring en budget. Soms moet je je aanhet voorschrift van de leverancier vande cv-ketel houden.

Monteer een thermostaat voor opti-male werking altijd tegen eenbinnenmuur. Plaats hem minimaal1,5 meter boven de grond en niet tedicht bij een radiator, een deur ofraam. Let er verder op dat de ther-mostaat niet in de zon of op de tochthangt. De montage is eenvoudig:schakel de cv-installatie uit door destekker uit het stopcontact te halen,sluit de kamerthermostaat aan op de

ketelthermostaat (meestal metbehulp van een twee-aderig zwak-stroomdraad) en zet de kamerther-mostaat vast met pluggen en schroe-ven. Schakel, na afronding van deklus, de cv-installatie weer in. Om pervertrek nauwkeurig de gewenstetemperatuur in te stellen, kun je ther-mostaatkranen op de radiatorenplaatsen. Voorzie nooit álle radiato-ren van thermostaatkranen omdathet systeem moet kunnen circuleren.

Thermostaatkraan monterenLaat het water uit de cv-installatielopen tot onder het niveau van dedesbetreffende radiatorkraan.Verwijder de bestaande radiator-kraan en schroef het kraanhuis vande nieuwe thermostaatkraan op deaanvoerleiding en op de koppelingvan de radiator. Wikkel aan de radia-torzijde teflontape om de schroef-draad om een waterdichte verbindingte maken. Plaats hierna de thermo-staatknop over het kraanhuis. Doe ditnooit met de knop naar boven,omdat de opstijgende, warme luchtdan de thermostaatkraan te veelbeïnvloedt. Stel vervolgens de ther-mostaatkraan in. Vul het waterniveauaan tot de installatie weer de juistedruk heeft en ontlucht de radiatoren.Doe dit zoals omschreven in hethoofdstuk Cv-installatie (bij)vullen enCv-installatie ontluchten.

Cv-installatie (bij)vullenSchakel de cv-installatie uit door destekker uit het stopcontact te halenen laat de cv-ketel afkoelen (<40°C).Controleer of alle ontluchtingsventie-len gesloten zijn. Sluit de vulslangaan op een waterkraan en laat hemlangzaam vollopen met water. Sluithet andere uiteinde af zodra daarwater uitkomt. Draai de waterkraandicht en plaats het uiteinde van devulslang op de vulkraan van decv-installatie. Zet vervolgens dewaterkraan en de vulkraan weeropen. Nu kan het water de installatiebinnenstromen, zonder dat er luchtbijkomt. Je sluit de water- en vul-kraan zodra de druk in de cv-installa-tie op het goede peil is (tussen de 1,5à 2 bar). Zet daarna de cv-installatieweer aan door de stekker in het stop-contact te steken en laat de cv-instal-latie even branden. Ontlucht de cv-installatie. Houd de stand van dewaterdruk in de gaten; bekijk dit bij-voorbeeld op één vast moment in demaand. Als je heel vaak moet bijvul-len, kan er sprake zijn van een lekka-ge (expansievat of overstortventielkapot). Verhelp de lekkage dan.

Cv-installatie ontluchtenAls je een borrelend geluid in de cv-installatie hoort of als de bovenkantvan de radiator koud aanvoelt, moetje de cv-installatie ontluchten. Draai

Page 8: Praxis 316

alle radiatorkranen in huis open enlaat de cv-installatie even werken.Zet de cv-installatie weer uit. Zet dekamerthermostaat op de laagstestand of trek bij oude ketels de stek-ker uit het stopcontact. Draai met hetcv-ontluchtingssleuteltje vervolgenshet ventiel van de hoogst gelegenradiator of van de ketel open en ont-lucht. Zodra er water uit het ventielkomt, draai je het ventiel dicht. Houdeen doekje bij de hand voor hetwater dat uit het ventiel komt. Ditproces herhaal je bij alle radiatorenen wel van boven naar beneden. Kijkna het ontluchten of de waterdrukvan de cv-installatie nog hooggenoeg is. Zo niet, vul dan de instal-latie bij.

A

DESIGNRADIATORNaast plaatradiatoren heeft Praxisook een ruime keus in designradiato-ren. Niet alleen in de badkamer, maarook in de hal, woonkamer en keukenzorgen deze niet alleen voor comfort,maar ook voor een decoratieve uit-straling. Het assortiment bestaat uitvele kleuren, modellen en maten.Bij alle modellen wordt standaardeen bevestigingsset met montage-instructie geleverd. Alle designradia-toren hebben een universele 1/2”aansluiting.

Bij aanschaf moet je, net zoals bijplaatradiatoren, rekening houdenmet de ophangplaats, de benodigderuimte en de warmtebehoefte. Als jehanddoeken over de radiator wilt

hangen, is het verstandig de beno-digde warmtebehoefte met 20% teverhogen. Let op! Een designradiatorheeft een lagere warmteopbrengstdan een plaatradiator. Kijk dus nietop van het benodigde formaat.

StromingsbuisDesignradiatoren moeten bij voor-keur aan de onderzijde of diagonaal(aanvoer bovenzijde, afvoer onderzij-de) aangesloten worden. Als alleenaansluiting aan de bovenzijde moge-lijk is, moet er gebruik wordengemaakt van een stromingsbuis. Dezebuis dient in de aanvoerzijde van dedesignradiator te worden gemon-teerd en zorgt dat de gehele radiatorwarm wordt. Als de buis ingekortmoet worden, zorg dan dat de stro-mingsbuis 5 cm korter is dan de aan-voerleiding. Als er geen verticaledoorgaande buis in de designradiatoraanwezig is, kan er geen stromings-buis worden gemonteerd. Aansluitingalleen aan de bovenzijde is dan nietmogelijk.

Elektrisch verwarmingselementEen elektrisch verwarmingselementverwarmt de designradiator zonderdat de cv-installatie werkt. Dat is bijvoorbeeld handig als je ook in de zomer handdoeken in de bad-kamer of keuken snel wilt laten drogen. Voor montage heb je een

4

A = VloerverwarmingB = Ideale verwarmingC = Radiatorverwarming

B C

TIPAutomatisch ontluchten

Bij de installatie van de cv kun je een

automatische ontluchter in het systeem

opnemen.

20ºC

20ºC

20ºC

24ºC

18ºC

19ºC

20ºC

21ºC

24ºC

22ºC

20ºC

Page 9: Praxis 316

verchroomd T-stuk 1/2” nodig. Eenelektrisch verwarmingselement is ookgeschikt voor plaatsen waar je geencv-installatie hebt. Je moet de design-radiator dan wel voor 80% met watervullen. Je kunt ook autoradiatoranti-vries gebruiken. Dit voorkomt roest-vorming.

VLOERVERWARMING Vloerverwarming kun je als bijver-warming gebruiken. Er heerst dangeen koude luchtstroom langs devloer. De radiatoren zorgen in datgeval voor de aanvullende warmte,zodat de ingestelde temperatuur opde kamerthermostaat wordt bereikt.Het is verstandig om bij deze combi-natie de radiatoren te voorzien vanthermostatische radiatorkranen,zodat, als de vloerverwarming hetverwarmen van de ruimte zelf aan-kan, de radiatoren niet in werkingworden gesteld. Vloerverwarming alshoofdverwarming inzetten, kannatuurlijk ook. Er zijn dan geen aan-vullende warmtebronnen nodig. De grote voordelen van vloerverwar-ming ten opzichte van het conventio-nele systeem zijn de hogere warmte-opbrengst per m2 (dus lagere stook-kosten) en een groter wooncomfort.Vloerverwarming komt namelijk hetdichtst bij de voor de mens geldende,ideale verwarming (afbeelding 4).Daarnaast is er door het kleine tem-peratuurverschil tussen de vloer en

het plafond weinig luchtcirculatie,waardoor stofdwarreling tot het ver-leden behoort. Ook ligt de luchtvoch-tigheid hoger door een lagere ruim-tetemperatuur. Een bijkomend voor-deel bij vloerverwarming als hoofd-verwarming, is dat alle wanden in deruimte vrij te gebruiken zijn. Eennadeel van vloerverwarming is dat

het systeem trager warm wordt danconventionele verwarming.Vloerverwarming is verkrijgbaar intwee soorten: elektrische vloerver-warming en vloerverwarming dieaangesloten moet worden op de cv-ketel. Hierna worden beide soortenbeschreven.

Toepassing Te verwarmen Benodigde oppervlakte capaciteit

Folie onder tapijt, vinyl, zwevend 1 m2 110 W(bijverwarming) parket of een vloerkleed 2,25 m2 250 W

op afwerkvloer, bestaande tegelvloer of houten ondervloer

Mat onder natuursteen, plavuizen, 1 m2 125 W(bijverwarming)* vloertegels, graniet, vinyl en 2,5 m2 313 W

siergrind 4 m2 500 Wop een cementen dekvloer, een bestaande tegelvloer of een stabiele houten ondervloer

Kabel onder natuursteen, plavuizen, 4 m2 500 W(hoofdverwarming) vloertegels, graniet, linoleum, 8 m2 1.000 W

siergrind en parket 15 m2 1.750 Win of op een ruwe betonnen vloer of op zwaluwstaartplaten

Kabel onder natuursteen, plavuizen, 6 m2 500 W(bijverwarming) vloertegels, graniet, linoleum, 12 m2 1.000 W

siergrind en parket 20 m2 1.750 Win of op een ruwe betonnenvloer of op zwaluwstaartplaten

* Als de ruimte groter is dan de aangegeven vierkante meters dan kunnen er * combinaties van sets worden gemaakt. Let hierbij wel op het benodigde * elektrisch vermogen.

Page 10: Praxis 316

Elektrische vloerverwarmingElektrische vloerverwarming vraagtgeen enkele vorm van onderhoud, isvolkomen geluidloos en heeft eenlange levensduur. Elektrische vloer-verwarming is verkrijgbaar als folie,mat of kabel. De sets zijn eenvoudigen snel te installeren. Voor alle elektri-sche vloerverwarmingssystemen moetwel voldoende elektrisch vermogenbeschikbaar zijn. De tabel op de vori-ge pagina geeft een overzicht van debenodigde capaciteit per soort.

Raadpleeg voor plaatsing van vloer-verwarming altijd de beschrijving vande fabrikant van de vloerbekledingdie je over de verwarming heen wiltleggen om zeker te zijn dat dezehiervoor geschikt is.

VloerverwarmingsfolieVloerverwarmingsfolie is zo dun(± 3 mm) dat het onzichtbaar wegge-werkt kan worden. De folie isgeschikt voor het bijverwarmen vankleine oppervlaktes. Zo kan de folieop een werkplek of in een zit- en eet-hoek extra comfort geven. De foliegeeft een temperatuur van maximaal25°C af. De folie werkt op laagspan-ning (28 volt). Voorafgaand aan deinstallatie moet je het vermogen vande te gebruiken transformator con-troleren. Als deze toereikend is, kunje de folie op de transformator aan-sluiten en testen of de folie goedwerkt. Je sluit de folie aan door deblauwe en zwarte draad van de folieelk aan één van de twee aansluit-klemmen van de transformator te

verbinden. Maak de ondergrondgoed schoon, droog en egaal. Plak defolie met behulp van aluminiumtapevast op de ondergrond. Om meerrendement uit de folie te halen, kunje isolatiemateriaal onder de verwar-mingsfolie aanbrengen. Leg vervol-gens de gewenste vloerbekleding.Doe dit voorzichtig, zodat de folieniet beschadigt. Plaats de transforma-tor op een plaats waar deze goedzijn eigen warmte kwijt kan.

Vloerverwarmingsmat (afbeelding 5)Vloerverwarmingsmatten zijn indiverse vormen te knippen. Voorkombij het knippen beschadiging aan dekabel. Alleen de voedingskabel dieuit de mat steekt, kan ingekort wor-den. Als je voor verwarming van hetvertrek aan één mat tekort hebt, kun je meerdere verwarmingsmattenparallel op de thermostaat aanslui-ten. Lees voor installatie goed de bij-geleverde instructies. Maak vervol-gens de vloerverwarming gereedvoor aansluiting op het bestaandeelektriciteitsnet. Doe dit door vanuithet stroompunt - waarop ook dethermostaat wordt aangesloten -twee elektrabuizen richting de te ver-warmen vloer in de wand te frezen:één voor de voedingskabel van demat en één voor de vloersensor. Debuis voor de sensor moet circa 50 cmuit de muur over de te verwarmen

TIPSpiegel

Vloerverwarmingsfoliekun je ook met aluminiumtape

achter een spiegel plakken.

Dit voorkomt condensvorming.

Er bestaan ook specialeanti-condensmatten

voor spiegels.

5

vloerbekleding

tegellijm

net

ondergrond

isolatie

Page 11: Praxis 316

vloer doorlopen. De sensor moetnamelijk tussen de verwarmings-kabels in geplaatst worden. Zorg bijplaatsing van de mat(ten) voor eenschone, droge en vetvrije onder-grond. Het makkelijkste is om demat(ten) een dag voor plaatsing vanbijvoorbeeld tegels, voor te verlijmenop de ondergrond. Gebruik hiervoortegellijm of vloeregalisatiemiddel datgeschikt is voor toepassing bij vloer-verwarming. Als je voorverlijmt, kunje bij het leggen van bijvoorbeeldtegels namelijk normaal over deondergrond lopen. Controleer voorverlijming voor alle zekerheid nog-maals de mat op een juiste werking.Breng een lijmlaag van 3 à 4 mm aanop de ondergrond en leg de verwar-mingsmat met de kabels naar onde-ren. Druk de mat goed aan en smeerhet teveel aan lijm glad weg. Sluit deverwarmingsmat aan op het stroom-punt en op de thermostaat volgensde wettelijke richtlijnen of laat ditdoen door een erkend installateur.Zet ’m nog niet aan. Plaats ook devloersensor. Breng de volgende dag,met een lijmkam een tweede lijmlaagaan van ongeveer 5 mm en druk hier-in de tegels vast. Lees voor meerinformatie over tegelen de KluswijzerTegelen. Als je de vloer afwerkt mettegels, breng dan voor het voegenvan de tegels een kitvoeg aan langsde wanden van het vertrek. Dit voor-

komt beschadiging bij het eventueelwerken van de vloer. Laat de vloertenminste drie weken drogen, alvo-rens de vloer stapsgewijs op te war-men.

VloerverwarmingskabelLees voor plaatsing altijd de installa-tie-instructie. Bekijk ook de mee-geleverde videoband. Meet voor aan-leg de kabel door. Maak vervolgensde vloerverwarming gereed voor aan-sluiting op het bestaande elektrici-teitsnet. Doe dit door vanuit hetstroompunt – waarop ook de thermo-staat wordt aangesloten – drie elek-trabuizen richting de te verwarmenvloer in de wand te frezen: één voorde voedingskabel ‘heen’, één voor devoedingskabel ‘retour’ en één voorde vloersensor. De buis voor de sen-sor moet circa 50 cm uit de muur overde te verwarmen vloer doorlopen. De sensor dient namelijk tussen deverwarmingskabels in geplaatst teworden. De overgang aan beide kabeluitein-den van de voedingskabel (koud)naar de weerstandkabel (warm)wordt aangegeven met het woordsplice. De voedingseinden, gemerktmet sterretjes, mogen worden ver-lengd en/of ingekort (maximaal1 meter). De kabel dient tot aan deovergang in de cementen vloer teworden opgenomen. Houd hiermee

rekening bij het berekenen van dekabelafstand. Trek beide voedingsein-den, elk door een eigen elektrabuis,naar het stroompunt. Sluit slechts éénaardedraad van één van de voedings-einden aan. De andere dien je te iso-leren. Sluit vervolgens de overigeonderdelen (draden, vloersensor) aanvolgens de wettelijke richtlijnen oflaat dit doen door een erkend instal-lateur.

6

aanvoer afvoer

afvoer aanvoer

slakkenhuis

meander

Page 12: Praxis 316

Leg de kabels in een slakkenhuis- ofmeanderpatroon (afbeelding 6). Hetwerkt makkelijk als je het patrooneerst op de ondergrond tekent. Omeen goede kabelafstand te krijgen,kun je de navolgende rekenformulehanteren. Vermenigvuldig de lengtemet de breedte van de ruimte om hetoppervlak te berekenen. Trek de onge-bruikte ruimten of de plaatsen waargeen kabel geplaatst mag worden vandit getal af. Nu heb je de nettoruimteberekend. Deel het wattage van de setdoor de nettoruimte en de uitkomst(watt/m2) hiervan door het wattageper meter van de kabel. Deze uitkomstgeeft de benodigde afstand tussen dekabels in centimeters. Let op: de lusaf-stand tussen de kabels mag nooit klei-ner worden dan 6 cm. Er zijn twee manieren om de kabel inof op een betonnen vloer te verwerken:■ frees sleuven in het beton. Leg de

kabel in de sleuven en dicht dezeaf met een cementmortel geschiktvoor vloerverwarming. Isoleer devloer aan de onderkant en werkde bovenzijde af met de gewenstevloerbekleding (afbeelding 7);

■ leg folie op de betonnen vloer.Leg hierop de kabel. Maak dekabel met aluminiumtape vastaan de folie. Breng rondom rand-isolatie tegen de wanden omwarmteverlies en beschadigingdoor de eventuele werking van devloer te verkomen. Werk debovenzijde af met een afwerklaagvan minimaal 1 cm van cementgeschikt voor vloerverwarmingboven de kabel en leg de vloer(afbeelding 8).

Om de vloerverwarmingskabel op eenondergrond van hout aan te brengen,ga je als volgt te werk: isoleer deruimte tussen de balken. Breng rond-

om randisolatie tegen de wanden aan,ter voorkoming van warmteverlies enbeschadiging door de eventuele wer-king van de vloer. Breng stalen zwa-luwstaartplaten aan op de houtenvloer of houten balken en daarover-heen een krimpnet (zie ook deKluswijzer Betonstorten & Metselen).Leg daar de kabel op. Doe dit haaksop de gleufrichting van de plaat. Zetde kabel met behulp van kunststofbindbandjes vast aan het krimpnet.Werk vervolgens de bovenzijde af meteen afwerklaag van minimaal 1 cmvan cement geschikt voor vloerverwar-ming boven de kabel en leg de vloer(afbeelding 9). Test voor het storten vanhet cement voor alle zekerheid nogeen keer de kabel, met een ohm-meter. Laat de vloer na stortingongeveer vier weken uitharden, alvo-rens de vloerverwarming stapsgewijsin werking te stellen.

7 8vloerbekleding

freessleuven in beton

vloerbekleding

isolatie

tegellijmcementlaagfoliealuminiumtapebetonnen vloer

tegellijmbetonnen vloerisolatie

Page 13: Praxis 316

CV-VLOERVERWARMINGCv-vloerverwarming bestaat uit eenkunststof buizensysteem en een ver-deler om de installatie te kunnenregelen. De verdeler van de cv-vloer-verwarming hang je aan een muur inhet te verwarmen vertrek, of in éénvan de te verwarmen vertrekken (nietin de meterkast) en sluit je met Ø 22mm buizen aan op de aan- en afvoer-leiding van de cv-ketel. Het principevan de aansluiting is dus gelijk aandat van een radiator, met dit verschildat de watertemperatuur maximaal40°C mag zijn. In de verdeler is eenpomp gemonteerd die er voor zorgtdat het cv-water door de vloerver-warmingsbuizen wordt gepompt. Deingebouwde thermostaat regelt detemperatuur van het water. De cv-

vloerverwarming kan gebruikt wor-den onder natuursteen, plavuizen,vloertegels, graniet, linoleum, sier-grind en parket. Raadpleeg voorplaatsing wel altijd de beschrijvingvan de fabrikant van de vloerbekle-ding. Voor 20 m2 bijverwarming hebje een cv-vloerverwarmingspakketnodig van 1600 watt, voor 20 m2

hoofdverwarming 2240 watt. Voor40 m2 bijverwarming 3200 watt envoor 40 m2 hoofdverwarming 4480watt. Er zijn pakketten leverbaar toten met 60 m2. De pakketten voorgrote oppervlakten zijn er om meer-dere kamers in één keer van cv-vloer-verwarming te kunnen voorzien.Bij deze pakketten wordt dan eenverdeler meegeleverd die voorzien isvan meerdere groepen.

9

TIPSSpanning

Bij het leggen van elektrische vloer-verwarming mag er tijdens de werk-

zaamheden geen spanning op de elektrische vloerverwarming staan.

IsolatieAls je vloerverwarming gaat leggen,zijn veelal ook isolerende maatrege-len te treffen. Raadpleeg hiervoor de

Kluswijzer Isolatie.

De cv-vloerverwarmingsbuizen kun-nen in of op een betonnen vloer wor-den aangebracht of op een vloer vanhout voorzien van zwaluwstaartpla-ten. Bij voorkeur in het zogenoemdeslakkenhuispatroon (afbeelding 6).Teken het patroon eerst af op deondergrond. De afstand tussen debuizen wordt bepaald door de warm-tevraag. Bij bijverwarming dient deafstand hart-op-hart 20 tot 30 cm tezijn. Bij hoofdverwarming 12 tot 15cm. Bij koude vlakken, zoals bij deu-ren en ramen, kunnen de buizendichter bij elkaar gelegd worden.Echter, de ruimte tussen de buizenmag nooit minder zijn dan 10 cm. Er zijn vier manieren om de verwar-mingsbuizen in of op een betonnenvloer te verwerken:

vloerbekleding

zwaluwstaartplaat

krimpnet

isolatie

tegellijmcementlaagisolatie

houten balken

Page 14: Praxis 316

■ frees sleuven in het beton. Ermoet minimaal een betonvloermet wapening van 30 mm onderde buizen overblijven. Leg de bui-zen in de sleuven en dicht de sleu-ven af met een cement geschiktvoor vloerverwarming. Isoleer devloer aan de onderkant en werkde bovenzijde af met de gewenstevloerbekleding (afbeelding 7);

■ breng de vloerverwarmingsbuizenrechtstreeks, met slagclips, aan opde betonnen vloer. Breng rondomrandisolatie tegen de wanden aanter voorkoming van warmteverliesen beschadiging door de eventu-ele werking van de vloer. Werkvervolgens de bovenzijde af meteen afwerklaag van cement

geschikt voor vloerverwarming.Isoleer de vloer aan de onderkanten werk de bovenzijde af met degewenste vloer (afbeelding 10);

■ breng op een betonnen vloer dieaan de onderkant is geïsoleerdmatten aan. Zet hieraan, metkunststof bindbandjes, de buizenvast. Breng rondom randisolatietegen de wanden aan, ter voorko-ming van warmteverlies enbeschadiging door de eventuelewerking van de vloer. Werk ver-volgens de bovenzijde af met eenafwerklaag van cement geschiktvoor vloerverwarming en leg devloer (afbeelding 11);

■ breng op een betonnen vloer dieaan de onderkant is geïsoleerd

profielplaten aan. Breng hierin debuizen aan. Breng rondom rand-isolatie tegen de wanden aan tervoorkoming van warmteverlies enbeschadiging door de eventuelewerking van de vloer. Werk ver-volgens de bovenzijde af met eenafwerklaag van cement geschiktvoor vloerverwarming en leg devloer (afbeelding 12).

Om de cv-vloerverwarmingsbuizen opeen ondergrond van hout aan tebrengen, ga je als volgt te werk:isoleer de ruimte tussen de balken.Breng rondom randisolatie tegen dewanden aan ter voorkoming vanwarmteverlies en beschadiging doorde eventuele werking van de vloer.

10 11

vloerbekledingtegellijmisolatiecementlaagbetonnen vloerslagclipsisolatie

vloerbekledingtegellijmisolatiecementlaagbindbandjesmat

betonnen vloer isolatie

Page 15: Praxis 316

Breng stalen zwaluwstaartplaten aanop de houten vloer of houten balken(zie ook de Kluswijzer Betonstorten &Metselen). Breng de vloerverwar-mingsbuizen rechtstreeks, met slag-clips, op de platen aan. Doe dit haaksop de gleufrichting van de plaat.Werk vervolgens de bovenzijde afmet een afwerklaag van cementgeschikt voor vloerverwarming en legde vloer (afbeelding 9).

Test voor plaatsing en afwerking metcement (minimaal 30 mm boven debuizen) altijd de buizen op water-dichtheid. Doe dit door de leidingen

op druk te brengen door een tuin-slang op de verdeler aan te sluiten ende circulatiepomp van de cv-keteleven aan te zetten. Spoel tevens hetcircuit door voordat je de afwerk-vloer aanlegt. Laat de buizen bij stor-ting van het cement op druk. Laat devloer na storting ongeveer zes wekenuitharden, alvorens de cv-vloerver-warming stapsgewijs in werking testellen. Als het systeem werkt, kun jede verdeler inregelen.

TIPSCv-vloerverwarmingsbuizen

buigenOm het buigen van buizen van de cv-vloerverwarming

te vereenvoudigen, kun je gebruik maken van

een verfföhn met een maximum temperatuur van

140°C.

Plintverwarming Als er – bijvoorbeeld in

de keuken, trap of op zolder – geen plaats is voor een

radiator, kan plintverwarming,als bijverwarming,

een oplossing bieden. Koele lucht wordt door een

ventilator naar binnen gezogen, waarna de

warmtewisselaar er warmelucht voor in de plaats

geeft. Plintverwarming is

op het elektriciteitsnet aan te sluiten.

Voor meer klusideeën en -tips, stap-voor-stap beschrijvingen van klussen, handige rekenmodules en praktische doe-het-zelf informatie:

www.praxis.nl

12

vloerbekledingtegellijmisolatiecementlaagprofielplaatbetonnen vloer isolatie

Page 16: Praxis 316

© Praxis BV, Diemen. Uitgave 12/04.De inhoud van deze Kluswijzer is met zorg samengesteld. Echter, er kunnen zich wijzigingen voordoen in producten en technieken.

Gebruik deze Kluswijzer daarom als algemene handleiding en lees altijd de instructie en/of handleiding bij producten voor je aan de slag gaat.Deze Kluswijzer is gedrukt op chloorvrij papier. Vormgeving: De Fabriek Communicatie-advies & Uitvoering BV, Amsterdam. Illustraties: CoverMechanics, Amsterdam.

8 711216 275206